Voorbereiding Aanvraag Beoordeling en · PDF file7 In de vergunningen mogen geen...

7
Opmerkingen Voorbereiding Beoordeling en besluitvorming Aanvraag Terug- koppeling keuze A,B,C voor EV Indienen aanvraag bij bevoegd gezag Opstellen van de aanvraag Bevoegd gezag neemt aanvraag in behandeling Aanvrager: burger of bedrijf Initiatief nemen en verkennen mogelijk- heden Is het vergunnings- plichtig? Verzoek tot aanvulling van de aanvraag Aanvullen van de aanvraag Alle toe- stemmingen aangevraagd & volledig? Geen omgevings- vergunning benodigd Is de aanvraag compleet? Is EV relevant? Besluit buiten behandeling aanvraag laten EV niet relevant geen verdere acties nodig Informeren toezicht en handhaving Weigeren of verlenen vergunning? Ter inzage legging Bevoegd gezag besluit Weigering van de omgevings- vergunning Bevoegd gezag stelt ontwerp besluit vast Raadplegen EV adviseurs? Beoordelen nieuwe of bestaande objecten en inrichtingen Bekend- making en kennis- geving van vergunning Uitgebreid Aanvraag komt binnen bij adviseurs EV Start procedure Besluit omgevings- vergunning Regulier nee Ontwikkeling niet mogelijk ja nee ja nee ja ja nee ja nee A/B/C 1 Externe Veiligheid 1 Burger / bedrijf heeft een initiatief en wil de mogelijkheden verkennen. Een aspect dat hierbij beoordeeld moet worden vanuit het bevoegd gezag is het aspect externe veiligheid. Door dit aspect in een vroeg stadium mee te nemen worden knelpunten voegtijdig gesignaleerd. De aanvrager kan ook direct een aanvraag indienen zonder deze stap te doorlopen. Om te checken of EV relevant is zal de drempelwaardetabel gebruikt worden. Wordt de drempelwaarde overschreden, dan is EV relevant en moet dit in de vergunningverlening beoordeeld worden. 2 - B: Vestigingen van nieuwe risicovolle inrichtingen: - A: Bestaande kwetsbare objecten en risicovolle inrichtingen: 6 - C: Vestigingen van nieuwe kwetsbare objecten: Legenda: Rol aanvrager Rol bevoegd gezag Vragen Positief besluit Negatief besluit EV adviseurs Algemeen proces Opmerking Link Toetsen aan lokaal EV beleid 6 De stroomschema’s zijn te bereiken via de volgende snelkoppelingen: EV geen issue EV verder onderzoeken Zijn alle van toepassing zijnde vergunningen aangevraagd en is de aangeleverde aanvraag volledig? 3 2 3 4 Verplichte adviseur is de regionale brandweer voor Bevi inrichtingen. Denk daarnaast ook aan het raadplegen van adviseurs externe veiligheid bevoegd gezag, toezicht en handhaving en de lokale brandweer. Indien lokaal veiligheidsbeleid aanwezig is moet hieraan getoetst worden. 5 In de vergunningen mogen geen tegenstrijdige voorschriften zijn opgenomen. 7 Ongeacht welke procedure (regulier/uitgebreid) zal EV gecheckt worden. 8 4 4 5 7 8 8 9 Registratie moet plaatsvinden binnen 14 dagen na de onherroepelijk verklaring van de vergunning Registratie RRGS en ISOR Inwerking treding en informeren toezicht en handhaving 9

Transcript of Voorbereiding Aanvraag Beoordeling en · PDF file7 In de vergunningen mogen geen...

Page 1: Voorbereiding Aanvraag Beoordeling en · PDF file7 In de vergunningen mogen geen tegenstrijdige voorschriften ... D1 RB ammoniakkoel- of vriesinstallatie inrichtingen waarin een koel-

Opm

erki

ngen

Voorbereiding Beoordeling en besluitvorming Aanvraag

Terug-koppeling

keuze A,B,C

voor EV

Indienen aanvraag bij

bevoegd gezag

Opstellen van de

aanvraag

Bevoegd gezag neemt

aanvraag in behandeling

Aanvrager: burger of

bedrijf

Initiatief nemen en verkennen mogelijk-

heden

Is het vergunnings-

plichtig?

Verzoek tot aanvulling

van de aanvraag

Aanvullen van de

aanvraag

Alle toe-stemmingen aangevraagd & volledig?

Geen omgevings-vergunning benodigd

Is de aanvraag compleet?

Is EV relevant?

Besluit buiten

behandeling aanvraag

laten

EV niet relevant

geen verdere

acties nodig

Informeren toezicht en handhaving

Weigeren of verlenen

vergunning?

Ter inzage legging

Bevoegd gezag besluit

Weigering van de

omgevings-vergunning

Bevoegd gezag stelt

ontwerp besluit vast

Raadplegen EV

adviseurs?

Beoordelen nieuwe of bestaande objecten en inrichtingen

Bekend-making en

kennis-geving van vergunning

Uitgebreid

Aanvraag komt binnen bij adviseurs

EV

Start procedure

Besluit omgevings-vergunning

Regulier

nee

Ontwikkeling niet mogelijk

ja

nee

ja

nee

jaja

nee ja

nee

A/B/C

1

Externe Veiligheid

1 Burger / bedrijf heeft een initiatief en wil de mogelijkheden verkennen. Een aspect dat hierbij beoordeeld moet worden vanuit het bevoegd gezag is het aspect externe veiligheid. Door dit aspect in een vroeg stadium mee te nemen worden knelpunten voegtijdig gesignaleerd. De aanvrager kan ook direct een aanvraag indienen zonder deze stap te doorlopen.

Om te checken of EV relevant is zal de drempelwaardetabel gebruikt worden. Wordt de drempelwaarde overschreden, dan is EV relevant en moet dit in de vergunningverlening beoordeeld worden.

2

- B: Vestigingen van nieuwe risicovolle inrichtingen:

- A: Bestaande kwetsbare objecten en risicovolle inrichtingen:

6

- C: Vestigingen van nieuwe kwetsbare objecten:

Legenda: Rol aanvrager Rol bevoegd gezag Vragen Positief besluit Negatief besluit EV adviseurs Algemeen proces Opmerking Link

Toetsen aan lokaal EV

beleid

6

De stroomschema’s zijn te bereiken via de volgende snelkoppelingen:

EV geen issue

EV verder onderzoeken

Zijn alle van toepassing zijnde vergunningen aangevraagd en is de aangeleverde aanvraag volledig?

3

2 3

4 Verplichte adviseur is de regionale brandweer voor Bevi inrichtingen. Denk daarnaast ook aan het raadplegen van adviseurs externe veiligheid bevoegd gezag, toezicht en handhaving en de lokale brandweer.

Indien lokaal veiligheidsbeleid aanwezig is moet hieraan getoetst worden.5

In de vergunningen mogen geen tegenstrijdige voorschriften zijn opgenomen.7

Ongeacht welke procedure (regulier/uitgebreid) zal EV gecheckt worden.8

4

45

7 8

8

9 Registratie moet plaatsvinden binnen 14 dagen na de onherroepelijk verklaring van de vergunning

Registratie RRGS en

ISOR

Inwerking treding en informeren toezicht en handhaving

9

Page 2: Voorbereiding Aanvraag Beoordeling en · PDF file7 In de vergunningen mogen geen tegenstrijdige voorschriften ... D1 RB ammoniakkoel- of vriesinstallatie inrichtingen waarin een koel-

Terug naar vergunningverleningO

pmer

king

enD

efin

ietie

s

Externe Veiligheid (Quick scan)

Ligt het (geprojecteerde)

(beperkt) kwetsbare object binnen de

10-6 contour?

Ontwikke-ling niet mogelijk

EV verder onder-zoeken

Ligt het (geprojecteerde)

(beperkt) kwetsbare object in een

invloedsgebied?

Is er sprake van een

risicovolle inrichting?

Externe veiligheid

niet relevant

Is er sprake van

een (beperkt) kwetsbaar

object?

Zijn er binnen de

(geprojecteerde) 10-6 contour

(beperkt) kwetsbare objecten gelegen?

Gewichtige redenen?

nee nee

ja

ja

ja

ja

nee

nee

ja

nee ja

nee

1

3

1 - Valt de inrichting onder het “Besluit externe veiligheid inrichtingen”?

- Valt de inrichting onder het “Vuurwerkbesluit”?

Externe veiligheid

Quick Scan

Zie artikel 1 lid 1 onder b en l: “Besluit externe veiligheid inrichtingen”

Zie artikel 1 lid 1 onder k: “Besluit externe veiligheid inrichtingen”3

Legenda: Vragen Positief besluit Negatief besluit

De definities van kwetsbare objecten en (beperkt) kwetsbare objecten zijn te bereiken via de volgende link:

2

2

Page 3: Voorbereiding Aanvraag Beoordeling en · PDF file7 In de vergunningen mogen geen tegenstrijdige voorschriften ... D1 RB ammoniakkoel- of vriesinstallatie inrichtingen waarin een koel-

Terug naar vergunningverlening

Relevante drempelwaarden

LTR RB/RP categorie-aanduiding omschrijving categorie drempelwaardeA RB BRZO inrichtingen waarop het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 van toepassing is altijd meenemen

B RB LPG-tankstations LPG-tankstations als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van het Besluit LPG-tankstations milieubeheer altijd meenemen

C1 RB opslag verpakte gevaarlijke stoffen inrichtingen waar verpakte gevaarlijke stoffen in emballage worden opgeslagen ≥ 10.000 kg per opslagplaats,

C2 RB opslag verpakte gevaarlijke stoffen Inrichtingen waar gevaarlijke stoffen, gevaarlijke afvalstoffen of bestrijdingsmiddelen in emballage worden opgeslagen

≥ 2.500 kg per opslagplaats

D1 RB ammoniakkoel- of vriesinstallatie inrichtingen waarin een koel- of vriesinstallatie aanwezig is ≥ 1500 kg ammoniak per installatieD2 RB ammoniakkoel- of vriesinstallatie inrichtingen waarin een koel- of vriesinstallatie aanwezig is ≥ 200 kg ammoniak per installatie

E RB spoorwegemplacement door de minster van VROM krachtens art.2 van het Bevi aangewezen spoorwegemplacementen die gebruikt worden voor het rangeren van wagons met gevaarlijke stoffen

altijd meenemen

F1 RB vervoersbedrijf inrichtingen bestemd voor de opslag in verband met vervoer van gevaarlijke stoffen als bedoeld in art.1.c van het Brzo 1999, al dan niet in combinatie met andere stoffen en producten

Hoeveelheden groter dan de hoeveelheeden genoemd inkolom 2 van de delen 1 en 2 van Bijlage I van het Brzo 99

F2 RP vervoersbedrijf inrichtingen bestemd voor de opslag in verband met vervoer van gevaarlijke stoffen (al dan niet in combinatie met andere stoffen en producten)

≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen

G1 RB consumenten vuurwerk inrichtingen waar consumentenvuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit wordt opgeslagen al dan niet in combinatie met het bewerken daarvan

≥ 10.000 kg

G2 RB professioneel vuurwerk inrichtingen waar professioneel (theater-) vuurwerk al dan niet tezamen met consumentenvuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit wordt opgeslagen of bewerkt in de zin van het Vuurwerkbesluit

altijd meenemen

H RB kernenergiewetbedrijf inrichtingen waarop artikel 15, onder b, van de Kernenergiewet van toepassing is altijd meenemen

I RB mijnbouwwetbedrijf inrichtingen die krachtens artikel 1 van de Mijnbouwwet zijn aangewezen als mijnbouwwerken en waarvan het PR hoger is dan 10-6 per jaar

altijd meenemen

Revi 1B RB propaan of acetyleen inrichtingen waar een insluitsysteem aanwezig is met propaan of acetyleen. > 13 m³K RP propaan en (vloeibaar) brandbaar gas inrichtingen waar propaan of een vloeibaar gemaakt brandbaar gas wordt opgeslagen in een reservoir ≥ 3.000 liter

L1 RB munitie inrichtingen als bedoeld in categorie 3.1 van bijlage 1 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, waar explosieve massa aan munitie aanwezig is

≥ 100 kg netto explosieve massa

L2 RB ontplofbare stoffen inrichtingen als bedoeld in categorie 3.1 van bijlage 1 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, waar ontplofbare stoffen aanwezig zijn

≥ 10 kg

M RB distikstofoxide inrichtingen waar distikstofoxide aanwezig is ≥ 1.000 kgRevi 1B RB cyanidehoudend bad inrichting waar een cyanidehoudend bad ten behoeve van het aanbrengen van metaallagen aanwezig is inhoud > 100 literRevi 1B RB (zeer) vergiftige stof Inrichting waar een insluitsysteem aanwezig is met een zeer vergiftige of vergiftige stof. inhoud > 1000 liter

N1 RP oxiderende gassen inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met een oxiderende (vloeibaar gemaakt) gas ≥ 20.000 l per stuk

N2 RP gasdrukregel- en meetstations inrichtingen waar een gasdrukregel- en meetstation aanwezig is

Categorie C in NEN 1059 vermeldt de volgende kenmerken: ontwerpcapaciteit > 600 m3/uur en inlaatdruk ≤ 8 bar of alle capaciteiten en inlaatdruk > 8 bar Categorie C volgens Activiteitenbesluit: een inlaatdruk die kleiner is / gelijk is aan 100 bar (ongeacht groote van de ontwercapaciteit), niet zijnde type A of B

Revi 1b RB gasdrukregel- en meetstations inrichtingen waar een gasdrukregel- en meetstation aanwezig is gastoevoerleiding > 20 inch

N3 RP propaan- en butaanvulstations inrichtingen waar gasflessen met propaan en/of butaan door middel van een vulstation worden gevuld, indien bij deze inrichting een tank propaan en/of butaan aanwezig is ≥ 3.000 l (volume van alleen de voorraadtank)

N4 RP gasflessendepot inrichtingen waar gasflessen worden opgeslagen (gasflessendepot) gesommeerde inhoud ≥ 10.000 lRevi 1b RB gasflessenopslag met (zeer) vergiftige gassen inrichting waar in enig opslagcompartiment een vergiftige of zeer vergiftige stof in gasflessen aanwezig is. totale waterinhoud gasflessen > 1500 liter (per opslagcompartiment)

N5 RP zeer giftige gassen inrichtingen waar een gasfles, tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een zeer vergiftig (vloeibaar gemaakte) gas

≥ 15 liter per stuk

N6 RP giftige gassen inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een vergiftig (vloeibaar gemaakte) gas

≥ 150 liter per stuk

Revi 1b RP ammoniakkoel- of vriesinstallatie inrichtingen waar een insluitsysteem aanwezig is met ammoniak > 1500 kg

N8 RP overige gevaarlijke gassen inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een gasvormige gevaarlijke stof

≥ 20.000 liter per stuk

Revi 1b RB (zeer(licht)) ontvlambare vloeistoffen inrichtingen waar een insluitsysteem aanwezig is met zeer licht ontvlambare of licht ontvlambare vloeistof > 150 m³

N9 RP licht ontvlambare vloeistoffen inrichtingen waar een bovengrondse tank, tankwagen boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een (licht) ontvlambare vloeistof

≥ 20.000 liter per stuk

N10 RP brandbare vloeistoffen inrichtingen waar een bovengrondse tank of procesinstallatie aanwezig is met een vloeistof met een vlampunt hoger dan 55o C

≥ 150.000 liter per stuk

N11 RP zeer vergiftige vloeistoffen inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een zeer vergiftige vloeistof

≥ 200 liter per stuk

N12 RP giftige vloeistoffen inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een vergiftige vloeistof ≥ 2.000 liter per stuk

N13 RP vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen

inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een vloeistof die zeer vergiftige gassen kan vormen (R32)

≥ 20 liter per stuk

N14 RP vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen

inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met een vloeistof die vergiftige gassen kan vormen (R29 en R31)

≥ 200 liter per stuk

N15 RP overige gevaarlijke vloeistoffen inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met een vloeibare gevaarlijke stof ≥ 150.000 liter per stuk

N16 RP zeer giftige vaste stof inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor losgestort materiaal aanwezig is met een zeer vergiftige vaste stof

≥ 200 kg per stuk

N17 RP giftige vaste stof inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor losgestort materiaal aanwezig is met een vergiftige vaste stof

≥ 2.000 kg per stuk

N18 RP vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen

inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor losgestort materiaal aanwezig is met een stof die zeer vergiftige gassen kan vormen (R32)

≥ 200 kg per stuk

N19 RP vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen

inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor losgestort materiaal aanwezig is met een stof die vergiftige gassen kan vormen (R29 en R31)

≥ 2.000 kg per stuk

Revi 1b RB meststoffen groep 2 Inrichtingen waar kunstmeststoffen groep 2 worden opgeslagen > 100.000 kg

N20 RP overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof inrichtingen waar een een silo of een andere gesloten opslagvoorziening aanwezig is met een onbrandbare vaste gevaarlijke stof

≥ 1.500.000 l (=1.500 m3) per opslagvoorziening

N21 RP stofexplosie inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening zonder adequate drukontlasting voor losgestort materiaal aanwezig is waar een voor stofexplosie-gevaarlijke atmosfeer aanwezig is

≥ 100.000 l (=100 m³)

N22 RP organische peroxiden,opslaggroep 2 en 3

inrichtingen waar organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 overeenkomstig CPR 3 worden opgeslagen opslagplaats heeft grootte van ≥ 100 m2

N23 RP brandbare vaste stoffen grote buitenopslagen van fust (palets, kratten en vaten) waarbij de brandbare stof 50% of minder van het volume inneemt.

≥ 1000 m2 grondoppervlak

N24 RP geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen

aangewezen (parkeer) locaties waar vervoerseenheden beladen met gevaarlijke stoffen worden geparkeerd voor zover op de aangewezen (parkeer)locatie ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen gelijktijdig aanwezig mag zijn

overig

gassen

vloeistoffen

vaste stoffen

brandgevaar

- LTR = Letter Ter Herkenning - Revi 1b = Categorie afkomstig uit de Regeling externe veiligheid inrichtingen, art.1b - RB of RP = Drempelwaarde is vastgelegd in het Registratiebesluit (RB) of Regeling provinciale risicokaart (RP)

Page 4: Voorbereiding Aanvraag Beoordeling en · PDF file7 In de vergunningen mogen geen tegenstrijdige voorschriften ... D1 RB ammoniakkoel- of vriesinstallatie inrichtingen waarin een koel-

Terug naar vergunningverleningO

pmer

king

en

A: Bestaande kwetsbare objecten en risicovolle inrichtingen

Niet toegestaan: saneren uiterlijkvoor 1 januari 2010

Ligt de PR contour 10-5 binnen de inrichtingsgrens?

Bepaal het GR

Voer evt. een risico-analyse uit

Liggen bestaande beperkt kwetsbareobjecten binnen de PR contour 10-5 of 10-6 ?

Bepaal PR contour

Groepsrisico isgeen knelpunt

Is er een plaatsgebonden (PR) contour bekend?

Voer een risico-analyse uit

QRA: voer een QRA (risico-analyse) uit.In ieder geval bij niet – categoriale inrichtingen.Het is efficient om ook meteen de omvang van

het groepsrisico te bepalen.

Ligt het invloedsgebied buiten de inrichtingsgrens?

Afstandseisen:tabellen Revi in geval van categoriale

inrichtingen (art. 5 lid 1 en 2 Bevi)

Plaatsgebonden risico en hetgroepsrisico vormen geen knelpunt

Toegestaan. Er gelden geennormen en saneringstermijnen

Zijn er inrichtingen als bedoeld in art. 2 en 4 Bevi in hetplangebied en in de omgeving1 van het plangebied aanwezig?

Liggen bestaande kwetsbareobjecten binnen de PR contour 10-6?

Liggen bestaande kwetsbareobjecten binnen de PR contour 10-5?

Ligt de PR contour 10-6 binnen de inrichtingsgrens?

Is het een categoriale inrichting?Is het groepsrisico (GR) bekend?

Wordt aan de waarden van depersonendichtheden uit het Revi voldaan?

Niet toegestaan: urgente sanering,uiterlijk voor oktober 2007

Beschrijf de hoogte van het groepsrisico

Het Bevi is niet van toepassing

ja

ja

nee

nee

nee

ja

ja

ja

ja nee

ja

nee

ja

nee

nee ja

ja

janee

nee

nee

nee

Uitzonderingen mogelijk op basis van de drempelwaardentabel (voorbeeld: ammoniak koelinstalatie)

1

1

Page 5: Voorbereiding Aanvraag Beoordeling en · PDF file7 In de vergunningen mogen geen tegenstrijdige voorschriften ... D1 RB ammoniakkoel- of vriesinstallatie inrichtingen waarin een koel-

Terug naar vergunningverleningO

pmer

king

en

B: Vestigingen van nieuwe risicovolle inrichtingen

Liggen kwetsbare objecten binnende PR contour 10-6?

Groepsrisico is geen knelpunt

Plaatsgebonden risico is toelaatbaar

QRA: voer een QRA (risico-analyse) uit.In ieder geval bij niet – categoriale inrichtingen.

Het is efficient om ook meteen de omvanghet groepsrisico te bepalen.

Ligt het invloedsgebied buiten de inrichtingsgrens?

Risico niet toelaatbaar. Vestiging nieuwe inrichting niet toegestaan.Zoek alternatieven.

Liggen beperkt kwetsbare objecten binnen de PR contour 10-6?

Groepsrisico is geen knelpunt. Groepsrisico blijft een aandachtpunt.Leg in de considerans van de vergunning en in de toelichting van het bestemmingsplan de

verantwoordingsplicht vast.Veranker de personendichtheden en maatregelen voortkomend uit de aandachtsgebieden.

Het Bevi is niet van toepassingBetreft het een inrichting als bedoeld in art. 2 en 4 Bevi?

Risico niet toelaatbaar: gelet op grenswaarde, zie art. 6 lid 1.

Vestiging nieuwe risicovolle inrichting niet toegestaan.

Ligt de PR contour 10-6 binnen de inrichtingsgrens?

Wordt aan de waarden van depersonendichtheden uit het Revi voldaan?

Is er een plaatsgebonden (PR) contour bekend?

Bepaal het GR Is het een categoriale inrichting?

Plaatsgebonden risico en hetgroepsrisico vormen geen knelpunt

Vergunningaanvraag voor een nieuwe Wm-inrichting

Afstandseisen:tabellen Revi in geval van categoriale

inrichtingen (art. 5 lid 1 en 2 Bevi)

Voer evt. een risico-analyse uit

Risico in beginsel niet toelaatbaar: door richtwaarde, zie art. 6, lid 2

Is het groepsrisico (GR) bekend?

Is de toename van het GR aanvaardbaar?

Voer een risico-analyse uit

Bepaal PR contour

Verantwoordingsplicht groepsrisico:Bepaal de aandachtsgebieden. Beoordeel de mate van

verantwoordbaarheid van het GR.Betrek hierbij de uiteindelijke beoordeling van de

aanvaardbaarheidscriteria (d.w.z. incl. verwerking van verbetermogelijkheden)

ja

nee

nee

nee

janee

ja

ja

nee

nee

ja

Indien afwijkingtoegestaan

nee

ja

ja

janee nee

ja

1 Uitzonderingen mogelijk op basis van de drempelwaardentabel (voorbeeld: ammoniak koelinstalatie)

1

Page 6: Voorbereiding Aanvraag Beoordeling en · PDF file7 In de vergunningen mogen geen tegenstrijdige voorschriften ... D1 RB ammoniakkoel- of vriesinstallatie inrichtingen waarin een koel-

Terug naar vergunningverleningO

pmer

king

en

C: Vestigingen van nieuwe kwetsbare objecten

Verantwoordingsplicht groepsrisico:Bepaal de aandachtsgebieden. Beoordeel de mate van

verantwoordbaarheid van het GR.Betrek hierbij de uiteindelijke beoordeling van de

aanvaardbaarheidscriteria (d.w.z. incl. verwerking van verbetermogelijkheden)

Is de toename van het GR aanvaardbaar?

Is het groepsrisico (GR) bekend?

Ligt de PR contour 10-6 binnen de inrichtingsgrens?

Is er sprake van vestiging van (beperkt) kwetsbare objecten als bedoeld in het Bevi?

Is er een plaatsgebonden (PR) contour bekend?

Plaatsgebonden risico en hetgroepsrisico vormen geen knelpunt

Het Bevi is niet van toepassing

QRA: voer een QRA (risico-analyse) uit.In ieder geval bij niet – categoriale inrichtingen.

Het is efficient om ook meteen de omvanghet groepsrisico te bepalen.

Bepaal PR contour

Plaatsgebonden risico is toelaatbaar

Risico in beginsel niet toelaatbaar: door richtwaarde, zie art. 6, lid 2

Groepsrisico is geen knelpunt. Groepsrisico blijft een aandachtpunt. Leg in detoelichting van het bestemmingsplan de verantwoordingsplicht vast. Veranker de

personendichtheden en maatregelen voortkomend uit de aandachtsgebieden.

Voer een risico-analyse uit

Bepaal het GR

Risico niet toelaatbaar. Vestiging nieuwe (beperkt) kwetsbaar object niettoegestaan. Bestemmingsplan kan geen doorgang vinden. Zoek alternatieven ofpas het bestemmingsplan aan, indien dit in het kader van het Bevi mogelijk is.

Liggen beoogde kwetsbare objecten binnende PR contour 10-6?

Groepsrisico is geen knelpunt

Risico niet toelaatbaar: gelet op grenswaarde, zie art. 6 lid 1. Vestiging nieuw kwetsbaar

object niet toegestaan.

Is het een categoriale inrichting?

Ligt het (beperkt) kwetsbare object buiten het invloedsgebied van Bevi-inrichtingen?

Wordt aan de waarden van depersonendichtheden uit het Revi voldaan?

Voer evt. een risico-analyse uit

Afstandseisen:tabellen Revi in geval van categoriale

inrichtingen (art. 5 lid 1 en 2 Bevi)

Liggen beoogde beperkt kwetsbare objecten binnen de PR contour 10-6?

ja

ja

nee

nee

janee

ja

ja

nee

nee

ja

Indien afwijkingtoegestaan

nee

ja

ja

janee nee

nee

1

1 Uitzonderingen mogelijk op basis van de drempelwaardentabel (voorbeeld: ammoniak koelinstalatie)

Page 7: Voorbereiding Aanvraag Beoordeling en · PDF file7 In de vergunningen mogen geen tegenstrijdige voorschriften ... D1 RB ammoniakkoel- of vriesinstallatie inrichtingen waarin een koel-

Terug naar quickscan Externe veiligheid

Definities

In artikel 1 van het “Besluit externe veiligheid inrichtingen” is de definitie opgenomen van een kwetsbaar object.

Kwetsbare objecten zijn:

woningen, niet zijnde verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare of dienst- en bedrijfswoningen van derden;

gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals: ziekenhuizen/bejaardenhuizen/verpleeghuizen, scholen, gebouwen of gedeelten daarvan bestemd voor dagopvang van minderjarigen;

gebouwen waarin grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig plegen te zijn, zoals: kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1500m2 per object, complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamelijk bruto vloeroppervlak meer dan 1000m2 bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2000m2 per object voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt/hypermarkt/warenhuis is gevestigd;

kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen van het jaar.

In artikel 1 van het “Besluit externe veiligheid inrichtingen” is een definitie opgenomen van een beperkt kwetsbaar object.

Beperkt kwetsbare objecten zijn:

1. verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare2. dienst- en bedrijfswoningen van derden;

kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van minder of gelijk aan 1.500m2 per object;

restaurants, voor zover hierin geen grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig plegen te zijn;

winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van minder of gelijk aan 2.000m2, voor zover zij geen onderdeel uitmaken van een complex waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd, waarvan het gezamelijk bruto oppervlak meer dan 1.000m2 bedraagt en waarin een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd;

sporthallen, zwembaden en speeltuinen;

sport- en kampeerterreinen en terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor zover zij niet bestemd zijn voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen;

bedrijfsgebouwen, voor zover zij geen gebouwen zijn waarin grote aantallen personengedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig plegen te zijn zoals: kantoorgebouwen en hotels met een bruto oppervlak van meer dan 1.500m2 per object / complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamelijk vloeroppervlak meer dan 1.000m2 bedraagt, en winkels met een totaal oppervlakvan meer dan 2.000m2 per object, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd;

objecten die met onder a tot en met e en genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voorzover die objecten geen kwetsbare objecten zijn;

objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voorzover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval.