infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de...

26
sept 2001 editie 1 ik, jij, hij, zij, wij, jullie, zij woord vooraf sept, 2001 Woorden, taal, gedachten en gevoelens kunnen we zien als een ondertiteling (achteraf) van het waarnemen of wat er plaatsvindt. Als we nu eens alle persoonlijke, en als we dan toch bezig zijn, ook de bezittelijke voornaamwoorden uit ons woordenboek schrappen, blijft er alleen 'het' en 'er' over. Dan is er geen schijnbare afgescheidenheid of gebondenheid meer en valt er niets door niemand op te eisen. Wat rest is: wat er is, zoals het is. En niets of niemand die daarvoor iets kan doen of laten. Daar gaat deze Amigo over: het onpersoonlijke, het onbezitbare van Realisatie. Ontdekken dat er nooit niet iemand aanwezig is, maar alleen de intimiteit met het aanwezig of tegenwoordig zijn. Wolter leidt je van de 'gebonden persoon' naar die onopeisbare en onvoorwaardelijke vrijheid, en Jan van Delden laat je het 'branden' van de stilte horen als bron van het 'er-zijn'. Hans Laurentius over 'de kwaliteit' van bereidwillligheid versus de ontwetendheid van het verzet (= niet bereid zijn). Justus Kramer Schipper stelt de 'Wie' vraag centraal en de afhankelijkheid van de tegendelen. Jan Koehoorn deelt de ontdekking van die non-persoon met ons. U.G. Krishnamurti bewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'. En verder heb ik een tweespraak met Jan van Delden die toelicht dat 'de eerste oorzaak' niemands bezit is of kan zijn. Het lijkt erop dat het werkwoord 'doen' ons zand in de ogen strooit. We kennen het begrip 'wei wu wei' (doen door niet te doen), maar we blijven dit opvatten als een doener, of in dit geval als lezer. Er is doen, er is lezen, niets om op te eisen of af te wijzen, want die hele doener/lezer heeft nooit niet bestaan. Zelfs dit al of niet kunnen inzien of begrijpen, doe (?) je moeiteloos. 1

Transcript of infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de...

Page 1: infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'.

sept 2001 editie 1

ik, jij, hij, zij, wij, jullie, zij

woord voorafsept, 2001

Woorden, taal, gedachten en gevoelens kunnen we zien als een ondertiteling (achteraf) van het waarnemen of wat er plaatsvindt. Als we nu eens alle persoonlijke, en als we dan toch bezig zijn, ook de bezittelijke voornaamwoorden uit ons woordenboek schrappen, blijft er alleen 'het' en 'er' over.

Dan is er geen schijnbare afgescheidenheid of gebondenheid meer en valt er niets door niemand op te eisen. Wat rest is: wat er is, zoals het is. En niets of niemand die daarvoor iets kan doen of laten.

Daar gaat deze Amigo over: het onpersoonlijke, het onbezitbare van Realisatie. Ontdekken dat er nooit niet iemand aanwezig is, maar alleen de

intimiteit met het aanwezig of tegenwoordig zijn.

Wolter leidt je van de 'gebonden persoon' naar die onopeisbare en onvoorwaardelijke vrijheid, en Jan van Delden laat je het 'branden' van de stilte horen als bron van het 'er-zijn'. Hans Laurentius over 'de kwaliteit' van bereidwillligheid versus de ontwetendheid van het verzet (= niet bereid zijn). Justus Kramer Schipper stelt de 'Wie' vraag centraal en de afhankelijkheid van de tegendelen. Jan Koehoorn deelt de ontdekking van die non-persoon met ons. U.G. Krishnamurti bewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'. En verder heb ik een tweespraak met Jan van Delden die toelicht dat 'de eerste oorzaak' niemands bezit is of kan zijn.

Het lijkt erop dat het werkwoord 'doen' ons zand in de ogen strooit. We kennen het begrip 'wei wu wei' (doen door niet te doen), maar we blijven dit opvatten als een doener, of in dit geval als lezer. Er is doen, er is lezen, niets om op te eisen of af te wijzen, want die hele doener/lezer heeft nooit niet bestaan.Zelfs dit al of niet kunnen inzien of begrijpen, doe (?) je moeiteloos.

Hoeven we ook al die werkwoord-vervoegingen niet meer te 'kennen' kunnen, maakt onze grammatica een heel stuk makkelijker.

[Kees Schreuders]

inhoud:

1

Page 2: infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'.

• Kennen kunnen kennen[Wolter Keers]

• Suizologie[Jan van Delden]

• Bereidwilligheid[Hans Laurentius]

• Wie ben ik? Wie wordt er verlicht?[Justus Kramer Schipper]

• Nooit niet verlicht[Jan Koehoorn]

• Van de regen in de drup[U.G. Krishnamurti]

• Het Geheim [Tony Parsons]

• De Tussenpersoon[Alexander Smit]

• Droogwater probleem[Kees Schreuders]

2

Page 3: infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'.

Kennen kunnen kennenWolter A.Keers.

Als we nagaan wat er allemaal aan bod is gekomen tijdens onze bijeenkomsten van dit afgelopen werkjaar, kunnen we dat in één zin samenvatten: ons is op tal van manieren aangetoond dat gebondenheid een illusie is. Wanneer we beginnen met onze zwerftocht op zoek naar liefde, vrijheid, geluk, of hoe we ons doel ook mogen noemen, vragen we ons zelden af wie nu eigenlijk op zoek gaat. We zetten vraagtekens bij allerlei gedachten en gevoelens die in ons opkomen, maar een paar fundamentele dingen lijken ons zo vanzelfsprekend en zijn zozeer gemeengoed in onze westelijke cultuur, dat het niet of nauwelijks in ons opkomt om ook daar vraagtekens bij te zetten.

Wat we ook zijn - dat we onszelf niet door en door kennen geven we grif toe - we zullen er nooit aan twijfelen dat we ooit geboren zijn, dat we een bepaalde rol spelen in de maatschappij, èn dat we ooit weer van deze aardbodem zullen verdwijnen. Bijna iedereen die aan de speurtocht toekomt, begint in de overtuiging dat hij een lichaam is, plus een geest, plus misschien een 'ziel', wat dat laatste ook mag zijn. Op die overtuiging - op dit diepe gevoel van: 'ik ben een lichaam plus dit-en-dit' - baseren we ons leven. Tegelijk zijn we ontevreden; we zijn maar zelden echt gelukkig en als we het zijn, duurt het meestal maar kort. We kennen momenten - bijvoorbeeld wanneer we ver-liefd zijn (wat letterlijk betekent: weg zijn van de liefde) - van zoiets als een kosmische weidsheid. Maar veelvuldiger zijn de uren en dagen waarin we een vage nostalgie voelen naar dit helemaal-en-onbeperkt-mezelf-zijn dat liefde of geluk heet.

Zelden leggen we verband tussen onze fundamentele overtuiging dat we een lichaam-plus zijn en het verlangen naar het 'verloren paradijs'. Tijdens onze zwerftocht door yoga-advaita worden langzaam maar zeker alle poten onder onze stoel weggezaagd. Ons wordt duidelijk gemaakt dat we niet een bepaald lichaam zijn: niet het lichaam in de waaktoestand, noch dat van droomtoestand. Evenmin zijn we een persoonlijkheid, die niets anders is dan een voorstelling die we op een bepaald moment van onszelf maken. Aangetoond wordt dat wij geen wezens zijn die gebonden of beperkt worden door tijd, ruimte en oorzakelijkheid: die blijken niets anders te zijn dan een manier van denken. Ook dat bijvoorbeeld de tijd een manier van kijken is in ons, in plaats van omgekeerd: dat wij een verschijnsel in de tijd zouden zijn.

En zo, na tal van argumenten te hebben geverifieerd, kunnen we niet anders dan tot de conclusie komen dat alles wat we kennen en kunnen kennen, verschijnt in het bewustzijn dat we zijn (niet hebben). Zintuiglijke gewaarwordingen (die we 'de wereld' noemen), inclusief het lichaam, bestaan voor ieder van ons pas wanneer ze in het bewustzijn verschijnen, en dat is alles wat wie dan ook, waar dan ook en wanneer dan ook ooit kan kennen. Datzelfde geldt voor wat we gedachten en gevoelens, en een waaktoestand of een droom noemen. Alles wat we kennen is wat door ons wordt waargenomen wanneer het in het bewustzijn is verschenen. We kunnen zeggen dat we alleen bewegingen in het bewustzijn kennen. Daarbij worden we geconfronteerd met het simpele feit dat wij er eerst moeten zijn, als bewustzijn, als helderheid, wil een beweging in ons plaats kunnen vinden. Bij het onderzoek naar dat gegeven wordt het steeds duidelijker dat wij het bewuste element in elke beweging zijn, de lichtstraal in elke gedachte, in elk gevoel, in elke zintuiglijke gewaarwording - kortom de betekenis van de uitspraak 'Ik ben het licht der wereld' wordt opeens duidelijk. Dat geldt voor ieder wezen, niet alleen voor degene die deze waarheid verwoordt. Zodra het tot ons doordringt dat wij dus de grondstof zijn waaruit elke 'beweging' bestaat, daagt plotseling ook het

3

Page 4: infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'.

inzicht dat wat wij de wereld noemen dus voor zijn verschijnen afhankelijk is van ons als Heldere Tegenwoordigheid, zoals golven pas kunnen verrijzen als er een zee is, en de wind pas kan waaien als er lucht is.

Maar als het echt waar is dat alle dingen voor hun bestaan zelf afhankelijk zijn van ons, volgt daaruit : Niets kan ons binden. Als er aan de 'buitenkant' - aan de kant van de dingen die worden waargenomen - niets is wat mij kan binden, is er dan misschien aan de 'binnenkant', aan de kant van de waarnemer een gebonden 'ik' dat ons tiranniseert? Het is immers voor zo'n 'ik' dat we het geluk zoeken, of liefde, of vrijheid! Bij ons onderzoek wordt het steeds duidelijker dat alles wat we voor 'ik' hebben aangezien niets meer en niets minder is dan een steeds andere voorstelling. Als we spreken van een tiranniek, een gebonden of een bang 'ik', zijn dat drie verschillende voorstellingen, en elke keer klimmen we in zo'n voorstelling en beleven die als wat we zijn. Maar scherp kijken laat ons duidelijk zien dat we niet een voorstelling kunnen zijn, die maar af en toe eens verschijnt. En dat we niet een reflex kunnen zijn die maar af en toe optreedt (zoals na afloop van een gedachte of een beweging van het lichaam, wanneer we automatisch beweren dat er een 'ik' is dat die gedachte dacht of die beweging uitvoerde. Wie ziet dat zo'n 'ik' op zich een soort gedachte is, heeft er geen moeite meer mee om te begrijpen dat gedachte nummer twee nooit gedachte nummer één kan hebben gedacht; dat gedachte twee in feite pas kon verschijnen toen gedachte een al nergens meer te bekennen was..

Zo wordt het steeds duidelijker dat alle verschijnselen, voorstellingen, of reflexen die we 'ik' genoemd hebben, in feite, net als stoelen en tafels, dingen zijn die door ons worden waargenomen. Zulke 'ikken' zijn niets anders dan gefantaseerde voorstellingen - een voortborduren op wat onze opvoeders ons ooit hebben verteld toen ze zeiden dat we een jongetje of meisje waren, zoet of stout, slim of dom, enzovoort. Maar: een voorstelling is een ding, een beweging in het bewustzijn, en een ding is niet vrij en niet gebonden; vrijheid en gebondenheid zijn niet van toepassing op dingen, maar op omstandigheden. Een stoel is niet vrij wanneer hij in het bos gezet wordt en gebonden wanneer hij in het berghok staat.

De voorstelling die we op een bepaald ogenblik 'ik' noemen is ook niet vrij of gebonden: hij leeft enkele tellen en is dan weer verdwenen. De telefoon hoeft maar te rinkelen en elke ik-voorstelling is verdwenen. Wat blijft er dan over van gebondenheid ? Alleen de voorstelling van een 'ik' in bepaalde omstandigheden. Alleen als we een schilderijtje maken van een 'ik met handboeien aan', is er gebondenheid - maar uitsluitend op het schilderijtje. Want in werkelijkheid zijn we geen voorstelling - en elk 'gebonden' ik is een voorstelling. Met andere woorden: ons enige probleem is ons geloof in de voorstelling van een gebonden 'ik'. 'Waarlijk, de mens is wat hij denkt', zegt de oude goeroe Ashtavakra. 'Als hij denkt dat hij gebonden is, beleeft hij zichzelf als gebonden; als hij denkt dat hij vrij is, beleeft hij zichzelf als vrij.' Wie ziet dat letterlijk alles 'aan de buitenkant en aan de binnenkant' (om met Lin Tsi te spreken) van ons als Bewust Tegenwoordig-zijn afhankelijk is, kan de onthulling niet ontlopen die als door een bliksemslag alles doorklieft: dat er nergens, behalve in de fantasie, plaats is voor gebondenheid - dat wij de vrijheid zelf zijn, zelfs wanneer wij geloven in een gefantaseerde gebondenheid. Wij zijn de vrijheid, of wij het weten of niet, of wij het willen of niet - er valt niets aan te veranderen.

Daarom valt er niets te vinden en niets te bereiken. Aan het eind van het pad ontdekken we dat er geen pad hoefde -, of zelfs maar kon worden afgelegd. De bril die we zochten stond van meet af aan op onze neus, het kralensnoer dat we kwijt waanden, hing doorlopend om onze eigen hals.

(uit ‘Yoga Advaita’ juni 1978, met toestemming van uitgeverij De Driehoek)

Suizologie: aandacht voor de aandachtJan van Delden

4

Page 5: infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'.

Water kan niet natter worden dan het al is. Met andere woorden: je hoeft niets te doen of te laten om te zijn wat je al bent. Hier volgt een oefening om het ongemanifesteerde deel van jezelf aandacht te geven. Dat ongemanifesteerde deel— het Zelf — noemen we voor het gemak 'het kennen' en de hele objectieve wereld en alles wat zich daarin afspeelt 'het gekende'. Anders gezegd zijn het gemanifesteerde en ongemanifesteerde deel van jezelf het kennen en het gekende, het waarnemen en het waargenomene. Het ene verandert nooit, het andere constant. We zijn gewend de aandacht geheel en al binnen de gekende wereld te richten en het kennen als onderdeel van de persoonlijkheid te ervaren, maar nu komt het erop aan de aandacht op de aandacht

zelf te richten.

Om het je wat makkelijker te maken, ga je in het begin ergens zitten of liggen waar je je lekker voelt en niet gestoord kunt worden. Vervolgens laat je tot je doordringen dat je niets hoeft te doen of te laten om te zijn wat je al bent: 'zijn' gaat vergezeld van een logische moeiteloosheid. Je hoeft dus niet een bepaalde houding aan te nemen om iets doelgerichts te gaan doen.

Neem goed waar wat bij het gekende, gemanifesteerde deel van je zelf hoort en zie dat Jijzelf – het kennen van het gemanifesteerde – ongemanifesteerd bent. Daarin is dus ook geen beeld van iets voorstelbaars, hoe subtiel ook, te vinden. Zie dat je niets van je gebruikelijke hoedanigheden kunt gebruiken, omdat het hele denken, voelen en ik-gevoel bij het gemanifesteerde deel hoort. Nu ga je met je aandacht naar het kennen van het gekende en wacht je tot het 'er-zijn' op nul staat. Er valt namelijk niets meer te doen, dus komt de 'weet-niet-geest' naar voren: de stilte treedt in. Dat is de stilte die als antwoord verschijnt als je de vraag 'wie ben ik?' consequent stelt. Zodra dat het geval is, komt er een gevoel van ruimtelijkheid en hoor je bijvoorbeeld het zingen van de vogels of andere omgevingsgeluiden die daarvoor niet in je aandacht lagen. Laat dat alles zo zijn en vestig je aandacht niet op al die waarnemingen (geluiden, gevoelens, etc.), maar op de stilte waarin ze plaatsvinden. Je aandacht bij de aanwezigheid van de stilte houden is je enige 'noodlijn' met je ongemanifesteerde 'er-zijn'. Al het andere hoort bij de gekende wereld.

Om de aandacht makkelijker op de stilte te houden, gebruik ik het geluid van die stilte zelf — die stilte is namelijk niet helemaal stil, er is een soort ruis of suis van 'er-zijn' – en dat kun je volgen. Richt je aandacht dus op dat suizen. Dat heeft tot gevolg dat aandacht niet meer als verkrampte activiteit aanvoelt. Bemerk dat die stilte er altijd is zonder dat je er iets voor doet of laat. Dat 'branden' of 'aanstaan' van de stilte is de eenvoudigste ingang van het ongemanifesteerde, en door je aandacht steeds vaker op dat stille 'branden' te richten, groeit je aandacht geleidelijk naar die stilte toe. Dat zal op den duur moeiteloos gaan. Als je dat stille 'er-zijn-geluid', dat suizen, moeiteloos kunt vasthouden en je dus de smaak van het ongemanifesteerde als basis hebt, kun je dat voortaan als een soort 'zwevend blok' meenemen, terwijl je het gekende gewoon laat gebeuren. Je neemt het slechts waar, je volgt het. Met ander woorden: je probeert de oefening in het dagelijkse leven 'in te lijven'. Geleidelijk zal de oefening in gewoon 'er-zijn' veranderen. Kijk of de ruis van de stilte er is als je je tanden poetst, de afwas doet of welke handeling dan ook verricht.

Langzaam maar zeker daagt het besef dat je het gekende op afstand houdt omdat je de aandacht op het gesuis of de stilte blijft richten, en jij dus het kennen zelf bent. Net zoals de achtergrond wazig wordt als je naar een druppel op een ruit

5

Page 6: infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'.

kijkt, hou je de gekende wereld op afstand door de stilte aandacht te geven. Verder hoef je daar niets voor te doen of laten. Als je dat oefent – ook als je er geen zin in hebt – zie je langzaam maar zeker dat het hele denken en voelen iets is dat los staat van Jou. Je kunt het waarnemen, dus hoort het bij het gekende. Dat laat zien dat het denken – op dit gebied – nergens toe dient, en alleen voor het vermaak of de organisatie binnen het gekende bestaat. Zo ga je steeds meer zien dat alles, ondanks het gekakel van het denken, gebeurt zoals het gebeurt. De denker verkeert in de waan dat hij gedachten denkt en aldus verantwoordelijk is voor de gebeurtenissen. Door het inzicht dat het denken (evenals alle andere waarnemingen) iets is wat in de stilte verschijnt en verdwijnt, zal die 'er-zijn-heid' je niet meer ontglippen. Bijt je daar als het ware steeds meer in vast. Vervolgens daagt inzicht dat stilte en aandacht één zijn, en zo komt het 'er-zijn' aan zijn 'nu-gevoel'. Aldus wordt het moeiteloze 'er-zijn gevoel' je levensbasis en komt het geluk waar je alles voor gedaan hebt omhoog door de afwezigheid van iets anders dan wat je nu al bent: het eeuwige, onveranderlijke er-zijn is een feit.

Tot slot is het nog zaak af te rekenen met de waan dat het gekende gedeelte een eigen leven leidt, onafhankelijk van het kennen. Dat mondt uit in het zien dat het gekende en zijn gemanifesteerde werelden niet als zodanig bestaan. Dan kun je je aandacht moeiteloos laten verwijlen bij het enige dat er werkelijk is: het simpele, stille er-nu-zijn. Dan ben je het ongestoorde, onveranderlijke geluk zelf.

6

Page 7: infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'.

BereidwilligheidHans Laurentius

Hans Laurentius noemt bereidheid een van de belangrijkste voorwaarden op het pad van de zoekers naar waarheid. Bijvoorbeeld om te zien hoe grappig en hol de verhaaltjes van het ego zijn.

Vragensteller: Hans, zijn er bepaalde voorwaarden waar de spirituele zoeker aan moet voldoen?

HL: Zijn er bepaalde voorwaarden waaraan de spirituele zoeker moet voldoen? Voor allen die interesse hebben in werkelijke spiritualiteit gelden dezelfde basisvoorwaarden. Een heel cruciale daarvan is bereidwilligheid. Meer specifiek de bereidwilligheid in elke situatie te zien wat waar is. Dat wil zeggen dieper gaan dan wat je leuk of niet leuk vindt. Het hele bestaan laat ons in wezen zien dat er twee mogelijkheden zijn: verkramping of openheid. Als we echt bereid zijn in te zien hoe verkramping functioneert, hoe die het leven bemoeilijkt of eigenlijk verpest,

zullen we zien dat de kramp ons verlaat. Hoe meer we openheid kunnen toelaten, des te helderder zullen we waarnemen wanneer en hoe verkramping opkomt (en weer verdwijnt), en zal zij haar greep verliezen. Zo verlaten we de waan-wereld en komen we in de Realiteit. Enkele van de voorwaarden zijn dus ontvankelijkheid, helderheid en dus vooral de bereidwilligheid om tot inzicht en overgave te komen; de bereidwilligheid om in-te-zien.

Maar hoe kom je tot die voorwaarden?

HL: Daar kom je niet toe, die komen tot jou. Wanneer je wat hier-nu wordt gezegd tot je door laat dringen zul je je bewust worden van de patronen die helderheid en ontvankelijkheid verstoren. Het doorzien ervan zelf werkt bevrijdend. Aangezien je niets aan willen hebt, gebruik ik het woord bereidwilligheid. De vraag is dus bijvoorbeeld of je werkelijk bereid bent te luisteren. Je kunt zien of er verzet is of openheid. Dat weet je, dat voel je. Bewustzijn is er altijd, dus kun je moeiteloos herkennen hoe het ermee staat op elk moment. Door je simpelweg bewust te zijn van bijvoorbeeld verzet, zonder ervan af te willen of het te vervormen, krijg je inzicht in de effecten van verzet. Wanneer je dat grondig hebt gezien, wordt de verzetstrategie steeds minder interessant en openheid steeds aantrekkelijker. Dus een hulpmiddel kan zijn je in een concrete situatie af te vragen of er vanuit verzet of vanuit openheid wordt gereageerd. Dat is echt makkelijker dan je denkt. Daarom zeg ik weleens: als je liegt, weet je dat. Zo ook met verzet (= niet bereid zijn), manipulatie, oneerlijkheid en zo voort. Je weet dat al. Het weten is er altijd, het wordt allemaal ge-weten. Omdat je hier niet omheen kunt, toont zich moeiteloos wat waar en onwaar is. Daarom wordt het pad wel genoemd het scheiden van waarheid en onwaarheid. Daarom is onderscheidingsvermogen ook een belangrijke kwaliteit.

Maar wat als ik die kwaliteiten niet heb?

HL: Iedereen heeft die kwaliteiten, schat jezelf niet zo laag in. Een van de basistactieken om onvrij te blijven is zelf-afwijzing, maar die is volstrekt overbodig. Alles wat nodig is, is reeds aanwezig. Laat me je een vraag stellen: ben je je ervan bewust dat je, als de mind je iets voorschotelt, ergens weer een drama van maakt of niet?

Jazeker.

HL: Precies. Je kunt niet niet-bewust zijn. Dus is er onderscheidingsvermogen. Zie

7

Page 8: infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'.

in waar er bereidwilligheid is en waar niet. Dan zul je ook zien wat de gevolgen zijn. Daardoor zul je vanzelf loskomen van verzet, waan en onwaarheid. Wie echt inziet wat het resultaat is van niet-bereid-zijn, wordt vanzelf bereidwillig. Wie inziet wat het gevolg is van gebrek aan overgave, komt tot overgave. Maak je dus vooral geen zorgen. Je zult ontdekken dat de mind regelmatig geen zin heeft om de waan op te geven, dat hij argumenten aanvoert om tegen beter weten in te handelen en de illusie voort te zetten. Je zult ook bemerken wat daar de gevolgen van zijn; vroeg of laat krijg je genoeg van dat gedoe omdat je werkelijk begrijpt dat de oorzaak van lijden de weigering is te leven naar wat je werkelijk bent. Daarom is het bijvoorbeeld erg interessant om gade te slaan wat er gebeurt als er bijvoorbeeld een conflict of een discussie is. Je bent bereid bij de feiten te blijven, of je vat het persoonlijk op en de boel verkrampt, met als gevolg dat agressie, oneerlijkheid, manipulatie en dergelijke het overnemen om maar gelijk te krijgen of je te verdedigen. Wanneer er openheid is, zullen dergelijke reacties uitblijven, er zal sprake zijn van heldere ontspanning en je zult de dingen die je worden voorgelegd of verweten kunnen zien voor wat ze zijn. Als we werkelijk bereid zijn om tot waarheid te komen, zullen we kijken wat er in de kritiek van de ander zit, wat er voor waarheid in schuilt, in plaats van ons instinctief te verdedigen of zelf in de aanval te gaan. Maak er alleen geen plicht van, maar observeer hoe het bij jou functioneert, volg hoe het zich beweegt. Dat is erg leerzaam en verhelderend.

Geldt die bereidwilligheid voor iedereen?

HL: Ja, waarom niet?

Maar ik bedoel: als je gerealiseerd hebt wat je bent, moet je dan nog bereidwillig zijn?

HL: Haha, Ja. In de eerste plaats is het geen moeten, maar als het goed is een volstrekt natuurlijke zaak. Ten tweede is het zo dat je, wanneer je gerealiseerd hebt wat je bent, nog niet klaar bent. Sterker nog: dan begint het pas goed! Het kan jaren duren, misschien wel een heel leven voordat de zaak helemaal is doorgewerkt. Daarom maak ik onderscheid tussen realisatie en volledige realisatie. Er zijn tamelijk veel gerealiseerden, maar heel weinig zijn volledig gerealiseerd (ik ken er niet een). Ramana was er zo een. Dat blijkt tamelijk zeldzaam. Dus is het voor de gerealiseerden, en de leraren en zo, van even groot belang om bereid te zijn in elke situatie in te zien wat waar is en wat simpelweg een privé-opvatting of voorkeur is. Ik zou zelfs willen zeggen: het is vooral voor leraren van groot belang. Zij hebben een voorbeeldfunctie, kun je zeggen. Zij moeten laten zien, demonstreren hoe waarheid 'werkt'. Als zij al niet bereid zijn, wat moet er dan van terecht komen? Daarom is het zo jammer dat er lieden zijn die iets hebben ontdekt, 'leraar worden' en vervolgens op hun lauweren lijken te rusten, zich nestelen in het 'ik ben niet de persoon' en hun egoresten heerlijk hun gang laten gaan, met alle gevolgen vandien. In mijn ervaring gaat het leren gewoon door. Ik zeg dat dat vanzelf gaat, mits waarheid het 'oogmerk' is. Voor mij gaat dat vanzelf, wat niet wil zeggen dat het al klaar is. Het ontvouwt zich nog steeds, maar over de bereidwilligheid hoef ik niet meer in te zitten. Vandaar dat ik hier zo de nadruk op leg, omdat ik bij velen zie dat er wel wat interesse is, maar niet genoeg bereidwilligheid. De ontdekkingen zijn soms wat vervelend of pijnlijk, zodat mensen sommige dingen liever toegedekt willen laten. En dat kan niet, alles moet aan het licht komen, want half werk is geen werk, vind ik. Vandaar dat ook als er 'gevonden' is, begeleiding meestal zinvol blijkt. Je kunt het tussen haakjes ook niet ontkennen als iets niet 'klopt'. Om het te ontkennen moet je het immers al gezien hebben. Vervolgens ga je dan net doen of het er niet is. Dat is toch waanzin (waan-zin is zin hebben om in waan te leven). Dat gaat hoe dan ook een keer fout. Het is echter net andersom, heb ik geleerd: juist het bewust worden, leren waar nog verzet zit, of andere kromme zaken geeft steeds meer ontspanning en vreugde. Ik vind het erg amusant als de mind weer eens in een of andere ik-trip wil stappen, en zo vreselijk z'n best zit te doen een verhaaltje op te dissen of een situatie wil dramatiseren. Dat is tamelijk koddig. Het houdt inmiddels nooit lang stand, het valt uiteen in het licht van liefde-waarheid, het blijkt steeds weer volstrekt leeg. Al die praatjes uit de bovenkamer met hun emotionele begeleiding gaan helemaal nergens over. Dat is heel grappig. Het is bijna jammer, zou je zeggen, dat het nog zo zelden voorkomt. Maar kort en goed: laat gewoon toe wat je wordt aangereikt, dan zul je zien dat het de zaak zal

8

Page 9: infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'.

veranderen. Ga niet proberen open of stil te zijn; zie in dat iedere vorm van proberen verzet is, dan zal het je verlaten. Want wat je ook 'doet', eerst ben jij er, dan pas het doen. Voordat je iets 'doet' ben je bewust, tijdens het doen ben je bewust, na het doen ben je bewust. Dat zijn de feiten. Om bewust te zijn, hoef je dus niets te doen. Je bewust zijn van bewustzijn is dus makkelijk. Dus ontspan je. We spreken elkaar snel weer, misschien gaan we er dan nog wat dieper op in. Door hiernaar te luisteren word je je bewust van de genoemde kwaliteiten en komen ze als het ware tot leven. Houd nu het thema van bereidwilligheid losjes in gedachten, maar besef dat jij er al bent voor enig thema (of wat dan ook) verschijnt. Zo word je moeiteloos bewust hoe de vork werkelijk aan de steel zit. Smakelijk eten!

9

Page 10: infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'.

Wie ben ik? Wie wordt er verlicht?Justus Kramer Schipper

Voor de analitici onder ons duikt Justus Kramer Schippers in de ontrafeling van het

verzonnen ik. De oorspronkelijke vraag staat in 'Vingerwijzingen', de compacte weergave van de leer van Sri Nisargadatta Maharaj van de hand van Ramesh S. Balsekar. Hij luidt: 'Wie ben je dan?' Nisargadatta antwoordt dat je bent wat je ook was voordat dit lichaam met bewustzijn tot leven kwam, wat je honderd jaar geleden was en wat je over honderd jaar nog bent. De uitspraak lijkt een innerlijke tegenstrijdigheid te bevatten; immers, hoe kun jij er zijn voor of nadat jij er was? Natuurlijk is dat niet wat Nisargadatta Maharaj in gedachten had toen die vraag aan de orde kwam. In feite is de vraag een uitnodiging om op onderzoek te gaan naar wie of wat je in wezen

bent, zonder er voetstoots vanuit te gaan dat er een antwoord mogelijk is. Om dat meteen maar duidelijk te stellen: op die vraag is geen antwoord te geven en dat is ook niet de bedoeling. Ook hier is de reis belangrijker dan het doel.

Graag nodig ik u uit om een dergelijke onderzoekingstocht uit te voeren. Laten we beginnen met het meest voor de hand liggende: ons lichaam. Zijn wij ons lichaam? Nee toch zeker? Al onze lichaamscellen worden met een grote regelmaat vervangen en het lichaam van vandaag is zeker niet het lichaam van gisteren of eergisteren, of van morgen en overmorgen. Mochten we denken dat we ons lichaam zijn, dan zou mijn vraag luiden: maar welk lichaam dan? Als ik het lichaam van gisteren zou zijn, betekent dit dat ik vandaag niet zou bestaan. Dat is in strijd met mijn ervaring. Gisteren wist ik dat ik bestond en vandaag besta ik nog steeds. Dat wat mij de overtuiging geeft dat ik besta, is onveranderd aanwezig en is zeker niet mijn lichaam.

Wat ben ik dan wel? Mijn geest misschien? Laten we gemakshalve aannemen dat mijn geest bestaat uit mijn denkvermogen, mijn ervaringen, geheugen, overtuigingen, voor- en afkeuren. Laten we dat als verzameling maar het ego noemen. Of dat wetenschappelijk gezien de juiste benaming is doet minder terzake nu de lezer zich in elk geval een beeld kan vormen van wat ik ermee bedoel. Dus zijn wij ons ego? Stel dat ik u zou vragen te omschrijven wie u was toen u zeven jaar was. Er zou een beschrijving komen van een kind met bepaalde eigenschappen, met bepaalde kennis en een aantal overtuigingen dat in veel opzichten een getrouwe weergave van de overtuigingen van de ouders blijkt te zijn. Als ik u nu dezelfde vraag zou stellen, maar dan toen u zeventien jaar was, wat voor beschrijving krijgen we dan? Vermoedelijk zijn de overtuigingen honderdtachtig graden gedraaid (als u net zo'n lastige puber was als de schrijver). En als ik weer dezelfde vraag stel, maar nu te beantwoorden vanuit uw huidige levensfase? In de beschrijving zal weer een totaal ander persoon ontstaan.

Mijn volgende vraag is : wie bent u? Bent u het kind, de tegendraadse puber of de volwassene? Waar we tot nu toe over hebben gesproken, zijn allemaal veranderlijke zaken. Ik kan niet tegelijk, kind, puber en volwassene zijn. Volgens mij ben ik dus geen van drieën. Immers, zolang ik leef, heb ik een soort onveranderlijk en standvastig ik-besef. Maar wat is dat? Het is tijdloos, het was er zolang ik leef en zal er zijn zolang mijn lichaam leeft. Er is daarin geen verschil tussen gisteren, vandaag en morgen. Dat onveranderlijk aanwezige is wat Nisargadatta het 'Ik-Ben' noemt. Het is het 'zijn', gekoppeld aan een weten dat je bestaat. Het is dus 'bewust'-zijn. Het is het punt vanwaaruit de wereld wordt waargenomen, vanaf het moment waarop je wakker bent. Het is het gewaarzijn dat ook gedachten waarneemt terwijl het er niet bij betrokken is. Dat is zintuiglijk ervaren, waarnemen, zonder waarnemer, zonder een 'ik', zoals wanneer u luistert naar en opgaat in muziek: dan is er ook geen 'ik'. Dat schijnbare 'ik' komt pas

10

Page 11: infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'.

wanneer er gedacht wordt over de ervaring. Bijvoorbeeld: 'Ik vind dit mooie muziek'. Maar op dat moment wordt niet meer naar de muziek geluisterd. Het is het één (luisteren zonder ik) of het ander (denken over de muziek door het schijnbare ik). Waarnemen is dus een zintuiglijk proces zonder een 'ik'; denken over waarnemingen met het geheugen creëert een schijnbaar 'ik'. Maar dat pseudo-'ik' is aan verandering onderhevig: ervaringen en overtuigingen veranderen, het geheugen is selectief en informatie wordt daarin vervormd of totaal vergeten. Dat pseudo-ik is dus in tegenstelling tot de 'Ik-Ben'-ervaring niet standvastig en dat 'ik' zijn we dus niet, al lijken we het soms te zijn.

Als we nu onderzoeken wat dit 'Ik-Ben' is, zullen we tot de slotsom komen dat het feitelijk het onpersoonlijke bewuste vermogen tot waarnemen is. Dit Ik-Ben neemt dus objecten waar en is zich daarvan bewust. Wat zich moeiteloos bewust is, is het 'IK' en wat de moeiteloze waarneming doet is het 'BEN'. Dit moeiteloos waarnemen van objecten is een kwaliteit en vermogen wat in elk mens aanwezig is. Dat vermogen delen we met elkaar. In dit verband is het nuttig te weten dat je lichaam en je ego (de som van gedachten, herinneringen, verwachtingen, overtuigingen etc.) objecten zijn, want ze worden waargenomen. Hieruit volgt ook dat we onmogelijk ons lichaam of ego kunnen zijn omdat we niet kunnen volhouden dat hetgeen waarneemt, ook het waargenomene is. Subject kan niet ook object zijn. Wij zijn dus het bewuste waarnemen en niet de waargenomen objecten. Wat dat waarnemen is, hoe het ontstaat en functioneert kunnen we onmogelijk waarnemen. Immers, dat zou hetzelfde zijn als proberen zonder spiegel je eigen oog te zien. Wij zijn dus het waarnemen of liever gezegd datgene wat dat waarnemen mogelijk maakt en moeiteloos tot stand komt, maar we kunnen onmogelijk weten wat dat is. In wezen kun je alleen uitdrukken wat het niet is, waarmee dan ook duidelijk is waarom in Advaita zo vaak in negatieven wordt gesproken (niet dit, niet dat, noch niet-dit, noch niet-dat). Alles wat waarneembaar is zijn we niet. Wat we werkelijk zijn, daar kunnen we ons dus niet van bewust zijn.

Het waarnemen van objecten en het zich van dit waarnemen bewust zijn, is minder bestendig dan we op het eerste gezicht denken. Tijdens de diepe slaap, in coma, voor onze geboorte en na de dood verdwijnt ook die ervaring. Daarmee is vastgesteld dat er sprake is van een polariteit, waarvan de twee wederzijds van elkaar afhankelijke polen zijn: 'bewust' zijn van waarnemen en het 'onbewust' zijn daarvan. Voor deze twee polen komen we veel verschillende benamingen tegen. Om met het onbewuste te beginnen: het wordt ook aangeduid als het noumenon, het ongemanifesteerde, potentiële energie, het absolute, subjectiviteit, bewustzijn in staat van rust. Het is ook een staat van vrede waarin niets te wensen valt, zoals we allemaal weten wanneer we diep hebben geslapen. Het is dus niet iets, maar evenmin niets, want omdat we 'weet' hebben van die staat van rust, vrede en geluk, moet het waarneembaar zijn, hoe subtiel ook. Hier belanden we bij een van de vele paradoxen in Advaita: wat we zijn kunnen we niet kennen, want subject kan object beschouwen, maar niet andersom. We zijn subject en kunnen dus alles kennen behalve onszelf, het subject, en toch kennen we de staat van absolute rust en vrede. Op dit punt stopt alle denken en voorbij dat punt ligt de waarheid, waarvoor woorden ontbreken.

Het bewuste wordt ook wel benoemd als: wereld der verschijnselen, fenomenaliteit, het gemanifesteerde, het relatieve, wereld der objecten, bewustzijn in beweging. Alles wat waargenomen kan worden door het subject: objecten. Dus ook gedachten, ideeën en gevoelens zijn objecten. Tegenpolen kunnen nooit zelfstandig bestaan, zijn altijd onderling afhankelijk en worden met elkaar verbonden door een substraat waarin beide opgaan en tot neutraliteit komen. Als vergelijk dient de accu met zijn twee polen, die beide ondergedompeld zijn in de accuvloeistof, waardoor het samenstel der delen in zijn geheel als accu kan worden aangeduid. Het 'bewust'-zijn van waarnemen en het 'onbewust'-zijn van waarnemen bevinden zich in 'iets', dat beide (bewust waarnemen en onbewust waarnemen) omvat en overstijgt. Dat 'iets' zullen we nu aanduiden met de term Bewustzijn en omvat alles waar we ons be- en onbewust van zijn, die als drager voor beide polen noodzakelijk is om die te kunnen laten bestaan. Dat Bewustzijn omvat alles en projecteert in zichzelf pool en tegenpool, dat uit niets anders bestaat dan dat Bewustzijn. Bewustzijn is alles wat er bestaat, daarbuiten bestaat niets en wezenlijk zijn we dus dat Bewustzijn dat we niet kunnen kennen.

11

Page 12: infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'.

Wij hebben nu de reis vanuit het persoonlijke, relatieve en gemanifesteerde ondernomen richting het absolute en onpersoonlijke. Wij zouden de reis ook andersom kunnen ondernemen. Uitgaande van Bewustzijn, dat bestaat uit twee polen: de absolute pool (onbewuste, ongemanifesteerde, onpersoonlijke, potentiële energie) en de relatieve pool (Ik-Ben-ervaring, zintuiglijke waarneming, wereld der objecten, gemanifesteerde energie). In Bewustzijn vindt een beweging plaats (naar de oorzaak kunnen we alleen raden), waardoor potentiële energie zich manifesteert als de Ik-Ben ervaring, waarmee tegelijkertijd de wereld van objecten verschijnt. In die wereld identificeren wij ons met een lichaam en ego, die wij het onze noemen. Terugkomend op de vraag 'Wie ben ik?' moeten we vaststellen dat we – als het waarnemen afhankelijk is en geïnitieerd is door Bewustzijn – feitelijk Bewustzijn zijn. Nogmaals: dat Bewustzijn kan nooit gekend worden. Hiermee is ook duidelijk waarom nooit te beschrijven is wat of wie we zijn noch een antwoord op de oorspronkelijke vraag mogelijk is. En waar we al analyserend scheidslijnen hebben aangebracht – persoonlijk/onpersoonlijk, bewust/onbewust, object/waarnemer van object – moeten we bedenken dat die scheidslijnen denkbeeldig zijn. Tezamen is het één onlosmakelijk geheel. En dat is wat (en dus niet wie) we uiteindelijk zijn: een onpersoonlijk proces dat in en door bewustzijn in zichzelf zichtbaar wordt gemaakt in het hier en nu. Dat bewustzijn is tijd- en ruimteloos, zal nooit sterven, is nooit geboren en niet te kennen. De beschrijving die het dichtst in de buurt komt is: vrede en staat van wensloosheid. Maar pas op: zodra er een beschrijving is, wordt het tot object gemaakt en dat is het nu juist niet. Buiten dat bewustzijn bestaat niets. All there is, is Consciousness, wat niets is en toch iets, waarin alles verschijnt en verdwijnt. Dat is de opperste neutraliteit, omdat daarin alle tegenstellingen zijn opgelost en elke kracht zijn neutraliserende tegenkracht doet verschijnen.

Als we over verlichting praten, bedoelen we meestal dat een ik op zoek gaat naar zijn ware aard, om er tenslotte achter te komen dat het schijnbare ik niet werkelijk bestaat. Iets wat niet bestaat kan dus ook niet verlicht worden. Als de zoektocht wordt ondernomen, komt men erachter dat wat men zoekt (zijn ware aard) er nooit níet was. In zekere zin zou je dus kunnen zeggen dat iedereen al verlicht is, zij het dat we door het ontstaan van het schijnbare ik en onze identificatie daarmee vergeten zijn wat onze ware aard is: Bewustzijn, waarbuiten niets bestaat.

Justus Kramer SchippersJuni 2001, Costa Rica

12

Page 13: infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'.

'Ik ben nooit niet verlicht.Dat het niet zo zou zijn, denk ik alleen maar.'Jan Koehoorn

Ik weet niet meer precies hoelang het geleden is, maar ongeveer vanaf mijn vijfde of zesde jaar ben ik gewend geraakt aan het idee dat ik een persoon ben. Iedereen om me heen vertelde dat het zo was, en was zelf ook weer een persoon. Het kwam toen niet bij me op te controleren of dat ook inderdaad zo was. Waarom zou ik ook? Voor die persoon lagen best mooie dingen in het verschiet. Geluk, een leuke baan, een leuke vriendin, kortom: alles wat wenselijk is. En natuurlijk, er is niets mis met een leuke baan, met geluk, met een leuke vriendin.Toch bleef ik het gevoel houden dat er iets niet klopte, dat er nog iets aan ontbark. Want alles wat bereikt kon worden, kon ook zo verdwijnen, heel gemakkelijk zelfs. Je kunt ontslagen worden, je vriendin kan het uitmaken en als dat allebei toevallig op dezelfde dag gebeurt, is het wat geluk betreft ook meteen een stuk minder.

Nu was het natuurlijk wel zo dat in zo'n situatie meteen weer een nieuw doel gesteld werd. Want vanuit een slechte situatie was er weer werk aan de winkel voor die persoon. Flink zijn, optimistisch blijven, de schouders eronder, kop op, enzovoort. Eigenlijk raar: altijd maar weer die dingen die bereikt moeten worden. Het leek op roeien naar de horizon, of proberen het einde van de regenboog te vinden.

Ik zat in een behoorlijke crisis toen ik met Advaita in aanraking kwam. Geheel volgens de traditie precies op het moment dat ik er klaar voor was. Een van de allereerste donderslagen bij heldere hemel was, dat me verteld werd dat ik geen persoon was. En de redenering was zo verbluffend simpel te volgen dat ik niet kon geloven dat ik er zelf nooit op gekomen was: ik ben diegene die de persoon waarneemt. Daarmee ben ik dus niet die persoon, maar datgene wat daarnaar kijkt. In het begin was die realisatie natuurlijk puur verstandelijk en zeker niet totaal. Na driehonderd kilo boeken gelezen te hebben ontmoette ik mijn goeroe Alexander Smit. En binnen een paar maanden verdwenen alle misverstanden over mijn ware natuur. Alle zoeken hield op, alle twijfel verdampte.

Ben ik nu in een andere toestand terecht gekomen dan voor de realisatie? Nee, want voor de realisatie was ik ook al datgene wat alles waarneemt. Ik zou nooit in wat voor toestand dan ook terecht kunnen komen. Vroeger dacht ik dat ik niet verlicht was, maar zelfs dat maakte niets uit voor wat ik ben: dat onveranderlijke Absolute Bewustzijn. Ik was dus nooit niet verlicht, dat het niet zo zou zijn dacht ik alleen maar.

13

Page 14: infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'.

Van de regen in de drup?uit 'de resolute waarheid', U.G. Krishnamurti (vertaald door Robert Smit) [...] Je wilt om de een of andere reden in vrede verkeren met jezelf. Waarom kun je niet in vrede zijn met jezelf? Dat is wat ik je het allereerste vraag. Waarom moet het altijd morgen zijn of overmorgen? Hetzelfde geldt voor de buurman en voor zijn buurman; dat is de wereld, begrijp je? Ieder individu zoekt zekerheid voor zichzelf en dus kan er geen zekerheid in deze wereld bestaan. Niet dat ik pessimistisch ben of cynisch, maar dit is de feitelijke realiteit van de wereld. Wat je tot dusver ondernomen hebt, heeft je geen enkel goed gedaan!Dit is mijn standpunt, dus waarom blijf je maar bezig en hopen dat op de een of andere manier – misschien door de hulp van iemand of door een wonder – het mogelijk voor je wordt in vrede met jezelf te leven? Dat is mijn vraag. Je probeert wat dingen. Er zijn zoveel technieken en zoveel methodes en systemen die je worden aangeboden door zoveel lieden, nietwaar? Zij mogen dan misschien allemaal professionele goeddoeners zijn en het beste met je voor hebben, maar niets heeft jou werkelijk geholpen.

Hoe zit dat? WAAROM PLAATS JE HIER NIET EEN HEEL GROOT VRAAGTEKEN? Misschien is er wel iets niet in orde met ze! Want je kunt niet altijd maar jezelf de schuld blijven geven, straffen en je armzalig blijven voelen. Misschien is het hele systeem, inclusief de leraren die er verantwoordelijk voor zijn, wel fout! Hou op zijn minst die mogelijkheid open: dat ze het bij het verkeerde eind kunnen hebben! Ik zeg je: ze zijn fout, ze deugen niet, want ze functioneren niet, realiseer je je dat wel?!

Je bent niet eerlijk tegenover jezelf. Je kunt oneerlijk zijn in deze wereld, dat zal je wellicht wat voordeeltjes opleveren, maar je kunt niet oneerlijk zijn tegenover jezelf.Het werkt niet wat die goeroes je allemaal vertellen. Maar nog steeds heb je wat hoop, dat je het de volgende keer op de één of andere manier wel voor elkaar zult krijgen. Ondertussen ben je het tegenovergestelde: ‘Je zult een vriendelijke mens zijn, vol van liefde, vol van medeleven...’. Wanneer? MORGEN!Zo is juist datgene wat je aan het hopen en doen bent verantwoordelijk voor het tegenovergestelde ervan, namelijk je ellende. Begrijp je dat? Het is juist een ongelukkige mens die gelukkig wil zijn; een gelukkige mens heeft niet de wens gelukkig te zijn. Dus de kwestie van ongelukkig zijn komt helemaal niet op zolang je niet zoekt naar geluk!

Wat ik al die jaren dat ik hierover spreek probeer duidelijk te maken, is dat ons zenuwstelsel geen enkele sensatie kan verdragen langer dan de natuurlijke duur van die sensatie. Of het nu plezierige sensaties zijn of pijnlijke, door erover te denken probeer je de duur van bepaalde sensaties te verlengen. Maar je kunt daar nooit werkelijk in slagen. Je creëert op die manier een probleem voor dit lichaam! Daarom blijf ik erop hameren dat onze pogingen de problemen op te lossen op het niveau van het psychologische en religieuze denken juist het probleem is! In feite zijn het fysiologische problemen. Alles, elke emotie, zoals boosheid, jaloezie, haat en welke je verder nog hebt, zijn neurologische problemen en jouw poging ze op een psychologisch of ethisch niveau op te lossen, zal niet slagen. Je wilt dus de duur van een plezierige sensatie verlengen, maar waar het op uitdraait is pijn! Niet dat pijn de plezierige sensatie volgt, maar wat je plezier noemt (en pijn) is werkelijk de pijn! Het maakt verder niet zoveel uit hoe je het wilt noemen, pijn of plezier of genot – dit is wat er feitelijk gebeurt: je blijft zitten met de pijn, en niets anders!

En deze pijn, waar bestaat die? Die bestaat niet op een of ander etherisch niveau – die is hier, die is deel van het lichaam. Dus het lichaam moet deze last dragen en daarom kun jij de problemen in het geheel niet oplossen. Het lichaam moet ze verwerken, en het kan dat heel intelligent en heel succesvol als je het lichaam maar de kans geeft. Jouw verlangen om die problemen op het een of andere niveau tot een oplossing te brengen zal niet gehonoreerd worden. Het blijft bij je hoop, en dat is alles. Je kunt dit niet loslaten – wat dat betreft ben je werkelijk

14

Page 15: infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'.

verdoemd, weet je dat wel? Er is immers niets dat je kunt doen. Maar je kunt dat niet accepteren, want het instrument dat je daarvoor gebruikt is het denken en dat denken kan dit niet accepteren omdat het altijd resultaten voor je heeft geboekt.

Jij bent wat je bent door al die zaken die het denken voor je heeft geproduceerd, en dat heeft jou heel wat tijd en inspanning gekost. Zo ga je er ook vanuit dat elk resultaat door middel van dit mechanisme van het denken noodzakelijkerwijze tijd kost. En het is dit principe dat de hele zaak ver van je afschuift en zegt: 'Deze situatie is hopeloos, we hebben tijd nodig!' Want ‘tijd’ heeft bij alle voorgaande situaties geholpen om resultaat te bereiken. Je kunt niet anders dan interpreteren wat ik zeg. Dat is onontkoombaar, want dat is het enige wat je met het instrument van het denken kunt doen. En je hebt geen ander instrument. Het is ook hetzelfde instrument dat het fenomeen ‘intuïtie’ heeft uitgevonden, en het ‘intuïtief-begrijpen’ en noem verder al je verhevenheden maar op!

Dus alles wat jij kunt doen, is de zaken begrijpen op het niveau van denken. Er bestaat geen ander niveau van begrijpen en aangezien je poging dit te begrijpen je in het geheel niet heeft geholpen, blijf je alsnog hopen dat op de een of andere manier dit instrument je toch van dienst zal zijn om de zaken te begrijpen: misschien morgen, volgende keer, dinsdag, woensdag, volgend jaar, hm? Het kan slechts van dit soort verwachtingen repeteren. Dus: DIT IS NIET HET INSTRUMENT OM WAT DAN OOK TE BEGRIJPEN! Dat is het eerste wat tot je moet doordringen, dat dit niet het instrument is. Zonder zelfs maar te piekeren over een ander instrument. ‘Dit is niet het instrument’, dat is genoeg! En als dat werkelijk de situatie is waarin je je bevindt, valt er dan nog iets te begrijpen? Nee, er valt niets te begrijpen!

Je leven schijnt geen enkele betekenis te hebben dus ga je op zoek naar een betekenis, ga je op zoek naar een doel. Zolang je op zoek bent naar een doel en zolang je op zoek bent naar een betekenis in je leven, zul je rusteloos ronddolen. ‘Er moet toch iets zinvollers te doen zijn, iets met meer inhoud, iets interessanters dan wat ik nu aan het doen ben!’ zeg je tegen jezelf. En het enige wat je kunt doen is jezelf veranderen, hm? Maar in werkelijkheid is er van verandering geen sprake, realiseer je je dat wel? De enige verandering vindt plaats in die denkstructuur van je; je begint anders te denken en daardoor de dingen anders te voelen, anders te ervaren. Aan de basis is alles echter precies zoals het was. Je kunt je kleren veranderen en de meest modieuze kleding dragen om maar ‘in’ te zijn, van binnen ben je nog steeds dezelfde. Het willen begrijpen van dingen is alleen van nut om dingetjes in jezelf te veranderen. Maar wat wil je veranderen en waarom? Dat zijn de twee grote vragen. En als je daarop ingaat ben je bezig met het verleden, altijd het verleden. Er is niets dat je kunt doen om het verleden te veranderen. In de hoop de dingen te veranderen in je toekomst, blijf je zitten met dit ellendige heden, wat in feite het verleden is.

Het verleden is altijd in werking. Als dit verleden tot een einde komt, kom jij tot je einde! Dat is de reden waarom jij dat nooit zult toestaan, hoe hard je het ook probeert. Het verleden zit overal in je. Elke cel in je lichaam is ervan doodrongen. Elke zenuwvezel is erbij betrokken. Het verleden heeft dit lichaam zo totaal onder controle dat het dit niet zal laten gaan. Het verleden zal niet tot een einde komen door welke inspanning van jou dan ook of door welke wilskracht dan ook! Hoe meer inspanning je erin steekt, hoe meer wilskracht je gebruikt, des te sterker wordt het. In dit proces vergaar je heel wat inzichten, maar elk inzicht pantsert dit verleden. Het helpt je op geen enkele manier iets te begrijpen en je aldus te bevrijden van wat dan ook. Elk inzicht dat je verkrijgt door je onderzoek versterkt en verstevigt dat.

Dus ... wat moet je aanvangen in zo’n situatie? NIETS NIEMENDAL! Dan loopt de zaak af. Niemand, geen macht in de hele wereld kan je helpen, punt uit! Dus zolang je afhankelijk bent van enige instantie buiten je blijf je hulpeloos. Als dit eenmaal duidelijk is begrepen, is er geen hulpeloosheid meer, dan bestaat je hulpeloosheid niet langer. Dan weet je werkelijk niet wat te doen. In die situatie moet je verzeild raken, van werkelijk niet meer weten wat te doen.En als je verwacht dat er iets zal gebeuren door wat je dan noemt je ‘helderheid van denken’, of in je ‘meditatie’ of iets dergelijks, dan ben je voor eeuwig

15

Page 16: infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'.

verloren! Want dat is niet de ware helderheid. [...]

16

Page 17: infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'.

het geheimTony Parsons

Een dialoog uit ‘As It Is’ (Amerikaanse editie) van Tony Parsons (vertaald met toestemming van de auteur)

In hoeverre heeft je leermeester je bijgestaan?Ik heb nooit een leermeester gehad of iemand als een leermeester beschouwd. Als kind wist ik dat het leven de leermeester moest zijn. Ik geef de voorkeur aan het woord uitnodiging. Dat werd bevestigd toen ik door het park liep.

Maar je had toch zeker wel de behoefte de woorden van anderen te begrijpen?O ja. Mijn eerste echt diepe inzicht dat ontstond door lezen, was een interpretatie van de woorden van Christus in het boek ‘The New Man’

van Maurice Nicholl. Hij legde uit dat het woord ‘berouw hebben’ niet betekende ‘spijt hebben van je zonden en zweren dat je nooit meer zal zondigen’. In de moedertaal van Christus betekende het woord ‘180 graden draaien en opnieuw kijken’. Dat was een openbaring voor me die dieper ging dan alleen maar intellectueel begrijpen. Al toen ik jong was wist ik dat er een geheim bestond en ik voelde dat Christus dat geheim kende en leefde en dat veel van wat hij zei ernaar verwees. Na m’n wandeling door het park waren de geschreven woorden van anderen over dit onderwerp een soort bevestiging en door die mensen leerde ik ook hoe ik mij helderder kon uitdrukken.

Wat leerde je nog meer door te lezen over Christus?

In die tijd begon ik ook de symboliek te begrijpen van het christelijke kruis. Het leven is zogenaamd een horizontale reis door iets dat we tijd noemen. Het lijkt heen en weer te slingeren tussen negatieve en positieve ervaringen en zolang we geloven afgescheiden individuen te zijn, proberen we ons leven zo positief mogelijk te maken. Maar nu weet ik dat iedereen van beide polen precies die ervaringen krijgt die hij nodig heeft, ongeacht zijn pogingen dat evenwicht te beïnvloeden. De zogenaamde horizontale reis heeft maar één doel: ons uit te nodigen een andere mogelijkheid te zien. Die andere mogelijkheid is de realisatie van het verticale. Wij zijn de verticale lijn die de horizontale lijn doorkruist. Wij zijn het licht dat leeft binnen de gewone levende ervaring. En dat is de betekenis van het Kruis.

Nog iets?Ja, het vergeven van zonden. Ik denk dat Christus zonder omwegen met zijn discipelen over dit soort dingen sprak, maar wat hij in het openbaar zei was vaak verborgen in gelijkenissen. Toen hij de mensen vertelde dat hun zonden vergeven waren, bedoelde hij eigenlijk dat ze nooit een verleden hadden gehad waar ze verantwoordelijk voor zouden kunnen zijn. Ze waren alleen maar geweest als figuren in een toneelstuk, zonder enige keuze of vrije wil, geleefd als uitdrukking van het Onbegrensde.

17

Page 18: infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'.

Heb je het gevoel dat elke poging om die concepten tot een methode te maken de waarde ervan ontkracht?Het geheim dat beschikbaar is, en wat je hoe dan ook al bent, kan nooit ontkracht worden. Het geschreven woord kan het geheim niet onthullen omdat een geheim een levende, vitale, tijdloze schat is. Het denken zal zichzelf beschermen door net te doen alsof het de uitwisseling die plaatsvindt ondersteunt. We vermijden wat we het meeste vrezen door wat ons wordt aangereikt tot een methode of systeem te maken, netjes te verpakken, en vervolgens bij groepen mensen af te leveren. Zo is het in de geschiedenis altijd gegaan en zo gebeurt het vandaag de dag nog steeds rond leermeesters die graag groepen mensen in hun greep hebben. Er zijn leermeesters die bijvoorbeeld mensen een nieuwe naam geven; dat versterkt natuurlijk het gevoel van individualiteit, nu verbonden met een nieuwe, maar nog steeds afgescheiden identiteit. Er ontstaan groepen; mensen wonen samen in ashrams of horen losjes bij een organisatie. Het resultaat is dat er een gevoel van speciaal zijn ontstaat en van buiten de wereld staan. Dat spreekt het goeroe-denken sterk aan. Het is ook heel effectief voor het geheim; dat houdt zich schuil tot het op het juiste moment te voorschijn kan komen.

Ik heb het gevoel dat jij iets hebt wat ik niet heb en ik wil daar zo snel mogelijk naartoe. Ten eerste kun je niet snel ergens naartoe waar je al bent (gelach). Laat dit echt goed tot je doordringen. Leef ermee en probeer goed te zien wat er werkelijk gezegd wordt. De moeilijkheid is dat jij denkt dat er iets moet gebeuren. Je zit te wachten tot er iets gebeurt. Intussen gebeurt het al, maar dat zie je niet. Ik heb niets wat jij niet hebt. Het verschil is dat ik niet langer ergens naar op zoek ben. Dit is het, en daarmee houdt het op. Hou op met zoeken naar iets dat zou moeten gebeuren en word verliefd, word innig verliefd op het geschenk tegenwoordig te zijn in ‘wat is’. Hier, precies hier, is het thuis van alles waar je ooit naar zal verlangen. Zo eenvoudig en gewoon en schitterend. Zie, je bent al thuis.

18

Page 19: infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'.

De Tussenpersoon Alexander Smit (met toestemming van de Advaita Foundation)

Wat is noodzakelijk om je ware natuur te realiseren? Dat kan alleen maar onmiddellijk gerealiseerd worden, dat betekent zonder middelen, zonder een mediator; er is geen weg. Wat houdt je hier van

af? Ben je bereid daarnaar te kijken? Ik denk het niet, want de meesten van jullie zijn geïnteresseerd in gelukkig zijn, peace of mind en dergelijke. Ben je klaar voor iets onmiddellijks?

Kun je nu op dit moment je iets anders realiseren dan wat de geleefde werkelijkheid nu is? Het probleem is dat je zelfrealisatie tot een idee maakt en vrijheid is geen idee, maar realiteit. Je wilt ergens heen omdat je niet kunt aanvaarden wat er is. Het enige wat je omarmt zijn lichaam, denken en voelen. En dat zijn voorbijgaande zaken. Waarom kijk je niet naar wat er steeds is? Het enige probleem wat jullie allemaal hebben, is een ziekelijke belangstelling voor jezelf.

[...] In wezen heb je maar twee wegen tot zelfrealisatie. Of je geeft je over aan bewustzijn zelf: het bhaktipad, of je traceert waar het ik-gevoel vandaan komt. Dus als er een Œik¹ opspeelt of een persoon of een kramp, dan traceer je waar die vandaan komt, op de juiste manier via meditatie, en dan lost die op in bewustzijn zelf. En overgave is het makkelijkste. Just surrender to consciousness. Je weet een seconde vantevoren nog niet wat er gaat gebeuren. Who cares? You surrender to consciousness, het simpelste wat er is.

Helderheid is niet te krijgen. Proberen tot helderheid te komen betekent verwarring, dan doe je net of het straks kan. Uitstel, uitstel van het Nu. En Nu kan niet uitgesteld worden. Daarom leggen we het accent op onmiddellijk realiseren, zonder middelen. Nu, niet straks. Wat is, is Zien.

[...] Alle pieken en dalen zijn tijdelijke ervaringen. Welke ervaring dan ook, is onderhevig aan verandering. Zowel fantastische ervaringen als vreselijke ervaringen. Maar er is iets dat eigenlijk alles omvat, dat zich volmaakt onttrekt aan wat voor ervaring dan ook. Dat betekent dus dat zowel de piekervaringen als de dalervaringen waar het ego of de persoon op gefocust is om binnen zijn gezichtsveld te krijgen, van zeer korte duur zijn en uiteindelijk niet van belang. Dus om daar je leven nu op te bouwen ... Dat, waarin die pieken en dalen zich manifesteren, onttrekt zich aan mijn aandacht en tegelijkertijd kan mijn aandacht het niet pakken. Want aandacht speelt zich af in Dat, dus daarom wordt het gezien en tegelijkertijd niet gezien. De paradox. Alles wat ik kan zien en wat weer verdwijnt, moet tijdelijk zijn en dat onveranderlijke Zijn, daar ben ik niet in, daar ben ik niet uit, daarin gebeuren de dingen. Uiteindelijk weet ik alleen dat er Kennendheid is, Awareness, Consciousness. En dat weten geeft onmiddellijke vreugde en onmiddelijke rust, onmiddellijke vervulling en daar hoeft niets bij. Daar mag wel iets bij hoor, daar mag alles bij, dat verstoort mij niet. Iets tijdelijks, hoe mooi ook of hoe verschrikkelijk ook, kan nooit de waarheid zijn. Een ervaring kan nooit de waarheid zijn. Want de ervaring heeft iets anders nodig. De ervaring wordt gedragen door iets anders en dat kan niet ervaren worden. Want als het ervaren zou kunnen worden, zou het Het niet kunnen zijn. Daarom is de waarheid ervaringsloos. Het is dus het ervaringsloze dat ervaringen mogelijk maakt. Elk gevoel lost op in iets gevoelloos, iets wat geen gevoel kent, maar alle gevoelens mogelijk maakt. Alles zal verdwijnen in iets wat niet verdwijnt, dat onverdwijnbaar is. Alles sterft in iets onsterfelijks.

19

Page 20: infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'.

tweespraak: DroogwaterprobleemAls de persoonlijkheid een fictie is, wie of wat wordt er dan verlicht en wie of wat kan daar iets aan doen? In het onderstaande vraaggesprek probeert Jan van Delden antwoord op die verwarrende koan te geven. Realisatie blijkt een toepasselijker woord dan verlichting.

K: Wie of wat kan er nu voor zorgen dat je verlicht wordt? Wie of wat moet het doen?

JvD: Alleen de eerste oorzaak (het absolute, god of welke naam je het ook geeft) kan iets doen of laten. De moeilijkheid is alleen dat die niets doet. Er bestaat namelijk niets anders dan de eerste oorzaak. Wat we aanzien voor dualiteit is dus een verzinsel. De eerste oorzaak laat geen dualiteit toe. Dus spreken over de problemen binnen de dualiteit is een 'droog water'-probleem. Hoe kun je zorgen dat je eerste oorzaak wordt, hoe doe je dat in godsnaam en wie doet dat? Hou het simpel, zie in dat je die eerste oorzaak altijd al bent geweest, maak zo een einde aan elke idee-fixe en besef dat ook realisatie iets is wat je niet in de hand hebt.

K: Dat is een pittige. Er is dus niets of niemand die de regie in handen heeft? Heeft de schepping dan geen doel?

JvD: De waarom-vraag maakt ons tot zoekers en zonder afdoende antwoord op die vraag blijven we zwerven en zoeken. Van die doelloosheid word je even stil... Direct gevolgd door gedachten als: wat een onmacht, wat een willekeur, en zo voort. Ik kan dus alleen mezelf (inclusief die na-huppelende gedachten) zijn en dat als vrede of genade herkennen of inzien, want verder is er echt niets te doen.

K: Sceptici zullen zeggen dat dit een vrijbrief voor onverantwoordelijk gedrag is.

JvD: Wie kan kiezen of hij zich ineens onverantwoordelijk gaat gedragen? Dat gaat niet. We kunnen wel van het roken af willen, maar het toch niet doen. Dat moet spontaan gebeuren, en plotseling kan het echte stoppen zich aandienen. Maar niet door een 'ik' dat denkt: ik ga stoppen. Alle dingen die we denken te doen zijn eigenlijk spontane zelfgebeurtenissen. Het is als het groeien van haar en het kloppen van je hart. Dat doe je niet, het gebeurt. Hetzelfde geldt voor het kopen van een huis en het ja en nee zeggen tegen je partner. De verantwoordelijkheid die we denken te hebben, is een gedachte die spontaan - en achteraf - verschijnt. Er kan nooit een 'ik doe het' zijn in een handeling. In een handeling kan überhaupt nooit een gedachte huizen en vice versa. Natuurlijk is de gedachte dat ik iets slechts/verkeerds doe of ga doen een realiteit. Maar zegt hij daarmee iets over het gebeuren? Hééft hij er wel iets over te zeggen?

Als je niet kunt stoppen met roken of te veel eten of wat dan ook, hou dan op met gedachten te geloven die beweren dat je dat wel zou kunnen. Leef dan in het nu en zie in dat nú de dingen gebeuren zoals ze gebeuren. Zo haal je de begrenzing weg die er ogenschijnlijk is wanneer je het denken blijft volgen.

Het zien en ervaren van dualiteit is onzin. Je ziet en ervaart geen dualiteit, je 'denkt' dualiteit. Dus concentreer je op het zien en niet op de inhoud van het denken. Hier daagt het werkelijke probleem: we menen niet zonder het denken te kunnen. We zijn verslaafd aan het denken en hebben zo het gewone zijn, het 'nu', datgene wat gebeurt, uit het oog verloren en ingeruild voor 'hoe het zou moeten en kunnen', en zo ons leven in ontevredenheid en afgescheidenheid gedompeld.

K: Er wordt gezegd: 'Je bent nooit níet-verlicht. Dat het anders zou zijn, denk je alleen maar'. Kun je daar iets over zeggen?

JvD: Binnen de eerste oorzaak is er een zelfverbeelding, die een 'kip of ei-vraag' lijkt te huisvesten. Zie dat zowel de kip als het ei uit de eerste oorzaak bestaan en weg is de vraag: wat was er eerder? Het standpuntsverschil is denkbeeldig. Er is alleen maar eerste oorzaak en die is allesomvattend. Punt.

K: Maar is die eerste oorzaak iets wat ervaren, gevoeld, gekend of gezien kan worden? Is het een manier van leven of een ander standpunt

20

Page 21: infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'.

innemen? Is het het ontbreken van gedachten?

JvD: Wat kunnen vrijheid en geluk anders zijn dan vrijheid van denken en voelen? Zie je in dat je de eerste oorzaak bent, dan houdt dualiteit op te bestaan. We beleven de dualiteit alleen door het denken. Stop dan met het geloven en aandacht schenken aan dat denken; dat is de bron van je lijden. Ga de echtheid van die object-subject wereld die het denken ons voorspiegelt eens echt onderzoeken.

Vanwaaruit doe je dat onderzoek? Als je het vanuit het object - vanuit het gekende - wilt doen, zie je toch gelijk dat zoiets niet gaat? Een object kan nooit zijn subject objectiveren en dus ook niet bereiken. Als je daarentegen een subject denkt te zijn, kan dat geen vorm hebben, want dan zou het een object zijn. Als het subject als vormloos wordt gedacht, lijkt er de onmogelijkheid om contact te maken met het object. Hoe zou dat dan moeten plaatsvinden en waarmee? Het filmdoek dat één wordt met de film is een denkbeeldige eenheid, een leugen, de bron van 'maya' van alle illusie.

Dus is het denken zelf de oplichter. Met hem kom je er nooit uit, want je blijft oplossingen bedenken en aldus gevangen zitten in je eigen denken. De eerste oorzaak kan nooit opgesplitst zijn, worden, of zijn geweest. Als het zogenaamde subject nooit één kan worden met het gedachte-object, trek daar dan de conclusie uit en zie dat het kennen van objecten niet inhoudt dat er ook objecten bestaan!

Als je de wereld om je heen beleeft, is dat dus niet het beleven van een wereld, van een vorm, maar van het kennen: de eerste oorzaak zelf. Je vraag 'maar is die eerste oorzaak iets wat ervaren, gevoeld, gekend of gezien kan worden?' is beantwoord. Het blijkt dus gewoon ervaren, voelen en zien te zijn. Die worden dus niet gekend, maar zíjn juist het kennen! En zo is de allesomvattendheid van de eerste oorzaak terug van nooit weg geweest.

K: Aarzelend staan we voor 'de lege stoel' en telkens deinzen we weer terug, want die stoel stelt toch niets voor en levert niets op. Waarom zouden we hem dan willen of niet willen?

JvD: Als je het standpunt van het 'kip én ei' als waarachtig hebt leren kennen, is de genezing je weer afvragen 'waarin verschijnen die kip en het ei?' 'Ik weet het niet,' antwoordt de persoonlijkheid die wil weten wat er eerder was. 'Stilte', zegt de stilte, die vanzelf ontstaat als het denken om dit schijnprobleem op te lossen nutteloos blijkt. Het antwoord is dus stilte. Wie zou in de stilte die de ingrond van alles is, niet willen hebben?

Het is aan de eerste oorzaak het verstoppertje-spelen te laten ophouden, maar als het ophoudt, zie je dat het er nooit is geweest. Alles is genade, er is geen ander zijn dan het ene Zijn zelf. Zet het denken buitenspel en neutraliseer je hardnekkige drang tot willen-begrijpen, tot willen-doen. Aldus blijf je 'naakt' en leeg achter.

K: Vraagt het tijd om te wennen aan het feit dat je geen persoon bent?

JvD: Ja, en nee. Ja, als je het bekijkt vanuit de hoofdrolspeler en het denken in tijd en ruimte. Nee, als je het schouwt vanuit het bewustzijn. Dat impliceert dat het uiteindelijk vanuit het bewustzijn allemaal onzin is. Het water was altijd al water, ook toen de golf dat nog niet had doorzien. Wat inhoudt dat het water niet hoeft af te kicken van het golf-denken.

Het is de golf, die denkt een x-aantal jaren te hebben geleefd, zichzelf doorziet dat hij altijd al gewoon water was, en tijd nodig heeft gehad om die automatische 'ik ben een golf'-gedachte te passeren. De aandacht die vroeger dacht bezit te zijn van het ik-denken, moet nu een poos op het water zelf worden gericht. Net zolang tot die aandacht en het water als één ding worden beleefd. Dat lijkt in de eerste instantie een activiteit van de golf, maar die waan eindigt in de praktijk pas echt, wanneer die aandacht als één met het water, met het kennen zelf wordt herkend.

21

Page 22: infoframe · Web viewbewandelt het 'neti neti' pad. Tony Parsons slaat een brug tussen de Christelijke symboliek en het non-dualisme. Alexander Smit over de schijnbare 'tussenpersoon'.

colofon

m e d e w e r k e r s :

Jan van DeldenDouglas HardingJan KoehoornHans LaurentiusTony ParsonsPhilip Renard Justus Kramer Schipper

Belle Bruins (redactie & vertalingen)Raf Pype (redactie)Kees Schreuders (redactie & lay-out)Bob Snoijink (redactie) Aad Brussaard (illustratie titelblad)

22