We Leven in Disruptieve Tijden

4
We leven in DISRUPTIEVE TIJDEN Een vraaggesprek met Martijn Aslander over de netwerk en informatiesamenleving Wat is informatie? ‘Ik heb eigenlijk geen flauw idee. Kennis snap ik wel, maar informatie? Is dat data? Zijn het nullen en enen? Ik weet het eigenlijk niet. Het is ook niet iets waar ik me druk over maak, overigens.’ Hoe kijk jij naar organisaties? ‘De meeste organisaties gaan ophouden te bestaan. Ze zijn te dom, te traag, te duur te log en het lerend vermogen is schrikbarend laag. Nog heel vaak wordt er gewerkt met dichtgetimmerde computersystemen en mogen de werknemers dus niet bij alle gratis ICT die op de markt is en zoveel dingen makkelijker kan maken… We zitten in een netwerksamenleving en een informatiesamenleving. Als je die bij elkaar voegt dan krijg je wat ik noem ‘de nieuwe renaissance’. Als je netwerken – fysieke netwerken, sociale netwerken en informatienetwerken – koppelt aan de beschikbare hoeveelheid informatie, dan krijg je compleet andere oplossingsrichtingen en toepassingen voor vraagaanbodfrictie vraagstukken. Dat klinkt misschien abstract, maar bijna alles op deze planeet gaat over vraagaanbodfrictie. Organisaties worden opgericht om iets gedaan te krijgen. Maar in toenemende mate is het buiten organisaties sneller, fijner, liever, leuker, beter, goedkoper (of zelfs gratis) om iets gedaan te krijgen dan bínnen organisaties, door de manier waarop we de afgelopen dertig, veertig jaar organisaties hebben vormgegeven. Dankzij het web en al die gratis technologie zijn er momenteel elke dag mensen slimme dingen aan het verzinnen die het wezen van jouw organisatie overbodig maken. We leven in disruptieve tijden en dat kun je heel eng en ingewikkeld vinden, maar je kunt er ook gefascineerd naar kijken, want het bespaart een hoop gedoe. Maar het is wel einde oefening van organisaties, zoals we die nu kennen. Ontwikkelingen gaan zo snel momenteel, daar kun je geen beleid op voeren, geen strategie voor uitzetten. We moeten gaan klooien en uitproberen, dat is de enige manier. Zeker nu DNAopslag voor de deur staat. De bizarre hoeveelheid data die je kan opslaan in een medium als DNA is krankzinnig. Je kunt er miljoenen kopieën per uur van maken en het gaat een paar honderd jaar mee. En verder: quantum computing komt eraan, supermaterialen komen eraan. The sky is the limit.’ Hoe gaan we hiermee om? ‘Dat is het gekke van deze tijd; we hebben geen antwoorden, we weten niet precies welke kant het opgaat, we kunnen alleen maar toekijken. Samenwerkende individuen…. tijdelijke samenwerkingsverbanden van getalenteerde individuen, gefaciliteerd door gratis technologie. Die richting gaat het uit, denk ik. ‘Ecosystemen kun je niet sturen, je kunt ze hooguit bouwen, kijken wat er gebeurt en ze eventueel verbeteren.’

description

Een transcriptie van een interview serie over de informatiesamenleving

Transcript of We Leven in Disruptieve Tijden

  • We leven in

    DISRUPTIEVE TIJDEN Een vraaggesprek met Martijn Aslander over de netwerk- en informatiesamenleving Wat is informatie? Ik heb eigenlijk geen flauw idee. Kennis snap ik wel, maar informatie? Is dat data? Zijn het nullen en enen? Ik weet het eigenlijk niet. Het is ook niet iets waar ik me druk over maak, overigens. Hoe kijk jij naar organisaties? De meeste organisaties gaan ophouden te bestaan. Ze zijn te dom, te traag, te duur te log en het lerend vermogen is schrikbarend laag. Nog heel vaak wordt er gewerkt met dichtgetimmerde computersystemen en mogen de werknemers dus niet bij alle gratis ICT die op de markt is en zoveel dingen makkelijker kan maken We zitten in een netwerksamenleving en een informatiesamenleving. Als je die bij elkaar voegt dan krijg je wat ik noem de nieuwe renaissance. Als je netwerken fysieke netwerken, sociale netwerken en informatienetwerken koppelt aan de beschikbare hoeveelheid informatie, dan krijg je compleet andere oplossingsrichtingen en toepassingen voor vraag-aanbodfrictie-vraagstukken. Dat klinkt misschien abstract, maar bijna alles op deze planeet gaat over vraag-aanbodfrictie. Organisaties worden opgericht om iets gedaan te krijgen. Maar in toenemende mate is het buiten organisaties sneller, fijner, liever, leuker, beter, goedkoper (of zelfs gratis) om iets gedaan te krijgen dan bnnen organisaties, door de manier waarop we de afgelopen dertig, veertig jaar organisaties hebben vormgegeven. Dankzij het web en al die gratis technologie zijn er momenteel elke dag mensen slimme dingen aan het verzinnen die het wezen van jouw organisatie overbodig maken. We leven in disruptieve tijden en dat kun je heel eng en ingewikkeld vinden, maar je kunt er ook

    gefascineerd naar kijken, want het bespaart een hoop gedoe. Maar het is wel einde oefening van organisaties, zoals we die nu kennen. Ontwikkelingen gaan zo snel momenteel, daar kun je geen beleid op voeren, geen strategie voor uitzetten. We moeten gaan klooien en uitproberen, dat is de enige manier. Zeker nu DNA-opslag voor de deur staat. De bizarre hoeveelheid data die je kan opslaan in een medium als DNA is krankzinnig. Je kunt er miljoenen kopien per uur van maken en het gaat een paar honderd jaar mee. En verder: quantum computing komt eraan, supermaterialen komen eraan. The sky is the limit. Hoe gaan we hiermee om? Dat is het gekke van deze tijd; we hebben geen antwoorden, we weten niet precies welke kant het opgaat, we kunnen alleen maar toekijken. Samenwerkende individuen. tijdelijke samenwerkingsverbanden van getalenteerde individuen, gefaciliteerd door gratis technologie. Die richting gaat het uit, denk ik.

    Ecosystemen kun je niet sturen, je kunt ze hooguit

    bouwen, kijken wat er gebeurt en ze eventueel

    verbeteren.

  • Ik kijk ernaar vanuit zwerm-oogpunt. Bij mieren is het niet zo dat de koningin bevelen uitdeelt, dat gaat allemaal op een heel subtiele manier. Mieren zijn ongelofelijk goed in informatie uitwisselen, slim samenwerken, dingen voor elkaar boksen. Eigenlijk zijn mieren de meest succesvolle soort op aarde. Zelforganisatie en zelfsturing, dat zijn nieuwe begrippen, nieuwe themas, die door de mogelijkheden van technologie nu wat dichterbij liggen; we staan aan de vooravond van het werken met zulke mechanismen. We hebben alleen behoefte aan controle, omdat we bang en onzeker zijn. En controle werkt nou eenmaal het beste vanuit een centrale hirarchische aanpak, dan ben je lekker de baas.

    Zwemleiderschap gaat over kijken wat er gebeurt en over situationeel leiderschap; in elke situatie heb je een ander soort leider nodig. Dus dat is geen hirarchisch model, maar een decentraal model. Ecosystemen kun je niet sturen, je kunt ze hooguit bouwen, kijken wat er gebeurt en eventueel verbeteren. Wat hebben we als samenleving in transitie nu nodig? Lerend vermogen. Het vermogen om sneller te leren van datgene wat je ontdekt. Dus sneller leren van fouten, sneller uitwisselen met elkaar, kortere feedbackloops, meer iteratie, trial and error, en een andere houding rondom fouten. We moeten af van de huidige foutencultuur. Dat, als je fouten maakt, je niet gepromoot wordt in je organisatie, niet bevorderd wordt naar een hogere functie. We moeten ophouden met mensen afstraffen voor fouten, we moeten een open cultuur creren waardoor we sneller leren van fouten. De denkfout die iedereen maakt is dat alle zzpers in hun eentje zijn. Die zijn niet in hun eentje, die zijn met zn allen. Sneller dan ooit, wendbaarder dan ooit. Ze leven van het delen van kennis en informatie. En van het maken van fouten, dus.

    Als een zzper een fout maakt dan mist ie hooguit een keer een klus, maar verder is er niets aan de hand. Lessons learned, en hij gaat gewoon door. Organisaties zijn vaak geen veilige omgevingen om fouten te maken. Dus gaan mensen politiek gedrag vertonen; informatie achterhouden, draaien, manipuleren. Ik zie organisaties zich niet snel genoeg ontwikkelen. Er moet een andere cultuur ontstaan. Maar om eerlijk te zijn zie ik dat niet gebeuren; ik denk dat er heel veel in elkaar stort. En dat is niet perse erg. Wat we nodig hebben is een andere houding. Ik kom vaak op congressen waar ik toespraken mag houden en dan leg ik uit: Hire for attitude, train for skills. De houding waarmee je in de organisatie staat, waarmee in je werk staat, is crucialer dan ooit. Je kunt beter mensen aannemen op hun houding, dan op skills en ervaring. Verdienen we straks nog geld? Ik denk dat we met zn allen veel minder geld gaan verdienen, maar dat is niet zo erg. De afgelopen honderd jaar zijn we vooral bezig geweest met het vergaren van bezit. Maar de netwerksamenleving gaat helemaal niet over bezit, die gaat over toegang! De digitalisering van de samenleving betekent een dematerialisatie van de samenleving. Daar hoor je eigenlijk nooit iemand over. We hoeven geen achthonderd euro per jaar uit te geven aan cds, want we hebben Spotify voor een tientje per maand. We hoeven geen vier, vijfhonderd euro per jaar aan dvd-boxen met series te kopen, en die dan allemaal in de kast zetten als je voor acht euro per maand Netflix hebt.

    De digitalisering van de samenleving betekent een dematerialisatie van de samenleving. Daar hoor je eigenlijk nooit iemand over.

    Wat we nodig hebben is een andere houding.

  • In mijn smartphone zit wel voor 80.000 euro aan apparaten; een waterpas, een kompas, een dictafoon, een rekenmachine, etc. Stel je voor: 80.000 euro aan apparaten waar je geen grondstoffen voor nodig hebt. Die hoef je dus niet te delven, niet te verplaatsen, je hoeft er geen halffabricaten van te maken, die hoef je niet te transporteren, je hoeft er niet meer over te communiceren, je hoeft ze niet te assembleren, je hoeft ze niet te verpakken en er zijn geen logistieke toestanden nodig om ze uiteindelijk bij je thuis te krijgen. Je hebt gewoon een digitale app. We hebben uiteindelijk minder geld nodig. Dus ik moet heel hard lachen om alle discussie op dit moment over inkomensongelijkheid. Als je in de jaren dertig werkloos was, dan had je misschien niet te eten. Als je in de jaren vijftig werkloos was, dan had je misschien wel te eten, maar geen tv. Als je in de jaren tachtig werkloos was, dan had je wel tv maar geen social media, geen marktplaats, geen thuisafgehaald.nl. geen uitwisselmechanismen. Als je nu werkloos bent, dan heb je alle kennis van de wereld tot je beschikking, alle muziek, alle films, alles wat je nodig zou kunnen hebben om je te ontplooien en te kijken hoe je weer op de rit komt. En tegelijkertijd kun je met anderen interacteren, waardoor je je minder eenzaam voelt. Ik zeg niet dat werkloos een goed idee is, maar je kunt beter nu werkloos zijn dan in de jaren dertig, vijftig of tachtig. Wat bedoel je met democratisering van informatie? Neem de Overheid. We weten helemaal niet waar de Overheid al haar geld aan uitgeeft. Ja, we lezen af en toe een begroting, of wat dingetjes van de rekenkamer, maar we kunnen niet op bonnetjesniveau zien waar gaat het geld naartoe gaat en of er slim mee omgegaan wordt. Wat ik al jaren bizar vind, is dat een gemeente als Amsterdam voor nou, doe eens gek een miljoen een website laat bouwen en dan niet de

    code erbij vraagt aan de maker om vervolgens Rotterdam te bellen met: Joe, we hebben net een website gekocht en het werkt hartstikke goed, volgens mij hebben jullie dat ook nodig, zullen we de code ff sturen? Al die gemeentes in Nederland en dat kunnen ook ministeries zijn, waterschappen en ga zo maar door die zijn allemaal precies dezelfde dingen aan het doen! Dat moet zichtbaar gemaakt worden. Dat moeten we uitwisselen, dan kan het volk gewoon gaan meedenken. In elk gemeente heb je werkloze hoogbegaafde programmeurs, die nergens aan de bak kunnen omdat ze veel te slim zijn, en die zitten we dus geld te geven in allerlei ingewikkelde uitkeringstrajecten en in projecten te stoppen, terwijl we aan de andere kant kijk even naar het debat over ICT projecten bij de overheid op dit moment allemaal dure consultants aan het betalen zijn voor iets wat we gratis hadden kunnen krijgen, van lui die toch niks te doen hadden. Dit is allemaal niet zichtbaar. En dat is dus wat ik bedoel met democratisering van informatie. Als we al dit soort informatie gewoon openbaar en deelbaar maken, dan kunnen we die hele puzzel met zn allen veel sneller oplossen. Want er zijn genoeg mensen die tijd en zin hebben om aan de bak te gaan met dit soort informatie. We gaan richting een tijdperk van radicale transparantie, waarin iedereen toegang heeft tot die informatie. En volgens mij is dat een heel goede zaak. Hoe kijk jij tegen privacy aan? Ik vind dit een heel moeilijk thema, ik kom er echt nog niet uit, ook niet met mezelf. Als iedereen alles weet van iedereen, dan moeten we alleen nog leren dealen met schaamte.maar als ik ook van jou weet wat je uitspookt en wat je in je hoofd hebt zitten en wat je gedaan hebt. als iedereen dat van elkaar weet, tsja Maar dat is meer een filosofisch vraagstuk. Uiteindelijk gaat het over machtsconcentratie. In het hele privacy-debat kom je uiteindelijk uit bij: je wilt niet dat de staat misbruik kan maken van jouw informatie. En dat gebeurt nu wel. In welk mate weten we niet, de ene keer zal het integer zijn en de andere

    Je kunt beter nu werkloos zijn dan in de jaren dertig, vijftig of tachtig.

  • keer niet hee, dat klinkt raar: kun je integer misbruik maken van informatie? Ja, ik denk het wel, omdat je denkt dat je de wet aan je kant hebt maar uiteindelijk worden al die mechanismen blootgelegd. We doen het zelf ook; we zitten in een transitiefase, waarin we massaal tappen en niet de verantwoording afleggen over wat we aan het doen zijn. Uiteindelijk denk ik dat dat geen houdbaar model is. Ik zeg wel eens voor de grap: Er zijn meer muizen dan katten en de muizen raken op dit moment steeds meer georganiseerd met elkaar, dus de katten moeten gaan uitkijken. Wat verwacht je dat er gaat gebeuren? Ik heb geen idee of het een harde of een zachte landing gaat zijn. Maar er is nu zoveel tegelijkertijd in beweging, we zitten in een energietransitie, in een onderwijstransitie, in een zorgtransitie. En de meeste mensen, zeker de mensen binnen die betreffende branches, hebben helemaal niet door wat er aan de hand is, dat is echt bizar! Er is een omwenteling gaande van jewelste, die we nog niet eerder op deze schaal hebben meegemaakt. Dus we hebben geen flauw benul welke kant het opschiet. Er is een supercomputer, Watson, van IBM, die een paar jaar terug de beste spelers van Jeopardy (een populair spelletje op tv in Amerika, red.) verslagen heeft door de Wikipedia uit zijn hoofd te leren. Een computer heeft dus de hele Wikipedia geleerd; de algoritmes en semantische constructies tussen alle paginas blootgelegd, en

    wist daardoor antwoorden trivia-antwoorden! te geven en het spelletje te winnen. Extrapoleer dat eens naar de komende tien jaar. De computerkracht gaat enorm toenemen. Exponentieel; computers worden niet een of twee of drie keer zo snel en slim, nee, veel meer. En ze worden steeds goedkoper, dus in handen van iedereen. En als een computer de Wikipedia kan leren, dan kan hij ook het wetboek leren n alle jurisprudentie n alle commentaren n alle uitspraken. Dat betekent dat het werk waar nu uren mee gemaakt worden in het juridische vak, allemaal kan worden geautomatiseerd. En als dt geautomatiseerd kan worden, wat dan nog meer? De snelheid waarmee we straks kunnen scannen, de snelheid waarmee we kunnen opslaan, verbinden, combineren en recombineren, is onvoorstelbaar. Er zijn nu al bots die nieuwsberichten kunnen maken op basis van tweets en Facebook-updates, in een leesbare context. Dus er bestaan op dit moment nieuwsberichten die accuraat zijn en waar geen mens aan te pas gekomen is! Think about it. En nu? Ik zie een enorme opkomst van yogascholen en mindfulness-cursussen. Ik denk dat Adjiedj Bakas, de trendwatcher, wel eens een heel groot punt zou kunnen hebben als hij zegt: Waarschijnlijk gaan we ons rotvervelen dus we moeten gewoon heel goed worden in tijdverdrijf. En laten we eerlijk zijn, we hebben ook veel te hard gewerkt de afgelopen jaren. We hebben heel hard gewerkt met zn allen om hier te kunnen komen. Mogen we er dan ook gewoon een beetje van genieten?

    Dit artikel is een bewerking van een serie gesprekken die zijn gevoerd met Martijn Aslander ten behoeve van een documentaire over informatie. Tekst: Yvon Mekkring

    Ik heb geen idee of het een harde of een zachte landing gaat zijn.