(waar speciaal gewoon is)...

1

Oecumenische School voor speciaal

basisonderwijs

De Vlindertuin

(waar speciaal gewoon is)

Schoolplan 2015-2019 Slochterwaard 176 1824 KV Alkmaar ! 072 56 446 06

2

Inhoudsopgave

01. Voorwoord 3

02. Inleiding. 4

03. Bestuursbeleid en visie. 5- 6

04. Welke kinderen bezoeken de Vlindertuin? 7- 8

05. Waar staan wij voor? 9-10

06. Onze kracht 11-12

07. Waar willen we naar toe? 13-14

08. Kwaliteitsbeleid 15-16

09. Organisatie van ons onderwijs 17-18

10. Inrichting van ons zorgbeleid 19-22

11. Personeelsbeleid 23

12. Communicatie en Informatievoorziening 22

13. Huisvesting, inrichting en financiën 24

14. Overige onderwerpen ( o.a. actief burgerschap, sociale integratie, en veiligheid) 25-26

15. Tevredenheidsonderzoek 27

16. Inspectiebeoordelingen 28

17. Opbrengsten 29-30

18. Onderhoud, verbeteren en ontwikkelen 30-31

19. Jaarplan (beknopt) 32-33

20. Instemming medezeggenschapraad 34

21. Vaststelling bevoegd gezag 35

3

1. Voorwoord

De samenleving verandert in hoog tempo. De technologische ontwikkelingen en de toenemende digitalisering hebben grote invloed hoe mensen leven en werken. Voor de huidige leerlingen in het basisonderwijs is een wereld zonder internettoegang en communicatiemogelijkheden via uiteenlopende media niet meer weg te denken. Het onderwijs moet de kinderen voorbereiden op een werkzaam leven in de toekomst. Hoe het was heeft z’n langste tijd gehad, maar hoe de toekomst eruit ziet, met de snelle, veranderende ontwikkelingen is moeilijk te voorspellen. De leerlingen van nu zullen straks misschien wel een beroep uitoefenen dat nu nog niet bestaat. Welke bagage moeten de leerlingen op school in hun rugzak krijgen om in de samenleving van nu en de toekomst goed te kunnen functioneren? Het onderwijs wordt uitgedaagd om daar over na te denken en krijgt het vertrouwen van de overheid dat zij in staat is om het onderwijs van de toekomst vorm te geven. Goed onderwijs is het stimuleren van ontluikend inzicht, iets laten gebeuren waardoor de wereld van de kinderen groter wordt en dat in een omgeving van vertrouwen geven, aanmoedigen, uitdagen en waarderen. Goed onderwijs betekent ook meer aandacht en ruimte voor de individuele talenten van kinderen, zodat ze die kunnen benutten en laten groeien. Maar elk kind leert op een andere manier, omdat zij verschillen in mogelijkheden, interesse, tempo en leerstijl. Het is onze opdracht om elk kind passend onderwijs te bieden. Hoe sluit je als school aan bij de digitale belevingswereld van de kinderen? Hoe maak je leerlingen deelgenoot van hun leerproces? Welke vaardigheden zijn noodzakelijk? Als we spreken over vaardigheden van de 21ste eeuw, wordt o.a. bedoeld: creativiteit, kritisch kunnen denken, probleemoplossend vermogen hebben, helder kunnen communiceren, goed kunnen samenwerken, over sociale en culturele vaardigheden beschikken, zelfregulering en digitale geletterdheid. Aan de meeste van deze vaardigheden geeft het onderwijs nu ook al aandacht, maar niet in die intensiteit die in de toekomst nodig is. Ook de leerlingen op de Vlindertuin hebben talenten. Maar zij hebben om die te benutten en te laten groeien wel een specifieke aansturing nodig. De natuurlijke leergierigheid waar de meeste kinderen over beschikken, is bij deze leerlingen vaak geringer of tijdelijk op de achtergrond geraakt. En ook zijn de vaardigheden waarover hierboven geschreven bij deze leerlingen in veel mindere mate aanwezig en vaak moeilijker te ontwikkelen. Het speciaal basisonderwijs is van oudsher de plek waar leerkrachten bezig zijn om de kinderen passend onderwijs te bieden. De laatste jaren heeft de focus voor een groot deel gelegen op het stellen van hoge cognitieve doelen. Dit heeft niet geleid tot hogere opbrengsten. Het team van de Vlindertuin pakt de handschoen op en gaat staan voor die dingen die zij belangrijk vindt voor de ontwikkeling en uitdaging van “hun” leerlingen. We moeten met elkaar meer durven en de dingen weer gaan doen waar wij als professionals zeker van zijn dat ze goed zijn voor “onze” kinderen. En dat in de overtuiging dat op die manier ook of juist daardoor haalbare en passende opbrengsten gerealiseerd zullen worden. Niet de methode en de daaraan gerelateerde toetsen moeten leidend zijn in het onderwijsleerproces, maar de pedagogisch-didactische kwaliteiten van de leerkracht. We zijn dit schoolplan dan ook gaan ontwikkelen vanuit die intrinsieke motivatie. Het gaat ons erom weer boven tafel te halen waarom we ook alweer op de Vlindertuin werken, wat we voor onze leerlingen willen betekenen, hoe we met ze willen omgaan en wat we met ze willen bereiken.

4

2. Inleiding

Voorafgaand aan het opstellen van dit schoolplan hebben we met elkaar tijdens een aantal studiemomenten stilgestaan bij de huidige ontwikkelingen rondom Passend Onderwijs en hebben we ons afgevraagd wat de positie van de Vlindertuin daarin zal of kan zijn. Los van alle onzekerheden waarmee we te maken hebben, hebben we d.m.v. een SWOT analyse onze kansen en bedreigingen geformuleerd. Van daaruit hebben we met elkaar ontwikkeldoelen beschreven. We hebben gekeken naar de kracht en toegevoegde waarde van de school voor kinderen met een intensieve ondersteuningsbehoefte, zowel cognitief als sociaal-emotioneel. Die toegevoegde waarde is beschreven hoofdstuk 6. Het Strategisch Beleidsplan 2014-2017 van de SAKS dient als kader voor het schoolbeleid voor de komende jaren. Het schoolplan van onze school is gebaseerd op de drie pijlers van het strategisch beleidsplan van het SAKS, te weten: vakmanschap, leeromgeving en educatief partnerschap. Het schoolplan 2015-2019 geeft de ambitie van de Vlindertuin weer voor de komende periode. Waar staan we nu en waar willen we ons naartoe bewegen. De manier waarop we dat gaan doen moet nog zijn vorm krijgen. De ontwikkeling is voor een deel afhankelijk van de ontwikkelingen binnen het Samenwerkingsverband. De Vlindertuin zal zich flexibel moeten opstellen om hierop te kunnen anticiperen. Het schoolplan is in eerste instantie een intern instrument, dat ons houvast biedt bij de gemaakte beleidskeuzes en bij de verdere planning van de uitvoering van ons beleid. In tweede instantie dient het schoolplan om verantwoording af te leggen aan het bevoegd gezag en aan de inspectie van onderwijs.

Bij het tot stand komen van dit schoolplan is gebruik gemaakt van -de evaluatie van het schoolplan 2011-2015 -de uitstroomgegevens naar het voortgezet onderwijs -analyse van de opbrengsten -de resultaten van een tevredenheidsonderzoek van ouders, kinderen en personeel -de uitkomsten van het laatste inspectiebezoek en verificatieonderzoek -de opbrengsten van de eerder genoemde studiedagen -de opbrengsten van “de gesprekken tussendoor”, teamvergaderingen en leerling besprekingen

De activiteiten die per schooljaar zijn vastgesteld worden in een jaarplan nader uitgewerkt. Samenhang met de andere documenten De schoolgidsen in de periode 2015-2019 worden samengesteld op basis van de inhoud van het schoolplan. Tevens verwijzen we in dit schoolplan naar de volgende documenten: • Strategisch beleidsplan Saks 2014-2017 • Het zorgplan • School ondersteuningsprofiel • De schoolgids • Klachtenregeling SAKS • Inspectierapport

5

3. Bestuursbeleid en visie De scholen van de Saks zijn verbonden door een aantal kernwaarden, waaraan elke school op zijn eigen wijze invulling geeft. Deze kernwaarden zijn: Ontmoeting Jezelf leren kennen door de ander Vertrouwen Door vertrouwen te geven groeit het zelfvertrouwen Eigenheid Uniciteit en authenticiteit Spiritualiteit Niet alles is met het verstand te verklaren Traditie Wat goed was voortzetten, delen, doorgeven en vieren Verwondering Open staan voor nieuwe inzichten Missie en visie Saks wil zich ontwikkelen tot een organisatie, die onderwijs aanbiedt dat past bij elke individuele leerling en bij de 21ste eeuw. Onderwijs, waarin planmatig handelen centraal staat en dat gericht is op een constante optimalisatie van het leerproces.

De strategische visie is tot stand gekomen in samenspraak met de directies en intern begeleiders. In projectgroepen worden bouwstenen ontwikkeld die moeten helpen de gestelde doelen te realiseren.

Ambities zijn: -het onderwijsaanbod sluit aan op wat kinderen nodig hebben in hun ontwikkeling -elke vakvrouw/-man kan aansluiten op de ontwikkelingsvraag/-behoefte van het kind -leerkrachten nemen verantwoordelijkheid voor het eigen vakmanschap -bestaande patronen over onderwijs en benadering van leerlingen zijn niet meer vanzelfsprekend -uitkomsten zijn om processen te verbeteren -we denken groots en organiseren klein Drie pijlers van het strategisch beleidsplan 2014-2017

Vakmanschap (waarbinnen onderwijskundig leiderschap) De kwaliteit van het onderwijs staat of valt met de kwaliteit van de leerkrachten en de directie. Leren kan slechts mogelijk gemaakt worden door passie, vakmanschap en gevoel voor didactiek en pedagogische tact. En passie is van oorsprong bij elke vakman aanwezig. Want elke leerkracht wil toch uiteindelijk uit elk kind het beste naar boven halen. De wil om zich blijvend te ontwikkelen behoort tot een professionele attitude van de leerkracht. Hierbij geldt niet “het komt erbij”, maar “het hoort erbij”. Van leerkrachten (en directie) wordt verwacht dat zij regie nemen over hun professionele ontwikkeling. Onder onderwijskundig leiderschap verstaan we leiderschap, dat gericht is op het leren in de school en het verbeteren en grip houden op de resultaten van het leren en het proces daar naartoe. Het gaat dus in de eerste plaats om het leren van leerlingen en vakmanschap van leerkrachten. Leerkrachten moeten goed lesgeven, zodat leerlingen goede resultaten behalen. De ambitie voor de komende tijd is de ontwikkeling van onderwijzer: naar een coachende en lerende leerkracht: Een leerkracht, die het eigenaarschap voor het leren terug geeft aan de leerling en de onderwijspraktijk voortdurend afstemt op de ontwikkelingsvragen van de leerling. Kennis hebben van leerlijnen, didactische en pedagogische inzichten, en kunnen reflecteren op het eigen handelen zijn hierbij vanzelfsprekend. De kwaliteit wordt gemaakt op de werkvloer. Hier kan en mag worden afgeweken van de standaarden, omdat de leerkracht organiseert op basis van vakmanschap, verbinding en vertrouwen.

6

Leeromgeving Met leeromgeving wordt niet alleen de fysieke en digitale omgeving bedoeld waarin wordt geleerd, maar ook de samenwerkingsvormen waarbinnen dit gebeurt. Het gaat om het ontwikkelen en inrichten van leer- en werkomgevingen, zowel virtueel als fysiek. De ambitie is leer- en werkomgevingen zo in te richten dat deze “op maat” te maken zijn voor elke individuele leerbehoefte, coöperatief leren gemakkelijk maken en waar ieder op zijn niveau regie kan voeren over de noodzakelijke leeractiviteiten.

Educatief partnerschap

De school is al lang niet meer de enige plek waar kennis wordt overgedragen. Buiten de school zijn tal van leeromgevingen, waarin kinderen leren en meer leerbronnen waar ze gebruik van kunnen maken. Educatief partnerschap is een productieve relatie tussen school, leerlingen, ouders en derden om de schoolprestaties en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen te optimaliseren. Want inspelen op de ontwikkelingsvragen en rekening houden met de verschillen en omstandigheden van kinderen vraagt om: Afstemming in het opvoedend denken en handelen. Voor de leerlingen is een goede samenwerking tussen school en ouders van grote betekenis. En samenwerking is meer dan een goede communicatie en het bieden van ouderhulp. Begrip en wederzijds vertrouwen tussen ouders en school vormen een belangrijke basis voor het werken met de leerlingen. Educatief partnerschap gaat over de beweging van ouderhulp naar ouderbetrokkenheid, zowel binnen als buiten de school. Onderwijs en opvoeden is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Een beweging van vrijblijvendheid naar wederzijdse verwachtingen. Dit geldt ook voor de samenwerking met andere ketenpartners. Hierbij heeft de school een duidelijke regiefunctie.

7

4. Welke leerlingen bezoeken de Vlindertuin? In dit hoofdstuk beschrijven we onze leerling populatie om de verbinding te kunnen leggen tussen de ontwikkeldoelen en de behoeften van de leerlingen.

Volgens de wet op het Primair Onderwijs is een school voor speciaal basisonderwijs “een school waar basisonderwijs wordt gegeven aan kinderen voor wie vaststaat, dat overwegend een zodanige orthopedagogische en orthodidactische benadering nodig is, dat zij althans gedurende enige tijd op een school voor speciaal basisonderwijs moeten worden opgevangen.”.

Het gaat dus om kinderen die zich niet vanzelfsprekend ontwikkelen, waarbij er dus sprake is van speciale onderwijs- en ondersteuningsbehoeften. Alle leerlingen die onze school bezoeken, hebben een positieve beschikking of toelaatbaarheidsverklaring gekregen, waardoor ze van het speciaal basisonderwijs gebruik mogen maken. De school van herkomst heeft onvoldoende antwoorden kunnen geven op de ondersteuningsvragen van de leerlingen. Voor een deel heeft dat te maken met de intellectuele mogelijkheden. Voor een ander deel komt dat door andersoortige problematiek of een combinatie. Qua intellectuele capaciteiten kennen we een brede opvang: het IQ >55<120, waarbij de getallen niet als absoluut moet worden gezien en een IQ>100 een uitzondering is. Wij onderscheiden leerlingen met:

a. Leermoeilijkheden b. Gedragsproblemen / werkhoudingproblemen c. Leerlingen met een gecombineerde problematiek

In de meeste gevallen is er niet (of niet duidelijk) zo’n onderscheid te maken. Veelal hebben we te maken met gecombineerde leer- en gedragsproblematiek. In het algemeen geldt dat veel van de leerlingen op de Vlindertuin over beneden gemiddelde of moeilijk lerende capaciteiten beschikken. Daarnaast kunnen de leerlingen -belemmeringen hebben in de visuele, auditieve en sensomotorische ontwikkeling

-belemmeringen hebben in de informatieverwerking (opnemen, onthouden, structureren van informatie, generaliseren, communicatieve beperkingen, problemen met leerstijl en leerstrategie) -belemmeringen hebben in zelfstandigheid en werkhouding (belangstelling, zelfcontrole en zelfsturing, inzet en doorzettingsvermogen, motivatie, aandachtsproblemen) -belemmering hebben in het sociaal-emotioneel functioneren (functioneren in een groep, basisbehoeften competentie, relatie en autonomie, internaliserend en externaliserend probleemgedrag

De aangemelde leerlingen hebben hierdoor vaak al een zeer forse achterstand op doorgaans meerdere leergebieden van 15 maanden of meer. Soms is er sprake van een leerrendement van 25% of minder. We hebben hoge verwachtingen van de leerlingen, maar willen ze ook nadrukkelijk niet nogmaals overvragen. We bieden passend onderwijs, door het onderwijsaanbod af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. In het ontwikkelingsperspectief wordt de keuze van het leerstofaanbod verantwoord, in de groepsplannen wordt die keuze nader uitgewerkt. Om de leerlingen op de Vlindertuin goed te kunnen begeleiden, moeten ze over een aantal vaardigheden beschikken:

- sociaal kunnen functioneren in een groep van 16 leerlingen met één leerkracht - corrigeerbaar en stuurbaar zijn - gezag kunnen accepteren - zich laten leiden - in groepsverband het schoolprogramma kunnen volgen. Leren is een persoonlijk proces, maar wel een gezamenlijke activiteit.

De ondersteuningsbehoeften worden steeds complexer. Er is vrijwel altijd sprake van gestapelde problematiek.

8

Om een beeld te krijgen van de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften hebben we de leerling populatie in kaart gebracht. Op die manier wordt goed duidelijk bij hoeveel van onze kinderen op meerdere gebieden problemen zijn. Naast de vaak aanwezige leerproblemen (al dan niet gerelateerd aan intelligentieniveau) komt bijna de helft van onze kinderen uit een niet traditionele gezinssituatie (ouders gescheiden, overleden, pleeggezin/instelling, etc.), heeft 20% van onze gezinnen met het AMK te maken gehad, heeft ruim 40% van de kinderen een DSM-IV diagnose en 97% van onze leerlingen is bekend in de jeugdhulpverlening. De gemiddelde intelligentie is 75, waarvan 22% een disharmonische profiel heeft. Van de leerlingen heeft 70% deel een intelligentie <80. Van de leerlingen heeft 6% een dyslexieverklaring en bij 10% van de leerlingen zijn er aanwijzingen voor dyslexie. Lichamelijke en/of medische problemen zien we bij ruim 25% van de leerlingen. Veel leerlingen hebben behoefte aan extra ondersteuning. 25% van de leerlingen heeft logopedie op school, 50% heeft dit ooit gehad. Een 35% van de leerlingen heeft senso-motorische training, bijna 50% van de leerlingen heeft dit ooit gehad. Ruim 10% van de leerlingen heeft PMKT. Daarnaast heeft ruim 25% andersoortige ondersteuning. Het uitstroomperspectief is voor bijna 60% van de leerlingen het Praktijkonderwijs. Voor 20% van de leerlingen is dat VMBO-lwoo al of niet in een speciale setting en voor 3% is het VMBO zonder lwoo. 1% van de leerlingen heeft als uitstroomperspectief het vso vanwege zeer specifieke onderwijsbehoefte. Voor 17% is er nog geen uitstroomperspectief geformuleerd i.v.m. de jonge leeftijd (dl < 20).

Uitstroomgegevens 2011 2012 2013 2014 2015 (advies) Praktijkonderwijs 11 13 10 28 11 OPDC (= vmbo in aparte setting) 07 11 15 03 03 VMBO bb/kb +LWOO 03 04 01 02 VMBO tl 01 VMBO kb/tl 01 01 VSO 01 01 01 02 ----------------------------------------------- + totaal aantal schoolverlaters 22 25 29 34 20 Verantwoording uitstroom Voortgezet Onderwijs Uitstroomniveau Intelligentieniveau** Leerlijn Didactisch niveau bij

uitstroom / DLE ZMLK

<55

Praktijkonderwijs 60-75(80) 0,50 (<50% leerrendement)

DLE <30

VMBO basis (76)81-91 0,50 – 0,75 (50-75% leerrendement)

DLE 30-45

VMBO kader 92-96 0,75 – 1,00 (75-100% leerrendement)

DLE 40 en hoger

VMBO theoretisch 97-104 1,00 (75-100% leerrendement)

DLE 50 en hoger

HAVO 105-113 >1,00 (>100% leerrendement)

DLE >55

Vanaf dit schooljaar is m.n. de ondersteuningsbehoefte van de leerling bepalend .

9

5. Waar staan wij voor? We willen dat alle leerlingen op de Vlindertuin zich in een veilige leeromgeving met passend onderwijs zo maximaal als haalbaar is, op een ontspannen manier kunnen ontwikkelen. Onze Missie De Vlindertuin is een oecumenische school voor speciaal basisonderwijs en heeft de levensbeschouwelijke basis in de algemene christelijke waarden. De leerlingen vormen samen een pluriforme gemeenschap, waarin verschillende culturen en geloofstradities samenleven. We gaan hierbij uit van gelijkwaardigheid. Alle kinderen zijn uniek, gelijkwaardig, maar niet gelijk. Kinderen ontwikkelen zich altijd, maar niet op dezelfde wijze. Het is onze belangrijkste taak om alle kinderen te begeleiden in hun ontwikkeling, zodat zij straks in de maatschappij op een goede en gezonde manier kunnen functioneren. Wij dagen elk kind uit het maximaal haalbare in zichzelf naar boven te halen.

Ons motto is: VEILIG, PASSEND, MAXIMAAL De basisgedachte is dat de school een plek moet zijn waar kinderen zich thuis voelen, waar een open sfeer hangt, die aansluit bij hun beleving. Een school waar warmte, veiligheid en rust voorop staat. Een school waar ook voldoende aandacht is voor wat de leerlingen wel kunnen. Onze school biedt deze leerlingen nieuwe ontwikkelingskansen door het onderwijsaanbod voor elke leerling passend te maken. Vaak hebben de leerlingen geen geloof in eigen kunnen en zijn het vertrouwen in anderen kwijt. De basisbehoeften voor elk kind staan in de school nadrukkelijk centraal:

a. relatie (welkom zijn, het gevoel te hebben erbij te horen, zich gezien, gehoord, gekend en

erkend voelen, er wordt een sfeer van acceptatie en vertrouwen gecreëerd), b. competentie (voor vol worden aangezien, weer plezier krijgen in het school gaan, je opdracht

aan kunnen, waardering krijgen) en c. autonomie (ruimte krijgen, zelf keuzes maken en verantwoordelijkheid dragen, in het proces

naar grotere zelfstandigheid zelf beslissingen leren nemen, betrokken worden bij de eigen leeromgeving).

We zijn een school, waar de leerlingen het maximaal haalbare leren en waar kinderen zich ontwikkelen tot een persoon met zelfvertrouwen, zelfkennis en positief gedrag, zodat het kind weer trots is op zichzelf. We dragen bij aan een goede persoonlijkheidsontwikkeling en aan een goede ontwikkeling van burgerschap. De Vlindertuin is een leeromgeving. De kinderen worden, elk met hun eigen onderwijsbehoeften, op passende wijze ondersteund bij het verwerven van (basis)vaardigheden, zoals bv. lezen, rekenen, spelling en het omgaan met de anderen om hen heen. In principe moet het onderwijs afgestemd zijn op de kerndoelen die zijn geformuleerd voor het basisonderwijs. Maar het merendeel van onze leerlingen beschikt niet over de mogelijkheden om dat te bereiken. Rekening houdend met de gemiddelde mogelijkheden van de leerlingen is het aanbod op de Vlindertuin vooral geënt op leerlijn 0,75 en 0,5. Voor alle leerlingen die zijn aangewezen op het speciaal basisonderwijs wordt het leerstofaanbod vastgesteld en vastgelegd in het ontwikkelingsperspectief en nader uitgewerkt in het groepsplan. In de nabije toekomst wordt het ontwikkelingsperspectief onderdeel van het groeidocument. We bieden de leerling kennis en vaardigheden aan die ze nodig hebben voor een zo volwaardig mogelijke deelname aan de maatschappij. We plannen en verdelen de leerstof zo, dat het gestelde doel gehaald wordt en kiezen in het geplande onderwijsleerproces de juiste aanpassingen. Daar waar de ontwikkeling van het kind afwijkt van de uitgezette koers wordt een analyse gemaakt en indien nodig een individueel handelingsplan opgesteld om het gestelde doel alsnog te bereiken. Als blijkt dat het gestelde doel uiteindelijk niet behaald kan worden, wordt het ontwikkelingsprofiel beredeneerd bijgesteld.

10

Onze Visie

De Vlindertuin biedt elke leerling passend onderwijs door: 1.het vervullen van de basisbehoeften: Bij de meeste leerlingen die de Vlindertuin bezoeken is het competentie gevoel verstoord geraakt. Herstellen van de drie basisbehoeften relatie (ik ben welkom, ik hoor er bij), competentie (ik kan wat, ik krijg waardering) en autonomie (ik ben iemand, ik word betrokken bij mijn eigen leeromgeving) is voorwaarde om te komen tot leren op het niveau dat ze aankunnen. Wanneer deze basisbehoeften tegelijkertijd vervuld worden, is de motivatie tot leren het sterkst: kinderen leren dan beter, onthouden beter wat ze hebben geleerd en integreren wat ze geleerd hebben in wat ze al wisten. 2.het bieden van een veilige leeromgeving Een veilige leeromgeving is een duidelijk gestructureerde, accepterende, geborgen omgeving met rust, orde en regelmaat, grote voorspelbaarheid en duidelijke grenzen. Daarin accepteren we het kind met zijn problemen, zijn we geduldig en consequent en tonen oprechte nieuwsgierigheid naar de gedachtewereld van de leerlingen. 3.het formuleren van hoge (maar haalbare) verwachtingen Voor elke leerling op de Vlindertuin wordt een ontwikkelingsperspectief vastgesteld, waarbij uitgangspunt is welke maximale mogelijkheden dit kind heeft en hoe we met deze leerling naar het einddoel toewerken. We hebben vertrouwen in zijn innerlijke groei en leggen de lat zo hoog mogelijk. Maar we willen onze leerlingen ook absoluut niet (opnieuw) overvragen. 4.het systematisch analyseren van de ontwikkeling in relatie tot de beoogde ontwikkeling Door het continue proces van observeren, analyseren en formuleren van de leerontwikkeling, blijft iedereen scherp en kunnen de noodzakelijke aanpassingen en bijstellingen gerealiseerd worden. 5.het delen van kennis en vaardigheden De teamleden delen hun kennis en vaardigheden met elkaar, waardoor de expertise bij elke leerkracht toeneemt. Dit gebeurt structureel in de teamvergadering, bouwoverleg en leerling bespreking. Ook volgen de teamleden gerichte nascholing om noodzakelijke kennis “in huis te halen” en de handelingsbekwaamheid te vergroten. De teamleden dragen gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het ontwikkelingsproces van iedere leerling.

6.een goed evenwicht te vinden in het aanleren van kennis, het stimuleren van persoonlijke en creatieve ontwikkeling en het aanleren van sociale en praktische vaardigheden We stimuleren het welbevinden van de leerlingen, omdat dit de basis is waarop de verdere ontwikkeling gestalte krijgt. 7.een professionele cultuur De teamleden zijn solidair, open, aanspreekbaar, ontwikkelend en resultaatgericht. We hebben zicht op de eigen kwaliteiten en die van anderen. We hebben oog voor brede talentontwikkeling en groei van het individu.

11

6. Onze kracht.

De Vlindertuin is als school krachtig en van waarde als het gaat om:

- het bieden van een pedagogisch veilige plek aan kwetsbare leerlingen De leerkrachten creëren een pedagogisch veilig leerklimaat, dat wordt gekenmerkt door liefdevolle aandacht voor -, het bieden van ruimte aan - en het luisteren naar kinderen. De leerkrachten bieden veiligheid, structuur en houvast en kijken naar de ondersteuningsbehoefte van elk kind. Ze geven elk kind het gevoel dat het er mag zijn en zijn een stimulerende factor t.a.v. het vergroten van de zelfredzaamheid van leerlingen, waardoor aan het zelfbeeld, zelfvertrouwen en verantwoordelijkheidsgevoel gewerkt wordt. De leerkrachten werken doelbewust aan de sociaal emotionele ontwikkeling. De leerkrachten zijn consequent in wat ze doen en wat ze zeggen, waardoor ze betrouwbaar zijn voor kinderen. De leerkrachten communiceren duidelijk en doelgericht en geven goed aan wat er van leerlingen wordt verwacht. De leerkrachten hebben gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling en het welbevinden van alle leerlingen

- het bieden van een kansrijke didactische omgeving De leerkrachten hebben de motivatie en gezamenlijke ambitie om onderwijs vorm te geven aan kwetsbare kinderen. Ze zijn betrokken, hebben liefde voor het vak en staan voor elkaar klaar. De leerkrachten hebben veel vakkennis, zijn praktisch, kunnen analyseren en zijn vindingrijk in het aanbieden en afstemmen van de leerstof. Zij bieden een goede structuur aan kinderen met leerproblemen om tot leren te komen en creëren het juiste leerstofaanbod voor kinderen met een leerprobleem of leerstoornis. De leerkrachten zijn in staat om reguliere programma’s aan te passen en hebben het talent om ook niet voor de hand liggende oplossingen te bedenken en uit te proberen. Ze stellen de kinderen in staat leren weer leuk te vinden en daardoor didactisch ook weer te groeien. De leerkrachten zijn in staat een goede afweging te maken tussen de ontwikkelingskracht van het kind en de mate waarin er behoefte is aan gerichte hulp. Het onderwijsaanbod is niet alleen gericht op het formele leren.

- het bieden van een krachtige zorgstructuur

De kracht van onze zorgstructuur is onder meer herkenbaar aan de volgende punten: De leerkrachten kijken naar het individuele kind en gaan uit van hun mogelijkheden. We beschikken over ortho-pedagogische en ortho-didactische expertise. We werken vanuit ontwikkelingsperspectieven met daaraan gekoppeld een uitstroomperspectief voor elk individueel kind. We werken op basis van groepsplannen met daarbij mogelijkheden voor individuele differentiatie (leerlijnen, (be)handelingsplannen); We hebben gespecialiseerde medewerkers op het gebied van logopedie, fysiotherapie, psycho-motorische kinder therapie, dyslexie en psychologie. Mede hierdoor zijn we in staat om complexe leerproblematiek te analyseren en te komen tot praktische handvatten in de begeleiding van kinderen en in het opzetten van (individuele) begeleidingstrajecten samen met de leerkracht. We bieden gepland multidisciplinair overleg, maar ook tussentijds wordt er beroep gedaan op de vakkennis van deze specialisten. Er wordt planmatig geëvalueerd.

- de interne en externe communicatie De communicatie tussen medewerkers onderling, met ouders en met leerlingen is professioneel, doelmatig en betrokken. De leerkrachten verstaan de taal van de ouders en zien hen als gelijkwaardige gesprekspartners.

12

Hierdoor is de school krachtig voor kinderen, want

- zij voelen dat hun omgeving hen waardeert om wie zij zijn en wat zij kunnen - eriserkenningdiezorgtvoorsociaalemotioneleveiligheid - kinderen worden meer betrokken bij hun eigen ontwikkeling - er wordt ook invulling gegeven aan de meer basale, persoonsvormende opdracht van de

school - zij weten wat er van hen wordt verwacht - zij weten welk gedrag gewenst is - ieder kind krijgt weer geloof en plezier in eigen kunnen - er kan ook praktisch en concreet ( handelend) gewerkt worden - er zijn heldere doelen - er is een variëteit aan werkvormen, aansluitend bij verschillende leerbehoeften - er is voldoende tijd en rust om je te ontwikkelen - er zijn handelings- en gedragsperspectieven - kinderen worden aangesproken op hun zelfredzaamheid - er is voor kinderen rust, ruimte, reinheid en regelmaat is (4 r-en) - school en thuis zitten zoveel mogelijk op één lijn - ze zijn geen uitzondering meer, maar zitten in een groep met gelijkgestemden,.

13

7. Waar willen we naar toe?

Vakmanschap

De context van de Vlindertuin maakt dat het moeilijk is een vastomlijnde schoolontwikkeling neer te zetten voor de komende vier jaren. De ontwikkeling van Passend Onderwijs is sterk bepalend voor de vorm waarin de Vlindertuin als school voortzetting krijgt. Het is nog niet duidelijk welke rol het speciaal basisonderwijs in Passend Onderwijs gaat spelen. Het Samenwerkingsverband heeft in de ontwikkeling een sterk sturende rol. Het team heeft nagedacht over mogelijke rollen die zij kunnen en willen invullen. Daarbij is als uitgangspunt genomen dat er altijd een groep kinderen zal zijn die behoefte heeft aan onderwijs, zoals dat wordt geboden op de Vlindertuin. Ontwikkelen is een weg van onderzoeken, uitproberen, bespreken en er een conclusie aan verbinden. Daarbij moeten we voor ogen blijven houden waar we met elkaar naar toe willen en met elkaar in gesprek blijven. En uiteraard kan niet alles tegelijk worden gerealiseerd Het team van de Vlindertuin wil het onderwijsaanbod systematisch evalueren en waar mogelijk verbreden met praktische werkvormen. “Handelend leren” dient opnieuw vorm en inhoud te krijgen. Jaarlijks bepaalt het team één of enkele speerpunten op dit gebied. Voor het team betekent dit dat er voor de komende vier jaar aan de volgende ontwikkeldoelen gewerkt gaat worden:

- het realiseren van een breed onderwijsaanbod, dat nog meer gericht is op de behoefte van het kind

- het up-daten van - (psycho-pathologische) kennis (via MDO en intervisie) - het versterken van de competenties van individuele leerkrachten op het gebied van het

opstellen en uitvoeren van specifieke handelingsperspectieven/gedragsperspectieven. - het inzetten van elkaars talenten (team-teaching) - het formeel en informeel leren verbinden - het eigenaarschap terugbrengen naar de werkvloer: - het opnieuw opzetten/aanpassen van de zorgstructuur - het bezien welke administratieve zaken er wel/niet toe doen - het geven van ruimte aan leren op andere manieren

Leeromgeving Het team van de Vlindertuin ziet mogelijkheden om de leeromgeving van de kinderen te vergroten en/of te verrijken. De leeromgeving wordt daarin niet alleen als een fysieke omgeving beschouwd, maar ook relaties en kennis behoren tot de leeromgeving van kinderen. Het vergroten van de leeromgeving heeft daarom ook veel raakvlakken met Educatief Partnerschap. Uitgangspunt voor de inrichting van de leeromgeving is altijd dat het doelgericht moet zijn en in dienst moet staan van het onderwijsproces. Om kinderen goed onderwijs te kunnen bieden en de mogelijkheden van het schoolgebouw beter te kunnen benutten, zijn de volgende ontwikkelbehoeften geformuleerd ten aanzien van het gebouw en de inrichting daarvan:

- Timeoutruimtevoorkinderenopnieuwvormgeven- Ruimtes functioneel indelen - Duidelijke werkplekken buiten de groep creëren - Onderzoeken of er behoefte/mogelijkheid is ruimte binnen school voor CJG te creëren

14

Eén van de manieren om het onderwijsaanbod beter af te stemmen op de individuele behoeften van een kind, is het gebruik van ICT. Daarbij moet worden opgemerkt dat ICT in je onderwijs pas zin heeft als het je onderwijs verbetert. Om ICT optimaal in te kunnen zetten ter ondersteuning van het leren, zijn de volgende ontwikkelpunten geformuleerd:

- Realiseren van een goed werkende, digitale omgeving. Een stabiele infrastructuur. - Tablets voor meerdere vakken gaan inzetten - Elke leerkracht een eigen tablet om eigen vaardigheid te vergroten - Het structureel aanbieden van mediawijsheid in het onderwijsprogramma

Leren vindt niet alleen plaats in het klaslokaal of in de virtuele wereld. De leerlingen van de Vlindertuin hebben als geen ander behoefte aan verbinding tussen het formele leren en het informele leren. Van uit die doelstelling kan de school haar directe omgeving beter benutten ten behoeve van het onderwijsprogramma. Dat betekent dat er optimaler gebruik kan worden gemaakt van voorzieningen in de buurt van de school. We denken hierbij aan:

- Schooltuinen - Bibliotheek - Kinderboerderij - Park - het schoolplein


Het team van de Vlindertuin ziet ouders als belangrijke schakel in het totale leerproces van een kind. Het team wil enkele activiteiten ontwikkelen om de betrokkenheid van ouders te vergroten bij de school, als voorwaarde voor te ontwikkelen educatief partnerschap (zie volgende kopje). Bij ouderbetrokkenheid gaat het over de kwaliteit van samenwerken tussen school en ouders in het belang van de leerling. Dat betekent een inspanningsverplichting voor zowel school als ouders. Ouderbetrokkenheid gaat over het op natuurlijke wijze ondersteunen van het leren thuis en het aanwezig zijn bij noodzakelijke overlegmomenten op school. Partnerschap tussen school en ouders is geen doel op zich. Uiteindelijk moet het leiden tot een pedagogisch doel: zorgen voor afstemming in het denken en handelen voor w.b. de opvoeding van kinderen op school en thuis. Daarvoor zijn o.a. de volgende mogelijke ontwikkelpunten beschreven:

- Projectmatig werken en ouders uitnodigen voor afsluiting om de betrokkenheid te vergroten; - Koffie (gespreks) ochtenden; - Ouders actief betrekken bij groeidocument en ontwikkelingsperspectief - Thema-avonden (ook door externen als BJZ of de eigen deskundigen, zoals de psycholoog,

maatschappelijk deskundige of logopediste): profilering van de school;

Voor een deel zijn strategische keuzes van het College van Bestuur ook leidend voor de toekomst van de school. Vanuit het uitgangspunt dat de Vlindertuin altijd voor een bepaalde groep leerlingen de plek blijft waar zij het meest passende onderwijsaanbod kunnen ontvangen, ziet het team mogelijkheden en noodzaak functionele en strategische partnerschappen te sluiten en vorm en inhoud te geven, om de kennis en expertise van de school te behouden, maar ook te delen Zinvol partnerschap moet b.v. worden aangegaan met ouders, hulpverlening, het samenwerkingsverband, de basisscholen en de nabije omgeving van de school.

15

8. Kwaliteitsbeleid. De Vlindertuin verzorgt gespecialiseerd onderwijs voor leerlingen met bijzondere onderwijsbehoeften, nl. voor kinderen van 5 tot 13 jaar voor wie de mogelijkheden van het reguliere basisonderwijs onvoldoende aansluiten bij hun onderwijsbehoeften. Kwaliteitsbeleid is het systematisch verzamelen en gebruiken van informatie over de geleverde kwaliteit en te komen tot kwaliteitsverbetering. Dit streven naar kwaliteit betekent, dat we moeten vaststellen of we de ‘goede dingen doen’ en ‘de dingen goed doen’. Belangrijk hierbij is dat we ons samen verantwoordelijk voelen voor de resultaten en dat stappen, die worden genomen om de kwaliteit te verbeteren, door iedere betrokkene worden gedragen. Hierbij gaat het ons niet alleen om het evalueren van de resultaten die we behalen met de leerlingen, maar ook om andere zaken die van invloed zijn op het onderwijsleerproces. We noemen hier leerstofinhouden, voldoende tijd, veilig schoolklimaat, duidelijke uitleg door leerkrachten, afstemming op de mogelijkheden van de leerlingen, in- en externe communicatie, contact met ouders, aansturing van de organisatie. En dit kan op basis van een goede zelfevaluatie en op basis van kennis “wat wel of niet werkt”. De genoemde zaken zijn regelmatig onderwerp van gesprek tijdens de teamvergaderingen. We plannen onze evaluaties systematisch. Om blinde vlekken te voorkomen, wordt ook gebruik gemaakt van objectieve evaluatie-instrumenten. Ten aanzien van de leerstofinhouden maakt de school alleen gebruik van methodes die voldoen aan de kerndoelen. In het incidentele geval dat dit niet zo is, wordt gemotiveerd aangegeven waarom we afwijken en welke maatregelen we nemen om alsnog aan de kerndoelen te voldoen. Per schoolplanperiode wordt minimaal één keer nagegaan of de gebruikte methodes nog passen bij onze doelstellingen, de gewenste opbrengsten en de leerlingenpopulatie. De school roostert voldoende tijd in om de geplande leerstof te behandelen. De directie (of bouwcoördinator) evalueert dit jaarlijks met de leerkrachten. Daarbij wordt ook besproken of de beschikbare tijd efficiënt wordt besteed. We streven naar een veilig schoolklimaat. Dat geldt zowel voor leerlingen als voor personeel. Om kinderen te helpen bij het ontwikkelen van hun sociaal-emotionele vaardigheden maken we gebruik van verschillendede methodes. Om de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen systematisch te kunnen volgen, maken wij gebruik van Kijk en SCOL. Eens in de vier jaar nemen we een enquête af bij de leerlingen van de midden- en bovenbouw. In deze vragenlijst wordt ook gevraagd naar een veilig klimaat, pestgedrag en omgangsvormen. Ook ons personeel wordt eens in de vier jaar door middel van een enquête gevraagd naar hun welbevinden. Indien uit deze onderzoeken blijkt dat we ons beleid moeten bijstellen, zullen we dit uiteraard doen. Om een zo goed mogelijk leerrendement te halen voor alle leerlingen, schenken we veel aandacht aan een duidelijke uitleg door leerkrachten en het afstemmen op de mogelijkheden van leerlingen. De methode gebonden toetsen worden systematisch afgenomen, besproken en geëvalueerd door leerkracht en intern begeleider. We volgen de systematiek van het Cito leerlingvolgsysteem. Jaarlijks worden de opbrengsten van de schoolverlaters aan de inspectie gerapporteerd. De inspectie spreekt daar nog geen waardeoordeel over uit. Wel stelt zij dat de opbrengsten op de Vlindertuin in de pas lopen met de mogelijkheden die de leerlingen hebben. Bijna al onze leerlingen stromen uit naar de in het ontwikkelingsperspectief geformuleerde schooltype.

De kwaliteitsaspecten en indicatoren van het onderwijstoezicht betrekken we nadrukkelijk bij de inrichting van onze kwaliteitszorg. De schoolinspectie beoordeelt de kwaliteitszorg van de school aan de hand van de volgende indicatoren: de school inzicht heeft in de verschillende onderwijsbehoeften van de leerlingen de school jaarlijks de kwaliteit van haar opbrengsten evalueert de school regelmatig het leren evalueert de school planmatig werkt aan verbeteractiviteiten de school de kwaliteit van het leren borgt de school de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel borgt

De uitkomsten van de zelfevaluatie worden verwerkt in activiteiten, interventies , de veranderaanpak. Meten op zich is geen kwaliteitszorg. De gegevens moet worden geanalyseerd en geïnterpreteerd. Verbeteringen moet planmatig worden aangepakt en gerealiseerd. Kwaliteitszorg gaat om een voortdurend cyclisch proces:

16

Plan is het startpunt van de cirkel. Het gaat om plannen van activiteiten en het stellen van doelen. Do geeft aan dat we doen wat we onszelf bij Plan hebben voorgenomen Check vraagt er om dat we zorgvuldig nagaan wat de resultaten van onze inspanningen zijn. Act geeft aan dat de organisatie de aanpak eventueel bijstelt, verbetert, dan wel de koers aanpast

Dit laat zich vertalen in de cyclus:

Instrument/systeem

Betrokkenen Frequentie/systematiek

Schooljaarplan Directie en intern begeleider Jaarlijks + evaluatie Schoolgids Directie en team Jaarlijks + bijstellen Analyses van opbrengsten per groep

intern begeleider en team Tenminstetweekeerperjaar

Analyse van opbrengsten op schoolniveau

Directie en intern begeleider, maar ook in het voltallige team

Tenminste twee keer per jaar

Klassenbezoeken Directie en intern begeleider Meerdere malen per jaar Leerlingbespreking op verzoek Leerkracht, intern begeleider,

psycholoog Eens in de twee weken

Leerlingbespreking kleine zorgcommissie

Directie, intern begeleider, schoolpsycholoog

Eens in de vier weken

Leerlingbespreking voortgang Al het onderwijs ondersteunend personeel + intern begeleider en zorgcoördinator

Twee keer per jaar

Leerlingbespreking CvB Directie, intern begeleider, schoolpsycholoog, schoolarts, maatschappelijk deskundige

Zes keer per jaar

Tevredenheidsonderzoeken: • Ouders• leerlingen • Team

Ouders, leerlingen, personeel Eén keer per twee jaar

Studiedagen Voltallig team 7 dagen Teamvergaderingen Teamleden die op

vergaderdag werken Systematische afwisseling team- en bouwoverleg

Gesprekken in kader van personeelsbeleid

Directie jaarlijks

17

9. Organisatie van ons onderwijs Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen zoveel mogelijk een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en verstandelijke ontwikkeling, op het ontwikkelen van de creativiteit, op het verwerven van de noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. Het onderwijs gaat er mede van uit dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving, is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennis maken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten. Het onderwijs is afgestemd op de behoefte van de leerling (‘individuele leerlijn op één of meer vakgebieden’). Stamgroepen Alle kinderen starten elle dag in hun stamgroep. Deze groep bestaat uit ongeveer 16 leerlingen. Aan het begin van de dag is er bewust tijd en ruimte gecreëerd waarop de kinderen “hun verhaal kwijt kunnen” en noodzakelijke dingen kunnen worden uitgesproken of worden opgelost. Na een kwartier gaan alle kinderen naar de niveaugroep, waar ze voor het rekenonderwijs bij zijn ingedeeld. Op deze manier kan de noodzakelijke instructie efficiënter worden gegeven. Na het rekenen is het tijd voor het leesonderwijs. Dit organiseren wij op dezelfde manier als het rekenen. De kinderen gaan hiervoor dan ook naar een andere niveaugroep. Na de leestijd gaan de kinderen voor de rest van de dag weer naar de stamgroep, voor alle andere activiteiten. Leren leren. Veel leerlingen van de Vlindertuin gaan niet vanzelfsprekend aan het leren. Daarom besteden we veel aandacht aan vaardigheden zoals: hoe pak je nu een taak aan, hoe vraag je hulp, hoe ga je om met uitgestelde aandacht, hoe kan je goed zelfstandig (door)werken, hoe kan je goed samenwerken en hoe reflecteer je op je eigen werk Sociaal gedrag We vinden het belangrijk onze leerlingen sociaal competent gedrag te leren. Dat is niet alleen nodig voor “later’, maar ook om optimaal te kunnen profiteren van het onderwijs. We stimuleren de sociaal emotionele ontwikkeling van onze kinderen en werken aan sociale vaardigheden. We verzamelen systematisch gegevens middels het invullen van de SCOL lijsten en werken structureel met de methode Kinderen en hun sociale talenten. In principe wordt de indeling van de methode aangehouden, maar soms kiest de leerkracht de les uit die op dat moment het best past of aansluit bij gebeurtenissen. Incidenteel worden lessen gekozen die aansluiten bij de sociaal-emotionele vorming van 1 of meerdere kinderen; soms wordt deze les in een klein groepje aangeboden. Naast de gegevens uit de SCOL lijsten spelen bij het bepalen van de lessen sociaal emotionele vorming ook observaties en overlegmomenten een belangrijke rol, zoals: - hoe gaat de leerling om met andere kinderen - hoe is het gedrag in de les t.o.v. de leerkracht, opdracht of andere kinderen - welke ontwikkelpunten komen er uit de leerlingbespreking - welk probleem geven de ouders aan Daarnaast zijn er verschillende vormen van interactie, zoals de vertelkring, de wensen en gedachten kring, de verjaardagclub, het kind van de dag en besteden we aandacht aan emoties en aan zaken als: wat kan je goed, waar voel je jezelf zeker in, wat vind je moeilijk, wat kan een ander goed, begrijp ik de ander, begrijpt de ander mij, geef ik zelf duidelijk aan hoe ik me voel, hoe kunnen we samen….. In alle groepen is er dagelijks aandacht voor het voor en na bespreken van de pauze. Leerstof De leerstof wordt afgestemd op de onderwijsbehoefte van de leerling en houdt rekening met verschillen tussen leerlingen. Er is flexibiliteit in de manier van het aanbieden van de leerstof, rekening houdend met verschillende leerstijlen. De leerlingen verwerven die kennis en vaardigheden, binnen de individuele mogelijkheden, om een zelfstandig, sociaal en kritisch denkend mens te worden in een multiculturele samenleving. Het niveau dat uiteindelijk wordt bereikt is individueel bepaald.

18

Omgaan met verschillen blijft een voortdurend aandachtspunt. Goed onderwijs vraagt van de leerkrachten sterke vaardigheden op het punt van differentiatie. Differentiatie kan op verschillende manieren plaatsvinden. Met rekenen en technisch lezen hanteren we m.n. divergente differentiatie: de leerlingen krijgen instructie in niveaugroepen. Op deze wijze proberen we te voorkomen dat er al te grote niveauverschillen zijn, waardoor instructie nauwelijks nog mogelijk is. Leertijd Binnen het lesrooster zijn de uren opgenomen, welke zijn toebedeeld aan de afzonderlijke vakken. Er is voldoende onderwijstijd gepland voor de vakken lezen, spelling en rekenen. In overleg met de intern begeleider kan er voor een leerling voor een specifiek vak beredeneerd van worden afgeweken. Onderstaande percentages zijn gemiddelden en kunnen per groep wat afwijken. Deze roostertijden zijn opgenomen in de schoolgids.

Percentage vakgebieden uren

26,25

Nederlandse taal (schrijven, technisch lezen, leesbeleving, begrijpend en studerend lezen, spelling, taalbeschouwing, nt2, motorische ontwikkeling en schrijven.

± 9,25

Rekenen / wiskunde ± 5,5

Wereldoriënterende vakken , waaronder aardrijkskunde, topografie, geschiedenis, de natuur, gezond en redzaam gedrag, burgerschapsvorming en, Engels

± 5

Kunstzinnige oriëntatie (tekenen, handvaardigheid, drama, dans en muziek ± 2,5

Bewegingsonderwijs en spel ± 2

Sociaal-emotionele vorming, waaronder catechese ± 2

Lesopbouw. We streven ernaar om de instructie in alle groepen op dezelfde manier vorm te gegeven, nl. een actieve directe instructie. De fases die in elke les worden doorlopen zijn: -Ophalen van voorkennis en/of het bespreken van het voorgaande werk -Presentatie van het onderwerp en benoemen van de lesdoelen; -Uitleg -Begeleid inoefenen -Zelfstandige verwerking: In deze fase gaan de leerlingen zelfstandig aan de slag. -Evaluatie: nabespreking van de dingen die goed en minder goed gingen -Terug- en vooruitblik: De leerkracht plaatst de les in de context van de andere lessen en geeft aan welke vervolgactiviteit komt. Het is mogelijk dat hiervan op bepaalde momenten beredeneerd wordt afgeweken.

Voor leerlingen die specifieke hulp nodig hebben, zijn er verschillende disciplines aan de school verbonden die advies en zo nodig behandeling geven. Sommige van hen zijn vast teamlid (orthopedagoge, logopediste), anderen werken in overleg met school (fysiotherapeute, psychomotorische kindertherapeute, schoolmaatschappelijk deskundige en de schoolarts).

19

10. Inrichting van ons zorgbeleid Op de Vlindertuin hebben we een sluitend systeem van instrumenten en procedures waarmee we de prestaties en ontwikkeling van de leerlingen volgen. Elke leerling heeft een ontwikkelingsperspectief. Deze wordt twee keer per jaar geëvalueerd en zo nodig beredeneerd bijgesteld. Op de Vlindertuin wordt uitgegaan van de vanzelfsprekende verschillen in kennis, vaardigheden en gedrag tussen leerlingen. Het betreft intensieve zorg voor leerlingen met grote en complexe onderwijsbehoeften die niet (meer) op een verantwoorde wijze door de basisschool kunnen worden opgevangen. Het gaat hierbij m.n. om onderwijsbehoeften op het gebied van de sociaal emotionele ontwikkeling en het leren van de instrumentele basisvaardigheden. We doen dat in een leeromgeving, die wordt getypeerd door: • onderwijs in groepen van ongeveer 16 leerlingen • waar nodig, aangepast gebruik van leer- en hulpmateriaal • passende leerlijnen • het nastreven van beredeneerd vastgestelde haalbare doelen • ondersteuning door logopedie, psycholoog, fysiotherapie, klassenassistent, dyslexiebegeleiding, maatschappelijk werk, Psycho Motorische Kinder Therapie. . • methodische en gerichte sociaal-emotionele opvoeding • leerkrachten die bewust kiezen voor het werken met kinderen bij wie niet alles van zelf gaat, maar

bij wie veel sturing nodig is, zowel leer-technisch als gedragsmatig gezien. De omgang met de kinderen vindt plaats in een sfeer waarin rust, regelmaat, structuur en duidelijke afspraken en regels zijn. Met structuur bedoelen we de manier waarop wij als school de leeromgeving inrichten, de voorspelbaarheid van het gedrag van de leerkrachten en de planning van de leerstof. De omgeving is uitnodigend. De weg naar het gestelde doel vindt plaats vanuit onze visie dat het pedagogisch klimaat waarin de kinderen zich bevinden belangrijk is voor hun ontwikkeling en hun gevoel voor eigenwaarde. De groepsleerkracht is verantwoordelijk voor de zorg van de leerlingen. Hierin zijn preventieve zorg en planmatig werken sleutelwoorden. Op leerlingenniveau wordt de kwaliteit bewaakt door toetsing, dagelijkse observatie, registratie en een samenhangend systeem van leerlingenzorg. Elke leerling krijgt het onderwijsaanbod dat bij hem of haar past. Er wordt gewerkt met groepsplannen gerelateerd aan het voor iedere leerling bij binnenkomst opgestelde ontwikkelingsperspectief. In de groepsplannen is beschreven in welke stappen de leerstof is verdeeld om het geplande resultaat te behalen. Maar ook welke aanpak, instructie, begeleiding etc. nodig is om het gestelde doel te bereiken. De groepsleerkracht bewaakt het ontwikkelingsproces, zoals beschreven in het groepsplan. De methode gebonden toetsen worden afgenomen en door de leerkracht geanalyseerd. Wordt een methode gebonden toets onvoldoende gemaakt, dan beslist de leerkracht welke maatregelen hij neemt. Als ook de tweede methode gebonden toets onvoldoende wordt gemaakt, brengt de leerkracht dat in bij de bespreking met de intern begeleider en overlegt via welke interventies getracht wordt het geplande resultaat alsnog te behalen. We spreken dan van een signaalleerling. De aanduiding signaalleerling wordt ook gebruikt voor leerlingen die anders dan hierboven beschreven opvallen. Deze leerlingen worden door de leerkracht ingebracht bij de incidentele leerling besprekingen, waarvoor om de week tijd is ingepland door de intern begeleider en de orthopedagoog/psycholoog. Indien een leerling bij de methode onafhankelijke toets het gestelde doel niet behaalt, wordt middels analyse van de toets gekeken of de onvoldoende gemaakte onderdelen corresponderen met de aangeboden stof (leerlijn). Als de onderdelen niet corresponderen met de leerlijn, wordt er geen actie ondernomen. Zijn alle onderdelen wel aangeboden en wijkt het resultaat meer dan 3 maanden in negatieve zin af van de planning, dan spreken we van een zorgleerling. Voor deze leerling kan een individuele handelingsplanning gemaakt worden om het voorgenomen, geplande resultaat alsnog te bereiken. Deze individuele handelingsplanning is een verbijzondering van het groepsplan. Het beschrijft datgene wat afwijkt van het groepsplan of wat nader moet worden gepreciseerd, zoals een specifieke aanpak of zaken die specifiek voor deze leerling gelden. Deze individuele handelingsplanning is tijdelijk van aard en duurt maximaal de periode van het groepsplan. Als na de vastgestelde periode het geplande resultaat wederom niet wordt behaald en na analyse hiervan wordt vastgesteld dat het vooral leerling kenmerken zijn die hier debet aan zijn, wordt het ontwikkelingsperspectief beredeneerd bijgesteld en wordt deze leerling bij een ander groepsplan

20

ingedeeld. Daar waar nodig vindt extra onderzoek plaats. Wijkt een leerling in positieve zin 3 maanden of meer af van de planning, dan wordt geanalyseerd welke onderdelen van de volgende leerlijn(en) al worden beheerst. Vervolgens wordt er een versnelling in de te behalen doelen ingezet. Na een intern onderzoek wordt de leerling besproken door de onderzoeker met de zorgcoördinator, de intern begeleider en de groepsleerkracht. Afhankelijk van de vraagstelling en de uitkomsten van het onderzoek wordt er actie ondernomen. Ook kan dit het aanvragen van een extern onderzoek bewerkstelligen. Verslag van een extern onderzoek komt terecht bij de zorgcoördinator. Deze draagt er zorg voor dat dit verslag wordt gelezen door en besproken met de betreffende personen en wordt vertaald in concrete handelingsadviezen. Het verslag wordt in het leerlingendossier opgeborgen. In de loop van het schooljaar worden leerlingen besproken in de Commissie van Begeleiding. De leerlingen worden aangedragen door de zorgcoördinator. Op de Vlindertuin is voor elke leerling een dossier aanwezig. Voor intern gebruik is er voor alle leerlingen ook een digitaal dossier. De leerkrachten hebben een map waarin per leerling de didactische- en pedagogische gegevens zijn opgeborgen, evenals de groepsplannen en waarin werkaantekeningen worden maakt. De werken zorgstructuur. Alle leerlingen die vanaf 1 augustus 2015 op sbo de Vlindertuin worden toegelaten, hebben een

toelaatbaarheidsverklaring. Voor deze leerlingen is ook al een (deel van het) groeidocument ingevuld. De leerlingen die al langer op de Vlindertuin zitten, hebben nog een beschikking van de PCL. Bij plaatsing van de leerling op de Vlindertuin wordt alle beschikbare informatie door de zorgcoördinator opgevraagd en doorgenomen.

Opstellen ontwikkelingsperspectief (bij plaatsing) Aan de hand van deze gegevens wordt door de schoolpsycholoog in samenspraak met de intern

begeleider en zorgcoördinator het ontwikkelingsperspectief opgesteld. Dit document bevat de relevante gegevens vanuit het dossier. De sterke en zwakke actoren zijn in kaart gebracht, waaronder de psychologische en didactische gegevens. Deze gegevens worden gebruikt om een goede afweging te maken van het verwachte uitstroomniveau van de leerling. Vervolgens wordt beredeneerd welk aanbod (welke leerlijn) de leerling nodig heeft om dit uitstroomniveau te halen en welke actiepunten daarvoor nodig zijn. Door het instroomniveau en het te verwachten uitstroomniveau met elkaar te verbinden ontstaat de prognose- of ontwikkelingslijn.

Opstellen groepsplan 1e periode (augustus/september) Met de gegevens uit het ontwikkelingsperspectief stelt de groepsleerkracht het groepsplan op. In

dit groepsplan beschrijft de leerkracht hoe er de komende periode met de onderwijsbehoefte van de leerling wordt omgegaan, wat de doelstelling per kind is en het onderwijsaanbod. Ook wordt beschreven wat er nodig is om het gestelde doel te bereiken. Het groepsplan wordt besproken met de intern begeleider en zo nodig geoptimaliseerd. Indien van toepassing, worden er actiepunten bepaald. Vanaf een dl van 20 worden de leerlijnen en het uitstroomperspectief vastgesteld.

Leerlingbespreking (september/oktober) Alle leerlingen worden aan de hand van het ontwikkelingsperspectief en het groepsplan door de

leerkracht besproken met de intern begeleider en/of zorgcoördinator. Individuele ouderavond (oktober) De groepsleerkracht bespreekt het ontwikkelingsperspectief en leerstofaanbod met de ouders. Methode gebonden toetsen (doorlopend) Het onderwijsproces wordt doorlopend gevolgd en geanalyseerd via de methode gebonden

toetsen en observaties. Bespreking signaal- en zorgleerlingen (oktober/november) In deze bespreking worden de signaal- en zorgleerlingen nogmaals besproken door de intern

begeleider, zorgcoördinator en de groepsleerkracht. Afname SCOL (december/januari) Methode onafhankelijke toetsen Cito (december/januari) Aan het eind van de eerste periode wordt d.m.v. methode onafhankelijke toetsen (lees CITO)

getoetst om het bereikte resultaat in beeld te brengen. Er wordt gekeken of wat wordt getoetst

21

wel overeenkomt met de gestelde leerdoelen van de individuele leerling voor de betreffende periode.

Analyses op leerling niveau (januari) De toetsen worden geanalyseerd op leerling-niveau. Geëvalueerd wordt of alles is aangeboden

wat in het groepsplan is beschreven. Ook wordt bezien of een andere aanpak nodig is. Deze evaluatie wordt aan het Ontwikkelingsperspectief toegevoegd.

Opstellen groepsplan 2e periode (januari/februari) Aan de hand van de resultaten, observaties en analyses stelt de leerkracht voor de volgende

periode een nieuw groepsplan op en worden doelen geformuleerd. Indien noodzakelijk worden de verwachtingen bijgesteld. Het groepsplan wordt met de intern begeleider besproken en waar nodig geoptimaliseerd.

Individuele ouderavond (januari/februari) De groepsleerkracht evalueert met de ouders het leerstofaanbod en de ontwikkeling van de

leerling. Analyse op groeps- en schoolniveau (janauri/februari) De toetsgegevens worden op groepsniveau geanalyseerd door de intern begeleider en de

directie. Vervolgens gebeurt dat ook op schoolniveau. De uitkomsten/conclusies hiervan worden met het team besproken. Indien nodig worden de noodzakelijke acties in gang gezet.

Leerlingbespreking/voortgangsbespreking (maart/april) Alle leerlingen worden door de leerkracht besproken met de intern begeleider en/of

zorgcoördinator. Afname SCOL(april/mei) Methode gebonden toetsen (doorlopend) Het onderwijsproces wordt doorlopend gevolgd en geanalyseerd via de methode gebonden

toetsen en observaties Bespreking signaal- en zorgleerlingen (april/mei) In deze bespreking worden de signaal- en zorgleerlingen nog maals besproken door de intern

begeleider, zorgcoördinator en de groepsleerkracht. Methode onafhankelijke toetsen Cito (mei/juni) Aan het eind van de tweede periode wordt d.m.v. methode onafhankelijke toetsen (lees CITO)

getoetst om het bereikte resultaat in beeld te brengen. Er wordt gekeken of wat wordt getoetst wel overeenkomt met de gestelde leerdoelen van de individuele leerling voor de betreffende periode.

Analyse op leerlingniveau (juni/juli) De toetsen worden geanalyseerd op leerling-niveau. Geëvalueerd wordt of alles is aangeboden

wat in het groepsplan is beschreven. Vervolgens wordt bekeken of het gestelde doel is bereikt en wat er wel of niet wordt beheerst. Ook wordt bezien of een andere aanpak nodig is.

Individuele ouderavond (juni/juli) De leerkracht evalueert met de ouders de ontwikkeling van hun kind. Aanpassen ontwikkelingsperspectief (juni/juli) Als gaande de uitvoering van het OPP blijkt, dat het ondanks de preventieve zorg niet lukt on de

doelen te bereiken, bieden we extra zorg aan die wordt vastgelegd in handelingsplanning. Als ook deze zorg niet het gewenste resultaat biedt besluiten we tot het bijstellen van het OPP. Uiteraard beredeneerd. Dit kan betekenen dat we tot de conclusie komen dat deze leerling het beoogde doel niet gaat halen en we de extra hulp beter kunnen gaan richten op een kleiner aantal problemen. We schrappen niet vooraf, want we hebben de leerlijn bewust gekozen. Maar de analyses van de toetsen, observaties en evaluaties van de geboden extra zorg kunnen er toe leiden dat we beredeneerd afwijken.

Analyse op groeps- en schoolniveau (juni/juli) De intern begeleider en directie analyseren vervolgens de gegevens op groeps- en

schoolniveau, bespreken dit met het team en formuleren de noodzakelijke actiepunten, zowel op groepsniveau als op schoolniveau. Deze actiepunten worden meegenomen in het nieuwe jaarplan.

Overdracht einde schooljaar

22

Alle relevante gegevens worden voor de zomervakantie door de huidige leerkracht met de volgende groepsleerkracht besproken. Primair is het bewerkstelligen van continuïteit bij de wisseling van leerkracht.

signaalleerling in

De leerkracht werkt handelingsgericht, doet interventies n.a.v. eigen observaties en (toets) resultaten van de leerlingen. De ontwikkeling van iedere leerling wordt nauwkeurig gevolgd d.m.v. methode gebonden en methode onafhankelijke / landelijk genormeerde toetsen. Bij interventies in deze stap valt te denken aan voorinstructie, verlengde instructie, kleine aanpassingen in het standaard leerstofaanbod en het investeren en onderhouden van een goed relatie met iedere leerling. De leerkracht bespreekt een eventuele hulpvraag m.b.t. een leerling tijdens de collegiale consultatie in de bouwvergadering

De leerkracht bespreekt de hulpvraag m.b.t. een leerling met de intern begeleider/psychologe. Als hulpmiddel wordt een schooleigen document ingevuld. Op grond van dit overleg volgt een voorlopige probleemverklaring en worden handelingsgerichte acties geformuleerd b.v. meer leertijd, extra handen in de klas, ondersteuning van de ouders door huiswerk. De afspraken worden vastgelegd.

De leerling draait mee met het groepsaanbod conform zijn leerlijn

De leerling wordt besproken in het zorgteam en er wordt bekeken welke interventies ingezet kunnen worden en of (externe) expertise nodig is om te voldoen aan de hulpvraag. De acties worden uitgewerkt in een handelingsplan.

Voldoende resultaat

2e x O

nvold. op m

eth. geb. toetsen/opval-lend gedrag

Onvoldoende

tot geen resultaat

Aanpassing arrangement ; Logopedie/ PMKT/ Fysiotherapie/gedragseducatie/Leesbegeleiding wordt aangevraagd

Voldoende resultaat

De leerling draait weer mee met het groepsaanbod conform zijn leerlijn.

Diagnostiek en behandeling bij Ketenpartners

Diagnose

wordt

vastgesteld Therapie aangevraa

signaalleerling

zorgleerling

OPP wordt aangepast



Indicatie wordt aangevraagd

Voldoende resultaat

Met externe/ interne begeleiding

Voor iedere leerling wordt een arrangement opgesteld, door het zorgteam, beschreven in het Ontwikkelings Perspectief (OPP).

23

11. Personeelsbeleid en organisatieontwikkeling Formatie/taakbeleid Professionalisering De kwaliteit van het onderwijs staat en valt met de kwaliteit van de mensen die er werken. Van leerkrachten wordt verwacht dat zij regie nemen over hun professionele ontwikkeling en deze niet laten afhangen van het aanbod van nascholingsmogelijkheden. Scholing is bedoeld om een positieve bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het onderwijs op school en daarmee aan de schoolontwikkeling. Verzoeken tot individuele nascholing zullen daarom in dit licht worden beoordeeld. Professionaliseren kan bestaan uit -individuele, zelf bepaalde ontwikkeling -individuele, met schoolleiding afgesproken ontwikkeling -teamontwikkeling en is onderwerp tijdens de te houden functioneringsgesprekken. Met de nieuwe CAO PO 2015 wordt mogelijk een duidelijker verbinding gelegd tussen professionalisering en loopbaanontwikkeling. Door te voldoen aan nader uit te werken beoordelingscriteria kan ontwikkeling stapsgewijs verlopen van “start bekwaam” via “basis bekwaam” naar “vakbekwaam” Voor de leerkrachten die basis bekwaam zijn, zullen in het persoonlijk ontwikkelingsplan afspraken worden vastgelegd om te komen tot vakbekwaamheid. In de nieuwe cao is afgesproken dat leerkrachten in de klas geobserveerd worden en goede feedback krijgen. Om proactief te ondersteunen bij de ontwikkeling van teamleden is gekozen voor de leeromgeving van de SAKS-Academie als eerste bouwsteen. Het aanbod vindt plaats in de vorm van workshops, cursussen of trainingen, leergemeenschappen en intervisiegroepen. De professionalisering van de schoolleiding zal m.n. gericht moeten zijn op

- opbrengstgerichtleiderschap- hetvergrotenvandeautonomievandeteamleden.

12. Communicatie en Informatievoorziening

Contacten met ouders Het team hecht veel belang aan een goede communicatie met de ouders. De leerkrachten zijn daardoor beter in staat de kinderen te leren kennen en begrijpen. De ouders krijgen bovendien een beter zicht op de dagelijkse gang van zaken binnen de school. Begrip en wederzijds vertrouwen tussen ouders en school vormen een belangrijke basis voor ons werken met kinderen. Middelen die worden gehanteerd om de ouders te informeren:

• De schoolgids,. De schoolgids wordt jaarlijks bijgesteld en op de website gezet. • De schoolkalender die jaarlijks verschijnt, waarin opgenomen de belangrijke

wetenswaardigheden voor het betreffende schooljaar. • De website • De nieuwsbrief (de Voelspriet). • De introductieavonden aan het begin van het schooljaar. • Bespreken van het Ontwikkelingsperspectief • De individuele rapportbesprekingen. • Overleg met OR en MR.

Ouders kunnen te allen tijden een afspraak maken voor een individueel gesprek met de leerkrachten of directie van de school.

24

Contacten De school onderhoudt talrijke contacten met diverse instanties. We beperken ons tot de belangrijkste:

• het bestuurskantoor • collega basisscholen, • MKD • onze “doelgroep” scholen voor voortgezet onderwijs • collega sbo-scholen • regio-overleg sbo • gemeente Alkmaar • zwembad de Hoornse Vaart • bibliotheek • Artiance • sportbureau • de inspectie van onderwijs, • leerplichtambtenaar, • onderwijs begeleidende instanties, • het samenwerkingsverband • onderwijsexperts • jeugdhulpverlening, • gezinsvoogden • contacten met overige maatschappelijke instellingen en/of instanties, • hogeschool In Holland, de IPABO en het Horizoncollege.

13. Huisvesting, inrichting en financiën Organogram

Begrotingen

25

Jaarlijks vindt aan de hand van een opgestelde concept-begroting voor het nieuwe kalenderjaar een gesprek plaats met de Voorzitter van het College van Bestuur en een medewerker van het administratiekantoor. In dit begrotingsgesprek wordt allereerst het resultaat van het voorgaande begrotingsjaar besproken. Dit naar aanleiding van de eerder toegezonden overzichten over de werkelijke uitgaven, vergeleken met de begroting voor dat jaar. Mede op grond van de actuele stand van de afschrijvingen op leermethodes en meubilair wordt bepaald welke financiële ruimte er is voor nieuwe investeringen. In het gesprek wordt de hoogte van de door de school zelfstandig te bepalen uitgaven vastgesteld. De begroting wordt vervolgens door de directeur van de school voorgelegd aan de medezeggenschapsraad van de school. De door het administratiekantoor opgestelde tussentijdse financiële overzichten geven maandelijks een beeld aan de directeuren van de scholen over de realisatie en prognose van de vastgestelde begroting én geeft tevens aan de Voorzitter van het College van Bestuur een overzicht op school- en bestuursniveau. De directeur voorziet de maandelijkse overzichten van een analyse en geeft hierbij verklaringen. Voor het opstellen van de begroting is de kaderbrief Saks 2015 richtinggevend. Belangrijke elementen hier uit: Personeelskosten splitsen in salariskosten en overige personeelskosten. Eigen vermogen van de school z.s.m. naar >8%<10% van de schoolomzet. De school is zelfvoorzienend wat betreft de kosten voor ouderschapsverlof en bapo. Formatie-uitbreiding lopende het schooljaar met flexibele arbeidscontracten. Voormalige LGF bekostiging 90% van aantal vorige schooljaar – schoolverlaters.

2% van loonkosten extra begroten voor verloven die niet worden vergoed door vervangingsfonds

14. Overige onderwerpen

Actief burgerschap, sociale integratie en veiligheid De leerlingen groeien op in een samenleving met verschillende bevolkingsgroepen. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen kennis hebben en kennis maken met verschillende achtergronden, religies en culturen van leeftijdgenootjes. Om actief, maar ook kritisch te kunnen deelnemen aan de samenleving zijn specifieke kennis en vaardigheden noodzakelijk. Het gaat hierbij onder andere om het accepteren van de verscheidenheid tussen mensen, wederzijdse tolerantie en zorg voor de omgeving. Actief burgerschap en sociale integratie is geen apart vak, maar maakt integraal onderdeel uit van de kern van ons onderwijs, de waarden en de normen die daarmee gepaard gaan en zijn verwerkt in de methoden van wereldoriëntatie, de zaakvakken, lessen sociaal emotionele ontwikkeling en ons levensbeschouwelijk onderwijs. Het gaat hierbij vooral om het kennismaken met andere culturen en belangrijke geestelijke stromingen, de zorg voor de eigen gezondheid en die van anderen, aandacht voor het milieu en het zichzelf kunnen redden als verkeersdeelnemer. De leerkracht vervult een voorbeeldfunctie bij het in de praktijk brengen van burgerschapsdoelen, vooral waar het gaat om gelijkwaardigheid tussen mensen, het betrekken en motiveren van leerlingen, het ingaan op actuele gebeurtenissen en incidenten binnen en buiten de school. Actief burgerschap en sociale integratie hebben consequenties voor de omgang tussen leerlingen en leraren en vormen de basis voor het veiligheidsbeleid. Pestgedrag, discriminatie en intimidaties worden niet getolereerd. Gedragsregels, protocollen, waaronder het anti-pestprotocol ondersteunen dit streven. De school volgt op systematische wijze de veiligheidsbeleving door:

a. Het in kaart brengen van het veiligheidsgevoel van leerlingen, ouders en leerkrachten d.m.v. enquêtes

b. Het zorgvuldig registreren van incidenten. Sponsoring Het onderwijs aan Nederlandse basisscholen wordt bekostigd door de overheid. Daarnaast hebben scholen – binnen marges – de vrijheid andere financiële bronnen aan te boren. Een mogelijkheid is sponsoring. Onze school is terughoudend op het gebied van sponsoring en houdt zich in geval van sponsoring aan het convenant “Scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring” (2009) De drie belangrijkste uitgangspunten van het convenant zijn:

26

a. Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen.

b. Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen.

c. Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of continuïteit van het onderwijs beïnvloeden of in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwaliteit van het onderwijs. Het primaire proces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen.

Sociale veiligheid Op de Vlindertuin waarborgen we de sociale veiligheid van onze leerlingen en medewerkers. Er is binnen het team een specifieke functionaris die de sociale veiligheid bewaakt en bevordert. De functionaris heeft de volgende taak: aandachtfunctionaris kindermishandeling, contactpersoon en de communicatie met de externe vertrouwenspersoon. Vertrouwenspersoon De rol van de vertrouwenspersoon is het fungeren als aanspreekpunt voor werknemers, leerlingen en ouders die binnen de organisatie geconfronteerd worden met ongewenst gedrag (zoals pesten, mishandeling, ruzie, seksueel geweld, discriminatie of racisme), er zorg voor dragen dat die personen goed opgevangen worden en eventueel verwezen worden, bijvoorbeeld naar de externe vertrouwenspersoon van het bestuur. Deze externe vertrouwensbestuur is onafhankelijk. Aandachtfunctionaris In gevallen van (vermoeden van) huiselijk geweld en kindermishandeling, hanteert de Vlindertuin de landelijke meldcode. Deze code geeft aan hoe scholen dienen te handelen bij het vermoeden van huiselijk geweld en kindermishandeling. De aandachtfunctionaris is het aanspreekpunt voor ouders, leerlingen en leerkrachten en vormt de schakel met hulpverleningsinstanties

27

15. Tevredenheidsonderzoek

Pluspunten van onze school: Kritiekpunten op onze school: Ouders duidelijkheid van schoolregels (95%) onderlinge omgang van de kinderen (30%) vakbekwaamheid van de collega’s (94%) veiligheid op het plein (16%) bevorderen van zelfstandigheid (92%) veiligheid op weg naar school (22%) omgang leerkracht/leerling (90%) speelmogelijkheden op het plein (16%) aandacht voor sociaal emotionele ontwikkeling (89%)

aandacht van leerkrachten voor ouders (90%) regels, rust en orde op school (86%) Kinderen duidelijkheid van regels (89%) overblijven (40%) omgang met de leerkracht (89%) het pestgedrag van sommige kinderen (20%) het uitleggen door de leerkracht (86%) aardrijkskunde en geschiedenis (34%) gymnastiek (80%) vermoeidheid (23%) uitstapjes met de klas (90%) zitplaats in de klas (20%) Collega’s contact met de leerling (100%) werkdruk (92%) aandacht voor normen en waarden (83%) ontspanningsmogelijkheid in pauze (75%) motivatie van leerlingen (83%) duidelijkheid schoolregels (67%) oudercontacten (83%) groepsgrootte (67%) extra mogelijkheden snelle leerlingen (83%) waardering voor het werk (50%) begeleiden leerproblemen (83%) invloed op werksituatie (42%) omgang suggesties ouders (83%) taakverdeling binnen team (42%) ondersteuning door schoolleiding (40%) schoolimago 42%) Conclusie: In de totale beoordeling zijn ouders en leerlingen ruim tevreden. Bij de collega’s is de tevredenheid minder, nl.net aan voldoende. De eerste zaken die we gaan aanpakken zijn de werkdruk (de invoering van de nieuwe cao biedt daar

28

handvatten voor), de invloed op de werksituatie en taakverdeling (meer verantwoordelijkheid bij de leerkracht) en de duidelijkheid van de schoolregels. Opvallend dat ouders en leerlingen dit laatste item positief beoordelen en de collega’s merendeels niet.

16.Inspectiebeoordelingen Inspectieverslag 2012, op alle onderdelen voldoende behaald, basisarrangement toegekend.

Onderwijsleerproces De gebruikte methoden zijn dekkend voor de kerndoelen. Het leraar gedrag is voorspelbaar en de leraren zorgen voor een duidelijke structuur in de onderwijsactiviteiten en een doelmatig klassenmanagement.

Er wordt gewerkt met groepsplannen voor rekenen, technisch lezen, spelling en begrijpend lezen.

Binnen deze groepsplannen zijn concrete doelen gesteld, afgestemd op de verschillende onderwijsbehoeften.

Zorg en begeleiding De school heeft een sluitend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.

De leraren analyseren de resultaten en trekken conclusies die vervolgens uitgewerkt zijn in de groepsplannen.

De zorgstructuur is preventief van aard door de zorgvuldige analyse van de methode gebonden toetsen waardoor de schol probeert uitval te voorkomen.

Alle leerlingen hebben en ontwikkelingsperspectief. Deze worden, indien nodig, na een tweede meetmoment bijgesteld. Een eerste evaluatie heeft al geleid tot aanpassing van het geplande leerstofaanbod.

Kwaliteitszorg De school heeft de kenmerken van de leerling populatie beschreven Ook is er een start gemaakt met het evalueren van de resultaten van de leerlingen en daaraan ook conclusies verboden

Een ontwikkelpunt voor de school is het benoemen van eigen school specifieke doelen gedifferentieerd naar uitstroomniveaus.

De borgingsactiviteiten van de onderwijskwaliteit kunnen nog specifieker worden beschreven. Inspectieverslag 2014, niet alles voldoende, wel basisarrangement Onderwijsleerproces De eindopbrengsten lijken voor de afgelopen drie schooljaren van voldoende niveau. De resultaten lijken overeen te komen met wat gemiddeld verwacht kan worden van scholen met een vergelijkbare leerling populatie.

Zorg en begeleiding Aan de evaluaties van de ontwikkelingsperspectieven worden nog onvoldoende conclusies verbonden die leiden tot beredeneerde keuzes op basis waarvan de ontwikkelingsperspectieven worden bijgesteld

Kwaliteitszorg Er zijn nog onvoldoende school specifieke doelen gesteld waardoor het referentiekader om adequaat te evalueren ontbreekt

De evaluatiegegevens en de conclusies worden nog onvoldoende vastgelegd.

Conclusie in 2014: Het vastleggen van planningen, handelingsalternatieven, evaluaties en conclusies is voor verbetering vatbaar. Dit hebben we opgepakt en al een aardige stap in gemaakt, m.n. de evaluaties en het beschrijven van

29

de vervolgstappen. De volgende stap is de mogelijke oorzaken of verklaringen bij tegenvallende ontwikkelingen nog explicieter te beschrijven.

17. Opbrengsten De trend om verantwoording te moeten afleggen aan de hand van cijfers is onmiskenbaar. Het onderwijs is een publieke zaak waar verantwoording d.m.v. meten bij hoort. Onze leerlingen worden getoetst met regulier toetsen met een regulier landelijke normering. Dat is niet altijd zinnig. Deze toets resultaten geven geen zinvol beeld omdat die niet gerelateerd zijn aan de mogelijkheden van de specifieke leerlingenpopulatie. Onze leerkrachten willen in kunnen spelen op verschillen tussen leerlingen en de opbrengsten op leerling niveau vertalen naar een passend onderwijsaanbod. We gaan en zijn als schoolteam in gesprek over de opbrengsten en dat gebruiken we om met elkaar over het onderwijs te praten. Op deze manier geven we invulling aan de cyclische benadering t.a.v. onze onderwijskwaliteit. Opbrengsten juni 2014 Het beeld dat we zien is bij alle vakken nagenoeg hetzelfde. In de lagere groepen is de vooruitgang gering. Naarmate de leerlingen in hogere groepen komen, wordt de vooruitgang groter. Dit is ook verklaarbaar. In de jongere jaren spelen de belemmerende factoren, zoals een zwakke concentratie, werkhouding, motivatie, een gering zelfvertrouwen en soms ook schoolrijpheid een heel grote rol. Opbrengsten schoolverlaters 2014 Het gemiddelde IQ van de schoolverlaters is 70. Er waren 35 schoolverlaters, waarvan 5 met dyslexie en 10 leerlingen met gediagnosticeerde sociaal emotionele problematiek. De opbrengsten van de schoolverlaters van 2014 waren voor

TL Gemeten met de DMT is de gemiddelde vaardigheidsscore 70. De ondergrens van de inspectie

(bij het gemiddelde IQ van deze groep) is 55. BL De gemiddeld behaalde vaardigheidsscore bij begrijpend lezen is 28. De inspectie

hanteert (bij het gemiddelde IQ van deze groep leerlingen) een ondergrens van 19. RW De inspectie hanteert (bij het gemiddelde IQ van deze groep leerlingen) een ondergrens van 64.

Met een gemiddelde vaardigheidsscore van 68 zitten we dus net boven de grens. SP De gemiddelde vaardigheidsscore hierbij is 128. Hierbij is door de inspectie geen ondergrens

vastgesteld. Opbrengsten januari 2015 TL Bij het technisch leesniveau zien we al een aantal jaren ruim voldoende resultaten en

iedere keer weer een klein stapje hoger. We kunnen vaststellen dat het technisch lezen qua hoeveelheid leertijd en wat de gehanteerde instructievormen in stamgroep doorbrekende instructiegroepen betreft ruim voldoende aandacht krijgt. We moeten dit met elkaar vasthouden.

BL Bij het begrijpend lezen wordt bij de schoolverlaters gemiddeld bezien voldoende leerwinst behaald. Daarmee komen we uiteindelijk boven de door de inspectie gehanteerde norm. In de lagere leerjaren moeten de resultaten echter omhoog, zodat de marge t.o.v. de inspectienorm wat royaler wordt. De Taaltrapeze biedt het begrijpend lezen te summier aan. Elke leerkracht gebruikt er nog aanvullend materiaal naast. Deze aanvulling is echter niet eenduidig. Hierdoor worden ook bepaalde strategieën onvoldoende ingeoefend

SP De resultaten van spelling geven een zelfde beeld als bij begrijpend lezen. De leerwinst bij de oudere leerlingen compenseert de langzamere ontwikkeling in de jongere groepen in voldoende mate om boven de inspectienorm uit te komen. We streven erna om in de jongere leerjaren meer leerwinst te behalen. Maar werkhouding, gebrek aan zelfvertrouwen, motivatie, concentratie en een beginnend leesniveau zijn hierbij sterk belemmerende factoren.

RW De resultaten met rekenen zijn voor de helft van de leerlingen onvoldoende. Het stellen van doelen passend bij de dl is voor veel leerlingen een te grote stap. De winst die we meenden te kunnen behalen door te gaan werken met Snappet is nog niet bewaarheid. We verklaren dit

30

doordat we hier pas twee maanden mee werken en dit voor de kinderen toch een grote omslag is.

Opbrengsten schoolverlaters 2015 Het gemiddelde IQ van de schoolverlaters is 77. Onderling zitten er wel grote verschillen. Van

de 20 schoolverlaters hebben 2 leerlingen dyslexie. Bij 5 leerlingen is er sociaal emotionele problematiek gediagnosticeerd.

TL Gemeten met de DMT is de gemiddelde vaardigheidsscore 89. De ondergrens van de inspectie

is 55. Van de 20 leerlingen hadden 2 er een vaardigheidsscore < 55. Hiermee voldoen we ook aan de andere norm die de inspectie hanteert dat 80% van de leerlingen een vaardigheidsscore moet hebben >55, nl. 90%.

BL De gemiddelde vaardigheidsscore is 33. Dit komt ruim boven de ondergrens aan die de inspectie bij dit gemiddelde IQ hanteert, nl 23.

RW De gemiddelde vaardigheidsscore is 75. Daarmee zitten we wel heel dicht tegen de ondergrens aan die de inspectie bij dit gemiddelde IQ hanteert, nl. 71.Het is wel overeenkomstig het beeld dat we gemiddeld in alle groepen zien.

SP De gemiddelde score is vs 130 Conclusie: TL Met technisch lezen slagen we erin het gemiddelde niveau steeds verder omhoog te brengen.

De aanpak op de Vlindertuin voldoet evenals de leertijd die hieraan wordt besteed. We wijzigen dan ook niets in ons beleid.

BL M.b.t. begrijpend lezen worden de aanvullende materialen beter op elkaar afgestemd RW Hoewel rekenen al heel lang ons werkpunt is, slagen we er onvoldoende in om de resultaten

meetbaar omhoog te krijgen. De leerstappen bij m.n. leerlijn 0,5 gaan we nog verder uitwerken. Daarnaast hebben we de leertijd verhoogd. En nu het technisch aspect, zoals het er nu uitziet, onder controle is, kunnen de leerkrachten zich weer volledig richten op de inhoud. Daarnaast moeten we ons realiseren dat de inhoud van de cito toetsen niet geheel parallel loopt met het aanbod en ook de vraagstelling hierbij voor leerlingen anders is dan zij gewend zijn.

SP In aanpak meer sturen op inslijpen van spellingregels en het consequent oefenen.

31

18. Onderhoud, verbeteren en ontwikkelen in de komende jaren

Vakmanschap We hebben goed zicht op de sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen en hebben er grip op. We werken in alle groepen bij rekenen en taal met een eenduidig instructiemodel We sturen gericht op verhoging van de leeropbrengsten voor rekenen, taal en lezen We maken de leerstappen bij rekenen voor de 0,5 leerlijn kleiner We hebben inzicht en overzicht op de opbrengsten op kind-, groeps- en schoolniveau We analyseren opbrengstgegevens en stellen ons beleid zo nodig bij We gebruiken groepsplannen, week- en dag planning optimaal We zijn in staat om het groeidocument helder en volledig in- en aan te vullen We verbinden conclusies aan de evaluaties van de ontwikkelingsperspectieven en leggen dat vast in het ontwikkelingsperspectief We sluiten de leerstof zoveel mogelijk aan bij de interesse in de groep. We verbinden het formeel en informeel leren We stellen school specifieke doelen gedifferentieerd naar uitstroomniveau We bewaken met elkaar de leertijd en passen deze zo mogelijk aan n.a.v. de opbrengstgegevens We hebben een dyslexieprotocol en gebruiken voor de dyslectische kinderen Kurzweil We hebben allemaal een persoonlijk ontwikkelplan met afspraken over het ontwikkelen en onderhouden van bekwaamheden. We voeren de gesprekkencyclus consequent uit We versterken de competenties van individuele leerkrachten op het gebied van het opstellen en uitvoeren van specifieke handelingsperspectieven/gedragsperspectieven We up-daten onze (psycho-pathologische) kennis (via MDO en intervisie) We beschrijven de borgingsactiviteiten van de onderwijskwaliteit specifiek We evalueren het schoolplan/jaarplan Educatief partnerschap Wij informeren ouders regelmatig, volledig en transparant over de ontwikkeling van hun kind en overleggen met hen over het benodigde onderwijs(zorg)aanbod. We stemmen het opvoedend handelen op elkaar af. We werken meer projectmatig en nodigen ouders uit voor afsluiting We organiseren thema-avonden (ook door externen als BJZ of de eigen deskundigen, zoals de psycholoog, maatschappelijk deskundige of logopediste) We maken optimaal gebruik van binnen en buiten de eigen school aanwezige expertise en maken deze ten dienste van alle scholen in het SWV We maken effectief en professioneel gebruik van elkaars kwaliteiten. We optimaliseren het gebruik van digitale informatie naar de ouders We hebben een actuele internetsite Leeromgeving We beschikken over de kennis en vaardigheden om het leerproces met inzet van digitale middelen te ondersteunen en te versterken We gebruiken op veilige wijze de ICT en multimedia geïntegreerd in ons onderwijs We creëren duidelijke werkplekken buiten de groep We geven de time-out ruimte voor kinderen opnieuw vorm We bieden structureel mediawijsheid aan in het onderwijsprogramma We maken gebruik van voorzieningen in de buurt van de school. We geven de leerlingen invloed op hun leerproces We geven de leerlingen de ruimte om hun talenten in te zetten We bespreken en oefenen de schoolregels en houden ons er aan.

32

We realiseren een groener schoolplein Algemeen We kunnen omgaan met lastig gedrag en hebben een protocol voor (fysieke) interventie We benutten de mogelijkheden van de nieuwe cao m.b.t. werkdruk.

19. Jaarplan 2015-2016 Bovenstaande meerjarenplanning en de ontwikkelingen in de loop van de tijd zijn richtinggevend voor meer gedetailleerde jaarplannen. Voor het schooljaar 2015-2016 is een aantal zaken gepland, omdat daarover al afspraken zijn gemaakt op het niveau van het Samenwerkingsverband of op bestuursniveau. Of omdat daar op schoolniveau al stappen in waren gezet. Bewust is niet alles “vol” gepland om ruimte te laten voor ontwikkelingen die vanuit het Samenwerkingsverband op ons afkomen. Onderstaande jaarplanning is een globale opsomming en zal indien nodig bij de start ervan gedetailleerder worden beschreven.

Vakmanschap

1. We kunnen omgaan met lastig gedrag. “3 D MODEL”: dialoog, deëscaleren en doorpakken. We krijgen steeds meer te maken met leerlingen met lastig oplopend gedrag. Dit proberen we door de inrichting van ons onderwijs zoveel mogelijk te voorkomen, maar dat lukt niet altijd. Het doel van deze meerdaagse training is Met de leraren de technieken van observeren en signaleren herhalen en opfrissen. Met de leraren in klassensituaties met jongeren het deëscaleren in trainen. Met de leraren de team technieken in trainen Met de leraren de onderlinge communicatie over lastig gedrag in trainen.

Na deze bijeenkomsten kunnen de leraren in oplopende situaties deëscalerend handelen en communiceren. De leraren kunnen adequaat hun gespreksvaardigheden inzetten in onderlinge contacten. Ook groeit het inzicht in de achtergronden en effecten van het eigen handelen. De leraren hebben geoefend met observeren/signaleren, gesprekvaardigheden, deëscalerende verbale en fysieke vaardigheden.

2. We gebruiken groepsplannen, week- en dag planning optimaal Het werken met groepsplannen is voor de leerkrachten bekend. We gebruiken hiervoor een vaststaand format. De twee nieuwe collega’s moeten in dit proces worden meegenomen. De vertaling van het groepsplan naar week- en dag planning behoeft aanscherping en eenvormigheid. Hiervoor wordt door een aantal collega’s eenzelfde format gebruikt. Vanaf schooljaar 2015-2016 wordt dat door alle leerkrachten gebruikt. Het doel is dat elke leerkracht op uniforme wijze de groepsplannen, weekplanningen en dag planningen inricht. Aansturing door de intern begeleider.

3. We zijn in staat om het groeidocument helder en volledig in- en aan te vullen Het invullen van het groeidocument is redelijk nieuw. In het schooljaar 2015-2016 moet in ieder geval voor iedere schoolverlater een groeidocument worden ingevuld. Getraind moet worden hoe dit zo duidelijk en eenduidig mogelijk kan. Omdat op termijn elke collega hiermee te maken krijgt, wordt dit teambreed opgepakt. Vragen die hierbij opkomen zijn o.a.: Wat moet er wel of niet in. Hoe passen hier onze eigen documenten In. Hoe voorkomen we dubbel werk. Doel is elke collega inzicht en vaardigheden te leren om het document op adequate wijze en binnen acceptabele tijd in te vullen. Aansturing door de zorgcoördinator.

4. We stellen school specifieke doelen gedifferentieerd naar uitstroomniveau

33

De afgelopen jaren hebben we voor de instrumentele vakken leerlijnen ingevoerd. Het komt regelmatig voor dat een aantal leerlingen de daaraan gerelateerde doelen niet behaalt. Voor die leerlingen moeten specifieke doelen worden gesteld waarvan wij op de Vlindertuin vinden dat die in ieder geval door ons worden aangeboden. Anderzijds moet worden bezien of in een aantal situaties niet eerder aan compenserende oplossingen moet worden gedacht. Aansturing intern begeleider en directie.

5. Methodegebruik Omdat Taaltrapeze binnenkort niet meer leverbaar is, gaan we ons beraden op een vervangende methode. Daarbij worden ook de mogelijkheden die Snappet biedt meegenomen.


Ouders worden regelmatig op de hoogte gebracht van de vorderingen van hun zoon/ dochter. Leerkrachten nemen zelf initiatief om ouders uit te nodigen wanneer zij daartoe aanleiding zien. Bij intakegesprekken worden ouders goed op de hoogte gebracht van wat we van ouders en kinderen verwachten en wat ouders en kinderen van onze school mogen verwachten. Wijverwachtendatoudersrelevantekennisaangaandedeontwikkelingvanhunkinddelenmetdeleerkracht.

1. We werken meer projectmatig en nodigen ouders uit voor de afsluiting Tijdens de studiedagen is besproken dat een meer projectmatige, thematische aanpak toewerkend naar een afsluitende presentatie mogelijk de betrokkenheid van ouders vergroot.

2. We organiseren thema-avonden (ook door externen als BJZ of de eigen deskundigen, zoals de psycholoog, maatschappelijk deskundige of logopediste) Doel hiervan is de betrokkenheid van ouders bij de school en hun kind te vergroten en het opvoedend handelen enigszins op elkaar af te stemmen.

Leeromgeving

1. We bespreken en oefenen de schoolregels en houden ons er aan. Elk schooljaar worden de schoolregels opnieuw besproken en getraind. Daarvoor wordt door de intern begeleider een planning gemaakt welke regels er in bepaalde periodes worden ingeoefend, zodat we er school breed mee bezig zijn. Aansturing intern begeleider.

2. We beschikken over de kennis en vaardigheden om het leerproces met inzet van digitale middelen te ondersteunen en te versterken We gebruiken op veilige wijze de ICT en multimedia geïntegreerd in ons onderwijs. Het komend schooljaar zal de ict-er nadrukkelijk in het teamoverleg en/of op studiedagen de collega’s “bij de hand” nemen om de vaardigheden van de collega’s in het gebruik hiervan te vergoten. Daarnaast zal zij de collega’s de vindplaatsen aanreiken en nieuwe ontwikkelingen onder de aandacht brengen. Doel is te komen tot meer uniformiteit is lesopbouw en materiaalgebruik. Getracht zal worden de ict-coördinator hier deels voor te faciliteren.

3. We realiseren een groener schoolplein Een groen schoolplein biedt kinderen veel extra kansen, mogelijkheden en voordelen. Een groen omgeving bevordert bewezen de gezondheid, laat alle kinderen ruimte om te spelen, geeft meer variatie in spelvormen en een extra stimulans om te bewegen.

34

Bezien moet worden in hoeverre het mogelijk is, zowel qua uitvoering als financieel om een groener plein te realiseren.

Formulier instemming schoolplan. De medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad van de Vlindertuin heeft ingestemd met het opgestelde schoolplan 2015-2019 van de school.

Namens de MR

Naam: Dhr.P. v.d. Vlugt

Functie: Voorzitter van de MR Handtekening: Plaats: Alkmaar Datum: 22-06-2015

35

Formulier vaststelling en instemming schoolplan. Het bevoegd gezag Het bevoegd gezag van sbo de Vlindertuin heeft het geldende schoolplan van de school vastgesteld. Namens het bevoegd gezag.

Naam: mevr. H. van der Hoorn Functie: Voorzitter College van Bestuur

Handtekening: Plaats: Alkmaar Datum:

(waar speciaal gewoon is)...

Documents

Transcript of (waar speciaal gewoon is)...