VvL.nu 2012, nummer 2

46
DE KO ND WER SIND SIE? · E? · STILLEVEN MET PEN · GOUDE RIFFEL VOOR TURKS FRUIT · HOE KONINKLIJK IS NINKLIJKE? · VLOEKEN IN BOEKEN · UND WER SIND SIE? · STIL D SIE? · STILLEVEN MET PEN · SCHRIJVEN IN ARGENTINIË · GOUDEN GRIFFEL HRIJVEN IN ARGENTINIË · HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE? · VLOEKEN IN B URKS FRUIT · HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE? · VLOEKEN IN BOEKEN · UN T · HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE? · VLOEKEN IN BOEKEN · UND WER SIN S DE KONINKLIJKE? · VLOEKEN IN BOEKEN · UND WER SIND SIE? · STILLEVEN M · UND WER SIND SIE? · STILLEVEN MET PEN · SCHRIJVEN IN ARGENTINIË · GOUD R SIND SIE? · STILLEVEN MET PEN · GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT · HOE HRIJVEN IN ARGENTINIË · HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE? · VLOEKEN IN B ONINKLIJKE? · VLOEKEN IN BOEKEN · UND WER SIND SIE? · STILLEVEN MET PEN KE? · UND WER SIND SIE? · STILLEVEN MET PEN · SCHRIJVEN IN ARGENTINIË · G ER SIND SIE? · STILLEVEN MET PEN · SCHRIJVEN IN ARGENTINIË · GOUDEN GRIF · STILLEVEN MET PEN · SCHRIJVEN IN ARGENTINIË · GOUDEN GRIFFEL VOOR TU IN ARGENTINIË · GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT · HOE KONINKLIJK IS D VEN IN ARGENTINIË · GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT · HOE KOVLOEKEN NTINIË · GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT · HOE KONINKLIJK IS DE KONIN RUIT · HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE? · VLOEKEN IN BOEKEN · UND WER E KONINKLIJKE? · VLOEKEN IN BOEKEN · UND WER SIND SIE? · STILLEVEN MET P SIND SIE? · STILLEVEN MET PEN · SCHRIJVEN IN ARGENTINIË · HOE KONINKLIJ JVEN IN ARGENTINIË · GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT · HOE KONINKLIJK · HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE? · VLOEKEN IN BOEKEN · UND WER SIND S OEKEN · UND WER SIND SIE? · STILLEVEN MET PEN · SCHRIJVEN IN ARGENTINIË D WER SIND SIE? · SCHRIJVEN IN ARGENTINIË · GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS F RGENTINIË · GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT · HOE KONINKLIJK IS DE KON OUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT · HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE? · VL RUIT · HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE? · VLOEKEN IN BOEKEN · UND WER N IN BOEKEN · UND WER SIND SIE? · STILLEVEN MET PEN · SCHRIJVEN IN ARGEN T PEN · SCHRIJVEN IN ARGENTINIË · GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT · HO NIË · GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT · HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJ UDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT · HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE? · VLO VOOR TURKS FRUIT · HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE? · VLOEKEN IN BOEKE VLOEKEN IN BOEKEN · UND WER SIND SIE? · STILLEVEN MET PEN · SCHRIJVEN IN EKEN · UND WER SIND SIE? · STILLEVEN MET PEN · SCHRIJVEN IN ARGENTINIË · ER SIND SIE? · STILLEVEN MET PEN · GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT · HO OUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT · HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE? · V IS DE KONINKLIJKE? · VLOEKEN IN BOEKEN · UND WER SIND SIE? · STILLEVEN M WER SIND SIE? · STILLEVEN MET PEN · SCHRIJVEN IN ARGENTINIË · GOUDEN G T PEN · SCHRIJVEN IN ARGENTINIË · HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE? · VLO L VOOR TURKS FRUIT · HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE? · VLOEKEN IN BOE URKS FRUIT · HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE? · VLOEKEN IN BOEKEN · UN OEKEN · UND WER SIND SIE? · STILLEVEN MET PEN · SCHRIJVEN IN ARGENTINIË · UND WER SIND SIE? · STILLEVEN MET PEN · SCHRIJVEN IN ARGENTINIË · GOUD ND SIE? · STILLEVEN MET PEN · SCHRIJVEN IN ARGENTINIË · HOE KONINKLIJK IS · SCHRIJVEN IN ARGENTINIË · GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT · HOE KON TINIË · HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE? · VLOEKEN IN BOEKEN · UND WER EN IN BOEKEN · UND WER SIND SIE? · STILLEVEN MET PEN · SCHRIJVEN IN ARGE N · UND WER SIND SIE? · SCHRIJVEN IN ARGENTINIË · GOUDEN GRIFFEL VOOR T N IN ARGENTINIË · GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT · HOE KONINKLIJK IS D NIË · GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT · HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJK URKS FRUIT · HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE? · VLOEKEN IN BOEKEN · UND OEKEN · UND WER SIND SIE? · STILLEVEN MET PEN · SCHRIJVEN IN N ARGENTINIË · GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRU KS FRUIT · HOE KONINKLIJK IS DE KON KLIJK IS DE KONINKLIJKE · OEKEN IN · 2012 / 2 / VERSCHIJNT TWEEMAAL PER JAAR Bulletin V ereniging VAN LETTERKUNDIGEN STILLEVEN MET PEN SCHRIJVEN IN ARGENTINIË GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE? VLOEKEN IN BOEKEN IN DIT NUMMER O.A.: nr.2 / 2012 BULLETIN V ereniging VAN LETTERKUNDIGEN

description

Bulletin van de VvL

Transcript of VvL.nu 2012, nummer 2

Page 1: VvL.nu 2012, nummer 2

UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND

WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND

WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET

PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONIN-

KLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS

DE KONINKLIJKE?·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN

BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND

WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND

SIE?·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN

GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR

TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE

KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND

WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN

IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS

FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND

WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND

SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE

SIE?·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN

GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL

VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK

IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND

WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN

IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL

VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS

FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE

KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?

KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KOVLOEKEN IN

BOEKEN·KONINKLIJKE?·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN

IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND

SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN

IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE

KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE

KONINKLIJKE?·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET

PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL

VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONIN-

KLIJK IS DE KONINKLIJKE?·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN

IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN

BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN

MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONIN-

KLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS

DE KONINKLIJKE?·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN

BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND

WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND

SIE?·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN

GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR

TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE

KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND

WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN

IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS

FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND

WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND

SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·GOUDEN

GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL

VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS

FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?

KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE

KONINKLIJKE?·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET

PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL

VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONIN-

KLIJK IS DE KONINKLIJKE?·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN

IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN

BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN

MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONIN-

KLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS

DE KONINKLIJKE?·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN

BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND

WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND

SIE?·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN

GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR

2012 / 2 / VERSC H IJ NT T WEEMA AL PER JA AR

Bulletin Verenig ing VAN LETTERKUNDIGEN

STILLEVEN MET PEN

SCHRIJVEN IN ARGENTINIË

GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT

HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?

VLOEKEN IN BOEKEN

IN DIT NUMMER O.A.:

nr

.2 / 2

012

BU

LLETIN

Veren

igin

g V

AN

LETTERK

UN

DIG

EN

Page 2: VvL.nu 2012, nummer 2

2

INHOUDVvL.nu BULLETIN 2012 / 2

COLOFON

VvL.nu is een periodieke uitgave van de Vereniging van Letterkundigen (VvL), een van de drie afdelingen van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV).

Redactie: Jan Boerstoel, Nirav Christophe, Maartje Duin, Andrea Kluitmann, Janne Rijkers, Peter Smit. Eindredactie: Joe Fortin en Jan Pieter van der Sterre.

Grafisch ontwerp: Studio Odilo Girod, www.girod.nl. Druk: Drukkerij Tuijtel.

2 - VAN DE VOORZITTER JAN BAEKE

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

3 - VOORSTELRONDE NIEUWE LEDEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

5 - DANKWOORD DERK VISSER VOOR CHARLOTTE KÖHLER STIPENDIUM 2012. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

8 - WAAR HAALT U HET VANDAAN? JOS VERSTEEGEN

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

10 - VLOEKEN IN BOEKEN PETER SMIT

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

12 - STILLEVEN MET PEN HESTER KNIBBE

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

13 - ARGENTINIË BIEDT OUDE SCHRIJVERS REDDING JAN-ALBERT HOOTSEN

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

16 - DE COLUMN VAN NOORT SELMA NOORT

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

17 - SCHRIJVER MEETS VERTALER

ELLY SCHIPPERS EN CHARLES LEWINSKY

MICHIEL NIJENHUIS

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

19 - MUZIEK EN SCHRIJVEN NIR AV CHRISTOPHE

22 - AUTEURSCONTRACTENRECHT JANNE RIJKERS

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

26 - DE HEMELBESTORMERS JEROEN VAN BERGEIJK

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

29 - IN MEMORIAM INGE LIEVAART. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

30 - SCHRIJVERS LIJKEN TEGENWOORDIG STEEDS MEER OP VERKOPERS: INTERVIEW MET ALEX BOOGERS

ANDREA KLUITMANN

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

36 - DE BARRE PRAKTIJK: SJALOOM, DE UITGEVERIJ DIE IN

ROOK OPGING

PETER SMIT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

38 - 50 JAAR WERKGROEP LITERAIR VERTALERS JEANNE CRIJNS

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

41 - VAN KWAAD TOT ERGER KEES HOLIERHOEK

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

42 - AFSCHEID VAN TRIX VAN BRUSSEL ANNEKE SCHOLTENS

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

44 - HIJ ZEI ZIJ ZEI

Page 3: VvL.nu 2012, nummer 2

3

p deze plaats trof u de laatste jaren steeds de bespiegelingen aan van Jan Boerstoel. In juni van

dit jaar nam hij afscheid als voorzit-ter van de VvL en was de beurt aan mij om in Jans voetsporen te treden. Dat wil ik graag doen en naar ik hoop met dezelfde toewijding. Het is denk ik gepast me even aan u voor te stellen, al zullen er leden zijn die mij kennen. Mijn naam staat boven dit stukje. Ik ben actief als dichter en redacteur en tevens verbonden aan enkele culturele organisaties als bestuurder, als programmeur of projectleider. En sinds juni dit jaar ben ik dus voorzitter van de VvL.

Ik hoef u niet te vertellen dat we in roerige tijden leven. Eigenlijk zijn alle tijden roerige tijden. Maar het is een feit dat de wereld van het boek drastisch aan het veranderen is, al flink veranderd is ten opzichte van een decennium geleden. Het aantal mensen dat regelmatig een boek leest neemt af. Van boeken die het niet tot bestseller brengen worden steeds minder exemplaren verkocht. Het digitale boek is een factor van betekenis geworden, niet zozeer door de verkoopcijfers – die blijven nog altijd vrij laag, ook al stijgen ze gestaag en de laatste paar jaar zelfs progressief – maar vooral doordat de be-schikbaarheid van handzame computers met een goede presentatie van leesbare tekst, het leesgedrag en het consumentengedrag heeft veranderd. Veel mensen hebben een laptop of notebook, een iPad of een andere tabletcomputer in gebruik. En dat gebruik betekent dan dat de mensen het apparaat voortdurend bij zich hebben, dat het voortdurend aanstaat en in verbinding staat met het internet en dat de gebruiker om de haverklap met het ap-paraat in de weer is. Of dat goed is of slecht, handig of overdreven, sociaal gewenst of ongewenst, laat

ik even in het midden, maar wat het wel betekent is dat mensen veel van wat ze willen lezen via de com-puter en het internet naar zich toe halen en ook gemakkelijk weer met anderen via het internet delen. En wat ze naar zich toe halen of aan-bieden kan ook een heel boek zijn, of een met een zeker literair ge-wicht en/of stilistisch raffinement geschreven tekst. Het boek is misschien in de na-bije toekomst een opslagplaats van literaire fragmenten, lezen is mis-

schien een schakel in het consumeren van infor-matie en in het kijken naar een virtueel evenement waar ook film en muziek deel van uitmaken, de lezer is misschien een cultuurconsument die alles wat hem op een bepaald moment interesseert ook op dat moment zonder veel moeite digitaal binnen-haalt. En wat is dan de schrijver of vertaler nog in deze nabije toekomst? Het blijft gissen hoe anders de rol van een schrijver of vertaler zal zijn, maar wat zeker is, is dat het van de schrijver en vertaler af zal hangen of de teksten die in die culturele kosmos voorbij zweven een sterke, eigenzinnige, goed ge-fundeerde of onthutsende inhoud hebben, gevat in elegante, doortimmerde, prikkelende en origineel met elkaar verbonden zinnen. Aan de kwestie hoe dit allemaal zijn beslag gaat krijgen en wat dit voor de beroepspraktijk gaat betekenen besteed ik graag in de komende afleve-ringen van VvL.nu aandacht. Niet altijd vanuit zekerheid over de ontwikkelingen of gedetailleerde kennis van alle ins en outs, maar naar ik hoop wel vanuit de verwondering en de vragen die nieuwe ontwikkelingen nu eenmaal oproepen.

VAN DE VOORZITTER

JAN BAEKE

O

Page 4: VvL.nu 2012, nummer 2

4

VOORSTELRONDE NIEUWE LEDEN

CYNTHIA ABR AHAMSCynthia Abrahams voltooi-de haar studie Engels aan de VU te Amsterdam. Vervol-gens studeerde zij in New York. Zij doceerde aan de Hogeschool Holland en

werkte ook als zelfstandig vertaler. In 2010 pro-moveerde zij aan de Universiteit van Amster-dam. In 2011 verscheen haar publicatie Robin ‘Dobru’ Raveles. Zij werkt momenteel aan een projekt over dichters.

MARGUERITE DE GRAAFMarguerite de Graaf (1956) schreef De MaanKarakter Gids, een naslagwerk met 144 temperamenttypes. Toegankelijk geschreven voor een breed publiek,

maar wellicht ook inspirerend voor wie met mensen of personages werkt, zoals (scenario-)schrijvers, acteurs en regisseurs. Websites: www.textproject.nl, www.astrovista.nl, www.bbnc.nl/AuteurDetails.aspx?AuteurID=792

TIALDA HOOGEVEENIk ben Tialda Hoogeveen, gek op schrijven voor kin-deren. Zo heb ik vijf non-fictie boeken over natuur gepubliceerd voor kinde-ren. En verder enkele korte

verhalen, een gedicht in Querido’s Poëzie-spektakel 5 en één in de tweede bundel van de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd. Ik werk nu aan een langer verhaal. www.tialdahoogeveen.nl

MIEBETH VAN HORNNa mijn studie ben ik be-gonnen als ondertitelaar bij het NOB en later bij de commerciële zenders, maar na verloop van tijd begon ik de mogelijkheid

om alles te vertalen wat er staat wel erg te missen. Sinds 2001 vertaal ik hoofdzakelijk boeken en daarnaast nog steeds televisiepro-gramma’s.

ANNET JACOBSAnnet Jacobs debuteerde in 2012 met Het geheim van de dansende beer bij Uit-geverij Leopold. Binnen-kort verschijnt Verzin een list. Op het moment werkt

zij aan haar derde boek. Daarnaast schrijft zij op verzoek locatie-gebonden kinderverhalen en – omdat het zo leuk is – kinderpoëzie.www.annetjacobs.nl

PIET JANSSENPiet Janssen (1950) was aanvankelijk psycholoog. Hij schoolde zich om tot vertaler en studeerde Por-tugees in Utrecht en Lis-sabon. Hij vertaalde onder

meer werk van Almeida Faria, Vergílio Fer-reira, José Riço Direitinho, José Luís Peixoto, Patrícia Melo, Paulo Coelho en Fernando Morais.

Page 5: VvL.nu 2012, nummer 2

5

VOORSTELRONDE NIEUWE LEDEN

PAULINE MICHGELSENHet begon met een studie Russisch, voltooid in 1988. Daarna volgden ar-tikelen over Rusland en niet-literaire vertalingen uit het Russisch. In 2000

verscheen mijn eerste kinderboek. Vanaf 2008 kwamen daar literaire vertalingen van jeugd-boeken bij. Ik woon sinds kort in Toulouse, waar ik schrijf, vertaal en corrigeer (voor het Hof van Justitie van de EU). Meer informatie op www.paulinemichgelsen.com

MILJA PR A AGMANMilja Praagman schreef en illustreerde tot nu toe 13 ‘eigen’ prentenboeken. Ze illustreert daarnaast ook voor anderen. Nog 100 nachtjes slapen werd on-

langs verkozen tot prentenboek van het jaar 2013 en recent verscheen Ik doe het lekker toch! Haar werk is vertaald in het Frans, Deens, Hebreeuws, Chinees en Koreaans.

ANDREA PRINSNa mijn studie kunst- en architectuurgeschiedenis aan de universiteit van Zürich heb ik vorig jaar mijn studie vertaalweten-schappen aan de univer-

siteit in Utrecht cum laude afgesloten. Sindsdien had ik enkele opdrachten van Arnon Grunberg. Verder ben ik bezig met het vertalen van werk van Gerrit Komrij en mijn promotie.

RENÉE SIMONSRenée Simons publiceerde verhalen in verschillende jeugdbladen en verhalen-bundels, schreef een tekst voor het jeugdtheater en werkte voor vakbladen

over kinder- en jeugdliteratuur. Zij is oor-spronkelijk kunsthistorica. Haar laatste pu-blicatie (2012) is het verhaal Leegstand op de website van de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam.

JOHN TOXOPEUSJohn Toxopeus (Utrecht, 1946) is gepensioneerd en was daarvoor vakbonds-bestuurder. Hij studeerde arbeids- en organisatiepsy-chologie. Sinds zijn pen-

sionering in 2002 schrijft hij korte verhalen en publiceerde in diverse literaire tijdschriften. Begin 2013 debuteert hij met zijn verhalen-bundel Desnoods met harde hand. Hij blogt op www.mijn2deleven.nl

LEEN VAN DENBROUCKENa de vertaalopleiding Engels en Italiaans in Antwerpen (HIVT) ben ik literatuur en non-fictie gaan vertalen, van 2004

tot 2009 voornamelijk uit het Italiaans, sinds-dien meer uit het Engels. Ik geef af en toe ver-taalworkshops en lezingen. Ik werk graag in duo. Favoriete vertaalde auteurs: Chris Adri-an, Carlo Fruttero en Franco Lucentini. VvL-lid sinds 2008. Sinds kort zit ik in het WAB-bestuur.

Page 6: VvL.nu 2012, nummer 2

6

k was dertien en mijn oog viel op het boek Turks Fruit van Jan Wolkers. Mijn vader zat het steeds te lezen en als hij even stopte legde hij het weg op de bovenste plank van zijn

boekenkast. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Ik kon er net niet bij maar met een krukje ging het wel en op een middag dat ik alleen thuis was graaide ik het boek van de plank. Ik las het in een keer uit. Belangrijke passages bleef ik herlezen. Met klop-pend hart en rood van opwinding. De volgende dag tipte ik een paar jongens uit mijn klas. Bijna alle vaders bleken het boek te heb-ben, op de bovenste plank van hun boekenkast.

Eén jongen vond het na een lange zoektocht onder het hoofdkussen van zijn vader. Iedereen las het. En bleef het herlezen. Na schooltijd bespraken wij de diepere lagen van het verhaal in het fietsenhok. Van ons had Turks Fruit de Gouden Griffel mogen winnen. Wij vonden het een meesterwerk.

Onze hele lagere school hadden juffen en meesters ons zoet gehouden met avonturenboeken waarin leeftijdsgenootjes de held uithingen. Ze vingen dieven, losten mysteries op en wisten zelfs draken te verslaan. Wij waren misleid. En dat terwijl al die tijd het echte leven binnen handbereik was geweest. Het speelde zich af op de bovenste boekenplanken van onze vaders. Als wij ergens genoeg van hadden dan waren het avonturen. Wij wilden het echte leven. Zoals Wolkers schreef, zo fotografeerde Ed van der Elsken. Van hem lag ook een boek op die plank. Rauw, opwindend en ontroerend. Ik zag jonge mensen in zwart-wit die maar een paar jaar ouder waren dan ik. Ze dansten, dronken en rookten. Ze zoenden. Geen enkele andere vader had een boek van Van der Elsken, of Campert, of Cremer. Toen ik vertelde dat wij ze thuis wel hadden breidde mijn vriendenkring zich snel uit. Diezelfde middag nog beklommen wij met ne-gen jongens de boekenkast van mijn vader. Op weg naar de bovenste plank, waar het echte leven zich afspeelde.

Bij een filiaal van Bruna viel onlangs mijn oog op PlusMagazine. Een tijdschrift voor mensen boven de vijftig die nog aan het echte leven willen blijven meedoen. Ik overwoog een proefabonnement, want ook de ongemakken van de ouder wordende man werden er openhartig in besproken. Met nuttige tips. Maar toen belde Jan Baeke van de Vereniging

DE BOVENSTE BOEKENPLANKEN VAN ONZE VADERS

DANKWOORD DERK VISSER BIJ ONTVANGST

CHARLOTTE KÖHLER STIPENDIUM 2012

I

Van ons had Turks Fruit

de Gouden Griffel mogen winnen

Page 7: VvL.nu 2012, nummer 2

7

van Letterkundigen, namens de Stichting Charlotte Köhler. U kunt zich misschien voorstellen hoe blij ik was toen ik hoorde dat een jury in mij een jong talent had ontdekt. Iemand met een pril, veelbe-lovend oeuvre. Ik voelde mij meteen weer dertien, klaar om het leven te bestormen. Ik liet het artikelover kalknagels voor wat het was en sloeg Plus-Magazine dicht. Met ferme stappen liep ik naar buiten. Het leven tegemoet. Dat gevoel heb ik weten vast te houden. Ik wil daarom de Stichting Charlotte Köhler en met name de jury, Helma van Lierop, Marco Kunst en Bas Maliepaard, heel hartelijk danken voor jul-lie keuze voor mij en voor de woorden die jullie zojuist aan mijn werk besteedden. Ik ben vereerd dat ik dit stipendium in ontvangst mag nemen en zal mijn best doen de verwachtingen die eraan ver-bonden zijn waar te maken. Chelsea, de heldin uit mijn laatste roman Prikkeldraad, hoopte vroeger, tevergeefs, dat haar

ouders nog naar boven zouden komen om haar voor te lezen uit Dikkie Dik. Dat zij nu in hetzelfde boekenfonds zit als deze icoon van de Nederlandse jeugdliteratuur doet haar enorm goed. Zij heeft er een biertje op gedronken. Ik wil daarvoor Melanie Lasance, mijn uitgever bij Gottmer hartelijk dan-ken. Natuurlijk wil ik ook mijn redacteur Annelies Fontijne, bedanken. Met jou heb ik vanaf het begin dit bescheiden oeuvre opgebouwd. Ik hoop dat we nog lang mogen samenwerken. Tot slot gaat mijn dank uit naar de Vereniging van Letterkundigen en de CPNB voor de organisatie van deze uitreiking. Hartelijk dank iedereen.

~~~

Derk Visser schrijft jeugdromans die zich afspelen aan de rand van de samenleving. Hij schreef onder meer Patchouli (2005), Patatje oorlog (2007), Land-jepik (2009) en Prikkeldraad (2011).

DERK VISSER LEEST DANKWOORD.

FOTO

'S:KA

JTE

RB

OR

GH

Page 8: VvL.nu 2012, nummer 2

8

DERK VISSER ONTVANGT OORKONDE VAN VOORZITTER JAN BAEKE.

DERK VISSER SIGNEERT PRIKKELDRAAD.JURYLID MARCO KUNST LEEST JURYRAPPORT.

Page 9: VvL.nu 2012, nummer 2

9

eggaan uit het ouderlijk huis, van het dorp naar de stad trekken, beginnen aan een studie: het was opwindend. Een nieuwe periode van mijn leven brak

aan. Het was 1975, ik was achttien. De studie: Ne-derlandse taal- en letterkunde. De stad: Nijmegen. De band met vroeger bleef intact, ook uit prak-tische overwegingen. Na twee weken studentenle-ven was het steeds weer nodig om mijn weekendtas vol vuil wasgoed naar mijn moeder te slepen. Zij of mijn vader haalde me dan af bij de bushalte in dorp; vandaar was het nog twee kilometer naar onze afgelegen boerderij. In de auto wilde de con-versatie niet altijd vlotten. Ik hoorde de laatste nieuwtjes over familieleden en bekenden. ‘Die en die is dood, wist je dat?’ Ik wist het niet en het kon me niet boeien. Ik leefde intussen ergens anders. In Nijmegen, maar ook in het Den Haag en Neder-lands-Indië van Louis Couperus. Ik had Reve en Slauerhoff leren kennen, en Multatuli. Als een ver-late puber begon ik mijn ouders en hun asperges stekend en koeien melkend bestaantje op de Lim-burgse zandgrond vervelend te vinden. Wat had ik nog met deze mensen te maken? In mijn debuutbundel stonden tien gedichten over mijn ouderlijk huis, in mijn tweede bundel waren het er vijftien. Adriaan Krabbendam, mijn redacteur, raadde me aan om me nog meer te con-centreren op dat verleden, dat huis, die familie. Hij zag wat ik nog niet genoeg onderkende: daar lag emotie. Naarmate het verleden verder wegzakte of ver-dween (familie weggetrokken van de boerderij, vader gestorven), voelde ik de band sterker worden. Ik wilde oude foto’s hebben. Ik ging hoogbejaarde tantes interviewen over vroeger. Er waren nog herinneringen aan Duitse neven die in de jaren dertig langskwamen met enthousiaste verhalen over de ontwikkelingen in hun land. Ik ging genea-

logisch onderzoek doen. Een negentiende-eeuwsehandtekening onder een geboorteakte of een in-ventaris van een voorvaderlijke schapenhouder raakte me. Er waren flink wat jonggestorven kin-deren. Toen mijn moeder geestelijk en lichamelijk af-takelde, was me duidelijk dat zij en mijn familie een hoofdrol moesten spelen in mijn werk. In haar laatste jaren was mijn moeder mijn onderwerp, dat kon niet anders. Haar leven als stoere boerin, dat samenviel met mijn jeugd, liet ik contrasteren met haar leven als broze, dementerende bejaarde. Alles kwam samen: de band met deze vrouw, ons huis, mijn jeugd. Ik heb nu drie bundels geschreven over vroeger, over mijn vader en moeder, mijn opa en oma, het vanzelfsprekende leven met de dieren en de sei-zoenen, en over mijn kleine erfenis: asbak, trouw-servies, portemonnee, kasboek, kluisje, hoofd-kussen, trouwring van mijn vader, enzovoort. Ik schreef over wat mij na aan het hart lag. In 1975 had ik geen afscheid genomen van mijn verleden, dat leek alleen maar zo. Gerard Reve zegt: ‘Het is de tragiek van bijna elke schrijver dat hij de goud-mijn van zijn eigen, schijnbaar triviale ervaringen en herinneringen niet kan en wil zien.’ Die achter-tuin vol oude fietsbanden, schrijft Reve, daar moet je het over hebben. Mijn achtertuin is een boerderij op de Limburgse zandgrond. ~~~

Op voorstel van Jos Versteegen schrijft Anja Sic-king de volgende aflevering in deze serie.

Dichter Jos Versteegen studeerde Nederlands en Indonesisch. Zijn laatste bundel heet Zijn overhem-den op jouw huid (2010).

DOOR

JOS VERSTEEGEN

WAAR HAALT U HET VANDAAN 8

W

Page 10: VvL.nu 2012, nummer 2

10

ILLUST

RA

TIE

:FLOR

ISTILA

NU

S

Page 11: VvL.nu 2012, nummer 2

11

VLOEKEN IN BOEKEN

PETER SMIT

n een persbericht van 8 oktober 2012 laat de Bond tegen vloeken weten geschrokken te zijn van het ruwe taalgebruik in een aantal

jeugdboeken. Het gaat daarbij om boeken die een Zilveren Griffel kregen, zoals Toen kwam Sam van Edward van de Vendel en Vuurbom van Harm de Jonge. Het ging de Bond tegen vloeken om ‘grove scheldwoorden en (zelf)verwensingen’, waarbij het de Bond overigens opviel dat in geen van de jeugd-boeken gescholden werd met ziektes. Wie de lijst met door de Bond tegen vloeken in de genomineerde jeugdboeken gevonden grove en

godslasterlijke termen doorneemt, komt een aan-tal woorden tegen waarvan duidelijk is waarom zij erop staan. Zoals: verdomme, opsodemieteren, opflikkeren, gadverdamme en naar de kloten gaan. Andere woorden zijn om minder duidelijke redenen aangestreept. Die arme donders? Die verduivelde Vuurberg? Hoe het ongeveer zit blijkt uit het artikel Hoe om te gaan met bastaardvloeken van Hans Alder-liesten, de persvoorlichter van de Bond tegen vloeken. Algemeen wordt een bastaardvloek gezien als: een verzachte vloek, die van een echte vloek is

I

Page 12: VvL.nu 2012, nummer 2

12

afgeleid en van een klankverandering voorzien om minder aanstoot te geven. Een korte lijst van deze bastaardvloeken zal duidelijk maken waarom Hans Alderliesten schrijft dat ook de Bond tegen vloeken het er weleens moeilijk mee heeft.

- Jeetje, jemig, ojee – afgeleid van Jezus, dus een bastaardvloek.

- Gossie, gossiemijne, Goh – afgeleid van God.

- Gatsie-, getsie-, of gut – zie boven.

- Jandorie, Potjandorie, gossiepietje – hier wordt God vervangen door een eigennaam, dus een bastaardvloek.

- Jeremiee, potvoldrop, snotverpielekes, jeetje kreetje – ook hier wordt gevarieerd op een bestaande godslastering, ook al komt het grappig over.

Van al deze godslasteringen en hun varianten was ik zelf al jaren op de hoogte. Na het schrijven van mijn eerste jeugdboeken werd ik er door een van mijn uitgevers op gewezen dat een boek zonder vloek- en scheldwoorden bij het deel van de bevolking waar het Woord zijn hoge status heeft behouden op ex-tra attentie kan rekenen. De bibliotheekbestelling zou in zo’n geval flink groter zijn, boekhandels met

een christelijke signatuur kopen het in en daarbij is het gereformeerde Nederlands Dagblad een van de weinige kranten waar een goede recensie nog een merkbaar positief effect op de boekverkoop heeft. Naar schatting worden er van een historisch jeugd-boek zónder krachttermen makkelijk 500 – 1.000

stuks meer verkocht dan van een jeugdboek mét. Voor een bestsellerauteur geen aantal om tegen op te zien, maar voor een beoefenaar van een minder populair genre als historische jeugboeken telt zoiets aardig mee. Toch keek ik bij het doornemen van de lijst met bastaardvloeken een paar keer vreemd op. Dat God

niet voor rotte vis mag worden uitgemaakt wist ik, maar dat dit voor de duivel ook gold, was nieuw voor mij. ‘Duivels’ mag dus niet volgens de Bond, net zo min als de ervan afgeleide bastaardvloeken ‘drom-mel’ en ‘opduvelen’. Ook was mij niet bekend dat ‘ajuus’ is afgeleid van het Franse ‘A Dieu’, ‘sakkerloot’ van ‘sacré’ en dat ‘houdoe’ zijn wortels vindt in de Spaanse tijd en met ‘Diós’ te maken heeft. Nu komt dit wat vergezocht over en dat ziet de Bond tegen vloeken ook wel in. Bastaardvloeken waarvan aange-nomen kan worden dat de gebruiker geen verwen-sing of lastering in de zin heeft, worden betreurd, maar niet bestreden. ‘Jeetje’, ‘potverdrie’ en ‘grutjes’ kunnen gebruikt worden zonder een negatief keur-merk aan je boek geplakt te krijgen, maar wie een aanbeveling van de Bond in de wacht wil slepen kan ze beter weglaten. Wat het effect van zo’n aanbeve-ling is op de verkoop weet ik niet, omdat geen van mijn boeken er ooit een heeft gekregen. Sommige dingen gaan zelfs mij iets te ver.

~~~

Peter Smit is kinderboekenschrijver en redacteur van VvL.nu

Naar schatting worden er van een historisch

jeugdboek zónder krachttermen makkelijk 500 – 1.000 stuks meer

verkocht dan van een jeugdboek mét.

‘Jeetje’, ‘potverdrie’ en ‘grutjes’ kunnen

gebruikt worden zonder een negatief

keurmerk aan je boek geplakt te krijgen

Page 13: VvL.nu 2012, nummer 2

13

Doe al wat afleidt weg, de poespaseromheen, voor je begint. Behoud alleen

onzekerheid of je wel woorden vindtvoor wat je drijft, waarin genoeg textuur

en leven huist, zoals een schilderdoet, en schilder zo met inkt.

Nee niet alleen een zooitje vanitasmet die verdomde tijd als uurwerk

bij de tafelrand, een wolkenlucht bovenrivierlandschap volstaat of het intieme

nu van rodebessenglans, aspergewitof aardenwerken test met fruit.

Zeg het dus zo, maar heel precies en helderals een Nacht bij volle maan van Van der Neer.

En wees zolang je bezig bent hooguit Stilleven met pen die schrijft, niet meer.

uit Het hebben van schaduw, Arbeiderspers 2011

Hester Knibbe is bestuurslid en secretaris van PEN Nederland. In 2001 ontving zij de Anna Blamanprijs voor haar gehele oeuvre.

HESTER KNIBBE

STILLEVEN MET PENVOOR ED LEEFLANG

Page 14: VvL.nu 2012, nummer 2

14

Maar Alberto Laiseca is niet verloren. Sinds kort behoort hij tot een handjevol schrijvers in Buenos Aires dat gebruik maakt van een wel heel bijzon-dere vorm van sociale zekerheid: een pensioen van de deelstaatregering, speciaal voor literaire ouden van dagen. Het Régimen Jubilatorio para Escri-tores is uniek in Latijns-Amerika, en geldt tot nu toe alleen voor schrijvers in de hoofdstad. Maar naar alle waarschijnlijkheid zal het over niet al te lange tijd in heel Argentinië worden ingevoerd.

Buenos Aires, de Argentijnse hoofdstad is dé lite-ratuurstad van Zuid-Amerika. In het kunstenaars-wijkje Recoleta is er op praktisch iedere straathoek wel een boekhandel of een literair café te vinden, en het tot librería omgebouwde jugendstiltheater Ateneo, aan de Avenida Santa Fe, is een van de mooiste boekhandels ter wereld. In het centrum

staat het Palacio Barolo, een surrealistische toren, waarvan de architectuur is gebaseerd op de Divina Commedia. In Europa wordt de Argentijnse literatuur nog altijd vooral gedragen door haar rijke verleden. Daarin loopt padrino Jorge Luis Borges voorop, gevolgd door de groten uit de literaire boom van de jaren zeventig als Roberto Arlt, Julio Cortázar en Ernesto Sábato. Recentere generaties als die van Laiseca zijn minder bekend, maar de Argentijnse literatuur kent opnieuw hoogtijdagen. Literair tijd-schrift Granta noemde onlangs de 22 meest veel-belovende schrijvers in de Spaanse taal; acht ervan zijn Argentijns. Ondanks die rijke literaire traditie is het schrijver-schap geen makkelijk beroep in Argentinië, zegt Alejandro Vacarro, voorzitter van het Argentijns

SCHRIJVER IN EEN ANDER LAND

ARGENTINIË BIEDT OUDE SCHRIJVERS

REDDING

JAN-ALBERT HOOTSEN

Alberto Laiseca zucht en steunt. Wanneer hij spreekt, bromt hij zijn woorden van onder zijn borstelsnor bijna onverstaanbaar. Zelden kijkt hij zijn gespreksgenoot recht-streeks aan. Hij kan nauwelijks lopen. Op 72-jarige leeftijd lijkt Laiseca een gebro-ken, zieke, oude man. En dat terwijl hij toch een van de bekendste Argentijnse horror-auteurs is, die met Las Sorias het dikste werk uit de Argentijnse literatuur heeft ge-schreven. ‘Ach, jochie, wat wil je dat ik je zeg? Van schrijven kun je niet rondkomen in dit land. Ik heb mijn hele leven van de pen geleefd, maar het had een haar gescheeld of ik was verloren.’

Page 15: VvL.nu 2012, nummer 2

15

Schrijversgenootschap (SADE), waarbij zo’n 6.500 literatoren zijn aangesloten. ‘Als auteurs het in Europa vaak al moeilijk hebben, hoe denk je dat het in Latijns-Amerika is?’ zegt hij. ‘Verreweg de meeste bij SADE aangesloten schrijvers hebben er een andere baan bij. En waar het op hun oude dag aankomt, is het helemaal moeilijk voor ze.’ Het schrijverspensioen heeft daar verandering gebracht, al zijn de criteria redelijk streng. Zo moet de schrijver tenminste 60 jaar oud zijn en tenminste vijf boeken bij erkende uitgeverijen hebben gepu-bliceerd. Werk dat in eigen beheer is uitgebracht, telt daarbij niet, waardoor het gros van de auteurs al afvalt. In sommige gevallen, als de auteur het vereiste aantal boeken niet haalt, kunnen literaire prijzen echter ook een rol spelen. Wie echter aan alle voorwaarden voldoet, kan rekenen op een maan-delijks bedrag tot 700 euro. Geen overbodige luxein een land waar de meeste schrijvende ouden van dagen net een paar honderd euro per maand ontvangen. Het mag geen verrassing heten dat in Buenos Aires dit bijzondere pensioenstelsel bestaat, want juist het uitbreiden en verbeteren van de pensioenen is een van de speerpunten van president Cristina Kirchner, die sinds 2007 aan de macht is. Zij en haar overleden voorganger en echtgenoot Néstor

Kirchner, die Argentinië in 2003 uit het slop van de grootste economische crisis uit de geschiedenis trok, besturen het land al een decennium op ferme wijze met een combinatie van subsidies, sociale programma’s, importheffingen, nationaliseringen en restricties op het wisselen van geld. Hoewel con-troversieel door hun agressief-nationalistische en

confronterende stijl van regeren, zijn de Kirchners er wel in geslaagd om met 90 procent de hoogste pensioendekkingsgraad van Latijns-Amerika te creëren, wat vooral wordt toegeschreven aan Cris-tina’s besluit in 2008 om het pensioenstelsel te na-tionaliseren. Toch is het schrijverspensioen meer dan alleen maar de uitloper van een landelijke trend. In het oorspronkelijke wetsontwerp uit 2008 werden schrij-

Schrijvers als de ‘ruggengraat van de samenleving’

Page 16: VvL.nu 2012, nummer 2

16

vers de ‘ruggengraat van de samenleving’ genoemd, geheel in de traditie van het grote ontzag dat de Ar-gentijnen van oudsher voor hun literatoren hebben. Zelfs tegenstanders van de president en haar so-ciale politiek, zoals de rechtse zakenman en burge-meester van Buenos Aires Mauricio Macri, branden er hun vingers daarom liever niet aan. Toen het wetsvoorstel eind 2009 in het hoofdstedelijk con-

gres in stemming werd gebracht, onthielden Macri en zijn medestanders zich van stemming. Geen po-liticus in Argentinië wil worden opgezadeld met de reputatie geen respect voor de nationale literatuur te hebben.

Om diezelfde reden is de kans groot dat het schrij-verspensioen binnen niet al te afzienbare tijd een landelijk vervolg krijgt. Afgelopen juli namen fede-rale kamerleden onder leiding van Juan Carlos Junio, een aanhanger van Kirchner, het initiatief om het hoofdstedelijk model in het hele land in te voeren. Junio is er zelf van overtuigd dat de wet aangenomen zal worden: ‘Ik ben optimistisch. Er is een algemene erkenning voor de transcendente rol die schrijvers hebben gehad in het smeden van onze samenleving,’ zei hij eerder dit jaar tegen de New York Times. Ook Alejandro Vacarro is optimistisch, al zet hij er wel een kanttekening bij. ‘Ik ben er eigenlijk niet zo’n voorstander van het een pensioen te noemen,’ zegt hij. ‘Schrijvers publiceren in het algemeen hun beste werk als ze ouder zijn, dan bereiken ze hun volwassenheid. Ik zie het liever als een aanvulling op het vaak schamele salaris dat literatoren heb-ben, dat ze helpt om zonder veel zorgen fulltime te kunnen blijven schrijven.’

‘Het schrijverspensioen is fantastisch, je kunt gerust stellen dat het me heeft gered,’ bromt Al-berto Laiseca. Zijn kleine appartementje met afge-bladderd behang en doffe, met lege bierflessen en vergeelde papieren bezaaide meubels uit de jaren zestig is de stille getuige van zijn gelijk. ‘Ik heb het jarenlang financieel heel moeilijk gehad. Ik leefde eigenlijk van niks, het was geen waardige manier van bestaan. Het schrijverspensioen heeft dat ver-anderd; ik kan nu door blijven gaan met met mijn werk.’ Zijn volgende project ligt al klaar: een roman over de Vietnamoorlog. ‘Dat is een boek dat ik aan mijn eigen jeugd schuldig ben,’ is het enige wat hij erover kwijt wil. Dankzij zijn nieuw verworven pensioen is de oude schrijver er zeker van dat hij in de nadagen van zijn loopbaan nog tenminste één keer kan vlammen.

~~~

Jan-Albert Hootsen woont en werkt sinds 2009 als freelance journalist in Mexico-Stad.

ILLU

STR

AT

IE:

FLO

RIS

TIL

AN

US

Page 17: VvL.nu 2012, nummer 2

17

DE COLUMN VAN NOORT (4)

GETERGDE SCHRIJFSTER

SELMA NOORT

a, ja, ik ben een kinderboe-kenschrijver en die horennatúúrlijk onder alle om-standigheden gek op alle kin-

deren te zijn. Ik heb dan ook het ge-noegen naast het kleutergedeelte van een basisschool te wonen. Door mijn keukenraampje hoor en zie ik de kleu-ters en de juf gezellig bezig en zelfs Sinterklaas schrijdt eens per jaar def-tig voorbij. Tot zover dus niks aan de hand. Jarenlang zat ik geconcentreerdin mijn werkkamer te schrijven en had ik geen last van de kleuters, ook niet als ze buiten speelden, omdat dit bij een soort luid geroezemoes bleef. Tot enkele jaren geleden het ‘pad’ naast de school (tussen mijn huis en het kleuterplein dus) in-eens ook werd gebruikt. Dit pad is afgesloten met een hoog metalen hek met holle spijlen. O, toen de kleu-ters al spelend op het pad uitvonden dat het galmt als een kerkklok als je er met je ijzeren kar tegenaan botst! Keer – op keer – op keer… Of als je er met je bezempje tegenaan mept, met zijn vieren tegelijk. Of met de (ijzeren) schepjes. Gedaan was het met mijn kindertolerantie. Het galmen en timmeren, versterkt door de open omgeving, penetreerde het dubbele glas van mijn werkkamer en mijn concentratie als een injectienaald de weerloze ader van een pijnvrezer.

Wat te doen? Ik sprak met de kleuterleidsters (die aan de andere kant van het gebouw zitten en het gedoe bij het hek dus niet zien/horen) en liet de kleuters voor-doen wat ze deden. O, ja, dat was een naar geluid. ‘Niet doen, jongens.’ Seizoenen en jaren verstreken. Als ik nog maar net in concentratie verzonken achter mijn laptop zat, werd ik alweer ruw opgeschrikt door het helse gegalm en getimmer want kleuters spe-len vaak, en klas voor klas buiten. Nu en dan liep ik naar het hek en sprak de kinderen aan. Legde uit dat

die timmergeluiden tegen het hek heel vervelend zijn en vroeg aardig en geduldig zoals het een kinder-boekenschrijfster betaamt of ze er-mee wilden stoppen. Soms zeiden ze ‘sorry’ en stopten ze er inderdaad mee, waarop ik ze uitbundig de he-mel in prees.

Maar vandaag! Vandaag had een jongetje IETS. Hij sleepte het von-kend over de straatstenen en maakte er een onvoorstelbaar kabaal mee.

Daarna sloegen een paar kleuters ER zo hard ze konden met hun ijzeren schepjes op, om HET ver-volgens langs de spijlen van het hek te halen, heen en terug... Na een kwartier diep ademhalen was de maat vol. Ik beende naar het hek. De kleuters keken betrapt en schuldbewust toen ze mij zagen komen. ‘Sorry’ riepen de stinkers alvast om zich in te dekken.

Dreigend torende ik boven hen uit. ‘Daar koop ik niks voor! Wat hebben jullie daar? Wat is DAT?’Het was een zware metalen koekenpan.‘Hierrr met dat ding!’ Ze staken hem, gehoorzaam en verstandig, onmid-dellijk tussen de spijlen van het hek door. Een waag-halsje probeerde nog: ‘die is van de juf…’. ‘Als ze ’m terug wil hebben, dan kan ze ’m komen halen. Ze weet waar ik woon!’ briesteik. Ik beende mijn tuin in. Smeet de koekenpan tussen de struiken. Ging terug mijn werkkamer in, achter mijn laptop waar ik een fijn, lief, aardig enhumoristisch voorleesboek voor kleuters aan ’t schrij-ven was.

De juf kwam de pan niet halen.

J

Page 18: VvL.nu 2012, nummer 2

18

SCHRIJVER MEETS VERTALER

‘UND WER SIND SIE?’

ELLY SCHIPPERS EN CHARLES LEWINSKY

De geestelijke rijkdom van haar werk ging echter niet altijd gepaard met publieke aandacht en waar-dering, of hoge verkoopcijfers. Dat veranderde toen Schippers in 2007 de roman Melnitz van de Zwitser Charles Lewinsky in het Nederlands had omgezet. Van haar vertaling, die bij Signatuur verscheen als Het lot van de familie Meijer, werden ongeveer 300.000 exemplaren verkocht, wat heel bijzonder is voor een boek uit het Duitse taalgebied. Omgeven door veel publiciteit verscheen on-langs de opvolger van ‘De Meijers’ (zoals Schippers haar grootste succes noemt): Terugkeer ongewenst. Deze roman gaat over de Joodse theater- en film-maker Kurt Gerron, die tijdens de oorlog in The-resienstadt opdracht kreeg om een nazi-propagan-dafilm over dit kamp te maken. Ook dit boek lijkt een succes te worden. Een gesprek met Elly Schip-pers over de sterke band die ze in de afgelopen jaren met Charles Lewinsky heeft gekregen.

Wanneer heb je Lewinsky voor het eerst ontmoet?Dat was toen De Meijers net was uitgekomen. Hij kwam naar Nederland voor de presentatie en er was

een etentje bij de ambassadeur waarvoor ik ook was uitgenodigd. Maar ik was te laat vanwege de trein of zo, en toen ik binnenkwam zat het hele gezelschapal aan tafel. Lewinsky keek me aan en zei: ‘Und wer sind Sie?’ Hierop zei Nelleke Geel [uitgeefster - MN]: ‘Das ist Ihre Übersetzerin.’ Toen moest ik on-middellijk naast hem komen zitten. En de volgende avond, bij de presentatie in het Goethe-instituut, gaf hij me een enorme bos bloemen. Zoiets had ik echt nog nooit meegemaakt. Met geen van mijn auteurs heb ik zo’n nauw con-tact als met hem, en ik heb tot nu toe ook bij nie-mand zo sterk het gevoel gehad dat het ‘mijn auteur’ is. Als ik iets van hem vertaal, wordt dat ook echt ‘mijn boek’, terwijl het bij een ander eerder om ‘mijn vertaling’ gaat.

Speelt het succes daarbij ook een rol?Ja natuurlijk, want dit was echt totaal nieuw voor me. Ik vertaal al 30 jaar, en tot aan De Meijers had ik misschien 50 euro aan royalty’s gekregen. Ik heb boeken vertaald waarvan er veertig werden verkocht. De rest eindigde dan in de ramsj of in de

MICHIEL NIJENHUIS

In drie decennia heeft Elly Schippers in alle stilte een indrukwekkend oeuvre bij elkaar vertaald. Dankzij haar kregen Nederlandse lezers toegang tot het werk van literaire-canonauteurs als Arthur Schnitzler, Elias Canetti, Erich Kästner, Heinrich Böll en Anna Seghers, maar ook vertaalde ze hedendaagse schrijvers als Jenny Erpenbeck, Felicitas Hoppe en Edgar Hilsenrath.

Page 19: VvL.nu 2012, nummer 2

19

papierversnipperaar en dat is natuurlijk niet leuk. Maar nu krijg ik via de uitgeverij opeens mails van wildvreemde mensen. ‘Ik heb zo genoten en ik wil u bedanken. Ik ben nergens in het boek gestruikeld!’ Grappig, maar dat doet me toch wel erg goed. Nor-maal kijk je in de krant of er iets over de vertaling wordt gezegd en dan is het leuk als er iets positiefs staat. Maar hier heb ik dus echt lezersreacties ge-had. Stomverbaasd was ik.

Stel je Lewinsky veel vragen?Ja, dat is ooit begonnen met een roulerende e-mail-correspondentie tussen zijn vertalers en hem, via de uitgever. Maar later ben ik hem persoonlijk gaan benaderen. Als ik dan zo’n 150 bladzijden had ver-taald, stuurde ik hem een lijstje. Ik deed soms een uur over het schrijven van zo’n mail, maar altijd had ik binnen een kwartier antwoord. Ik heb trouwens met al mijn auteurs wel een goed contact, als ze ten-minste nog leven. Ik heb ook nog nooit meegemaakt

dat iemand vervelend deed of geen antwoord wilde geven, maar met Lewinsky is het contact wel het meest vriendschappelijk. Het is een open deur om te zeggen dat niemand zo goed leest als een vertaler, en dan is het logisch dat je ook wel eens wat fouten vindt. Dat is trouwens een tweede natuur geworden, omdat ik in het ver-leden veel heb geredigeerd [onder meer boeken van Kristien Hemmerechts, Mensje van Keulen en Cees Nooteboom – MN]. In De Meijers had hij zich af en toe vergist in de windstreken, en in De verbor-gen geschiedenis van Courtillon klopten sommige namen niet [een vertaling uit 2010 van Lewinsky’s Johannistag uit 2000 – MN]. Maar op het laatst schreef hij: ‘O jee, je bent bijna klaar, ik zal je vragen missen.’ Of, als hij een correctie of opmerking wat minder belangrijk vond: ‘Superkorrekte Elly, lass’ es stehen!’

Wat vind je zijn sterke punten?Hij schrijft enorm beeldend. Neem nou Courtillon. Op de eerste zeven bladzijden beschrijft hij het dorp

en daarna blijft dat dorp echt op je netvlies staan. Dat doet hij in al zijn boeken erg goed. Ik denk dat dat komt omdat hij ook in de film- en theaterwereld actief is. Hij geneert zich ook zeker niet voor het wat minder literaire werk dat hij heeft gedaan, en ook dat waardeer ik. Soms vinden beginnende verta-lers bijvoorbeeld een literaire thriller te min, en dan denk ik: zorg eerst maar eens dat je dat ook goed kunt. Van elk genre leer je, en dat merk ik ook bij Lewinsky.

Heb jij zelf iets van Lewinsky geleerd?Ja, vooral van Terugkeer ongewenst. Ik heb nog nooit een boek vertaald waarbij ik van zo veel marktenthuis moest zijn, zoals de taal in de kampen, het leger en de film- en toneelwereld. En dan waren er nog de vele versjes, liederen en woordspelingen. Er was veel jargon, veel taalniveaus. Wat dat betreft was De Meijers makkelijker. Je had de Jiddische woorden, waar Hilde Pach [vertaalster Hebreeuws – MN] me erg bij heeft geholpen, en verder hoefde ik niet zo veel op te zoeken.

En de toekomst van jou en Lewinsky?Ik heb hem onlangs een beetje uitgehoord en hij is weer met iets groots bezig. Hij liet niet veel los, maar toen ik doorvroeg gaf hij als werktitel: ‘Wir machen einen Film.’ Over een jaar of twee moet het af zijn. Bij hem, maar bijvoorbeeld ook bij Jenny Er-penbeck, vind ik het altijd mooi als er iets aan zit te komen.

Ik heb zo genoten en ik wil u bedanken. Ik ben nergens

in het boek gestruikeld!

ELLY SCHIPPERS (RECHTS)

Page 20: VvL.nu 2012, nummer 2

20

MUZIEK EN SCHRIJVEN

NIR AV CHRISTOPHE

eel auteurs vergelijken hun teksten met par-tituren en het schrijven met compone-ren. Dat lijkt onafhankelijk te zijn van het genre waarin ze schrijven. Thomas Bernhard, die

zowel proza, poëzie als toneel schreef, zei hierover:

Wie ich meine Bücher schreibe: Ich würde sagen, es ist eine Frage des Rhythmus und hat viel mit Musik zu tun. Ja, was ich schreibe, kann man nur verstehen, wenn man sich klarmacht, das zuallererst die musikalische Komponente zählt und dann erst an zweiter Stelle das kommt,

was ich erzähle. Wenn das Erste einmal da ist, kann ich anfangen Dinge und Ereignisse zu be-schreiben.1

Ook Rob de Graaf, de briljantste toneelschrijver van de lage landen, verwoordt het op die manier: ‘Toneelschrijven is verwant aan componeren. (...) Muzikaliteit, ritme en melodie vind ik het belang-rijkst.’ 2

In zijn boek Schrijven van gedichten en verhalensomt Cees van der Pluijm de belangrijkste elemen-ten op waaruit volgens Aristoteles in zijn Poetica

V

Page 21: VvL.nu 2012, nummer 2

21

het drama – en volgens van der Pluijm ieder verhaal – moet bestaan: plot, personages, taal, ruimte en tijd.3 Hij verzuimt daarbij te zeggen dat Aristoteles nóg een element noemde, dat hij belang-rijker vond dan alle andere: muziek. Thomas Verbogt heeft over die muzikaliteit een prachtig boekje geschreven, Schrijven is ritme, waarin hij laat zien hoe op woord- en zinsniveau de muzikaliteit van een tekst gecreëerd wordt. Ver-bogt eindigt zijn tekst met het ultieme voorbeeld van muzikaal proza, de beginregels van Lolita van Nabokov, in de prachtige muzikale vertaling van Rien Verhoef:

Lolita, mijn levenslicht, mijn lendevuur. Mijn zonde, mijn ziel. Lo-lie-ta: de tongpunt daalt drie treden het gehemelte af en tikt bij drie tegen de tanden. Lo.Lie.Ta. Ze was Lo, gewoon Lo, als ze met haar één meter vijftig ’s ochtends met één sok aan stond. Ze was Lola in een lange broek. Ze was Dolly op school. Ze was Dolores als ze ergens haar naam onder zette. Maar in mijn armen was ze altijd Lolita.

Wat een beat, wat een swing, wat een ritme. Er blijftweinig anders over dan met Thomas te verzuchten: ‘Ach!’

Hoeveel schrijvers ook hebben aangegeven dat muzikaliteit in hun teksten van belang is, maar weinigen zijn er duidelijk over hoe ze dat aspect tijdens hun schrijfproces ervaren en proberen te bevorderen. Nobelprijswinnaar Harold Pinter ant-woordde op de vraag of muziek invloed had op zijn schrijven: ‘Ik weet niet hoe muziek mijn schrijven zou kunnen beïnvloeden. Wel zijn jazzmuziek en klassieke muziek erg belangrijk voor me. Ik voel in het schrijven wel een constant gevoel van muziek.’4 Menig schrijver laat dan ook de muziek direct zijn of haar schrijven beïnvloeden, gewoon door muziek op te zetten terwijl er geschreven wordt. Toneelschrijver Don Duyns: ‘Er moet sowieso mu-ziek op staan als ik schrijf, er moet ritme zijn. Rach-maninov is het beste. Ik wil geen woorden horen. Van Radiohead krijg je maar rare teksten.’5

Vaak wordt de muziek tijdens het schrijven al-leen gebruikt om in een bepaalde sfeer te komen. Iedereen kent waarschijnlijk de ervaring dat de toon van een mail die we schrijven anders wordt wanneer we Chopin op hebben staan dan wanneer we Eminem op de achtergrond horen. Niet iedereen hoeft daarbij zover te gaan als

schrijfdocente Dorothea Brande, die aanraadt om tijdens het schrijven de muziek te gebruiken om in een slaapwandeltoestand te geraken, een ‘artistiek coma’, en zó je verhaal af te schrijven.6 Nou gaf zij die tip in 1934 en kunnen we haar om die reden ver-geven.

Het schrijven terwijl je muziek hoort, kan ook ge-hanteerd worden om per kleinste eenheid ritme en adem in de tekst te waarborgen. Wanneer ik weet welke sfeer een bepaalde scène die ik ga schrijven moet hebben, dan zoek ik niet een muziek die klopt bij de emotie van de scène, maar ik zoek een ritme dat bij de sfeer past. Minimal music Canto Ostinato

van Simeon ten Holt hielp me op die manier veel bij het schrijven van de theatermonoloog De koningin van Sheba, waarin een vrouw in de kelder van een ingestort huis steeds haar laatste gedachten her-haalt en varieert, tot de geest uiteindelijk uitdooft. Wanneer ik eerlijk ben, startte ik met de herhalende en variërende muziek en vanuit het ritme kwamen de teksten en van daaruit pas het idee van een mono-tone, zich voortdurend herhalende monoloog. Wanneer we schrijvers horen over muziek tij-dens het schrijven lijkt het handig geen muziek te gebruiken waar teksten in zitten. Teksten horen leidt in het schrijfproces sneller naar betekenis en daarmee naar de linker hersenhelft, waardoor de muziek minder de rechterhelft, moeder van de muzikaliteit, lijkt te kunnen stimuleren.

Een minder bekende manier om muziek te gebrui-ken tijdens het schrijven is het overnemen van de macrostructuur van de muziek in de tekst zelf. De ontwikkeling van een groter muziekstuk, bijvoor-beeld een opera, kan dan de basis vormen van de spanningsstructuur van je verhaal, ook al neem je de feitelijke plot en de personages niet over. Regis-seur/schrijver Gerardjan Rijnders gebruikte voor zijn legendarische montagevoorstelling Ballet de structuur van de opera Orpheus en Eurydice van Gluck en van Thomas Bernhard is bekend dat hij

Van Radiohead krijg je maar rare teksten

Page 22: VvL.nu 2012, nummer 2

22

muziekstructuren als basis nam van zijn proza- en dramateksten. Liesbeth Bloemsaat-Voerknecht heeft daar met Thomas Bernhard und die Musik een prachtig boek over geschreven. Scenarioschrijver (en violist!) Willem Capteyn is al jaren bezig aan een onderzoek hoe muziekele-menten en muziekstructuren bewust kunnen worden ingezet als onderleggers voor het schrijven van filmscenario’s. In mijn hoorspel De meesterfluiters, over de gefingeerde ontmoeting van de twee veertienjarige jongens Adolf Hitler en Ludwig Wittgenstein (die ook in werkelijkheid korte tijd bij elkaar op de middelbare school zaten!), heb ik Wagners opera Die Meistersinger von Nürnberg als onderlegger gebruikt. Beide pubers konden deze opera op die leeftijd van buiten fluiten en vanuit dat gegeven heb ik met mijn hoorspel de structuur van de opera gevolgd. Het voorspel van de opera is de basis van mijn eerste scène geworden en zo gaat het door. Bij het hoorspel was de muziek dan regelmatig weer als achtergrond bij de tekst te horen. De methode van het schrijven als reactie op muziek is daarmee ook een duidelijke voorberei-ding op het heel direct schrijven vóór muziek, dus

het schrijven van liedteksten of libretti. En dan nog dit: ‘Jane Smiley once played her creative writing students the first movement of Mozart’s C major quintet, ans said when it was over, “Now you know all there is to know about writing a story.” She wanted her students’ work to reproduce the tension between the desire to linger over the beautiful harmonies between the instru-ments, the equivalent of words, and the longing for the music to go forward, the equivalent of the storyline.’ 7

En daar zitten we dan, wiegend en swingend achter het toetsenbord, ieder woord neuriënd en proevend op de tong. Want als er muziek is, is er beweging en daarmee ook een lichaam. En we ho-

pen op dat begenadigde moment dat de muze van de muziek tot ons spreekt, en dán gebeurt dat wat Stefan Hertmans zo prachtig verwoordt: ‘…[dan]breekt het lichaam van de schrijver door de stijl heen, en raken we dat op een bepaalde, strelende manier voortdurend een beetje aan.’8

NOTEN:

1. Thomas Bernhard, in Programmbuch Der Schein trügt, Schau-spielhaus Bochum, nr. 52 1984, pag. 106

2. Schrijven Magazine jrg. 13 nr. 4 aug-sept 2009, p. 18-19

3. Cees van der Pluijm, Schrijven van gedichten en verhalen, L.J. Veen, Amsterdam/Antwerpen 2003, pag. 155

4. Geciteerd in: Kirsten Lyklama, Verwoorden; Een onderzoek naar het schrijfproces en de werking van theatertaal, Afstudeer-scriptie ddv Arnhem 2002, pag. 32

5. Don Duyns, ‘Schrijven is een fysieke onderneming’, in: De Theater NV, jrg. 1, maart 2003, pag. 18

6. Brande, Dorothea, Schriftsteller werden, Berlin 2001 (New York 1934), pag. 103

7. Newman, Jenny, Cusick, Edmund & La Tourette, Aileen, The Writer’s Workbook, Arnold Publishers London 2000, pag. 52

8. Stefan Hertmans, Het putje van Milete; essays, Meulenhoff Amsterdam 2002, pag. 389

~~~

Nirav Christophe schrijft voor toneel, radio en tele-visie. Hij geeft les aan diverse toneelopleidingen.

Dan breekt het lichaam van de schrijver door de stijl heen

Page 23: VvL.nu 2012, nummer 2

23

Ook in andere culturele sectoren is het inkomen laag. Er zijn duidelijke parallellen tussen schrijvers en vertalers enerzijds en bijvoorbeeld fotografen, muzikanten en acteurs anderzijds. Een modale (professionele) popmuzikant in Nederland heeft een netto jaarinkomen van rond de 12.000 euro per jaar (waarvan de helft afkomstig uit de muziek); een acteur verdient jaarlijks rond de 24.000 euro (waarvan ongeveer tweederde afkomstig uit acteren of daaraan verwante werkzaamheden). Een artistiek beroep in Nederland loont zelden. Ergens wringt iets als je beseft dat – ondanks veelgehoorde klachten over dalende omzetten – grote uitgevers, commerciële omroepen, producen-ten en platenmaatschappijen nog altijd goede win-sten maken met de exploitatie van boeken, films en muziek. De wereld van de intellectueel eigendom

(overigens meer dan auteursrecht alleen) is in Ne-derland economisch groter en van meer betekenis dan de bouwsector. En toch komt vaak weinig van de opbrengsten terecht bij degenen die in feite het essentiële werk doen.

KLEINE LETTERTJES Belangrijkste oorzaak voor dit fenomeen is het verschil in onderhandelingspositie. En wel op twee gebieden: marktmacht (de uitgeverij is groter dan de beginnende schrijver of vertaler) en kennis. Schrijvers hebben net als muzikanten, acteurs of beeldend kunstenaars niet voor een artistiek be-roep gekozen om zich te verdiepen in de wondere wereld van het auteursrecht, het naburig recht of het contractenrecht. Het doorgronden van ‘de kleine lettertjes’ behoort niet tot hun hobby.

EEN WIJZIGING VAN DE AUTEURSWET:

HET AUTEURS-CONTRACTENRECHT

JANNE RIJKERS

Enkele jaren terug verrichtte de VvL een inkomensonderzoek onder schrijvers, in samenwerking met de UvA en met steun van OCW en Lira. Het gemiddelde jaarinkomen van schrijvers en vertalers bleek rond de 20.000 euro te liggen. Ongeveer een tiende van de freelance journalisten behaalde met alleen hun journalistieke werk een vergelijkbaar inkomen als een journalist in loondienst.

Page 24: VvL.nu 2012, nummer 2

24

Zelfs als je je als schrijver door juristen laat ad-viseren (via lidmaatschap van de VvL of door een gespecialiseerd advocaat) trekt dit de verhoudin-gen niet gelijk. Dat is al jaren zo, maar zeker de af-gelopen tien jaar, waarin door fusies en overnames steeds grotere uitgevers, omroepen en platenmaat-schappijen ontstonden. Literaire schrijvers en vertalers, jeugdboeken- en toneelschrijvers kunnen gebruik maken van model-contracten. Voor journalisten ligt dat een stuk lastiger. Zij hebben in hun werk voor kranten en tijdschriften te maken met grote spelers, die mees-tal eenzijdig opgestelde algemene voorwaarden

hanteren. Ook over algemene voorwaarden valt te onderhandelen overigens, maar dat vergt een behoorlijke inspanning en vasthoudendheid. Voor schrijvers van educatief werk geldt eveneens dat zij met zeer grote uitgevers te maken hebben. Bovendien werken ze zelf vaak in een auteursteam. Wat is je onderhandelingspositie in zo’n situatie? Wat kun je wel of niet afspreken met de uitgever als het gaat om overdracht, licentie en vergoedin-gen voor nevenrechten? De gesprekken tussen de Groep Educatieve Uitgevers (GEU) en de Vereni-ging van Educatieve Auteurs (VvEA)1 over model-contracten zijn weer op gang gekomen. Gelukkig

Page 25: VvL.nu 2012, nummer 2

25

zijn hier dus zowel de uitgevers als de schrijvers van goede wil om samen tot een fatsoenlijke op-brengstverdeling te komen. In de praktijk echter krijgen (zeker beginnende) schrijvers en vertalers nog te vaak zeer ongunstige contracten aangeboden. Wie als debutant moet kiezen tussen een slecht contract of geen contract, kiest vaak het slechte contract. Begrijpelijk, maar wel iets waar hij of zij later vaak spijt van krijgt.

WETTELIJKE BESCHERMINGIn de landen om ons heen (Frankrijk, Duitsland en België) is daarom wetgeving ingevoerd om au-teurs tegen slechte contracten te beschermen: het auteurscontractenrecht. Ook in Nederland ligt sinds juni dit jaar na een jarenlange lobby van onder meer de Vereniging van Schrijvers en Ver-talers (VSenV) een wetsvoorstel in de Tweede Kamer. Onderdeel van het nieuwe voorstel is een regeling om afspraken over tarieven tussen bij-

voorbeeld uitgevers en schrijvers of vertalers mogelijk te maken (zie onder 1). Zulke afspraken worden op dit moment door de Nederlandse Mede-dingingsautoriteit (NMa) als strijdig gezien met het mededingingsrecht. Hoewel de nieuwe regeling in de Auteurswet op zijn vroegst 1 januari 2014 in werking zal treden is het ook nu al nuttig de voor-gestelde bepalingen hier kort door te nemen: ze laten tenslotte ook zien waar op dit moment de zwakke punten liggen in veel contracten.

1. Een vereniging van makers kan in samenspraak met een vereniging van exploitanten de Minister van OCW verzoeken de hoogte van een billijke ver-goeding vast te stellen. Op dit moment beschouwt de NMa collectief onderhandelen over vergoedingen door kleinezelfstandigen, bijvoorbeeld in VvL-verband, als strijdig met het kartelverbod van de Mededingings-wet. Het nieuwe wetsvoorstel wil zulke onder-handelingen toch mogelijk maken. De regeling is echter zeer omslachtig en zal een gering effect heb-ben. Men is geheel afhankelijk van de goede wil van de wederpartij: zouden de uitgevers op een zeker moment aangeven geen afspraken over royal-ty’s of tarieven te willen maken, dan houdt het op. De VvL zet daarom in op de mogelijkheid om ook eenzijdig geformuleerde minimumtarieven te kunnen verspreiden. Positief is wel dat is nage-dacht over een regeling om onze leden tegemoet te komen in hun strijd voor een fatsoenlijke betaling. 2. De maker heeft recht op een in de overeenkomst te bepalen billijke vergoeding. Deze bepaling lijkt een beetje een dode letter, want in de toelichting schrijft de minister dat de ver-goeding ook op nul kan worden gesteld. Deze regel geeft dus vooral een intentie van de regering weer: geen vergoeding of een onredelijk lage vergoeding moet de uitzondering worden en niet de regel.

3. De maker heeft recht op een aanvullende vergoe-ding van degene die het auteursrecht op zijn werk exploiteert als de aanvankelijk overeengekomen vergoeding ernstig onevenredig is in verhouding tot de opbrengst.Dit wordt ook wel de ‘bestsellerbepaling’ genoemd: bij een onverwacht succes krijg je in het geval van een slecht contract alsnog recht op een aanvullende vergoeding. Het is een regeling die te vergelijkenis met de zgn. staffel zoals die in de modelcon-tracten is opgenomen in artikel 10: bij verkoop van meer exemplaren boeken gaat het royaltypercen-tage omhoog.

4. De maker kan de overeenkomst geheel of gedeelte-lijk ontbinden in het geval de exploitant nalaat in voldoende mate te exploiteren. Dit is de ‘non-usus-regeling’. Als de uitgeverij je boek of vertaling op de plank laat liggen, of belang-

Page 26: VvL.nu 2012, nummer 2

26

rijke kansen met filmproducenten onbenut laat, dan kun je het contract geheel of gedeeltelijk ontbinden,waardoor je er zelf weer mee aan de slag kunt.

5. De maker kan een beding waarin voor een on-redelijk lange of onvoldoende bepaalde termijn aanspraken worden verleend op exploitatie van toekomstige werken en andere onredelijke be-zwarende bedingen vernietigen. Dit is een nieuw recht. Het zou bijvoorbeeld van toepassing kunnen zijn op contracten waarin de afspraak wordt gemaakt dat de schrijver zijn vol-gende drie boeken onder gelijke voorwaarden bij dezelfde uitgeverij moet aanbieden. Dit kom je nogal eens tegen bij kinderboeken.

6. Er komt een geschillencommissie zodat auteurs een laagdrempelig alternatief hebben voor een gerechtelijke procedure. Op dit moment is onduidelijk of de nieuwe ge-schillencommissie werkelijk zo laagdrempelig zal zijn als de bedoeling is. De financiering is (nog) niet geregeld. Mocht de commissie er komen, dan zouden geschillen tussen uitgevers en schrijvers in plaats van voor de rechter door een – gespeciali-seerde – commissie kunnen worden beoordeeld, dat kan voordelig zijn, niet alleen financieel, maar ook in de uitwerking.

HOE NU VERDER?Het is nog geen tijd om te juichen. Een garantie op een eerlijke verdeling bij succes biedt het nieuwe wetsvoorstel (nog) niet. Veel bepalingen in het wetsvoorstel klinken mooi, maar te veel is nog on-duidelijk. De Studiecommissie van de Vereniging voor Auteursrecht schreef onder leiding van Kees Holierhoek een 67 pagina’s tellend rapport waarin een groot aantal vragen over de wetsbepalingen is gesteld. Ook schreef de VSenV (met het Platform Makers) een reactie2 op het wetsvoorstel dat naar de Kamer is gestuurd. De vragen die in de reactie zijn opgenomen werden alle overgenomen door de Kamerleden en liggen nu bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie om te worden beantwoord. In het voorjaar van 2013 zal naar alle waar-schijnlijkheid de datum worden vastgesteld van de behandeling van het wetsvoorstel door de Tweede Kamer. Samen met onder meer de beroepsor-ganisaties voor regisseurs, acteurs, fotografen etc. (verenigd in het eerdergenoemde Platform Makers)

zal de VSenV gesprekken voeren met leden van de Tweede Kamer om tot een daadwerkelijk betere uitgangspositie voor auteurs te komen. We rich-ten ons met name op de regeling die het maken van collectieve afspraken voor tarieven mogelijk maakt. Dit beschouwen wij van essentieel belang voor schrijvers en vertalers.

NOTEN:

1. De VvEA zal in 2013 toetreden tot de VSenV. De VSenV kent dan vier afdelingen: de VvL (schrijvers van proza, poëzie, toneel en jeugdboeken, literair vertalers en algemeen boekvertalers), de FLA (journalisten), het Netwerk Scenarioschrijvers (schrijvers voor film en tv) en de Educatieve Auteurs.

2. De reactie is te vinden op www.vsenv.nl

~~~

Voor het schrijven van dit artikel mocht ik gebruik maken van de tekst van Erwin Angad-Gaur die verscheen in MusicMaker #9 van 2012.

Janne Rijkers is coördinator van de VvL en coördi-nator Juridische Zaken van de VSenV.

Het is nog geen tijd om te juichen

Page 27: VvL.nu 2012, nummer 2

27

Er verschenen een paar lovende recensies in de Volkskrant, NRC Handelsblad, HP/De Tijd en... dat was het wel zo’n beetje. Nog voordat de eerste druk was uitverkocht, werd het boek verramsjt. Ehhh, om eerlijk te zijn… zelfs dat niet: het werd botweg door de versnipperaar gedraaid. Weg geesteskind waar ik een jaar van mijn leven aan had gespen-deerd. Welkom in de Nederlandse boekenwereld. Tien jaar later en vijf boeken verder. Ik schreef een boek dat zeven herdrukken kreeg en in de VS, Engeland en Duitsland verscheen, en ik schreef boeken die eenzelfde lot ondergingen als mijn eersteling. Ik ontdekte dat vrijwel elke schrijver in zijn carrière met de versnipperaar wordt gecon-

fronteerd. Kan dat niet anders? vroeg ik mij af. En ja, inmiddels kan dat anders. Gedrukte boeken zullen nog steeds vernietigd en verramsjt worden, maar dat hoeft niet te betekenen dat ze ook uit de boekwinkel verdwijnen. Dankzij het e-boek kan ieder papieren boek een tweede, digitaal, leven krijgen. Dat het e-boek in opkomst is, zal weinigen zijn ontgaan. Amazon verkoopt al een jaar meer digitale dan papieren boeken, een op de tien Nederlanders leest wekelijks een e-boek en aan het eind van dit jaar bezit naar schatting dertig procent van de Nederlandse bevolking een tablet-achtig apparaat. Geïnspireerd door enthousiaste verhalen over het

DE HEMELBESTORMERS

UITGEVERIJ FOSFOR:

IN E-BOEKEN

Tien jaar geleden schreef ik mijn eerste boek: U.S.1 – Amerika na 11 september, een journalistiek verslag van een maandenlange reis over U.S.1, de oudste snelweg van de Verenigde Staten. Onderweg had ik onderzocht of en hoe Amerika, het land waar ik de voorgaande zes jaar had gewoond, was veranderd na de aanslagen van 11 september. Natuurlijk was ik apetrots op mijn debuut. Een echt boek! Uitgegeven door een prestigieuze uitgeverij nog wel!

JEROEN VAN BERGEIJK

Page 28: VvL.nu 2012, nummer 2

28

succes van ebook selfpublishing in Amerika, be-sloot ik vorig jaar mijn debuut zelf opnieuw uit te geven. Dat kan overigens omdat het Modelcontract Oorspronkelijk Nederlandstalig Werk – het stan-daardcontract dat door uitgevers van de Literaire uitgeversgroep en de VvL tot stand is gekomen – een clausule kent die bepaalt dat alle rechten na

een bepaalde periode aan de auteur kunnen terug-vallen wanneer het boek wordt ‘opgeheven in prijs’ – uitgeversspeak voor verramsjt. Het staat iedere auteur vervolgens vrij te doen en te laten wat hij wil met zijn boek. Goed, ik liet U.S.1 op eigen kosten omzetten tot digitaal boek. Maar wat moest ik vervolgens? Ik kon bij e-boekenwinkel Boenda terecht. Een prachtig initiatief, maar… wie koopt er e-boeken bij Boenda? Ik niet, in ieder geval. Mensen kopen e-boeken bij Amazon, bij Bol.com, bij de Apple iBook store of bij eBook.nl. Wilde het zin hebben om U.S.1 opnieuw uit te geven, zo vond ik, dan moest het boek in elke online boekhandel te koop zijn. Om het naar de analoge wereld te vertalen: je wilt dat je boeken bij de Ako, Bruna en Selexyz liggen, niet alleen bij de sympathieke onafhanke-lijke boekhandel. En hier stuitte ik op allerlei prak-tische bezwaren. Apple vroeg om een Amerikaans belastingnummer. Bol.com doet alleen zaken met uitgevers. Idem dito voor eBook.nl. Kortom, het selfpublishen was niet zo eenvoudig als het soms wordt voorgesteld. Het eind van het liedje was dat ik er toch maar voor heb gekozen de e-boek ver-sie van U.S.1 via mijn huidige – zeer sympathieke – uitgever, Ambo Anthos, te laten verschijnen. Op mijn nadrukkelijke verzoek werd de prijs laag gehouden (€ 3,99) en het e-boek niet met het ge-bruikersonvriendelijke DRM (kopieerbeveiliging) opgezadeld.

En wat er toen gebeurde, overtrof mijn verwach-tingen. Zonder enige publiciteit begon mijn tien jaar oude boek weer te verkopen. Nu, een jaar later, zijn er van U.S.1 honderdvijftig exemplaren verkocht.

Een normale uitgever haalt daar misschien zijn neus voor op, maar voor mij geldt dat ik na tien jaar opnieuw wat verdien aan mijn debuut. En nog belangrijker: het boek wordt weer gelezen. Dit bescheiden succes heeft me aan het denkengezet. Wat voor mijn boek is gelukt, zou voor al die andere duizenden verramsjte en versnip-perde boeken ook kunnen lukken. Ik vroeg me af: waarom doen uitgevers niet wat ik zelf heb gedaan? Je maakt er schrijvers gelukkig mee, want hun oude werk leeft weer en ze verdienen er ook nog wat aan. Je maakt er lezers gelukkig mee, want ze kunnen voor een schappelijke prijs e-boeken kopen. Maar het afgelopen jaar zag ik uitgevers niet warmlopen voor het digitaal exploiteren van boeken die om wat voor reden dan ook niet meer in de boekwinkel te koop zijn. Mijn indruk was dat ze e-boeken vooral veel gedoe vonden, een bedreiging voor hun papieren uitgaven. En dus heb ik besloten het zelf maar te gaan doen. Samen met journalist Evert Nieuwenhuis heb ik dit najaar de digitale uitgeverij Fosfor opgericht, die zich ten doel stelt

Het werd botweg door de versnipperaar

gedraaid

Page 29: VvL.nu 2012, nummer 2

29

mooie boeken die niet langer meer te koop zijn in de reguliere boekwinkel, een nieuw, digitaal leven te geven. Omdat wij zelf auteurs zijn, hebben wij lang gepiekerd over een uitgeefconcept dat in de eerste plaats voor auteurs aantrekkelijk is. Dit is wat we hebben bedacht: volgens ons is het allerbelang-rijkste voor een auteur dat hij of zij wordt gelezen én voor zijn of haar werk wordt betaald. E-boeken verkopen in Nederland tot nu toe zo matig omdat ze te duur zijn. Zeker voor oudere boeken kun je geen prijs vragen die rond de tachtig procent van de papieren versie ligt (zoals nu gebruikelijk is). Wij zijn ervan overtuigd dat de sleutel tot het beschei-den succes van de digitale U.S.1 ligt in het feit dat hij uiterst schappelijk is geprijsd. Daarom kiezen wij ervoor elk boek voor € 4,99 aan te bieden. Ver-volgens is een ruime beschikbaarheid essentieel en dus gaat Fosfor e-boeken in elke (online) boeken-winkel te koop aanbieden inclusief onze eigen webwinkel. En last but not least moet de auteur een eerlijker deel van de inkomsten krijgen dan tot nu toe gebruikelijk is. Wij hebben ervoor gekozen om met elke au-teur een partnerschap aan te gaan. Inkomsten en onkosten verdelen we 50-50. Samen betalen we

de omzetting van het papieren naar het digitale boek, voorlopig begroot op € 250, samen delen we vervolgens de opbrengsten. De auteur brengt zijn oude boek in, wij regelen productie, verkoop en promotie van de e-boeken. Voor het contract tenslotte hebben we gekozen voor een aangepaste ver-sie van het eerder genoemde Modelcontract. Wij vinden: aangepast in het voordeel van de auteur. De belangrijkste wijzigingen: nevenrechten leveren

de auteur 90% van de inkomsten op of kunnen naar wens uit het contract gehaald worden, we kiezen voor een 50-50 partnerschap in plaats van een royalty-percentage en als het werk drie maanden niet be-schikbaar is voor verkoop vervalt het contract.

Maar het allerbelangrijkste is dat het bij Fosfor geen slikken of stikken is. We staan open voor wij-zigingen die onze auteurs in het contract wensen. Voor onze eerste boeken werken we samen met het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten. Meer dan tachtig procent van de boeken die dat fonds ooit heeft medegefinancierd is niet meer ver-krijgbaar. Doodzonde, vinden zowel het fonds als wij. Vandaar dat we zijn begonnen een groot aan-tal van deze titels nieuw leven in te blazen. Dat wil overigens niet zeggen dat we ons alleen op journa-listiek en non-fictie zullen richten, ook fictie heeft onze belangstelling. Wel stellen we als voorwaarde dat het boek eerder door een reguliere uitgeverij is uitgebracht. Ondertussen stemmen de eerste sig-nalen tot meer dan tevredenheid. Door de auteurs die wij hebben benaderd wordt alom enthousiast op ons initiatief gereageerd (door sommige uit-gevers overigens iets minder). Eind dit jaar gaan de eerste Fosfortitels verschijnen.

~~~

Jeroen van Bergeijk is journalist, schrijver en film-maker. Zijn laatste boek heet Goudkoorts, of: Hoe ik dacht rijk te worden in de Australische outback.Fosfor: www.uitgeverij-fosfor.nl

Daarom kiezen wij ervoor elk

boek voor € 4,99 aan te bieden

Voor mij geldt dat ik na tien jaar opnieuw wat verdien aan mijn debuut.

En nog belangrijker: het boek wordt weer gelezen

Page 30: VvL.nu 2012, nummer 2

30

IN MEMORIAM

INGE LIEVAART, DICHTER(14-4-1917 – 15-10-2012)

LID VAN DE VvL SINDS 1974

Page 31: VvL.nu 2012, nummer 2

31

ALEX BOOGERS. FOTO KRIJN VAN NOORDWIJK.

Page 32: VvL.nu 2012, nummer 2

32

Je nieuwe roman komt bijna uit, ben je zenuw-achtig?Nee, helemaal niet. Normaal wel een beetje, elke keer heb je wel een soort verwachting en daar zit ook spanning bij. Je hebt heel hard gewerkt en je wilt dat er nu vreemde ogen over het werk gaan, dat het tot leven wordt geroepen.

Aan positieve recensies heb je anders geen gebrek, je werd de Nederlandse Coetzee genoemd en je

bent vergeleken met Charles Bukowski. Je romans zouden een coproductie zijn van Palmen, Salinger en de vroege Reve. Toch valt de verkoop tegen, begrijp ik?Ja, goede recensies, maar geen verkoop. Dan is er teleurstelling en het spreekwoordelijke zwarte gat en dan weet je het even niet meer. Maar op een ge-geven moment kom je weer terug bij de essentie. Waar draait het om in mijn schrijverschap, wat drijft me, waarom ben ik dat gaan doen, wat wil ik?

SCHRIJVERS LIJKEN TEGENWOORDIG STEEDS MEER OP

VERKOPERS

INTERVIEW MET

ALEX BOOGERS

ANDREA KLUITMANN

Alex Boogers (1970) heeft zijn zesde roman geschreven: Alle dingen zijn schitte-rend ligt sinds ongeveer een maand in de winkel als dit interview verschijnt. Boogers debuteerde in 1999 met Het boek Estee, gevolgd door de romans Het waanzinnige van sneeuw (2002), Lijn 56 (2006), Het sterkste meisje van de wereld (2007) en De tijger en de kolibrie (2010, genomineerd voor de BNG Nieuwe Literatuurprijs).

Page 33: VvL.nu 2012, nummer 2

33

En, wat wil je?Uiteindelijk komt het hier op neer: ik wil gewoon de beelden die ik in mijn hoofd heb en die zich vormen tot een verhaal, op papier krijgen. Ik wil een heel mooi verhaal maken. En misschien klinkt dat wel naïef, maar zo is het.

Ik vind het niet naïef.Schrijvers lijken tegenwoordig steeds meer op verkopers en zijn steeds meer bezig met alles erom-heen. Het verhaal an sich lijkt steeds meer bijzaak te worden. Dat is voor mij een vreemde ontwikkeling. Ik heb het er met andere schrijvers over gehad, en er is weleens tegen me gezegd: waarom schrijf je niet daar- of daarover? Maar die vraag alleen al, daarin ligt voor mij besloten dat je van te voren zou moeten gaan nadenken over wat het goed zal doen.

En zo werkt dat bij jou niet?Nee. Als ik dat alleen al hoor, heb ik het idee dat ik met een heel ander soort mensentype praat. En dat is niet erg, dat wil ik helemaal niet diskwalificeren, maar ik kan daar werkelijk níéts mee.

Je boeken zijn commercieel wel degelijk aantrekke-lijk. Het zijn toegankelijke verhalen die een groot publiek zouden moeten kunnen bereiken. Op de omslag van je nieuwe roman prijkt zelfs een heuse blurb van Esther Verhoef: ‘Het best bewaarde lite-raire geheim van Nederland.’ En dat is niet eens gelo-gen. Alle dingen zijn schitterend zou best weleens je doorbraak kunnen worden.Op het moment dat je daarop gaat hopen ben je net zo’n kitten dat probeert om een bolletje wol te pak-ken, wat maar niet lukt. Elke keer rolt dat bolletje weer weg. Ik geloof dat je het werk dat je maakt zo goed mogelijk moet maken, en als het succes dan komt, dan zit daar ook een gunfactor in. Alles moet bij elkaar komen – de recensenten moeten je wel-gevallig zijn, de boekhandelaren moeten je goed neer willen leggen, een tv-redactie moet denken: we doen nou eens niet Kluun, maar Boogers, ik zeg maar wat. Als je zo’n opeenvolging krijgt, ja, dan kan het wel gebeuren.

Je doet geen ander werk naast het schrijven?Ik heb vroeger wel journalistiek werk gedaan voor Vrij Nederland, Esquire en Playboy. En in 2011 was ik freelancer voor Nieuwe Revu. Maar toen kwam het werk aan mijn nieuwe boek, en dan valt al het andere weg.

Je kunt het niet goed combineren?Moeilijk. Ik stort me volledig op het schrijven. Als ikmet een verhaal bezig ben, kan ik aan niets anders denken. Voor mijn bestaan zou het fijn zijn als ik zou doorbreken, het is financieel krap. Toch is dat niet wat me het meeste bezig houdt, dat door-breken. Gek genoeg vragen journalisten daar wel altijd naar.

Dat komt door het artikel uit 2008 in het Volks-krant Magazine, Droogbroodschrijvers, waarin je aankondigde om te stoppen met schrijven. En nu wil iedereen natuurlijk weten waarom je dat niet is gelukt.Dat lag iets anders. Ik was een van de vijf of zes schrijvers die geïnterviewd werden en ik was ken-nelijk het meest uitgesproken. Ik vertelde dat ik uit een streng arbeidersmilieu kwam. Bij ons was je zwak als je je eigen kost niet kon verdienen en je hand moest ophouden. Daarom zei ik het moeilijk te vinden om een beurs aan te vragen bij het Let-terenfonds. Want ja, als je werk niet op zichzelf kan staan, is het dan niet eigenlijk gedoemd om te falen? Het waren dingen die ik mezelf afvroeg, geen harde beweringen. Vervolgens kwam de vraag of ik nog op deze manier door kon blijven schrijven. En toen zei ik dat het zo niet verder kon gaan en dat ik het schrijven moest gaan combineren met iets anders, wat ik nooit had gedaan. Mijn absolute benadering van het schrijverschap zou hier dus ophouden. Ver-volgens stond er in dat artikel: Alex Boogers stopt met schrijven.

Maar daarna heb je toch wel werkbeurzen aan-gevraagd? Daarvoor zijn ze, voor de diversiteit, we willen niet alleen maar grote stapels van dezelfde goed verkopende boeken, dat is armoede. Je geeft dus wel degelijk iets terug. Niet iedereen krijgt trouwens zo’n beurs, het is ook een teken van kwaliteit. Sorry, dat is niet echt een vraag.Wat je nu zegt hebben mensen destijds ook tegen me gezegd. En die beurzen hebben me ook zeker geholpen, ik kon weer schrijven.

Is je houding vergeleken met vroeger veranderd?Iets minder rigide, ja. Ik treed ook meer naar buiten en begin dat ook wel leuk te vinden. Ik wil graag in contact komen met mensen die mijn werk heb-ben gelezen. Eerst wilde ik met al die toestanden en fanfare niks te maken hebben. Ik wilde alleen maar schrijven, de rest vond ik gedoe, lawaai. Die ontwikkeling heb ik wel moeten doormaken, dat

Page 34: VvL.nu 2012, nummer 2

34

was niet vanzelfsprekend. Ik dacht ook altijd dat je de intimiteit van een boek het beste thuis alleen beleeft, en niet op een lezing. Je hoeft de stem van de schrijver er niet bij te hebben, want het gaat juist om jouw stem als lezer, jij kleurt het boek. Maar kennelijk zijn er veel mensen voor wie het iets toe-voegt om degene te horen voorlezen wiens werk ze waarderen.

Lees je zelf veel?Eigenlijk niet. Ik zou liegen als ik zei van wel. Als ik zelf aan het schrijven ben, lees ik bijna niet. Biografieën, die kan ik er wel bij hebben, maar geen romans. Ik heb een lange aanloop nodig voordat ik kan schrijven, en als ik begin, dan is de periodedat ik schrijf eigenlijk vrij kort. In drie, vier maanden ram ik dat verhaal eruit, maar de tijd die eraan voorafgaat, is veel langer. En dan lees ik

zelf ook niet, omdat ik niet geleid wil worden door stemmen in andere boeken, door de toon, of ook de genialiteit van een verhaal. Ik lees in die tussenfase, als ik geen nieuw ver-haal heb en niet aan het schrijven ben. Ik verzamel wel altijd namen en tips. Overigens lees ik weinig Nederlandse auteurs, meestal Amerikaanse.

Waarom?Ik kan niet meteen een Nederlandse schrijver noe-men waarvan ik denk, wow…

Amerikaanse wel?Ja, te veel om op te noemen. Ik volg daarnaast wel een paar Nederlandse schrijvers die ik inmiddels ken. Het werk van Jan van Mersbergen vind ik goed, maar ik ken Jan, dus dan is de interesse er al. Dat werkt dan anders. Ik vind de onderwerpkeuze van Nederlandse schrijvers vaak niet zo goed, erg veel van hetzelfde. Toch nog steeds die oorlog.Peter Buwalda’s Bonita Avenue, een heel fysiek boek waarin van alles gebeurt, moest het bij de AKO-Literatuurprijs afleggen tegen Marente de Moor. Ik heb haar boek niet gelezen, maar ook daarin speelt de oorlog weer een rol. We leunen nog steeds tegen dezelfde onderwerpen aan. Veel Nederlandse romans vind ik stilistisch zwak. Als ik de schrijver te sterk waarneem in een boek, vind ik het niet goed. Ik wil dat de toon zo authentiek is dat ik het geloof, en wel meteen. En als ik daar ook maar enigszins aan twijfel, dan lees ik de schrijver in plaats van het personage. Er wordt te veel nagedacht over hoe je iets moet schrijven. Zelf interesseert me niet hoe die zinnen er uitkomen. Daar ga ik later nog wel eens over nadenken. Het allerbelangrijkste is voor mij het verhaal. Dat maak ik achteraf trouwens alleen maar kaler. Ik kies er altijd voor om zo helder mogelijk te schrijven. Korte zinnen. Ik hou van staccato. Mijn romans hebben bijna allemaal een mozaïekstructuur, flashbacks, flashforwards. Dat is ingewikkeld, niet alleen om te schrijven, soms ook om te lezen. Als je dan ook nog moeilijk doet met de taal, geef je de lezer wel erg veel opdrachten.

Gebruik je schema’s bij het schrijven?Ik maak geen aantekeningen, ik schrijf dat verhaal, en dat is het dan. Ik slaap weinig, volsta met een minimaal aantal uur, en ga weer verder. Ik weet ook niet waarom ik mijn verhalen niet gewoon chrono-logisch vertel. Mijn uitgever [Joost Nijsen van Uitgeverij Podium, AK] noemt me een intuïtieve

Het [eerste schrijven]

was ook niets wat ik tegen

mijn vrienden zei, maar

meer iets wat ik zo snel

mogelijk wilde vergeten,

net als nagelbijten of in

je neus peuteren of een

andere onhebbelijkheid

Page 35: VvL.nu 2012, nummer 2

35

schrijver, The Natural, dat vind ik wel grappig. Omdat ik er absoluut geen idee van heb wat ik doe.

Dat is bijna spiritueel.Dat klinkt dan weer zo eng en zweverig. De aan-pak is nuchter: ik heb een verhaal en dat moet eruit. Maar inderdaad, ik ga zitten en dan gebeurt het.

Je weet dus ook van te voren niet welk verhaal je gaat schrijven?Nee, en ik weet ook niet waar het eindigt. In mijn vorige roman, De Tijger en de kolibrie, voelde ik op een gegeven moment wel dat er iets aangrijpends met dat jongetje zou gebeuren, maar ik wist niet wat. Ik kies er altijd voor om de lijnen uit te zetten en ik ben me ervan bewust – en dat risico neem ik – dat die lijnen nooit bij elkaar hoeven te komen. Dat het boek dus kan mislukken. Dan heb ik een hele mooie mislukking geschreven die niet bij de uitgever belandt.

Is dat wel eens gebeurd?Twee keer. De eerste keer heb ik het wel aangebo-den omdat ik zelf dacht dat het wel goed was, maar toen zei mijn uitgever: er zijn te veel verhaallijnen, te veel boeken in één. Uiteindelijk was ik dat wel met hem eens. Ik moest keuzes maken en uitein-delijk is dat Lijn 56 geworden.

Ik sprak iemand van je uitgeverij die zei dat Alle dingen zijn schitterend voortborduurde op je aller-eerste roman, Het boek Estee (in eerste instantie verschenen onder het pseudoniem M.L. Lee). Hoe zit dat?Het boek Estee, Het waanzinnige van sneeuw en Alle dingen zijn schitterend vormen samen een trilogie. Alle drie boeken kunnen wel volledig onaf-hankelijk van elkaar worden gelezen en begrepen. Maar als je ze alle drie leest dan ontstaat het beeld van een familie met al hun voorspoed en tegenslag.

Wanneer merkte je dat je kon schrijven?Dat lijkt dan een soort openbaring, maar zo was het niet. Waar ik vandaan kom was schrijven niet iets wat je deed. Als kind kon ik vaak niet slapen, ik had veel onrust. En een soort van dagdromen, avonddromen, je slaapt niet echt en je hebt allerlei beelden in je hoofd, en om tot rust te komen ging ik die beelden beschrijven. Maar dat waren geen ver-halen, en het was ook geen poëzie, ik schreef ge-woon op wat ik op dat moment zag en meer deed ik er niet mee. Ik keek er de volgende dag ook niet

naar. Het was ook niets wat ik tegen mijn vrienden zei, maar meer iets wat ik zo snel mogelijk wilde vergeten, net als nagelbijten of in je neus peuteren of een andere onhebbelijkheid.

Maar dan moet er op een gegeven moment een ommekeer zijn geweest.Ja, na een ernstig ongeluk kwam ik in het ziekenhuis terecht. Ik was altijd heel fysiek ingesteld en erg sportief. En opeens kon ik lange tijd helemaal niets,behalve liggen. En toen dacht ik eraan om te schrij-ven, want de dagen duurden lang. Ik werd de ge-zichten in het ziekenhuis zat. Op mijn verzoek kwam er een typemachine, een mintgroene Vendex.

Over welk jaar hebben we het nu?Dat was in 1987. Ik werd op mijn buik gedraaid en in een houding geplaatst waarin ik kon typen. En zo kon ik mijn eerste verhaaltjes schrijven. Dat mocht absoluut geen naam hebben, maar het was wel een eerste aanzet, ik was zeventien. En toen duurde het nog tien jaar voordat ik dacht dat het iets was, heel lang dacht ik dat het alleen maar een soort afleiding was. In onze familie heeft ook nooit iemand gestu-

Als je [in Azië] een goede schrijver

bent, maar je beheerst niet de kunst van het

lichaam, je kunt niet goed bewegen –

dan tel je eigenlijk niet mee

Page 36: VvL.nu 2012, nummer 2

36

deerd, ik was de eerste en de enige. Het werd ook niet gezien als iets waarop je trots kunt zijn. Toen ik ging studeren werd er gezegd: Ben je soms te lui om te werken? En als ik nu hier [Boogers woont in Vlaardingen, AK] mensen tegenkom, dan vragen ze: ‘Hoe gaat het nou met je boekies, verkoopt het een beetje? Ik zie je nooit op tv!’ Meteen heel prak-tisch, weet je wel. En zo’n verkleinwoord zegt ook wel wat.

Naast schrijver ben je ook vechtsporter en trainer. Dat staat ook in elk interview, de vechtende schrij-ver, de schrijvende kickbokser, dat soort dingen.

Vind je dat vervelend?Ja, dat vind ik vervelend. En dan kunnen ze wel zeggen: maar je schrijft er toch ook over? Maar John Irving – niet dat ik me op gelijke hoogte wil zetten met Irving, dat is totaal niet aan de orde – schrijft bijvoorbeeld over worstelen, en die wordt nooit weggezet als worstelaar. Tommy Wieringa is rugbyer, dat weet bijna niemand, al was hij daarmee wel op de tv. In dat boekenprogramma van Abdelkader Benali smeet hij Benali zelfs op de grond. Maar bij hem doet dat er niet toe. Dan vraag ik me wel af waarom dat bij mij zo anders werkt. Misschien kunnen ze mij niet goed duiden, dat men zich afvraagt, wat is dat voor een rare kwibus, wat moeten we daar nou mee? En dan is zo’n formu-lering als schrijvende kickbokser natuurlijk wel handig.

Het klinkt ook wel erg sappig. Vechtsport heeft een bijzonder image en valt erg op in de wereld van de literatuur.Je schrijft gewoon over hetgeen je kent. Als ik tennis had gespeeld, had ik waarschijnlijk wel personages gehad die erg goed konden tennissen. Met vecht-sport, vechtkunst zit je gauw in zo’n hoek. Terwijl het heel erg een manier van leven is. In Azië is dat totaal anders. Als je daar een goede schrijver bent, maar je beheerst niet de kunst van het lichaam, je kunt niet goed bewegen – dan tel je eigenlijk niet mee. En andersom geldt het ook, als je heel goed kunt vechten, maar je kunt geen gedicht schrijven of niet schilderen, dan tel je ook niet mee. Het gaat om ‘de weg van de Samoerai’, die aan de ene kant het zwaard hanteert en aan de andere kant het penseel. De pen en het zwaard zijn in evenwicht. Daar moet je naar streven. Tegelijk vind ik dat boksen en vechtsport –

meer dan andere sporten – de wereld is van de anekdotiek. Als je een willekeurige boksschool bin-nenstapt en je gaat aan de bar zitten, dan komen de prachtigste verhalen aan je voorbij. En in een dia-lect waarvan je denkt: dat hoef ik alleen nog maar op te schrijven. Je hoort dingen die je niet kunt verzinnen. En dat vind ik geweldig. Het doet me ook denken aan de verjaardagen van vroeger, met mijn zeevarende ooms. Die vertelden allerlei verha-len over de Oost, want ze voeren allemaal op Indië. Zo kleurrijk en zo mooi, ik kon de landen waar ze waren bijna ruiken. Die onrust, dat is echt een familietrekje. Aan de ene kant een enorme ‘Einzelgänger’, die heel erg op zichzelf leeft, ongetwijfeld moeilijk voor anderen, mijn dierbaren, et cetera. En tegelijk is er de be-hoefte om uit te reiken, om sociaal te zijn, met ver-halen om te delen.

~~~

Andrea Kluitmann is vertaalster en redacteur van VvL.nu

Page 37: VvL.nu 2012, nummer 2

37

‘[…] is door ons na onderzoek op 10 juli 2012 formeel afgewezen’

Met deze beslissing luidde verzekeraar Generali een definitief einde in van het bestaan van Uit-geverij Sjaloom. Ooit begonnen als een uitgevers-huis voor fraai vormgegeven en goed geschreven jeugdboeken, maar op 16 maart 2012 in wezen niet veel meer dan een bedrijfshal vol onverkochte uit-geversrestanten. De uitgever, tevens de laatst over-gebleven werknemer van Sjaloom, had de 180.000 boeken voor 450.000 euro verzekerd. Een jaar eerder had hij in Boekblad aangekondigd dat hij voornemens was de uitgeverij langzaam af te bou-wen. Deze afbouw kwam in de nacht van 17 maart in een stroomversnelling terecht toen de bedrijfs-hal tot de grond toe afbrandde. Uitgeverij Sjaloom diende een claim in bij verzekeraar Generali, die de zaak door zijn recher-cheurs laat onderzoeken en vervolgens uitkering

weigert. Voor Uitgeverij Sjaloom vallen de laatste inkomsten die het bedrijf nog had weg en op 9 oktober 2012 wordt door de rechtbank het faillisse-ment uitgesproken. Dit betekent een financiële strop voor een aantal schrijvers. Een deel van hen heeft in het verleden al eerder, met steun van de Stichting Rechtshulp Au-teurs (SRA), een procedure ingezet om achterstallige royalty’s uitbetaald te krijgen. De problemen bij Sja-loom zijn namelijk niet recent ontstaan. Zo onder-vond auteur Wilma Degeling al in 2006 dat de afrekeningen van royalty’s bij Sjaloom niet gingen zoals volgens contract zou moeten. Een deugdelijk overzicht van de verkopen van haar debuut De Toverjas krijgt zij niet en betalingen volgen pas na stevig aandringen. En zij is niet de enige, ook de auteurs Greet Beukenkamp, Theo Engelen en Gerard Sonnemans merken dat de manier waarop Sjaloom de auteurscontracten naleeft nogal te wensen over-laat. De oude Turkse volkswijsheid ‘Aan een kind dat niet huilt gaat de moederborst voorbij’ (dank

DE BARRE PRAKTIJK

SJALOOM, DE UITGEVERIJ

DIE IN ROOK OPGING

PETER SMIT

Page 38: VvL.nu 2012, nummer 2

38

Halil Gür, duizendmaal dank!) lijkt ook op de bu-relen van Uitgeverij Sjaloom niet onbekend te zijn geweest. Auteurs die flink achter hun geld aanzit-ten krijgen af en toe wat betaald, anderen hebben het nakijken. Overigens is Sjaloom ook met informatie niet erg scheutig. Als de uitgever in 2011 in Boekblad laat weten zijn bedrijf langzaam te willen afbou-wen, is dat voor een aantal van de Sjaloom-auteurs nieuws. Hun was wel opgevallen dat er na 2008 geen nieuwe titels meer waren verschenen, maar dat dit definitief zou zijn was hun niet verteld. Ook toen de uitgever besloot om het overgrote deel van de boekenvoorraad van het Centraal Boekhuis naar een loods in Harlingen over te brengen werd dat niet bekendgemaakt. Zelfs na de brand werd geen contact opgenomen met de auteurs, terwijl die wel degelijk te zien zijn als mede-gedupeerden. Na de brand van 17 maart legden vier van de ge-dupeerde auteurs met steun van SRA beslag onder de verzekeraar op het aan Sjaloom uit te keren

verzekeringsgeld. Daarbij bleek dat de uitgeverij een deel van het verwachte verzekeringsgeld al aan anderen verpand had. Toen vervolgens de verzekeraar bekend maakte dat er in het geheel geen schadevergoeding uitgekeerd zou worden is besloten de procedure niet voort te zetten. Dit om te voorkomen dat er nog verdere onkosten zouden worden gemaakt zonder dat er kans was op resul-taat. De afhandeling van de achterstallige royalty’s ligt vanaf 9 oktober in handen van de curator. Het isniet uit te sluiten dat er nog iets betaald gaat worden, maar dat de verwachtingen niet erg hoog zullen zijn laat zich raden.

~~~

Peter Smit is kinderboekenschrijver en redacteur van VvL.nu

Page 39: VvL.nu 2012, nummer 2

39

Bij mijn aantreden in 2011 als secretaris van het bestuur van de Werkgroep Literair Vertalers kijk ik in dit boek naar de oprichtingsdatum van de Werk-groep Vertalers maar vind die niet. Leden van het eerste uur vertellen dat dit begin 1960 moet zijn geweest. Een precieze datum? Ach, is dat nou zo belangrijk? Belangrijker is toch dat in de loop der jaren allerlei leden aardig wat resultaten hebben geboekt voor de verbetering van de sociale, econo-mische en culturele positie van vertalers? Daar valt niets op af te dingen, maar waarom niet terug-kijken, zeker nu deze werkgroep al vijftig jaar ac-tief is. Bij mijn bezoek aan het archief van de VvL in het Letterkundig Museum voor de precieze oprich-tingsdatum merk ik weer eens hoe belangrijk documentatie is voor mensen die er niet bij zijn geweest. Janne Rijkers, die vanuit het VvL-bureau de leden met raad en daad bijstaat, vraagt me mijn bevindingen van die enkele uren in het archief op te schrijven. Vandaar deze impressie van een im-

pressie, want archieven zijn selecties en bovendien zou dit verhaal een ander zijn als iemand anders in het archief was gaan snuffelen of meer tijd ter beschikking had. Eén ding is overduidelijk: in de democratiseringsjaren is er volop actiebereidheid

50 JAAR WERKGROEP

LITERAIR VERTALERS

Even dreigt op 27 januari 1962 de oprichtingsvergadering van de Werk-groep Vertalers van de Vereniging van Letterkundigen niet door te gaan. Op zich is dat niets bijzonders, er zijn altijd wel zaken in de verenigingdie belangrijker zijn of meer aandacht vragen. De VvL, opgericht in 1905, is nu eenmaal een levendige club waarin altijd wel iemand voor reuring zorgt. Wat er precies aan de hand was, is na te lezen in Geen vogel kan van louter fluiten leven, waarin Pauline Micheels de honderd-jarige geschiedenis van een schrijversvereniging uit de doeken doet.1

JEANNE CRIJNS

Vertalers zijn individualistisch

ingesteld, hebben geen verstand van zakendoen en mopperen veel

Page 40: VvL.nu 2012, nummer 2

40

voor modelcontract en beurzen, zaken die velen nu weleens als heel gewoon ervaren. Vertalers zijn altijd al lid van de VvL geweest,maar vormen lange tijd geen aparte VvL-werkgroep. Op 24 mei 1956 is in een VvL-bestuursvergadering echter de vraag aan de orde of de vertalers niet beter thuishoren in het Nederlands Genootschap van Vertalers (NGV) dat in die tijd in oprichting is. De conclusie luidt dat vertalers mits ze goed werk leveren en geen beunhazen zijn bij de VvL horen, maar bezwaar tegen samenwerking met de NGV-vertalers is er niet. Vijf jaar later melden de VvL-notulen van 9 oktober 1961 dat ‘een werkgroep litte-raire vertalers’ in het najaar bijeen zal komen. Op 27 januari 1962 is de oprichting tijdens een VvL-vergadering in het toenmalige Hotel Polen aan het Rokin in Amsterdam een feit. Er zijn ook leden van de Literaire Sectie van de NGV aanwezig. Voor hen is samenwerking met de Werkgroep Ver-talen essentieel, onder het motto dat een sterke organisatie meer service kan bieden. Aanvankelijk is het NGV-bestuur niet voor samenwerking met de VvL-werkgroep, maar het komt daar later op terug. Interessant is de analyse van de heer Citroen van het NGV-bestuur in zijn brief van 19 april 1961 over de oorzaken van de slechte betaling voor literair werk. Hij stelt dat deze situatie alleen kan veranderen als alle vertalers één lijn trekken. Hij merkt op: ‘Een modelcontract aanvaarden en zich daar strikt aan houden is de enige oplossing.’ Wel moet dan aan ‘de uitgevers ook een zekere garantie van vakkundig-heid van de deelnemende vertalers’ geboden worden. Maar hij is sceptisch, want vertalers zijn individualis-tisch ingesteld, hebben geen verstand van zakendoen en mopperen veel, maar gaan niet over tot actie, zo besluit hij zijn brief. Op 10 november 1962 is de eerste vergadering van de Werkgroep Vertalers samen met de Literai-re Sectie van het NGV een feit. Een werkgroepbe-stuur moet nog gekozen worden.

Hoewel er in het archief geen document te vinden is met de beoogde doelstellingen van de werkgroep, valt uit de vergaderagenda duidelijk op te maken wat er leeft onder de leden: de economische posi-tie van de vertalers. Ook is er inmiddels binnen de VvL een Gemengde Commissie van uitgevers en letterkundigen opgericht die zich buigt over de richtlijnen voor een ‘ontwerp-standaard-contract’. Over de tarieven meldt het verslag:

Er wordt opgemerkt dat de literair vertalers een maat-schappelijk achtergebleven groep vormen, die alleen via een gedegen organisatie een ‘mens-waardige positie’ kan veroveren, en dat de lage tarieven komen omdat de uitgevers onbekend zijn ‘met wat dit werk aan tijd, moeite en kundigheid vergt’. Die fl. 15,-- die literair vertalers in 1962 per 1000 woorden hopen te krijgen staat volgens de calculator van het Inter-nationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis gelijk aan een koopkracht van € 39,68 in 2011.2

In de jaren daarna komen de activiteiten van de Werkgroep Vertalers langzaam van de grond. Er wordt aan ledenwerving gedaan. In 1963 dis-cussieert de Werkgroep over een op te richten centraal bureau voor de belangenbehartiging van de vertalers en staat ‘erkenning van vertalers’ op de agenda. De daaropvolgende jaren richten de activiteiten zich op het contract, dat afwisselend standaardcontract en modelcontract wordt ge-noemd. In het Jaarverslag 1968 van de Werkgroep staat dat het modelcontract door de vergadering is aanvaard.

Het is op dat moment echter nog niet officieel ondertekend door de VvL en de Koninklijke Ne-derlandse Uitgeversbond. Die ondertekening van het ‘Standaardcontract voor de uitgave van oor-

Page 41: VvL.nu 2012, nummer 2

41

spronkelijk Nederlandstalig werk en van herschep-pende vertalingen’ volgt later. Dat overleg van toen is door de jaren heen gebleven. Onlangs nog heb-ben de Groep Algemene Uitgevers (GAU) en de VvL het vernieuwde ‘Modelcontract voor de uitgave van een vertaling van een literair werk’ ondertekend. Rien Verhoef vertelt bij die gelegenheid dat zijn eigen eerste standaardcontract (gesloten op 16 maart 1979 met De Arbeiderspers) de versie was die in 1977 was overeengekomen en waarin bij-voorbeeld in de voorgedrukte toelichting staat: ‘Het minimum-honorarium is met ingang van 1-2-1977 bepaald op 5,6 cent per woord. Dit bedrag is geïndexeerd en wordt jaarlijks op 1 februari her-zien.’ Over deze indexering van 35 jaar geleden merkt Rien op dat de koopkracht van fl. 56,-- (per 1000 woorden) volgens de calculator van het In-ternationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis overeenkomt met € 58,83 in 2011 en dat wij er met onze € 63,-- zo bezien dus in elk geval niet op achteruit zijn gegaan.

Maar een modelcontract alleen was toen niet (en ook nu niet) voldoende. Voorwaarden als aanvul-lende honoraria en beurzen zijn nodig voor ver-betering van het inkomen van literair vertalers. Begin 1980 vindt een groep vertalers onder aan-voering van Peter Verstegen het genoeg, want: ‘ver-talers lijden armoe…’ 3 en dit voert tot de actie ‘Geef ons heden’. Op 17 april 1980 overhandigt Peter Verstegen (zie foto) met een delegatie vertalers een Zwartboek 4 aan mevrouw Cornelissen, voorzitter van de kamercommissie voor het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Een kort bericht in Het Parool van 22 augustus 1980 meldt dat CRM-minister Gardeniers geen extra geld voor vertalers over heeft. ‘Indien een aanpass-ing al nodig is dan zal dat moeten gebeuren binnen

het bestaande Fonds voor de Letteren.’ ‘Een jaar na de actie “Geef ons heden” en als direct uitvloeisel van de actie heeft het ministerie het budget van het Fonds speciaal voor vertalers met, ik geloof, ander-halve ton verhoogd,’ zo bericht Peter Verstegen.

De inspanningen voor een beter honorarium blij-ven ook in de daaropvolgende jaren nodig, maar daarnaast heeft de Werkgroep Vertalers natuurlijk ook aandacht voor inhoudelijke zaken. Er worden regelmatig themabijeenkomsten belegd en later de zeer succesvolle en jaarlijks terugkerende Lite-raire Vertaaldagen georganiseerd. In de jaren 1990 zetten leden zich in voor de oprichting van het Vertalershuis en later weer voor de oprichting van de Vertalersvakschool, om nog enkele andere resultaten te noemen, en niet te vergeten de hui-dige Vertaalslag in samenwerking met de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam (SLAA), een jaar-lijkse avond bedoeld om het literair vertalen onder de aandacht te brengen van een breed publiek. Anno 2012 is er veel bereikt, al is achterover-leunen in een tijd van financiële crisis zeker niet aan de orde. Het boekenvak verkeert om allerlei re-denen in zwaar weer, dat kan niemand ontkennen. Een analyse daarvan voert hier te ver. Dit neemtniet weg dat literair vertalers maar al te goed weten dat het vak nog steeds geen vetpot is. Maar de liefde voor het vak is groot en ondanks sombere vooruit-zichten blijven literair vertalers met mooie verta-lingen een bijdrage leveren aan de Nederlandse cultuur. Overigens groeit het ledenaantal van de werkgroep nog altijd. Hopelijk zal solidariteit ook in deze tijden het vertaalvak verder kunnen helpen. Er valt dus met recht een vijftigjarig be-staan te vieren.

NOTEN:

1. Mark Pauline Micheels, Geen vogel kan van louter fluiten leven,

Uitgeverij Contact, Amsterdam, 2006, pag. 131

2. http://www.iisg.nl/hpw/calculate2-nl.php

3. ibidem pp. 234-235

4. http://www.hum.uu.nl/medewerkers/c.koster/VCW/zwart-

boek.PDF

~~~

Jeanne Crijns is secretaris van de Werkgroep Lite-rair Vertalers van de VvL

PETER VERSTEGEN (LINKS)

Page 42: VvL.nu 2012, nummer 2

42

e Koninklijke Bibliotheek heeft zich lelijk laten kennen. In een officieel persbericht

stelt de KB het publieke belang boven het individuele belang van de journalist en de schrijver. Wat een prachtige instel-ling en wat een toe te juichen missie… Bij de aankondiging van de digi-talisering van tijdschriften van voor 1940 kwam het hoge woord eruit. Alsof er al niet een wettelijke regeling bestaat waarin de verhouding tussen publiek belang en privébelang is vastgelegd en gecanoniseerd. Volgens die regeling eindigt 70 jaar na de dood van de maker van een auteursrechtelijk beschermd werk het auteursrecht op dat werk. Een wettelijk geregelde onteigeningsprocedure derhalve. Wat je er ook van denkt, zo wil de Nederlandse staat dat je je tegen-over intellectuele eigendom gedraagt. Met respect. Je vraagt eerst om toestemming, een licentie voor gebruik, en dan komt er vanzelf een datum waarop het bezit van de auteur het bezit van allen wordt. Publiek domein, zoals dat heet, het werk valt in het publiek domein. Maar zo niet de KB. De KB meent het beter te weten en vervangt in haar beginselverklaring de voor iedereen geldende wet dat je tot die datum toestemming moet vragen voor het verveelvoudigen van auteursrechtelijk beschermd werk en het online ter beschikking stellen, door de eigen overtuiging dat de wetgever vreselijk fout zit en dat je de wet mag overtreden en inbreuk mag plegen op het au-teursrecht, als je er maar bij zegt dat het gebeurt in het publiek belang. Ik weet niet wat er achter deze opstelling zit. Aan de kosten van een fatsoenlijke regeling kan het niet liggen. Die vallen reuze mee, zeker als ze verge-leken worden met de bedragen die in zo’n groot

digitaliseringsproject geïnvesteerd worden. Een deugdelijke auteursrech-telijke regeling met Lira en Pictoright kost slechts een fractie van dat totaal. Grote kans dat die kosten noodgedwongen vervangen worden door de kosten van verweer in een juridische procedure die bij blijvende onenigheid in elk geval van de zijde van Lira te verwachten valt. Want er wordt inbreuk gepleegd op verveel-voudigings- en digitale rechten die

door journalisten en schrijvers aan Lira in eigen-dom zijn overgedragen. Ik denk dat het een symptoom is van een veel breder en dieper gaand verlies van respect voor de eigendom van creatieve prestaties. Dat bleek al bij het aantreden van de nieuwe directeur van de KB, enkele jaren terug. In zijn eerste kennismakings-interviews trok hij al meteen stevig van leer tegen het auteursrecht. Alsof hij zijn functie en de in-houd van zijn functie niet aan het auteursrecht te danken had. Zonder het auteursrecht zou hij direc-teur geworden zijn van een vrijwel lege bibliotheek. Daarom begrijp ik nooit iets van die vaak latente en soms openlijke vijandigheid van bibliothecarissen tegen bestaande intellectuele-eigendomswetgeving. Ooit, jaren terug, heb ik er één tijdens een toespraak van mij over het toen nog aankomende leenrecht in een Rotterdamse conferentiezaal pal voor mijn ogen zien ontploffen. Dat was geen aangenaam ge-zicht. Ik droom er nog wel eens van. Het lijkt me tijd worden voor een publieke actie waarin geëist wordt dat de KB dat predicaat koninklijk in een verpakking die van respect ge-tuigt, terugstuurt aan Wie het haar ooit heeft ver-strekt…

VAN KWAAD TOT ERGER 19

DE KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK NIET ZO KONINKLIJK MEER

KEES HOLIERHOEK

D

Page 43: VvL.nu 2012, nummer 2

43

p vrijdag 21 september j.l. ontving de VvL een bijzondere opzegging, namelijk van Trix van Brussel (92). Trix is 46 jaar lid geweest van de VvL, een goede reden

om haar eens op te zoeken in Meppel en haar een bloemetje te bezorgen. Ooit zei iemand tegen mij dat kinderboeken-schrijver een buitengewoon gezond beroep was. Trix van Brussel is het levende bewijs van deze stelling. Ze is nog steeds zeer alert en actief en bij de tijd. Haar computer is haar venster op de wereld en schrijven doet ze ook nog steeds. Geen kin-derboeken meer, maar wel voor de krant. In haar woonplaats Meppel staat ze nu alweer vele jaren ga-rant voor het jaarlijkse feestlied op Koninginnedag en ook wil ze nog wel eens een stemmig kerstver-haal schrijven. Trix van Brussel begon met schrijven toen ze achttien jaar oud was en schreef gedichten voor kinderen en kinderverhalen die in diverse lan-delijke dagbladen werden gepubliceerd. Haar eerste gedicht verscheen in 1938 in het Algemeen Dagblad. Na de oorlog ging ze werken voor de radio-omroepen en schreef veel liedteksten voor radiokoren zoals De Leidse Sleuteltjes en De Dam-rakkertjes. Daarnaast leverde ze liedteksten voor het bekende radioprogramma Kleutertje Luister. Ook de verhalen voor kinderen bleven komen, en werden her en der gepubliceerd. Tot een collega eens voorstelde er een boekje van te maken. Er werdcontact gezocht met uitgeverij Kluitman en in 1964 lag er opeens zomaar een echt kinderboek van Trix Bakker in de winkels. Er zouden er de komende de-cennia nog zeventig volgen. Haar bekendste werk is de serie van De Drieling, waarin 19 titels verschenen. Trix schreef voor ver-schillende uitgeverijen: De Eekhoorn, Kluitman, Van Goor&Zonen en uitgeverij Westfriesland. Bij De Eekhoorn wilden ze de series Peet&Petra en

ook Pleuntje Pukkel voor een vast bedrag afkopen. Gelukkig heeft ze dat nooit gedaan. Ook had ze bij De Eekhoorn een contract moeten ondertekenen dat ze niet met een andere uitgever in zee zou gaan. Echter, dat contract was ondertekend door Trix Bakker. Trix ging over op de naam van haar man en schreef voor Kluitman als Trix van Brussel. In totaal zijn er meer dan tweemiljoen boeken van haar over de toonbank gegaan. Of ze daar rijk van geworden is? Ach, je kreeg 27 cent per boek, maar al die beetjes bij elkaar leverden toch wel wat op. Over illustraties had ze aanvankelijk weinig tot niets te zeggen. Die kwamen er gewoon. Eerst van Lies Veenhoven, later van Charlotte Leene. Na ver-loop van tijd werkte men wel met schetsen, waarop

zij commentaar mocht geven. De eerste titels van De Drieling werden op lelijk, donker papier ge-drukt. Gelukkig werd dat later beter. Ze ontving stapels fanmail en tot op de dag van vandaag heeft ze contact met enkele van haar – in-middels volwassen – lezers. Trix was nooit dol op schoolbezoeken. Ze heeft het één keer geprobeerd, in Arnhem, maar dat vond ze zo zenuwslopend, dat ze zichzelf dat niet nog een keer aan wilde doen. In die tijd kreeg je daar 100 gulden per bezoek voor. Via de Lira ontving Trix echter wel inkomsten. Ze herinnert zich wel bedragen van 10.000 gulden per jaar. En, nog steeds ontvangt ze jaarlijks een

AFSCHEID VAN TRIX VAN BRUSSEL

ANNEKE SCHOLTENS

Want dat schrijven deed je ook maar in je eentje thuis

O

Page 44: VvL.nu 2012, nummer 2

44

paar tientjes. Ze werd in 1967 lid van de VvL om ‘ergens bij te horen,’ zoals ze zelf zegt, ‘want dat schrijven deed je ook maar in je eentje thuis. Volgens mij was Garmt Stuiveling toen voorzitter. Het was een leuke tijd; al waren er veel minder kinderboekenschrijvers dan nu. We deden inspiratie bij elkaar op, en hoorden waar de anderen mee bezig waren. We vergaderden soms bij een van de leden thuis; bij Mies Bouhuys zijn we wel geweest, en bij Bé Dubbelboer in Wes-terbork. Gertie Evenhuis, Dolf Verroen, Mien van ’t Sant, An Rutgers van der Loeff, wie had je nog meer? Bijna iedereen is weg…’ ‘Zelf denk ik nog steeds: huh, bijna 92 – hoe

kan dat nou? Ze zijn voorbij gevlogen, echt. Mijn man is in april overleden en die mis ik wel, maar ik vermaak me toch nog best. Het schrijven blijft een heerlijke afleiding, alleen niet meer voor kin-deren dus. Nee, ik heb nooit de moed gehad een boek voor volwassenen te schrijven. Dat zie ik er nu niet meer van komen ook. In een volgend leven!’

~~~

Anneke Scholtens is jeugdboekenschrijver en zit in het bestuur van de Werkgroep Jeugdboeken van de VvL.

FOTO

:GE

RR

ITB

OE

R

Page 45: VvL.nu 2012, nummer 2

45

‘Als je een verhaal vertelt in een gezelschap of in het café, dan vertel je gewoon de gebeurtenissen en de dialogen, maar je weidt niet uit over de motieven van de personages. Toen dacht ik: dat is eigenlijk veel beter. Dan ben ik meteen van die ellendige psy-chologie af.’J. Bernlef in NRC Handelsblad van 18 mei 2012

‘De vertaler heeft een onmogelijke opdracht, name-lijk om van iets hetzelfde te maken. Elke vertaling is daarom eigenlijk een mislukking, maar ik vind wel dat we in stijl ten onder moesten gaan, door te pro-beren wat Joyce ook heeft gedaan.’Bindervoet of Henkes over hun vertaling van Ulys-ses, in de Volkskrant van 16 juni 2012

‘Ik ben dus zelf diep verwikkeld in de toekomst van het echte, fysieke boek. En ik denk dat daar altijd een toekomst voor zal zijn. Mensen krijgen er ge-noeg van om alles via een scherm te ervaren.’David Eggers in NRC Handelsblad van 29 juni 2012

‘Ach, ik denk dat volwassen mensen daar wel de iro-nie van inzien. De enige die er een beetje bescha-digd van afkomt, is die Leon de Winter. Niet echt een sympathieke man. Hij heeft een slechte condi-tie, is twintig kilo te zwaar. En is ook slecht in bed, zegt zijn vriendin. Nou, fijn om over jezelf te horen.’Leon de Winter over het gebruik van namen van bestaande personen in zijn roman VSV, op Nu.nl van 6-7-2012

‘Nou, zo’n Avond van het Boek op tv, voorafgaand aan de Boekenweek, kan ik gewoon niet met droge ogen aankijken. […] Zulke evenementen zijn zo’n gi-gantische antireclame voor boeken. De volstrekte oubolligheid, het totale gebrek aan enige glamour, ik ben daarna weer een half jaar bezig om herstel-werkzaamheden te verrichten aan het stoffige ima-go van het boek.’Uitgever Oscar van Gelderen in Nieuwe Revu nr. 27

[Over zijn imago van pestkop] ‘Tijdens de Boeken-week van 1998 kreeg ik al te horen: je valt mee.’Arnon Grunberg in het tv-programma Altijd wat, 17 juli 2012

‘Voor veel dichters lijkt het de kunst om iets te schrij-ven waar mensen geen hol van begrijpen. Dat is boven mijn norm. Of eronder. Het is in ieder geval niet mijn norm.’Rutger Kopland in Vrij Nederland van 28 juli 2012

‘Ik probeer in principe zo eenvoudig mogelijk te schrijven, maar ik ben ook streng. Ik zal niet snel schrijven: een hoofd zo rood als een biet – tenzij het in een bepaalde context wel kan. Ik zoek steeds naar manieren om het anders te zeggen, of beter, duidelijker, beeldender. Ben ik dan een perfec-tionist? Ja. Maar ik vind het ook gewoon leuk om te doen. Ik beleef veel plezier aan de rijkdom en mogelijkheden van de taal.’Anton Valens in BOEK van september/oktober 2012

‘De Nederlandse samenleving is de laatste tien jaar in allerlei opzichten erg grof geworden, en dat sijpelt door in de literatuurkritiek. Er zijn recensenten die nog maar weinig liefde voor de literatuur hebben, vrees ik, en weinig respect voor schrijvers, en die zich soms alleen door kwaadaardigheid of jaloezie en rancune laten drijven. […] [In recensies in Franse kranten, RA] zitten wel kritische opmerkingen, maar vernietigend of kwetsend zijn ze daar nooit. Die hufterigheid blijkt iets typisch Nederlands te zijn.’Oek de Jong in De Morgen, 6 oktober 2012

‘Een prettige bijkomstigheid van mijn roman was dat ik geen voorzichtigheid aan de dag hoefde te leg-gen. Er zitten fysieke scènes in die ik voor kinderen nooit zou hebben geschreven. Ik dacht dat ik niet over seks kon schrijven, maar gek genoeg ging het me redelijk goed af.’Ted van Lieshout over zijn eerste roman voor vol-wassenen, in Vrij Nederland van 6 oktober 2012

‘Vertalers zijn bruggenbouwers. […] Er is dus ei-genlijk een grote culturele opdracht voor Europa weggelegd. Europese politici kunnen zo hun Nobel-prijs helpen waarmaken: vertalers brengen taalge-meenschappen in contact met elkaar, het zijn vrede-stichters.’Patrick De Rynck, bestuurslid van de Vlaamse Au-teursvereniging in De Morgen van 15 oktober 2012

HIJ ZEI ZIJ ZEI

CITATEN UIT DE BOEKENWERELD

Samengesteld door René Appel

Page 46: VvL.nu 2012, nummer 2

46

UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND

WER SIND SIE?·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·STILLEVEN MET PEN·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND

WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET

PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONIN-

KLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS

DE KONINKLIJKE?·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN

BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND

WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND

SIE?·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN

GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR

TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE

KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND

WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN

IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS

FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND

WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND

SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE

SIE?·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN

GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL

VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK

IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND

WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN

IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL

VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS

FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE

KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?

KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?

BOEKEN·KONINKLIJKE?·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN

IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND

SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN

IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE

KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN

KONINKLIJKE?·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET

PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL

VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONIN-

KLIJK IS DE KONINKLIJKE?·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN

IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN

BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN

MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONIN-

KLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS

DE KONINKLIJKE?·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN

BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND

WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND

SIE?·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN

GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR

TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE

KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND

WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN

IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS

FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND

WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND

SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·GOUDEN

GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL

VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS

FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?

KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE

KONINKLIJKE?·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET

PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL

VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONIN-

KLIJK IS DE KONINKLIJKE?·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN

IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN

BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN

MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·HOE KONIN-

KLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS

DE KONINKLIJKE?·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN

BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND

WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND

SIE?·GOUDEN GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN

GRIFFEL VOOR TURKS FRUIT·HOE KONINKLIJK IS DE KONINKLIJKE?·VLOEKEN IN BOEKEN·UND WER SIND SIE?·STILLEVEN MET PEN·SCHRIJVEN IN ARGENTINIË·GOUDEN GRIFFEL VOOR

VERENIGING VAN LETTERKUNDIGEN (VVL)

Van DeysselhuisDe Lairessestraat 1251075 HH Amsterdam

T: 020 624 0803F: 020 624 7755E: [email protected]

www.vvl.nu