Interpretatie 2012 nummer 3

7
De preek als nieuwe tekst Lilith bedankt voor het paradijs Niets nieuws onder de zon, of toch? jaargang 20 | mei 2012

description

Een inkijkexemplaar

Transcript of Interpretatie 2012 nummer 3

Page 1: Interpretatie 2012 nummer 3

De preek als nieuwe tekst

Lilith bedankt voor het paradijsNiets nieuws onder de zon, of toch?

jaargang 20 | mei 2012

Page 2: Interpretatie 2012 nummer 3

Lukas Göbel is geboren en getogen inAmsterdam en verknocht aan zijnstad. Maar hij is ook een man van dewereld, vooral van de wereld die heelgewoon is en juist daarom zo bijzon-der. Gewoon: een vrouw als Ruth meteen kip op Sumatra. Gewoon: tweemensen in het morgenlicht in China-town, San Francisco. Gewoon: zijnnichtje Rosa in de zon op de cover. Ge-woon: één foto en twee handen, maarwel uit voormalig Joegoslavië, om dedoden niet te vergeten. Gewoon: ach-ter op de fiets door Amsterdam snaps-hots maken. Gewoon: Delfzijl. Hetgewone is niet zo banaal als wij den-ken, het alledaagse kan bijzonder zijn.Dat is kort en goed de missie vanGöbel, dat is voor mij de kracht vanzijn oeuvre. Hij ziet, hij schiet wat wijniet zien, niet meer vastleggen. Zijn

lens openbaart ons bestaan, in zijndagelijkse gewoonheid. Lukas’ inspira-tiebron: Martin Parr, Brits fotograaf ende grootmeester van de ironie, hetvolkse, de samenleving van de over-consumptie en het absurde. WieGöbel wil leren kennen leze en bekijkeInterpretatie. Wie Parr wil leren ken-nen kan nog tot zondag 16 septemberin het Gemeentemuseum van Hel-mond terecht. Delfzijl en Helmond,Göbel en Parr, van harte aanbevolen.

Herman Heijn

Illustratie omslag: meisje in de zon

2 I N T E R P R E T A T I E | mei 2012

Lukas Göbel (1971) behoort tot debeste documentairefotografenvan Nederland. Hij studeerde aande Koninklijke Academie voorBeeldende Kunsten in Den Haag. Hij heeft verschillende solo- engroepsexposities op zijn naamstaan, onder andere in Haarlem,Naarden, Amsterdam, Londen enDen Haag. Regelmatig zijn zijn foto’s te zienin kranten en tijdschriften, bij-voorbeeld in de Volkskrant, hetVolkskrant Magazine, HP/De Tijd,Der Spiegel, Vrij Nederland, Carp,Man en Marie Claire. Daarnaast krijgt Göbel opdrach-ten van onder andere het Konink-lijk Concertgebouw, Nuon, Ben,Vodafone, Campina, ABN AMROen... de Doopsgezinde Zending.

Na regen komt zonneschijn, Martin ParrFotograaf

Lukas Göbel

Page 3: Interpretatie 2012 nummer 3

I N T E R P R E T A T I E | mei 2012 3

4 Een eindeloze zon-dagDe stilstaande zon in Jozua 10Marieke den Braber

8 Helios in de synagogeAfbeeldingen van zon en zodiak in synagogenAlbert Ringer

12 Bijbels grondwoord: Licht datons aanstoot in de morgenPiet Schelling

14 Land van lichtHildo van Es

20 LilithHenk Abma

26 Zeven werken van barmhartig-heidAugustinus aan het woordGerben Zweers

30 ‘Misschien’ Een eenvoudig bijwoord als theologische blikopenerJoep Dubbink

34 Leesrooster: De krachten gebundeldOpbouw, motiefwoorden en theologievan het boek RuthNico Riemersma

38 Kroniek: De zon gaat op enonderKees Posthumus

41 Keuzes tussen tekst en toepassingCiska Stark

En verder2 Over de fotograaf7 Signalement19 Cultuur

Niets is zonder waarde24 Over het beeld28 Proefschrift

Peter-Ben Smit bespreekt het proefschriftvan Harm-Jan Inkelaar

44 Recensies47 Colofon en vooruitblik48 Debat

God geneest

Va n d e r e d a c t i e

Hij verwarmt ons hart en verschroeit de aarde, hijstemt ons vrolijk en maakt ons gek, hij wordt figuur-lijk aanbeden en in sommige tradities ook letterlijk,hij kan koninklijk stralen en zich broeierig in nevelenhullen. Water is de vrouwelijke levensbron, de zon isde mannelijke verwekker – water en vuur, leven enlicht. Of is dat te veel goddelijke eer voor die kosmischegloeilamp, de loopjongen die pas sinds de vierdescheppingsdag het licht mag dragen dat de Eeuwigevolgens Genesis 1 al drie dagen eerder tot bestaanhad geroepen? In dit nummer van Interpretatie gaat het niet overmooi weer. Wel over de zon in het wereldbeeld vanoud-Israël en in het antieke wereldbeeld van Egypte,en over ‘licht’ als bijbels begrip. Ook over de stil-staande zon in het proza van Jozua en over de eeuwigweerkerende zon in de poëzie van Prediker.Buiten het thema is er een verhaal over Lilith, volgens

een joodse traditie de eerdere of andere partner vanAdam. Verder een bespreking van de dissertatie vanHarm-Jan Inkelaar, Conflict on Wisdom, over 1 Korin-tiërs 1-4. Voor volgers van het oecumenisch leesroos-ter is er een artikel over de kernthematiek van defeestrol Ruth. Voor kerkgangers is er een stuk dat desprong van bijbeltekst naar toepassing in preken pro-beert te volgen.De redactie wenst de lezers eenzonnige zomer toe en veelleesgenot, zelfs als hetmocht regenen…

I n d i t n umm e r

Page 4: Interpretatie 2012 nummer 3

In de Nieuwe Amstelstraat in Amsterdam tref je een gevel-steen met deze afbeelding aan. Het is een verbeelding vanJozua 10:13:

En de zon stond stilen de maan bleef staan,tot Israël zijn vijanden had afgestraft.Dit staat opgetekend in het Boek van de Oprechte. De zon bleef een volle dag boven aan de hemel staan voordat ze onderging.

Het vers verhaalt van een eindeloze zon-dag bij Gibeon, waarJozua als bondgenoot van Gibeon strijd levert met hun vijan-den. Wijsheid van Jezus Sirach 46:4 en Josephus AntiquitatesJudaicae V, 16 benadrukken de lengte van de strijd, die doordeze stilstaande zon twee daglengtes duurde op een dag. We-tenschappelijk stuit je bij Jozua 10:13 wel op een probleem:een zon die blijft stilstaan past alleen in een ptolemeïsch we-reldbeeld waarin de aarde het middelpunt van het heelal is.Copernicus heeft definitief ons wereldbeeld veranderd. Hetafdoen als ‘zo machtig is God nu eenmaal dat hij de zon, demaan en de wereld kan stilzetten, dat zullen we toch nietsnappen’, is mij te simpel. Ook Amerikaanse astronomen diemenen te kunnen aantonen dat er in Jozua’s tijd ooit een dagzo lang als twee dagen heeft bestaan, volg ik niet. Zij rekenenermee dat dit verslag een letterlijke weergave is van een ge-beurtenis uit het tweede millennium voor Christus en base-ren daarop hun berekeningen, waar ik denk dat het eenliteraire weergave is uit de tijd van de ballingschap. In dit artikel wil ik de stilstaande zon bij Gibeon eens goedbekijken en zoek ik naar een lezing die ook voor ons post-Copernicaanse wereldbeeld iets te zeggen heeft.

GehoorzaamDe maker van die mooie gevelsteen in Amsterdam heeftonder de afbeelding geschreven: Die Gode gehoorsaamt, ge-hoorsaemen d’elementen. Zijn uitleg van Jozua 10:13 is hel-

der: Jozua gehoorzaamt God, en daarom gehoorzamen de zon,de maan en niet te vergeten de hagel (10:11) Jozua. Gehoor-zaamheid aan God en zijn voorschriften is volgens mij hetcentrale thema van Jozua, en dan met name in Jozua 1-12. Debesnijdenis van de mannen in Jozua 5 is een fysieke uitingvan die gehoorzaamheid. In Jozua 6 is gehoorzaamheid hetinstrument om Jericho in te nemen. Het contrast tussen Ra-chab en Achan zet de rol van gehoorzaamheid nog eens opscherp: Rachab hoort naar de daden van God (Jozua 2) enkrijgt daarom een plek in het volk Israël (Jozua 6:25). Achandaarentegen is, wanneer hij neemt van het bangoed van Jeri-cho, ongehoorzaam aan Gods voorschriften en verliest daar-door zijn plek te midden van Israël (Jozua 7:25). Als het volkdoor de steniging van Achan het ongehoorzame element ver-wijderd heeft uit zijn midden, resulteert dat onmiddellijk ineen succesvolle overwinning van Ai. De centrale rol van ge-hoorzaamheid zet zich voort in Jozua 9, waar de Gibeonietenslim gebruikmaken van hun kennis van Israëls verdragen.Omdat hun woonplaats maar een paar kilometer van hetkamp van Israël af ligt, weten ze dat ze het gevaar lopen ver-overd te worden. Daarom doen ze zich met versleten klerenen oud brood voor als een volk dat ver weg woont. Met zo’nvolk mocht Israël immers vrede sluiten. Israël sluit inderdaadeen verbond met de Gibeonieten, maar komt er ook al snelachter dat ze bedrogen zijn. Gehoorzaam aan hun eigenwoord houden ze echter het verbond met de Gibeonieten instand.

BondgenootDan volgt Jozua 10. De Gibeonieten hebben door een verbondte sluiten met Israël zich de vijandschap van hun eigenbuurtvolkeren op de hals gehaald. Voor hen was Gibeon eenpotentiële bondgenoot, en is Israël een vijand. Gibeon heeftdie kaders nu doorbroken en kan daarom een aanval tege-moetzien. Koning Adonisedek van Jeruzalem verzamelt daar-toe nog vier Amoritische koningen om zich heen. In Gibeonvoelen ze de dreiging en roepen ze Jozua te hulp. En hij komt,als een echte bondgenoot, met zijn manschappen vanuit Gil-gal naar Gibeon toe. In 10:8 staat dat God aangeeft dat Jozuaniets te vrezen heeft, en dat de overwinning zeker is. God isdus op de hoogte van Jozua’s beslissingen, en stuurt hem inzekere zin zelfs op pad. Jozua verrast de vijanden van Gibeon,en God zaait paniek onder hen (10:10). Jozua achtervolgt zevan Gibeon via Bet-Choron naar Azeka en Makkeda. Hageldoodt de vijanden die proberen te vluchten. In vers 12 blijkt

4 I N T E R P R E T A T I E | mei 2012

Een eindeloze zon-dagDe stilstaande zon in Jozua 10

Het is een stoere afbeelding. Ik zie een krijgs-heer, zeker twee keer zo groot als de soldatenwaar hij voor staat. Hij heeft een prachtig har-nas aan. Zijn hand wijst naar een enorme zon.De maan staat achter hem. En voor hem liggenkleine vijandjes, verslagen op het veld.

Marieke den Braber

Page 5: Interpretatie 2012 nummer 3

dat dit geweld niet zomaar is gebeurd, maar een verhoring isvan een gebed dat Jozua heeft gebeden: ‘Zon, sta stil bovenGibeon, maan, blijf staan boven de vlakte van Ajjalon.’ Hetwordt gevolgd door het hierboven geciteerde vers 13 over dedaadwerkelijke stilstand van deze hemellichamen. De schrijver van Jozua benadrukt het bijzondere karakter vandit gebeuren als hij in 10:14 schrijft dat het ‘voor noch na diedag’ is voorgekomen en dat het de enige keer was dat God opdeze wijze een gebed verhoorde, ‘maar de Heer streed dan ookvoor Israël’ (10:14). Jozua keert hierna terug naar het kampGilgal. In het vervolg van het verhaal, dat ik hier niet zal be-spreken, wordt verteld over het lot van de vijf gevluchte ko-ningen. De zon komt nog eenmaal ter sprake als in 10:27 deinmiddels gedode Amoritische koningen in de grot wordengeworpen waar ze zich hadden verscholen, ‘bij zonsonder-gang’. Het werk is gedaan, de zon kan dus ondergaan.

StandplaatsVoor de lezer van Jozua die de gebeurtenissen nauwkeurig wilintekenen op de landkaart en wil plaatsen in de tijd, biedt detekst nogal wat uitdagingen. Een ervan is de locatie van deverteller van de strijd rond Gibeon. Deze moet zich ergenstussen Gibeon, waar de zon stilstaat, en Ajjalon, waar demaan stilstaat, bevinden. Hij moet immers beide kunnenzien. Het lijkt waarschijnlijk om te veronderstellen dat hijdus in Beth-Horon staat, zoals ook in 10:10-11 wordt gesugge-reerd. Dan nog is het duidelijk een literair standpunt, door-dat staand op de grond de verteller onmogelijk alles gezienkan hebben wat hij beschrijft. Omdat zon en maan nog tezien zijn in 10:12, lijkt het tijdstip van de strijd in de morgente liggen. Dat is niet helemaal gelijk aan wat in het laatstedeel van 10:13 gesuggereerd wordt: ‘de zon bleef een volle dagboven aan de hemel staan’; dit duidt namelijk echt op het

I N T E R P R E T A T I E | mei 2012 5

Beiroet, 2000

Gehoorzaamheid aan God en zijn

voorschriften is hetcentrale thema van

Jozua

Page 6: Interpretatie 2012 nummer 3

middaguur. De maan is hier uit beeld verdwenen. Maar hoehet ook zij, het lijkt erop dat voor de verteller de zon ergensvoor de middag aan de hemel is blijven staan, nadat Jozua inde nacht de vijanden van de Gibeonieten had aangevallen. Alsde zon daadwerkelijk pas in 10:27 ondergaat, hebben Jozua enzijn mannen binnen een etmaal enkele tientallen kilometers

afgelegd en bovendien ook nog hevige strijd geleverd. Voorwie de kaart van Israël ernaast legt, zal duidelijk worden datdeze dagmars via een hoogst inefficiënte route gelopen is. Hetlijkt dus zeer terecht om de vraag te stellen: wat gebeurt er ei-genlijk in dit verhaal? En, meer nog: wat wil het eigenlijkzeggen dat die zon stilstaat?

MeteorietenHet stilstaan van de zon wordt verteld met gebruik van hetwerkwoord dmm. Dit kun je op verschillende manieren verta-len. Ik begin met in mijn ogen de meest onlogische die ik te-genkwam: ‘donker worden’. De mogelijke lezing van 10:12-13wordt dan dat de zon ‘donker werd’ en de maan dus nog hetenige licht was. Om deze vertaling te kunnen rechtvaardigen,moet je dan suggereren dat het in het betrekkelijke duistervan een maanverlichte nacht makkelijker was om aan te val-len. Deze vertaling kan ondersteund worden door het idee datde hagelstenen (10:11) misschien wel meteorieten waren diehet licht verduisterd hebben. De volgers van deze redenatie

gaan echter voorbij aan de samenhang tussen het woorddmm, ‘staan’ voor de zon, en ‘md, ‘staan’ voor de maan, wateen vertaling met ‘stilstaan’ veel logischer maakt dan ‘donkerworden’. De volgende drie opties besteden iets meer aandachtaan de combinatie dmm en ‘md.De tweede mogelijkheid is dmm vertalen met ‘stil zijn’. Dezevertaling veronderstelt dat de zon een god was van wie eenvan de partijen een teken wilde krijgen. De zon ‘zweeg’ ech-ter, en het teken bleef dus uit. Deze uitleg gaat alleen op als jeveronderstelt dat de tegenpartij om een teken vroeg, en datdoor het uitblijven ervan Israël kon winnen. Er is geen aan-wijzing dat dit het geval is. Jozua 10:14 vertelt dat JHWH Jo-zua’s gebed verhoorde en dus zegt dit vers tevens dat hetgedrag van de zon het door Jozua gewenste gedrag was. Datbetekent dus dat een interpretatie waarbij de Amorieten ofJozua een teken van de zon vroegen, en dat deze zweeg, nietmogelijk is. De derde uitleg ligt enigszins in het verlengde hiervan en zietde zon als beschermgod: hier wordt het werkwoord dmmwelals ‘stilstaan’ vertaald, maar met het idee dat de zon bleef‘waken’ over Gibeon en Israël. Een uitleg die opnieuw con-trasteert met de eigenlijke God in het verhaal, die volgens deauteur van Jozua de overwinning geeft, JHWH (10:14).De laatste mogelijkheid die ik vond, is de vertaling van dmmmet ‘zwijgen vanwege angst’ zoals het ook in 2 Samuël 20:12en Exodus 15:16 gebruikt wordt. Hier is het dan niet uitangst, maar uit respect voor de overwinning die JHWH zijnvolk gaf dat de zon en maan zwegen als getuigen van God.Geen van de vier gepresenteerde alternatieven voor ‘stilstaan’vind ik overtuigend. De eerste optie forceert een letterlijke le-zing door een combinatie van natuurverschijnselen voor testellen. De andere lezingen gaan uit van een goddelijke ofaanzienlijke status van de zon en de maan, die in het verhaalook nog een rol van betekenis speelt. De vierde optie, waar dezon en maan Gods getuigen zijn, komt nog het meest in derichting van de lezing die ik verkies. Het gaat in het boekJozua namelijk juist steeds om de centrale rol van JHWH,zoals ook blijkt uit 10:14:

Het is voor noch na die dag voorgekomen dat de HEER opdie manier gehoor gaf aan de bede van een mens, maar deHEER streed dan ook voor Israël.

Een blik in de Umwelt van Israël levert een andere mogelijk-heid op hoe het verhaal te lezen. Ook in deze lezing speelt degoddelijke status van de zon en de maan een rol, maar is hetjuist de ontkenning van deze status door het verhaal zelf, diehet zijn betekenis geeft. De zon en de maan en andere hemellichamen waren voor deIsraël omringende culturen goden. Onder anderen Hildo vanEs gaat hier uitgebreid op in in zijn artikel in dit nummervan Interpretatie. Het verhaal van de stilstaande zon in Gibeonkan gelezen worden als een kritiek op dat wereldbeeld. Nietde zon en de maan met hun geprezen wetmatigheid van op-gang en ondergang beslissen wat er gebeurt, maar JHWH. Alszon en maan, dmm en ‘md, stilstaan en staan, valt de wereldniet stil. De zon en de maan worden in Jozua 10 van hun zo-genaamde goddelijke meerwaarde ontdaan, en zijn weer ge-woon instrumenten in de hand van JHWH, kandelaars aanzijn hemel (Gen. 1:14-15). Als de zon en de maan in één adem

6 I N T E R P R E T A T I E | mei 2012

Beiroet, 2000

Page 7: Interpretatie 2012 nummer 3

Leerboek interculturele theologieHenning Wrogemann, InterkulturelleTheologie und Hermeneutik. Grundfra-gen, aktuelle Beispiele, theoretischePerspektivenEen uitgebreid leer- en handboek, aller-eerst bedoeld voor studenten missiolo-gie, maar zeker niet minder vanwaarde als buitengewoon helder alge-meen overzicht van de ontwikkelingvan christelijke presentie wereldwijd,met name buiten Europa. De vragendie globalisering oproept ook en vooralmet betrekking tot het verstaan van dechristelijke theologie worden breedaan de hand van heldere voorbeeldenuiteengezet. Algemene termen wor-den uitgelegd, visies op wat cultuur is,wat intercultureel betekent, wat syn-cretisme is, wat er verstaan wordt inverschillende culturen onder identiteitetc. komen aan de orde. Door de velevoorbeelden uit vooral Afrika en Aziëkrijgt de diversiteit van de ontwikkelin-gen op missiologisch gebied veel aan-dacht. Op systematisch gebied wordtingegaan op de betekenis en functievan bijvoorbeeld genezing, bevrijdingen verzoening in verschillende contex-

ten. Een zeer uitgebreide literatuurlijsten een naam- en zaakregister comple-menteren deze uitgave.Gütersloh: Gütersloher Verlagshaus2012. 416 pag., € 30,90. ISBN 978 3 57908141 0

Vitalisering van de kerkStaf Hellemans, Jan van den Eijnden,Piet Rentinck (red.), Een katholiekeKerk met toekomstEen feestbundel, ‘gewijd aan ideeënvoor een vitale Rooms-Katholieke Kerk’,ter gelegenheid van het emeritaat vanJozef Wissink, hoogleraar praktischetheologie aan de Universiteit van Til-burg. Waar de kerk zich in een tijd vancrisis bevindt, zowel op theologisch alspastoraal terrein, is discussie op visiesop de toekomst van groot belang. Dezebundel wil daaraan een bijdrage leve-ren. Zo pleit Gerard de Korte in het ope-ningsartikel voor een ‘gastvrijeorthodoxie’. De overige dertien bijdra-gen gaan over de diaconie, theologie enspiritualiteit. Vijf artikelen gaan in en-gere zin over het functioneren van dekerk als instituut, beweging en gemeen-schap. Er is een bijdrage van protestant-

sen huize: ‘Consecratie of epiclese?’ doorGerrit Immink. Adelbert Denaux waagtzich ten slotte aan de vraag naar ‘Gezagen gezagsuitoefening in een vitale Kerk’.De bundel wordt afgesloten met eenpublicatielijst van Jozef Wissink.Bergambacht: Uitgeverij 2vm 2012. 212pag., € 21,50. ISBN 978 94 90393 17 5

Ouverture van de filosofiePeter Henk Steenhuis, Theo de Boer,Denken over dichtenHet boek Denken over dichtenwas ge-nomineerd voor de Socrates Wisselbe-ker 2012 (op de shortlist van vijf). Het iseen bundeling van gesprekken vanPeter-Henk Steenhuis en Theo de Boerover poëzie. Zij beschouwen in vraag-en antwoordvorm moderne en klas-sieke gedichten overal vandaan. Opwww.interpretatie.nl vindt u een be-spreking van deze bundel door HenkAbma. Zie hoe filosofie en poëzie elkaarraken, laat uw denkvermogen geprik-keld worden en scherp uw poëtischevoelhorens aan!Rotterdam: Lemniscaat 2011, 261 pag., € 34,50. ISBN 978 90 477035 56

S i g n a l e m e n t

worden genoemd, worden ze beschouwd als goden. Dat in deuitvoering van het verhaal de zon alleen nog genoemd wordt,is meteen een illustratie van hun gereduceerde positie totenkel lichtdragers. Daar is de zon alleen genoeg voor; als dieschijnt, dan is de maan niet meer nodig. Dit komt overeenmet Psalm 104, waar wordt gezegd dat de zon ‘de tijd van haarondergang’ kent (Ps. 104:19) en ook Job spreekt over JHWH’smacht om de zon niet te laten opgaan in Job 9:7. Voor deschrijver van Jozua is het geen wonderlijk gegeven dat de zonstilstaat, daartoe was God immers in staat. Het lijkt erop dathij meer verwonderd is dat het gebeurt door de opdracht vaneen mens, Jozua. Dit geeft aan dat Jozua niet zomaar eenmens is, maar iemand die bij machte is om deze uitspraak tedoen, en dan ook uitvoering ervan te ervaren. Binnen dezeexegese past de Amsterdamse gevelsteen uit het begin van hetartikel heel goed. De bede om de stilstaande zon (10:12) komtuit de mond van Jozua, maar de uitvoering komt van de handvan JHWH (10:14). Hiermee zijn alle verhoudingen ook weerduidelijk neergezet: de zon en de maan zijn ondergeschiktaan JHWH. Jozua kan bidden, maar JHWH voert uit en stuurtuiteindelijk zowel de hemellichamen als het volk Israël aan.Zoals zon en maan gehoorzamen, zo zal ook het volk moetengehoorzamen wil het de belofte van het land blijven ontvan-gen. Die eindeloze zon-dag is geen beschrijving van een kos-misch wonder, maar een illustratie van wat er mogelijk is als

JHWH aan het roer is: dan hebben andere zogenaamde godenniets meer te zeggen en wordt vijanden hun plaats gewezen.Deze lezing van het verhaal geeft betekenis aan het verhaalzonder zich in allerlei astronomische bochten te hoevenwringen, of een goddelijke status van de hemellichamen tehoeven erkennen. De lezing doet mijns inziens recht aan decontext van het boek Jozua en het Oude Testament, maargeeft mij als christelijk lezer ook de mogelijkheid om het ver-haal te lezen als een prelude op die eindeloze zon-dag, met deSol Invictus die ooit mag aanbreken.

Dr. Marieke E.J. den Braber is oudtestamenticus, predikant en voor-zitter van de redactie van Interpretatie.

Literatuur

T. Baarda, ‘De zon, die stil stond…’ Regelrecht 5/2 (1968), 33-49.David M. Howard Jr., Joshua (NAC 5), Nashville: Broadmann & Holman1998.

K. Lawson Younger Jr. ‘The Rhetorical Structuring of the Joshua ConquestNarratives’ in: Richard S. Hess, Gerald A. Klingbeil, Paul J. Ray Jr. (red.),Critical Issues in Early Israelite History (BBRS 3), Winona Lake: Eisenbrauns2008, 3-32.

I N T E R P R E T A T I E | mei 2012 7