VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR …ond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/Polyvalent...

36
VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS POLYVALENT VERZORGENDE Modulaire opleiding Categorie: HSBL Licap - Brussel: D/1999/0279/029 - september 1999

Transcript of VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR …ond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/Polyvalent...

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEKSECUNDAIR ONDERWIJS

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

POLYVALENT VERZORGENDEModulaire opleiding

Categorie: HSBL

Licap - Brussel: D/1999/0279/029 - september1999

Algemeen 3 Polyvalent verzorgendeD/1999/0279/029

INHOUDSTAFEL

INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

LESSENTABEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

STRUCTUURSCHEMA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

1 BEGINSITUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91.1 Toelatingsvoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91.2 Toelatingsproef . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9

2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9

3 ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN . . . . . . . . . . . . . . . 103.1 Organisatorische principes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103.2 Vakdomeinen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10

4 LEERINHOUDEN, LEERPLANDOELSTELLINGEN EN DIDACTISCHEWENKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11

4.1 Module A: Basiskennis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114.2 Module B: Methodisch werken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 174.3 Module C: Project Beroepsgerichte Vakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 244.4 Module D: Gesuperviseerde Beroepspraktijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32

5 EVALUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34

6 BIBLIOGRAFIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34

Algemeen 4 Polyvalent verzorgendeD/1999/0279/029

INLEIDING

De sector verzorging is momenteel braak terrein binnen OSP. In het voltijds dagonderwijs is er de vorigejaren sterk gewerkt aan herprofilering van bestaande verzorgingsopleidingen. OSP-scholen en secundairvoltijds dagonderwijs gaan een vorm van samenwerking aan.

De OSP-opleiding spoort dus met gelijkaardige (maar niet gelijke) initiatieven in het voltijds dagonderwijs:in het voltijds secundair onderwijs bestaat de opleiding Verzorging BSO (eerste en tweede leerjaar van dederde graad) en ‘Thuis- en bejaardenzorg BSO’ (derde leerjaar van de derde graad). De opleiding ‘Polyva-lent verzorgende’ in OSP spiegelt zich vooral op deze laatste, al neemt ze een aantal basiselementen mee uitde basisopleiding Verzorging derde graad BSO.

De door de onderwijsoverheid goedgekeurde leerplannen voor beide BSO-studierichtingen zijn vanzelfspre-kend de basis voor het leerplan voor de opleiding ‘Polyvalent verzorgende'.

De opleiding ‘Polyvalent verzorgende’ houdt rekening met het decreet Thuiszorg en de uitvoeringsmodali-teiten m.b.t. de opleiding ‘Polyvalent verzorgende’.De opleiding 'Polyvalent verzorgende' wil cursisten vormen die de kernfuncties van de verzorging aankun-nen. De cursist leert doelgericht systematisch en procesmatig handelen. Met verzorging bedoelen we hetgeïntegreerde zorgaanbod aan een zorgbehoevend persoon, zowel gericht op fysieke functies als op psycho-(ped)agogische en sociale functies.

De kernfuncties worden bepaald door een aantal op elkaar inwerkende componenten:- een huishoudelijke en/of animatiecomponent,- een (ped)agogische, communicatieve component,- een verzorgende component.

Daar komt nog de introductie van de cursisten bij in de verzorgingssector als onderdeel van de arbeids-markt. Deze introductie zit onder de noemer 'Participatie aan de arbeidsmarkt'.

Het is belangrijk dat de cursisten doordrongen worden van de hulpverleningsvisie die de totale unieke menscentraal stelt en die zijn zelfactiviteit maximaal stimuleert binnen een sfeer van geborgenheid en veiligheid.

Algemeen 5 Polyvalent verzorgendeD/1999/0279/029

LESSENTABEL

MODULE BENAMING UREN AARD

A1A2A3A4

B1B2B3B4B5B6

C1C2C3C4C5

D1D2D3D4D5D6D7D8

Omgangskunde PVVerzorging PVZorg voor leef- en woonsituatie PVParticipatie aan de arbeidswereld PV

Vaardigheden Omgangskunde PVVaardigheden Verzorging PV 1Vaardigheden Verzorging PV 2Vaardigheden Zorg voor leef- en woonsituatie PVMethodische begeleiding PV 1Methodische begeleiding PV 2

Bijzondere vraagstukken PV 1Bijzondere vraagstukken PV 2Omgaan met bijzondere doelgroepenGezinsgericht werkenGeïntegreerde oefeningen

Gesuperviseerde beroepspraktijk PVGesuperviseerde beroepspraktijk PVGesuperviseerde beroepspraktijk PVGesuperviseerde beroepspraktijk PVGesuperviseerde beroepspraktijk PVGesuperviseerde beroepspraktijk PVGesuperviseerde beroepspraktijk PVGesuperviseerde beroepspraktijk PV

1111

111111

11111

22222222

TVTVTVTV

TV-methoTV-methoTV-methoTV-methoTV-methoTV-metho

TV-methoTV-methoTV-methoTV-methoTV-metho

BPBPBPBPBPBPBPBP

TOTAAL 31

AANVRAAG TOT ORGANISATIE VAN EEN MODULAIRE OPLEIDINGSTRUCTUURSCHEMA: POLYVALENT VERZORGENDE (PV) - HOGER SECUNDAIRE BEROEPSLEERGANG (1 240 uur)

MODULE ABASISKENNIS PV

TV - 160 uur

MODULE BMETHODISCH WERKEN PV

TV Metho - 240 uur

MODULE CBIJZONDERE VRAAGSTUKKEN

PV

TV Metho - 200 uur

MODULE DGESUPERVISEERDE

BEROEPSPRAKTIJK PVBP - 640 uur: 8 x 80 uur

TV Omgangskunde (Ok) 40 uurA1

TV Metho VaardighedenOmgangskunde 40 uurB1

TV Metho Bijzonderevraagstukken PV 40 uurC1

BP Gesuperviseerdeberoepspraktijk PV 80 uurD1

TV Verzorging (Vz)A2 40 uur

TV Metho VaardighedenVerzorging 40 uurB2

TV Metho Bijzonderevraagstukken PV 40 uurC2

BP Gesuperviseerdeberoepspraktijk PV 80 uurD2

TV Zorg voor leef- en woonsituatie(LWs) 40 uurA3

TV Metho VaardighedenVerzorging 40 uurB3

TV Metho Omgaanmet bijzondere doelgroepen 40 uurC3

BP Gesuperviseerdeberoepspraktijk PV 80 uurD3

TV Participatie aan dearbeidswereld (PAw) 40 uurA4

TV Metho VaardighedenZorg voor leef- en woonsituatie 40 uurB4

TV MethoGezinsgericht werken 40 uurC4

BP Gesuperviseerdeberoepspraktijk PV 80 uurD4

TV Metho Methodischebegeleiding 40 uurB5

TV MethoGeïntegreerde oefeningen 40 uurC5

BP Gesuperviseerdeberoepspraktijk PV 80 uurD5

TV Metho Methodischebegeleiding 40 uurB6

BP Gesuperviseerdeberoepspraktijk PV 80 uurD6

BP Gesuperviseerdeberoepspraktijk PV 80 uurD7

BP Gesuperviseerdeberoepspraktijk PV 80 uurD8

9999DEELATTEST MODULE A

BASISKENNIS PV

9999DEELATTEST MODULE BMETHODISCH WERKEN PV

9999DEELATTEST MODULE C

BIJZONDERE VRAAGSTUKKENPV

9999DEELATTEST MODULE D

GESUPERVISEERDEBEROEPSPRAKTIJK PV

Algemeen 9 Polyvalent verzorgendeD/1999/0279/029

1 BEGINSITUATIE

1.1 Toelatingsvoorwaarden

Zie omzendbrief Organisatie onderwijs voor sociale promotie van 15 oktober 1992, zoals gewijzigd.• Algemene toelatingsvoorwaarden:

In het onderwijs voor sociale promotie kunnen enkel als regelmatige leerling worden ingeschreven depersonen die:- aan de voltijdse leerplicht voldaan hebben;- inschrijven voor het geheel van de betrokken opleiding;- zich niet voor een vierde maal inschrijven voor eenzelfde leerjaar van eenzelfde leergang en afdeling.

• Toelatingsvoorwaarden beroepsleergangen:(Hoger secundair niveau, eerste leerjaar)- 18 jaar zijn op 31 december van het lopende schooljaar;- wie het derde leerjaar van de lagere secundaire leergangen met vrucht beëindigd heeft of het brevet

behaald heeft van de lagere secundaire beroepsleergangen;- wie het derde leerjaar van een lagere secundaire technische of beroepsschool met vrucht beëindigd

heeft;- wie het lager middelbaar onderwijs met vrucht beëindigd heeft wanneer de inrichting geen overeenk-

omstige afdeling heeft op het lager secundair niveau;- wie uiterlijk op 31 december van het lopende jaar de leeftijd van 15 bereikt en slaagt voor een toela-

tingsexamen.

1.2 Toelatingsproef

Wij adviseren een extra toelatingsproef voor alle cursisten met als doelstelling:- motivatiepeiling,- beginsituatie vaststellen op vlak van kennis, attitudes, vaardigheden.

Volgende basisattitudes en vaardigheden zijn noodzakelijke voorwaarden om de opleiding ‘Polyvalentverzorgende’ te kunnen starten. Bijgevolg moeten deze minimaal aanwezig zijn:1 positieve warmmenselijke ingesteldheid;2 bereid zijn zich in te leven;3 bereid zijn tot samenwerken;4 bereidheid tot leren en veranderen;5 respect voor het anders zijn van mensen;6 elementaire verbale omgangsvaardigheden.

2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN

De algemene doelstellingen zijn gebaseerd op het opleidingsprofiel Verzorging, zoals dat door de sectoriëlecommissie van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor, Studie 1, 1994) werd opgemaakt.

- Na de opleiding ‘Polyvalent verzorgende’ kan de verzorgende volledig zelfstandig functioneren in speci-fieke en complexe zorgsituaties. De verzorgende geeft blijk van vertrouwen in de totaalzorg, heeft eengrote mate van zelfstandigheid en geeft blijk van initiatief. De verzorgende werkt doelgericht vanuit eenprobleemoplossende benadering van de zorg, en in respect voor de zorgvrager en de omgeving.

Algemeen 10 Polyvalent verzorgendeD/1999/0279/029

- Na de opleiding is de verzorgende in staat professionele zorg te verlenen aan zorgvragers in diverse zorg-settings, al dan niet met een complexe zorgvraag.

- De verzorgende is er zich van bewust dat zelfreflectie, zelfhantering en bijscholing een permanenteopdracht is voor elke professionele verzorgende.

3 ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN

3.1 Organisatorische principes

De opleiding ‘Polyvalent verzorgende’ (hogere secundaire beroepsleergangen) heeft tot doel werknemers opte leiden voor de residentiële (bejaarden-)zorg, voor de thuiszorg of voor aanpalende activiteitsterreinen.De opleiding is modulair opgebouwd en beslaat minimaal vier semesters, maximaal acht semesters. Inlestijden uitgedrukt gaat het om 1240 uur.De opleiding leidt tot een brevet voor polyvalent verzorgende.

De opleiding is gebouwd rond de componenten Omgangskunde, Verzorging, Zorg voor leef- en woonsitua-tie en Participatie aan de arbeidswereld (wie ontmoet je in de zorgsector, arbeidsrechten, deontologie).

De opleiding bestaat uit vier modules:

- Basiskennis polyvalent verzorgende: telkens eenheden van 40 lestijden rond elk van de vier hierbovengenoemde componenten (totaal 160 uur).

- Methodisch werken polyvalent verzorgende: vier eenheden van 40 lesuren voor de componentenOmgangskunde, Zorg voor leef- en woonsituatie en Verzorging (twee eenheden) plus twee eenhedenMethodische begeleiding, beide eveneens van 40 lestijden (totaal 240 uur).

- Bijzondere vraagstukken polyvalent verzorgende: 5 eenheden van elk 40 lestijden waarin thematisch engeïntegreerd een aantal domeinen worden behandeld (totaal 200 uur).

- Gesuperviseerde beroepspraktijk polyvalent verzorgende: 8 eenheden van elk 80 uur waarin stagesmogelijk zijn binnen de subsectoren waar tewerkstelling bestaat voor verzorgenden. Het gaat vanzelf-sprekend om thuiszorg, residentiële zorg en naburige werkvelden (totaal 640 uur).

3.2 Vakdomeinen

Overleg tussen de verschillende vakdomeinen is noodzakelijk gedurende de ganse opleiding.

3.2.1 Omgangskunde

- Cursisten kansen bieden om bronnen in verband met opvoedkunde/psychologie op te zoeken, te raadple-gen en in synthese te brengen.

- Lessen ondersteunen met audiovisueel materiaal zoals: film, video, zelfgemaakte audio- en video-opna-men.

- Bij de lessen omgangskunde kiezen voor actieve en interactieve werkvormen: klassengesprek, discussie,rollenspel, groepswerk ..., aansluitend bij de beroepspraktijk.

Algemeen 11 Polyvalent verzorgendeD/1999/0279/029

3.2.2 Verzorging

Bij de aanpak van de leerstof is het belangrijk om:- zoveel mogelijk gebruik te maken van de stage-ervaringen en het stage-observatiemateriaal van de leerlin-

gen;- te vertrekken vanuit realistische casussen en hierbij het systematisch handelen te bespreken aan de hand

van de zorgplannen.

3.2.3 Zorg voor leef- en woonsituatie

Voor dit vakdomein is het noodzakelijk om te werken met complexe situatieschetsen vanuit en gericht naarde beroepspraktijk.

De probleemoplossende benadering vanuit deze situatieschetsen vraagt de nodige ‘bedenktijd’ bij de voorbe-reiding. De opdrachten zullen bijgevolg een tijd vooraf (bijvoorbeeld één week) moeten worden gegeven.Deze voorbereiding kan dan door de cursist schriftelijk worden gemaakt via een stappenplan. Deze metho-de geeft de cursist kansen om te leren zelfstandig werken en om verantwoordelijkheid op te nemen.Vermits het noodzakelijk is dat cursisten diverse huishoudelijke taken leren combineren, moet de specifiekeinfrastructuur voor de mogelijke diverse zorgactiviteiten, op hetzelfde ogenblik en rechtstreeks aansluitendbij elkaar, beschikbaar zijn.

3.2.4 Participatie

Binnen dit vakgebied leren de cursisten hun eigen taak en werkveld kennen. Hiertoe zouden zowel deleerlingen als de leraren moeten beschikken over actuele informatiebronnen. Er kan ook gewerkt wordenmet getuigenissen, audiovisueel materiaal en met situatieschetsen vanuit de beroepspraktijk.

4 LEERINHOUDEN, LEERPLANDOELSTELLINGEN EN DIDACTISCHE WENKEN

4.1 Module A: Basiskennis

A1 TV-Omgangskunde (40 uur)

A2 TV-Verzorging (40 uur)

A3 TV-Zorg voor leef- en woonsituatie (40 uur)

A4 TV-Participatie aan de arbeidswereld (40 uur)

Module A

12Polyvalent verzorgende

TVD

/1999/0279/029

Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN

Omgangskunde

1 Wie zijn de (hoog)bejaarden van vandaag? De cursist verwerft inzicht in:- de (ontwikkelings)psychologische vragen van

de zorgvrager en zijn omgeving;- de veranderingen en de problemen van de

oudere zorgvrager.

Interview van (hoog)bejaarden/video-illustraties.

1.1 Ouder worden is een veranderingsproces- fysieke veranderingen- psychische veranderingen- sociale veranderingen

Omschrijven en illustreren met concrete voor-beelden.

Casussen.Praktijkopdrachten.

1.2 Positieve aspecten van het ouder worden Positieve momenten onderkennen bij ouderen inconcrete situaties.

1.3 Inkomen in de levensgeschiedenis van de ouderezorgvrager:- de levensgeschiedenis is een persoonlijk en

maatschappelijk bezit- de levensgeschiedenis is basis voor communi-

catie

Belang van de unieke levensgeschiedenis vanelke zorgvrager kunnen illustreren met voor-beelden.De levensgeschiedenis van de unieke bejaardezorgvrager erkennen als basis voor communica-tie en relatie.

Gebruikmaken van bestaande werkinstrumenten(o.a. levensloopfiche, vragenlijsten, het werkenmet aandachtspersonen).De persoonlijke levensgeschiedenis koppelenaan belangrijke mijlpalen in de ontwikkelings-psychologie.

2 Omgaan met de familie en de ruimere contextvan de zorgvrager

Respect opbrengen voor waarden en normenvan de familiale context van de bejaarde.Zicht krijgen op het sociaal netwerk van dezorgvrager.Kunnen omgaan met gevoelens van familie/man-telzorgers.Kunnen signaleren wanneer familie/mantel-zorgers zelf hulp nodig hebben.

Gesprek met/interview van familie van zorgvra-gers.

3 Wie ben ik als hulpverlener-verzorgende? De noodzakelijke basisattitudes opnoemen,voorbeelden geven en toepassen.

Deze basisattitudes moeten bij ieder aspectgeïntegreerd behandeld worden.

Module A

13Polyvalent V

erzorgendeT

VD

/1999/0279/029

Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN

3.1 Basisattitudes in het omgaan met de zorgvrager,onder andere actief luisteren, empathisch aan-vaarden, respect tonen, positief zijn, warmezorg, zin voor privacy

3.2 Omgaan met de omgeving/de werksituatie

Module A

14Polyvalent verzorgende

TVD

/1999/0279/029

Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN

Verzorging

1 Visie op zorg De cursist ontwikkelt een totaalvisie op zorg.De cursist kan de beroepsattitudes toelichten.

Via getuigenissen, beroepsprofiel, situatieschet-sen, beroepspraktijkervaringen kort de visie enattitudes verduidelijken.Overleg met Omgangskunde en Participatie.Deze visie dient in alle verdere lessen gerespec-teerd te worden.

2 Het gewoon functioneren van de mens en hetanders dan gewoon functioneren op gebied vande werking van- het bewegingsstelsel: artrose, reuma ...- het hart en vaatstelsel: bloeddrukproblemen,

hartinfarct ...- het ademhalingsstelsel: astma, bronchitis ...- het spijsverteringsstelsel: aambeien, diarree ...- het uitscheidingsstelsel: urineweginfecties,

nierinsufficiëntie ...- de huid: allergie, decubitus ...- de zintuigen: hardhorigheid, slechtziendheid

...- het zenuwstelsel: epilepsie, koorts ...- het voortplantingsstelsel: aids, vruchtbaar-

heidsproblemen ...- het hormonaal stelsel: diabetes, schildklierpro-

blemen

De cursist dient de noodzakelijke, weliswaarelementaire basiskennis te bezitten wat betreft dewerking van de verschillende stelsels.De cursist dient de signalen te herkennen vanhet anders dan gewoon functioneren en te wetenwaaruit het verantwoord handelen als verzor-gende moet bestaan.De cursist dient te weten waar er verdere infor-matie kan gezocht worden en hoe deze te ver-werken.

Via schetsen, foto’s, videomateriaal ... een zoduidelijk mogelijk en gevisualiseerd beeld gevenvan de bouw en de werking van de verschillendestelsels (meestal eerder een opfrissing).De volgorde van de stelsels kan vrij gekozenworden volgens wat men het zinvolst acht.De bespreking van anders dan gewoon functio-neren kan gebeuren op diverse manieren, bij-voorbeeld via situatieschetsen, beroeps-praktijkervaringen, opzoekings- en verwerkings-opdrachten individueel en/of in groep aan dehand van verschillende mediamogelijkheden.

Module A

15Polyvalent verzorgende

TVD

/1999/0279/029

Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN

Zorg voor leef- en woonsituatie

1 Visie op zorg De cursist kan methodisch werken binnen eentotaalvisie.De cursist dient in complexe zorgsituatiesgecombineerde opdrachten uit te voeren.

In overleg met Omgangskunde en Verzorging.

2 Zorg voor voeding, zorg voor leef- en woonsitu-atie en zorg voor kleding en woningtextiel

De cursist maakt zich deze basiskennis eigen enpast ze aan naar gelang van de individuele situa-tie van de zorgvrager.

Situatieschetsen en beroepspraktijk verduidelij-ken deze noodzakelijke kennis.

3 Aanpassingen en hulpmiddelen De cursist kent een aantal aanpassingen en hulp-middelen om de zorgvrager een optimaal leef-en woonklimaat te bezorgen.De cursist weet waar de zorgvrager terecht kanom de gepaste hulpmiddelen te verkrijgen.

Demonstratie en/of bezoek aan eenthuiszorgwinkel kunnen deze mogelijkhedenconcreet maken.

4 Budgetbeheer De cursist bezit elementaire kennis in verbandmet het omgaan met een huishoudbudget en dedagelijkse financiële verrichtingen in een gezin.

Situatieschetsen en beroepspraktijk kunnen dezekennis concretiseren.Een eventueel bank-, post- en mutualiteitsbe-zoek kan dit geheel verlevendigen.

Module A

16Polyvalent verzorgende

TVD

/1999/0279/029

Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN

1

2

Participatie aan de arbeidswereld

Beroepsprofiel van de verzorgende

Situering van het beroep van verzorgende bin-nen de gezondheids- en welzijnssector

De cursist kan zijn eigen grenzen en verant-woordelijkheden aangeven binnen het beroeps-profiel.

De cursist leert zijn eigen werkveld met speci-fieke organisatievormen kennen.De cursist kan dat werkveld situeren binnen hetgeheel van voorzieningen.De cursist kan met behulp van informatiebron-nen zijn eigen regionale sociale kaart samenstel-len.

Gebruikmaken van het bestaande beroepsprofieluitgewerkt door de VLOR en het statuut voor dethuisverzorgenden uitgewerkt door de VlaamseRegering.Inzicht verruimen door bijvoorbeeld getuigenisvan thuisverzorgende ...Toepassen op concrete beroepssituaties.

Gebruikmaken van de verschillende media: le-ren opzoeken en verwerken van informatie, on-der andere de welzijnsgids.Inzicht verwerven via studiebezoeken en getui-genissen, bijvoorbeeld bezoek aan sociaal cen-trum.Toepassen op concrete situatieschetsen en aldus,onder andere het belang inzien van een goedesamenwerking tussen verschillende diensten.

3 Rechten en plichten als werknemer De cursist leert zijn eigen rechten en plichtenkennen zowel ten overstaan van zichzelf, hetteam, de werkgever en de zorgvrager en fami-lie.De cursist heeft inzicht in beroepsverantwoorde-lijkheid en beroepsaansprakelijkheid.De cursist kan beroepsmatig opkomen voorzichzelf.

Via situatieschetsen, videomateriaal, krantenk-nipsels, beroepspraktijkervaringen ... kan hetgeheel duidelijk gemaakt worden.Beroepsgeheim dient expliciet toegelicht te wor-den.

4 Basisaspecten van sociaal en gezinsrecht De cursist verwerft inzicht in het sociaal zeker-heidssysteem.De cursist kent de basisbegrippen van het ge-zinsrecht.De cursist weet rond welke problematiek hijzich waar kan informeren.

Via informatieverwerking, onder andere ge-bruikmaken van sociale gids, dienstenbezoek ...leren inzicht verwerven in sociaal en gezins-recht.Via situatieschetsen inzichten leren toepassen.

Module B 17 Polyvalent verzorgendeTV-Metho D/1999/0279/029

4.2 Module B: Methodisch werken

B1 TV-Metho Vaardigheden Omgangskunde (40 uur)

B2 en 3 TV-Metho Vaardigheden Verzorging (2 × 40 uur)

B4 TV-Metho Vaardigheden Zorg voor leef- en woonsituatie (40 uur)

B5 en 6 TV-Metho Methodische begeleiding (2 × 40 uur)

Module B

18Polyvalent verzorgende

TV M

ethoD

/1999/0279/029

Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN

Vaardigheden Omgangskunde

1 Communicatie met de zorgvrager (en zijn fami-lie)

De cursist traint sociale en expressieve vaardig-heden.

1.1 Grondhouding Vertrekkende vanuit een goede observatie instaat zijn tot empathische communicatie.Luistervaardig zijn.

Situatieschetsen uit de praktijk.

1.2 Contacten leggenJezelf voorstellenAfspraken maken

Zichzelf (en zijn functie) voorstellen.Werken met afspraken, zorgplan.

Trainen van concrete vaardigheden aan de handvan rollenspel en observatieoefeningen.

1.3 Gespreksvoering, onder andereadviesgesprekslecht-nieuws-gesprek

Gespreksvormen kunnen toepassen.

2 Assertiviteit in de omgang met anderen- Assertief- Sub-assertief- Té assertief: agressief- Slingereffect

Assertief, sub-assertief en agressief gedrag om-schrijven en met concrete voorbeelden aantonendat de reactiewijze van anderen op ons gedragdoorgaans complementair is.Persoonlijk assertief gedrag en assertief gedragvan anderen kunnen analyseren in verschillendesociale situaties.Assertief gedrag als een adequate, sociale vaar-digheid hanteren bij diverse gelegenheden.

Gebruikmaken van assertieve woorden- en zin-nenlijst.

Werken met:- invuloefeningen,- assertiviteitslijst.

Rollenspelen.3 Functioneren in de zorgequipe

3.1 De zorgequipe- structuur van de zorgequipe- voorwaarden voor samenwerking- functioneren in een zorgequipe- rollen, relaties en communicatie@ met betrekking tot collega's. met betrekking tot verantwoordelijken

De cursist kan:- de structuur van de zorgequipe respecteren,- samenwerken met andere zorgverleners,- eigen verantwoordelijkheid binnen een groep

opnemen,- praktische tips opnoemen om tot een goede

groep te komen,- onderscheid maken tussen functionele en per-

soonlijke relaties.

Vertrekken vanuit de concrete praktijksituatievan de cursist.

Module B

19Polyvalent verzorgende

TV M

ethoD

/1999/0279/029

Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN

3.2 Actief functioneren in een zorgequipe- werkbespreking, overleg, wijkteam ...- functioneringsgesprekken

In de praktijk kan de cursist:- deelnemen aan de verscheidene overlegvor-

men en persoonlijke observatiepunten, zorg-activiteiten ... rapporteren,

- zichzelf evalueren,- ervaringen opdoen met functioneringsgesprek-

ken,- ...

4 Tijdsbeleving en -besteding van de zorgvrager(in zijn thuismilieu)- factoren welke de tijdsbeleving beïnvloeden- lichamelijke activiteiten- geestelijke (spirituele) activiteiten- pastorale zorg- culturele activiteiten

Inzicht verwerven in de waarde en belevingsas-pecten voor de zorgvrager, van activiteiten vanhet dagelijks leven.Waarde van activiteiten inzien: voor elke uniekemens.Zinvolle activiteiten kunnen organiseren voor dezorgvrager (in zijn thuissituatie).Behoeften van de zorgvrager op dit vlak kunnenvaststellen.Kennis van organisaties, al dan niet met vrijwil-ligers die initiatieven op dit vlak ontwikkelen.

In overleg met vakgebied "Zorg voor leef- enwoonsituatie".Werken met concrete opdrachten.Bezoek aan parochie en andere initiatieven in ditverband.Ziekenzorgkernen.

Module B

20Polyvalent verzorgende

TV M

ethoD

/1999/0279/029

Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN

Vaardigheden Verzorging

Module B2 - 1: Basis - Eenvoudige situatie-schetsen uitwerken

Module B3 - 2: Uitdieping - Complexe situa-tieschetsen uitwerken

1 Het belang van methodisch werken en pro-bleemoplossend denken binnen de totaalvisie

De cursist leert met een totaalvisie methodischwerken en probleemoplossend denken tijdenshet dagelijks werk.

In overleg met Omgangskunde en Zorg voorleef- en woonsituatie.

2 Hef- en tiltechnieken De cursist gebruikt de belangrijkste hef- en til-technieken.

Actief inoefenen.

3 Voorkomen van kruisinfecties De cursist weet welke maatregelen genomenmoeten worden om kruisinfecties te voorkomen.

Inoefenen van een goede handhygiëne is nood-zakelijk.

4 Zorgend handelen De cursist biedt de zorgvrager een kwalitatievetotaalzorg aan op een beroepsvaardige manier envolgens de behoeften van de zorgvrager; dusrekening houdend met:- het methodisch handelen,- de hygiënische voorzorgen,- de beleving van de zorgvrager,- het nastreven van de zelfzorg,- het waarborgen van de veiligheid,- het comfort verzekeren,- het ergonomisch werken,- het economisch werken en het ecologisch

werken.

Actief inoefenen via situatieschetsen voor zovermogelijk op elkaar en op oefenpoppen verdervaardig worden via beroepspraktijk.

5 EHBO De cursist dient de belangrijkste EHBO-princi-pes te kunnen toepassen, namelijk waarnemen,handelen en aanwezig zijn bij volgende noodsitu-aties:

Actief inoefenen van EHBO-technieken op aan-gepast materiaal, bijvoorbeeld van het RodeKruis.

Module B

21Polyvalent verzorgende

TV M

ethoD

/1999/0279/029

Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN

6 Gezondheidstoestand van de zorgvrager

- stoornissen in de vitale functies (ademhaling,bewustzijn en circulatie),

- brandwonden,- vrieswonden,- letsels aan het bewegingsstelsel,- vergiftiging, verdrinking,- verslikking ...

De cursist dient de nodige parameterscontrole(lichaamstemperatuur, polsslag, ademhaling,lengte en gewicht) te kunnen uitvoeren en rap-porteren.De cursist dient binnen zijn eigen beroepsmoge-lijkheden op een verantwoorde manier te kunnenomgaan met medicatie.

Concreet inoefenen en verdere uitdieping viaeigen beroepspraktijk.

7 GVO De cursist kan het begrip GVO verduidelijkenen het belang verwoorden. Hij past GVO toe bijeen welbepaalde doelgroep aan de hand van eenconcreet item.Hij legt linken naar concrete praktijksituatie.

Opzoeken info o.a. door gebruik van foldersvan GVO-dienst mutualiteit.

8 Focus op zelfredzaamheid De cursist verwoordt het onderscheid tussen deaanpak van zelfredzaamheid bij kinderen en bij ouderen.De cursist verduidelijkt in een dagelijkse zorgsi-tuatie hoe dit concreet kan gebeuren.

Aan de hand van concrete ADL programma’s,zelfstandigheidstraining.

Zorgvrager met uitermate beperkte zelfredzaam-heid

De cursist kan een aantal oorzaken opnoemenvan beperkte zelfredzaamheid.De cursist kan een menswaardige benaderingtoelichten.De cursist zoekt naar mogelijkheden om de ei-gen draagkracht te ondersteunen.

Aan de hand van concrete PDL-tips, praktijksi-tuaties.

Module B

22Polyvalent verzorgende

TV M

ethoD

/1999/0279/029

Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN

Zorg voor leef- en woonsituatie

1 Gecombineerde opdrachten in complexe zorgsi-tuaties

De cursist dient de zorg voor voeding, leef- enwoonsituatie, kleding en woontextiel te kunnenuitvoeren in een gecombineerde opdracht op eenmethodische wijze en binnen een totaalvisie.

Concreet inoefenen via situatieschetsen.

2 Animatieve grondhouding De cursist dient over een animatieve grondhou-ding te beschikken om aldus de zorgvrager opeen creatieve en sfeervolle manier te betrekkenbij de dagelijkse activiteiten, rekening houdendmet de individuele mogelijkheden (fysiek,psychisch en sociaal) van de zorgvrager en demaatschappelijke context (bv. seizoenen, actuelegebeurtenissen, godsdienstige feesten ...).

Getuigenissen, videomateriaal, studiebezoeken,situatieschetsen kunnen de creativiteit verhogen.Beroepspraktijk biedt concrete oefenmogelijkhe-den.In overleg met Omgangskunde en Verzorgingeventueel een concreet project uitwerken.

Module B

23Polyvalent verzorgende

TV M

ethoD

/1999/0279/029

Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN

Methodische begeleiding

Module B5 - 1: Vertrekkend van beginsituatievan cursisten

Module B6 - 2: Verdere opvolging - Vaardig-heden en houdingen worden gerealiseerd opeen hoger niveau

Mogelijke thema's zijn:- reflecteren op eigen handelen/gevoelens in de

zorgsituatie: omgaan met (on)macht- zelfbeeld en zelfwaardering in de werksituatie- omgaan met eigen waarden en normen in re-

latie tot zorgvragers- concreet realiseren van de animatieve grond-

houding- leren werken onder tijdsdruk, omgaan met

stress, tijdsmanagement- intimiteit in de zorg en werksituatie- geven en krijgen van feedback- nauwkeurigheid in het uitvoeren van de zorg-

verstrekking- eigen functioneren in team en organisatie- evenwicht vinden tussen eigen beroepswaarde

en de realiteit

De cursist leert in groep praktijkervaringenuitwisselen.De cursist kan zich verplaatsen in concretezorgsituaties en van daaruit de gepaste zorg ver-strekken.De cursist leert reflecteren op eigen handelen.De cursist kan in groep sociale vaardighedentoepassen.

De keuze die gemaakt wordt uit de thema's isafhankelijk van de persoonlijke (professionele)nood van de groep cursisten; deze lijst is nietexhaustief.Gebruikmaken van eigen casusmateriaal.Groepssupervisie.Leraar helpt de cursisten vooral te leren uit ei-gen ervaringen.De link tussen theorie en praktijk leggen is hier-bij heel belangrijk.

Module C 24 Polyvalent verzorgendeTV Metho D/1999/0279/029

4.3 Module C: Project Beroepsgerichte Vakken

C1 en 2 TV-Metho Bijzondere vraagstukken (2 × 40 uur)

C3 TV-Metho Omgaan met bijzondere doelgroepen (40 uur)

C4 TV-Metho Gezinsgericht werken (40 uur)

C5 TV-Metho Geïntegreerde oefeningen (40 uur)

Module C

25Polyvalent verzorgende

TV M

ethoD

/1999/0279/029

Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN

Bijzondere vraagstukken

Module C1 - Zeker de thema’s 1 en 2 ... be-handelen

Module C2 - Zeker de thema’s 3 en 4 ... be-handelen

1 De thema's die hierin zeker moeten behandeldworden:1) zorgvragers met dementie2) zorgvragers in een terminale levensfase3) zorgvragers met zware lichamelijke zorg-

behoevendheid (bv. CVA, Parkinson,kanker ...)

4) zorgvragers met psychische problemen(depressie, e.a. ...)

Facultatieve thema's:- zorgvragers uit andere culturen- kraamzorg

Vanuit casestudies rond de thema's:- probleem omschrijven,- theoretische basis verwerven,- methodisch handelen in functie van de speci-

fieke doelgroep,- de cursisten kunnen omgaan met het unieke

en het complexe van elke probleemsituatie,- elke probleemsituatie benaderen vanuit de vier

componenten:@ verzorging,@ omgangskunde,@ zorg voor leef- en woonsituatie,@ participatie aan de arbeidswereld.

Probleemgestuurde cursusopbouw.Projectwerk.Het zorgconcept is een mogelijke leidraad om deprobleemsituaties te systematiseren.Elke probleemsituatie zowel benaderen vanuitde thuiszorg als de residentiële zorg.

2 Zorgconcept

2.1 Het ziektebeeld- de oorzaak (U), preventie- de symptomen- het verloop- de ernst, gevaren

Leren omgaan met de zorgvrager met een ziek-tebeeld.Het belang inzien van het observeren, tijdig sig-naleren en goed rapporteren.Met het oog op de observatie- en signaalfunctieskan de verzorgende de volgende punten bespre-ken:- de oorzaak (U), preventie,- de symptomen,- het verloop,- de ernst, gevaren.De belangrijkheid van de signaalfunctie motive-ren.

Het zorgconcept is een leidraad voor het bespre-ken van probleemsituaties.Het is niet de bedoeling het ziektebeeld me-disch te accentueren.

Module C

26

Polyvalent verzorgendeTV

Metho

D/1999/0279/029

Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN

2.2 Verlieservaringen van de zorgvrager- lichamelijk- psychisch, emotioneel- sociaal- cultureel- materieel (o.a. financieel, huisvesting, huis-

houdelijke taken)- zingeving

Reacties van de zorgvrager op verlieservaringenobserveren en gepast reageren.Veranderingen in rollen en taken observeren,formuleren en rapporteren.

2.3 Totale zorgplanning- inventarisatie van specifieke zorgproblemen:

observatie en bevraging (zie 2.2)- taken van de verzorgende in de verschillende

zorgdomeinen- gebruik van zorgplannen

Bij de inventarisatie van zorgproblemen reke-ning houden met wensen, gewoonten van dezorgvrager en zijn familie.Specifieke zorgproblemen bespreken en plaatsenin een zorgplan.Een zorgplan juist interpreteren en gebruiken.

Het zorgaanbod: zie voorzieningen: Participatieaan de arbeidswereld.

- interdisciplinaire samenwerking- samenwerken met de zorgvrager en zijn om-

geving, familie- mondeling en schriftelijk overleg

Vanuit observatie en signaalfunctie: parameter-controle uitvoeren.Binnen de eigen bevoegdheden de specifiekezorgen op een efficiënte manier uitvoeren metbijzondere aandacht voor een positieve beïnvloe-ding van het zelfwaardegevoel van de zorgvra-ger.

- benaderingswijzen en methodiekeninleving en nabijheid

Aan de hand van voorbeelden uit de praktijkduidelijk maken dat een interdisciplinairesamenwerking in het 'zorg dragen voor ...' be-langrijk is.Enkele benaderingswijzen en methodieken op-noemen en bespreken aan de hand van voorbeel-den uit de praktijk.

@ ROT, ROH / validation@ warme zorg, onder andere: aromatherapie,

massage, relaxatietherapie, snoezelen ...

Aan de hand van voorbeelden uit de praktijkbegrippen verklaren.

Module C

27Polyvalent verzorgende

TV M

ethoD

/1999/0279/029

Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN

2.4 Psychosociale aanpak- omgaan met pijn, verlies, stress, onmacht,

angst, faalangst, agressie- zingeving

De zorgvrager op een gepaste manier begeleidenbij pijn, verlies, stress, onmacht, angst en faal-angst, agressie.De zinbeleving bespreekbaar maken en positiefbeïnvloeden van de zingeving.Specifieke aandachtspunten en omgangstips bijde zingeving plaatsen in een zorgplan en toepas-sen in praktijksituaties.Het belang inzien van interdisciplinaire zorg-planning in verband met het omgaan met dezorgvrager en zijn familie.

Zingeving in samenwerking met lessengodsdienst.

2.5 Draaglast - draagkracht- van de zorgvrager- van de familie (en omgeving)- van de verzorgende

De zorgvrager en zijn familie efficiënt en bele-vingsgericht begeleiden met bijzondere aandachtvoor een positieve beïnvloeding van het zelf-waardegevoel van de zorgvrager.Als verzorgende weten bij wie je terecht kanvoor overleg en ondersteuning.

2.6 Zorg voor leef- en woonsituatie- aanpassingen en hulpmiddelen bij de zorgvra-

ger voor de voeding, kleding, lichaamszorg,mobiliteit

- aanpassingen van de leefomgeving- positieve beïnvloeding van de woon- en de

leefsfeer

Bij de zorg voor de leef- en woonsituatieaandacht hebben voor een positieve beïnvloe-ding van het zelfwaardegevoel van de zorgvra-ger.Het creatief omgaan in verband met de aanpas-singen en hulpmiddelen in de thuissituatie reke-ning houdend met:- de zelfzorg en de evolutie in de zelfzorg,- de veiligheid,- de specifieke problemen van de zorgvrager,- de wensen van de zorgvrager, familieleden,- het positief stimuleren van het sociale contact

van de zorgvrager met zijn omgeving,- de mogelijkheden en de middelen die voor-

handen zijn,- het ergonomisch werken,- het scheppen van een positieve woon- en leef-

situatiesfeer.

Module C

28Polyvalent verzorgende

TV M

ethoD

/1999/0279/029

Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN

Enkel de specifieke hulpmiddelen opnoemen entips geven in verband met gebruik.

- rugsparend werken- interdisciplinaire zorgplanning

Rugsparende hef- en tiltechnieken toepassen.Het aanpassen en gebruik van hulpmiddelenplaatsen in een zorgplan.

2.7 Participatie aan de arbeidswereld- voorzieningen:

. informele: zelfzorg, mantelzorg, vrijwilli-gerswerk, zelfhulpgroepen

. formele: extramuraal, transmuraal of semi-muraal, intramuraal

- rechten en plichten van de zorgvrager

De belangrijkste voorzieningen situeren in eeneenvoudige overzichtsstructuur.

Rechten en plichten van de zorgvrager bespre-ken.Informatie opzoeken met betrekking tot de licha-melijke en geestelijke gezondheidszorg in dethuiszorg en in instellingen.

Gebruikmaken van studiebezoeken, getuigenis-sen.Regionale sociale kaart hanteren.Hulpmiddelen: thuiszorgwinkel, uitleendienst.Zelfhulpgids. Wegwijzer naar zelfhulpgroepenen zelfhulporganisaties in Vlaanderen.

Module C

29Polyvalent verzorgende

TV M

ethoD

/1999/0279/029

Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN

1

1.1

1.2

1.3

1.4

1.5

Omgaan met bijzondere doelgroepen

Zorgvrager met een handicap

Aangeboren en verworven handicap

Belevingswereld van een zorgvrager met eenhandicap en zijn omgeving

Benadering van de zorgvrager met een handicapen zijn omgeving

Hulpverleningsinitiatieven

Taak van de verzorgende

De cursist verwoordt het verschil tussen eenaangeboren en een verworven handicap en somteen aantal voorbeelden op.De cursist geeft reflecties over ethische vraag-stukken.

De cursist verwoordt een aantal elementen vande belevingswereld van een zorgvrager methandicap en zijn omgeving aan de hand van con-crete situatieschetsen.

De cursist verwoordt een aantal belangrijkeprincipes zoals bv. integratie, normalisatie ... enkan deze ook concretiseren.

De cursist zoekt een aantal mogelijke voorzie-ningen op en kan per doelgroep een aantal on-dersteunende initiatieven opnoemen.

De cursist kan zijn eigen taak omschrijven in dezorg voor een zorgvrager met een handicap enzoekt naar mogelijkheden om de eigen draag-kracht als verzorgende te ondersteunen.

Opzoekingswerk.

Situatieschetsen en praktijkervaringen.

Getuigenissen en videofragmenten.Inleefoefeningen en praktijkervaringen.

Idem 1.2.

Opzoekingswerk/studiebezoek.

Getuigenis verzorgende in het werkveld.

2

2.1

2.2

Zorgvrager met een chronische ziekte

Chronische zieken zoals personen met MS, dia-betes, Cara

Belevingswereld van de zorgvrager met chroni-sche ziekte en zijn omgeving

De cursist omschrijft een aantal chronische ziek-ten.

De cursist verwoordt een aantal elementen uit debeleving aan de hand van concrete situatieschet-sen.

Opzoekingswerk.Praktijkervaringen.

Situatieschetsen, video, getuigenissen en prak-tijkevaringen.

Module C

30Polyvalent verzorgende

TV M

ethoD

/1999/0279/029

Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN

2.3

2.4

2.5

Benadering van de zorgvrager met chronischeziekte en zijn omgeving

Hulpverleningsinitiatieven

Taak van de verzorgende

De cursist verwoordt een aantal belangrijkeprincipes zoals bv. pijnbestrijding, oog hebbenvoor de cyclische processen, zelfbeschikkings-recht vrijwaren ... en kan deze ook concretise-ren.

De cursist zoekt een aantal voorzieningen op ennoemt per doelgroep een aantal initiatieven op.

De cursist kan de eigen taak omschrijven in dezorg voor een zorgvrager met een chronischeziekte en zoekt naar mogelijkheden om de eigendraagkracht te ondersteunen.

Zie 2.2.

Opzoekingswerk/studiebezoek.

Getuigenis verzorgende in het werkveld.

Gezinsgericht werken

1 Gezinsvormen De cursist kan het gezin als leefvorm in onzemaatschappij omschrijven.De cursist kan diverse gezinsvormen herkennenen illustreren met voorbeelden uit de praktijk.

Teksten die hedendaagse gezinsvormen typeren,getuigenissen, videomateriaal.

2 Omgangshouding De cursist kan voor- en nadelen van diverse op-voedingsstijlen beschrijven.De cursist kan respect en acceptatie tonen tegen-over de opvoedingsstijl van gezinnen.De cursist kan de eigen houding aanpassen aanhet zorgvragend gezin.

Vragenlijst over eigen omgangshouding.

3 Problematische gezinssituaties De cursist kan problematische gezinssituatiesleren duiden vanuit modellen rond gezinswer-king.De cursist kan zich aan de hand van concretesituaties inleven in de problemen van gezinnen.De cursist is alert voor het signaalgedrag van degezinsleden en kan passend reageren.

Modellen rond gezinswerking enkel aanbrengenom herkenbare praktijksituaties te begrijpen.

Module C

31Polyvalent verzorgende

TV M

ethoD

/1999/0279/029

Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN

4 Begeleidingsdiensten en mantelzorgnetwerk De cursist heeft kennis van de begeleidings-dienst waar het gezin beroep op doet.De cursist kan samenwerken met het mantel-zorgnetwerk en andere begeleidingsdiensten.

Studiebezoek aan begeleidingsdiensten.

Geïntegreerde oefeningen verzorging

Casuïstische totaalbenadering van een zorgvra-ger met complexe problematiek en diens omge-ving.

De cursist leert methodisch omgaan met eenzorgvrager en zijn omgeving in complexe zorg-situaties.

De cursist tracht een beeld te krijgen van detotaalzorg die de zorgvrager en zijn omgevingnodig heeft en dit zowel op fysiek, psychisch,sociaal vlak.

De cursist organiseert deze totaalzorg op langetermijn en hij heeft zicht op de inbreng van deverschillende betrokken partijen.De cursist werkt bepaalde zorgen concreet uitdie binnen zijn takenpakket horen.De cursist voert een aantal handelingen uit inoefenklassituatie met in achtneming van de be-langrijkste principes.

De cursist evalueert het geheel zowel wat procesals product betreft in samenspraak met medecur-sisten en docent.

Aan de hand van situatieschetsen en ervaringenvanuit de praktijksituatie.

Aan de hand van een schema (stappenplan).

Module D 32 Polyvalent verzorgendeBeroepspraktijk D/1999/0279/029

4.4 Module D: Gesuperviseerde Beroepspraktijk

D1-8 BP Gesuperviseerde beroepspraktijk (8 × 80 uur)

4.4.1 Einddoelstellingen van de gesuperviseerde beroepspraktijk

Functioneren in teamverband, onder verwijderd toezicht: de cursisten nemen verantwoordelijkheid op,functioneren zelfstandig, nemen initiatief, informeren en adviseren, telkens gericht naar de specifiekedoelgroep. Zij doen dat volgens afspraken op werkbesprekingen, zij overleggen met de andere werknemersen rapporteren volgens de gemaakte afspraken.

Volledig zelfstandig functioneren: dit houdt in dat de cursisten blijk geven van een grote mate van zelfstan-digheid bij de totaalzorg in complexere situaties, en van zelfvertrouwen daarbij. Zij nemen initiatief,werken doelgericht en zijn in staat tot zelfhantering vanuit een probleemoplossende benadering van zorg.

4.4.2 Progressieve opbouw van het leerproces binnen de beroepspraktijk

• Observatie van de zorgvrager met al zijn behoeften (fysiek, psychisch, sociaal en existentieel).

• Gaan van deelopdrachten naar realiseren van totaalzorg.

• Van het werken onder toezicht over verwijderd toezicht naar zelfstandig functioneren.

• Van eenvoudige naar complexe zorgsituaties.

• Zowel individueel als in team functioneren binnen het geheel van de organisatie.

• Komen tot zelfhantering.

• Vanuit een probleemoplossende benadering van zorg van eenvoudige naar complexe zorgsituaties.

4.4.3 Organisatie beroepspraktijk

Mogelijkheden zijn:- ROB,- RVT,- dagverzorgingscentrum voor bejaarden,- PVT,- diensten voor thuiszorg,- dienstencentra.

De regelgeving van het decreet thuiszorg en de uitvoeringsmodaliteiten omtrent de opleiding ‘Polyvalentverzorgende’ zijn richtinggevend in de verdeelsleutel beroepspraktijkervaring thuiszorg/residentiële zorg.

Noodzakelijke voorwaarde is dat de cursist ter plaatse wordt begeleid door een deskundig en gemotiveerdementor. In totaal dient de cursist 640 uren praktijk als verzorgende te presteren.

Module D 33 Polyvalent verzorgendeBeroepspraktijk D/1999/0279/029

4.4.4 Begeleiding van de beroepspraktijk

De eigen beginsituatie is het vertrekpunt van het leerproces van de cursist.Actieve betrokkenheid van de cursist in het geïndividualiseerd begeleidingsplan heeft consequenties voor demanier van begeleiden door de beroepspraktijk (praktijkbegeleider) en mentor.

Onder begeleiding verstaan we dus:- vertrouwen in de mogelijkheden en groeikansen van de cursist,- voldoende coaching bieden,- de cursist durven loslaten en hem of haar het eigen leerproces in handen geven,- helpen bij het uitstippelen van het leerproces in verschillende stappen,- ondersteunen bij het formuleren van persoonlijke doelstellingen,- toetsen van stagedoelstellingen aan de mogelijkheden van de cursist,- vertalen van einddoelstellingen van de opleiding naar werksituatie,- helpen bij zelfevaluatie (in een gesprek met mentor, cursist en begeleider),- leren bijsturen en komen tot zelfhantering,- geven van voldoende en duidelijke feedback betreffende de vorderingen van de cursist.

De praktijkbegeleider heeft regelmatig contact met cursist en mentor op het werkveld. Daarnaast verzorgtde praktijkbegeleider op school regelmatig supervisiemomenten zowel individueel als met een beperktegroep cursisten. De inhoud en frequentie van deze supervisie worden onder andere bepaald door de nodenvan de cursisten.Het leerproces van de beroepspraktijk wordt opgevolgd door de cursist, de mentor en de praktijkbegeleider.De eindbeoordeling met name of de cursist de einddoelstellingen van de beroepspraktijk bereikt heeft,behoort tot de bevoegdheid van de praktijkbegeleider.

Doorheen het ganse leerproces wordt gestreefd naar integratie theorie in praktijk. Uiteindelijk werkt menvanuit lessen en beroepspraktijk naar gemeenschappelijke doelstellingen. Concrete middelen om dit terealiseren zijn onder andere:- opdrachten geformuleerd vanuit de verschillende modules naar de praktijk toe die dan terug opgenomen

worden op school,- aanbrengen van concrete beroepspraktijkervaringen en/of situaties in de lessen.

4.4.5 Evaluatie van de beroepspraktijk

De procesevaluatie wordt continu opgevolgd zowel mondeling als schriftelijk door de drie partijen. Decursist houdt een procesbegeleidingschrift bij waarbij alle leerstappen worden uitgeschreven, geëvalueerden bijgestuurd. De coaching hierbij gebeurt door de mentor en de praktijkbegeleider.

De productevaluatie gebeurt minimaal driemaal gespreid over de duur van de beroepspraktijk.

De beoordeling is gebaseerd op:- de stappen in het leerproces (tussentijdse doelstellingen),- het individuele leertraject,- de einddoelstellingen van de opleiding.

De verantwoordelijkheid voor de productevaluatie ligt bij de praktijkbegeleider. De cursist dient eenduidelijk beeld te krijgen van het eigen functioneren. Na de tussentijdse productevaluatie worden er duide-lijke afspraken gemaakt inzake bijsturing.

Algemeen 34 Polyvalent verzorgendeD/1999/0279/029

5 EVALUATIE

De evaluatiemethodes dienen gekozen te worden in functie van de doelstellingen per module en de einddoel-stellingen van de opleiding. Doelstellingen van de TV- en BP-modules sluiten bij mekaar aan. Dat heeftrepercussies voor de evaluatie.Cursisten dienen bij de aanvang van de opleiding geïnformeerd te worden betreffende frequentie en criteriavan de evaluatieprocedures. Procesevaluatie is heel belangrijk, naast de productevaluatiemomenten.Na elke module behaalt de cursist een deelattest A, B, C, D.De vier deelattesten samen geven toegang tot het brevet: 'Polyvalent verzorgende'.

6 BIBLIOGRAFIE

- Alzheimer stichting, De ziekte van Alzheimer, deel d. Gezondheid, speciale uitgave nr. 6, Brain Care,Postbus 163, Zaventem 2.

- ANIFANAKIS, H., TYLER, J., Jezelf vergeten: het gevecht van een gezin met de ziekte vanAlzheimer, Bruna, Utrecht, 1992.

- BANNING, H., In gesprek met migranten, leer- en werkboek interculturele communicatie, Nelissen,Baarn, 1992.

- BERNLEF, J., Hersenschimmen. Beschrijving in romanvorm hoe iemand zelf zijn dementeringsprocesdoorleeft, Querido, Amsterdam, 1984.

- BLOEMENDAL, G., Demente ouderen. Activiteiten en omgang, Intro, Nijkerk, 1986.- BLOEMENDAL, G., e.a., Thuis in het verzorgingstehuis: wonen en werken; een wereld van verschil.- BRAAM, W., De ziekte van Parkinson, Kampen: La Tiviere & Voorhoeve, Parkinson Patiënten Vereni-

ging, Postbus 46, Bunnik, 1990.- BROWN, Leven in de klas, over de harmonische ontwikkeling van verstand en gevoel, Meppel, Boom,

1975.- BUIJK, C.A., Dat zie ik zelf wel, Postbus 14094, Utrecht.- BUIJSSEN, H., RAZENBERG, T., Dementie, een praktische handreiking voor de omgang van

Alzheimerpatiënten, Boom, Meppel, 1991.- BUYSSEN, H., Depressie bij ouderen, Intro, Baarn.- CLARA, R., KEIRSE, M., SCHRIJVERS, D., VERHOEVEN, A., e.a., Palliatieve thuiszorg. Gids

voor patiënten en hun begeleiders, Pelckmans.- CM, Dendermonde, Palliatieve thuiszorg, CM Infocentrum Gezondheidszorg, Dendermonde.- CM, Dendermonde, Thuisverzorging en dementie in de thuiszorg, 7 delen, CM Infocentrum Gezond-

heidszorg, Dendermonde.- COENE, E.H., Multiple-Sclerose, Zorgmap, Stichting Augustus, Bureau Patiënten Consumenten

Informatie, PCI-distributieservice, Postbus 74, Bunnik.- COENE, E.H., Ziekte van Parkinson, Zorgmap, Stichting Augustus, Bureau Patiënten Consumenten

Informatie, PCI-distributieservice, Postbus 74, Bunnik.- COENE, E.H., Zelfzorgboek voor mensen met chronische pijn, Stichting Augustus, Bureau Patiënten

Consumenten Informatie, PCI-distributieservice, Postbus 74, Bunnik.- COOREMANS, D., Kom een beetje bij mij zitten, Animatie in het rusthuis, Acco, Leuven.- DAUDEY, F., Menselijk leven. Bestaat slechts bij gratie van herinneringen. Opname en revalidatie.

Het dagboek van een hersenbloeding, Utrecht, SWP, 1994, 175 blz.- DE COCK, L., Basiszorg in de Geriatrie, volume 1, 2, 3, Aurelia Books, Sint-Martens-Latem.- DE DONCKER, W., Een opa met gaatjes. Een warm boek voor kinderen vanaf 8 jaar, Davidsfonds,

Infodoc.- DE FEVER, F., Omgaan met kanker, Garant, Leuven - Apeldoorn.- DE GRAAF, J., VAN DER HOEVEN, J.M., HOOGSTRATEN, M.C., MINDERHOUD, J.M.,

Multiple-Sclerose, een boek voor patiënten en behandelaar, een boek met ‘dubbele hoofdstukken’: één ineen eenvoudige vorm en één in een meer wetenschappelijke vorm, Bohn Scheltema & Holkema.

- DE KEYSER, F., Reuma leren begrijpen, Lannoo, Tielt/Terra.

Algemeen 35 Polyvalent verzorgendeD/1999/0279/029

- DE MAESSCHALCK, E., Sterven is een kunst, Davidsfonds, Leuven, 1996.- DE MOEI, J., Thuis in het verzorgingstehuis: wonen en werken, een wereld van verschil, Intro,

Nijkerk, 1988, 147 blz.- DE VLEESCHOUWER, C., Leven in een verzorgingstehuis, Garant, Leuven - Apeldoorn, 1997.- DE VREESE, L., VAN DEN HEUVEL, B., Kwaliteit van zorg, Acco, Leuven, 1996.- DIESFELDT, H.F.A., De draad kwijt. Over organisatie van geheugen bij dementie, Kluwer,

Antwerpen.- DOM, R., De ziekte van Parkinson, Garant, Leuven - Apeldoorn, 1997.- DRAULANS, D., Het hoofd wil niet meer ... Informatie over beginnende dementie, Garant, Leuven -

Apeldoorn.- DROST-SCHOORL, M., Leren verzorgen, 11 delen, Infoboek, Meerhout.- EUDERINK, F., HEEREN, T.J., KNOOK, D.L., LIGTHART, G.J., Inleiding Gerontologie en

Geriatrie, Bohn Staflen Van Loghem, Houten/Zaventem.- EVERAERTS, N., PEERAER, J., PONJAERT-KRISTOFFERSEN, I., Zorg om Zorg. Mishande-

ling van bejaarden, Garant, Leuven - Apeldoorn.- FEIL, N., De Validation methode in de praktijk, Lemma, Utrecht, 1994.- GASTMANS, C., DE RIDDER, D., Terminale deshydratatie, Nationale Federatie van Wit-gele

Kruisverenigingen, nr. 2/95: 10.- GEIJSELS, J., VAN CLEUVENBERGEN, R., Bejaardenzorg: een handleiding voor gezinshelpsters,

Acco, Leuven, 1993, 91 blz.- GEISSELER, T., Halfzijdige verlammingen. Hulp bij het omgaan met een hemiplegie, PCI-Distributie-

service, Postbus 74, Bunnik.- GODDERIS, J., Geronto-psychiatrie, Acco, Leuven, 1995.- GROTENDORST, A., Verpleging en verzorging van migranten, SOVOV-Utrecht.- JANSEN, J.M.G., Omgangskunde in het verpleeghuis (agogiek), deel 1, Nijgh & Van Ditmar, Educa-

tief.- JURY, H., JURY, D., Een man wordt oud en sterft, Van Loghum Slaterus, Deventer, 1979.- KEIRSE, M., Psychosociale aspecten van patiëntenzorg, deel 4: rouwen bij familieleden van demente

bejaarden, Acco, Leuven - Amersfoort, 1988.- KEIRSE, M., Wat meer is in de mens. Over zingeving aan het ziekbed, Acco, Leuven - Amersfoort,

1985.- Koning Boudewijnstichting/KVLV, Thuiszorg, de stem uit het thuismilieu, Koning Boudewijnstichting,

Landelijke beweging, 1988.- LAAR, M., Weet u nog ...? Werkboek Realiteits Oriëntatie Training met ouderen, Intro, Nijkerk,

1990.- LELEU-DOLFEN, J., Bejaardenzorg, Aurelia Books, Sint-Martens-Latem, 1992, 215 blz.- LEONTINE (zr.), Menswaardig sterven, Davidsfonds, Leuven, 1992.- LEROY, B., VAN TONGELE, M., De pijn voorbij, Lannoo, Tielt/Terra.- MACE, N.L., Een dag van 36 uur: gids voor mensen die thuis voor een dementerende zorgen, Bunge,

Utrecht, 1994.- MERTENS, P., Tulpen in november. Een kunstenaar, een demente vrouw en haar man, Dedalus,

Amsterdam, 1991.- MIESEN, B., Als ik dat geweten had. Thema’s in de omgang met dementerende ouderen, Cahiers

Ouderdom en Levensloop, Van Loghum Slaterus, Deventer, 1984.- MIESEN, B., Dementie dichterbij, Cahiers Ouderdom en Levensloop, Bohn Stafleu Van Loghum,

Houtem 1992.- MILLER, J.P., Leer ze ook voelen, onderwijsmodellen voor affectieve opvoeding, De Toorts, Haar-

lem, 1978.- PAUWELS, H., MICHIELS, K., VERRIJDT, A., Rugscholing. Ergonomie en houdingscorrectie,

met oefenpakket, Garant, Leuven - Apeldoorn.- PAUWELS, K., MOERAERT, R., Aspecten van de verpleegkundige hulpverlening thuis in de termi-

nale fase.- PAUWELS, K., Gids bij overlijden, Lannoo, Tielt, 1996.

Algemeen 36 Polyvalent verzorgendeD/1999/0279/029

- PRAKKEN, J., Over de streep: werken met allochtone ouderen: verhalen uit de praktijk, NederlandsInstituut voor Zorg en Welzijn, Utrecht, 1993.

- REESDIJK, J.S., Psychogeriatrie: de zorg voor mensen die in de war zijn, Lemma, Utrecht, 1995,336 blz.

- ROMBOUTS, W., Communicatie in de palliatieve zorg: een storend proces of een echte stap vooruit?Palliatieve Zorg, september 1995, jaargang 2, nr. 3.

- RUBINSTEIN, R., Nee heb je. Over wat MS met zich meebrengt, Meulenhoff, Amsterdam.- SEMER, P., Angst, fobie. Angst, vriend en vijand (video), BRTN-Volwassenvorming, 1988.- SPOLER, R., Sociaal agogische vaardigheden, Gesprekstechnieken, observeren en rapporteren, Traject,

Infoboek, Meerhout.- TANGHE, A., VANHAEREN, P., Er is iets dat gebeurt ... Een boek over depressie en manie, Ga-

rant, Leuven - Apeldoorn.- THOMAS, C., Gezinshulp bij kansarme gezinnen. Drempelverlaging en kwaliteitsverbetering, Zorg-

Saam, Leuven.- VANCHAZE, H., De functionele toestand van thuisblijvende CVA-patiënten, NVKVV, 1994, vol. 4,

blz. 115-118.- VAN DELFT, I., We komen niet waar we geweest zijn. Dementerende bejaarden aan het woord,

Anthos, 1993.- VAN DEN BERG, M., Afscheid serieus nemen, Kok, Kampen.- VAN DEN BERG, M., Als de ouderdom pijn doet, Kok, Kampen.- VAN DEN BERG, M., Kiezen voor ontmoeting. Over omgaan met ziek-zijn, Kok, Kampen, 1989.- VAN DEN BERG, M., Luisteren naar zieken, Kok, Kampen, 1989.- VAN DEN BERG, M., Mijn moeder weet mijn naam niet meer, Den Haag, 2e druk, 1989.- VAN DER ROEST, T., De liefde zoekt zichzelf niet. Streekroman die een uitstekend totaalbeeld geeft

van het ziekteproces bij jong-dementerende en de invloed daarvan op het gezin, Zomer & Keuning, Ede,1987.

- VAN DYK-BAAK, C.F., Omgangskunde in de verpleegkunde (Psychologie en sociologie), deel 2,Traject, Infoboek, Meerhout.

- VAN EIJLE, J., Wie, wat, waar in PDL? de Pioen, Oostmalle.- VAN ES, D., De migrant als patiënt. Een oriëntatie voor hulpverleners in de gezondheidszorg, De

Tijdstroom, Utrecht, 1995.- VAN KAATHOVEN, N., VAN MIERLO, N., Voeding en diëten in de verpleging, Spruyt, Van

Mantgem en De Does, Leiden, 1993.- VAN MECHELEN, P., De cirkel doorbroken: activiteiten voor allochtone ouderen op het terrein van

zorg en welzijn, Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn, Utrecht, 1993.- VAN OERS, J., Onderkant van de bodem/een reus ontploft. Persoonlijke mijmeringen en anekdotes

over oud worden en dementerenden, Essen (België).- VAN RIET, V., Een beroerte ... Handreiking aan patiënten met een hersenletsel, hun omgeving, hun

verzorgers, Garant, Leuven - Apeldoorn.- VAN SANT, B., Wacht niet tot het donker wordt,- VAN WOUWEN, P., Mathilde pakt de zon, Huize Perrrekens, 2440 Geel, uitgeverij P. Leuven.- VERDULT, R., Dement worden, een kindertijd in beeld, Intro, Nijkerk, 1994.- VERHAEST, P., Werken aan wonen en leven voor zorgbehoevende ouderen, Acco, Leuven.- VERHEIJ, R., Psychogeriatrische verpleegkunde in de praktijk, Traject, Infoboek, Meerhout.- VERNOOI-DASSEN, M., Zorgen voor dementerende ouderen thuis, een handleiding voor verzorgende

beroepen, Intro, Baarn.- VERNOOI-DASSEN, M., VAN DER PLAATS, A., HOGELING, J., Zorgen voor dementerende

ouderen thuis, een handleiding voor verzorgende beroepen, Intro, Nijkerk, 1988.- VOS, G., BUNTICX, F., Belevingswereld en ervaringen van een aantal CVA-patiënten en hun directe

familie, Ligament, 1995, vol. 4, blz. 22-24- VRANKEN, J., Hulpverlening en de structuren van het dagelijks leven van de armen, UFSIA-

Antwerpen in samenwerking met vzw De Cirkel, 1989.- WEBER, W.E.J., Multiple Sclerose (spreekuur thuis), PCI-distributieservice, Postbus 74, Bunnik.

Algemeen 37 Polyvalent verzorgendeD/1999/0279/029

- Deftige antwoorden op serieuse vragen van chronische zieken, CM Onder ons, 28 blz.- Aids, zorgmap, Stichting Augustus, Bureau Patiënten Consumenten Informatie, PCI-distributieservice,

Bunnik.- Onze tijd - Gids voor 50-plus, Senior Publications, Brussel.- Diabetes, Zorgmap, Stichting Augustus, Bureau Patiënten Consumenten Informatie, PCI-distributieservi-

ce, Postbus 74, Bunnik.- Nog steeds op zoek. Wat is MS?, Overpelt.- De buitenlandse patiënt, Centrum voor Etnische Minderheden en Gezondheid.- Algemeen verslag over armoede, Koning Boudewijnstichting, Brussel in samenwerking met 7 Vlaamse

en Waalse organisaties in de armoedebestrijding, 1995.- Dichtbundel naar aanleiding van 5-jarig bestaan vzw De Cirkel, april 1993, De Cirkel, Berchem.- Uit het huis, uit het hart?, De Cirkel, Berchem. - Creatieve woorvormen voor Ouderen, Seniorama, Leuven.- Zelfhulpgids. Wegwijzer naar de zelfhulpgroepen en zelfhulporganisaties in Vlaanderen 1996/1997,

Lannoo, Tielt, 1996.- Chronische pijn, zorgboek, Stichting Augustus, Bureau Patiënten Consumenten Informatie, PCI-distribu-

tieservice, Postbus 74, Bunnik.- De draad van Ariadne, Similes.- Wat met een kind van wie één van de ouders psychische problemen heeft, Similes.- De weg kwijt. Wat families zeker moeten weten over dementie, Secr. Werkgroep Thuisverzorgers,

Heverlee.- Dementie, zorgmap, Stichting Augustus, Bureau Patiënten Consumenten Informatie, PCI-distributieservi-

ce, Postbus 74, Bunnik.- Geheugen en verlies. Een verhaal over beginnende dementie, Provinciale Dienst voor Ouderen, Hasselt.- Ik zie ze nu nog liever. Vrijwilligers zetten zich in voor de dementerende mensen, Onze tijd in samen-

werking met de Koning Boudewijnstichting.- Depressie, PCI-Distributieservice, Postbus 74, Bunnik.- Wegwijzer sociale wetgever, ACV, Brussel.- Helper als duizendpoot, VfvV, Brussel.- Zorgen voor mantelzorgers, PCI-Distributieservice, Postbus 74, Bunnik.- Sociale landkaart, Vanden Broele, Brugge 1996.- Gids in thuiszorg, Werkgroep Thuisverzorgers, Heverlee, 1996.

Tijdschriften

- Contactblad. Vereniging van bezoekers aan verzorgingsinstellingen, VBV, Visverkopersstraat 13, bus 6,1000 Brussel.

- Gezondheid Optima, Kasteleinstraat 49, 1050 Brussel.- Herfstlicht-Eigentijds, Maandblad van KBG, Herfstlicht-Eigentijds vzw, Wetstraat 121, 1040 Brussel.- Nursing 97. Het vakmagazine voor verpleegkundigen, Nursin 96, Grote Markt 7-9, 2000 Antwerpen.- Onder Ons. Magazine van Ziekenzorg CM, Ziekenzorg vzw, Wetstraat 121, 1040 Brussel.- Sociaal. Welzijnsmagazine, Kluwer Editorial, Kouterveldstraat 2, 1831 Deigem.- TDL Berichten. Vormingscentrum voor Senioren en professionelen in de bejaardensector, Trefcentrum

Derde leeftijd vzw, Paardenmarkt 111, 2000 Antwerpen- Tijdschrift voor Verzorgenden (TvV), De Tijdstroom bv., Euclideslaan 201, Postbus 19135, 3501 DC

Utrecht. Via Polygon, St.-Elisabethstraat 38 A, 2060 Antwerpen.- Kanker info magazine (3-maandelijks tijdschrift), Vereniging voor Kankerbestrijding vzw, Leuvense-

steenweg 479, 1030 Brussel.- Medical News. Maandblad van de Gezondheidspartners, Rue de Boussoit 97, 7110 Maurage.- Weliswaar, Welzijnsmagazine voor Vlaanderen, Gratis te verkrijgen: Ministerie van de Vlaamse

Gemeenschap, Terlindenlaan 14, 3090 Overijse.

Algemeen 38 Polyvalent verzorgendeD/1999/0279/029

- Anderzijds, Provinciaal Centrum voor Interculturele vorming, Seminariestraat 2, 9000 Gent.- Palliatieve zorg, Tijdschrift van de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen, Vander Vekenstraat 158, 1780

Wemmel.

Nuttige adressen

- Provinciale Dienst voor Ouderen, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt, Documentatie / video ... bejaarden-zorg, geriatrie.

- Federatie van Vlaamse Simileskringen vzw, Groeneweg 151, 3001 Heverlee.- VVGG (Vlaamse Vereniging voor Geestelijke Gezondheidszorg), Tenderstraat 14, 9000 Gent.- Vlaamse Federatie van Verzorgenden vzw, Hamerstraat 19, 1000 Brussel.- Werkgroep Thuisverzorgen, Contactadres: Algemeen secretariaat, Groeneweg 151, 3001 Heverlee.- HIVSET Vormingscentrum vzw, Gezondheidszorg/bejaardenzorg, Herentalsstraat 66, 2300 Turnhout.- Vormingscentrum Dialoog vzw, Blijde Inkomststraat 109, 3000 Leuven.- Vormingscentrum Guislain vzw (Broeders van Liefde). Dienst voor sociaal-cultureel werk voor volwas-

senen, Jozef Guislainstraat 43, 9000 Gent.- Zorg-Saam: gezins- en ouderenzorg / palliatieve zorgen / zorgen voor jezelf, Schapenstraat 34, 3000

Leuven.- Trefpunt. Zelfhulpgroep, Departement Sociologie, Van Evenstraat 2b, 3000 Leuven.- Trefcentrum Derde Leeftijd (TDL), Paardenmarkt, 111, 2000 Antwerpen.

Video’s

- Verzorgen zoals je het zelf zou doen, Familiehulp.- Omgangskunde, Vlaamse Federatie van Verzorgenden, Hamerstraat 19, 1000 Brussel.- SEMER, P., Angst, fobie. Angst, vriend en vijand, BRTN-Volwassenvorming, 1988.- Geheugen en verlies. Een verhaal over beginnende dementie, Provinciale Dienst voor Ouderen,

Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt.

Leerplannen ter illustratie

- Verzorging - Licap - Brussel.- Thuis- en bejaardenzorg - Licap - Brussel.