· Web viewNadat Marijke klaar was met tv kijken hebben we een dubbele high-five gedaan omdat...

21
De Scorekaart Invulling van P-taak 3.4, Interventies uitvoeren Door: Ruth Noordmans Studentnummer: S1046908 Docent: Betty van Goor Stagebegeleider: Marjo Veldman P-taak: 3.4, interventies uitvoeren Datum: 12 mei

Transcript of · Web viewNadat Marijke klaar was met tv kijken hebben we een dubbele high-five gedaan omdat...

Page 1: · Web viewNadat Marijke klaar was met tv kijken hebben we een dubbele high-five gedaan omdat het haar meteen de eerste keer was gelukt om te scoren. Marijke kreeg een stralende glimlach

De ScorekaartInvulling van P-taak 3.4, Interventies uitvoeren

Door: Ruth Noordmans

Studentnummer: S1046908

Docent: Betty van Goor

Stagebegeleider: Marjo Veldman

P-taak: 3.4, interventies uitvoeren

Datum: 12 mei

Page 2: · Web viewNadat Marijke klaar was met tv kijken hebben we een dubbele high-five gedaan omdat het haar meteen de eerste keer was gelukt om te scoren. Marijke kreeg een stralende glimlach

Voorwoord

Voor u ligt het verslag ´De scorekaart´, een invulling van p-taak 3.4, interventies uitvoeren. Ik heb dit verslag geschreven als voorbereiding op en reflectie van het inzetten van scorekaarten op mijn stageplaats. Mijn stageplaats is de naschoolse dagbehandeling van Ambiq in Deventer. Ambiq is een instelling voor cliënten met een licht verstandelijke beperking. Op de naschoolse dagbehandeling komen op maandag tot en met donderdag dagelijks maximaal twaalf kinderen in de leeftijd van 8 tot ongeveer 16 jaar. Al deze kinderen hebben een licht verstandelijke beperking en andere daarbij komende problematieken.

Ik wil mijn collega’s bedanken voor het letten op mijn handelen bij het inzetten van de scorekaarten en hun feedback op mijn handelen. Ik denk hierbij speciaal aan Kim en Joëlle. Daarnaast wil ik Marjo bedanken voor het doorlezen en beoordelen van dit verslag.

Page 3: · Web viewNadat Marijke klaar was met tv kijken hebben we een dubbele high-five gedaan omdat het haar meteen de eerste keer was gelukt om te scoren. Marijke kreeg een stralende glimlach

Inhoudsopgave

Inleiding..................................................................................................................................................4

Deel 1. De methode................................................................................................................................5

De methode onderbouwd..................................................................................................................5

De doelgroep..................................................................................................................................5

De onderbouwing...........................................................................................................................5

De cliënt(en).......................................................................................................................................6

Deel 2. De uitvoering..............................................................................................................................8

Inzetten van de scorekaart.................................................................................................................8

Dag 1..............................................................................................................................................8

Dag 2..............................................................................................................................................8

Dag 3..............................................................................................................................................9

Feedback..........................................................................................................................................10

Dag 1............................................................................................................................................10

Dag 2............................................................................................................................................10

Dag 3............................................................................................................................................10

Effecten............................................................................................................................................10

Directe effecten............................................................................................................................10

Effecten op de lange termijn.........................................................................................................11

Deel 3. Reflectie...................................................................................................................................13

Literatuurlijst........................................................................................................................................16

Page 4: · Web viewNadat Marijke klaar was met tv kijken hebben we een dubbele high-five gedaan omdat het haar meteen de eerste keer was gelukt om te scoren. Marijke kreeg een stralende glimlach

Inleiding

Dit verslag is een invullen van P-taak 3.4, een P-taak die is gekoppeld aan de derde competentie van de opleiding Pedagogiek van de CH Windesheim, de competentie uitvoeren. De methode die uitgewerkt en uitgevoerd wordt in dit verslag, is de scorekaart zoals de titel van dit verslag al verteld. Deze methode zal worden ingezet op de naschoolse dagbehandeling van Ambiq. De doelgroep zijn jongeren tussen de 7 en 16 jaar oud, met een licht verstandelijke beperking en bijkomende problematiek.

In het eerste deel wordt de methode van de scorekaart beschreven en onderbouwd vanuit verschillende theorie. Tevens wordt hier een beschrijving gegeven van de cliënten, waarbij de scorekaart is ingezet. De keuze voor een scorekaart als methode bij de doelen van deze cliënten wordt ook onderbouwd.In het tweede deel van dit verslag wordt beschreven op welke manier de scorekaart is ingezet bij de verschillende cliënten. De ontvangen feedback op de uitvoering staat ook in dit deel van het verslag beschreven. Het tweede deel eindigt met een beschrijving van de directe effecten en de effecten op lange termijn, van het inzetten van een scorekaart bij het werken aan doelen. Het derde deel van dit verslag bestaat uit een reflectie op het schrijven van dit verslag en het inzetten van de scorekaart bij het werken aan de doelen van verschillende cliënten. Voor deze reflectie wordt gebruik gemaakt van de feedback die staat beschreven in het tweede deel van dit verslag.

Alle namen die in dit verslag genoemd worden, zijn gefingeerd.

Page 5: · Web viewNadat Marijke klaar was met tv kijken hebben we een dubbele high-five gedaan omdat het haar meteen de eerste keer was gelukt om te scoren. Marijke kreeg een stralende glimlach

Deel 1. De methode

De methode onderbouwdZoals de titel van dit verslag aangeeft, is er gekozen om de methode scorekaart uit te werken en in te zetten binnen mijn stageplaats, de naschoolse dagbehandeling van Ambiq. In dit hoofdstuk zal kort de doelgroep, jongeren met een licht verstandelijke beperking, worden beschreven. Daarna volgt een beschrijving van de methode scorekaart en wetenschappelijke theorie(ën) die aan de basis van deze methode liggen. (Zoon, 2013)

De doelgroepDe doelgroep van Ambiq zijn kinderen, jongeren en volwassenen met een licht verstandelijke beperking en bijkomende problematiek. De naschoolse dagbehandeling richt zich op kinderen en jongeren tussen ongeveer acht en zestien jaar oud (Ambiq, 2014). Deze kinderen en jongeren hebben beperkingen op verschillende leefgebieden. Aan de buitenkant is niet te zien dat deze jongeren een licht verstandelijke beperking hebben. Gevolg hiervan is dat anderen deze jongeren vaak overschatten (de Beer, 2011). Jongeren met een licht verstandelijke beperking hebben vaak ook onvoldoende zicht op hun eigen mogelijkheden en beperkingen, waardoor zij zichzelf snel overschatten. Overschatting door anderen en door zichzelf, zorgt voor veel negatieve ervaringen bij deze jongeren, meer dan bij jongeren die zich normaal ontwikkelen. Dit leidt vaak tot een negatief zelfbeeld bij deze jongeren (de Beer, 2011) (Ambiq, 2009).Kinderen met een licht verstandelijke beperking hebben moeite met informatieverwerking. Ze hebben vaak moeite met het onthouden van (nieuwe) informatie en nog meer moeite met het in (andere) situaties toepassen van deze informatie, generaliseren. Dit geldt voor kennis die op school geleerd wordt, maar ook voor sociale situaties. Het is daarom belangrijk dat het aanleren van kennis of vaardigheden, wordt opgedeeld in kleine stapjes. Op die manier is het makkelijker te leren en voor een jongere met een licht verstandelijke beperking makkelijker om een succeservaring op te doen (de Beer, 2011) (Ambiq, 2009).

De onderbouwingEen van de theoretische achtergronden van de behandelmethoden van Ambiq, zijn de leertheorieën. Van deze theorieën wordt gebruik gemaakt bij de onderbouwing van de scorekaart.De scorekaart zoals die wordt ingezet bij de naschoolse dagbehandeling, is gekoppeld aan leerdoelen van een cliënt. Wanneer de cliënt het gedrag of de vaardigheid waaraan gewerkt wordt laat zien, krijgt de cliënt een score op zijn of haar scorekaart. Wanneer de cliënt in een week een vooraf vastgesteld aantal scores heeft gehaald (bijvoorbeeld 7), krijgt de cliënt een beloning (Ambiq, 2005). De scorekaart is daarmee gebaseerd op de operante leertheorie van Skinner. Het uitgangspunt van deze theorie is dat gedrag in frequentie zal toenemen als het wordt gevolgd door iets wat door het organisme als prettig wordt ervaren. Omgekeerd zal gedrag in frequentie afnemen als het wordt gevolgd door iets wat door het organisme als onprettig wordt ervaren (Rigter, 1998). Er zijn beloners en niet-beloners die het gedrag in frequentie kunnen laten toe nemen of af nemen. Dit zijn de prettige en niet prettige gevolgen of consequenties van het gedrag. Het geven van een positieve beloning, is het toedienen van een prettige consequentie. De cliënt doet iets en krijgt daar iets prettigs voor terug (Ambiq, 2009) (Rigter, 1998). In het geval van de scorekaart, is de score de directe positieve beloning. Hoe sneller deze op het gedrag volgt, hoe groter het effect van de ‘consequentie’ (Rigter, 1998). Door het geven van scores voor gedrag of een vaardigheid die de cliënt ‘moet’ leren, wordt de cliënt beloond voor dit gedrag en zal, volgens de operante leertheorie van Skinner, dit gedrag in frequentie gaan toenemen. De cliënt zal dus vaker het te leren gedrag of de te leren vaardigheid laten zien, met als doel dat de cliënt zich dit gedrag of deze vaardigheid eigen maakt.Daarnaast heeft het geven van scores voor jongeren met een licht verstandelijke beperking nog een ander effect. Wanneer de score vooraf gegaan wordt van feedback, een compliment, groeit het

Page 6: · Web viewNadat Marijke klaar was met tv kijken hebben we een dubbele high-five gedaan omdat het haar meteen de eerste keer was gelukt om te scoren. Marijke kreeg een stralende glimlach

zelfvertrouwen van de cliënt. Dit is heel belangrijk, omdat de cliënten met een licht verstandelijke beperking vaak een negatief zelfbeeld hebben. Door voor elke keer dat de cliënt bepaald gedrag of een bepaalde vaardigheid laat zien hem of haar te belonen met een score en een compliment, krijgt deze cliënt het gevoel dat hij of zij wel iets kan. De cliënt krijgt succeservaringen. Door veel van deze succeservaringen te creëren, worden de vele faalervaringen die deze cliënten opdoen enigszins ‘gecompenseerd’ en draagt dit dus bij aan een positiever zelfbeeld.

De cliënt(en)Bijna alle cliënten op de naschoolse dagbehandeling van Ambiq, werken aan leerdoelen waarbij gebruikt wordt gemaakt van een scorekaart. De punten waarop de cliënten kunnen scoren, verschillen per leerdoel en dus per cliënt. Hieronder volgt een beschrijving van de doelen van een aantal cliënten die gebruik maken van een scorekaart. Per cliënt wordt ook uitgelegd, waarom het gebruik van een scorekaart past bij deze cliënt of zijn/haar doelen.AnjaAnja heeft moeite met het uiten van haar emoties. Wanneer haar iets dwars zit of wanneer zij iets vervelend vindt, zegt zij dat niet direct. Frustraties en irritaties stapelen op met als gevolg dat Anja erg boos wordt en verbaal en fysiek bedreigend gedrag kan vertonen. Het doel van Anja is om te leren omgaan met haar emoties. Daarbij zijn een aantal werkpunten opgesteld, namelijk het uiten van emoties naar groepsleiding, het met hulp uiten van emoties naar groepsgenoten en het zelfstandig uiten van emoties naar groepsgenoten. Voor deze werkpunten heeft Anja een scorekaart. Anja kan een score verdienen wanneer groepsleiding aan Anja vraagt hoe zij zich voelt of wanneer zij uit zichzelf verteld hoe zij zich voelt. Anja heeft een scorekaart bij dit doel, om haar uit te dagen zo vaak mogelijk te vertellen hoe zij zich voelt in bepaalde situaties met als uiteindelijk doel dat Anja zich dit eigen maakt. Anja heeft een negatief zelfbeeld. Anja heeft daarom als doel om een positiever zelfbeeld te ontwikkelen. Veel scores verdienen en veel complimenten krijgen kunnen bijdragen aan dit positievere zelfbeeld. Daarnaast moet Anja elke dag iets benoemen waarvan zij vindt dat zij dit goed heeft gedaan. Ook dit wordt op haar scorekaart geschreven.PattyPatty heeft als doel om om hulp te vragen. Dit kan zij wel heel goed in praktische situaties, maar in situaties waarin zij bijvoorbeeld gepest wordt, vindt ze dat moeilijk. Ook vindt Patty het vaak moeilijk om zich niet met anderen te bemoeien. Het gevolg hiervan is, is dat Patty thuis en op school weinig vriendinnetjes heeft. Patty heeft dan ook als doel om voldoende vaardigheden te leren om wel vriendinnetjes te kunnen maken. Beide doelen zijn opgedeeld in verschillende werkpunten. De volgende werkpunten zijn opgenomen in een scorekaart voor Patty:Patty vraagt om hulp als haar iets niet lukt.Patty vraagt om een rustig plekje wanneer zij zich boos voelt.Patty kan elke dat een kwartier iets doen, zonder zich met anderen te bemoeien.Het eerste werkpunt is eigenlijk iets wat Patty al kan, maar is toch meegenomen in de scorekaart zodat Patty op een dag veel scores kan verdienen. Patty heeft namelijk een negatief zelfbeeld. Door Patty veel ta laten scoren en veel complimenten te geven, hoopt men dat Patty een positiever zelfbeeld krijgt. Daarnaast is dat een opstapje voor het verder om hulp vragen, bijvoorbeeld zoals in het tweede werkpunt. Patty heeft een scorekaart voor deze werkpunten om haar te stimuleren om hulp te vragen en zich niet met anderen te bemoeien. MarijkeMarijke vindt het erg moeilijk om zich niet met anderen te bemoeien. Marijke heeft zelf aangegeven dit te willen leren. Dit bemoeien heeft met veel dingen te maken. In een conflict vertelt Marijke het aandeel van een ander en niet dat van zichzelf. Wanneer Marijke wel haar eigen aandeel benoemt, is zij hier vaak niet helemaal eerlijk over. Dit zorgt voor irritaties van andere jongeren richting Marijke. Wanneer Marijke ergens mee bezig is, praat zij mee gesprekken van anderen of wil doen wat anderen doen. Daarom heeft Marijke hier werkpunten voor waar zij op kan scoren. Doordat Marijke op deze werkpunten kan scoren, is Marijke zich bewust van haar gedrag en kan zij ook bewust gewenst gedrag laten zien.

Page 7: · Web viewNadat Marijke klaar was met tv kijken hebben we een dubbele high-five gedaan omdat het haar meteen de eerste keer was gelukt om te scoren. Marijke kreeg een stralende glimlach

JanJan heeft twee werkpunten waar hij op kan scoren. Namelijk op het leren luisteren naar wat ander zegt, of dit nu leuk of niet leuk is, en rustig aangeven als hij het ergens niet mee eens is. Jan heeft deze werkpunten, omdat hij zelf heeft aangegeven dat hij dit nog wil leren. Om Jan te motiveren en hem bewust te maken van zijn gedrag, heeft Jan een scorekaart voor deze twee werkpunten. Bij het bespreken van zijn scorekaart, worden niet alleen de situaties benoemd waarvoor hij een score heeft verdiend, maar ook situaties waarin hij een score kon verdienen maar dat niet is gelukt. Op deze manier wordt Jan zich bewust van zijn eigen gedrag en de gevolgen hiervan. Jan moet elke week een bepaald aantal scores verdienen voor een beloning en bij meer scores kan hij twee beloningen verdienen. Dit houdt Jan gemotiveerd om zijn gedrag te veranderen.FransFrans is een jongen van 8 jaar, die het moeilijk vind om zijn behoeften uit te stellen. Als Frans iets wil vertellen of laten zien, wil hij het op dat moment doen. Ook wanneer degene aan wie hij iets wil vertellen of laten zien in gesprek is met iemand anders. Ook wanneer Frans iets wil doen, bijvoorbeeld drinken, wil hij dat het liefst op dat moment doen en vindt het moeilijk om dan te wachten tot een later moment. Frans heeft daarom als doel om te leren op zijn beurt te wachten. Door hem hiervoor scores te geven, wordt Frans zich bewuster van zijn gedrag en neemt het wachten op zijn beurt in frequentie toe. Het uiteindelijke doel is dat Frans ook zonder een score te verdienen op zijn beurt kan wachten en zijn behoeften uit kan stellen.KiraKira heeft moeite met het herkennen en uiten van haar emoties. Daarom speelt zij tenminste twee keer in de week een spel om hiermee te oefenen. Daarnaast vindt Kira het heel erg leuk om te koken en te bakken, maar beschikt zij nog niet over voldoende kennis en vaardigheden met betrekking tot hygiëne. Daarom heeft Kira als doel om zich het hygiënisch koken eigen te maken. Werkpunten hierbij zijn het een keer in de week koken en kunnen benoemen van de alle te doorlopen stappen. Ook het laten zien van goede tafelmanieren is hier een werkpunt bij. Ook voor Kira geldt dat zij hiervoor een score heeft om haar bewust(er) te maken van het gewenste gedrag en het in frequentie toe te laten nemen door haar hiervoor te belonen.

Page 8: · Web viewNadat Marijke klaar was met tv kijken hebben we een dubbele high-five gedaan omdat het haar meteen de eerste keer was gelukt om te scoren. Marijke kreeg een stralende glimlach

Deel 2. De uitvoering

Inzetten van de scorekaart

Dag 1.Vandaag de scorekaarten voor Anja en Jan ingezet. Anja kon scoren op het uiten van emoties naar groepsleiding en het uiten van emoties naar groepsgenoten. Er was een conflict tussen Anja en een andere jongere. Zij kwam dit tegen mij vertellen. Ik vertelde tegen Anja dat zij dit zelf tegen die andere jongere moest zeggen. Ik riep de andere jongere erbij en zei tegen hem dat Anja wat tegen hem wilde zeggen. Anja zei tegen hem dat zij zijn gedrag vervelend vond en vroeg hem hier mee te stoppen. Anja meteen een compliment gegeven en gezegd dat zij hiervoor een score heeft verdiend. Na het eten heb ik samen met Anja haar scorekaart doorgenomen en daarbij eerst gevraagd of zij situaties wist waarin zij had gescoord. Anja kon alle situaties van die dag benoemen. Jan had ik aan het begin van de dag gevraagd naar zijn doelen, om hem even te herinneren aan de punten waar hij op kan scoren. Jan moet namelijk zelf ook situaties kunnen benoemen waarin hij heeft gescoord. Tijdens het buitenmoment vlak voor het eten, vertelde ik tegen Jan dat ik na het eten zijn scorekaart met hem door wilde nemen. Ik vroeg hem om alvast na te denken, zodat hij ook met situaties kon komen. Na het eten nam ik Jan apart en vroeg hem of hij situaties wist. Jan zei van niet. Ik vertelde hem dat er een situatie was waarin hij te horen kreeg dat de bowlingbaan voor zijn verjaardagsfeestje was gereserveerd. Jan herinnerde zich die situatie en vertelde dat hij dat leuk nieuws vond en liet merken dat hij het had gehoord door de groepsleiding te bedanken. Dit deed ik bij nog een paar andere situaties, ik leidde het in en Jan kon de beschrijving van de situatie afmaken en aangeven dat hij daarvoor had gescoord.

Dag 2.Vandaag heb ik bij Marijke en Patty hun scorekaarten ingezet. Voor Marijke was het de eerste dag dat zij met haar scorekaart ging werken. Toen zij op de groep kwam, heb ik haar de scorekaart laten zien en met haar doorgesproken. Na het theemoment wilde Marijke tv kijken. Ik besloot haar meteen op haar werkpunten van op de plaats blijven en niet op anderen reageren te wijzen. Ik sprak met Marijke af dat ik haar als het nodig was één keer zou waarschuwen voor beide werkpunten. Dan kon ze nog steeds haar score verdienen. Dit deed ik omdat het haar eerste keer was. Marijke bleef heel netjes op haar plaats en reageerde niet op anderen. Op een gegeven moment vroeg ze of ze mij wel wat mocht vragen. Uitgelegd dat iets vragen wat anders is dan reageren op/bemoeien met. Nadat Marijke klaar was met tv kijken hebben we een dubbele high-five gedaan omdat het haar meteen de eerste keer was gelukt om te scoren. Marijke kreeg een stralende glimlach op haar gezicht.Vlak daarna was er een moment waarop Marijke ervan beschuldigd werd iets niet leuks te hebben gezegd. Marijke ontkende dit. Ik wees Marijke op haar doel van haar eigen aandeel vertellen. Ik zei haar dat wanneer zij eerlijk vertelde wat zij had gedaan, zij een score zou krijgen. Marijke dook wat in elkaar en zei dat zij dat niet leuke inderdaad had gezegd. Ik gaf haar eerst een compliment voor het eerlijk vertellen en zei daarbij dat ze alweer een score had verdiend. Vervolgens vroeg ik haar haar excuses aan te bieden, wat ze zonder problemen deed. Later die dag gebeurde er eenzelfde iets, waarbij ik opnieuw de nadruk legde op de score die zij kon verdienen. Toen Marijke eerlijk had toegegeven gaf ik haar weer eerst een compliment en benoemde de verdiende score. Nadat de score was opgeschreven vroeg ik haar haar excuses aan te bieden. De eerste vraag die Patty stelde toen zij op de groep was, was of zij een broodje mocht eten. Dit mocht, maar het lukte haar niet zelf. Patty vroeg toen aan een andere groepsleiding om haar te helpen. Toen Patty het antwoord van die groepsleiding had gehoord, kwam zij meteen naar mij toe gerend en zei enthousiast ‘ik heb een punt verdiend, want ik heb haar om hulp gevraagd voor mijn broodje’. Ik zei tegen Patty ‘super goed zeg, zal ik hem meteen voor je opschrijven?’ Dit heb ik dan ook meteen gedaan. Tijdens het buitenmoment wilde Patty een step uit de schuur hebben, maar dit

Page 9: · Web viewNadat Marijke klaar was met tv kijken hebben we een dubbele high-five gedaan omdat het haar meteen de eerste keer was gelukt om te scoren. Marijke kreeg een stralende glimlach

lukte haar zelf niet. Dit zei Patty tegen mij. Ik besloot niet mijn hulp aan te bieden, zodat zij zelf om hulp zou vragen. Ik zei in plaats daarvan ‘goh, dat is wel lastig’. Daarop zei Patty ‘O ja, juf, wil je mij helpen met de step eruit te halen?’ Mijn antwoord daarop was ‘Tuurlijk wil ik dat Patty, goed dat je het vraagt! Nu heb je weer een score verdiend. High-five’. Hierop gaf Patty mij een high-five. Eenmaal binnen herinnerde ik Patty weer aan dat moment en schreef ik de score voor haar op.

Dag 3.Vandaag heb ik bij Frans en Kira hun scorekaarten ingezet. Toen Frans op de groep was, heb ik allereerst aan hem gevraagd of hij nog wist waar hij op kan scoren. Frans wist dit niet meer, dus heb ik het hem uitgelegd; wanneer hij netjes op zijn beurt wacht met iets vertellen of wacht met iets te doen, kan hij een punt verdienen. Frans wilde meteen op de playstation. Ik heb toen tegen Frans gezegd dat dat niet kon, omdat er iemand anders op zat, maar dat ik ging kijken of hij later op de dag op de playstation zou kunnen. Uiteindelijk samen afgesproken dat Frans om half 5 op de playstation mocht. Na het theedrinken gingen we naar buiten. Na een kwartier vroeg Frans of hij wat mocht gaan drinken want hij had dorst. Ik had hem voor het naar buiten gaan gevraagd of hij wilde drinken en toen wilde hij niet. Vlakbij het plein waar we aan het spelen waren, is een torenklok die elk heel en half uur slaat. Om half 4 zouden we weer naar binnen gaan. Ik zei tegen Frans dat wanneer de klok zou slaan, hij dan naar binnen mocht en iets mocht drinken. Wanneer hij dat vol zou houden, zou hij een punt krijgen. Toen de klok sloeg riep Frans ‘ik heb een punt’ en rende naar binnen. Later op de dag gebeurde precies hetzelfde, ook toen vertelde ik tegen Frans dat hij een punt zou krijgen als hij zou wachten tot de klok zou slaan. Dit lukte Frans. Binnen kreeg Frans beide keren meteen een krul op zijn scorekaart van mij en een high-five. Voordat Frans om half 5 op de playstation ging, riep ik hem bij me. Ik vertelde tegen hem dat ik het heel knap van hem vond dat hij zo lang had gewacht met op de playstation gaan, zonder daar over te zeuren. Ik zei dat hij daarvoor ook een punt van mij kreeg. Tijdens het eerste buitenmoment was Kira aan het mopperen. Ik benoemde naar Kira dat ik vond dat ze boos keek. Kira zei dat ze ook boos was en vertelde dat dit kwam doordat ze graag thuis wilde zijn zodat ze in het zwembad kon spelen. Ik zei tegen Kira dat ik dat wel kon snappen en dat ik het knap van haar vond dat ze zo goed kon uitleggen dat ze boos was. Ik benoemde dat wanneer we weer binnen zouden zijn, ik haar een score op haar scorekaart zou geven. Tijdens het eten at Kira netjes met haar vork. Ik zei tegen Kira dat ik vond dat zij netjes met haar vork aan het eten was. Als ze dat vol zou houden, zou ze daarvoor een score verdienen. Op een gegeven moment liet Kira een boon op de grond vallen. Zij pakte deze op. Ik vroeg aan Kira wat zij daarmee ging doen. Kira vroeg ‘weggooien?’. Ik zei dat ik dat een slim plan vond. Toen Kira terug was, vroeg ik haar waarom zij de boon had weggegooid en niet had op gegeten. Kira vertelde dat dit kwam doordat de boon op de grond was gevallen en de grond vies is. De boon was daardoor ook vies geworden en het zou niet gezond zijn die dan nog op te eten. Ik zei tegen Kira dat ik het goed vond dat zij dat zo netjes kon uitleggen en dat zij daarvoor ook een score had verdiend. Na het eten ging ik met Kira naar haar scorekaart kijken. Ik vroeg aan Kira of zij vond dat zij voor het eten en haar tafelmanier scores had verdiend en of ze de twee die ik had genoemd nog wist. Kira benoemde direct de twee scores die ik haar tijdens het eten al had verteld. Vervolgens benoemde Kira dat ze voor het eten haar handen had gewassen en dat ze bewust haar stoel had aangeschoven toen ze merkte dat er eten tussen haar bord en haar door viel op de grond. Ik gaf Kira hier een compliment voor en gaf haar de scores. Ik vroeg ook aan Kira of zij nog wist dat ze die dag vaker emoties had geuit. Kira kon niets bedenken. Daarop vroeg ik aan haar of zij zich nog lang boos had gevoeld na het buitenspelen. Kira vertelde dat dit niet zo was en dat ze zich heel snel weer blij voelde. Kira vertelde daarbij ook waarom ze zich blij voelde. Ik zei tegen Kira dat ze door dat te vertellen weer emoties had geuit en daarvoor een score kreeg. Vlak daarna vroeg Kira aan mij of ze even met me kon praten. Voor het eten was er iets vervelends gebeurd tussen haar en een andere jongere. Kira vertelde dat de andere jongere gemene dingen over haar had gezegd en dat dit haar boos en verdrietig had gemaakt. Daardoor was zij terug gaan schelden. Na dit gesprekje zouden we naar buiten gaan. Ik vertelde Kira dat ze eerst nog iets anders moest doen, namelijk een krul op haar scorekaart zetten. Kira keek mij verbaasd aan. Ik legde

Page 10: · Web viewNadat Marijke klaar was met tv kijken hebben we een dubbele high-five gedaan omdat het haar meteen de eerste keer was gelukt om te scoren. Marijke kreeg een stralende glimlach

aan haar uit dat zij door te vertellen dat zij boos en verdrietig was geweest, ook haar emoties had geuit en daarvoor een score verdiende. Kira kreeg een grote glimlach op haar gezicht en zei dat ze niet had verwacht zoveel scores op een dag te hebben verdiend. Zij had verwacht er twee te verdienen. Ik gaf haar daarop een compliment dat zij dus heel goed bezig was geweest en hard had gewerkt.

Feedback

Dag 1.Vandaag kreeg ik de volgende feedback:Je bent goed bezig geweest met de scorekaarten. Bij Anja benoemde je de scores goed tussendoor. Misschien is dat genoeg en hoef je niet achteraf nog met haar erbij de scores op de scorekaart te zetten zoals je nu deed. Bij het doornemen van de scorekaart van Jan, haalde je heel goed situaties terug. Soms vertelde je zelf een deel van een situatie waardoor je hem ook liet nadenken. Heel goed. Ik weet niet of het voor Jan haalbaar is om het pas na het eten in te vullen, dus misschien dat je het met hem ook tussendoor door kan nemen. Nu is het wel zo dat Jam ook zelf met situaties moet komen en dat deed je op deze manier wel heel goed. Misschien zou je met je intonatie nog iets enthousiaster kunnen zijn, waarmee je het goede gevoel bij de jongeren nog meer benadrukt. Maar je hebt het goed gedaan vandaag, je was er goed mee bezig. Kim

Dag 2.Vandaag kreeg ik de volgende feedback:Je was vandaag heel erg actief bezig met de scorekaarten. Super! Je was er ook erg bewust met de kinderen mee bezig, door tussendoor telkens te benoemen dat ze een score hadden verdiend. De volgende keer kun je ze het best ook meteen opschrijven, want ik merkte dat je aan het eind van de dag niet alle situaties meer wist. Nu snap ik ook wel dat je de scorekaarten niet mee naar buiten neemt, maar dat is af en toe wel lastig. Dat je het tussendoor benoemt is dan wel heel goed, want dan heb je het effect bij de jongeren wel. Verder was je goed bezig met het herinneren van de jongeren aan hun doelen. Bijvoorbeeld dat je tegen Marijke zegt, dat wanneer ze eerlijk haar aandeel verteld, zij een score krijgt. Je creëerde daardoor ook echt situaties waarin ze konden scoren en waarin jij hen dus een compliment kon geven. Heel goed gedaan! Joëlle

Dag 3.Vandaag kreeg ik de volgende feedback:Je was vandaag weer lekker actief bezig met de scorekaarten. Heel goed! Bij Frans benoemde je vooraf goed voor welk gedrag hij een score kan krijgen en tussendoor legde je het hem ook goed uit. Je was heel duidelijk naar hem en je benoemde heel goed en duidelijk hoelang Frans nog moest wachten en dat wanneer hem dat lukte, hij een score zou krijgen. Je merkt dat hij nu zelf ook weet waarvoor hij een score krijgt. Leuk dat je bij Kira het eerste doel zo breed pakte. Je maakte het doel heel praktisch, niet alleen een score wanneer zij een spel over emoties doet, maar ook wanneer zij ‘gewoon’ haar emoties uit. Ook leuk dat je daarvoor situaties creëerde door te vragen hoe zij zich op een bepaald moment voelde. Je kon zien dat Kira verbaasd was dat ze zoveel scores had verdiend en dat zij er erg trots op was. Heel goed! En super dat je het nu telkens tussendoor deed. Joëlle

Effecten

Directe effectenAnja had zelf tegen een andere jongere gezegd dat zij zijn gedrag vervelend vond. Hiermee had Anja een score verdiend, zie het inzetten van de scorekaart, dag 1. Anja heeft daarnaast als doel om een beter zelfbeeld te krijgen. Daarom ´moet´ zij elke dag een ding vertellen, waarvan zij vindt dat zij dat goed heeft gedaan. Bij het doornemen van de scorekaart vertelde Anja dat zij het goed vond van

Page 11: · Web viewNadat Marijke klaar was met tv kijken hebben we een dubbele high-five gedaan omdat het haar meteen de eerste keer was gelukt om te scoren. Marijke kreeg een stralende glimlach

zichzelf dat zij zelf tegen deze jongere had gezegd dat zij zijn gedrag vervelend vond. Het effect van een situatie creëren waarbij Anja kon scoren, zorgde er dus voor dat zij zich goed voelde en positief naar zichzelf kon kijken. Marijke kreeg een stralende glimlach op haar gezicht toen zij haar eerste scores verdiende, zie het inzetten van de scorekaart, dag 2. Voor ik haar kon zeggen dat ze haar scores had verdiend, vroeg zij al ‘heb ik het goed gedaan?’. Ik vertelde haar dat ze het heel erg goed had gedaan en gaf haar een dubbele high-five, voor beide scores één. Marijke vroeg of zij haar scores mocht noteren. Toen ze daar toestemming voor had, rende ze naar haar scorekaart toe en zette een hele grote krul. Ook vroeg Marijke of ze nog meer scores kon verdienen die dag. Door het verdienen van haar eerste scores, was zij dus erg enthousiast en gemotiveerd geworden om nog meer scores te verdienen. Bij het werkpunt van haar eigen aandeel vertellen, was ook een direct effect zichtbaar. Marijke blijft normaal hangen in haar eigen verhaal, wat vaak niet helemaal waar is. Marijke geeft dan bijvoorbeeld niet toe dat zij iets heeft gezegd, wat ze wel heeft gedaan. Door haar te wijzen op de score die ze kon verdienen voor het eerlijk vertellen, gaf Marijke beide keren meteen eerlijk toe dat ze iets wel had gedaan. Marijke kwam de dag daarna continu zelf met situaties waarin zij vond dat zij gescoord had. Zo had Marijke aan tafel iets willen zeggen tegen een andere jongere maar dat niet gedaan, waarvoor zij vond dat zij een score had verdiend. ’s Middags was Marijke wezen kano varen. Toen zij terug kwam vertelde zij dat zij de boot had laten schommelen en dat dat niet zo handig was geweest want daardoor werd een andere jongere boos. Daar wilde ze een score voor. Marijke was enorm enthousiast en heel actief bezig. Een mooi direct zichtbaar effect van het inzetten van een scorekaart.Toen Frans aan het eind van de dag (het inzetten van de scorekaart, dag 3) met zijn moeder naar huis ging, liet ik hem aan zijn moeder vertellen hoeveel scores hij had verdiend. Frans vertelde dat hij vijf scores had verdiend en zijn moeder gaf hem een compliment. Ook vroeg Frans aan mij hoe het de volgende week moest. Het vakje voor de scores was namelijk vol, dus kon hij er niet meer dan vijf verdienen. Ik vertelde tegen Frans dat ik de volgende keer wel kleinere krullen zou zetten, zodat er nog meer in zou passen. Frans maakte een sprong en zei ‘Dan kan ik er dus nog meer verdienen. Yes!’. Frans is dus erg gemotiveerd om zoveel mogelijk scores te verdienen. Ik liep met hen mee naar buiten om het hek voor de fiets open te doen. Toen Frans en zijn moeder wegfietsten, hoorde ik Frans nogmaals tegen zijn moeder zeggen ‘Mam, heb je gezien hoeveel punten ik vandaag heb verdiend? Goed van mij hè?!’ Je kon hieraan merken dat Frans trots was op zijn prestatie. Zoals te lezen bij het inzetten van de scorekaart, dag 3, werd Kira zichtbaar trots vanwege het feit dat zij veel scores had verdiend, meer dan zij had verwacht te verdienen op een dag.

Effecten op de lange termijnVolgens de operante leertheorie van Skinner, mag men verwachten dat wanneer gewenst gedrag beloond wordt, dit gedrag in frequentie zal toenemen. Wanneer het gaat om het aanleren van vaardigheden, zal iemand deze vaardigheid vaker laten zien met uiteindelijk doel dat diegene de vaardigheid beheerst en deze ook laat zien zonder dat er een score of beloning tegenover staat. Bij de cliënten van de naschoolse dagbehandeling zijn deze effecten ook te zien, als gevolg van het werken met een scorekaart. Bijvoorbeeld bij Anja. Anja liet in het begin helemaal geen emoties zien. Wanneer haar iets dwars zat of wanneer zij iets vervelend vond, zei zij dat niet. Frustraties en irritaties stapelden op met als gevolg dat Anja erg boos werd. Het eerste doel van Anja was dan ook haar emoties leren uiten naar groepsleiding. Dit werd gedaan aan de hand van een stoplicht. Wanneer Anja boos was, zat zij in rood. Wanneer zij ontspannen en blij was zat zij in groen. Wanneer zij enigszins gespannen was of last had van irritaties, zat zij in oranje. Groepsleiding vroeg gedurende de dag meerde malen aan Anja in welke kleur zij zat. Zo had groepsleiding zicht op de gemoedstoestand van Anja en kon Anja erover praten als haar iets dwars zat. Wanneer Anja dan vertelde over hoe zij zich voelde, kreeg zij een score op haar score kaart met aan het eind van de week een beloning. Naarmate Anja hier langer mee bezig was, begon zij ook uit zichzelf tegen groepsleiding te vertellen hoe zij zich voelde. Eerst alleen wanneer zij uit school kwam en zij zich slecht voelde door iets wat daar was gebeurd. Nu doet Anja het ook wanneer het gedrag van een

Page 12: · Web viewNadat Marijke klaar was met tv kijken hebben we een dubbele high-five gedaan omdat het haar meteen de eerste keer was gelukt om te scoren. Marijke kreeg een stralende glimlach

andere jongere haar irriteerd. Anja gaat dan naar groepsleiding toe en verteld dat zij last heeft van gedrag van iemand anders. Ook kan Anja het steeds beter benoemen wanneer zij niet zo goed in haar vel zit. Doordat Anja vaker haar emoties uit, wordt Anja bijna nooit meer heel erg boos. Er zijn nog wel eens momenten waarop dat gebeurd, maar de frequentie hiervan is erg sterk afgenomen. Marijke is nog maar een paar weken met haar scorekaart bezig. Sinds het inzetten van de scorekaart is er al een verandering in gedrag te zien bij Marijke. Wanneer Marijke niet eerlijk lijkt te zijn over iets wat zij heeft gedaan, benoem ik dat zij een score kan verdienen wanneer zij wel eerlijk is. Marijke zegt dan sorry en geeft eerlijk toe wat zij heeft gedaan. Soms hoeft Marijke alleen maar aangekeken te worden en geeft zij eerlijk toe wat zij wel of niet heeft gedaan. Marijke voegt daaraan wel toe ‘maar dan heb ik wel een score’. Inmiddels zegt Marijke dagelijks meerdere keren sorry uit zichzelf, bijvoorbeeld wanneer zij ‘shit’ zegt. Patty en Frans werken nog maar kort met scorekaarten en Kira en Jan ken ik nog maar kort. Van deze jongeren kan ik dus niet goed zeggen welke lange termijn effecten zichtbaar zijn als gevolg van het inzetten van een scorekaart.

Page 13: · Web viewNadat Marijke klaar was met tv kijken hebben we een dubbele high-five gedaan omdat het haar meteen de eerste keer was gelukt om te scoren. Marijke kreeg een stralende glimlach

Deel 3. Reflectie

In dit deel van mijn verslag ga ik reflecteren op het inzetten van de scorekaart. Ik doe dit aan de hand van de STARR methode. Voor mijn reflectie maak ik gebruik van de ingevulde competentiemeter en de feedback die ik van mijn collega´s heb gekregen op het inzetten van de scorekaart.

SituatieGedurende drie dagen, verspreidt over twee weken, ben ik bezig geweest met het bewust inzetten van een scorekaart bij verschillende jongeren op de naschoolse dagbehandeling van Ambiq. Voorafgaand aan de eerste dag, vorige week maandag, stelde ik mijn collega´s op de hoogte van mijn plan en vroeg hen om hier op te letten zodat zij mij aan het eind van de dag feedback konden geven. De dinsdag daarna deed ik dat opnieuw, omdat er toen andere collega´s aan het werk waren. De derde dag was de maandag van de week erna. De andere dagen van vorige week ben ik ook bewust bezig geweest met het inzetten van de scorekaarten, maar was er op die momenten niet een collega in de buurt die mij feedback kon geven. Ik heb elke dag andere kinderen aangestuurd en daardoor ben ik ook met andere kinderen en hun scorekaarten bezig geweest.

TaakVoorafgaand aan de dienst, lichtte ik mijn collega´s in over mijn plan. Ik wilde bewust bezig gaan met scorekaarten en daar wilde ik graag feedback op. Ik vroeg mijn collega´s om te letten op hoe actief ik bezig was met de scorekaarten, of ik het tussendoor of achteraf deed en of dat handig was en andere punten die hen op waren gevallen. Daarna was het mijn taak om ook echt actief en bewust bezig te gaan met de scorekaarten. Ik verwachtte van mezelf dat ik extra goed zou opletten op de punten waarmee de jongeren scores konden verdienen en dit ook elke keer direct naar de jongeren te benoemen. Ook verwachtte ik dat ik meer dan één dag bezig zou gaan met de scorekaarten. Op die manier zouden collega’s een beter beeld kunnen krijgen van hoe ik de scorekaarten inzet. Ook zou ik zelf dan een beter beeld krijgen van het effect van de scorekaarten en het eventuele verschil in effecten tussen verschillende jongeren.

ActieIn deel 2 van mijn verslag, in het hoofdstuk inzetten van de scorekaart is te lezen hoe ik gedurende drie dagen bezig ben geweest met de scorekaarten van verschillende jongeren. Ik begon de eerste dag zowel bij Jan als bij Anja met het doornemen van de werkpunten waar zij op kunnen scoren. Dit deed ik om hen bewust te maken van hun leerdoelen zodat zij er ook bewust mee bezig konden gaan. Bij Anja benoemde ik gedurende de dag punten waarop zij had gescoord, bijvoorbeeld de situatie waarin zij in conflict was met een andere jongere en waarin zij haar emoties vertelde tegen de andere jongere. Ik had de scorekaarten die dag niet de hele tijd bij de hand. Ik had ze in het lokaal liggen en wij waren veel op de gang en buiten bezig en aan het spelen. Ik benoemde wel punten waarop Anja en ook Jan had gescoord, maar vergat deze meteen op te schrijven. Aan het eind van de dag, na het eten riep ik om en om Jan en Anja bij me. Ik had aan mijn collega Kim gevraagd of zij in de buurt wilde komen zitten zodat zij kon zien en horen hoe ik de scorekaarten besprak. Op die manier kon zij mij na die tijd feedback geven. Voor het eten had ik aan Jan gevraagd na te denken over situaties waarin hij had gescoord. Jan kon geen situaties bedenken, daarom benoemde ik situaties waarin ik vond dat hij had gescoord. Ik vertelde wat er was gebeurd, wat er tegen hem was gezegd of wat iemand had gedaan. Jan haakte op deze situaties aan door te vertellen hoe hij daarop had gereageerd en dat hij daar een score voor had verdiend. Nadat hij de situaties had aangevuld, gaf ik hem een compliment voor wat hij had gedaan en dat hij de situatie kon beschrijven. Daarna ging ik met Anja naar haar scorekaart kijken. Ik vroeg aan haar of zij mij kon vertellen of ze had gescoord en waarop ze dan had gescoord. Anja kon alle situaties benoemen die ik door de dag

Page 14: · Web viewNadat Marijke klaar was met tv kijken hebben we een dubbele high-five gedaan omdat het haar meteen de eerste keer was gelukt om te scoren. Marijke kreeg een stralende glimlach

heen naar haar had benoemd. Anja was wat onrustig, dus zette ik snel alle krullen. Nadat alle kinderen naar huis waren vroeg ik aan Kim of zij feedback voor mij had. Ze vertelde mij wat zij had gezien en wat zij ervan vond. De tweede dag probeerde ik nog meer tussendoor bezig te gaan met de scorekaarten. Dit omdat ik de feedback had gekregen dat alles achteraf op de kaart zetten en bespreken misschien niet heel handig was. Het grootste deel van de dag lukte dit mij ook. Wanneer Patty iets had gevraagd en wanneer Marijke bijvoorbeeld op haar plek was gebleven of haar eigen aandeel had verteld, schreef ik hun score meteen op de scorekaart. Tijdens het buitenmoment had ik de scorekaarten niet meegenomen. Ik benoemde de scores wel naar Patty en Marijke en gaf hen een compliment. Eenmaal binnen dacht ik er niet meteen aan de scores op te schrijven. Tijdens het eten nam ik de scorekaarten erbij om de ´vergeten´ scores alsnog op te schrijven. Ik merkte alleen dat ik niet alles meer wist waarvoor ik Patty en Marijke een score had beloofd. Dat maakte dat ik me realiseerde dat het handiger is om de scorekaarten altijd erbij te hebben zodat elke score meteen opgeschreven kan worden. Aan het eind van de dag vroeg ik Joëlle om feedback. Zij had deze dag samen met mij het groepje gedraaid. Zij gaf mij dezelfde feedback als wat ik zelf al had bedacht, het is handiger de scorekaarten bij je te hebben zodat je direct de scores op kan schrijven want anders vergeet je ze. De twee dagen daarna, ben ik ook bezig geweest met de scorekaarten. Deze dagen had ik mijn collega’s ook van te voren gevraag om te kijken hoe ik de scorekaarten inzette. Nu liep het allen zo dat ik scores gaf en jongeren attendeerde op hun scorekaarten op momenten dat mijn collega’s niet in de buurt waren en dus ook geen feedback konden geven. De week daarna ging ik verder. Dinsdags draaide ik een groepje met Joëlle en vroeg ik haar weer om op te letten. Aan het begin van de dienst attendeerde ik de jongeren weer op hun doelen waarop ze konden scoren. Vandaag nam ik de scorekaarten overal mee naar toe, naar buiten, naar een ander lokaal enzovoorts. Op deze manier kon ik jongeren direct scoren als zij gedrag lieten zien waarvoor zij een score verdienden. Vooral bij Frans was dit denk ik belangrijk. Hij vindt het al moeilijk iets uit te stellen. Als ik dan zijn scores uit zou stellen, zouden deze denk ik weinig effect hebben gehad.

ResultaatIk heb eigenlijk veel geleerd van het inzetten van de scorekaarten. Na de eerste dag merkte ik al meteen dat mij veel meer situaties opvielen waarin de jongeren scoorden, juist doordat ik er zo bewust mee bezig was. Voor die tijd was ik ook wel elke dag bezig met de scorekaarten, maar minder bewust. Toen vielen mij ook minder situaties en gedragingen op waarin de jongeren een score verdienden. De tweede en de derde dag, vielen mij ook meer situaties op waarin ik de jongeren kon uitdagen een score te verdienen. Bijvoorbeeld bij Patty, ik bood mijn hulp niet aan en zorgde er daarmee voor dat zij zelf om hulp ‘moest’ vragen. Het lukte mij om echte leersituaties te creëren voor de jongeren, iets waar ik eerder minder bewust mee bezig was en wat me ook minder goed lukte. Een ander resultaat van hoe ik de scorekaarten heb ingezet, is dat de jongeren allemaal veel scores hebben verdiend. Bijvoorbeeld Kira, die maar drie scores ongeveer had verwacht en er 8 had gekregen. De grote hoeveelheid scores zorgde bij de jongeren voor een trots gevoel. Dit vond ik heel leuk om te zien, dat maakte mij blij. Ik vond het ook fijn dat ik positieve feedback kreeg van mijn collega’s en ook feedback waar ik iets mee kon. Ik kon hun feedback meteen omzetten naar veranderingen in mijn gedrag met betrekking tot het inzetten van de scorekaarten.

Reflectie Ik vind dat ik goed bezig ben geweest met het inzetten van de scorekaarten en dat het ook voor goede resultaten heeft gezorgd. Ik ben ook zeker gegroeid in deze competentie uitvoeren. Zo heb ik laten zien dat ik een pro actieve houding heb, door zelf mijn collega´s in te lichten over wat ik ging doen en vooraf te vragen om feedback. Ook heb ik voor mezelf elke dag de scorekaarten doorgenomen om goed op de hoogte te zijn van de punten waar de jongeren op konden scoren. Ik vind dat ik de jongeren goed heb gestimuleerd om scores te halen, door hen vooraf te wijzen op hun doelen, maar ook door situaties te creëren waarin zij konden scoren. Bijvoorbeeld de situatie met Patty, waarin ik bewust geen hulp aanbood maar waarin zij dus om hulp moest vragen. Ik vond

Page 15: · Web viewNadat Marijke klaar was met tv kijken hebben we een dubbele high-five gedaan omdat het haar meteen de eerste keer was gelukt om te scoren. Marijke kreeg een stralende glimlach

dit eerst nog wel lastig, maar het is me goed gelukt. Deze feedback heb ik namelijk ook van Joëlle gekregen. Na de feedback van Kim, om nog iets enthousiaster te zijn, heb ik dit ook geprobeerd. Ik vertelde op een enthousiastere manier dat de jongere een score had verdiend en met de jongere kinderen deed ik een high-five. Ik merkte dat de kinderen hier ook echt enthousiast van werden, ze kregen een brede glimlach op hun gezicht en begonnen gedurende de dag zelf om score te vragen. Bij bepaalde jongeren, zoals Jan, heb ik ook geprobeerd met hen te reflecteren op hun handelen. Zo was er een situatie waarin ik iets tegen Jan zei en Jan niet reageerde. Bij het bespreken van de scorekaart haalde ik deze situatie aan. Toen ik hierover begon, merkte Jan zelf al op dat hij daarin geen score had verdiend maar wel had kunnen verdienen als Jan wel op mij had gereageerd. Ik heb gemerkt dat wanneer ik zelf bewuster en actiever met de scorekaarten bezig ben, de jongeren hier ook bewuster en actiever mee bezig zijn. De jongeren ontdekken zelf situaties waarin zij een score hebben verdiend en gloeien van trots als ze merken dat ze op een dag veel dingen goed hebben gedaan. Het is voor mij een doel om vanaf nu elke dag zo actief en bewust met de scorekaarten bezig te gaan. Ik heb gemerkt dat het een positieve uitwerking heeft op de jongeren. Doordat de jongeren er zelf actief mee bezig zijn en vaker het gewenste gedrag laten zien, wordt hun leerproces ook versneld.

Page 16: · Web viewNadat Marijke klaar was met tv kijken hebben we een dubbele high-five gedaan omdat het haar meteen de eerste keer was gelukt om te scoren. Marijke kreeg een stralende glimlach

Literatuurlijst

Ambiq. (2005). Scoren en scorekaarten. Opgeroepen op mei 15, 2014, van http://sql-2005-1/PCKWeb/print.html

Ambiq. (2009, December). Introductiereader primair proces. Hengelo, Overijssel, Nederland.

Ambiq. (2014). over ambiq, meerwaarde voor de zorg. Opgeroepen op mei 14, 2014, van Ambiq: http://www.ambiq.nl/organisatie/

de Beer, Y. (2011). De kleine gids, mensen met een licht verstandelijke beperking 2011. Deventer: Kluwer.

Rigter, J. (1998). Het palet van de psychologie, stromingen en hun toepassingen in de hulpverlening. Bussum: Uitgeverij Coutinho.

Zoon, M. (2013, Juli). Wat werkt bij jeugdigen met een licht verstandelijke beperking? Opgeroepen op Mei 12, 2014, van Nederlands Jeugd Instituut: http://www.nji.nl/nl/Watwerkt_LVB.pdf