7-jul-14 Laboratorium Diagnostiek AIHA Marijke Overbeeke Masja de Haas.
-
Upload
adam-goossens -
Category
Documents
-
view
229 -
download
8
Transcript of 7-jul-14 Laboratorium Diagnostiek AIHA Marijke Overbeeke Masja de Haas.
12 apr 2023
Laboratorium Diagnostiek AIHA
Marijke Overbeeke Masja de Haas
Patient P. geb 23-11-1942
• Meneer P. wordt op een vrijdagmiddag opgenomen met een Hb van 3.4.
• Hij is geel en heeft een verhoogd bilirubine
• LDH is sterk verhoogd
• Reticulocyten zijn verhoogd
• Spoedaanvraag bloedtransfusie
Aanvraag:
Directe Coombs en antistofscreening ivm transfusie
Directe antiglobuline test (DAT) met poly-specifiek antiglobuline reagens, informatie over:
aan erytrocyt gebonden: of Ig (IgM, IgG, IgA)en/of complement
Klinisch informatief om onderscheid te maken welke antistoffen gebonden zijn
DAT, kolomtechniek
DAT, buisjesmethode
Serologische kenmerken AIHA
Serologische kenmerken zijn een sleutel voor het afbraakmechanisme bij AIHA.
DAT:
• IgG en/of IgA en/of IgM en/of complement
• Eluaat: IgG/IgA of IgM
Let op als iemand recent getransfundeerd is
Vrij circulerende antistoffen
• IgG/IgA/IgM en optimale temperatuur om te binden
• (Onderzoek naar hemolysinen)
AIHA indeling
Warmte autoantistoffen (82%)
• Meestal IgG,
• Zelden alleen IgA (ernstig ziektebeeld!)
• Zelden alleen IgM met complement binding
Koude autoantistoffen (16%)
• Autoagglutinatie door IgM
• Soms IgG (DL antistoffen)
• Complement binding
• Soms tot 30 oC en 37 oC reactief
Combinatie warmte en koude antistoffen
Antistoffen tegen medicijnen en/of derivaten
Lever:Met name complement-gemedieerde extravascualiare lysis
Milt:Met name IgG- of IgA gemedieerde extravasculaire lysis
Afbraakmechanismen bij AIHA
Complement activatie
tot MAC
Bloedbaan:IgM of IgG-veroorzaakte fixatie van complement en opbouw membrane attack complex: intravasculaire lysis
Patient P: serologisch onderzoek
Directe antiglobuline test (DAT)
Polyspecifiek 3+ anti IgA -
Anti IgG 3+ anti IgM -
Anti C3d - controle -
Eluaat positief met alle cellen 3+
Serum onderzoek
IAT positief met alle cellen
16oC negatief
In serum
rhesus specifiek bv auto anti e of auto anti D
rhesus “aspecifiek” tegen totaal rhesus eiwit gericht
combinatie specifieke en “aspecifieke”antistof
Kell “aspecifiek” tegen hele Kell eiwit gericht
Meestal zijn alle cellen uit panel positief en is het niet mogelijk
compatibel donor bloed te vinden
Warmte autoantistoffen
Alle cellen uit panel positief
Alle cellen uit panel positief
Vraag :
Zijn er naast de autoantistoffen ook alloantistoffen aanwezig?
Worden getransfundeerde donor- erytrocyten door alloantistoffen sneller en effectiever afgebroken dan door autoantistoffen?
Geen data bekend om deze vraag te beantwoorden
Hoe vaak komen alloantistoffen voor bij AIHA patienten?
In literatuur 15% - 43%
Enquete Vox Sanguinis 25% - 47%
Wanneer zijn alloantistoffen bij transfusie van een AIHA patient in ieder geval van belang?
• als er complement bindende alloantistoffen aanwezig zijn (ander afbraakmechanisme)
• als de anemie een andere oorzaak heeft (bv bij een bloeding)
• als transfusie nodig is voor een chirurgische ingreep en er geen hemolyse is
In het algemeen moet men daarom bij transfusie van AIHA patient zoveel mogelijk rekening houden met aanwezigheid van alloantistoffen
Methoden om alloantistoffen aan te tonen
• Verdunning van het serum 1:3 of 1:5
• Autologe adsorptie
• Allogene adsorptie
• Specifieke test voor aantonen complement bindende
alloantistoffen
• Typering antigenen; welke allo-antistoffen kan een
patient maken of gemaakt hebben?
Werkwijze allogene adsorptie
Serum
Cel 1 Cel 2 Cel 3
Adsorptie
panel panel panel
Allogene Adsorptie erytrocyten
Donor cel 1
O CCDee kk Fy(a+b+) Jk(a+b-) SS
Donor cel 2
O ccDEE kk Fy(a+b-) Jk(a+b-) ss
Donor cel 3
O ccdee Kk Fy(a-b+) Jk(a-b+) ss
Anti C D e k Fya Fyb Jka S +asp.Anti c E K Jkb s
Anti C e K Fyb Jkb S
Anti C D E Fya Jka S
Onderzoek naar complement bindende allo-antistoffen
Indirecte II staps anti complement test
• Serum + screeningscellen
• Incubatie (binding antistoffen)
• Wassen (verwijdering niet gebonden antistoffen)
• Toevoegen vers complement
• Incubatie (binding complement)
• Wassen (verwijdering niet gebonden complement)
• Anti C3c (aantonen gebonden complement)
Typering van patient levert info over “mogelijke” of te vormen alloantistoffen
Let op als iemand getransfundeerd is!!
•Rhesus, Kell type (monoclonale antistoffen) (DNA)
•Kidd type (monoclonale antistoffen) (DNA)
•Duffy type (DNA)
•Ss type (monclonale antistoffen)(DNA)
Typering op DNA niveau is ook mogelijk na een transfusie
Transfusieadvies
1. Compatibel voor Complement bindende alloantistoffen
2. Compatibel voor alloantistoffen
3. Preventie alloantistofvorming (Rhesus en K ) (consensus CBO)
4. Compatibel voor specifieke autoantistoffen (in geval van
ernstige hemolyse) als er geen sterke aspecifieke antistoffen
zijn
Urgente gevallen….
• Serologische procedure adsorptie duurt tenminste 4-5 uur
• Selecteer Rhesusfenotype compatibel en K negatieve erytrocyten
• Selecteer zo mogelijk voor het Kidd type , Duffy, en S s type
(in volgorde)
Patient S geb 10-03-1970
• Mevrouw wordt opgenomen met een laag Hb (4.0) en heeft recent een virusinfectie gehad
• DAT is positief met polyspec. AHG en anti C3d en controle is ook positief
• Bij ABO/RhD bloedgroepbepaling een probleem:
•Alles is positief, erytrocyten agglutineren al spontaan (autoagglutinatie)
Dit zijn IgM antistoffen
Transfusieadvies?
IgM koude auto antistoffen
Autoagglutinatie
Complement bindend
Koude agglutininesyndroom
Antistoffen reactief
• < 15 C geen klinisch belang
• > 15 C- 20 C correlatie met infectie
• > 30 C hemolyse in vivo
Specificiteit: anti I, IH, H, i
IgM koude autoantistoffen bij mevr S
Bepaling DAT en ABO Rhesus na wassen 37oC zout
Onderzoek naar aanwezigheid van alloantistoffen bij 37oC verrichten.
(voorkeur na adsorptie autoantistoffen door 4oC monster)
Onderzoek naar klinisch belang koude autoantistoffen bij 30oC verrichten (bij
voorkeur met serum afgenomen op 37oC)
Vermijd toediening van erytrocyten direct uit de koelkast.
Patient T. geb 03-03-06
Kind 4jr
Infectie gehad. Buiten gespeeld (winter)
Na binnenkomst: bleek, rode urine
Intravasculaire hemolyse, oorzaak?
Transfusie advies?
Patient T. geb 03-03-06
• DAT alleen positief met anti Complement
• serum negatief in IATenkele cellen soms zwak in kolom test
Ivm klinisch verhaal onderzoek naar bifasische hemolysinen:
alleen positief in Donath Landsteiner test
Bifasische hemolysinen
• Intravasculaire hemolyse
• Klinisch beeld kenmerkend:
• antistoffen binden bij lage temperatuur in
capillaire vaatjes
• Complement activatie in circulatie bij 37C
IgG bifasische hemolysinen
DAT alleen positief met anti Complement
Meestal niet aantoonbaar in normale IAT
Specificiteit vaak anti P
Complement bindend IgG antistoffen en intravasculaire hemolyse veroorzakend
Bepaling complement gehalte: indien verlaagd:
soms P negatieve erytrocyten geindiceerd
Wanneer onderzoek AIHA?
• Wanneer er hemolyse is
• Wanneer er aanwijzingen zijn voor autoantistoffen bij het pretransfusieonderzoek
Laboratorium heeft “plicht” informatie uit onderzoek te melden aan behandelaar
Info over soort autoantistoffen is van belang voor de behandeling van de patient
Communicatie is belangrijk
ziekenhuis lab Behandelend arts
Referentie lab
IgM warmte auto antistoffen
altijd complement bindend !!
DAT positief met anti C3d
• directe type
intravasculaire hemolyse
in vitro hemolyse met ery’s in PBS
• indirecte type
extravasculaire hemolyse
in vitro hemolyse met enzym behandelde ery’s
Vaak anti I
IgM warmte autoantistoffen
directe type
Compatibele transfusie meestal niet mogelijk!
In extreme gevallen kan overwogen worden I negatieve erytrocyten te ontdooien
Bepaling complementgehalte :indien verlaagd
gewassen erytrocyten, vermijd toediening extra complement
IgM warmte autoantistoffen
indirecte type
Bij antistofscreening en kruisproeven vaak “onverklaarbare” agglutinatie reacties in BSA IAT, PEG IAT en/of LISS IAT
Test voor hemolysinen
Screening herhalen met anti IgG en/of na DTT behandelen
(Auto) immuun hemolytische anemie positieve DAT
• Autoantistoffen
– Hemolytische anemie
– gecompenseerde erytrocytenafbraak
– geen erytrocytenafbraak
• antistoffen tegen medicijnen/derivaten
• alloantistoffen
– (uitgesteld) hemolytische transfusiereactie
– Hemolytische ziekte pasgeborene
(Auto) immuun hemolytische anemie positieve DATandere oorzaken
• (beenmerg) transplantatie (anti A / B)
• Intraveneusgammaglobuline (anti A / B)
• Trombocytenconcentraat (anti A / B)
Patient met positieve DATmedische anamnese
• Hemolyse?? Hemolyse parameters
• Transfusie en zwangerschapsanamnese?
• Transplantatie?
• Medicijnen?
• Intraveneus gammaglobuline?
• Trombocytenconcentraat?