gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen,...

76
gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt startnota Oktober 2018 (versie 1 oktober 2018) BUUR | Bureau voor urbanisme cvba Sluisstraat 79 / 03.02, 3000 Leuven T 016 89 85 50 | [email protected] | www.buur.be Antea Belgium nv Roderveldlaan 1 2600 Berchem (Antwerpen) T +32(0)3 221 55 00 | www.anteagroup.be

Transcript of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen,...

Page 1: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt

te Hasselt

startnota

Oktober 2018 (versie 1 oktober 2018)

BUUR | Bureau voor urbanisme cvba

Sluisstraat 79 / 03.02, 3000 Leuven

T 016 89 85 50 | [email protected] | www.buur.be

Antea Belgium nv

Roderveldlaan 1 2600 Berchem (Antwerpen)

T +32(0)3 221 55 00 | www.anteagroup.be

Page 2: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

2

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

BUUR

BUUR cvba | www.buur.be | Sluisstraat 79 / 03.02 | 3000 Leuven | 016 89 85 50 | [email protected] | werkten aan dit dossier: Stéphanie De Deken, Toon Coenen

Antea Belgium nv

Roderveldlaan 1 2600 Berchem (Antwerpen) | T +32(0)3 221 55 00 | www.anteagroup.be | werkten aan dit dossier: Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé

Fase en aanpassingen

A. startnota RUP, juni 2018

B startnota RUP, oktober 2018

Planidentificatienummer

BUUR: XXXXX / Antea: 4214143010

Deze bundel is geoptimaliseerd om te lezen op een beeldscherm en om dubbelzijdig af te drukken.

Page 3: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

3

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Inhoud

1. Inleiding 5

1.0 Leeswijzer 4

1.1. situering van het gebied 5

1.2. situering van het planproces 6

1.3. vervolg van het proces 7

2. Doelstellingen 8

3. Context 10

3.1. Historische analyse 10

3.2. Bestaande feitelijke toestand 16

4. Planningscontext 19

4.1. Ruimtelijke planningscontext 19

4.2. Juridische Planningscontext 36

5. Scope 44

5.1 Ambities 43

5.1. SWOT-analyse 43

5.2. Onderzoektopics 45

6. Reikwijdte en detailleringsgraad RUP 48

6.1. Reikwijdte 48

6.2. Detailleringsgraad 48

7. Geïntegreerd planningsproces 50

7.1. Planalternatieven 50

7.2. RVR-Toets 50

7.3. Voortoets passende beoordeling 51

7.4. Onderzoek naar significante milieueffecten 51

7.5. Watertoets 51

Bijlage I: m.e.r.-screening 52

Bijlage II: Watertoets 66

Page 4: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

4

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

1. Inleiding

Kiewit

HASSELT

Situering binnen de regio (Cartesius)

1.0. leeswijzerVoorliggende startnota vormt, samen met de bijbehorende procesnota, de eerste stap tot de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Tuilt. Deze startnota omvat een beschrijving en verduidelijking van de doelstellingen van het voorgenomen RUP. Ze doet enkele voorstellen omtrent een mogelijke afbakening, beschrijft de reikwijdte en het detailleringsniveau van het plan, verduidelijkt de link met de van toepassing zijnde ruimtelijke structuurplannen (en andere relevante beleidsplannen) en omvat een screening van de mogelijke milieueffecten. Na opmaak worden start- en procesnota voorgelegd aan het publiek en de

Spalbeek

Stevoort

betrokken adviesinstanties. De opmerkingen en adviezen die tijdens deze openbaarmaking worden ontvangen worden verwerkt tot een scopingnota, het document dat de doelstellingen en ruimtelijke opties die binnen het RUP-proces dienen onderzocht te worden scherp stelt en dat de basis vormt voor het eerste voorontwerp.

Voorliggende nota vormt dus slechts de eerste stap in een lang proces. Onder punt 1.2 en 1.3 wordt de correcte situering van de start- en procesnota binnen het RUP-proces omschreven en wordt het proces verder gedetailleerd.

Kuringen

HERK-DE-STAD

Stokrooie

Tuilt

Page 5: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

5

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Plangebied (Cartesius)

1.1. situering van het gebiedHet RUP 229 in Hasselt is gesitueerd ten westen van Hasselt en omvat de woonwijk, de KMO-zone aan de Drakerstraat en een aangrenzend openruimtegebied. RUP 229 Tuilt in Hasselt bestaat uit het gebied zoals dat wordt beschreven door BPA 122 Tuilt, dat vervangen zal worden door dit RUP en een uitbreiding met betrekking tot specifieke aangrenzende gebieden. Deze specifieke gebieden zijn de site van de stedelijke basisschool Tuilt, de KMO-zone en de buffer en dagrecreatiezone. Het plangebied wordt afgebakend door de E313, de Herkenrodedreef (N729), de Heerstraat, Mevrouwhofstraat, site van de Carrefour en de Rijkelstraat. Dit gebied omvat slechts een gedeelte van het gehucht Tuilt, het omvat echter wel een aantal belangrijke voorzieningen binnen de kern zoals het kerkplein met het buurthuis en het KSA-lokaal en de stadsmagazijnen.

Het gehucht Tuilt wordt afgebakend door de E313 (ten noorden) en de N2 (ten zuiden). Deze lijninfrastructuren vormen tevens de grens tussen de bebouwde structuur van Tuilt en het open landschap. Aan de noordzijde van de kern, boven de E313, bevindt zich het open landschap waarin de Abdij van Herkenrode gelegen is, een historische site die de laatste jaren sterk werd opgewaardeerd. De N2 aan de zuidzijde van de kern legt de verbinding tussen Tuilt en de stadskern van Hasselt, zo’n 2,5km verderop in oostelijke richting (via Kuringen). Aan westelijke zijde maakt Tuilt deel uit van een reeks aangeengegroeide kernen (Kermt, Spalbeek en Berbroek) langsheen de N2. Via zowel bebouwde als groene fragmenten legt dit weefsel de verbinding met Herk-de-Stad en Diest.

Page 6: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

6

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

1.2. situering van het planprocesDe Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat ruimtelijke uitvoeringsplannen ter uitvoering van een ruimtelijk structuurplan worden opgemaakt.

Een ruimtelijk uitvoeringsplan legt een lange administratieve weg af om tot een definitief plan te komen. RUP 229 Tuilt valt binnen de nieuwe procedure voor RUP’s, zoals voorzien in het decreet van de Vlaamse overheid van 1 juli 2016 dat in werking is sinds 1 mei 2017. Grote wijziging ten opzichte van de vroegere procedure is dat de opmaak van het RUP en de MER-screening geïntegreerd worden (MER staat voor milieueffectrapportage). Een eerste processtap volgens de geïntegreerde procedure is aldus de opmaak van een startnota. • Het college van burgemeester en schepenen heeft de

startnota en de procesnota van het RUP goedgekeurd. De startnota bevat de doelstellingen van het RUP en de resultaten van effectenstudies op de omgeving (MER-screening). De procesnota omschrijft de samenstelling van het planteam; omvat een lijst van de reeds bekende betrokken of te betrekken actoren; een lijst met adviesinstanties, stakeholders en deskundigen; de reeds volbrachte en de nog te ondernemen processtappen (inclusief de verwachte timing hiervan); de wijze van communicatie en participatie (zowel intern als extern) en het voorziene besluitvormingsproces. Dit is een evolutief document.

• Conform de geïntegreerde procedure maakt het stadsbestuur de start- (en de proces-)nota openbaar en legt ze deze 60 dagen ter inzage, om zo de mening van de betrokken actoren over de startnota te weten te komen. Tijdens deze periode wordt eveneens een informatiemoment georganiseerd over de start- en procesnota. Iedereen kan in deze periode van 60 dagen officieel opmerkingen en suggesties indienen over de startnota van het ruimtelijk uitvoeringsplan. Binnen deze periode wordt ook advies ingewonnen van de gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening (GECORO) en de Vlaamse en provinciale adviesinstanties.

1.3. vervolg van het proces• De adviezen en inspraakacties worden verwerkt in

een scopingsnota. De scopingnota bouwt voort op de startnota en bevat minstens dezelfde onderdelen als de startnota. De scopingnota bepaalt de te onderzoeken ruimtelijke aspecten en de effectbeoordelingen die moeten worden uitgevoerd, alsook de methode ervan. Bij de opmaak wordt rekening gehouden met de adviezen en met de opmerkingen uit de raadpleging en het infomoment. De diensten, bevoegd voor milieueffectrapportage en veiligheidsrapportage, integreren hun kwaliteitsbeoordeling over de inhoudsafbakening van het planmilieueffectrapport, in de scopingnota.

• De stad en het studiebureau (Antea group en BUUR cvba) maken daarna het voorontwerp van RUP op, dit moet goedgekeurd worden door het college van burgemeester en schepenen. Daarna vragen de gemeentelijke diensten aan een aantal administratieve diensten een tweede maal advies over het plan, o.a. aan de GECORO, aan de Vlaamse en provinciale overheden en andere adviesinstanties. Veelal worden deze adviezen besproken op een plenaire vergadering waarop alle adviesinstanties worden uitgenodigd, de organisatie van dergelijke vergadering is echter niet verplicht (maar zal voor dit RUP wel degelijk gebeuren). De gemeente maakt daarna het ontwerp-RUP op, dat voorlopig vastgesteld moet worden door de gemeenteraad.

• Dan volgt er een openbaar onderzoek dat 60 dagen duurt. Wie dat wenst, kan dan bezwaren en opmerkingen indienen over het ontwerp-RUP. De gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening (GECORO) bekijkt alle opmerkingen en bezwaren en geeft hierop een advies aan de gemeenteraad.

• De stad maakt het eindontwerp op, dat definitief vastgesteld moet worden door de gemeenteraad. Ten slotte wordt de goedkeuring van het RUP gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Als alles volgens planning verloopt, kan het RUP van kracht gaan midden 2020. Vanaf het moment van publicatie krijgt het ruimtelijk uitvoeringsplan rechtskracht en moet met de voorschriften rekening worden gehouden bij een vergunningsaanvraag.

Page 7: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

7

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

2.1. algemene doelstellingenZoals hierboven werd beschreven, brengt een RUP doelstellingen uit een structuurplan in uitvoering, in dit geval een aantal richtinggevende bepaling uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Hasselt (GRS). Het GRS werd op 23 juni 2009 definitief vastgesteld door de gemeenteraad van Hasselt en op 29 oktober 2009 goedgekeurd door de Deputatie van de provincie Limburg (die hierbij wel twee bepalingen (niet relevant voor dit RUP) schrapte uit het GRS). Een RUP Tuilt wordt niet letterlijk aangekondigd in het GRS, echter gebeuren in het GRS een aantal relevante selecties. Het is de bedoeling de visievorming in het GRS omtrent deze selecties mede via dit RUP tot uitvoering te brengen. De relevante selecties voor het plangebied zijn (tussen haakjes het nummer van de bewuste bepaling in het bindend deel van het GRS):- (1) Bij de selectie van hoofd- en deelruimten

wordt de ‘Steenwegband Spalbeek-Kermt-Tuilt’ als deelruimte binnen de hoofdruimte Demervallei geselecteerd.

- (5) De steenwegband Spalbeek-Kermt-Tuilt wordt als structurerend geheel binnen de woongebieden geselecteerd.

- (13) De stad selecteert Groene Bajonet “Herkenrodebos” als belangrijke te ontwikkelen drager van de stedelijke groenstructuur en van de trage wegen.

Een relevante actie betreffende de nederzettingenstructuur betreft:- (25) Nieuwe woongebieden of woonuitbreidings-

gebieden zullen steeds ontwikkeld worden van uit een totale stedenbouwkundige visie op het gebied en op de omgeving. Dit kan via verkavelingsplan of ruimtelijk uitvoeringsplan voor het totale gebied.

Het RUP zal enkel voorzien in een bevestiging van de aanwezige woonuitbreidingsgebieden als woonreserve voor de lange termijn. Deze kunnen dan later worden aangesneden mits hiertoe dan behoefte bestaat. Bepaling 25 uit het GRS in gedachte houdend, zal het RUP echter op z'n minst moeten nadenken over de rol van deze gebieden binnen een toekomstig Tuilt of ze nu bebouwd worden of niet.

2. Doelstellingen

Page 8: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

8

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

2.2 specifieke doelstellingenNaast de algemene doelstelling om enkele bindende bepalingen uit het GRS tot uitvoering te brengen, heeft het RUP een aantal bijkomende concrete doelstellingen:• Actualisering van het BPA door het opheffen van de

‘strikte’ zoneringen waardoor meer ruimtelijke vrijheid ontstaat, binnen de begrenzingen van hernieuwde actuele stedenbouwkundige voorschriften.

• Herlocalisatie KSA Tuilt: de KSA van Tuilt is reeds geruime tijd op zoek naar een terrein om een nieuw jeugdhuis te bouwen. Hun huidige locatie naast de kerk, op grond van de kerkfabriek aan het Sint-Jozefsplein, is te klein geworden en de gebouwen zijn volledig gedateerd. Zij vragen concreet of de stad hen een recht van opstal wil geven of een grond in erfpacht geven. Twee locaties werden in overweging genomen. De keuze viel uiteindelijk op de site van het stadsmagazijn op de hoek van de Roverstraat met de Rijkelstraat. Deze herlocalisatie is mogelijk zonder de goedkeuring van het nieuwe RUP te moeten afwachten. De bestemming van jeugdlokalen is immers vergunbaar binnen de zone voor openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen, hetgeen betekent dat de KSA hier op korte termijn een nieuwbouw kan realiseren. De gemeenteraad heeft reeds ingestemd met de voorwaarde voor recht tot opstal (gemeenteraadsbeslissing van juni 2018), dit moet nog geformaliseerd worden door de notaris. Het RUP dient een hernieuwde invulling voor de te verlaten terreinen te onderzoeken en het dient te bekijken hoe de nieuwe KSA gebouwen geïntegreerd kunnen worden in de site van het stadsmagazijn.

• Herstructurering van de omgeving van het St.-Jozefsplein: voor het plein is een herstructurering van de circulatie gewenst, evenals van het gebruik van het plein en de omliggende buurtondersteunende functies.

• Verder onderzoeken we welke lokatie het meest geschikt is om ruimte te voorzien voor 'zorgwonen'. Zo krijgen ook Tuiltenaren de kans om op latere leeftijd in hun vertrouwde buurt te blijven wonen. .

• Capaciteitsprobleem van de stedelijke basisschool Tuilt opvangen: De school heeft vandaag een capaciteitsprobleem en het is bovendien onduidelijk hoe de school in de toekomst verder kan groeien.

Uitbreidingsmogelijkheden en optimalisatie van het huidige terrein moeten onderzocht worden, eveneens de optie om de school te verplaatsen naar een nieuwe site.

• Een lange termijn visie voor de KMO-zone: Er is een inrichtingsvisie nodig voor de KMO-zone gelegen tussen de hoek van de Zolderse Kiezel met de Drakerstraat en de E313. De bestemmingen van het gebied moeten worden bekeken evenals de ontsluiting van de bedrijven.

• Uitwerken van een toekomstvisie voor de gronden gelegen in de bufferzone en de zone voor dagrecreatie achter de grote Carrefoursite: De gronden tussen de Herkenrodedreef en de E313 zijn vandaag deels bestemd als bufferzone deels als recreatiezone. Hier dient onderzocht of en welke invulling hier wenselijk is.

• Herbestemming van een aantal percelen:- Bestaande KSA-site:Gezien de KSA van Tuilt zal

geherlocaliseerd worden naar de hoek van de Roverstraat met de Rijkelstraat, komt er ruimte vrij op hun huidige locatie aan de insteekweg naar het Sint-Jozefsplein. De percelen waar de KSA vandaag is gehuisvest zullen herbestemd worden naar een nader te bepalen bestemming. Ook de gronden in blauwe zone aan de Roverstraat zullen een gedeeltelijke herbestemming naar woonzone krijgen. In het BPA zijn 2 ‘zones voor economische nevenactiviteiten’ opgenomen die tot vandaag (meer dan 20 jaar na goedkeuring van het BPA) niet werden gerealiseerd. Gezien de bestemming van economische nevenactiviteit van het binnengebied tot op heden niet gerealiseerd is en er ook geen enkele vraag is naar een economische invulling, lijkt een herbestemming wenselijk.

- Site stadsmagazijnen (Roverstraat): Dit grote terrein is vandaag gelegen in een ‘zone voor openbaar nut & gemeenschaps-voorzieningen’. De stad is hier bezig met de verwerving van de woning van het Vlaams Woningfonds (13de afdeling, sectie E, nr. 272K), zodat heel de hoek eigendom van de stad zal zijn (samen +/- 1,38 ha). Ongeveer 7.500 m² van de buitenruimte van de site van de stadsmagazijnen wordt vandaag echter niet gebruikt. Zoals hoger

Page 9: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

9

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

vermeld zal de KSA van Tuilt hier een nieuw gebouw oprichten op een gedeelte van het terrein op de hoek van de Roverstraat met de Rijkelstraat. De resterende buitenruimte kan dan herbestemd worden, samen met de gronden in de zone voor economische nevenactiviteiten. Met betrekking tot de stadsmagazijnen zal het RUP 2 scenario’s onderzoeken: behoud van de stadsmagazijnen of afbraak van deze magazijnen. Momenteel worden de stadsmagazijnen nog gebruikt door: de tafeltennisclub Herkenrode, het Hasselts operettegezelschap, enkele de Hasseltse carnavalsvereniging en het Rot Virga Jesse Grote Markt.

- Zone openbaar park:Het park is nog een vrij recent aangelegd park (tussen 2000 en 2003) op gronden van de stad. Perceel 220M3 is behouden als ‘weiland’ en wordt verpacht. De toekomstige invulling van dit perceel i.f.v. een uitbreiding van het park dient bekeken te worden.

- Tuin en diershop:De tuin- en diershop op de hoek van de Zolderse Kiezel met de Drakerstraat is deels gelegen in woongebied en deels in KMO-gebied, en bijgevolg deels zonevreemd.

• Opwaarderen van de erfgoedwaarde van ‘De Draekerwinning’ (Roverstraat 9 / Zolderse Kiezel): hoeve ‘De Draekerwinning’ werd opgenomen op de lijst van het vastgesteld bouwkundig erfgoed. De gebouwen worden vandaag gebruikt als feestzaal ‘De Pachthoeve’ & brasserie ‘De Tafelaer’. Aan de Zolderse Kiezel staat ook nog een 18de eeuws bakhuis. Het BPA voorziet langs de Zolderse kiezel echter een bebouwbare zone in functie van wonen. Gezien het gebruik van de hoeve als feestzaal & brasserie en gezien het beeldbepalend karakter naar de Zolderse Kiezel dienen deze gronden onbebouwbaar te worden gemaakt(reserveren voor ‘groene’ parking). Bij de opmaak van het BPA 122 is geen rekening gehouden met de erfgoedwaarde van de Draekerwinning en het bijhorende bakhuis. Aangezien BPA's ouder dan 15 jaar kan van worden afgeweken bij aanvragen voor een omgevingsvergunning (art.4.4.9/1 VCRO) plannen zij momenteel om op kort termijn een uitbreiding

van de keuken in de bufferzone te doen. Zij plannen tevens de bouw van een traiteurszaak (afhaal) in het bakhuis (eventueel heroprichting). Er is ook de vraag naar uitbreiding van de parking eventueel op gronden van de stad. Het stedenbouwkundig voorschrift bij zonering ‘WO-I’ geeft onvoldoende garanties voor het in stand houden van de erfgoedwaarde. Het RUP dient hiertoe maatregelen te treffen, i.f.v. het huidige en toekomstige gebruik van de site. Hier moet een evenwicht gevonden worden tussen bescherming van de site en mogenlijkheden tot gewenste uitbreiding in functie van toekomstig exploitatie van de horecazaak.

• Invullen woonuitbreidingsgebieden, destijds uit het BPA gesloten: Deze hebben betrekking op woonuitbreidingsgebied cfr. het gewestplan. De reden van uitsluiting (grondreserves mogen slechts aangesneden worden wanneer afdoende is aangetoond dat ze aan een behoefte voldoen) is vandaag niet meer geldig. Inmiddels werd Hasselt in uitvoering van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen, door een gewestelijk RUP afgebakend als ‘regionaal stedelijk gebied’ (samen met Genk) en werden de grote woonuitbreidingsgebieden omgezet naar woongebied. Binnen de afbakening wordt de stad geacht een stedelijk (woon)beleid te voeren. Met betrekking tot de ontwikkeling van de resterende woonuitbreidingsgebieden binnen de afbakening heeft het college van burgemeester en schepenen (zitting van 6 juli 2017 (2017_CBS_02861)) haar standpunt kenbaar gemaakt aan de Vlaamse Regering. Na goedkeuring van het beleidsplan Ruimte Vlaanderen op 30/11/2016 wil de Vlaamse Regering immers versneld werk maken van de positieve en negatieve lijsten van de woonreservegebieden. De 2 woonuitbreidingsgebieden in Tuilt (uitgesloten delen uit het BPA) wenst het College hierbij geplaatst gezien op de positieve lijst als ruimte voor het ‘ontwikkelen voor woningbouw en verwante functies’; De toekomstige inrichting van deze 2 wugs vormt een onderdeel van het op te maken RUP in die zin dat er moet nagedacht worden over de toekomstige rol van deze gebieden voor Tuilt. Ontwikkeling van deze reservegebieden wordt gekoppeld aan de aantoonbare behoefte.

Page 10: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

10

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

3.1. Historische analyseTuilt is ontstaan als zelfstandige gemeente en maakte eerst nog deel uit van Kuringen voor deze laatste als deelgemeente (samen met Tuilt) in 1977 bij Hasselt werd gevoegd. Kuringen was lange tijd belangrijker dan Hasselt zelf. Kuringen werd voor het eerst in 1078 vermeld in een oorkonde als Curinges. De gemeentenaam zou lieden van Curi (een Germaanse mansnaam) betekenen. In 1182 werd in de nabijheid van Kuringen de Abdij van Herkenrode gesticht, en na 1232, toen de burcht van Borgloon werd verwoest, werd in Kuringen een burcht gebouwd waar vanaf 1240 de Graven van Loon resideerden. Het Prinsenhof is uit deze burcht voortgekomen. Graaf Arnold IV van Loon schonk in 1240 het vrijheidscharter aan Kuringen.

In 1366 werd Loon bij het Prinsbisdom Luik gevoegd, maar ook de prins-bisschoppen kwamen vaak in Kuringen. In 1517 werd Gerard van Groesbeek, een latere prins-

bisschop, op het Prinsenhof geboren.

Hoewel dus van geschiedkundig aanzienlijk belang, was het toch de naburige stad Hasselt die tot de latere hoofdstad van Limburg uit zou groeien. Vooral na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde Kuringen zich als randgemeente van Hasselt van een landbouw- tot een woongemeente. Een aanzienlijk deel van het grondgebied werd verkaveld en langs de hoofdweg van Hasselt naar Diest ontstond lintbebouwing. Kuringen fuseerde in 1971 met Stokrooie, dit geheel werd in 1977 als deelgemeente bij Hasselt gevoegd.

Tuilt is nu een zelfstandige parochie van Hasselt, maar vormde eertijds een afzonderlijke gemeente (onder de parochie Kermt en de rechtspraak van Kuringen) om pas later deel gaan uit te maken van Kuringen en vervolgens van Hasselt. Tuilt maakte in zijn vroegste jaren deel uit van het domein Herkenrode. De kapel van Tuilt werd rond 1704 door de abdij opgericht. Tot in de

Ferraris 1771-1778. (Geopunt)

3. Context

Page 11: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

11

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Atlas der buurtwegen 1841. (Geopunt)

Vandermaelen 1846-1854. (Geopunt)

Page 12: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

12

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Topografische kaart 1873. (NGI - Cartesius)

Topografische kaart 1904. (NGI - Cartesius)

Page 13: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

13

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Topografische kaart 1939. (NGI - Cartesius)

Topografische kaart 1969. (NGI - Cartesius)

Page 14: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

14

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Topografische kaart 1981. (NGI - Cartesius)

Topografische kaart 1989. (NGI - Cartesius)

Page 15: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

15

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

19de eeuw waren er verschillende verspreide hoeves in de driehoek Beyenstraat (Kapelstraat) - Zolderse kiezel - Rijkelstraat, met de Sint-Janskapel als centrum op het kruispunt Schouterveldstraat (Kleinstraat) en Beyenstraat (Kapelstraat). Rond 1930 begon de bevolking stilaan uit te breiden. Pas in 1932 begon men met de aanleg van het elektriciteitsnet. In 1953 kreeg Tuilt de toestemming van het Bisdom Luik een eigen kerk te bouwen, die tegen 1955 afgewerkt was. In 1960 werd het parochiaal centrum De Biekaar gebouwd. De historische hoeves die Tuilt destijds kenmerkte, waren op dat moment al verdwenen om plaats te maken voor verkavelingen ten westen van de Herkenrodedreef.

Een chronologische vergelijking van historisch kaartmateriaal geeft informatie over de evolutie van het plangebied.

Al op de oudste kaarten is de basisstructuur van het plangebied goed zichtbaar. Op de Ferrariskaart (1771-1778) zijn de straten die het plangebied vandaag afbakenen makkelijk te herkennen en eigenlijk wijzigt deze basisstructuur door de jaren heen niet. Het is dan ook logisch dat al deze wegen ook als officiële buurtwegen werden opgenomen, samen met wat vandaag de Roverstraat en Lammerweg zijn. Qua bebouwing is op de historische kaarten een beperkte en verspreide bebouwing van enkele hoeves terug te vinden. Ook tonen al deze kaarten telkens de Abdij van Herkenrode, ten noorden van het plangebied.

De daaropvolgende kaarten tonen belangrijke transformaties in het ommeland zoals de aanleg van het kanaal halverwege de 19e eeuw (dat aanvankelijk de huidige kanaalkom (aangelegd in 1858) als eindpunt kende), de bouw van de E313 (gedeelte Beringen-Hasselt opengesteld in 1962, gedeelte Hasselt-Luik-Duitse grens opgesteld in 1964) en de aanleg van de spoorweg Maastricht-Aarschot. Al die tijd beweegt er weinig in het plangebied zelf. Pas op de kaart van 1981 zien we een meer dense bebouwing (zij het nog steeds van bescheiden niveau) en de aanleg van bijkomende straten en verkavelingen. De historische verbinding die Tuilt kende met de as Hasselt-Herk-de-Stad is bewaard gebleven (nu de N2, dewelke nog steeds goed het historische traject volgend), de relatie met Herkenrode is echter voor een groot deel verdwenen door de aanleg van de E313.

Page 16: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

16

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

3.2. Bestaande feitelijke toestandHet grootste deel van het gebied wordt door een laag dynamische bebouwing van eengezinswoningen ingenomen. Het merendeel van de straten bestaan reeds lange tijd en bieden voornamelijk plaats aan woningen. Uitzonderingen vormen de verouderde stadsmagazijnen (1) (voornamelijk in gebruik als opslaghal voor carnavalsverenigingen en een Rot en als speelhal voor tafeltennisclub Herckenrode (ruim 150 leden)) en de kerk, met buurthuis en KSA-lokalen (2). Deze laatste liggen rond of nabij het Sint-Jozefsplein. Dit plein is onderbenut en is gereduceerd tot een grasveld omgeven door een weg. Het plein bevat enkele speeltoestellen en een basketveldje. Vaak wordt het wat ongelukkig gebruikt als parkeerterrein voor een horecazaak, de kerk en het ontmoetingscentrum die allen aan dit plein gelegen zijn. Aangezien het plein niet is aangepast aan gebruik als parkeerplaats, lijdt de kwaliteit van de aanleg er dan ook onder.

School (3)

In het noorden van het plangebied is een bouwblok met eengezinswoningen langs de Zolderse Kiezel waar de school een eerder beperkt perceel beslaat. Een trage verbinding doorheen het woonblok zorgt dat de school langs weerszijden van het bouwblok ontsloten is. Direct voor de school is een halte voor het openbaarvervoer en langs de Zolderse kiezel is een fietspad. Het perceel lijkt te klein voor verdere (horizontale) uitbreiding. De school kampt nu al met capaciteitsproblemen.

KMO zone (4)

Het bouwblok dat direct grenst aan de E313 bestaat uit eengezinswoningen maar het binnengebied van de blok is een kmo zone met vaak bedrijfswoningen die zich aan de straat kant bevinden. Deze KMO zone richt zich eerder naar de E313 met uitzondering van het plantencentrum langs de Drakerstraat. Het gebied onstuit wel via de residentiele woonwijk ondanks de oriëntatie naar de E313. De ontsluiting is bovendien onduidelijk aangezien de verschilende bedrijven via verschillende, vaak slecht zichtbare, aansluitingen in de woonwijk verbonden zijn.

De openruimte (5)

Tussen de Herkenrodedreef en de Carrefoursite ligt een grote groenzone die vandaag grotendeels begroeid is.

De Draekerwinning (boven) en het Wijngaertsveld (onder)

Het St.-Jozefsplein (boven) en de stadsmagazijnen (onder)

Page 17: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

17

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

0,25 0,50,125Kilometers

0

1

2

3

Page 18: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

18

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Deze groenzone vormt een buffer tussen de E313 en het woongebied en maakt deel uit van het beschermd cultuurhistorische landschap van de Abdij van Herkenrode.

Aangrenzend aan het plangebied

Net buiten de contour van het plangebied zijn er aan de zuidzijde enkele middelgrote handelszaken die gericht zijn op de N2, de weg die de zuidelijke beëindiging van Tuilt vormt. De N2 volgt nog de historische route van de weg tussen Hasselt en Herk-de-Stad die hier al eeuwen geleden lag. Net ten noorden van het plangebied wordt de N2 gekruist door de spoorweg Hasselt-Diest. De N2 loopt plaatselijk via een brug over de spoorweg heen. Het noorden van het plangebied is afgebakend door de E313. Deze snelweg doorbreekt de relatie die Tuilt met de abdij van Herkenrode en het Noordelijk openruimtegebied had. De voornaamste relatie die Tuilt nog heeft met Herkenrode loopt via de beschermde Herkenrodedreef: over de snelweg heen verbindt deze historische dreef Tuilt met het abdijcomplex. De Herkenrodesite werd met respect voor het verleden gerestaureerd en herbestemd en vervult momenteel een belangrijke rol binnen de zacht-recreatieve structuur van Hasselt als volwaardig natuur- en erfgoedproject en strategisch toeristisch hefboomproject in Hasselt, Limburg en Vlaanderen.

De andere omliggende structuren rond Tuilt zijn recenter en harder van karakter. Aan de oostzijde van Tuilt, geflankeerd door de Herkenrodedreef, ligt een groot baanwinkelgebied met een Carrefour en een recent gerealiseerde Decathlon. Naar het westen toe vervolgt de bebouwing zich op een gelijkaardige manier als Tuilt zelf. Zonder dat er nog een duidelijke grens tussen de verschillende gehuchten bestaat, vinden we achtereenvolgens Kermt, Spalbeek en Berbroek terug.

Zicht op KMO zone vanaf E313

Basis school Tuilt

Buffergebied en Herkenrodedreef

Buffergebied en Herkenrodedreef

Page 19: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

19

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

4. planningscontext

4.1. Ruimtelijke planningscontext

4.1.1. Ruimtelijk Structuurplan VlaanderenDe laatste herziening door de Vlaamse regering dateert van 17 december 2010.

Hasselt wordt binnen het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen aangeduid als regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk. Het RSV verwacht een sterke groei in bewonersaantallen voor het arrondissement Hasselt. Het ruimtelijk beleid is hier gericht op het maximaal benutten van bestaande en toekomstige stedelijke potenties.

Hasselt neemt als onderdeel van het regionaalstedelijk gebied een belangrijke plaats in binnen de ruimtelijke structuur van Vlaanderen, omwille van het verzorgingsniveau, de aanwezige stedelijke voorzieningen en de economische structuur. De ligging aan het Albertkanaal en langs de E313 biedt grote potenties voor de economie. Het aanbod aan voorzieningen en de goede bereikbaarheid maakt daarnaast van Hasselt

een aantrekkelijke woonomgeving. Het biedt potentieel om groei inzake bijkomende woningen, voorzieningen en economie op te vangen. Hierbij is het belangrijk de verschillende functies optimaal met elkaar te verweven binnen het stedelijk netwerk.

Hasselt neemt ook internationaal een belangrijke positie in, aangezien het onderdeel is van een grensoverschrijdend stedelijk netwerk en daarmee onderdeel van het MHAL-ontwikkelingsperspectief (Maastricht, Hasselt/Genk, Aken en Luik). Dit perspectief spitst zich toe op de relaties tussen de steden Maastricht, Aken, Hasselt en Luik, op zowel economisch als sociaal vlak.

Op Vlaams niveau behoort het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk bij het stedelijk netwerk ‘Limburgs Mijngebied’. Binnen dit netwerk liggen vele kansen voor de reconversie van het mijnpatrimonium, de economische structuur langsheen de infrastructuren en de versterking van de stedelijke structuur. De regio moet voornamelijk zorgen voor een versterking van de stedelijke en economische structuur op Vlaams niveau.

Kaart 1

Schematische weergavevan de ruimtelijke visieop Vlaanderen

Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen: visie

Page 20: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

20

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

De site ligt naast de A13/E313, een hoofdweg op internationaal en gewestelijk niveau tussen Antwerpen en Luik en ligt op ca. 3km van (en is via de N2 bijna rechtstreeks verbonden met) de R71 Gouverneur Verwilghensingel, dewelke een primaire weg type II is (een weg met een verzamelfunctie op Vlaams niveau voor gebieden en/of concentraties van activiteiten van gewestelijk belang). Onmiddellijk ten zuidoosten van het projectgebied bevindt zich tevens een afrittencomplex dat de E313 op de N2 aansluit.

Het NMBS-station van Hasselt (in vogelvlucht op ca. 3,7km van Tuilt) wordt binnen het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen aangeduid als hoofdstation binnen het Vlaamse hoofdspoornetwerk en is structuurbepalend voor het regionaalstedelijk gebied van Hasselt-Genk. De spoorweg Brussel-Leuven-Landen/Aarschot-Hasselt-Genk wordt tot het hoofdspoorwegennet als verbinding op Vlaams niveau gerekend. De verbinding Antwerpen-Lier-Hasselt-Montzen wordt op zijn beurt geselecteerd binnen het hoofdspoorwegennet voor goedervervoer.

In het kader van de Mobiliteitsvisie 2020 en het Limburgplan, is een netwerk uitgewerkt van snelle openbaar-vervoersverbindingen in Limburg, waarbij het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk wordt verbonden met de Limburgse kleinstedelijke gebieden. Met dit project wil De Lijn inspelen op de keuzereiziger die verplaatsingen van meer dan 10 km aflegt. Basis van het plan is het bestaande spoorwegnet van NMBS aan te vullen met drie nieuwe sneltramlijnen (Hasselt-Maastricht, Hasselt-Genk-Maasmechelen, Hasselt-Neerpelt-Lommel) en met snelbuslijnen.

4.1.2. Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan LimburgDe laatste herziening dateert van 20 september 2012.

Hasselt wordt binnen het Ruimtelijk Structuurplan Limburg (RSPL) gerekend tot de hoofdruimte Netwerk Midden-Limburg. Deze hoofdruimte is de motor van de verstedelijking in de provincie. Voor de meest hoogwaardige functies moet hier een plaats worden gecreëerd. Dat geldt o.a. voor wonen, bedrijvigheid (gespecialiseerde arbeid), dienstverlening, grootschalige voorzieningen (bijvoorbeeld onderwijs, cultuur,

evenementen, gezondheidszorg, recreatie), distributie, verkeer enz. De hoofdruimte positioneert zich op Vlaams niveau.

De hoofdruimte wordt niet gezien als een doorlopend verstedelijkt gebied, maar als een netwerk van verstedelijkte knooppunten, verbonden door belangrijke infrastructuren en gescheiden door open ruimten. De Provincie geeft met die hoofdruimte een eigen invulling aan het stedelijk netwerk van Vlaams niveau ‘Limburgs Mijngebied’, zoals aangeduid in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen. Het mijngegeven behoort immers grotendeels tot het verleden en is slechts structuurbepalend voor specifieke aspecten van de gewenste ruimtelijke structuur van de provincie (bijvoorbeeld de toeristisch-recreatieve structuur). De term ‘netwerk Midden-Limburg’ is bijgevolg meer aangepast en toekomstgericht. De ontwikkelingsperspectieven voor het gebied in het ruimtelijk structuurplan provincie Limburg stemmen overeen met de ontwikkelingsperspectieven volgens het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen. De hoofdruimte is eveneens vervlochten met het Vlaams Economisch Netwerk Albertkanaal.

Het stedelijk gebied Hasselt - Genk is de spil en het zwaartepunt van de hoofdruimte van de provincie Limburg. Het accent ligt er op de bestuursfunctie en de gevarieerde productiestructuur van het stedelijk gebied. Om zijn positie binnen de MHAL-regio te versterken, moet worden gewerkt aan de versterking van de stedelijkheid (verdichting, grootstedelijk imago op bepaalde plaatsen) van het gebied. Daardoor wordt er een draagvlak gecreëerd om een aantal hoogwaardige stedelijke voorzieningen aan te trekken. Het RSPL schuift hiertoe beleidsthema’s als interne en externe bereikbaarheid, stedelijk aanbod en stadsvernieuwing naar voor. Zo zet de Provincie bijvoorbeeld sterk in op een betere openbaar vervoersverbindingen tussen Hasselt en Genk en stelt ze dat de hoofdstations van beide steden verder worden uitgebouwd naar een voorzieningenniveau gelijkaardig aan andere hoofdstations in Vlaanderen.

Om de uitstraling van Hasselt - Genk te versterken moeten ontwikkelingsmogelijkheden voor allerlei functies worden gecreëerd. Dat geldt voor bijkomende woningen, bijkomende bedrijventerreinen, voorzieningen met een regionale uitstraling enz. De taakstelling omtrent wonen wordt in de stedelijke gebieden en de door de Provincie

Page 21: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

21

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Gewenste natuurlijke structuur Gewenste toeristisch-recreatieve

structuur

Gewenste verkeers- en

vervoersstructuur

Gewenste landschappelijke

structuur

Ruimtelijk concept netwerk

midden-Limburg

Page 22: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

22

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

geselecteerde hoofddorpen en woonkernen opgevangen. Bij de selectie van de hoofddorpen en woonkernen worden 2 belangrijke criteria gehanteerd: het aantal inwoners en het uitrustingsniveau. Bij een eerste interpretatie van gegevens bleek dat er in de categorie hoofddorpen tussen de selectiecriteria voor woonkernen en de reeds geselecteerde kleinstedelijke gebieden een enorm niveauverschil voorkomt. Daarom werd er geopteerd om de tussencategorie ‘structuurondersteunende hoofddorpen’ toe te voegen.

Om als woonkern te worden geselecteerd moet een kern geselecteerd zijn als woningbouwgebied in de bijlage van het Besluit van de Vlaamse regering van 7 april 1998, houdende de afbakening van woonvernieuwings- en woningbouwgebieden (Belgisch Staatsblad van 28 mei 1998). Volgens de Vlaamse wooncode wil de Vlaamse overheid de overheidsinspanningen inzake huisvesting concentreren in deze gebieden. Een woningbouwgebied heeft minimaal 200 inwoners en een dichtheid van minimaal 4 inwoners per hectare. De woonkern moet daarenboven uitgerust zijn met een lagere school, een kruidenier (superette) of een bakker of moet opgenomen zijn in de lijst van parochies. Op basis van deze criteria selecteert de Provincie Tuilt als woonkern, Kermt wordt ook als hoofddorp geselecteerd. Deze selectie wordt gehanteerd bij het beoordelen van de plaats van nieuwe ontwikkelingen inzake bijkomende woningen en bedrijventerreinen volgens de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen.

De natuurlijke en landschappelijke structuur vormt een evenwaardig beleidsthema voor het RSPL. Dragers van de natuurlijke en landschappelijke structuur doorheen Hasselt - Genk zijn de talrijke beken en rivieren en de steilrand van het Kempens Plateau. Zij overschrijden gemeentegrenzen en dringen door tot in de kernsteden Hasselt en Genk en het groen hart daartussen. Die groenstructuur kan worden versterkt door allerlei lokale bosjes, ingesloten open ruimten, beekvalleien enz. met elkaar en met de omliggende open ruimten te verbinden (vijvergebied, Kempens Plateau, Park Hoge Kempen). De Provincie streeft er naar een samenhangend ecologisch netwerk uit te bouwen.

Het RSPL selecteert de N2 als secundaire weg type III.

4.1.3. Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan HasseltGoedgekeurd door de gemeenteraad van Hasselt op 23 juni 2009 en door de Deputatie van de provincie Limburg

op 29 oktober 2009.

In dit deel geven we de belangrijkste verwijzingen naar het plangebied in het GRS weer, zowel uit het informatief, richtinggevend, als bindend deel.

Informatief gedeelteHet informatief deel van het GRS start met een catalogisering van allerhande ruimtelijk belangrijke data. Hierin wordt onder andere de bestaande nederzettingenstructuur omschreven. Spalbeek, Kermt, Tuilt en Kuringen worden omschreven als Demerdorpen die zich tussen de Demer en de weg naar Diest als een langgerekt, quasi aaneengesloten nederzettingspatroon ontwikkeld hebben. De bindende structuren voor deze Demerdorpen zijn de Demer, de steenweg en de spoorlijn die elk in hun periode de spreiding van het nederzettingspatroon bepaald hebben. De woongebieden van deze dorpen zijn intussen sterk met elkaar vergroeid en hebben voornamelijk open en halfopen bebouwing en particuliere en sociale woningbouw, waardoor hier een residentieel bebouwingspatroon is ontstaan. De bebouwing langsheen de Kuringersteenweg heeft vooral de functie van kleinhandelslint.

Het GRS deelt Hasselt op in een reeks van hoofd- en deelruimtes. Er worden drie verschillende hoofdruimten onderscheiden. Deze hoofdruimten vallen grotendeels samen met de geografische regio’s die herkenbaar zijn op het grondgebied van Hasselt: Kempen, Demervallei en Haspengouw. Het plangebied valt onder de hoofdruimte Demervallei. Het valleigebied van de Demer vormt de overgang tussen twee geografische regio’s met de Demer als bindend element. De Demer is de grens tussen de Kempen (hier natte zand) en vochtig Haspengouw (hoofdzakelijk zandleem). De hoofdruimte Demervallei wordt ten noorden begrensd door het Albertkanaal en ten zuiden grotendeels door de E313. In deze hoofdruimte bevinden zich 5 ruimten die van elkaar kunnen onderscheiden worden: het verstedelijkt gebied Hasselt, de stedelijke Demerzone, de Demervallei – Herkenrode, het erfgoedlandschap rond de historische abdij van Herkenrode, de ENA zone en de steenwegband Spalbeek – Kermt – Tuilt. Deze laatste is de zone gevormd door de woongebieden die zich overwegend ten noorden van de steenweg naar Diest ontwikkeld hebben rond de kernen van Kuringen en Spalbeek. Ze is doorsneden door de spoorlijn naar Diest. Tussen de woongebieden bevinden zich nog grote openruimtelobben uit de aangrenzende grote open ruimtegebieden.

Historisch gezien is Tuilt een gehucht van Kuringen. Het

Page 23: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

23

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

GRS Hasselt: kaart 14, bestaande nederzettingenstructuur en kaart 15 woonin- en uitbreidingsgebieden (toestand 2007)

Page 24: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

24

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

huidige Tuilt bevindt zich tussen Kuringen en Kermt en wordt als volgt omschreven in het GRS:

Kuringen heeft zijn plaats in de geschiedenisboeken verworven doordat het bijna twee eeuwen lang de woonplaats was van de graven van Loon. In de 16de eeuw werd hun versterkte nederzetting verbouwd tot prinsbisschoppelijk paleis. Kuringen ontstond als een straatdorp langs de weg naar Diest; het historisch centrum ligt ter hoogte van de kerk. Door de goede ontsluiting kwam de verstedelijking sneller op gang dan in de rest van de Hasseltse randgemeenten. Aanvankelijk groeide het dorp vooral langs de weg naar Diest, vanaf 1960 werden er ook daarbuiten nieuwe woonwijken gebouwd. De bestaande gehuchten Heide, Overdemer en Tuilt groeiden ook verder uit tot woongebieden. De Demer en het Albertkanaal vormen een fysische scheiding tussen de woongebieden Kuringen, Overdemer en Heide. De spoorlijn, de E313 en het Albertkanaal doorsnijden de gemeente, evenals de omleidingsweg ten zuiden van de dorpskom. Langs de Kuringersteenweg is er een concentratie van kleinhandel.

Kermt is langs de steenweg vergroeid met Kuringen. Enkele imposante hoeven (Holrakkerswinning, Hof ten Roye) herinneren aan het agrarisch verleden van de nederzetting. Door de interessante ligging langs de handelsweg naar Diest kon Kermt verder uitgroeien. De oude dorpskom situeert zich op de kruising van de oude Diestersteenweg en de weg Stevoort –Stokrooie. Aanvankelijk groeide het dorp langs het bestaande wegennet verder uit, vanaf de jaren ‘60 werden er ook nieuwe woonwijken gebouwd rondom, maar vooral ten noorden van de historische dorpskern, tussen de spoorlijn en de autosnelweg.

Binnen de in het GRS weergegeven bestaande onderwijsstructuur van Hasselt wordt ook de stedelijke basisschool Tuilt (Zolderse Kiezel) opgenomen. De sport- en recreatieve structuur omvat onder meer de sporthal van Tuilt (Zolderse Kiezel), de petanque in de Draeckerwinning – Roverstraat 9 en T.T.K. Herkenrode (in de stadsmagazijnen), ook wordt park Wijngaertsveld als locatie voor skaters aangeduid. Verder beschikt Tuilt over 4 speelpleinen, Parochiaal Centrum De Biekaar en enkele jeugdlokalen, die vlakbij het parochiaal centrum zijn gelegen. Voor alle genoemde functies geldt dat het om infrastructuur op niveau van de wijk/deelgemeente gaat.

Richtinggevend gedeelte - doelstellingenIn het richtinggevend gedeelte van het GRS geeft het bestuur haar visie over hoe ze de ontwikkeling van de stad op korte en middellange termijn ziet. Hasselt wil zich onderscheiden als een ‘hoofdstad op mensenmaat’. Dit komt tot uitdrukking in een 9-tal doelstellingen: ontwikkeling van de stad als provinciehoofdstad; ontwikkeling van de stad binnen de Euregio; behoud van de historische eigenheid van de stad en het landschap; creëren van een kwalitatief en gevarieerd woonaanbod; ontwikkeling van een gerichte, maar veelzijdige economie met een aantrekkelijk aanbod; een kwaliteitsvolle ontwikkeling van de buitenruimte; inzetten op een goede bereikbaarheid voor verschillende vervoersmodi; wonen als barometer voor de groei en de ontwikkeling van de singel als nieuwe stadspoort.

Richtinggevend gedeelte - conceptenDeze veelheid aan doelstelling wordt vertaald naar een 9-tal ruimtelijke concepten, de meest van belang zijnde concepten voor dit RUP zijn concept 4, 5 en 7.

Concept 4: concentreren van wonen in de kernen, ieder met zijn eigenheid.

In Hasselt kunnen verschillende kernen onderscheiden worden. Deze kernen vormen de basis voor de verdere ontwikkeling van wonen. De verschillende kernen hebben elk hun voorzieningenniveau en bieden op die manier woonkwaliteit. Door wonen te concentreren in de kernen, wordt het draagvlak van de verschillende kernen vergroot.

Iedere kern heeft zijn specifieke ruimtelijke en sociale eigenheid. Omwille van herkenbaarheid wordt de eigenheid van elke kern gerespecteerd en ondersteund. Bovendien wordt het aaneengroeien van kernen tegengegaan.

Concept 5: ontwikkeling van groene assen en stapstenen als ontsluiting van de woongebieden en toegang tot de open ruimte.

Groenstructuren zoals de vallei van de Demer, spoorwegbermen, fietsdoorsteken, onbebouwde ruimten in de stad, stadsbossen, … worden kwaliteitsvol ingericht, met voldoende aandacht naar natuurlijke kwaliteiten. Waar mogelijk worden ze toegankelijk gemaakt voor voetgangers en fietsers. Op die manier wordt de stad intern ontsloten en verbonden met de omliggende open ruimte, via groene assen en stapstenen.

Page 25: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

25

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

4de concept GRS Hasselt: wonen concentreren in de kernen

5de concept GRS Hasselt: groene assen en stapstenen

7de concept GRS Hasselt: voorzieningen in de kernen i.k.v. leefkwaliteit

Concept 7: ontwikkeling van diverse voorzieningen in de kernen ter ondersteuning van de woonkwaliteit en leefbaarheid van woonomgevingen.

Elke kern voorziet in haar eigen behoeften. M.a.w. in elke kern zullen de voorzieningen en behoeften, naargelang het niveau en de omvang van de kern ontwikkeld worden. De leefbaarheid, woonkwaliteit én eigenheid van de kern wordt hierdoor onderstreept.

Richtinggevend gedeelte – de Stedelijke DemervalleiVoor de Stedelijke Demervallei verwoordt het GRS een duidelijke visie. Deze hoofdruimte staat voor stedelijke ontwikkeling. Het is de deelruimte waar de stad zich ontwikkelt en concentreert, vooral voor de functies die de regionale betekenis van Hasselt ondersteunen. In dit gebied worden bij voorkeur de nieuwe stedelijke behoeften ingevuld, geprogrammeerd en gestructureerd.

Structurerende elementen zijn de Demer, het Albertkanaal, de Singel en de E313. Zowel het Albertkanaal als de E313 vormen sterke barrières ten aanzien van de stedelijke ontwikkeling van Hasselt.

Voor de ontwikkeling van deze hoofdruimte wordt gewerkt vanuit volgende ruimtelijke concepten:

De vallei van de Demer als drager van kwalitatieve ontwikkelingen.

De vele ontwikkelingen in Hasselt, zowel cultuurhistorische als nieuwe, situeren zich in deze hoofdruimte. Nieuwe stedelijke ontwikkelingen zullen voornamelijk in deze hoofdruimte plaatsvinden.

De Demer die doorheen deze hoofdruimte loopt en in feite het voorkomen van de hoofdruimte bepaalt, vormt een groene ader doorheen al de ontwikkelingen en verbindt ze. Door het wisselend karakter van de Demer uit te spelen en een gebiedsgericht beleid te voeren in deze vallei, kunnen de te onderscheiden deelruimten volgens hun eigenheid op een kwalitatieve manier ontwikkelen.

Dit betekent bijvoorbeeld ook dat niet alle deelruimten in deze hoofdruimte evenveel in aanmerking komen om verder stedelijk te ontwikkelen. De Demer zelf zal zoveel mogelijk open gehouden worden en afhankelijk van de deelruimte waar ze doorkomt, ruimtelijk ingericht met de nodige aandacht voor doorsteken voor fietsers en wandelaars maar ook voor de natuurlijke kwaliteiten:

Page 26: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

26

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

- Het Demerparklandschap (oostzijde): brede en groene Demervallei als drager voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen in een parklandschap.

- De verstedelijkte Demervallei (centraal): smalle stedelijke Demervallei waarin aandacht is voor het openhouden van de waterloop en het kwalitatief inrichten van de oevers.

- Het Herkenrode-erfgoedlandschap (westzijde): brede landschappelijke Demervallei met veel aandacht voor de aanwezige cultuurhistorische elementen (grondgebruik, gebouwen, …) en natuurwaarden.

Verstedelijkt gebied Hasselt: hoofdstad van Limburg.

De stedelijke ontwikkeling van Hasselt richt zich op het verder uitbouwen van stedelijke functies, waarbij de nadruk ligt op:- Kwalitatief wonen in al zijn facetten.- Ontwikkelen van een economie eerder gericht op

kennis en technologie (i.p.v. zich toe te leggen op een zware industriële ontwikkeling).

- Het uitbouwen van een diensten- en onderwijscentrum ten behoeve van de hele provincie Limburg en daarbuiten.

- Ondersteunen en stimuleren van het handelsgebeuren.Bij elke stedelijke ontwikkeling wordt rekening gehouden met de woonkwaliteit en herkenbaarheid/eigenheid van de wijken en kernen in en rond het stedelijk gebied.

Diversiteit in identiteit en voorkomen van kernen- Godsheide: woonkern gelegen in het

Demerparklandschap.- Spalbeek, Kermt en Tuilt, onderdeel van de

steenwegband.- Stokrooie: woonkern gelegen in het

Herkenrodelandschap.

Verdere uitdieping: steenwegband Spalbeek-Kermt-TuiltEen van de vijf deelruimtes binnen de hoofdruimte Stedelijke Demervallei is de steenwegband Spalbeek-Kermt-Tuilt. Deze deelruimte omvat de aan elkaar vergroeide woonkernen gelegen langsheen de Diestersteenweg.

kaart 2b richtinggevend gedeelte GRS Hasselt: visie Demervallei

Page 27: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

27

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Deze deelruimte is in de eerste plaats een woongebied, in de tweede plaats een diensten- en voorzieningengebied op lokaal niveau. De verdere ruimtelijke ontwikkeling richt zich op wonen, diensten en voorzieningen en dit op schaal van Kermt en de woonkernen Spalbeek en Tuilt. Daar waar de bebouwde ruimte overgaat in de omgevende open ruimte, zal het contrast tussen beide ruimtelijke voorkomens duidelijk geaccentueerd worden.

Bij de verdere ontwikkeling wordt aandacht geschonken aan de versterking van de bebouwde structuur, aan de herkenbaarheid (identiteit) van de te onderscheiden kernen en de betere afwerking van de randen of overgangszones naar de open ruimte, o.a. door het koesteren van de landschappelijke kwaliteit van het ingesloten open ruimtegebied Holrakker. De ruimtelijke en functionele versterking van Kermt en de woonkernen vormt het hoofddoel. Hierbij zal bijzondere aandacht gaan naar verdere verdichting door de realisatie van kwaliteitsvolle wooninbreidingen.

De kernen kennen geen sterke uitwaaierende lintbebouwing, de nederzetting biedt daarom de mogelijkheid om zich als een omlijnde bebouwde structuur te ontwikkelen binnen een open ruimte. Belangrijk hierbij is de integratie naar het landschappelijke waardevolle agrarisch gebied toe, door de afwerking van de randen, de ‘achterkanten’, van de bebouwde structuur.

De relatie met de deelruimten Demervallei – Herkenrode (2.3) en Herkenrodebos (3.3.) zal de barrières van de E313, de spoorweg en de Diestersteenweg moeten ‘overbruggen’. Het natuurgebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied ten noorden van de kern van Kermt kunnen, als open ruimtegebieden, hier een bindende rol vervullen.

Richtinggevend gedeelte – gewenste nederzettingenstructuurDe stad suggereert in haar GRS aan het Vlaams Gewest om de kernen Banneux-wijk, St-Lambrechts-Herk, Kermt, Kuringen, Tuilt, Rapertingen en Godsheide te beschouwen als stedelijk gebied. Deze kernen fungeren al op stedelijk niveau. Ze voorzien in een aantal verzorgende functies, in sommige kernen wordt reeds gewoond aan een stedelijke

dichtheid en ze bieden nog ruimte voor invulling van de stedelijke taakstelling. In de suggestie van afbakening worden deze kernen opgenomen binnen de afbakening van het stedelijk gebied (in het uiteindelijke GRUP, dat pas na het GRS werd opgemaakt, werd Tuilt (met inbegrip van het volledige plangebied) effectief mee opgenomen binnen de afbakeningslijn voor het regionaalstedelijk gebied).

Visie

De visie op en de beleidsdoelstellingen voor wonen in Hasselt zijn, cfr. het GRS:- Hasselt is en blijft een aangename woonstad:

GRS Hasselt: de vallei van de Demer

de woonkwaliteit in Hasselt is goed. Ondanks de stedelijke groei die voor Hasselt vooropgesteld wordt, moet deze woonkwaliteit gegarandeerd blijven.

- De stedelijke groei wordt opgevangen door zowel inbreiding als uitbreiding: om de versnippering van het buitengebied tegen te gaan zal Hasselt, als onderdeel van het regionaal stedelijk gebied Hasselt-Genk, een aanbod aan woongelegenheden creëren (vlg. de taakstelling zoals aangegeven in het RSV).

- Elke kern moet in de invulling van zijn lokale woonbehoefte kunnen voorzien ook wat betreft de kwantitatieve taakstelling inzake sociaal wonen. De gewenste ruimtelijke structuur dient als referentiekader bij het invullen van de kwantitatieve taakstellingen: elke kern moet voldoende aanbod

Page 28: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

28

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

hebben voor de eigen behoefte. De aandacht gaat naar invulbouw op lege percelen, en eventueel vervangende nieuwbouw passend in het straatbeeld. Verdichting gebeurt door inbreiding, rekening houdend met de draagkracht van de omgeving, met respect voor het behoud van de woonkwaliteit, de leefbaarheid en de landschappelijke omgeving en in harmonie met de omgevende bebouwing. Verspreide ontwikkelingen (linten, verspreide bebouwing, …) worden niet gestimuleerd.

- Doordachte ontwikkeling van het aanbod aan te ontwikkelen woongebieden in het stedelijk gebied. Gelet op de stedelijke taakstelling (kwantitatief), dient het grootste deel van het aanbod aan niet uitgeruste woon- en woonuitbreidingsgebieden, én van de reconversiegebieden én van het te ontwikkelen oostelijke stedelijk verwevingsgebied op korte en middellange termijn effectief tot ontwikkeling gebracht te worden.

- Het is belangrijk voor de goede stedelijke ontwikkeling dat nieuwe en zeker grootschalige ontwikkelingen op een doordachte wijze plaatsvinden.

kaart 4 richtinggevend gedeelte GRS Hasselt: gewenste nederzettingenstructuur: gebiedscategorieën voor wonen

- Bij het bijkomend voorzien van een groot aantal woningen dienen het bestaande schaalniveau, de eigenheden en kwaliteiten van een gebied gerespecteerd te worden. Zulke ontwikkelingen vragen eventueel, maar niet noodzakelijk, ook bijkomende ontsluitingsmogelijkheden, sociale voorzieningen (school, buurthuis, jeugdvoorzieningen, ...), ruimte voor ontspanningsmogelijkheden... Elk te ontwikkelen gebied moet hier dan ook op onderzocht en eventueel bijgestuurd worden.

Ruimtelijk concept voor de nederzettingenstructuur

Om de woonkwaliteit te garanderen worden woongebieden ontwikkeld volgens hun uitrustingsniveau en de identiteit van het gebied. Er worden een aantal deelgebieden onderscheiden, waaronder de steenwegband Tuilt-Kermt-Spalbeek. Kermt fungeert in deze steenwegband als kern binnen het stedelijk gebied en voorziet in een aantal verzorgende functies voor Tuilt en Spalbeek (om. zeer goed uitgeruste sportzone).

Conform aan de bepalingen voor de stadskern en de stedelijke woonwijken, stelt het GRS ook voor deze dorpen dat er dient te worden gewerkt aan het behouden, geven

Page 29: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

29

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

of het versterken van de identiteit.

Elementen van de nederzettingenstructuur en ontwikkelingsperspectieven

In het beleid voor de verdere stedelijke ontwikkeling van Hasselt wordt op twee sporen gewerkt:

1. Bestaande kwalitatieve ontwikkelingen verder ondersteunen;

2. Inzetten op het herontwikkelen van minder kwalitatieve gebieden als hefboomproject voor stedelijke ontwikkeling.

Voor de steenwegband Spalbeek-Kermt-Tuilt zijn volgende aspecten en elementen hierin belangrijk: de steenwegband wordt ontwikkeld als één geheel door het spreiden van het wonen. Naar voorzieningen toe profileert Kermt zich als kern met een hoge uitrustingsgraad voor een ruimere omgeving (de naburige woonkernen). Kermt centrum ligt op de schakel tussen de beide helften (Tuilt en Spalbeek) met beiden een groot bevolkingsdraagvlak.

De belangrijkste streefdoelen zijn:- Bijkomende bebouwing concentreren in de kernen

en verdichting door wooninbreiding in woongebied volgens het gewestplan.

- Verdichting door de ontwikkeling van ruimtelijk goed ontsloten woonuitbreidingsgebieden die de waardevolle open ruimte structuur niet aantasten (hetgeen verder wordt uitgewerkt onder punt 7.5.3.3 woonbeleid – scenario 2, waarin een cijfermatige motivatie voor inname van bepaalde woonuitbreidingsgebieden wordt gegeven). Woonuitbreidingsgebieden kunnen doordacht aangesneden worden om de woonbehoefte van Kermt in te vullen en om een deel van de taakstelling voor het stedelijk gebied op te vangen. Met aandacht voor woontypes die aangepast zijn aan bepaalde doelgroepen (betaalbare huisvesting, bejaardenhuisvesting, …).

- Het stimuleren van de effectieve ontwikkeling van beschikbare bouwpercelen in de kern, teneinde het aanbod aan bouwmogelijkheden in de kern te verhogen en een concurrentieel aanbod te creëren om bebouwing in de open ruimte te vermijden.

Richtinggevend gedeelte – gewenste ruimtelijk economische structuurDe grote thematieken die in dit gedeelte aan bod komen

hebben het zelden of nooit over Tuilt. De verdere ruimtelijke ontwikkeling van de betrokken deelruimte richt zich op wonen, diensten en voorzieningen en dit op schaal van het Kermt en de woonkernen Spalbeek en Tuilt. Daar waar de bebouwde ruimte overgaat in de omgevende open ruimte zal het contrast tussen beide ruimtelijke voorkomens duidelijk geaccentueerd worden. Voor de woonkern wordt ten aanzien van bedrijven een tolererend beleid gevoerd. De aandacht zal vooral gaan naar de afwerking van de randen of overgangszones naar de open ruimte toe.

Richtinggevend gedeelte – gewenste recreatieve en toeristische structuurHet GRS beschouwt de deelruimte Spalbeek-Kermt-Tuilt als een deelruimte met een groot draagvlak voor zonevreemde sport- en recreatieterreinen. De stad gaat er hierbij van uit dat de recreatieve infrastructuur, in de meeste gevallen, op zijn plaats ligt. Recreatieve activiteiten zijn immers binnen deze deelruimtes gelegen in de directe nabijheid van bebouwing of gesitueerd in gebieden waarin recreatieve ontwikkelingen wenselijk zijn.

Richtinggevend gedeelte – stedelijke pleinen, parken, speelbossen, natuurgebieden en groenassen Het GRS stelt zich tot doel een samenhangend systeem van publieke (groene) ruimtes en lijnvormige schakelelementen te ontwikkelen. Een onderdeel hiervan vormen de groene assen. Groene assen dooraderen de stad. Ze verbinden de stedelijke woongebieden met elkaar en koppelen ze aan de buitengebieden rond de stad. De groene assen vertrekken in de verstedelijkte gebieden en geven aansluiting op het netwerk van kleine landschapselementen in het buitengebied. Ze schakelen parken, begraafplaatsen en stedelijke natuurparken aan elkaar in een groen netwerk. Ze geven de stad lucht en ruimte, ondersteunen de natuur en een natuurgevoel in de stad.

Groene assen zijn ruimtes voor beweging. Ze worden ingericht om te wandelen, fietsen, joggen, skaten, om honden uit te laten, enz. Het groen bestaat uit min of meer natuurlijk soorten. De assen omvatten altijd een comfortabel fietspad of voetpad maar ook op sommige plekken kunnen ze verbreden met kleine speelveldjes of wijkparken.

Page 30: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

30

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Demerzone, de randen van de steenwegbanden, enz. Dit is echter de algemene benadering voor het deelgebied, per KLE en per locatie dient dit verder afgewogen te worden. Het Wijngaertsveld is een voorbeeld binnen Tuilt, waar deze visievorming al effectief tot realisatie werd gebracht.

Richting gevend gedeelte - gewenste ruimtelijke onderwijsstructuurIn het GRS van de stad Hasselt in werking getreden op 26/11/2009 wordt volgend uitgangspunt gemaakt met betrekking tot de kern van Tuilt: Kwalitatief onderwijs aanbieden voor de eigen bevolking als basisvoorziening. Dit houdt in dat elke wijk haar kleuter- en basisonderwijs integreert op een kwalitatieve manier in het weefsel van de wijk. Lagere scholen moeten worden uitgebouwd en gedragen door wijken of kernen waarin ze gelegen zijn. De schoolomgeving is belangrijk. Er zijn een aantal kwalitatieve ruimtelijke kenmerken die belangrijk zijn voor het functioneren van een goede schoolomgeving:

- Traag verkeer (wettelijk geregeld),

- Veilig bereikbaar

- Multifunctioneel gebruik van de gebouwen

- Kiss-and-ride voor ouders

- Publieke ruimte rond de schoolpoort (brede voetpaden,

pleintje)

- Groene ruimte voor spel rond de school.

Bij het ontwikkelen van nieuwe stadsgebieden is er de kans dat er verschillende jonge gezinnen komen wonen. Daarom is het belangrijk om de projecten zo te ontwerpen dat er een mix van de bevolking is zodat het scholierenaanbod niet te veel fluctueert in de scholen.

Er moet dus vroegtijdig onderzocht worden of de nabijgelegen school voldoende capaciteit heeft om de groei op te vangen zodat de uitbreidingsbehoefte kan geprognosticeerd worden. Daarnaast moet er gekeken worden of er in de schoolomgeving een draagvlak is voor de uitbreiding door onderandere te kijken naar de uitbreidingsmogelijkheden, periferie van de school, bereikbaarheid en mogelijkheden tot opportuniteiten zoals inschakeling leegstaande publieke gebouwen.

Richtinggevend gedeelte – gewenste ontwikkeling van de steenwegbandenNaast een thematisch gewenste ontwikkeling geeft het GRS ook een gewenst ontwikkelingsmodel per deelstructuur (de binnenstad, de steenwegbanden en de woonkernen). De steenwegband Spalbeek-Kermt-Tuilt is er hier een van. Deze steenwegband wordt ontwikkeld als één geheel voor het spreiden van het wonen. Naar voorzieningen

Voor de ontwikkeling van deze groenassen is het belangrijk dat ze doorgaand zijn en dat de doorgangen gevrijwaard blijven. De stad zal in dit kader strategisch gelegen percelen aankopen of herbestemmen via een RUP zodat de doorgangen verzekerd blijven. Vele fragmenten van deze groenassen zijn aanwezig maar de stad wil ze meer herkenbaar maken door hun verloop te verhelderen, door ze beter aan te kondigen via een actieve of passieve begeleiding.

De stad maakt een onderscheid tussen de grote provinciale groene as van het Albertkanaal en de overige groene stadsassen. De assen zouden, net zoals straten een naam hebben, ook een naam moeten krijgen zodat hun aanwezigheid verankerd en een plek wordt in de stad.

Onmiddellijk grenzend aan het plangebied is er de Groene Bajonet “Herkenrodebos”. Deze groene as loopt dwars door het oostelijk deel van de steenwegband Spalbeek – Kermt – Tuilt. Hij verbindt de Herkenrodeabdij met het Herkenrodebos. De as zou de Herkenrodedreef op een zo groen mogelijke manier moeten verbinden met de Herkenrodebosstraat.

De Groene Banjonet “Herkenrodebos” takt aan op de Groene As “Demervallei”. Deze as loopt dwars door de stad vanaf de universitaire campus tot de abdijsite Herkenrode. De groene as kruist alle functies van de stedelijke Demerzone, raakt de Blauwe Boulevard en gaat door het stedelijke natuurgebied Prinsenbeemden verder naar Herkenrode. De as is continu ‘groen’ maar is niet overal toegankelijk.

Richtinggevend gedeelte – natuurlijke en agrarische structuur De stad stelt in haar GRS dat kleine landschapselementen (KLE, in feite kleine natuurelementen) niet alleen een belangrijke functie als refugié in de natuurarme landbouwgebieden of stadsranden vervullen, maar ook een rol als specifiek biotoop in de grote natuurgebieden en de natuurstapstenen. Het systeem van KLE’s wordt ook wel de ecologische infrastructuur van een gebied of van het landschap genoemd.

Het KLE beleid is erg gebiedsgebonden en gaat verder dan natuurgebieden, gemengde gebieden of landbouwgebieden. Als indicatie voor de behandeling van KLE’s binnen de steenwegband Spalbeek-Kermt-Tuilt wordt behoud en de nieuwe ontwikkeling aan de randen vooropgesteld. Nieuwe KLE’s worden gemaakt op die plaatsen waar de stedelijke bebouwde ontwikkeling de open ruimte raakt: de stadsrand, de randen van de stedelijke

Page 31: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

31

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

kaart 19 richtinggevend gedeelte GRS Hasselt: gewenste ruimtelijke structuur Steenwegband Spalbeek, Kermt, Tuilt

toe profileert Kermt zich als kern (uitrustingsgraad) voor een ruimer ommeland (naburige woonkernen). Kermt-centrum ligt op de schakel tussen de beide helften (Tuilt en Spalbeek) met beiden een groot bevolkingsdraagvlak.

Volgende beleidslijnen en elementen van de gewenste structuur worden voorgesteld voor de steenwegband:

De steenwegband als één geheel met 3 herkenbare kernen

Morfologisch gezien zijn de 3 woonkernen aan elkaar vastgegroeid en zijn er geen duidelijke grenzen tussen de kernen. Het vormt een aan elkaar hangend weefsel dat naar de stad goed ontsloten is. Functies en ontwikkelingen moeten gekaderd worden in de hele band, rekening houdend met bereikbaarheid en context.

Deze steenwegband zal zich verder ontwikkelen in zijn huidig morfologisch voorkomen als een sterk omlijnd bebouwd gebied zonder uitwaaiering van linten. De randen van het bebouwd gebied naar de open ruimte toe krijgen hierbij bijzondere aandacht zodat er een

meer harmonieuzer ruimtelijk voorkomen ontstaat. De relatie met de open ruimte gebeurt vanuit de bebouwde ruimte en kan onder meer verwezenlijkt worden door het aanplanten van streek- en gebiedseigen beplanting.

De verdere ontwikkeling gebeurt inwendig door inbreiding en verdichting van het bebouwde weefsel. De herkenbaarheid en eigenheid van de afzonderlijke kernen vormt hierbij de leidraad met Spalbeek als kern in het buitengebied, Kermt als goed uitgeruste kern in het stedelijke gebied en poort tot de stad en Tuilt als stedelijke woonkern.

De Diestersteenweg als drager van de steenwegband

Door de herinrichting van de Diestersteenweg als doortocht door de kernen (Kermt en Tuilt) is de drager van de band in zijn geheel geherstructureerd. De drager moet verder als geheel bekeken worden, maar met een duidelijke differentiatie naar de verschillende segmenten (kernen, tussenstukken). De Diestersteenweg, dient ook verder kwalitatief ingericht te worden met aandacht voor beeldkwaliteit inzake inrichting van de zones achter de

Page 32: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

32

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

rooilijn (voortuinstroken, parkeerterreinen, begroening, …).

Wonen en voorzieningen in een kwaliteitsvolle omgeving

Het voeren van een kwaliteitsbeleid op vlak van wonen en voorzieningen ten behoeve van de attractiviteit en identiteit behelst het volgende:- Bijkomende bebouwing concentreren in de kernen

door verdichting: wooninbreiding of ontwikkeling van ruimtelijk goed omsloten woonuitbreidingsgebieden (afhankelijk van het scenario dat van toepassing zal zijn). Bijkomende bebouwing mag de waardevolle open ruimte structuur niet aantasten. De prioriteit van de gebieden wordt bepaald door de criteria opgenomen in het woonbeleid.

- Behoud en versterking van de relaties (toegankelijkheid) tot de open ruimte Holrakker, Demervallei, Herkenrodebos en behoud van het open ruimtezicht tussen Spalbeek en Kermt (richting Herkenrodebos). In de steenwegband dienen interne groene punten behouden en versterkt te worden (vb. park Drakerwinning (zoals het GRS als naam suggereert), ondertussen gerealiseerd als het Wijngaertsveld). In Kermt wordt de relatie met de achterzijde van Holrakker open gehouden. Dit gebied moet voelbaar (visueel) blijven in het hart van de kern.

- Een goed onderhouden en fysiek aantrekkelijke woonomgeving draagt bij tot een verhoogde woonkwaliteit (gebouwen, openbaar domein, groene speelruimte,…).

- Het ruimtelijk en functioneel accentueren van de bestaande centrale plekken in de drie kernen. Hierbij wordt gedacht aan herkenbare pleintjes, schoolomgevingen en kruispunten. Bijvoorbeeld door de inrichting van rustbanken, petanqueveldjes (centraliteit met aandacht voor beeldvorming, attractiviteit) wordt de verblijfskwaliteit verhoogd.

- Een veilige en toegankelijke woonomgeving (goed bereikbare voorzieningen, nabijheid van voorzieningen, sociale veiligheid, verkeersveiligheid, gepast aantal parkeerplaatsen,…).

- Het herstructureren van storende omgevingen en van ‘gaten’ op strategische plaatsen (vlakbij een centrumgebied), teneinde de globale omgevingskwaliteit van de bebouwde ruimte te verbeteren.

- Het tegengaan van een versnipperd voorzieningenaanbod door bundeling van handel en diensten op segmenten van de steenwegband in de kernen. De kern van Kermt vormt het zwaartepunt van

voorzieningen voor de drie kernen.- Het koppelen van horeca aan de cultuurhistorische

gebouwen of sportaccommodaties (vb. Drakerwinning of Oude Stokerij Claes).

- Goed uitgeruste lokale recreatievoorzieningen met aandacht voor de integratie naar de open ruimte/bebouwde ruimte toe en goede bereikbaarheid en padenstructuur.

Groene bajonetten (Kermt en Herkenrodebos)

Om de toegankelijkheid te verhogen van de inwoners van de steenwegband met de omliggende open ruimte worden zogenaamde “groene bajonetten” uitgebouwd die dwars door de steenwegband lopen. Aanzetten worden gegeven door de dreven die uitkomen op de Diestersteenweg (ter hoogte van de Herkenrodedreef, Kermt-Ten Hove). De realisatie en verdere inrichting door het bebouwd gebied van de steenwegband kan gebeuren als groene voetassen. Een eerste bajonet bevindt zich tussen Demervallei, Holakker, Kermt-kern, Ten Hove en Herkenrodebos. Een tweede groene bajonet verhoogt de relatie tussen het bebouwd gebied van Tuilt met de abdij van Herkenrode en de Oude Stokerij Claes. Ze kan gerealiseerd worden op het bestaande stratenpatroon.Bedrijventerrein

Het bedrijventerrein tussen de Drakerstraat en de snelweg E313 wordt op een kwalitatieve manier ingericht en ontwikkeld. In de gewenste ruimtelijke structuurschets (kaart 19 pagina 31) zijn buffers ingetekend langs de snelweg en tussen het woongebied en de kmo-zone.

Bindend gedeelte Relevante selecties voor het plangebied (tussen haakjes het nummer van de bewuste bepaling in het bindend

Page 33: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

33

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

deel):- (1) Bij de selectie van hoofd- en deelruimten

wordt de ‘Steenwegband Spalbeek-Kermt-Tuilt’ als deelruimte binnen de hoofdruimte Demervallei geselecteerd.

- (5) De steenwegband Spalbeek-Kermt-Tuilt wordt als structurerend geheel binnen de woongebieden geselecteerd.

- (6) Bij de Selectie van lokale bedrijventerreinen wordt het gebied aan de Drakerstraat geselecteerd als bedrijventerrein dat niet kan uitbreiden.

- (13) De stad selecteert Groene Bajonet “Herkenrodebos” als belangrijke te ontwikkelen drager van de stedelijke groenstructuur en van de trage wegen.

Een relevante actie betreffende de nederzettingenstructuur betreft:

- (25) Nieuwe woongebieden of woontuitbreidingsgebieden zullen steeds ontwikkeld worden van uit een totale stedenbouwkundige visie op het gebied en op de omgeving. Dit kan via verkavelingsplan of ruimtelijk uitvoeringsplan voor het totale gebied.

4.1.4. Ruimtelijke ontwikkelings-perspectief MHALHet ruimtelijk ontwikkelingsperspectief MHAL vindt zijn oorsprong in de Vierde Nota van Nederland. In die nota wordt Maastricht/Heerlen aangewezen als stedelijk

knooppunt met een euregionale positie binnen Zuid-Nederland. Daaraan werden in eerste instantie Luik en Aken toegevoegd en later ook Hasselt en Genk. Voor deze grensoverschrijdende regio werd een ruimtelijk ontwikkelingsperspectief opgemaakt om de regio als geheel te versterken. Het gebied wordt aangeduid als een stedelijk landschapspark dat zich ontwikkelt langs een noord-zuid as die samenvalt met de historische ontwikkelingsas van steden langs de Maas (Luik en Maastricht) en een oost-west as die samenvalt met de mijnsteden (Aken, Heerlen, Genk, ...).

Er is speciale aandacht uitgegaan naar de ontwikkeling van bufferzones rond de verstedelijkte gebieden en de aanduiding van belangrijke ecologische verbindingen van grote natuurgebieden en landschappen in de nabije omgeving. Binnen het centrum van Hasselt zijn er slechts een beperkt aantal (kwalitatieve) groene publieke ruimtes. Het plangebied wordt aan noord- en zuidzijde omgeven door groene ruimtes, die door een zorgvuldig omspringen met de randen van het plangebied verder kunnen groeien als ecologische verbindingen.

4.1.5. Mobiliteitsplan Hasselt-Genk Beleidsplan vervoerskern Hasselt-Genk goedgekeurd door de gemeenteraad van Hasselt op 25 augustus 2014 en door de gemeenteraad van Genk op 26 juni 2014. Het beleidsplan Hasselt (als onderdeel van het mobiliteitsplan Hasselt-Genk) werd in juni 2014 goedgekeurd en vormt een verbreding en verdieping op het voorgaande mobiliteitsplan uit 1999.

Eén van de strategische doelstellingen binnen het mobiliteitsplan is het verzekeren van de verkeersveiligheid. Leidraad hiertoe is het STOP-principe: voorrang voor voetgangers (Stappers), fietsers (Trappers) en collectief vervoer (Openbaar vervoer). Pas daarna komt de auto (Privévervoer). Gemeenten die hun mobiliteitsbeleid vanuit dit uitgangspunt opbouwen, worden leefbaarder, veiliger en bereikbaarder. Het optimaliseren en beveiligen van bestaande fietsroutes en het gericht inpassen van eventuele nieuwe fietsroutes ten behoeve van het wegwerken van conflicten tussen verschillende vervoersmodi komt hierbij naar voren. Een uitbouw van duurzame verkeers- en vervoersnetwerken draagt daarnaast bij tot het bereiken van de balans tussen stedelijke groei en woonkwaliteit. De implementatie van een fijnmazig netwerk aan fietsroutes en een optimalisatie van het openbaar vervoer zijn hierbij belangrijk.

Ruimtelijk ontwikkelingsperspectief MHAL, 1993

Page 34: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

34

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Binnen het mobiliteitsplan is er een lokaal functioneel fietsroutenetwerk opgenomen dat aansluit op het bovenlokaal functioneel fietsnetwerk. Aanduiding gebeurd op basis van samenhang, directheid, afstemming met openbaar vervoer en afstemming met wegencategorisering. Hierbij gaat speciale aandacht uit naar verkeersveiligheid, sociale veiligheid en aantrekkelijkheid van de route. De Zolderse Kiezel en de Herkenrodedreef (aan de randen van het plangebied) worden als functionele fietsroute aangeduid en als onderdeel van het lokaal functioneel fietsroutenetwerk. Via de N2 en de Koorstraat sluit dit aan op het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. De Zolderse Kiezel en de Herkenrodedreef worden verder ook aangeduid als lokale gebiedsontsluitingsweg, type II. Specifieke maatregelen voor Tuilt en omgeving voorziet het mobiliteitsplan niet.

4.1.6. Atlas van de woonuit-breidingsgebiedenToestand 01 januari 2015, correctie 31 maart 2017.

De Atlas van de woonuitbreidingsgebieden geeft voor alle woonuitbreidingsgebieden in Vlaanderen aan of ze vanuit juridisch of planologisch oogpunt kunnen ontwikkeld

worden voor woningbouw, rekening houdend met het Vlaamse beleid rond ruimtelijke ordening. De Atlas houdt rekening met de opties van de op dit moment gekende plannen (APA, BPA, RUP, GRS, PRIAK, afbakening, …). De Atlas vervangt de genoemde plannen echter niet. Deze plannen kunnen wijzigen en er kunnen plannen bijkomen. Bijgevolg is de Atlas slechts een momentopname, die regelmatig moet bijgewerkt worden. De Vlaamse overheid zal zich bij het beoordelen van dossiers baseren op de aanduidingen in de Atlas. De aanduidingen in de Atlas houden echter geen rekening met eventuele beperkingen die van toepassing kunnen zijn als gevolg van andere sectorale regelgeving, vb. bosdecreet, natuurdecreet, watertoets, veiligheidsrapportage, Milieueffectenrapportering (MER) enz. In die zin houdt de aanduiding in de Atlas slechts een voorwaardelijke beleidsmatige vrijgave van de gronden in. De Atlas is een beleidsdocument en een consultatie-instrument zonder juridische waarde. De aangeduide gebieden zijn woonuitbreidingsgebieden zoals bedoeld in artikel 5.1.1. van het KB van 28/12/1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen.

Voor de twee woonuitbreidingsgebieden binnen het

vrijgegeven voor 2007

bebouwd

nietvrijgegeven, niet te

ontwikkelen

Atlas van de woonuit-

breidingsgebieden

(Geopunt)

Page 35: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

35

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Recreatief fietsroutenetwerk (www.fietsnet.be)

Bovenlokaal Funtioneel Fietsroutenetwerk, update 2013 (dep. MOW)

alternatieve routes vaak ook de plaatselijke schoolroutes.

Daarnaast zijn er nog lokale functionele fietsroutes. Deze vervolledigen het bovenlokale netwerk (BFF) op gemeentelijk niveau. Ze maken geen deel uit van het BFF maar zijn onmisbaar om het netwerk voor de fietser ook effectief toegankelijk te maken. Elke gemeente bepaalt die lokale functionele fietsroutes in haar mobiliteitsplan.

Nabij het plangebied wordt de N2 (slechts deels conform het vademecum fietsvoorzieningen) als hoofdroute en de N729 (conform het vademecum fietsvoorzieningen) als functionele route aangeduid.

4.1.8. Recreatief fietsroutenetwerk (fietsknooppunten)In of in de onmiddellijke nabijheid van het plangebied zijn er geen knooppunten of routes van het recreatief fietsroutenetwerk te vinden. Aan de overzijde van de E313 zijn deze er wel, knooppunt 237 bevindt zich op het kruispunt van de Rode Rokstraat en de Sacramentstraat. De route loopt van daar door naar de Herkenrodeabdij en maakt een brede lus omheen Tuilt richting Kermt.

plangebied worden diverse aanduidingen opgenomen binnen de Atlas, van reeds bebouwd, tot al dan niet vrijgegeven. Uiteraard is dit een momentopname op basis van de huidige planologische situatie (juridisch en beleidsmatig).

4.1.7. Bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (BFF)De provincie Limburg tekende samen met het Vlaams Gewest een Limburgs “Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk” (of kortweg BFF) uit. Dit netwerk legt de belangrijkste fietsverbindingen vast in de provincie Limburg. Dit zijn verbindingen tussen de grotere woonkernen en attractiepolen zoals bedrijven, scholen en winkelcentra.

Er bestaan drie soorten routes op dit netwerk:- hoofdroutes: snelle verbindingen tussen twee

kernen met een hoog potentieel aan fietsers.- bovenlokale functionele fietsroutes: deze routes

verbinden woonkernen met attractiepolen zoals dorpskernen, winkelcentra, sportcentra, culturele centra, scholen en bedrijventerreinen. Ze zijn de kortste verbinding en lopen daardoor meestal langs drukke wegen.

- bovenlokale alternatieve functionele fietsroutes: parallel aan de functionele fietsroutes vind je alternatieve fietsroutes langs rustigere, autoluwe wegen. De fietser kiest dan tussen de kortste (functionele) of de veiligste en aangenaamste (alternatieve) route. In de praktijk zijn de

Page 36: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

36

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

4.2. Juridische Planningscontext

4.2.1. GewestplanOp het gewestplan Hasselt-Genk (KB: 3/4/1979, BS: 23/5/1979, in werking: 9 7/6/1979) wordt de projectzone die voor het deel dat overlapt met het BPA voornamelijk ingekleurd als woongebied, met uitzondering van enkele woonuitbreidingsgebieden gelegen in de binnengebieden: - Zolderse Kiezel – Herkenrodedreef – Heerstraat –

Henri Eyckmansstraat – Roverstraat- rondom de Aardbergstraat (intussen reeds bebouwd)- Heerstraat – Lammerweg – Roverstraat – Henri

EyckermanstraatDe rest dat niet overlapt met BPA bestaat uit woongebied en een zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo's. Tenslotte is er het onbebouwd gebied in het oosten van de projectzone dat bestaat uit bufferzones, parkgebied en een gebied voor dagrecreatie.

Gewestplan Hasselt-Genk (Geopunt)

Page 37: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

37

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

4.2.2. BPA 122 TuiltGoedgekeurd bij ministerieel besluit van 29 juni 1994.

De grenzen van het BPA vallen gedeeltelijk samen met de grenzen van het op te maken RUP.. Het BPA regelt in detail de bestemmingen binnen het plangebied en omvat zones voor wonen en aanverwanten (tuinen ed.), zones voor economische nevenactiviteiten (handel, nijverheid en diensten, geen wonen), zones voor openbaar park en openbaar nut (een zone voor de kerk, het parochiehuis en de pastorij en een zone voor gemeenschapsuitrustingen), enz. Het ministeriele goedkeuringsbesluit schrapt twee gebieden uit het grafische bestemmingsplan van het BPA en het onteigeningsplan in zijn geheel. De geschrapte delen op het grafisch plan maken deel uit van de

woonuitbreidingsgebieden. Als motivatie voor deze schrapping vermeldt het ministerieel besluit: ‘overwegende dat de met een blauwe rand omzoomde gedeelten van het bestemmingsplan en het onteigeningsplan niet kunnen goedgekeurd worden omdat deze gedeelten, volgens voornoemd gewestplan in het woonuitbreidingsgebied gelegen, een grondreserve vormen en slechts mogen aangesneden worden wanneer afdoende is aangetoond dat ze aan een behoefte voldoen; dat uit het dossier blijkt dat hieraan niet is voldaan’.

BPA 122 'Tuilt' (Stad Hasselt), het noorden ligt op dit originele plan links

Page 38: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

38

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

4.2.3. Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk’Van kracht op 5 augustus 2014.

Dit betreft het gewestelijke RUP tot afbakening van het regionaalstedelijk gebied Hasselt – Genk. De volledige site valt binnen de afbakeningslijn. Het GRUP wijzigt echter de bestaande bestemmingsvoorschriften vanwege het gewestplan of het BPA niet. De afbakeningslijn ligt op de grens van Tuilt, zodat Kermt in het buitengebied komt te liggen, omwille van de beperkte ruimtelijke relatie en de afstand tot Hasselt. De kern van Tuilt wordt wel opgenomen binnen het stedelijk gebied, in hoofdzaak

GRUP Afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk (Vlaamse Overheid)

omdat het ingesloten ligt tussen twee andere gebieden die ook worden opgenomen (met name de twee toeristisch-recreatieve polen Herckenrodeabdij (ten noorden van Tuilt) en de Herckenrodebossen (ten zuiden van Tuilt)). Omdat het GRUP geen uitgangspunt vormt om Tuilt verder uit te breiden, wordt de grens gevormd door het bestaande woongebied en worden de woonuitbreidingsgebieden aan de westzijde van Tuilt en Kermt niet meegenomen binnen de afbakeningslijn.

Page 39: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

39

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

4.2.4. Bestaande rooilijnplannenNAAM DATUM

Rooiplan voor Jos Weygersstraat. Weg nr. 15 – Alf. Vandebroekstraat. Weg nr. 16 en openen van verbindingsweg

tussen wegen rnrs 15 en 16 onder Kuringen en weg nr. 9 onder Kermt.

28 september

1957

(opm.: de Jos Weygersstraat werd ondertussen hernoemd tot de Rijkelstraat)

4.2.5. Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

Rooilijnenplan Rijkelstraat (Gemeente Kuringen-Kermt)

De stad Hasselt kent 5 stedenbouwkundige verordeningen: ‘verordening woonkwaliteit’ (26 april 2011), ‘verordening wonen boven winkels’ (16 december 1997), ‘verordening gezinswoningen’ (15 mei 2007), ‘verordening Blauwe Boulevard’ (23 juni 2009) en ‘verordening bestemmingswijzigingen’ (18 september 2007). Deze regelen elk een aantal aspecten betreffende vergunningsplichtige werken op (delen van) het grondgebied Hasselt.

Gezien ze veelal aangelegenheden binnen de woongebieden regelen, hebben ze impact op voorliggend RUP. Voornamelijk de ‘verordening woonkwaliteit’ regelt een heel aantal aspecten omtrent bouwvoorschriften (inplanting, dakvorm, bouwhoogtes en –dieptes, terrassen, tuinzones, garages, …), kwaliteitsvoorschriften (minimale maatvoeringen, daglichttoetreding, …), bepalingen omtrent meergezinswoningen, verkavelingen met nieuwe wegenis, publiciteit en sloopwerken. Deze verordening is specifiek van kracht binnen de als woongebied aangeduide gebieden. De verordening stelt welliswaar

dat ze ondergeschikt is in wat in een RUP of BPA wordt vastgelegd. Bij de opmaak van de voorschriften voor dit RUP zal dus moeten gekeken worden in welke mate de voorschriften uit de verordening in overeenstemming zijn met de visie die binnen het RUP zal gevormd worden. Streefdoel hierbij is, binnen de mate van het mogelijke, de verordening zoveel mogelijk (of zelfs volledig) te volgen, ten aanzien de ambitie een uniform juridisch kader voor de hele stad uit te bouwen.

De ‘verordening gezinswoningen’ regelt eveneens aspecten die de woongebieden aanbelangen (voornamelijk de voorwaarden die worden gesteld aan het opdelen van woningen). De verordening bestemmingswijzigingen verruimt het aantal bestemmingswijzigingen waarvoor een vergunning nodig is in vergelijking met de Vlaamse decreetgeving. De verordeningen ‘wonen boven winkels’ en ‘Blauwe Boulevard’ zijn niet van kracht binnen het plangebied.

Page 40: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

40

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

4.2.6. Niet vervallen verkavelingsvergunningenVerkavelingen binnen het plangebied.

Gemeentelijk nr. Dossiernr. stedenbouw Datum beslissing

(of van de laatste wijzigingsbeslissing)

458 7058/V/78/6 11 mei 1978

603 7058V81/42 13 augustus 1981

612 7058/V-81/33 20 september 2017 (wijz. 3)

734 7058V84/32 22 augustus 1985 (wijz. 2)

740 7058/V-84/35 5 september 1885 (wijz. 1)

766 7058/V-85/36 4 september 1886 (wijz. 1)

883 7058V87/16-V2 15 september 1994

890 7058-87/39 21 januari 1988

946 20VK1989 13 april 1989

1030 7058V91/7 31 januari 2002 (wijz. 1)

1093 7058V92/54 27 januari 1993

1229 23VK1999 21 oktober 1999

1279 39/VK/98 2 juli 1998

1329 / 20 december 2000

1414 / 12 september 2002

1612 5.00/71022/149.2 27 maart 2008

1755 / 3 januari 2013

1902 / 3 augustus 2017

1906 / 23 november 2017

KUR160 94V119 30 oktober 1967

KUR161 94V42 18 augustus 1964

KUR162 94V76 4 april 1966

KUR164 7094/V/140 17 juni 2004 (wijz. 2)

KUR165 94V65 5 november 1965

KUR166 94V2 / 7094V2 11 oktober 1990 (wijz. 1)

KUR167 5.00/71022/453.2 19 juli 2011 (wijz. 1)

KUR168 7094/V/150 14 september 1970

KUR 171 7094V202 09-07-1973

1277 7058v90_0009v02 18-06-1998

1277 7058v03_0031v01 24-06-2004

Page 41: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

41

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

KUR169 7094/V/19 20 januari 1970

1834 / 07-05-2015

0779 7058v85_22 18-10-1985

KUR170 94V119 30-10-1967

KUR160 94V119 30-10-1967

4.2.7. Beschermd Erfgoed en inventaris onroerend erfgoedVastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed

Naam ID Datum Ligging Beschrijving

Draakwinning 16367 16-01-2018 Roverstraat 9 Semi-gesloten hoeve met kern uit de 18de eeuw, gelegen

op het zogenaamd Wijngaerts Veld. Gebouwen onder za-

deldaken, gegroepeerd rondom het rechthoekig erf.

Langgestrekte hoeve 18880 16-01-2018 Rijkelstraat 92 (ligging rakend

aan projectcontour, maar er

niet binnen gelegen)

Langgestrekte hoeve, uit de 19de eeuw, met ordonnantie:

dwarsschuur-stal-woonhuis.

Overzicht verkavelingen (grijze aanduiding)

Page 42: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

42

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Beschermde cultuurhistorische landschappen

Naam ID Datum Ligging Beschrijving

Abdij van Herkenrode

en omgeving

2955 05-12-1974 Herkenrodeabdij, Herken-ro-

dedreef, Rode-Rokstraat, Sa-

cramentstraat, Zolderse kiezel

Omvat de bescherming van: abdij van Herkenrode, park

van de abdij van Herkenrode, Tuiltermolen en de geleide

lindendreef abdij Herkenrode. Deze laatste is voornamelijk

van belang voor het plangebied, gezien het er een grens van

vormt.

Vastgestelde inventaris landschappelijk erfgoed \ houtige beplanting met erfgoedwaarde

Naam ID Ligging Beschrijving

Geleide lindendreef

Abdij Herkenrode

130968 Herkenrodedreef Van bij de Abdij van Herkenrode loopt een rechte dreef, de Herkenrode-

dreef, tot aan de Diestersteenweg. De totale lengte van de abdijdreef be-

draagt 1400 meter. De dreef bestaat uit vier bomenrijen van hoofdzakelijk

linde. De plantafstand in de rijen bedraagt 500 cm. De oudste “originele”

aanplantingen staan op 1000 cm in de rij. Halverwege tussen de “originele”

aanplant is er telkens op 500 cm een boom toegevoegd (paardenkastanje,

linde, bruine beuk).

De oudste “originele” aanplanting is geschrankt aangeplant. Deze aanplant

is over het algemeen nog vrij intact. De meeste verdwenen posities zijn

vast te stellen bij de recentere toevoegingen. De geleide lindebomen zijn

gekandelaard tot op een hoogte van 700 cm.

Overige beschermingenEr bevinden zich geen beschermde stads- en dorpsgezichten, archeologische sites, bouwkundige erfgoed relicten of overgangszones in het plangebied.

BeheersplanOp 6 november 2014 werd een beheersplan ‘Hasselt – Voormalige abdij van Herkenrode’ (ID 175) goedgekeurd, dit omvat de voor het plangebied relevante Herkenrodedreef.

4.2.8. LandschapsatlasVastgestelde inventaris landschappelijk erfgoed \ landschapsatlas relict \ ankerplaats

Naam ID Ligging Beschrijving

Abdijsite Herkenrode 135252 Kermt, Kuringen, Stokrooie De abdijsite Herkenrode ligt in de Demervallei, in een overgangsgebied tus-

sen de Lage Kempen en Haspengouw, ten zuiden van de dorpskern van

Stokrooi (Hasselt). Het is een uitgestrekt historisch domein dat teruggaat

tot het voormalige abdijcomplex der cisterciënzerinnen. Ten noorden van

de Demer situeren zich de beemden, ten zuiden de oude abdij met haar

aanhorigheden, het neerhof, het oostelijk gelegen kasteelpark en de ove-

rige, hoger gelegen landbouwgronden. Behalve niet-bevloeid hooi- en wei-

land kwamen hier tot in de 20ste eeuw ook grote vloeiweiden voor. Die

laatste werden via de Tuilterdemer van water voorzien. Landschapsatlas

2001 (inventarisatie: 01-11-2000 - 28-02-2001)

4.2.9. SignaalgebiedenEr worden geen signaalgebieden aangeduid in of nabij het plangebied.

Page 43: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

43

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

5.1. AmbitiesDeze startnota vormt de eerste stap in de opmaak van het RUP 229 ‘Tuilt’. De opmaak van dit RUP wordt ingegeven zowel vanuit de ambitie om enkele aspecten uit het GRS Hasselt tot uitvoering te brengen, als de wens om enkele knelpunten die het huidige BPA met zich meebrengt weg te werken. Daarnaast wordt de uitbreiding naar enkele aangrenzende gebieden met een specifieke problematiek zoals de school, kmo-zone en het groengebied meegenomen. De ambities situeren zich dan ook op verschillende niveaus: van de realisatie van enkele hogere beleidsdoelstellingen tot het wegwerken van enkele lokale knelpunten.

Realisatie van hogere beleidsdoelstellingen, ingegeven door het GRS:

- Invulling geven aan de in het GRS opgenomen conceptvorming omtrent de deelruimte ‘Steenwegband Spalbeek-Kermt-Tuilt’ (gedeeltelijke uitvoering van bindende bepalingen 1 en 5, GRS Hasselt).

- Invulling geven aan de in het GRS opgenomen conceptvorming omtrent de Groene Bajonet “Herkenrodebos” als belangrijke te ontwikkelen drager van de stedelijke groenstructuur en van de trage wegen (gedeeltelijke uitvoering van bindende bepaling 13, GRS Hasselt).

- Bevestiging van de status van de woonuitbreidings-gebieden als reservegebieden, (gedeeltelijke uitvoering van bindende bepalingen 5 en 25 van het GRS Hasselt; gedeeltelijke uitvoering van de beslissing van college van burgemeester en schepenen van de stad Hasselt van 6 juli 2017 omtrent het door hen naar de Vlaamse Regering ingenomen standpunt betreffende de resterende woonuitbreidingsgebieden (2017_CBS_02861) en uitvoering van de beslissing van college van burgemeester en schepenen van de stad Hasselt van 17 mei 2018 omtrent hun motivatie betreffende opmaak van RUP 229 Tuilt (2018_CBS_01288)).

- Herinrichten van het bedrijventerrein tussen de Drakerstraat en de snelweg E313 op een kwalitatieve manier. De ontsluiting dient herbekeken te worden.

5. Scope

Wegwerken van lokale knelpunten:

- Herstructurering St.-Jozefplein, i.k.v. een betere circulatie en een nieuwe invulling voor het huidige perceel van de KSA. Onderzoek naar de mogelijkheid tot zorgwonen.

- Nieuwe bestemming van de ‘zones voor economische nevenactiviteiten’ uit het BPA, dewelke nooit werden ingevuld, in combinatie met het uitwerken van een visie omtrent al dan niet behoud en toekomstig gebruik van de stadsmagazijnen.

- Verbeteren van het beschermingsniveau van de geïnventariseerde hoeve ‘Draekerwinning’, o.a. door een inperken van de bebouwingsmogelijkheden langs de Zolderse Kiezel.

- Het onderzoeken van uitbreidingmogelijkeheden voor de gemeentelijke school.

- Tuin- en diershop op de hoek van de Drakerstraat en de Zolderse Kiezel, ligt deels in woongebied en deels in de KMO zone en is dus gedeeltelijk zonevreemd. Er is nood aan een langetermijn-visie.

- Toekomstvisie mbt de eventuele invulling van de buffer, park en recreatie gebieden ten noorden van de Carrefour.

5.2. SWOT-analyse

5.2.1. SterktesDe voornaamste troef die Tuilt te bieden heeft, is haar landelijke uitstraling als woongebied binnen het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk. Waar diverse omliggende structuren zich door de jaren heen sterk op het stedelijke zijn gaan richten en aan dynamiek hebben gewonnen, heeft Tuilt haar karakter als dorp kunnen behouden. Toch zijn alle stedelijke functies voor de inwoners van Tuilt vlakbij. Via de N2 is de verbinding met Hasselt en de bereikbaarheid van hoog dynamische stedelijke functies verzekerd. Via de E313 is zelfs de bereikbaarheid met de bredere regio gewaarborgd. Het gehucht zelf beschikt over een goed voorzieningenniveau: horeca, een school, een ruim park, (ruimte voor) lokale verenigingen en een grote supermarkt bevinden zich in of vlakbij het plangebied. Haar nog enigszins landelijke karakter maakt dat Tuilt een erg groen imago heeft,

Page 44: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

44

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

dat bijkomend werd versterkt door de aanleg van park Wijngaertsveld een aantal jaar geleden. De nabijheid van de Abdij van Herkenrode draagt bij aan het karakter van deze plek. Dit groene karakter wordt gewaarborgd door het groengebied tussen de E313, Herkenrodedreef en de site van de Carrefour. Met de Stroobander en De Tafelaer beschikt Tuilt bovendien over twee horecazaken met een uitstraling die tot ver buiten de kern reikt. De nog aanwezige stadsmagazijnen zorgen dan weer dat het gehucht over een polyvalent gebouw beschikt dat heel wat functies aankan en zijn bijdrage aan de lokale voorzieningenstructuur kan bieden. Momenteel wordt het bijvoorbeeld onder andere door een tafeltennisclub en enkele carnaval verenigingen gebruikt.

5.2.2. ZwaktesTuilt kampt met een aantal knelpunten, eigen aan haar kleinschaligheid binnen de randstedelijke structuur van Hasselt:- Ondanks het feit dat Tuilt deel uitmaakt van de

stad Hasselt, blijft de mentale afstand tot het stadscentrum zeer groot. De E313 en de R71 vormen belangrijke barrières tussen Tuilt en de binnenstad. De N2 is een weinig kwalitatieve verbinding voor de zwakke weggebruiker, gezien het drukke verkeer en de vele baanwinkels langsheen deze weg. Ook de OV-bereikbaarheid van Tuilt met het stadscentrum beperkt zich tot een 5 à 6-tal bussen per uur die Tuilt met het centrum verbinden.

- Ruimtelijk ligt Tuilt niet enkel afgescheiden van het centrum van Hasselt, bestaande lijninfrastructuren zonderen het gehucht ook af van het open landschap, waar het theoretisch gezien te midden van ligt. Hierdoor is het er alle contact mee verloren.

- Het bestaande BPA staat een verdere logische ontwikkeling van het plangebied in de weg. Zoals elders in deze nota genoteerd, levert het BPA een aantal knelpunten op die a.d.h.v. het nieuwe RUP dienen weggewerkt te worden.

- In Tuilt is bijzonder weinig infrastructuur gericht op de zwakke weggebruiker aanwezig. Op de Zolderse Kiezel en Herkenrodedreef na, beschikt geen enkele straat in het plangebied over fiets- of voetpaden. Fiets- en voetverkeer verloopt dus noodgedwongen

gemengd met het autoverkeer. Bij de aanleg van het Wijngaertsveld werd wel een aanzet gemaakt om hier wat aan te doen (zie verder bij kansen) maar relaties met het park kunnen nog verbeterd worden (bv.: School-park).

- Het St.-Jozefsplein kent een heel onduidelijke gebruiksstructuur. Alhoewel het plein niet voor parkeren ingericht werd, wordt het daar toch voornamelijk voor gebruikt vanwege de parkeerdruk van de horeca in combinatie met activiteiten in het ontmoetingscentrum. Als gevolg hiervan werd de groenaanleg voor een groot deel stuk gereden door wagens en wordt het gebruik van bepaalde recreatieve voorzieningen, zoals het aanwezige basketveldje, sterk gehinderd.

- De kmo zone is weinig duidelijk ontsloten, het gebied is momenteel enkel toegankelijk via een residentiële straat.

- Veel doorgaand verkeer doorheen de Roverstraat, Sint-Jozefsplein en Lammerweg. Dit verkeer gaat onderandere via het steegje tussen het Sint-Jozefsplein en Roverstraat.

- De woningen rond de kmo zone zijn niet voldoende gebufferd ten opzichten van de kmo zone en de E313.

- De gebruikers van de stadsmagazijnen geven aan dat deze verouderd zijn en er moet bekeken worden of deze locatie wel het meest geschikt is.

- Park kent een aantal hoeken en kanten met minder sociale controle.

5.2.3. KansenTuilt werd mee opgenomen binnen het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk. Deze selectie biedt heel wat kansen voor de toekomstige ontwikkeling van Tuilt. Waar in 1994 nog kon gemotiveerd worden dat een ontwikkeling van de woonuitbreidingsgebieden ongewenst was, ligt dat na de selectie van Tuilt tot het stedelijk gebied heel anders en kunnen ze herbevestigd worden in het kader van een toekomstig eventueel benutbaar reserve. Ook biedt dit een kans om Tuilt als kern te herbevestigen en te bestendigen.

Op korte termijn zal de KSA van Tuilt geherlocaliseerd worden naar de hoek van de Roverstraat en de Rijkelstraat. Dit biedt kansen op de nieuwe en de bestaande locatie.

Page 45: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

45

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Op de nieuwe locatie kan dit een aanzet zijn tot een herontwikkeling van de site met de stadsmagazijnen. Deze gebouwen zijn sterk verouderd, maar hun aanwezigheid hier vormt wel een enorme kans. Tijdens het RUP-proces zal een beslissing moeten vallen omtrent vervangbouw (al dan niet op deze locatie) of renovatie van de magazijnen. In beide scenario's ligt er een kans open tot herontwikkeling van de site. Initiator van deze herontwikkeling zal echter de nieuwbouw van de KSA zijn, die al op kortere termijn gepland staat. De ruimte die hierdoor vrijkomt nabij het Sint-Jozefsplein biedt dan weer nieuwe kansen voor een herstructurering van het St.-Jozefplein.

Een andere kans ligt in de nabijheid van Herkenrode. Dit domein betreft een unieke beschermde site met uitzonderlijke landschappelijke kwaliteiten. Sinds de aanleg van de E313 werd de site echter fysiek afgesneden van Tuilt, evenwel maken haar uitzonderlijke kwaliteiten en haar nabijheid, haar tot een te onderzoeken kans naar hoe het domein terug meer voelbaar aanwezig kan gemaakt worden voor de Tuiltenaar.

Bij de aanleg van het Wijngaertsveld werd er voor de eerste keer in Tuilt aandacht geschonken aan een degelijke infrastructuur voor de zachte weggebruiker. Het park voorziet in een aantal interressante doorsteekjes. Eens deze aantakken op de openbare weg is er echter nagenoeg geen fietsinfrastructuur meer voor handen. Echter vormt het park een eerste interessante aanzet om een verbeterd netwerk voor zacht verkeer in Tuilt uit te bouwen.

De herinrichting van de KMO zone biedt kansen voor een betere buffering naar de woonwijk toe en een verbeterde ontsluiting. Deze zone is ook opgenomen in het gemeentelijk stuctuurplan i.f.v. een kwalitatieve inrichting en ontwikkeling van dit gebied.

Het groengebied achter de Carrefour-site kan verder ontwikkeld worden met oog op een betere connectie en relatie tussen het woongebied en het open landschap.

5.2.4. BedreigingenZonder gerichte interventies vanuit het beleid dreigt een gebied als Tuilt weinig dynamisch te zijn. Het is echter een gebied dat op het vlak van beleid op hogere beleidsniveaus weinig aandacht genereert en bijgevolg specifiek dient

opgenomen te worden door lokale beleidsinitiatieven.

Op ruimtelijk vlak is de huidige structuur van het gebied weinig gunstig op lange termijn. De traditionele verkavelingswijk bestaande uit vrijstaande woningen is een model dat hoe langer hoe minder als een valabele oplossing aanvaard wordt. Op termijn worden er dan ook substantiële problemen verwacht voor de bestaande wijken volgens dit model. Veelal bestaan deze wijken uit oudere, slecht geïsoleerde en te grote woningen, die niet langer aangepast zijn aan de huidige maatschappelijke behoeften. De interesse bij jonge gezinnen voor dergelijke wijken als potentiële woonlocatie gaat dan ook eerder achteruit, dit niet enkel omwille van het onaangepaste woningenbestand, maar ook door de decentrale ligging van het gehucht, van waar bepaalde stedelijke voorzieningen enkel met de auto bereikbaar zijn.

5.2.5. Conclusie SWOT-analyseBovenstaande betreft slechts een eerste scan op basis van bestaande beleidsdocumenten. Echter is het eerste participatiemoment cruciaal als aanvulling hierop. Op dit moment bakenen we op basis van de analyse echter al enkele onderzoeksopties af (onder hoofdstuk 5.3) die voorlopig als de kernthematieken van het RUP worden geselecteerd, uiteraard is het de bedoeling deze verder te verfijnen en uit te breiden nadat lokale input is ontvangen via de geplande gesprekken en infomomenten.

5.3. OnderzoektopicsVertrekkend vanuit de SWOT-analyse worden een aantal onderzoektopics naar voor geschoven die onderzocht zullen worden tijdens de opmaak van het RUP. Doel is hierbij een inrichtingsvisie op te stellen die een aantal belangrijke vragen integraal benadert.

5.3.1. Welke stedenbouwkundige visie dient de basis te vormen voor een hedendaags Tuilt?Het eerste onderzoeksvraagstuk is meteen het meest allesomvattende. - Hoe kunnen we Tuilt, met respect voor haar huidige

karakter, opheffen naar een niveau dat beter

Page 46: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

46

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

beantwoordt aan haar selectie als regionaalstedelijk gebied? Welke rol voorzien we voor de woonuitbreidingsgebieden als reservegebied binnen een totaalvisie op Tuilt en welke dynamiek streven we na? Streven we een toekomst voor het gebied na dat eerder past bij haar selectie als regionaalstedelijk gebied of eerder bij haar huidig karakter als gehucht?

- Hoe kunnen we Tuilt beter verbinden met de haar omliggende structuren? De mentale afstand tot de binnenstad, maar ook tot omliggende open ruimte gebieden zoals de Herkenrode Abdij en de Herkenrodebossen is te groot. Hoe kunnen we dit verbeteren? Welke rol kan het groengebied achter de carrefoursite hier in spelen?

- Hoe springen we om met de randen? Is er een betere overgang naar de aanliggende lijninfrastructuren nodig? Hoe maken we de overgang naar de omliggende groenstructuren? Hoe maken we deze groenstructuren weer voelbaar aanwezig?

- Welke eigen groenstructuur past binnen deze visie? Kan de Herkenrodedreef als kwaliteitsvolle, groene verbinding een grotere rol innemen en de band met Herkenrode terug aanhalen? Kan het Wijngaertsveld een rol spelen bij de ontwikkeling van het aanliggende woonuitbreidingsgebied?

- Waar zijn er nog inbreidings- en uitbreidingsmogelijkheden, naast de woonuit-breidingsgebieden?

- Welke mobiliteitsbeeld past binnen deze visie?

5.3.2. Hoe lossen we de lokale knelpunten op?- Hoe herstructureren we het St.-Jozefsplein? Welke

nieuwe invulling krijgt het perceel van de KSA Welk toekomstig gebruik zien we voor het plein en hoe kan het plein hierop afgestemd worden?

− Welk beleid is er nodig voor de kmo zone? Kan de ontsluiting anders georganiseerd worden?

− Hoe kunnen we een kwaliteitsvolle langetermijnvisie realiseren voor de tuin- en diershop?

− Welke visie is er nodig voor de bufferzone en het gebied voor dagrecreatie? Welke mogelijkheden zijn er voor het braakliggend perceel zonder dat het

groenkarakter van Tuilt verloren gaat?− Hoe pakken we het zonevreemd karakter van de tuin-

en diershop aan?− Welke uitbreidingsmogelijkheden zijn er voor de

school? Zijn er herlokalisatie mogelijkheden? Hoe kunnen we de verkeersveilighied verbeteren?

- Hoe dienen we de site met de stadsmagazijnen aan te pakken? Is behoud van de gebouwen gewenst en welke invulling dienen we te geven aan de zones voor ‘economische nevenactiviteiten’, die tot op heden onbenut zijn gebleven? Hoe kunnen we de te bouwen nieuwbouw van de KSA integreren binnen dit geheel? Hoe kan eventuele overlast beperkt worden door middel van een buffer?

- Hoe kunnen we de erfgoedwaarde van de Draekerwinning optimaal respecteren, rekening houdend met het huidig en toekomstig gebruik van de site? Wat met de parkeerdruk die wordt afgewenteld op de Roverstraat?

− Hoe kan er voldoende parking voorzien worden aan het Sint-Jozefplein om de parkeerdruk van de horeca en de feesten in de parochiezaal op te vangen? Parkingvoorziening mag het groen karakter van de wijk niet in gedrang brengen evenals de verblijfskwaliteit van het Sint-Jozefsplein.

− Hoe kunnen er voldoende speelvoorzieningen voor kinderen behouden en gerealiseerd worden ter hoogte van het Sint-Jozefsplein? Het Sint-Jozefsplein functioneert bovendien ook als evenementen ruimte voor de buurt.

− Hoe kan doorgaand verkeer nabij het Sint-Jozefsplein, Lammerweg en Roverstraat ingeperkt worden?

− Waar kunnen we ruimte voorzien voor zorgwonen en in welke vorm?

− Welke nieuwe opportuniteiten voor het zacht netwerk zijn er? Zijn er onderandere mogelijkheden voor een verbinding van de Herkenrodedreef naar het park aan de pachthoeve of een verbinding van de Herkenrodedreef naar de Mevrouwhofstraat?

− Hoe richten we het park verder in als speel- en belevingspark voor Tuilt? Welke uitbreidingsmogelijkheden zijn er? Hoe verbeteren we de relatie met de school?

Page 47: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

47

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

5.3.3. Aanzet tot antwoord op de knelpunten. De volgende tekeningen zijn een eerste aanzet tot antwoord op de knelpunten. Deze mogelijke interventies zijn evolutief en moeten gelezen worden als suggesties die tijdens het participatiemoment gebruikt worden als startpunt voor de bewoners om actief mee te denken over de toekomstige invulling/inrichting.

1. Herstructurering van het Sint-jozefspleinMogelijke interventies:− Herstructurering van de circulatie− Herstructureren van het gebruik van het plein− Herstructureren van de omliggende functies in de nabij omgeving van het plein− Zorgwonen als zone met nabestemming. Hier kan de huidige functie behouden blijven en pas wanneer het huidig

gebruik niet meer nodig is kan de keuze gemaakt worden om te schakelen naar de aangegeven nabestemming.

Herstructurering Sint-Jozefsplein variant 1

Herstructurering Sint-Jozefsplein variant 2

Page 48: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

48

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

2. Site StadsmagazijnenMogelijke interventies:− Integratie KSA Tuilt met voldoende aandacht voor buffering naar de omgeving− Herbestemming resterende (ongebruikte) buitenruimte

Herstructurering site stadsmagazijnen variant 1

Herstructurering site stadsmagazijnen variant 2

Page 49: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

49

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

3. Openbaar park en DraekerwinningMogelijke interventies:− Uitbreiding van het park− Beperken van de bouwmogelijkheden voor de Draekerwinning ifv respect voor de erfgoedwaarde. Wel

mogelijkheden voorzien voor het bakhuis.− Integratie zorgwonen in het park

4. Buffer en recreatiezoneMogelijke interventies:− De buffer tussen de Herkenrodedreef en de E313 vrijwaren− Zachte bestemming die verenigbaar is met het groen karakter mogelijk maken.− Relatie tussen openbaar park en buffer/recreatiegroen en kasteel Herkenrode onderzoeken

behoud park

minimale bouwmogelijkheden

mogelijke uitbreiding park

buffergebied

recreatiegebied

Openbaarpark en Dreakerwinning

Buffer en recreatiezone

Page 50: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

50

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

6. Reikwijdte en detailleringsgraad RUP

6.1. reikwijdteHet voorgenomen plan voorziet in het wijzigen van de ruimtelijke bestemmingstypen in het plangebied. De grens van het plangebied wordt op de bestemmingen volgens het gewestplan en het BPA afgestemd en wordt plaatselijk bijgestuurd op basis van het GRB (grootschalig referentiebestand) dat als ondergrond voor de opmaak van het uiteindelijke grafisch plan wordt gebruikt. Aangezien het plangebied door duidelijke lijninfrastructuren wordt begrensd (de contour afgebakend door de Herkenrodedreef, de Zolderse Kiezel, de Rijkelstraat de E313, Mevrouwhofstraat en de Heerstraat), kan de contour van het RUP ook op een erg eenduidige en duidelijke wijze gesteld worden.

6.2. detailleringsgraadOnderhavig RUP beoogt kleine aanpassingen aan het huidig wetgevend kader.

Er zal zoveel mogelijk met globale bestemmingszones worden gewerkt waarin de mogelijke bestemmingen concreet worden vastgelegd. Onderhavig RUP voorziet daarnaast in het opstellen van een eenduidig maar flexibel juridisch kader, dat voornamelijk een regisserende rol dient na te streven. De intentie bestaat erin om de invullingsmogelijkheden zoveel mogelijk open te laten, de beperkingen zullen zich voornamelijk richten naar essentiële elementen inzake de gewenste groen- en mobiliteitsstructuur en de goede ruimtelijke ordening, waaronder aspecten zoals duurzaamheid, beeldkwaliteit en gebruikskwaliteit.

Voor bepaalde delen kan de verplichte opmaak van een globaal richtplan opgelegd worden met het oog op kwaliteitsbewaking en het bewaken van een duurzaam, zorgvuldig en zuinig ruimtegebruik.

Page 51: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

51

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Afbakening RUP 229 Tuilt

0 100 200m

0 0,25 0,50,125Kilometers

Page 52: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

52

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

7. Geïntegreerd planningsproces

op langere termijn de aantrekkingskracht van Tuilt als woonwijk achteruit gaan omdat de lokale typologie hoe langer hoe minder aangepast zal zijn voor een wijzigende demografie. Gezien de selectie van Tuilt binnen het regionaalstedelijk gebied is het nulalternatief dus geen optie. Onder dit alternatief kan Tuilt nooit voldoen aan wat van haar verwacht wordt naar aanleiding van deze selectie.

7.1.2. LocatiealternatievenGezien het om de herinterpretatie van een bestaand BPA gaat, zijn locatiealternatieven niet mogelijk.

7.1.3. InrichtingsalternatievenIn het RUP wordt een eenduidig kader uitgezet waarbinnen er gewerkt kan worden. Toch blijven de inrichtingsmogelijkheden flexibel. Tijdens de volgende fase zullen inrichtingsalternatieven ook verder in overweging genomen worden (bijvoorbeeld de mogelijke scenario’s om om te gaan met de stadsmagazijnen). Enkel de meest essentiële elementen waar een kwaliteitsvolle ontwikkeling mee wordt gegarandeerd, worden in de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP doorvertaald. Concreet worden de globale bestemmingszones vastgelegd waaraan ruimtelijke randvoorwaarden worden gekoppeld. Dit zijn onder meer bepalingen omtrent bouwmogelijkheden (B/T, bouwhoogtes), beeldkwaliteit en ruimtelijke kwaliteit (groenzones, trage verbindingen...).

7.2. RVR-ToetsEr moet geen RVR worden opgesteld. Het plan moet niet voorgelegd worden aan de dienst Veiligheidsrapportering. Er bevinden zich geen bestaande Seveso-inrichtingen in of nabij het plangebied. De inplanting van nieuwe Seveso-inrichtingen wordt in het RUP uitgesloten.

7.1. Planalternatieven

7.1.1. NulalternatiefHet nulalternatief houdt de mogelijkheid in om geen RUP op te maken, waardoor de huidige juridisch-planologische situatie van het gebied gehandhaafd wordt. In dat geval blijft het BPA, en voor de woonuitbreidingsgebieden het gewestplan, van kracht.

De als woonzone ingetekende gebieden op het BPA zijn alle zones voor een laag-dynamische, open of halfopen bebouwing. Varianten hierop die een hoger ruimtelijk rendement nastreven kunnen onder het nulalternatief niet onderzocht worden. Onder het nulalternatief blijven de uitgesloten delen woonuitbreidingsgebied. Een toekomstige ontwikkeling van deze gebieden wordt dan minder evident, tenzij binnen een PRIAK, wat onwaarschijnlijk lijkt.

Aangezien de verhuis van het KSA ondertussen beslist werd en zij kunnen bouwen op de nieuwe locatie binnen het bestaande BPA, houdt dit in dat een herontwikkeling van de huidige locatie moeilijk wordt. Deze zou immers zone voor openbaar nut blijven, wat de mogelijkheden tot herbestemming sterk beperkt.

Sinds het BPA van kracht werd, bijna 25 jaar geleden, zijn de zones voor economische nevenactiviteiten niet ingevuld geraakt. Het valt te vermoeden dat dit zo zal blijven als het BPA van kracht blijft en dit dus in de praktijk braakliggende gronden zullen blijven.

De huidige parking van de ‘Draekerwinning’ zou onder dit alternatief bebouwd kunnen worden, zodat het zicht op dit geïnventariseerde gebouw vanaf de Zolderse Kiezel volledig kan geblokkeerd worden en de erfgoedwaarde ernstig bedreigd wordt. Ook kan het perceel dat toegang geeft naar het Wijngaertsveld vanaf de Zolderse Kiezel theoretisch gezien bebouwd worden, dit zou deze toegang tot het park blokkeren.

Het nulalternatief is dus aanvankelijk een status quo: geen garantie tot een positieve toekomstige evolutie en geen garantie op het wegwerken van de bestaande knelpunten, bovendien zullen onder dit alternatief de bindende bepalingen van het GRS niet tot uitvoering kunnen gebracht worden. Echter zal onder het nulalternatief

Page 53: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

53

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

7.3. Voortoets passende beoordelingDe passende beoordeling wordt voorgeschreven volgens artikel 36ter van het decreet Natuurbehoud, en is van toepassing indien het plan een betekenisvolle impact kan hebben op speciale beschermingszones.

Het voorgenomen plan heeft niet te maken met het beheer van een speciale beschermingszone en het gebied is niet gelegen in de onmiddellijke omgeving van een habitatrichtlijngebied en/of een vogelrichtlijngebied zodat een passende beoordeling niet moet worden opgemaakt.

7.4. Onderzoek naar significante milieueffecten

Zie bijlage I

Er dient geconcludeerd te worden dat voor de bestemmingen en inrichtingen die binnen het RUP 229 Tuilt te Hasselt kunnen worden gerealiseerd er van rechtswege geen plan-MER-plicht is. Tevens dient er, zoals aangegeven in de m.e.r.-screening, geoordeeld te worden dat de uitvoering van het voorliggende RUP geen aanzienlijke milieu- effecten met zich mee zal brengen die de opmaak van een plan-MER noodzakelijk maken.

7.5. Watertoets

Zie bijlage II

Na uitvoering van de watertoets dient geoordeeld te worden dat het RUP 229 Tuilt geen significante problemen met zich mee zal brengen inzake potentiële wateroverlast.

Page 54: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

54

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

De overheid kan geen plan en/of programma dat kadervormend is voor het afleveren van vergunningen voor projecten - zoals het voorliggende RUP 229 Tuilt - goedkeuren als er geen onderzoek is gebeurd naar de significante milieueffecten. De vergunningverlenende overheid moet steeds kennis hebben genomen van de te verwachten milieueffecten en de mogelijke milderende maatregelen. Er geldt enkel een plan-MER-plicht voor deze plannen en programma’s die aanzienlijke en significante milieueffecten met zich kunnen meebrengen.

Het RUP 229 Tuilt is niet van ‘rechtswege’ plan-MER-plichtig omwille van volgende drie redenen:− Binnen het RUP worden geen projecten mogelijk

gemaakt die behoren tot de in bijlage I en II van het BVR 10/12/04 opgesomde projecten. Er wordt geen bebossing voorzien van meer dan 10ha, noch een stadsontwikkelingsproject van 1.000 of meer woningen, 5.000 m² handelsruimte of een verkeersgenererende werking van 1.000 of meer personenauto-equivalenten per tijdsblok van 2 uur.

− Het RUP vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004, namelijk voor een project opgesomd

in rubriek 10b van bijlage III. Het RUP wordt aanzien als screeningsgerechtigd gezien het ruimtelijk uitvoeringsplan:

− slechts het gebruik van een kleine gebieden op uitgesproken lokaal niveau regelt zonder enige bovenlokale uitstraling;

− Het RUP is geen plan of programma waarvoor een passende beoordeling vereist is zoals bepaald door het artikel 36ter §3 van het natuurdecreet.

Omwille van bovenstaande motivering kan er besloten worden dat het RUP 229 Tuilt van ‘rechtswege’ niet plan-MER-plichtig is, maar wel screeningsplichtig. Er moet met andere woorden een screening naar de mogelijke aanzienlijke milieueffecten worden gevoerd. Naargelang het resultaat van deze screening wordt besloten of voor het RUP al dan niet een planMER dient te worden opgemaakt.

De criteria voor het opmaken van de m.e.r.-screening worden weergegeven in bijlage I van het DABM (Decreet Algemeen Milieubeleid).

Bijlage I: m.e.r.-screening

Situering deelzones

1 2

3

Page 55: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

55

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

1. Implicaties op de discipline bodem

ReferentiesituatieOp de bodemkaart wordt de onderste rand van het projectgebied aangeduid als bebouwde zone. Het bodemprofiel van deze zone wordt als gewijzigd of vernietigd beschouwd. In het overige deel worden volgende bodemtypes aangeduid:

Matig droge lemig zandbodem met dikke antropogene humus A horizont (Scmm): deze matig droge plaggengronden hebben een humusdek dat meer dan 60 cm dik is, en dat rust op een begraven profiel meestal een Podzol. Het humusgehalte van het plaggendek ligt tussen 4 en 5 %. De roestverschijnselen komen voor tussen 60 en 90 cm. Scm is optimaal vochthoudend in het voorjaar, en droogt sterkt uit in de zomer. De plaggengrond Scm is geschikt voor alle teelten. Veeleisende gewassen vergen een aanvullende bemesting en een regelmatige (eventueel kunstmatige) watervoorziening in de zomer. Het is een zeer goede grond voor extensieve en intensieve groenteteelt. Hij is iets te nat in het voorjaar voor asperge, vooral de substraatseries.

Bodemkaart (Agiv)

Matig natte lemig zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B horizont (Sdg): de drie Podzolseries (Sdf, Sdg en Sdh) hebben de drainagekenmerken gemeen en vertonen roestverschijnselen vanaf 40-60 cm. Bij Sdf in de Kempen wordt de Podzol B meer algemeen als een ijzer B beschreven en hij vertoont een diffuus karakter. Bij Sdg is de Podzol B samengesteld uit een zwartbruin Bh1 en een (rood)bruine Bh2; hij reikt tot een diepte van 80 cm indien geen afwijkende lagen op geringe diepte voorkomen. Bij Sdh is de Podzol B verbrokkeld. In alle gevallen gaat de Podzol B rechtstreeks over tot een gegleyifieerd Cg horizont. De humeuze bovengrond bij Scf en Scg is bruingrijs en wisselend in dikte ( . . . 1, . . . 2, . . . 3) en algemeen heterogeen, bij de Postpodzol Sdh is de humeuze bovengrond homogeen, meer dan 30 cm dik en heeft een hoog humusgehalte. Voor de drie Podzolseries is de waterhuishouding in de winter en de lente doorgaans te nat. In de zomer behouden deze bodems voldoende vocht, alhoewel watergebrek bij droge periodes kan optreden. De landbouwkundige waarde is voor Sdf en sterk gebonden aan de dikte van de humeuze bovengrond. De humusfaze . . . 3 is samen met Sdh goed geschikt voor akker- en tuinbouw. Ze komen in aanmerking voor veeleisende gewassen. Asperge geeft echter geen goede resultaten. Het zijn eveneens goede weidegronden.

Page 56: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

56

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Matig droge lemige zandbodem waarbij de sedimenten lichter of grover worden in de diepte, met duidelijke ijzer en/of humus B horizont (Scgz): De Podzolen Scf en Scg en het complex ScF vertegenwoordigen matig droge gronden met wisselende dikte van de grijze of bruin-grijze humeuze bovengrond waarin geheel of gedeeltelijk het uitlogingshorizont verwerkt is. Bij Scf beginnen de roodachtige of bruinachtige roestvlekken tussen 60 en 90 cm diepte. Deze horizont vertoont een zwak ontwikkeld ijzer B horizont, soms ook met illuviale humus aangerijkt. Bij Scg bestaat de B horizont meestal uit een humus- (Bh: zwart-bruin) en een ijzeraanrijking (Bir: bruin). De humuspodzol heeft uitsluitend een bruine Bh. De C horizont is roestig vanaf 60-90 cm. Scf en Scg hebben een gunstige waterhuishouding in de winter; meestal te droog in de zomer vooral wanneer de Podzol B sterk ontwikkeld is en verkitting vertoont. De geschiktheid houdt verband met de dikte van de humeuze bovengrond. De bodems komen in aanmerking voor weinig eisende teelten. Teelten met een late vegetatieperiode zijn minder geschikt; gewassen met een groeiperiode voor de grote droogte leveren doorgaans goede resultaten. Ze zijn geschikt voor haver, rogge, raaigras, erwten, bonen, vroege groenten, augurken en aardbeien. Asperge geeft minder goede resultaten omdat de kwaliteit te wensen overlaat (bruine schors).

OVAM maakt melding van een beschrijvend (dossiernummer 3149) en oriënterend bodemonderzoek (dossiernummer 36725) in het plangebied.

EffectenDe antropogene bodems die een deel van het plangebied bekleden (de als dusdanig aangeduide delen, maar ook de delen die al bebouwd zijn, waar van mag worden aangenomen dat plaatselijk de profielen al vernietigd zijn) zijn weinig gevoelig voor verdichting en betreding.

De omliggende nattere bodems zijn echter wel gevoelig voor verdichting en betreding, hier zal dan ook rekening mee gehouden worden binnen de opmaak van de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP.

Eventuele accidentele bodemverontreiniging door het planvoornemen is niet uit te sluiten (bijvoorbeeld in deelzone 2 (KMO-zone), maar bij bouwwerkzaamheden en bodemverstoring en bij nieuwe inrichtingen dient de geldende regelgeving (Vlarem, Vlarebo, Vlarema) te worden gevolgd. Er worden bijgevolg geen aanzienlijke effecten verwacht op bodemkwaliteit (verspreiden van verontreiniging) door het planvoornemen. Gepaste voorzorgen worden verzekerd via het Bodemdecreet/VLAREBO/VLAREM/VLAREMA.

De discipline bodem zal niet onderscheidend werken naar invulling binnen de verschillende deelzones. Indien rekening wordt gehouden met de bestaande regelgeving, worden globaal geen aanzienlijke effecten verwacht ten gevolge van het planvoornemen.

Page 57: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

57

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Zonering VMM (geoloket zonering- en uitvoeringsplannen)

Collectief geoptimaliseerd buitengebied

Collectief te optimaliseren buitengebied

Individueel te optimaliseren buitengebied - IBA - aanwezig

Individueel te optimaliseren buitengebied - IBA - gepland

Centraal gebied

Individueel te optimaliseren buitengebied - gesloten opvangsysteem - aanwezig

Individueel te optimaliseren buitengebied - gesloten opvangsysteem - gepland

2. Implicaties op de discipline waterNaast de onderwerpen hieronder verwijzen we ook naar de Watertoets in bijlage II.

ReferentiesituatieDe waterloopassenkaart van de VMM geeft geen waterlopen aan binnen het plangebied. Net buiten het plangebied, in het noorden, is de Tuilterloop gelegen.

Volgens het zoneringsplan is het plangebied hoofdzakelijk gelegen binnen centraal gebied. Een zone in het noorden van het plangebied is aangeduid als collectief geoptimaliseerd buitengebied.

EffectenNa evaluatie van de watertoets mag worden geoordeeld dat m.b.t. de discipline oppervlaktewater het RUP geen significante negatieve effecten zal hebben.

De stedenbouwkundige voorschriften verplichten dat het hemelwater van de bebouwing binnen de contouren van het RUP wordt opgevangen, passend gebufferd en verplicht hergebruikt wordt. Voor nieuwe ontwikkelingen is aansluiting op het rioleringsstelsel verplicht.

Ten gevolge van het RUP worden er dus geen aanzienlijke effecten verwacht t.o.v. de referentiesituatie.

Aanduiding waterlopen (Waterinfo.be)

Page 58: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

58

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

3. Implicaties op de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie

ReferentiesituatieAtlas der buurtwegenIn het plangebied zijn een aantal buurtwegen aanwezig, deze worden weergegeven op een uittreksel uit de Atlas der Buurtwegen. Volgende aanpassingen gebeurde doorheen de jaren:

Aanwezige buurtwegen Aanpassingen

Buurtweg n° 1 Gedeeltelijke rechtmaking (deputatiebesluit 31 augustus 1883)

Buurtweg n° 15 Gedeeltelijke versmalling (deputatiebesluit 29 januari 1875)

Traditionele landschappen (Agiv)

Uittreksel buurtwegenatlas, geoloket provincie Limburg (rood: afschaffing; oranje: wijziging; blauw: verlegging)

Vochtig Haspengouw

Dijle-Gete-Demeras

Zuiderkempen

Kempens plateau

Hageland

Page 59: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

59

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Vlaamse landschapsatlas, traditionele landschappenHet plangebied wordt tot de Demervallei gerekend, hetgeen een landschappelijke subeenheid is van de Dijle-Demer-Getevallei.

Beschermde cultuurhistorische landschappen, stads- en dorpsgezichten, monumenten en archeologische sites

Beschermde cultuurhistorische landschappen

Naam ID Datum Ligging Beschrijving

Abdij van Herkenrode

en omgeving

2955 05-12-1974 Herkenrodeabdij, Herken-

rodedreef, Rode-Rokstraat,

Sacramentstraat, Zolderse

kiezel

Omvat de bescherming van: abdij van Herkenrode, park

van de abdij van Herkenrode, Tuiltermolen en de geleide

lindendreef abdij Herkenrode. Deze laatste is voornamelijk

van belang voor het plangebied, gezien het er onderdeel

van vormt.

Vastgestelde inventaris landschappelijk erfgoed \ houtige beplanting met erfgoedwaarde

Naam ID Ligging Beschrijving

Geleide lindendreef

Abdij Herkenrode

130968 Herkenrodedreef Van bij de Abdij van Herkenrode loopt een rechte dreef, de Herkenrodedreef, tot

aan de Diestersteenweg. De totale lengte van de abdijdreef bedraagt 1400 meter.

De dreef bestaat uit vier bomenrijen van hoofdzakelijk linde. De plantafstand in de

rijen bedraagt 500 cm. De oudste “originele” aanplantingen staan op 1000 cm in

de rij. Halverwege tussen de “originele” aanplant is er telkens op 500 cm een boom

toegevoegd (paardenkastanje, linde, bruine beuk).

De oudste “originele” aanplanting is geschrankt aangeplant. Deze aanplant is over

het algemeen nog vrij intact. De meeste verdwenen posities zijn vast te stellen bij de

recentere toevoegingen. De geleide lindebomen zijn gekandelaard tot op een hoogte

van 700 cm.

Bouwkundig erfgoed

Naam ID Ligging Beschrijving

Langgestrekte hoeve 16367 Roverstraat 9, Hasselt Semi-gesloten hoeve met kern uit de 18de eeuw, gelegen op het zogenaamd

Wijngaerts Veld. Gebouwen onder zadeldaken, gegroepeerd rondom het

rechthoekig erf.

Net buiten het plangebied:

Naam ID Ligging Beschrijving

Langgestrekte hoeve 18882 Zolderse kiezel 117, Hasselt Langgestrekte hoeve, naar verluidt gebouwd in 1905. Ordonnantie:

woonhuisstal-schuur.

Langgestrekte hoeve 18880 Rijkelstraat 92, Hasselt Langgestrekte hoeve, uit de 19de eeuw, met ordonnantie: dwarsschuur-stal-

woonhuis.

Overige beschermingen

Er bevinden zich geen beschermde stads- en dorpsgezichten, monumenten of archeologische sites in het plangebied.

Beheersplan

Op 6 november 2014 werd een beheersplan ‘Hasselt – Voormalige abdij van Herkenrode’ (ID 175) goedgekeurd, dit omvat de voor het plangebied relevante Herkenrodedreef.

Page 60: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

60

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Vastgestelde inventaris landschappelijk erfgoed \ landschapsatlas relict \ ankerplaats

Naam ID Ligging Beschrijving

Abdijsite Herkenrode 135252 Kermt, Kuringen, Stokrooie De abdijsite Herkenrode ligt in de Demervallei, in een overgangsgebied

tussen de Lage Kempen en Haspengouw, ten zuiden van de dorpskern van

Stokrooi (Hasselt). Het is een uitgestrekt historisch domein dat teruggaat

tot het voormalige abdijcomplex der cisterciënzerinnen. Ten noorden

van de Demer situeren zich de beemden, ten zuiden de oude abdij met

haar aanhorigheden, het neerhof, het oostelijk gelegen kasteelpark en de

overige, hoger gelegen landbouwgronden. Behalve niet-bevloeid hooi- en

weiland kwamen hier tot in de 20ste eeuw ook grote vloeiweiden voor. Die

laatste werden via de Tuilterdemer van water voorzien. Landschapsatlas

2001 (inventarisatie: 01-11-2000 - 28-02-2001)

Centraal archeologisch inventaris

De Centrale Archeologische Inventaris is een inventaris van tot nog toe gekende archeologische vindplaatsen. Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch erfgoed dat voor ons verborgen zit in de ondergrond, is het onmogelijk om op basis van de Centrale Archeologische Inventaris met zekerheid uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van archeologische sporen. De aan- of afwezigheid van archeologische sporen dient met verder archeologisch onderzoek vastgesteld te worden.

Binnen het studiegebied zijn geen beschermde archeologische sites aangeduid.

Ten zuidoosten van het plangebied is de site van de Carrefour en de Decathlon aangeduid als gebied waar geen archeologie te verwachten valt.

Beschermd cultuurhistorisch landschap 'Herkenrode en omgeving', ID2955 (Onroerend Erfgoed)

Page 61: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

61

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

EffectenLandschap en erfgoed

Algemeen geldt dat bij het bouwen, herbestemmen, … het landschap positief of negatief beïnvloed kan worden.

Binnen de zone van het huidige BPA Tuilt is het bouwkundig relict ‘Draakwinning’ gelegen. Specifiek voor ‘De Draakwinning’ zal het RUP een gunstig effect hebben, gezien een betere bescherming van het object (door het onbebouwbaar maken van enkele aanliggende percelen) een doelstelling is van het RUP. Verder zijn in deze deelzone geen erfgoedelementen gelegen, en is het planvoornemen verenigbaar met het reeds residentiële karakter van de wijk. Aanzienlijke effecten worden bijgevolg niet verwacht.

Ten aanzien van de deelzones 1 (Basisschool Tuilt) en 2 (KMO-zone) zijn geen beperkingen inzake invulling en ontwikkeling vanuit het landschappelijk oogpunt.

Deelzone 3 (Buffer- en dagrecreatiezone) is landschappelijk zeer waardevol, en werd deels beschermd als cultuurhistorisch landschap de recreatie zone valt erbuiten. De zone is deels opgenomen binnen de inventaris houtige beplantingen met erfgoedwaarde. Volgens het beschermingsbesluit is het verboden:

- Nieuwe constructies op te richten

- Bestaande gebouwen te slopen, te verbouwen en de ordonnantie of het uitzicht ervan te wijzigingen

- De beplantingen te wijzigen, de bestaande bomen meer dan normaal te snoeien en het struikgewas te kappen of uit te rooien

- Reclame-panelen, of gelijk welke publiciteit aan te brengen

- Lucht- en grondgeleidingen te plaatsen

- Vijvers of grachten te dempen

- Wegenis te verharden

- De natuurlijke configuraties van het terrein te wijzigen door allerhande werken en allerhande mogelijke activiteiten of ingrepen

De impact kan als niet aanzienlijk beschouwd worden

indien voldaan wordt aan bovenstaande elementen. Op basis van bovenstaande elementen is een harde bestemming ter hoogte van de bufferzone uitgesloten, en dienen de nodige voorschriften opgenomen te worden ter behoud van de landschappelijke en erfgoedwaarden ifv het gebied. Binnen de zone voor recreatie zijn in principe geen beperkingen inzake invulling van het gebied. Het is evenwel sterk aangeraden om voldoende buffering te voorzien ten aanzien van het beschermd landschap, om zo ook indirecte effecten maximaal te beperken.

Archeologie

De ondergrond binnen het plangebied kan beschouwd worden als bodemarchief, waar voorzichtig mee moet omgesprongen worden in functie van de potentieel archeologische waarden. Door uitvoering van het RUP is vergraving mogelijk. Hierdoor bestaat een potentiële kans op het verstoren van archeologische waarden. De aan- of afwezigheid van archeologische sporen kan immers enkel met verder onderzoek worden vastgesteld.

Archeologisch vooronderzoek is geregeld binnen de geldende regelgeving (verplichting tot opmaak van een archeologienota onder voorwaarden). In het Onroerenderfgoeddecreet is geregeld dat bij een vergunningsaanvraag onder bepaalde voorwaarden een bekrachtigde archeologienota moet zitten (zie tevens beslissingsboom). Gezien er voldoende regelgeving is inzake archeologie worden er geen aanzienlijke effecten verwacht.

4. Implicaties op de discipline Biodoversiteit

ReferentiesituatieBiologische waarderingskaartDe biologische waarderingskaart duidt verschillende zones (in verschillende gradaties van belang) als biologisch waardevol aan. Dit omvat voornamelijk de deelzone 3 (buffer- en dagrecreatie) het bestaande park en de nog braakliggende woonuitbreidingsgebieden.

Page 62: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

62

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Gebieden van het VEN en IVONEr bevinden zich geen VEN- en IVON-gebieden in het plangebied. Het dichtstbijzijnde is ter hoogte van Stokrooie (middenloop van de Demer), op ca. 800m.

Natura 2000-netwerk, habitatrichtlijngebieden en vogelrichtlijngebiedenHet plangebied omvat geen habitatrichtlijngebieden of vogelrichtlijngebieden. De dichtstbijzijnde vogelrichtlijngebieden zijn de Demervallei (860m.) en het Vijvercomplex van Midden-Limburg (1700m.).

De Natura 2000-habitatkaart geeft geen habitats weer in het studiegebied.

Erkende natuurreservatenHet plangebied omvat geen erkende natuurreservaten, noch bevinden er zich enige in de nabijheid.

EffectenDe enige bijzondere kwaliteit die het plangebied wel kent zijn enkele als biologisch waardevol aangeduide percelen. Bij de inrichtingsvoorstellen voor deze gebieden zal hiermee rekening gehouden worden. Er worden geen significant negatieve effecten verwacht ten gevolge van het RUP voor de beschouwde discipline.

In en in de ruime omgeving van het plangebied bevinden zich geen Vogelrichtlijn- of Habitatrichtlijngebieden of VEN-gebieden. Rekening houdend met de aard van het plan worden er geen aanzienlijke of betekenisvolle effecten op NATURA-2000 gebieden verwacht.

Rekening houdend met het gegeven dat er in/nabij de deelzones 1 (Basisschool Tuilt) en 2 (KMO-zone) geen biologisch waardevolle zones aanwezig zijn, kan er redelijkerwijze worden geconcludeerd dat er geen aanzienlijke effecten op biotoopverlies/-wijziging zullen optreden in deze zones.

Binnen de zone van het BPA Tuilt maakt het plan ingrepen in biologische waardevolle zones mogelijk. Gezien verhardingen (en bijgevolg ook biotoopverlies) reeds mogelijk was binnen de bestemmingen in het BPA, zal het voorgenomen plan geen aanleiding geven tot aanzienlijke effecten. Bovendien zijn de waardevolle percelen reeds ingesloten binnen de bestaande verstedelijking. Het behoud van kleine landschapselementen (zoals hagen, bermen en bomen) is echter een meerwaarde ten aanzien van de biodiversiteit in zijn geheel.

Ook deelzone 3 (buffer- en dagrecreatiezone) is aangeduid

als biologisch waardevol, met zeer waardevolle elementen. Grootschalige ingrepen in deze zone zijn bijgevolg niet wenselijk, en het RUP dient te zoeken naar een (zachte) bestemming die verenigbaar is met de biologische waarde van het gebied.

5. Implicaties op de discipline mens en ruimte

ReferentiesituatieSeveso-inrichtingenEen Seveso-bedrijf is een bedrijf dat activiteiten ontplooit op het vlak van de behandeling, de productie, het gebruik of de opslag van gevaarlijke stoffen. Uit de RVR-Toets komt naar voren dat er zich geen Seveso-inrichtingen nabij het plangebied bevinden. Het voorontwerp RUP dient niet te worden voorgelegd aan de dienst Veiligheidsrapportering. De inplanting van nieuwe Seveso-inrichtingen binnen het plangebied wordt uitgesloten.

MobiliteitTuilt wordt ontsloten via de N729 en de N2 (secundaire weg type III). Deze assen maken deel uit van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. Stadsbuslijnen H01, H10, H12 en H21 bedienen Tuilt via de Heerstraat, de Rijkelstraat en de Zolderse Kiezel. De Zolderse Kiezel is de verbindende as voor enkele regionale buslijnen (35c en 51).

RuimtegebruikBinnen het plangebied domineert de woonfunctie. Daarnaast zijn binnen het plangebied ook bedrijvigheid, KMO’s, scholen, recreatievoorzieningen en open/groene gebieden gelegen.

EffectenDe bestaande ontsluiting voor wagens blijft behouden. De ontsluiting voor fietser en voetgangers wordt minstens herbevestigd en waar mogelijk verbeterd dankzij een sterkere uitbouw van een fijnmazig netwerk van fiets- en voetwegen doorheen de kern en het omliggende landschap.

De stad Hasselt wenst door middel van het voorgenomen RUP de ontsluiting van de KMO zone verbeteren. Dit wordt gezien als een positief effect.

Page 63: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

63

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Biologische waarderingskaart (Agiv)

Natura 2000 Habitatkaart (Agiv)

Page 64: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

64

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

6. Implicaties op de discipline geluid en trillingen

ReferentiesituatieVoor de beschrijving van de referentiesituatie inzake de discipline geluid en trillingen wordt er teruggegrepen naar de geluidsbelastingskaarten van wegverkeer en spoorverkeer L-den (dag) en L-night (nacht) voor de provincie Limburg.

De L-den en L-night is een maat om de geluidsbelasting door omgevingslawaai uit te drukken. Voor de bepaling van L-den wordt het etmaal in drie periodes verdeeld: dagperiode 07:00-19:00 uur; avondperiode 19:00-23:00 uur en nachtperiode 23:00-07:00 uur. De L-night handelt enkel over de nachtperiode.

Bij de avond en de nachtwaarde wordt vervolgens een straffactor van respectievelijk 5 en 10 dB(A) opgeteld. De reden hiervan is dat een ander geluidsniveau in de avond en de nacht door het verminderen van geluiden uit de omgeving als hinderlijker wordt ervaren dan het geluid van overdag. Een andere reden is dat het voor eventuele slaapverstoring gedurende de nacht van belang is ‘s nachts strengere eisen te stellen. Geheel ter illustratie: 50 dB(A): rustig licht autoverkeer op 30 m afstand, 55 dB(A): koffiezetapparaat, elektrische tandenborstel; 60 dB(A): airconditioning (50-75 dB), wasmachine (50-75 dB), vaatwasser (55-70 dB). Hoewel geluidsoverlast door iedereen anders aangevoeld wordt, bestaat er toch consensus dat maar weinig mensen gehinderd zullen worden zolang het Lden-niveau onder de 50dB blijft. Stijgt het Lden-niveau tot 60 dB, dan zal een significant deel van de omwonenden gehinderd worden. Bij nog hogere niveaus (als Lden groter is dan 70 dB) zal de hinder in ernst toenemen en wordt ook het risico op gezondheiseffecten groter. Verstoring in de slaap komt al voor vanaf Lnight-niveaus rond 50 dB en kan een ernstig probleem worden wanneer de Lnight toeneemt tot 55 of 60 dB (bron: ‘Richtlijn omgevingslawaai’, Vlaamse Overheid, dep. LNE, 2009).

Gezien Tuilt omgeven wordt door hoog dynamische lijninfrastructuren (E313, N2 en de spoorlijn Hasselt-Diest), is enige impact uiteraard bestaande. Inzake spoorverkeer reiken de relevant geluidscontouren nauwelijks tot binnen het plangebied. Inzake wegverkeer, zijn relevante geluidscontouren aanwezig binnen nagenoeg het volledige plangebied. Binnen deelzone 3 (Buffer- en dagrecreatiezone) bedraagt het omgevingsgeluid tot 74 dB(A) gedurende de dag.

EffectenDe toename van het verkeer zal zeer beperkt zijn (minder dan 25%), waardoor er geen waarneembaar geluidseffect door een toename van het verkeer wordt verwacht (toename < 1dB). Bovendien is er reeds geluidsverstoring aanwezig in de omgeving. Er wordt bijgevolg geen aanzienlijk effect verwacht van het planvoornemen op de omgeving.

Gezien de reeds aanwezige geluidsverstoring in de omgeving, dient echter nagegaan te worden of toekomstige woonontwikkeling in dit gebied wel wenselijk is. Voor de beoordeling van de wenselijkheid voor de inplanting van nieuwe woonzones kan gebruik worden gemaakt van de studie “Onderzoek naar maatregelen omgevingslawaai”. In deze studie wordt een toetsingskader voorgesteld voor de inplanting van nieuwe woonzones in de omgeving van geluidsbelaste zones. Dit toetsingskader is voorgesteld in een discussienota “Maatregelen weg- en spoorwegverkeerslawaai – RO en stedenbouw” door LNE dienst hinder zelf en werd met de verschillende betrokken partijen bediscussieerd. Op basis van dit toetsingskader blijkt dat woonzones niet a priori uitgesloten worden, maar dat buffering en voldoende isolatie wenselijk is. Momenteel vormt de beplanting binnen de buffer- en recreatiezone voor een soort van geluidsbuffer voor de achterliggende wijk Tuilt. Vanuit leefbaarheidsaspecten is het dan ook wenselijk om deze bufferfunctie maximaal te behouden en waar mogelijk zelfs te versterken

Page 65: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

65

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Geluidsbelasting wegverkeer Lnight 2011 (Agiv)Geluidsbelasting wegverkeer Lden 2011 (Agiv)

Geluidsbelasting spoorverkeer Lden 2011 (Agiv) Geluidsbelasting spoorverkeer Lnight 2011 (Agiv)

Page 66: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

66

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

7. Implicaties op de discipline lucht

ReferentiesituatieFijn stof wordt gemeten door de PM10-waarde. Stikstofdioxide is een oxiderend gas dat irritatie van de luchtwegen kan veroorzaken. Verbrandingsprocessen t.g.v. onder andere gemotoriseerd verkeer stoten voornamelijk NO uit. In de lucht wordt NO omgezet tot NO2. Er worden normoverschrijdingen t.h.v. de diverse lijninfrastructuren vastgesteld voor de parameter NO2.

Polluent Grenswaarde µg/m3 Plangebied

NO2 40 Globaal 16 – 25, met lokaal hogere waarden (tot 45) langsheen de E313, N2 en N729

Fijn stof (PM10) 40 16-20

Fijn stof (PM2,5) 25 (20 in 2020) Globaal 11 – 12, met lokaal hogere waarden (13 – 15) op de N2 en de N729

Bron: http://www.vmm.be/data/luchtkwaliteit-in-je-eigen-omgeving (2016)

EffectenDe luchtkwaliteit in het plangebied en de omgeving is over het algemeen goed, en er wordt slechts een zeer beperkte toename in emissies vanuit het plangebied verwacht. T.o.v. het bestaande verkeersvolume op de verbindende assen zal dit slechts een marginale toename betekenen. Aanzienlijke effecten ten aanzien van lucht worden bijgevolg niet verwacht.

Page 67: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

67

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Luchtkwaliteit NO2 jaargemiddelde (VMM)

Fijn stof (PM2,5) jaargemiddelde (VMM)

Fijn stof (PM10) jaargemiddelde (VMM)

Page 68: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

68

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

8. Grensoverschrijdende effectenGelet op de ligging van het projectgebied, de lokale schaal van de ontwikkeling en het ontbreken van significante milieu-effecten dient te worden geconcludeerd dat er geen gewest- of landgrensoverschrijdende effecten zullen voorkomen met de inrichting van het voorliggende RUP.

In de – al dan niet directe – nabijheid van het voorliggende RUP zal de uitvoering ervan, naar alle waarschijnlijkheid, geen aantoonbare invloed hebben op bijzonder beschermde gebieden, zoals opgesomd in het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende de vaststelling van categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage.

9. Besluit waarom de opmaak van een plan-MER niet noodzakelijk wordt geachtEr dient geconcludeerd te worden dat voor de bestemmingen en inrichtingen die binnen het RUP 229 Tuilt kunnen worden gerealiseerd, er van rechtswege geen plan-MER-plicht is. Tevens dient er, zoals aangegeven in de m.e.r.-screening, geoordeeld te worden dat de uitvoering van het voorliggende RUP geen aanzienlijke milieu- effecten met zich mee zal brengen die de opmaak van een plan-MER noodzakelijk maken.

Er kan aangetoond worden dat de stedenbouwkundige interventies die in het RUP voorzien worden een uitgesproken lokaal karakter hebben en geen of slechts beperkte potentiële impact op de milieu-effecten met zich mee zullen brengen.

Het RUP voorziet in een aantal milderen en/of flankerende maatregelen, deze worden onderstaand opgesomd.

10. Milderende en/of flankerende maatregelenTijdens het onderzoek naar de significante milieueffecten worden proactief aan aantal voorzorgsmaatregelen in het RUP ingebouwd. De milderende of flankerende maatregelen bestaan uit:− Het hemelwater komende van bebouwing dient

verplicht te worden opgevangen, passend gebufferd en verplicht hergebruikt (inrichting wateropvang) te worden. Hierbij geldt het principe van opvangen en vasthouden van het hemelwater, infiltreren en indien nodig geleidelijk vrijgeven aan de Demer. De benutting van een gescheiden rioleringsstelsel voor de afvoer van het grijs of zwart water en de aansluiting hierop is verplicht.

− Verhardingen dienen te worden uitgevoerd in waterdoorlatende materialen tenzij afwatering en opvang en infiltratie in de naastliggende zones mogelijk is.

− Maximaal behoud van KLE’s (bomen, bermen, hagen, …)

− - Binnen deelzone 3 (bufferzone) dienen harde bestemmingen uitgesloten te worden en dienen de nodige voorschriften opgenomen te worden ter behoud van de landschappelijke en erfgoedwaarden van het gebied. Daarnaast is het ook wenselijk om de bufferende werking van het snelweggeluid ten opzichte van de achterliggende wijk Tuilt te behouden of zelfs te versterken.

− - Binnen deelzone 3 (recreatiezone) is het sterk wenselijk om voldoende buffering te voorzien ten aanzien van het beschermd landschap ten noorden van deze zone.

− Voor de woongebieden binnen het gebied met geluidscontouren boven de 55 dB(A) is buffering en voldoende isolatie wenselijk.

Page 69: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

69

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Page 70: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

70

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

1. Overstromingsgevoelige gebiedenIn het kader van de watertoets is een recente kaart (2017) aangemaakt die de overstromingsgevoelige gebieden tot op perceelsniveau weergeeft voor het gehele Vlaamse Gewest. De kaart bevat de effectief overstromingsgevoelige gebieden en de mogelijk overstromingsgevoelige gebieden. In het studiegebied of in de ruime omgeving daarvan worden geen effectief of mogelijk overstromingsgevoelige gebieden aangeduid.

2. WaterbeheerdersHet studiegebied en haar onmiddellijke omgeving omvatten geen waterlopen.

Het plangebied maakt geen deel uit van een watering.

3. Infiltratiegevoelige bodemsDe kaart met de infiltratiegevoelige bodems werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op wateroverlast afneemt. De kaart met infiltratiegevoelige bodems geeft twee types gebieden aan: de gebieden met infiltratiegevoelige bodems en de gebieden met niet-infiltratiegevoelige bodems.

Het volledige plangebied wordt als infiltratiegevoelig aangeduid.

Bijlage II: Watertoets

De watertoets geeft uitvoering aan de integratie van de principes van integraal waterbeleid bij de vergunningverlening. De watertoets vormt een onderdeel van het decreet op het integraal waterbeheer. De betrokken overheid moet het dossier aan een ‘watertoets’ onderwerpen vooraleer een beslissing te kunnen nemen over een plan of project. De overheden dienen bij het verlenen van een vergunning telkens te onderzoeken of de betrokken activiteit een schadelijk effect kan doen ontstaan dat vermijdbaar is.

Het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering (20.07.2006, BS. 31.10.2006), regelt de methodiek voor de uitvoering van de watertoets. De richtlijnen voor de watertoets staan in relatie tot zeven watertoetskaarten. Uit het beschikbare kaartmateriaal (AGIV, 2017) kan het volgende geconcludeerd worden.

Waterloopassen (waterinfo.be).

Beheerder volgens kleurcode: Donkerblauw: De Vlaamse Waterweg nvLichtblauw: provincie LimburgGroen: VMM - AOW Hasselt

Page 71: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

71

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Overstromingsgevoelige gebieden (Agiv)

Infiltratiegevoelige bodems (Agiv)

Page 72: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

72

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

4 . Grondwaterstromingsgevoelige gebiedenDe kaart met de gebieden die gevoelig zijn voor grondwaterstroming werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er minder of meer aandacht moet uitgaan naar de effecten van ingrepen op de grondwaterstroming. Met grondwaterstroming wordt vooral de laterale beweging van grondwater doorheen de ondergrond en de toestroming door kwel bedoeld. Voor de watertoets, die onder meer van belang is voor het evalueren van geplande bouwwerken, gaat de aandacht in de eerste plaats uit naar de ondiepe grondwaterstroming. Deze stroming kan worden beïnvloed of verstoord door ondergrondse constructies.

De kaart met grondwaterstromingsgevoelige gebieden toont het plangebied als matig gevoelig voor grondwaterstroming.

Het RUP voorziet geen bebouwing of infrastructuur die een invloed kan hebben op de grondwaterstroming (ondergrondse constructie met een diepte van meer dan 5,00m en een horizontale lengte van meer dan 100m).

5. WinterbedkaartDoel van de winterbedkaart is het aanduiden van de gebieden waar veranderingen van het bodemgebruik aanleiding kunnen geven tot een gewijzigd afvoergedrag in geval van overstroming van het gebied. Omdat dergelijke veranderingen in peilen en stroomsnelheden maar relevant zijn voor relatief omvangrijke overstromingsgebieden, werd de winterbedkaart beperkt tot de gebieden die onderhevig zijn aan overstromingen vanuit de bevaarbare waterlopen. Het plangebied en haar ruime omgeving maken geen deel uit van een winterbed.

6. HellingenkaartDe hellingenkaart van Vlaanderen ten behoeve van de watertoets geeft de hellingsgraad weer voor het Vlaamse grondgebied. Deze kaart werd opgemaakt met het oog op het determineren van ‘steile’ of ‘sterke’ hellingen, omdat deze hellingen aanleiding kunnen geven voor exces afvloeiend hemelwater, die de overstromingsgevoeligheid van een gebied kunnen beïnvloeden.

De hellingenkaart toont aan dat het studiegebied een vlakke structuur heeft.

Page 73: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

73

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Grondwaterstromingsgevoelige gebieden (Agiv)

Hellingenkaart (Agiv)

Page 74: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

74

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

7. Erosiegevoelige gebiedenDe erosiegevoeligheidskaart ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om de gevolgen van belangrijke wijzigingen in grondgebruik te kunnen inschatten. Dergelijke wijzigingen kunnen immers mogelijk aanleiding geven tot versnelde afstroming van oppervlaktewater van hellingen en tot de afspoeling van bodemdeeltjes.

Het plangebied is nagenoeg volledig niet erosiegevoelig.

8. Conclusie van de watertoetsEr dient geoordeeld te worden dat de watertoets voor het RUP 229 Tuilt geen significante problemen met zich mee zal brengen inzake potentiële wateroverlast. Potentieel nadelige effecten aan het watersysteem zijn hoofdzakelijk te wijten aan de aanwezigheid van verharde oppervlakten. Het hemelwater kan infiltreren in de niet verharde zones. In de andere zones kan het aandeel hemelwater dat niet infiltreert ter plaatse worden gebufferd en mogelijks langzaam afgevoerd worden naar de riolering. Het dient steeds de bedoeling te zijn om het hemelwater zo lang mogelijk op de site zelf te beheren (infiltratie, buffering en dan gecontroleerde afvoer).

In de nabijheid van de verhardingen en de zones waar de infiltratie plaatselijk bemoeilijkt wordt, wordt een afdoende wateropvang, infiltratie en vertraagde afvoer voorzien. Hierbij gelden minstens de wettelijke bepalingen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 1 oktober 2004 inzake hemelwaterputten e.a. (GSV).

Page 75: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

75

RUP 229 Tuilt | Hasselt | startnota | oktober 2018

Erosiegevoelige gebieden (Agiv)

Page 76: gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 229 Tuilt te Hasselt · 2019. 10. 3. · Marijke Gorissen, Marijke Verhasselt, Giel Vanhoutte, Pieter-Jan Gommé Fase en aanpassingen A. startnota

BUUR cvba

Sluisstraat 79 / 03.02, 3000 Leuven

T 016 89 85 50 – F 016 89 85 49

Antea Belgium nv

Roderveldlaan 1 2600 Berchem (Antwerpen)

T +32(0)3 221 55 00 | www.anteagroup.be