saskiavanwaterschoot.files.wordpress.com · Web viewDe leerlingen kunnen aan elkaar vragen stellen...
Transcript of saskiavanwaterschoot.files.wordpress.com · Web viewDe leerlingen kunnen aan elkaar vragen stellen...
Bijlage 2 Lesbeschrijvingsformulier ko-fase.
Opleiding tot leraar Basisonderwijs
Student(e): Saskia van Waterschoot
Stageschool: St. Jozef Groep: 3
Datum: 02-09- 2014
Groepsmentor: Carolien de Koning- d’Hooghe
Wpa-s les ko-fase:
Beginsituatie instructie afhankelijke kinderen:
De leerlingen kunnen de structureerwoorden van kern 2 lezen volgens de elementaire leeshandeling. Dit zijn de woorden: teen, een neus, buik. Ze kunnen de letters: t, ee, n, b verklanken.
Beginsituatie instructie gevoelige kinderen: Een aantal leerlingen kennen meerdere letters, deze zijn nog niet aangeboden tijdens de les. Er zijn kinderen die korte eenvoudige zinnen kunnen lezen en begrijpen.
Lesactiviteit: Woordveld maken Woorden maken en lezen De synthesewoorden worden gelezen Verhaaltekst wordt gelezen Beginklanken uitluisteren Begrijpen lezen van zinnetjes
Gedrag:
De leerlingen kunnen aan elkaar vragen stellen door het kaartje op het vraagteken te zetten. Ze kunnen dan overleggen over de opdracht die gemaakt moet worden. Ook kunnen ze met dit kaartje aangeven dat ze een ander willen helpen.
Doelstellingen les:
Aan het eind van deze les kunnen de leerlingen:
Instructie afhankelijke kinderen: De structuur doorzien van de klankzuivere woorden teen, een, neus en boek. Ze kunnen eenvoudige woorden in klanken verdelen.
Instructie gevoelige kinderen: Ze plaatsen de juiste letter bij een gegeven klank. Ze kunnen de volgende letters verklanken: t, ee, n, b. De structuur doorzien van de klankzuivere woorden teen, een, neus en boek.
Persoonlijke doelstellingen voor de student:
Ik ben in staat tot het creëren van een leerklimaat waarin de kinderen presteren op een bij hun passend niveau, zich herkend voelen in hun ontwikkeling en gemotiveerd zijn om de volgende stappen te zetten door meer uitdaging te geven aan de instructie-onafhankelijke kinderen.
Gebruikte bronnen:
Methode: Veilig Leren Lezen
Wat doen de kinderen? Timing: Wat doe ik? Hoe organiseer ik dat?
Inleiding:Leerstof/ opnemen: luisteren
De leerlingen luisteren naar het doel van de les.
Ze beantwoorden de vragen die ik stel over de plaat.
Leerstof/ bewerken: vragen beantwoorden
Ze mogen de plaat bekijken en ze benoemen de verschillende lichaamsdelen die op de plaat te zien zijn.
Leerstof/ opnemen: kijken
De leerlingen kijken naar de woorden die
10 min.Inleiding:
Ik benoem het doel van de les en hoe we eraan gaan werken.
Ik stel de leerlingen een aantal vragen over de plaat van de jongen. Ik vraag bijvoorbeeld: ‘Wat zie je op de plaat?’ ‘Kun je een aantal lichaamsdelen van de jongen benoemen?’
Deze woorden schrijf ik op briefjes en deze plak ik bij de afbeelding. Dit zullen briefjes zijn met woorden zoals: hoofd, haren, neus, mond, lippen. Ik zorg ervoor dat de structureerwoorden die de kinderen geleerd hebben als eerste aan bod komen.
Vervolgens laat ik de kinderen met behulp van de woordendoos de woorden maken met de letters die ze tot nu toe geleerd hebben. Ik noem de letters op en laat de kinderen deze op het lettervakje neerleggen. Ik laat ze het woord met ondersteuning van de hak- en plakbeweging lezen.
De leerlingen steken hun vinger op wanneer ze vragen willen stellen.
De leerlingen kijken op pagina 16 van het reuzenleesboek.
Ik bespreek de regels met de kinderen wanneer het stoplicht op rood staat geef ik instructie aan de andere groep en mogen ze niet praten. Wanneer hij op oranje staat mogen ze zacht overleggen met elkaar. En wanneer hij op groen staat mogen ze vragen stellen aan mij.
Ik zorg ervoor dat ik van te voren papiertjes heb neergelegd die op de lichaamsdelen geplakt kunnen worden.
Er zijn leerlingen die behoefte hebben aan structuur. Daarom vertel ik van te voren
wat we gaan doen in de les.
ik opschrijf en ze plakken ze bij de juiste lichaamsdelen die zijn opgenoemd.
Kern:
Leerstof/ bewerken oefenen:
De leerlingen hebben hun woordendoos voor zich staan. En ze voeren de opdrachten uit die ik ze geef.
Leerlingstof/ opnemen: lezen
De leerlingen lezen de synthesewoorden.Ze gebruiken de elementaire leeshandeling om de woorden te lezen.
Vervolgens lezen ze de woordrijtjes in het leesboekje van de maan. Daarna wordt de tekst ook klassikaal voorgelezen. Om de beurt mogen de leerlingen een stuk tekst lezen.Op het tweede gedeelte van de pagina mogen ze
30 min.Kern:
Vervolgens laat ik de kinderen een oefening met de woordendoos doen. Ik laat ze een aantal gerichte opdrachten uitvoeren. Ik geef deze opdrachten als volgt:’ Pak de letter ‘b’ steek die omhoog en leg hem in het eerste lettervakje, pak vervolgens de letter ‘aa’ en leg deze in het middelste lettervakje pak ten slotte de lettter ‘s’ en leg deze in het laatste lettervakje. Dan laat ik de woorden lezen volgens de strategie van de elementaire leeshandeling. Daarna leggen ze de letters weer terug en mogen ze nog een aantal woorden leggen dit zijn de woorden: teen, pit, mes, vet, bes, pim, rit, neem, meet, been, ben.
Daarna laat ik de kinderen de synthesewoorden lezen met behulp van de elementaire leeshandeling (met de hak- en plakbeweging).
Dan laat ik ze eerst de woordrijtjes in het leesboekje van maan lezen en vervolgens ook de tekst. Op het tweede gedeelte van de pagina staan onder elke afbeelding drie vragen die gelezen moeten worden. Een van de vragen moet met ja beantwoord worden. Ten slotte laat ik ze de letters verklanken die onderaan de pagina staan.
Ik geef de instructie die hoort bij de werkbladen 23- 26. Ik gebruik de leerkrachtassistent zodat
Kern:
Het stoplicht laat ik op oranje staan. Dit betekent dat de leerlingen wel mogen praten maar op een zachte toon.
Met de leerkrachtasisstent laat ik op het digibord zien dat ze de woordjes moeten lezen bij het pictorgram ´buik´ dit zijn vier rijtjes van elk drie woorden.
De kinderen mogen op blz. 11 van het leesboekje van de maan kijken.
De leerlingen zetten de wasknijper op het kaartje op het vraagteken, wanneer ze vragen hebben.
Ze mogen elkaar helpen wanneer ze vragen hebben, maar dan moeten ze wel
de vragen beantwoorden. En ten slotte worden de letters die onderaan de pagina staan verklankt.
Leerstof/ opnemen: luisteren
De kinderen luisteren naar de instructie die ik ze geef en ze geven antwoord op de vragen die ik ze stel.
Ze vertellen wat ze moeten doen als ze klaar zijn met de opdrachten.Ze vertellen dat ze dan op het planbord kunnen kijken wat ze mogen doen.
ze het werkblad op het bord kunnen bekijken. Ik stel vragen en laat een aantal leerlingen voordoen wat ze bij de opdrachten moeten doen.
Daarna vraag ik wat ze moeten doen wanneer ze klaar zijn met de opdrachten uit het werkboekje.
zacht met elkaar overleggen. Ze mogen hun naam bij de activiteit van
het planbord plaatsen die ze willen uitvoeren.
Verwerking / afsluiting
Leerling/ delen
De leerlingen vertellen hoe ze het werken vonden gaan. En vertellen wat er eventueel verbeterd zou kunnen worden aan hun gedrag.
Reflecteren
5 min.Verwerking / afsluiting:
Ik stel vragen doordat de leerlingen kunnen reflecteren op het proces de activiteit:- Op welke dingen gingen we ook al weer letten?- Wat ging er al goed?- Wat kan er nog beter ?
Ook vraag ik of het doel bereikt is dat we besproken hebben aan het begin van de les.
Verwerking / afsluiting:
-
Het hulpje legt de schriften op de nakijktafel.
De leerlingen reflecteren op de doelen die aan het begin van de les besproken zijn.Het hulpje haalt de schriften op en legt ze op de nakijktafel.