Verzoening in bijbelse en huidige crisissituaties

Click here to load reader

Transcript of Verzoening in bijbelse en huidige crisissituaties

  • Bijdragen, International Journal in Philosophy and Theology 68(2), 123-147. doi: l0.2143/BIJ.68.2.2021817 2007 by Bijdragen, International Journal in Philosophy and Theology. All rights reserved.

    VERZOENING IN BIJBELSE EN HUIDIGE CRISISSITUATIES

    NICO SCHREURS

    Verzoening is een woord dat voor sommigen een opdracht inhoudt en voor anderen bet verraad aan bet eigen gelijk betekent. Verzoening is dan ook niet eenduidig in zijn betekenis 1 Het maakt wel wat uit, of bet gaat over het weer goed maken na een fikse ruzie tussen twee echtelieden of dat de verzoening van partijen aan de orde wordt gesteld na een verscheurende burgeroorlog of dat de verzoening van of met God in bet middelpunt staat. Verzoening kan heel ver gaan en tot volkomen harmonie en vrede leiden of halverwege blij-ven steken. Verzoening is een veelgeplaagd woord, dat in deze dagen ofwel als bet hoogste wordt voorgehouden waartoe onze multiculturele samenleving in staat dient te zijn ofwel al zijn krediet verloren heeft en vervangen is door taal, waarin voor keihard aanpakken van conflicten en ordeverstoorders wordt gepleit. Het is niet verwonderlijk dat de term verzoening nauwelijks voorkomt in bet vocabulaire waarmee de crisis wordt beschreven, waarin naar bet oordeel van velen de Nederlandse samenleving zich momenteel bevindt. Als er al sprake is van een positieve benadering van conflictsituaties worden termen gebruikt zoals dialoog, bij elkaar houden, tolerantie of integratie, maar niet verzoening. Lange tijd is verzoening immers een term geweest die vooral gereserveerd werd voor bet gebied van de religie2 Want je verzoenen met iemand, die je voor altijd heeft beschadigd of jou of mensen die je dierbaar zijn mededo-genloos heeft geterroriseerd of die je bewust en kwaadaardig heeft gekwetst en beledigd of die je een nooit meer goed te maken verlies heeft bezorgd, dat

    1 Voor de vele betekenissen zie o.a. H. Biirkle e.a., in: LThK, 3 druk, 9 (2000) 1098-1105, s.v. "Siihne".

    2 Vgl. de interessante rechtfilosofische overwegingen van de Tilburgse filosoof Bert van Roer-mund, om de aanvankelijke problemen te schetsen hoe met het niet-filosofische, theologische woord verzoening om te gaan: B. v. Roermund, 'Rubbing Off and Rubbing On: The Grammar of Reconci-liation', in: E. Christodoulidis/S. Veitch (eds), Lethe's Law. Justice, Law and Ethics in Reconcilia-tion, Oxford-Portland (Oregon): Hart Publishing, 2000, 175-190.

  • 124 Verzoening in bijbelse en huidige crisissituaties

    is nagenoeg bet onmogelijke van mensen vragen. Enkel heel zwaarwegende motieven kunnen mensen ertoe brengen dat ze niet wraak of vergelding eisen, maar een verzoenende hand uitsteken. De motivatie wordt vaak geput uit reli-gieuze overwegingen. Lang niet altijd leidt religie tot een verzoenende hou-ding; in veel gevallen is religie juist aanleiding tot wraak en haat. Maar wan-neer religie verstaan wordt in haar meest authentieke vorm, is verzoening, zoals ik hoop aan te tonen, een integraal onderdeel ervan. Dat religie met haar oproep tot verzoening een belangrijke bijdrage aan de samenleving kan leveren, wordt lang niet door iedereen gedeeld. Zeker in een tijd van ter-reurdreiging wordt deze opvatting, zowel door aanhangers van veel religies als door "neutrale" buitenstaanders als een softe, na'ieve houding gebrand-merkt. Moet bet gebruik van bet begrip verzoening dan maar vooral worden beperkt tot de religieuze context of tot situaties die een quasi-religieuze connotatie hebben, zoals de plechtige beeindiging van een oorlog of burgeroorlog of de rituele beeindiging van felle concurrentie-verhoudingen? In dit artikel pro-beer ik te Iaten zien, dat beide terreinen, de religie en de profane werkelijk-heid, niet naast en los van elkaar staan, maar elkaar nodig hebben. Er is sprake van dialectische verhouding. Want zeker op bet eerste gezicht lijkt vast te staan, dat verzoening als bet herstel van de goede relatie tussen een recht-vaardige God en zondige mensen gemodelleerd is naar menselijke rechtsver-houdingen. Zoals ook vaststaat dat de pogingen die in bet werk gesteld wor-den om de betrekkingen tussen mensen onderling te verbeteren, gemotiveerd zijn door idealen van bet goede Ieven, al dan niet versterkt vanuit religieuze achtergronden. De opbouw van dit artikel ziet er als volgt uit. Na een korte uitleg van de kern van wat verzoening is in haar verschillende verschijningsvormen, ga ik eerst in op bet kenmerkende van verzoening in religieuze, nader bepaald: bijbelse zin, namelijk op de prioriteit van Gods verzoenend handelen en zijn trouw daaraan. In bet tweede deel wordt onderzocht op welke manier mensen posi-tief gereageerd hebben of nog reageren op bet verzoeningsaanbod van de kant van God en zo hun aandeel in bet verzoeningsproces leveren. Daarmee bereid ik de weg naar bet laatste deel, waarin ik naga, of intermenselijke verzoening eigen wegen kent, helemaal los van de religieuze context, die immers in een geseculariseerde samenleving zijn funderende kracht heeft verloren. Blijven verzoening als theologisch thema en verzoening als thema van politiek en recht twee gescheiden werelden of zijn er desondanks nog veel verbanden die weder-zijds verhelderend werken? Aan bet voorbeeld van de plaatsvervanger en de middelaar kan dat duidelijk worden gemaakt.

  • Nico Schreurs 125

    De vele betekenissen van verzoening

    Verzoening is een woord met een lange geschiedenis en met een rijke variatie aan betekenissen. Het is instructief om op de parallellie te wijzen tussen de ter-men 'verzoening' en 'openbaring'. De parallellie is er zowel in formeel als in inhoudelijk opzicht. Beide woorden hebben tegelijkertijd de betekenis van de handeling zelf: bet openbaar maken, resp. bet verzoenen, en de betekenis van bet resultaat van de handeling: bet geopenbaarde, resp. de veranderde relatie. Met bet woord 'verzoening' kunnen allerlei handelingen en rituelen uitgedrukt worden om verandering in de verstoorde relaties tot stand te brengen en de verzoening kan vooral bet nagestreefde doel zijn, de heelheid na herstel van de breuk, de verzoening die tot stand is gekomen door bet werk van een ver-losser, een redder, een middelaar. Om de vergelijking tussen 'openbaring' en 'verzoening' nog even voort te zetten, er zijn ook twee belangrijke verschil-len. De eerste is dat we wei over openbaringen, in bet meervoud, spreken maar eigenlijk niet goed in bet meervoud over verzoening. Dat hangt samen met bet tweede verschil. 'Openbaring' als samenvattende theologische term voor de bekendmaking van wie God zelf is, is een recente ontwikkeling. Peter Eicher heeft aangetoond, dat bet woord 'openbaring' in die betekenis niet in de Bij-bel wordt gebruikt3 Het woord 'openbaring' als samenvattende term voor Gods woorden en daden in Israel zal men in de Bijbel vergeefs zoeken.'Verzoening' daarentegen is wei a1 heel snel een theologische term waarmee zowel Joden als Christenen hun geschiedenis met God reflexief en inhoudelijk hebben geka-rakteriseerd. Toegespitst gezegd: 'verzoening' is in veel opzichten de inhoud van wat later theologisch is samengevat onder de term van de 'goddelijke open-baring'. In dit artikel wil ik niet, zoals gebruikelijk en ook voor de hand liggend is, enkel, alsof bet om een juridische procedure gaat, de oorzaken van de versto-ring van de verhoudingen in kaart brengen en de wijze waarop de verzoening tot stand wordt gebracht. Ik orienteer me meer - hoewel niet uitsluitend - op bet doel dat met verzoening wordt nagestreefd, de toestand van, of dynami-scher: bet Ieven in verzoende verhoudingen. Dat kan een nieuw Iicht werpen op de centrale betekenis van verzoening in de relatie van God en mensen, maar ook - wat voor bet tweede en derde deel van dit artikel van belang is - voor de relatie van mensen onderling. De vergelijking met de term 'openbaring' kan helpen om de focus scherp te stellen. Zoals de fundamentaaltheologische

    3 P. Eicher, Offenbarung. Prinzip neuzeitlicher Theologie, Miinchen: Kosel Verlag, 1977, 21-57.

  • 126 Verzoening in bijbelse en huidige crisissituaties

    reflectie op de 'openbaring' niet primair uit is op de fenomenologie van de woorden of daden die als openbarend worden ervaren, maar vooral op de grondslag van bet geloof, namelijk de openbarende God, zo versta ik bet woord 'verzoening' bier vooral als bet einddoel van de geschiedenis van God met mensen. Dat wil niet zeggen, dat niet ook ter sprake zal komen, dat mensen te kort geschoten zijn en te kort schieten voor bet aangezicht van God en dat er reparatie nodig is van de breuk. Maar daarop zal de nadruk niet liggen. Niet de zonde, de offerhandelingen, de straffen of de andere vormen van genoeg-doening, waarop na Anselmus de leer van de verzoening zich vooral gericht heeft, staan centraal, maar de beoogde heelheid en eenheid. Verzoening vat ik daarom op als gericht op een uiteindelijk ideale relatie tus-sen God en mensen. Daarmee is niet gezegd, dat harmonie en eenheid van-zelfsprekend de enige uitkomst zijn van de levenslange strijd om een passende verhouding tot de Ander, al of niet met een hoofdletter. Het gaat om de uit-eindelijke situatie, om een richtpunt dat een langdurig en moeizaam proces insluit. Voordat deze uiteindelijke heelheidsrelatie ten langen leste wordt bereikt, zijn er in de relatie tussen God en mensen of tussen mensen en God nog veel hoogtepunten en dieptepunten te doorleven. Het accentverschil tus-sen de reparatie die terugblikt en vergeving die vooruitkijkt, is echter groot. De Italiaanse filosoof Gianni Vattimo, de auteur van bet verrassende boekje 'Ik geloof dat ik geloof', stelt dat de terugkeer van de belangstelling voor religie in onze postmoderne tijd vooral te danken is aan de behoefte aan vergeving en niet aan bet besef van schuld4 Op dezelfde manier had al Friedrich Schleier-macher bet Christendom een verlossingsgodsdienst genoemd. Niet om bet zon-dige en strafbare gedrag van christenen te beklemtonen, maar om bet vooruit-zicht van eenheid te onderstrepen, als gevolg van de door Jezus Christus tot stand gekomen verlossing5 In bet Engels kunnen deze twee richtingen van kij-ken heel mooi in een woord worden uitgedrukt, in bet woord 'atonement'. Want naast de Romaanse term voor verzoening, reconciliation, dat je in goed Nederlands zou kunnen omschrijven als weer on speaking terms komen, is er nog dit andere, oorspronkelijk Engelse woord: atonement. Het woord is

    4 G. Vattimo, lk geloof dat ik geloof Amsterdam: Uitgeverij Boom 1998, 7-15. Zie ook: Dez., 'Een spoor van een spoor', in: J. Derrida, H.G. Gadamer & G.Vattimo (Eds.), God en de godsdienst. Gesprekken op Capri, Kampen: Kok Agora, 1997, 100-119.

    5 F. Schleiermacher, Der christliche Glaube nach den Grundsiitzen der evangelischen Kirche im Zusammenhange dargestellt, Hrsg von M. Rededer, Berlin: 1960, II. Vgl. ook 100: "Der Erltiser nimmt die Gliiubigen in die Kriiftigkeit seines GottesbewuBtseins auf ... ". Schleiermacher noemt dit het gevolg van het teleologisch karakter van het Christendom.

  • Nico Schreurs 127

    samengesteld uit de onderdelen at-one-ment, wat wil zeggen dat het op het bereiken van heelheid en eenheid gericht. Maar het in profaan Engels staat het werkwoord atone vooral in wat plechtig klinkende terminologie voor het doen van boete6 of banaler zelfs, voor het betalen van een bekeuring7

    A. Verzoening in de Bijbel: bet initiatief tot verzoening ligt bij God

    De bijbelse God is vooral een doener. Hij schept, spreekt, stelt regels op, straft, beloont, bevrijdt, verlost, oordeelt, voltooit en wekt op ten leven. Binnen dit rijtje past ook ergens het verzoenen. God is in het drama van het kosmische en het menselijke leven een belangrijke acteur. Voor Kuitert is een zo voor-gestelde God een uitvergroot mens8 Een persoon die net als mensen om ons heen haar eigen doelen nastreeft, gewoontes heeft en op anderen reageert, maar dan eindeloos groter, machtiger en effectiever. Nu is het antropomorfe, mens-vormige spreken over God, zoals de Duitse theoloog Eberhard Jiingel en de Amerikaanse feministische theologe Laurel Schneider hebben aangetoond, onvermijdelijk, omdat de taal en dus ook de religieuze en theologische taal, altijd op mensen betrokken is9 Oat mensen met de antropomorfe en metafori-sche structuur van hun spreken over God moeilijk om kunnen gaan en dan gaan overdrijven, is iets van alle tijden. Er moet in dit verband nog op iets anders attent gemaakt worden. Als van God gezegd wordt, dat hij handelt als een mens is dat niet hetzelfde als zeggen dat God van bovenaf, autoritair en eenzijdig ingrijpt. Want van handelen is sprake op het niveau van actie en reac-tie. Van ingrijpen of intervenieren wordt echter pas gesproken, wanneer iemand handelt met de expliciete bedoeling om op uitgezochte momenten aan een actie een beslissende wending te geven. Een intervenierende God is, in de woorden van Kuitert: hij die kan maken en breken10 Toegepast op het drama van de ver-zoening, van God die verzoent en zich laat verzoenen, luidt de vraag: waar

    6 Een indrukwekkende literaire uitwerking van wat een onbezonnen daad van een kind vergt aan boetedoening een Ieven lang, is te vinden in de roman van Ian McEwan, Atonement, London 2001.

    7 Vgl. F.W. Dillistone, The Christian Understanding of Atonement, London/Philadelphia: SCM Press/The Westminster Press, 1968, 1.

    8 H. Kuitert, Over religie. Aan de liefhebbers onder haar beoefenaars, Baarn: Ten Have, 2000, 44-46.

    9 E. Jiingel, 'Anthropomorphismus als Grundproblem neuzeitlicher Hermeneutik', in: Dez., Wert-lose Wahrheit. Zur ldentitiit und Relevanz des christlichen Glaubens. Theologische Erorterungen Ill, Miinchen: Chr. Kaiser Verlag, 1990, 110-131; L.C. Scheider, Re-/magining the Divine. Confronting the Backlash against Feminist Theology, Ohio: The Pilgrim Press, 1998.

    10 Kuitert, a.w. 119-120.

  • 128 Verzoening in bijbelse en buidige crisissituaties

    plaatsen we zo'n God op bet toneel? Is dat de geweldenaar of de zachte kracht? Handelt zo'n God eigenlijk wei of laat hij dingen gebeuren? Of wat eenzijdig polair uitgedrukt: moet je bet verzoenend handelen van God vooral opvatten als de algemene logisch verklaarbare loop der dingen (de zachte kracht) of als een ongelofelijk verhaal van God die zich persoonlijk inzet voor verzoening (de krachtdadig intervenierende God)? Verzoening impliceert bet optreden bij een conflict. Het is mogelijk dat con-flicten vanzelf verdwijnen of zich oplossen in de loop van de tijd. Maar bet is niet verstandig daarop te rekenen, zoals ook de Nederlandse samenleving in de afgelopen jaren na 9/11 en de moord op Van Gogh heeft moeten vaststellen. Er is een initiatief nodig om de weg van de verzoening tiberhaupt in bet oog te krijgen en te bewandelen. Hoe ziet de op de Bijbel gebaseerde religie dit ini-tiatief. Wie zet de eerste stap?

    a) Verzoening als persoonlijk handelen?

    In een conflict is een initiatief van een van de partijen of van een onathanke-lijke buitenstaander nodig om vastgelopen verhoudingen in beweging te bren-gen en openingen te creeren. De fenomenologie van de godsdiensten laat zien, dat mensen vaak bet initiatief nemen om bij de godheden of de godheid ver-zoening af te smeken. Dat is de plaats van bet offer, bet ritueel en bet smeek-gebed, waardoor de hog ere mach ten goedgunstig gestemd worden 11 In de rela-tie van de God van Israel met zijn verbondsvolk, met Jezus en dus ook met de Jezusvolgelingen, de christenen, is bet precies omgekeerd. Volgens de getui-genissen die we daarvan hebben, de verhalen in de geschriften van bet Oude en bet Nieuwe Verbond, is bet God die bet initiatief neemt. Hoewel er restan-ten van placatie-rituelen aan te wijzen zijn, bedoeld om God te vermurwen of gunstig te stemmen, is bet toch vooral de Eeuwige zelf die verzoent. In zijn tweede brief aan de christenen van Korinte wijst Paulus ondubbelzinnig bet ini-tiatief aan God toe: Het is God die door Christus de wereld met zich heeft verzoend (2 Kor.5,19). De christelijke opvatting van verzoening vraagt dus om een handelende God die zelf initiatieven neemt. Voor menig bijbels theoloog is daarmee de orientatie gegeven. Verzoening in christelijke zin brengt met zich mee, dat God een handelend subject in ooze geschiedenis is, die desnoods tegen alle verwachtingen in, de heelheid van de wereld en van de mensengemeenschap tot stand brengt. Anderen zijn daar niet

    11 Dit is bet propitiatie- of placatie-aspect van bet offer.

  • Nico Schreurs 129

    zo zeker van. Zij vragen zich af, of voor verzoening wel een doelgericht han-delen van een goddelijk persoon nodig is. De katholieke dogmaticus Gotthold Hasenhlittl vat het spreken over het verzoenend handelen van God op als een mythische rest. Hij zelf heeft het, geheel in de geest van Rudolf Bultmann, lie-ver over geloven zonder mythe12. De vraag ligt hiermee op tafel. Is christelijke verzoeningsleer, ook allaten we de kwestie van schuld en straf buiten beschouwing, in ooze tijd alleen nog maar denkbaar en communiceerbaar, wanneer we het relaas van een persoon-lijk handelende, en zeker van een intervenierende God buiten beschouwing laten? Is het een consequentie van de eis van logische verklaarbaarheid, dat we eerst naar natuurlijke en algemeen begrijpelijke wetmatigheden zoeken en dus naar een God, die binnen dit algemene kader blijft en die verzoent zonder zelf eenduidig op de voorgrond te treden? Zoals we ook een scheppergod en een voorzienige God belijden, zonder daarmee big bang- en evolutietheorieen uit te sluiten? Zou voor een christelijke verzoeningsleer kunnen worden volstaan met een teleologische, naar een goed einde toe stuwende goddelijke kracht, die ondergronds werkt en aileen zichtbaar en ervaarbaar is voor mensen die daarvoor ogen of andere zintuigen hebben ontwikkeld? Er zijn theologen die in deze richting denken - de richting, die zo veel moge-lijk het beeld wil vermijden dat God als een persoon handelend en sturend in de geschiedenis optreedt. Volgen we nu eerst deze lijn. Trekken we de paral-lel van verzoening en schepping - ik kom daar zo dadelijk nog uitdrukkelijk op terug - nog even door. Zonder uitdrukkelijke geloofsbelijdenis zou het scheppingshandelen net zo goed als een vorm van aldoordringende aanwezig-heid kunnen worden opgevat - pansynthe'isme noemt Ruth Page het - in plaats van het handelen van een kosmische ontwerper13. De Amerikaanse theoloog Gordon Kaufman is al lang in plaats van het woord schepper het woord cre-ativiteit gaan gebruiken14. Zou daarom in de postmodeme tijd niet beter en begrijpelijker in algemene zin over de helende of verzoenende kracht in ooze geschiedenis moeten worden gesproken in plaats van over dramatische ver-zoeningsinitiatieven?

    12 G. Hasenhiittl, Glaube ohne Mythos, Mainz: Matthias Grunewald Verlag, 2001, 294-297; R. Bultmann, 'Neues Testament und Mythologie. Das Problem der Entmythologisierung der neutes-tamentlichen Verkiindigung', Kerygma und Mythos /,Hamburg: 1951, 15-48.

    13 R. Page, God and the Web of Creation, London: SCM-Press, 1996, 39-58. 14 G. Kaufman, In Face of Mystery. A Constructive Theology, Cambridge MA/London: Harvard

    University Press, 1993; Dez., 'On Thinking of God as Serendipitous Creativity', in: Journal of the American Academy of Religion, 69 (2001) 409-425.

  • 130 Verzoening in bijbelse en huidige crisissituaties

    Dit sluit ontegenzeggelijk beter aan bij de terugkeer van religie in onze tijd. Tijdgenoten zoals Vattimo15 die de dood van God en de secularisatie uiterst serieus nemen, brengen God en het God-denken vooral als een zachte kracht of het zwakke denken ter sprake. Onderzoek heeft uitgewezen dat veel jonge-ren deze panthe'istische schijn geloofwaardiger vinden dan een actief hande-lende God16. Wat betekent het wanneer aan die tendentie wordt toegegeven? W anneer Israels monothe'isme, dat God uitdrukkelijk als handelende persoon buiten en tegenover mensen stelt, wordt vervangen door een goddelijke wer-kelijkheid, die alles omvat, ook het verzoenend handelen in kosmos en mens-heid?17 Zo onmogelijk is die keuze namelijk niet. In tegenstelling tot wat veel mensen denken is het panthe'isme, waarin de alomvattende eenheid de plaats inneemt van de God van de the'istische denkwijzen, niet het einde van elke vorm van transcendentie. Micheal Levine, schrijver van de gezaghebbende hedendaagse studie over het panthe'isme, laat zien dat er een panthe'istische vroomheid en ethiek is, teruggaand op de erkenning van transcendentie, die het mogelijk maakt ordening en zin aan het menselijk leven te geven en op haar wijze verzoening tot stand te brengen. Het enige belangrijke nadeel is dat in tegenstelling tot de the'istische transcendentieopvatting er maar weinig histori-sche voorbeelden zijn van concrete panthe'istische levensgemeenschappen18.

    b) Schepping en verzoening

    We komen dichter bij de poging om de verzoening die van God uitgaat, een grotere mate van plausibiliteit te geven, wanneer we verzoening in het ver-lengde van schepping zien. Schepping vat ik hier niet op als het fysieke begin van de kosmos, maar als de dragende kracht die aan de oorsprong van de wer-kelijkheid staat, en die tevens de werkelijkheid in stand houdt. Een door-gaande schepping dus, die het mogelijk maakt om ook in de alledaagse wer-kelijkheid sporen van transcendentie te zien, sporen dus van de verwijzing naar de overstijgende, andere werkelijkheid. Gods trouw is de trouw aan de investering die hij in de werkelijkheid heeft gedaan. Verzoening is de

    15 G. Vattimo, Ik geloof dat ik geloof, Amsterdam: Boom, 1998. 16 H. v.d. Yen, 'De structuur van het religieuze bewustzijn. Verkenning van de spanning tussen

    religiositeit en kerkelijkheid', in: Tijdschrift voor Theologie, 36 (1996) 39-60. Vgl. Dez., 'Contem-porary Christian Theology in a Secularized Society', in: Bulletin ET, 9 (1998) nr.2, 199-219.

    17 A. Houtepen, God, een open vraag. Theologische perspectieven in een cultuur van agnosme, Zoetermeer: Meinema, 1997, 210-211.

    18 M.P. Levine, Pantheism. A non-theistic concept of deity, London/New York: Routledge, 1994, 66-71; 111-112.

  • Nico Schreurs 131

    consequentie van die scbeppingstrouw. Je zou verzoening een omgekeerde scbepping kunnen noemen. Verzoening ruimt alle obstakels op, die de oor-spronkelijke en uiteindelijke eenbeid en beelbeid in de weg staan; om bet minder abstract te zeggen: alle zonden worden vergeven, niet enkel met de mantel der liefde bedekt of alleen maar niet aangerekend, maar ecbt uitgewist, te niet gedaan, tot bet niets teruggebracbt. Dat kan aileen de goddelijke macbt die in staat is iets uit bet niets voort te brengen, te scbeppen, en dus ook met diezelfde creativiteit bet kwaad, de weerstand, de zonde weer in bet niets te Iaten verdwijnen. Op dit punt moet de doorwerking van de opvatting van verzoening als kwijt-scbelding van scbuld tocb worden ingebracbt. Van verzoening als van een omgekeerde scbeppingsact spreken wil zeggen dat bet kwaad dat de verwij-dering tussen God en mensen beeft veroorzaakt, de menselijke tekortkomingen en de bewuste keuze tegen God, definitief en volledig worden uitgewist en worden vernietigd. Maar dat is niet mogelijk, zolang we binnen bet Anselmi-aanse denkkader blijven. Daar geldt alleen bet juridiscbe alternatief van ofwel straf ofwel voldoening. Anselmus gaat immers van de vooronderstelling uit, dat er een evenwicbt of equivalentie dient te zijn tussen wat bet conflict beeft ver-oorzaakt en de middelen om tot beeindiging van bet conflict en tot verzoening te komen. Een alternatief model is dat van Abelard. Daarin is geen sprake van uitruil, maar van een overvloed van liefde, naar bet voorbeeld van Jezus. Vol-gens veel theologen die in de lijn van Abelards verzoeningstbeorie denken is bet verzoeningsbandelen, dat uitgaat van de barmbartige, liefhebbende God veel beter in overeenstemming te brengen met bet scbeppingsbandelen van God19

    c) Het verhaal van de verzoening

    De tbeologen die verzoening bet liefst in verband brengen met een zacbte, scbeppende kracbt en met een bijna onzicbtbare en nauwelijks bandelend optredende God, willen daarmee bet leerstuk van de goddelijke verzoening in

    19 S. de Jong, 'Kruis en engagement. Verzoeningstheologie voor een wetenschappelijk tijdperk', in: Gereformeerd theologisch tijdschrift, 97 (1997) 161-168. Zie voor een uitstekende monografie over Abelards theologie: R. Weingart, The Logic of Divine Love. A Critical Analysis of the Soteriology of Peter Abailard, Oxford, 1970. Het is in dit Iicht ook niet verwonderlijk dat een theoloog die vee! over de relatie van religie en natuurwetenschappen heeft geschreven, Arthur Peacock, een voorkeur voor de verzoeningstheorie van Abelard blijkt te hebben, zie: A. Peacocke, Theology for a scientific Age, London, 1993- Drs. J. Verschoren werkt op dit ogenblik aan een dissertatie over de 'Wirkungsge-schichte' van het model van Abelard. Ik dank hem voor zijn aanwijzingen.

  • 132 Verzoening in bijbelse en huidige crisissituaties

    het niet-dogmatische, religieuze klimaat dat onze tijd kenmerkt, algemeen toegankelijk maken. Dat is te respecteren. Maar toch kunnen we naar mijn over-tuiging niet van de christelijke verzoeningsleer spreken, als we hierin niet de par-ticuliere geschiedenis ter sprake brengen van Jezus van Nazareth en zijn getui-genis van bet werk van zijn Vader. Jezus' oproep: "Bekeert U want bet Rijk Gods is nabij" veronderstelt zijn overtuiging, dat God zich actief met ieder wil verzoenen, die bereid is zich naar God te keren. Tegen de achtergrond van Gods geschiedenis met zijn volk Israel - en zo moet Jezus' optreden verstaan wor-den - is deze verzoeningsbereidheid hoogst betekenisvol. In de bergrede heeft Jezus de voorwaarden, die voor de zoenoffers in de tempel golden, bijvoor-beeld dat de offeraar zich eerst dient te verzoenen met de medemens, voordat God zich verzoent, verbreed tot de zaligsprekingen. Deze komen erop neer, dat Jezus armen, dorstigen, vredebrengers en vervolgden al zonder tussenkomst van offers zalig spreekt20 Pas vanuit bet bijzondere, innoverende handelen van God in Jezus kan ook zin en betekenis worden gegeven aan bet algemene handelen van God in de geschiedenis van kosmos en mensen21 Ik pleit ervoor om de verzoening uit bet schemerdonker van de algemene geschiedenistheorieen te halen en te erkennen als bet concrete verhaal van bet innoverend handelen van God waardoor een nieuwe werkelijkheid in onze geschiedenis ontstaat. Wat opvallend is in de verhalen die ons zijn overgeleverd over Gods omgang met mensen, is de trouw aan zijn beloften en zijn gegeven woord. Naast de kwaadwillige afwijking en ontrouw van Gods volk en de bestraffing daarvan staat steeds de uitdrukkelijke verzekering van Gods trouw. Dat geldt voor Noach, die gered wordt uit de vloed. God sluit met hem een verbond waarin hij aan Noach en zijn nakomelingen belooft zich te onthouden van een herha-ling van de verwoestende uithaal naar wie hem ontrouw is geworden. Dit noachistische verbond spitst zich vervolgens toe op bet verbond met zijn volk Israel. Als we even afzien van de vele bepalingen in de wetsteksten van de Thora, waar wel degelijk van soms zware sancties sprake is tot aan de ver-beurdverklaring van bet leven van wie de wet overtreden22, is er in de geschie-denis van bet verbond een constant gegeven, namelijk dat tegenover de ontrouw

    20 J. Blank & J. H. Werbick, Siihne und Versohnung, Dusseldorf, Patmos, 1986. 21 Vgl. H. Kessler, 'Der Begriff des Handelns Gottes. Oberlegungen zu einer unverzichtbaren

    theologischen Kategorie', in: H.-U. von Brachel/N.Mette,(eds.), Kommunikation und Solidaritiit, Frei-burg id Schw/Munster: Ed.Exodus/Ed.Liberaci6n, 1985, 117-129. Vgl. H. Kessler, Sucht den Leben-den nicht bei den Toten. Die Auferstehung Jesu Christi in biblischer,fundamentaltheologischer und systematischer Siehl, Dusseldorf: Patmos, 1985, 284-298.

    22 B. Janowski, 'Auslosung des verwirkten Lebens. Zur Geschichte und Struktur der biblischen LOsegeldvorstellung', in: Zeitschriftfiir Theologie und Kirche, 19 (1982) 25-59.

  • Nico Schreurs 133

    van bet volk de trouw staat van God aan zijn beloften23. Een indrukwekkend voorbeeld van Gods trouw en voortdurende bereidheid tot verzoening is de metaforische of allegorische uitbeelding door de profeet Ezechiel van Jeruza-lems uitverkiezing, ontrouw en heropneming in bet verbond. In Ezechiel, hoofdstuk 16 wordt in een lange acte van beschuldiging Jeruza-lem aangeklaagd vanwege haar afgodische en seksuele gruweldaden en daar-voor op ritueel voorgeschreven wijze veroordeeld en gestraft. De beschreven gruweldaden staan in sterk contrast met de beschrijving van Gods reddend en verzoenend handelen in de passages erv66r en ema, tezamen een van de meest levendige uitbeeldingen van de genade van God in heel de bijbeF4 In de ik-vorm herinnert God aan zijn levensreddend ingrijpen, toen hij Jeruzalem in de gestalte van een pas geboren baby aantrof op bet veld waar zij te vondeling is gelegd: "Ik zei tegen je, terwijl je onder bet bloed zat: 'Leef! Blijf in lev en'". (Ez.16,6). Een tweede keer blijkt Gods genade, wanneer hij de naaktheid van Jeruzalem, intussen opgegroeid tot een volwassen vrouw, bedekt en haar trouw zweert: hij gaat met haar een verbond aan. Aan dat verbond refereert God weer in de korte slotpassage waar hij Jerusalems gerechte straf als bet gevolg verklaart van haar ontrouw aan dat verbond, maar tegelijkertijd bet hele rechts-geding weer doorkruist met de aankondiging van een nieuw en eeuwig ver-bond25. Dit verbond is uitdrukking van Gods trouw, een trouw, die niet blind is en ook niets van Jeruzalems gruweldaden bagatelliseert: "Als ik mijn ver-bond met jou heb gesloten, zul je beseffen dat ik de Eeuwige ben en overden-ken wat je gedaan hebt; je zult je schamen, en zwijgen omdat je vemederd bent -maar ik vergeef je alles wat je hebt gedaan" (Ez.16,62-63). De verzoening van God is in dit verhaal niet bet gevolg van bet handelen van de uitverkorene, maar komt uitsluitend voort uit wat God zelf wil. Er is geen evenwicht tussen actie en reactie. Dat is in nog sterkere mate bet geval in bet verhaal van Jezus en zijn kruis26. Het lijkt uitsluitend de wil van God die de loop van de geschiedenis bepaalt.

    23 L. Gilkey, Reaping the Whirlwind. A Christian Interpretation of History, New York: Seabury Press, 1976, 265-270: 'Redemptive Forces in History'.

    24 D.l. Block, The Book of Ezekiel, Chapters 1-24 (=The New International Commentary on the Old Testament), Grand Rapids/Cambridge 1997, 521.

    25 Block, a.w. 517 veronderstelt dat Ezechiel bekend is met Jeremias' visioen van het nieuwe, eeu-wige verbond (Jer. 31,31-34). Block geeft zijn commentaar op Ez. 16,59-63 de titel mee: The Good Good News: The Triumph of Grace (515-520).

    26 Vgl. N. Schreurs, 'Verlossing door het kruis: de plaats van Jezus' kruis in christologie en sote-riologie' in: J. Haers/T. Merrigan, Christus in veelvoud. Pluraliteit en de vraag naar eenheid in de hedendaagse christologie, Leuven: Acco, 1999, 57-69.

  • 134 Verzoening in bijbelse en huidige crisissituaties

    B. Het antwoord van mensen op bet verzoeningsaanbod van God

    Geconfronteerd met de verhalen van Gods aanbod van verzoening en heelheid, in het bijzonder in de geschiedenis van Jezus van Nazareth, kunnen mensen zich afvragen of dit allemaal nog wei geloofwaardig is. Waarop rust de over-tuiging dat we bier met God en zelfs in Jezus met het definitieve, laatste woord van God te maken hebben? 27 Past dit verzoeningsoffensief nog wei in de met redelijkheid inzichtelijk te maken verwachtingslijnen in de geschiedenis? Reb-ben we bier niet met precies het omgekeerde te maken als met de voorstelling van God als zachte kracht en de verzoening als omgekeerde schepping? Is dat bier niet vervangen door een onbekommerd metaforische beeldtaal van God als de uitvergrote mens? Wordt in de verhalen waarin de traditie van joodse en christelijke verzoening is doorverteld, niet God weer als soevereine initiator van straf en verzoening uitgebeeld? Geplaatst in het tegenstellingspaar algemeen-bijzonder: zijn deze wei erg aan particuliere contexten gebonden verhalen nog wei om te zetten in algemene begrippen, die door het beroep dat zij doen op rede en inzicht, universeel toegankelijk zijn? Of is de toe gang tot deze verha-len beperkt tot men sen die er al in geloven? Geloofwaardigheid en communicatie staan in het hedendaagse debat over reli-gie ter discussie. Het grote ontmythologiseringsproject van het midden van de vorige eeuw heeft niet tot grotere geloofwaardigheid van de religie geleid, hooguit tot erkenning van religie als antropologische grondstructuur, die maar al te gemakkelijk genegeerd of misbruikt kan worden, of tot de constructie van een vorm van ietsisme28 Hoe kunnen de bijbelse verhalen van verzoening van God en de aangekondigde uiteindelijke heelheid geloofwaardig zijn in onze moderne of laat-moderne tijd? Hoe kunnen ze dienen als voorbeelden en als houvast van hoe mensen verzoening in een volstrekt andere tijd en cul-tuur in praktijk dienen te brengen? Er zijn twee lijnen die bier uitgestippeld moeten worden. De ene Iijn is dat we in de verhalen, die Gods initiatief zo sterk aanzetten, met het getuigenis van mensen te maken hebben, van men-sen, die vaak met inzet van hun hele persoon en Ieven getuigd hebben van de authenticiteit en waarheid van Gods genadige toewending naar tekort schie-tende mensen; de tweede lijn is dat dit getuigenis mogelijk wordt gemaakt

    27 E. Schillebeeckx, Jezus, het verhaal van een levende, Bloemendaal: Nelissen, 1974, 522-528: 'Defmitief heil-in-Jezus van Godswege'; vgl. H. Verweyen, Gottes letztes Wort. Grundrij3 der Fun-damentaltheologie, Regensburg: Verlag Friedrich Pustet, dritte, vollstiindig iiberarbeitete Auflage, 2000.

    28 G. Groot & F. Maas, Geloven en Geluk. Over het krediet van een religieuze cultuur, Vught: Radboudstichting, 2004.

  • Nico Schreurs 135

    doordat de goddelijk-overstijgende werkelijkheid op heel bepaalde manier deel is gaan uitmaken van de menselijke geschiedenis.

    a) Getuigen van Gods trouw

    De eerste lijn is die van het getuigenis. De getuigenverklaring die mensen afleggen en waarmee zij de echtheid van hun claim ondersteunen, is niet alleen in rechtszaken een beproefd middel om achter de feiten te komen. Het relaas van een getuige, iemand die het met eigen ogen gezien heeft en daarvoor instaat, is, hoeveel er risico's er ook aan verbonden zijn, toch vaak de enige weg naar een reconstructie van de ware toedracht en de ware betekenis van gebeurtenissen uit het recente of verre verleden. Niet voor niets wijst de Ame-rikaanse theoloog Francis Schussler Fiorenza op het getuigenis als de enige brug naar de toedracht en de betekenis van Jezus' verrijzenis29 Paul Ricoeur heeft een zeer waardevolle analyse gegeven van de hermeneutiek van het getuigenis30 Hij erkent dat het getuigenis in de meeste gevallen alleen maar teruggaat op een verhaal dat de ooggetuige van het gebeurde vertelt bij een rechtsgang, een historische reconstructie of een argumentatie, maar wel een verhaal waarbij hij met zijn hele persoon instaat voor de authenticiteit ervan. Absolute zekerheid kan daardoor niet worden gegarandeerd, hooguit een grote mate van waarschijnlijkheid. Toch vindt Ricoeur het noodzakelijk en mogelijk om zijn filosofie, waarmee hij tot het absolute wil doordringen en die dus zeker metafysische en universele trekken heeft, te baseren op en te laten staven door het getuigenis. Want de onmiddellijke, directe toegang tot het abso-lute via algemene concepten acht hij een illusie. Getuige zijn en verslag doen van de ontmoeting met het absolute worden daarom des te belangrijker. De getuige wijst op wat hij of zij ziet als de manifestatie van het absolute, of in theologische termen: het transcendente of goddelijke in de historische werke-lijkheid. Het verhaal van de getuige over de tekenen waarmee het absolute zich in de werkelijkheid manifesteert, is dan niet meer af te doen als te subjectief en te veel gebonden aan concrete situaties. Wanneer er getuigenissen zijn over het verzoeningsaanbod van God en over de heel- en eenmakende werking daarvan, dan geven die getuigenissen een relaas, dat weliswaar nog moet worden geverifieerd en uitgelegd, maar dat een serieus te nemen toegang biedt tot wat

    29 F. Schussler Fiorenza, Foundational Theology. Jesus and the Church, New York, 1984, 29-33. 30 P. Ricoeur, 'The Hermeneutics of Testimony', in: L.S. Mudge, (Ed.) Essays on Biblical Inter-

    pretation, London: SPCK, 1981, 119-154.

  • 136 Verzoening in bijbelse en huidige crisissituaties

    in de kern van de werkelijkheid naar verzoening streeft. In de woorden van Ricoeur: bet verbaal beeft een concrete inhoud; bet verwijst niet tot in bet oneindige terug naar inhouden die daar weer acbter liggen. De inhoud van bet getuigenis doet een beroep op uitleg. Ook bet verbaal zelf vraagt zelf om uit-leg31. De lijn van bet getuigenis en de getuige is met andere woorden de lijn van de bermeneutiek.

    b) Een 'zwakke' God

    De tweede lijn loopt parallel aan de eerste lijn. De kracbt van bet getuigenis, bet verbaal, is afhankelijk van de mate waarin God zicb openbaart en mani-festeert in de gescbiedenis. Filosofiscb georienteerde tbeologie beeft over bet algemeen een voorkeur voor een goddelijke transcendente aanwezigbeid die iedereen op bet eerste gezicbt en ook bij nadere reflectie dwingend overtuigt. De God van Jezus van Nazareth daarentegen manifesteert zicb, zoals Paulus in de eerste brief aan de christenen van Korinte schrijft, in bet zwakke en kwetsbare (1Kor.1,27)32. Zijn getuigenis doet juist geen beroep op de overre-dingskracbt van menselijke wijsbeid of kennis, maar op bet kruis van Chris-tus. Het getuigenis van de Geest toont geen macbtige of alles overstijgende God, maar een die om de wereld met zicb te verzoenen, zicb klein gemaakt, zicb van aile goddelijke eigenscbappen ontdaan beeft en de gestalte van een slaaf beeft aangenomen (Fil 2,6-11 ). Wiel Logister beeft deze kenotiscbe lijn al eens als revolutionair omschreven, als de dramatiscbe eenheid tussen bet boge en bet lage33. De lijn van bet cognitief zwakke getuigenis en die van de

    31 "The concept of testimony as it is drawn out by biblical exegesis, is hermeneutical in a double sense. In the first sense it gives to interpretation a content to be interpreted. In the second sense it calls for an interpretation."- Ricoeur, t.a.p., 143.

    32 Het beroep op bet getuigenis is zeker een vorm van wat Vattimo bet zwakke denken noemt, in ieder geval een lijn naar bet verleden die Lessing volstrekt ongeloofwaardig vond om de kloof tus-sen bedendaagse ervaringen en die van bet verleden te overbruggen. Lessing heeft daarmee, zoals zo velen die bet heil verwachten van de verlichte rede, de kracht van ervaring onderschat. Met name de ervaring dat mensen aangewezen zijn op relaties met anderen. Het herstel van evenwicht in de rela-tie en niet bet aanwijzen van andermans tekorten en bet eisen van genoegdoening zijn voorwaarden voor verzoening. Terecbt stelt Vattimo dat de caritas, de vriendschap en de cultivering van goede onderlinge relaties de eigenlijke inhoud van de christelijke traditie is: Vattimo, a.w. 77, vgl. F. Vos-man, 'God als vriend van de mensen. Het 'halve geloof' van Gianni Vattimo als uitdaging aan de theo-logie, in: G. Vattimo/G. Groot e.a., Een zwak geloof Christendom voorbij de metafysica, Nijmegen: Thomas More, 2000, 58-78.

    33 W. Logister, 'Het zwaard van Damocles boven de christologie-van-beneden', in: N. Schreurs/ H. v.d. Sandt (red), De ene Jezus en de vele culturen. Christologie en contextualiteit, Tilburg: Til-burg University Press, 1992, 61-79; bier: 75.

  • Nico Schreurs 137

    goddelijke ontlediging of kenosis komen samen in de christelijke boodschap van kruis en opstanding, die verzoening en bevrijding inhoudt.

    Deze analyse bevestigt, dat verzoening vanuit christelijk perspectief meer te maken heeft met relaties en goede verstandhouding dan met vergelding en afre-kening. De heelheid en eenheid waarin de verzoeningsgeschiedenis van God en mensen uiteindelijk resulteert, zijn relationele termen. Tegelijk lijken er in eerste instantie weinig logisch dwingende regels voor verzoening tussen men-sen onderling uit af te leiden. Er is eerder sprake van een gave en een opgave. Gods trouw, tot ons komend via getuigen, is een gave, die vrij is, ingebed in de particuliere context en niet logisch dwingend. Zowel Gods verzoenend han-delen als het getuigenis daarvan zijn voortdurend voorwerp van hermeneutisch onderzoek. Tegelijk ligt in de analyse ook een opgave: zelf getuige te zijn, zelf getuigenis af te leggen in het voetspoor van anderen. De met kracht van woord en daad betuigde trouw van God is een appel tot eenzelfde grondhou-ding. Hoe dat in concrete gevallen uitpakt, hangt af van theologisch-dogmati-sche verbeeldingskracht of in de termen van Stephan van Erps theologische esthetica, van theologische waarneming, verbeelding en constructie34, die het getuigenis van Gods trouw vertalen naar orientaties voor verzoenend hande-len in de actualiteit van de dag.

    C. Verzoening, ook een antwoord op crisissen in ooze tijd?

    Na de uiteenzetting van de context, de problemen en oplossingen, die bepalend zijn geweest voor de manier waarop Christenen in onze (post)moderne cultuur het thema verzoening zijn gaan verstaan, doet zich de vraag weer voor waar-mee ik dit artikel ben gestart: is er een analogie tussen religieuze verzoening en verzoening in de verhouding tussen burgers, tussen daders en slachtoffers en tussen rivaliserende groepen? En gaat die analogie z6 ver, dat analyse van de factoren bij religieuze verzoening een verhelderend licht kan werpen op de mogelijkheden en onmogelijkheden van verzoening in seculiere situaties? Zijn er indicaties dat ook in onze huidige samenleving, in de rechtsspraak, in de verstandhouding van ( ethnische) groepen tot elkaar of in persoonlijke con-tacten verzoening als serieuze mogelijkheid wordt waargenomen (a)? Zijn er

    34 S. v. Erp, The Art of Theology. Hans Urs von Balthasa's Theological Aesthetics and the Foun dations of Faith, Leuven: Peeters, 2004,242-254. Vgl. Dez., 'Fides quaerens imaginem. Esthecia als fundamentele theologie: geloof op zoek naar beelden', in: Tijdschrift voor Theologie, 43 (2003) 15-39, bier: 31-38.

  • 138 Verzoening in bijbelse en huidige crisissituaties

    mogelijkheden om de keuze voor verzoening te bevorderen en verzoening van het imago van softheid en nalviteit te ontdoen (b)? Kan een middelaar, iemand die groepen representeert of plaatsvervangend optreedt helpen om verzoening concreet tot stand te brengen (c)?

    a) V erzoening: een thema in de huidige samenleving?

    Ondanks traditieverlies en de verharding van onderlinge verhoudingen mede als gevolg van de neo-liberale nadruk op het competitie- en concurrentie-model zijn er ook tal van tekenen in onze samenleving die erop wijzen dat mensen afkerig staan tegenover polarisering en vijandigheid. Vredesbewegingen, zowel die van christelijke origine als die van elders in de brandhaarden van de wereld zoals de Vrede Nu-beweging in Israel hebben vanouds opgeroepen tot ver-zoening van vijandige partijen en tot vreedzame oplossing van de conflicten. Dialooggroepen roepen op tot respect voor elkaars standpunten of geloof. Witte tochten - inmiddels al wat obligaat geworden - zijn van oorsprong een vreed-zaam protest tegen alle vormen van zinloos geweld. Zelfs allerlei nieuwe rouw-rituelen na een gewelddadige dood35 zijn een vorm van verzoening. Ze zijn reacties op die gebeurtenissen. Zij komen in de plaats van tegengeweld, wraak of vergelding; ze zijn wel niet uit op verzoening met eventuele daders, maar toch zoeken ze naar troost en naar verzoening met het onherroepelijke. Het strafrecht ziet het als zijn voomaamste taak om van overheidswege schuld of onschuld van een beschuldigde vast te stellen en de strafmaat te bepalen. In de meeste beschaafde landen is op deze wijze eigenrichting uitgebannen en zijn lijfstraffen vervangen door geldboetes en detentie. Doordat gevangenisstraf in plaats van lijfstraf is gekomen, kan de bedoeling van de straf - anders dan bijvoorbeeld bij de doodstraf- optimaal worden gerealiseerd: vergelding, bescherming van de samenleving en mogelijkheid tot resocialisatie van de dader36 De meest recente ontwikkelingen in het modeme rechtssysteem betref-fen de vervanging van detentie door taakstraf en de grotere aandacht voor het slachtoffer als aanvulling op de vanouds centrale positie van de dader. Maar ook deze laatste ontwikkelingen doen weinig af aan de strikte scheiding van dader en slachtoffer, die het uitgangspunt van de onpartijdige rechtsspraak is.

    35 P. Post, T. Nugteren en H. Zondag, Rituelen na rampen. Verkenning van een opkomend reper-toire, Kampen, 2002.

    36 Vgl. de boeiende beschrijving van de ontwikkeling van het moderne rechtssysteem bij T. Gor-ringe, God's Just Vengeance. Crime, Violence and the Rhetoric of Salvation, Cambridge: Cambridge University Press 1996, 223-271: 'Contemporary Directions in Atonement and Penal Theory'.

  • Nico Schreurs 139

    Een echt nieuwe ontwikkeling zijn de experimenteD met bet herstelrecht, over-genomen uit Nieuw Zeeland, Australie en de Verenigde Staten, en in Neder-land ge'introduceerd als echt-recht37 In de NRC van 4 januari 2005 is een verslag opgenomen van een van de 300 echt-rechtbijeenkomsten die er in Nederland zijn belegd. Als koppen ston-den boven bet artikel twee uitspraken: "Het slachtoffer kan ook zijn verhaal doen" en "Georganiseerde ontmoeting met dader en zijn familie kan voor allen zuiverend werken"38. Het herstelrecht gaat ervan uit dat veel daders na een delict echt berouw en schaamte voelen, maar dat die gevoelens verdwijnen als ze niet geuit kunnen worden. Daders gaan zich dan steeds meer zelf slachtoffer voelen en bagatelliseren bet delict. Het voorbeeld van bet echt-recht, oven-gens samen met bet voorbeeld van de Zuid-Afrikaanse Waarheids- en Ver-zoeningscommissie die ook strafrecht en de verzoening van dader en slacht-offer trachtte te verenigen, is belangrijk. Zij kunnen een handreiking bieden om in situaties waarin de rechtspleging de eerste en vaak enige reactie op schen-ding van onderlinge verhoudingen is, ook aandacht te vragen voor de verzoe-ning van slachtoffer en dader. In beide gevallen is de hulp van bemiddelaars cruciaal. Zij brengen bet contact tot stand tussen daders (die zich dus vaak niet eens meer dader voelen) en slachtoffers (die grotere traumatische gevolgen ondervinden van bet ondergane geweld dan de daders zich voorstellen). De positie van middelaars, tussenpersonen tussen dader en slachtoffer, is bij verzoeningspogingen van vitaal belang. Het hoeft dan ook niemand te verwon-deren dat "mediation" een steeds grotere rol speelt bij de oplossing van con-flicteD. Er zijn cursussen aan universiteiten, de vakbeweging spreekt van de grote verzoening via bemiddeling en ook bet belastingkantoor verwacht met bemiddeling fiscale geschillen beter te lijf te kunnen. Er is een Nederlands insti-tuut voor mediation, bet NMI, dat volgens een beroepscode werkt en de media-tor als volgt aanprijst. "De mediator doet geen uitspraak. Hij begeleidt de onder-handelingen tussen de partijen. Hij helpt hen, zelf een goede oplossing te vinden voor hun conflict"39. Verzoening wordt bier beschouwd als bet eindproduct van een professionele en commercieel succesvolle strategie van conflictoplossing.

    37 "Tijdens een herstelbijeenkomst 'echt recht' kunnen slachtoffers en daders samen met de men-sen die hen omgeven bespreken wat er gebeurd is, hoe een ieder daardoor geraakt is, wat de kern van de zaak is en water nu verder moet gebeuren." Citaat uit een formulier voor 'echt-recht'-trainingen zie http://www .eigen-kracht.nl/echtrecht/nieuws/train.htrn.

    38 S. Kamerman, 'Het slachtoffer kan ook zijn verhaal doen', in: NRC 4 januari 2005. 39 Zie de site van bet NMI: http:Uwww.nmi-mediation.nl/. Vgl. N. Schreurs, 'Negotiating Guilt.

    God and Man as Partners in Forgiveness and Reconciliation', in: J.H.P. De Mey, (Ed.) Theology and Conversation.Towards a Relational Theology, Leuven: Peeters, 2003, 615-629.

  • 140 Verzoening in bijbelse en huidige crisissituaties

    Uit bet bovenstaande is in ieder geval af te leiden dat verzoening erkend wordt als een serieus te nemen poging om in de samenleving conflicten tot een goed einde te brengen. Dat geldt voor onderdelen van processen; geldt betook voor de grote samenlevingsconflicten: de spanningen tussen autocbtonen en allocb-tonen, tussen rijk en arm, tussen vrijbeid en (geloofs)dwang? Kan onze samen-leving inderdaad iets leren van verzoeningspraktijken in religies, speciaal van die in bet Christendom? Er zijn natuurlijk verscbillen. Gemeenscbappelijk is dat er een obstakel is dat de verboudingen verstoort. Verscbillend van de verzoeningsleer in bet Chris-tendom is bet, dat in veel van de situaties en relaties, waarin verzoening aan de orde komt, bet obstakel niet iets intrinsiek kwaads boeft te zijn, Ook boeft er niet altijd sprake te zijn van een duidelijke dader-slacbtoffer verbouding of een uit te boeten scbuld. Er kan bij partners een incompatilite des bumeurs, bij conflicten tussen landen een toevallig getrokken grens of bij ruzie een voor alle partijen gerecbtvaardigde claim ten grondslag liggen aan de bindemis om samen een vredige en bloeiende relatie of situatie te bereiken. Terugkijkend boeft dus niemand direct scbuld te bebben aan wat een goede, gezonde ont-wikkeling in de weg staat; vooruitkijkend boeft niet vergeving van scbuld of uitboeting van crimineel gedrag de voorwaarde voor verzoening te zijn40 Ver-zoening kan concreet betekenen dat misverstanden uit de weg geruimd wor-den, of dat men bekend raakt met elkaars culturen. Verzoening is dan niets anders dan een proces waarin beletsels en obstakels worden weggenomen en overeenkomsten groter en vrucbtbaarder blijken dan de verscbillen. Is bet nu mogelijk om, uitgaande van de toepassing van de oorspronkelijk reli-gieuze betekenis van verzoening, algemene regels voor bet bewerken van ver-zoening op te stellen ondanks de grote varieteit in ruzies, conflicten en ver-stoorde verboudingen, waarop verzoening een mogelijke reactie is? Dat is niet

    40 Ik ben bet niet eens met degenen, die vergeving een onderdeel of voorwaarde voor verzoening beschouwen (Vgl. G. Glas, 'De mens kan bet zelf niet af', in: Trouw, Letter en Geest, 15 april 2000, ook verschenen in: E. Brugrnans (Ed.) Rechtvaardigheid en verzoening. Over de fundamenten van de moraal in een tijd van geweld, Leende: Damon, 2000. Er kan verzoening worden nagestreefd en bereikt tussen rivaliserende groepen of tussen daders en slachtoffers, zonder dat bet eerst tot verge-ving gekomen is. Omgekeerd hoeft vergeving niet automatisch te leiden tot verzoening. Vergeving en verzoening, hoewel in bet ideale geval in elkaars verlengde liggend, zijn ieder van een andere orde. Vergeving is geheel en a! afhankelijk van de vrije beslissing van de ene partij die zich als slacht-offer beschouwt; verzoening vraagt altijd de instemming van aile partijen die in bet conflict zijn betrokken. Zie de uiteenzetting van R.D. Enright, geciteerd in: R.L. Browning & R.A. Reed, Forgi-veness, Reconciliation, and Moral Courage. Motives and Designs for Ministry in a Troubled World, Grand Rapids: Eerdmans, 2004, 63-64.

  • Nico Schreurs 141

    eenvoudig en zelfs als dat in sommige gevallen opgaat, is elke situatie toch weer anders. Relatief overzichtelijk is bet, wanneer er duidelijk sprake is van schuld (wat dus niet altijd bet geval is) en de schuld eenduidig bij een partij ligt, ofwel omdat er onmiskenbaar slachtoffers zijn en de daders hun geweld toege-ven ofwel omdat er een rechterlijke uitspraak over is. Er zijn dan enkele vuist-regels voorhanden, die al stammen uit de kerkelijke biechtpraktijk - ook een situatie waarin over de schuldvraag geen twijfels bestond. De voorwaarden voor de verzoening met God zijn: de schuldbelijdenis- de zondaar geeft zijn schuld toe; de spijtbetuiging- de zondaar betreurt zijn daad en wenst dat bet nooit gebeurd was, de genoegdoening - de zondaar doet boete en komt zo tegemoet aan de rechtvaardigheid van God, en de penitentie - de zondaar accepteert de oplegging van een reele of symbolische straf. In de kerktaal: confessio oris, contritio cordis en satisfactio operis. Lees dader in plaats van zondaar en slacht-offer in plaats van God, en je herkent in deze oude richtsnoer een serie voor-waarden om de kans op verzoening tussen partijen aanmerkelijk te vergroten. Deze voorwaarden worden dan ook nog steeds gebruikt in theoretische uit-eenzettingen over verzoening, met name in de Angelsaksische wereld, waar veel discussie is gevoerd over reconciliation en atonement - equivalenten van wat bij ons verzoening is41 De vraag is aileen of ook in de praktijk bet zo een-voudig is om deze stappen te operationaliseren in een voor iedereen bevredi-gende procedure. Een verdere vraag is of deze behandeling van verzoening ook opgaat voor die gevallen waarin bet obstakel niet een duidelijk aanwijs-baar schuldig gedrag is, maar uit vooroordelen, misverstanden of culturele ver-schillen bestaat. Dan lijkt het veel effectiever om alles te doen om de misver-standen uit de weg te ruimen. Verzoening is dus een minder gemakkelijke weg dan ethische of morele oproe-pen voorspiegelen. Er is niet een eenduidig recept voorhanden In de laatste maanden van bet jaar waarin Theo van Gogh werd vermoord, leken de daar-uit voortvloeiende conflicten, terreur en angst bet onmogelijk te maken om zelfs maar de suggestie te wekken, dat er naar verzoening gestreefd zou moe-ten worden tussen blanke autochtonen, christelijk dan wel geseculariseerd ener-zijds en allochtonen, vrijwel altijd gei:dentificeerd met islam-aanhangers, ander-zijds. Toch blijkt bij een rustige analyse, zoals in veel opzichten Geert Mak in zijn pamflet heeft gemaakt42, dat bet mogelijk moet zijn de verhoudingen weer te normaliseren.

    41 Vgl. N. Schreurs, Werk maken van verzoening, Budel: Damon, 2004, 90-110. 42 G. Mak, Gedoemd tot kwetsbaarheid, Amsterdam/Antwerpen: Atlas, 2004; Dez., Nagekomen

    flessenpost, t.z.p. 2005.

  • 142 Verzoening in bijbelse en huidige crisissituaties

    Het woord verzoening gebruiken in een dergelijke beladen situatie is tegelijk een keuze. Het is een keuze om niet de scbuldvraag centraal te stellen, maar om in alle redelijkheid te proberen samen te Ieven en de verboudingen niet door vooroordelen, misverstanden, culturele verscbillen of bet bype-gedrag van media of politici te Iaten bepalen. De stappen die in dit proces gezet die-nen te worden, kunnen niet worden overgenomen uit bet vaak veel overzicb-telijkere dader-slacbtoffer conflict. We bebben bij dit proces meer te maken met wat de van afkomst Kroatiscbe tbeoloog Miroslav Volf de bewegingen van exclusie, uitsluiting, en inclusie, insluiting beeft genoemd. lnclusie of omar-ming ('embrace') boudt voor Volf in: ruimte maken voor de zienswijze van de ander, afzien van der spiraal van de wraak en uiteindelijk bet scbild Iaten zakken waarmee we ons tegen de ander(en) bescbermen, zodat omarming, let-terlijk, mogelijk wordt. V anuit een uitdrukkelijk postmodem perspectief wijst Volf daarmee de barmonieuze relatie van identiteit en andersbeid aan als doel en resultaat van de inclusieve verzoening43 Maar dat vraagt om een bereidbeid bij alle partijen om gescbillen vreedzaam op te lossen. Kan de manier waarop in religies verzoening in leer en Ieven is gei:ntegreerd, ook voor onze door veel polariteiten gekenmerkte samenleving een voorbeeld zijn? Als ik me bier weer beperk tot bet Christendom44, dan zijn er globaal drie modellen waarin verzoening is gedacbt en beleefd: de ver-zoening door de verlosser Jezus Christus en zijn overwinning op de vijand: de Satan en bet kwaad; de verzoening door de plaatsvervangende boetedoening van Jezus Christus aan bet kruis als eerberstel aan God; en verzoening door bet aanstekende voorbeeld van Jezus Christus' Ieven en dood als teken van de overstromende goddelijke liefde45 De drie modellen maken gebruik van meta-foren uit resp. de krijgskunst en de economie; de ruil, de recbtspraak en bet

    43 M. Volf, Exclusion and Embrace. A Theological Exploration of Identity, Otherness and Recon-ciliation, Nashville: Abingdon Press, 1996. Vgl. ook: Dez., 'Forgiveness, Reconciliation and Justice. The Christian Contribution to Peace Making in the Social Environment', in: R. Anic & I.M. Litre, Forgiveness and Reconciliation- A Challenge to the Church and Society. Collection of Papers from the International Conference Zagreb, 9-13 May, 2001, Zagreb-Split: Caritas Croatia-Franciscan Insti-tute for the Culture of Peace, 2002, 20-35.

    44 Een comparatieve benadering waarbij meerdere religies bevraagd worden op hun soteriologie en verzoeningsleer valt buiten mijn competentie, maar is zeer gewenst, Vgl. J.A. van der Ven, 'De relatie van theologie en religiewetenschappen in een vergelijkende wetenschapsbeoefening', in: Tijd-schrift voor Theologie 45 (2005), 119-137.

    45 Zie voor de modellen: G. Aulen, Christus Victor. An historical Study of the three main types of the idea of the atonement, London, 1931 en C.E. Gunton, The Actuality of Atonement. A Study of Metaphor, Rationality and the Christian Tradition, Edinburgh: T T Clark, 1988 om slechts de meest spraakmakende te noemen.

  • Nico Schreurs 143

    offeraltaar; en het pedagogische voorbeeld en de ethische code. Zij worden weliswaar aan bepaalde periodes van de christelijke geschiedenis gebonden: aan de tijd van de Kerkvaders, aan Anselmus en aan Abelard en Schleierma-cher. Maar het is een teken van de multidimensionaliteit van de christelijke ver-zoeningsvoorstelling dat die modellen en hun vele metaforen nog steeds door elkaar worden gebruikt"6. Zo heeft het model van Abelard, dat mijn voorkeur heeft boven het kerkelijk meer geaccepteerde juridische model van Anselmus, minstens even oude papieren doordat het zich kan beroepen op de recapitula-tie-theorie van Ireneiis van Lyon (eerste helft van de 2e eeuw) en het opvoe-dings(paideia)motief van de Griekse Kerkvaders47 De verandering van mentaliteit van exclusivisme naar verzoeningsbereidheid heeft inderdaad een pedagogische kant. In hun boek over vergeving en ver-zoening in kerkelijk verband in de V.S. staan de auteurs Browning en Reed een veelzijdige aanpak voor, waarin de opvoeding in moraliteit en spiritualiteit gecombineerd wordt met kerkelijke stimulering van morele karaktervorming48 Hoewel bewondering voor de "morele moed" (naast vergeving en verzoening het derde bestanddeel uit de titel) van de auteurs op zijn plaats is, zijn hun pastorale aanwijzingen toch te veel op de situatie in de V.S. toegesneden om in onze d66r en d66r geseculariseerde samenleving nog kans van slagen te maken. Er is een ingrijpende vertaalslag nodig om in onze tijd van ontkerke-lijking, traditieverlies en individualisering het getuigenis van de verzoening van God dat ten grondslag ligt aan de christelijke verzoeningstheologie, effec-tief te Iaten meeklinken.

    c) Plaatsvervanging

    Bij die vertaalslag zal de centrale plaats die Jezus Christus in de christelijke verzoeningsleer inneemt, een hoofdrol spelen. Het is te gemakkelijk om de rol van Christus te actualiseren door hem gelijk te stellen met de mediation en mediator waamaar ik eerder verwees en die nu zo populair zijn. Jezus Chris-tus is ondanks twee eeuwen onderzoek naar de historische Jezus en ondanks

    46 H. Boersma, Violence, Hospitality, and the Cross. Reappropriating the Atonement Tradition, Grand Rapids: Baker Academic, 2004, 99-114: 'Atonement, metaphors, and Models'.

    47 Boersma, a.w. 115-132: 'Modeling Hospitality: Atonement as Moral Influence'; Boersma laat ook zien dat goddelijke gastvrijheid (zijn woord voor verzoening en genade) nooit zonder een vorm van geweld is.

    48 R.L. Browning & R.A. Reed, Forgiveness, Reconciliation, and Moral Courage. Motives and Designs for Ministry in a Troubled World, Grand Rapids: Eerdmans, 2004, 146-174: 'A Four-Pronged Approach to Increasing Forgiveness, Reconciliation, and Moral Courage'.

  • 144 Verzoening in bijbelse en buidige crisissituaties

    de ontmythologiseringspoging van het verlossingsdenken49 in de ogen van de meeste gelovigen meer dan een maieutische bemiddelaar. Zijn lijden en kruis-dood zijn al door Paulus als heilvol voor de gelovigen (pro nobis) verklaard en in de verzoeningstheologie van Anselmus is het 'pro nobis' uitgelegd als "in onze plaats". Jezus Christus neemt onze plaats als zondaar in om plaatsver-vangend God voldoening en eerherstel te brengen50 De hermeneutiek van de christelijke verzoening en zeker de poging deze een rol te Iaten spelen in huidige conflictsituaties zullen met de thematiek van Jezus Christus als onze plaatsvervanger of plaatsbekleder rekening moeten houden. Twee bijna onoverkomelijke problemen doen zich dan voor: de exclusiviteit van Jezus Christus' rol in de verzoening51 en de onvervangbaarheid van het modeme subject52 Toch is er een lange lijst van publicaties aan te wijzen die niet de weg volgen van afwijzing van de "duistere" begrip van de plaatsver-vanging (K. Rahner), maar die het plaatsbekledingsmotief z6 uitleggen, dat het een grote bijdrage aan het huidig denken over verzoening levert53 Zonder hier in te gaan op de details van de actualisering van het plaatsbekledingsmotief, wijs ik op een paar uitgangspunten die de mogelijkheidsvoorwaarden vormen voor zo'n actualisering. Bij de verzoening tussen God en mens is er vanuit bijbels perspectief altijd een persoonlijk en individueel moment. Want hoezeer ook in het jodendom en het vroege christendom prive en publiek, individualiteit en collectiviteit met elkaar waren vermengd, meer dan wij in de modeme tijd gewend zijn, toch is de rela-tie tussen God en mens altijd ook een zaak van persoonlijke bekering en van persoonlijke instemming. Tegelijkertijd is het herstel van de goede, intieme relatie tussen God en mens nooit aileen maar het initiatief van ofwel God ofwel de zondige mens. Het blijft bij de christelijke verzoening dus niet bij een een twee-tje tussen God en mens. Er worden nog andere partijen in het conflict en

    49 N. Schreurs, 'Hoe is er beil in Jezus? Nut en noodzaak van bet onderzoek naar de bistoriscbe Jezus', In: Tijdschrift voor Theologie, 38 (1998) nr. 2, 169-188.

    50 Volgens Scbaede, die in een omvangrijke monografie de Latijnse voorlopers van plaatsbekle-ding, en de geschiedenis van de term Stellvertretung tot Kant beeft bestudeerd, vallen bij Anselmus satisfactieleer en bet plaatsbekledersmotief niet zonder meer samen: S. Scbaede, Stellvertretung. Begriffsgeschichtliche Studien zur Soteriologie, Tiibingen: Mohr Siebeck, 2004, 307.

    51 Nog eens uitdrukkelijk bevestigd in de Verklaring van de Congregatie voor de Geloofsleer 'Dominus Jesus', over bet uniek karakter en de beilbrengende universaliteit van Jezus Christus en de Kerk', in: 121 Kerkelijke documentatie 28 (2000) nr. 5, 3-19.

    52 Het duidelijkst verwoord door I. Kant, zie daarvoor Scbaede, a.w. 602-624: 'Kants Religions-schrift und die qualifizierte Krise des Stellvertretungsmotivs'.

    53 Scbaede noemt met name K.-H.Menke, Chr.Gestricb en M.Bieler, a.w. 2-4.

  • Nico Schreurs 145

    bet herstel daarvan betrokken. Want die eindige, kwetsbare mens is in religi-eus opzicht deel van een collectief, een volk, stam, clan of familie en profiteert van de collectieve verzoeningsrituelen die in gebruik zijn of waren. In de modeme tijd is de visie op de verhouding tussen God en mens drastisch veranderd. God is steeds meer op de achtergrond geraakt en wordt niet meer als de steeds actief intervenierende, almachtige bestuurder van alles gezien. Tegelijkertijd zijn mensen hun zelfstandigheid, autonomie en zelfontplooiing meer gaan benadrukken. Plaatsvervanging doet afbreuk aan menselijke vrijheid en verantwoordelijkheid. Theologen die zich daarvan rekenschap geven, zul-len plaatsvervanging enkel nog acceptabel vinden wanneer deze tijdelijk en voorlopig is en mensen de kans bieden om uiteindelijk zelf, vrij en bewust, de stap naar verzoening te zetten. De in 2003 overleden Duitse theologe Doro-thee Solle heeft in haar boek Stellvertretung (Plaatsvervanging) heel duidelijk Jezus Christus aangewezen als de plaats, de vertegenwoordiging, van mensen voor God, maar omgekeerd ook als de plaats van God voor mensen54 Er is dus ook voor huidige theologen een rol van Jezus Christus in bet verzoeningspro-ces van mensen en God, maar je zou die rol wellicht beter kunnen omschrij-ven als een bemiddelende rol, de rol van voorspreker of hooguit van iemand die een tijd lang de plaats van mensen inneemt totdat zij zelf in staat zijn om stappen tot verzoening te doen. De verkleining van de afstand van mensen en God wordt bovendien nog eens bevestigd van de kant van God. God heeft zich, tot die conclusie komen steeds meer theologen en ik heb die conclusie ook zelf eerder in dit betoog getrokken, niet in de eerste plaats als de almachtige, alwetende, oneindige en alomtegenwoordige geopenbaard, maar in Jezus Chris-tus juist als de weerloze medemens, in de woorden van de invloedrijke Leidse theoloog Henk Berkhof, als de "weerloze overmacht"55 Wat is daaruit af te leiden voor de oplossing van conflicten in de niet-religi-euze sfeer? Is verzoening daarop een adequate reactie? Is een verzoenende houding speciaal voor religieuze mensen, en zeker voor christenen, een weg die passender is dan die andere weg, die alleen inzet op conflictvermijding en conflictbestrijding door de partijen uit elkaar te houden of te trekken? Een oplossing dus die inzet op scheiding bij huwelijkspartners, op segregatie bij etnische conflicten of op strengere veiligheidsmaatregelen bij terreurbestrij-ding? Oat in partnerschappen en gezinsverhoudingen vormen van toenadering

    54 D. Solie, Plaatsbekleding. Een hoofdstuk theo/ogie na 'de dood van God', Utrecht: Amboboe-ken, 1966.

    55 H. Berkhof, Christelijk geloof Een inleiding in de geloofsleer, Nijkerk, 1985 (5< herz.druk), 141.

  • 146 Verzoening in bijbelse en huidige crisissituaties

    en verzoening effectiever zijn dan bet op de spits drijven van conflicten blijkt onder andere uit de bezorgdheid, in kringen van kinderbescherming, over bet feit dat scheidingen vaak onschuldige slachtoffers veroorzaken: de kinderen. Maar hoe is bet gesteld met de groepen uit andere culturen en met een andere religie, vaak de Islam? Ze zijn zeker in veel gevallen een vreemde eend in de geseculariseerde bijt van de Nederlandse samenleving, die voor de normale situatie wordt aangezien. De mensen uit de andere culturen, in bet bijzonder de moslims, komen publiekelijk voor hun religie uit, waar de meeste christe-nen hun geloof allang tot een bijna onzichtbare prive-aangelegenheid hebben gemaakt. Dat trekt de aandacht weer op de religie, als waarachtige bestaans-wijze in onze tijd, maar ook als bron van gevaar. Want bet is onmiskenbaar dat religieuze mensen een gevaarlijke fundamentalistische radicalisering kun-nen doormaken, die vertakkingen heeft in internationale terreurnetwerken. Deze dienen bestreden te worden. Het alternatief is zeker niet dat om alles maar na'ief te ondergaan en de eigen identiteit te verloochenen. Dat bet verzoe-ningsproces een moeilijke weg is, valt goed te begrijpen. Zeker in een sfeer van terreur en angst is demonisering voor de hand liggender dan bet moeizame en riskante pad van toenadering, dialoog en integratie. En is er nog echt een rol voor een plaatsvervanger? Ik denk van niet. Net zomin als in de verzoening van mensen en God, mogen mensen zich in hun onderlinge conflicten verschuilen achter iemand die de schuld of de verant-woordelijkheid van hen overneemt. Geen enkel gezag, geen enkele autoriteit kan worden gebruikt als excuus voor verkeerd handelen. Geen mens kan plaats-vervangend voor alle anderen beschouwd worden als iemand die de ware inten-ties van een religie of een bevolkingsgroep realiseert, zoals Mohammed B; en niemand kan plaatsvervangend voor anderen de reactie op de al dan niet be-dreigende aanwezigheid van de Islam verwoorden, of hij nu Job Cohen of Geert Wilders beet. Wel kan de term plaatsvervanging dienen om twee heel belangrijke momen-ten in bet verzoeningsproces in herinnering te roepen. De plaats van iemand anders tijdelijk en in alle voorlopigheid innemen, niet letterlijk, maar in de zin van je inleven in iemand, in iemands schoenen gaan staan, is de eerste stap om iiberhaupt te denken aan verzoening als oplossing. Pas wanneer je met empa-thie begint bij de benadering van conflicten, kan er toenadering plaats vinden. Daarmee is ook bet tweede moment genoemd waaraan de klassiek-theologische term plaatsvervanging herinnert: de solidariteit met medemensen, waardoor de medemens op de eigen vrijheid en verantwoordelijkheid wordt aangespro-ken, ook al is hij of zij je vijand. Deze twee bewegingen naar de ander toe zijn belangrijker dan de idee, dat je bet aan iemand anders over kunt laten om voor

  • Nico Schreurs 147

    jou de stappen naar verzoening te doen. Oat zou plaatsvervanging in letterlijke zin inhouden. Empathie en solidariteit daarentegen doen een beroep op de inzet van de partijen die direct bij het conflict betrokken zijn. Geen plaatsbekleding door derden buiten de conflictpartijen om dus, maar er is wel heel grote behoefte aan bemiddelingsfiguren: van vertrouwenspersonen in gezins- en huwelijksproblemen tot intermediairs bij de overbrugging van etnische en culturele verschillen. Verzoening is een reele mogelijkheid, ook en misschien wel vooral wanneer er geen duidelijke onderscheiding van schuldige dader en onschuldige slachtoffer te maken is. Maar het is ook een heel moei-lijke weg, waarbij zo veel mogelijk professionele en andere krachten moeten worden ingezet. De schuldvraag kunnen we daarbij met een gerust hart aan de rechterlijke macht overlaten, maar het herstel van de goede verhoudingen is iets wat niet meer door het strafrecht, maar door de inzet van betrokken burgers moet worden voltrokken. Zeker voor christenen, die weten dat het herstel van de goede verhoudingen tussen mensen en God, een bron van vreugde, geluk en ontplooiing van vele mogelijkheden is, zal verzoening in de seculiere en publieke sector een opdracht zijn, waaraan men zich niet gemakkelijk mag ont-trekken.

    Nico Schreurs (1941) was tot 2004 als hoogleraar dogmatische theologie verbonden aan de Theologische Faculteit Tilburg. Adres: Rijksweg 208, 6582 AB Heumen.