De toekomst van WO=MEN

Dutch Gender Platform

Wat hebben ondernemers, genderexperts van ontwikkelingsorganisaties, diaspora, onderzoekers, feministen en bevlogen individuen met elkaar gemeen? Allen zijn lid van WO=MEN en waren aanwezig bij de halfjaarlijkse leden-dag op 10 april 2014.

In een bomvolle Glazen Zaal debatteerden leden over de toekomst van het WO=MEN Dutch Gender Platform, over de genderlobby en over de invulling van een transformatieve agenda. Het glazen plafond kreeg hier een heel andere invulling; wie naar boven keek zag enkel een blauwe lucht boven ons. Weer werd duidelijk dat de leden van WO=MEN een schat aan kennis en expertise herbergen.

Twee keer per jaar komen alle WO=MEN leden samen. Het tweede gedeelte van de middag stond in teken van brainstormen over toekomst van WO=MEN Dutch Gender Platform, over de genderlobby en over de invulling van een transformatieve agenda. In wisselende groepen kwamen interessante ideeën, inzichten en vragen naar boven.

Opzet van de middagWO=MEN is een platform: leden vormen de kern. Zonder leden geen WO=MEN Dutch Gender Platform.

Het platform is de afgelopen jaren enorm gegroeid en versterkt. Inmiddels zijn wij meer dan 160 leden sterk, en groeiende; is een sterk samenwerkingsverband tussen leden ontstaan; worden op verschillende thema’s kennis uitgewisseld en gezamenlijke acties ondernomen; en staat gender gelijkheid, en met name vrouwenrechten, sterker op de agenda in de Nederlandse buitenland politiek en wereldwijd.

WO=MEN (spreekt uit als ‘women equals men’) is het Nederlandse gender platform, een zeer divers netwerk dat zich inzet voor genderrechtvaardigheid: gelijke rechten, keuzes en kansen voor alle mannen en vrouwen wereldwijd. WO=MEN meer dan 160 individuele en institutionele leden sterk.

De behoefte aan versterken van het elan voor gender rechtvaardigheid en vernieuwing van de gender rechtvaardigheid movement zijn gebleven. De vraag die we onszelf voortdurend stellen is: Wat kun je als individu of organisatie alleen niet bereiken, maar samen wel?

WO=MEN is de afgelopen jaren voortdurend in beweging gebleven. Samen hebben we al veel bereikt de afgelopen jaren. Maar er staan ons ook grote uitdagingen te wachten. Centraal in de huidige reflectie staan de vragen: Wat gaat goed, wat kan beter? Welke uitdagingen zien we voor de toekomst en welke kansen? En bovenal: hoe kunnen we elkaar daarbij helpen?

ledenevent 10 april

Anno 2014 met ontwikkeling van de Post-2015, Beijing+20 (2015) én reorganisatie van de Nederlandse OS worden deze vragen/behoeften des te prangender:= Hoe bouw je een movement, hoe sustain je het, hoe houd je het levend/energiek?= Hoe houd je gender op de agenda in de politiek?= Wat is dan precies die agenda voor gender justice? Op 10 april gingen WO=MEN leden met elkaar in gesprek over deze vragen.

TerugblikWO=MEN Dutch Gender Platform is opgericht op 2 november 2006, met als doel genderrechtvaardigheid wereldwijd te bevorderen. De vereniging komt voort uit, en is nog altijd diep verbonden met, de mondiale feministische beweging.

In 2005 was Beijing+10 de aanleiding voor het Nederlands maatschappelijk middenveld om samen te komen en te evalueren. In 1995 vond in Beijing de Fourth World Conference on Women’s Rights plaats. Met als resultaat de Beijing Declaration and Platform for Action (BPfA), een aantal concrete afspraken over het realiseren van vrouwenrechten en gendergelijkheid. Tien jaar later, in 2005, bleek uit de evaluatie Beijing+10 dat ondanks de vele beloften overheden en organisaties tekort schoten in de realisering van de gemaakte afspraken. Een toenemende bezorgdheid over de erfenis van Beijing motiveerde een groep Nederlandse organisaties en activisten om hun krachten te bundelen in het platform Beijing +10, Time for Action. In 2006/2007 heeft dit samenwerkingsverband geleid tot de oprichting van WO=MEN Dutch Gender Platform.

De doelstellingen die bij de oprichting werden geformuleerd: de zelfbeschikking (empowerment) van vrouwen en gendergelijkheid (weer) zichtbaar op de

agenda te zetten en te behouden van de Nederlandse overheid, de politiek, ontwikkelingsorganisaties en maatschappelijke groeperingen en een bijdrage te leveren aan het (inter)nationale debat over vrouwenrechten.

WO=MEN tracht dit doel onder meer te bereiken door:= te functioneren als coördinatiemechanisme en professioneel aanspreekpunt voor vrouwenemancipatie, gendergelijkheid en internationale samenwerking; = het versterken van het onderlinge contact tussen de leden, van hun deskundigheid en betrokkenheid bij vrouwenemancipatie, gendergelijkheid en internationale samenwerking; = het versterken van de kennis binnen het netwerk en de middelen van het netwerk door het aanbieden van advies en trainingen;= en het versterken van de aandacht voor vrouwenrechten en gendergelijkheid bij de Nederlandse overheid, de politiek en ontwikkelingsorganisaties en groeperingen, door middel van lobby, monitoring, draagvlakversterking en het bevorderen van gender accountability.

Leden enquête 2013Weten wat leden vinden en willen is cruciaal voor WO=MEN. Wat vind je van de kwaliteit van WO=MEN activiteiten? Doen we de juiste dingen? Waar zouden we vooral mee door moeten gaan en waarmee zouden we beter kunnen stoppen? Welke kansen zie je en welke behoeften heb je aan samenwerking? Om ervoor te zorgen dat de activiteiten van WO=MEN goed kunnen worden afgestemd op de ideeën en wensen van leden hebben ze een enquête ingevuld. Hier een overzicht van de belangrijkste uitkomsten.

Wat gaat goed:= Tevredenheid onder leden over het WO=MEN netwerk: matchmaking, onderlinge versterking, agendering van genderrechtvaardigheid, kennisoverdracht; community; = Het WO=MEN netwerk is agenda-setting; = Goed in het verbinden van leden onderling;= Heeft genderrechtvaardigheid met succes op agenda gezet, met name door lobby.Wat kan beter:= Maak meer gebruik van de kennis van leden; en van de kennis in het mondiale Zuiden;= Creëer ruimte voor andere dan de kern-thema’s, ben daarin flexibel;= Het netwerk is nu te sterk gericht op Den Haag; betrek de rest van het land;= Verbind je ook met internationale movements;= Meer kritische stellingname, bijvoorbeeld over defensiebeleid, over economisch beleid;= Focus op nieuwe actoren, zoals bedrijven, doe een power-mapping;= Belangrijk om door te gaan en nieuwe methodes te vinden om aan financiering te komen. = Advies over inkomstenmodel: boor nieuwe bronnen aan: via adviezen op maat, door contributie te verhogen en bij grotere organisaties nog gedifferentieerder model toe te passen.

Waar staat het WO=MEN netwerk in 2017? Godelieve van Heteren spoorde alle deelnemers aan om flink out-of-the box te denken, met succes. Hieronder de belangrijkste conclusies:

= Inhoudelijk: verbinding tussen Nederland en het Globale Zuiden. Op dit moment lijken sommige onderwerpen te ‘abstract’, alsof het weinig met ons handelen in Nederland te maken heeft. Het is tijd voor een ‘global discours’; zowel in Nederland als in andere landen wordt er geknokt tegen vastgeroeste rolpatronen, racisme en uitsluiting, toegang tot goede zorg (care-economy), aandacht voor klimaat en milieu, voorkomen van financiële race to the bottom enz. Het leidt tot een politisering van ons betoog.

= Veel sterkere verankering van het WO=MEN netwerk in Nederland: WO=MEN zou in de toekomst veel diepere en sterkere wortels moeten hebben in Nederland. Door opiniestukken in de media, deelname aan publiek debat, lokale bijeenkomsten en landelijke debatten. “Dat hoeft het secretariaat niet allemaal zelf te doen, wij zijn bereid lokale bijeenkomsten te organiseren!”

= In navolging van het vorige punt; versterking van het netwerk, de movement. WO=MEN leunt nu zwaar op professionals in ledenbestand; maak ook meer gebruik van de netwerken en expertises van individuele leden. Zet ook in op jongeren, gelovigen en de ondernemers in het netwerk. “Ik ben lid van de Konferentie van Nederlandse Religieuzen en help graag mee.” Niet alleen neemt werkdruk van secretariaat daardoor af, hierdoor ontstaan ook nieuwe hubs. Dankzij toekomstig intranet en nog meer nadruk op matchmaking kunnen leden en externen elkaar in de toekomst nog sneller vinden en ontstaan er (nog) meer dwarsverbanden.

= Zoek samen met leden naar nieuwe inkomstenbronnen. Het financieel aspect is belangrijk; de Nederlandse bezuinigingen hebben grote gevolgen voor de partners van leden, de leden zelf én het WO=MEN netwerk. Tegelijkertijd waren het volume en het aantal filantropen nog nooit zo groot. Maar hebben vrouwen & genderbewegingen wel toegang tot dit soort fondsen? Het is zaak dat het WO=MEN netwerk zich ook richt op (toegang tot) geld & financiën voor haar leden. Net als de 1325 budgetten, het gevecht voor het pilot-fonds, gezamenlijke reflectie over de Strategische Partnerschappen: financiën moet een belangrijk onderdeel blijven van het WO=MEN netwerk in de toekomst. “Secretariaat, kijk ook naar nieuwe inkomstenbronnen.”

= “In een wereld vol aannames en halve waarheden is het nog belangrijker om gebruik te maken van onderzoek en cijfers. WO=MEN had altijd 2 doelen: lobby én kennisoverdracht. Goed dat verdiepingssessies plaatsvinden.” Maak in toekomst nog meer gebruik van alle academici die lid zijn van netwerk, verzin manieren om onderzoeken en academische kennis te populariseren.

= Minder gericht op Nederlandse politici; invloed van Nederlandse politiek neemt af. Kijk ook naar echte gamechangers (in zowel positieve als negatieve zin) zoals een aantal bedrijven. Interessant om regelmatig powermapping te doen, hierdoor kunnen nieuwe actoren als pensioenfondsen en bedrijven zichtbaar worden.

= “Kom uit de gender-jargon ghetto: kijk naar voorbeeld van Egyptische meiden die met klare taal brede groep aanspreken (stop geweld tegen vrouwen). Communiceer zonder jargon; dat hoeft niet perse ten koste gaan van de nuance.” Hierdoor bereikt WO=MEN ook andere doelgroepen.

Tafel 1

Toekomst WO=MEN

Dit leidt tot een gepassioneerd debat: bij beleidsmakers en experts is het wel belangrijk om heel minutieus te formuleren en simplificaties te voorkomen. Tegelijkertijd heeft het vele jargon ook als gevolg dat potentieel belangstellenden afhaken en dat personen die in hun dagelijks leven opkomen voor gendergelijkheid niet worden bereikt. Dat laatste heeft weer politieke gevolgen; hierdoor wordt genderdebat door kleine elite gevoerd.

Conclusie: grote inspanning om jargon te voorkomen zonder in simplificaties te vervallen.

= Meer aansluiting bij internationale genderbeweging (via de leden) en bij grote internationale kwesties (water, klimaat, genicide). Dat hoeft het secretariaat niet zelf te doen, de leden kunnen als aanjagers en rapporteurs fungeren van hetgeen er wereldwijd -én in Nederland-speelt.

Hoe te zorgen dat gender op de politieke agenda blijft staan ook na dit kabinet? Nu hebben we twee ministers die vrouwenrechten en gendergelijkheid als prioriteit in hun beleidsnota’s hebben staan. Ook is het genderbudget één van de weinige budgeten waarin niet is gesneden. Mocht er een nieuw kabinet komen ofwel door een val ofwel na nieuwe reguliere verkiezingen dan is bovenstaande niet langer gegarandeerd.

= Belangrijk om issues transversaal te bekijken: link tussen economic justice en gender justice in plaats van twee parallelelle trajecten:= Belangrijk om ook andere actoren te betrekken: vakbonden, bedrijven, maar ook breder. Bleek ook tijdens het HIVOS side event over living wages (leefbaar loon) bij de afgelopen CSW.= Belangrijk momentum te grijpen van Beijing + 20= Processen dienen aan elkaar te worden gekoppeld: Beijing + 20, Post-2015 agenda, CSW, CPD…= Voor een leek zijn bovenstaande termen een onbegrijpelijk jargon. Indien je meer mensen wilt betrekken bij het werk van WO=MEN, zul je ook in begrijpelijke taal moeten kunnen en willen communiceren.= Groot verschil tussen vakbonden Noord/Zuid: in sommige landen/sectoren niet mogelijk om een vakbond op te richten. Ook de toegang van vrouwen tot vakbonden is afhankelijk van de context. In sommige landen in Afrika is het belangrijker om je te richten op issues als toegang tot leningen, property right, etc. = Belangrijk om gender mee te nemen in de handelsmissies. Op dit moment is er een groot verschil in hoe de minister (Ploumen) een land als Bangladesh benadert (textielindustrie) versus een land als China.

= Wie bepaalt er eigenlijk wie er mee gaat op de handelsmissies? Handelsmissies dienen engendered te worden.= Zou interessant zijn als WO=MEN zou linken met andere stakeholders, bijv Women on Top om meer invloed te kunnen uitoefenen op de handelsdelegaties. Tegelijkertijd kan het WO=MEN netwerk en hun partners in het zuiden worden ingezet om interessante lokale (vrouwen) organisaties ter plekke te ontmoeten.= Blijft essentieel om te kijken naar wederzijdse behoeften en verwachtingen: bedrijven willen deals sluiten en winst maken. Correspondeert niet meteen met een meer genderrechtvaardige agenda, je moet je business case als maatschappelijk middenveld heel erg duidelijk weten te maken.= Wel bewust van blijven dat dit een klassendiscussie blijft: hier bereik je alleen de bedrijven die al hoger in de markt zitten, niet de microcredit bedrijfjes of de allerarmsten over wie het uiteindelijk zal moeten gaan. Zo mis je bijvoorbeeld ook de vrouwen uit de informele sector. = Bram van Ojik heeft tijdens het debat over de Meerjarige Strategische Plannen van de ambassades ingebracht dat hij veel meer zou willen terugzien wat het resultaat van bepaalde activiteiten op het gebied van handel als impact heeft op de hulpagenda van de minister. Slechts bij één van de plannen werd dit expliciet gemaakt. Minister heeft een toezegging gedaan dat dit tijdens het bespreken van de resultaten meer expliciet zal worden gemaakt per land. = Misschien toch ook meer richten op bedrijven en consumenten hier: naming and shaming heeft in het verleden heel goed gewerkt bij bedrijven als Nike.

Tafel 2

Toekomst gender lobby

= Wil je effectief zijn in de niet OS-sectoren (bijv. security sector reform), dan vraagt dit ook om andere specialisaties. Alleen een gender specialist zijn is niet genoeg: je moet ook kennis van security sector reform (SSR) hebben om serieus te worden genomen en ook effect te kunnen bewerkstelligen. = Economische groei is niet per-sé hetzelfde als economische ontwikkeling terwijl velen dit gelijk blijven stellen. Het is belangrijk om te kijken op welk niveau je je lobby inzet: macro, meso of micro, maar het liefst de link maken tussen die verschillende niveaus. Er is een paradigma shift nodig voor het macro-economsiche beleid. Op dit moment zijn de onderhandelingen bezig over de trade agreements (TPP & TRIP??) en dreigen een heleboel zaken op het gebied van ESC rechten (bijvoorbeeld water en voedsel) terug te draaien die de EU heeft weten te bereiken. = WO=MEN is het best in haar coördinerende rol (zie ook CSW proces waarbij WO=MEN cruciaal was in het faciliteren van de contacten tussen de regeringsdelegatie en de delegatie vanuit het maatschappelijk middenveld). Zou graag een constantere rol van WO=MEN hierin willen zien, dus niet alleen tijdens de CSW. Bijvoorbeeld ook met de Open Working Groups (OWGs) en de conferenties dier eromheen worden georganiseerd. Beijing +20, post-2015 etc belangrijk om met elkaar te linken en kan ook een nieuw momentum scheppen om draagvlak te creëren voor de genderagenda voor de komende vijf jaar. = Belangrijk voor WO=MEN is dat ze niet alles zelf moeten (willen)doen. Vaak ook een kwestie van gebruik maken van kennis en connecties die leden al hebben of slimme samenwerkingsverbanden aangaan met andere actoren op bijv. EU niveau, werk dat al is gedaan door de World Bank, etc= Ook al is de motie voor een gender coördinator op het hoogste niveau bij defensie niet aangenomen door de Kamer (slechts twee stemmen te weinig…) , belangrijk om te blijven inzetten voor functies en rollen op dit soort posities, omdat het kabinet overstijgend is.

Tijdens het afgelopen jaar was een terugkerend onderwerp binnen WO=MEN de roep om “transformatie”. Als je gender ongelijkheid duurzaam wilt verbeteren, dan moet je de wortels van het probleem durven benoemen en aanpakken. Een korte terugblik op de afgelopen periode:

2013 was voor WO=MEN een jaar van verdieping en politisering van gendervraagstukken. Bij de diverse ledenvergaderingen is collectief besloten om niet alleen de waakhond van het buitenlandbeleid te zijn, maar nog meer agenda-zettend te werk te gaan. Dus niet instemmen met een internationaal veiligheidsbeleid met een roze strikje, niet een handelsbeleid dat de arbeidsrechten van vrouwelijke werknemers schaadt, niet een Post-2015 agenda met her en der vrouwen genoemd, maar pleiten voor nieuwe waarden, een nieuwe aanpak van onderliggende oorzaken die ongelijkheid in stand houden, transformatieve strategieën en een daadwerkelijk coherent beleid.

Guiding principles: Om WO=MEN’s visie hierop verder uit te werken is in 2013 een start gemaakt om met de leden de guiding principles van het netwerk aan te scherpen. Leden komen bij elkaar om met elkaar in gesprek te gaan over de waarden van WO=MEN en hoe deze kunnen worden doorvertaald in de uitingen van het netwerk (lobby, communicatie). Wat is genderrechtvaardigheid? Welke visie heeft het netwerk op duurzame ontwikkeling en sociale verandering? Welke links zijn er met movement-building en feminisme? Hoe willen we als netwerk met elkaar omgaan? In 2013 hebben 2 bijeenkomsten met leden hierover plaatsgevonden. In 2014 wordt dit proces voortgezet: deze ronde tafel dialoog is daar een voorbeeld van.

= Gender in Post-2015: WO=MEN co-organiseert consultatiebijeenkomsten en ontwikkelde papers om positie te bepalen over hoe mensenrechten, gender, seksuele en reproductive gezondheid en rechten (SRGR) en duurzaamheid verankerd kunnen worden in de nieuwe ontwikkelingsagenda. Inhoudelijk is het belangrijk om versimpeling van gender tot vrouwen tegen te gaan, door een transformatieve benadering te benadrukken: naast gerichte empowerment van vrouwen ook aanpak van omgevingsfactoren en onderliggende oorzaken van ongelijkheid van armoede en ongelijkheid, zoals ongelijke machtsrelaties (van mondiaal tot lokaal niveau), patriarchale normen en negatieve vormen van mannelijkheid.

Tafel 3

Toekomst transformatieve agenda

= Gender Vrede & Veiligheid werkgroep: tijdens de heidag is besproken om diverse visiepapers te ontwikkelen waarin de werkgroep haar ideeën uiteen zet over een transformatieve veiligheidsagenda. Tevens is besproken om niet alleen de waakhond te zijn van bestaand beleid maar ons ook meer te richten op agendasetting van serieuze innovatieve alternatieven voor beleid.

= Gender & Duurzame Economische Ontwikkeling werkgroep: ook tijdens de heidag van deze werkgroep is besproken om een visiepaper te maken over onze visie op duurzame economische ontwikkeling: wat houdt dat in? En wat zijn onze ideeën om dat te bereiken? Ook wordt in de werkgroep meer ruimte ingepland voor onderlinge kennisdeling over thema’s waar WO=MEN leden op werken, maar ook zullen externe experts worden uitgenodigd om als werkgroep bij te leren en haar transformatieve agenda te versterken.

Een paar rode draden uit de zeer diverse, levendige dialoog die we met elkaar hadden over wat een “transformatieve agenda voor gender rechtvaardigheid” voor WO=MEN zou betekenen:

Wat is onze boodschap en hoe verwoorden we die?WO=MEN heeft de afgelopen jaren juist ingezet op het aantrekkelijk verpakken van de boodschap over gender rechtvaardigheid. Dat heeft het netwerk geen windeieren gelegd, we zijn aanzienlijk gegroeid, gediversifieerd, en er is veel aandacht voor in de politiek met concrete successen. Het is logisch dat we nu reflecteren op welke boodschap we dan precies verkondigd hebben:= Gefeliciteerd aan ons allen hier. Ik kan nu hardop zeggen “ik ben een gender specialist”. Jaren geleden wat dat taboe, werd je weggelachen. Onderschat niet hoe WO=MEN hieraan heeft bijgedragen. Het was toen tijd om gender weer op de kaart te zetten en dat hebben we gedaan. = We hebben vrouwen op de kaart gezet, niet gender. Bij gender gaat het om het transformatieve. Dus wat bedoelen we met gender? Ook concepten als rechtvaardigheid en veiligheid zijn heel vaag, die kunnen we voor onszelf definiëren. Wat bedoelen wij

daarmee? Teruggaan naar de basis en daarop bouwen: op het mensenrechtenverdrag, internationale afspraken, nationale wetgeving, etc.= We willen wel wat meer radicaal. Maar gaan we daarmee bereiken wat we voor ogen hebben, gaat het ons dan lukken om mensen te betrekken en politici over te halen?= De groei die WO=MEN heeft doorgemaakt is noemenswaardig: ook voor vragen over gender in Nederland komen mensen nu naar WO=MEN. Deze verandering verdient revisioning van de visie en missie.

Gender, vrouwen, mannen – waar hebben we het nu eigenlijk over?= Onderliggende oorzaken van gender ongelijkheid worden niet aangepakt. Zoals bij gender based violence (GBV) dat geweld vaak politieke oorzaken heeft, richten we ons te vaak op de boodschap investeer in vrouwen en meisjes. Terwijl we in de praktijk veel breder werken. = We proberen onze boodschap doorgaans wat beter aan laten sluiten bij of met “mannen”. Maar we moeten niet in plaats van vrouwen projecten nu mannen projecten gaan doen. Bijvoorbeeld in de huidige visie van WO=MEN staat er “mannen betrekken”. Dat is een instrumentalistische benadering van mannen. Mannen hebben ook hun eigen gender identiteiten. Gender is ten slotte relationeel.= Genderrechtvaardigheid gekoppeld aan man/vrouw is te beperkend. Er zijn veel meer andere genders. Het heeft te maken met gender-seksisme. Ook van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders (LHBT) op de werkvloer. Het gaat over normativiteiten. Discriminatie op basis van sekse. Trek het breder dan de man/vrouw dichotomie.

Transformatie, van wat dan?= Transformatie gaat niet alleen over grote systemen. Het gaat ook over dichtbij en kleine stappen. Er zijn voorbeelden uit de praktijk die lukken om systemen te transformeren, dingen anders aan te pakken, op lokaal niveau. Die zouden we kunnen upscalen naar beleid.

= De Nederlandse overheid zet in op de koppeling tussen ontwikkeling & handel, ook vrede & veiligheid zijn belangrijk. Hierop inzetten betekent nog niet dat er daadwerkelijk ontwikkeling plaatsvindt, de koppeling wordt vaak niet gemaakt. Development impact van inzet op economische groei vaak op de achtergrond, maar ze zouden altijd gekoppeld moeten zijn. = De Nederlandse regering moet een rol hebben in het veranderingsproces, maar de vraag is, is dat dé speler? WO=MEN richt zich op de Nederlandse overheid, maar die heeft geen transformatieve agenda. Ook bij andere tafels kwam aan bod dat inzet op de Nederlandse overheid te beperkt is. WO=MEN zou moeten inzetten op bredere lobby dan de Nederlandse overheid. Ook op de WereldBank, EU en TTIP handelsverdragen bijvoorbeeld. = Het gaat vaak heel erg over wat we dáár doen (in het mondiale Zuiden), maar met de economische crisis is dat een te beperkte focus. Het gaat ook over hier in Nederland. We moeten bredere steun in de maatschappij winnen. Gender lijkt nu een hobby van politici. = Dus WO=MEN moet zich op de samenleving richten. Ook op discoursverandering in de Nederlandse samenleving. Het gaat om verbinding tussen persoonlijke en politieke, nationale met mondiale. Het gaat nooit alleen over de Global South, het gaat ook over ons.

In welke fase staan we, individueel, als organisaties, en als platform?= Je bent niet altijd op het niveau van transformatie, we hebben vaak een focus op gender sensitiviteit. Je kunt analyseren waar je op dit moment staat: gender -neutraal, -sensitive, -responsive of -transformative. Dat laatste is wat we willen. Je kunt eerst uitleggen waarom je staat waar je nu staan, en dan uitleggen hoe je verandering wilt bereiken. Dit is echt een feministische aanpak. Feminisme heeft transformatieve waarden. Feminisme is niet statisch.= Dit netwerk is nog geen community. Een community practices what it preaches. Het blijft abstract waar we zelf staan in onze transformatie. Dat begint al bij het individu. Kernwaarden zijn solidariteit, delen, collectief

denken. WO=MEN heeft deze potentie. WO=MEN is nu een platform van individuele en institutionele leden, vooral bezig met de ander. Een movement gaat over jezelf. Dit betekent ook dat je je als individu meer moet committeren. Het wordt minder institutioneel. Het gaat dan om de mens binnen de organisatie. Qua financieel model moet je dan wellicht kleinere bedragen gaan werven.= Er zit zo enorm veel kennis in dit netwerk, dat is heel bijzonder. Organiseer bijvoorbeeld tweemaal per jaar een verdiepingssessie tussen leden, buiten de kernthema’s om. Dat hoeven geen werkgroepen te zijn of worden, maar bieden platform aan kennisuitwisseling, leden kunnen dit samen verder oppakken.

Hoe verder? = Guiding principles proces voortzetten, met tweeledig doel: 1) Definiëren betekenis van concepten voor WO=MEN zoals rechtvaardigheid, mensenrechten, veiligheid, transformatie. Beroepen op mensenrechtenverdrag, VN afspraken. 2) Dialoog voortzetten als proces op zich, een platform voor mensen om individueel en met elkaar te reflecteren op waar je voor staat, geïnspireerd nieuwe inzichten en ideeën mee naar huis nemen.

= Persoonlijke reflectie op waar we staan in eigen transformatie, te beginnen bij individueel. Aanbieden aan leden, reflectie over eigen waarden en assumpties. Bijvoorbeeld bij de volgende ALV in oktober 2014.

= 2x per jaar kennissessie, georganiseerd door 1 van de / groepje leden. Met als eerste thema bijvoorbeeld Geweld tegen vrouwen en meisjes

= Verbinding zoeken met gender rechtvaardigheid vraagstukken in Nederland. Scope verbreden van actoren, minder Nederlandse politiek en overheid; daarnaast ook andere actoren.

Kortom: WO=MEN leden herbergen een schat aan kennis en expertise; de inhoudelijke sessies leverden een keur aan interessante vragen, ideeen en inzichten op. Nogmaals dank aan alle aanwezigen! Het fotoverslag van de ALV staat op de WO=MEN Facebookpagina.