VERLOSKUNDIGEN TIJDSCHRIFTVOOR - KNOV · Organisatie van Verloskundigen (KNOV), opgericht op 22...

52
UITGAVE VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE ORGANISATIE VAN VERLOSKUNDIGEN TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN OKTOBER 2006 31 E JAARGANG NUMMER 10 OVERLEDEN PASGEBORENEN: WET EN PRAKTIJK MAAKBARE MENS EEN SABBATICAL VOOR ELKE BABY OVERLEDEN PASGEBORENEN: WET EN PRAKTIJK DE MAAKBARE MENS SABBATICAL ELKE BABY 200521 - oktober nieuw 20-10-2006 09:04 Pagina 1

Transcript of VERLOSKUNDIGEN TIJDSCHRIFTVOOR - KNOV · Organisatie van Verloskundigen (KNOV), opgericht op 22...

U I T G AV E VA N D E KO N I N K L I J K E N E D E R L A N D S E O R G A N I S AT I E VA N V E R L O S K U N D I G E N

TIJDSCHRIFTVOOR

VERLOSKUNDIGENO K TO B E R 2 0 0 6 3 1 E J A A R G A N G N U M M E R 1 0

OVERLEDEN PASGEBORENEN: WET EN PRAKTIJK

MAAKBARE MENS

EEN SABBATICAL VOOR ELKE BABY

OVERLEDEN PASGEBORENEN: WET EN PRAKTIJK

DE MAAKBARE MENS

SABBATICALELKE BABY

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 09:04 Pagina 1

S i b b i n g & W a t e l e r :

f i n a n c i e e l a d v i s e u r s

v o o r v e r l o s k u n d i g e n

Sibbing & Wateler is een onafhankelijk financieel

adviesbureau, gespecialiseerd in de praktijkbegeleiding

van vrije medische beroepsbeoefenaren, waaronder

verloskundigen. Wij bieden u een gevarieerd diensten-

pakket voor al uw financiële zaken, nu en in de

toekomst.

• Praktijkvestigingen

• Maatschapscontracten

• Praktijkfinancieringen

• Financiële planning

• Verzekeringen

• Pensioenen

• Hypotheken

&&S I B B I N G W AT E L E R C . S .

Storkstraat 33 • 3905 KX Veenendaal • Postbus 915 • 3900 AX Veenendaal

Telefoon: (0318) 544 044 • Fax: (0318) 543 843 • E-mail: [email protected] • Internet: www.sibbing.nl

adviseurs medische praktijk

Accountancyop uw lijf gesch evenr

Zwart Mul Groep

Eemnesserweg 243741 GA BAARN

Tel: 035 528 01 60Fax: 035 528 01 61

www. zmgroep.nl

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 2

TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN

Het Tijdschrift voor Verloskundigen wordt uitgegeven door de Koninklijke NederlandseOrganisatie van Verloskundigen (KNOV), opgericht op 22 september 1975. De verenigingis tot stand gekomen uit een fusie van de Bond van Nederlandse vroedvrouwen(opgericht 8 juni 1926) en de Nederlandse R.K. Vereniging van Vroedvrouwen (opgericht 8 juli 1921). De KNOV stelt zich ten doel de bevordering van de verloskundigezorg in zijn geheel in Nederland, de versterking van de positie die de verloskundigedaarin inneemt, alsmede de belangenbehartiging van alle verloskundigen inNederland. Een van de manieren om dit doel te bereiken, is het uitgeven van hetTijdschrift voor Verloskundigen.

Het Tijdschrift voor Verloskundigen is in de eerste plaats een vakblad op het gebiedvan de verloskunde en verwante wetenschappen. Het beoogt verloskundigen op dehoogte te stellen van relevante feiten en ontwikkelingen. Daarnaast is het een forumvoor discussie over de verloskunde en verwante disciplines. In het redactionele beleidwordt ernaar gestreefd een zo ruim mogelijke reeks aan onderwerpen te behandelen.

In de tweede plaats is het Tijdschrift voor Verloskundigen een verenigingsorgaan enals zodanig een middel voor het hoofdbestuur van de KNOV om in contact te tredenmet de leden. In dit kader dient het Tijdschrift voor bestuur en leden als forum omvan gedachten te wisselen.

RedactieElisabeth Beels (secretaresse)

Franka Cadee, Brigitte Tebbe, Wil van Veen (hoofd- en eindredactie),

Kristel Zeeman

Medewerkers oktober 2006Marian Baan, Ron Brendel,

Ton van de Coevering, Neeltje Crombag, C. Das, Bionda Heeringa, H.L. Houtzager,

Irene Kuhlman-van Veen, Els Kiekens, Lotte Ouwehand, Rugiada Petrelli

Henk van Ruitenbeek, R.A.K. RutgersMarion Stegink, Relinde van der Stouwe

Sjaak Toet, Truus Verburgt, Jolanda Zocchi

RedactieadresTijdschrift voor Verloskundigen

Postbus 183720 AA Bilthoven

E [email protected]

Abonnementen en adreswijzigingenKNOV, Jolanda Zocchi

Postbus 183720 AA Bilthoven

T 030 229 4299F 030 229 4162

E [email protected]

PersoneelsannoncesKNOV, Elisabeth Beels

[email protected]

Advertentie-exploitatieOvimex bv, Frank Dijkman

T 0570 674240E [email protected]

Ontwerp en vormgevingAnnemiek Voogd, Ovimex bv

DrukOvimex bv, Deventer

AbonnementsprijzenAbonnementsprijs voor niet-leden

van de KNOV: € 114,- per jaar (11 nummers), buiten Nederland € 127,-. Voor studenten

aan buitenlandse opleidingen: € 90,-.Los nummer € 15,-, aan te vragen bij de KNOV. Alle prijzen zijn incl. btw en verzendkosten.© 2006 Koninklijke Nederlandse Organisatie

van VerloskundigenRembrandtlaan 463723 BK Bilthoven

T 030 229 4299

Voorzitter KNOVSjaak Toet

FotografieHenny van Nieuwpoort, Den Haag

Hans Oostrum, Den HaagHans Boutkan, Heinenoord

Carien van Leeuwen, AmsterdamFrank de Reede, Krimpen a/d Lek

Oplage: 3650

ISSN 0378-1925

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

`De redactie nodigt de lezers uit om reacties,artikelen en opiniebijdragen in te zenden. Bij voorkeur speciaal voor het Tijdschrift voorVerloskundigen geschreven kopij, maar ookelders aangeboden of gepubliceerde bijdragenzijn welkom; onder vermelding van bladtitel,jaargang en nummer.

Kopij aanleveren als platte tekst, dus zonderspeciale bekopping, voetnoten, paginacijfers,tabs, tabellen en ontdaan van hyperlinks, inWord via e-mail: [email protected]. Van tabellen of grafieken daarom alleen de onderzoeks-gegevens aanleveren; deze worden door de

vormgever opgemaakt. Referenties in de teksttussen vierkante haakjes (geen superscript).Beeld apart aanleveren, bij voorkeur digitaalen in hoge resolutie. Bij tekstwijziging pleegtde redactie overleg. Ingezonden brieven wor-den zo nodig bekort. De KNOV en de redactiezijn niet verantwoordelijk voor de inhoud vangeplaatste reacties en opiniebijdragen. Hetauteursrecht van artikelen berust bij de indivi-duele auteur. Citeren met bronvermelding istoegestaan, mits binnen de wettelijke regels.Overname van (langere delen van) artikelen isuitsluitend toegestaan na toestemming van deredactie en de auteur.

Personeelsadvertenties voor het volgendenummer kunnen worden ingezonden tot 8 november 2006. Gelieve bij de plaatsings-opdracht het gewenste formaat en het factuuradres te vermelden. Voor commerciële advertenties: zie colofon.

Het novembernummer verschijnt op 28 november 2006.

Inzenden kopij en advertenties

Co

lofo

n

3

De fontein ‘della Dea Natura’ bevindt zich in de muur die de omheining vormt van een villa die in de zestiende eeuw bewoond werd door Kardinaal Ippolito II (1509 – 1572). De prachtige villa met tuin en waterpartijen staat in Tivoli (Rome). Kardinaal Ippolito II gaf aan de Vlaamse kunstenaar Gilles van den Vliete (15?? – 1602) opdracht de fontein te bouwen. Het beeld van de Natuurgodin is in marmerachtige kalksteen naar het voorbeeld van het beroemde Diana di Efeso-beeld (Efese in Klein-Azië). Kardinaal Alessandro d’Este (1568 - 1624) was de volgende bewoner van de villa. Hij liet de fontein, samen met veelandere frivole beelden, in 1611 uit de tuin verwijderen. Zijn tijdsbeeld liet, in tegen-stelling tot dat van zijn voorganger, geen ruimte voor heidense en klassieke kunst. Bijna alle beelden gingen in de tijd verloren, maar de Fontana della Dea Nutura werd tijdens de Renaissance in haar oude luister hersteld.

FOTOOMSLAG

© Frank de Reede

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 3

Sp``Il

Op de afdeling Verloskunde is het hollen

èn stilstaan. Soms wordt snel geschakeld in

een crisissituatie en soms wordt stilgestaan

bij de kennis die het team nodig heeft om

goed te kunnen functioneren. De afdeling is

multi-disciplinair. Vanuit elk specialisme

wordt de verloskundige visie bewaakt en

worden zorg, onderwijs en onderzoek op

elkaar afgestemd.

Wij zijn op zoek naar een verloskundige

die een spilfunctie binnen een verloskundig

team kan vervullen. U bent verantwoordelijk

voor de prenatale en natale zorg. U bent

betrokken bij theoretisch en praktisch onder-

wijs. Daarnaast zorgt u voor de eerste- en

tweedelijns prenatale zorg en houdt u spreek-

uren echografie. U werkt in een dienstver-

band van 32 tot 36 uur per week. In eerste

instantie krijgt u een aanstelling voor een

jaar, met uitzicht op een vast dienstverband.

Uw salaris bedraagt maximaal A 3.261,-

bruto per maand voor een fulltime functie

(schaal 9 CAO-UMC).

Een uitgebreide beschrijving van deze

vacature vindt u op onze vacaturesite. Ga naar

www.lumc.nl en kies ‘vacatures’. Daar kunt

u bovendien lezen wat het LUMC als werk-

gever te bieden heeft. U kunt ook telefonisch

contact met ons opnemen. Voor vragen over

de functie belt u met mevrouw J.C. Droog,

hoofdverloskundige, telefoon 071 526 91 11,

pieper 8891 of met mevrouw

G.J.J. van Roosmalen, verloskundige,

telefoon 071 526 28 53.

Wilt u solliciteren, stuur dan vóór

15 november 2006 uw sollicitatiebrief met

motivatie en CV naar:

LUMC, t.a.v. mevrouw E. Koudstaal,

P&O-adviseur, Bureau Bedrijfsvoering

divisie 3 (J9-S), Postbus 9600,

2300 RC Leiden.

Vermeld zowel op de envelop als op de brief

duidelijk het vacaturenummer van de functie

C.06.EK.16/TvV44. U kunt ook direct sollici-

teren via www.lumc.nl, kies ‘vacatures’.

LUMC

Postbus 9600

2300 RC Leiden

Telefoon 071 526 91 11

W W W . L U M C . N L

Verloskundige m/v

Verloskunde

In het Leids Universitair Medisch

Centrum werken we continu aan de

verbetering van de gezondheids-

zorg. We streven naar de hoogste

kwaliteit. Of het nu gaat om patiën-

tenzorg, onderzoek, onderwijs, op-

leiding of bij- en nascholing. Wij

zoeken een gemotiveerde verlos-

kundige die een spilfunctie binnen

een team kan vervullen.

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 4

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

■ Tijdschrift voor VerloskundigenAmsterdam 7RedactioneelWil van Veen

■ KNOVBent u betrokken bij de totstandkoming van standaarden? 8Verloskundige zorg in het ziekenhuis 9Column van de voorzitterSjaak Toet

VAS, je hieft er niet voor doorgeleerd te hebben 10Wil van Veen

Pijnbestrijding tijdens de baring 12Hallo wereld 13Nieuw voorlichtingsmateriaal foliumzuur! 14Irene Kuhlman-van Veen

Foliumzuur opnieuw onder de aandacht 15Relinde van der Stouwe

Een oproep voor vroedvrouwen om zichzelf in te zetten 16Truus Verburgt

■ WetenschapOverleden pasgeborenen: wet en praktijk 19C. Das en R.A.K. Rutgers

De verloskundige: duizendpoot of zorgprofessional 25Neeltje Crombag

■ OnderwijsHet verloskundig onderzoek in de 18e eeuw 29H.L. Houtzager

De maakbare mens 31Marian Baan

Afgestudeerd MsC 33

■ PraktijkAan tafel 34ColumnNyx

Samenwerking bij fluxus postpartum 35Ron Brendel en Marion Stegink

Een sabbatical voor elke baby 39Brigitte Tebbe

■ InternationaalGoed nieuws uit Suriname 43Marianne Sanders

■ BerichtenNieuwsblad 45Congres en Cursus 47Wist u dat? 50Personalia 51

TIJDSCHRIFT VOOR VERLOSKUNDIGEN

Inh

ou

d

5

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 5

2006| Voeding geven aan Evidence Based Verloskunde

12 december 2006, 10.00-17.00 uur Congrescentrum Regardz Amersfoort

Inge Diepmanis dagvoorzitter van

Kennispoort 2006

10.00 - 12.00 uurWetenschappelijke kaders voor de verloskunde- Visie op de wetenschappelijke verloskunde:

Where will we find the evidence?

- Vormgeving wetenschappelijke onderzoekslijnen

voor verloskunde

- Wetenschapscommissie van de KNOV

Sprekers: Prof.dr. Maas-Jan Heineman,

hoogleraar Verloskunde en Gynaecologie UVA;

Juliet Droog, bestuur KNOV, hoofdverloskundige

LUMC; Marianne Nieuwenhuijze,

adjunct-directeur AVM

Programma13.00 -14.00 uurDe verloskundige, een onderzoeker?- Hoe kunnen 1e lijns medici worden aangezet tot

wetenschappelijk onderzoek?

- Carrièreperspectief voor verloskundige

wetenschappers

- Nut en noodzaak verloskundig

promotieonderzoek: ervaringen uit het

veld (rondetafelgesprek)

Sprekers: Dr. H.W. Kersten, directeur onderwijs

ACTA. Alumni en studenten van de Verloskunde

Master in Amsterdam en Glasgow: Hanneke Tory,

Stans Verschuren Msc. en Truus Doeleman-Verburgt

Msc. Verloskundige promovendi: Dr. Hennie Wijnen,

Ank de Jonge Msc. en Suze Jans Msc.

14.30 - 16.30 uurSuccesvol organiseren van onderzoek- Richtlijnen voor het succesvol opzetten van

nieuwe studies

- Medisch ethische toetsing van onderzoek

- Participatie van verloskundigenpraktijken in

onderzoek

- Het belang van grootschalig bevolkings onderzoek –

Generation R

Sprekers: Drs. Ine Berkelmans, Verloskundige

Stadspraktijk UMCG; Drs. Anne Johan van Veelen,

Medisch Ethische Commissie Slotervaart Ziekenhuis;

Marlies Rijnders, verloskundig onderzoeker TNO;

Marianne Prins, onderzoekscoördinator VAA;

Drs. Bero Verburg, onderzoeker Generation R

16.45 – 17.00 uurUitreiking Scriptieprijs Verloskunde- Dit is de prijs voor de beste afstudeerscriptie van de

Nederlandse opleidingen tot verloskundige van het

studiejaar 2005-2006.

17.00 – 18.00 uurBorrel

Kennispoort 2006 is hét wetenschappelijke congres over Nederlands verloskundig onderzoek. Deze 1-daagse conferentie is bedoeld voor verloskundigen, gynaecologen, promovendi en andere onderzoekers, studenten en docenten, epidemiologen en verloskundig actieve huisartsen. Het afwisselende programma brengt actuele en relevante ontwikkelingen samen uit alle geledingen van het vakgebied. De conferentie is een initiatief van de Stichting Samenwerkende Opleidingen tot Verloskundige (SSOV). De stichting wil hiermee een impuls geven aan het verloskundig onderzoek in Nederland.

Ga naar: www.kennispoort2006.nl

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 6

TIJDSCHRIFT

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

Red

acti

on

eel

AMSTERDAM

7

Red

acti

on

eel

KNOVAGENDA7 november 2006

Cursus Voorbereiding op deelname aan het medischtuchtcollegeDatum alsnog onder voorbehoudAccreditatie aangevraagd

15 en 16 november training kringbestuurders Accreditatie: 24 uur

17 november 2006Algemene Ledenvergadering

8 en 9 februari 2007training kringbestuurders Accreditatie: 24 uur

15 juni 2007Algemene Ledenvergadering

16 november 2007Algemene Ledenvergadering

Kijk voor meer informatie inde rubriek Congres en Cursusachter in dit tijdschrift of opwww.knov.nl/leden

De ALV komt er aan. Op 17 november om precies te zijn. De vergaderstukken liggen rond de23ste oktober bij u op de mat.Tijdens de ALV zullen rond dehonderd verloskundigen de toe-komst bepalen van een dikke tweeduizend verloskundigen diedie dag druk zijn met andere, veelbelangrijkere zaken.Gelukkig zal ook de KringAmsterdam er zijn. Die zijn altijdgoed voor enig vuurwerk.Amsterdamse verloskundigen zijnkritisch, to-the-point, soms watheftig en een beetje anarchistisch. Dat laatste komt mogelijk voort uithet feit dat zij ooit de geur van debarricaden roken, een actie diemede heeft bijgedragen aan de verlaging van de praktijknorm.Diep in hun hart zoudenAmsterdamse verloskundigen alle problemen rond normering,praktijkgrootte, vergoedingen,vestigingsbeleid, ondernemerschapen-noem-maar-op op de barricadenwillen bevechten.

Amsterdam is er straks bij en heeftalle stukken gelezen; het denktmee, doet mee. Geweldig stel, diedaar uit Amsterdam. Amsterdamheeft het! In Amsterdam staan verloskun-digen - natuurlijk samen met heelveel andere verloskundigen in Nederland -voor eenzelfde doel: een optimaalen kwalitatief hoogwaardig verlos-kundig product leveren. Kritischeklanken uit Amsterdam moet udan ook zien als bijdragen omonze beroepsvereniging KNOV

naar een steeds hoger plan te tillen.Die kritische benadering bij deontwikkeling van producten leidtdan vervolgens wel tot een vlotteAmsterdamse implementatie. Zovervult Amsterdam een voorbeeld-rol die met allure wordt gebracht.

Hebt u al eens rondgekeken opwww.kinderwensinamsterdam.nl,de site van de verloskundige KringAmsterdam? Een mooi voorbeeldvan voorlichting via internet overpreconceptiezorg. Aan de site hangen alle Amsterdamse praktijk-adressen, vele met een eigen website, maar in ieder geval methet adres van de praktijk-bij-jou-in-de-buurt.

De website is voortgekomen uiteen samenwerking tussen zes verloskundigen uit zes verschillen-de praktijken in de stad, ‘deVerloskundige MediagroepAmsterdam’. Samen hebben zij de tekst geschreven voor de her-nieuwde uitgave van de Groeigids.Daarna ontstond het idee om eengezamenlijke website te bouwen en die herziene teksten van degroeigids daarop te plaatsen. Ophet preconceptioneel spreekuurloopt het nog niet storm. Dat geeftook niet, want de insteek is: eersteen prima product ontwikkelen endan pas de markt op. Ondernemersweten immers dat je een nieuwproduct in één keer goed op demarkt moet zetten. Het wordengoede ondernemers, daar inAmsterdam.

Wil van Veen

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 7

advertentiekader 0.5 puntKNOV

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

Vacatures bij de VerloskundigeAdviesraad Standaarden (VAS).KNOV-standaarden en -stand-punten worden gemaakt door hetteam Richtlijnontwikkeling van deKNOV. Dat gebeurt in constantesamenwerking met een werkgroepvan verloskundigen uit het land.De VAS vervult bij deze richtlijn-ontwikkeling een centrale rol. DeVAS ziet toe op de wetenschappe-lijke en verloskundige kwaliteitvan de KNOV-richtlijnen, bewaakthet ontwikkelingsproces, en keurtde uiteindelijke richtlijn goed.Daarna stelt het KNOV-bestuur de richtlijn definitief vast. Ookadviseert de VAS het bestuur overonderwerpen die in aanmerkingkomen voor het ontwikkelen vaneen standaard of standpunt.

De VAS bestaat uit zeven leden,deels praktiserende verloskundigenen deels verloskundigen metwetenschappelijke expertise. Dehuidige VAS zal stapsgewijs ver-vangen worden door nieuwe leden. Daarom is de KNOV op zoek naarverloskundigen die• bij willen dragen aan de weten-

schappelijke onderbouwing vande verloskunde

• praktijkervaring hebben in deeerste of tweede lijn

• op de hoogte zijn van actuele ont-wikkelingen in de verloskunde

• lid zijn van de KNOVZowel praktiserende verloskun-digen, bij voorkeur in de eerstelijn, als verloskundigen met eenwetenschappelijke expertise worden gevraagd om te reageren.

Tijdsbesteding en vergoedingDe VAS vergadert 6-10 keer per jaareen dagdeel, telkens in het KNOVkantoor. Vergaderingen vragenenkele uren voorbereidingstijd,onder andere in verband met hetlezen van conceptteksten of relevante artikelen. De vacatiegeld-regeling en reiskostenvergoedingvan de KNOV zijn van toepassing.Deelname aan de VAS geeft accre-ditatiepunten voor de vrije keuzeactiviteiten in het kwaliteitsre-gister. Nieuwe VAS-leden kunnenop kosten van de KNOV deel-nemen aan een cursus EvidenceBased Midwifery / Evidence BasedPractice.

AanstellingsprocedureAls u geïnteresseerd bent kunt uzich aanmelden door middel vaneen brief met uw motivatie en uwcurriculum vitae. De secretaris eneen lid van de VAS voeren gesprek-ken met de belangstellenden.Kandidaat-leden worden door deVAS voorgedragen aan het bestuurdat de nieuwe VAS-leden installeert.

Informatie en reactiesMeer informatie: 1. document ‘methodiek voor

standaardontwikkeling’, op deledensite onder Praktiserenden/Richtlijnontwikkeling/Methodieken;

2. de secretaris van de VAS, Pien Offerhaus, E: [email protected]

Uw reactie, met uw motivatie en CV,kunt u tot 7 november a.s. sturennaar het secretariaat van de KNOV,tav Elisabeth Beels, Postbus 18, 3720 AA Bilthoven; E: [email protected]

Lees ook het bijbehorende artikel

op pagina 11 en 12.

8

BENT U BETROKKENBIJ DE

TOTSTANDKOMING VAN STANDAARDEN?

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 8

KNOV

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

Met enige regelmaat wordt aandachtgegeven aan de veranderingen inons zorgstelsel. Dat zal in dekomende periode ook nog wel hetgeval zijn, want voordat alles draaitzoals beoogt, stroomt er nog heelwat water door de Rijn. Bijna een jaar na de start van hetnieuwe stelsel zien we al een aantalzaken die veranderd zijn. De contouren van het nieuwe ‘spel’worden steeds duidelijker zichtbaar.Voorbeelden van de nieuwe spel-regels zijn de meer prominenteplaats van de burger, als vrager vanzorg, en in zijn verlengde: de meerprominente rol van de zorgverzeke-raar. Als gevolg hiervan een eis:‘aanbieders van zorg wees transparant in uw doen en laten’. De stelselontwikkelingen gaan nietvoorbij aan de verloskundige zorg.Vanzelfsprekendheden zijn nietlanger aan de orde, kwaliteit endoelmatigheid moeten nadrukke-lijker worden weggezet. Dit levert,naast meer onzekerheden, meerkansen op voor zowel de eerste-lijns verloskundigen als ook de klinisch verloskundigen. Tweebelangrijke uitgangspunten zijnnog steeds: ‘doe in de eerste lijnwat daar kan en in de tweede lijnwat daar moet’ en ‘doe de dingendie je moet doen zo doelmatigmogelijk.’Ons eerste uitgangspunt betekentdat de scheiding tussen de eersteen de tweede lijn nog steeds belangheeft. De eerstelijns verloskundemet vooral aandacht voor de fysio-logie en risicoselectie en de tweede-lijns verloskunde met vooral aan-dacht voor de pathologie. In lijnhiermee hebben NVOG en KNOVonlangs in een bestuurlijk overlegafgesproken om de zogenaamde

‘verlengde armconstructies’ in eenaantal ziekenhuizen als mindergewenst te beschouwen. Het leidtnamelijk tot onduidelijkheid intoebedeelde verantwoordelijkhedenen bevoegdheden. Tegelijkertijd isvastgesteld dat in overleg nadermoet worden bezien of de formeleverwijzing naar de tweede lijn opmeerdere aandoeningen achter-wege kan blijven. Een eventueelverankerd eenmalig consult van de gynaecoloog kan in een aantalsituaties worden overwogen. Als vervolgens cliënten naar detweedelijn verwezen zijn, zal dat ineen groot aantal situaties betekenendat klinisch verloskundigen dezorg overnemen. De positie van de klinisch verloskundigen in hetziekenhuis wordt steeds belang-rijker en dat heeft weer alles temaken met het tweede uitgangs-punt. We zien in toenemende matedat de klinisch verloskundige, met‘van nature’ veel aandacht voorfysiologie, de zorg voor bepaalderisicopatiënten zelfstandig organi-seert en levert. De rol van klinisch verloskundigenwordt binnen ons verloskundigsysteem door de eerstelijn nog weleens onderschat. Ik wil benadruk-ken dat het vak klinisch verlos-kundige een meer en meer gespecialiseerd vak is en dat dieontwikkeling voortschrijdt. De klinisch verloskundige heeft vanuithaar achtergrond geleerd fysio-logisch te denken, haar ‘natuur’,hetgeen veelal het aantal medischeinterventies terugdringt bij demedium risk barende. Daarnaastheeft de klinisch verloskundigevoldoende expertise om dezebarende en het ongeboren kindvoldoende te bewaken. Minder

medische interventies in de tweedeen derde lijn leidt op den duur totwinst in de eerstelijn. Meerwaardering voor de klinische collega’s is dan ook zeker op z’nplaats. Klinisch verloskundigenzijn niet meer weg te denken. Het is dan ook noodzakelijk om opkorte termijn een goed en passendfunctieprofiel te formuleren en eenhierop gebaseerd competentie-profiel. Ik heb de hoop dat hetgezamenlijke KNOV – NVOG project ‘klinisch verloskundige’ vande stuurgroep medische beroepenen opleidingen gezondheidszorg(MBOG) nu snel van start kangaan. Een goede, specialisatie-opleiding voor klinisch verlos-kundige geeft meer kwaliteit op dewerkvloer en een sterkere positievoor de klinisch verloskundige.Daar worden we uiteindelijk allemaal beter van.

Sjaak Toet,Voorzitter KNOV

De

voo

rzit

ter

9

VERLOSKUNDIGE ZORG

IN HET ZIEKENHUIS

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 9

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

KNOVV

erlo

sku

nd

ige

Ad

vies

raad

10

VAS,

JE HOEFT ER NIET VOOR

Wil van Veen

De VAS heeft dus een probleem?Ja, de werving van nieuwe leden isal jaren een probleem. Het is allejaren moeilijk geweest om nieuweleden te werven en ‘had je dan eennieuwe, dan trad die na korte tijdin dienst van de KNOV’, graptMariet. Om de een ofandere reden blijkt hetmoeilijk kandidatenvoor de VAS tekrijgen, terwijl ze -uit verenigingsoog-punt – erg nuttig ennodig zijn. De VAS isnamelijk een raad diede betrokkenheid eninbreng van verlos-kundige leden

bij ontwikkelingen als standaardene.d. garandeert. Die vraag ombetrokkenheid leefde tijdens devorige ALV nog sterk, voilà: eenunieke kans.Gevraagd worden eerstelijners,tweedelijners en docenten van deverloskundige academies. Mannenmogen ook, maar jong bloed is

belangrijker! Met drie jaar prak-tijkervaring ben je al een goedekandidaat die niet omvergeblazen zal worden.

Dat komt blijkbaar niet over hetvoetlicht?Clara wijdt de wervingsproblemenaan het gebrek aan naamsbekend-heid. Een kleine zoektocht maaktduidelijk dat daar wel iets voor tezeggen is: in de Almanak wordt deVAS niet vermeld en op de websitelaat het zoekregister niet veel bijzonders zien. Als er al eens ietsbekends klinkt dan wordt het eerder in verband gebracht met deKNOV (het bureau) en niet met deKNOV, de leden. Terwijl de VAS nujuist vanuit die leden opereert:standaarden en protocollen ont-wikkelen voor en door de leden…

Waar wil je in de werving hetaccent leggen?Clara benadrukt dat de VAS juistbemenst moet zijn met leden dieiedere dag actief zijn in de eerste oftweede lijn.

Clara Simons, eerstelijns verloskundige in de Nijmeegse maatschap‘Donna’, en Mariet van Diem, verloskundige en epidemioloog, zijn tweeleden van de VAS, de Verloskundige Adviesraad. Twee van de zes waarer zeven horen te zijn. Deze adviesraad, opgericht in april 1998, heeftdringend nieuwe leden nodig. De huidige leden, waaronder Clara enMariet, moeten allen aftreden omdat hun derde zittingstermijn verloopten een vierde statutair niet kan. “Je mag maar drie keer drie jaar lidzijn en bovendien dragen we inmiddels allemaal een leesbril”. De ver-vanging moet stapsgewijs plaatsvinden, zodat nieuwe mensen kunnenworden ingewerkt.

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 10

KNOV

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006 11

DOORGELEERD TE HEBBEN…Onze richtlijnen en standaardenmoeten ‘evidence based medicine’zijn. Dat betekent ook ‘met hunwortels diep in de alledaagse prak-tijk’. Anders wordt het onwerkelijk.Standaarden zijn ook geen spoor-boekjes: verloskundige zorg looptniet op rails, je kunt in het belangvan de cliënt links of rechts afslaan.

Mooi en aardig, die praktijk, maarin de VAS zitten een aantal steviggeschoolde en door de wol geverfdeverloskundigen…Die opmerking is voor jouw rekening, maar het heeft wel eengrond, zegt Mariet. Verloskundigendenken nogal gemakkelijk dat ‘hette moeilijk voor ze is’, terwijl wijnu juist niet op zoek zijn naar louter ‘masters’, maar naar echteverloskundigen uit de praktijk.

De diversiteit in pluimage bepaaltde schoonheid van de hoed! Toch?Mariet: Precies. De VAS moet alsgroep een aantal eigenschappen of‘specialités’ bezitten om goed tekunnen functioneren: verloskundi-gen met verschillende kennis,vaardigheden, deskundigheden enervaring. Binnen de VAS moet eenbreed spectrum aan verloskundigeeigenschappen worden samenge-bracht om een goede adviesraad tekunnen zijn. Daar horen ookwetenschappelijke kennis enonderzoekservaring bij. Maar zon-der praktische kennis, vaardighe-den en ervaring komt er niet hetgoede advies uit.

Ik proef drempelangst?Clara: Ja, die is er, want het moei-lijkst te vinden zijn verlos-kundigen uit de praktijk,zowel uit de eerstelijn alsook uit de tweedelijn.De drempel is ‘ai moei-lijk’, terwijl de sloganzou kunnen zijn ‘jehoeft er niet voor door-geleerd te hebben…’

Het gaat om de gezamenlijke kracht.De een kijkt naar ‘klopt het weten-schappelijk?’ en de ander naar ‘kanik hier iets mee in de praktijk?’

Dus?De boodschap moet helder zijn: wehebben nieuwe leden nodig in deVAS om als raad te kunnen functi-oneren en er voor te zorgen datonze producten als standaarden enprotocollen functioneel zijn. De VASis geen elitaire groep, maar eenraad bestaande uit verloskundigenmet verschillende kennis en erva-ring. De VAS staat niet buiten enboven de werkelijkheid. De KNOV,dat zijn de leden, heeft de VASnodig: mensen met een frisse blik.

Adviesfuncties worden dik betaald?Eerst een lach, dan “vacatiegeld”.

De reiskostenvergoeding, ‘liefde-werk-oudpapier’ en ‘investeren

in jezelf’zijn de

begrippendie over tafel

rollen. Geenvetpot, maar

wel leuk. DeVAS als krentenin de verloskun-dige pap. ■

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 11

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

De ontwikkelingen rondompijnbestrijding gaan razend-snelDe vraag naar pijnbestrijding tijdensde baring neemt toe. De cliënt gaatsteeds meer expliciet vragen naarpijnbestrijding en de mogelijk-heden. Tegelijkertijd worden richt-lijnen ontwikkeld waardoor in denabije toekomst de beschikbaar-heid van pijnbestrijding in de ziekenhuizen beter geregeld is.Ook in de media wordt volop aandacht besteed aan deze trends.Verloskundigen worden daarbij nietaltijd op een positieve manier neer-gezet. Hoog tijd om met elkaar tespreken over dit actuele onderwerp.

Discussieer mee!Wat is úw mening over pijnbestrij-ding tijdens de baring? Moet ditvoor iedereen toegankelijk zijn?Wat voor een invloed heeft de toe-nemende vraag naar pijnbestrijdingop onze praktijkvoering en desamenwerking met de tweede lijn?En wat kunnen de gevolgen zijnals verloskundigen geen of geenadequaat antwoord geven op dezesteeds meer expliciete vraag vanonze cliënten? Wat zijn uw ideeënhierover?

De KNOV wil graag weten hoe uhierover denkt, zodat zij samenmet u beleid kan ontwikkelen ten

aanzien van pijnbestrijding en derol van verloskundigen daarin.

In de vorm van een debat met uwcollega-verloskundigen, wordendeze en andere vragen gesteld. Watvoor ideeën heeft u over mogelijketoekomstscenario’s. Dit alles onderleiding van een discussieleider dieu over dit onderwerp aan de tandgaat voelen.

Meld u dus aan voor het middag-debat op 17 november aanstaandeen laat uw mening over dit actueleonderwerp horen! ■

KNOV

12

ALV

17

no

vem

ber ‘PIJNBESTRIJDING

TIJDENS DE BARING’17 NOVEMBER 2006

Linda, april 2005

Ouders van Nu, juni 2006

NRC Handelsblad, 25 augustus 2006

Volkskrant, 10 juni 2006

Tv-uitzending Een Vandaag,

18 september 2006

Santé, juni 2005

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 12

KNOV

PilotVerschillende partijen zoals hetVoedingscentrum, het NIGZ,Stivoro en de Amsterdamse verlos-kundigen leverden een inhoude-lijke bijdrage aan de pilot. Via deAmsterdamse verloskundigen nemeninmiddels zo’n 700 zwangeren deelaan deze digitale interventie.Dankzij drie enquêtes van hetRIVM en de mogelijkheid om viaeen reactievenster een dialoog aante gaan met de deelnemers wordteen goed beeld gevormd over hetbereik en de waardering van deinterventie. Ook na de landelijkeintroductie blijft het RIVM struc-tureel onderzoek doen naar heteffect en bereik van deze maniervan voorlichten.

Welkom Landgenootje wordtHallo WereldDe landelijke introductie gaat plaats-vinden onder de aangepaste titel‘Hallo Wereld’. Tijdens de pilot bleekdat de naam ‘Welkom Landgenootje’door een kleine groep werd geasso-cieerd met integratieproblematiek.De titel bleek ook niet goed vertaal-baar in het Engels. Leden van deWHO (World Health Organisation)hebben belangstelling getoond voordeze nieuwe vorm van – digitaal -voorlichten en begeleiden. Eenslecht vertaalbare titel staat eengoed begrip van de interventie enuniformiteit in de weg.

Landelijke introductie Uiterlijk medio november zalminister Hoogervorst de interven-tie landelijk introduceren. Vanafdat moment is iedere zwangerevrouw welkom om zich via e-mailte laten begeleiden over gezond‘zwanger zijn’. De inhoud van demaandelijkse kennisquizjes wordtsamengesteld door het Voedings-centrum, NIGZ, NISB, STIVORO,Consument en Veiligheid en deKNOV. ‘Hallo Wereld’ wordt via diversecommunicatiemiddelen- en activiteiten breed gepresenteerdaan zwangeren in Nederland.

Belangrijke rol verloskundigenVoorlichting en preventie zijn

belangrijke taken van de verlos-kundige. Door het uitdelen van de‘Hallo Wereld’ folder wordt dezwangere vrouw geattendeerd ophet belang van een gezonde leefstijltijdens (en na) de zwangerschap.Omdat de verloskundige een auto-riteit is op het gebied van zwanger-schapsbegeleiding, zullen veelvrouwen zich inschrijven voor hetvoorlichtingsprogramma. Dit blijktook uit de resultaten van de pilot.De KNOV en alle samenwerkings-partners hopen dat zoveel mogelijkverloskundigen de poster in dewachtkamer ophangen en de folderwillen meegeven tijdens het consult.De folder kunt u ook bekijken tij-dens de Algemene LedenVergadering van de KNOV op 17 november aanstaande.

Informatie en materiaal voorverloskundigenVanaf 23 oktober 2006 is de websitewww.hallowereld.nl/verloskundigenactief. Op deze website, die speciaalvoor de verloskundigen is ontwik-keld, staat nadere informatie overdigitale interventie. Daarnaast worden binnenkort de folders enposters aan uw praktijk geleverd. ■

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

Hal

lo W

erel

d

13

LANDELIJKE INTRODUCTIE VOORLICHTINGSPROGRAMMA

‘HALLO WERELD’In het maartnummer van dit tijdschrift heeft u kunnen lezen over de pilot in de regio Amsterdam met een nieuw interactief, digitaal voorlichtingsprogramma onder de naam ‘Welkom Landgenootje’. Dezeinterventie moet (aanstaande) ouders stimuleren een gezonde voeding-en leefstijl aan te nemen. Het programma prikkelt hen deel te nemenvia maandelijkse digitale kennis quizjes, die zijn aangepast aan delevensfase van het (op)groeiende kind. De pilot heeft positieve resul-taten ten aanzien van het bereik, effect en waardering opgeleverd. Het programma wordt dan ook binnenkort door het ministerie vanVWS landelijk geïntroduceerd.

Wat is Hallo Wereld ? ? Vertel een vriend(in) Geboorte Gegevens veranderen Stoppen Contact

Beste Annemiek,Je bent nu 28 weken zwanger. Weet je of je wel of niet een autogordel om moet? Kijk hier als je het antwoord wilt weten.Op de website staan weer zes interessante vragen over jou en je kindje.Met vriendelijke groet ,

Redactie Hallo Wereld

Van:Aan:

Onderwerp:

Hallo WereldAnnemiek28 weken zwanger

Dolore eum ing et ut incincin vulla acil dunt ad te facil do consectem esequat lor sim iureetum esto do consequam dio od del ilisi tem nullandipis alit ation ullutat nit vel et ut iriure diate min ullumsa ndreetue dolore vulputat, senim init, quismodit in vel dolor si. Ad et, sis nulla facilis cipsuscidunt luptatin utpat doloreet aliquamcore feugiat nulput wissect etummy nis exer suscill utpatio eum iliquisl dolore venisit, vullam vendion sequismodion et, quis nummy nibh esse dolumsan vel ulla feu facilla con vero odiamco nsecte dolortie magna adigna feu faci bla consed et la facin ea am in et ercilit

Schrijf je in voor demaandelijkse kennisquizmet vragen over de gezondheidvan jou en je kindje. Klik hier voor een demo

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 13

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

KNOV

14

Foliumzuur in het kort:

Foliumzuur zorgt dat een ongeboren kindzich goed kan ontwikkelen.

Slik elke dag een tablet foliumzuur.

Begin vóór de zwangerschap metfoliumzuur slikken.

Blijf foliumzuur slikken tijdens de eerstemaanden van de zwangerschap.

Foliumzuur koop je zonder recept bij eendrogist of apotheek.

Meer informatie op internetwww.slikeerstfoliumzuur.nlWebsite met informatie en uitleg over foliumzuur en zwangerschap.

www.zwangerstraks.nlWebsite met informatie voor vrouwen en mannen met een kinderwens.

www.zwangerwijzer.nlWebsite met een test over je gezondheid en zwanger worden.

Advies over foliumzuurVragen over foliumzuur, zwangerschap en gezondheid kun je stellen aan eenmedewerker van de Erfolijn. Mail je vraag naar: [email protected].

Je kunt ook bellen. De Erfolijn is bereikbaar op maandag en donderdag van 10:00uur tot 15:00 uur. Het telefoonnummer is: 0900-66 555 66 (0,25 euro per minuut).

Vormgeving H

eleen Vink; Coördinatie M

CA

Com

municatie bv U

trecht; Uitgave ©

Stichting E

rfocentrum, septem

ber 2006

Irene Kuhlman-van Veen

Om meer vrouwen met kinderwenste stimuleren foliumzuur te gebrui-ken heeft het Erfocentrum nieuwvoorlichtingsmateriaal ontwikkeld.Het materiaal is vanaf begin oktober beschikbaar.

De folder Zwanger worden – slikeerst foliumzuur bevat alle infor-matie die een vrouw met kinder-wens moet weten: waarom hetnodig is foliumzuur te slikken, inwelke periode en welke dosis. Defolder is prima geschikt om mee tegeven aan vrouwen op het kinder-wensspreekuur en kan vanzelf-sprekend ook worden ingezet bijfoliumzuurvoorlichting aan kraam-vrouwen. De gedrukte versie vande folder is verkrijgbaar in hetNederlands.

Bij de folder is een poster beschik-baar op A3-formaat die heelgeschikt is om in de wachtkamer tehangen, maar ook gebruikt kanworden om voorlichtingsbijeen-komsten aan te kondigen.

De website www.slikeerstfolium-zuur.nl bevat dezelfde informatieals de folder, maar biedt daarnaastachtergrondinformatie voor wiemeer wil weten. Bijvoorbeeld: wat iseen open ruggetje, hoeveel folium-zuur zit in voedingsmiddelen, enhoeveel foliumzuur moet je slikkenals neuralebuisdefecten in de fami-lie voorkomen? Op de site zijn ooke-cards beschikbaar waarmee vrou-wen elkaar kunnen attenderen ophet belang van foliumzuur. De sitebeschikt over een voorleesfunctievoor laaggeletterden.

Aandacht voor laagopgeleidevrouwenOmdat het foliumzuurgebruikvooral laag is bij laagopgeleidevrouwen en vrouwen van allochto-ne afkomst, is het voorlichtingsma-teriaal zoveel mogelijk op dezegroepen afgestemd. De teksten zijneenvoudig geschreven en bij devormgeving is rekening gehoudenmet de wensen van de doelgroep. Op de website www.slikeerstfoli-umzuur.nl kan de folder in de vol-gende talen worden gedownload:Nederlands, Engels, Turks, Arabisch,Antilliaans, Surinaams, Chinees.

Het Erfocentrum Het Erfocentrum is het nationalekennis- en voorlich-tingscentrum over erfe-lijkheid. Het heeft infor-matie over erfelijkheid,genetica en zwanger-

schap. Ook heeft het centrum deErfolijn, een informatielijn voorpersoonlijke vragen. Ook voor hetbestellen van de folder en posterkunt u terecht bij de Erfolijn. ■

Meer informatie: E: [email protected]; T: 0900 - 6655566. De Erfolijn is bereikbaar op maandag en donderdag van 10.00 tot15.00 uur (25 cent per minuut).Het voorlichtingsmateriaal is totstand gekomen met financiering vanhet ministerie van VWS, in samen-werking met het Voedingscentrum enhet NIGZ.

14

Irene Kuhlman-van Veen is project-

medewerker bij het Erfocentrum

Uitgave © Stichting Erfocentrum, september 2006

NIEUW VOORLICHTINGS-MATERIAAL

FOLIUMZUUR

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 10:12 Pagina 14

KNOV

Relinde van der Stouwe

Het gebruik van 0,4 mg extra foliumzuur van 4 weken voor- tot8 weken na de conceptie verlaagtde kans op het ontstaan van eenneuraalbuisdefect (NBD) met 50-70%[1]. Daarnaast lijkt een preven-tief effect ten aanzien van aangebo-ren hartafwijkingen en afwijkingenaan de urinewegen en ledemateninmiddels aannemelijk[2]. In 1995bracht een landelijke campagne depositieve effecten van foliumzuur-gebruik op de zwangerschap onderde aandacht met als resultaat eentoename van het foliumzuurge-bruik. Echter, onder laagopgeleidevrouwen en allochtone vrouwen isadequate inname van foliumzuurnog altijd laag[3][4].VWS heeft daarom verschillendeorganisaties voor de jaren 2005-2007 subsidie verstrekt teneindehet foliumzuurgebruik te stimule-ren, met name onder allochtonevrouwen en vrouwen met een lagesociaal economische status (SES).Zo informeren apothekers pil-gebruiksters, is er een proef opconsultatiebureaus om moeders uitdeze doelgroepen voor te lichtenen ontwikkelt het Erfocentrumnieuw voorlichtingsmateriaal.Ook de KNOV is gestart met eenproject waarin de vraag centraalstaat hoe verloskundigen alloch-tone vrouwen en autochtone vrouwen met een lage SES voor een(volgende) zwangerschap kunnenbereiken en overtuigen van het nutvan foliumzuur. De projecten ‘foliumzuur’ en ‘kinderwensspreek-

uur’ van de KNOV waarover u inhet septembernummer werd geïn-formeerd, sluiten op elkaar aan.Het foliumzuuradvies maakt deeluit van preconceptiezorg. De veronderstelling is echter dat deverloskundige met het kinderwens-spreekuur vooral de goed geïnfor-meerde vrouw zal bedienen. Wehopen van de ervaringen en uit-komsten van het foliumzuurprojectte leren hoe verloskundigen deminder kansrijke vrouwen kunnenbereiken met hun preconceptiezorg. De praktijken ‘Enschede Zuid’ inEnschede en ‘De Zon in Tilburg’doen mee aan het foliumzuur-project. De verloskundigen in dezepraktijken proberen de doelgroepenop verschillende manieren te berei-ken. Allereerst zijn zij begonnen opstructurele wijze vrouwen in hetkraambed of tijdens de nacontrolevoor te lichten over foliumzuur.Veel verloskundigen maken nogniet optimaal gebruik van ditmoment om vrouwen te wijzen opfoliumzuur. Bregje Verwijmerenvan praktijk ‘De Zon’ vertelt datdeze betrekkelijk eenvoudig toe tepassen manier al snel vruchtenlijkt af te werpen: “Vanaf 1 april komen wij bij allevrouwen tijdens het laatste kraam-bezoek terug op het foliumzuur-advies voor een eventuele volgendezwangerschap. We geven de folderen vragen de kraamvrouw explicietom de boodschap door te vertellenaan vriendinnen en familie. Hetleuke is dat we nu – na zo’n 4maanden op deze manier bezig tezijn - vrouwen bij de intake horen

vertellen dat zij foliumzuur geslikthebben omdat zij op kraambezoekbij hun vriendin of kennis er overgesproken hebben.”Naast één-op-één voorlichting gaande praktijken ook groepsbijeen-komsten organiseren. ‘De Zon’ inTilburg werkt daarbij samen methet Centrum voor BuitenlandseVrouwen. In de praktijk ‘EnschedeZuid’ benaderen verloskundigenallochtone vrouwen via voormaligecliënten. Beide praktijken gaantevens voorlichting geven aan jonge(tiener) moedergroepen. De activiteiten in de praktijkenlopen door tot april 2007. Medio2007 hopen wij meer over de ervaringen van de verloskundigenen van de vrouwen waaraan voor-lichting is gegeven, te berichten. ■

Referenties[1.] Botto LD, Olney RS, Erickson JD.

Vitamin supplements and the risk for

congenital anomalies other than neural

tube defects. American Journal of

Medical Genetics 2004; 125c: 12-21

[2] Cornel MC, De Walle HEK, De Jong-

van den Berg LTW. Foliumzuur rond de

conceptie. De huidige stand van zaken.

Huisarts en Wetenschap 2002;45:354-7

[3] Van Eijsden M, Van der Wal M, Bonsel

G. Etnische verschillen in foliumzuur-

gebruik tijdens de zwangerschap: de rol

van de taal. ABCD-Congres Amsterdam

30 maart 2006

[4] Bakker MK, Cornel MC, De Walle

HEK. Kennis over en gebruik van

periconceptioneel foliumzuur onder

allochtone en westerse vrouwen, na de

publiekscampagne in 1995. NTVG

2003;147(49): 2426-30

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

Foliu

mzu

ur

15

FOLIUMZUUROPNIEUW ONDER DE

AANDACHT

Relinde van der Stouwe is

beleidsmedewerker KNOV

Tien jaar na de landelijke campagne over foliumzuur is de adequateinname rondom de conceptie nog steeds beperkt onder met name allochtone en laagopgeleide vrouwen in Nederland. Tijd voor een nieuwe campagne!

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 10:12 Pagina 15

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

KNOV

16

De

stan

daa

rd N

VO EEN OPROEP

VOOR VROEDVROUWEN OM ZICHZELF IN TE ZETTEN

ALS ONDERSTEUNINGBIJ DE BARING

Truus Verburgt

Wat vind je van de standaard zoalsdie er nu ligt?Het heeft natuurlijk best een tijdjegeduurd maar uiteindelijk ben ikzeer tevreden. De standaardbevestigt eigenlijk waar we als verloskundigen mee bezig zijn enwaar onze kracht ligt, namelijkvooral in de ondersteuning van denormale baring. In het verledenhebben we dit teveel laten liggenmisschien doordat er grotere praktijken kwamen en er weinigverloskundigen waren. Het rustigvroedvrouw zijn en bij de baringaanwezig zijn, is een heel belangrijkpunt en dat is nu in de standaardaangetoond en met literatuuronderbouwd. Want dat zijn wijtenslotte in hart en nieren ‘vroedevrouwen’ die bij de bevalling aan-wezig zijn.

Wat is jouw eigen visie op onder-steuning tijdens de baring en hoegeef je hier vorm aan binnen jepraktijk?Zelf vind ik vertrouwen van de cliënt in de hulpverlener ergbelangrijk. Dat heeft te maken methoe een hulpverlener zich als

persóón inzet tijdens de bevalling.Voor mij betekent dit dat ik alsJacco, verloskundige bén. Ik wilgeen verloskundige spelen. De standaard pleit voor het serieusnemen van je cliënt als die om hulpvraagt. Ik ga zodra iemand om hulpvraagt ernaar toe. Het is niet zo datiemand de bevallinginstructiesgoed moet uitvoeren die wij haarhebben verteld. Als ik serieus in gaop de wensen van mijn cliënt,schept dat een stukje openheid,vertrouwen en rust. Dan maakt het

ook niet uit als ik bv. vertel dat debaring nog niet begonnen is. Ikdenk dat die steun als een soortbasale lijn of basisvoorwaarde doorde hele bevalling heen loopt endan is het afhankelijk van hoe debevalling verloopt of ze ook daad-werkelijk steun nodig hebben. Datkan variëren van alleen maar aan-wezig zijn tot ondersteunen bij deademhaling, masseren of ideeën

‘Een oproep voor vroedvrouwenom zichzelf in te zetten alsondersteuning bij de baring.’ Dat is een sterk punt van de standaard Niet-vorderende ontsluiting, vindt Jacco Steen.Jacco Steen is eerstelijns verlos-kundige, werkzaam in eengroepspraktijk in Oud-Beijerlanden vanaf het begin betrokkengeweest bij de ontwikkeling vande standaard NVO.

Werken in de eerstelijn en daarnaast een verdieping in je eigen vak.Een advertentie in het Tijdschrift voor Verloskundigen voor deelnameaan de werkgroep voor de standaard ‘Niet- vorderende ontsluiting’ was voor Jacco het moment om dit te realiseren. Het onderwerp ‘nietvorderende ontsluiting’ sprak haar aan omdat het een ‘vroedvrouwelijk’onderwerp is waar je in de dagelijkse praktijk mee te maken hebt. Om het beleid voor een dergelijk probleem wetenschappelijk te onder-bouwen zag ze als een uitdaging. Een interview met een enthousiastevoorstander van de standaard NVO.

© Hans Boutkan

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 16

KNOV

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006 17

aandragen voor een prettige hou-ding. Het valt me wel op dat dedefinitie van ondersteunen eenbeetje door elkaar heen loopt in dediscussies. Steun kan bijvoorbeeldmentale bijstand, medische begelei-ding, lichamelijke steun of aanwe-zigheid zijn. Een doula levert eengedeelte, een vroedvrouw zou alleskunnen leveren. Een doula is vooralvoor vrouwen waarbij er bij voor-baat al sprake is van een onveiligesituatie bv. alleenstaande moeders ofallochtone vrouwen die de taal nietverstaan. In die gevallen is het fijnals er wel een doula aanwezig is. Inandere situaties is het meestal departner die deze rol vervult.Belangrijk is dat er steun op maatgegeven wordt. Als de vroedvrouwdie niet alléén kan geven dient zijvoor een goed alternatief te zorgenin overleg met de cliënt.

Heb je voldoende mogelijkhedenbinnen je praktijk om adequateondersteuning te realiseren?Waar het om gaat is dat ik vol-doende tijd moet hebben. En dat iseen probleem op het moment datik drukke diensten hebt. Nu is hetwel zo doordat het geboortecijferdaalt, wij iets meer ruimte krijgenin de praktijk om hier wat meeraandacht aan te besteden.Ik heb toevallig deze week samenmet mijn collega’s afgesproken omeen laagdrempelige mogelijkheid tehebben elkaar te bellen, ook in hetweekend, zodat als je bij iemandwil blijven dit ook kàn. Het vergtwel een bepaalde tijdsinvesteringdie misschien niet meer gewoonwas in de dagelijks gang van zakenin een verloskundige praktijk. Indie zin ben ik het er natuurlijk meeeens als de norm van het aantalbevallingen omlaag zou gaan wantik denk wel dat de investering intijd zich terug gaat vertalen inmeer fysiologie. Daar ben ik vanovertuigd.

Heeft de standaard jouw visie opondersteuning veranderd?Ja, ik ben toch opgeleid met eenhouding die wat koeler is naar decliënt. Hoe ver is ze? Nog geen 7 cm dan kan ze nog wel eventjesalleen en vanaf 7-8 cm blijf je pas.Het was eigenlijk ‘not done’ om aleerder te blijven. Dat was niet effi-ciënt. En je moest ook aan jezelfdenken en je dagschema. Het is menooit zo precies verteld maar datwas wel een beetje de sfeer maarde standaard heeft me duidelijkgemaakt dat dit niet de sfeer is, die heilzaam is voor een vlotte ontsluiting.

Wat heb je naar aanleiding van de standaard veranderd in je werkwijze?Allereerst heb ik in mijn voor-lichting over de baring het accentgelegd op de verschillende fasesvan de bevalling. Ik ben bewusterhet ‘bevallingspraatje’ gaan doen.De verwachting van de zwangereverbetert daardoor en dat geeft dusmeer duidelijkheid bij de bevallingover hoe het proces gaat verlopen.

Geef je de voorlichting over debaring op een vast moment tijdensde zwangerschap? Ja, bij 36 weken komt de zwangeresamen met haar partner en hebbenwe een gesprek over de bevalling.Daar hebben we in de praktijk 10 minuten extra voor gepland.Dat werkt gewoon heel prettig, hetgeeft meer rust en tijd om naar demensen te luisteren over wat hunverwachtingen en/of angsten zijn.We zijn als praktijk aan het naden-ken over een voorlichtingsavondvoor de zwangere en haar partnerwaar we in een uur de bevalling uit-leggen en meer informatie kunnengeven. Dat vind ik ook een van dewinstpunten van de standaard. Alsverloskundige ben ik meer gaannadenken over hoe ik een goede

voorbereiding organiseer, zodat hetdaadwerkelijk meer effect heeft.

Hoe ga je om met vragen over pijnstilling?Als een cliënt tijdens de zwanger-schap al met een vraag komt, neemik de vraag altijd serieus. Ik bendan benieuwd waar de vraag van-daan komt. Wat zijn de angsten ofbelemmeringen? Heeft mijn cliënteen vervelende ervaring meege-maakt of een eng verhaal gehoord?Ik bespreek wat de mogelijkhedenzijn en als mensen van te vorenzekerheid willen over een epidu-raal dan verwijs ik ze voor eenconsult naar de tweede lijn. Inonze praktijk bevalt van de eerste-lijns bevallingen 90% thuis zodatik deze vraag niet vaak tegenkom.Het scheelt wel dat de mensen inhun omgeving goede thuisbevallin-gen zien en daardoor is het ver-trouwen groot.

In de standaard wordt onderscheidgemaakt tussen een latente enactieve fase. Maak jij dit onder-scheid ook?Dat het omslagpunt bij 3-4 cm ont-sluiting zo duidelijk uit de litera-tuur blijkt, was een echte eye-opener voor mij. Ik vond dat eenheerlijke bevestiging die aangaf datde algemene regels van 1 cm peruur in het begin van de ontsluitinggewoon niet kloppen. Daar heb iktoch in de opleiding weinig overgeleerd. Je hoorde wel van latenteen actieve fase maar dat het ookzo’n cruciale rol speelt bij het inpartu verklaren dat was nieuw voormij. Als ik nu iemand in de latentefase heb, beloof ik ze nog geen 1 cm per uur maar ik kan ze welbij 3-4 cm beloven dat er schot inde zaak gaat komen. Dus in die zinis duidelijkheid geven over de fasestijdens de bevalling ook duidelijk-heid voor de mensen. Ook met destandaard blijf ik het lastig vinden

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 17

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

KNOV

18

om vast te stellen wanneer delatente fase begonnen is. Zelfs inde literatuur was hier geen een-duidig antwoord op te vindenomdat iedereen andere definitieshanteert over het begin van debevalling. Daarnaast wordt in destandaard aangegeven dat nietalléén de ontsluiting van belang is.Juist een goede observatie van debarende is nog steeds belangrijk!

Maak jezelf gebruik van een partogram?Op dit moment nog niet. Wij heb-ben wel de ideeën van de standaardovergenomen maar we hebben destandaard nog niet officieel geïm-plementeerd. Dit komt omdat we nubezig zijn met ons borstvoedings-certificaat en met de prenatalescreening wat veel energie kost.Ook de 20 weken echo en het preconceptioneel advies vragenaandacht. Als we het partogramgaan gebruiken dan willen we ditgraag goed doen en alles eerst uit-gebreid van te voren doornemen en bespreken.

Zie je de meerwaarde van het partogram?Ja zeker. Het partogram geeft inzicht

in je eigen handelen. Daarnaastwordt je gedwongen om een aantalobservaties goed te doen omdat jedie ook moet omschrijven. De frequentie, lengte en sterkte van deweeën maar ook in welke fase isdeze mevrouw zodat je van tevoren al meteen alert bent op hetproces. Ik denk dat het partogramook dwingt tot een goede registra-tie waarbij je moet nadenken hoevul ik dit in. Voor jezelf geeft heteen goede houvast om te zeggenoké, nu is het dus pathologie. Jevoorkomt daarmee dus van dieellenlange slepende bevallingen.Ook voor de cliënt geeft het parto-gram duidelijkheid. Je kunt aan dehand van het partogram zeggen, nuverwachten we dat het sneller gaat.Het gebruik van een actielijn ophet partogram voorkomt dat ikmezelf rijker reken dan de werke-lijkheid is. Op het moment dat ikeen vordering van 1 cm heb na vieruur kan ik niet meer juichen overde vordering. Dat is waar de standaard mee afrekent, blij zijnmet een hele trage vordering kangewoon niet meer. Bij onvoldoende vordering is hetook een prachtig overdrachtinstru-ment. In een oogopslag kan een

gynaecoloog de situatie inschattenzodat ik ook van hem snellere enbetere interventies verwacht.

Kun je ook een nadeel bedenkenvan het partogram?Het kan een rigide blik geven, alsje het als een 100% sluitend instru-ment hanteert en je niet meer vrijvoelt om in overleg met de mensenaf te wijken van het beleid van destandaard. Het partogram is er voorde bevalling en niet andersom. Hetmaakt ook inzichtelijker watachteraf een niet goede inschattingis geweest. Eigenlijk is dit ook eenvoordeel. Het maakt het makkelijkerom je beleid te evalueren.

Op welke wijze draagt deze standaard volgens jou bij aan dekwaliteit van de verloskundige zorg?De standaard bevestigt de fysio-logische kijk op bevallen dieverloskundigen altijd al hebbengehad en rechtvaardigt die ook.Wel behoedt de standaard voordoorschieten in optimisme enlevert een eerlijke blik op bevallin-gen die gewoon lastig gaan enmedische hulp nodig hebben, eenbetere risicoselectie.De standaard doet een beroep opverloskundigen om vooral je‘vroedvrouwelijke’ kwaliteitenweer naar voren te laten komen in het overleg en contact met demensen. En dat vind ik ook hetmooiste van mijn werk. Dat ik opeen diep niveau contact hebt metmensen juist tijdens een van demeest intense momenten van hetleven. De chemie die er vaak ontstaat is uniek en ook heel ergbevredigend. Dat is een helemooie kern die de standaard raakten daardoor is het echt een standaard voor vroedvrouwen waarhopelijk ook andere mensen vankunnen leren. ■

© Hans Boutkan

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 18

WETENSCHAP

C.Das en R.A.K.Rutgers

SamenvattingEr bestaat onduidelijkheid over devraag of de Wet op de Lijkbezorging(WLB) van toepassing is wanneerkinderen kort na de geboorte over-lijden na een zwangerschap vanminder dan 24 weken. Het verdientde voorkeur om in deze gevallen deWLB wel van toepassing te achten,met als consequentie een verplichtelijkschouw, het afgeven van eenofficiële overlijdensverklaring,inschrijving van geboorte en over-lijden bij de burgerlijke stand enbegrafenis en crematie volgens debepalingen in de wet. De wet zou indie zin aangepast moeten worden.Aanbevolen wordt dat een foetusdie intra-uterien overlijdt bij eenzwangerschapsduur van minderdan 24 weken en die ter wereldkomt na 24 weken niet beschouwdwordt als een lijk in de zin van deWLB. Het wettelijk criterium voorhet onderscheid tussen enerzijdsmiskraam en anderzijdsgeboorte/doodgeborene, namelijk24 weken zwangerschapsduur, zouoverigens vervangen moeten wordendoor het internationale (WHO-)criterium van een geboortegewichtvan 500 g, omdat dit minderonduidelijkheid oplevert enNederlandse cijfers over perinatalesterfte beter vergelijkbaar maaktmet internationale cijfers.[1]

Het Centraal Bureau voor deStatistiek (CBS) registreert inNederland jaarlijks ongeveer 1000 doodgeboren kinderen en600 kinderen die binnen een week na de geboorte overlijden(http://statline.cbs.nl). Bij zo’n aangrijpende gebeurtenis staanemoties begrijpelijkerwijs op devoorgrond, zowel bij ouders als bijhulpverleners, maar een correcte

afhandeling van de formaliteitenrond het afgeven van overlijdens-verklaringen en begraven is zekerook van belang. De Wet op deLijkbezorging en het BurgerlijkWetboek geven een aantal regels,die evenwel niet altijd duidelijk ofcompleet zijn. In dit artikelbeschrijven wij deze regels en depraktijk aan de hand van 3 casussen.

CasussenCasus 1Een zwangere vrouw komt ’s nachtsnaar de huisartsenpost, omdat zijsinds enkele uren buikpijn heeft.Zij is naar eigen zeggen ongeveer 5 maanden zwanger. Kort na aan-komst brengt zij een foetus terwereld die geen tekenen van levenvertoont. Moet en mag de dienst-doende huisarts een overlijdens-verklaring afgeven? Mag de vrouwde foetus mee naar huis nemen ofmoet een begrafenisondernemergewaarschuwd worden?

Casus 2Wat wordt verwacht van degemeentelijk lijkschouwer op de‘plaats delict’ in een donker boswaar het volledige lokale politie-korps inclusief technisch recher-cheurs zich verzameld lijkt te hebben, omdat eerder op de dag 4verdachte individuen gesignaleerdzijn met een kistje en een roos?

Casus 3Een vrouw heeft in een ziekenhuiseen miskraam. Zij krijgt haar 2doodgeboren kinderen mee met de boodschap dat zij er mee magdoen wat zij wil. Voor ‘de rouw-verwerking’ legt zij hen in de diepvriezer, waar zij 1 jaar laternog liggen. De vrouw heeft hunzelfs namen gegeven. Als haarzoontje van 6 jaar op een gegeven

moment hierover op school vertelt,is iedereen in rep en roer. Heeft deoverheid mogelijkheden om in tegrijpen?

Wanneer is er sprake van een lijk?De Wet op de Lijkbezorging (WLB)geeft in artikel 2, lid 1, twee definities: ‘Een lijk is het stoffelijkoverschot van een overledene ofvan een doodgeborene; een dood-geborene is een na een zwanger-schap van tenminste 24 weken terwereld gekomen menselijkevrucht, welke na de geboorte geenenkel teken van levensverrichtingheeft vertoond’[2]. Het tweede lid vandit artikel bepaalt: ‘De bepalingendezer wet zijn niet van toepassingop een na een zwangerschapsduurvan minder dan 24 weken terwereld gekomen menselijke vrucht’.Deze laatste zin schept verwarring.Zo is volgens een richtlijn van deNederlandse Vereniging voorObstetrie en Gynaecologie (NVOG)een na minder dan 24 wekenzwangerschap levend geboren envervolgens overleden vrucht geenlijk in de zin der wet[3], en volgensanderen wel[4,5], want het is eenoverledene. In het standaardwerk

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

Gen

eesk

un

de

en r

ech

t

19

OVERLEDENPASGEBORENEN:

WET EN PRAKTIJK

Mr.dr.C.Das, arts M&G. GGD Amsterdam,

afd. Algemene Gezondheidszorg,

Nieuwe Achtergracht 100,

1018 WT Amsterdam.

Mw.R.A.K.Rutgers, MPH forensisch arts.

Forum Educatief, Centrum voor

forensische geneeskunde en gedrags-

wetenschappen, Utrecht.

Correspondentieadres: mr.dr.C.Das

([email protected]).

Dit artikel is eerder gepubliceerd in

Nederlands Tijdschrift voor

Geneeskunde. 1 april 2006;150(13):750-4

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 19

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

WETENSCHAP

Inleiding tot de burgerlijke standvan Kampers et al. wordt gesteld:‘Er mag niet uit het oog verlorenworden dat er sprake is van eenoverledene als een vrucht van minder dan 24 weken levend terwereld komt en vervolgens overlijdt.Men dient dan de bepalingen vande Wet op de Lijkbezorging toe tepassen’[5]. Ook de Hoge Raad heeftzich in die zin uitgesproken: hetbegrip ‘overleden persoon’ omvatook ‘onvoldragen vruchten, die nade geboorte geleefd hebben’[6].De verwarring is een gevolg van deuitspraken van de minister en destaatssecretaris tijdens de parle-mentaire behandeling van de wet.Eerst verklaarde de minister metverwijzing naar bovengenoemdarrest: ‘. . . dat ten aanzien van eenvrucht van bijvoorbeeld 4,5 maand,die tekenen van leven heeft getoondwel en ten aanzien van een vruchtvan 5,5 maand bij wie dit niet hetgeval was géén begraafplicht geldt’.Later, tijdens de discussie over hoehet in de praktijk gaat met geabor-teerde vruchten, stelde de staatsse-cretaris dat de WLB niet van toe-passing is als een levend ter wereldgekomen vrucht kort daarna sterft,‘als het een vrucht betreft jongerdan 24 weken’[7]. Er bestaat dusonduidelijkheid over welk criteriumin de praktijk aangehouden moetworden: de zwangerschapsduur ofhet hebben vertoond van levens-verrichtingen.De bepalingen van het BurgerlijkWetboek (BW) en de WLB zijn infeite niet met elkaar in overeen-stemming. Volgens artikel 1:19i, lid 2, van het BW is het criterium‘levend geboren’ ongeacht de zwangerschapsduur en niet ‘na eenzwangerschapsduur van tenminste24 weken geboren’ voorwaardevoor inschrijving in het geboorte-register. Of, zoals Kampers et al.het stellen – en daarbij sluiten wijons aan: ‘Simpel gezegd moet dus

van elk levend ter wereld gekomenkind een geboorteakte wordenopgemaakt’.

Overlijden of doodgeboorte na een zwangerschap van tenminste 24 wekenOverlijdenWanneer een kind dat na eenzwangerschap van tenminste 24weken levend is geboren komt teoverlijden, bestaat volgens de WLBde verplichting tot een lijkschou-wing door de behandelend arts ofde gemeentelijk lijkschouwer. Bijnatuurlijk overlijden schrijft debehandelend arts de verklaring vanoverlijden bestemd voor de burger-lijke stand en de doodsoorzaak-verklaring (het zogenaamde B-formulier) voor het CBS. Bij twijfelaan natuurlijk overlijden, zoals kanbestaan bij onverwacht overlijdenna een medische ingreep (bijvoor-beeld een moeizame tangverlossing),dient de gemeentelijk lijkschouweringeschakeld te worden. Als dezeniet overtuigd is van een natuurlijkoverlijden, rapporteert hij of zijaan de officier van justitie en wordtde ambtenaar van de burgerlijkestand gewaarschuwd. Het overledenkind kan in dat geval pas begravenworden wanneer de officier vanjustitie het lichaam vrijgeeft. Deambtenaar van de burgerlijke standmaakt na ontvangst van de benodig-de verklaringen een geboorteakteen een overlijdensakte op en geeftvervolgens een verlof tot begravenof cremeren af.

ZwangerschapsafbrekingBij zwangerschapsafbreking vanaf24 weken is het ‘Modelreglementlate zwangerschapsafbreking’ vande NVOG van toepassing: debehandelend gynaecoloog schakeltde gemeentelijk lijkschouwer in endeze rapporteert aan de officier vanjustitie. Volgens afspraak zal geenstrafrechtelijke vervolging plaats-

vinden en wordt het lichaam directvrijgegeven.

DoodgeboorteEen doodgeboren kind na 24 ofmeer weken zwangerschap valtonder de WLB en ook hier kansprake zijn van natuurlijk of niet-natuurlijk overlijden. De ambtenaarvan de burgerlijke stand maakt indit geval een ‘akte van een leven-loos geboren kind’ op, naast eenverlof tot begraven of cremeren.

Overlijden na een zwanger-schap van minder dan 24 wekenDe WLB is (op grond van artikel 2,lid 2) niet van toepassing op over-leden kinderen die ter wereld kwamen na een zwangerschap vanminder dan 24 weken: het ging dewetgever ‘te ver’ om een plicht opte nemen voor de lijkbezorging vanmiskramen. Wanneer een artsbetrokken is, wordt wel verwachtdat deze zal bevorderen dat ‘devrucht op een kiese manier wordtbehandeld’ (zie casus 3)[9].

Levend geborenWanneer een kind na een zwanger-schapsduur van minder dan 24weken levend ter wereld komt enkort daarna overlijdt en de oudersdoen aangifte bij de burgerlijkestand, dan zal de ambtenaar opgrond van artikel 1:19i, lid 2 BW,een geboorte- en overlijdensaktemoeten opmaken. Dan volstaat eenartsenverklaring waarin de duurvan de zwangerschap ten tijde vande geboorte vermeld staat [3].

DoodgeborenWanneer na minder dan 24 wekenzwangerschap een kind doodwordt geboren, kan dit ook gemeldworden bij de burgerlijke stand,waar de ambtenaar een akte vanlevenloos geboren kind (artikel 1:2 BW en artikel 66 Besluit burgerlijke stand) mag opmaken,

20

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 20

WETENSCHAP

eveneens op grond van een medische verklaring.

BegravenOuders van een kind dat na eenzwangerschap van minder dan 24weken levend werd geboren en datvervolgens overleed of ouders vaneen doodgeboren kind die hunkind willen laten begraven, kunnendat volgens de regels van de WLBzonder aangifte bij en zonder verloftot begraven van de burgerlijkestand direct met de begrafenis-ondernemer of beheerder van cre-matorium of begraafplaats regelen.Zij mogen hun kind op een doorhen uitgekozen plek begraven.Begraven in het bos waar passantenhet verdonkeremanen van een lijkkunnen vermoeden (casus 2) of hetthuis bewaren (casus 3) moet ont-moedigd worden, maar onwettig ishet niet. Daarnaast bieden de meeste zieken-huizen de mogelijkheid het over-leden kind achter te laten om hettegelijk met andere overleden foetussen te laten cremeren. Eenziekenhuis kan – mochten ouders

dat willen – het stoffelijk overschotvan een vrucht van minder dan 24weken behandelen als ‘anatomischafval’.In tabel 1 staat een overzicht vande verschillende procedures.

Vaststellen van de leeftijd vaneen overleden pasgeboreneIn de WLB staat niet aangegevenhoe bij een overleden pasgeborenede zwangerschapsduur vastgesteldmoet worden. De minister erkentdat de zwangerschapsduur veelalniet geheel nauwkeurig vast te stellen valt. In de memorie van toe-lichting wordt 24 weken zwanger-schap gerelateerd aan een foetalelengte van 30 cm en een gewichtvan 500 g. Daarbij wordt gestelddat deze gegevens als leidraadbedoeld zijn om de termijn vanlevensvatbaarheid vast te stellen. Erwordt niet vermeld of er gerekendwordt vanaf de eerste dag van delaatste menstruatie, zoals gebruike-lijk is in Nederland, of aan welkereferentiepopulatie de biometrischegegevens ontleend zijn en of dezeop zowel levend geboren als dood-

geboren kinderen van toepassingzijn. De literatuur hierover is overigens helemaal niet eenduidig(tabel 2)[10-15].

Meestal zal informatie van deouders, gecombineerd met gege-vens van de behandelaar uitsluitselgeven over de zwangerschapsduur.Een datum van waarschijnlijkeconceptie of de resultaten vanvroeg echografisch onderzoek zijnhierbij uiteraard van meer waardedan een herinnering aan de enigemenstruatie na het stoppen met deanticonceptiepil.Het komt voor dat een gemeente-lijk lijkschouwer op verzoek vanjustitie bij een overleden foetus de zwangerschapsduur moet vast-stellen, terwijl niets over de zwan-gerschap bekend is (casus 2). Dit is vaak een moeilijke, zo nietonmogelijke opgave. Door zoveelmogelijk variabelen bij de beoorde-ling te betrekken kan de leeftijdnauwkeuriger ingeschat worden.Met een simpele vuistregel, de wetvan Haase, kan de zwangerschaps-duur geschat worden op grond van

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006 21

Tabel 1. Overzicht van procedures bij perinataal overlijden volgens de Wet op de Lijkbezorging (WLB)

en het Burgerlijk Wetboek (BW)

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 21

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

WETENSCHAP

de lichaamslengte: tot ongeveer 20 weken geeft de vierkantswortelvan de kruin-hiellengte in cm hetaantal lunaire maanden (een lunairemaand telt 28 dagen) zwanger-schapsduur[16]. Zo komt 9 cm overeen met 3 lunaire maandenofwel 12 weken. Ná 20 wekenzwangerschapsduur deelt men dekruin-hiellengte door 5 om hetaantal lunaire maanden te ver-krijgen (tabel 3).Goed bruikbaar voor een snellebeoordeling is meting van de maxi-male voetzoollengte: als deze meeris dan 50 mm, is de zwangerschaps-duur > 24 weken en bij minderdan 40 mm is deze ≤ 24 weken.Verder kan de rijpheid van de foetus geëvalueerd worden aan de hand van bepaalde uiterlijkekenmerken (zie tabel 3)[18, 19].De Wereldgezondheidsorganisatie(WHO) pleit er overigens op epi-demiologische gronden al decenni-alang voor niet de zwangerschaps-leeftijd van een pasgeborene, maarhet geboortegewicht als criteriumte gebruiken voor het onderscheidtussen een miskraam (of abortus)en een doodgeborene. Nederlandheeft zich niet geconformeerd aandeze internationale richtlijn[20].Volgens de WHO past bij 22 wekenzwangerschapsduur (gemetenvanaf de eerste dag van de laatstemenstruatie) een foetaal gewicht van500 g en een lengte van 25 cm[21].

Bijzondere situatiesNatuurlijk of niet-natuurlijk over-lijden speelt bij een zwangerschapvan minder dan 24 weken somseen rol. Er zijn gevallen bekendwaarin een ongeboren kind tengevolge van een verkeersongeval inde baarmoeder ‘overleed’. Uiteraardis hier niet sprake van overlijden inde gebruikelijke zin, want formeelkan een persoon slechts overlijdenals hij of zij levend geboren is.Maar het komt voor dat een intra-uterien levend kind na en door eenongeval of een stomp trauma nietmeer leeft en vervolgens levenlooster wereld komt. Lijkschouwershebben in dergelijke gevallen weleen verklaring van niet-natuurlijkoverlijden afgegeven, zelfs nogvoordat het kind ter wereld wasgekomen, wat te begrijpen valt,gezien de mogelijke strafrechtelijkeconsequenties. Echter, het afgevenvan een overlijdensverklaring zonder lijkschouw is discutabel.Een letselverklaring ligt hier meerin de rede.

Intra-uterien overlijdenBij intra-uterien overlijden gebeurthet soms dat het kind (veel) laterwordt geboren. Het kan daarbijvoorkomen dat het overlijdenplaatsvindt vóór 24 weken zwanger-schapsduur en het kind geborenwordt ná 24 weken. Welk tijdstipis hier nu bepalend? Als het tijd-stip van overlijden wordt aangeno-

men, is de WLB niet van toepas-sing. Als de datum van de geboortebepalend is, dan is de WLB wélvan toepassing en zijn dus lijk-schouw en overlijdensverklaringverplicht en mogelijk ook meldingaan de lijkschouwer en de officiervan justitie. De wetgever heeft der-gelijke situaties blijkbaar niet voor-zien en in de WLB gekozen voorhet tijdstip van geboorte. InEngeland heeft men onlangs uit-drukkelijk gekozen voor het tijd-stip van intra-uterien overlijden[22].Een onbevredigende consequentievan het standpunt om het tijdstipvan het intra-uteriene overlijdenvóór 24 weken als beslissend teaccepteren, zou kunnen zijn datdegene die verantwoordelijk isvoor de dood van het ongeborenkind aanvoert dat ‘er geen lijk is’.

ConclusieDe bepalingen van het BW en deWLB sluiten niet altijd op elkaaraan. Volgens het BW moet van allelevendgeborenen een geboorteakteopgemaakt worden en bij overlij-den een overlijdensakte, ongeachtde zwangerschapsduur. De WLB isslechts van toepassing wanneer dezwangerschapsduur bij de geboortetenminste 24 weken bedraagt.

Wens van de oudersEr bestaat daardoor onduidelijk-heid over de regels die van toepas-sing zijn wanneer kinderen na een

22

Tabel 2. Foetale leeftijd en geboortegewicht

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 22

WETENSCHAP

zwangerschapsduur van minderdan 24 weken levend ter wereldkomen en kort daarna overlijden.Het verdient naar onze mening devoorkeur om in deze gevallenevenzeer de WLB van toepassing teachten, dus met als gevolg lijk-schouwing, overlijdensverklaring,inschrijving van geboorte en over-lijden bij de burgerlijke stand, enbegrafenis of crematie volgens debepalingen in de wet. De WLB zouin die zin aangepast moeten wor-den en in overeenstemminggebracht met de bepalingen vanhet BW en de regels van de burger-lijke stand, die veel meer rekeninghouden met de wensen en degevoelens van de ouders van eenoverleden kind.

Intra-uterien overlijdenEen wettelijke regeling ontbreektvoor gevallen van intra-uterienoverlijden vóór 24 weken, bijvoor-beeld bij meerlingzwangerschap-pen (selectieve embryoreductie),gevolgd door een geboorte na (veel)meer dan 24 weken zwangerschap.

Wij bepleiten een regeling verge-lijkbaar met de Engelse om hetdoodgeboren kind in zo’n gevalniet als een lijk in de zin van deWLB te beschouwen. Soms is de zwangerschapsduur nietbekend (casus 1), zodat niet duide-lijk is welke procedure gevolgdmoet worden. Een gemeentelijk lijk-schouwer kan in consult gevraagdworden; deze zou in staat moetenzijn de leeftijd van een pasgeboreneredelijk nauwkeurig in te schatten.Omdat het geboortegewicht zoveelsimpeler vast te stellen is dan dezwangerschapsduur, wordt aan-bevolen in de WLB voor het onder-scheid tussen enerzijds miskraamen anderzijds geboorte/doodgebo-rene het criterium van 24 wekenzwangerschapsduur te vervangendoor het internationale (WHO-)criterium van een geboortegewichtvan 500 g. Dit is ook van belangvoor de internationale vergelijkingvan perinatale sterftestatistieken. ■

Literatuur[1] Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:750-4

[2] Wet op de lijkbezorging. Lelystad:

Koninklijke Vermande; 2005

[3] Nederlandse Vereniging voor Obstetrie

en Gynaecologie (NVOG). Richtlijn 16:

wet en gedragsregels bij (vroege) perina-

tale sterfte. Utrecht: NVOG; 1999

[4] Das C. De wet op de lijkbezorging. In:

Cohen BAJ, Holtslag H, Smitshuijzen RPh,

Tenhaeff AG, Waal L de, redacteuren.

Forensische geneeskunde. 4e dr. Assen:

Van Gorcum; 2004. p. 137-65.

[5] Kampers J, Evers LJW. Vat H. Inleiding

tot de burgerlijke stand. Alphen aan den

Rijn: Kluwer; 2002.

[6] Hoge Raad. 14 september 1959.

Nederlandse Jurisprudentie 1960. p. 119.

[7] Putten van der WGHM. Wet op de

lijkbezorging. Editie Schuurman &

Jordens. Nederlandse Staatswetten. Deel

29. Zwolle: Tjeenk Willink; 1992. p. 16-9.

[8] Nederlandse Vereniging voor

Obstetrie en Gynaecologie (NVOG).

Modelreglement late zwangerschapsaf-

breking. Utrecht: NVOG; 2003.

[9] Putten van der WGHM. Wet op de

lijkbezorging. Editie Schuurman &

Jordens. Nederlandse Staatswetten. Deel

29. Zwolle: Tjeenk Willink; 1992. p. 19-20.

[10] Kloosterman GJ, Arts NFT, redacteu-

ren. De voortplanting van de mens, leer-

boek voor obstetrie en gynaecologie. 7e,

geheel herz. dr. Weesp: Centen; 1985.

[11] Wigglesworth JS. Perinatal pathology.

2nd ed. Philadelphia: Saunders; 1996. p. 24

[12] Macpherson T. A model perinatal

autopsy protocol. Washington: AFIP;

1994. p. 48-54.

[13] Singer DB, Sung CJ, Wigglesworth

JS. Fetal growth and maturation: with

standards for body and organ develop-

ment. In: Wigglesworth JS, Singer DB,

editors. Textbook of fetal and perinatal

pathology. Oxford: Blackwell; 1998.

[14] Hadlock FP, Harrist RB, Sharman RS,

Deter RL, Park SK. Estimation of fetal

weight with the use of head, body, and

femur measurements – a prospective

study. Am J Obstet Gynecol.

1985;151:333-7.

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006 23

Lees verder op pagina 28.

Tabel 3. Lichaamskenmerken naar foetale leeftijd

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 23

www.sikkingadvies.nl

3730 AA De Bilt

tel 030 252 66 55

postbus 36

De specialist voor verloskundigen– Verzekeringen – Financieringen– Hypotheken – Contracten

Tot 12,5% korting op een nieuwe of bestaande arbeidsongeschiktheids-verzekering

Compleet verzekeringspakket voor starters

Aantrekkelijk autotarief voor u en uw partner

Financieringen en hypotheken voor starters

Ook speciale tarieven voor echoscopistes

Geen lidmaatschapsbijdrage

Voor meer informatie en voorwaarden bel ons kantoor of bezoek onzewebsite.

ZICHT OP RISICO’S

Voor gevestigde en startende verloskundigen:- Praktijkfinanciering

- Praktijkverzekeringen

- Beoordeling overnamesommen

- Contractonderhandelingen

Nieuw voor studenten verloskunde:- Verloskundigen Informatie Punt

- Alle zakelijke informatie snel en overzichtelijk per e-mail toegestuurd.

Ideaal voor tijdens de studie!

Meld je aan op [email protected] en word onze V.I.P.!

W.B.D. Lippmann Groep b.v.

Generaal v.d. Heydenlaan 2

Postbus 434

7300 AK Apeldoorn

tel: (055) 521 95 54

fax: (055) 521 55 99

E-mail

[email protected]

Telefonisch

Jan Haaijer: (06) 22 71 07 19

GESPECIALISEERD FINANCIEEL ADVIES VOOR VERLOSKUNDIGEN

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 24

WETENSCHAP

Neeltje Crombag MSc

InleidingIn de loop van de tijd is het taken-pakket van de verloskundige steedsmeer uitgebreid, ook met taken dieniet primair verloskundig zijn.Toekomstige ontwikkelingen ophet gebied van epidemiologie,demografie, beleid en vakinhoudzullen naar verwachting leiden toteen nog verdere uitbreiding vanhet takenpakket van de verloskun-dige. In de dagelijkse praktijk zijnaanpassingen in het werkpatroonvan de verloskundige echter nogniet duidelijk zichtbaar. Dit artikelgaat in op de veranderende om-geving waarin de verloskundigewerkt en de manier waarop zij haartakenpakket kan herinrichten.Uitgangspunt hierbij is dat hetbestaande concept van de uniekeeerstelijns verloskundige zorg-verlening zoveel mogelijk behoudenblijft. Het artikel werd geschrevennaar aanleiding van de afstudeer-scriptie voor de Master OpleidingVerloskunde, waarin werd onder-zocht welke mogelijkheden er zijnvoor een efficiëntere indeling vanniet-primair verloskundige taken.

De taken van de verloskundigekunnen onder verdeeld worden inkerntaken en niet-primair verlos-kundige taken. Kerntaken zijn allewerkzaamheden die direct vanbelang zijn voor de begeleiding vande cliënte[1]. Deze taken behorenexclusief toe aan de verloskundigzorgverlener. Niet-primair verlos-

kundige taken zijn alle taken die nietrechtstreeks van belang zijn voor hetcliëntcontact, zoals administratie,voorraadbeheer, boekhouding,roostering, werkoverleg systeem-beheer, kwaliteitsjaarverslag en deachterwachtregeling[6, 7, 8, 30].Sommige van deze taken zoudenook verricht kunnen worden doorniet-verloskundigen, wanneer dezede verloskundigen te veel afleidenvan hun kerntaak: het begeleidenvan de vrouw rondom zwanger-schap en geboorte.

Veranderende omstandighedenIn de literatuur worden onderandere de volgende toekomstigeveranderingen beschreven dieimpact kunnen hebben op hettakenpakket van de verloskundige:

Medische complexiteitHet percentage cliënten met eengecompliceerde medische of obstetrische voorgeschiedenis, diehun zwangerschap in de eerste lijnstarten, zal naar verwachting toe-nemen. Ook zal de verloskundigein toenemende mate geconfron-teerd worden met vrouwen die leiden aan obesitas[11].

Individualisering en differentiatieDe toenemende individualiseringvan de maatschappij maakt dat decliënt minder afhankelijk is en eengrotere keuzevrijheid en verant-woordelijkheid wenst in de inrich-ting van het leven[3]. De cliënt heeftbehoefte aan informatie op grondwaarvan zij vervolgens haar eigen

keuzes kan maken.De toenemende maatschappelijkdifferentiatie leidt tot grote ver-schillen tussen mensen onderlingen tussen hun individuele behoef-ten[12].Verhoging van het algemeneopleidingsniveau hangt samen mettoenemende mondigheid.Daarnaast blijft er een groep cliënten bestaan die niet mondig is,niet in staat is zelfstandig te kiezenen bij wie de wens om eigen keu-zes te kunnen maken minder leeftof onmogelijk is[13]. Vraaggerichtezorg, waarbij het aanbod zoveelmogelijk afgestemd wordt op debehoeftes van de cliënten, is hier-door noodzakelijk voor de zorg-verlening.

KwaliteitKwaliteit van zorg en kwaliteits-beleid vormen de peilers van goedeverloskundige zorgverlening.Verloskundigen moeten kritischkijken naar hun eigen zorg en dievan collega’s, met als doel verbete-ring van die zorg. Naast debestaande Landelijke VerloskundigeRegistratie zijn het kwaliteitsregistervan de KNOV, de herregistratie vande wet BIG en een kwaliteits-systeem voor eerstelijns verloskun-dige praktijken in ontwikkeling.

Ook het nieuwe verzekeringsstelseleist van zorgverleners dat zij zorgbieden van hoge kwaliteit diezoveel mogelijk aangepast is aan dewensen van de cliënt[3, 14, 15, 17]. Dezecliëntgerichte kwaliteitszorg moetde zorgverlener zoveel mogelijkexpliciteren en kenbaar maken.

Uitbreiding kerntakenPreconceptieadvies, de voorlichting

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

Mas

ters

crip

tie

25

DE VERLOSKUNDIGE:DUIZENDPOOT OF

ZORGPROFESSIONAL?

Neeltje Crombag is eerstelijns verlos-

kundige en medewerker Kenniscentrum

en Relatiebeheerder SROV

Het nieuwe beroepsprofiel dat onlangs verscheen geeft verloskundigende mogelijkheid hun kerntaken flink uit te breiden. Maar willen zekwalitatief goede zorg blijven geven, is bezinning op de organisatie vanniet-verloskundige taken binnen de praktijk essentieel. Crombag zochtin literatuur en praktijk naar de beste opties en pleit voor een gezondetoekomstvisie.

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 25

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

WETENSCHAP

rond prenatale screening en de uit-voering van twee standaard echo’s inde zwangerschap zijn voorbeeldenvan verdere uitbreiding van hetverloskundige takenpakket. De veranderende omgeving leidttot meer taken voor de verloskun-dige, bewust en soms ook onbe-wust. Bovendien wordt de taak-uitbreiding vaak opgelegd door deomgeving en niet expliciet gekozendoor de verloskundige. Wanneerde huidige werkomstandighedenniet worden aangepast kan de taak-uitbreiding leiden tot een taakver-zwaring. Er ontstaat een probleemals dit leidt tot kwaliteitsverlies vande primair verloskundige zorg.Daarnaast zal een taakverzwaring,zonder enige aanpassing, kunnenleiden tot verminderd werkpleziervan de verloskundige.

Organisatie verloskundigetakenOm te voorkomen dat een uit-breiding van het verloskundigtakenpakket ten koste gaat van deverloskundige kerntaak is een efficiënte herverdeling van de niet-primair verloskundige taken essen-tieel. Uit onderzoek blijkt dat hetovermatig uitvoeren van niet-primair verloskundige taken doorverloskundigen leidt tot verminder-de werksatisfactie[5]. Onderzoekenvan rond de afgelopen eeuwwisse-ling pleitten ervoor dat bij een her-verdeling de niet-primair verlos-kundige taken zo min mogelijkdoor zorgverleners moeten wordenuitgevoerd. Door deze over te dra-gen aan anderen die de benodigdedeskundigheid en ervaring hebben[7],kan de verloskundige zich primairblijven richten op haar kerntaak,ook in geval van een uitbreiding.

Welke mogelijkheden hebben ver-loskundigen om hun taken anderste organiseren? Ze kunnen meervrije tijd inleveren ten koste van

het werk, hun taken inkrimpen ofextra verloskundigen aannemen inde praktijk. Daarnaast is het ookmogelijk niet-verloskundigen bij depraktijk te betrekken of samen tewerken met andere verloskundigen.In de literatuur zijn de volgendeoplossingen beschreven:

TaakdelegatieBij taakdelegatie blijft de medischprofessional verantwoordelijk voorde indicatiestelling en diagnose; deuitvoering en begeleiding wordtuitbesteed aan anderen. Delegatiekan zowel plaatsvinden op hetniet-primair verloskundige vlakmaar ook op het zorginhoudelijkevlak zoals kleine medische hande-lingen. Een praktijkassistente kanin belangrijke mate bijdragen aanwerkdrukverlaging, bereikbaarheiden organisatie van de praktijk[21].

Taakherschikking Taakherschikking is het overdragenvan taken en verantwoordelijkhedenaan een andere beroepsgroep[3,7].In de eerstelijns verloskunde kanmen denken aan bloeddrukmeting,voorlichting, gedeeltelijke afnamevan de anamnese, kraambedcontro-les, telefonisch spreekuur en voor-lichting. Taakherschikking wordtveelvuldig toegepast in huisartsen-praktijken; deze huisartsen hebbensignificant minder contacten metpatiënten dan in praktijken die nietwerken met praktijkondersteu-ning[22]. Het overdragen van hetrecht op uitvoer van taken, wordtechter door een aantal huisartsengezien als een bedreiging voor deprofessie[23]. Voor taakherschikkingmoeten landelijke beleids- (enmogelijk ook wets-) veranderingenplaatsvinden.

PraktijkmanagerEen praktijkmanager zorgt ervoordat het management en de praktijk-voering goed verloopt, zodat de

hulpverleners zich kunnen bezighouden met hun kerntaak. Dezemanager draagt zorg voor goedeorganisatie van niet primair verlos-kundige taken met een focus opbeleid en beheer. De praktijkmana-ger is de eindverantwoordelijkevan een professionele groep[24].

SamenwerkingSamenwerking met anderen buitende eigen praktijk levert een efficiëntere organisatie op waarin werkzaamheden kunnen wordenverdeeld en gedelegeerd[19].Samenwerking biedt voordelenvoor de organisatie van niet-primairverloskundige taken maar is ookgoed voor de positie van de verlos-kundige praktijk ten opzichte vanandere actoren in het veld.Daarnaast levert het, bij behoudvan eigen identiteit van de afzon-derlijke praktijken, voor de cliëntgeen nadelen op. Samenwerkingvereist daarentegen wel een inzetvan de betrokkenen. Het samen-werkingsverband moet door allebetrokkenen worden gedragen ener moet sprake zijn van onderlingvertrouwen en een gemeenschap-pelijk doel[25]. Dit is niet in alleregio’s in Nederland het geval.

OutsourcingOm het verloskundige takenpakketefficiënter te organiseren kangebruik worden gemaakt van outsourcing. Dat is de inzet vanbedrijven met een bepaalde exper-tise, voor het leveren van niet-primair verloskundige taken. Tedenken valt aan automatisering,declaraties, leveren van ondersteu-nend personeel, werkgeverschap,call-centerfunctie, centrale voor-lichting, drukwerkbeheer, telecom-functie, financiële administratie,voorraadbeheer, waarneempool,achterwacht et cetera. Een juistebalans tussen de verloskundigepraktijk als afnemer en de

26

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 26

WETENSCHAP

producent moet bijdragen aan het behoud van de autonomie ende zelfregulatie van de zorg-verlener[28, 29]. De zorgverlener kanzich zo volledig richten op de primaire taak en een zo hoogmogelijke kwaliteit van zorg leveren.Momenteel wordt er weinig gebruikgemaakt van de inzet van externebronnen onder verloskundigen.Het is ook niet noodzakelijk inkleine praktijken, waar de balanstussen werk en vrije tijd nog vol-doende ruimte biedt voor een uit-bereiding van het aandeel werk tenkoste van de vrije tijd. Maar indrukke praktijken kan outsourcingbijdragen aan een gunstige ver-houding tussen werk en vrije tijd.

AfstudeeronderzoekIn het bovengenoemd afstudeer-onderzoek zijn alle verloskundigepraktijken in Breda gevraagd naarhun visie op toekomstige ontwik-kelingen en de invloed hiervan ophun werkzaamheden. Vervolgenskregen zij mogelijke opties voorhet efficiënter organiseren van hetverloskundige takenpakket voorge-legd. Opvallend was dat het meren-deel van de verloskundigen weinigzicht had op toekomstige ontwik-kelingen en de invloed hiervan ophet verloskundig takenpakket. Om die reden werd er geen directenoodzaak gezien om de huidigewerkzaamheden aan te passen ofefficiënter te organiseren.Verloskundigen die een taak-uitbreiding verwachten gaven aandat zij, indien nodig, zouden kiezenvoor de pragmatisch aanpak: meerwerken, minder vrije tijd.Belangrijkste reden hiervoor warende financiële consequenties die aanelke andere oplossing verbondenzijn. De praktijken die outsourcingzagen als een oplossing, besteeddende niet-primaire taken reeds tegenbetaling uit aan de verschillendemaatschapsleden. Voor deze prak-

tijken was er weinig verschil tussenoutsourcing en de huidige situatie[30].

ConclusiesExterne veranderingen leiden toteen uitbreiding van het verloskun-dig takenpakket. Een onderzoekonder verloskundige praktijkengeeft aan dat er bij hen (nog)onvoldoende draagvlak is voor eenherverdeling van het takenpakket.Enerzijds komt dit voort uit on-voldoende besef van de problemendie zich kunnen voordoen, ander-zijds zien zij de kosten die aan uit-besteding van taken zijn verbondenals belangrijk obstakel. Een meer-derheid van de praktijken gaf danook de voorkeur aan de inzet vanextra capaciteit binnen de huidigebezetting. De praktijken zijn vanmening dat zij op deze manierdezelfde kwaliteit kunnen leveren[30].

Bewustwording van de maatschap-pelijke en beroepsinhoudelijke ontwikkelingen en de invloed opde individuele praktijken is echternoodzakelijk voor het toekomstigebeleid van een verloskundige prak-tijk, waarin geanticipeerd wordt opdeze ontwikkelingen. Veel verloskundigen hebben eendeel van hun taken gedelegeerd aaneen assistent of praktijkmanager.Van taakherschikking in de eerste-lijns verloskundige praktijk is noggeen sprake en de vraag is of ditwenselijk is.

Van de mogelijke oplossingen diehierboven zijn genoemd, kunnensamenwerking en outsourcingmomenteel het beste bijdragen aaneen efficiëntere organisatie vantaken. Intensieve samenwerkingmet andere praktijken versterkt deregionale eerstelijns zorg, al komtdit in sommige regio’s moeizaamvan de grond. Outsourcing is eengoede oplossing mits de kostenniet alleen door de verloskundigen

worden gedragen. De uitbreidingvan het takenpakket vereist ingrepen, die, indien kwaliteitseisenop gelijk niveau blijven, meerfinanciële steun voor de verloskun-digen vereisen. Aanpassing van detarifering lijkt een voorwaarde voorsuccesvol opereren in de toekomst.

Organisaties zoals de opleidings-instituten en de KNOV, maar ookvoor regionale zorgaanbieders ofondersteuners dienen een rol tespelen bij de bewustwording vanverloskundigen en bij onderhande-lingen over de tarifering. Van belangis dat informatie die over ditonderwerp gegeven wordt, ook alleverloskundige praktijken bereikt.

Een toekomstgerichte visie zorgtervoor dat de verloskundige zorg-professional blijft, in plaats vanduizendpoot! ■

Referenties[1] Wiegers TA, Janssen BM. Monitor ver-

loskundige zorgverlening, vierde meting.

Utrecht: NIVEL; 2005.

[2] Jong A de. KNOV standpunt precon-

ceptiezorg. Bilthoven: KNOV; 2005.

[3] Koninklijke Nederlandse Organisatie

van Verloskundigen/ Stichting

Samenwerkende Opleidingen tot

Verloskundigen. Eindrapportage fase 1

van de Verloskundige As, Werkgroep

beroepen. Bilthoven: KNOV; 2005.

[4] Liefhebber S, Dam C van, Waelput A.

Beroepsprofiel. Concept versie september

2005. Bilthoven: Koninklijke Nederlandse

Organisatie van Verloskundigen (KNOV);

2005.

[5] McKenna H, Hasson F. A study of skill

mix issues in midwifery: a multimethod

approach. Journal of advanced Nursing

2002, 37(1): 52-61.

[6] Mc Kenna H, Hasson F, Smith M, A

Delphi survey of midwives and midwifery

students to identify non-midwifery

duties. Midwifery 2002, 18(4): 314-322.

[7] Meyboom-De Jong B, Schmit

Jongbloed LI. De arts van straks. Utrecht:

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006 27

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 27

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

WETENSCHAP

KNMG/ DMW-VSNU/ VAZ/ NVZ/ LCVV;

2002.

[8] Muntendam HJ, Pieterse ME, Wolves

M. Eindrapportage Programma

Efficiëntiebevordering Verloskundige

Praktijkvoering. Enschede: Hoeksema,

Homans en Menting; 2000.

[9] Beets GCN, Bongers SW . Wat waren

de belangrijkste ontwikkelingen in het

verleden? Internetsite Rijksinstituut Voor

Volksgezondheid en Milieu (RIVM) 2005.

Beschikbaar via:

http://www.rivm.nl/vtv/object_docu-

ment/o2696n21015.html. Geraadpleegd

2005 september 27.

[10] Portegijs W, Boelens A, Olsthoorn L.

Emancipatiemonitor 2004. Den Haag:

Sociaal en Cultureel Planbureau/

Centraal Bureau voor de Statistiek; 2004.

[11] Gezondheidsraad (GR). Overgewicht

en obesitas. Den haag: Gezondheidsraad;

2003. Publicatie nr 2003/07.

[12] Linschoten CP van, Moorer P,

Voorrips R. Langs de eerste lijn: wensen

en verwachtingen van de Nederlandse

bevolking ten aanzien van eerstelijns-

zorg. Groningen: ARGO Rijksuniversiteit

Groningen; 2004.

[13] Wijmen FCB van. Profiel van de

goede patiënt. Medisch contact 1997; 52:

529-531.

[14] Hermans HEGM. Zorg en markt in

historisch en huidig perspectief. Tweede

druk. Deventer: Kluwer; 1994.

[15] Tweede Kamer der Staten Generaal.

Nota vraag aan bod: Hoofdlijnen van

vernieuwing van het zorgstelsel In:

Handelingen 2001-2002. Den Haag: SDU

uitgevers; 2002. No. 55, p.3754-3783

[16] Hoogervorst H. De toekomstbesten-

dige eerstelijnszorg. Den Haag:

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn

en Sport (VWS); 2003. Kenmerk CZ/ EZ-

2431353.

[17] RVZ. Marktwerking in de medisch

specialistische zorg: Advies uitgebracht

aan de minister van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport. Zoetermeer: Raad voor

de Volksgezondheid en Zorg; 2003.

[18] Kenens RJ, Hingstman L. Cijfers uit

de registratie van verloskundigen, pei-

ling 2004. Utrecht: NIVEL; 2004.

[19] Buytendijk J, Vulto M. Duizend bloe-

men in een kleurrijk boeket; op weg

naar een georganiseerde eerste lijn.

Leiden: Elsevier gezondheidszorg; 2003.

[20] Francom H. Do we need HCA’s in the

maternity services? British Journal of

Midwifery 1997, 5: 672-679.

[21] Koninklijke Nederlandse Organisatie

van Verloskundigen. Handleiding aan-

stelling Praktijkassistent voor verloskun-

digenpraktijk. Bilthoven: KNOV; 2002

[22] Lamkaddem M, Bakker D de, Nijland

A, Haan J de. De invloed van praktijk-

ondersteuning op de werklast van huis-

artsen. Utrecht: NIVEL; 2004.

[23] Advies taakherschikking in de

gezondheidszorg. Zoetermeer: Raad voor

Volksgezondheid en Zorg; 2002.

[24] Wiegerinck MAHM. Professioneel

management van een grote Nederlandse

gynaecologenpraktijk 2001. Beschikbaar

via: www.europ.obgyn.net/ Nederland/

doelen. Geraadpleegd 2005 augustus 15.

[25] Grouwels D, Heyrman J, Goedhuys J.

Goed samenwerken in tien stappen:

beschrijving van een praktisch instru-

ment. Huisarts Nu 2003, 32(1).

[26] Arnold U. New dimensions of out-

sourcing: a combination of transaction

cost economics and the core competen-

cies concept. European Journal of

Purchasing & Supply Management 2000,

6: 23-29.

[27] Tuttle MS. Information Technology

Outside Health Care: what does it matter

to us? JAMIA 1999, 6: 354-360.

[28] Preker A, Harding A, Travis P. ‘Make

or buy’decisions in the production of

health care goods and services: new

insights from institutional economics and

organizational theory. Bulletin of the

World Health Organization 2000, 78(60).

[29] Davies TO, Nutley SM, Mannion R.

Organisational culture and quality of

health care. Quality and Safety in Health

Care 2000, 9: 111-119.

[30] Crombag NMTH. De verloskundige

duizendpoot of zorgprofessional.

Eindscriptie Master Opleiding

Verloskunde 2005.

28

[15] Hadlock FP, Deter RL, Harrist RB,

Park SK. Estimating fetal age: computer-

assisted analysis of multiple fetal growth

parameters. Radiology. 1984;152:497-501.

[16] Huxley AK. Comparability of gesta-

tional age values derived from diaphyse-

al length and foot length

[17] Merz E, Oberstein A, Wellek S. Age-

related reference ranges for fetal foot

length. Ultraschall Med. 2000;21:79-85.

[18] Stocker TJ, Dehner LP, editors.

Paediatric pathology. Philadelphia:

Lippincott; 2002.

[19] Feresu SA, Gillespie BW, Sowers MF,

Johnson TR, Welch K, Harlow SD.

Improving the assessment of gestational

age in a Zimbabwean population. Int J

Gynaecol Obstet. 2002;78;7-18.

[20] Holms JP, Schuiteman NWE. In:

Heineman MJ, Bleker OP, Evers JLH,

Heintz APM, redacteuren. Obstetrie en

gynaecologie. De voortplanting van de

mens. 5e dr. Maarssen: Elsevier; 2004. p.

167-72.

[21] Gourbin C, Masuy-Stroobant G.

Registration of vital data: are live births

and stillbirths comparable all over

Europe? Bull World Health Organ.

1995;73:449-60

[22] Royal College of Obstetricians and

Gynaecologists (RCOG). Good Practice 4:

registration of stillbirths and certification

for pregnancy loss before 24 weeks of

gestation. Londen: RCOG; 2005

Vervolg van pagina 23.

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 28

Dr. H.L. Houtzager

Vroedvrouwen en vroedmeestersVroedvrouwen hadden sedert eeuwen de verloskunde geleerddoor enige jaren mee te lopen meteen ervaren verloskundige. Toenhun opleiding in de steden geregle-menteerd werd bij het chirurgijns-gilde werden zij onderwezen doorde stadsvroedmeester en moestenzij examen doen alvorens zij zelf-standig de verloskunde mochtenuitoefenen.

Het diploma van vroedkundige wasplaatsgebonden. Wilde men in eenandere stad praktijk uitoefenen danwaar men zijn of haar opleidinghad genoten, dan diende menopnieuw een bepaalde periodeonder leiding van een gevestigdevroedvrouw of vroedmeester alsleerling stage te lopen. Zo diende Arijaantje Blok, die op

een advertentie in de HaagscheCourant reflecteerde om vroed-vrouw te worden in Haastrechtnadat zij op 24 juli 1731 provisio-neel was aangenomen, eerst nogeen examen af te leggen bij DaniëlDolegius Kedtz, medicinae doctorte Gouda. Pas op 26 april 1732werd zij definitief aangenomen;'Uyt consideratie van de seer goedegetuygenissen nopende 't waar-neemen haarer bedieninge'. Op 6 november werd zij tenslotte beë-digd als vroedvrouw te Haastrecht. In de loop van de 18e eeuw komter een einde aan het monopolie datvroedvrouwen en vroedmeestersbezaten om respectievelijk deongecompliceerde en de instru-mentele verloskunde uit te oefenen.Wat was namelijk het geval? Curatoren van de Leidse univer-siteit besloten dat tot meerdere'luyster en roem' het onderwijs in degeneeskunde op twee belangrijkepunten diende te worden uitgebreid,namelijk in de praktische verlos-kunde en in de praktische chirurgie.Om dit te realiseren benoemden decuratoren R.S. Du Pui (1754-1834)tot buitengewoon hoogleraar metde opdracht deze twee onderdelenvan het geneeskundig onderwijs teontwikkelen.Enkele jaren later bezaten afgestu-deerde medici niet alleen de kennis,maar ook de handvaardigheid ombevallingen te begeleiden, zowel denormale spontane als die welkevallen onder de instrumentele verloskunde. Hierdoor waren dedoctores medicinae een geduchteconcurrent geworden voor devroedvrouwen en vroedmeesters.

ConcurrentieVroedmeesters waren gespeciali-seerde chirurgijns in het verloskun-dige instrumentele en operatievehandelen. Beiden, verloskundigenen vroedmeesters hadden gedurendevele eeuwen vrij autonoom enonder bescherming van het chirur-gijnsgilde hun vak kunnen uitoefe-nen. Concurrentie was iets onderde verschillende vroedvrouwenbinnen een stad. Nu echter warende academisch afgestudeerde medici een beduchte concurrentvoor deze medische beroepsgroep.

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

His

tori

sch

on

der

zoekONDERWIJS

29

HET VERLOSKUNDIGONDERZOEK

IN DE 18E EEUW

Dr. H.L. Houtzager studeerde genees-

kunde in Leiden en specialiseerde zich

tot vrouwenarts aan de Universiteit van

Nijmegen, waar hij later ook promo-

veerde. Gedurende 25 jaar was hij als

gynaecoloog verbonden aan het

Reinier de Graaf Gasthuis te Delft,

in welke periode hij tevens parttime

verbonden was als wetenschappelijk

hoofdmedewerker aan het Medisch

Encyclopedisch Instituut van de

Vrije Universiteit te Amsterdam. Van zijn

hand verschenen talrijke publicaties op

het gebied van de (geschiedenis van de)

verloskunde en gynaecologie.

ExamenvragenEr zijn examenopgaven bewaardgebleven uit het einde van de17e eeuw. Zij werden gebruikt bijhet examen obstetricum van detoekomstige verloskundige. Devragen zijn deels van theoreti-sche, deels van praktische aard.Zo werd o.a. gevraagd 'Uit hoeveel deelen bestaat deLijfmoeder?'; 'Wat te doen devrught doodt sijnde en waer uytmen het best weeten kan off devrouw groot gaet (= zwanger is)?'

Titelpagina van Hendrik van Deventers

boek getiteld Manuale Operatien etc.

(Den Haag 1701).

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 29

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

Wilden vroedvrouwen en vroed-meesters deze concurrentie de baasblijven, dan dienden zij hun verlos-kundige kennis op een hoger peilte brengen en hun vaardighedendoor betere opleidingen te verhogen.Voor dit eerste stonden hen o.a. eenaantal verloskundige boekwerkenten dienste in de Nederlands taalgeschreven of uit een vreemde taalvertaald in het Nederlands. Van deze zijn de boeken vanHendrik van Deventer (1651-1724)en die van François Mauriceau(1637-1709) het meest bekend.Van de eerste verscheen in 1701‘Manuale Operatiën, zijnde eennieuw Ligt voor vroed-meesters envroed-vrouwen etc.’ en vanMauriceaus boek werd eenNederlandse vertaling gemaakt dieluidt ‘Tractaet van de Siektens derSwangere Vrouwen en die eerstgebaert hebben’. (fig. 1 en 2).

Beide behoorden in ons land tot deverloskundige handboeken waarinde toenmalige vroedvrouwen envroedmeesters de theorie van deverloskunde konden bestuderen.

Behalve deze hierboven genoemdeleerboeken verscheen er in de loopvan de achttiende eeuw een stroomvan boekwerken op verloskundiggebied; alle te gebruiken door leer-ling vroedvrouwen en praktiseren-de vroedvrouwen, die hun kenniswilden ophalen. Zo verscheen in1751 te Amsterdam het boek ‘DeGezuiverde Vroedkonst’ van dehand van Cornelis Plevier (1720-1750). (fig. 3.) De ondertitel vandit boek luidt: ‘Wyze, om alle baa-ringen gemakkelyk te maaken, dezwaare tydig voor te koomen, endie, welke de handkonst verei-schen, spoedig, veilig en gelukkigte helpen. Kortelyk verhandelt, engegrond op het maakzel der dee-len, en op de waare werking derLyfmoeder, doormengd met ver-scheide nuttige Aanmerkingen, enal het geene nieuwlings in deVroedkunde is ontdekt. Ten dienstevan de vroedmeesters en de vroed-vrouwen, die zig zoeken bekwaamte maaken’. Het boek verscheen in1751 te Amsterdam.

‘De Gezuiverde Vroedkonst’ is eenleerboek en een naslagwerk.

Expliciet vermeldt de titelpaginadat het voor vroedvrouwen envroedmeesters is geschreven diezich in hun vak willen bekwamen. In de dertig hoofdstukken wordtde bevalling in al zijn verschillendefacetten en vormen besproken enworden de meest voorkomendepathologische afwijkingen van bek-ken en baarmoeder onder de loepgenomen. Een apart hoofdstuk isgewijd aan ‘de Keyzerlyke Sneede’.Het boek eindigt met een verhan-deling over het plaatsen van pessa-ria in geval van een descensus uteric.q. vaginae. De verschillende lig-gingen van de foetus in utero zijnin een aantal afbeeldingen weerge-geven en van een verklarende tekstvoorzien. Hetzelfde geldt voorprenten die een beeld geven van deverschillende handgrepen en tang-extracties. ■

LiteratuurHoutzager HL. Medicyns, Vroedwyfs en

Chirurgyns. Amsterdam 1979.

Lamens-van Malenstein MM. Oefening

en bespiegeling, het verloskundig onder-

wijs van M.S. du Pui te Leiden.

Rotterdam 1997.

ONDERWIJS

30

Titelpagina van

Mauriceaus boek

over de ziekten van

zwangere vrouwen.

© Henny van Nieuwpoort

Titelpagina van

de Gezuiverde

Vroedkonst,

geschreven door

Cornelis Plevier

(Amsterdam 1751).

© Henny van Nieuwpoort

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 30

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

Bio

tech

no

log

ieONDERWIJS

31

DE MAAKBAREMENS

Conferentie over biotechnologie met stam- en eicellen

Marian Baan is eerstelijns verloskundige

Politiek nawoordOok in de politiek spelen dezevraagstukken. Er lag een voorsteltot verruiming van de huidigeEmbryowet, maar vanwege dekomende Tweede Kamer-verkiezingen vindt staatssecretarisRoss-van Dorp van VWS dat eenbeslissing over het tijdelijke verbod genomen moet wordendoor een volgend kabinet. Hetbesluit over het verbod moetvoor 1 september 2007 wordengenomen. Het tijdelijk verbod ophet speciaal tot stand brengenvan embryo’s blijft in stand. Ditbesluit was tijdens het congresen ook bij het schrijven van hetverslag nog niet bekend.De redactie

Zij willen dit niet doen voorwetenschappelijk onderzoek.Dr. Huijer schetst drie opties diemogelijk zijn bij de herziening vande embryowet uit 2002: a. het verbod op stamcel- eicel

donatie handhaven b. het verbod opheffen (hetgeen nu

als voorstel klaarligt)c. het verbod voorlopig handhaven. De eerste optie belemmert hetwetenschappelijk onderzoek. Delaatste geeft tijd om het maatschap-pelijke draagvlak te vergroten omde wet te versoepelen. Deze optieheeft haar voorkeur.

Prof. dr. Donna Dickenson uitLonden, ethicus, filosofe en win-nares van de Spinazoprijs, gaat inop het gebruik en misbruik vanstamcellen. Ze refereert aan dezaak Hwang in Zuid-Korea. In haarland kunnen vrouwen korting krijgen op de IVF-behandeling alsze extra eicellen afstaan voor stam-celonderzoek. Commercialiseringwordt zo op slinkse wijze geïntro-duceerd. Ze schetst de gevaren. Deverleiding is groot om meer hor-

monen toe te dienen om meereicellen te verkrijgen. De behande-laar krijgt twee petten op. Dedames komen niet om mee te doenaan onderzoek, maar om zwangerte worden. Armlastige vrouwenzouden in de verleiding kunnenkomen om meer eicellen te latengroeien voor financieel gewin. Hetwelzijn van de vrouw moet vooropblijven staan en niet het verkrijgenvan cellen voor onderzoek.Voorlopig maakt ieder land in deEU haar eigen regels, maar opEuropees niveau is men er ookmee bezig.

Laat vrouwen zelf kiezenBijzonder hoogleraar in de gezond-heidsethiek van de voortplantings-geneeskunde, prof. dr.Guido deWert bespreekt de toekomst vande embryowet. Hij is lid van deevaluatiecommissie die de wet van2002 tegen het licht heeft gehouden.Deze wet verbiedt o.a. het klonen.De commissie beveelt aan het

Marian Baan

Doel van dit congres was het infor-meren over de actuele situatie enhet inventariseren van de menin-gen die leven rond de ethische enmorele dilemma’s. In muziekcen-trum Vredenburg te Utrecht warenop deze dag ongeveer 150 vrouwen(en een enkele man) aanwezig.Volgens de organisatie waren demeeste bij de NVR aangeslotenorganisaties vertegenwoordigd(totaal 42, waaronder de KNOV).De totale achterban van de NVRbestaat uit ongeveer één miljoenvrouwen.

Je mag een vrouw niet allesvragenDr. Marli Huijer is arts en docentefilosofie aan de RUG. Haar stellingis: je mag een vrouw niet alles vragen. Hierbij valt te denken aanhet vragen om eicellen te donerenvoor wetenschappelijk onderzoek.Er zijn veel cellen nodig om eenklein resultaat te bereiken. 75 %van de vrouwen aan wie gevaagdwordt een eicel te doneren doet ditom andere vrouwen te helpen dieniet zwanger kunnen worden.

Op 28 september jl. werd een conferentie ‘De maakbare mens’ georganiseerd, een initiatief van de Nederlandse Vrouwen Raad. De ontwikkelingen op het gebied van biotechnologie met stamcellen en eicellen gaan snel. Vrouwen worden op dit terrein met technieken en mogelijkheden geconfronteerd die hen voor moeilijke dilemma’s enkeuzes plaatsen in de reproductieve fase van hun leven. Worden devrouwen zelf nog gehoord?

© Henny van Nieuwpoort

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 31

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

verbod op het doneren van eicellenvoor het ontstaan van embryo’s,anders dan voor het tot standkomen van een zwangerschap, opte heffen. De commissie heeft nietonderzocht in hoeverre hiervooreen maatschappelijk draagvlak tevinden is.Gedoneerde eicellen wordengebruikt voor hulp bij voortplan-ting van andere vrouwen, niet-reproductief onderzoek en therapie.Dit laatste is nog toekomstmuziek.De levensbeschouwing bepaalt grotendeels de grenzen van debeschermwaardigheid van hetembryo. De Joodse godsdienst ende Islam zijn in het algemeen ruimer in hun opvattingen dan deChristelijke kerken, waar menveelal van mening is dat het nieuweindividu ontstaat bij de conceptieen vanaf dat moment bescherm-waardig is. De huidige embryowetgeeft enige ruimte aan het gebruikvoor onderzoek van rest-embryo’sdie zijn ontstaan bij IVF. Die worden nu echter te weinig terbeschikking gesteld. Daarom is hetmaken van embryo’s voor weten-schappelijk onderzoek op ditmoment nog nodig. Prof. de Wertwil graag dat vrouwen zelf kunnenkiezen of ze willen doneren voor

onderzoek, mits aan strenge voor-waarden wordt voldaan terbescherming van de donor. Zijnopvattingen liggen dus niet in delijn van de eerste twee spreeksters.

WorkshopsTijdens het middaggedeelte werdenvijf workshops verzorgd, waarvaniedereen er twee bij kon wonen. Deze vijf waren: • prenatale diagnostiek

(dr. G.C.M.L. Page-Christiaens), • IVF (dr. S. Buitendijk), • eiceltechnologie

(prof.dr. K. Horstman), • stamceltechnologie

(prof. dr. C. Mummery) • embryowet

(Mr. E. Oltshoorn-Heim). Uw verslaggever bezocht er twee.

In de workshop van SimoneBuitendijk (arts-epidemioloogvoortplanting) werd de technischekant van IVF uitgelegd. Haar work-shop was vooral interessant voormensen die geen idee hebben watIVF inhoudt. In Nederland is ruim2 % van de pasgeborenen ontstaanuit IVF. De medisch-technische enpsychische belasting zijn groot, deslagingskans (baby mee naar huis)per cyclus is 20 %. Het adagium is

en blijft: een slimme meid krijgthaar zwangerschap op tijd.

Mw. prof. dr. Mummery, werk-zaam aan de UU en het NederlandsInstituut voor Ontwikkelings-biologie te Utrecht, vertelde bevlogen over het onderzoek vanstamcellen. Op dit moment zijn ernog geen concrete toepassingenvoor ontwikkelde stamcellen. Allesverkeert nog in de onderzoeksfase,maar de mogelijkheden lijkengroot. Verwacht wordt dat binnentien jaar de techniek verfijnd is ener enorm veel toepassingen zullenzijn. De gebruikte embryo’s zijnmomenteel rest-embryo’s vanuitIVF, dus altijd tweede keus. Dit zou door een ruimere embryowetanders kunnen worden. In principezijn stamcellen uit embryo’simmortaal, hetgeen betekent dat zeeindeloos door kunnen groeien.Men is internationaal bezig met hetontwikkelen van stamcellijnen.Hierbij gaan echter veel embryo’sverloren.

DiscussieDe middag eindigde met een panel-discussie waarbij naast betrokkenorganisaties ook de politiek wasvertegenwoordigd. Een korte greep uit de discussieonder leiding van gynaecologeLiesbeth van Erp:• De mogelijkheden worden zo

divers en technisch dat het bijnaniet meer is uit te leggen. Menmoet leren omgaan met kansenberekenen. Er is het dilemma vanhet afbreken van een zwanger-schap (Prof. Page).

• Men is bang voor het ontstaanvan handel in eicellen zoals ditook al gebeurt met organen.Vrouwen mogen niet de dupeworden van de wetenschappers.Er moet eerst goede voorlichtingzijn en duidelijke wetgeving(Dickenson).

ONDERWIJS

32

© Henny van Nieuwpoort

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:56 Pagina 32

Afstudeeronderzoeken Karolien van Beek:Onderzoek naar de bijdrage vanverloskundigen aan het Ouder enKind Centrum (OKC).Henriette Burggraaf:Orthodox protestantisme inNederland: het effect van angstvoor de bevalling en obstetrischeuitkomsten.Tamar van Haaren - ten Haken:Routinematig inleiden van debevalling of een afwachtend beleidin serotine zwangerschap: eenretrospectieve evaluatiestudie.Ageeth Schonewille Rosman:Een beschrijvend marktonderzoekin de eerstelijns verloskundigepraktijken van Zorggroep Almereen het FlevoziekenhuisMieke Zuijderwijk: Een studie naar de ervaringen enwensen van student verloskundigenmet betrekking tot competentie-gericht toetsen. ■

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

Nie

uw

em

aste

rs

ONDERWIJS

33

AFGESTUDEERD MsC

Van links naar rechts achter: Mw. drs. M.C. van der Meijde,

Prof. Dr. J.A.M. van der Post, Henriette Burggraaf, Karolien van Beek, Marian van Huis;

van links naar rechts voor: Prof. Dr. O.P. Bleker, Ageeth Schonewille Rosman,

Tamar van Haaren ten Haken, Mieke Zuijderwijk.

© Carien van Leeuwen

• Het kennisniveau van de bevol-king is nu nog te laag om de wette beoordelen. Er wordt nu nogte veel in kleine kring gediscussi-eerd (PvdA).

• Er is nog te weinig onderzoekgedaan naar wat al die techniekenbij vrouwen en de maatschappijteweeg brengen. Ieder focust ophet eigen terrein. Wat doet hetstapel-effect van al deze technie-ken? Wie neemt de verantwoor-delijkheid voor het geheel? Dit wordt de zaal met applausbeantwoord (socioloog mw. Prof.K. Horsman).

• De lange termijn effecten op devrouwen, hun partners en hunkinderen zijn nog steeds nietgoed bekend. (Buitendijk).

• Een eicel is iets anders dan eenembryo. Het embryo moet respect-vol worden behandeld enbeschermd worden (ChristenUnie).

• Wat is het gewin, ook uit kosten-technisch oogpunt? Steek je meergeld in de cure of in de care?Krijgt de verpleeghuispatiënt eenextra wasbeurt of steek je geld inonderzoek wat op lange termijnmisschien ooit positief resultaatbiedt? Er is te weinig aandachtvoor het niet-omstreden onder-zoek met adulte stamcellen(CDA).

• De opinie van normaal vruchtbarevrouwen is vaak anders dan vanvrouwen waar een zwangerschapniet spontaan op gang komt.

• Een peiling onder de aanwezigenwijst uit dat de helft vindt dateiceldonatie aan de vrouwgevraagd mag worden.

Aan het einde van de dag krijgt devoorzitter van de NVR een mandmet plastic ’eieren’ waarin briefjesmet stellingen zitten die ze t.z.t.aan de politiek zal aanbieden. Duidelijk is dat er nog veel moetgebeuren en dat vandaag eigenlijkpas het begin is gemaakt met demaatschappelijke discussie. Magalles wat kan en moeten we datwillen? ■

Meer informatie over het onderwerp:Erfocentrum; I: www.biomedisch.nl.

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:57 Pagina 33

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

PRAKTIJKC

olu

mn

Nyx

34

AAN TAFEL!

“Ik vind het zelf wel briljant”, zeimijn collega tijdens het overdragen.Ze was ’s middags een priem gaanbeoordelen. “Ze is al voorbij dezevenendertig weken, maar het bedstaat nog niet op klossen, ze wilthuis bevallen en het bed is echtheel erg laag.”Ze had het over Dennie en Irene.Dit jonge stel had kortgeleden deaanstaande opa begraven. De vadervan Dennie zou de geboorte vanzijn kleinkind net niet meer meemaken.“In de huiskamer staat een helelange eettafel”, vervolgde mijn col-lega “en ik heb voorgesteld dat zedaar een matras op leggen. Heerlijkhoog, je zult het super vinden!”Twee uur later belde Dennie datIrene het toch wel zwaar kreeg. Hetwas inmiddels elf uur ’s avonds. Inhun gezellige en hippe huiskamerbrandden kaarsjes en Irene laglanguit op de eettafel, moedig puf-fend. Ze had een huishoudtrapjenodig gehad om er op te komen.Naast de tafel stond een portretvan Dennie’s vader. “Zo is hij ertoch nog een beetje bij”, zei hij ende tranen stroomden over zijnwangen. Irene zelf was het vol-maakte voorbeeld van een idealeparturiënte. De weeën, die nu elketwee minuten kwamen, ving zeperfect op. Alsof ze nooit andershad gedaan. Tot mijn verbazingtoucheerde ik al 8 centimeter. Tijdom alles klaar te zetten en dekraamverzorgster te bellen. Denniehielp goed mee. Ik kon aan hemmerken dat hij het fijn vond omwat om handen te hebben. Kortdaarna kreeg Irene persdrang enarriveerde kraamverzorgster Linda,die even verbaasd keek naar dit bij-zondere ‘bed’ en zich aan de anderekant ervan positioneerde. Over debevallende Irene heen keken weelkaar aan: wat een heerlijke sfeeren rust in dit huis! Irene had nauwelijks aanmoediging nodig.

Dennie ondersteunde haar hoofden zo was vrij vlot het caput zicht-baar en een paar weeën later bleefhet al staan. Ik hield een warmwashandje tegen het perineum.Meer hoefde ik eigenlijk niet tedoen. Sommige vrouwen hebbeneen aangeboren talent om te bevallen. Die weten precies wat zewanneer moeten doen. Irene was zoiemand. Heerlijk om zo te werken.Zo zou ik wel tien bevallingen perdag willen begeleiden, mijmerdeik. Alles klopte, alles was in huis,de kraamverzorgster lekker op tijd,prachtige cortonen. Wat een gewel-dig….“Ik word niet goed!” onderbrakLinda mijn gedachten. Ze werd ookecht niet goed. Ik zag haar een bij-zonder soort van wit-groen worden.“Ga maar even zitten!”riep ik nog snel, maar Linda

zeeg al via de witte wand op degrond ineen. “Oow”, klonk het nog vaag.”O jee”, zei Dennie. Hij liet hethoofd van zijn vrouw los en wildeLinda te hulp snellen. Op datmoment kreeg Irene weer een pers-wee. “Laat maar even, je gaat nueerst vader worden”, zei ik tegenDennie. Irene beviel vlot met eengaaf perineum van een prachtigedochter Romy, die goed van zichliet horen. Ik droogde haar af enliet haar lekker warm op moedersborst liggen. Van een warm perineum-washandje was het maaréén stap naar een koud voorhoofd-washandje voor Linda, die weereen beetje bijkwam. “Ik werk nooitin deze regio”, zei ze, terwijl ikhaar voorhoofd depte en een slokjewater gaf. Arme meid. “En ik hebook nooit meegemaakt dat mensenop de tafel bevallen.”Ik schoot in de lach. “Dat is noggeen reden om flauw te vallen!”Linda keek me aan. Aan alles waste merken dat ze zich vreselijkgeneerde. “Dit is me nog nooitgebeurd. Ik kan er echt niets aandoen. Je bent toch niet boos he?”Boos? Ik dacht even na. Boos?!Natuurlijk was ik niet boos, ik wasblij. Voor ons bewonderden denieuwe ouders hun dochter, diezachtjes op haar duim lag te smak-ken. Vanaf de foto keek Dennie’svader mee. De radio klonk zachtjesop de achtergrond en het kaarslichtverlichtte hun blije gezichten. Opde eettafel was een nieuw levenbegonnen dat meer dan welkomwas en vanaf de eerste seconde metliefde werd overstelpt. Ik voelde mevereerd om daar bij te mogen zijn. “Natuurlijk niet!” Ik hielp Lindaovereind en even later dronken wein de zithoek van het nieuwe gezinsamen een glaasje water, als tweebevoorrechte dames. ■

Nyx

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:57 Pagina 34

PRAKTIJK

Ron Brendel en Marion Stegink

InleidingBij de behandeling van fluxus post-partum verstrijkt er vaak onnodigveel tijd tussen het falen van conservatieve therapie, gegeven doorverloskundigen, en het besluit omover te gaan op invasieve therapie,gegeven door ambulancezorgverle-ners. Dit kan de maternale morbi-diteit en mortaliteit nadelig beïn-vloeden[1]. Ook ontstaat er somsonbegrip door het verschil inwerkwijze. Het doel van dit artikelis het bevorderen van de samen-werking tussen verloskundigen enambulancezorgverleners door de

werkmethoden en behandelingenvan beide disciplines beter opelkaar aan te laten sluiten. Allereerst wordt u een casus voor-gelegd, waarna de definitie wordttoegelicht. Vervolgens wordt deachtergrond geschetst vanuit hetdenken en handelen van beide disciplines. In een analyse wordendeze behandelingen vergeleken,waarna enkele aanbevelingen volgen.

DefinitieOnder fluxus postpartum wordtverstaan: bloedverlies van meerdan 1000 ml/24 uur, wat voorkomtbij 5% van de bevallingen[7]. Fluxus

postpartum wordt onderverdeeld in‘vroege’ en ‘late’ fluxus. De vroegefluxus, waar we het in dit artikelover hebben, treedt op tijdens deeerste 24 uur na de bevalling.Fluxus postpartum is een relatieffrequente complicatie van debaring met een aanzienlijk risico opmaternale morbiditeit en morta-liteit. Massaal bloedverlies is inNederland na pre-eclampsie entrombo-embolische processen, dederde directe oorzaak van mater-nale sterfte[2].Veelal wordt de mate van bloedver-lies te laag geschat[3]. De diagnoseis primair gebaseerd op schatting enhet oordeel van de verloskundigedaarover. Een fluxus postpartumkan leiden tot hypovolaemischeshock. Het tijdig herkennen ervanis van belang. Goede en mindergoede indicatoren daarvoor zijnsamengevat in tabel 1. Bij patiëntenmet een verminderd circulerendvolume, zoals bij ernstige(pre)eclampsie, kan een hoeveel-heid bloedverlies van 500 tot 1000 ml al haemodynamische con-sequenties hebben[4].

BehandelstrategieënVerloskundigen en ambulancezorgverleners hebben een anderemanier van omgaan met fluxuspostpartum, ingegeven door hunverschillende professionele benadering van deze complicatie.Voor verloskundigen bestaat ergeen landelijke richtlijn omtrentfluxus postpartum. Heineman eadoen de volgende aanbevelingen[7]:

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

Sam

en in

sp

oed

35

SAMENWERKING BIJ

FLUXUS POSTPARTUM

Ron J. Brendel is hoofd van de afdeling

Educatie & Kwaliteitszorg, Regionale

Ambulance Voorziening Utrecht.

E: [email protected]

Marion E.C.Stegink is verloskundige en

docent nascholing Regionale Ambulance

Voorziening Utrecht

Casus23:31 uur. De ambulancezorg-verleners krijgen een melding; ofmen met spoed naar een mevrouwkan gaan die net bevallen is, bloedverliest en bleek ziet. De tensie is100/70. De verloskundige is terplaatse.23:37 uur. Bij aankomst ligtmevrouw één hoog; bleek en lijktweg te raken, ook al ligt ze plat. Eris veel bloedverlies en de placentais nog niet geboren. De verloskun-dige vertelt vervolgens: “Ik heb al2 x 5 EH oxytocine i.m. gegeven,de blaas geleegd en het kind aan-gelegd. De uterus lijkt matig totgoed gecontraheerd. Aanvankelijkvloeide mevrouw niet. Ik meendedat de placenta los lag, maar dezeis tot op dit moment nog nietgeboren. Ik schat het bloedverliesnu op 1000 ml. Ik heb de situatienog even aangekeken, totmevrouw opeens aan gaf dat zeniet lekker werd. Als jullie eeninfuus gaan prikken kost dat veeltijd. Ik zou graag zien dat julliehaar zo snel mogelijk meenemen.” De ambulanceverpleegkundige

heeft eigenlijk geen tijd genomenom te luisteren maar is begonnenmet het vaststellen dat de adem-weg vrij is en dat de patiënte eenversnelde en wat oppervlakkigeademhaling heeft. De patiëntekrijgt 15 liter zuurstof via eenNonRebreathing Mask; de saturatie-meter, monitor en de bloeddruk-meter worden aangesloten. Deparameters bevestigen de werk-diagnose. Saturatie prima, pols116, tensie 85/55, capillair refill > 2 sec. Deze patiënte is dus inshock. De patiënte krijgt snel tweeinfusen. De ambulanceverpleeg-kundige besluit geen oxytocine i.v. toe te dienen. 23:47 uur. Mevrouw moet metspoed naar het ziekenhuis. Tijdenshet dragen begint mevrouw tesnurken. Ze verliest het bewustzijndoor het veranderen van houding. 23:53 uur. Aankomst op de verlos-kamer in het ziekenhuis. Hetbloedverlies is bij aankomst nogniet gestopt. De ademhaling is watrustiger geworden; de pols is watverlaagd naar 100, de tensie isgestegen naar 95.

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 10:12 Pagina 35

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

Laat de placenta zo snel mogelijkgeboren worden. Als deze nietspontaan geboren wordt, past mende geëigende handgrepen toe enkan er 5EH of 10EH oxytocine i.m.gespoten worden. Dan controleertmen de tractus genitalis op rup-turen. Men geeft als indicatie wan-neer men een infuus moet prikken:“voor er vaatcollaps optreedt”.Wanneer men een ambulance moetwaarschuwen wordt echter nietgenoemd. De factor tijd (bijvoor-beeld 1 uur postpartum) lijkt in depraktijk een frequent gebruikteindicator te zijn.

Ambulancezorgverleners handelenvolgens de Landelijke ProtocollenAmbulancezorg[8]. Deze zijn geba-seerd op de ABCDE-systematiek.Naar deze systematiek is ook deNVOG geaccrediteerde MOETcursus(Managing Obstetric Emergenciesand Trauma) ontworpen[1]

(zie ook www.moetcursus.nl).In vogelvlucht houdt dit het vol-gende in: beoordeling Airway;beoordeling Breathing (en het

geven van zuurstoftherapie);beoordeling Circulation (en hetgeven van infusietherapie); beoordeling Disability (vaststellenneurologische status); beoordelingEnvironment (onderzoek enbehandeling van specifiek ziekte-beeld).

VerschilDaar waar verloskundigen werkenvanuit het proces van de bevallingen denken vanuit differentiaal diagnoses, werken ambulance-zorgverleners vanuit wat zij op dat moment aantreffen (signs andsymtoms). Eerst worden de vitalefuncties beoordeeld en behandelden dan een behandeling op eenspecifiek ziektebeeld ingezet. Een veel gehoorde misvattingonder verloskundigen is dat eenpas bevallen vrouw fysiologischanders reageert dan andere volwas-senen met 1000 ml bloedverlies.Het is namelijk zo dat in de vroegzwangerschap het effectief circule-rend volume daalt en daarmee decardiale preload. Dit veroorzaakt

en relatieve ondervulling van hetvaatbed, wat weer aanpassingen inde volume huishouding opwekt.Het gehele extra cellulaire compar-timent in de zwangerschap neemtmet ongeveer drie liter toe. De verdeling over het intra- en extra-vasculaire vaatbed is gelijk. Hieruitkan men afleiden dat het plasmavolume in verhouding meer toe-neemt dan het interstitium[7]. Watverloskundigen vergeten is dat dezevrouwen ook een vaatstelsel hebbendat berekend is op dit extra volume.Een liter bloedverlies geeft daaromdus dezelfde verschijnselen en pro-blemen als bij andere volwassenen. Wat voor ambulancezorgverlenersgebruikelijk maar voor verloskun-digen moeilijker te bepalen is, ishet moment dat de patiënte in decategorie spoedeisend valt. Dooralerter te zijn op de vitale functies,kan de verloskundige anticiperenop een potentiële verslechteringvan de conditie van de patiënte. Zij kan dan beslissen de hulp vande ambulance in te roepen enalvast een waaknaald te plaatsen.

PRAKTIJK

36

Goede indicatorTellen van de pols en de ademhaling. De eerste verschijnselen van een shock zijn een versnelde polsen ademhaling in combinatie met overmatig bloed-verlies.

Capillaire refill. Door lichte druk op het nagelbed te geven, worden de capillairen eronder leeg gedrukten wordt het nagelbed wit. Onder normale omstandig-heden is het nagelbed binnen 2 seconden weer mooiroze. Duurt dit langer, dan heeft de patiënt circulatoire problemen.

Meten van het bloedverlies. Door de celstofmatjes enverbanden te wegen of het bloedverlies op te vangenis de totale hoeveelheid bloedverlies vrij nauwkeurigte bepalen.

Minder goede indicatorBloeddrukmeting. Jonge, gezonde mensen zijn heelgoed in staat om een tekort aan circulerend volumete compenseren en daardoor een (dreigende) shockte maskeren[1]. Deze categorie patiënten blijft langeen normale bloeddruk houden of heeft gedurendede zwangerschap al een lage bloeddruk wat deindruk wekt dat de bloeddruk nog optimaal is. Zijn deze vrouwen over het compensatiepunt heen,dan verslechtert de conditie acuut.

Kleur van de huid. Een bleke, asgrauwe kleur is eenernstig teken van hypovolaemie. Het is een laat ver-schijnsel bij het onderzoek van de hypovolaemischepatiënt. Het betekent meestal een bloedverlies vanminimaal 1500 ml.[5].

Schatten van bloedverlies. Uit onderzoek blijkt datgezondheidsmedewerkers de hoeveelheid bloed-verlies doorgaans verkeerd schatten[6].

Tabel 1

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 10:12 Pagina 36

Wat voor verloskundigen gebruike-lijk, maar voor de ambulancezorg-verleners moeilijker is, is om verderte kijken dan alleen de vitale func-ties. Bij dit specifieke ziektebeelddient ook door de ambulance-verpleegkundige de oorzaak bestreden te worden (conform ‘E:environment’); in het geval van eenfluxus postpartum door toedieningvan uterotonica intraveneus en hetlegen van de blaas.

AanbevelingenMeet of weeg het bloedverlies. Het is bekend dat het bloedverliesgemiddeld 300 cc wordt onderschat.Wees alert op de ‘goede indicatoren’in tabel 1.Wacht niet te lang met het waar-schuwen van een ambulance. Bijeen hoeveelheid bloedverlies van750 ml kan de ambulance gebeldworden.

Plaats een waaknaald. Dat heeft indeze fase grote voordelen. De vatenzijn nog goed aan te prikken.Wordt er gewacht op de ambulance-zorgverlener, is de kans op vaso-constrictie groter, wat het prikkenmoeilijker maakt. Indien achterafblijkt dat de naald voor niets is

geplaatst, kan deze verwijderd worden. Om de bloedvoorzieningnaar de hersenen te bevorderen ishet aan te bevelen om het hoofdplat en de benen hoog te leggen:geen Trendelenburg. Bij Trendelen-burg kantelt men het hele lichaam.Daarbij wordt de buikinhoud tegen

PRAKTIJK

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006 37

Toedienen van zuurstofOp het moment dat het bloedverlies bepaald is op 1000 ml of meer,schrijven ambulanceprotocollen voor dat de patiënte shockbestrijdingkrijgt. Daarbij hoort zuurstoftherapie. Deze richtlijn is ook opgenomen inhet MOET (managing obstetric emergency trauma) protocol. Voor dezezuurstoftherapie is een NonRebreathing Mask nodig. Dit is een kapje datover mond en neus van de patiënt wordt geplaatst. Dit kapje staat in verbinding met een ballon, die als zuurstofreservoir dient. Voor hetgebruik van een dergelijk masker is zuurstofapparatuur nodig die eenflow van ten minste 15 liter/min kan realiseren. De auteurs van dit stukzijn van mening dat, indien de ambulance nog niet is gearriveerd, verlos-kundigen al zuurstof zouden kunnen geven. Daartoe moeten zij hetNonRebreathing Mask en bijbehorende hoeveelheid zuurstof aan huninstrumentarium toevoegen.

© Henny van Nieuwpoort

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 10:12 Pagina 37

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

de longen aangedrukt, waardoor deademhaling bemoeilijkt kan worden.Na de uterotonica die gegeven isdoor de verloskundige, kan doorde ambulanceverpleegkundige nog2 x 5 EH oxytocine i.v. gegevenworden[9]. De indicatie ervoor isafhankelijk van de mate van bloed-verlies. De aanwezige verloskundigekan hierbij adviseren.Kennis van elkaars werkwijze isnoodzakelijk voor wederzijdsbegrip. Door het overnemen van deaanbevelingen, sluiten de richtlijnenvan beide disciplines nog beter opelkaar aan, wat de samenwerkingalleen maar ten goede komt. Dezeoptimale samenwerking betekentvooral een kwaliteitsslag ten gunstevan obstetrische patiënten. ■

Referenties[1] Johanson R., Cox C., Grady K. and

Howell Ch.; Managing Obstetrical

Emergencies and Trauma; The MOET

Course Manual; 2003.

[2] Schuitemaker N, Van Roosmalen J,

Dekker G, et al. Confidential enquiry into

maternal deaths in the Netherlands;

1983-1992. Eur J Obstet Gynecol Reprod

Biol 1998; 79: 57-62.

[3] Bonnar J. Massive obstetric haemor-

rhage. Baillieres Best Pract Res Clin

Obstet Gynaecol 2000; 14:1-18.

[4] NVOG. Haemorrhagia post partum

(HPP). 2006; NVOG-richtlijn nr.10

[5] Hartman J.A.M., Lichtveld R. A., Vries

de, G.M.J., Wolde, ten W.L.M.,

Toelichting Landelijke Protocollen

Ambulancezorg 6.1; 2003.

[6] Tall, G., Wise D., Grove P. and

PRAKTIJK

38

Wilkinson Ch. The accuracy of external

blood loss estimation by ambulance and

hospital personnel; 2003. Emergency

Medicine Austrasian; 15 (4), 318-321.

[7] Heineman M.J., Bleker O.P., Evers

J.L.H., Heintz A.P.M., Obstetrie en

Gynaecologie, de voortplanting van de

mens; 2004. Vijfde druk.

[8] Hartman J.A.M., Lichtveld R. A., Vries

de, G.M.J., Wolde, ten W.L.M., Landelijke

Protocollen Ambulancezorg 6.1; 2003.

[9] Lichtveld R. A., Vries de, G.M.J.,

Wolde, ten W.L.M., Landelijke

Protocollen Ambulancezorg 7; 2006.

De klinisch verloskundige als medisch professional bij acute pathologie:

- start in januari 2007;

- zelfstandig te volgen of als duaal traject van 4 modules in eigen volgorde;

- deelcertificaat per afgesloten module;

- diploma na afronding alle modules en eindopdracht.

Inhoud Module 2

Ontwikkelen van de competenties bij

(acute) obstetrische pathologie staat

centraal. Belangrijkste onderwerpen:

bloedverlies ante en post partum, de

baring remmen, inleiden en bij-

stimuleren, vaginale kunstverlossingen,

afwijkende liggingen, intra-uteriene

vruchtdood, pijnstilling, triage, proto-

collair werken, wettelijke richtlijnen,

verantwoordelijkheden, bevoegdheden

en juridische consequenties.

Doelgroep

Primair bedoeld voor klinisch werkende

verloskundige, maar zeer zeker ook als

aanvulling/verrijking voor eerstelijns

verloskundige.

Toelatingseisen

- U hebt minimaal de opleiding tot

verloskundige afgerond en bent BIG-

geregistreerd.

- U hebt een dienstverband als verlos-

kundige in een ziekenhuis, dan wel

hebt u een 2e lijns-stageplaats voor

minimaal 8 uur per week.

- U hebt de toezegging dat u tijdens

uw leerproces in de praktijk op niveau

wordt begeleid.

Cursusdata en inschrijving

9 januari - 23 januari, 13 februari,

6 maart - 20 maart 2007.

Inschrijven via het inschrijfformulier op

www.av-m.nl (kenniscentrum>cursus-

aanbod>klinisch verloskundige).

Aanmelden kan tot 11 december 2006.

Vragen? Bel (043- 3885407) of stuur een mail naar [email protected]

Een nieuw jaar, nieuwe uitdagingen...

Klinische verloskunde in 4 stappen

Noot van de KNOVMomenteel zijn verloskundigen(nog) niet getraind in het toe-dienen van zuurstof aan een vol-wassene. Bovendien hebben deaanschaf en het gebruik van debenodigde instrumenten eenaantal praktische en financiëleconsequenties. De huidige richt-lijnen van de KNOV over desamenstelling van het instrumen-tarium voor verloskundigen(handreiking verlostas en reani-matie van de pasgeborene) schrij-ven geen NonRebreathing Masken een kleinere hoeveelheidzuurstof voor.

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 10:12 Pagina 38

PRAKTIJK

Brigitte Tebbe

In Smulders optiek is een pasgebo-ren baby nog een larf en duurt eenzwangerschap niet negen maarachttien maanden. “Negen maan-den ín de buik en negen maandenóp de buik. Een mensenbaby wordtnoodgedwongen veel te vroeggeboren. Als hij langer in de buikvan de moeder zou blijven zitten,wordt het hoofdje veel te groot omnog via de natuurlijke weg geborente kunnen worden. Daarom is hijonrijp bij de geboorte. Net als eenkangaroe moet hij nog een tijdje opde buik van de moeder groeien omte rijpen en zich veilig te hechten.”

Volgens Smulders is deze‘exogenezwangerschap’ noodzakelijk voorhet kind, om zich veilig te kunnenhechten en te wortelen in zijneigen persoonlijkheid. “Hij komtgedesoriënteerd ter wereld en hechtzich in eerste instantie aan zijnmoeder. Pas in een later stadiumkan hij zich aan anderen hechten.Daarbij onderscheid ik drie fasen.De eerste drie maanden zijn eenperiode van chaos en aanpassing.Na deze drie maanden begint desymbiotische fase, waarbij moederen kind een totale eenheid vormenen na zes maanden begint de separatiefase, waarbij het kind -nogsteeds vanuit de veiligheid van de

schoot van de moeder- voorzichtigzijn omgeving verkent. Zo kan hijop latere leeftijd beter stress enagressie hanteren en wordt hijvaardig in het aangaan van socialecontacten”.

Rust en veiligheidSmulders gunt iedere Nederlandsevrouw een babysabattical om hetnieuwe kind en haar familie deruimte te geven. In deze rustperiodekunnen alle fysiologische processenbeter verlopen. Immers, zo steltSmulders: “Bij de conceptie, dezwangerschap, baring, hechting enin het eerste jaar spelen dezelfdehormonen een rol: oxytocine,endorfine, adrenaline en noradre-naline en prolactine. Vrouwen hebben het juist dán nodig om inhun zachte energie te blijven zitten,in de parasympaticus.” Ze gaat enige zelfreflectie niet uitde weg: “Ik ben zelf typisch zo’nvrouw die door schade en schandeheeft moeten leren. Wij vrouwenvan de babyboomgeneratie zijngevormd door de tweede emanci-patiegolf. Het kwam niet in mij opom thuis te blijven bij mijn baby’s.Ik dacht na de bevalling alleen: ikmoet aan het werk. Het Geboorte-centrum managen, bevallingendoen, boeken schrijven. Bij mijneerste zoon Mees gaf dat geen problemen. Maar mijn tweede kindStijn is een gevoelig kind, hij huil-de zowat de hele dag. Ik ben methem stad en land afgelopen om aan artsen en therapeuten raad tevragen. Toen Stijn acht maandenwas en nog steeds huilde, kón ikniet meer. Het begon me nog niette dagen dat het aan míj lag. Totdatmijn Filippijnse au-pair Gigi bij

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

Cam

pag

ne

zwan

ger

sch

apsv

erlo

f

39

‘EEN SABBATICAL VOOR ELKE BABY’

Start van een landelijke campagne

Brigitte Tebbe is verloskundige en

lid van de redactie

Een bevallingsverlof van twaalf weken voldoet niet aan de biologischebehoeften van vrouwen en kinderen. Nederland loopt wat betreft dewettelijke voorzieningen voor moeder en kind internationaal gezienver achter in vergelijking met andere Europese landen. Dat is de stelligeovertuiging van Beatrijs Smulders, verloskundige, publiciste en directeurvan het Geboortecentrum Amsterdam. Zij schreef een boek over hetthema en is de motor achter de landelijke voorlichtingscampagne Eensabbatical voor elke baby.

Zij schreef een boek over het thema en is de motor achter de landelijke

voorlichtingscampagne Een sabbatical voor elke baby.

© Carien van Leeuwen

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:57 Pagina 39

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

ons kwam werken. Stijn stopteprompt met huilen. Ik ben me echtte pletter geschrokken. Keek metverbazing hoe zij dat deed. Ze konheel rustig met hem zitten, droeghem de hele dag. Zij heeft megeleerd wat een baby nodig heeft:rust. Moeder en kind zijn dat heleeerste jaar een emotionele eenheid.Een rustige moeder heeft eenrustig kind. Dus de moeder moetrust nemen.”

Stoere politiciSmulders weet zich binnen demedische wereld in haar visiegesteund. Onder andere hetAmsterdam Born Children and theirDevelopment (ABCD) onderzoekbevestigt haar beeld. Uit de eersteresultaten daarvan blijkt dat werk-stress in de zwangerschap onder-mijnend is voor de gezondheid vanmoeder en kind. Bij gynaecologenontlokte die vondst de reactie dat een herbezinning op de werk-belasting van vrouwen tijdens dezwangerschap op zijn plaats is. Dat stress ook na de zwangerschapschadelijk is voor baby’s, illustreerteen onderzoek naar het gedrag van

huilbaby’s, waaruit blijkt dat bijnaalle huilbaby’s stoppen met huilen,zodra zij in een rustige omgevingmet weinig prikkels komen[1, 2].Gerenommeerde Nederlandse artsen,zoals hoogleraar sociale genees-kunde Gouke Bonsel, emeritus-hooglereaar en kinderarts Guus deJonge en hoogleraar MarianneRixen Walraven (onder voor-behoud) treden als gastspreker optijdens het symposium “Een sabba-tical voor elke baby”, dat Smuldersorganiseert op 2 november in deRode Hoed in Amsterdam. Hetsymposium vormt het startseinvoor de landelijke campagne, diedezelfde naam draagt. Twee jaarlang zal een carrousel van voor-lichtingsavonden door het landgaan, met sprekers en films (zieagenda KNOV).Het symposium en de campagnezijn gericht op iedereen die temaken heeft met de zorg voor eenbaby in het eerste jaar: vrouwen,hun partners, zorgverleners. MaarSmulders wil op dit onderwerp ookde politiek aanspreken. WouterBos, lijstrekker van de PvdA, isdaarom op het symposium uitge-

nodigd voor een publieksdebat metde zaal. Smulders: “De overheidgeeft het signaal af dat je driemaanden na de geboorte van jekind alweer moet en kunt gaanwerken. Daardoor laten vrouwenhun intuïtie varen. Maar ik weetuit de praktijk, dat ook stoere politica ’s avonds in hun bed liggente huilen, omdat ze zo moe zijn ende combinatie van het werk en dezorg voor de baby hen zo zwaarvalt. Het zou goed zijn als ook zijhun kwetsbare kant zouden latenzien. Dat zij durven zeggen: ik bennu een kwetsbare jonge moeder dieborstvoeding geeft en ik neem daarde tijd voor. Het zou mooi zijn alszij dat ook als krachtig zoudenzien. Want leven geven is de krachtvan vrouwen par excellence.”

Hoge vorm van emancipatieWat betreft het bevallingsverlofhebben Nederlandse vrouwen hetduidelijk minder getroffen danvrouwen in de ons omringende ofScandinavische landen. Smuldersverklaart dit met het feit dat tot enmet de jaren zestig Nederlandsevrouwen meestal thuisbleven om

PRAKTIJK

40

IK BEN ZELF TYPISCH ZO’N VROUW

DIE DOOR SCHADE EN SCHANDE

HEEFT MOETEN LEREN.

© Carien van Leeuwen

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:57 Pagina 40

PRAKTIJK

voor de kinderen te zorgen.Daardoor was er lange tijd geenbehoefte aan een ruime verlof-regeling: “Nederlandse vrouwenwerden traditioneel geëerd doormannen in hun moederschap.Later zijn ook zij geëmancipeerden buitenshuis de kost gaan verdienen. Maar anno 2006 weige-ren Nederlandse vrouwen nogsteeds om hardwerkende sloven tezijn: de meeste combineren de zorgvoor de kinderen met een parttimebaan. Ik vind dat een hoge vormvan emancipatie. Dat wordt doorfeministen van de tweede golf nietaltijd zo gezien, maar: werk is nietzaligmakend! Het is nu tijd vooreen nieuwe emancipatiegolf, eenzachte golf, waarbij we als vrouwenzeggen: ik hoef niet op te boksentegen mannen, we gaan nu samen-werken.”Eén manier waarop samenwerkingtussen mannen en vrouwen zichkan manifesteren, is de kwetsbaar-heid van vrouwen in het jaar na debevalling te erkennen en hun degelegenheid te geven om in allerust aan de situatie te wennen.

Tijdelijk stoppen met werkenEen babysabbatical kan op velewijzen gerealiseerd worden.Smulders: “Vrouwen hoeven niet testóppen met werken, maar het isbelangrijk dat de combinatie moederschap en carrière je geenschadelijke stress bezorgt. Er zijnnieuwe wetten en maatregelennodig die het voor vrouwen moge-lijk maken in het eerste jaar na debevalling flexibel te kunnen wer-ken, dat zij hun eigen tijd kunnenindelen. En het verlof rond debevalling moet naar keuze veel langer worden”. Vrouwen zoudenal tijdens de zwangerschap kunnenkijken wat ze met hun werkgeverkunnen regelen: bijvoorbeeld ver-lenging door onbetaald verlof ofouderschapsverlof.

Smulders realiseert zich dat eenlanger bevallingsverlof niet vooriedereen is weggelegd, vanwege deorganisatie of de financiën.Vrouwen die na het bevallings-verlof van twaalf weken toch weeraan het werk moeten, hebben baatbij betaalbare en kwalitatief goedekinderopvang, waar zij hun babymet een gerust hart kunnen achterlaten.

Wondertjes“Ik zou graag zien dat verloskun-digen de endogene en de exogenezwangerschap in zijn geheeloppakken als onderdeel van de verloskundige zorg, zegt Smulders.“In die eerste periode na de zwan-gerschap belanden vrouwen in eenzwart gat. De roze wolk is meestalsnel uit het zicht! Ze zijn vaak noglabiel, met pieken en diepe dalen.Het ene moment voelen zij zichgelukkig, het andere moment over-mand door de enorme verantwoor-delijkheid en emotionele chaos, diehet moederschap nu eenmaal metzich meebrengt. Het moederschapraakt de diepste en grootste krachtvan vrouwen. Als je daar zelf als

verloskundige niet bang voor bent,kun je samen met hen wondertjesverrichten. Zowel tijdens als na debevalling. Je kunt vrouwen uitleg-gen, dat die chaos erbij hoort, dat zekunnen vertrouwen op hun kracht.Je hoeft alleen te luisteren wat erspeelt en vertrouwen te geven. In de tweede –symbiotische- fasekun je helpen met de combinatievan werken en zorg, met het wennen aan kinderopvang, kolven.Vaak rijzen er in deze fase relatio-nele problemen, met moeders ofschoonmoeders of met de partner,bijvoorbeeld over seksueel contact.Ook kun je als verloskundige adviseren over andere zaken alsveilig slapen en wat een baby nodigheeft. Zij kan bij uitstek bescherm-vrouwe zijn voor de ontluikendeliefde in moeders en kinderen.”

MoederschapsspreekuurSmulders is zelf ruim twee jaargeleden begonnen met het begelei-den van vrouwen in het eerste jaarna de bevalling. Dat initiatief is aanhet uitgroeien tot een vast moeder-schapsspreekuur. De verloskundigenvan het Geboortecentrum nodigen

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006 41

Eén manier waarop samenwerking tussen mannen en vrouwen zich kan manifesteren,

is de kwetsbaarheid van vrouwen in het jaar na de bevalling te erkennen en

hun de gelegenheid te geven om in alle rust aan de situatie te wennen.

© Carien van Leeuwen

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:57 Pagina 41

vrouwen ervoor uit bij de na-controle. Gemiddeld komen jongemoeders er negen keer naar toe.Omdat de consulten nog niet ver-goed worden door verzekeraars,betalen cliënten het zelf. Smuldersis hierin ‘de schaamte voorbij’: “Ikvraag er 70 euro per consult voor.Dat kan een belemmering zijn, ja.Toch is er veel belangstelling ondercliënten. Dat ik er geld voor vraagis niet om arrogant te wezen. Maarmeer om baan te breken voor m’ncollega’s. Het werk van vroed-vrouwen is veel waard. Die indivi-duele zorg moeten we niet vooreen appel en een ei weggeven.” Zelf volgde Smulders de opleidingComplementaire Geneeskunde in deVerloskunde in Baarn om vrouwengoed te kunnen begeleiden. Als datnodig is, wordt er doorverwezennaar andere therapeuten binnen hetGeboortecentrum, bijvoorbeeldvoor een massage. Info over work-shops voor verloskundigen overhet geven van een moederschaps-preekuur is te vinden op:www.beatrijssmulders.nl enwww.geboortecentrum.nl.

Het begeleiden van vrouwen ná debevalling leverde Smulders ‘eenschat aan informatie’ op. Ze schreefer een boek over Veilig door dekraamtijd en de eerste maanden na debevalling- Een sabbatical bij iederebaby. De boekpresentatie zal plaats-vinden op het symposium innovember. Smulders: “Ik heb in

mijn boek geprobeerd te verwoor-den wat er toch al leeft. Het hoeftniet allemaal stante pede te veran-deren. Het is bedoeld om te inspi-reren. Iedereen moet zelf wetenwat hij ermee doet. Maar ik hebgemerkt dat dit precies is waarvrouwen naar snakken. Dat iemandtegen ze zegt: Blijf jij álsjeblieft nogeen tijd bij je baby.” ■

Literatuur[1] Van der Wal MF, Boom DC, Van der

Pauw-Plomp H, De Jong GA, The

mother’s report of infant crying and

soothing in a multicultural population.

Arch Dis Child 1998;70:312-317

[2] Zwart P, Brand PLP, Nooitgedacht JE.

Oorzaken, behandeling en beloop van

zuigelingen die vanwege excessief huilen

waren opgenomen op de kinderafdeling

van de Isala Klinieken te Zwolle

1997/2003. Ned Tijdschr Geneesk

2005;149:472-477

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

PRAKTIJK

42

Beatrijs Smulders. Veilig door dekraamtijd en de eerste maandenna de bevalling.(c) omslag: michelangela, utrechtEen sabbatical voor iedere baby.ISBN :9021583453; 22,50

Op de website www.baby-sabbatical.nl is meer informatieover het symposium en de landelijke campagne te vinden.Om steun te werven voor debabysabbatical is het mogelijk op de site een petitie te onder-tekenen die aangeboden zalworden aan de minister of staats-secretaris van Sociale Zaken.

© Roel van Dalen

Beatrijs Smulders kreeg op 9 september 2006 de LamazeInternational President’s Awarduitgereikt op het jaarlijkse congresvan Lamaze InternationalOrganisation in Boston,Massachusetts in Amerika waarvandit keer het motto was: Spread theword about normal birth.

Beatrijs Smulders kreeg dezeaward voor:'In recognition for her work as achampion and promotor of normalbirth and midwifery in theNetherlands and around the world.For the creation of the BirthcentreAmsterdam - an internationalorganizational model to promoteand protect normal birth and |inde-pendent midwifery'Beatrijs Smulders kreeg een plaquette waarna zij het congrestoesprak over de huidige situatievan de eerste lijnsverloskundigezorg in Nederland. De LamazeInternational Organisation steltzich tot doel om de normale bevalling in Amerika te promotenen de onnodige medicaliseringterug te dringen.

Lamaze International President’s Award

een sabbatical bij iedere baby

Veilig door dekraamtijd

Beatrijs Smulders

& de eerste maanden

na de bevalling

HET COMPLETEH A N D B O E K

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:57 Pagina 42

INTERNATIONAAL

Marianne Sanders

Geruime tijd zijn er in Surinamegeen verloskundigen opgeleid, eenongewenste situatie. In 1998 maakteik voor het eerst kennis metSurinaamse vakgenoten. Er was welde wil om opnieuw te beginnen,maar de energie ontbrak toen nog.In 2002 heb ik, op uitnodiging vantoenmalig verpleegkundig directeurvan het St. Vincentiusziekenhuis,Zr. R.C. Bruining-Landburg, die ookverloskundige is, een voordrachtgehouden voor verloskundigen. Erwas veel belangstelling voor die bij-eenkomst die HIV, diagnose en bege-leiding van personen die besmet zijnmet het virus tot onderwerp had.De gynaecoloog Dr. R. Tjon A Fat,verbonden aan Vincentiusziekenhuisleverde ook een bijdrage. Destijdsbleek dat rond HIV-positieve patiënten een taboe bestond.Vandaag, vier jaar later, tref ik bijmijn werkbezoek aan Paramaribo,borden aan met aanmoedigingen vanhet Ministerie van Volksgezondheidom toch vooral iemand met hetHIV als ‘mati’, vriend te blijvenzien en benaderen. Dat is vooruit-gang en die staat niet op zichzelf.

Sinds 1898 was een opleiding totverloskundige gevestigd in het ’s Lands Hospitaal. Verloskundigenwerden naar behoefte opgeleid.Door veel betrokkenen is aange-drongen die opleiding te evaluerenen aan te passen aan de normen enbehoeften van deze tijd.Het Ministerie van Volksgezondheidheeft daarop aan Corrie Bruining,ondanks het feit dat zij al enkelejaren met pensioen is, gevraagd ommet anderen een commissie te vormen die de verloskundige opleiding ter hand zou nemen. Als resultaat is de Centrale

Opleiding voor Verloskundigen inSuriname sinds juni 2004 gevestigdaan de Margarethalaan 46 teParamaribo. De locatie valt onderhet Academisch Ziekenhuis.Op 5 juni 2004 is de eerste groepvan 26 student-verloskundigengestart. Het is een enthousiastegroep die goede vorderingenmaakt. Het zijn allemaal A-verpleeg-kundigen die nu de opleiding vandrie jaar volgen.In november 2004 is een nieuwegroep gestart bestaande uit VWO’ers en aangevuld met A-verpleeg-kundigen, 22 in totaal. Ook dezegroep doet het heel goed. De eerst-volgende groep zal beginnen innovember 2007. Dan zal de eerstegroep gediplomeerd zijn.

De opleiding leidt studenten-verloskunde op voor heel Suriname.Als vooropleiding is een HAVO-diploma vereist met biologie in hetpakket. Verpleegkundigen mogeneen driejarig curriculum volgen enstromen in het tweede jaar in vande in totaal vier jaar durende opleiding.

Bij het tot stand komen van deopleiding en tot op heden wordtwaar nodig gebruik gemaakt vanadviezen en ondersteuning vanProfessor Kanhai (LUMC) enProfessor Essed (Maastricht).Verder is nog een aantal docentenverbonden aan de opleiding. Donaties, wensen, uitwisselingDit voorjaar sprak ik CorrieBruining telefonisch vanuitNederland met de vraag of ik watvoor haar kon doen, want ik zou inde zomer naar Suriname gaan.“Lesmateriaal, maar we hebben alveel boeken gekregen”, was hetantwoord en “ook praktijkattributenals fantomen”. Dat laatste heb ik

deels kunnen verwezenlijken viahet AMC. De studie en informatie-boeken over verloskunde zijn ingroten getale bij elkaar gebracht enverscheept door Prof. Essed uitMaastricht. Geweldig werk, wanthet is een klus om zoveel geschikteboeken bij elkaar te krijgen.Als aanvulling zou het laatsteLeerboek der Verloskunde van M.J.Heineman in meerdere exemplarengewenst zijn, zodat de studenten ookthuis hieruit kunnen studeren.Andere wensen zijn: skillslab, mediatheek met internet-verbinding en nog wat meubilair. Uitwisseling en stagemogelijkheidtussen Surinaamse en Nederlandsestudent-verloskundigen, alsookmet studenten uit het Caraïbischgebied.

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

Suri

nam

e

43

GOED NIEUWS UIT SURINAME, EEN

NIEUWE OPLEIDING EN ORGANISATIE

Marianne Sanders is

klinisch verloskundige

in het Amsterdams Medisch Centrum

Het bestuur en leiding van deOpleiding voor Verloskundigenbestaat uit:• Drs. S. Mohan, hoofd van de

opleiding en als gynaecoloogwerkzaam in het ‘s LandsHospitaal;

• Mw. Corrie Bruining-Landburg,beleidsmedewerker en werk-zaam bij het Ministerie vanVolksgezondheid;

• Mw. Gerda de Mees, coördinatorvan de opleiding; verpleeg-kundig docente;

• Mw. Mr. M. Lobo-Poepon,juriste op het Ministerie vanVolksgezondheid;

• Mw. Deborah Djemani, administratief medewerkster.

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:57 Pagina 43

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

Wilt u na meehelpen aan de verdereontwikkeling van de verloskundigezorg in Suriname? Wilt u een bijdrageleveren door een lezing te verzorgenof door het zenden van materiaal ofanderszins, neemt u dan contact metde auteur op.

Stage en werkervaringDe studenten zijn gecontracteerddoor de verschillende ziekenhuizenin Paramaribo, te weten:Academisch ziekenhuis,Diaconessenhuis, St. VincentiusZiekenhuis en het ‘s LandsHospitaal en worden ook betaalddoor de ziekenhuizen waar depraktijkstages plaatsvinden. Hetsysteem is vergelijkbaar met devroegere inservice opleiding totverpleegkundige A in Nederland.

De studenten worden nu nog opgeleid om in het ziekenhuis aanhet werk te gaan, maar uiteindelijkis het de bedoeling om ook te gaanopleiden voor zelfstandige uitoefe-ning van het vak, dus met een eigenpraktijk inclusief thuisbevalling.De mogelijkheden tot vrije vestigingals verloskundige zijn groot.

Voor zover ik weet zijn er nu tweezelfstandige verloskundige prak-tijken. Een ervan is gevestigd inRepubliek, een plaatsje vlakbijvliegveld Zanderij. Aldaar werktMw. Irene Hoepel- Krak in haareigen verloskamer aan huis.Prenatale zorg verleent ze in deomliggende dorpen en clientenbevallen graag bij haar in de verlos-kamer. In 1998 had Irene alleen

INTERNATIONAAL

44

nog maar plannen en in de zomervan 2006 waren er al 124 baby’sgeboren. Ze heeft het geweldig voorelkaar: officiële PNZ kaarten enmogelijkheid tot het insturen vanpathologische baringen naar de stad.Het is een afstand van ongeveer eenuur naar de stad per auto, maarmet de ambulance gaat het sneller.

Bestuur SurinaamseOrganisatie vanVerloskundigen (SOV)Het bestuur van SOV heeft zichals lid aangemeld bij ICM enmaakt zich sterk voor een verlos-kundig tijdschrift. Ze gaan er vastwat van maken, het is een enthou-siast team. Aan mijn bezoek aanSuriname heb ik een goed gevoelovergehouden. Er is veel verlos-kundige vooruitgang op eenmanier die ik onze Surinaamse collega’s, Suriname en haar aan-staande moeders al tijden gunde.Verloskundige zoekt werk

Ik ben:• Joleen van den Dungen• Een enthousiaste verloskundige van 38 jaar• Juli 2006 afgestudeerd• Modules prenatale diagnostiek en

preconceptiezorg afgerond

Ik zoek:• Waarneming, loondienst of maat• In een 1e lijn praktijk• ± 3 dagen per week• niet gebonden aan huidige woonplaats

Joleen van den DungenLuchtenburg 213328 AM [email protected]

Bestuur SOV• Mw. Suze Holband, verloskun-

dige en voorzitter; werkzaamin ‘s Lands Hospitaal;

• Mw. Judith Wijngaarde-Sniphout, verloskundige en vice voorzitter;

• Mw. Joyce Kloppenburg, verlos-kundige en penningmeester;

• Mw. Georgetina Eillioth, verlos-kundige en secretaris;

• Mw. Jenny Foe A Man-Pelswijk,lid commissaris en werkzaamals hoofdverloskundige in hetStreekziekenhuis in Nickerie inWest-Suriname.

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:57 Pagina 44

Richtlijn zwangerschaps-diabetes: best available evidenceDe KNOV werkt aan een reactie opde nieuwe multidisciplinaire conceptrichtlijn Diabetes en zwan-gerschap. De richtlijn maakt demeningsverschillen en onduidelijk-heden over de beste diagnostiek enbehandeling van zwangerschaps-diabetes expliciet. Ank de Jonge,verloskundig onderzoeker bijTNO, werkte namens de KNOVmee aan de ontwikkeling van derichtlijn: “Tijdens de werkzaam-heden van de werkgroep werd duidelijk dat er voor talloze vragennog weinig bewijs te vinden is vanhoog niveau. De richtlijnen zijngebaseerd op de best available evidence. We zullen voorlopig moe-ten leven met deze wetenschappe-lijke onzekerheid en nieuwe studies nauwgezet blijven volgen.”Ank de Jonge hoopt dat de resulta-ten van de Engelse HAPO-studieen het onderzoek van Landon eatot meer inzicht zullen leiden.Deze studies worden waarschijnlijkkomend jaar gepubliceerd. De concept richtlijn is gefinancierddoor de Orde van MedischSpecialisten en geproduceerd dooreen werkgroep met leden van deNederlandse Diabetesfederatie, deNederlandse Internisten Vereniging,de NVOG en de KNOV. Op de website www.kennispoort-verloskunde.nl is de concept-richtlijn alvast te bekijken.Nieuwsbrief KennispoortVerloskunde

BekkeninstabiliteitBijna tien procent van alle zwange-ren vindt zichzelf ‘bekkeninstabiel’.Vooral in het laatste trimester vande zwangerschap hebben vrouwener last van (7,3%). Dit blijkt uiteen longitudinale cohortstudie vanGeerte van de Pol onder 1366 nul-liparae.

Vrouwen met bekkeninstabiliteitzijn significant minder mobiel. Vande Pol ontwikkelde en valideerdede Pregnancy Mobility Index Scoreom dit te meten. Van de vrouwenmet bekkeninstabiliteit tijdens ofna de zwangerschap had 12%krukken of een rolstoel nodig. Vanalle vrouwen uit de onderzoeks-groep meldde zich 8,1% meer daneen week ziek tijdens de zwanger-schap en 3,2% na de bevalling vanwege pijn in de bekkengordel.De prognose van bekkeninstabi-liteit is echter vrij goed. De meestevrouwen in Van de Pols studie kregen een behandeling met fysio-therapie. Dit is meestal voldoendeom de klachten te laten verdwijnen.Eén op de zes vrouwen met bekken-instabiliteit bij 36 weken en dehelft van de vrouwen met bekken-instabiliteit drie maanden postpar-tum bleef echter klachten houdentot een jaar na de partus. Naastfysieke behandeling vraagt Van dePol ook aandacht voor klachtenvan psychische aard in deze groep. Van de Pol vond geen verband tussen obstetrische factoren enbekkeninstabiliteit: het vormt dusgeen contra-indicatie voor eenvaginale bevalling. Van de Pol G. The influence ofpsychosocial factors on pregnancyrelated pelvic symptoms. UniversitairMedisch Centrum Utrecht 2006.Proefschrift

Nederlandse ZorgautoriteitSinds 1 oktober jl. waakt deNederlandse Zorgautoriteit overmarktwerking, consumenten-belangen, kostenbeheersing en deuitvoering van verzekeringswettenin de zorg. De NZa komt voort uithet College Tarieven Gezondheids-zorg (CTG) en het College ToezichtZorgverzekeringen (CTZ). DeNederlandse Zorgautoriteit isgevestigd in Utrecht.Als consumentenbelangen in het

gedrang komen, grijpt de NZa in.De organisatie streeft naar zoveelmogelijk vrijheid en eigen verant-woordelijkheid voor consumentenen andere marktpartijen. Naast de klassieke taken van kosten-beheersing en uitvoering van dezorgverzekeringswetten, stimuleertde NZa kwaliteit en innovatie in dezorg, door marktcondities te stellen.Persbericht NZa

Nog even wachten op avondspreekuurDriekwart van de Nederlanders wilbuiten kantoortijden naar hetspreekuur van de huisarts, zo blijktuit onderzoek van TNS NIPO inopdracht van RTL Nieuws. Van alleNederlanders zou 33% met grotezekerheid gebruik maken van eenavondspreekuur bij tandarts ofhuisarts, 29% misschien. Behalveals er een prijskaartje aan hangt.Dan slinkt het aantal tot 18%. De Landelijke Huisartsen Vereniginggeeft aan deze wens van de zorg-consument serieus te willennemen. Maar een aantal randvoor-waarden is noodzakelijk. LHV-voorzitter Steven van Eijck vindteen avondspreekuur pas te realise-ren, als er voldoende capaciteit is.Hij vindt dat het avondspreekuuringebed moet zijn in de hele zorg-keten. Last but not least zijn erfinanciële consequenties aan ver-bonden. Minister Hoogervorst vanVWS wil door middel van tarief-wijzigingen huisartsen stimulerenavondspreekuren te houden.NTVG 2000 16 sept;150(37)

Persisterende TrofoblastziekteOngeveer een kwart van demolazwangerschappen ontaardt inkanker, ofwel persisterende trofo-blastziekte (partiële mola 0,5-9,9%en complete mola 20%). Met retro-spectief onderzoek toont Nienkevan Trommel (agio tot gynaeco-loog) aan dat een curettage bij

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

BERICHTEN

45

NIEUWSBLAD

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:57 Pagina 45

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

circa tien procent van de vrouwenmet persisterende trofoblastziektezou kunnen volstaan. Zij ontdektedat in een vroeg stadium met behulpvan HCG-parameters onderscheidgemaakt kan worden tussen patiën-ten die lichte of zware chemokurennodig hebben. Een hele verbetering,want nu krijgen patiënten somswel zestien kuren, waarna blijktdat de tumor niet op de behande-ling reageert. Het voorspellen vanpersisterende trofoblastziekte bijmolazwangerschappen blijkt nogsteeds niet mogelijk. Van Trommelpromoveerde op 23 oktober aan deRadboud Universiteit Nijmegen.Van Trommel NE, Refinements in the management of PersistentTrophoblastic Disease. RadboudUniversiteit Nijmegen, 2006, proefschrift

Richtlijnprocedure kan snellerDat vinden onderzoekers van deMedisch Wetenschappelijke Raad(MWR). Zij schreven alle 30 wetenschappelijke verenigingenaan die verbonden zijn aan deOrde van Medisch Specialisten.Oponthoud in de richtlijnontwik-keling wordt vooral veroorzaaktdoor het geringe aantal vergaderin-gen waarin richtlijnen wordenbesproken, de neiging van ledenom een richtlijn pas goed te keurenals deze tot in detail naar hun zinis en belangenconflicten. Een speciale autorisatiecommissie zoude slagvaardigheid van richtlijn-ontwikkelaars vergroten. Het zouook helpen als verenigingen afspreken om op een vast tijdstip,bijvoorbeeld in het voor- of najaarde autorisatie op de agenda zetten,zodat een betere synchronisatiemogelijk is.Steeds meer richtlijnen hebben een‘levendig’ karakter en vragen omregelmatige herziening, aldus deMWR. Een verkorte herzienings-procedure door een panel van

experts zorgt voor snelle aanpassingen een minimale belasting van deleden. Ook een mandaat aan dewerkgroep die de richtlijn tot standbracht, tezamen met een korteautorisatieronde, maakt snelleactualisering mogelijk.De MWR constateert dat richt-lijnen nog steeds weerstand oproe-pen bij vakgenoten. Ze wordenervaren als een ‘aantasting van deprofessionele autonomie, waarbijonvoldoende recht wordt gedaanaan de individuele, unieke situatievan arts en patiënt.’ De MWR steltdat richtlijnen geen wettelijkevoorschriften zijn. Er kan van wor-den afgeweken, mits gemotiveerden liefst ook gedocumenteerd. Omweerstanden te slechten, zoudenverenigingen er goed aan doen omdoel en karakter van richtlijnengrondig toe te lichten bij de leden.Medisch Contact 2006,39:1548-1551

ThesaurusEr is een nieuwe Nederlandstaligetrefwoordenlijst voor medischewetenschappelijke literatuur op demarkt: de Thesaurus Gezondheids-zorg. De lijst bevat 5000 tref-woorden. De zoektermen van deThesaurus zijn exact gedefinieerd.De trefwoorden zijn zowel alfabe-tisch als hiërarchisch (boomstruc-tuur) gerangschikt. De Thesauruskan toegepast worden op papierenen digitale informatiesystemen. Hetis een gezamenlijk product vanonderzoeksinstituut NIVEL, hetTrimbos-instituut, Prismant, hetKwaliteitsinstituut voor deGezondheidszorg CBO en hetLandelijk ExpertisecentrumVerpleging& Verzorging (LEVV).De papieren Thesaurus kost 65 euro, de digitale versie is alleenin licentie leverbaar.NIVEL persbericht

Toch maar naar de sportschool Extra kilo’s na een zwangerschapveroorzaken meer complicaties inde volgende en dat geldt niet alleenvoor vrouwen die kampen metovergewicht. Ook vrouwen die eennormaal gewicht hebben, maar tus-sen twee zwangerschappen meerdan twee punten op de Body MassIndex (BMI) aankomen. De com-plicaties kunnen zijn: verhoogdebloeddruk/pre-eclampsie (OR resp.1.76,CI:1.39-2,23 en 1.78, CI:1.52-2.08) of diabetes (OR 2.09, CI:1.68-2.61). Het risico van eensectio of een macrosome baby isook verhoogd, met respectievelijkeOR’s van 1·32 (CI: 1·22–1·44) en1·87 (CI:1·72–2·04). Als vrouwen,die al voor de zwangerschap tezwaar waren, na de eerste zwanger-schap meer dan drie punten op deBMI zijn aangekomen, hebben zij60 procent meer kans op eendoodgeboren kind.The Lancet 2006;368 (9542):1164-1170

Gevaar hepatitis B In Nederland zijn ongeveer 75.000mensen besmet met de SOA hepa-titis B. Maar veel Nederlanders zijnniet op de hoogte van de gevarenvan de ziekte. Zo weten veruit demeesten niet dat hepatitis B kanleiden tot een ongeneeslijke lever-aandoening. Volgens het nationaalHepatitis Centrum is dit hiaat inkennis vooral aan de overheid tewijten. Deze zou te weinig doenom besmetting te voorkomen. Het kenniscentrum acht de tijd rijpvoor opname van een hepatitis Bvaccinatie in het rijksvaccinatiepro-gramma. Op dit moment wordtonderzocht of de hepatitis B-vacci-natie gelijktijdig met het vaccintegen baarmoederhalskanker, datonlangs door de EU werd goedge-keurd, aan meisjes op twaalfjarigeleeftijd gegeven kan worden.De Telegraaf ■

BERICHTEN

46

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:57 Pagina 46

1 en 2 november 2006 15e Nijmeegse nascholingsdagBeide dagen hebben een identiek programma. Het centrale thema is ‘metabool syndroom en zwangerschap’. Meer informatie: zie vorig nummer; Bureau PAOG-Heyendael, UMC StRadboud, Mw. A. Wolf, T: 024 3610342; E: [email protected]; I: www.umcn.nl/paog; de kosten bedragen € 135,00.Accreditatie: 4,5 uur

15 en 16 november 2006Training KringbestuurdersMeer informatie: E: [email protected]; locatie: Hotel Bosoord, Loenen(Gelderland); De training is kosteloos,kosten voor overnachting etc. zijn vooreigen rekening Geaccrediteerd voor 24 uurE-mail: [email protected]

2, 9, 16 en 30 november 2006 Project managementActief aan de slag met verschillende fasesvan projectmanagement aan de hand vanveel gebruikte managementmodellen.Deze module maakt deel uit van het traject Beleid en Management, dat u eenuitstekende opstap biedt tot het ontwik-kelen van competenties. Dit traject isonderdeel van de MasteropleidingVerloskunde en bestaat uit twee- tot vijfdaagse modulen die u ook los kuntvolgen.Meer informatie: I:www.nspoh.nl/bm; T: 020 5664949; E: [email protected]; dekosten bedragen € 1.180,-. De bijeenkom-sten vinden telkens plaats in AMC van17.00 tot 22.00 uur.

3 november 2006 Voortuitgang…, altijd winst?Jaarlijkse BOG-symposium i.s.m. moeder- en kindcentrum van ErasmusMedisch Centrum Rotterdam over allenieuwe feiten over vroeggeboorte enobstetrische calamiteiten in de zorg.Meer informatie: www.bogv.nl

7 november 2006 Regionale Nascholing Screenen enCounselenDe screening naar het syndroom vanDown voor zwangeren jonger dan 36 enhet structureel Echoscopisch onderzoekbij 20 weken: ze zijn er al, hoewel deinfrastructuur nog niet is gerealiseerd.Verloskundigen, huisartsen en gynaeco-logen moeten 'hun zwangeren' dus gaaninformeren over de nieuwe screenings-mogelijkheden, ze moeten gaan counse-len. Hoe doe je dat, hoe vertel je overkansberekeningen en betrouwbaarheiden hoe ga je om met de emoties die erkunnen spelen, verschillen van opvattingtussen man en vrouw over dit onderwerp.De avond wordt verzorgd door een des-kundig team van sprekers, bestaande uiteen derdelijns verloskundige met veelervaring in het counselen en afwisselendeen genetisch consulent, arts klinischegenetica, klinisch geneticus en/of maat-schappelijk werker. Er is ruim tijd voorcasuïstiek en oefenen.Meer informatie T: 0345-576642; de bijeenkomst is van 09.00 tot 16.30 uuren wordt gehouden in Amsterdam; zie www.scem.nl

7 november 2006Cursus Voorbereiding op deelname aanhet medisch tuchtcollege De cursus is gericht op zittende ledenvan het tuchtcollege, leden van de klach-tencommissie en voor verloskundigendie in de toekomst zitting willen nemenin het medisch tuchtcollege.Doel van de cursus is huidige en nieuweleden van de regionale tuchtcollegesinzicht geven in de juridische aspectenvan het medisch tuchtrecht, de gang vanzaken in de raadkamer en de emotioneleaspecten die hierbij meespelen. Tijdensde bijeenkomst zal er veel ruimte zijnvoor het uitwisselen van ervaringen. Meer informatie: op www.knov.nl is hetaanmeldformulier te downloaden.

9 november 2006 Regionale Nascholing Screenen enCounselenDe avond wordt verzorgd door een deskundig team van sprekers, bestaandeuit een derdelijns verloskundige met veelervaring in het counselen en afwisselendeen genetisch consulent, arts klinischegenetica, klinisch geneticus en/of maat-schappelijk werker. Er is ruim tijd voorcasuïstiek en oefenen.Meer informatie: zie onder 7 november.Bijeenkomst in Groningen; ziewww.scem.nl

10 november 2006 32e Noord Nederlandse Nascholingvoor verloskundigen Het thema is hartafwijkingen.Meer informatie: I: www.wenckebachinsti-tuut.nl, E: [email protected]. In hetUniversitair Medisch Centrum Groningen.Accreditatie: 5 uur

10 november 2006Workshop ‘Happy Birth......the art ofmidwifery’Hoe beter met de wensen en behoeftenvan vrouwen die zwanger zijn of barenom te gaan? Hoe betere resultaten behalen? Dit zijn de thema’s van de van10.00 – 16.30 uur te houden workshopin Leusden. Van der Valk Hotel Leusden,Philipsstraat 18, 3833 LC, Leusden.

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

BERICHTEN

47

CONGRESEN CURSUS

Uitgebreide informatie over de in dit overzicht opgenomen cursussen, congressen en sympo-sia vindt u op de website van deKNOV: www.knov.nl of op de inde tekst aangegeven websites.

2 november 2006 Symposium ‘Sabbatical bij iederebaby’;9 maanden ín en 9 maanden óp debuik; werkstress, pijn, hechting, borst-voeding, moederschap, kinderdagver-blijf, forumdiscussieMeer informatie: Locatie: De Rode Hoed in Amsterdamvan 19:30 tot 23:15 uur Tijdens dit symposium wordt het nieu-we boek van Beatrijs Smulders offici-eel gepresenteerd.toegang € 50,-, aanmelden via I: www.babysabbatical.nl/index.html

Georganiseerd door Beatrijs Smulders e.a.Kom en betuig steun aan landelijke actie verlenging zwangerschapsverlof en teken de petitie op

w w w . b a b y s a b b a t i c a l . n l (Deze petitie wordt aangeboden aan de minister van Sociale Zaken)

• 9 maanden ín en 9 maanden óp de buik

• Gevolgen werkstress tijdens zwanger-

schap, bevalling en eerste jaar

• Betekenis van pijn bij bevalling

• Belang van veilige hechting en

afstemming op de baby in eerste jaar

• Rol borstvoeding

• Moederschap is onlosmakelijk deel

van je loopbaanplanning

• Voor- én nadelen van kinderdagver-

blijf voor baby’s

• Startschot voor landelijke actie voor

verlenging betaald zwangerschaps-

verlof tot één jaar

Datum: donderdag 2 november

Tijd: 19:30 - 23:15 uur

Locatie: De Rode Hoed

Keizersgracht 102

1015 CV Amsterdam

T (020) 638 56 06

Informatie & aanmeldenToegang: € 50,-

Reserveren: www.babysabbatical.nl of telefonisch: 06 18 68 26 24

Betaling: het bedrag voor vrijdag 27 oktober 2006 overmaken opbankrekeningnummer 624049507 t.n.v. BV de Lege Ruimte, Amsterdam

U ontvangt een bevestigingsbrief

Donderdag 2 novemberSymposium voor aanstaande en jonge ouders

‘Een sabbatical bij iedere baby’een fundament voor een gezonde samenleving

met sprekers, film, boekpresentatie, optreden Angela Groothuizen & publieksdebat met PvdA-lijsttrekker Wouter Bos

La s

acra

fam

ilia

• R

embr

andt

van

Rijn

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:57 Pagina 47

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

De workshop is praktisch gericht ensamengesteld naar aanleiding van literatuuronderzoek en heeft KNOVaccreditatie, nummer A 06-032 met een score van 4 uur.Meer informatie: E: [email protected], program-ma op http://nl.msnusers.com/HappyBirth/happybirth.msnw; Prijs € 140,- inclusieflunch en syllabus. Aanmelden = betalen op giro 2444187 van Midwifery Business te Epen. Accreditatie: 5,25 uur

15 november 2006 Regionale Nascholing Screenen enCounselenDe avond wordt verzorgd door een deskundig team van sprekers, bestaandeuit een derdelijns verloskundige met veelervaring in het counselen en afwisselendeen genetisch consulent, arts klinischegenetica, klinisch geneticus en/of maat-schappelijk werker. Er is ruim tijd voorcasuïstiek en oefenen.Meer informatie: zie onder 7 november.Bijeenkomst in Eindhoven; ziewww.scem.nl

16 november 2006 Past, Present & FutureEurocat, de organisatie die zich bezig-houdt met het registeren en doen vanonderzoek naar aangeboren afwijkingen,bestaat 25 jaar en viert dat met een symposium.Meer informatie: www.eurocatnederland.nl;050 3617115; kosten € 100,- Het sympo-sium wordt gehouden in Groningen,Onderwijscentrum Universitair MedischCentrum van 10.00 tot 16.00 uur.Accreditatie: 3,5 uur

16 november en 17 november 2006, Prenatale screeningTweedaagse cursus in het verder bekwamen in kennis en vaardighedenom zwangeren goed te kunnen voorlich-ten en begeleiden bij prenatale screening. Meer informatie: VerloskundigKenniscentrum van de VroedvrouwenschoolMaastricht, I: www.vroedvrouwenschool.nl

17 november en 1 december 2006Prenatale ScreeningMeer informatie: www.srov.nl; Twee dagenvan 09.00 – 17.00 uur in Rotterdam;kosten: € 375, -. Dit is inclusief reader, koffie/thee en lunch. Bij gelijktijdigeinschrijving voor de cursus PrenataleScreening en Preconceptiezorg zijn de totale kosten € 700,-.

17 november 2006Jubileum Stichting WemosDit jaar zet Wemos zich precies 25 jaarin voor Health for All. Dit wordt gevierdop een feestelijke dag vol info, entertain-ment en speciale gasten uit binnen- enbuitenland. Naast de GroteVerkiezingsshow, speeddaten en receptie,kunt u deelnemen aan verschillendeworkshops, trainingen, debatten enfilms. Wat dacht u van een lobby trainingdoor Samuel Ochieng (Consumers'Information Network, Kenia), of van hetVN-simulatiespel Millenniumdoelenwaarin u als VN-ambassadeur kuntonderhandelen over internationalegezondheid. Ook kunt u filmfragmentenzien van de documentaire We Feed theWorld..Meer informatie: I: www.wemos.nl of T: 020 4352050; plaats van handeling:Pakhuis de Zwijger, Amsterdam.

20 en 21 november 2006Cursus ultrageluidEen systematische cursus ultrageluid inde verloskunde & gynaecologie voor deintramuraal werkende (arts) echoscopist.Meer informatie: I: www.paog.info; E: [email protected]; T: 020 4448444; de cursusplaats is Amsterdam, hoofd-gebouw Vrije Universiteit; kosten: € 260,-

21 november 2006 Regionale Nascholing Screenen enCounselenDe avond wordt verzorgd door een deskundig team van sprekers, bestaandeuit een derdelijns verloskundige met veelervaring in het counselen en afwisselendeen genetisch consulent, arts klinischegenetica, klinisch geneticus en/of maat-schappelijk werker. Er is ruim tijd voorcasuïstiek en oefenen.Meer informatie: zie onder 7 november.Bijeenkomst in Zwolle; zie www.scem.nl

23 november 2006Pre-eclampsie, stolling en zwangerschap Hypertensieve complicaties in de zwanger-schap zijn een belangrijke oorzaak vanperinatale morbiditeit en mortaliteit.Bovendien kunnen hypertensieve aan-doeningen ernstige maternale morbiditeitveroorzaken en vormen zij de belangrijk-ste oorzaak van maternale sterfte. Bij 1-7% van de nulliparae ontstaat pre-eclampsie. Bij multiparae komt de aan-doening minder vaak voor. De preciezeoorzaak van de ziekte is vooralsnog nietopgehelderd, maar aangenomen wordtdat immunologische, genetische en

omgevingsfactoren een rol spelen.Meer informatie: www.scem.nl; kosten € 149,- ; in De Reehorst te Ede.Accreditatie aangevraagd.

24 november 2006Symposium "Wat, als het nu nietgezond is?"Over spina bifida, hydrocephalus, plexusbrachialis parese/paralyse, schisis, PierreRobin, congenitale hartafwijkingen, syndroom van Down, klompvoetje,infectieziekten bij moeder en kindMeer informatie: E: [email protected]; T: 053 4892409; het symposium wordt van8.45 tot 17.30 uur georganiseerd door deDr G.J. van Hoytema Stichting in gebouwDe Waaier, Universiteit Twente inEnschede; kosten: € 180,-.

29 november 2006 Regionale Nascholing Screenen enCounselenDe avond wordt verzorgd door een deskundig team van sprekers, bestaandeuit een derdelijns verloskundige met veelervaring in het counselen en afwisselendeen genetisch consulent, arts klinischegenetica, klinisch geneticus en/of maat-schappelijk werker. Er is ruim tijd voorcasuïstiek en oefenen.Meer informatie: zie onder 7 november.Bijeenkomst in Maastricht; ziewww.scem.nl

30 november en 14 december 2006,11 januari en 25 januari 2007Cursus StagewerkbegeleidingTerugkomdag: 14 juni 2007Meer informatie: www.srov.nl; vijf dagenvan 09.00 – 16.30 uur in Rotterdam. Lunch en opleidingsmateriaal zijn gratis.Reiskosten worden vergoed.

30 november en 20 december 2006, Prenatale screeningTweedaagse cursus in het verder bekwa-men in kennis en vaardigheden omzwangeren goed te kunnen voorlichtenen begeleiden bij prenatale screening. Meer informatie: VerloskundigKenniscentrum van de VroedvrouwenschoolMaastricht, I: www.vroedvrouwenschool.nl

6 december 2006 Workshop Kennismaking met haptonomieMeer informatie: www.optimum.nl ; E: [email protected]; T: 0525 653109

BERICHTEN

48

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:57 Pagina 48

6 december 2006 Regionale Nascholing Screenen enCounselenDe avond wordt verzorgd door een des-kundig team van sprekers, bestaande uiteen derdelijns verloskundige met veelervaring in het counselen en afwisselendeen genetisch consulent, arts klinischegenetica, klinisch geneticus en/of maat-schappelijk werker. Er is ruim tijd voorcasuïstiek en oefenen.Meer informatie: zie onder 7 november.Bijeenkomst in Rotterdam; zie www.scem.nl

6 en 20 december 2006PreconceptiezorgMeer informatie: www.srov.nl; twee dagenvan 09.30 – 16.30 uur in Rotterdam;kosten: € 375, -. Dit is inclusief reader, koffie/thee en lunch. Bij gelijktijdigeinschrijving voor de cursus PrenataleScreening en Preconceptiezorg zijn de totale kosten € 700,-.

7, 14 en 21 december 2006, 11 januari en 1 februari 2007Beleid in de gezondheidszorg Theoretische uitgangspunten, actuelevoorbeelden en praktische handreikingenten aanzien van beleid in de zorg. Dezemodule maakt deel uit van het trajectBeleid en Management, dat u een uitste-kende opstap biedt tot het ontwikkelenvan competenties. Dit traject is onder-deel van de Masteropleiding Verloskundeen bestaat uit twee- tot vijfdaagse modulen die u ook los kunt volgen.Meer informatie: www.nspoh.nl/bm, tel. 020-5664949, [email protected]; kosten: € 1.475,-; de bijeenkomsten vinden plaatsin AMC telkens van 17.00 tot 22.00 uur.

13 december 2006 Regionale Nascholing Screenen enCounselenDe avond wordt verzorgd door een deskundig team van sprekers, bestaandeuit een derdelijns verloskundige met veelervaring in het counselen en afwisselendeen genetisch consulent, arts klinischegenetica, klinisch geneticus en/of maat-schappelijk werker. Er is ruim tijd voorcasuïstiek en oefenen.Meer informatie: zie onder 7 november.Bijeenkomst in Arnhem; zie www.scem.nl

15 december 2006 Preconceptiezorg: hoe en door wie?Preconceptiezorg moet volgens velen eenessentieel deel gaan uitmaken van dezorg rondom de zwangerschap. Hoe isdit te organiseren en door welke hulp-

verleners kan deze zorg het beste wordengegeven?Meer informatie: www.scem.nl; in samen-werking met Erasmus MC. De bijeenkomstwordt gehouden in De Doelen, Rotterdam.

9 en 23 januari, 6 en 20 februari, 6 en 20 maart, 3 april 20077-daagse beroepsverdieping haptonomiein de verloskundeMeer informatie: www.optimum.nl; E: [email protected]; T: 0525 653109

12 januari 2006 De klinische verloskundige: een nieuweprofessionalIn toenemende mate werken klinischeverloskundigen in de 2e en 3e lijns verloskundige zorg. Wat is het functie-profiel en wat stelt dit voor eisen aan deopleiding?Meer informatie: www.scem.nl; in samen-werking met Erasmus MC; de bijeenkomstwordt gehouden in de Doelen, Rotterdam.

12 januari en 6 februari 2007Prenatale screeningTweedaagse cursus in het verder bekwa-men in kennis en vaardigheden omzwangeren goed te kunnen voorlichtenen begeleiden bij prenatale screening. Meer informatie: VerloskundigKenniscentrum van de VroedvrouwenschoolMaastricht, I: www.vroedvrouwenschool.nl

15 januari 2007 Community Health (voorheen Tropenopleiding) Vandaag start deze eenjarige parttimeopleiding die wordt verzorgd door deHogeschool Leiden.De Engelstalige opleiding staat open voorbelangstellenden met een (para) medischeof verpleegkundige achtergrond en geïnteresseerden met belangstelling voorde basisgezondheidszorg in zgn ontwik-kelingslanden, zoals antropologen enmaatschappelijk werkenden.Meer informatie: Huib Cornielje,Hogeschool Leiden, T:. 071-5188674. E: [email protected]

23 januari 2006Basiscursus reanimatie neonaat en stuitbevalling [basis en herhaling]Meer informatie: VerloskundigKenniscentrum van de VroedvrouwenschoolMaastricht, I: www.vroedvrouwenschool.nl

24 januari en 14 februari 2007Preconceptie zorgTweedaagse verdieping en bekwaming inkennis en vaardigheden om preconcep-tiezorg aan te bieden.Meer informatie: VerloskundigKenniscentrum van de VroedvrouwenschoolMaastricht, I: www.vroedvrouwenschool.nl

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

BERICHTEN

49

12 december 2006Voeding geven aan Evidence BasedVerloskundeKennispoort 2006 is het congres overNederlands verloskundig onderzoek.Het centrale thema is 'Voeding gevenaan Evidence Based Verloskunde'. Deconferentie is een initiatief van deStichting SamenwerkendeOpleidingen tot Verloskundige(SSOV). De stichting wil hiermee eenimpuls geven aan het verloskundigeonderzoek in Nederland. Het afwisse-lende programma brengt actuele enrelevante vakspecifieke kennis samenuit alle geledingen van het domein.10.00 - 12.00 uur Themablok 1:Wetenschappelijke kaders voor deverloskunde13.00 - 14.30 uur Themablok 2: De verloskundige, een onderzoeker? 14.30 - 16.30 uur Themablok 3:Succesvol organiseren van onderzoek16.30 - 17.00 uur Uitreiking scriptieprijs VerloskundeMeer informatie: wordt gehouden inAmersfoort; I: www.kennispoort2006.nl; reguliere bezoekers betalen€ 125,- en studenten betalen slechts € 25,-Geaccrediteerd voor 4,5 uur metaccreditatienummer A 06-076

Opleiding tot lactatiekundigeIn januari 2007 start de nieuweopleiding tot lactatiekundige. Deopleiding heeft 24 contactdagen enduurt anderhalf jaar. De lesdag is op donderdag en wordt gegeven aande Hogeschool Utrecht, FaculteitGezondheidszorg, Bolognalaan 101,3584 CJ Utrecht; locatie:Archimedeslaan 16 te UtrechtVraag de uitgebreide brochure aanbij het Studie-Informatiecentrum: T:030 2368040; E: [email protected] voor actuele informatie opwww.cvs.hu.nl > overzicht opleidin-gen > ouder- en kindzorg >lactatie-kunde of www.nvl.borstvoeding.nl >opleidingAccreaditaite: A 32 uur en D 60 uur

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:57 Pagina 49

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

24, 25 en 26 januari 2007 Evidence-based Medicine in de klinische praktijkHet Dutch Cochrane Centre organiseertdeze driedaagse cursus die tot doel heeftzorgwerkers de belangrijkste aspecten vanevidence-based medicine bij te brengenen hen aan de hand van voorbeleden teleren hoe evidence-based medicine is toete passen in de dagelijkse praktijk.Meer informatie: DCC AMC; I: www.cochrane.nl; E: [email protected]; T: 020 5665602

26 januari, 9 februari, 2 maart 2007Evidence-Based MedicineDriedaagse opleiding in het systematischzoeken van literatuur en het gebruik vanInternet, het kritisch lezen en beoordelenvan wetenschappelijke artikelen en hetvertalen van de onderzoeksresultaten.Meer informatie: VerloskundigKenniscentrum van de VroedvrouwenschoolMaastricht, I: www.vroedvrouwenschool.nl

6 februari 2007Vaardigheid hechten van een episiotomie of ruptuurHet hechten van perineumlaesies.Meer informatie: VerloskundigKenniscentrum van de VroedvrouwenschoolMaastricht, I: www.vroedvrouwenschool.nl

8 en 9 februari 2007Training KringbestuurdersMeer informatie: E: [email protected]; locatie: HotelBosoord, Loenen (Gelderland); De trainingis kosteloos, kosten voor overnachtingetc.zijn voor eigen rekening Geaccrediteerd voor 24 uur

8 en 15 februari, 8 en 15 maart 2007Financieel management en economievan de zorgMet inzicht in economische aspecten vande zorg financierings- en kostenvraag-stukken aanpakken. Deze module maaktdeel uit van het traject Beleid enManagement, dat u een uitstekendeopstap biedt tot het ontwikkelen vancompetenties. Dit traject is onderdeelvan de Masteropleiding Verloskunde enbestaat uit twee- tot vijfdaagse modulendie u ook los kunt volgen.Meer informatie: op donderdagen van17.00 tot 22.00 uur in AMC Amsterdam,kosten € 1.180,-

BERICHTEN

50

• in Nederland twee van de drie baby’s in het ziekenhuis worden geboren;• van de 99 Nederlandse ziekenhuizen er slechts 8 over kraamsuites

beschikken;• deze kraamsuites vaak voor eerstelijns bevallingen worden gebruikt;• de baby’s in de kraamsuite bij de moeder mogen blijven;• dit op een eenpersoonskamer niet standaard het geval is (circa 30% niet);• informatie over rooming-in door de verpleging beïnvloedt in hoge mate

de keuze die moeders daarin maken;• open bezoek van de vader in minder dan de helft van de gevallen is

toegestaan, behalve in de kraamsuites;• rooming-in van de vader in 14 ziekenhuizen is toegestaan (op één en

tweebedskamers);• slechts 9 van de 99 ziekenhuizen beschikken over het WHO/Unicef

certificaat Zorg voor Borstvoeding;• in 67 ziekenhuizen een lactatiekundige wel de borstvoeding kan

begeleiden;• in 48 ziekenhuizen de kraamafdeling en de couveuseafdeling zo ver

uit elkaar liggen, dat slechts beperkt contact tussen moeder en kindmogelijk is;

• er naast kraamsuites, ook couveusesuites worden ontwikkeld;• in Nijmegen de kraamsuites zo populair zijn dat de verloskundige

praktijken in de stad een terugloop van cliënten ervaren (uitspraak vangynaecoloog Jan Sporken van het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis!);

• dat slechts één Nederlands ziekenhuis voldoende kindgericht zou zijn endus de Smiley van de vereniging Kind en Ziekenhuis mocht ontvangen(Universitair Medisch Centrum Groningen)

Meer weten?Zie de website www.kindenziekenhuis.nl voor de resultaten van hetonderzoek over de gezinsgerichtheid van de Nederlandse ziekenhuizenvan de vereniging Kind en Ziekenhuis (november 2005-mei 2006). Via de website is het ook mogelijk het oktobernummer van het tijdschriftKind en Ziekenhuis 'De ziekenhuisbevalling 2' te bestellen, waarin artikelen staan over dit onderzoek.. ■

WIST U DAT..?

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:57 Pagina 50

GeborenThijs, zoon van Christel en Peter Buisman, Morgen 26, 3763 WH SoestImke, dochter van Margreet vanBuren en Jean Paul Borst, It Bûterfabryk 2, 9001 DP GrouLuc, zoon van Susanne Datema enKasper van Delft, Van Woustraat154/1, 1073 LW AmsterdamSuze, dochter van Marlon en JacquesDenissen-Theunissen, Broekhuizer-weg 3a, 5866 BA SwolgenLieve, dochter van Monique Dohmenen Wim Meijers, Snavelbies 25, 5963 MR ReuverJet, dochter van Annemarie en JeroenDuineveld-Borst, Grote Beer 33,2163 AP LisseInès, dochter van Ingrid enMohamed Hendauoi-de Graaf, Hunze-straat 124 I, 1079 WJ AmsterdamHuub, zoon van Geertje en BartHoeck-Swinkels, Johan Frisopark 8,5684 GG BestPim, zoon van Wieske en Maaik Meiberg-van Dijk, DeDoelenkamp 11, 7957 CN De Wijk Isabelle, dochter van Monique enDerk Smits-Helden, Sterappel 11,5721 TW AstenNoor, dochter van Maureen enSander Straatman-Beijen,Harderstraat 8, 7559 HK Hengelo

Sector NoordOost NederlandNieuwe leden (m.i.v. 01-07-2006)Mevrouw P. de Jonge, Brink 5, 8021AP Zwolle – AspMevrouw E. Nieuwhof, Atensheerd51, 9737 TB Groningen – AspNieuwe leden (m.i.v. 01-10-2006)Mevrouw S. Brouwer, PrinsesMargrietlaan 8, 3832 CJ Leusden - AspMevrouw C. Dozeman,Madoerastraat 5a, 9715 HEGroningen – AspMevrouw A.M.K. Jurrius-vanMeegen, Hemmensestraat 17, 6668 LB Randwijk – AspMevrouw A.C. Langerak-Verhoef,Wilgenhof 6, 4128 SJ Lexmond –VID-zhsMevrouw A. Rijpma, Kon.Wilhelminalaan 40, 8501 KW Joure – AspMevrouw G. Gunnink, Mernaweg 31,9964 AP Weha den Hoorn - Asp

Sector NoordWest NederlandNieuwe leden (m.i.v. 01-07-2006) Mevrouw S. van Bloemen,Wedderborg 40, 1082 TA Amsterdam – VID-epMevrouw M.M. Salverda, Hanedoes-straat 47, 2597 XD Den Haag – AspMevrouw M. van Vuuren,Anemoonstraat 11a, 4255 JDNieuwendijk – VV-mNieuwe leden (m.i.v. 01-10-2006)Mevrouw G. Daemen, Bovendijk 91,2291 SB Wateringen – AspMevrouw L. Daniël, Wederikstraat60, 2403 CG Alphen ad Rijn – AspMevrouw M. van Nienes-v.d. Burg,René van Châlonstraat 29, 3314 NSDordrecht – AspMevrouw J.A. Slagt, Burg. Versteegh-singel 1, 1135 VT Edam - AspBeëindiging lidmaatschap (per 01-01-2007)Mevrouw J.W. van Dijk, J. Bosboom-straat 16, 3351 VJ Papendrecht – AspMevrouw M.M.E. Hartong, P. Blokker-straat 87, 1742 RX Schagen – AspMevrouw L. Holius, van der Wyck-straat 8, 2593 XB Den Haag – AspMevrouw M.N. van Mens, Voorstraat55, 2611 JL Delft – WNMevrouw M. Stouten, Zwaluwweg191, 2251 NE Voorschoten – Asp

Sector Zuid NederlandNieuwe leden (m.i.v. 01-07-2006)Mevrouw R.B. van Berchum-Versluis,Reeweg 2, 4251 XJ Werkendam –VV-mMevrouw M.P.C. Ketelaars,Julianasingel 36, 5469 AJ Erp – BLMevrouw C. Kew, Legiahof 17, 6215 VE Maastricht – AspMevrouw P.C.H.H. Schreurs, GroteKampweg 19, 6081 CM Haelen - AspNieuwe leden (m.i.v. 01-10-2006)Mevrouw M.C. van Aller, deSavornin Lohmanhof 17, 8091 XTWezep – AspMevrouw N. Brand, Schepenstraat 8,2922 VJ Krimpen ad Ijssel – AspMevrouw N. Cornelissen, Molendijk127, 3244 AM Nieuwe Tonge – BLMevrouw E. Donders, Marie Koenen-laan 153, 5044 NG Tilburg – AspMevrouw N. Ghijsen, Sterreplein 17,6221 AM Maastricht - AspMevrouw M. in ’t Groen, Willem deZwijgerlaan 5, 5171 EW Kaatsheuvel– Asp

Mevrouw E. Hannant, Bellinkstraat 9,3223 HS Hellevoetsluis – AspMevrouw L.J.C. Heijmen,Maliskampsestraat 60, 5248 AERosmalen – VV-mMevrouw I. van Veldhoven, Gerst-straat 8, 5561 AT Riethoven – AspMevrouw M. Vogel, Graaf Arnulf-straat 55, 3132 JC Vlaardingen – AspMevrouw M.C. Weltens, Scharner-weg 89, 6224 JB Maastricht - AspBeëindiging lidmaatschap (per 01-01-2007)Mevrouw M. Bubbert, p/a 173Cowan Bay RD, Warkworth 1241,Nieuw ZeelandMevrouw W. Ho, Ackersdijkstraat90b, 3037 VM Rotterdam – AspMevrouw G.W.M. Schreppers-Vermeulen, Nerhoven 14, 5126 TBGilze - WN

Art. 1 Leden, die bezwaar hebben tegen de toelating van een kandidaat (aspirant-)lid, moeten hun bezwaarmet redenen omkleed schriftelijkbinnen één maand na het verschijnenvan het officiële verenigingsorgaanbij het Bestuur kenbaar maken.

AfkortingenVID verloskundige in dienst-

verbandVID-ep verloskundige in dienst-

verband in eigen praktijkVID-g verloskundige in dienst-

verband in gezondheids-centrum

VID-zhs verloskundige in dienst-verband in ziekenhuis

VV vrijgevestigde verlos-kundige

VV-m vrijgevestigde verlos-kundige in maatschap

WN waarneemsterAsp Aspirant lidBL buitengewoon lidBTL buitenlands lidSL senior lidEL erelid

T I JDSCHR IFT VOOR VERLOSKUNDIGEN • OKTOBER 2006

BERICHTEN

51

PERSONALIA

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:57 Pagina 51

200521 - oktober nieuw 20-10-2006 08:57 Pagina 52