Veel deskundigen denken dat multinationals en ...sjs2/PDFs/Intv_volkskrant.pdf · Het is een beetje...

1
ZATERDAG 14 APRIL 2007 DE VOLKSKRANT | het Betoog | 5 Het wordt heel druk in de arena van de globalisering H et gesprek met Saskia Sassen had de afgelo- pen twee weken kun- nen worden gevoerd in Chicago, Londen, Bue- nos Aires, New York of Shanghai en de komende week in Amster- dam, waar zij de globaliseringsle- zing geeft en bij de Vrije Universi- teit optreedt. Maar ze stelde voor per e-mail te corresponderen. On- gebruikelijk, maar voor een inter- view met de toonaangevende Amerikaanse sociologe van de di- gitale globalisering misschien juist wel passend. De wereld is wel erg gekrom- pen als we een interview kun- nen houden vanachter onze laptops waar ook in de wereld. De manier van communiceren per e-mail, op internet-forums of elders in de blogosfeer lijkt zoveel ruwer dan een gesprek oog in oog met elkaar. Wat be- tekent dit aspect van de globa- lisering voor ons burgers? Er zitten natuurlijk negatieve kanten aan. Het is een nogal ma- gere ervaring van burgerschap, geschikt voor tijdelijke allianties van burgers voor vaak zeer be- perkte kwesties; het bouwt niet voort op eerdere inspanningen, zoals organisaties in buurten wel doen. Maar ik leg toch liever de nadruk op de positieve kanten. Ik zal wel een gigantische psy- chologische verstoring hebben doorgemaakt, maar ik moet zeg- gen dat ik het heel gemakkelijk vind om te wisselen tussen ver- schillende manieren van commu- nicatie. Geen probleem voor mij om de ene keer tête-à-tête in een café te praten, dan weer op een elektronisch netwerk met simul- tane deelname (voor werk of spel), of op een dinner party in Londen waar het heel intens kan zijn, hoewel je sommige aanwezi- gen nauwelijks kent. In mijn onderzoek zie je daar- van de weerslag: ik leg er de na- druk op dat je naar vele niveaus tegelijkertijd moet kijken. Globa- lisering voltrekt zich ook op zeer plaatselijke schaal en met de nieu- we technologie kunnen die plaat- selijke activiteiten een netwerk op wereldschaal vormen dat noem ik horizontale globalisering. Dat kunnen netwerken van financiële centra zijn, maar ook die van mensenrechtenactivisten. Er be- staan dus globaliteitendie niet verticaal zijn, zoals internationale instellingen als het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de We- reldhandelsorganisatie (WTO). In die zin kan het plaatselijke deel zijn van het mondiale. Het moet ook gezegd dat be- paalde soorten transacties, in fi- nanciële handel bijvoorbeeld, waarvan we vroeger dachten dat die niet konden worden overge- plaatst naar de elektronische ruimte, dat intussen wel degelijk zijn. En met succes. Ik heb ge- schreven in mijn boek over de Global City(wereldstad) dat face to face nogal wordt overschat. Ik zeg al heel lang dat we communi- catie moeten zien als een werk- proces, waarin gezichtsuitdruk- king en vertrouwen een rol spe- len, maar niet altijd. Het proces is zo ingewikkeld dat je maar beter alle specialisten samen aan het werk kan zetten.U schrijft in uw nieuwe boek Territory, Authority, Rights (Grondgebied, Gezag, Rechten) dat digitalisering ons dagelijks leven van de natie naar wereld- niveau verplaatst. Wat bete- kent dat voor het debat, de pu- blieke opinie? In zekere zin borduurt het voort op de conventionele verhoudin- gen en debatten tussen perso- nen, in panels, via de telefoon, correspondentie, publicaties en kritieken, ingezonden stukken in kranten. Maar de nieuwe techno- logische mogelijkheden geven communicatie een nieuw karak- ter. Zelfs mensen die vastzitten in hun situatie (omdat ze worden vervolgd, te arm zijn, whatever) kunnen zich nu toch deel voelen van een wereldwijde gemeen- schap, omdat hun strijd voor het milieu, de mensenrechten, sociale rechtvaardigheid of ontwikke- ling, op allerlei andere plaatsen ter wereld ook blijkt te worden gevoerd. Dat weten ze misschien al lang, maar de moderne net- werk-technologie helpt hen daar- bij enorm. Voor de democratie zie ik twee gevolgen van de deze kant van de globalisering. De goede, waar ik het net over had, burgers die zich gemakkelijker kunnen organise- ren, en de negatieve: het groeien- de toezicht op burgers en het feit dat niet alleen dieven, maar ook regeringen kunnen inbreken in onze computerbestanden en onze persoonlijke gegevens stelen. In de publieke opinie zie ik ook twee tegengestelde trends: aan de ene kant gaan de mondiale me- dia, de vermaakindustrie en ook de mondiale marktde publieke opinie overheersen; van de ande- re kant geven bloggen, online chats en Indimedia tegenwicht.Complexiteit is uw handels- waar. De zaken zijn altijd inge- wikkelder dan de deskundigen over globalisering ons willen doen geloven. Wat zegt u tegen de voorstanders van de globali- sering? Om te beginnen, dat zij ten on- rechte denken dat de machtigste spelers op het wereldtoneel de multinationale bedrijven en de wereldmarkten alles onder con- trole hebben. Dat hebben ze niet. Op het moment zijn ze dominant en ze bepalen deels wat er op we- reldschaal gebeurt. Maar hun machtspositie maakt globalisten blind voor andere elementen: de opkomende mondiale spelers, ruimten, netwerken. Het zal heel druk worden. Natuurlijk zijn er duidelijke aanwijzingen, maar die worden gezien als uitzonderingen, afwij- kingen, dingen die er eigenlijk niet bijhoren. Zo wordt het feit dat terroristische groepen de mondiale infrastructuur van het bedrijfsleven gebruiken (finan- ciële systemen, het vervoerssys- teem, en meer) verdoezeld in de retoriek van de oorlog tegen ter- reur. Met smokkelaars van men- sen, drugs en wapens is het het- zelfde laken een pak.En wat zegt u tegen de anti-glo- balistische groepen? Dat de complexiteit van de mon- diale situatie ook het begrip machteloosheid ingewikkeld maakt. Laat ik een voorbeeld ge- ven. Als je een immigrant zonder papieren bent, die werkt op een grote plantage in Californië, is je machteloosheid behoorlijk ele- mentair. Maar als je zo werkt in een wereldstad, dan wordt je machteloosheid complex, want er bestaat een veelheid aan moge- lijkheden om de strijd aan te gaan zij aan zij met andere burgers, te- gen mishandeling door de politie, tegen huisuitzettingen. Een ander voorbeeld. Nadat de WTO van kracht werd, wilde het internationale bedrijfsleven net zon overeenkomst om de rechten van investeerders te versterken, zodat die elk land zonder pardon konden binnengaan, opkopen waar ze maar zin in hadden en daarbij bescherming genieten: de Multilaterale Overeenkomst over Investeringen (MAI). Er werd ach- ter gesloten deuren onderhan- deld over die overeenkomst. Een stel van ons kwam er achter. Een enorme elektronische actie werd ontketend. Daarop werden de on- derhandelingen gestaakt en de overeenkomst was van de baan. Dit verzet ging nooit de straat op. Het was puur elektronisch, e- mails werden verzonden naar alle parlementariërs in alle betrokken landen. De actievoerders over- spoelden de wereldwijde wetge- vende zone. Ik wil wel zeggen dat de meeste antiglobalistische groepen be- hoorlijk mondiaal zijn, uit nood- zaak vermoed ik. Al met al is het mondiale een veel wijder ver- schijnsel dan alleen maar multi- nationals en wereldmarkten.Hoe kunnen gewone burgers uit de voeten met al die com- plexiteit van wat u omschrijft als de grote transformatiedie de wereld doormaakt? In mijn nieuwe boek noem ik een heel scala aan strategieën, speci- aal voor burgers die gebonden zijn aan hun nationale staten maar toch aan mondiale politiek kunnen doen. Ik bedoel niet zo- zeer demonstreren tegen het IMF. Ik zal een voorbeeld geven, dat mij na aan het hart ligt. Het Cen- ter for Constitutional Rights, een non-profit organisatie in Wash- ington, heeft rechtszaken aange- spannen tegen negen multinatio- nals (Amerikaanse en buitenland- se) voor het schenden van de ar- beidersrechten in offshore indu- striële activiteiten. Hier zie je dus een driezijdige jurisdictie op drie locaties: de steden met de hoofd- vestigingen van de bedrijven, de landen waar de offshore indu- strieën zijn en het gerechtshof in Washington. Al bereiken die rechtszaken niet volledig hun doel, ze maken duidelijk dat het goed mogelijk is via nationale rechtsystemen bedrijven aan te pakken voor misdragingen elders in de wereld.U schrijft dat de moderne elek- tronische netwerken altijd een mengeling zijn met naties (re- gulering), werkelijk bestaande financiële markten en echte ac- tiegroepen. De natiestaten ver- dwijnen niet als gevolg van glo- balisering, zoals veel deskundi- gen beweren, maar meten zich een nieuwe rol aan. De spelers op het wereldtoneel, zelfs de allermachtigste, zijn in werkelijkheid veel afhankelijker van nationale staten en plaatselij- ke omstandigheden dan ze ons la- ten geloven. Zelfs voor meest elek- tronische van economische in- spanningen zijn de locaties van van groot belang: de global cities. Nationaal grondgebied is belang- rijk in een breed scala aan om- standigheden: voor een ontwikke- lingsland als plaats waar multina- tionals fabrieken met lage ar- beidskosten neerzetten, voor een land met een grote middenklasse als een markt met consumenten. Ten derde heeft zelfs het mach- tigste bedrijf of wereldmarkt me- dewerking van nationale staten nodig bij het toepassen van regu- leringen die multinationals be- scherming bieden bij investerin- gen. Mijn onderzoek weerspreekt dat dominante idee dat de staat langzaam maar zeker verdwijnt door de globalisering. Door de economische globalisering wor- den sommige delen van nationale staten juist machtiger (het minis- terie van Financiën, de Centrale Bank) al worden andere zwakker Globaliseringslezing Interview Veel deskundigen denken dat multinationals en internationale instituten als IMF en WTO het rijk alleen krijgen, maar volgens Saskia Sassen hebben ze het mis: nationale staten en netwerken van plaatselijke actievoerders worden even machtig. Door Wim Bossema. Toen ik eenmaal mijn eerste stap had gezet op Marokkaans grondgebied en de eerste hap Marokkaanse lucht inademde, kreeg ik het bekende ongeloof- lijke oepsgevoel. Zoals elke keer wanneer ik te- rugkeer. Het is een beetje hetzelfde als wanneer je tijdens je vakantie op een mooie zomerdag door een sprankelende, heldere ri- vier waadt en plotseling een mooi visje voorbij ziet zwem- men. Of eigenlijk is het meer te ver- gelijken met wanneer je ver- liefd bent, en dan specifiek de fase dat je het nog niet tegen de ander hebt uitgesproken. Zeg maar de leukste, spannendste periode van verliefd zijn. Zon gevoel heb ik elke keer wanneer ik terugkeer naar Marokko. Het oepsgevoel is de eerste da- gen erg heftig, maar na een paar weken wordt het minder en uiteindelijk blijft er een slui- merend oepsgevoel over. Het was al na middernacht toen het vliegtuig landde. Bij het uitstappen werd ik door een aangenaam fris windje verwel- komd. Het was een heldere nacht, de Marokkaanse sterren fonkelden en alsof het niet ge- noeg was, kwam de Marokkaan- se maan ook tevoorschijn. Alsof ze mij wilden verwelkomenBij de douane realiseerde ik me dat ik mijn Marokkaanse identiteitskaart niet had mee- genomen. Mijn Marokkaanse paspoort was ik al een tijdje kwijt. Na lang zoeken vond ik het op de dag dat ik zou vertrek- ken. Het bleek al drie jaar verlo- pen te zijn. De douanier vroeg me naar mijn Marokkaanse identiteits- kaart. Ik zei dat ik die vergeten was. Hij knikte dat het oké was. Eenmaal op straat zag ik de palmbomen en de rode Afri- kaanse aarde, waarvan mijn hart sneller gaat kloppen. Ik heb wel eens een zakje aarde uit het dorpje waar mijn grootou- ders vandaan komen meegeno- men naar Nederland. Toenter- tijd was ik lyrisch bij de gedach- te dat mijn ouders, mijn groot- ouders en overgrootouders alle- maal op diezelfde rode aarde hadden gelopen. Helemaal in de wolken liep ik naar een taxi. De chauffeur was een kleine man van in de vijftig met een baardje dat grijs begon te worden. Eenmaal ingestapt, vroeg ik hem hoe het weer in Marokko was geweest en of het de laatste tijd nog had geregend. Het is de beste manier om erachter te ko- men wat op korte termijn de vooruitzichten zijn voor de broodvoorziening van de gewo- ne Marokkaanse man. Als het geregend heeft, is dat een goed voorteken. Dan kun- nen de boeren een goede oogst binnenhalen en heeft de Marok- kaanse bevolking genoeg voed- sel het komende jaar. Als het niet heeft geregend, is het een voorteken van armoede. De taxichauffeur zei dat Hol- land een goed land was om te le- ven. Jullie hebben het daar erg goed, alles is goed voor jullie ge- regeld, jullie hebben niks te kla- gen daar in het land van de christenen. Ik sputterde tegen dat het daar in het land van de christe- nen ook lang niet altijd rozen- geur en maneschijn was, maar hij wilde daar niets van weten. Hoe dan ook, het kan daar nooit zo erg zijn als hier, sprak hij op geïrriteerde toon, alsof hij zich afvroeg waar ik het recht vandaan haalde om te kla- gen over het paradijs op aarde, genaamd: Hollanda. Hij gaf mij het gevoel dat ik een ondankbaar mens was en ik voelde me erg ongemakkelijk. Ik probeerde een algemene vraag te stellen, hoe bijvoor- beeld het leven hier in Marokko was. Nauwelijks had ik de vraag ge- steld, of hij begon furieus te ver- tellen over een minister (die hij voor verrotte vis uitschold, met de wens dat Allah hem blind zal maken en nog iets onaardigs) die een strengere wet wil invoe- ren, waarbij met name taxis ex- tra streng moeten worden ge- controleerd en hogere boetes moeten krijgen wanneer ze te hard rijden en niet stoppen voor een stopbord. Hij noemde geldbedragen die hij niet eens in een maand ver- dient en begon weer te schelden op de minister. Naarmate de man meer ver- telde over zijn leven en hoe hij met grote moeite elke maand kon rondkomen, kreeg ik met hem te doen. Aangekomen bij mijn verblijf- adres vroeg ik hem hoeveel ik hem moest betalen. Hij noemde een bedrag waarvan ik zeker wist dat hij er 50 procent boven- op had gerekend. En toen ik hem geld gaf, zei hij dat hij geen wisselgeld had. Deze man, met wie ik te doen had, was me ernstig aan het be- lazeren. En dat voor de volle honderd procent! Maar om heel eerlijk te zijn, kon ik niet kwaad op hem worden, nadat hij mij zijn levensomstandigheden had verteld tijdens de rit. Hij zag mij als een rijke, on- dankbare Marokkaan uit Euro- pa, die een makkelijk leventje heeft. Ik heb me er min of meer al stiekem op voorbereid dat deze man en velen anderen mij zul- len belazeren. Mijn grootste pech voor het komende jaar is dat ik het Ara- bisch niet goed beheers. Mijn ac- cent verraadt mijn bijna dertig- jarige verblijf in Europa. Daarbovenop kunnen ze zien dat ik me niet in een bekende omgeving bevind. Ik beweeg me nog onwennig, waardoor de kans groot is dat ik vaak te veel zal moeten betalen. Maar ik heb het oepsgevoel nog. Daarom betaal ik met alle lief- de overal het dubbele. Het oepsgevoel bij terugkeer naar je geboorteland In Marokko Fadoua Bouali Fadoua Bouali (1970) verblijft een jaar in haar geboorteland Marokko. Ook bezoekt zij andere landen in Noord-Afrika. Zij doet wekelijks verslag in het Betoog. Haar artikelen zijn na te lezen op: bouali.volkskrantblog.nl (Sociale Zaken). Bovendien wordt de uitvoerende macht (de presi- dent of premier) sterker en is in toenemende mate verbonden met mondiale spelers zoals het IMF of de WTO, die houden van de snelle, geheimzinnige besluitvor- ming achter gesloten deuren en niets moeten hebben van de lang- zame parlementen. Een gevolg van de groeiende macht van de uitvoerende tak van de regering is een voortschrijden- de privatisering van de macht. Te- gelijkertijd zien we een erosie van de privacy-rechten van de bur- gers. Dat is het omgekeerde van de historische verdeling van pri- vacy voor de burgers en openbare rekenschap afleggen voor de rege- ring. Me dunkt dat Nederland het wat dat betreft veel beter doet dan de Verenigde Staten, die een ex- treem geval vormen. Maar de meeste moderne staten gaan in die richting, en ik zie daarin een verband met de globalisering.U bent in zekere zin uw hele le- ven al onderdeel van globalise- ring. U was nog maar een jaar toen u met uw ouders in 1950 naar Argentinië uitweek, om- dat uw Nederlandse vader Wil- lem Sassen (1918-2002) celstraf wegens collaboratie als SS-offi- cier wilde ontlopen. Uw emi- gratie was een uitvloeisel van de eerste echte mondiale oor- log. Ziet u dat ook zo? Ja. Ik heb zojuist twee autobiogra- fische stukken gepubliceerd, een in een bundel, The Rebellious Gene- ration (University of Chicago Press, 2006). Daarin heb ik het over mijn politieke activisme. Raar, ik heb nooit eerder over dat verleden met mijn collegas ge- sproken.Hoe was het om op te groeien als dochter van een bekende SS- officier, ontsnapt uit de gevan- genis, interviewer van Adolf Eichmann in de jaren vijftig? Het maakte me politiek bewust vanaf mijn 12de, denk ik. Ik werd een communist op mijn 13de, leer- de Russisch. Ik had veel politieke twisten met mijn vader. Mijn ervaring met die nazi- kwestie is iets anders dan hoe het meestal in de pers is beschreven. Mijn vader hield de interviews met Eichmann die de Israëlische regering in feite in staat stelde het proces tegen hem te voeren, maar hij had een hekel aan Eichmann, net als mijn moeder. Hij had ook de pest aan de fanatieke nazibal- lingen in Buenos Aires. Hij maakte deel uit van het roemruchte journalistenbataljon de Duitsers hadden besloten een apart SS-bataljon met uitsluitend journalisten samen te stellen, om hen in de gaten te houden. Ze kleedden ze in uniformen. Het waren de eerste embedded journa- listen, denk ik. Ze vormden niet zozeer een militair bataljon. Ze waren eerder een komisch stel. De Duitsers dreigden herhaaldelijk mijn vader gevangen te zetten omdat hij zo recalcitrant was, en hij heeft ook een tijdje in een Duitse cel gezeten. Het Nederlandse ministerie van Justitie heeft hem uiteindelijk onschuldig aan oorlogsmisdaden verklaard. Hij liet zich nooit met zulke zaken in. In velerlei wijzen was hij een socialist hij geloofde in herverdeling van welvaart, in helpen van de armen. Hij bewon- derde nationalistische dictators: Peron en Nasser. Ik had moeite met heel wat van die denkbeelden maar niet alle. Ik was erg anti- Amerikaans, net als mijn vader. Ik hoop dat dit wat verklaart over opgroeien in dat gezin. Er was die nazi-invloed, maar meest- al toch op een kritische manier ei- genlijk. Ik begrijp dat het moeilijk valt na te voelen. En veel van de bi- ografen die een heel andere in- valshoek hebben gekozen, zullen mijn visie niet leuk vinden of kun- nen aanvaarden. Toen ik 17 was, wilde ik weg uit Argentinië. Het werd me allemaal te veel, mijn familie, de dictatuur, mijn vriendje, de conventies van het burgerleven. Ik voelde me een gevangene. Ik vertrok alleen, op een boot naar Europa. Ik vertelde iedereen aan boord dat ik met mijn tante reisde. De tocht duur- de twee weken. Ik hield de schijn op, ging altijd aan een tafel dine- ren met veel oudere mensen.Uw kijk op de wereld progres- sief, feministisch is het tegen- deel van dat van uw vader. Hoe ging dat? We streden in epische politieke veldslagen.Heeft dat verzet uw sociologi- sche werk beïnvloed? Ik was al proto-politiek op mijn 3de. Maar meer door de situatie in het gezin. Ik herinner me dat ik een jaar of 5 was toen me opviel hoe mijn mooie, sterke, intelli- gente moeder onzichtbaar werd gemaakt in mannengezelschap. Ik was ook nog heel jong toen het me daagde dat ik als vrouw niet op mijn leuke uiterlijk kon af- gaan, zoals veel meiden en vrou- wen in die tijd leken te denken. Ik moest een sterke, autonome basis bouwen, en ik zag de mogelijk- heid daarvoor in de intellectuele wereld. Ik ben een radicaal in de diep- ste betekenis van het woord. Ik ga naar de wortels van systemen, uit- komsten, opvattingen.Saskia Sassen houdt op vrij- dag 20 april de 18de Globali- seringslezing: Shaking up ci- tizenship in de Singelkerk in Amsterdam, aanvang 20.30 uur. Op vertoon van deze pa- gina krijgen Volkskrantle- zers korting (euro 8,50 in plaats van 12,50). Sassen zal ingaan op de baanbrekende stellingen in haar nieuwste boek: Territo- ry, Authority, Rights. From Medieval to Global Assem- blages (Princeton University Press, 2006). De globalise- ring drukt de natiestaat niet weg uit de geschiedenis, in- tegendeel: de staten passen zich aan en de globalisering kan niet zonder hen. Burgers kunnen steeds meer gebruik maken van de open elektro- nische netwerken, om voor hun rechten op te komen. Trude Maas (senator voor de PvdA) en Barbara Oomen (ju- rist en antropoloog aan de Rooseveldt Academy en me- dewerkster van het Betoog) zullen reageren onder lei- ding van Thomas Spijkerboer (hoogleraar migratierecht aan de VU in Amsterdam). Deze globaliseringslezing wordt in samenwerking met de VU georganiseerd. De Glo- baliseringslezing is een initi- atief van Uitgeverij Lemnis- caat, de Volkskrant, VPRO/Tegenlicht, NCDO, Hi- vos en Felix Meritis. Ilustratie Tammo Schuringa Saskia Sassen 1949 Geboren in Den Haag 1950 naar Buenos Aires 1966 naar Italië; studie filo- sofie en politicologie in Rome en Poitiers 1969-1974 studie sociologie en economie, University of Notre Dame (VS) 1974-heden uni- versitaire docent- schappen aan di- verse Amerikaan- se universiteiten; nu: University of Chicago en Lon- don School of Economics 1988 boek: The Mobility of Labor and Capital 1991 The Global City New York, London, Tokyo 1998 Globilization and its Discontents (Ned. vert.: Van Gennep) 1999 Guests and Aliens 2006 Territory, Authority, Rights Sassen is getrouwd met de socioloog Richard Sennett. Foto Alan Rusbridger

Transcript of Veel deskundigen denken dat multinationals en ...sjs2/PDFs/Intv_volkskrant.pdf · Het is een beetje...

Page 1: Veel deskundigen denken dat multinationals en ...sjs2/PDFs/Intv_volkskrant.pdf · Het is een beetje hetzelfde als wanneer je tijdens je vakantie op een mooie zomerdag door een sprankelende,

ZATERDAG 14 APRIL 2 0 0 7DE VOLKSKRANT | het Betoog | 5

‘Het wordt heel druk in de arenavan de globalisering’

Het gesprek met SaskiaSassen had de afgelo-pen twee weken kun-nen worden gevoerd inChicago, Londen, Bue-

nos Aires, New York of Shanghaien de komende week in Amster-dam, waar zij de globaliseringsle-zing geeft en bij de Vrije Universi-teit optreedt. Maar ze stelde voorper e-mail te corresponderen. On-gebruikelijk, maar voor een inter-view met de toonaangevendeAmerikaanse sociologe van de di-gitale globalisering misschienjuist wel passend.

De wereld is wel erg gekrom-pen als we een interview kun-nen houden vanachter onzelaptops waar ook in de wereld.De manier van communicerenper e-mail, op internet-forumsof elders in de blogosfeer lijktzoveel ruwer dan een gesprekoog in oog met elkaar. Wat be-tekent dit aspect van de globa-lisering voor ons burgers?‘Er zitten natuurlijk negatievekanten aan. Het is een nogal ma-gere ervaring van burgerschap,geschikt voor tijdelijke alliantiesvan burgers voor vaak zeer be-perkte kwesties; het bouwt nietvoort op eerdere inspanningen,zoals organisaties in buurten weldoen. Maar ik leg toch liever denadruk op de positieve kanten.

‘Ik zal wel een gigantische psy-chologische verstoring hebbendoorgemaakt, maar ik moet zeg-gen dat ik het heel gemakkelijkvind om te wisselen tussen ver-schillende manieren van commu-nicatie. Geen probleem voor mijom de ene keer tête-à-tête in eencafé te praten, dan weer op eenelektronisch netwerk met simul-tane deelname (voor werk ofspel), of op een dinner party inLonden waar het heel intens kanzijn, hoewel je sommige aanwezi-gen nauwelijks kent.

‘In mijn onderzoek zie je daar-van de weerslag: ik leg er de na-druk op dat je naar vele niveaustegelijkertijd moet kijken. Globa-lisering voltrekt zich ook op zeerplaatselijke schaal en met de nieu-we technologie kunnen die plaat-selijke activiteiten een netwerk opwereldschaal vormen – dat noemik horizontale globalisering. Datkunnen netwerken van financiëlecentra zijn, maar ook die vanmensenrechtenactivisten. Er be-staan dus ‘globaliteiten’ die nietverticaal zijn, zoals internationaleinstellingen als het InternationaalMonetair Fonds (IMF) en de We-reldhandelsorganisatie (WTO). Indie zin kan het plaatselijke deelzijn van het mondiale.

‘Het moet ook gezegd dat be-paalde soorten transacties, in fi-nanciële handel bijvoorbeeld,waarvan we vroeger dachten datdie niet konden worden overge-plaatst naar de elektronischeruimte, dat intussen wel degelijkzijn. En met succes. Ik heb ge-schreven in mijn boek over de‘Global City’ (wereldstad) dat faceto face nogal wordt overschat. Ikzeg al heel lang dat we communi-catie moeten zien als een werk-proces, waarin gezichtsuitdruk-king en vertrouwen een rol spe-len, maar niet altijd. Het proces iszo ingewikkeld dat je maar beteralle specialisten samen aan hetwerk kan zetten.’

U schrijft in uw nieuwe boek

Territory, Authority, Rights(Grondgebied, Gezag, Rechten)dat digitalisering ons dagelijksleven van de natie naar wereld-niveau verplaatst. Wat bete-kent dat voor het debat, de pu-blieke opinie?‘In zekere zin borduurt het voortop de conventionele verhoudin-gen en debatten – tussen perso-nen, in panels, via de telefoon,correspondentie, publicaties enkritieken, ingezonden stukken inkranten. Maar de nieuwe techno-logische mogelijkheden gevencommunicatie een nieuw karak-ter. Zelfs mensen die vastzitten inhun situatie (omdat ze wordenvervolgd, te arm zijn, whatever)kunnen zich nu toch deel voelenvan een wereldwijde gemeen-s c h a p, omdat hun strijd voor hetmilieu, de mensenrechten, socialerechtvaardigheid of ontwikke-ling, op allerlei andere plaatsenter wereld ook blijkt te wordengevoerd. Dat weten ze misschienal lang, maar de moderne net-werk-technologie helpt hen daar-bij enorm.

‘Voor de democratie zie ik tweegevolgen van de deze kant van deglobalisering. De goede, waar ikhet net over had, burgers die zichgemakkelijker kunnen organise-ren, en de negatieve: het groeien-de toezicht op burgers en het feitdat niet alleen dieven, maar ookregeringen kunnen inbreken inonze computerbestanden en onzepersoonlijke gegevens stelen.

‘In de publieke opinie zie ik ooktwee tegengestelde trends: aan deene kant gaan de mondiale me-dia, de vermaakindustrie en ookde ‘mondiale markt’ de publieke

opinie overheersen; van de ande-re kant geven bloggen, onlinechats en Indimedia tegenwicht.’

Complexiteit is uw handels-waar. De zaken zijn altijd inge-wikkelder dan de deskundigenover globalisering ons willendoen geloven. Wat zegt u tegende voorstanders van de globali-sering?‘Om te beginnen, dat zij ten on-rechte denken dat de machtigstespelers op het wereldtoneel – demultinationale bedrijven en dewereldmarkten – alles onder con-trole hebben. Dat hebben ze niet.Op het moment zijn ze dominanten ze bepalen deels wat er op we-reldschaal gebeurt. Maar hunmachtspositie maakt globalistenblind voor andere elementen: deopkomende mondiale spelers,ruimten, netwerken. Het zal heeldruk worden.

‘Natuurlijk zijn er duidelijkeaanwijzingen, maar die wordengezien als uitzonderingen, afwij-kingen, dingen die er eigenlijkniet bijhoren. Zo wordt het feitdat terroristische groepen demondiale infrastructuur van hetbedrijfsleven gebruiken (finan-ciële systemen, het vervoerssys-teem, en meer) verdoezeld in deretoriek van de ‘oorlog tegen ter-reur’. Met smokkelaars van men-sen, drugs en wapens is het het-zelfde laken een pak.’

En wat zegt u tegen de anti-glo-balistische groepen?‘Dat de complexiteit van de mon-diale situatie ook het begripmachteloosheid ingewikkeldmaakt. Laat ik een voorbeeld ge-ven. Als je een immigrant zonderpapieren bent, die werkt op eengrote plantage in Californië, is jemachteloosheid behoorlijk ele-mentair. Maar als je zo werkt ineen wereldstad, dan wordt jemachteloosheid complex, want erbestaat een veelheid aan moge-lijkheden om de strijd aan te gaanzij aan zij met andere burgers, te-gen mishandeling door de politie,tegen huisuitzettingen.

‘Een ander voorbeeld. Nadat deWTO van kracht werd, wilde hetinternationale bedrijfsleven netzo’n overeenkomst om de rechtenvan investeerders te versterken,zodat die elk land zonder pardonkonden binnengaan, opkopenwaar ze maar zin in hadden endaarbij bescherming genieten: deMultilaterale Overeenkomst overInvesteringen (MAI). Er werd ach-ter gesloten deuren onderhan-deld over die overeenkomst. Eenstel van ons kwam er achter. Eenenorme elektronische actie werdontketend. Daarop werden de on-derhandelingen gestaakt en deovereenkomst was van de baan.Dit verzet ging nooit de straat op.Het was puur elektronisch, e-mails werden verzonden naar alleparlementariërs in alle betrokkenlanden. De actievoerders over-spoelden de wereldwijde wetge-vende zone.

‘Ik wil wel zeggen dat de meesteantiglobalistische groepen be-hoorlijk mondiaal zijn, uit nood-zaak vermoed ik. Al met al is hetmondiale een veel wijder ver-schijnsel dan alleen maar multi-nationals en wereldmarkten.’

Hoe kunnen gewone burgersuit de voeten met al die com-plexiteit van wat u omschrijft

als de ‘grote transformatie’ diede wereld doormaakt?‘In mijn nieuwe boek noem ik eenheel scala aan strategieën, speci-aal voor burgers die gebondenzijn aan hun nationale statenmaar toch aan mondiale politiekkunnen doen. Ik bedoel niet zo-zeer demonstreren tegen het IMF.

‘Ik zal een voorbeeld geven, datmij na aan het hart ligt. Het Cen-ter for Constitutional Rights, eennon-profit organisatie in Wash-ington, heeft rechtszaken aange-spannen tegen negen multinatio-nals (Amerikaanse en buitenland-se) voor het schenden van de ar-beidersrechten in offshore indu-striële activiteiten. Hier zie je duseen driezijdige jurisdictie op drielocaties: de steden met de hoofd-vestigingen van de bedrijven, delanden waar de offshore indu-strieën zijn en het gerechtshof inWashington. Al bereiken die

rechtszaken niet volledig hundoel, ze maken duidelijk dat hetgoed mogelijk is via nationalerechtsystemen bedrijven aan tepakken voor misdragingen eldersin de wereld.’

U schrijft dat de moderne elek-tronische netwerken altijd eenmengeling zijn met naties (re-gulering), werkelijk bestaandefinanciële markten en echte ac-tiegroepen. De natiestaten ver-dwijnen niet als gevolg van glo-balisering, zoals veel deskundi-gen beweren, maar meten zicheen nieuwe rol aan.‘De spelers op het wereldtoneel,zelfs de allermachtigste, zijn inwerkelijkheid veel afhankelijkervan nationale staten en plaatselij-ke omstandigheden dan ze ons la-ten geloven. Zelfs voor meest elek-tronische van economische in-spanningen zijn de locaties van

van groot belang: de global cities.Nationaal grondgebied is belang-rijk in een breed scala aan om-standigheden: voor een ontwikke-lingsland als plaats waar multina-tionals fabrieken met lage ar-beidskosten neerzetten, voor eenland met een grote middenklasseals een markt met consumenten.

‘Ten derde heeft zelfs het mach-tigste bedrijf of wereldmarkt me-dewerking van nationale statennodig bij het toepassen van regu-leringen die multinationals be-scherming bieden bij investerin-gen.

‘Mijn onderzoek weerspreektdat dominante idee dat de staatlangzaam maar zeker verdwijntdoor de globalisering. Door deeconomische globalisering wor-den sommige delen van nationalestaten juist machtiger (het minis-terie van Financiën, de CentraleBank) al worden andere zwakker

Globaliseringslezing

Interview Veel deskundigen denken dat multinationals en internationale instituten als IMF en WTO het rijk alleen krijgen, maar volgens Saskia Sassenhebben ze het mis: nationale staten en netwerken van plaatselijke actievoerders worden even machtig. Door Wim Bossema.

Toen ik eenmaal mijn eerstestap had gezet op Marokkaansgrondgebied en de eerste hapMarokkaanse lucht inademde,kreeg ik het bekende ongeloof-lijke oepsgevoel.

Zoals elke keer wanneer ik te-r u g k e e r.

Het is een beetje hetzelfde alswanneer je tijdens je vakantieop een mooie zomerdag dooreen sprankelende, heldere ri-vier waadt en plotseling eenmooi visje voorbij ziet zwem-men.

Of eigenlijk is het meer te ver-gelijken met wanneer je ver-liefd bent, en dan specifiek defase dat je het nog niet tegen deander hebt uitgesproken. Zegmaar de leukste, spannendsteperiode van verliefd zijn. Zo’ngevoel heb ik elke keer wanneerik terugkeer naar Marokko.

Het oepsgevoel is de eerste da-gen erg heftig, maar na eenpaar weken wordt het minderen uiteindelijk blijft er een slui-merend oepsgevoel over.

Het was al na middernachttoen het vliegtuig landde. Bijhet uitstappen werd ik door eenaangenaam fris windje verwel-komd. Het was een helderenacht, de Marokkaanse sterrenfonkelden en alsof het niet ge-noeg was, kwam de Marokkaan-se maan ook tevoorschijn. Alsofze mij wilden verwelkomen…

Bij de douane realiseerde ikme dat ik mijn Marokkaanseidentiteitskaart niet had mee-genomen. Mijn Marokkaansepaspoort was ik al een tijdjekwijt. Na lang zoeken vond ikhet op de dag dat ik zou vertrek-ken. Het bleek al drie jaar verlo-pen te zijn.

De douanier vroeg me naarmijn Marokkaanse identiteits-kaart. Ik zei dat ik die vergetenwas. Hij knikte dat het oké was.

Eenmaal op straat zag ik depalmbomen en de rode Afri-kaanse aarde, waarvan mijnhart sneller gaat kloppen. Ikheb wel eens een zakje aarde uithet dorpje waar mijn grootou-

ders vandaan komen meegeno-men naar Nederland. Toenter-tijd was ik lyrisch bij de gedach-te dat mijn ouders, mijn groot-ouders en overgrootouders alle-maal op diezelfde rode aardehadden gelopen.

Helemaal in de wolken liep iknaar een taxi. De chauffeur waseen kleine man van in de vijftigmet een baardje dat grijs begonte worden.

Eenmaal ingestapt, vroeg ikhem hoe het weer in Marokkowas geweest en of het de laatstetijd nog had geregend. Het is debeste manier om erachter te ko-men wat op korte termijn devooruitzichten zijn voor debroodvoorziening van de gewo-ne Marokkaanse man.

Als het geregend heeft, is dateen goed voorteken. Dan kun-nen de boeren een goede oogstbinnenhalen en heeft de Marok-kaanse bevolking genoeg voed-sel het komende jaar. Als hetniet heeft geregend, is het eenvoorteken van armoede.

De taxichauffeur zei dat Hol-land een goed land was om te le-ven. Jullie hebben het daar erggoed, alles is goed voor jullie ge-regeld, jullie hebben niks te kla-gen daar in het land van dechristenen.

Ik sputterde tegen dat hetdaar in het land van de christe-nen ook lang niet altijd rozen-geur en maneschijn was, maarhij wilde daar niets van weten.

‘Hoe dan ook, het kan daarnooit zo erg zijn als hier’, sprakhij op geïrriteerde toon, alsofhij zich afvroeg waar ik hetrecht vandaan haalde om te kla-gen over het paradijs op aarde,genaamd: Hollanda.

Hij gaf mij het gevoel dat ikeen ondankbaar mens was en ikvoelde me erg ongemakkelijk.Ik probeerde een algemenevraag te stellen, hoe bijvoor-beeld het leven hier in Marokkowas.

Nauwelijks had ik de vraag ge-steld, of hij begon furieus te ver-tellen over een minister (die hij

voor verrotte vis uitschold, metde wens dat Allah hem blind zalmaken en nog iets onaardigs)die een strengere wet wil invoe-ren, waarbij met name taxi’s ex-tra streng moeten worden ge-controleerd en hogere boetesmoeten krijgen wanneer ze tehard rijden en niet stoppenvoor een stopbord.

Hij noemde geldbedragen diehij niet eens in een maand ver-dient en begon weer te scheldenop de minister.

Naarmate de man meer ver-telde over zijn leven en hoe hijmet grote moeite elke maandkon rondkomen, kreeg ik methem te doen.

Aangekomen bij mijn verblijf-adres vroeg ik hem hoeveel ikhem moest betalen. Hij noemdeeen bedrag waarvan ik zekerwist dat hij er 50 procent boven-op had gerekend.

En toen ik hem geld gaf, zei hijdat hij geen wisselgeld had.

Deze man, met wie ik te doenhad, was me ernstig aan het be-

lazeren. En dat voor de vollehonderd procent! Maar om heeleerlijk te zijn, kon ik niet kwaadop hem worden, nadat hij mijzijn levensomstandigheden hadverteld tijdens de rit.

Hij zag mij als een rijke, on-dankbare Marokkaan uit Euro-pa, die een makkelijk leventjeheeft.

Ik heb me er min of meer alstiekem op voorbereid dat dezeman en velen anderen mij zul-len belazeren.

Mijn grootste pech voor hetkomende jaar is dat ik het Ara-bisch niet goed beheers. Mijn ac-cent verraadt mijn bijna dertig-jarige verblijf in Europa.

Daarbovenop kunnen ze ziendat ik me niet in een bekendeomgeving bevind. Ik beweeg menog onwennig, waardoor dekans groot is dat ik vaak te veelzal moeten betalen.

Maar ik heb het oepsgevoelnog.

Daarom betaal ik met alle lief-de overal het dubbele.

Het oepsgevoel bij terugkeer naar je geboortelandIn Marokko

Fadoua Bouali

Fadoua Bouali (1970)verblijft een jaar in haargeboorteland Marokko.Ook bezoekt zij anderelanden in Noord-Afrika.Zij doet wekelijksverslag in het Betoog.Haar artikelen zijn nate lezen op:b o u a l i . v o l k s k ra n t b l o g . n l

(Sociale Zaken). Bovendien wordtde uitvoerende macht (de presi-dent of premier) sterker en is intoenemende mate verbondenmet mondiale spelers zoals hetIMF of de WTO, die houden van desnelle, geheimzinnige besluitvor-ming achter gesloten deuren enniets moeten hebben van de lang-zame parlementen.

‘Een gevolg van de groeiendemacht van de uitvoerende tak vande regering is een voortschrijden-de privatisering van de macht. Te-gelijkertijd zien we een erosie vande privacy-rechten van de bur-gers. Dat is het omgekeerde vande historische verdeling van pri-vacy voor de burgers en openbarerekenschap afleggen voor de rege-ring. Me dunkt dat Nederland hetwat dat betreft veel beter doet dande Verenigde Staten, die een ex-treem geval vormen. Maar demeeste moderne staten gaan indie richting, en ik zie daarin eenverband met de globalisering.’

U bent in zekere zin uw hele le-ven al onderdeel van globalise-ring. U was nog maar een jaartoen u met uw ouders in 1950naar Argentinië uitweek, om-dat uw Nederlandse vader Wil-lem Sassen (1918-2002) celstrafwegens collaboratie als SS-offi-cier wilde ontlopen. Uw emi-gratie was een uitvloeisel vande eerste echte mondiale oor-log. Ziet u dat ook zo?‘Ja. Ik heb zojuist twee autobiogra-fische stukken gepubliceerd, eenin een bundel, The Rebellious Gene-ration (University of ChicagoPress, 2006). Daarin heb ik hetover mijn politieke activisme.Raar, ik heb nooit eerder over datverleden met mijn collega’s ge-sproken.’

Hoe was het om op te groeienals dochter van een bekende SS-officier, ontsnapt uit de gevan-genis, interviewer van AdolfEichmann in de jaren vijftig?‘Het maakte me politiek bewustvanaf mijn 12de, denk ik. Ik werdeen communist op mijn 13de, leer-de Russisch. Ik had veel politieketwisten met mijn vader.

‘Mijn ervaring met die nazi-kwestie is iets anders dan hoe hetmeestal in de pers is beschreven.Mijn vader hield de interviewsmet Eichmann die de Israëlischeregering in feite in staat stelde hetproces tegen hem te voeren, maarhij had een hekel aan Eichmann,net als mijn moeder. Hij had ookde pest aan de fanatieke nazibal-lingen in Buenos Aires.

‘Hij maakte deel uit van hetroemruchte journalistenbataljon– de Duitsers hadden besloten eenapart SS-bataljon met uitsluitendjournalisten samen te stellen, omhen in de gaten te houden. Zekleedden ze in uniformen. Hetwaren de eerste embedded journa -listen, denk ik. Ze vormden nietzozeer een militair bataljon. Zewaren eerder een komisch stel. DeDuitsers dreigden herhaaldelijkmijn vader gevangen te zettenomdat hij zo recalcitrant was, enhij heeft ook een tijdje in eenDuitse cel gezeten.

‘Het Nederlandse ministerievan Justitie heeft hem uiteindelijkonschuldig aan oorlogsmisdadenverklaard. Hij liet zich nooit metzulke zaken in. In velerlei wijzenwas hij een socialist – hij geloofdein herverdeling van welvaart, in

helpen van de armen. Hij bewon-derde nationalistische dictators:Peron en Nasser. Ik had moeitemet heel wat van die denkbeeldenmaar niet alle. Ik was erg anti-Amerikaans, net als mijn vader.

‘Ik hoop dat dit wat verklaartover opgroeien in dat gezin. Erwas die nazi-invloed, maar meest-al toch op een kritische manier ei-genlijk. Ik begrijp dat het moeilijkvalt na te voelen. En veel van de bi-ografen die een heel andere in-valshoek hebben gekozen, zullenmijn visie niet leuk vinden of kun-nen aanvaarden.

‘Toen ik 17 was, wilde ik weg uitArgentinië. Het werd me allemaalte veel, mijn familie, de dictatuur,mijn vriendje, de conventies vanhet burgerleven. Ik voelde me eengevangene. Ik vertrok alleen, opeen boot naar Europa. Ik verteldeiedereen aan boord dat ik metmijn tante reisde. De tocht duur-de twee weken. Ik hield de schijnop, ging altijd aan een tafel dine-ren met veel oudere mensen.’

Uw kijk op de wereld – progres -sief, feministisch – is het tegen-deel van dat van uw vader. Hoeging dat?‘We streden in epische politiekeveldslagen.’

Heeft dat verzet uw sociologi-sche werk beïnvloed?‘Ik was al proto-politiek op mijn3de. Maar meer door de situatie inhet gezin. Ik herinner me dat ikeen jaar of 5 was toen me opvielhoe mijn mooie, sterke, intelli-gente moeder onzichtbaar werdgemaakt in mannengezelschap. Ikwas ook nog heel jong toen hetme daagde dat ik als vrouw nietop mijn leuke uiterlijk kon af-gaan, zoals veel meiden en vrou-wen in die tijd leken te denken. Ikmoest een sterke, autonome basisbouwen, en ik zag de mogelijk-heid daarvoor in de intellectuelewereld.

‘Ik ben een radicaal in de diep-ste betekenis van het woord. Ik ganaar de wortels van systemen, uit-komsten, opvattingen.’

Saskia Sassen houdt op vrij-dag 20 april de 18de Globali-seringslezing: Shaking up ci-tizenship in de Singelkerk inAmsterdam, aanvang 20.30uur. Op vertoon van deze pa-gina krijgen Volkskrantle-zers korting (euro 8,50 inplaats van 12,50).Sassen zal ingaan op debaanbrekende stellingen inhaar nieuwste boek: Te r r i t o-ry, Authority, Rights. FromMedieval to Global Assem-blages (Princeton UniversityPress, 2006). De globalise-ring drukt de natiestaat nietweg uit de geschiedenis, in-tegendeel: de staten passenzich aan en de globaliseringkan niet zonder hen. Burgerskunnen steeds meer gebruikmaken van de open elektro-nische netwerken, om voorhun rechten op te komen.Trude Maas (senator voor dePvdA) en Barbara Oomen (ju-rist en antropoloog aan deRooseveldt Academy en me-dewerkster van het Betoog)zullen reageren onder lei-ding van Thomas Spijkerboer(hoogleraar migratierechtaan de VU in Amsterdam).Deze globaliseringslezingwordt in samenwerking metde VU georganiseerd. De Glo-baliseringslezing is een initi-atief van Uitgeverij Lemnis-caat, de Volkskrant,VPRO/Tegenlicht, NCDO, Hi-vos en Felix Meritis.

Ilustratie Tammo Schuringa

Saskia Sassen1949 Geboren in Den Haag1950 naar Buenos Aires1966 naar Italië; studie filo-sofie en politicologie inRome en Poitiers1969-1974 studie sociologieen economie, University ofNotre Dame (VS)1974-heden u n i-versitaire docent-schappen aan di-verse Amerikaan-se universiteiten;nu: University ofChicago en L o n-don School ofEconomics1988 boek: TheMobility of Labor and Capital1991 The Global City NewYork, London, Tokyo1998 Globilization and itsDiscontents (Ned. vert.: VanGennep)1999 Guests and Aliens2006 Territory, Authority,RightsSassen is getrouwd met desocioloog Richard Sennett.

Foto AlanRusbridger