Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

102
Samenvatting en beleidsaanbeveling Reductie van handelingsverschillen bij IBGS Versie:1.0, 27 mei 2014 Instituut Fysieke Veiligheid Brandweeracademie Postbus 7010 6801 HA Arnhem www.ifv.nl [email protected]

Transcript of Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

Page 1: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

Samenvatting en

beleidsaanbeveling

Reductie van handelingsverschillen bij IBGS

Versie:1.0, 27 mei 2014

Instituut Fysieke Veiligheid

Brandweeracademie

Postbus 7010

6801 HA Arnhem

www.ifv.nl

[email protected]

Page 2: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

2/20

Samenvatting en Beleidsaanbeveling Reductie van handelingsverschillen bij IBGS.

Een beleidsaanbeleving over mogelijke interventies voor de reductie van

handelingsverschillen bij IBGS, op grond van onderzoeksrapport ‘Van trappen op de rem

naar fluitend richting de inzet!’.

Colofon

Opdrachtgever: Brandweeracademie (IFV)

Contactpersoon: Thijs Geertsema

Datum: 27 mei 2014

Status: Definitief

Versie: 1.0

Auteurs: Thijs Geertsema

Projectleider: Manon Oude Wolbers

Review: Manon Oude wolbers

Nancy Oberijé

Page 3: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

3/20

Inhoud

Inleiding 5

1 Probleemanalyse 6

1.1 Huidige situatie 6

1.2 Doelstelling 6

1.3 Probleemstelling 7

1.4 Onderzoeksvragen 7

2 Theoretische uitgangspunten 8

3 Onderzoeksopzet 9

3.1 Kwalitatief onderzoek 9

3.2 Kwantitatief onderzoek 9

4 Conclusie onderzoek 10

4.1 Beantwoording onderzoeksvragen 10

4.2 Beantwoording probleemstelling 12

5 Beleidsaanbeveling 13

5.1 Opleiding en kennis 13

5.2 Training van vaardigheden 14

5.3 Oefeningen 15

5.4 Procedures 16

5.5 Middelen 17

5.6 Ideeën 18

Bijlage 1: Mogelijke interventies 20

Page 4: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

4/20

Samenvatting

Het bestrijden van incidenten met gevaarlijke stoffen is één van de taken van de brandweer vanuit de

basis brandweerzorg. Een recente vernieuwing van de visie op de taak incidentbestrijding gevaarlijke

stoffen heeft geleid tot het boven tafel komen van een probleem. Waar de brandweer bij brand weinig

redenen ziet om niet op te treden, merken vakspecialisten uit evaluaties en ervaringen dat bij

incidenten met gevaarlijke stoffen de brandweer extreem voorzichtig is, mensen afwijkende

gedragingen vertonen of het bestrijden van het incident relatief veel tijd kost. Echter is dit verschil in

handelen nergens terug te vinden in onderzoeken. Ook zijn de factoren die verschillen veroorzaken

niet bekend en is de aanname ook niet direct terug te leiden naar bestaande theorie. Dit onderzoek

richt zich op de vraag of een handelingsverschil meetbaar is, welke factoren het handelen

beïnvloeden, en op welke manier een handelingsverschil kan worden gereduceerd. Hierbij is gekozen

om het onderzoek te beperken tot bevelvoerders.

Om het vermeende handelingsverschil vast te stellen en de invloedsfactoren te achterhalen is een

observatie-experiment opgezet. Dit experiment is uitgevoerd in tien regio’s in Nederland. In totaal

hebben 48 bevelvoerders deelgenomen. De deelnemende bevelvoerders kregen allen na een

introductie vier scenario’s voorgeschoteld in de incidentsimulator ADMS. De scenario’s waren kleine

brand, middel brand, klein OGS en middel OGS. Het doel van het onderzoek was om op basis van

een vooraf opgestelde geobjectiveerde observatie een paarsgewijze vergelijking te maken tussen de

kleine en de middel incidenten. Er is gekeken naar het verschil in de besluitvorming en de doorlooptijd

tussen kleine brand – klein OGS en middel brand – middel OGS. Hierbij is gezorgd dat de kleine en de

middel scenario’s zoveel mogelijk vergelijkbaar waren.

Na ieder scenario vulden de bevelvoerders een vragenlijst in. Hierin werden risicoperceptie, affectieve

respons en handelingsperspectieven gemeten. Na afloop van de vier scenario’s werd ook gemeten in

hoeverre er verschillen zijn in kennis, vaardigheden, ervaring, procedures en middelen. Hierbij werd

OGS vergeleken met brandbestrijding en THV. Op basis van de verkregen data is begonnen met

statistische analyse van het databestand, en zijn de onderzoeksvragen beantwoord.

Op grond van het onderzoek kan worden gesteld dat er sprake is van een meetbaar

handelingsverschil in gedrag en besluitvorming van bevelvoerders tussen brandbestrijding en

ongevallen met gevaarlijke stoffen. Verder is vastgesteld dat de factoren kennis en vaardigheden,

ervaring, risicoperceptie (bestaande uit de inschatting van de ernst van het risico en de kans op

slachtofferschap), handelingsperspectief (de mate waarin de bevelvoerder het handelingsperspectief

zowel nuttig als uitvoer inschat), procedures en middelen van invloed zijn op gedrag en besluitvorming

van bevelvoerders bij incidenten met gevaarlijke stoffen.

Met behulp van deze invloedsfactoren en de gevonden verschillen is een aantal interventies

voorgesteld waarmee een handelingsverschil kan worden gereduceerd. Deze interventies richten zich

op veranderingen binnen de implementatie van de nieuwe visie IBGS. Het gaat om veranderingen

binnen de direct beïnvloedbare factoren opleidingen, trainingen, oefeningen, procedures en middelen.

De veranderingen zijn uitgewerkt in deze beleidsaanbeveling.

Page 5: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

5/20

Inleiding

In 2013 is door de Raad van brandweercommandanten het document ‘Visie incidentbestrijding

gevaarlijke stoffen’ vastgesteld. Deze visie richt zich op een update van de leidraad OGS; hoe kan

IBGS het best worden vormgegeven binnen de brandweer. Binnen deze visie is gekeken naar twee

vragen: de ‘wat’ en de ‘hoe’ vraag. Bij de ‘wat’ vragen wordt gekeken wat de (wettelijke)

verantwoordelijkheden van de brandweer op het gebied van IBGS zijn, welke taken toebehoren aan

de brandweer en wat ze eventueel niet meer hoeven te doen. Binnen de ‘hoe’ vraag wordt gekeken

hoe de brandweer deze taken zo optimaal mogelijk kan uitvoeren. Brandweer Nederland wil middels

de nieuwe visie anders op gaan treden bij incidenten met gevaarlijke stoffen.

De vraag hoe de brandweer zo optimaal mogelijk haar IBGS taken kan uitvoeren, heeft geleid tot het

boven tafel komen van een probleem. Waar de brandweer bij brand weinig redenen ziet om niet op te

treden, merken vakspecialisten uit evaluaties en ervaringen dat bij incidenten met gevaarlijke stoffen

de brandweer extreem voorzichtig is. In de huidige situatie is het optreden bij gevaarlijke stoffen

hierdoor volgens specialisten vaak traag en gaat kostbare tijd onnodig verloren. Het is onvoldoende

duidelijk hoe de brandweer veilig, efficiënt en adequaat kan optreden. Er is hierop volgend een

opdracht uitgeschreven om te kijken hoe de spreekwoordelijke rem weggenomen kan worden.

Bij een nadere beschouwing van de opdracht en na enkele gesprekken met betrokkenen, is het

duidelijk geworden dat er een aanname wordt gedaan dat brandweermensen bij een incident met

gevaarlijke stoffen minder effectief en/of efficiënt handelen, dan bij bijvoorbeeld een brand. Dit verschil

is bekend bij specialisten en wordt ook door evaluaties en gesprekken met diverse specialisten en

betrokkenen onderschreven. Het verschil zou kunnen worden veroorzaakt door de manier van

opleiden en oefenen, de ervaring van bevelvoerders met dergelijke incidenten maar ook bijvoorbeeld

een beperkte risico-inschatting. Het gevolg is tijdsverlies in de inzet of een vreemde beslissing door de

leidinggevende. De aanname is niet zonder reden; uit ervaring en evaluaties blijkt dat er daadwerkelijk

verschillen zijn. Echter is dit verschil in handelen nergens terug te vinden in onderzoeken, zijn de

factoren die verschillen veroorzaken niet bekend en is de aanname ook niet direct terug te leiden naar

bestaande theorie. De vraag is of deze spreekwoordelijke rem bestaat en op welke manier de rem bij

incidenten met gevaarlijke stoffen kan worden gereduceerd.

Het onderzoeksrapport ‘Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet’ geeft antwoord op deze

vragen. Het onderzoek heeft vastgesteld dat er significante verschillen zijn in gedrag en

besluitvorming van bevelvoerders tussen brandbestrijding en IBGS. Ook zijn de factoren achterhaald

die invloed hebben op het handelingsverschil. Deze beleidsaanbeveling beschrijft kort de resultaten

van het onderzoek, en geeft vervolgens aanbevelingen. Deze aanbevelingen zijn gericht op de

implementatie van de visie IBGS. De visie is hierbij kaderstellend; de aanbevelingen zijn gericht op

een aantal interventies waarmee een bevelvoerder vertrouwder en sneller kan handelen bij IBGS.

Meer informatie en achtergronden zijn beschikbaar in het onderzoeksrapport.

Page 6: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

6/20

1 Probleemanalyse

1.1 Huidige situatie

Op dit moment werkt de brandweer volgens de leidraad ongevalbestrijding gevaarlijke stoffen uit 2001.

Hierin wordt de regionale OGS organisatie beschreven. Sinds het verschijnen van de leidraad zijn wet-

en regelgeving en sommige beleidskaders veranderd. Hierbij valt te denken aan de wet op de

veiligheidsregio, de aanscherping van BRZO en externe veiligheidswetgeving. Ook de maatschappij,

risico’s en de perceptie van deze risico’s zijn sinds 2001 veranderd. Incidenten zoals Moerdijk en

Wetteren (België) zorgen voor angstigere burgers en bestuurders. Steeds meer stoffen worden

vervoerd en gebruikt, en de methoden van vervoer en gebruik worden steeds complexer door

innovaties (Verspeek, 2010).

Uit gesprekken met vakspecialisten op het IFV blijkt dat brandweermensen anders aankijken tegen de

risico’s van gevaarlijke stoffen dan een aantal jaren terug, maar dit is nooit onderzocht. Er is vanuit de

Brandweeracademie behoefte aan meer inzicht tussen de verschillen tussen brand en OGS. Wat ook

meespeelt is dat vanaf de arbeidsveiligheid de brandweer een steeds hogere beschermingsgraad is

gaan gebruiken bij inzetten met gevaarlijke stoffen (IOOV, 2008). Of een chemiepak nodig is, of dat

inzetten met bluskleding ook mogelijk is, is een onderwerp in de nieuwe visie (IFV, 2013). Maar een

hogere beschermingsgraad kan er ook voor zorgen dat brandweermensen de risico’s bij OGS hoger

inschatten dan bij brand, terwijl dit misschien helemaal niet nodig is. Daarnaast kan men bij een

incident met gevaarlijke stoffen vertrouwen op de hulp van een adviseur gevaarlijke stoffen. Bij brand

bestaat er geen adviseur brandbestrijding.

Daarnaast blijkt uit incidentregistraties van een aantal regio’s dat de hoeveelheid serieuze OGS

inzetten minimaal is (VRRR, 2006; VRAA, 2010). Het blijft vaak bij een gaslek of een vreemde lucht.

Uit gesprekken met vakspecialisten en brandweermensen blijkt dat een brandweerman misschien een

of twee keer in zijn carrière een serieus incident met gevaarlijke stoffen meemaakt. Dit zorgt voor een

gebrek aan ervaring met OGS inzetten, iets wat bij brand- of hulpverleningsinzetten veel minder het

geval is. Dit wordt onderbouwd door een rapport van de IOOV die stelt: “Op het totaal aantal jaarlijkse

incidentmeldingen bij de brandweer bedraagt het aantal meldingen van ongevallen met gevaarlijke

stoffen minder dan 1 procent.” (IOOV, 2008)

In de huidige (en toekomstige) situatie zijn de bevelvoerder en officier van dienst de niet-

specialistische operationele beslissers bij IBGS in het brongebied. De bevelvoerder moet echter wel in

het eerste kwartier het incident grotendeels zelf kunnen inschatten en kunnen oordelen doordat de

opkomstnorm van de OVD 15 minuten is.

1.2 Doelstelling

Het doel van dit onderzoek is te bepalen op welke manier eventuele handelingsverschillen bij

incidenten met gevaarlijke stoffen ten opzichte van brandbestrijding kunnen worden gereduceerd. Het

eerste subdoel is om te achterhalen of en in welke mate er een meetbaar verschil is in handelen bij

bevelvoerders tussen incidenten met gevaarlijke stoffen en brandbestrijding. Er is nadrukkelijk

Page 7: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

7/20

gekozen voor bevelvoerders aangezien zij de beslissers zijn die zonder specialistische hulp in het

eerste kwartier moeten handelen. Het verschil wordt gemeten tussen brandbestrijding en OGS.

Wanneer het door het aantonen van een verschil tussen brandbestrijding en incidenten met

gevaarlijke stoffen mogelijk wordt om factoren te achterhalen die beïnvloedbaar zijn om een verschil te

reduceren, is het tweede doel van dit onderzoek om een beleidsaanbeveling te schrijven. In deze

aanbeveling wordt getracht om mogelijke interventies te beschrijven waardoor het handelingsverschil

tussen IBGS en brandbestrijding wordt gereduceerd.

1.3 Probleemstelling

Met welke interventies kan een mogelijk meetbaar handelingsverschil tussen

brandbestrijding en incidenten met gevaarlijke stoffen bij bevelvoerders worden

gereduceerd?

De probleemstelling bestaat uit de volgende begrippen:

Interventies: Een aanpassing in het huidige beleid, procedure, protocol of beschikbare

middelen.

Mogelijk meetbaar handelingsverschil: Een verschil wat mogelijk meetbaar wordt door een

gedragsobservatie. Het gaat hier om een verschil tussen inzetten brandbestrijding en

incidenten met gevaarlijke stoffen. De toevoeging ‘mogelijk’ is vanwege het feit dat het

handelingsverschil nog niet is aangetoond.

Bevelvoerders: Leidinggevende op een basis brandweereenheid, de tankautospuit.

1.4 Onderzoeksvragen

1. Welke factoren zijn van invloed op gedrag van bevelvoerders bij risicovolle situaties binnen de

brandweer?

2. Welke zichtbare en latente verschillen bestaan er tussen brandbestrijding en incidenten met

gevaarlijke stoffen binnen de brandweer volgens betrokkenen en specialisten?

a. In welke mate is er een verschil in kennis, getraindheid en geoefendheid?

b. Zijn er nog andere factoren die bijdragen aan het verschil tussen brandbestrijding en

OGS?

c. Welk effect hebben deze verschillen op het handelen van bevelvoerders?

3. In welke mate is een handelingsverschil meetbaar in gedrag van bevelvoerders tussen

brandbestrijding en incidenten met gevaarlijke stoffen?

a. Welke beïnvloedbare factoren dragen significant bij aan een eventueel meetbaar

handelingsverschil?

4. Met behulp van welke interventies kan een eventueel handelingsverschil op grond van de

gemeten relevante factoren worden gereduceerd?

a. Welke factoren kunnen worden beïnvloed om een gevonden handelingsverschil te

reduceren?

b. Met behulp van welke interventies kan deze reductie worden vormgegeven?

c. Op welke manier kunnen dergelijke interventies worden opgenomen binnen de visie

IBGS?

Page 8: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

8/20

2 Theoretische uitgangspunten

In het onderzoek is gezocht naar een theoretische onderbouwing van het verschil in handelen bij

brandbestrijding en OGS, en is gezocht naar invloedsfactoren. De onderstaande uitgangspunten zijn

de basis voor het onderzoek en de beleidsaanbeveling. Het volledige theoretische kader waarop deze

uitgangspunten gebaseerd zijn staat beschreven in het onderzoeksrapport.

1. Een bevelvoerder heeft door de aangeleerde BOB structuur een vrij brede beeldvorming inclusief

bijbehorende informatie nodig voordat hij of zij een gedegen oordeel en besluit kan nemen. Hierbij

wordt sterk uitgegaan van de kennis en vaardigheden van de bevelvoerder.

2. De competenties van de bevelvoerder zijn medeverantwoordelijk voor het handelen en gedrag bij

een incident, waarbij kennis en vaardigheden beïnvloedbare kenmerken van competenties zijn.

Kennis en vaardigheden worden beïnvloed door zo goed mogelijk opleiden, trainen en oefenen.

3. Bevelvoerders zijn geneigd om te handelen op basis van ervaring en herkenning (skill based).

Wanneer situaties onbekender zijn (zoals bij OGS) is de kans groter dat er niet gehandeld kan

worden op basis van herkenning, maar dat er moet worden teruggegrepen naar kennis

(knowledge based). Is er ook een gebrek aan (parate) kennis dan wordt er teruggegrepen naar

regels (procedures, rule based).

4. De ervaring van een bevelvoerder met een bepaalde situatie of incident heeft een grote invloed op

de manier van handelen. Bij een afwijking van standaard situaties wanneer de bevelvoerder dus

minder ervaring heeft, moet hij teruggrijpen naar procedures en kennis, en verandert ook de

leiderschapsstijl.

5. De risicoperceptie van de bevelvoerder bepaalt de houding ten opzichte van een risicovolle

gebeurtenis. Over het algemeen hebben mensen een hogere risicoperceptie bij gevaarlijke

stoffen.

6. Affectieve respons voor risicovolle situaties is hybride: een hoge risicoperceptie kan een affectieve

respons veroorzaken maar een affectieve respons kan ook de risicoperceptie beïnvloeden.

Affectieve respons is meetbaar door uit de hartslag de hartritmevariatie te bepalen.

7. Het extended parallel proces model (EPPM) stelt dat een hoge risicoperceptie (bestaande uit

severity en vulnerability), naast dat het een emotionele reactie (affectieve respons) veroorzaakt,

een aanspraak veroorzaakt op de efficacy beliefs (handelingsperspectief, bestaande uit self- en

response efficacy van de bevelvoerder. Dit bepaalt mede het gedrag van de bevelvoerder.

8. Het EPPM stelt dat het gedrag van een bevelvoerder bepaalt wordt door vier inputs: severity,

vulnerability, self- en response eficacy, en drie outputs: correct handelen/adaptief copen, incorrect

handelen/maladaptief copen en niet handelen/negeren. Incorrect handelen splitst zich uit in

ontwijken, afwijzen en ontkennen. Zie afbeelding 6.

9. Het EPPM stelt dat adaptief gedrag alleen ontstaat wanneer iemand zich bewust is van een risico

en het gevoel heeft dat handelingsperspectieven zowel nuttig zijn (response efficacy) als

uitvoerbaar (self efficacy).

Page 9: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

9/20

3 Onderzoeksopzet

Om de probleemstelling en bijbehorende onderzoeksvragen te beantwoorden is op basis van het

theoretische kader en onderzoeksmodel een methode van onderzoek opgesteld. In dit onderzoek

worden er twee soorten gecombineerd: kwalitatief onderzoek in de vorm van literatuuronderzoek en

interviews en kwantitatief onderzoek in de vorm van een observatie-experiment gecombineerd met

vragenlijsten.

3.1 Kwalitatief onderzoek

Er is begonnen met literatuuronderzoek naar verklaringen voor handelingsverschillen en mogelijke

invloedsfactoren. Het kwalitatieve onderzoek is aangevuld met een serie interviews met

vakspecialisten om hun ervaringen, analyse en mogelijke oplossingen te inventariseren. Via de

landelijke vakgroep IBGS zijn alle AGS’en uitgenodigd om een vragenlijst in te vullen met hun visie op

het probleem.

3.2 Kwantitatief onderzoek

Om het vermeende handelingsverschil vast te stellen en de invloedsfactoren te achterhalen is een

observatie-experiment opgezet. Dit experiment is uitgevoerd in tien regio’s in Nederland. In totaal

hebben 48 bevelvoerders deelgenomen. De deelnemende bevelvoerders kregen allen na een

introductie vier scenario’s voorgeschoteld in de incidentsimulator ADMS. De scenario’s waren kleine

brand, middel brand, klein OGS en middel OGS. Het doel van het onderzoek was om op basis van

een vooraf opgestelde geobjectiveerde observatie een paarsgewijze vergelijking te maken tussen de

kleine en de middel incidenten. Er is gekeken naar het verschil in de besluitvorming en de doorlooptijd

tussen kleine brand – klein OGS en middel brand – middel OGS. Hierbij is gezorgd dat de kleine en de

middel scenario’s zoveel mogelijk vergelijkbaar waren. Elk scenario is volledig uitgewerkt met de

realistische respons en mogelijke realistische escalaties. De tijden waarop informatie werd ingebracht

en escalaties plaatsvonden waren gestandaardiseerd.

Na ieder scenario vulden de bevelvoerders een vragenlijst in. Hierin werden risicoperceptie, affectieve

respons en handelingsperspectieven gemeten. Na afloop van de vier scenario’s werd ook gemeten in

hoeverre er verschillen zijn in kennis, vaardigheden, ervaring, procedures en middelen. Hierbij werd

OGS vergeleken met brandbestrijding en THV Op basis van de verkregen data is begonnen met

statistische analyse van het databestand, en zijn de onderzoeksvragen beantwoord.

Page 10: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

10/20

4 Conclusie onderzoek

Op grond van de onderzoeksresultaten is het mogelijk om een conclusie te trekken. In de conclusie

worden de onderzoekvragen beantwoord en is het vervolgens mogelijk om de probleemstelling te

beantwoorden.

4.1 Beantwoording onderzoeksvragen

Onderzoeksvraag 1: Wat is er bekend over factoren die van invloed zijn op gedrag bij

risicovolle situaties binnen de brandweer?

Uit het literatuuronderzoek in combinatie met de uitkomsten van het observatie-experiment is

gebleken dat een aantal factoren zijn die gedrag en handelen bij risicovolle situaties binnen de

brandweer beïnvloeden. De (indirect) beïnvloedbare factoren die van toepassing zijn op de risicovolle

situaties zijn de mate van kennis, vaardigheden en ervaring (inclusief oefenen), de beschikbare

middelen en procedures. Deze factoren vormen samen de bronnen waaruit een bevelvoerder tijdens

zijn besluitvorming uit put.

Het gedrag van een bevelvoerder wordt verklaard door het gebruik van het extended parallel process

model. Deze stelt dat ‘gewenst’ gedrag alleen ontstaat wanneer iemand zich bewust is van een risico

en het gevoel heeft dat handelingsperspectieven zowel nuttig zijn als uitvoerbaar. De (indirect)

beïnvloedbare factoren zijn hierbij risicoperceptie bestaande uit inschatting van ernst van de situatie

(severity) en kans op slachtofferschap (vulnerability), de affectieve respons en het

handelingsperspectief bestaande uit de mate waarin de bevelvoerder het handelen zinvol (response)

en nuttig (self) acht.

Deze indirect beïnvloedbare factoren zijn te beïnvloeden door interventies in de beïnvloedbare

factoren. Dit zijn opleidingen, trainingen, oefeningen, procedures en middelen.

Onderzoeksvraag 2: Welke zichtbare en latente verschillen zijn er met betrekking tot

brandbestrijding en ongevallen met gevaarlijke stoffen binnen de brandweer volgens

betrokkenen en specialisten?

Tijdens de interviews met betrokkenen en vakspecialisten is naar voren gekomen dat er volgens hen

een verschil bestaat tussen brandbestrijding en incidenten met gevaarlijke stoffen. Bevelvoerders

hebben een gebrek aan kennis over OGS, met name in de probleemanalyse en de risico inschatting.

Ze hebben moeite in te schatten of ze veilig kunnen handelen bij incidenten met gevaarlijke stoffen.

Hierdoor duurt een inzet lang en schuift de bevelvoerder graag verantwoordelijkheden af. De opleiding

helpt hier niet aan mee doordat deze te uitgebreid en niet praktisch genoeg is. Het instructeurniveau is

soms te hoog en soms te laag waardoor er verschillen in kennis en vaardigheden ontstaat. Het

grootste verschil is het gebrek aan ervaring bij bevelvoerders met OGS. Er is volgens vakspecialisten

sprake van ervaringsarmoede waardoor er terug moet worden gegrepen op te uitgebreide en

veelomvattende procedures. Dit ervaringstekort wordt te weinig opgevuld met oefenen. Er wordt te

weinig geoefend met OGS, en de oefeningen zijn niet realistisch genoeg. Dit zorgt ervoor dat een

bevelvoerder relatief weinig handelingsperspectief heeft bij OGS.

Page 11: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

11/20

Onderzoeksvraag 3: In welke mate is een handelingsverschil meetbaar in gedrag van

bevelvoerders tussen brandbestrijding en incidenten met gevaarlijke stoffen?

Op grond van het onderzoek kan worden gesteld dat er sprake is van een meetbaar

handelingsverschil in gedrag en besluitvorming van bevelvoerders tussen brandbestrijding en

ongevallen met gevaarlijke stoffen.

Uit het observatie-experiment met vergelijkbare scenario’s is gebleken dat bevelvoerders meer moeite

hebben met OGS-scenario’s. Zo doen bevelvoerders significant langer over de inzet bij OGS

scenario’s, worden bij brand relatief sneller besluiten genomen dan bij OGS en wordt bij OGS het

uitvraagprotocol minder vaak gevolgd. Er wordt door bevelvoerders vaker een eerste verkenning

uitgevoerd bij OGS dan bij brand, maar hier wordt in het tijdspad later toe besloten. De start van de

inzet is significant later bij OGS dan bij brand. De juistheid van de inzet (prioritering,

voorzorgsmaatregelen en inzettacktiek) is beter bij brand dan bij OGS. Er wordt vaker hulp

ingeschakeld bij OGS dan bij brand, en bij OGS leunen bevelvoerders meer op de OVD. Ze zoeken

vaker contact en proberen vaker verantwoordelijkheid af te schuiven op de OVD.

Er is in de onafhankelijke meting gezocht naar de beïnvloedbare factoren die (significant) bijdragen

aan dit handelingsverschil. Uit het onderzoek blijkt dat de risicoperceptie, bestaande uit de inschatting

van ernst van de situatie en de kans op slachtofferschap (voor de bevelvoerder zelf of voor zijn/haar

manschappen), significant hoger is bij klein OGS. Dit verschil bestaat niet bij middel OGS. Wel blijkt

dat het handelingsperspectief (efficacy beliefs), bestaande uit het geloof in eigen handelen en het nut

van het handelen, significant lager is bij beide scenario’s OGS. Er is sprake van significante negatieve

correlatie: bij een hogere risicoperceptie wordt het handelingsperspectief lager. Bij klein OGS heeft

een bevelvoerder een significant hogere affectieve respons. Verder blijkt dat kennis, vaardigheden,

geoefendheid, ervaring, procedures en middelen ook bijdragen aan het handelingsverschil tussen

brandbestrijding en OGS. Wanneer bevelvoerders hun niveau van kennis- en vaardigheden niveau,

mate van geoefendheid en ervaring moeten beoordelen, beoordelen ze OGS significant lager dan de

andere disciplines (brandbestrijding en THV). Ze zien in een subjectieve beoordeling ook

mogelijkheden voor verbetering in kennis, vaardigheden en oefeningen bij OGS, maar ontkennen een

verschil tussen brandbestrijding en OGS. De uitkomsten uit het onderzoek komen overeen met de

literatuur.

Deze uitkomsten stellen dat het probleem ligt in het gebrek aan handelingsperspectief; bevelvoerders

zien hun handelen bij OGS als minder nuttig en minder uitvoerbaar. Dit veroorzaakt incorrect

handelen (maladaptief copen) zoals gezien tijdens het observatie experiment. Om een verbetering te

bewerkstelligen moet zowel de self- als de response efficacy worden verhoogd. Opvallend is dat

bevelvoerders zelf zeggen dat hun risicoperceptie en self-efficacy voldoende zijn, en dat deze

tegengestelde uitspraken negatief gecorreleerd zijn. Bevelvoerders ontkennen hierbij dus de

(significante) meting, waardoor er sprake is van ‘onbewuste onbekwaamheid’. Er is hierdoor extra

aandacht nodig voor het verhogen van de mate waarin de bevelvoerder denkt dat zijn handelen zinvol

is bij IBGS.

Page 12: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

12/20

4.2 Beantwoording probleemstelling

Met welke interventies kan een mogelijk meetbaar handelingsverschil tussen brandbestrijding

en incidenten met gevaarlijke stoffen bij bevelvoerders worden gereduceerd?

Op grond van het voorliggende onderzoek kan worden gesteld dat er sprake is van een meetbaar

handelingsverschil in gedrag en besluitvorming van bevelvoerders tussen brandbestrijding en

incidenten met gevaarlijke stoffen. De indirect beïnvloedbare factoren binnen dit handelingsverschil

zijn kennis, vaardigheden, ervaring, risicoperceptie, handelingsperspectief, procedures en middelen.

De direct beïnvloedbare factoren zijn opleiding, training, oefeningen, procedures en middelen.

De interventies die het handelingsverschil kunnen reduceren zijn:

Verduidelijken en structureren van opleiding en versterken van de kennis met als speerpunten:

o Risicobewustzijn (kunnen inschatten van de ernst van de situatie en de kans op

slachtofferschap).

o Focus op maatgevende scenario’s uit de visie IBGS, aangevuld met regionale risico’s.

o Het leren inzien van het nut en de noodzaak van het geboden handelingsperspectief.

o Het kunnen toepassen van procedures en middelen.

o Realistische scenario’s als voorbeelden (in daadwerkelijk voorkomen en herkenbare

enscenering).

o Overzicht van de overeenkomsten in plaats van focus op verschillen en voor elke situatie

een specifieke procedure.

Het versterken/verbeteren en vermeerderen van trainingen in besluitvorming, interpretatie van

informatie, omgaan met middelen en samenwerken met de AGS (bijscholing/vakbekwaam

blijven). Ook hierbij aandacht voor bovenstaande speerpunten.

Verhoging van de kwantiteit en kwaliteit van oefenen met IBGS. Realistischer oefenen, virtueel

oefenen en registratie van minimale oefenkwantiteit – en kwaliteit. Meer samen met AGS oefenen,

minder met de OVD aangezien deze functionaris bij IBGS niet meer standaard beschikbaar is.

Een versimpeling van de procedure OGS waarbij de focus ligt op veelvoorkomende incidenten. De

AGS wordt een adviseur voor de BV en de snelle redding moet worden opgenomen in de

procedure.

De informatie bij IBGS moet digitaal beschikbaar komen in een applicatie, tablet of mobiele data

terminal. De hoeveelheid informatie moet worden verminderd om zo bij te dragen aan een snelle

risico-inschatting en het bieden van toepasbaar handelingsperspectief.

Page 13: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

13/20

5 Beleidsaanbeveling

Na de voorgaande korte samenvatting van het onderzoek kunnen aanbevelingen worden gedaan op

basis van de conclusie en de onderzoeksresultaten. Deze aanbevelingen worden gericht aan de

Brandweeracademie en de landelijke vakgroep IBGS. Deze aanbevelingen zijn opgesteld als handvat

of aanvulling op de voorliggende implementatie van de visie IBGS. Bijlage 1 geeft een schematisch

overzicht van alle mogelijke interventies inclusief de vertaling naar de factoren waar de interventie

invloed op heeft.

In het algemeen kan worden gesteld dat de bevelvoerder op dit moment moeite heeft om op een

goede manier te handelen bij OGS-incidenten. Dit is vooral te wijten aan het gebrek aan de juiste

parate kennis en onvoldoende training, oefening en ervaring. De kracht van de bevelvoerder ligt bij

brand in het hoge (gepercipieerde) kennisniveau, veelvuldig en realistisch oefenen en veel inzetten.

Dit zorgt er voor dat de bevelvoerder ervaring opbouwt waardoor hij of zij minder terugvalt op kennis

en procedures. Besluitvorming bij brand schat een bevelvoerder eenvoudiger in omdat hij of zij de

situatie als overzichtelijker ervaart waardoor hij of zij makkelijker een probleemanalyse en een risico-

inschatting kan maken. Daarbij zorgen de oefeningen en inzetten bij brand voor een verhoogd

handelingsperspectief.

Bij OGS is dit omgekeerd: de bevelvoerder moet relatief veel leren zonder dat het veelvuldig herhaald

wordt. Dit zorgt er voor dat de juiste kennis niet altijd paraat is. Trainen en oefenen op het gebied van

OGS gebeuren te weinig en uitdagende inzetten zijn al helemaal schaars. Er is sprake van

ervaringsarmoede met OGS-inzetten waardoor men (bij gebrek aan parate kennis) bij een echte inzet

vaak terug moet vallen op procedures. De procedures zijn uitgebreid en complex waardoor

bevelvoerders vaak stukken vergeten. Het handelingsperspectief is daardoor significant lager dan bij

brand. Al met al heeft de bevelvoerder hierdoor moeite met zijn besluitvorming omdat een

probleemanalyse en risico-inschatting zonder de juiste kennis, ervaring en handelingsperspectief

moeilijk te voltooien is. Dit zorgt er voor dat in sommige gevallen bevelvoerders hun emoties gaan

reguleren in plaats van de risico’s; ze wijken af van aangeleerde procedures, doen extreem lang over

een incident of schuiven verantwoordelijkheden af: ze trappen op de spreekwoordelijke rem.

5.1 Opleiding en kennis

Uit het onderzoek blijkt dat kennis een struikelblok is voor bevelvoerders op het gebied van IBGS. De

stof is relatief uitgebreid door de vele mogelijke stoffen en risico’s. Zoals de visie IBGS stelt is het

beter om je als bevelvoerder voor te bereiden op realistische en veelvoorkomende scenario’s. Dit is

uiteraard afhankelijk van de risico’s in een regio.

Het verdient daarom aanbeveling om de hoeveelheid gevarieerde kennis die binnen IBGS-opleidingen

en bijscholingen gegeven wordt te structureren en verhelderen en hiermee het niveau van parate

kennis te verhogen. Een focus op de vier realistische scenario’s uit de visie (aangevuld met regionale

risico’s) zorgt voor meer parate kennis bij bevelvoerders. Dit verhoogt ook de risicoperceptie doordat

hij of zij beter de ernst van de situatie en de kans op slachtofferschap van zijn of haar bemanning kan

inschatten. Een gat in de kennis bij afwijking van standaardscenario’s moet worden opgevangen door

Page 14: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

14/20

een kundige AGS organisatie. Waar mogelijk is het verstandig de hoeveelheid kennis te beperkt te

houden om zo de stof behapbaar te houden.

De verduidelijking en tegelijk versterking van kennis zou ook moeten doorklinken in opleidingen en

bijscholingen. De opleiding moet praktischer en realistischer worden door gebruik te maken van

veelvoorkomende praktijkvoorbeelden in plaats van extremiteiten. De nadruk moet komen te liggen op

het risicobewustzijn van bevelvoerders (risico’s inschatten, probleemanalyse) en het omgaan met de

slagkracht van de TS (wat kun je wel en wanneer moet je opschalen). Juist het in beeld brengen

binnen de opleiding van overeenkomsten bij IBGS met brandbestrijding in plaats van de focus op de

verschillen, vertaald in een diversiteit aan procedures en wijzen van optreden, maakt dat een

bevelvoerder een duidelijker handelingsperspectief krijgt. De kwaliteit van instructeurs is hierbij enorm

belangrijk. De instructeur moet uiteraard boven de stof staan, maar niet boven de deelnemers. Een

IBGS-instructeur moet de bevelvoerder vooral het vertrouwen geven dat hij of zij in 95% van de

gevallen voldoende kennis heeft. Om de versterking van kennis compleet te maken dient te worden

gekeken naar hernieuwde bijscholingsmogelijkheden, waarbij kennis en praktijk worden gecombineerd

en procedures en middelen worden toegepast. Een goed voorbeeld is een dag waarin wordt

teruggekeken naar de IBGS-incidenten van dat jaar, en de kennis over deze onderwerpen wordt

herhaald en aangevuld. Ook zou er kunnen worden gedacht aan een periodieke e-learning met toets

om het kennisniveau gedwongen te verhogen.

De aanbeveling voor opleidingen en kennis samengevat:

Verduidelijk en structureer de kennis die een bevelvoerder krijgt binnen de IBGS-opleiding en

bijscholingen. De onderwerpen worden bepaald door de standaard scenario’s uit de visie

IBGS aangevuld met de regionale risico’s.

Versterk het kennisniveau binnen de vastgestelde hoeveelheid. Vul hiervoor het onderwijs aan

met meer praktische en realistische toepassingen van de benodigde theorie. Leg ook meer

focus op praktische, realistische en leuke bijscholingsmogelijkheden voor IBGS.

Garandeer de kwaliteit van IBGS-instructeurs. Draag er zorg voor dat ze zich richten op de

realiteit en niet op extremiteiten.

5.2 Training van vaardigheden

Uit het onderzoek komt naar voren dat een verbetering van vaardigheden een positief effect heeft op

de risicoperceptie, het handelingsperspectief en de besluitvorming. Dit draagt bij aan een reductie van

het verschil in doorlooptijd tussen brandbestrijding en IBGS. Ook zorgt een focus op skill-based

handelen in combinatie met een versterking van het kennisniveau voor een vermindering van het

terugvallen op procedures.

Het verdient aanbeveling om de vaardigheden van bevelvoerders met betrekking tot IBGS te

versterken. Met vaardigheden wordt bedoeld het omgaan met specifieke IBGS-middelen en

procedures, maar ook het interpreteren van informatie, besluitvorming gedurende IBGS en het

samenwerken met de AGS. Herhaling en versterking van trainen met middelen en procedures zorgt

voor een versterking van het handelingsperspectief. Door bevelvoerders te trainen in het interpreteren

van informatie vanaf ERIC of chemiekaarten en bedrijfsdeskundigen (of nieuwe informatiemiddelen,

zie paragraaf 5.5) kunnen ze sneller een beeld vormen en het risico inschatten. Dit kan door met

realistische casussen of scenario’s bevelvoerders de kans te geven om te leren. Dit heeft een positief

effect op de mate waarin de bevelvoerder in zijn of haar eigen handelen gelooft.

Page 15: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

15/20

Het trainen van besluitvorming bij IBGS sluit hier op aan; het is goed voor bevelvoerders om meer

getraind te zijn op het compleet krijgen van het beeld van een incident en de risico’s af te wegen tegen

de mogelijke handelingen. Virtueel oefenen draagt hier aan bij door te focussen op het vormen van

een beeld, vervolgens een oordeel om vervolgens een besluit te leren nemen bij IBGS. Training op

besluitvorming kan een positief effect hebben op de doorlooptijd voor een incident.

In de visie IBGS wordt een klein IBGS voortaan ook met 1 tankautospuit afgehandeld. Dit heeft

gevolgen voor de slagkracht van de brandweer en de snelheid waarmee het incident bestreden kan

worden. Het verdient daarom aanbeveling om de AGS voortaan naast adviseur van de OVD ook de

bevelvoerder te laten adviseren. Door deze samenwerking te trainen zijn beide partijen vertrouwd met

elkaar en weten ze van elkaar op welke manier ze het snelste en beste kunnen samenwerken. Deze

samenwerking is ook van belang in het geval dat een incident afwijkt van de standaard scenario’s en

er dus een tekort aan kennis bij de bevelvoerder is,

De aanbeveling voor training van vaardigheden samengevat:

Versterk de vaardigheden en daardoor het handelingsperspectief door te borgen dat er

voldoende IBGS-trainingen en herhalingen aangeboden worden in de regio’s.

Train de bevelvoerders in het interpreteren van informatie, besluitvorming en het

samenwerken met de AGS. Doe dit in de opleiding maar ook in de herhalingen. Mogelijke

trainingsvormen zijn casussen, praktijksimulatie en virtueel oefenen.

5.3 Oefeningen

De grootste winst is volgens dit onderzoek te behalen door de kwantiteit en kwaliteit van oefeningen te

verhogen. Een verbetering in IBGS-oefeningen heeft op bijna alle invloedsfactoren een positieve

uitwerking. Oefenen is ook naast daadwerkelijke inzetten de enige manier om ervaring op te bouwen.

Het verdient aanbeveling om de kwantiteit en de kwaliteit van oefenen te verhogen. Uit het onderzoek

komt naar voren dat er te weinig geoefend wordt met IBGS. Het zou goed zijn een minimaal aantal

IGBS-oefeningen vast te stellen en deze te handhaven door de wettelijk verplichte registratie in

bijvoorbeeld veiligheidspaspoort of AG5. Dit draagt bij aan de opbouw van ervaring en het kweken van

de juiste hoeveelheid risicoperceptie en handelingsperspectief. Even belangrijk is het verhogen van de

kwaliteit van oefeningen. Draag er zorg voor dat de oefeningen relevant, afwisselend, leuk en juist

geënsceneerd zijn.

Realiteit is ook hier het codewoord; laat bevelvoerders scenario’s beoefenen die volgens de

basisscenario’s en regionale risico’s realistisch zijn. Zorg ervoor dat de enscenering, gekozen stoffen,

verpakking, etikettering en transport overeenkomen met de werkelijke risico’s. Probeer realistisch

oefenen ook te faciliteren in de mogelijkheden door net zoals bij brand een incident na te bootsen. Het

zou verstandig zijn te kijken naar mogelijkheden om de basis scenario’s uit de visie beter en

realistischer te ensceneren, en dit ook uit te dragen richting de regio’s. Hierbij kan bijvoorbeeld worden

gedacht aan oefencontainers per basisscenario.

Een toevoeging is het virtueel oefenen. Tijdens het onderzoek waren bevelvoerders enthousiast over

de simulatie in ADMS. De simulaties in ADMS waren tijdens de testdagen zeer goed in staat om de

realiteit te benaderen waardoor bevelvoerders gedwongen worden om te werken met alle kennis,

vaardigheden en ervaring die ze hebben. De simulator bleek vooral een goed middel voor

bevelvoerders om te oefenen met het compleet maken van hun beeldvorming om vervolgens tot een

Page 16: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

16/20

oordeel en een besluit te komen. Ze waren van mening dat het een leuke en zinnige manier is om te

oefenen met IBGS. Virtueel oefenen draagt bij aan het verbeteren van risico-inschatting en

besluitvorming, en helpt bij het vertrouwd worden en blijven met procedures. Het is daarom bij uitstek

een geschikt middel voor bevelvoerders om IBGS scenario’s te oefenen.

Ook is het tijdens oefeningen goed om de AGS te laten samenwerken met de bevelvoerder om

vertrouwder te raken met deze samenwerking. Hierbij moet worden gewaakt voor het afschuiven van

verantwoordelijkheden of besluiten richting de AGS. Het verdient aanbeveling om in een deel van de

oefeningen de OVD buiten beschouwing te laten. Hierdoor leert een bevelvoerder dat hij of zij zelf in

staat is om een incident af te handelen zonder de hulp van een OVD.

De aanbeveling voor oefeningen samengevat:

Verhoog de kwantiteit oefeningen door een minimale hoeveelheid IBGS-oefeningen vast te

stellen en te handhaven door de wettelijk verplichte oefenregistratie.

Verhoog de kwaliteit van oefeningen door te borgen dat deze realistisch zijn en een vertaling

zijn van praktijksituaties en basis IBGS-scenario’s. Borg het realisme door realistische

enscenering, stof, verpakking, etikettering en transport.

Maak gebruik van virtueel oefenen met IBGS voor bevelvoerders als onderdeel van de

aangeboden oefeningen.

Laat tijdens IBGS-oefeningen de bevelvoerder (meer) samenwerken met de AGS en minder

met de OVD om vertrouwd te raken met de veranderingen in de visie IBGS.

5.4 Procedures

Door aanpassingen in de huidige procedure OGS wordt het voor bevelvoerders mogelijk om

effectiever en sneller op te kunnen treden. Aanpassingen hebben voornamelijk invloed op de snelheid

van besluitvorming maar ook op het handelingsperspectief. Echter is het op basis van de theorie en

het onderzoek duidelijk geworden dat er meer tijd en moeite moet worden gestoken in kennis,

vaardigheden en ervaring aangezien procedures pas echt belangrijk worden wanneer er een gebrek

aan kennis en ervaring is ontstaan.

Procedures zouden zoveel mogelijk moeten worden versimpeld. De visie IBGS voorziet er in door het

vervangen van het chemiepak door een vuilwerkpak, een vermindering van de taken en het

specialiseren van een aantal taken zoals ontsmetting. Het is belangrijk om de procedure hier op aan te

passen, zodat deze verandering daadwerkelijk het handelingsperspectief verbreedt.

Een andere versimpeling is een benadrukken van de overeenkomsten met brandbestrijding, in plaats

van de verschillen. Een voorbeeld hiervan is de prioriteitenlijst bij inzetten. Deze kan gelijk worden

getrokken met brandbestrijding:

1. Eigen veiligheid (opstelplaats, afstanden, PBM’s, meten).

2. Redden (incl. slachtofferbehandeling, ook ontsmetten).

3. Stabiliseren (blussen of lekkage stoppen).

4. Verspreiding voorkomen (inclusief ontsmetten personeel).

5. Herstel (inclusief afbouw, overdracht, nazorg).

Deze reeks komt in de huidige procedure niet zo sterk naar voren. Door dit voor meer onderdelen

gelijk te trekken herkent de bevelvoerder eerder de stappen van de procedure.

Page 17: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

17/20

Het verdient aanbeveling om gezamenlijk na te denken over het omvormen naar doelvoorschriften of

richtlijnen in plaats van een procedure. Dit heeft voor- en nadelen, maar door de frequentie van IBGS

incidenten en de ervaring en bekendheid met de procedure zouden doelregels of richtlijnen zorgen

voor bewust handelen in plaats van proberen de geleerde stappen af te gaan (het spreekwoordelijke

‘een aap een kunstje leren’). Een voorbeeld is het verminderen van het aantal procedures voor elke

specifieke situatie, en meer algemene handelingsperspectieven voor incidentbestrijding. Hierdoor

komt er meer aandacht voor de risico’s.

Het vermaken van IBGS tot specialisme is een veelgehoorde wens. Dit zou het takenpakket verlichten

van een normale TS, terwijl de specialist meer ervaring opbouwt doordat hij of zij bijna altijd ter plaatse

komt bij incidenten met gevaarlijke stoffen. De visie voorziet hierin door te differentiëren in de mate

van specialisme, maar stelt daarnaast dat IBGS wettelijk toebehoort aan de brandweer. Dit onderzoek

onderschrijft het behoud van IBGS als basistaak,maar onderbouwt dat er dan wel gewerkt moet

worden aan kennis, vaardigheden en ervaring. Elke bevelvoerder kan immers te maken krijgen met

IBGS en moet daarop voorbereid zijn.

Ook in de procedure zou moeten worden opgenomen dat een bevelvoerder wanneer nodig contact

opneemt met de AGS. Dit maakt de weg vrij voor bevelvoerders die zich eventueel bezwaard voelen

dat ze tussen de OVD en AGS komen, en bevordert deskundige operationele advisering. Snelle

redding staat al expliciet in de visie IBGS. Het advies van dit rapport is om de taak ‘snelle redding’

door te vertalen naar een zinvol handelingsperspectief voor bevelvoerders om zo de

handelingsmogelijkheden te vergroten.

De aanbeveling voor procedures samengevat:

Versimpel voor zover mogelijk de procedure door het afschaffen van onnodige stappen. Denk

ook na over het overstappen op doelvoorschriften en/of richtlijnen.

Benadruk de overeenkomsten met brandbestrijding en THV in plaats van de verschillen.

Neem in de procedure op dat een bevelvoerder wanneer nodig contact opneemt met de AGS.

Vertaal de taak snelle redding in een zinvol handelingsperspectief.

Vertaal de afschaffing van het chemicaliënpak naar een verbreding van snelle

handelingsmogelijkheden binnen de procedure.

5.5 Middelen

De middelen die specifiek voor IBGS beschikbaar zijn, moeten de gewenste veranderingen

ondersteunen. Een verandering van middelen kan invloed hebben op het handelingsperspectief, de

besluitvorming en daarmee de doorlooptijd.

Het verdient aanbeveling om ook de beschikbare informatievoorziening te versimpelen. Een

bevelvoerder is bij het opzoeken van stofinformatie voornamelijk geïnteresseerd in direct bruikbare

informatie: wat zijn de risico’s, in welke bescherming moet ik optreden, hoe moet ik ontsmetten? Het

ERIC-kaartenboek voorziet hier natuurlijk al in, maar is volgens bevelvoerder nog te uitgebreid en

complex. Een simpele tabel met daarin de basisinformatie zou hierbij helpen. Aanvullende informatie

en advies kan de bevelvoerder van de AGS krijgen.

Bevelvoerders spreken zich positief uit over het gebruik van digitale informatievoorziening via

applicaties, een tablet of de mobiele data terminal. Het opzoeken van stoffen, actuele gegevens zoals

meteo en aanvullende informatie van de AGS zouden hierbij het doel zijn. Dergelijke vormen van

Page 18: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

18/20

informatievoorziening zouden netcentrisch kunnen worden gebruikt door de AGS, OVD en meldkamer

met foto’s te informeren. Daarnaast kunnen de AGS, OVD en meldkamer aanvullende informatie

inschieten.

Om de verschillen tussen brandbestrijding en incidentbestrijding met gevaarlijke stoffen nog verder te

verkleinen is het interessant om te kijken naar de mogelijkheden voor een kwadrantenmodel IBGS. Dit

zou bevelvoerders een verdere houvast kunnen bieden als middel. Er moet echter wel worden

geborgd dat dit kwadrantenmodel net zo simpel wordt bevonden door bevelvoerders als het

kwadrantenmodel bij brand.

Er is bij bevelvoerders behoefte aan duidelijkheid over de stoffen waarvoor een gaspakkenteam moet

komen. Het verdient aanbeveling om dit mee te nemen in de digitale informatievoorziening of een lijst

te creëren waarin deze stoffen worden benoemd.

De aanbeveling voor middelen samengevat:

Versimpel informatievoorziening bij IBGS; informeer bevelvoerders alleen over de risico’s,

handelingsperspectief, beschermingsniveau en aanbevolen ontsmetting. Doe dit bij voorkeur

met symbolen of tabellen.

Denk na over de mogelijkheden van digitale informatievoorziening via applicaties, tablets en

mobiele data terminals. Onder andere opzoeken van stoffen, meteo enz. Ook mogelijkheid tot

netcentrisch werken door delen van foto’s en adviezen door BV, MK, OVD en AGS.

5.6 Ideeën

Binnen het onderzoek en gedurende de netwerkdag OGS op 5 juni 2014 zijn een aantal ideeën

ontwikkeld op basis van de resultaten en de gestelde aanbevelingen. Deze ideeën zijn praktische

uitwerkingen van de beleidsaanbeveling.

Opleidingen

Een periodieke e-learning over IBGS waarin het parate kennisniveau verhoogd kan worden.

Hierin kan wanneer nodig een toets worden verwerkt waardoor het bijscholen een verplicht

karakter krijgt.

Intervisie bijeenkomsten met bevelvoerders, OVD’s en AGS’en waarin de IBGS-incidenten

van het afgelopen jaar besproken worden en de benodigde kennis per functie wordt

opgehaald.

Benadrukken van overeenkomsten tussen brand en IBGS in de opleiding. Door dezelfde

stappen van aanpak aan te leren wordt een IBGS makkelijker hanteerbaar.

Trainingen

Besluitvormingstrainingen voor bevelvoerders waarin met virtueel oefenen de stappen van

aanpak, procedures en beeldvorming & oordeelsvorming worden getraind.

Train de AGS in het adviseren van de bevelvoerder en de bevelvoerder in het samenwerken

met de AGS.

Page 19: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

19/20

Oefenen

Monitor in de implementatieperiode van IBGS de oefenregistratie. Controleer

steekproefsgewijs of de gestelde doelen worden behaald en of alle functies (inclusief

bevelvoerders) voldoende oefenen.

Ga in overleg met producenten en vervoerders van de stoffen die binnen de maatgevende

scenario’s vallen. Kijk of het mogelijk is om in publiek-private samenwerking nog meer

realisme in het oefenen te brengen door de risico’s vanuit deze partijen op te nemen in het

oefenprogramma.

Kijk welke mogelijkheden er zijn voor het realistisch ensceneren met bijvoorbeeld

oefencontainers per maatgevend scenario uit de visie. Door regio’s de enscenering aan te

rijken heeft de landelijke vakgroep zelf meer grip op het realisme en de kwaliteit van het

oefenen. Dit kan eventueel ook bij oefencentra in plaats van containers.

Virtueel oefenen draagt bij aan de bekendheid met procedures, beeldvorming en een

vergroting van ervaring. Veel regio’s beschikken al over de apparatuur. De landelijke vakgroep

zou scenario’s en oefeningen kunnen ontwikkelen die passen binnen de visie en de

maatgevende scenario’s. Hierdoor blijft het realisme gegarandeerd en zijn regio’s sneller

geneigd om te oefenen met IBGS (ze hoeven immers zelf geen scenario’s meer te

ontwikkelen).

Procedures

Maak de procedurestappen bij brandbestrijding en IBGS gelijk. Uiteraard hebben deze per

taak een verschillende invulling, maar door in ieder geval de titel en volgorde gelijk te trekken

voorkom je onduidelijkheid en zal een bevelvoerder makkelijker volgens procedure kunnen

werken. Een basisprocedure incidentbestrijding zou dus wellicht een oplossing zijn.

Laat een versimpeling van procedures ook duidelijk naar voren komen als ‘verkoopargument’

om het imago van IBGS te verhogen. Door aan te geven dat er geluisterd wordt naar de

wensen van bevelvoerders en de positieve veranderingen in de procedure (en de visie IBGS)

duidelijk te communiceren, zal dit bijdragen aan de acceptatie van de veranderingen.

Middelen

Een gecombineerd informatiesysteem waarbinnen een bevelvoerder alles wat betreft IBGS

kan doen. Door het invoeren van UN/GEVI of naam, de situatiegegevens zoals binnen/buiten,

meteo ter plaatse, wel – geen direct contact met de stof verschijnt in vier vakken een simpel

advies. Hierbij kan worden gedacht aan risico’s, beschermingsniveau, handelingsperspectief

en stabilisatie. Het beste hierbij is het gebruik van symbolen met korte steekwoorden zodat

de bevelvoerder niet zoals nu bij het ERIC boek een lijst tekst hoeft door te lezen. De

onderliggende theorie achter deze informatie is onder andere de beslistabel uit de visie IBGS

waarbij de klassen van stoffen worden afgezet tegen de gewenste beschermingsgraad.

Binnen een gecombineerd informatiesysteem kan er ook netcentrisch gewerkt worden. De

AGS en de meldkamer kunnen informatie toevoegen of meelezen. Ook kan de bevelvoerder

foto’s maken en deze doorsturen zodat de AGS aanrijdend al een goed beeld kan vormen en

zijn of haar advies kan bijstellen.

Een kwadrantenmodel IBGS zou aansluiten binnen de huidige veranderingen binnen

brandweerdoctrine en verkleint het gat tussen brand en IBGS. Dit zorgt voor een extra

handvat.

Een ander handvat is een soort RSTV model voor IBGS waarin de bevelvoerder kijkt naar de

uiterlijke kenmerken van het incident om zo de risico’s in te kunnen schatten. Door

bijvoorbeeld gevaarsindicatie, damp, effecten etc gestructureerd te beoordelen kan een

bevelvoerder sneller de situatie inschatten

Page 20: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

20/20

On

de

rde

el

Inte

rve

nti

eU

itw

erk

ing

Op

me

rkin

g

Ken

nis

niv

eau

ver

ster

ken

RP

ver

ho

gen

, pra

ktij

kvo

orb

eeld

enH

uid

ige

ken

nis

, nie

t ve

rbre

den

of

verd

iep

enX

XX

Ken

nis

ver

an

der

enFo

cus

op

vee

lvo

ork

om

end

e in

cid

ente

nV

erli

chte

n o

nd

erd

elen

RA

en

bio

age

nti

aX

XX

Ver

sma

llen

ken

nis

Ho

evee

lhei

d k

enn

is v

erm

ind

eren

Beh

ap

ba

ard

er m

ake

n, f

ocu

s o

p v

eelv

oo

rko

men

de

inci

den

ten

.X

XX

Op

leid

ing

vers

imp

elen

Pra

ktis

cher

en

min

der

uit

geb

reid

Min

der

bre

ed m

aa

r st

erke

r o

p v

eelv

oo

rko

men

de

inci

den

ten

.X

XX

Kw

ali

teit

in

stru

cteu

rsM

eer

geri

cht

op

do

elgr

oep

, min

der

va

kdo

cen

tM

ind

er p

rofi

lere

n a

ls 'd

esku

nd

ige'

, nie

t te

mo

eili

jk w

ille

n m

ake

n.

XX

XX

XX

Va

ard

igh

eden

ver

ster

ken

Mee

r a

an

bie

den

va

n h

erh

ali

nge

nV

erst

erki

ng

skil

lba

sed

ha

nd

elen

(in

co

mb

ina

tie

met

oef

enen

).X

XX

X

Tra

inen

op

bes

luit

vorm

ing

Tra

inin

g sn

elle

re b

eslu

itvo

rmin

g b

ij O

GS

Focu

s o

p k

riti

eke

pu

nte

n r

isic

oin

sch

att

ing

per

typ

e st

of.

XX

XX

XX

X

Nie

uw

e tr

ain

ings

vorm

enW

ork

sho

pd

age

n v

oo

r b

evel

voer

der

sLa

at

de

bev

elvo

erd

er w

ork

sho

ps

kiez

en d

ie v

oo

r h

em r

elev

an

t zi

jn.

XX

XX

Kw

an

tite

it v

erh

oge

nM

inim

aa

l a

an

tal

oef

enin

gen

va

stst

elle

nB

org

ing

do

or

regi

stra

ties

yste

men

(w

ette

lijk

ver

pli

cht)

XX

XX

XX

X

Kw

ali

teit

ver

ho

gen

Afw

isse

len

d, r

eali

stis

ch, a

fges

tem

d o

p R

RP

Leu

ke e

n p

rakt

isch

e o

efen

inge

n, a

fges

tem

d o

p l

oka

le r

isic

o's

.X

XX

XX

XX

Rea

list

isch

oef

enen

Ensc

ener

ing,

sto

ffen

, tra

nsp

ort

mid

del

Net

als

bra

nd

co

mfo

rta

bel

wo

rden

met

ris

ico

. Ju

iste

en

scen

erin

g.X

XX

XX

XX

Vir

tuee

l o

efen

enSc

ena

rio

's a

fwer

ken

m.b

.v. s

imu

lato

rV

erb

eter

ing

van

ris

ico

insc

ha

ttin

g en

bes

luit

vorm

ing.

XX

XX

XX

X

Toev

oeg

en A

GS

aa

n B

V o

ef.

De

BV

la

ten

oef

enen

in

sa

men

wer

kin

g m

et A

GS.

Lere

n s

am

enw

erke

n, v

oo

rko

men

afs

chu

iven

.X

XX

XX

XX

XX

Mee

r o

efen

en v

erke

nn

ing

Bij

oef

enin

gen

(en

pro

ced

ure

) m

eer

aa

nd

ach

tB

V's

tra

inen

om

met

ver

ken

nen

bee

ldvo

rmin

g co

mp

leet

te

ma

ken

.X

XX

XX

X

OV

D b

uit

en o

efen

inge

n l

ate

nZo

nd

er O

VD

een

in

cid

ent

kun

nen

afh

an

del

enLe

ren

om

zo

nd

er h

ulp

of

afs

chu

iven

zel

f b

eslu

iten

te

ma

ken

.X

XX

XX

XX

Ver

sim

pel

en p

roce

du

reV

erm

ind

eren

ho

evee

lhei

d e

n v

ersi

mp

elen

Pre

pa

rere

n o

p r

egel

ma

at,

po

siti

ef e

ffec

t R

P e

n E

ff.

XX

XX

XX

X

OG

S w

ord

t sp

ecia

lism

eA

pa

rte

OG

S p

loeg

en p

er r

egio

, TS

all

een

red

din

gSp

ecia

list

en m

et b

red

ere

en d

iep

ere

ken

nis

en

mee

r er

vari

ng.

XX

X

BV

in

co

nta

ct m

et A

GS

In p

roce

du

re B

V s

tan

da

ard

co

nta

ct o

p l

ate

n n

emen

Bet

ere

bee

ld-

en o

ord

eels

vorm

ing,

po

stie

f ef

fect

RP

en

Eff

.X

XX

XX

Snel

le r

edd

ing

op

nem

enSn

elle

red

din

g o

pn

emen

in

pro

ced

ure

Bev

ord

eren

ha

nd

elin

gsp

ersp

ecti

ef e

n s

nel

hei

d.

XX

XX

X

Een

du

idge

pro

ced

ure

In h

et h

ele

lan

d d

ezel

fde

ba

sis

pro

ced

ure

Vo

ork

om

en o

nd

uid

elij

khei

d t

uss

en r

egio

's (

bij

bij

sta

nd

).X

Dig

ita

le i

nfo

rma

tiev

oo

rz.

Act

uel

e ge

geve

ns

incl

sto

fris

ico

's o

p a

pp

lica

tie

Mo

geli

jkh

eid

vo

or

AG

S/M

K o

m a

dvi

ezen

/ris

ico

's i

n t

e sc

hie

ten

.X

XX

X

Info

rma

tie

vers

imp

elen

All

een

no

g ri

sico

's, b

esch

erm

ing,

ha

nd

elin

gsp

ers.

ERIC

is

te v

eel.

Sp

ecif

ieke

in

form

ati

e vi

a A

GS.

XX

XX

XX

XX

Ch

emie

pa

k b

lusk

led

ing

Ch

emie

pa

k a

fsch

aff

en, e

ven

tuee

l sp

ato

vera

lV

oo

r ec

hte

gev

aa

rlij

ke s

toff

en g

asp

akk

en.

XX

X

Lijs

t st

off

en -

-> g

asp

ak

Lijs

t m

et s

toff

en w

aa

rvo

or

gasp

akk

ente

am

no

dig

is.

Vu

istr

egel

s vo

or

ha

nd

elin

gsp

ersp

ecti

ef e

n s

nel

hei

d i

nci

den

tX

XX

Vulnerability

Self efficacy

Response efficacy

Procedures

Middelen

Besluitvorming

Tijd

He

eft

po

siti

eve

invl

oe

d o

p:

Kennis

Vaardigheden

Ervaring

Severity

Mo

gelij

ke in

terv

en

tie

s o

.b.v

. o

nd

erz

oe

k

Op

leid

inge

n

Tra

inin

gen

Oef

enen

Pro

ced

ure

Mid

del

en

Bijlage 1: Mogelijke interventies

Page 21: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

1 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Bijlagen

Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet! Reductie van handelingsverschillen bij incidenten met gevaarlijke stoffen.

Instituut Fysieke Veiligheid

Brandweeracademie

Postbus 7010

6801 HA Arnhem

www.ifv.nl

[email protected]

026 355 24 00

Page 22: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

2 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ......................................................................................... 2

I Interviewopzet ....................................................................................... 3

II Lijst geïnterviewden ............................................................................... 5

III Observatieschema afhankelijke variabelen ............................................... 6

IV Scenariovolgorde .................................................................................. 8

V Standaardtijden response ....................................................................... 9

VI Scenario’s .......................................................................................... 10

VI Zwaartepuntenlijst scenario’s ............................................................... 37

VII vergelijkbaarheid scenario’s ................................................................ 39

VIII Vragenlijsten ................................................................................... 40

IX Codeboek variabelen ........................................................................... 48

X Lijst deelnemende regio’s...................................................................... 49

XI Communicatie naar regeio’s en bevelvoerders ........................................ 50

XII Resultaten – statistische tabellen ......................................................... 52

XIII Uitkomsten interviews ....................................................................... 65

XIV Open antwoorden bevelvoerders ......................................................... 67

XV Verschillen metingen brand-OGS .......................................................... 72

XVI Mogelijke interventies ....................................................................... 74

XVII Projectbeheer .................................................................................. 76

XVIII Variabelen ..................................................................................... 82

Page 23: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

3 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

I Interviewopzet

Gegevens interviewer en respondent

Naam interviewer(s): Thijs Geertsema

Datum interview:

Gegevens respondent:

Locatie interview:

Tijd interview:

Hulpmiddelen:

Afspraken:

Methodologische gegevens

Doel interview: Visie vakspecialist op probleemstelling en onderzoeksvragen: Welke zichtbare en latente verschillen zijn er met betrekking tot brandbestrijding en ongevallen met gevaarlijke stoffen binnen de brandweer volgens betrokkenen en specialisten?.

Probleemstelling: Met welke interventies kan een mogelijk meetbaar handelingsverschil tussen brandbestrijding en incidenten met gevaarlijke stoffen bij bevelvoerders worden gereduceerd?

Inhoud interview

Inleiding: Uitleg onderzoek, opzet int. / exp/ enq. Uitleg doel inteview. Opzet interview: interviewvragen, maar afwijken en uitweiden is gewenst! Wanneer mogelijk doorvragen op onderzoeksvragen

Vraag Antwoord

1. Wat is uw functie, relatie tot OGS/IBGS, ervaring?

2. Bent u bekend met fenomeen ‘remmen bij OGS’? Wie / wanneer / waar / wat

3. Volgens u de oorzaak van de ‘rem’ in deze voorbeelden? zichtbaar en latent

4. Waar liggen volgens u de oorzaken van handelingsverschillen tussen brand en OGS? zichtbaar en latent

Page 24: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

4 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

5. Welke verschillen ziet u tussen brand en OGS in OTO

6. Welke andere verschillen ziet u tussen brand en OGS?

7. Welke uitwerking hebben deze verschillen op handelen van BV’s volgens u? angst / RP / eff

8. Op welke manier denkt u dat IBGS kan bijdragen aan een handelingsverschil? beleid / onderwijs / oefenen / materiaal / protocol

9. Overige topics: besluitvorming / risicoperceptie / angst / efficacy / kennis en vaardigheden / ervaring /

Uitleiding: Bedanken, mogelijkheid tot opsturen interview. Inzage onderzoek en feedback is altijd welkom.

Setting interview

Interviewopstelling

Storende factoren

Sfeer/context

Attitude respondent

Page 25: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

5 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

II Lijst geïnterviewden

Manon Oude Wolbers - Vakdecaan OGS en risicobeheersing (Brandweeracademie)

Jaap Molenaar - Vakdecaan brandbestrijding en HV (Brandweeracademie)

Herman Schreurs - Sectiehoofd planvorming en Advisering / AGS, NCTV, Min. VenJ

Dick Arentsen - Lid BOT-mi, AGS, lid landelijke vakgroep

Jasper Derks – AGS, regionaal staffunctionaris OGS

Ruud Struijk – AGS & MPL, vakbekwaamheid GS, veiligheidsadviseur

Jos Dresen – AGS, WVD, docent HBT

Claudia Prins – Plaatsvervangend clustercommandant, AGS, portefeuillehouder OGS.

Page 26: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

6 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

III Observatieschema afhankelijke variabelen Observatie - tijd

Fase Omschrijving Waarde

Uitrukfase

Melding: melding komt binnen bij BV Moment 0: start meting

Uitrukken: BV besluit weg te rijden Tijdstip van besluit

Ter plaatse komen Tijdstip TP: uitstappen

Verkenning

Moment besluiten tot eerste verkenning Tijdstip van besluit

Moment besluiten tot definitieve verkenning Tijdstip van besluit

Nader bericht aan AC na verkenning Tijdstip van bericht

Inzet

Moment tot bekendmaken van inzetplan aan manschappen (opdracht) Tijdstip bericht

Moment tot bekendmaken van inzetplan aan OvD Tijdstip bericht

Moment tot start daadwerkelijke inzet Tijdstip commando start

Communicatie Moment contact maken met OvD Tijdstip communicatie (1e aanroep)

Moment contact maken met AGS Tijdstip communicatie (1e aanroep)

Overig Moment tot opschalen door BV in bericht aan AC Tijdstip bericht

Page 27: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

7 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Observatie - besluiten

Omschrijving Opmerkingen

Wegrijden

Laat de BV de TS direct uitrukken na de

alarmering?

Na de melding vanaf AC wegrijden of

wachten? Ja Nee

UitvragenVolgt de BV het uitvraagprotocol?

object, omgeving, windrichting, stof,

bluswater, meetapp, afstand, Ja

Gedeeltelijk

(afwijking: 2) Nee

Laat de BV de TS z.s.m. (prio 1) aanrijden? AC zegt prio 1 Ja Nee

Laat de BV boven- of benedenwinds aanrijden? Afhankelijk van scenario Bovenwinds Benedenwinds

Bovenwinds of benedenwinds? Afhankelijk van scenario Bovenwinds Benedenwinds

Maakt de BV gebruik van een opstellijn? Afhankelijk van scenario Ja Nee

Gebruikt de BV bij de opstellijn de veiligheids

afstanden zoals beschreven in de procdures? OGS: 100/25/12 m, brand: ? M Ja

Nee, ruimer

dan nodig

Nee, minder

dan nodig

Laat de BV op tijd de ademlucht omhangen? Afhankelijk van scenario Ja Nee, te vroeg Nee, te laat

Laat de BV de manschappen de juiste PBM's

gebruiken?

Straalpijp, laarzen, handschoenen,

chemiepak Ja Nee, te weinig Nee, te veel

Laat de BV een eerste verkenning uitvoeren?

Windrichting, ondervragen omstanders,

visuele waarneming, explmeting Ja Nee

Laat de BV een definitieve verkenning

uitvoeren?

Rondomverkenning, metingen,

identificatie, zoeken SO's

Laat een BV wanneer mogelijk een snelle

redding uitvoeren? SO redden / stabiliseren situatie Ja Nee

Neemt de BV contact op voor ondersteuning

met de OvD? Ruggespraak of orders? Ja, overleg

Ja, laat OvD

besluiten Nee

Neemt de BV contact op voor ondersteuning

met de AGS? Adviesvraag, scenario afhankelijk Ja, overleg Nee

Schaalt de BV op? Opschalen van huidige situatie Ja, terecht Ja, onterecht Nee

Wacht de BV op de komst van de OvD voordat

hij gaat inzetten? Afwachten, afschuiven, onzeker Ja Nee

Heeft het inzetplan de juiste prioritering? Redding, bron, (ontsmetting), effect Ja Nee

Neemt de BV de juiste voorzorgsmaatregelen in

het inzetplan?

PBM's, afstanden, instructies,

hoeveelheid lucht Ja Nee

Kiest de bevelvoerder de juiste inzettacktiek? Defensief/offensief, binnen/buiten Ja Nee

Communiceert de BV met de overige

hulpverleners

Gnk hulpverlening SO's, afzetting,

ontruiming, overig Ja Nee

Communiceert de BV met deskundigen? Oorzaak, effecten Ja Nee

Snelheid De snelheid van de incidentbestrijding ? Afhankelijk van scenario Snel Normaal Langzaam

Uitstraling Wat is de uitstraling van de BV? Indruk Rust Gespannen Paniek

Waardes

Verkenning

Communicatie

externOverig

Fase

Aanrijden

Opstellen

Voorbereiding

Actie (V)

Communicatie

intern

Actie (I)Inzet

Plan

Uitrukken

Page 28: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

8 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

IV Scenariovolgorde

Mogelijkheid 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e

1 KB KO MB MO 25 KB KO MB MO

2 KB KO MO MB 26 KB KO MO MB

3 KB MB KO MO 27 KB MB KO MO

4 KB MB MO KO 28 KB MB MO KO

5 KB MO MB KO 29 KB MO MB KO

6 KB MO KO MB 30 KB MO KO MB

7 KO KB MO MB 31 KO KB MO MB

8 KO KB MB MO 32 KO KB MB MO

9 KO MB KB MO 33 KO MB KB MO

10 KO MB MO KB 34 KO MB MO KB

11 KO MO KB MB 35 KO MO KB MB

12 KO MO MB KB 36 KO MO MB KB

13 MB MO KB KO 37 MB MO KB KO

14 MB MO KO KB 38 MB MO KO KB

15 MB KO MO KB 39 MB KO MO KB

16 MB KO KB MO 40 MB KO KB MO

17 MB KB MO KO 41 MB KB MO KO

18 MB KB KO MO 42 MB KB KO MO

19 MO MB KO KB 43 MO MB KO KB

20 MO MB KB KO 44 MO MB KB KO

21 MO KB MB KO 45 MO KB MB KO

22 MO KB KO MB 46 MO KB KO MB

23 MO KO MB KB 47 MO KO MB KB

24 MO KO KB MB 48 MO KO KB MB

KB: kleine brand

MB: middel brand

KO: klein OGS

MO: middel OGS

Page 29: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

9 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

V Standaardtijden response

Standaard tijden scenario's Tijdstip Bericht

X Eerste alarmering

X+2 min Nader bericht vanaf MK

X+3 min Ter plaatse komen (prio 1)

X+5 min Ter plaatse komen (prio 2 of rustig rijden)

X+3/5 min Response Pol/VK/betrokkenen enz.

X+10 min MK vraagt om nader bericht (wanneer de BV deze nog niet heeft gegeven)

X+19 min OVD ter plaatse (sitrap): einde oefening (behalve KB)

Y Bevelvoerder schaalt op

Y+4 min 2e TS ter plaatse

Y+10 min OVD meld zich in (niet ter plaatse!)

Y+12 min AGS meld zich in (niet t.p., alleen bij OGS)

Z Bevelvoerder geeft opdracht tot verkenning

Z+4 min Response geeft bericht verkenning

Page 30: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

10 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

VI Scenario’s

Antwoordprotocol scenario’s ADMS computersimulatie onderzoek IBGS

Het antwoordprotocol bestaat uit; een leeswijzer, de rolverdeling tussen de response en de technisch regisseur, de samenvatting van het scenario met

een print screen uit ADMS van het incident en tot slot de teksten die de response / technisch regisseur moet zeggen.

Leeswijzer

In het antwoordprotocol staan de teksten die de response moet geven op (verwachte)vragen of opdrachten van de proefpersoon (bevelvoerder, BV)

Indien de kandidaat vragen stelt waarin het antwoordprotocol niet voorziet dan antwoordt de repsonse / technisch regisseur in een logische lijn met het

scenario.

Het antwoordprotocol is opgedeeld in drie fasen (uitrukfase 1 pagina, verkenningsfase 2 pagina’s en inzetfase 1 pagina). Elke fase heeft 5 kolommen,

voor elke functionaris/persoon in het scenario een, met een eigen kleur. In de kolom staan de vragen die de BV zeer waarschijnlijk aan die

functionaris/persoon gaat stellen. Eerst is de vraag of opdracht die de BV geeft, daaronder staat onderstreept het antwoord dat u als response moet

geven in de rol van de functionaris/persoon aan wie de vraag is gesteld. Soms moet u als response iets zeggen omdat de kandidaat heeft nagelaten iets

te vragen. Dit staat in dezelfde kleur gearceerd als die van de betreffende functionaris/persoon, maar dan een tint lichter. Deze tekst zegt u in de

betreffende rol. De timing hangt af van het tempo van de kandidaat.

In het antwoordprotocol kunt u de volgende afkortingen tegenkomen: BV (bevelvoerder), VK (verpleegkundige). Het antwoordprotocol moet naast het

storyboard gelezen worden. Er zit een tijdsbalk in het antwoordprotocol. D.w.z. dat het antwoordprotocol per kolom gelezen moet worden (verticaal).

Dat zal de meest waarschijnlijke volgorde zijn waarin de BV zijn vragen stelt. Horizontaal zit er geen tijdsbalk in.

Rolverdeling waarnemer, response en technisch regisseur:

De technisch regisseur geeft de reacties van de manschappen aan de BV, de response doet de overige rollen (AC, OVD, AGS, politie, VK,

omstanders, betrokkenen)

De response geeft de prio 1 melding zoals vermeld boven de uitrukfase.

Als een kandidaat twee of meer opdrachten geeft aan zijn manschappen, antwoordt de technisch regisseur, in de hoedanigheid van de

manschappen: “BV, 111/112/113/114 hier, ik ben nog met mijn eerste opdracht bezig.”

Als een commando onduidelijk is, vraagt de response /TR in de hoedanigheid van de persoon die de opdracht krijgt: “BV ik heb de opdracht niet

begrepen.” of “, wat bedoelt u BV precies met ….”

Als een manschap klaar is met zijn taak, zegt de technisch regisseur dat in de rol van de betreffende manschap, die die taak heeft uitgevoerd.

Als de kandidaat het antwoord niet goed heeft gehoord, herhaalt de repsonse/TR wat hij gezegd heeft.

Als de kandidaat iets aan een bewusteloos slachtoffer vraagt, dan niet antwoorden.

De technisch regisseur meldt als de 120 of andere opgeschaalde eenheden ter plaatse is/zijn.

De technisch regisseur geeft de afstand tot het incident aan.

De response heeft de beschikking over een chemiekaartenboek en ERIC-kaartenboek en overhandigt deze op vraag van de BV. Zie verder

antwoordprotocol.

Als een slachtoffer naar buiten wordt gehaald, meldt de verpleegkundige zich bij de BV. (response zegt in de rol van VK dat hij er is, de

technisch regisseur visualiseert het)

Page 31: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

11 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

De waarnemer kan aan de response en TR kaartjes toeschuiven. Dit zijn escalatiekaartjes. De TR visualiseert de escalatie en de response maakt

dit kenbaar. Eventueel kan de waarnemer dit ook inbrengen.

De waarnemer kan aanwijzingen geven aan de TR en de response. Dit doet hij met een kladblok om afleiding te voorkomen.

Antwoordprotocol scenario [Kleine brand KB] ADMS computersimulatie onderzoek IBGS

Scenario storyboard – kleine brand (KB) Bij een bedrijfsloods van de firma MAS in VR stad staat op de parkeerplek een container met bedrijfsafval. Het gaat om een bedrijf met overslag van

goederen in diverse logistieke hoeveelheden zoals pallets, dozen, enz. Op dinsdagmorgen 10.30 uur ontstaat er brand in de container. De container

staat tegen de loods aan. De container bevat bedrijfsafval, maar er wordt af en toe ook ander afval in gedumpt. Om de container heen staan een aantal

auto’s. De loods is gebouwd in 2008, de brandcompartimenten zijn volledig en de WBDBO is 60 minuten. De omliggende panden zijn kantoorgebouwen

en een bedrijfspand. Op 200 meter staat een tankstation (geen LPG).

De vlammen slaan bij het ter plaatse komen uit de container, en staan er ook nog wat banden naast de container in de brand. Het blijkt dat er

dakdekkers aan het werk zijn en perongeluk smeulend materiaal in de container hebben gegooid. De dakdekkers staan nog op het dak, aangezien hun

ladder vlakbij de container staat. De bedrijfsloods heeft al wel wat verkleuring aan de buitenzijde, maar niets wat duidt op doorslag. Er is veel publiek

(20-30 man) die op 10 meter staat te kijken en te filmen. Het bedrijf wordt ontruimd door de BHV, een poging door de BHV om de container te blussen

slaagt niet, de BHV’er raakt hierdoor licht gewond. De preventieve voorzieningen (BMC en sprinkler) is buiten werking gesteld door het bedrijf vanwege

werkzaamheden. De weg (Rembrandtlaan) die op 10 meter van de container ligt is een hoofdontsluitingsweg. Bij afsluiten van die weg ontstaat er een

flinke opstopping.

Globaal verwachte inzet:

-afzetten bedrijfsterrein -ploeg 1 blussen met adembescherming

-ploeg 2 naar binnen met adembescherming , verkenning -HW: dakdekkers van het dak halen -chauffeur: WW gereedmaken, ademluchtregistratie, koelen brandwonden SO

-aanstralen omgeving voorkomen (auto verplaatsen) -blussen met water of schuim: keuze

-terugkeer als brand geblust is

Page 32: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

12 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Samenvatting storyboard kleine brand

Enkele gegevens uit het storyboard samengevat op een rijtje gezet.

Tijdstip melding: 10:35 uur dinsdagmorgen. De melding is: “Hier AC, ik heb een prio 1 melding voor u. Containerbrand bij firma MAS op de kruising

Aldrin/Rembrandtlaan.

Bron Slachtoffer Politie Omgeving Situatie Escalatie

Container staat in

de brand naast een

bedrijven loods.

Container gevuld

met bedrijfsafval.

Afmetingen 3x8x4

meter. Brand

ontstaan door

smeulend materiaal

dakdekkers. Naast

de container ook

nog wat brandende

banden.

BHV-er met

brandwonden.

Pand is ontruimd.

Twee dakdekkers op

het dak (niet

gewond).

Eerste twee politie

eenheden zijn ter

plaatse, kijken of

het pand al

ontruimd is.

Weg is

hoofdontsluitingswe

g, afsluiten is erg

belastend.

Bedrijvenloods aan

de rand van een

stad. Diverse

administratieve

kantoorgebouwen

en bedrijven in de

nabijheid van het

ongeval.

Tankstation op 200

meter (geen LPG).

Een auto naast de

container. Brand is

bij ter plaatse

komen nog niet

overgeslagen (maar

onduidelijk).

Uitslaande vlammen

uit container.

Relatief veel

publiek, staat dicht

bij de container (10

meter). De

dakdekkers zitten

nog op het dak.

Preventieve

middelen in het

gebouw zijn buiten

werking.

X: ter plaatse

komen

X+8: omstander te

dicht op bron

(brandwond)

X+10: overslag

auto

X+20: brandsporen

op het pand

Page 33: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

13 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

De melding is: “ Hier AC, ik heb een prio 1 melding voor u. Containerbrand bij firma MAS.”

Uitrukfase – Kleine brand KB

MK Mogelijke vragen/antwoorden BV

Bij uitmelden aanvullen met:

Prio 1, Containerbrand bij firma MAS op de kruising Aldrin/Rembrandtlaan.

Hoogwerker rukt standaard mee uit bij dit bedrijf en is aanrijdend. Zo nodig het

adres corrigeren. Rijroute in ingeschoten in uw navigatiesysteem

Rijroute graag.

Heeft u nadere gegevens?

MK geeft alle beschikbare gegevens door.

Betreft een containerbrand in een container naast een bedrijvenloods van de

firma MAS. Het is een overslagbedrijf voor diverse goederen. Container staat op

het parkeerterrein. Zodra ik meer informatie heb, geef ik u dat gelijk door.

Is er iemand plaatselijk bekend? Ja, het betreft het

industrieterrein, grote loods, omringd door diverse

andere bedrijfspanden en kantoorpanden. Nabij een

tankstation.

Waar zijn waterwinplaatsen?

OBK liggen ter hoogte van nummers Aldrin 3,74,122,198,266 & op de

Rembrandtlaan t.h.v.: 12,55,88 en een bovengrondse brandkraan nabij het

tankstation.

Sprake van gevaarlijke stoffen? Nee gaat om afvalcontainer

Meteogegevens? Wind: West 4 tot 5 m/ s, temperatuur 19 C˚. Mag ik de meteo.

Kunt u de politie af laten zetten? Ja, hoe wilt u precies de afzetting hebben ? Kunt u de politie af laten zetten?

Is de ambulance aanrijden? Nee, voor zover bekend geen slachtoffers. Wilt u een

ambulance tp?

Is de ambulance aanrijden?

Bovenwinds aanrijden? Nee, wilt u dit? Rij ik bovenwinds aan ?

Is de AGS gealarmeerd? Nee, wilt u dit? Is de AGS gealarmeerd?

Is de OVD aanrijdend? Ja, die is gealarmeerd, maar is pas over 15 min ter

plaatse

Is de OVD gealarmeerd?

Is de HW aanrijdend? Ja, is met 5 minuten ter plaatse Is de HV aanrijdend?

HW graag afstand aanhouden van 25 meter. Begrepen, gaan we doorgeven

Page 34: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

14 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Verkenningsfase Kleine brand KB

MK Ppolitie Ambulance Manschappen Hoogwerker Hoofd BHV

Nader bericht aan de MK. Begrepen (herhaal

bericht)

We hebben de omgeving nog niet geheel afgezet maar waar staan wij veilig en

wat wilt u allemaal afgezet hebben?

Afzetten op 25 meter, bovenwinds blijven, publiek op afstand houden Is het pand ontruimd?

Ja is BHV bijna mee

klaar

Nog niet TP Eerste verkenning uitvoeren: ademlucht omhangen, uitvragen betrokkenen,

Begrepen.

Zet de hoogwerker klaar voor redding bovenwinds van de brand. Kijk direct of er

overslag zichtbaar is bovenop.

Waar wilt u de hoogwerker hebben? Begrepen

Kunt u vertellen wat er gebeurd is? Een voorbijganger wees ons er op dat de

container in de fik stond. Zelf niks

gemerkt, ze zijn aan de BMC aan het werk. We hebben met de BHV het pand ontruimd. Een BHV-er heeft geprobeerd de brand te blussen. Dit is helaas

mislukt. Onze BHV-er

heeft behoorlijke brandwonden opgelopen. In de container zit ons bedrijfsafval. Ik denk

dat het komt door die dakdekkers. Zijn die al beneden trouwens?

Ik geef kleine brand of ga opschalen naar middel, groot of zeer

groot, wilt u voor mij alarmeren? Ja, U geeft/schaalt op, en herhaal de opdrachten. (overige eenheden zijn binnen scenario nooit

op tijd tp.) MK alarmeert de gewenste eenheden.

Ploeg 1: Rondom-verkenning uitvoeren, let op inhoud container,

straal gereed meenemen Ploeg 2: in het pand verkennen op tekenen van doorslag, BMC checken, warmtebeeldcamera

gebruiken. Chauffeur: WW gereed maken, ademlucht

registratie, brandwonden slachtoffer koelen

HW: verkennen op het dak

Na 6 min via de porto: Hier de hoogwerker, geen overslag zichtbaar. Ik kan de dakdekkers er direct afhalen, zal ik dat doen?

Wat voor bedrijfsafval (gevaarlijke stoffen)? Papier, plastic, wat

oude verpakkingsmaterialen, oud dakleer, lege flessen met schoonmaakmaterialen.

Page 35: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

15 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Begrepen

Na 4 min via porto: Ploeg 1: Het is een container met bedrijfsafval, niet helemaal duidelijk wat er in zit. Auto’s nog niet

aangestraald . Na 6 min: Ploeg 2: Binnen in het

pand geen tekenen van doorslag. Met WBC niks bijzonders waargenomen. BMC

inderdaad buiten gebruik.

Wat voor pand is het? Een bedrijfsverzamelpand. Zeer grote hallen, veel

verpakkingsmateriaal (hout en papier). Sprinkler en BMC is helaas buiten werking ivm de werkzaamheden.

Page 36: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

16 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Inzetfase Kleine brand KB

MK Politie Ambulance Manschappen Hoogwerker Hoofd BHV Vragen van de BV:: Normaal beantwoorden en na een reële tijd ter

plaatse laten komen. Nader bericht: inzetplan, bijzonderheden pand en omgeving.

Begrepen (herhaal bericht), moeten we nog overige eenheden alarmeren?

Er staat een omstander die zegt dat er nog wel eens ander afval in

gedumpt wordt. Hij wist niet exact wat. Uitvragen hoofd BHV hierover

Moeten we verder in de

omgeving nog ontruimen?

Hoeveel slachtoffers zijn er? Zijn er nog lichtgewonden die we

kunnen behandelen?

Wat is het inzetplan? Inzetplan wordt

bekend gemaakt. Waarmee moeten we blussen?

Zie manschappen Wat voor gedumpt afval zit er nog wel eens in de container?

We vinden wel eens huisafval, lege jerrycans met klein chemisch afval, toners van printers enz. in de container.

Bij opschalen: Contact met de OVD zoeken

Hier de 100, ik ben onderweg, maar ben nog minimaal een kwartier onderweg.

Wat is de situatie? Welke effecten moeten

we rekening me houden? Heb je genoeg personeel ter plaatse? Bij nader bericht ‘Kleine brand’: Ik had zojuist de OvD aan de

lijn, hij wil graag

nadere informatie. Wat kan ik doorgeven?

Moeten de gebouwen in de omgeving ontruimd

worden ? Zo, ja : welke bedrijven en? Moeten we deze

mensen ergens apart houden?

Wilt u het publiek op afstand houden? Ja, doen we.

In welke bescherming moeten we optreden?

En moeten we de explosiegevaarmeter gebruiken?

Waar moeten we de dakdekkers naar toe

brengen?

Aangezien het binnen veilig is: kunnen wij

weer terug zodat het werk verder kan?

Bij opschalen: contact met de tweede TS zoeken.

Hier de 120, ik ben aanrijdend en binnen vijf min ter plaatse. Heb je aanvullende informatie voor

me?Wat is onze

opdracht? Bovenwinds aanrijden?

De Rembrandtlaan is de hoofdontsluitingsweg,

moet deze dicht? En moeten we het tankstation en de omgeving ontruimen?

Weg wel/niet afsluiten,

tankstation wel/niet ontruimen, aanliggende

Page 37: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

17 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

panden wel/niet

ontruimen.

Antwoordprotocol scenario [Klein OGS] ADMS computersimulatie onderzoek IBGS.

Scenario storyboard – klein OGS (KO)

Bij de producent Wonderschoon worden diverse schoonmaakmiddelen gemaakt. Het is een bedrijfspand op een industrieterrein. Het pand ligt direct

aan een drukke weg nabij de afslag van een snelweg. Er is naast het pand een aantal vrachtwagendocks en direct er naast een parkeerplaats die ook

wordt gebruikt als (illegale) opslag. Er staan drie IBC containers buiten tegen het pand. Vlakbij de IBC containers staan wat auto’s geparkeerd en langs

het pand rijden busjes. De IBC containers bevatten zoutzuur voor de productie van badkamerreiniger.

Donderdagmiddag 16.25 uur, 18 graden, windrichting Z, 2-3 m/s. Er botst een busje bij het achteruit wegdraaien met de achterkant van de busje

tegen de IBC. Er ontstaat door de botsing een scheurtje van ongeveer 5 cm waaruit vloeistof begint te lekken, met een snelheid van 200 ml per

minuut. Er komt een enorm penetrante geur van af die door werknemers en omstanders opgemerkt wordt. De bestuurder van de busje voelt zich niet

goed en is door de BHV apart gezet. Hij heeft last van de ogen en ademhaling. Verder heeft er niemand klachten. De IBC staat in de buurt van een

rioolput.

Globaal verwachte inzet:

-afzetten bedrijfsterrein

-ploeg 1 verkennen met adembescherming en explosiegevaarmeter, niet in contact met de stof en bovenwinds blijven

-ploeg 2 standby chemiepak, opvangbak, lekkage provisorisch dichten, rioolput afdichten

-HV: ontsmettingsveld gereed maken

-chauffeur: voorlopige opstellijn plaatsen, ademluchtregistratie, eerste straal gereedmaken

-opvangbak plaatsen, uitstroom naar riool voorkomen

-provisorisch dichten

-zo nodig ontsmetten

Page 38: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

18 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Samenvatting storyboard klein OGS (KO)

Enkele gegevens uit het storyboard samengevat op een rijtje gezet.

Tijdstip melding: donderdag 16.25 uur . De melding is: “Hier AC, ik heb een prio 1 melding voor u. Ongeval met gevaarlijke stoffen bij firma

Wonderschoon aan de Rembrandtlaan.

Bron Slachtoffer Politie Omgeving Situatie Escalatie

Lekkende IBC met

zoutzuur door

aanrijding met

busje. Scheur van

5 cm, lekkage van

200 ml per minuut.

Sticker corrosief &

gevaar

(GHS05/GHS07).

Bestuurder van de

busje. Last van

ademweg en

irriterende ogen.

Zit voor het pand.

Eerste twee politie

eenheden zijn

onderweg.

Weg is

hoofdontsluitingswe

g, afsluiten is erg

belastend

Industriepand aan

de rand van de

stad. Aan

ontsluitingsweg

richting de afslag

van de snelweg.

Afstand IBC-weg

50 meter. Afstand

IBC – afslag 200

meter. Totaal drie

IBC’s naast het

pand.

Een IBC container

met inhoud 1000L

die lekt met

stofinhoud:

zoutzuur. UN

nummer 1789, CAS

nr [7647-01-0].

Twee niet-lekkende

IBC’s in de buurt

en auto’s.

Stof kan in een

riool lekken.

Publiek staat

dichtbij de IBC (25

meter). Pand is

nog niet ontruimd.

X: ter plaatse

komen

X+8: omstanders

last ogen en

ademhaling.

X+10: Er loopt

zoutzuur in het

riool.

X+20: De scheur

verergert, er loopt

3x zo veel per

minuut uit.

Page 39: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

19 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Uitrukfase – klein OGS

Melding: AC, ik heb een prio 1 melding voor u. Ongeval met gevaarlijke stoffen bij firma Wonderschoon aan de Rembrandtlaan.

MK Mogelijke vragen/antwoorden BV

Bij uitmelden aanvullen met:

Prio 1, Ongeval met gevaarlijke stoffen bij firma Wonderschoon Hoofdlaan 12.

Gealarmeerd volgens procedure OGS. Zo nodig het adres corrigeren. Rijroute in

ingeschoten in uw navigatiesysteem.

Rijroute graag.

Heeft u nadere gegevens?

MK geeft alle beschikbare gegevens door.

Het betreft een lekkende vloeistofcontainer met een nog onbekende stof, door

een busje die er tegenaan is gereden. Bij dit bedrijf worden schoonmaakmiddelen

gemaakt. Zodra ik meer informatie heb, geef ik u dat gelijk door.

Na goed twee minuten na uitruk meldt de AC: Betreft een vloeistofcontainer van

1000L . Chauffeur van de busje heeft last van ogen en ademhaling . De stof is

nog onbekend. Politie en ambulance zijn aanrijdend.

Is er iemand plaatselijk bekend? Nee, behalve dat

het een grote loods is aan de Hoofdstraat vlakbij de

snelweg.

Waar zijn waterwinplaatsen?

OBK liggen ter hoogte van nummers 3,15 en 24 en een bovengrondse

brandkraan nabij de de hoofdingang van het pand

Indien de waterwinning wordt gevraagd.

Sprake van brand? Nee

Meteogegevens? Wind: west, snelheid 1-2 m/s, temperatuur 18 C˚ boven nul. Mag ik de meteo.

Kunt u de politie af laten zetten? Ja, hoe wilt u precies de afzetting hebben ? Kunt u de politie af laten zetten?

Is de ambulance aanrijden? Nee, voor zover bekend geen slachtoffers. Wilt u

een ambulance tp?

Is de ambulance aanrijden?

Bovenwinds aanrijden? Ja, overige hulpdiensten wordt dit ook geadviseerd. Rij ik bovenwinds aan ?

Is de AGS gealarmeerd? Ja, die is gealarmeerd, maar is pas over 20 min ter

plaatse

Is de AGS gealarmeerd?

Is de OVD aanrijdend? Ja, die is gealarmeerd, maar is pas over 15 min ter

plaatse

Is de OVD gealarmeerd?

Is de HV aanrijdend? Ja, is met 5 minuten ter plaatse Is de HV aanrijdend?

HV graag afstand aanhouden van 100 meter. Begrepen, gaan we doorgeven

Page 40: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

20 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Verkenningsfase – klein OGS

MK Politie Ambulance Manschappen HV Bedrijfsleider

Nader bericht aan de MK. Begrepen (herhaal bericht)

We hebben de omgeving nog niet geheel afgezet maar waar staan wij veilig en wat wilt u allemaal

afgezet hebben?

Afzetten op 100 meter, bovenwinds blijven, publiek op afstand houden

Is het pand ontruimd? Nee nog niet, moeten we dit regelen?

Na 3 min: Hoeveel slachtoffers hebben we eigenlijk en hoe is het met die man die daar ligt? En waarmee is

deze man besmet en

hoe gaan jullie deze schoon maken? Want anders nemen wij hem niet mee. En staan wij hier wel veilig?

Eerste verkenning uitvoeren: ademlucht omhangen explosiegevaarmeter mee, uitvragen

betrokkenen,

Begrepen.

De HV is ter plaatse, hoe kunnen we u ondersteunen? Waar wilt u het

voertuig hebben?

Ademlucht om?

Kunt u vertellen wat er gebeurd is? Een chauffeur is bij het achteruit rijden tegen een van de IBC’s

aangeknald. In de

IBC’s zit zoutzuur wat we gebruiken voor de productie. We waren net binnen aan het opruimen dus ik heb ze even buiten laten

zetten. De chauffeur is helaas niet lekker, moeten wij hem even helpen? Ik heb hele goede BHV’ers!

Is het pand ontruimd? Nee nog niet, moet dat? Ik heb het met mijn BHV organisatie zo voor elkaar hoor!

Ik geef klein OGS of ga

opschalen naar middel, groot of zeer groot, wil u voor mij

alarmeren? Ja, U geeft/schaalt op, en herhaal de opdracht.

(aanvullende eenheden zijn nooit op tijd ter plaatse). MK alarmeert de gewenste eenheden.

Ploeg 1: verkennen in

bluskleding met adembescherming en explosiegevaarmeter,

let op lekkage, uitstroom en evt. slachtoffers Ploeg 2: klaarmaken

voor inzet in chemiepak Chauffeur: voorlopige opstellijn plaatsen, ademluchtregistratie

Begrepen Na 4 min via porto:

HV: klaarmaken

ontsmettingsveld Na 8 min:

Ontsmettingsveld gereed, definitieve opstellijn geplaatst

Hoe gaat het met u?

Voelt zich goed maar is wel heel erg geschrokken. Ben ook

zo bang voor de politie, ik mag natuurlijk geen containers op straat zetten. Stom!

Page 41: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

21 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Het gaat om een IBC

met zoutzuur, UN 1789 en CAS [7647-

01-0]. Er zit een scheur in van 5 cm, en er stroomt in een klein straaltje vloeistof uit, ongeveer een bekertje per minuut. De plas is

50 x 50 cm. Er zit een rioolput op 5 meter van de plas. Er is één

IBC beschadigd, de andere twee zijn intact. Chauffeur: voorlopige opstellijn geplaatst

Na 8 min via porto: Ploeg 2: standby, flesdruk 300 bar.

Page 42: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

22 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Inzetfase – Klein OGS

MK/OVD/AGS Politie Ambulance Manschappen HV Bedrijfsleider Vragen van de BV:: Normaal beantwoorden en na een reële tijd ter

plaatse laten komen. Nader bericht: inzetplan, bijzonderheden stof en omgeving.

Begrepen (herhaal bericht), moeten we nog overige eenheden alarmeren? Bij nader bericht ‘Klein OGS’: Ik had zojuist de

OvD aan de lijn, hij wil graag nadere informatie. Wat kan ik

doorgeven?

Er staat een omstander die zegt dat ze hier heel vaak containers op

straat zetten, Moeten we daar wat mee? Navragen bij bedrijfsleider

Is er al bekend wat voor stof het is? Moeten jullie het

slachtoffer eerst ontsmetten? Kunnen we het slachtoffer meenemen?

Wat is het inzetplan? Inzetplan wordt bekend

gemaakt Hoe kunnen we die IBC stabiliseren? Welk materiaal?

Zie manschappen Alleen als we de bedrijfshal schoonmaken zetten

we wel eens wat buiten, anders echt nooit. U gaat toch niet met de gemeente bellen want dan krijg ik echt

gedoe!

Hier de 100, ben met

10 min ter plaatse. Wat is de situatie? Welke effecten moeten we rekening me houden? Heb je genoeg personeel ter plaatse?

Moeten we de

omringende panden ook ontruimen? Zo, ja : welke bedrijven en? Moeten we deze mensen ergens apart houden?

Wilt u het publiek op afstand houden? Ja, doen we.

De chauffeur kunnen

wij deze veilig vervoeren naar het Rynstate ziekenhuis of moet deze nog hier blijven, en u weet zeker dat deze persoon niet besmet

is met iets?

In welke bescherming

moeten we dan optreden? Hoe moeten wij ontsmet worden?

Welk

ontsmettingsmiddel moeten wij klaarmaken?

Aangezien het binnen

veilig is: kunnen wij de IBC’s naar binnen gaan zetten?

Graag contact met de

AGS: Hier de AGS, wat voor stof gaat het om, hoeveelheid, situatie?

BV kan vragen om

advies ontsmetting: Eerst s.o. ontkleden

Wat doen we met de

mobiliteit? De hoofdweg is nu afgesloten. Dit kunnen we niet lang volhouden of we moeten ook de snelweg

dicht gaan gooien?

Weg wel/niet afsluiten,

Naar welk ziekenhuis

gaat het slachtoffer? Naar het plaatselijk ziekenhuis te Rynstate ziekenhuis aan de Wagnerlaan alhier.

Moeten we nog

rekening houden met brand? Moeten we de hosemaster klaarmaken om de plas af te

dekken?

Mogen we eventueel in contact komen met de

Page 43: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

23 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

dan spoelen met veel

water, en controleren met pH-papier.

Antwoord: Duidelijk: advies is lekkage opvangen. Rioolverspreiding elimineren. Optreden in

chemiepak. Niet in contact komen met de stof.

aanliggende panden

wel/niet ontruimen.

vloeistof?

Page 44: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

24 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Antwoordprotocol scenario [Middel brand MB] ADMS computersimulatie onderzoek IBGS.

Scenario storyboard – middel brand MB Locatie: MFG

Door nog onbekende oorzaak is tijdens de openingsuren brand ontstaan op de begane grond van een kinderdagverblijf dat gevestigd is in een oud pand

boven een supermarkt. Op het moment dat de brand is ontstaan waren alle personeelsleden op de eerste verdieping grond. Het brandalarm is veel te

laat afgegaan waardoor de ontruiming te laat op gang komt. De tweede verdieping is in gebruik als slaapverdieping waar de jongste kinderen op

gezette tijden gaan slapen. Twee personeelsleden hebben een poging ondernomen om de kinderen op de verdieping te bereiken en hebben een groot

aantal kinderen kunnen ontruimen. De laatste redpoging is echter mislukt doordat de twee werden overvallen door de rook. Deze personeelsleden staan

buiten maar hebben veel rook ingeademd. Op de verdieping staat erg veel rook en er ligt nog een kind te slapen. Er dreigt branduitbreiding naar de

verdieping aangezien het bekend staat als preventief niet correct. Op straat voor het kinderdagverblijf heerst paniek. Personeelsleden rennen door

elkaar en zijn radeloos. Tijdens de inzet van de brandweer komen de eerste ouders aan bij het brandende pand. Zij zijn erg van streek en willen direct

informatie.

Verwacht inzetverloop:

Afzetten, veilig stellen werkplek Ploeg 1 rondomverkenning, eerste straal afleggen,, uitvragen. inzet begane grond, afschakelen gas en electra, vuurhaard onder

controle houden Ploeg 2: rondomverkenning, tweede straal afleggen, naar verdieping, redden slachtoffer Chauffeur WW klaarmaken, ademluchtregistratie Opschalen naar middelbrand 2e TS WW rondom buitenverkenning en inzet op brand blussen Evt HW klaarmaken zodat slachtoffer evt via raam gered kan worden.

Page 45: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

25 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Samenvatting storyboard - middel brand MB

Enkele gegevens uit het storyboard samengevat op een rijtje gezet.

Tijdstip melding: 14.00 uur woensdagmiddag. De melding is: “Hier AC, graag prio 1 uitrukken voor een OMS melding bij Kinderopvangcentrum Liselot

aan de Columbus nr 9

Pand slachtoffer Politie/ambulance omgeving Situatie Gevaar/ escalatie

MFG – kinder

dagverblijf in een

oud pand boven een

supermarkt. Pand

staat bij de

meldkamer bekend

als preventief niet

correct. Brand op de

eerste verdieping

met gevaar voor

doorslag naar de

tweede verdieping.

Gebouw heeft drie

bouwlagen. Erg veel

rook in het pand.

Een kind is

weggekropen in een

hoe achter een bed

op de tweede

verdieping. Twee

personeelsleden

staan buiten maar

hebben rook

ingeademd.

Twee politie

eenheden zijn

aanwezig, Ovd-P is

onderweg

Eerste ambulance is

aanrijdend

Gebouw staat in een

woonwijk met

gemengde

woonbebouwing

eengezinswoningen

en portiekwoningen

uit de 60er jaren.

BMC gaat af en

flitslicht boven de

ingang. Om het

slachtoffer te

kunnen redden

moet de vuurhaard

op de eerste

verdieping onder

controle gehouden

worden. De andere

ploeg kan gaan

redden.

Kind wordt alleen

gevonden als er

opdracht wordt

gegeven grondig te

verkennen. Veel

publiek en personeel

dicht op het pand

(<10 meter). Veel

paniek onder de

omstanders, onrust.

Bij niet

benadrukken goed

zoeken/

wegkruipgedrag:

kind wordt in 1e

verkenning niet

gevonden.

Naar tweede

verdieping zonder

onder controle

houden vuurhaard

op de 1e verd.:

reddingsploeg raakt

ingesloten.

Ter plaatse komen:

X

X+10:Onvoldoende

aandacht voor

omstanders;

Belemmering door

ouders die in paniek

zijn.

X+20: kind nog niet

uit pand; kind

overleden.

Page 46: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

26 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

De melding is: prio 1: uitrukken voor OMS melding bij Kindercentrum Liselot aan de Columbus nr 9.

Uitrukfase – Middel brand

MK Mogelijke vragen/antwoorden Asp.O.V.D.

Bij uitmelden aanvullen met:

Prio 1, brandmelding OMS, kindercentrum, Liselot aan de Columbus 9. Zo nodig

het adres corrigeren. Rijroute in ingeschoten in uw navigatiesysteem

Rijroute graag.

Heeft u nadere gegevens?

MK geeft alle beschikbare gegevens door. Betreft OMS bij een kinderdagverblijf

boven een supermarkt. Pand staat hier bekend als preventief niet in orde. Politie

en ambulance rijden inmiddels ook. Zodra ik meer informatie heb, geef ik u dat

gelijk door.

Na twee minuten geeft de AC door: Er is gebeld, er is daadwerkelijk brand op de

eerste grond. Nog niet iedereen is buiten. Mogelijk ook kinderen nog in het pand,

op de tweede verdieping. Wij gaan de hoogwerker alarmeren.

Is er iemand plaatselijk bekend?

Gebouw staat in een woonwijk met gemengde

woonbebouwing, eengezinswoningen en

portiekwoningen uit de 60er jaren.

Waar zijn waterwinplaatsen?

OBK liggen ter hoogte van nummers Castorweg 1,54,105,168,197.

Bluswatervoorziening OBK op 110 mm leiding om de 80 meter. Open water op

300 meter.

Indien de waterwinning wordt gevraagd.

Zijn er nadere bijzonderheden bekend over dit pand? Nee

Meteogegevens? Wind: Oost 1 tot 2 m/ s, temperatuur 12 C˚ boven nul. Mag ik de meteo.

Kunt u de politie af laten zetten? Ja, hoe wilt u precies de afzetting hebben ? Kunt u de politie af laten zetten?

Is de ambulance aanrijden? Ja, één ambulance onderweg. Is de ambulance aanrijden?

Bovenwinds aanrijden? Nee Rij ik bovenwinds aan ?

Is de OvD gealarmeerd? Nee nog niet, wilt u dit? OVD gealarmeerd?

Is de HW gealarmeerd? Ja die hebben we gealarmeerd toen we hoorden dat er

daadwerkelijk brand is

HW gealarmeerd?

Page 47: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

27 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Verkenningsfase Middel brand

MK politie ambulance Manschappen HW / 2e TS Personeelslid

Nader bericht aan de MK.

Begrepen (herhaal

bericht)

Wilt u een gebied afgezet hebben? Welk gebied? Hoeveel

meter?

Drie minuten na ter plaatse komen: Hoeveel slachtoffers

hebben we? Wij gaan

opschalen, die mensen hebben psychosociale hulp nodig! Wij laten de OVD G ter plaatse komen..

Eerste verkenninguitvoeren, straal afleggen:

ademlucht omhangen,

rondom verkennen uitvragen betrokkenen,. Chauffeur: WW gereedmaken Begrepen.

Na 2 minuten: Alle zijden van het pand

zijn bereikbaar. Geen andere ingang dan de voordeur. Aan de achterzijde weinig zichtbaar. Veel paniek in

het publiek!

Nog niet ter plaatse Kunt u vertellen wat er gebeurd is? Ik kwam van boven

omdat we net de jonge

kinderen op bed hadden gelegd. Ik zag rook op de gang en toen ging ook het alarm af. Ik ben met een andere collega een aantal keer naar boven

gerend om zoveel mogelijk kinderen te

halen. Maar de laatste keer was er enorm veel rook. We missen nog een kind! De brandmelder

is veel te laat afgegaan, dat ding doet het niet goed..

Ik geef middel brand of ga opschalen groot of

zeer groot, wilt u voor

mij alarmeren? Ja, U geeft/schaalt op, en herhaal de opdrachten. (overige eenheden m.u.v. 2e TS zijn binnen

scenario nooit op tijd tp.) MK alarmeert de gewenste eenheden.

Na 10 minuten: Tweede TS/ opschaling

Wij gaan voor de politie meer eenheden ter

plaatse vragen in

verband met de grote hoeveelheid mensen en de paniek.

Die personeelsleden kunnen niet langer

blijven kijken, als ze

straks een gewond kindje krijgen we totale paniek!

Ploeg 1 en 2 klaarmaken voor

redding en borging

vluchtweg. Chauffeur WW klaarmaken. Staal gereed maken. Begrepen, wij wachten op commando.

4 min na TP 1e TS: Hier de HW, Wat is

onze opdracht?

Waar bevinden de slachtoffers zich?

Het kind lag op de

slaapkamer op de tweede verdieping, de laatste deur aan de rechterkant.

Page 48: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

28 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

komt ter plaatse en

meldt zich bij de BV.

Waar bevindt de brand zich? Ik denk in de keuken, maar dat weet ik niet zeker. In ieder geval op de eerste verdieping.

Hoe ziet het gebouw er uit? Eerste verdieping: gang met deuren naar

centrale ruimte, keuken en toiletten. Tweede

verdieping gang met zes deuren: vijf naar andere kamers waaronder de slaapkamer, een naar het kantoor.

Page 49: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

29 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Inzetfase Middel brand

MK Politie/ OVD P ambulance Manschappen 2e TS / HW Personeelslid Vragen van de BV:: Normaal beantwoorden en na een reële tijd ter

plaatse laten komen. Nader bericht: inzetplan, bijzonderheden stof en omgeving.

Begrepen (herhaal bericht), moeten we nog overige eenheden alarmeren?

We hebben de straat afgezet met afzetlint. We brengen de mensen

naar de kantine in het buurthuis hier om de hoek. Ze worden daar opgevangen, maar we merken dat er veel ouders hierheen

komen.

OVD G: Kunt u inschatten hoeveel slachtoffers we

nog krijgen? Kunt u voorkomen dat het kindje in het zicht van omstanders of media naar buiten komt?

Wat is het inzetplan? Inzetplan wordt bekend

gemaakt: Ploeg 1 linksombuitenverkenning en eerste straal afleggen. Ploeg 2 rechtsom

buitenverkenning.

Ploeg 1: naar binnen, gas en electra afschakelen, straal mee en vuurhaard onder controle houden. Ploeg 2: door naar verdieping voor redding,

straal mee en WBC. Chauffeur: ademluchtregistatie, 2e

TS komt voor WW. Begrepen.

HW: opstellen om evt slachtoffers te redden van eerste

verdieping. Begrepen Tien minuten na t.p.1 e TS:

Hier de 2e TS. Is de

OVD er al? Hebt u al zicht op onze taken? WW regelen, rondom verkennen en 1 ploeg klaarmaken voor

binnenaanval.

De ouders van de kinderen zijn er, ook de ouders van het meisje

wat nog boven is. Wat moet ik doen? Ze worden helemaal gek!

Hier de 100, hoe is de situatie? Heeft u voldoende personeel? Ik ben met 5 min ter plaatse.

Uitleg situatie door BV

Ok, de 110 verantwoordelijk voor veilige redding, de 120 voor de blussing.

Wilt u het publiek op afstand houden? Ja, doen we.

Naar welk ziekenhuis gaan de slachtoffers? Naar het plaatselijk ziekenhuis te Rynstate ziekenhuis aan de

Wagnerlaan alhier.

Page 50: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

30 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Antwoordprotocol scenario – Middel OGS (MO) ADMS computersimulatie - onderzoek IBGS

Scenario Storyboard – Middel OGS (MO)

Op een kruising in de binnenstad van VR stad is een vrachtauto met laadbak door een rood licht heengereden op de hoek van de Chopinstraat –

Mercater. De vrachtwagen kan ternauwernood een personenauto ontwijken, en kantelt door de stuurbeweging. De lading valt van de vrachtauto

af. Het gaat om acht 1000L IBC’s met ijzer(III)chloride, waarvan er minimaal één lekt. Een andere personenauto knalt tegen de onderzijde van

de vrachtauto. De bestuurder hiervan is zelf uitgestapt en op veilige afstand gaan staan, maar is wel gewond.

De bestuurder van de vrachtauto is uit de cabine gekropen, gaat kijken bij de vaten en zakt ineen. Hij ligt in de plas. In de omgeving staan flink

wat gebouwen zoals kantoren en winkels waar veel mensen zijn. Aan de straat zitten een aantal rioolopeningen. Aangezien het in de binnenstad

is zijn er veel mensen op de been en is er veel verkeer. De radio van de personenauto speelt nog. De OVD en AGS zijn aanrijdend.

Ijzer(III)chloride is een bijtende stof waarvan de damp zwaarder is dan lucht. Het slachtoffer zal dus snel ontsmet moeten worden met water

(volledig oplosbaar).

Globaal verwachte inzet:

Bovenwinds aanrijden

Afzetten straten

Ploeg 1 met adembescherming en explosiegevaarmeter eerste verkenning en bepalen voorlopige opstellijn (vermoedelijk op

25 meter), dan door verkennen, niet in contact met de stof en bovenwinds blijven, voertuigen op de handrem, opvangbak; 2e

instantie lekkage provisorisch dichten, rioolput afdichten

Ploeg 2 standby maken chemiepak, redden slachtoffer, kleding slachtoffer vlakbij ongeval op veilige plek uittrekken en

achterlaten

Chauffeur: voorlopige opstellijn plaatsen, ademluchtregistratie, eerste straal gereed maken, chauffeur personenauto

opvangen (overdragen aan VK)

HV: ontsmettingsveld gereed maken, klaar maken als helper, assisteren bij ontsmetten slachtoffer of door ploeg 1

Opschalen middel OGS

Contact met AGS/OVD

TS 2: definitieve stabilisatie, ontsmetting opruimen

Page 51: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

31 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Samenvatting storyboard - Middel OGS (MO)

Enkele gegevens uit het storyboard samengevat op een rijtje gezet.

Tijdstip melding: 10:35 uur dinsdagmorgen. De melding is: “Hier AC, ik heb een prio 1 melding voor u. Aanrijding Chopin hoek Mercater.

Bron slachtoffer Politie/ambulance omgeving Situatie Gevaar/escalatie

Vrachtauto met

laadbak rijdt door

rood en kantelt door

een uitwijkmanouvre

waardoor de IBC’s

van de laadbak

vallen. Kruising in de

binnenstad van VR

stad. Een

personenauto is er

tegenaan gereden.

De IBC’s lekker

ijzer(III)chloride die

voor een irriterende

damp zorgt.

Chauffeur van de

vrachtwagen ligt in

de vloeistofplas en is

niet aanspreekbaar.

Hoe langer hij blijft

liggen, hoe

gevaarlijker het

wordt.

Bestuurder

personenauto is zelf

uitgestapt en op

afstand gaan staan.

Heeft wel medische

hulp nodig.

Eerste twee politie

eenheden zijn bezig

om af te zetten,

OvD-P is onderweg.

Eerste ambulance is

aanrijdend.

Binnenstad van VR

stad, een

middelgrote stad

zoals Arnhem ,of

Groningen; diverse

administratieve

kantoorgebouwen in

de nabijheid van het

ongeval.

Acht 1000L IBC’s met

ijzer(III)chloride van

laadbak vrachtwagen

gevallen. Geen

oranje bord op de

vrachtwagen (er af

gevallen). Een van de

IBC’s lekt (±5 liter/

minuut). Er vormt

zich een flinke plas

op straat. Andere

vaten zijn nog dicht.

Sticker op IBC: GEVI

80, UN 2582.

Grijpredding is niet

mogelijk zonder

besmet te raken (dus

chemiepak).

Afdichten is niet

mogelijk zonder

besmet te raken.

Bij niet aangeven

bovenwinds

aanrijden:

benedenwinds

aanrijden. Bij te

lang zonder

ademlucht

benedenwinds <25

meter: irritantie

luchtwegen en ogen.

X: ter plaatse komen

X+10: Relatief veel

publiek, te dicht bij

bron: irritatie

luchtwegen en ogen.

X+15: De damp of

vloeistof komt in het

riool

X+20 Het redden

van het slachtoffer

duurt te lang

waardoor hij zeer

ernstige chemische

brandwonden

oploopt.

Page 52: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

32 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

De melding is: “Hier MK, ik heb een prio 1 melding voor u. Aanrijding Chopin hoek Mozartlaan te VR-stad

Uitrukfase – Middel OGS

MK Mogelijke vragen/antwoorden BV

Bij uitmelden aanvullen met:

Prio 1, Chopin hoek Mozartlaan. Gealarmeerd volgens procedure HV. Zo nodig

het adres corrigeren. Rijroute in ingeschoten in uw navigatiesysteem

Rijroute graag.

Heeft u nadere gegevens?

MK geeft alle beschikbare gegevens door. Betreft een aanrijding een vrachtauto

en een personenauto waarbij een chauffeur gewond is. Ambulance en politie

rijden inmiddels ook. Zodra ik meer informatie heb, geef ik u dat gelijk door.

Na goed drie minuten na uitruk meldt de AC: betreft een gekantelde vrachtauto

met laadbak waar volgens omstanders vaten met vloeistof af zijn gevallen. Er

liggen vaten op straat, en er hangt een chloorlucht. Wij gaan alarmeren volgens

OGS procedure; de HV was al aanrijdend, wij gaan de OVD en AGS alarmeren.

Is er iemand plaatselijk bekend? Ja, het betreft de

binnenstad van een middelgrote stad vergelijkbaar

met Arnhem dan wel Groningen, diverse

kantoorgebouwen gehuisvest o.a. een vestiging van

“KPMG”, en vastgoedmakelaars kantoor “van

Zadelhof BV”, En wat kleine winkeltjes en

broodjeszaken.

Waar zijn waterwinplaatsen?

OBK liggen ter hoogte van nummers Chopin 3,74,122,198,266 & op de

Mozartlaan t.h.v.: 12,55,88 en een bovengrondse brandkraan nabij de

voetgangersingang van de parkeergarage t.h.v. nummer 22.

Indien de waterwinning wordt gevraagd.

Sprake van brand? Nee

Meteogegevens? Wind: Noordoost 3 tot 4 m/ s, temperatuur 10 C˚. Mag ik de meteo.

Kunt u de politie af laten zetten? Ja, hoe wilt u precies de afzetting hebben ? Kunt u de politie af laten zetten?

Is de ambulance aanrijden? Ja, één ambulance onderweg. Is de ambulance aanrijden?

Bovenwinds aanrijden? Nee (bij aanrijding)

Ja (na 3 min melding IBC’s), andere hulpdiensten wordt dit ook geadviseerd.

Rij ik bovenwinds aan ?

Is de AGS gealarmeerd? Ja, die is gealarmeerd, maar is pas over 25 minuten ter

plaatse.

Is de AGS gealarmeerd?

Is de OVD gealarmeerd? Ja, die is aanrijdend, maar duurt minstens 15 min. Is de OVD gealarmeerd?

Is de HV aanrijdend? Ja, is met 5 minuten ter plaatse Is de HV aanrijdend?

HV graag afstand houden van 100 meter. Begrepen, gaan we doen

Page 53: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

33 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Verkenningsfase Middel OGS

MK/OVD/AGS Politie ambulance Manschappen HV / 2e TS Chauffeur

personenauto Nader bericht aan de MK

Begrepen (herhaal bericht)

We hebben de omgeving nog niet geheel afgezet maar

waar staan wij veilig en wat wilt u allemaal

afgezet hebben? Afzetten op 100 meter, bovenwinds blijven, publiek op afstand houden.

Ja, doen we. En onze

OVD P is inmiddels ook onderweg en vraagt waar hij u kan treffen?

Hoeveel slachtoffers hebben we? Is de chauffeur van de

personenauto besmet?.

Ploeg 1: Eerste verkenning uitvoeren: ademlucht omhangen

explosiegevaarmeter mee

Ploeg 2: uitvragen betrokkenen en omstanders. Chauffeur: opvang slachtoffer personenauto

Begrepen

De HV is ter plaatse, hoe kunnen we u ondersteunen?

Doen we ademlucht

om?

Kunt u vertellen wat er gebeurd is? Ja, ik reed met mijn

auto op de Chopin en ik wilde de Mozartlaan

inslaan. Ik had groen licht en van links kwam die gek met zijn vrachtauto en probeerde een andere auto te ontwijken en daardoor kantelde hij,

maar ik kon niet meer

remmen. Hij kroop uit zijn cabine en stortte in elkaar. Ik wilde hem eerst helpen maar toen hij onderuit ging en ik

een rare lucht rook ben ik weggelopen van hem.

Ik ga opschalen naar middel, groot of zeer groot, wil u voor mij

alarmeren? Ja, U schaalt op, en herhaal de opdracht. MK alarmeert de gewenste eenheden.

Op welke afstand moeten we mensen houden? En moeten we

de omringende gebouwen ontruimen?

Als BV na 4 minuten nog niets over de toestand van de

slachtoffer(s) zegt, dan vraagt de VK: Hoe is het met die man die daar ligt? En waarmee is deze man besmet en hoe gaan jullie deze schoon

maken? Want anders nemen wij hem niet mee.

En staan wij hier wel veilig? Wij gaan de OVD-G bellen, die gaat

Na eerste verkenning: De meter is niet afgegaan, dus

opstellijn naar 25 meter? Wanneer BV nummers nog niet heeft gelezen met verrekijker Nummers op de borden

van de vrachtauto: GEVI 80 en UN 2582

HV ontsmettingveld gereed maken

Hoe gaat het met u? Voelt zich goed maar is wel heel erg

geschrokken en ik heb wel een vieze lucht daar geroken maar wat is dat voor een spul? Wat een gek zeg.

Page 54: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

34 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

met de GAGS

overleggen hoe we hier mee om moeten gaan

OVD: Hier de 100, aanrijdend en met 10 min ter plaatse. Hoe is de situatie? Moeten we ontsmetten? (zo ja,

advies opschalen naar middel) Is er een effectgebied?

Bij contact zoeken met

de AGS: Hier de AGS, kunt u mij vertellen om wat voor stof het gaat? Hoeveel stof ligt er op straat?

Extra ambulance nodig (2 SO’s: chauffeur personenauto en tankauto) Gaan wij regelen!

Ploeg 1: verkennen in bluskleding met adembescherming en explosiegevaarmeter, bovenwinds, niet in

contact met stof, let op toestand slachtoffer, lekkage, uitstroom, voertuigen op de

handrem Ploeg 2: klaarmaken voor inzet in

chemiepak Chauffeur: voorlopige opstellijn plaatsen, ademluchtregistratie, eerste straal gereedmaken Begrepen

Na 4 min via porto: Het gaat om 1 lekkende IBC met ijzerchloride, UN 2582. Er zit een barst in van

20 cm, en er stroomt vloeistof uit, ongeveer 5 liter per minuut. De plas is 3 x 3 m. Het

slachtoffer ligt er midden in. Er zit een rioolput op 5 meter

van de plas. Chauffeur: voorlopige opstellijn geplaatst Na 8 min via porto: Ploeg 2: standby,

flesdruk 300

bar.Begrepen

Na 4-minuten: Tweede TS/ opschaling meldt zich in. Wat is onze opdracht?

HV: Welk ontsmettingsmiddel moeten wij klaarmaken?

Na 8 min 2e TS ter plaatse meldt zich bij

de BV, OVD nog niet ter plaatse: Hoe verdelen we de taken? Moet ik mijn manschappen chemiepak aan laten trekken?

HV: Na 8 min: Ontsmettingsveld gereed, definitieve opstellijn geplaatst

Berichtenverkeer vanaf

Page 55: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

35 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

verkenning:

SO is in contact met vloeistofplas,

Page 56: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

36 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Inzetfase Middel OGS

MK Politie/ OVD P ambulance Manschappen HV / 2e TS Chauffeur

personenauto Vragen van de BV:: Normaal beantwoorden

en na een reële tijd ter plaatse laten komen. Nader bericht: inzetplan, bijzonderheden stof en

omgeving. Begrepen (herhaal bericht), moeten we nog overige eenheden alarmeren?

Al het verkeer ligt nu stil op uw aangeven

afstand, wilt u nog iets anders? (wanneer er gebouwen ontruimd zijn op last van de brandweer):

We zijn de gebouwen aan het ontruimen, de mensen worden op 100 meter geplaatst.

GAGS: Welke stof gaan het om? In welke mate

zijn er mensen besmet?

Wat is het inzetplan? Inzetplan wordt bekend

gemaakt Redden slachtoffer in chemiepak Hoe moeten we het slachtoffer ontsmetten?

Kleding slachtoffer vlakbij ongeval op veilige plek uittrekken en achterlaten, ontsmetten met veel water.

Stabiliseren 120: begrepen, wij

gaan voertuigen stabiliseren, plas afdekken en riool dichten. Begrepen

Is richting ziekenhuis.

Hier de 100, ik ben er over vijf minuten. Wat is de situatie? Heb je genoeg personeel ter

plaatse? 110 verantwoordelijk

voor redding en 120 voor stabiliseren.

Wilt u het publiek op afstand houden? Ja, doen we.

Naar welk ziekenhuis gaat het slachtoffer? Naar het plaatselijk ziekenhuis te Rynstate

ziekenhuis aan de Wagnerlaan alhier.

Mogen we wanneer nodig voor redding in contact komen met de stof? En hoe moeten

we dan ontsmetten? Ja, met veel water

Graag contact met de AGS: Hier de AGS, wat voor

stof gaat het om, hoeveelheid, situatie?

Wanneer er contact is gezocht met de AGS: Bijtende stof! Inzet in chemiepak, ontsmetten

met ruime hoeveelheid water.

Moeten de gebouwen in de omgeving ontruimd worden ? zo,

ja : welke bedrijven en moeten we deze mensen ergens apt

houden?

Hoe moeten we stabiliseren?

Page 57: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

37 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

VI Zwaartepuntenlijst scenario’s Zwaartepunten Bevelvoerder Computersimulatie Ongevalbestrijding GS

Zwaartepunten stof Punten

Een stof:

enkelvoudig gevaarsaspecten (muv 1 en 7): bijvoorbeeld 3

meervoudige gevaarsaspecten: bijvoorbeeld 63

enkelvoudige gevaarsaspecten 1 en 7 óf elkaar versterkende gevaarsaspecten:

bijvoorbeeld 66

Meer stoffen:

meer stoffen bestaande van alleen enkelvoudige stoffen bijvoorbeeld 3

meer stoffen bestaande van stoffen met meervoudige gevaarsaspecten of enkelvoudige gevaarsaspecten 1 en 7 óf elkaar versterkende gevaarsaspecten:

bijvoorbeeld 66

1

2

3

2 3

Stof(-fen) zijn bij melding bekend 1

Stof(-fen) zijn bekend na verkenning of na navraag bedrijfshulpverlener 2

Mate van verspreiding:

druppellekkage

straal/stromend

1

2

Verspreiding van de stof :

uitstroom naar put/riool/sloot

damp richting object of riool

2

2

Stabiliseren:

eenvoudig te stabiliseren verpakkingen (bijvoorbeeld: vat)

niet of niet makkelijk te stabiliseren verpakking (bijv. IBC container,

lekdichtkussens)

1

2

Zwaartepunten slachtoffer

Aantal slachtoffers in aanraking gekomen met de stof:

een (gewond of niet gewond)

twee of drie gewond en niet in staat op te staan (keuze maken voor volgorde

redding)

2

3

Er zijn personen aanwezig in het brongebied (niet gewond en niet in aanraking met de

stof).

1

Zwaartepunten omgeving/locatie incident

Binnen (inpandig) 2

Er is een externe ontstekingsbron (benedenwinds of in nabijheid stof) aanwezig 2

Er is een benedenwinds effectgebied (bijvoorbeeld camping, trein, school, tankstation) 2

Omstanders en verkeer:

op afstand buiten gevarenzone/effectgebied

dichtbij het incident binnen de gevarenzone/effectgebied

1

2

Zwaartepunten overig

Het is windstil 2

Temperatuur (in relatie tot de ontbrandingstemperatuur) 2

Beschikbaarheid informatie (bijvoorbeeld: Erickaartenboek, AGS, informant ter plaatse en

vrachtbrief)

informatie is onvolledig of tegenstrijdig

1

Chemiepak van manschap beschadigt tijdens inzet 3

Totaal aantal punten 14-16

1= minst zwaar en 3 = meest zwaar

Voorwaarden:

in het scenario wordt uitgegaan van een middelincident

in het scenario zit minimaal één driepunter

er is altijd sprake van een slachtoffer

Page 58: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

38 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Zwaartepunten bevelvoerder praktijksimulatie Brandbestrijding

Zwaartepunten beschikbare informatie tijdens uitruk/verkenning Punten

Beschikbaarheid info van MK, informant ter plaatse/melder, bereikbaarheidskaarten, politie,

bedrijfsdeskundige

essentiële informatie ontbreekt

tegenstrijdig

info in relatie tot opschaling (redenen voor middelbrand)

2

3

1

Zwaartepunt beschikbare informatie tijdens inzet

Krijgt:

gewijzigde info

aanvullende info (bijv. toch nog een slachtoffer of aanwezigheid gevaarlijke stof)

tegenstrijdige info

1 1

2

Zwaartepunten slachtoffer

Aantal slachtoffers in object:

er is één slachtoffer (gewond of niet gewond) (noodzaak zelf mee redden?)

er is meer dan één slachtoffer, naast elkaar(gewond) keuze volgorde redding/

noodzaak zelf mee redden?)

twee slachtoffers op verschillende bouwlagen

vermoedelijk een slachtoffer overleden

melding slachtoffer maar deze is niet aanwezig

2

3

3

2 2

Het slachtoffer bevindt zich:

in een levensbedreigende situatie (dicht of achter de vuurhaard)

ingesloten in een andere ruimte dan de brand (gelijk niveau/ander niveau)

op moeilijk bereikbare plaats (kelder/zolder)

op tijdelijk veilige plaats

2

2

3

1

Zwaartepunten object

Het object heeft de gebruiksfunctie:

wonen met inpandige parkeergelegenheid/berging

lichte zorgfunctie (gezinsvervangend tehuis/bejaardenhuis)

klein cellencomplex (bijv. politiebureau met cellen)

winkel zonder gevaarlijke stoffen

winkel met gevaarlijke stoffen

garagebedrijf

bedrijfsverzamelgebouw (met ontbrekende preventieve voorzieningen)

horecafunctie met keuken

aanwezigheid hennepkwekerij/xtc-lab

1

2

3

1

2

2 3

2

2

Zwaartepunten omgeving/locatie incident

Omstanders en verkeer bevinden zich dicht bij het incident binnen de gevarenzone 1

Er staan hinderlijk geparkeerde voertuigen bij het brandobject 1

De kandidaat wordt afgeleid of lastig gevallen door omstanders/beheerder/bewoner 2

Zwaartepunten vuurhaard

Er is dreiging/ sprake van (terugkoppeling uit verkenning of daadwerkelijk ensceneren):

overslag

explosie

instorten

onafhankelijke vuurhaarden

1

2

2 2

In inzetfase wijzigt de dynamiek in enscenering zodat de bevelvoerder moet schakelen in zijn

tactiek

1

Zwaartepunten overig

Uitval van een van zijn manschappen (timing in relatie tot komst TS 120) bijvoorbeeld verzwikte

enkel

1

Uitval portofoon 2

Ploeg of manschap in nood ( bijvoorbeeld: insluiting of storing ademluchtapparatuur) (timing

bijna ter plekke TS 120)

3

Beperkte beschikbaarheid water

Kortstondige uitval van de pomp

1

2

Totaal aantal punten 14-16

1= minst zwaar en 3 = meest zwaar

Voorwaarden:

in het scenario wordt uitgegaan van een middelbrand

minimaal één driepunter opnemen in het scenario

uit alle categorieën moet minimaal één zwaartepunt zitten

er is altijd sprake van een slachtoffer

Page 59: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

39 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

VII vergelijkbaarheid scenario’s

Vergelijkbaarheid Scenario's Kleine brand OGS klein Middelbrand OGS middel

Onderwerp Containerbrand kleine lekkage IBC indstr. Brand kinderdagverblijf Zware lekkage IBC stad

Kritieke momenten

Omstanders, dakdekkers, auto, pand

Omstanders, riool, scheur, besmetting

OMS->MB, redding, preventief niet in orde, insluting manschappen, omstanders

HV->OGS, redding, bovenwinds, omstanders, riool

Schakelmoment Nee Nee Ja, OMS naar brand (redding) Ja, HV naar OGS inzet

Punten zwaartepuntenlijst 11 11 16 16

Eenheden 1 TS, 1 HW 1 TS, 1 HV 2 TS, 1 HW 2 TS, 1 HV

Slachtoffers 1 lichtgewond 1 lichtgewond 1 zwaargewond, 2 lichtgewond

1 zwaargewond, 1 lichtgewond

Omstanders Rust Rust Onrust Onrust

Bekendheid informatie Uitrukfase Uitrukfase Verkenningsfase Verkenningsfase

Mogelijke escalaties 3 3 5 5

Hoeveelheid informatie 70/100 70/100 95/100 95/100

Hulpverleners Dienstbaar Dienstbaar Zuigend Zuigend

Page 60: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

40 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

VIII Vragenlijsten

Vragenlijst voor aanvang scenario’s

Pagina 1

Beste bevelvoerder, In deze korte vragenlijst willen we voorafgaand aan het onderzoek graag een aantal vragen aan je stellen. Het gaat vooral om zaken als je functie, opleidingen en je ervaring binnen de brandweer. We willen benadrukken dat jij of je regio op geen enkele manier beoordeeld worden. Je gegeven antwoorden zijn strikt vertrouwelijk, en de resultaten worden enkel gebruikt voor het onderzoek. Succes met de scenario’s en alvast bedankt voor je medewerking. Namens het onderzoeksteam, Thijs Geertsema, Brandweeracademie IFV

VP-ALG 1. Wat is uw deelnemersnummer? Cijferveld

Pagina 2

VP 2. Wat is uw geslacht? Man Vrouw

VP 3. Wat is uw leeftijd? Getallenveld

VP 4. Wat is uw huidige functie? (Uw dagelijkse

burgerberoep of ‘koude’ functie binnen de

brandweer)?

Open veld

VP 5. Wat is uw hoogst voltooide opleiding? VMBO|HAVO|VWO|MBO|

HBO|WO

VP 6. Welke niet-brandweer opleiding heeft u

gevolgd? (bijv. MBO lastechniek, HBO

werktuigbouw enz)

Open veld

VP 7. Bent u vrijwilliger of beroeps Vrijwilliger | Beroeps

VP 8. Bij welke veiligheidsregio bent u

werkzaam?

Groningen | Fryslan |

Drenthe| IJsselland |

Twente| Noord Oost

Gelderland | Gelderland

Midden | Gelderland zuid |

Utrecht | Noord holland

Noord | Zaanstreek

Waterland | Kennemerland

| Amsterdam-Amstelland |

Gooi en Vechtstreek |

Haaglanden | Hollands

Midden | Rotterdam

Rijnmond | Zuid Holland

Zuid | Zeeland | Midden

West Brabant | Brabant

Noord | Brabant zuidoost |

Limburg Noord | Zuid

Limburg | Flevoland

Page 61: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

41 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

VP 9. Welke specialismen heeft u behaald? Brandweerduiker |

Centralist | Chauffeur |

Controleur brandpreventie

| Duikploegleider |

Gaspakdrager | Instructeur

| Oefencoördinator |

Ploegchef | Verkenner

gevaarlijke stoffen |

VP 10. Hoeveel jaar bent u in totaal werkzaam

bij de brandweer? (vanaf eerste repressieve

dienst)

Getallenveld

VP 11. Hoeveel jaar bent u manschap geweest? Getallenveld

VP 12. Hoeveel jaar bent u bevelvoerder? Getallenveld

Vragenlijst na ieder scenario

Pagina 1

Beste bevelvoerder,

Er volgen nu een aantal vragen over het scenario wat u zojuist hebt doorlopen.

Probeer de vragen goed te lezen en beantwoord ze voor de voltooide inzet.

VK-ALG 1. Wat is uw deelnemersnummer? Cijferveld

Pagina 2

In welke mate bent u het eens met de voldoende stellingen?

Deze stellingen slaan op het zojuist gevolgde scenario.

VK-OER 2. Ik vond dat ik en mijn

manschappen effectief waren bij het

bestrijden van het incident.

Helemaal

niet mee

eens

(1)

(2) (3) (4) Helemaa

l mee

eens

(5)

VK-OER 3. Mijn manier van handelen is

zinvol voor het bestrijden van risico’s bij

een dergelijk incidenttype.

(1) (2) (3) (4) (5)

VK-OER 4. Ik denk dat mijn handelen en

optreden bij dergelijke incidenten nut

heeft.

(1) (2) (3) (4) (5)

VK-OES 5. Ik was in staat om alle risico’s

te beheersen waardoor ik schade aan

mensen en materiaal zoveel mogelijk kon

voorkomen.

(1) (2) (3) (4) (5)

VK-OES 6. Als een dergelijk incident zich in

werkelijkheid voordoet heb ik er

vertrouwen in dat ik op de juiste manier

kan handelen.

(1) (2) (3) (4) (5)

VK-OES 7. Ik denk dat ik als bevelvoerder

gemakkelijk de juiste handelingen kan

uitvoeren om risico’s te beheersen bij een

dergelijk incident

(1) (2) (3) (4) (5)

Page 62: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

42 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Pagina 3

In welke mate bent u het eens met de voldoende stellingen?

Deze stellingen slaan op het zojuist gevolgde scenario.

VK-ORS 8. Ik geloof dat een dergelijk

incident ernstige risico’s voor mij en mijn

manschappen met zich meebrengt.

Helemaal

niet mee

eens

(1)

(2) (3) (4) Helemaa

l mee

eens

(5)

VK-ORS 9. Bij dit incident was de mogelijke

schade aan mensen en materialen groot.

(1) (2) (3) (4) (5)

VK-ORS 10. Ik geloof dat de mogelijke

gezondheidsschade van een dergelijk

incident zeer ernstig is.

(1) (2) (3) (4) (5)

VK-ORV 11. Het is waarschijnlijk dat ik of

mijn manschappen slachtoffer worden ten

gevolge van een dergelijk incident

(1) (2) (3) (4) (5)

VK-ORV 12. Ik stel mij en mijn

manschappen bij een dergelijk incident

bloot aan een risico waarbij we gewond

kunnen raken.

(1) (2) (3) (4) (5)

VK-ORV 13. De kans dat ik of mijn

manschappen slachtoffer worden door de

gevolgen van een dergelijk incident is groot

(1) (2) (3) (4) (5)

Pagina 4

Wanneer ik denk aan de risico’s van het zojuist gevolgde scenario, dan …

Helemaal niet (1)

(2) (3) (4) Heel erg (5)

VK-OA 14. word ik angstig (1) (2) (3) (4) (5)

VK-OA 15. blijf ik rustig (1) (2) (3) (4) (5)

VK-OA 16. word ik boos (1) (2) (3) (4) (5)

VK-OA 17. maak ik mij zorgen (1) (2) (3) (4) (5)

VK-OA 18. beïnvloed mij dit niet (1) (2) (3) (4) (5)

Page 63: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

43 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Vragenlijst aan het eind van het volledige experiment

Pagina 1

In deze afsluitende vragenlijst stellen we een aantal vragen. Lees de vragen

goed. Dikgedrukte woorden benadrukken waar de vraag over gaat.

VL-ALG 1. Wat is uw deelnemersnummer? Cijferveld

Pagina 2

In hoeverre vindt u dat u bent opgeleid voor de volgende taken? Het gaat hier

om kennis uit opleidingen en bijscholingen.

VL-OKV 2. Brandbestrijding Schaal 1-10 (1: zeer slecht, 10: zeer

goed)

VL-OKV 3. Technische hulpverlening Schaal 1-10 (1: zeer slecht, 10: zeer

goed)

VL-OKV 4. Ongevalsbestrijding

gevaarlijke stoffen

Schaal 1-10 (1: zeer slecht, 10: zeer

goed)

In welke mate vindt u dat u getraind bent voor de volgende taken? Het gaat hier

om vaardigheden uit cursussen en trainingen.

VL-OKV 5. Brandbestrijding Schaal 1-10 (1: zeer slecht, 10: zeer

goed)

VL-OKV 6. Technische hulpverlening Schaal 1-10 (1: zeer slecht, 10: zeer

goed)

VL-OKV 7. Ongevalsbestrijding

gevaarlijke stoffen

Schaal 1-10 (1: zeer slecht, 10: zeer

goed)

In welke mate vindt u dat u geoefend bent voor de volgende taken? Het gaat

hier om oefeningen waarbij u kennis en vaardigheden kan combineren.

VL-OKV 8. Brandbestrijding Schaal 1-10 (1: zeer slecht, 10: zeer

goed)

VL-OKV 9.Technische hulpverlening Schaal 1-10 (1: zeer slecht, 10: zeer

goed)

VL-OKV 10. Ongevalsbestrijding

gevaarlijke stoffen

Schaal 1-10 (1: zeer slecht, 10: zeer

goed)

Pagina 2

In welke mate heeft u ervaring opgebouwd voor de volgende taken? Dit mag zijn

uit oefeningen, uitrukken of andere ervaringen.

VL-OE 11. Brandbestrijding Schaal 1-10 (1: zeer weinig, 10: zeer

veel)

VL-OE 12. Technische hulpverlening Schaal 1-10 (1: zeer weinig, 10: zeer

veel)

VL-OE 13. Ongevalsbestrijding

gevaarlijke stoffen

Schaal 1-10 (1: zeer weinig, 10: zeer

veel)

Page 64: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

44 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Pagina 3

In welke mate bent u het eens met de volgende stellingen?

VL-OKV 14. Ik had tijdens de zojuist

gevolgde OGS scenario’s voldoende kennis

om het incident effectief te bestrijden.

Helemaal

niet mee

eens

(1)

(2) (3) (4) Helemaa

l mee

eens

(5)

VL-OKV 15. Ik vind dat ik voldoende

kennis op het gebied van OGS heb om

effectief op te kunnen treden bij een OGS

incident.

(1) (2) (3) (4) (5)

VL-OKV 16. Ik krijg voldoende bijscholing

om mijn kennis voor de taak OGS op peil

te houden.

(1) (2) (3) (4) (5)

VL-OKV 17. Ik had tijdens de zojuist

gevolgde OGS scenario’s voldoende

vaardigheden om het incident effectief te

bestrijden.

(1) (2) (3) (4) (5)

VL-OKV 18. Ik vind dat ik voldoende

vaardigheden heb om op het gebied van

OGS effectief op te kunnen treden.

(1) (2) (3) (4) (5)

VL-OKV 19. Ik krijg voldoende workshops,

rollenspellen en andere trainingen om mijn

vaardigheden voor de taak OGS op peil te

houden.

(1) (2) (3) (4) (5)

VL-OKV 20. Ik krijg voldoende oefeningen

OGS aangeboden om mijn kennis en

vaardigheden te kunnen combineren in een

praktijksituatie.

(1) (2) (3) (4) (5)

VL-OKV 21. De huidige oefeningen OGS

vind ik bijdragen aan de manier waarop ik

nu handel bij een OGS incident.

(1) (2) (3) (4) (5)

Pagina 4

In welke mate bent u het eens met de volgende stellingen?

VL-OE 22. Ik vind dat ik voldoende

ervaring op het gebied van OGS heb om

effectief op te kunnen treden.

Helemaal

niet mee

eens

(1)

(2) (3) (4) Helemaa

l mee

eens

(5)

VL-OE 23. Oefenen draagt bij aan mijn

ervaring op het gebied van OGS.

(1) (2) (3) (4) (5)

VL-OE 24. Ik moet vaak terugvallen op

procedures omdat ik te weinig ervaring

heb met OGS incidenten.

(1) (2) (3) (4) (5)

VL-OE 25. Een gebrek aan ervaring zorgt

er voor dat ik mijn leiderschapsstijl moet

aanpassen van coachend naar sturend op

regels en procedures.

(1) (2) (3) (4) (5)

Pagina 5

Page 65: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

45 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Welke van de volgende methoden helpen u bij het effectiever optreden bij OGS

incidenten? Beoordeel de methoden.

VL-OE 26. Meer herhaling van

huidige OGS kennis.

Schaal 1-10 (1: zeer weinig, 10: zeer

veel)

VL-OE 27. Verbreding en verdieping

van de OGS kennis.

Schaal 1-10 (1: zeer weinig, 10: zeer

veel)

VL-OE 28. Meer OGS trainingen

(vaardigheden) zoals workshops en

rollenspellen.

Schaal 1-10 (1: zeer weinig, 10: zeer

veel)

VL-OE 29. Virtueel OGS scenario’s

oefenen.

Schaal 1-10 (1: zeer weinig, 10: zeer

veel)

VL-OE 30. Realistisch oefenen (echte

gevaarlijke stoffen of realistische

enscenering).

Schaal 1-10 (1: zeer weinig, 10: zeer

veel)

VL-OE 31. Anders namelijk: (open

veld(niet verplicht))

Schaal 1-10 (1: zeer weinig, 10: zeer

veel)

Pagina 6

In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen?

VL-ORS 32. Ik vind dat de gevaren en

bijbehorende risico’s bij een OGS incident

groter zijn dan bij een brandincident.

Helemaal

niet mee

eens

(1)

(2) (3) (4) Helemaa

l mee

eens

(5)

VL-ORV 33. Als ik met mijn manschappen

optreed bij een OGS incident is de kans

groter dat ik of mijn manschappen gewond

raken dan wanneer we optreden bij brand.

(1) (2) (3) (4) (5)

VL-OES 34. Bij een OGS incident ben ik

minder goed in staat om te handelen dan

bij een brandincident.

(1) (2) (3) (4) (5)

VL-OE 35. Bij een OGS incident is mijn

handelen minder zinvol dan bij een

brandincident.

(1) (2) (3) (4) (5)

Als u aan een ongeval met gevaarlijke stoffen denkt, welke factoren bepalen dan

of het incident voor uw gevoel gevaarlijker of risicovoller wordt? Beoordeel de

relevantie.

VL-ORF 36. De bestrijdbaarheid van het

incident.

Helemaal

niet

(1)

(2) (3) (4) Heel erg

(5)

VL-ORF 37. Bekendheid/ervaring met

risico.

(1) (2) (3) (4) (5)

VL-ORF 38. Zichtbaarheid/voelbaarheid

van het risico.

(1) (2) (3) (4) (5)

Page 66: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

46 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

VL-ORF 39. Kwetsbaarheid/kans op

slachtofferschap.

(1) (2) (3) (4) (5)

VL-ORF 40. Extreme of fatale gevolgen. (1) (2) (3) (4) (5)

VL-ORF 41. Door de mens veroorzaakt

risico.

(1) (2) (3) (4) (5)

Pagina 7

In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen?

VL-OP 42. Ik ben voldoende bekend met de

OGS procedures.

Helemaal

niet mee

eens

(1)

(2) (3) (4) Helemaa

l mee

eens

(5)

VL-OP 43. De procedure OGS biedt mij

voldoende houvast tijdens een ongeval met

gevaarlijke stoffen.

(1) (2) (3) (4) (5)

VL-OP 44. Ik vind de procedure OGS te

omvangrijk

(1) (2) (3) (4) (5)

VL-OP 45. Ik wacht bij voorkeur op de OVD

bij een OGS inzet.

(1) (2) (3) (4) (5)

VL-OP 46. Ik wacht bij voorkeur op advies

van de AGS bij een OGS inzet .

(1) (2) (3) (4) (5)

VL-OP 47. Welke van de volgende veranderingen dragen volgens u bij aan een

verbetering van de procedure OGS? (meerdere antwoorden mogelijk)

Als BV (vaker) contact

opnemen met de AGS bij

OGS.

De procedure OGS

vereenvoudigen

Brand en OGS gelijk

trekken: bij klein OGS

maar 1 TAS.

Een snelle redding

opnemen in de procedure

De

opruimwerkzaamheden

over laten aan bedrijven.

Anders, namelijk;

Open veld

Pagina 8

In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen?

VL-OM 48. Ik vind dat we voldoende

middelen hebben op de tankautospuit om

op te kunnen treden bij een OGS.

Helemaal

niet mee

eens

(1)

(2) (3) (4) Helemaal

mee eens

(5)

VL-OM 49. We trainen en oefenen

voldoende met de middelen die we voor

OGS beschikbaar hebben.

(1) (2) (3) (4) (5)

VL-OM 50. Ik ben vertrouwd met de inzet

van chemiepakken.

(1) (2) (3) (4) (5)

VL-OM 51. Bij de meeste OGS incidenten

hebben we voldoende aan bluskleding in

combinatie met adembescherming en

chemicaliënhandschoenen.

(1) (2) (3) (4) (5)

Page 67: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

47 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

VL-OP 52. Welke van de volgende veranderingen dragen volgens u bij aan een

verbetering van de middelen bij OGS? (meerdere antwoorden mogelijk)

Geen chemiepak maar

een simpele overal met

handschoenen en

laarzen.

Een schuimblusvoertuig

om de effecten van OGS

incidenten te beperken

Een lijst met stoffen

waarvoor een

gaspakkenteam moet

komen, de rest kan de

TAS aan.

Applicaties op tablet of

telefoon met informatie.

Denk hierbij aan

chemiekaarten, ERIC.

Een kwadrantenmodel

voor OGS (IBGS)

Anders, namelijk;

Open veld (niet verplicht)

VL-OP 53. Hoeveel inzetten heeft u in uw loopbaan gehad waarbij besloten is om

een chemiepak of gaspak te gebruiken?

Cijferveld

VL-OP 54. Wat zou u kunnen helpen als bevelvoerder om risico’s bij OGS beter in

te schatten?

Open veld

VL-OP 55. Wat zou u kunnen helpen als bevelvoerder om een incident met

gevaarlijke stoffen effectiever te bestrijden?

Open veld

Pagina 9

U heeft wellicht gemerkt dat er in deze vragenlijst wordt ingezoomd op

gevaarlijke stoffen en OGS. Dit onderzoek is een basis voor de verbetering van

het brandweeronderwijs bij incidentbestrijding gevaarlijke stoffen en de nieuwe

visie IBGS, die de procedure OGS gaat vervangen.

We willen graag van u als bevelvoerder weten op welke manier we bij de

brandweeracademie u het beste kunnen helpen om effectiever en efficiënter te

kunnen handelen bij een incident met gevaarlijke stoffen. Vul daarom gerust hier

al uw tips, commentaar en andere zaken omtrent OGS en IBGS in.

Open veld (niet verplicht)

Bedankt voor uw medewerking!

EINDE SURVEY

Page 68: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

48 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

IX Codeboek variabelen

Onderwerp Code

Proefpersoon Nummer (1-50)

Scenario Kleine brand: KB Middel brand: MB Klein OGS: KO Middel OGS: MO

Vragenlijst (soort)

Persoonskenmerkenlijst: VP Korte vragenlijst (na afloop van ieder scenario): VK Lange vragenlijst (nadat alle scenario’s zijn doorlopen): VL

Experiment (observatie)

Tijd: ET Besluiten: EB Opmerkingen: EO

Hartritmevar. Hartslag: HRV

Vragenlijst (output onafhankelijke variabelen)

Kennis en vaardigheden: OKV Ervaring: OE Risicoperceptie severity: ORS Risicoperceptie vulnerability: ORV Angst: OA Self efficacy: OES Response efficacy: OER Middelen: OM Procedures: OP

Page 69: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

49 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

X Lijst deelnemende regio’s

Regio Datum Locatie Contactpersoon

Pretest 25-mrt IFV Arnhem Thijs

Brabant Noord 8-apr Kazerne Schaijk Bert van Gerwen

Noord-Holland Noord 9-apr Regiokantoor Alkmaar Arend Stoffels

Drenthe 10-apr Kazerne Emmen Herman Roufs

Brabant Zuidoost 11-apr ROC Waalre Johan de Greef

Zuid Holland Zuid 15-apr Kazerne Dordrecht R. de Visser

Midden West Brabant 16-apr VOC Tilburg Linda Gulickx

Gelderland midden 17-apr Kazerne Doorwerth Harco van Oorschot

Amsterdam Amstelland 22-apr Kazerne Amstelveen Tom Trotsenburg

Twente 23-apr Troned C39 Johan Bosch

VNOG 25-apr Kazerne Elburg Gerrit van der Heide

Page 70: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

50 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

XI Communicatie naar regeio’s en bevelvoerders Informatie regio’s afdeling vakbekwaamheid Beste regio vertegenwoordiger, Voor een onderzoek naar besluitvorming bij bevelvoerders is de Brandweeracademie (IFV) op zoek naar regio’s die mee willen werken aan een experiment. In dit experiment gaan we een aantal inzetten doen met behulp van incidentsimulatie in een virtuele wereld; we gebruiken hiervoor ADMS. Na de incidenten stellen we de bevelvoerders een aantal vragen waarmee we inzicht willen krijgen in besluitvorming door bevelvoerders bij inzetten. Dit onderzoek richt zich hiermee op een verbetering van het brandweervak- en onderwijs. Omdat dit ons allen raakt zijn we op zoek naar hulp in de regio’s. Voor dit experiment zijn we op zoek naar tien regio’s waar we een dag langs mogen komen op een centrale locatie in de regio om het experiment uit te voeren. Binnen deze regio’s zoeken we vijf bevelvoerders die op deze dag ongeveer twee uur willen deelnemen aan het experiment. Deze groep bevelvoerders is een afspiegeling van uw totale aantal bevelvoerders, dus bijvoorbeeld minimaal twee vrijwilligers en één beroeps en bij voorkeur een vrouwelijke bevelvoerder. Na de werving van bevelvoerders door de regio neemt het onderzoeksteam het verdere regelwerk op zich. Concreet vragen wij van u:

1. Centrale oefenlocatie met 3 leslokalen /ruimten 2. 5 bevelvoerders voor 2 uur 3. Contactpersoon van afdeling vakbekwaamheid 4. Werven van de bevelvoerders uit uw eigen regio

De geplande data voor de experimentdagen zijn te vinden in het bijgevoegde schema:

Datum Regio Proefpersonen

Pretest 25 maart

Arnhem (IFV)

Di 8 april 1-5

Wo 9 april 6-10

Do 10 april 11-15

Vr 11 april 16-20

Di 15 april 21-25

Wo 16 april 26-30

Do 17 april 31-35

Vr 18 april 36-40

Di 22 april 41-45

Wo 23 april 46-50

Uitloopdag Vr 25 april

Arnhem (IFV)

Als u aangeeft welke data de voorkeur heeft binnen uw regio, zal ik zorgen dat jullie een datum toebedeeld krijgen die jullie past. Nadat we een datum overeen zijn gekomen ontvang ik graag de locatie en een lijstje met namen van bevelvoerders inclusief telefoonnummer en mailadres. Ik zal dan de bevelvoerders mailen met een uitnodiging en een uitleg over de bedoeling van de dag. Wanneer u mee wilt werken met uw regio dan kunt u zich opgeven bij Thijs Geertsema ([email protected]). Ook voor verdere vragen over het onderzoek of de gang van zaken kunt u bij Thijs terecht. Wij hopen dat we door uw medewerking dit onderzoek kunnen laten slagen, en dat we met dit onderzoek weer verbetering kunnen realiseren in het brandweervak- en onderwijs.

Page 71: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

51 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Namens het onderzoeksteam, Thijs Geertsema, Brandweeracademie IFV Vacature Gezocht: bevelvoerders Voor een onderzoek naar besluitvorming bij bevelvoerders is de Brandweeracademie (IFV) op zoek naar bevelvoerders die mee willen werken aan een experiment. In dit experiment gaan we een aantal inzetten doen met behulp van incidentsimulatie in een virtuele wereld. Na de incidenten stellen we een aantal vragen aan jullie waarmee we inzicht willen krijgen in besluitvorming door bevelvoerders bij inzetten. Het experiment kost ongeveer twee uur en we komen naar jouw regio, dus de reistijd is minimaal. Je wordt niet beoordeeld en de antwoorden zijn strikt vertrouwelijk. Een realistische inzet in een virtuele wereld is een enorm leuke ervaring, en daarnaast help je zo mee aan de verbetering van het brandweeronderwijs en de vakbekwaamheid. Meedoen kan door een mail te sturen aan [email protected]. Hopelijk tot ziens op één van de testdagen! Namens het onderzoeksteam, Thijs Geertsema, Brandweeracademie IFV Uitnodiging bevelvoerder Beste bevelvoerder, Namens de Brandweeracademie willen we je bedanken dat jij je op hebt gegeven om mee te werken aan ons onderzoek. In dit onderzoek gaan we door middel van een experiment kijken naar de besluitvorming bij bevelvoerders tijdens inzetten. Het experiment zal bestaan uit een aantal incidentsimulaties in een virtuele wereld. Hiervoor maken we gebruik van het programma ADMS. Alles is zo realistisch mogelijk, dus het is net alsof je echt midden in een incident zit. Na de tijd willen we je graag een aantal vragen stellen over je belevenissen. Deze antwoorden helpen ons met een onderzoek binnen het IFV, waarmee we hopen verbeteringen aan te brengen in het onderwijs en het vakgebied. We willen benadrukken dat je op geen enkele manier beoordeeld wordt. Je gegeven antwoorden zijn strikt vertrouwelijk, en de resultaten worden enkel gebruikt voor het onderzoek. Wij komen op DATUM met het onderzoeksteam in jouw regio. We willen vragen of je vanaf TIJD aanwezig wilt zijn bij LOCATIE. Hier starten we met een korte introductie en daarna starten we met de incidentsimulatie. Tussendoor stellen we een aantal vragen en aan het einde stellen we nog een aantal algemene vragen. De totale tijd die je kwijt bent is ongeveer 130 minuten. Mocht je vragen hebben over het experiment, of iets anders, dan kan je altijd mailen naar [email protected]. Mocht je verhinderd zijn, dan zouden we je willen vragen dit zo snel mogelijk door te geven, dit in verband met de planning. Alvast bedankt voor je medewerking en graag tot ziens op de testdag! Namens het onderzoeksteam, Thijs Geertsema, Brandweeracademie IFV

Page 72: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

52 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

XII Resultaten – statistische tabellen

Steekproefbeschrijving Respondenten (N=48) M SD N %

Geslacht Man

39 79,6

Vrouw

7 14,3

Leeftijd 42,48 8,27

Opleidingsniveau VMBO

6 13,0

HAVO

1 2,2

VWO

1 2,2

MBO

31 67,4

HBO

7 15,2

Aanstelling Vrijwilliger

22 47,8

Beroeps

7 15,2

Beide

17 37,0

Specialismen OGS

19 41,3

Niet OGS

27 58,7

Aantal jaar werkzaam Brandweer 17,64 7,16

Manschap 12,24 10,56

Bevelvoerder 7,98 5,68

Doorlooptijd scenario's Tijd tot en met inzetplan

Respondenten (N=48) M SD K-S P (Sig.) Concl.

Brand KB 00:11:14 00:03:20,916 0,137 0,052 Normaal

MB 00:16:16 00:01:49,525 0,132 0,068 Normaal

Totaal

00:13:45 00:01:56,275 0,161 0,003 Niet normaal

OGS KO 00:16:21 00:05:02,780 0,112 0,2 Normaal

MO 00:19:08 00:04:44,680 0,122 0,127 Normaal

Totaal

00:17:45 00:03:35,632 0,167 0,002 Niet normaal

Page 73: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

53 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Gepaarde t-toets, betrouwbaarheidsinterval 95%

Respondenten (N=48) ∆ M t P (Sig.)

H0 - H1 Concl.

KB-KO 0:05:07 -7,154 <0,001 H1 KB<KO

MB-MO 0:02:52 -4,039 <0,001 H1 MB<MO

Brand - OGS 0:04:00 -7,802 <0,001 H1 Brand<OGS

Snelheid van besluitvorming Observatie, ranking snel-normaal-langzaam

Respondenten (N=48) N % KB Snel 38 77,6

Normaal 7 14,3

Langzaam 1 2,0

KO Snel 10 20,4

Normaal 31 63,3

Langzaam 5 10,2

MB Snel 29 59,2

Normaal 18 36,7

Langzaam 1 2

MO Snel 5 10,2

Normaal 33 67,3

Langzaam 8 16,3

Besluit tot definitieve verkenning Moment van besluit, gemeten vanaf ter plaatse komen

Respondenten (N=48) M SD

Brand KB 00:02:58 00:02:16,436

MB 00:02:50 00:02:55,673

OGS KO 00:03:09 00:03:06,861

MO 00:02:28 00:02:48,909

Gepaarde t-toets, betrouwbaarheidsinterval 95%

Respondenten (N=48) ∆ M

t P (Sig.) H0 - H1 Concl.

Verschil KB-KO -00:00:11,021 -,331 ,742 H0 Niet sig.

Verschil MB-MO 00:00:22,000 ,587 ,560 H0 Niet sig.

Page 74: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

54 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Laat de BV een (volledige) verkenning uitvoeren? Observatie, binair ja-

nee Eerste verkenning Definiteve verkenning Respondenten

(N=48) N % N % KB Ja 31 63,3 42 85,7

Nee 16 32,7 5 10,2

KO Ja 45 91,8 38 77,6

Nee 2 4,1 8 16,3

MB Ja 32 65,3 36 73,5

Nee 14 28,6 12 24,5

MO Ja 43 87,3 43 87,8

Nee 4 8,2 4 8,2

Moment start daadwerkelijke inzet Moment van besluit, gemeten vanaf ter plaatse komen

Respondenten (N=48) M SD

Brand KB 00:01:57 00:01:59,419

MB 00:04:00 00:02:44,142

OGS KO 00:06:45 00:06:28,963

MO 00:09:09 00:04:15,376

Gepaarde t-toets, betrouwbaarheidsinterval 95%

Respondenten (N=48)

∆ M t P (Sig.) H0 - H1 Concl.

Verschil KB-KO -00:04:47,583 -5,022 <0,001 H1 KB<KO

Verschil MB-MO -00:05:08,625 -6,351 <0,001 H1 KB<KO

Benodigde tijd uitleggen inzetplan Hoeveelheid tijd tussen start uitleggen inzetplan en start daadwerkelijke inzet

Respondenten (N=48) M SD

Brand KB 00:00:16 00:00:53,665

MB 00:00:24 00:02:03,736

OGS KO 00:00:38 00:03:35,717

MO 00:01:10 00:04:49,398

Page 75: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

55 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Gepaarde t-toets, betrouwbaarheidsinterval 95%

Respondenten (N=48)

∆ M t P (Sig.) H0 - H1 Concl.

Verschil KB-KO -00:00:21,333 -,650 ,519 H0 Niet sig.

Verschil MB-MO -00:00:46,667 -1,057 ,296 H0 Niet sig.

Juistheid inzet Observatie, binair ja-

nee Prioritering Voorzorgsmaatregelen Inzettacktiek Respondenten (N=48) N % N % N %

KB Ja 43 87,8 42 85,7 47 95,9

Nee 4 8,2 5 10,2 0 0

KO Ja 39 79,6 21 42,9 42 85,7

Nee 8 16,3 26 53,1 5 10,2

MB Ja 39 79,6 39 79,6 47 95,9

Nee 9 18,4 9 18,4 1 2

MO Ja 30 61,2 26 53,1 39 79,6

Nee 16 32,7 20 40,8 7 14,3

Hulp bij de inzet

Wordt er terecht opgeschaald? Observatie, ranking (ja, terecht-ja, onterecht-nee), tijd opschalen vanaf moment melding

Respondenten (N=48) N % M SD

KB Ja 18 36,7 0:06:32 00:02:02,258

Nee 29 59,2

KO Ja 15 30,6 0:07:17 00:05:38,326

Nee 32 65,3

MB Ja 47 96 0:03:12 00:01:20,410

Nee 1 2

MO Ja 30 61,2 0:08:23 00:05:35,728

Nee 16 32,7

Zoekt de BV hulp van de OVD? Observatie, ranking (ja, overleg-ja, afschuiven-nee), tijd contact zoeken

Respondenten (N=48) N % M SD

KB Ja, overleg 5 10,2 0:12:04 00:01:28,354

Ja, afschuiven 7 14,3

Nee 34 69,4

KO Ja, overleg 12 24,5 0:13:06 00:03:32,297

Ja, afschuiven 15 30,6

Nee 20 40,8

Page 76: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

56 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

MB Ja, overleg 15 30,6 0:13:20 00:02:35,531

Ja, afschuiven 8 16,3

Nee 24 49

MO Ja, overleg 16 32,7 0:15:10 00:03:47,383

Ja, afschuiven 14 28,6

Nee 15 30,6

Zoekt de BV bij OGS hulp van de AGS? Observatie, ranking (ja-nee), tijd contact zoeken

Respondenten (N=48) N % M SD

KO Ja, overleg 23 46,9 0:11:27 00:03:30,833

Nee 24 49

MO Ja, overleg 30 61,2 00:12:22 00:03:05,704

Nee 17 34,7

Leunt de BV op de OVD? Observatie, binair ja-nee Laat OVD besluiten Wacht op OVD

Respondenten (N=48) N % N % KB Ja 7 14,3 2 4,1

Nee 39 79,6 45 91,8

KO Ja 15 30,6 13 26,5

Nee 32 65,3 34 69,4

MB Ja 8 16,3 3 6,1

Nee 39 79,6 45 91,8

MO Ja 14 28,6 13 26,5

Nee 31 63,3 33 67,3

Procedure OGS

Wordt de procedure OGS gevolgd?

Observatie, binair ja-nee Bov aanrijden Bov opstellen Gebruik opstellijn

Juiste veiligheidsafstanden

Juiste PBM's

Respondenten (N=48) N % N % N % N % N %

KO Ja 45 91,8 48 100 34 69,4 25 52,1 14 29,2

Nee 3 2 0 0 11 22,4 22 45,9 31 64,6

MO Ja 40 81,6 42 85,7 39 79,6 26 53,1 27 55,1

Nee 7 14,3 5 10,2 7 15,2 21 42,2 20 40,8

Redding

Laat een BV altijd een snelle redding uitvoeren? Observatie, binair ja-nee

Page 77: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

57 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Respondenten (N=48) N %

KB Ja 27 55,1

Nee 13 26,5

KO Ja 40 81,6

Nee 7 14,3

MB Ja 28 57,1

Nee 20 40,8

MO Ja 21 42,9

Nee 25 51

Indruk

Welke indruk laat de BV zien bij de scenario's? Observatie, ranking rust-gespannen-paniek

Respondenten (N=48) N %

KB Rust 44 89,8

Gespannen 2 4,1

Paniek 0 0,0

KO Rust 33 67,3

Gespannen 13 26,5

Paniek 0 0

MB Rust 32 65,3

Gespannen 16 32,7

Paniek 0 0

MO Rust 28 57,1

Gespannen 17 34,7

Paniek 2 4,1

Page 78: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

58 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Risicoperceptie, efficacy en affectieve respons Beoordeling van 1 (helemaal niet mee eens) tot 5 (helemaal mee eens)

Respondenten (N=46) Nitems M SD α Kleine brand Risicoperceptie 6 1,79 0,59 0,821

Severity 3 2,03 0,69 0,696

Vulnerability 3 1,55 0,70 0,874

Efficacy beliefs 6 4,35 0,61 0,921

Self efficacy 3 4,36 0,65 0,904

Response efficacy 3 4,34 0,65 0,852

Affectieve respons 5 1,65 0,42 0,268

Sev+Vul+Aff 11 1,72 0,41 0,694

Klein OGS Risicoperceptie 6 2,37 0,70 0,760

Severity 3 2,80 1,02 0,800

Vulnerability 3 1,94 0,72 0,839

Efficacy beliefs 6 3,70 0,71 0,915

Self efficacy 3 3,68 0,69 0,818

Response efficacy 3 3,79 0,79 0,868

Affectieve respons 5 2,08 0,48 0,423

Sev+Vul+Aff 11 2,24 0,49 0,719

Middel brand Risicoperceptie 6 2,73 0,89 0,863

Severity 3 3,19 1,00 0,820

Vulnerability 3 2,28 0,98 0,832

Efficacy beliefs 6 3,99 0,71 0,928

Self efficacy 3 3,96 0,68 0,845

Response efficacy 3 4,03 0,81 0,911

Affectieve respons 5 2,17 0,56 0,534

Sev+Vul+Aff 11 2,48 0,63 0,813

Middel OGS Risicoperceptie 6 2,80 0,72 0,798

Severity 3 3,38 0,88 0,772

Vulnerability 3 2,22 0,85 0,837

Efficacy beliefs 6 3,51 0,85 0,946

Self efficacy 3 3,35 0,88 0,919

Response efficacy 3 3,68 0,90 0,867

Affectieve respons 5 2,19 0,67 0,747

Sev+Vul+Aff 11 2,53 0,58 0,806

Page 79: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

59 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Gepaarde t-toets, betrouwbaarheidsinterval 95%

Respondenten (N=48) ∆ M t P (Sig.) H0 - H1 Concl.

KB-KO RP Verschil ORS KB-KO -0,77 -4,694 <0,001 H1 KB<KO

Verschil ORV KB-KO -0,42 -3,465 ,001 H1 KB<KO

Verschil RP KB-KO -0,59 -5,206 <0,001 H1 KB<KO

Verschil RpAff KB-KO -0,52 -6,958 <0,001 H1 KB<KO

KB-KO Eff Verschil OER KB-KO 0,58 6,252 <0,001 H1 KB>KO

Verschil OES KB-KO 0,70 7,871 <0,001 H1 KB>KO

Verschil Eff KB-KO 0,64 7,894 <0,001 H1 KB>KO

MB-MO RP Verschil ORS MB-MO -0,20 -1,292 0,203 H0 Niet sig.

Verschil ORV MB-MO 0,05 0,383 0,703 H0 Niet sig.

Verschil RP MB-MO -0,07 -0,628 0,533 H0 Niet sig.

Verschil RpAff MB-MO -0,047 -0,649 0,52 H0 Niet sig.

MB-MO Eff Verschil OER MB-MO 0,35 2,475 0,017 H1 MB>MO

Verschil OES MB-MO 0,61 4,476 <0,001 H1 MB>MO

Verschil Eff MB-MO 0,48 3,736 0,001 H1 MB>MO

Correlatie constructen per scenario Bivariate correlatieanalyse, betrouwbaarheidsinterval 95%

Respondenten (N=46) Corr. P (Sig.) Concl.

Kleine brand Severity - vulnerability 0,473 0,001 Pos. correlatie

Self - response eff. 0,783 <0,001 Pos. correlatie

Klein OGS Severity - vulnerability 0,266 0,78 Niet significant

Self - response eff. 0,842 <0,001 Pos. Correlatie

Middel Brand Severity - vulnerability 0,601 <0,001 Pos. Correlatie

Self - response eff. 0,823 <0,001 Pos. Correlatie

Middel OGS Severity - vulnerability 0,387 0,008 Pos. Correlatie

Self - response eff. 0,836 <0,001 Pos. Correlatie

Page 80: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

60 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Correlatie Affectieve respons - risicoperceptie Bivariate correlatieanalyse, betrouwbaarheidsinterval 95%

Respondenten (N=46) Corr. P (Sig.) Concl.

Subj. Aff respons KB-KO 0,475 0,001 Pos. Correlatie

MB-MO 0,76 <0,001 Pos. Correlatie

RP vs. Aff KB RP-Aff 0,216 0,158 Niet significant

KO RP-Aff 0,312 0,037 Pos. Correlatie

MB RP-Aff 0,385 0,008 Pos. Correlatie

MO RP-Aff 0,358 0,015 Pos. Correlatie

RP+Aff RPAff KB-KO 0,407 0,006 Pos. Correlatie

RPAff MB-MO 0,665 <0,001 Pos. Correlatie

Risicoperceptie en efficacy bij OGS Beoordeling van 1 (helemaal niet mee eens) tot 5 (helemaal mee eens)

Respondenten (N=46) Modus M SD

Risicoperceptiefactoren Bestrijdbaarheid van risico 4 3,28 0,93

Bekendheid met risico 4 3,52 1,07

Zicht/tastbaarheid van risico 4 3,39 0,91

Kans op slachtofferschap 3 3,39 0,86

Extreme of fatale gevolgen 4 3,57 0,98

Mensgemaakt risico 4 3,28 0,81

Risicoperceptie Severity bij OGS groter dan brand 2 2,87 1,15

Vulnerability bij OGS groter dan brand 2 2,24 1,04

Efficacy Self efficacy bij OGS kleiner dan brand 4 2,98 1,13

Response efficacy kleiner bij OGS dan brand 2 2,15 0,92

Correlatie RP-Eff; objectief vs subjectief (VK vs VL) Bivariate correlatieanalyse, betrouwbaarheidsinterval 95%

Respondenten (N=44) Corr. P (Sig.) Concl.

Severity ORSKB-KO vs. ORS controle -0,216 0,159

Niet significant

ORSMB-MO vs. ORS controle -0,45 0,002 Neg. correlatie

Vulnerability ORVKB-KO vs. ORV controle -0,244 0,11

Niet significant

ORVMB-MO vs. ORV controle -0,38 0,009 Neg. correlatie

Self efficacy OESKB-KO vs. OES controle 0,119 0,443

Niet significant

OESMB-MO vs. OES controle 0,406 0,005 Pos. correlatie

Page 81: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

61 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Response efficacy OERKB-KO vs. OER controle 0,134 0,387

Niet significant

OERMB-MO vs. OER controle

-0,062 0,683 Niet

significant

Correlatie RP & Eff

Correlatie constructen per scenario Bivariate correlatieanalyse

Respondenten (N=46) Corr. P (Sig.) Concl. (95%) Concl. (90%)

Kleine brand Severity - vulnerability 0,473 0,001 Pos. correlatie Pos. correlatie

Self - response eff. 0,783 <0,001 Pos. correlatie Pos. correlatie

RP - Eff -0,649 <0,001 Neg. correlatie Neg. correlatie

Klein OGS Severity - vulnerability 0,266 0,78 Niet significant Niet significant

Self - response eff. 0,842 <0,001 Pos. Correlatie Pos. Correlatie

RP - Eff -0,423 0,004 Neg. correlatie Neg. correlatie

Middel Brand Severity - vulnerability 0,601 <0,001 Pos. Correlatie Pos. Correlatie

Self - response eff. 0,823 <0,001 Pos. Correlatie Pos. Correlatie

RP - Eff 0,216 0,149 Niet significant Niet significant

Middel OGS Severity - vulnerability 0,387 0,008 Pos. Correlatie Pos. Correlatie

Self - response eff. 0,836 <0,001 Pos. Correlatie Pos. Correlatie

RP - Eff -0,367 0,012 Niet significant Neg. correlatie

Correlatie tussen constructen vergelijkbare scenario's Bivariate correlatieanalyse

Respondenten (N=46) Corr. P (Sig.) Concl. (95%) Concl. (90%)

KB - KO Risicoperceptie 0,328 0,03 Niet significant Pos. correlatie

Efficacy beliefs 0,666 <0,001 Pos. correlatie Pos. correlatie

MB - MO Risicoperceptie 0,544 <0,001 Pos. correlatie Pos. correlatie

Efficacy beliefs 0,395 0,007 Pos. correlatie Pos. correlatie

Page 82: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

62 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Affectieve respons uit HRV R-R interval berekend met RMDSS

methode

Respondenten (N=37)

M SD K-S P

(Sig.) Concl.

Brand KB 0,7376 0,1182 0,069 0,200 Normaal

MB 0,7326 0,1069 0,110 0,200 Normaal

OGS KO 0,7322 0,1092 0,124 0,163 Normaal

MO 0,7387 0,101 0,107 0,200 Normaal

Gepaarde t-toets, betrouwbaarheidsinterval 95%

Respondenten (N=37) ∆ M t P (Sig.)

H0 - H1 Concl.

KB-KO 0,005 0,442 0,661 H0 Niet sig.

MB-MO -0,0052 -0,528 0,601 H0 Niet sig.

Bivariate correlatieanalyse subjectieve HRV KB-KO MB-MO

Respondenten (N=37) Corr. P (Sig.) Concl. (95%)

HRVKB - HRVKO 0,811 <0,001 Pos. correlatie

HRVMB - HRVMO 0,831 <0,001 Pos. correlatie

Verschillen OGS minus brand

Verschillen OGS minus brand

Respondenten (N=37) M SD K-S

P (Sig.)

Concl.

KO-KB -0,055 0,0706 0,183 0,003 Niet normaal

MO-MB 0,0061 0,0643 0,108 0,200 Normaal

Gepaarde t-toets, betrouwbaarheidsinterval 95%

Respondenten (N=37) ∆ M t P (Sig.)

H0 - H1 Concl.

KO min KB - MO min MB -

0,01156 0,578 0,567

H0 Niet sig.

Page 83: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

63 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Relatie subjectieve en objectieve meting

Bivariate correlatieanalyse subjectieve aff. respons - HRV aff. respons

Respondenten (N=37) Corr. P (Sig.) Concl. (95%)

KB OAKB - HRVKB -0,094 0,576 Niet significant

KO OAKO - HRVKO -0,197 0,23 Niet significant

MB OAMB - HRVMB -0,017 0,918 Niet significant

MO OAMO - HRVMO -0,256 0,102 Niet significant

Perceptie van kennis, vaardigheden en ervaring Beoordeling van 1 (zeer slecht) - 10 (zeer goed) Beschrijving

Respondenten (N=46) M Min Max SD

Opgeleidheid (kennis) Brandbestrijding 8,17 6 9 0,64

THV 7,89 6 10 0,80

OGS 6,89 3 9 1,18

Getraindheid (vaardigheden) Brandbestrijding 8,07 6 10 0,77

THV 7,80 6 10 0,93

OGS 6,41 3 9 1,45

Geoefendheid (oefeningen) Brandbestrijding 7,93 5 10 0,90

THV 7,78 4 10 1,13

OGS 6,61 3 10 1,47

Ervaring Brandbestrijding 7,57 1 10 1,50

THV 7,22 1 9 1,44

OGS 5,33 1 9 2,10

Gepaarde t-toets, betrouwbaarheidsinterval 95%

Respondenten (N=46) ∆ M

t P (Sig.) H0 - H1 Concl.

Kennis Verschil brand - OGS 1,283 8,145 <0,001 H1 Brand>OGS

Vaardigheden Verschil brand - OGS 1,652 7,427 <0,001 H1 Brand>OGS

Oefeningen Verschil brand - OGS 1,326 6,091 <0,001 H1 Brand>OGS

Ervaring Verschil brand - OGS 2,239 7,161 <0,001 H1 Brand>OGS

Page 84: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

64 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Kennis, vaardigheden en ervaring bij OGS

Beoordeling van 1 (helemaal niet mee eens) tot 5 (helemaal mee eens)

Respondenten (N=46)

Modus M SD α

Kennis OGS kennis tijdens scen. 4 3,46 0,84

OGS kennis algemeen 4 3,37 0,93

Bijscholingsmogelijkheden 3 2,93 0,95

Totaal construct kennis 3,25 0,76 0,796

Vaardigheden OGS vaardigheden tijdens scen. 4 3,41 0,93

OGS vaardigheden algemeen 4 3,39 0,93

Trainingsmogelijkheden 2 2,63 0,97

Totaal construct vaardigheden 3,14 0,83 0,851

Oefeningen Voldoende OGS oefeningen aangeboden 3 2,63 0,85

OGS oefeningen zijn zinnig 3 3,15 1,07

Totaal construct oefeningen 2,89 0,92 0,885

Ervaring Voldoende OGS ervaring 3 3,00 1,05

Oefenen helpt OGS ervaring 4 4,17 0,88

Valt bij OGS vaak terug op procedures 3 3,22 1,13

Leiderschapsstijl sturend bij OGS 3 3,13 1,24

Totaal construct ervaring 3,21 0,67 0,453

Perceptie effectieve methoden voor OGS

Beoordeling van 1 (zeer slecht) - 10 (zeer goed) Respondenten (N=46)

M Min Max SD

Kennis Meer herhaling huidige kennis 7,35 4 9 1,12

Verbreding en verdieping kennis 7,43 4 10 1,12

Vaardigheden Meer trainingen (workshops, rollenspel) 7,85 5 10 0,99

Oefenen Virtueel oefenen 8,04 4 10 1,26

Realistisch oefenen 8,35 3 10 1,43

Page 85: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

65 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

XIII Uitkomsten interviews

Totaal voorbeelden rem bij OGS

Wat Rem

RA 3 Te hoog inschatten risico 10

Lekkage 3 Missen handelingsperspectief 4

Damp 3 Wachten op de AGS 1

Bioagentia 1 Te langzaam 1

Groot incident 1

Vaatje 1 Asbest 1 BLEVE 1

Totaal oorzaken rem bij OGS

Angst voor het onbekende, OGS wordt spannend gemaakt 5

Procedures zijn te zwaar/omvangrijk, veroorzaken in the box denken 5

Geen ervaring door gebrek aan oefenen en inzetten 4

Gebrek aan kennis goede risico-inschatting 4

Vuur en rook zijn zichtbaar, GS vaak niet 2

Je neemt meer voorzorgsmaatregelen bij OGS dan bij brand 2

Onbekendheid met de stoffen in de regio (maatgevende rampscen.) 2

OGS is voor het gevoel onvatbaar en complex 2

Bevelvoerder neemt te weinig contact op met de AGS voor advies 1

Kennisniveau van instructeurs varieert enorm 1

Niet realistisch oefenen 1

Totaal oorzaken handelingsverschillen brand-OGS

Verschillen in ervaring 9

Kennisniveau is bij brand hoger dan bij OGS 5

Bij brand kan je in de opleiding fouten maken, bij OGS niet (learned helplessness)

4

Bij brand wel realistisch oefenen, bij OGS niet 4

Veel meer oefenen met brand dan met OGS 4

Opleiding OGS is te uitgebreid en niet praktisch 3

Flink verschil in zwaarte van opleiding tussen brand en OGS (lichter) 2

OGS kent een AGS, maar brand geen ABB 2

Kwadrantenmodel 1

Brand is leuk, OGS niet.. 1

Bij OGs is er vaak geen tijdsdruk (statisch), maar wel hoge RP, dus traag 1

Rook en asbest zijn ook GS, maar zo wordt het niet gezien door ervaring 1

Brand: 1 Ts, OGS: TS, HV, OVD, AGS 1

Hulp vragen aan de AGS is niet stoer.. 1

Page 86: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

66 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Totaal effect op handelen BV

Angst door gebrek aan kennis en ervaring 4

Te weinig aandacht voor kennis-> risicoperceptie in de opleiding 3

BV’s begrijpen risico’s niet en kunnen geen probleemanalyse doen 3

Sommige BV’s hebben schijnkennis waardoor ze maladaptief copen 2

BV roept bijna nooit AGS aan 2

Snel opschalen op zo verantwoordelijkheid af te kunnen schuivem 1

Gevangen in procedures 1

BV is door gebrek aan kennis en ervaring net zo onzeker als manschappen (groupthink)

1

Positie van de bevelvoerder is complex: hij kan soms besluitvorming niet aan 1

Totaal IBGS verkleinen handelingsverschil

Eenvoudig en efficiënt: prepareren op regelmaat, niet op uitzondering 4

Procedures verkleinen en versimpelen: eigen initiatief bevorderen. 4

Door alleen te redden en te stabiliseren wordt de taak vatbaarder 3

1e TS moet de grootste slag maken , meer snelheid 3

Veel hulp door private dienstverlening (is niet altijd even goed) 2

Minder kennis, maar sim inzetten 2

Verbetering in OTO: meer op niveau 2

Meer contact tussen AGS-BV 1

Snelle redding moet ook weer procedure worden 1

Beter verkennen en deze informatie gebruiken 1

Meer realistisch oefenen 1

Page 87: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

67 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

XIV Open antwoorden bevelvoerders

KVE: effectiever optreden bij OGS

aangezien OGS in praktijk weinig voorkomt, zul je je ervaring moeten putten uit oefenen. Dus dit mag voor mij persoonlijk vaker terugkomen in de oefenstof

OGS is vaak een onder geschoven kind, we zijn meer bezig met de andere twee takken. OGS wordt veel getraint op procedures maar verder komt het niet vaak.

ogs een specialisme maken en zo verlichten van takenpakket van een "gewone" ts. Procedures: verbeteringen van proc. OGS

Het slachtoffer redden is al een proceduren. Ik denk dat OGS voor de meeste iets is wat ze niet graag doen omdat het weinig gedaan wordt. Daarnaast heb je te maken met stoffen waar je niet veel van weet maar die wel ergen gevolgen kunnen hebben. Hier voor vuisregels maken wat te doen bij welke type stof scheelt al veel denk ik. Daarnaast zijn wij niet voor het opruimen.

Documentatie gericht op veilig optreden

Documentatie gericht op veilig optreden

Bevelvoerders trainen op "doorpakken" bij een OGS incident. Niet te afwachtend bij een opstellijn blijven staan.

wat hier boven wordt genoemd wordt al gedaan of vindt ik geen verbetering van de procedure

Snelle redding afwegend met de risico's

denkwijze van ags meenemen tijdens oefeningen

Meer bekend raken met deze procedure.... Eigen regio procedure bekend, optreden bekend, officiele procedure mogelijk niet?!

Geen procedures meer, maar een richtlijn optreden. Hierin een aandachtspuntenlijst, welke als geheugensteun dient. Snelle teams die alleen redding en evt stabilisatie doen. Verder overlaten aan spec. bedrijven.

specialistische teams inzetten

speciale ploeg voor OGS inrichten en laten uitrukken

specialisme maken.

Alleen redding en stabilisatie. Rest overlaten aan commerciele bedrijven. Bij brand gaan we toch ook alleen maar blussen en laten het slopen over aan een sloopbedrijf en bij een ongeval halen we ook alleen het slachtoffer er maar uit en stabiliseren we de lekkages. We spelen toch ook geen berger. Waarom dan wel moeilijk doen met gaspakkenteam, overmaatse vaten en ander geneuzel?

Middelen: verbeteringen van middelen OGS

Het erikaarten boek wat we nu hanteren is te breed aan info, ik denk dat een boekwerk met simpelere en snellere info handiger is. korter en duidelijker wat te doen met een bepaalde stof.

posten die zich specialiseren in ogs, bijvoorbeeld bij die posten die qua werkgebied meer in aanraking (kunnen) komen met een ogs-incident (centraliseren)

combinatie van het ERICkaartenboek met het chemiekaartenboek. simpele snelle wegwerpchemiepakken

Volgens mij bestaat het kwadrantenmodel al! Er zijn ook al wel applicaties beschikbaar op tablet. Lijst met stoffen voor gaspakkenteam is er oo wel: Alles met combinaties 6 en 8.

VL-OP Wat zou u kunnen helpen als bevelvoerder om risico's bij OGS beter in te schatten?

meer trainen workschops

actuele gegevens (op tablet of iets dergelijks), kaarten en relevante informatie welke beschikbaar is, maar ook gemaakt word

Zou het zo niet weten. Zo lang de voertuigen/etiketen maar duidelijk zijn, zo dat je snel kunt zien waar mee je te maken hebt.

kennis en workshops met ervaringsdeskundigen

vaker oefenen met de stoffen die het meest in de omgeving voorkomen.

Duidelijker maken van omschrijvingen in Eric kaarten boek.

een naslag werk die je af en toe door kan lezen en vaker oefenen met ogs

Page 88: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

68 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

meer practische training en digitale informatie beschikbaar

kennis te verhogen

Trainen

verkorte inzetprocedure ogs

Blijven oefenen zoals we nu doen

eenvoudig stappenplan waarbij praktische handvaten in worden gebruikt.

Beter bekend worden met de gevaren van stoffen.

Meer ervaring

tijdens aanrijden actuele online informatie over bedrijf en eventuele stoffen

klein zakboekje met omschrijving risico's

Snel contact met AGS voor ruggespraak. of via tablet oid snel relevante info over stof en risico's te verkrijgen

vereenvoudigd chemieboek. waarbij erickaarten gebruikt worden, maar dan naar verhouding van het incident. eric-kaarten zijn vaak overtrokken

Meer bekendheid met de stoffen / gevaren

vereenvoudiging van de regels zodat een snellere inzet mogelijk is.

Vaardigheden verbeteren op het gebruik van ERIC / Chemiekaartenboeken

uit ervaringen van collega's en op relevantie.

Veiligheids paspoort van chemiepakken

Meer kennis van de meest voorkomende stoffen

ervaring, training, snel contact met ags

meer realistischer oefenen

beter en meer info betreffende de stoffen of combi hiervan

meer bekendheid met stoffen en de effecten

oefenen snelle info over de stof (digitaal)

met regelmaat oefenen, tussen de oefeningen niet te veel tijd.

praktijk bijscholing

meer trainging, blijven herhalen van de les en leerstof

Ervaring / bijscholingen / niet te moeilijk en NIET te licht over doen... Niet ingewikkelder maken dan het is, goed na blijven denken

meer oefenen.

bekendheid van de gevaren van de stoffen en bijbehoordende bescherming, ontsmetting van ingezet personeel en slachtoffers

matrix op basis van gevaarsindicatie

meer oefenen

oefenen, oefenen, oefenen.

ags en info kaarten

eenvoudiger en regelmatiger oefenen. Niet te veel info tegelijk over de stof. Alleen benodigde info! Contact met AGS voor hulp.

overzichten waarbij er gewerkt kan worden met bluspak, chemiehandschoenen en adembescherming en wanneer in chemiepak en/of gaspak noodzakelijk is. Dit als doel om snel een redding te kunnen doen. Bij de incidentbestrijding de hulp van de AGS inroepen

snelle nuttige informatievoorziening zoals een crash recovery syteem.

Niets, Chemisch geschoold!

snelle indentificatie gevarlijke stof en behandeling VL-OP Wat zou u kunnen helpen als bevelvoerder om een incident met gevaarlijke stoffen effectiever te bestrijden?

ook meer trainen

zie vraag 16

Bij grote incidenten contact met een AGS voor advies. Instructies van AGS/OVD.

ervaring. Hoewel het weinig voorkomt is het lastig om dit te realiseren. En Virtueel is een zeer goede aanvulling. Dit voorkomt het uit den treure aan en uittrekken van de pakken en de 'vervelende' oefenmomenten

Bekender zijn met de stoffen en vaker er mee oefenen.

Omschrijving van ontsmettingsprocedure's en ontsmettingveld in Eric kaarten boek.

Page 89: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

69 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

meer realistisch oefenen zodat procedures beter in het hoofd zitten omdat een echte OGS inzet weinig voorkomt

op nemen in bevelvoedrs trainingen

Gas en chemiepakteams creëren

verkorte inzetprocedure ogs

Blijven oefenen.

Vereenvoudiging van de procedure, opstellijnen e.d. anders inrichten evenals de velden. Procedures eenvoudiger maken

Meer virtueel oefen om bekender met OGS te oefenen. Soms wordt er te makkelijk over gedacht.

Meer ervaring

parate kennis

kleinzakboekje met handvaten

idem als punt 16. + OGS als specialisme zien. en specialisten dan ook snel ter plaatse kunnen hebben

Meer bekendheid / ervaring. Hioerdoor kan je beter / sneller schakelen bij veranderingen of nieuwe informatie

handleiding op een tablet.

Lezen en hierna beoordelen van de chemische eigenschappen van een stof (eventueel in overleg met OvD / AGS)

AGS sneller ter plaatste om te oordelen.

geen idee

Meer training

meer training enervaring, applicaties op tablet

meer realistischer oefenen

Sneller over betrouwbare info kunnen beschikken

meer trainen

Goede en snelle info over de stof(fen). Goed ruggespraak met deskundige(bedrijf, rogs, ags)

met regelmaat oefenen, tussen de oefeningen niet te veel tijd.

praktijk bijscholing

snel contact voor advies van ovd/ags

meer inzichten in ogs

snelle teams die het over kunnen nemen van een TAS

specialistisch team die de kennis en know how heeft m.b.t. ogs

meer oefenen

ags en info

Moelijk te zeggen. Heb het nooit bij de hand gehad, alleeen virtueel! Maar meer oefenen en vertrouwd raken is belangrijk. Maar aangezien we weinig OGS inzetten hebben, mag het van mij overgelaten worden aan specialisten.

Wanneer het duidelijk is waarin je het incident kunt bestrijden. Welke beschermingsiddelen zijn noodzakelijk. Bluspak met of chemiepak of gaspak.

Vaker of beter oefenen.

Geen geneuzel en verder een beetje van al die strakke regels af. De nieuwe indeling in hot-warn-cold is al een goede stap. Ook dat nu de bevelvoerder mee gaat op verkenning en niet strak achter de opstellijn blijft staan is al een stapje de goede richting in. Vaak bi-j te bangur!

Bluskleding die ook voor een breed scala aan gevaarlijkestoffen kan dienen als PBM. We willen graag van u als bevelvoerder weten op welke manier we bij de brandweeracademie u het beste kunnen helpen om effectiever en efficiënter te kunnen handelen bij een incident met gevaarlijke stoffen. Vul daarom gerust hier al uw tips, commentaar en andere zaken omtrent OGS & IBGS in.

niet moeilijker maken dan het is. nu wprdt er veel te spannend gedaan over OGS. in de meeste gevallen is dat niet zo dus leer het ook zo aan

informatie voorziening voor tijdens inzet. En vaker virtueel inzetten bij oefenen

Ik denk vaker mee trainen/werken zo dat je het je zelf beter eigen kunt maken. Daarnaast in de opleiding niet te ver uitwijden maar juis kort en krachtig opleiden/trainen om zo de

Page 90: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

70 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

basis goed te krijgen dan kun je later verder gaan in verdiepen. Maar nu leer je en is de basis nog niet echt vast gelegd.

Nogmaals virtueel is een welkome aanvulling op het geheel!! Ik heb hier nog maar sporadisch mee gewerkt, maar het geeft een hoop mogelijkheden tot leren. Dit ten voordelen van de beperkingen die een virtueel systeem heeft.

Een kwestie van vaker oefenen en meer van gevaarlijke stoffen afweten zodat je sneller en effectiever kan handelen.

Meer praktijk oefeningen.

vooral aandacht besteden aan het besmet raken van een manschap en de bevelvoerder zodanig trainen dat hij zijn manschap kan helpen zonder nog meer mensen besmet te laten raken .

de lokale korpsen (dorpskernen ) meer te trainen in ogs en kennis te delen mogelijk in een databank

Niet teveel op procedures varen. Gewoon helder nadenken.

leg de chemiepakken bij die posten die qua werkgebied vaker in aanraking (kunnen) komen met ogs-incidenten. Het aantal inzetten is bij de meeste posten zodanig laag dat er geen ervaring met dit onderdeel wordt opgedaan, behoudens oefeningen

Blijven oefenen.

kort en bondig stappenplan ontwikkelen les en leerstof aanpassen naar hoeveelheden en het Eric-kaarten boeken niet leidend laten zijn voor de hoeveelheden en de tekiezen procedure

Virtuele oefeningen

Inzoomen op niet de gehele inzet maar op de winst die te behalen is in de inzetfase.

Maak van OGS een specialisme. niet alle bevelvoerders en manschappen kunnen deze taak goed vervullen, zonder afbreuk te doen aan hun kunde. het komt over het algemeen zo weinig voor namelijk. Iets wat je zelden doet, doe je zelden goed!

landelijk een goede vereenvoudigde procedure (zie VRBZO). die overal gelijk trekken. Daarna bijscholing voor bevelvoerders, wennen door ADMS (procedures) en vooral pratisch met de manschappen aan de gang in basisoefeningen op het korps i.s.m. met de specialisten.

Probeer meer gevoel te ontwikkelen voor gevaarlijkse stoffen. Vaak wordt er te moeilijk gedacht, waardoor een incident onnodig ingewikkeld wordt.

Bevelvoerders en bevelvoerders in opleiding trainen op inzet met gevaarlijke stoffen. Nu ligt vooral nog de nadruk op "afwachten" voor er iets ondernomen gaat worden.

Goede invoering, maar vooral controle binnen de VR's Juiste mensen op de juiste plaats. borging in Long live learning Lope

Meer vanuit praktijk naar theorie brengen

OGS is een specialisme en voor een vrijwillig brandweerkorps moeilijk te trainen tijdens de reguliere oefen momenten de kerntaken brand en hulpverlening zijn al een belasting opzich

vaak word ogs onderschat. Meer tijd tijdens de opleiding bestedenen een strakke procedure geregeld terug laten komen. Ogs vaker oefenen en trainen.

specialistische teams voor OGS niet zijnde gaslekkages inzetten. standaard TS zonder chemiepakken. Deze op de voertuigen die voor specialisme zijn uitgerust.

realistischer oefenen

Echte oefeningen die in relatie staan tot mogelijke incidenten

eendduidigheid van procedures voor heel de brandweer

Goed oefenprogramma zoals virtuele inzetten, maar ook E-learning. Daarnaast snelle informatievoorziening over de stof

mogelijk laptop om sneller de vloeistof/ gevi nr voor handen te krijgen en niet op zoeken in een boek

voor mij persoonlijk wil voldoende informatie tot mij hebben om een ogs incident goed te kunnen aanpakken, duidelijke instructie/kaders om binnen te werken. het kwadranten model gaat het wel verduidelijken, ben benieuwd naar het resultaat

Hadden we maar een brwr NL, dan had iedereen (mogelijk) ook hetzelfde materiaal, uitruk voorstellen, etc. Landelijk een procedure opstellen (aanpassen) is dan afhankelijk van gekozen materiaal/materieel in regios. Zal lastig blijven. Haal de kennis bij de mensen die er nu al mee bezig zijn (niet wiel opnieuw uitvinden).

Page 91: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

71 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

in deze veiligheidsregio hebben we korte lijnen ,zou het mooi vinden als we realistische oefeningen houden met ogs inzet.

vereenvoudig de omgang met OGS, geen procedures meer. Simpele snelle wegwerp chemiepakken geen schijnveiligheid door moeilijke ontsmettingsvelden. korte klappen om alleen te redden cq snelle stabilisatie.

Behandel OGS als een specialisme en vereenvoudig de inzet voor de TS

geen aanvulling. ik ben van mening dat er veel meer geoefend moet worden op dergelijke inzetten.

gespecialiseerd ogs team per regio

Tips en commentaar heb ik al gegeven. Maak het eenvoudig, niet teveel info. Kijk hierbij naar eenvoudige duidleijke methodes zoals RSTV enz. Deze manier blijkt prettig te werken.

We hebben behoefte aan duidelijke protocollen wanneer je kunt redden met bluspak of moet redden met chemie danwel gaspak. Het opruimen overlaten aan gespecialiseerde bedrijven.

betrouwbare informatievoorziening, de gebruiksvriendelijk is.

Bespeel de media en veertel hen dat er geen gevaarlijke stoffen zijn, maar stoffen met een bepaald risico en dat het risico pas een gevaar wordt wanneer het in een bepaalde samenstelling of situatie optreedt.Doe aan positieve beeldvorming. We moeten eens af van het beeld: Gevaarlijek stoffen --> Levens bedreigd --> Doden, etc. Maak eens een analyse van hoeveel mensen er nu daadwerkelijk gestorven zijn door gevaarlijke stoffen. Ik denk dat er meer boeren sterven door H2S dan mensen in de industrie door omgang met gevaarlijek stoffen. Bedrijven weten in het algemeen vrij goed welke PPE ze moeten gebruiken om veilig met een stof om te gaan en hebben ook vaak wel noodscenario's voorhande! Belast niet ieder korps met OGS maar maak er een specialisatie van. Per 3 korpsen een chemicalien pakken team en 1 per regio een gaspakkenteam. Maak hiervan een snelle uitrukeenheid (met b.v. een busje) welke opereren onder leiding van een OVD. Haal RA uit d estof. Alleen een OVD een meter is voldoende. Hoevaak zijn er nu ongevallen geweest met een RA stof. En de verpakking van een RA materiaal op de weg is in ieder geval zo veilig.... EN als het dan een keer echt goed mis is, roep je HELP! Dus geen aandacht meer aan de alfa, beta en gammastralers besteden. Zonde van de tijd en energie, terwijl de manschappen die toch niet echt begrijpen.

Zo als nu met virtuele traningen kort ter voorbereiding op praktisch oefenen.

Page 92: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

72 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

XV Verschillen metingen brand-OGS

Resultaten Brand OGS

Kleine brand Middel brand Klein OGS Middel OGS

Afh

anke

lijke

me

tin

g

Doorlooptijd Korter (sig.) Korter (sig.) Langer (sig.) Langer (sig.)

Snelheid besluitvorming Snel 77,6% Snel 59,2% Snel 20,4% Snel 10,7%

Wegrijden Geen verschil

Uitvraagprotocol volgen Ja 93,3% Ja 85,7% Ja 77,6% Ja 55,1%

Eerste verkenning besluit Eerder (sig.) Eerder (sig.) Later (sig.) Later (sig.)

Def. verkenning besluit Geen verschil

Eerste verk. uitvoeren Ja 63,3% Ja 65,3% Ja 91,8% Ja 87,8%

Def. verk. uitvoeren Ja 85,7% Ja 73,5% Ja 77,6% Ja 87,8%

Starten inzet Eerder (sig.) Eerder (sig.) Later (sig.) Later (sig.)

Uitleggen inzetplan Geen verschil

Juiste prioritering Ja 87,8% Ja 79,6 Ja 79,6% Ja 61,2%

Juiste voorzorgsmaatregelen Ja 85,7% Ja 76,6% Ja 42,9% Ja 53,1%

Juiste inzettacktiek Ja 95,9% Ja 95,9% Ja 85,7% Ja 79,6%

Onterecht opschalen Gelijk Ja 2% Gelijk Ja 32,7%

Afschuiven op OVD 14,3% 16,3% 30,6% 30,6%

Contact maken met AGS N.v.t. 46,9% 61,2%

Laat OVD besluiten 14,30% 16,30% 30,60% 28,60%

On

afh

anke

lijke

met

ing

Risicoperceptie Lager (sig.) Geen verschil Hoger (sig.) Geen verschil

Severity Lager (sig.) Geen verschil Hoger (sig.) Geen verschil

Vulnerability Lager (sig.) Geen verschil Hoger (sig.) Geen verschil

Efficacy beliefs Hoger (sig.) Hoger (sig.) Lager (sig.) Lager (sig.)

Self efficacy Hoger (sig.) Hoger (sig.) Lager (sig.) Lager (sig.)

Response Efficacy Hoger (sig.) Hoger (sig.) Lager (sig.) Lager (sig.)

Correlatie RP-Eff Negatief Geen correlatie Negatief Negatief

Affectieve respons Lager (sig.) Geen verschil Hoger (sig.) Geen verschil

Beoordeling RP brand-OGS Geen verschil

Beoordeling Eff brand - OGS Geen verschil

RP beoordeling vs obj RP Geen

verschil Neg. Corr. (sig.) Geen verschil Neg. Corr. (sig.)

OES beoordeling vs obj OES Geen

verschil Neg. Corr. (sig.) Geen verschil Neg. Corr. (sig.)

Beoordeling kennis alg. Beter Slechter

Beoordeling vaardigheden alg. Beter Slechter

Beoordeling oefeningen alg. Beter Slechter

Beoordeling ervaring alg. Beter Slechter

Beoordeling kennis OGS Voldoende kennis, wel bijscholen

Beoordeling vaardigheden OGS Voldoende vaardigheden, te weinig herhaling

Beoordeling oefenen OGS Te weinig oefenen, oefenen wel nuttig

Beoordeling ervaring OGS Oefenen is nuttig, vaak terugvallen op proc., leiderschap

veranderd

Page 93: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

73 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Diensttijd/OGS ervaring vs RP&Eff Geen corr. Neg. corr. (sig.) Geen corr. Geen corr.

Diensttijd/OGS ervaring vs doorlooptijd Geen correlatie

Procedures Voldoende bekend, zinvol, niet te omvangrijk

Middelen Voldoende middelen, te weinig oefening

Inte

rvie

ws

Kennisniveau (gepercipieerd) Meer Minder

Risicoinschatting Beter Slechter

Opleiding Compact & praktisch Uitgebreid & niet praktisch

Trainen & oefenen Veel Weinig

Realisme oefeningen Hoger Lager

Ervaring Meer Minder

Aff. respons / comfortabel Vertrouwder Minder vertrouwd

Risicoperceptie Lager Hoger

Procedure Prima (bekend) Te zwaar (minder bekend)

Efficacy beliefs Hoger Lager

Page 94: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

74 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

XVI Mogelijke interventies

Mogelijke interventies o.b.v. onderzoek

Heeft positieve invloed op:

Ke

nn

is

Vaa

rdig

he

de

n

Erva

rin

g

Seve

rity

Vu

lne

rab

ility

Self

eff

icac

y

Re

spo

nse

eff

icac

y

Pro

ced

ure

s

Mid

de

len

Be

slu

itvo

rmin

g

Tijd

Onderdeel Interventie Uitwerking Opmerking

Opleidingen

Kennisniveau versterken RP verhogen, praktijkvoorbeelden Huidige kennis, niet verbreden of verdiepen

X X X

Kennis veranderen

Focus op veelvoorkomende incidenten Verlichten onderdelen RA en bioagentia

X X X

Versmallen kennis Hoeveelheid kennis verminderen

Behapbaarder maken, focus op veelvoorkomende incidenten.

X X X

Opleiding versimpelen Praktischer en minder uitgebreid

Minder breed maar sterker op veelvoorkomende incidenten.

X X X

Kwaliteit instructeurs

Meer gericht op doelgroep, minder vakdocent

Minder profileren als 'deskundige', niet te moeilijk willen maken.

X X X X X X

Trainingen

Vaardigheden versterken Meer aanbieden van herhalingen

Versterking skillbased handelen (in combinatie met oefenen).

X X X X

Trainen op besluitvorming

Training snellere besluitvorming bij OGS

Focus op kritieke punten risicoinschatting per type stof.

X X X X X X X

Nieuwe trainingsvormen Workshopdagen voor bevelvoerders

Laat de bevelvoerder workshops kiezen die voor hem relevant zijn.

X X X X

Oefenen

Kwantiteit verhogen

Minimaal aantal oefeningen vaststellen

Borging door registratiesystemen (wettelijk verplicht)

X X X X X X X

Kwaliteit verhogen

Afwisselend, realistisch, afgestemd op RRP

Leuke en praktische oefeningen, afgestemd op lokale risico's.

X X X X X X X

Realistisch Enscenering, stoffen, transportmiddel Net als brand comfortabel worden met risico. X X X X X X X

Page 95: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

75 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

oefenen Juiste enscenering.

Virtueel oefenen Scenario's afwerken m.b.v. simulator Verbetering van risicoinschatting en besluitvorming.

X X X X X X X

Toevoegen AGS aan BV oef.

De BV laten oefenen in samenwerking met AGS. Leren samenwerken, voorkomen afschuiven.

X X X X X X X X X

Meer oefenen verkenning

Bij oefeningen (en procedure) meer aandacht

BV's trainen om met verkennen beeldvorming compleet te maken.

X X X X X X

OVD buiten oefeningen laten

Zonder OVD een incident kunnen afhandelen

Leren om zonder hulp of afschuiven zelf besluiten te maken.

X X X X X X X

Procedure

Versimpelen procedure

Verminderen hoeveelheid en versimpelen

Prepareren op regelmaat, positief effect RP en Eff.

X X X X X X X

OGS wordt specialisme

Aparte OGS ploegen per regio, TS alleen redding

Specialisten met bredere en diepere kennis en meer ervaring.

X X X

BV in contact met AGS

In procedure BV standaard contact op laten nemen

Betere beeld- en oordeelsvorming, postief effect RP en Eff.

X X X X X

Snelle redding opnemen Snelle redding opnemen in procedure Bevorderen handelingsperspectief en snelheid.

X X X X X

Eenduidge procedure

In het hele land dezelfde basis procedure

Voorkomen onduidelijkheid tussen regio's (bij bijstand).

X

Middelen

Digitale informatievoorz.

Actuele gegevens incl stofrisico's op applicatie

Mogelijkheid voor AGS/MK om adviezen/risico's in te schieten.

X X X X

Informatie versimpelen

Alleen nog risico's, bescherming, handelingspers. ERIC is te veel. Specifieke informatie via AGS.

X X X X X X X X

Chemiepak bluskleding

Chemiepak afschaffen, eventueel spatoveral Voor echte gevaarlijke stoffen gaspakken.

X X X

Lijst stoffen --> gaspak

Lijst met stoffen waarvoor gaspakkenteam nodig is.

Vuistregels voor handelingsperspectief en snelheid incident

X X X

Page 96: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

76 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

XVII Projectbeheer

1.1 Planning en Tijdspad Voor het onderzoek in zijn geheel is er eerst een globaal tijdspad ontworpen.

Deze is gebruikt gedurende de eerste oriënterende gesprekken. Deze is te zien in

afbeelding 11. Het tijdspad gaf binnen het onderzoek inzicht in de stappen die

moeten worden gezet.

.

1. Literatuuronderzoek

2. Voorbereiden gesprekken

4. Gesprekken met

betrokkenen en specialisten

3. Voorbereiden experiment

6. Analyse

7. Rapportage en evt.

aanbeveling

Tijd

5. Uitvoeren experiment

Afbeelding 12: Tijdspad onderzoek

Na de oriënterende gesprekken en de probleemanalyse is er een planning voor

het hele onderzoek gemaakt. Deze is opgedeeld in de volgende onderdelen:

Probleemanalyse.

Plan van aanpak.

Organisatie.

Onderzoek.

Analyse.

Rapportage.

Afronding.

De onderdelen van de planning kunnen tegelijk lopen. In deze planning is

rekening gehouden met de deadline voor het afstuderen in juni en de nog te

voltooien randzaken na het inleveren van het rapport binnen het IFV. De planning

is te vinden in bijlage X.

1.2 Begeleiding Binnen dit afstudeeronderzoek zijn er twee partijen die begeleiding bieden

namelijk Saxion en het IFV. Saxion geeft aan de afstudeerder een budget van 12

begeleidingsuren. In tabel 6 is een begroting voor deze begeleidingsuren te

vinden.

Tabel 6: Begroting begeleidingsuren Saxion

Activiteit Periode Uren

Doorlezen eerste opzet projectplan Februari 0,5

Gesprek op het IFV Februari 1,0

Beoordelen PvA 0.5 Maart 1,0

Feedback PvA 0.5 Maart 0,5

Gesprek onderzoeksopzet Maart 1,0

Beoordelen en go/no go PvA Maart 1,5

Feedback op eerste versie rapport Mei 1,5

Page 97: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

77 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Beoordelen inleverversie rapport Juni 2,0

Feedbackgesprek Juni 1,0

Eventueel boordeling verbeterde versie Juni 1,0

Eindgesprek Juni 1,0

Totaal aantal uren 12,0

Binnen het IFV zijn er twee begeleiders: een inhoudelijke begeleider met kennis

van het vakgebied en lid van de landelijke vakgroep IBGS, en een

onderzoeksbegeleider vanuit de afdeling onderzoek. De begeleiding door de

begeleiders van het IFV gebeurt vooraf aan belangrijke stappen van het

onderzoek. De begeleidingsmomenten staan in tabel 7. Daarnaast is het altijd

mogelijk om korte vragen tussendoor te stellen doordat de meeste werkdagen

zullen plaatsvinden op het IFV.

Tabel 7: Begeleiding vanuit het IFV

Activiteit Periode Uren

Kennismaking December 1

Bespreken eerste projectplan December 1

Onderzoeksopzet Januari 1

Bespreking eerste opzet PvA Februari 1

Experimentontwerp Maart 1

PvA beoordeling Maart 1

Scenario schrijven Maart 1

Pretest experiment Maart 2

Onderzoeksbespreking April 1

Resultaatbespreking Mei 1

Rapportage beoordelen Mei 2

Eindgesprek Juni 1

Overig

6

Totaal aantal uren 20

1.3 Observatie-experiment Het observatie experiment zorgt voor een grote hoeveelheid

organisatiewerkzaamheden. Er moet worden gekeken naar planning, invulling,

personeel, locaties en kosten.

1.3.1 Planning

De totale doorlooptijd per proefpersoon is 130 minuten, waarvan 100 minuten in

de simulatie. Hierdoor kunnen er maximaal 5 mensen per dag per baan getest

worden. Gezien het budget zal er worden gekozen om 1 baan te gebruiken. Het

tijdsplan voor het experiment staat in tabel 8. In bijlage XI staat een tijdsschema

voor de experimentdag zelf. Hierin staat wanneer een bevelvoerder wordt

verwacht en hoe de dagindeling er uit ziet. Deze tijden kunnen op basis van de

pretest worden bijgesteld.

Page 98: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

78 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

Tabel 8: Tijdsplan

Doorlooptijd 130 minuten

Simulatietijd 100 minuten

Maximaal aantal proefpersonen per dag 5 (8,5 uur per dag)

Tijd inclusief opbouw en afbraak 9 uur

Benodigd aantal dagen 10

Aantal dagen inclusief buffer (ziekte, afzeggingen, niet verschijnen) 11

Aangezien de steekproefgrootte is vastgesteld op 50 is het nodig 10 regio’s te

bezoeken. Dit heeft een aantal voordelen. Mensen zijn makkelijker geneigd om

mee te doen aan het onderzoek wanneer het in de eigen regio is. Daarnaast is

het voor het onderzoeksteam fijn wanneer ze niet alles achter elkaar hoeven te

plannen, maar wanneer ze bijvoorbeeld drie dagen per week kunnen testen, en

twee dagen ander werk kunnen doen. Er wordt een uitloopdag gepland om

eventuele gaten door ziekte of afwezigheid op te vullen. Er zijn dus tien locaties

nodig in tien verschillende regio’s. De eis aan deze locaties is dat ze drie ruimtes

beschikbaar hebben met stroompunten. Alle andere materiaal wordt

meegenomen. Er wordt geprobeerd deze ruimtes zonder extra kosten te regelen,

door medewerking te vragen aan de regio’s.

Per regio zijn vijf bevelvoerders nodig. Deze vijf bevelvoerders worden moeten

volgens het steekproefplan worden geworven. Om de werving correct te laten

verlopen, en te zorgen dat er correct gecommuniceerd wordt is er een

communicatiestandaard opgesteld; zie bijlage XII. Deze standaard is gebruikt bij

het benaderen van regio’s en bevelvoerders. Wanneer er na telefonische

communicatie een datum is vastgesteld zullen de regio’s gaan werven en

vervolgens vijf bevelvoerders aanleveren. Op basis van de tijden uit de pretest

wordt er een dagindeling gemaakt per regio en worden bevelvoerders uitgenodigd

om op de locatie in de eigen regio op een bepaald tijdstip te verschijnen.

1.3.2 Personeel

Voor de meting zijn een aantal mensen nodig. Deze mensen zijn gedurende de

gehele testdag aanwezig. Allen hebben ze een specifieke taak gedurende de dag.

Dit zijn de volgende personen: Tabel 9: personeel

Functie Taken Persoon

Technisch regisseur ADMS bedienen, manschappen response Eric Didderen Frank Duyts Joep Verboord

Responsecel AC, OvD, AGS (porto), politie, ambulance, betrokkenen, omstanders

Frank Duyts Hans Frentz Carlo Schoeman Richard van Diesen Manon Oude Wolbers

Waarnemer Waarneming gedrag, begeleiden vragen Thijs Geertsema

Ondersteuner Welkom, instructie, enquêtes, hartslagmeter Naomi Roos Linda Wolfs Edwin Kok Marianne van Delzen

Het personeel krijgt voorafgaand aan de experimentdagen een draaiboek waarin

beschreven staat wat ze moeten doen en wat er belangrijk is. Ook staan de

scenario’s, planning en waarnemingformulieren hierin. Het personeel wordt

uitgenodigd tijdens de pretest om het proces mee te maken en het experiment te

bespreken.

Page 99: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

79 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

1.3.3 Materiaal

Voor dit onderzoek zijn een aantal materialen nodig. Het meeste kan intern

binnen het IFV gehuurd worden. Tabel 10: Materiaallijst

Soort Aantal

ADMS set 2 (1 backup)

Beamer 1

Beamerscherm 1

Geluidsset 1

Hartslagmeter 2

Laptops 4 (waarneming, vragen, enquête, hartslagmeting)

Chemiekaartenboek 1

ERICS 1

Portofoon 4

Ook is er catering nodig. Het gaat om lunch in de middag voor vier personen en

koffie, thee en ander drinken tijdens het experiment.

1.3.4 Kosten

Voor het gehele project is binnen het IFV €45.000 beschikbaar. Hierbinnen moet

het onderzoek worden uitgevoerd, de implementatie worden vormgegeven en de

uren van de vakdecaan (begeleider) en onderzoeker worden betaald. De

begroting is goedgekeurd door de projectmanager van de Brandweeracademie.

Financiële afhandeling en controle is nadrukkelijk niet een verantwoordelijkheid

van de afstudeerder. De begeleider controleert en keurt eventuele veranderingen

goed. Ook wordt het gebruikte budget door begeleider gecontroleerd. Tabel 11: Begroting

Groep Kostenpost Opmerkingen Aantal €

Per

son

eel Technisch regisseur Uurtarief €148 88 uur 13024

Response Uurtarief €122 88 uur 10736

Waarnemer Reeds betaald 88 uur 0

Ondersteuner Uurtarief 15.00 88 uur 1200

Mat

eria

al Huur ADMS Dagtarief €400 11 dagen 4400

Lunch en logistiek Per dag €100 11 dagen 1100

Huur laptops Waarneming, enquete, hartslag 3 stuks 660

Huur portofoons Dagtarief €5 3 stuks 165

Huur hartslagmeters Kosteloos 1 stuks 0

Rei

zen

Dienstauto en reiskosten Dienstauto 56,- p.d. €0,16 p. km. (250 km vrij). Reiskosten eigen auto €0,21 p. km. 10 dagen 720

Hotelkosten I.g.v. te grote afstanden, 2-3 pers ong. 8 x 800

Onvoorzien 10% totale bedrag 3500

Totaal 36305

Regio’s en deelnemende bevelvoerders krijgen geen vergoeding. Dit wordt

duidelijk gecommuniceerd. Sommige regio’s geven bevelvoerders een

oefenvergoeding, dit is aan de regio’s zelf. Voor de bevelvoerders die rond 12.00-

12.30 aanwezig zijn is een lunch inbegrepen.

Page 100: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

80 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

1.3.5 Planning Maand

Week 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26

Datum 6-1-2014 13-1-2014 20-1-2014 27-1-2014 3-2-2014 10-2-2014 17-2-2014 24-2-2014 3-3-2014 10-3-2014 17-3-2014 24-3-2014 31-3-2014 7-4-2014 14-4-2014 21-4-2014 28-4-2014 5-5-2014 12-5-2014 19-5-2014 26-5-2014 2-6-2014 9-6-2014 16-6-2014 23-6-2014

Mei Juni

Organisatie

Onderzoek

Analyse

Regio's benaderen

Data vastleggen

Oefenstaf regelen

Locaties regelen

April

Planning onderzoek

Probleemanalyse

Plan van aanpak

PvA inleveren

Februari

Onderzoeksontwerp

Budget vaststellen

PvA schrijven

Januari Maart

Orienterende gesprekken

Documentanalyse

Probleemstelling &

onderzoeksvragen

Afkadering

Literatuuronderzoek

Analyse interviews

Logistiek

Budgettaire verantwoording

Interviews plannen

Interviews ontwerpen

Interviews houden

Experiment ontwerpen

Scenario's schrijven

Vragenlijsten ontwerpen

Pretest

Aanpassingen

Testdagen

Analyse data onderzoek

Hartslaginterpretatie

Bespreking voorlopige uitslag

resultaten

Schrijven resultaten

Schrijven conclusie en discussie

Evt artikel van maken

Presentatie IFV

Presentatie LV - IBGS

Rapportage

Inleveren rapport Saxion

Verkorte versie rapport en

aanbevelingen BA & IFV

Addendum HP schrijven

Voorbereiden eindgesprek

Presentatie IFV plannen

Presentatie landelijke vakgroep

plannen

Eindgesprek

Schrijven beleidsaanbeveling

Afronding

Page 101: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

81 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

1.3.6 Tijdsplan experimenten

Opbouw 08.00

Opbouwen

BV 1

08.30 08.40 10.20 10.35

Intro Simulatie Vragenlijst Einde

10 min 100 min 15 min.

BV 2

10.00 10.20 12.00 12.15

Intro Simulatie Vragenlijst Einde

15 min 100 min 15 min

Lunch

12.00 12.15

TR / R / W O

BV 3

12.30 12.40 14.20 14.35

Intro Simulatie Vragenlijst Einde

10 min 100 min 15 min

BV 4

14.00 14.20 16.00 16.15

Intro Simulatie Vragenlijst Einde

15 min 100 min 15 min

BV 5

15.45 16.00 17.40 17.55

Introductie Simulatie Vragenlijst Einde

15 min 100 min 15 min

Afbouw

17.40 17.55 18.00

Simulatie Overig Einde

Page 102: Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet

82 Brandweeracademie Bijlagen – Van trappen op de rem naar fluitend richting de inzet!

XVIII Variabelen

Variabele Waarde Meetmoment Referentie / bron Meetniveau Meting Materiaal

Persoonskenmerken Dichotoom, open, getal

Vragenlijst kenmerken

leeftijd, functie, opleidingen nominaal / ratio Enquête Survey Monkey

Tijd acties Tijdstip Scenario T.o.v. start scenario ordinaal Observatie Stopwatch

Besluiten Ja/nee of rating Scenario Coderingsschema ordinaal Observatie Coderingsschema

Risicoperceptie: severity

Beoordeling Likert scale

Vragenlijst kort RBDS Interval (scale) Enquête Survey Monkey

Risicoperceptie: vulnerability

Beoordeling Likert scale

Vragenlijst kort RBDS Interval (scale) Enquête Survey Monkey

Angst: HRV ∆ tijd R-R interval Scenario Heart Rate variability Ratio (scale)

R-R interval RMDSS Hartslagmeter

Angst: survey Beoordeling Likert scale

Vragenlijst kort

Fear vs. risk perception Interval (scale) Enquête Survey Monkey

Efficacy: self-efficacy

Beoordeling Likert scale

Vragenlijst kort RBDS Interval (scale) Enquête Survey Monkey

Efficacy: response efficacy

Beoordeling Likert scale

Vragenlijst kort RBDS Interval (scale) Enquête Survey Monkey

Kennis en vaardigheden

Beoordeling Likert scale

Vragenlijst lang BA, Verhoeven

Interval (scale) / ordinaal Enquête Survey Monkey

Ervaring Beoordeling Likert scale

Vragenlijst lang

BA, Oomes, Verhoeven

Interval (scale) / ordinaal Enquête Survey Monkey

Middelen Selectie, beoordeling, suggesties

Vragenlijst lang Verhoeven

nominaal / interval Enquête Survey Monkey

Procedures Beoordeling, suggesties

Vragenlijst lang Verhoeven

nominaal / interval Enquête Survey Monkey