Ad Rem - editie 1, jaargang 18

16
De redactioneel onafhankelijke schoolkrant voor studenten en medewerkers van de CHE - editie 1 - jaargang 18 Waar kun je het zoenen? Zo loop je er deze winter totally FASHIONED bij beste jaars in beeld Hebben christenen de waarheid in pacht? Drugs gehalte op De CHE S

description

De eerste uitgave van het studiejaar 2012-2013 van de Ad Rem - de redactioneel onafhankelijke schoolkrant van de CHE.

Transcript of Ad Rem - editie 1, jaargang 18

Page 1: Ad Rem  - editie 1, jaargang 18

De redactioneel onafhankelijke schoolkrant voor studenten en medewerkers van de CHE - editie 1 - jaargang 18

Waar kun je het

zoenen?zoenen?Zo loop je er deze winter

totally FASHIONED bij

Waar kun je het

zoenenbeste

De redactioneel onafhankelijke schoolkrant voor studenten en medewerkers van de CHE -

jaarsin beeldin beeld

Hebben chr istenen de waarheid in pacht?

Drugsgehalte op De CHE

S

Page 2: Ad Rem  - editie 1, jaargang 18

02 Uitgelicht Ad Rem oktober 2012

Kees Boele, bestuursvoorzitter van de CHE, vertrekt per 30 november van onze hogeschool. Na 9,5 jaar voor de CHE gewerkt te hebben, wordt hij nu bestuursvoorzitter aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Boele: “Ik voel me net een zoutkorrel die uit de CHE wordt gepakt en ergens anders wordt neergelegd.”

Tekst: Jolijn MuisBeeld: Maurits Reijnoudt

Tijd om weg te gaan?Op de vraag of dit het juiste moment is dat Boele vertrekt, antwoordt zijn medebestuurder Ton Bestebreur: “Het is nooit een goed moment, maar van alle slechte momenten is dit is wel het beste moment. Hij gaat weg omdat hij weet dat hij de CHE goed achterlaat. Boele heeft het vuurtje ontstoken en een goede kern voor onze koers aangedragen. Daar kunnen wij mee verder.”

In de jaren dat Boele voor onze hogeschool werkte, werd de CHE acht keer de beste hogeschool van Nederland. “Hij heeft daar zeker aan meegeholpen,” zegt Bestebreur. Zelf ziet Boele

dat anders: “De CHE is niet afh ankelijk van haar bestuurder. Ze heeft de overtuiging van haarzelf. Ik ben meer een tolk geweest van wat er leeft en gebeurt op de hogeschool.” Wel denkt hij dat zijn opdracht nu afgerond is: “In 2003 gaf de Raad van Toezicht mij vooral de taak de CHE op de kaart te zetten. Nu tellen we als hogeschool landelijk mee en hebben we iets te zeggen bij de HBO-raad.” Bestebreur: “Boele deed veel aan de kwaliteit van het onderwijs. Voor studenten is het belangrijk om zowel beroepsgericht als vormingsgericht te worden opgeleid. Dat heeft hij verbeterd.”

Boele’s hoogtepuntToch liep Boele ook wel eens tegen kritiek aan. “Soms liep ik te hard van stapel. Dan wilde ik ergens vol enthousiasme aan beginnen, terwijl ik eerst mensen mee moest krijgen. Ik heb ook geleerd om verbindend te werken.” Verder vertelt hij dat het voor hem moeilijk was om een aantal jaren geleden in zijn eentje de CHE te besturen. Na anderhalf jaar schoot Bestebreur hem te hulp. Bestebreur: “Het eiste veel van Boele, en hij kon niet overal aan toe komen.”

Door alles heen heeft Boele veel bereikt en kende hij veel hoogtepunten. “Ik vind de CHE op zichzelf een hoogte-

punt. Ik heb vooral genoten van het samenwerken met de medewerkers hier en van de goede gesprekken met studenten die hun mening met mij deelden. De CHE is een prachtige hogeschool.”

En verder…Maar wat nu? Wie gaat Boele opvolgen? En komen er dan geen drastische veranderingen?“Nee,” zeggen Boele en Bestebreur. “Ik denk niet dat de visie van de hogeschool anders wordt,” vertelt Boele. Bestebreur hoopt vooral dat iedereen meedenkt, want het gaat straks wel om ‘hun bestuurder’. Aan de hand van een profi el van de Raad van Toezicht wordt er op dit moment naar een een nieuwe bestuurder gezocht. “Het is een open procedure,” vertelt Bestebreur, “maar de CHE is natuurlijk een hogeschool met een christelij-ke identiteit en dus zoeken we iemand die daar midden in staat.” Andere belangrijke punten zijn: de kwaliteit van het onderwijs, het gericht zijn op de omgeving, het luisteren naar mensen in het werkveld en de studenten daarmee verbinden.

De koers van de CHE zal niet enorm veranderen. Het afgelopen jaar zijn Boele en Bestebreur namelijk bezig geweest met een instellingsplan, waarin de doelen voor de komende vier jaren beschreven staan. De Hogeschoolraad is erg positief over dit plan en ook de opvolger zal het moeten ondertekenen.

“In Nijmegen en Arnhem wil ik bereiken dat docenten bezield onderwijs geven en dat er meer besef komt voor de betekenis van vorming. Maar, eens een CHE’er, altijd een CHE’er.” Tot slot wil Boele de studenten nog graag een tip meegeven: “Haal er vooral uit wat erin zit, want er zijn hier docenten waar je veel van kunt leren.”

Verdwijnt met Boele de ‘C’ van CHE?

Op de coverJacqueline Mulckhuijse

Levensgenieter. Houdt van schrijven, denken, liefh ebben en leven. En doet dat daarom ook.

commen

taar

Daar zit ik dan. Bij een lunch met allemaal hoge piefen. Het is saaier dan saai en langzaam droom ik weg. Ik zie mijzelf uit onze omgebouwde stadsbus stappen, het vroege ochtendlicht in. Gelukkig is het nog niet zo warm en met een duf hoofd zoek ik een paar struiken die ik met mijn ochtendurine kan verblijden. Als het karweitje gedaan is, loop ik het duin op. Met een glimlach kijk ik naar de zee en word ik blij van de golven die ik zie. Prima weer om te surfen. Ik trommel de rest van mijn gezelschap op en even later peddelen we door de branding.

Of ik nog wat melk wil. De vraag bereikt via mijn rechteroor mijn hersenen en zij registreren dit als een zeer misplaatste vraag. “Nee, doe maar een Desperados”, klinkt dan ook mijn antwoord. Mijn buurman kijkt me bevreemd aan. Meteen sta ik met beide benen op grond, nou ja, zit ik met beide billen in mijn stoel. “Melk, nee dankje”, mompel ik verward. Dat is waar ook. Ik ben niet meer aan de Franse kust, maar hier op de CHE. Het dagelijkse leven is weer begonnen. Dat betekent wakker wor-den van de wekker en zonder uitgebreid ontbijt aan de slag gaan. Colleges volgen die niet interessant, maar wel verplicht zijn en je ergeren aan te brave klasgenoten.

Mijn huidige staat van dienst vergelijkend met die van een maand of twee geleden, bekruipt mij het gevoel dat ik het toen beter voor elkaar had. Hoe-wel ‘beter’ in deze context een relatief begrip is. Als we onze prestatiegerichte maatschappij zouden los-laten op mijn zomer bezigheden, blijft er onder de streep weinig over. In tegenstelling tot wat ik hier, op de hogeschool van het boerengat Ede, allemaal leer. Of geacht word te leren.

Nu kan ik natuurlijk net doen alsof ik een enorme hekel heb aan mijn schoolgaande leven, maar het is niet allemaal kommer en kwel. Nieuwe dingen leren vind ik heerlijk en dat ik daar überhaupt de kans voor krijg, is iets om dankbaar voor te zijn.

Flashback naar de zomer waar ik het noodgedwon-gen een paar dagen zonder douche uithield en daarna dolblij werd van de ijskoude stralen van een stranddouche. Kom maar op met de bacteriën, mijn vette haar en een niet nader te beschrijven zweet-luchtje. Back to earth leek onze lifestyle en onze hippie bus versterkte dat imago.

De balans opmakend besef ik dat ook het school-gaande leven nog niet zo verschrikkelijk is. Hoewel mijn vrijheid behoorlijk aan banden is gelegd, is ie-dere ochtend een warme douche niet heel verkeerd en de lol met medestudenten zou ik niet willen missen. De interessante colleges moeten de saaie vakken dan maar dragelijk maken. Want hé, dit leek me twee jaar geleden toch zo leuk om te doen?

Ik ga er maar voor, stilletjes verlangend naar mijn volgende Desperados.

Desperados

Doe mij maar een

Naam: Corné BralsLeeft ijd: 24 jaarWoont in: “Utrecht, anti-kraak”Dagelijks leven: “Eerstejaarsstudent sociale studies en medewerker bij Aldi.”Waarom: “Voor mij is het de ideale combinatie van dienstbaar zijn en iets van Jezus laten zien.”Over de CHE: “Top school met goede begeleiding, leuke mensen en een fantastische sfeer.”Tip: “Lift en naar een onbekende bestemming”Nooit doen: “Mensen bewust pijn doen.”

Beeld: Dave de Haan

Ad Rem in een nieuw jasjeJacqueline is de nieuwe hoofdredacteur van Ad Rem. Samen met de opmaakredacteuren en de eindredactie is zij ver-antwoordelijk voor de vernieuwde stijl van Ad Rem. Welke veranderingen Ad Rem heeft ondergaan? De voorpagina is getransformeerd tot cover. In plaats van een nieuwsbericht prijkt er nu een foto op de voorkant. De bedoeling is dat iedere editie een andere student gefotografeerd wordt. Op pagina twee vind je heel kort wat informatie over deze per-soon. Verder komen er meer persoonlijke interviews en wordt het nieuws gereduceerd tot één pagina. Ook hebben we twee nieuwe columnisten, maak kennis met hen op pagina 5 en 10. Nieuw is de moderubriek van Janine op pagina 14 waar zij alle nieuwe trends beschrijft . Kun je niet genoeg krijgen van de papieren versie van Ad Rem? Elke dag posten we een bericht op adremonline.nl.

AdRemOnline.nl 2.0: mooier en beter

Voordat je nu verder leest: surf met je smartphone, tablet of laptop naar adremonline.nl en kijk je ogen uit. Nee, nu niet de artikelen gaan lezen, dat mag zo. Zoals je ziet hebben we de website fl ink vernieuwd. Deze oogt nu rustiger en cleaner doordat er veel meer witruimte is, daarnaast is het beeldma-teriaal beter zichtbaar. Dan de inhoud. Hier is de verandering wat betreft het soort berichten niet heel groot, maar wel wat betreft het aantal. Iedere dag wordt er minimaal een bericht geplaatst. Elke donderdag zal er een column verschijnen van Bas of Jeroen, die allebei om de week in de pen zullen klim-men om iets met ons te delen. Tenslotte heeft de website een nieuwe chef internet: Nando Kasteleijn zal het komende jaar de kar gaan trekken.

Page 3: Ad Rem  - editie 1, jaargang 18

Uitgelicht 03oktober 2012 Ad Rem

Gefeliciteerd! Je bent op dit moment de trotse bezitter van een Ad Rem. Wat je misschien niet weet, is dat er emmers bloed, zweet en tranen aan dit krantje vooraf gingen. Die lichaamsvochten waren niet zozeer afkomstig van de hui-dige redactie, als wel van de Grote Oprichters, zo’n zestien jaar geleden. Ad Rem neemt je mee naar de tijd van blauw gerookte redactiehokken, archieven die letterlijk op straat lagen en vooral heel veel plezier.

Tekst: Janine GuijtBeeld: Dave de Haan

Nota Bene Fast rewind. Zestien jaar eerder. Drie eerstejaars studenten journalistiek aan de Christelijke Hogeschool de Vijverberg – Felua (voorloper van de huidige CHE, red.) verbazen zich over het gebrek aan een echte schoolkrant op hun hogeschool. Er was op dat moment wel het oefenkrantje Nota Bene. Tweede- en derdejaars journalistiekstudenten maakten deze krant bij toerbeurt, als onderdeel van hun studie en onder leiding van een docent. Behalve het enigszins softe karakter van het krantje werd er ook een behoorlijke censuur toege-past op de artikelen van studenten. Schreef je als student iets wat de leraren niet welgevallig was, dan kon je er donder op zeggen dat de begeleidende docent ingreep en je je stukje niet of aangepast in het krantje terug zag. Tijd voor actie, was dan ook de gedachte van eerstejaars journalistiekstudenten Steffart, Paul en Wijnand. Hun doel? Een onafhankelijke krant waarin ze als waakhonden van de hogeschool vrij waren om te schrijven wat ze wilden. Na een bezoekje aan de academiedirecteur en een ietwat slijmerige brief aan het College van Bestuur, kon de realisatie van een schoolkrant beginnen. Met een advertentie van de school op de achterkant die 400 gulden opleverde (een fractie van de drukkosten), wat advertenties en een lening van 13.000 gulden werd de eerste Ad Rem een feit.

Zestien jaar laterFast forward. Steffart, Paul en Wijnand – inmiddels mid-den dertig en alle drie werkzaam in de communicatie- en PR-branche – ontmoeten elkaar in een café te midden van hun voormalige studentendorp. Met behulp van de grote koffer vol oud Ad Rem materiaal die Steffart meebracht en onder het genot van een biertje halen ze herinneringen op uit de gouden tijd als hoofdredacteuren van Ad Rem. Nadat de mannen goedkeuring kregen van het College van Bestuur

restte hen niet veel meer dan het vinden van redactieleden voordat de eerste krant geboren kon worden. “Eigenlijk hebben we alles een beetje in het geheim opgestart,” vertelt Wijnand. “In een pauze was er een meeting voor studenten die geïnteresseerd waren om voor de krant te schrijven. Het was afgeladen. Het leuke was dat er ook veel ouderejaars bij die meeting waren. Daar keek je als eerstejaars best wel tegen op, want ja, die deden allerlei interessante klusjes en hadden ons ontgroend. Zij wilden nu ineens voor ons krantje schrij-ven.” Uit de bijeenkomst vloeide een redactie van zo’n twintig tot dertig redacteuren die allemaal voor een specifieke acade-miepagina schreven. De naam “Ad Rem” komt tot stand na een korte brainstorm. “We wilden graag een Latijnse naam, dat vonden we wel bij een studentenkrant passen,” herinnert Paul zich.

Facebook 1.0Al gauw blijkt het initiatief van de heren een succes. Vrijwel elke student aan de Vijverberg kent de krant. Bij gebrek aan social media of überhaupt een internetverbinding, kondig-den de jongens de headlines van de krant aan door letterlijk op ‘walls’ te ‘posten’. Steffart: “Vlak voordat de krant uitkwam, hingen we posters met krantenkoppen aan de muur. Als de krant bij de drukker vandaan kwam, deelden we hem zelf uit, we waren er apetrots op.” Ook de nieuwsgaring verliep een stuk anders zonder internet. Maar de journalisten hoefden niet altijd ver te zoeken, want nieuws plukten de jongens in een enkel geval letterlijk van straat. Zo liep één van hen op een vrijdagmiddag langs een vuil-container buiten de school om daar een compleet archief van de Evange-lische Hogeschool voor Journalistiek aan te treffen. Het nieuws dat hieruit rolde, haalde zelfs de landelijke pers.

Rook RedactiehokWaar Steffart, Paul en Wijnand aanvankelijk flink in het rood ston-den door de hoge drukkosten, een lening bij de bank en de aanschaf van een enorme, inmiddels prehis-

torische Mac, leverde de krant hen gaandeweg winst op. En daar blijft het niet bij. De hoofdredacteuren krijgen – hoewel de krant onafhankelijk blijft – ook steeds meer privileges van de school. Zo hebben de Ad Remmers al gauw hun eigen redactiehok. “Dat was na verloop van tijd de enige plek in de school waar we mochten roken. Of ja..., het mocht eigenlijk niet, maar het werd behoorlijk gedoogd. Dat hok hebben we flink blauw gepaft” lacht Paul.

Vluchtschriften Zo’n zestien jaar later bestaat Ad Rem nog steeds. Zo’n vijf keer per jaar vind je in de bakken bij de achteringang een nieuwe editie vol nieuws, handige info, interviews, columns, recensie en meer vermaak. Heb je een kritische noot of wil je ons overladen met lof? Laat het ons weten! In de tijd van Steffart, Paul en Wijnand rea-geerden studenten met zogenaamde vluchtschriften; briefjes met reacties die op willekeurige plaatsen werden achterge-laten. Maar tegenwoordig zijn we ook bereikbaar via mail, Twitter en Facebook.

de geboorte van Ad RemHoe het allemaal begon....

Cartoon door Bjorn van Ginkel

Page 4: Ad Rem  - editie 1, jaargang 18

04 Student&zo. Ad Rem oktober 2012

Wat je moet weten als eerstejaarsTekst: Arjanne Aleman en Martine ten Klooster

Vozen doe je hierZoenen doen we allemaal wel eens. Maar om de maatschap-pelijke orde van de CHE niet té veel te verstoren verzoeken wij u vriendelijk de volgende tips op te volgen. Het is name-lijk het geval dat sommige plaatsen hier geschikter voor zijn dan andere. Tegenover de servicebalie vindt u de toegangs-weg naar de sportzaal. Bij uitstek de gepaste plaats om u even terug te trekken met uw geliefde (of scharrel). Wij adviseren u plaats te nemen op de matten in het berghok. U begrijpt zelf ook, het gaat nu even om een andere tak van sport. Voor meer comfort verwijzen wij u door naar de bedden van Verpleegkunde.

Hoe om te gaan met tere zieltjes Voor u is het wellicht volstrekt normaal om weleens een blowtje te roken tegen het einde van de week. Wees echter voorzichtig met het bespreekbaar maken van deze ervaring. U bevindt zich namelijk op de Grrrrristelijke Hogeschool te Ede. Vele van uw klasgenoten zullen deze ervaring niet hebben en ook nooit op doen. Het gevolg van uw ogen-schijnlijke, onschuldige opmerking is desastreus: monden vallen open en vuurspuwende ogen kijken u aan. En zoals het spreekwoord zo mooi weet te zeggen: een gewaarschuwd mens telt voor twee.

Wat te doen bij eenzaamheidMocht het gevoel van eenzaamheid u overvallen omdat het nieuwe-vrienden-maken-proces u wat stroefj es af gaat en de studentenvereniging u ook al niet zonder slag of stoot heeft toegelaten, zit dan niet bij de pakken neer. Redding is nabij! In de krochten van het atrium bevindt zich de poppenhoek. Na slechts het scannen van uw CHE-pasje zijn deze trouwe vrienden voor onbepaalde tijd. geheel en al voor u. Vergeet uw roddelende klasgenoten en de snobistische studentenver-enigingen, want vanaf nu zoekt u uw heil niet meer bij vlees en bloed, maar bij katoen en wol.

Ken uw medestudentU dwaalt nietsvermoedend door het schoolgebouw en plots loopt er een geblinddoekt meisje u voor de voeten. Wen er maar aan, dit zijn sph’ers die eropuit gestuurd zijn met een vertrouwensoefening. Helaas zijn dit geen eenmalige acties.

Terwijl u nog bij moet komen van de schrik, duikt daar een immens grote camera op met daarnaast een arrogante stu-dent die pretendeert de beloft e van presenterend Nederland te zijn. Dit is de student journalistiek die u graag een vraagje wil stellen.

Ineens krijgt u via Facebook een uitnodiging van de CHE Businessclub. Op de foto staren drie mannen in pak u aan met een ernstige blik in hun ogen. Heeft u nou zojuist een uitnodiging van docenten gekregen? Wij begrijpen uw verwarring, maar dit zijn toch echt de zichzelf zeer serieuze nemende MER-studenten.

Tijdens een spraakmakend college probeert u zich uiterst te concentreren. Helaas is er sprake van een externe ruis, ver-oorzaakt door de luidruchtig, zingende pabostudenten. Hoe hard u er ook tegen vecht, kinderliedjes verstoren wreed uw intelligente gedachtegang.

Even bent u van slag. En terecht. Tientallen ruisende rokken dringen uw gezichtsveld binnen. Had u zich nou aangemeld op de chrístelijke hogeschool of op de reformatórische hoge-school? Hoewel de gemiddelde verpleegkundestudent anders doet vermoeden, is het toch CHE en niet de RHE.

Ziet u daar nou iets door de gang zweven? Warempel. Het is een GPW-student. Deze altijd vriendelijke en enigszins alternatieve student wil met liefde voor je bidden, mocht je nog steeds niet zijn aangenomen bij de studentenvereniging en de poppen je niet meer genoeg houvast bieden.

Anke Penning-EekPastor Anke Penning-Eek is geboren in Amsterdam en heeft veel van de wereld gezien. Nu woont ze al lange tijd in Ede met haar man Leo. “Ook door eigen erva-ringen leef ik mee met ontwikkelingen bij studenten die naar het pastoraat komen. ” Anke heeft maatschap-pelijk werk gestudeerd, deed daarna de voortgezette opleiding en is in ‘het veld’ werkzaam geweest. Verder heeft ze de opleiding geestelijke begeleiding gevolgd. “Ik heb vanaf 1990 als docent/supervisor bij Sociale Studies op de CHE gewerkt, ook ben ik een poos actief geweest als vertrouwenspersoon. Nu werk ik vooral als studentenpastor.” Evenals bij Nico kun je bij Anke terecht met vragen op sociaal of emotioneel terrein. “Je bent altijd welkom, waar je ook mee komt. Studenten die besluiten het pastoraat in te schakelen, zijn in mijn ogen winnaars, omdat zij zichzelf serieus nemen en met zichzelf aan de slag gaan. Ik wil met hen een weg zoeken waar zij hun talenten kunnen ontplooien, en zij kunnen ontdekken wie God voor hen is en hoe Hij hen bedoeld heeft .”

Nico van der VoetPastor Nico van der Voet is sinds 2004 onder andere als studentenpastor werkzaam op de CHE. Nico heeft theologie gestudeerd in Utrecht.In 1991 kwam hij als docent in dienst van de CHE, bij de academie GPW. Daarvoor heeft hij op het Ichthus College in Veenendaal gewerkt als godsdienstdocent en leerlingenpastor. Nico vertelt: “Ik wil graag studenten een zetje in de goede richting geven. Vooral omdat er in je studententijd van alles op je af komt. Die richting is de weg naar volwassenheid maar ook richting God.” Hij doet dit werk ook omdat er in het begeleiden van jonge mensen toekomst zit. “Met een paar gesprekken kun je al een verandering teweeg brengen of moed geven.”

Evelien GardebroekVertrouwenspersoon Evelien Gardebroek is al zes jaar de interne vertrouwenspersoon op de CHE. Ook werkt zij als methodiekdocent bij de academie sociale studies. Je kunt bij een vertrouwenspersoon terecht als je binnen school of op stageplekken te maken hebt ongewenst gedrag zoals agressie, pes-ten of seksuele intimidatie. “Ik vind het belangrijk als mensen recht gedaan wordt. Als mensen zich onveilig voelen door welke reden dan ook vind ik het belangrijk dat je dat met iemand kunt bespre-ken die je vertrouwt. Ik dan die persoon zijn. Je bent altijd welkom. Wees niet bang dat je probleem niet ‘erg genoeg is.’ Blijf er niet mee lopen!”

Je wist het misschien niet, maar op de CHE zijn er medewerkers aangesteld bij wie je terecht kunt met persoonlijke vragen: twee pastores en een vertrouwenspersoon. De drempel om zo’n stap te zetten kan groot zijn. Wie zijn die mensen en wat kunnen zij voor jou betekenen? Om die drempel weg te halen stelt Ad Rem ze aan je voor.

Tekst: Rebecca EuwijkBeeld: Suzanne van der Knijff en archief

“Studenten die naar ons toekomen zijn winnaars!”

Pastor Anke [email protected] 1.028

Evelien [email protected] 2.038

Nico van der [email protected] 2.077

Page 5: Ad Rem  - editie 1, jaargang 18

Student&zo. 05oktober 2012 Ad Rem

Hard en vol trots klinkt ´Soli Deo Gloria´ door de zaal. Nee, het is geen koor dat aan het oefenen is. Studenten staan hier hun verenigingslied te zingen.

Tekst: Jolijn MuisBeeld: Dave de Haan

Het gaat om Solidamentum, de reformatorische studentenvereni-ging in Ede. Ze hebben net een lezing gehad en daarover een dis-cussie gehouden. Ze sluiten af met hun verenigingslied, een lied waarin studenten vaak hun vereniging alle eer geven. Maar hier wordt elk couplet afgesloten met de woorden ‘Soli Deo Gloria’: alleen aan God de eer.

“Bezinning is belangrijk in onze vereniging”, vertelt bestuurs-lid Jan Reinier. “Dat zul je altijd terugzien bij ons.” Maar dat is niet het enige waar het om draait. “Vriendschap is onze tweede belangrijke pijler.” Op hun avonden vind je deze beide: diepgang en gezelligheid.

Mensen helpen vanuit je hartDe avond dat ik langskom houden ze een formele avond; een avond waarop ze samen eten, waarna een lezing wordt gehouden. De lezing die vanavond wordt gehouden gaat over het helpen van-uit je hart, waar Anne-Marie Goudriaan-Molenaar, manager bij de Nederlandse Patiënten Vereniging, vertelt over haar ervaringen in de zorg. Ze legt uit hoe zij in haar werk laat zien dat ze christen

is, en dat je niet vanuit je hoofd, maar vanuit je hart mensen moet helpen. Na de pauze behandelen we wat stellingen, zoals: je moet je naaste liefh ebben als jezelf. Dan wordt er met gebed afgesloten en praten we gezellig wat na.

Klein maar gezelligMet haar 25 leden is Solidamentum niet heel groot. “We zijn klein, maar dat maakt juist dat we elkaar goed kennen en hecht zijn als vereniging,” zegt Jan Reinier. Ook Hanneke, student aan de uni-versiteit Wageningen, die een avondje komt kijken, valt dat op: “Je ziet dat de studenten elkaar kennen en goed met elkaar kunnen praten.”Zoals bij een studentenvereniging past, hebben ze ook een bestuur, verenigingsvergaderingen en commissies. Jan Reinier: “Door in een commissie te gaan ben je actief bezig met de ver-eniging. Zo zit ik zelf in de commissie om de lustrumviering te organiseren. Het is leuk om te doen en je leert er ook veel van.” Maar niets is verplicht. “Het is leuk als er veel mensen op een avond zijn, maar je komt natuurlijk wanneer je kan.”

Solidamentum Ede-Wageningen is een onderdeel van vijf vereni-gingen in Nederland. Samen houden ze jaarlijks een opening- en sluitingsvergadering.Een ontgroening heeft Solidamentum niet. “We hebben een introductiedag waarop we elk jaar weer een ander spel doen.” Deze is aan het begin van het studiejaar geweest. Maar langskomen kan altijd, want voor nieuwe mensen staan ze open.

Uit volle borst: Soli Deo Gloria Studerenvoor een ander

Gek. Studeren voor een ander. Ik herinner me het oeverloze gezwets over mijn studierichting nog goed. Mijn pad, mijn richting. Alle personen die zich met de keus van mijn leven bemoeien. Ouders, decanen, klasgenoten en zelfs het internet komt er aan te pas. Dubbelzinnig zijn we. De juiste studierichting is een speld in een hooiberg. Lang zoeken, weinig resultaat. Niet dat ik ooit naar een speld in een hooiberg heb gezocht. Nou ja. Stond één keer op het punt. Hooiberg op een meter genaderd. Riep mijn moeder. Was het eten klaar. Spaghetti. Lekker. Een keer Mikado gespeeld met gekookte spaghetti? Niet te doen!

Uh. Waar waren we? O ja, studiekeuze. Saai onder-werp ook. Na nachten dromen over studies als vrijetijdskunde en proefdagen waar alleen over het nachtleven werd gerept was ik er eindelijk uit. Wist ik welke richting mijn leven kreeg. Journa-listiek. Jawel. Waarom? Schreef mijn hele leven al gedichtjes en korte verhaaltjes. En iets met een brede interesse. Betere argumenten had ik niet. Zag mezelf als een soort schrijvende Tarzan die de samenleving redt. Papier als mijn lendendoekje, het voorwerp dat vieze zaakjes aan het licht brengt. En de pen als mijn liaan, mijn voertuig door het maatschappelijke oerwoud. Jeugdige idealen uit een wolk van puur gevoel. Episch.

Toen. Een jaar later. Net voor het begin van dit schooljaar. Wist ik beter. Dat lendendoekje stond me niet. A4’tje had een te klein oppervlak. Plus de maatschappij is geen oerwoud. Meer een chaos waar een argeloze pen verdrinkt in spindoctors en mediatrainers. Nee, ik koos voor mezelf. Werd geen maatschappijdienaar meer. Ging voor een papieren sterrenstatus. Wilde goed worden in wat ik deed en maakte. En daar dan weer geld mee verdienen. Zo zag ik mijn hernieuwde toekomst. Egocentrisch. Maar goed. Ik moest wat. Idealen geven hoop en richting. Vastigheid. Had het nodig. Blijkbaar.

En nu? Nu heb ik geen idee meer. Ontnomen van ideaal en richting. Reden? Nachtelijke conver-satie tussen de studentenfl ats. Gesprek met een bijzondere dame. Na een feestje. Haar moeder strijdt tegen leukemie. Kan het niet mooier of romantischer maken. Of ja, ze is aan de winnende hand. Gelukkig. Maar dat verandert niets aan de situatie. Vooral niet voor familie. Het heden zegt namelijk niets over de toekomst. Het heden kan hoogstens mooier zijn dan het verleden. Geeft onzekerheid. Helemaal voor dochters. Je moeder zien veranderen in een ander, terwijl ze nog steeds jouw moeder is. Zonder er iets tegen te beginnen. Hulpeloos wreed.

De bijzondere dame klaagde niet. Ze verdrong haar tranen. Greep met beide handen de hooiberg van studierichtingen. Zocht haar speld. Stukje bij stukje, halmpje voor halmpje. Ze keek, zocht en vond SPH. Ze wil anderen helpen die zich in de-zelfde situatie bevinden. Steun zijn voor personen en familie die tegen kanker strijden. Een betove-rend ideaal. Kiezen voor een ander, in plaats van jezelf. Stil word ik ervan. Schrik van mijn eigen idealen. Ik moet terug naar mijn eigen hooiberg. Bedankt bijzondere dame. Je toont wat kiezen, maar vooral wat leven is. Studeren voor een ander. Goud.

Bas DerksHeft zijn schrijfb roek tot het randje. Steekt hart onder de riem. Laat vervolgens zijn gulp open.

Solidamentum komt één keer in de twee weken samen. Daarnaast hebben ze ook studiekringen, waar ze bijvoorbeeld over actualitei-ten praten. De leden studeren in Ede en Wageningen, maar ook in Velp, Utrecht en zelfs Amersfoort. Er zijn in totaal vijf Solidamen-tums: in Gouda, Barneveld, Zwolle, Rhenen en Ede. Elk jaar houdt de vereniging een ‘excursie’, waarop ze een dagje samen weggaan.

Column

Page 6: Ad Rem  - editie 1, jaargang 18

06 Nieuws Ad Rem oktober 2012

Elsevier: CHE beste hogeschool

We klagen niet, of we zijn echt heel tevreden over de CHE. Onze hogeschool komt als beste hogeschool uit de bus bij het jaarlijkse onderzoek ‘De beste studies’ van weekblad Elsevier en onderzoeksinstituut ResearchNed.Er zijn 614 opleidingen van hogescholen en universi-teiten onderzocht. Daarbij is gekeken naar onder ande-re het gegeven onderwijs, inrichting van de opleiding, toetsing, faciliteiten, organisatie en communicatie. Van alle hogescholen is de CHE toch echt de allerbeste! Van de universiteiten wint de Technische Universiteit Eindhoven.Het onderzoek is uitgevoerd onder 170.000 studenten, 2000 hoogleraren en universitair hoofddocenten. In het onderzoek is alleen gekeken naar de voltijdop-leidingen. Daarnaast is er dit jaar voor het eerst ook gekeken naar studierendement; het aantal studenten dat afhaakt in het eerste jaar en de groei van het stu-dentenaantal.

Lelijke muren, mooie kunstIn de gang van de docenten communicatie en jour-nalistiek hangen nieuwe schilderijen. Na abstracte hokjes en vakjes is er nu gekozen voor figuratief werk van de schilder Evert Meilink. Deze schilder vindt zijn inspiratie in de Twentse bossen, de dieren die daar leven en in de natuur.Peter Blokhuis, lid van de Kunstcommissie, vertelt dat er kunst hangt om het saaie gebouw met lelijke muren op te fleuren. Blokhuis: “Vaak zeggen studen-ten: ‘Ik zie alleen maar gekleurde vakken of ik zie er niks in,’ daarom hebben we deze keer gekozen voor wat makkelijker herkenbaar werk. Het moet allemaal niet te moeilijk zijn.”Meilinks werken die nu in de CHE hangen zijn ook te koop. De kleine schilderijtjes kosten €295, daarna lopen de prijzen op tot €900. Je hebt gelukkig nog even de tijd om te sparen voor een mooi schilderij voor op je studentenkamer, want de schilderijen blijven hangen tot eind december.

Minder werk voor studentenStuderen en financiën zijn een lastige combinatie. De huur van je kamer, collegegeld, zorgverzekering en natuurlijk het stappen moet allemaal worden betaald. Lang leve de stufi! Toch kunnen we er niet om heen, er moet gewerkt worden. Maar het wordt steeds lastiger om een bijbaantje te vinden. Dertien procent van de jongeren tussen de 15 en 25 jaar is werkloos en dat percentage blijft stijgen. In 2011 waren 82.000 jongeren werkloos, inmiddels zijn dat er 108.000. Zestig procent van de werklo-ze jongeren is student en zoekt meestal werk voor twaalf uur per week. Het blijkt dat 64.000 jongeren het lastig vinden om, naast het volgen van een studie, werk te vinden.

Kortjes van de website

Een Bindend Afwijzend Studieadvies (BAS) krijgen is de schrik van iedere student. Toch is er vorig studiejaar een heel aantal uitgereikt door de examencommissie. Op elke hogeschool in Nederland worden ze verschaft. Helaas is het met zo’n BAS op zak niet zo makkelijk om op een andere hogeschool verder te studeren.

Tekst: Rebecca Euwijk

Als je een BAS hebt betekent dat dat je moet stoppen met je studie. Ga je dan werken of toch verder studeren? Als je voor dat laatste kiest, wil je toch naar de beste hogeschool van Nederland; de CHE?! Ron van Stokkum, lid van de examencommissie journalistiek en communicatie, ver-telt: “Als iemand die op de CHE wil gaan studeren op zijn of haar vorige school een BAS heeft gekregen, gaan we daar als examencommissie naar kijken. We houden reke-ning met de reden waardoor de student een BAS heeft ge-kregen. Verder is het ook belangrijk wanneer de student de BAS heeft gekregen en hoeveel studiepunten diegene mist. Daarbij gaan we onderzoeken of het haalbaar is dat de student een nieuwe studie aan de CHE wel met succes afrondt.” Het is dus niet zo dat als je op een vorige hoge-school een BAS hebt gekregen je niet meer verder kunt gaan studeren, maar makkelijk wordt het niet.

Toelating op de CHE na een BAS

31 augustus, nog helemaal in de vakantiestemming. En dan, uit het niets een mailtje waarin staat dat studenten die meer dan vijftig studiepunten hebben nog één kans krijgen om hun toets te halen. Weg vakantie. In één klap sta je weer met beide voeten in de CHE.

Tekst: Ariene de Groot

Opleiding doorlichtenDie ene kans waar het om draait zijn de herkansingen uit jaar één in jaar twee. Voor de vakantie was er nog sprake van twee herkansingen voor je propedeuse, nu is dat er nog maar één. Hoeveel studenten zullen er na die ene herkansing uitliggen? Na een gesprek met Bartho de Looij (manager Journalistiek) werd het een stuk duidelijker. Er zijn drie redenen voor het invoeren van deze regel:

Nummer één is accreditatie. Dit is een keurmerk dat aan-geeft dat een opleiding aan door de overheid vastgestelde maatstaven voldoet. Eén keer in de zes jaar wordt een opleiding helemaal doorgelicht op zes gebieden door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). Er wordt gekeken waar de school nog op moet verbeteren en welke gebieden er voldoende zijn. Hierna geeft de stich-ting een aanbeveling, zo willen ze de kwaliteit borgen.

Kwaliteit van het niveauDe tweede reden is het waarborgen van de kwaliteit van het niveau. De opleiding moet mensen voortbrengen die over alle vaardigheden beschikken. Je hebt drie toetsmo-menten: in jaar één maak je de toets, als je deze niet haalt heb je een herkansing en als je die niet haalt mag je het nog een keer proberen in jaar twee. Op de vraag ‘wat als je de toets die laatste keer niet haalt?’ is het antwoord dat je een toets een keer niet kunt halen door bijvoorbeeld ziekte. Maar bij een derde keer is het de vraag of je wel over hbo-niveau beschikt en moet je dus van school.

De studenten hoorden pas laat dat de regel was ingevoerd en hadden zich al ingeschreven voor het nieuwe jaar. Ze hadden niet meer de mogelijkheid om een andere opleiding te kiezen. Volgens meneer de Looij hadden de SLB’ers de studenten van deze regel op de hoogte moeten stellen. Maar het belangrijkste punt was de eigen verant-woordelijkheid van de student om er zelf achteraan de gaan, het examenreglement te lezen en zich op de hoogte te laten stellen van de veranderingen.

LangstudeerdersDe laatste reden is het voorkomen van langstudeerders. Door de toetsregels te verscherpen voorkom je het aantal langstudeerders. Vroeger kon je op de CHE zo’n acht keer herkansen. Daardoor was het makkelijker om leerwerk uit te stellen. Tegenwoordig móet je de toetsen wel halen, anders is het voorbij met je hbo-carrière.

De school wil de beste leerlingen houden; de personen die er echt voor gaan en gemotiveerd zijn om hun opleiding af te ronden. Bij Journalistiek en Communicatie is de re-gel van de twee herkansingen pas dit jaar ingevoerd, maar bij veel opleidingen op de CHE was dit al het geval.

Tweede jaar, één kans

Netwerk Dien je Stad is een netwerk van jongeren die zich vrijwillig inzetten voor hun medemens in Ede. Met elkaar bieden we netwerk aan mensen die weinig of geen netwerk hebben. Veel studenten zetten zich in via Netwerk Dien je Stad. Je kunt je aanmelden via de website en op facebook. Je ontvangt dan wekelijks hulpvragen uit de Edese samenleving en als je wilt kun je jezelf daarvoor beschikbaar stellen. Je kunt alleen aan de slag of samen met anderen een hulpvraag oplossen. Ook kun je als klas, groep of studentenkring een sociaal project doen! Er is van alles mogelijk! Onze slogan is ‘Vrij om te geven’. Geef van de liefde, tijd en energie die je hebt ontvangen door aan de mensen om je heen. Nodig Netwerk Dien je Stad ook gerust uit voor een presentatie of bijbelstudie. Meer informatie kun je vinden op de website.www.dienjestad.nl | www.facebook.com/dienjestad

Drugs staan bekend als grote boosdoeners. Het komt voor in vele vormen en maten, maar wordt praktisch altijd geassocieerd met cri-minaliteit of losbandige levens. Hier op onze nette, christelijke ho-geschool komt het helemaal niet ter sprake. Tenminste, drugs past niet in ons imago. En dat imago blijkt verrassend goed te kloppen.Toch zal het geen verrassing zijn dat er ook op onze school een paar drugskikkers rondlopen. Uit recentelijk onderzoek van twee mwd-studenten blijkt dat negen procent van de geënquêteerden wel eens drugs gebruikt. Nog eens zeven procent heeft het wel eens ge-bruikt, maar is er inmiddels mee gestopt. En maar liefst 85 procent blijft ervan af. Schokt dat onze christelijke enclave? Vermoedelijk niet.

Tekst: Frank van Wijhe

SoftiesMocht je net die ene zijn die het wel schokkend vindt, dan kan de schrik misschien wat kleiner worden vanwege het feit dat er maar zeven harddrugsgebruikers rondlopen. Softies, dat zijn we wel op de CHE. Helemaal als blijkt dat meer dan de helft van de gebruikers drugs gebruikt om in slaap te komen. En een groot deel van de reste-rende groep gebruikt slaap- en kalmeringsmiddelen zonder dokters-voorschrift. De boefjes.

De CHE spuit zijn meningNaast een hele hoop niet al te schokkende cijfers, bevat het rapport ook nog reacties van onze harde kern. Veel drugsgebruikers geven aan dat ze gebruiken om de realiteit te ontvluchten. ‘Niets mis mee. Lekker ontspannen’, schrijft de één. ‘Ontspannend en een geweldige ervaring’, schrijft de ander. Gebruik jij ook drugs en vind je het helemaal niet zo ontspannend, doe dan je voordeel met de volgende groep. Deze sectie van ex-drugs-gebruikers legt uit waarom ze gestopt zijn. Een anonieme gebruiker schrijft bijvoorbeeld heel verstandig: ‘Ik vind vooral de kosten die eraan verbonden zijn veel te groot. Voor één joint kun je een gezin in armoede een paar dagen voeden.’ Sommigen zijn duidelijk nog in tweestrijd. Zo is nummer acht op de anonieme lijst een ‘voorstan-der van geen enkel drugsgebruik op basis van gezondheidsgevaar en invloed op gedragingen’, maar direct daarna volgt: ‘achter één keer per maand blowen kan ik staan.’

En dan nog even serieusWat we dan uiteindelijk nog willen weten is hoe wij ons als hogeschool verhouden tot de rest van het land. Verrassing: we scoren lager dan ge-middeld. De reden ligt volgens het onderzoek bij het feit dat er onder de praktiserende christenen het drugsgebruik bijna miniem is. En onze school huisvest veel praktiserende christenen, dus dan is het gemiddel-de gauw omlaag. Het rapport bevat in ieder geval weinig schokkends. Bezorgde CHE docenten en studenten kunnen rustig gaan slapen. Met of zonder gebruik van een joint.

´Drugsgebruikend CHE wil het liefste slapen´

Page 7: Ad Rem  - editie 1, jaargang 18

Nieuws 07oktober 2012 Ad Rem

In Ede wordt op dit moment een fi lm opgenomen: ‘Blijven, komen en gaan’ is de titel. Een fi lm voor en door Edenaren, maar vooral met een zoektocht naar de identiteit van Ede. De gemeente Ede schreef deze opdracht uit, die theater- en fi lmmaker Arno Setz met beide handen aanpakte.

Tekst: Jolijn Muis

Door de ogen van een 10-jarige meisje uit 1900 laat de fi lm zien hoe Ede als klein boerendorpje veranderde en uitgroeide tot wat het nu is. Het meisje komt een vreemde goochelaar tegen die haar beelden over de toekomst laat zien. Als hij slaapt, sluipt ze naar zijn glazen bol toe en verdwijnt in de toekomst. Het is opeens 2013, waar een jongen haar versuft tegen een boom aan vindt. Samen zoeken ze hoe het meisje weer terug komt in haar tijd. Ondertussen ziet het meisje hoe het hervormde dorp waar zij in leefde veranderd is in een stad vol immigranten met verschillende culturele achtergronden. Regisseur Setz vertelt: “De culturen botsen subtiel met elkaar in de fi lm, want waar het meisje gewend is te bidden voor het eten, komt ze terecht bij een Egyptisch jongetje waar het er heel anders aan toe gaat.”

VrijwilligHet bijzondere aan de fi lm is dat het geheel om Ede draait. Er werken veel Edenaren aan mee, voor en achter de schermen. In totaal werken er zo’n 75 mensen aan de fi lm. De acteurs doen het geheel vrijwillig. “Het gaat verrassend goed, vooral de hoofdrolspeelster heeft me ver-rast en zelfs ontroerd.” Maar ook naast de mensen binnen het project werden de inwoners van heel Ede opgeroepen input te geven.

Gedichten, liedjes en verhalen van iedereen waren welkom. Sommi-gen krijgen zelfs een plek in de fi lm. “We willen graag zo veel moge-lijk mensen erbij betrekken en mee laten denken”, zegt Setz.

Als regisseur omschrijft Setz zijn fi lm als een kunstzinnige fami-liefi lm. Het is niet zomaar een speelfi lm, want er komen allerlei elementen in terug. “Je moet de fi lm zien als één groot programma, waarin allerlei televisie items in terugkomen.” Wanneer het meisje de televisie ontdekt, zien we muziekclips en zelfs ‘Ede’s got Talent’. Maar ook interviews met verschillende mensen in Ede komen voorbij. Zo vertellen Edenaren met een Marokkaanse, Chinese of Turkse ach-tergrond ons in de fi lm hoe zij in Ede terecht zijn gekomen. Vandaar

ook de titel van de fi lm ‘Blijven, komen en gaan’, wat slaat op het komen en gaan van de mensen in Ede.

Ede begrijpenHet idee voor de fi lm schreef Arno Setz toen hij een oproep in de krant zag staan van de gemeente. Vervolgens werd hij uitgekozen en nu is hij al bezig met de laatste opnames van de fi lm. “Als het aan mij ligt, kan de fi lm in november af zijn. Maar omdat het allemaal in overleg met de gemeente is, zal hij waarschijnlijk begin 2013 uitkomen.” Wat hij het belangrijkste vind, is dat de identiteit van Ede naar voren komt. “In de 16 jaar die ik hier woon, heb ik Ede nooit echt begrepen. Nu ik op zoek ben gegaan en antwoorden vind, wil ik dat de mensen laten zien door mijn fi lm.” Het is een afwisselende fi lm waarin van alles wat in voorkomt. “Vaak zitten we erg vast in ons eigen normale groepje, maar in de fi lm ga je de cultuur van Ede écht beleven. Het maakt je bewuster van mensen met verschillende achtergronden om je heen. Ik denk dat het vooral daarom goed is deze fi lm te gaan kijken.”

De datum waarop ‘Blijven, komen en gaan’ in première gaat is nog onbekend. Wel is bekend dat bioscoop Cinemec de fi lm zal gaan draaien, in begin 2013. Meer informatie is te vinden op www.ede-doemee.nl.

Ede doet mee in fi lm

Hello BAS, goodbye CHEBAS is een afk orting waar de meeste studenten kippevel van krijgen. De grote, en veel gevaarlijke broer van de W-BAS. Want een BAS betekent een Bindend Afwijzend Studieadvies, oft wel stoppen met de opleiding waar je op dat moment mee bezig bent.

Vier studenten die in aanraking zijn geko-men met een BAS vertellen hun verhaal.

Tekst: Jolijn Muis

Frans Pol kreeg aan het eind van het vorige schooljaar een BAS. Deze was gebaseerd op Engelse toetsen die hij niet gehaald had en er theoretisch niet goed voor staan. En dit klopt, Frans had zijn Engelse toetsen niet gehaald en stond er theoretisch ook niet al te best voor. Maar dit kwam niet omdat hij geen inzet toonde of het studentenleven te leuk vond. Frans heeft dyslectie. Hier kwam hij achter toen hij zijn HBT Nederlands met heel veel bijles haalde, maar Engels, ondanks nog veel meer bijles, nog steeds niet. Zoveel taalach-terstand was vreemd, dus deed Frans een dyslectietest en bleek hij, naar eigen zeggen, “zo dyslectisch als een deur.” Maar hoe kan dit niet eerder naar buiten zijn gekomen? Voor Frans begon aan de opleiding Journalis-tistiek heeft hij eerst VMBO gedaan op niveau 2. Daarna besloot hij de MBO-opleiding tot cameraman te gaan volgen. Deze heeft hij af-gerond, zonder al te veel last te hebben van zijn, toen nog onbekende, dyslectie. “Omdat ik een doorzetter ben, is dyslexie op het MBO altijd ondergesneeuwd gebleven. Ik was wel slecht in Nederlands, maar ja, wat maakt dat voor het vak cameraman nou uit? En Engels, dat was alleen maar vakmatig wat woordjes leren. Dat stelde niet zoveel voor.” Frans begrijpt dat hij een BAS kreeg, maar is toch teleurgesteld dat de CHE zo weinig doet voor studenten met dyslectie. Er is een landelijk protocol voor hogescholen om studenten met dyslectie meer kansen te bieden en beter rekening met ze te houden, maar de CHE hanteert dit protocol niet. Op het MBO is dit anders. “Heb je daar dyslexie,

dan word je letterlijk in de watten gelegd en is er goede regelgeving over hoe je mensen met dyslexie tegemoet moet treden.” Volgens Frans mist de CHE hun gunfactor door de regels zo streng te hanteren. “Misschien had de examencommissie het mij het ergens wel gegund, maar konden ze het niet vanwege strenge regelgeving. Regels zijn goed, en je moet ook grenzen trekken om geen IN-Holland of Windesheim taferelen te krijgen. Maar doordat de regels steeds strenger wor-den valt de gunfactor weg.”

Frans was nog van plan om een verweer te schrijven naar de examencommissie, maar heeft dit uiteindelijk niet gedaan. “Om ethi-sche kwesties tegen regelgeving aan te gooien, is een onbegonnen zaak.” En al had hij gelijk gekregen, dan moest hij binnen tien weken de Engelse toetsen alsnog inhalen. Dat lukt hem niet zonder achterstand op te lopen. Dus na een paar goede gesprekken besloot Frans zijn BAS te accepteren.

“Met mij gaat het uiteindelijk wel goed ko-men. Naast mij studie had ik op hobbybasis ook al een eigen bedrijfj e, FP Video. En zoals mijn televisie docent nog zei: ‘Video maken is op je hart geschreven, zet door, ga er voor!’. De journalistiek zeg ik niet vaarwel, mogelijk ga ik ooit nog proberen om er alsnog via een omweg in te komen.”

Ook Guido Bayense eindige zijn opleiding Journalistiek met een BAS na twee jaar. Hij haalde zijn Propedeuse niet binnen twee jaar, maar miste 1,75 EC. De eerste 1,25 EC die hij miste kwam omdat hij 42 graden koorts had op de dag dat hij een presentatie moest geven. Guido bleef ziek thuis, met als resultaat een 1. Na veel mailtjes en aanschietingen van de

vakdocent kreeg hij uiteindelijk een vervan-gende opdracht.

Helaas kon ook deze opdracht niet uitgevoerd worden, want Guido werd voor de tweede keer dat jaar langdurig ziek. “Dokterson-derzoeken, ziekenhuisbezoeken, zware me-dicatie, niets hielp. Ik liep alleen wel stoned rond.” Twee maanden thuiszitten leek Guido niet zo’n fi jn vooruitzicht, dus besloot hij naar school te gaan. Achteraf geen slimme keuze, want doordat hij zijn hoofd liet zien op school had geen enkele docent het idee dat hij ziek was.En dat was niet alles. “Door de medicatie had ik totaal geen concentratie en had ik last van geheugenverlies. Lastig als je zo in een colle-ge zit. Maak je een aantekening, heb je twee woorden staan, en weet je niet meer wat je aan het opschrijven was. Net zoals dat je op het moment dat je de deur weer uitstapt je niet meer weet welk college je gevolgd hebt, of waar het over ging. Maar ik wilde op school zijn. Met mijn vrienden omgaan. Mensen zien in plaats van thuis zitten.” Toen de herkansing van de spellingstoets kwam, de andere 0,5 EC die Guido nog moest halen, haalde hij deze toets niet, ondanks goe-de resultaten voor andere taaltoetsen. “Die toets lag me gewoon niet.” Guido mailde de vakdocent of de vervangende opdracht voor de 1,25 EC nog gedaan kon worden, maar kreeg geen reactie. Wel kreeg hij vervangen-de opdrachten uit jaar 2, om de achterstand die hij daar had gekregen door zijn ziekte in te halen. Uiteindelijk werd Guido uitge-

nodigd voor de hoorzitting in augustus, maar kreeg hij toch te horen dat hij een BAS kreeg vanwege het feit dat hij zijn Propedeuse niet gehaald heeft binnen twee jaar.

Waarom er in zijn BAS niets vermeld staat over of er rekening is gehouden met zijn langdurige ziekte begrijpt Guido niet. Ook op vragen hierover kreeg hij geen ant-woord. Boos is hij niet op de CHE, maar hij vindt het jammer dat er zo onduidelijk wordt gecommuniceerd. “Laat weten wat voor afwegingen je maakt als commissie. Reageer op e-mails. Dat maakt mij boos.”

Loeki Kemmerling kreeg een BAS na haar eerste jaar op de opleiding Journalistiek. On-terecht, vindt ze, omdat de laatste toets die ze maakte die bepaalde of ze over zou gaan of niet geen goede toets was. Er stonden vijf vragen dubbel in. Loeki klopte aan bij de exa-mencommissie, maar kreeg geen antwoord. Omdat Loeki in Limburg woont kwam er nog een probleem bij, namelijk dat de scho-len daar een week eerder beginnen. Terwijl ze 29 augustus, tijdens de hoorzitting, pas zou horen of ze over was of niet, begon de school waar ze naar toe wilde als ze niet over was 27 augustus al. Loeki besloot zich maar gewoon in te schrijven bij de school in Limburg. Uit-eindelijk kreeg ze een BAS. Van de toets met de vijf dubbele vragen heeft ze nooit meer iets gehoord.

Page 8: Ad Rem  - editie 1, jaargang 18

Bibberende sjaars in de grote boze wereldZenuwachtig en bibberend staan ze daar. Onwennig op een rijtje terwijl ze zich afvragen of ze al deze mensen ooit leren kennen. Inmiddels weten ze dat het veel sneller gaat dan eerst gedacht. Nu zijn ze onderdeel ge-worden van de CHE. Voor de sjaars waren de introductiedagen de eerste kennismaking met school, studie en elkaar. Deze foto’s halen herinneringen op aan die eerste, spannende, leuke en vooral veel bewogen dagen.

PABO

Page 9: Ad Rem  - editie 1, jaargang 18

SocialeStudies

Journalistiek enCommunicatie

Verpleegkunde

Page 10: Ad Rem  - editie 1, jaargang 18

10 Student&zo. Ad Rem oktober 2012

Wie hoort bij welke kamer?De één wordt gillend gek in een kamer volgestapeld met pizzadozen en bierkratten. De ander zakt bijna in elkaar van ellende in een zakelijke en opgeruimde ruimte. Wat zegt iemands persoonlijkheid over de inrichting van hun kamer? Match de juiste personen bij de juiste kamer.

Rachel is een enorme chaoot en is altijd haar sleutels kwijt. Ze is een groot liefh ebber van frommeltjes, tutspulletjes en bloemetjes. De 18-jarige journalistiek studente houdt er niet van om op te ruimen, en heeft er ook geen moeite mee om in rommel te leven. Binnen de kortste keren liggen al haar kleren buiten haar kledingkast. Een grote voorwaarde is wel dat men-sen het gezellig moeten vinden in haar kamer en er ook graag komen. Onmisbaar voor haar kamer is haar bed en make-up-spullen. Haar droomhuis is een klein, lief huisje in Engeland met een mooi tuintje aan het water.

Hilleen(19) is communicatiestudent en omschrijft zich als een vrolijke meid met gevoel voor droge humor. Omdat haar leven vrij druk is, moet haar kamer vooral rust uitstralen. De zacht-roze en blauwe tinten in haar kamer zorgen ervoor dat ze zich thuis voelt. Ze brengt graag een bezoekje aan de Ikea, maar ook de kringloop slaat ze niet over. Haar ideale plek om te wonen is Zweden.Ze ziet zichzelf dan wonen in een groot, wit en roman-tisch landhuis met een grote veranda.

De 19-jarige Anne deinst niet terug voor een portie zelfspot en is creatief. Knutselen, dansen en muziek zijn dingen die ze naast haar studie SPH graag doet. Ze droomt van een okergeel huis in Brazilië, maar voor nu houdt ze het bij een kamertje in een studentenhuis. Daar doet ze haar best om harmonie te creëren in haar kamer, maar ook tussen mensen. “Dat hoort bij mijn karakter. Als er geen harmonie is ontstaat er irritatie.” Ze wil dat mensen zich thuis voelen en dat haar kamer warmte en balans uitstraalt. De meeste meubeltjes zijn vintage, omdat ze hergebruik belangrijk vindt.

Tim is tweedejaars student communicatie en 20 jaar. Hij is een idealist, lacht altijd en is een tikkeltje ijdel. Een spiegel in zijn kamer is dan ook onmisbaar voor hem. Zijn krappe kamer van tien vierkante meter moet rust uitstralen, omdat hij snel ge-stresst raakt van prikkels. “Ik krijg de neiging om slordig te zijn, maar ik moet het wel netjes houden voor de orde.” Hij is fan van zijn Ikea-bed en heeft foto’s aan de wand voor de goede herinneringen. Als hij rijk zou zijn kocht hij een groot, vrij-staand huis met een rieten dak en een vleugel naar een eigen bibliotheek voor zijn vriendin.

Tekst: Ruth van der Kolk Beeld: Anouk Kwant

Zomer is voor mij een gevalletje van bij gebrek aan beter. Ik kijk er altijd naar uit, maar geniet er zelden van. Komt denk ik omdat ik een typi-sche kaaskop ben. En dan ben je de lul. Je zit dan vast in een jaarlijks te-rugkerend zomerstramien, met alle schoonheidsfoutjes van het veelbe-lovende seizoen. Elke zomer transpi-reer ik een recreatieplas aan zweet bij elkaar, weigeren mijn melkfl esjes ook maar iets van een chocomel-kleurtje aan te nemen en word ik minstens één keer per zomer geconfronteerd met een glas lauw bier. Horror.

Maar dit jaar was het anders. Ik heb het patroon doorbroken. De manier om zoiets te doen is simpel: bekijk gewoon hoe Nederlanders met zomer omgaan. Die tip kreeg ik ooit eens van een buurman. Geweldige gozer, had zelf waarschijnlijk nooit last van lauw bier. Op een warme augustusavond herinnerde ik me zijn woorden. Ba-dend in zweet – hoe kan het ook an-ders – nam ik de proef op de som. Ik ging een rondje lopen door de wijk. Na die avond zouden er nog meerdere volgen, nam ik me voor. Ik kom open-lijk uit voor gepast leedvermaak.

In die ene avond heb ik heel veel Crocs bij elkaar geteld. Voor wie even vergeten was wat Crocs zijn: ondefi -nieerbare dingen voor aan je voeten. Men draagt deze hoogst waarschijn-lijk uit onwetendheid of om ander-mans ogen systematisch pijn te doen. Een combinatie van die twee kan ook. Dankzij Crocs vielen mijn hardnekki-ge melkfl esjes niet zo op. Vond ik zelf dan. Eenmaal verder lopend door de wijk werd de stemming alleen maar beter. Zomer is hét seizoen om te ontdekken hoe zorgwekkend de mu-zieksmaak van medemensen is. Aan de andere kant heb ik dan weer mijn anekdote voor op het schoolplein.

Wat dagen later op het strand merkte ik opnieuw op hoe geweldig zomer ei-genlijk is. Nederlanders graven er kui-len naar Duits voorbeeld. Gezinnen komen voorbij; heel veel vlees in heel weinig zwemkleding, geen gezinslid wordt gespaard. Als ik dat zie, volgen er altijd van die clichématige relative-ringmomentjes. Ik heb het goed. Ze-ker wanneer ik ontdek dat ik bier niet lauw laat worden. Ik heb een topzo-mer gehad, zonder er zelf iets voor te hoeven doen. De CHE wacht. Dank-julliewel, Nederlanders. Volgend jaar weer. Doe wat jullie altijd doen en mijn zomer is gered.

Bij gebrekaan beter

Jeroen SchalkSchrijfgraag, veelvraat, smulpaap, antiheld, shagroker, bokkenlul. Ik deponeer graag oneliners, hou niet van moraalridders. Whiskey zonder ijs.

Bij gebrekColumn

Page 11: Ad Rem  - editie 1, jaargang 18

Recensies 11oktober 2012 Ad Rem

Wie hoort bij welke kamer?

Beeld: Anouk KwantHet is inmiddels niet meer terecht om op Kutless alleen de sticker ‘rock’ te plakken. Doe er een plakkertje ‘pop’ en ‘worship’ bij en we zitten in de goede richting. Like it or not, maar met hun nieuwe plaat Believers lijken de oude rockers defi nitief van koers te zijn veranderd.

De eerste track is er eentje die op volume 100 het beste klinkt. Een perfecte opening dankzij de stevige gitaren en fl inke drumstoten. Je vliegt vervolgens door het al-bum heen en dat is in dit geval positief. Het luistert lek-ker weg doordat de nummers perfect achter elkaar zijn gezet. De stem van zanger Jon Micah Sumrall klinkt ook nog steeds even strak en sentimenteel als altijd.

Het genre pop krijgen ze voor de ‘say hey’s (hey hey hey!)’ en de sing-alongs op dit album. Dit geldt ook voor Identity. Ik voorzie dankzij het eenvoudig mee te zingen refrein een nieuwe hit voor kerkelijke jongeren-avonden. Bij het nummer Hero twijfel je even of je nog wel naar Kutless luistert, maar gelukkig weet je dat dat wel het geval is als I’m with you door je speakers knalt.

Tekstueel gezien eet Kutless van twee christenwalletjes: enerzijds zijn daar deheppie-de-peppie teksten als ‘this is love, it’s enough to cover us’ en anderzijds richt het zich op onze gebrokenheid met zinnen als ‘our hopeless state without Christ’ en ‘we can never give enough’.

Als je van gitaarsolo’s houdt zit je tijdens het nummer Need goed. Het nummer eindigt ook weer met net zoveel lawaai als we gewend waren van de jongens. Th is is love is er eentje die in je hoofd blijft zitten onderweg naar werk, school of wanneer je in de rij staat bij de kassa. Het kan ook bijna niet anders dan dat wanneer dit nummer live gespeeld wordt, de mensen massaal mee springen.

De afsluiter Carry me to the cross is een absolute ‘wor-shipper’. Deze maakt dat je of onmiddellijk op repeat drukt vanwege je opgekrikte worshipgehalte of dat je snel je cd’s afstruint op zoek naar stevige rock. Ik ben daarom ook bang dat er wat oude vertrouwde fans zijn die dit album niet per se in hun collectie hoeven. Daar tegenover staat dat ze een breder publiek bereiken in de christelijke muziekwereld die de mokkende rockers met gemak compenseert.

Prijs // 22,99

Believers // Kutless Reizen zonder John // Geert Mak Ted // Seth MacFarlane

Reizen zonder John is een mix van Amerikaanse ge-schiedenis, een beschouwing van het Beloofde Land anno nu en een reisverhaal van een jongensdroom die uitkomt. Het neemt je mee naar een Amerika van vervlogen tijden en doet op een treff ende ma-nier de verschillen tussen toen en nu uit de doeken.

Geert Mak maakt een reis door Amerika aan de hand van het boek Travels with Charley van John Steinbeck. Steinbeck is een bekende Amerikaanse auteur uit het midden van de vorige eeuw, die in 1960 een reis maakte door zijn vaderland om dit beter te leren kennen. Vijft ig jaar later herhaalt Mak deze reis en beschrijft de veranderingen die Ameri-ka in een halve eeuw heeft ondergaan. De schrijver start in Sag Harbor, New York en neemt je,dwars door het noorden van de Verenigde Staten,mee naar San Francisco en gaat vervolgens terug via Texas en New Orleans. Niet alleen beschrijft Mak zijn eigen reis en die van Steinbeck, maar onderweg laat hij je stilstaan bij belangrijke historische gebeurtenissen en vertelt daar uitvoerig over. Tussendoor praat hij met oude mannetjes in de plaatselijke Diner. Altijd gaat het over vroeger en nu, maar deze dialogen komen het realiteitsgehalte van het boek ten goede.

Steinbeck raff elt zijn reis op het laatst wat af en daardoor is zijn reis niet zo compleet als hij van te voren wenste. De kans om ook Alabama, Georiga en South Carolina te beschrijven laat Mak aan zijn neus voorbijgaan in een poging zijn reis zoveel mogelijk op die van Steinbeck te laten lijken. Het is jammer dat onderwerpen als de Burgeroorlog, slavernij en plantages daardoor nauwelijks aan bod komen.

Desondanks is Reizen zonder John een absolu-te aanrader als je van Geert Mak en uitgebreide geschiedenis houdt. Erger je je aan lange verhande-lingen over ogenschijnlijk kleine details en heb je bovendien een snerthekel aan Amerika, dan kun je dit boek beter laten liggen.

Prijs // 24,95

De kleine John Bennettheeft moeite met vriendjes maken, zo laat een verteller weten. Als hij van zijn ouders een teddybeer krijgt, is hij het gelukkigste ventje van de buurt. Hij vertelt de knuff el, die hij Ted noemt, alles en wenst dat de beer echt leefde.Die wens komt wonderbaarlijk genoeg uit en al snel wordt de beer een celebrity. Daar horen natuurlijk de nodige mediaoptredens bij. Maar de beer blijkt niet een eeuwige hype, want ook hij raakt, een drugsincident daargelaten, in de vergetelheid. “Net zoals FrankieMuniz en Justin Bieber”, laat de verteller ons weten. De toon is gezet.

Jaren later zijnzowel John Bennett (Mark Wahlberg) als desterk geanimeerde beer (de stem van regisseur Seth MacFarlane) opgegroeid. Ze brengen hun dagen het liefst door met feesten, het roken van wiet en televisiekijken. Tot grote ergernis van John’s vriendin Lori (Mila Kunis).

Wie bekend is met de televisieseries van debuterend regisseur MacFarlane, zoals Family Guy en American Dad, weet wat hem te wachten staat. In de zeer grove grappen worden vooral Amerikaanse bekendheden verbaal afgemaakt. Voor de liefh ebber zijn er een aantal geestige cameo’s. Er wordt ook gelachen om onconventi-onelere onderwerpen als homo’s, ziektes, religie en zelfs 9/11, doorgaans dingen waar veel fi lmmakers hun vingers niet aan willen branden. In ‘Ted’ is die grens echter ver te zoeken.

Uiteindelijk komt de fi lm bij een onvermijdelijke pro-bleem. Wil John Bennett nu volwassen worden en verder gaan met Lori? Of blijft hij liever puberaal ouwehoeren met Ted? Dat stelt hem voor een keuze waar veel jongvol-wassenen mee worstelen: wil ik volwassen worden of voor eeuwig kinds blijven?

De personages van Kunis en Wahlberg blijven knap ge-loofwaardig tussen al dit verbale geweld en de fi lm lijkt op het eind zelfs een beetje sentimenteel te worden. Gelukkig weet MacFarlane de kijker met zijn eigenzinnige humor te verassen, waardoor zijn fi lm niet in het Hollywood-senti-ment valt die hij zelf zo graag op de hak neemt.

Liefh ebbers van dit type humor komen ruim aan hun trekken. Gevoeligere kijkers zullen het niet altijd waar-deren, maar het feit dat de meeste opmerkingen van een aandoenlijke teddybeer komen doet zelf de zuurste moraalridder af en toe nog glimlachen.

Nu in de Cinemec // 8,25

Martine ten Klooster Jacqueline Mulckhuijse Robin Hazeleger

Page 12: Ad Rem  - editie 1, jaargang 18

12 Lifestyle Ad Rem oktober 2012

Tekst: Klarinda de RijkeBeeld: Anouk kwant

“Ik was nieuwsgierig naar de Amerikaanse kampen zoals je ze in een fi lm ziet. Ik wilde niet met een werkvakantie mee, omdat je daar veel geld voor moet betalen. Bij dit kamp sta je quitte. Ik verdien een beetje geld en ik moet een beetje betalen,” vertelt Gerlinda.

Je kunt haar wel een bezige bij noemen. Voordat ze met de PABO begon, deed ze het EH basisjaar. Inmiddels is ze zevendejaars aan de CHE, ba-sisschooljuf en bezig met de af-ronding van de studie tot docent

godsdienst. In de zomer van 2008 ging ze als uitwisselingsstu-dent met de Edukans Onderwijs Expeditie mee naar India, twee jaar later naar Malawi en deze zomer was ze te vinden op een Robin Hood Camp in Amerika.

Robin HoodDe kinderen die naar zo’n Robin Hood Camp gaan, komen in een internationaal gezelschap terecht.Hun ouders hebben een dikke portemonnee. Ook zien ze er hetzelfde uit: iedereen draagt een Robin Hood kostuum, inclusief de staf.’s Ochtends doen de kinderen een week lang dezelfde activiteit die ze zelf kiezen en ’s mid-dags mogen ze elke keer een andere activiteit doen. Er zijn zo’n dertig opties, waaronder tennis, surfen, golfen, muziek spelen en zeilen. Gerlinda doet op het kamp van alles. Ze is zeiljuf, eerste schippersmaat bij een oceaancruise, assistent bij wateractiviteiten en lid van de reddingsbrigade.Was ze niet op het water te vin-den, dan was ze wel in de cabins,

waar ze een aantal kinderen onder haar hoede had.

Dansende heupenGelukkig was er ook af en toe tijd om iets anders te doen. Bijvoorbeeld salsa dansen met de Colombianen van het kamp. Gerlinda: “Elke woensdag en zaterdag had ik van twaalf uur ’s middags tot twaalf uur ’s avonds vrij. Na de ochtendactiviteit kon ik doen wat ik wilde. Zo ben ik ook met de staf naar ‘the beach’ geweest. We bouwden daar een groot feest en we draaiden daar muziek van over de hele wereld. Ook Colombiaanse salsa mu-ziek. Ik had al eerder in Utrecht een cursus salsa dansen gedaan,

maar zo bewegen als de Colom-bianen lukte me niet.” Zodra het twaalf uur was, trok Gerlinda haar Robin Hood pakje weer aan en was ze er weer voor hon-derd procent voor de kinderen. “De kinderen komen dan wel van over de hele wereld, maar ze hebben allemaal dezelfde problemen. Ook het zoontje van de directeur van Coca Cola heeft heimwee.”

Zware interesse in de wereldGerlinda ging niet zonder reden mee met dit kamp. Ze heeft naar eigen zeggen ‘een zware interesse in de wereld’: “Ik vind culturen heel interessant. Dit kamp was internationaal maar ook heel Westers. Vanuit de tijd dat ik in India en Malawi was, heb ik leren kijken naar mijn eigen cultuur. Je stelt dan automatisch de vraag ‘maar hoe zit het dan bij ons?’ In Malawi waren de mensen heel dankbaar. Ze dank-ten God dat wij er waren, dat ze vrienden hadden en eigenlijk voor alles. Als ik dat hoor, werkt dat heel erg relativerend kijken naar onze cultuur.”

OntdekkingsreisDe kinderen konden naast de normale kampactiviteiten ook andere excursiesbuiten het kamp kiezen. Een oceaancruise bij-voorbeeld. De ouders betaalden grof geld bij en er konden dan zes kinderen mee de oceaan op. “Op dat grote zeilschip was ik ‘fi rst mate’. Soms stuurde ik het schip als de kapitein aan het ko-ken was. De kinderen speelden, relaxten en aten snoep. Als we langs een eiland kwamen, dan konden ze er enorme ontdek-kingstochten doen. Ik ben vier keer mee geweest en alle keren kon ik weer enorm genieten van het water.”“Weet je,” gaat ze verder, “som-mige mensen zijn bergmensen en anderen zijn watermensen. Ik ben een watermens. Al sinds

ik nul ben ga ik elk jaar in mei met mijn familie in Friesland zeilen. En sinds mijn 4e zit ik op zwemles, inmiddels heb ik zo’n dertien diploma’s. Ik was toen een actieve zwemmer, nu is dat minder. Behalve afgelopen zomer. Het water is zo mooi, het geeft rust, maar tegelijkertijd heerst er ook spanning. Een heerlijke combinatie.”

Zou ze daar al die energie vandaan halen? “Nou, ik vind het superleuk om met kinderen te werken. Met de zeillessen heb-ben kinderen in het begin geen fl auw benul van wat ze moeten doen. Maar na een week zie ik dat ze iets zelf kunnen. Dat geeft mij zoveel voldoening; dat ik ze iets kan leren geeft mij heel veel energie en plezier.

Zon, zee en zeilen in AmerikaGerlinda de watermens spreekt...

Gerlinda den OtterPABO en Godsdienstleraar

Het is donderdag 23 augustus, ongeveer half acht in de morgen. Gerlinda den Otter (25) komt thuis, kruipt in bed en slaapt de hele dag. Het gebrek aan fut die dag, staat bijna haaks tegenover de overtollige energie die ze dagelijks uit-straalt. Maar ze heeft er zoveel van ver-bruikt op haar vakantie, dat ze wel móet bijslapen. Gerlinda is met een Robin Hood Camp mee geweest.

‘Iedereen draagt een Robin Hood kostuum, ook de staf ’

Gaat het nu ook krie-belen bij jou en wil je ook een Robin Hood Camp of ander Ameri-kaans kamp leiden?Je kunt je inschrijven bij Travel Active. (www.travelactive.nl)

Page 13: Ad Rem  - editie 1, jaargang 18

Tafel van levensbeschouwelijke vragen 13oktober 2012 Ad Rem

Zon, zee en zeilen in Amerika Femmeke over

Hebben christenen het monopolie op de waarheid?

Mijn huisgenootje is deze zomer van school gewisseld omdat ze op de CHE het gevoel kreeg dat haar klasgenootjes haar wilden bekeren. Ze accepteerden haar levensstijl niet. In onderzoekjes van AdRem geven niet christelijke studenten aan dat de bekeerdrang van sommige medestudenten irritant hoog kan zijn. Hebben christenen het monopolie op de waarheid, en zo ja, moet je anderen daar ook mee vermoeien? Anders gevraagd, hoe werkt evangeliseren in een tijd waarin het belangrijk gevonden wordt ruimdenkend te zijn?

Tegenwoordig is het hip om te spreken in termen van “jouw waarheid” en “mijn waarheid”. Alsof er van de waarheid oneindig veel versies zijn waar je er zomaar eentje uit kunt zoeken die je leuk vindt om te hebben. Ik weet niet wie het be-dacht heeft , maar ik vind het erg grappig. Het lijkt me bijvoorbeeld leuk om toe te passen op de wiskunde. “Nee, mijn waarheid is dat 2 x 0.85 = 1.20.” Handig als je ham-kaascroissantjes wilt kopen bij AH. Of een toepassing op de wet: “Politieagent, mijn waarheid is dat voetgangers zelf mogen weten of ze wachten bij rood licht.” Inherent aan het begrip waarheid is dat er maar één van is. Zodra er meerdere zijn bestaat ‘waarheid’ niet meer. Nu kun je natuurlijk wel gaan fi losoferen over of je kunt weten wat die waarheid is, maar dat gaan we niet doen. Niet nu. Als je iets gelooft heb je namelijk per defi nitie het idee dat het waar is. En iets anders dus niet, want dan zou je dat wel geloven. Volgens zichzelf heeft een christen het monopolie op de waarheid.

Er is dus één waarheid. En jij bent ervan overtuigd dat jouw visie daarop de goede is. Moet je dat dan voor jezelf houden of juist aan anderen vertellen?

Laatst hoorde ik van een organisatie die onderzoek deed naar waarom mensen zich op latere leeft ijd bekeerden tot het christendom. Zij wilden de onderzoeks-resultaten gebruiken om een missionair model te ontwerpen waar kerken mee konden gaan werken. Wie dacht dat marketingstrategieën het domein waren van het bedrijfsleven komt bedrogen uit, de kerk is minstens zo praktisch ingesteld. Mensen worden een doelgroep, God het product en christenen de verkopers. Op deze manier omgaan met het in contact brengen van schepsel met schepper vind ik beledigend voor beide partijen en getuigen van een fl ink staaltje grootheidswaan.

Hoe moet het dan wel? In deze postmoderne cultuur mag je je niet met anderen bemoeien. Zolang je anderen geen schade toe brengt mag je alles doen wat je maar wilt. Als iemand zijn hele leven voor de tv wil zitten met fastfood en een paar jointjes is dat zijn zaak. Hij zou depressief kunnen raken of obesitas kunnen krijgen, maar dat is zijn eigen keuze. In de christelijke traditie zit dat anders. Het verhaal is ontstaan in een collectivistische samenleving. Om die reden is de waarde om verantwoordelijkheid te nemen voor anderen in de bijbel erg belangrijk. Liefde uit zich in lichte bemoeienis terwijl tolerantie vaak het gevolg is van onverschilligheid. Blijft staan dat men er niet op zit te wachten van jou te horen wat jij denkt dat zij in hun leven missen.

Het grappige is dat je dat in eerste instantie ook helemaal niet hoeft te vertel-len. Als zij iets missen wat jij wel hebt, dan zullen ze dat snel genoeg aan je merken. Ik heb het over het algemeen wel door wanneer iemand bijvoorbeeld gedrevener is dan ik, of zo’n ontzettend toff e relatie heeft met zijn moeder. Jezus was best wel een preker. En zo waren wel meer geloofshelden. Maar het grootste ding wat Jezus deed was doodgaan aan een kruis. Moeder Th eresa verzorgde zieken en Corrie ten Boom zat in een concentratiekamp. Als iets het verhaal van Jezus duidelijk uitlegt is het “dienen”. Je hoeft niet op bezoek te gaan bij je buurvrouw om haar over Jezus te vertellen. Je kunt op bezoek gaan bij je buurvrouw om haar wat gezelligheid te geven. Je wordt geen vrienden met je collega’s om ze het evangelie makkelijker in te kunnen gieten. Je wordt vrienden omdat je om ze geeft . Natuurlijk kun je er best bewust voor kiezen om nu eens op een niet-christelijke voetbalvereniging te gaan. Maar ook daar is je eerste vraag:”wat kan ik voor deze jongens betekenen?”, en niet:”hoe krijg ik zo snel mogelijk een gesprek over God?”. De stad gaat niet meer van Jezus zien als mensen een opwekkingsliedje horen in het winkelcentrum, maar wel als ze merken dat er iemand naar hen omkijkt. Het concept “iemand anders hoger achten dan jezelf ” is buitenaards, in geen enkele andere levensbeschou-wing komt dit op deze manier naar voren. Wanneer iemand ziet dat jij vrij bent om te dienen valt dat dus heus wel op. Als jouw leven echt meer waarde heeft gekregen doordat je christen bent, dan zullen mensen dat zien. En als dat niet zo is, why bother them?

“Allen die het geloof hadden aanvaard, verkochten al hun bezittingen en verdeelden de opbrengst onder degenen die iets nodig hadden. Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun

maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde. Ze loofden God en stonden in de gunst bij het hele volk. De Heer breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered wilden worden.”

- Handelingen 2

Femmeke RiezeboschVijfdejaars godsdienstleraarstudente, confronteert ons op deze pagina met de hoofdpijnvragen uit het leven. Vaak aan de hand van de Bijbel en ande-re interessant bronnen.

Page 14: Ad Rem  - editie 1, jaargang 18

14 Lifestyle Ad Rem oktober 2012

Met deze trends word je doodgegooid deze winter

‘Schilderen geeft grip op het leven’ Kunstenaar Evert Meilink exposeert op CHE

Je hebt ze misschien al zien hangen. De schilderijen aan de muren rond lokaal 1.009. Grove verfstreken, los opgezet op het doek, verbeelden de natuur op eigenzinnige manier. Evert Meilink is de maker van deze werken en vertelt over zijn kunstenaarsbestaan.

Tekst: Carina den OtterBeeld: Eigen foto

“Ik ben altijd bezig met schilderen. Ik kijk naar de wereld om me heen met de ogen van een schilder.” Vertelt de geboren Overijsselaar die nu in Friesland woont. “Wanneer ik een wandeling maak, vertaal ik de kleuren die ik zie meteen in verf. Zo kan ik bij het zien van boombladeren denken: ‘dat is okergeel met groen’, of bij een boomstam: ‘die heeft de kleur van gebrande omber’.”

“Schilderen geeft mij een gevoel van grip op de werkelijkheid. Grip op het leven. Alle mooie dingen die ik zie kan ik daardoor vasthouden. De taak van een kunstenaar is om iets toe te voegen aan wat je al weet, aan het bestaande.”

Eindeloze inspiratieDe natuur is zijn belangrijkste inspira-tiebron. “Kijk naar de wolken. Het is on-voorstelbaar wat een kleuren die hebben. De natuur is eindeloos gevarieerd. Daar raak je nooit op uitgekeken en nooit op uitgeschilderd.”

Meilink wil in zijn schilderijen dan ook iets laten zien van de schoonheid van de natuur. Dat wil niet zeggen dat zijn schil-derijen perfecte en exacte weergaven zijn van de werkelijkheid. Integendeel. “Als

een schilderij alles laat zien, vind ik het niet interessant. Het moet langzaam een luikje open doen, zich langzaam openba-ren. Als je naar een schilderij kijkt moet je iets kunnen ontdekken.”

Spannend“Ik heb vroeger weleens buiten geschil-derd, maar dat vind ik niks. In de natuur is een tafereel vaak op het eerste gezicht mooi, maar toch niet spannend genoeg om het op doek te brengen. Bovendien wordt je snel afgeleid door de dingen om je heen. Ik houd van een goede composi-tie. De perfecte verhouding zie je meestal niet in de echte natuur.”

“Ik heb in het verleden wel foto’s ge-maakt. Maar die gebruik ik alleen om indrukken vast te leggen. Daarmee ga ik dan aan de slag. Buiten doe ik inspira-tie op. In mijn atelier kan ik dat laten bezinken, even tot mezelf komen en me concentreren op het verven. Er vindt een voortdurende wisselwerking plaats tussen mijn atelier en buiten.”

ChristenMeilink is christen. Dit heeft geen directe invloed op zijn werken. “Ik vind dat je God moet eren in alles wat je doet, door te doen waar je goed in bent. Ik doe dat door te schilderen. Maar ik ga geen onderwerp uit de bijbel schilderen. Die schilderijen waar de Bijbelse boodschap er duimendik bovenop ligt, zijn vaak afschuwelijk. Ze lopen op een drama uit.”

“Wel ben ik erg betrokken op de Schep-per. Ik kijk het werk af van de Grote Meester. Ik zie Hem in alles bezig. God is de beste kunstenaar. Ik besef dat ik

een pietepeuterig klein knechtje ben, die maar een glimp kan laten zien van Zijn grootheid.”

Tachtigjarige oorlogMeilink tekent al van kinds af aan. Veelal verhalen uit de geschiedenis, zoals het Beleg van Leiden in de tachtigjarige oorlog. “Ik zocht informatie over hoe

de muren, poorten en uniformen eruit zagen, en tekende dat dan.”

In zijn jonge jaren werkte hij als hand-schilder bij de Delft se aardewerkfabriek Porceleyne Fles. Ook de oude grote mees-ters werden in die fabriek nageschilderd op borden. Dat mocht alleen als je de kunstacademie had gedaan. Dus ging Meilink daar naartoe.

“Daar leer je het pas echt”, vertelt hij. “Op de kunstacademie kom je erachter dat je helemaal niet kunt tekenen. Een eigen stijl heb je dan nog niet. Je leert goed kijken om je heen, en je leert technieken, zoals het werken met licht en schaduw.”

Plat en leegDat laatste is nog altijd een belangrijk onderdeel in de werken van Meilink. “Zonder licht en schaduw heb je geen houvast. Alles om ons heen bestaat uit die twee componenten. De zijkant van een boom heeft een lichte kant en een

schaduwkant. Het is mooi dat je die met twee verfstreken als toetsen tegen elkaar kunt zetten. Schilde-rijen zonder licht en schaduw vind ik niet interessant. Ze zijn plat en leeg. Ik ben er snel op uitgekeken.”

“Het is belangrijk jouw manier van kijken te laten zien in een schilde-rij. Het werk is pas goed, als je erin krijgt wat je wilt zeggen.” Dat gaat niet zomaar. Meilink maakt eerst een voorstudie met houtskool, ver-volgens met olieverf op papier. Pas dan komt het doek erbij kijken. En nog gaat het defi nitieve schilderij lang niet altijd goed. “Je denkt in een bepaalde richting, maar hoe het uiteindelijke schilderij ontstaat gaat buiten jezelf om. De werking van de verf, het mengen van de kleuren, kun je nooit precies plan-nen. Dat is juist ook het uitdagen-de.”

StudentenMeilink is geen fulltime kunste-naar. Hij werkt ook, ongeveer de helft van de week, via het uit-zendbureau. Maar hij probeert er wel zijn geld mee te verdienen. “Ik hoop dan ook dat de mensen op de CHE het mooi vinden en er iemand is die iets wil kopen.” Realistisch is hij ook: “Ik denk dat vooral de docenten even zullen kijken. Studenten minder.”

‘De werking van de verf gaat buiten

jezelf om’

Met het najaar in aantocht is het tijd om je toch al lege rekening nog meer te plunderen en wat nieu-we items met open armen te verwelkomen in je garderobe. Overweldigd door het enorme aanbod en geen idee waarin je je lichaam moet hullen tij-dens de koude dagen? Ik ben in dit stukje tekst zo lief om mijn favoriete wintertrends op te sommen. Doe ermee wat je wilt.

Beter goed gejat...Wie een kijkje in mijn kledingkast neemt, moet haast denken dat ik het gevaarte deel met een man of er zelf een ben. Ik zal er geen doekjes om win-den; ik ben dol op mannenkleding. Mijn favoriete jas was ooit eigendom van een oud opaatje die het afdankte aan de kringloop. Mijn lievelingsblouse? Een prachtig wit exemplaar waarin mijn vader ooit het ja-woord gaf aan mijn moeder. Een duikje in de kledingkast van je vriendje, broer of opa kan ik dan ook warm aanbevelen. Jassen, schoenen, truien, overhemden, gris uit die kast en trek aan. Wie bang is om in manwijf te transformeren, doet er goed aan om het boyfriend material met iets vrouwelijks te combineren. Een oversized mannenjas staat al een stuk chiquer met een tailleriempje en niemand ziet je voor een kerel aan als je brogues (nette veterschoen-tjes) onder een lief rokje draagt.

LeergierigSommigen vinden het gewaagd (of noemen het iets minder genuanceerd hoerig), anderen zijn er weg van. Zelf hoor ik tot deze laatste categorie en vind ik leer – mits goed gecombineerd – één van de mooiste materialen. Toegegeven, een leren rokje en een laag uitgesneden top kan er nog wel eens voor zorgen dat je bepaalde scheldwoorden of ongewenste seksuele voorstellen naar je hoofd geslingerd krijgt. Zorg er dus voor dat je een leren broek met bijvoorbeeld een nette blazer combineert, als je tenminste niet van brave Biblebeltstudent naar Shaniqua uit de Bijlmer wil degraderen. Helaas moet je voor een echt lederen kledingstuk al gauw het grootste gedeelte van je stufi neerleggen. Gelukkig doet leer elke winter weer zijn intrede. Je kunt het gigantische bedrag dat je over de balk smeet voor een leren jas dus in een paar tellen rechtvaardigen door te beweren dat het niet om een aankoop, maar een investering gaat.

In de kraag gevatJe zag ze afgelopen zomer al vastgenaaid aan schatti-ge zomerjurkjes of chique blousen, maar ook tijdens koudere dagen mogen kraagjes gezien worden.Doemen er bij het lezen van dit stukje tekst meteen beelden van hockeymeisjes, je oma of kostscholen op? Nergens voor nodig. Met wat studs is zo’n kraag-je verre van truttig.

Ready, studdy, goNu we het toch over studs hebben…, ook daar ga je komende winter hoogstwaarschijnlijk mee dood-gegooid worden. Misschien niet voor iedereen een even prettig vooruitzicht, maar ik verklaar mijzelf alvast fan van de kleine stukjes metaal. Geen zin om anderhalve week avondeten uit te geven aan een simpel kledingstuk dat toevallig voorzien is van de glimmende versiersels? Koop dan voor een paar euro zelf een handjevol studs en ga los op je broe-ken, schoenen, t-shirts, jurkjes, sokken of je wat mij betreft je ondergoed. Het fi jne aan studs is dat ze je outfi t net een stoerder tintje geven. En een beetje extra streetcred is natuurlijk nooit weg.

Janine Guijt

Is een 20-jarige ‘socially aw-kward’ journalistiekstudent die geboren werd met een Vogue in haar hand

‘Schilderen geeft grip op het leven’ Mode

Page 15: Ad Rem  - editie 1, jaargang 18

Advertenties 15oktober 2012 Ad Rem

‘Schilderen geeft grip op het leven’

Page 16: Ad Rem  - editie 1, jaargang 18

Hillsong Conferentie3 - 5 oktober, Uithof DenHaag€107 (voor Diehard fans dus)www.hillsongconference.eu

Singer-songwritercaféEde culturaGratiswww.cultura-ede.nl

Rommelmarkt voor MoldaviëSDOK, Verlengde Blokkenweg 149:30-12:30 uurwww.vvvede.nl

Ede SmakelijkEde centrum2:00-16:00 uurwww.vvv.ede.nl

Hoge Veluweloop (6 & 7 okt)Nationaal Park de Hoge Veluwe, Hoenderloo, 08.00 – 17.00 uur€11.00-€14,00

Sons of KorahDe Schuilplaats, Otterloseweg 18a12 oktober, 20:00 uur€15,00 + €2,00 reserveringskostenwww.sonsofkorah.nl

Cultureel café DanteCultura Gratiswww.ccdante.nl

Gelderse museumdagOveral in GelderlandGratiswww.gratismuseumdag.nl

Running Into Love Tour Kees Kraayenoord & Brian DoerksenVeenslag 70, Veenendaal20:00 uur, €12,50www.truetickets.nl

Rogier PelgrimCulturawww.rogierpelgrim.nl

Rommelmarkt voor MoldaviëSDOK, Verlengde Blokkenweg 149:30-12:30 uurwww.vvvede.nl Open podium

CulturaGratiswww.cultura-ede.nl

The AftersDe Melkweg, Amsterdam20.00-22.30 uur, €12,50 www.xnoizz.nl

JamsessieCafé Substitute20.30 uur, Gratishttp://www.popschoolede.nl/

Intocht SinterklaasEde-Zuid, Gratishttp://www.irene.nl/sinterklaas-bureau/

HoofdredacteurJacqueline Mulckhuijse

Eindredactie Arjanne AlemanMartine ten Klooster

RedactieArjanne AlemanRebecca EuwijkAriene de GrootJanine GuijtRobin HazelegerMartine ten KloosterRuth van der Kolk

Vincent LengkeekJolijn MuisHanneke van OlstCarina den OtterKlarinda de Rijke

Fotografi eDave de HaanSuzanne van der Knij� Anouk Kwant

OpmaakredactieSanna de BoerDebora Post

AcquisitieRianne den Hartog

Colofon