vakverdiepinggeschiedenis.weebly.com · Web viewDocumentanalyse 3: ziek zijn.Bron:...

6
Documentanalyse 3: ziek zijn. Bron: file:///C:/Users/Simon/Downloads/The_20storyline_20approach__web_20v ersie.pdf Dit thema gaat over ziek zijn en beter worden. Het begint bij de bij kinderen bekende ziektes en pijntjes. De bij kinderen aanwezige kennis over ziek zijn, dokters en ziekenhuizen wordt benut en uitgebreid met nieuwe informatie. Het thema is zowel met jonge kinderen uit te voeren als met oudere leerlingen. Het thema kan kortlopend zijn (een dagdeel), met gebruikmaking van een beperkt aantal episoden. Het thema kan echter ook uitgebreid worden, door het benutten van alle mogelijkheden die zich voordoen in de verhaallijn. Het thema kan vijf tot tien dagdelen vergen. Overigens hoeven die dagdelen niet aansluitend te zijn, maar kunnen ze worden verkaveld over een week of drie. Te lange periodes tussen dagdelen waarin niet aan het thema wordt gewerkt raden we af. De natuurlijke spanningsboog van het verhaal wordt er door verstoord. De plot is heel eenvoudig. Een kind wordt ziek. De ouders herkennen ziekte-symptomen. Ze halen de dokter erbij. De dokter komt en oordeelt dat het beter is dat er in het ziekenhuis een onderzoekje plaats vindt. Van dit simpele gegeven is een boeiend onderwijsverhaal te componeren. Introductie De leerkracht start het thema door op het bord de vorm van een ei te tekenen. ‘Dit is een gezicht, wat moet er nog meer bij?’ De kinderen vinden dit wel een erg eenvoudige vraag. ‘Ogen, oren, mond, en de rest natuurlijk’. De leerkracht tekent de genoemde onderdelen in en aan het gezicht. ‘Goed,’ zegt de leerkracht, ‘dat is niet zo moeilijk, maar hoe teken je nu het gezicht van iemand die ziek is?’ Na een paar antwoorden gaan de kinderen in tweetallen aan de slag. Ze vertellen elkaar welke kenmerken ze willen toevoegen en overleggen hoe dat in beeld te brengen is. Alle gezichten worden door de leerkracht op een prikwand achter in de klas gehangen. De kinderen geven een korte toelichting. Het wordt

Transcript of vakverdiepinggeschiedenis.weebly.com · Web viewDocumentanalyse 3: ziek zijn.Bron:...

Documentanalyse 3: ziek zijn.Bron: file:///C:/Users/Simon/Downloads/The_20storyline_20approach__web_20versie.pdf

Dit thema gaat over ziek zijn en beter worden.Het begint bij de bij kinderen bekende ziektesen pijntjes. De bij kinderen aanwezige kennisover ziek zijn, dokters en ziekenhuizen wordtbenut en uitgebreid met nieuwe informatie.Het thema is zowel met jonge kinderen uit tevoeren als met oudere leerlingen.Het thema kan kortlopend zijn (een dagdeel),met gebruikmaking van een beperkt aantalepisoden. Het thema kan echter ook uitgebreidworden, door het benutten van alle mogelijkhedendie zich voordoen in de verhaallijn.Het thema kan vijf tot tien dagdelen vergen.Overigens hoeven die dagdelen niet aansluitendte zijn, maar kunnen ze worden verkaveldover een week of drie. Te lange periodestussen dagdelen waarin niet aan het themawordt gewerkt raden we af. De natuurlijkespanningsboog van het verhaal wordt er doorverstoord.De plot is heel eenvoudig. Een kind wordtziek. De ouders herkennen ziekte-symptomen.Ze halen de dokter erbij. De dokter komten oordeelt dat het beter is dat er in hetziekenhuis een onderzoekje plaats vindt.Van dit simpele gegeven is een boeiendonderwijsverhaal te componeren.IntroductieDe leerkracht start het thema door op hetbord de vorm van een ei te tekenen. ‘Dit is eengezicht, wat moet er nog meer bij?’De kinderen vinden dit wel een erg eenvoudigevraag. ‘Ogen, oren, mond, en de rest natuurlijk’.De leerkracht tekent de genoemde onderdelenin en aan het gezicht.‘Goed,’ zegt de leerkracht, ‘dat is niet zomoeilijk, maar hoe teken je nu het gezicht vaniemand die ziek is?’ Na een paar antwoordengaan de kinderen in tweetallen aan de slag.Ze vertellen elkaar welke kenmerken ze willentoevoegen en overleggen hoe dat in beeld tebrengen is.Alle gezichten worden door de leerkracht opeen prikwand achter in de klas gehangen. Dekinderen geven een korte toelichting. Het wordtongetwijfeld een prachtige verzameling ellende.De leerkracht verzamelt op losse kaartjesde uitspraken van de leerlingen bij debeschrijvingen die ze geven. Er ontstaat zo eenwaslijst met woorden over ziek zijn en je ziekvoelen. De kaarten worden ook opgeprikt.Uiterlijke kenmerken zijn eenvoudiger teverbeelden dan gevoelens. Vaak hangtstemming en uitdrukking wel samen.De kinderen worden met de introductiegestimuleerd een stap verder te gaan dan het

tekenen van gezichten, zoals ze dat in de regeldoen. Ze worden uitgedaagd na te denkenover hoe je iets mysterieus als ziek zijn kuntuitbeelden.Sommige kinderen zoeken het in heel duidelijkeuiterlijke kenmerken. Andere leerlingen probereneen soort stemmingsbeeld op te roepen,een neerslachtige blik, omlaaghangende mondhoeken.Ziek zijn herken je niet altijd aan uiterlijkekenmerken. Wellicht is er een mogelijkheid omop basis van antwoorden tot een rubriceringvan ziektes te komen.Door in tweetallen aan één gezicht te werkendaagt de leerkracht de kinderen uit een relatiete leggen tussen een verbaal gegeven en devisuele verbeelding ervan.De verbale uitdrukkingen worden verzameld enbewaard op kaartjes. Bij latere activiteiten inhet thema, die enige teksten veronderstellenkan een dergelijke ‘woordbank’ nog nuttigediensten bewijzen. In elk geval dragen ze bij totde woordenschatuitbreiding van kinderen.Dan vertelt de leerkracht over een ziek kind.‘Ruben is vandaag niet naar school gegaan.‘s Morgens voelde hij zich niet echt lekker toenhij wakker werd. Zijn moeder had hem al tweekeer geroepen. Toenhij niet naar benedenkwam, ging ze bij hemkijken wat er aan dehand was.’‘Hoe kan je vader of jemoeder er achter komendat je ziek bent?’ is devraag aan de kinderen.Een mooie vraag. In groepjes wordt er overnagedacht. Elk groepje schrijft een verslag metmogelijkheden.Dan wordt de dokter er bijgehaald.De dokter doet in feite hetzelfde als de ouders.Welke professionele mogelijkheden heeft dedokter echter ter beschikking die de ouders niethebben?De leerkracht deelt lege ‘dokterstassen’ uit.Dat zijn dubbelgevouwen vellen zwart papierwaaraan een handvat is geknipt. Je kunt de tasopen en dicht vouwen. Er zit nog niets in. Deleerlingen worden gevraagd om in groepjes eeninhoud te bedenken voor de tas. De verzamelingkan bont worden, van stethoscopen totthermometers, van klophamertjes tot spatels.Mogelijk bedenkt een slimmerd wel een pakjeboterhammen. En wat te zeggen van een pakjeshag?De inhouden worden op papier getekend en inde tas geplakt.

De leerkracht schrijft de namen van hetinstrumentarium weer op kaartjes. Dewoordbank groeit.

Natuurlijk kunnen de kinderen zelf ookkaartjes maken. Wel letten op de correctespelling, anders is het effect van de woordbanktegendraads.Een volgende stap is het bedenken van demogelijkheden van een ouder om er achterte komen dat een kind wat mankeert. Hier issprake van rolwisseling. De leerkracht vraagtde leerlingen zich te verplaatsen in de ouderen vanuit dat perspectief te zoeken naar dekenmerken van het ziektebeeld.De arts die erbij gehaald wordt heeft eenaantal professionele hulpmiddelen om eendiagnose te stellen. De leerkracht nodigt dekinderen uit om te verkennen welke dat zijn.Doordat iedere groep wat aandraagt ontstaater een gevarieerd beeld. De basiskennis van deafzonderlijke kinderen wordt danig uitgebreid.Het verhaal gaat verder. De dokter acht hetraadzaam dat Ruben naar het ziekenhuis wordtgebracht voor nader onderzoek. De situatieis blijkbaar dermate ernstig dat hij zelfs eenambulance laat komen voor het vervoer. ‘Hoeziet een ambulance eruit?’ is de volgendesleutelvraag. ‘Wat zit er allemaal in zo’nziekenauto?’De kinderen maken per groep modellenvan ziekenwagens met behulp van legeschoenendozen. De meeste kinderen hebbenwel een notie van ziekenauto’s. Ze hebbener wel eens een gezien, meestal op afstand.Misschien is er wel iemand die er eens ingelegen heeft.Leidende vraag bij het uitwerken van deopdracht is: ‘Wat is echt onmisbaar en wat zoureuze handig zijn in zo’n auto?’De leerlingen worden uitgedaagd eenfunctioneel eisenpakket te maken.Na het bouwen laat elke groep de auto zienen vertelt over de gemaakte keuzen. De anderegroepen mogen er op reageren en vragenstellen.

De ziekenauto kan het beste als ruimtelijkmodel worden gemaakt. Ergonomische aspectenkunnen zo het beste ontdekt worden. Auto’s dieerg brede deuren krijgen (gemakkelijk om debrancard binnen te brengen) zouden wel eensonhandig kunnen blijken in nauwe straatjes.Er zijn veel zaken om rekening mee te houdenbij het bouwen van een ziekenauto. Kun jevan binnen naar buiten kijken? En andersom?Is er telefoon aan boord, of een ander communicatiemiddel?Welke eerste-hulp-faciliteitenzijn aanwezig? Hoeveel personen bemensenzo’n auto eigenlijk? Is er plaats voor eenpassagier, een familielid van de patiëntbijvoorbeeld?Na het uitwerken zou een ‘expert’ kunnenworden uitgenodigd, een broeder van een

ziekenauto. Door de deskundige hoeft er geenverhaal te worden voorbereid. De kinderenzitten inmiddels zo vol vragen dat ze er al debeschikbare tijd mee kunnen besteden.Het is belangrijk dat de expert pas komt, na heteigen denkwerk van de kinderen. Op die manierworden eigen ervaringen en kennis benut alsuitgangspunt.Wat gebeurt er als je bij het ziekenhuis aankomt?Voor je wordt opgenomen moet hetziekenhuis een aantal gegevens van je hebben.Wat zijn essentiële gegevens?Er wordt een intakebalie gemaakt in de klas.Van een paar tafels wordt een desk gebouwd.Er komt een telefoon op en de computer. Dekinderen ontwerpen een standaard checklistvoor nieuwe patiënten, een lijst die gemakkelijken snel in te vullen is.Van de intake wordt een rollenspel gemaakt.Dan volgt de opname op de afdeling.Zijn er nog meer patiënten? Wat gebeurt erallemaal voordat je in je ziekenhuisbed ligt.Kinderen die het allemaal al eens hebbenmeegemaakt worden nu de echte deskundigenvan de klas.

Het verhaal kan een vervolg krijgen aan dehand van de volgende items:- het bezoek van de specialist;- hoe wordt het ziekteverloop bijgehouden;- bezoekuren;- beterschapskaarten;- het ontslag uit het ziekenhuis.Het verhaal eindigt met de thuiskomst van eengezonde Ruben.Dit verhaal biedt veel aanknopingspuntenvoor rollenspelen, maar ook voor taal- enrekenvaardigheden. Een voorbeeld van eentaalvaardigheid is het ontwerpen van degestructureerde inchecklijst. Welke informatieis relevant en hoe ziet het ‘format’ eruit vanhet standaardformulier? Wat is de snelstemethode om het in te vullen? Moet er eeninstructie worden opgesteld voor het bedienenvan de computer?In de context van het zich ontwikkelendeverhaal zullen de kinderen de taalvaardigheidals functioneel ervaren.Een voorbeeld van een mogelijke rekenactiviteitis het bijhouden van de status van de patiënt:het temperatuurverloop, de voeding, hetmedicijngebruik.Ook wordt er in deze fase van het verhaal veelaandacht besteed aan de sociale aspecten vanhet ziek zijn: het omgaan met medepatiënten,bezoekuren, belangstelling tonen.In dit thema liggen extra mogelijkhedenvoor leerlingen die werkelijk al eens inhet ziekenhuis hebben gelegen. Zij zijn dedeskundigen bij uitstek en kunnen informatie

uit de eerste hand geven. De leerkracht houdter bij de voorbereiding rekening mee dezeinformatie te benutten.Het is goed mogelijk dat er nu leerlingenals experts op de voorgrond komen, diedoorgaans deze rol niet hebben in andereonderwijsbenaderingen. Over pedagogischebemoediging gesproken!

1. Maakt het onderwijsarrangement de verhaallijn, de episodes, de sleutelvragen, de incidenten en de wandfries duidelijk? 12. Zorgt het onderwijsarragement voor genoeg betrokkenheid bij leerlingen. 13. Worden de vaardigheden samenwerken, onderzoeken en presenteren genoeg gebruikt. 14. Wordt er duidelijk eerst de voorkennis van leerlingen geactiveerd. 15. Wordt de kennis getoetst zodat leerlingen wel de juiste feiten leren. 16. Roept het verhalend ontwerp kinderen uit om zich tot expert te gedragen en te willen presenteren. 17. Wordt er gebruik gemaakt van de wandfries, als hulp om het overzicht te bewaren. 18. Ervaren de leerlingen de leeractiviteiten als zinvol? 19. Houdt de leerkracht voldoende de touwtjes in houden en waarborgt hij de inhoud/doel van het onderwijs. 110. Wekken de sleutelvragen tot voldoende ondersteuning? 1

Totaal: 10