Vakbond in Beweging 68 | 2011

32
VB i VAKBOND IN BEWEGING België - Belgique P.B. Antwerpen X 8/6342 AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X Toelatingsnummer P408993 VERSCHIJNT DRIEMAANDELIJKS • NR. 68 • 18e JAARGANG • JAN/FEB/MAR 2011 Verantw. uitgever : Dirk Schoeters, Ommeganckstraat 35, 2018 Antwerpen DE STAKING TEGEN DE EENHEIDSWET 60-61

description

Vakbond in beweging

Transcript of Vakbond in Beweging 68 | 2011

V BiVAKBOND IN BEWEGING

België - BelgiqueP.B.

Antwerpen X8/6342

AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X

Toelatingsnummer P408993

VERSCHIJNT DRIEMAANDELIJKS • NR. 68 • 18e JAARGANG • JAN/FEB/MAR 2011Ver

antw

. uitgev

er :

Dirk

Sch

oet

ers,

Om

meg

anck

stra

at 3

5,

2018 A

ntw

erpen

DE STAKING TEGEN DE EENHEIDSWET60-61

� VAKBOND IN BEWEGING 68

   

Nr. 68 - 18e jaargangJAN/FEB/MAR 2011Prijs: 0,75 Jaarabonnement: 3

Driemaandelijks tijdschrift van Linx+ ABVV-regio AntwerpenIn samenwerking met ABVV seniorenwerking

Verantwoordelijke uitgever:Dirk SchoetersOmmeganckstraat 352018 Antwerpen

Redactieadres:Ommeganckstraat 352018 Antwerpen(03)220 67 [email protected]

Medewerkers aan dit nummer:Marina Van den BulckStaf Van GorpMarcel BeerlandtRomain De FleurquinPaul Van RymenantKoen De ClercqLuc Van OverbergheCharles Bresseleers

Vormgeving:Romain De Fleurquin Albert Balboa

llustratie cover :AMSAB

REDACTIONEEL 3 Op het einde van een verloren decennium KINDEREN VAN SEMINI 4 Renaat Braem HEEMKUNDE 5 Wonen in Antwerpen IN MEMORIAM 7 Jaak de Leeuw GESCHIEDENIS 8 De staking tegen de Eenheidswet 60-61

V BiVAKBOND IN BEWEGING

INHOUD

INHOUD

MUZIEK VOOR RODE OORTJES27 The Red Flag CURSIEFJE29 Facta, non verba BOEKBESPREKING30 Heerlijke nieuwe wereld - Gunther Wallraff

GESPREKKEN11 De staking van 60-61 125 JAAR BWP16 Louis Major (deel 3) HERDENKING20 Waarom de BTB de wet Major elk jaar herdenkt ACTUEEL21 Equal Pay Day en Straffe Madammen ONGEWONE MENSEN 23 Romain De Fleurquin

Ondertekende teksten geven uitsluitend de mening weer van de auteur en binden geenszins de organisatie.

4 7

20 5

11 23

�VAKBOND IN BEWEGING 68

REDACTIONEEL

Toevallig staan we nu aan het begin van een nieuw decennium. Toevallig, omdat tenslotte een jaartal maar een afgesproken cijfer is. Als u en ik Chinezen zouden zijn dan zou ik u met veel knallend vuurwerk op 3 februari van onze tijdrekening een gelukkig ‘jaar van het konijn’ wensen. Maar we zijn geen Chinezen, we zijn integendeel Europeanen, Belgen, Vlamingen die in economisch, fysiek en politiek onzekere tijden leven. Tony Judt schrijft: ‘het is een schrale troost dat we ons daar maar nauwelijks bewust van zijn.’

Tony Judt spreekt in zijn boek ‘Het land is moe’ trouwens van twee verloren decen-nia. Jaren waarin fantasieën over rijkdom en eindeloze persoonlijke vooruitgang alle aandacht wegvaagden voor politieke bevrijding, sociale rechtvaardigheid en collectieve actie. Urbain Vandeurzen, Voka-voorzitter van 2006 tot 2009, spreekt ook van een ver-loren decennium in zijn nieuwjaarsboodschap die hij mocht brengen in het Knack-jaaroverzicht 2010. Hij heeft het echter over de teloorgang van concurrentiekracht en competitiviteit, de precaire overheidsschuld, de te lage tewerkstellingsgraad, het gebrek aan economische groei.

Zo zie je maar: woorden dekken regelmatig een geheel andere lading. Tony Judt pleit voor een krachtig sociaaldemocratisch verhaal en een intensief openbaar debat over fundementele waarden en keuzes. Urbain Vandeurzen pleit voor meer econo-mische groei en structuurhervormingen om dit te realiseren. Natuurlijk zitten daar ook waarden en keuzes in. Aan een syndicalist werd niks of toch niet veel gevraagd in de vele eindejaarslijstjes en eindejaarsboodschappen. Of ik moet er overgelezen hebben natuurlijk. We hebben anders heel wat te vertellen over o.a. een stevig pen-sioensysteem om de vergrijzing aan te kunnen, meer mensen in meer kwalitatieve banen, een stabiele economische groei met aandacht voor mens en milieu, een krachtig en functioneel overheidsbeleid.

In het artikel over de staking 60-61 tegen de eenheidswet leest u ook over een eco-nomische en financiële crisis, een teloorgang van concurrentiekracht en torenhoge overheidsschuld… Maar dan 50 jaar geleden. Breng nog snel een bezoekje aan de tentoonstelling, lees ook de interviews met 3 militanten van toen - Marcel Schoe-ters, Charles Van der Vinck en Karel Boeykens - die elk op hun eigen manier deel-namen aan de stakingsbeweging en u zal zien: we kunnen heel wat leren uit ons verleden. Dit artikel maakt trouwens deel uit van een drieluik ter herdenking van de drie gro-te stakingen van de 20ste eeuw. De stakingen van 1913, 1936 en 1960-1961 zijn mijlpalen in de strijd van het ABVV voor politieke, sociale en economische demo-cratie. Ze hebben elk op hun manier bijgedragen tot de realisatie van maatschap-pelijke structuurhervormingen. We vonden Koen De Clercq graag bereid om deze drie belangrijke periodes van syndicale en politieke strijd voor u in een artikelreeks te vatten.

In het derde en laatste deel over Louis Major vertellen we ook waarom Major zo belangrijk is voor de havenarbeiders. We interviewden Romain De Fleurquin, ‘onze man van de layout’ die open vertelde over zijn jaren als communist en militant in de grafische sector. En zonder het vooraf goed te beseffen, haakten al deze artikels ook een stukje in elkaar tot een mooi geheel.

Wij kijken alvast uit naar een boeiend VIB-jaar 2011 en hopen van u hetzelfde.

Marina Van den Bulck

Op het einde van een verloren decennium…

� VAKBOND IN BEWEGING 68

KINDEREN VAN SEMINI (15)

BIOGRAFIEVan Braems jeugd is weinig gewe-ten. We kennen hem enkel als archi-tect en lesgever. Hij liep in de jaren dertig stage bij Le Corbusier. Braem werd beschouwd als de belangrijk-ste vertegenwoordiger van de mo-derne architectuur en stedenbouw in België door zijn markante ontwer-pen van gebouwen. Maar ook zijn ideologische standpunten en stel-lingnamen waarmee hij zijn praktijk steeds heeft begeleid, zijn frappant. Hij kon gerust een strijdend archi-tect genoemd worden. Ongetwijfeld zijn er een aantal bouwwerken die op zijn naam staan die in de vergetel-heid zijn geraakt. Zoals de woning-blokken op het Kiel of de Arenawijk in Deurne. Moest Renaat Braem in Parijs, Londen of New York gewerkt hebben, hij zou gelauwerd worden voor zijn oeuvre en zijn utopisch denken. In ons land echter, pro-beert men te vergeten wie hij was, maar vooral waar hij voor stond. Van 1947 tot 1975 was hij hoogle-raar aan het Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stedenbouw in Ant-werpen.

LINKS GEËNGAGEERDBraem was de eerste die wonen wou herleiden naar samen-wonen en het wonen in appartementsblok-ken en sociale huisvesting. Veel van zijn ideeën gingen in de rich-ting van het communisme. Hierdoor lag hij niet altijd gunstig bij het brede publiek. Veel van zijn denk-beelden verschenen in het commu-nistisch blad Het Vrije Woord. De woonblokken die hij 20 jaar later op het Kiel bouwde, waren een verwe-zenlijking van zijn prille denkpiste. Bij de wederopbouw na de tweede Wereldoorlog kon hij een aantal van zijn beginselen waarmaken. Ech-

ter niet meteen. Wanneer de Luik-se communist Jean Terve in 1946 minister van Wederopbouw werd, kreeg Renaat Braem de kans om een belangrijke plaats op zijn kabi-net in te nemen. Hij kreeg de op-dracht om 2 kleine woonwijken te bouwen in Borgerhout en Deur-ne. De soberheidspolitiek van dat moment legde opnieuw zijn am-bities aan banden. Het resultaat was een eenvoudig wooncomplex. Na de korte regeringscoalitie met de communisten werd met de we-deropbouw een ander beleid ge-voerd dat Braem niet aanstond. Het geloof in gemeenschapshui-zen en grote stedenbouwkundige projecten haalde het niet van het privé-initiatief dat vooral door de toenmalige CVP verdedigd werd. In 1948 kwam de wet De Taeye er-door, waarbij het bouwen van goed-kope eengezinswoningen werd aan-gemoedigd. Het resultaat was een verknipte puzzel met grappige vil-lawijken en sociale verkavelingen. Dit wekte grote ergernis bij Braem, die voet bij stuk hield en de wijkeenheden bleef verdedigen. De eerste werkelijke uitdaging om

zijn visie te realiseren kreeg Renaat Braem bij de bouw van het Kiel. De Antwerpse socialisten en de idealisti-sche architectuur- en maatschappij-visie van Braem vonden elkaar. Dit was zo in Antwerpen, elders in ons land gingen de beschikbare gelden voornamelijk naar privéwoningen. Braem beschreef zijn land “als een door een krankzinnige bijeenge-naaid lappendeken”. In 1968 schreef hij een pamflet “Het lelijkste land ter wereld”. Hierin haalde hij fel uit naar het Belgische planloze experi-ment van de wederopbouw. Er was voor hem maar één oplossing: de totale afbraak van de wildgroei en een nieuwe verbinding van de ge-spaarde monumenten door lijnste-den.

ENKELE VAN ZIJN VOORNAAMSTE REALISATIES1946: het Gemeentehuis van Boom en Woonwijk Fortje, aan deMuggenberglei, Deurne 1946-1959: Het Middelheim ziekenhuis, Wilrijk 1951-1958: Woonwijk Kiel 1952-1967: Administratief Centrum (politietoren) Oudaan, Antwerpen 1957: Bouwcentrum, Jan Van Rijs-wijcklaan, Antwerpen 1971-1976: Rectoraatsgebouw VUB, BrusselRenaat Braem overleed in Essen op 31 januari 2001.

Staf VAN GORP

Bron: Wikipedia

RENAAT BRAEMStrijdend architect

Antwerpen riep 2010 uit tot het Renaat Braemjaar. Terecht ook, op 29 augustus 1910 werd Renaat Braem geboren in Antwerpen.  Hij  was  architect  en  verscheidene  gebouwen van zijn hand bevinden zich in onze stad. Maar ook elders in België. Braem gaf in zijn architectuur uitdrukking aan zijn sociaal geëngageerde levensvisie. Zijn bekendste creatie in Antwerpen is ongetwijfeld het Administratief Centrum, be-ter bekend als de politietoren aan de Oudaan.

�VAKBOND IN BEWEGING 68

HEEMKUNDE

BOUWEN EN BESTURENRond 1124 besloten de buiten de burcht wonende vissers, boe-ren en veehouders hun lot zelf in handen te nemen en onttrok-ken zich aan de bescherming van de burcht. Ze voorzagen een ge-bied van rond de negentien hecta-ren van wallen en een watergordel, met bruggen en landinwaarts lei-dende poorten. Deze watergordel bestaat nog steeds ondergronds. Stilaan kreeg dit woongebied ste-delijke allures. Vanaf de twaalfde eeuw werd er bestuurd door sche-penen en ontstonden er nutsge-bouwen voor de aangroeiende be-volking. Zo kwam er waar zich nu de Grote Markt bevindt een eerste stadhuis. Later kwamen daar nog een vleeshuis, een Broodhuis en een Lakenhalle bij. Enkel het Vlees-huis is bewaard gebleven.

WONEN PER BEROEPAntwerpen kende een eigenaar-dig verschijnsel. De arme bevol-king werkte waar ze woonden. Ver-vers en steenhouwers huisden aan de gelijknamige grachten of vesten. Schrijnwerkers, beddenmakers, schoenmakers en huidenvetters, al-len hadden hun ambachtsstraten. Zilversmeden en wisselaars vestig-den zich dicht bij de beurs. Visver-kopers woonden in de Palingbrug of Krabbenstraat, een wijk die werd gedeeld met de beenhouwers. Ha-venarbeiders, men noemden hen toen “natiegasten”, woonden aan de vlieten.

HOUT EN STEENDe eerste huizen werden ge-bouwd met met leem bestreken hout. Bouwen is verkeerd uitge-drukt, men timmerde de huizen in elkaar. Een woning van toen be-stond uit die tijd uit één grote ka-mer met zo ver mogelijk naar de

straat uitgebouwde, hangende vertrekken om ruimte te winnen. Vanaf de 14e eeuw werd het ver-boden om nog woningen in hout te bouwen, wegens het brandgevaar. De stenen woningen deden hun en-tree. Dit werd nog in de hand ge-werkt door het ontginnen van leem-gronden in de Rupelstreek en het ontstaan van steenbakkerijen op initiatief van de paters van de ab-dij van Hemiksem. De bakstenen kenden ze dan ook als “Papenste-nen”. Deze woningen waren uiter-aard enkel bestemd voor de rijke burgerij. Denken we maar aan pa-leizen, zoals de woningen van Plan-tijn of Rubens of de rijkelijke wonin-gen aan de Meir of de Keizerstraat. Tussen 1500 en 1550 bouwde ook de gewone man woningen in steen. Dit was verplicht geworden we-gens het toegenomen brandgevaar. Sommige van deze woningen had-den een leien dak, maar nog ve-len hadden een dak van riet of stro. Ook dit was in principe verboden, maar de Sinjoren veegden er dap-per hun voeten aan. Het waren nog huizen zonder een verdiep, meestal wel met een zolder. Uit deze perio-de stamt het eerste eigen toilet, dat zich weliswaar buiten het huis be-vond. Op het erf of in de achtertuin. Dat zorgde wel voor nieuwe taken bij het stadsbestuur. De rol van het stedelijk bestuur bestond hoofdza-kelijk uit de bouw en onderhoud van bruggen en poorten, stadswallen, vlieten en ruien. En er kwamen ook voorschriften voor privé-bouwers. De stad hield eveneens toezicht bij de georganiseerde bouwvak-kers. Er werd gewerkt van zonsop-gang tot het donker was voor een loon dat de prijs van het graan van op afstand volgde. Was het graan duur, dan volgde het loon slechts zeer langzaam. Droge zomers en strenge winters waren dan ook

rampzalig voor de bouwvakkers. Een huizentelling rond 1437 besloot op 3440 huizen. In 1472 telden ze reeds 4510 woningen.

DE GOUDEN EEUWRond, en vooral na 1500 groeide Antwerpen uit tot de tweede groot-ste stad ten noorden van de Alpen, na Parijs. Deze groei was zo spec-taculair dat de gebouwen die toen werden opgetrokken en zeker de verkeersassen die door de stad lie-pen nog steeds het uitzicht van het huidige Antwerpen bepalen. Ant-werpen trok plots honderden han-delaars en ambachtslieden aan, naast duizenden verpauperde plat-telandsbewoners. Deze moesten al-lemaal gevoed worden en onderdak vinden. Vele zuiderse, vooral Ita-liaanse en Portugese, kooplieden en financiers vestigde zich buiten het traditionele handelscentrum. Deze begonnen de reeds overwelf-de Meir en parallelle straten te be-volken. Ze kochten ambachtslui uit hun werkplaatsen en bouwden pa-leizen naar hun stand. Ze eisten en kregen een beursgebouw in hun wijk. In 1568 telde de stad bijna 90000 inwoners binnen de stads-muren, met de nieuwe “buitenwij-ken” er bij telde Antwerpen 114.000 inwoners. Het was een bijenkorf van Europees formaat. Toen al! In die periode steeg het aantal hui-zen slechts met 115 per jaar. Dit had voor gevolg dat de woondicht-heid ongekende proporties ken-de. Het samenwonen van meerde-re gezinnen in één pand was meer regel dan uitzondering. Men leef-de op zolders en in kelders. Kisten voor kleren waren samen met ban-ken en krukjes (schabellekes) het voornaamste meubilair. Vuren ga-ven veel rook maar weinig warm-te. Licht kwam er van olielampen. Het vele bouwen van duizenden huizen had het uitzicht van de stad ingrijpend veranderd. In 1496 tel-de Antwerpen 124 straten. In 1585 waren dat er 216. Van enige ruim-telijke orde was geen sprake. Elke grondeigenaar verkavelde zijn gron-den naar eigen goeddunken. Ook de stad bouwde mee. Er kwamen een aantal hallen ten behoeve van de kooplui. Het Hessenhuis is hier nog een overgebleven voorbeeld van. Bij een brand in 1893 ging het

WONEN IN ANTWERPENHoelang er mensen in Antwerpen wonen is niet juist gewe-ten. Voordat ze er konden bouwen, moesten de toenmalige “bewoners” die zich aan de Scheldeboorden vestigden niet op veel droogte rekenen. Maar ze bleven malen, pompen, scheppen  en  inpolderen.  Van  in  de  vroege  middeleeuwen maakten de bewoners rond de “aanwerpen” nuttig gebruik van de boven het water uitstekende terpen.  Overblijfselen hiervan vinden we nog in straat- of wijknamen, zoals Hoog-straat of Bloedberg.

� VAKBOND IN BEWEGING 68

HEEMKUNDE

reusachtige oosterhuis verloren. Dit gebouw, ook gekend als het Han-sahuis, werd tussen 1564 en 1568 gebouwd op een terrein van vijf-tienduizend vierkante kilometer dat door de stad was ter beschikking gesteld. Het grootste paleis werd bekostigd door de Hanzesteden Hamburg, Bremen en Lübeck. Bij het begin van de bouw van het MAS vond men de funderingen terug van dit enorme paleis.

GILBERT VAN SCHOONBEKE EN DE NIEUWSTADDe persoon die wat orde inde bouw-chaos bracht, was Gilbert van Schoonbeke. Niemand voor of na hem heeft het uitzicht van de stad zo veranderd dan hij. Hij was bouwmeester-ingenieur, financier-speculant, lobbyist en aannemer. Zij kracht lag in de manier waarop hij plande en zijn neus voor lucra-tieve ondernemingen volgde. Hij trok “zijnz straten rechtlijnig, al dan niet rond pleinen waarop gemeen-schapsbouw verrees dat de eco-nomische aantrekkelijkheid van de buurt moest verhogen. Voorbeel-den hiervan waren de Stadswaag, de nieuwe Graanmarkt en de Vrij-dagmarkt. Dit laatste plein diende voor de handelaars in oude kleren en deurwaarders. Van Schoonbe-ke trof een rommelige bouwtoe-stand aan in Antwerpen. Slordig, veel houten huizen met stroda-ken kriskras door elkaar gezet. Hij zou ze opruimen en plaats maken voor eenvoudige panden op kleine-re percelen. Hij haalde met de be-schikbare ruimte het uiterste uit de kan. Zijn grootste creatie beteken-de echter zijn ondergang. Het was

de realisatie van de nieuwstad, ge-legen aan het huidige Bonaparte- en Willemdok. Hier ontstonden een reeks brouwerijen bediend door een waterpershuis. Dit brouwershuis functioneerde tot in de jaren dertig van vorige eeuw. Deze brouwerij-en vormden concurrentie en voor-al frustratie bij de oudere brouwers uit de Cammersbuurt. Deze begon-nen een roddelcampagne tegen Van Schoonbeke waarin ze vertelden dat het bier uit de nieuwstad troebel was en beestjes bevatte. Een ver-oordeling wegens corruptie leidde tot zijn verbanning en vroege dood. Hij werd amper 37.

LEEGSTAANDE HUIZENDe stad was een calvinistisch bol-werk geworden en dat was niet naar de zin van “onze” Spaanse ko-ning. Hij stuurde zijn troepen on-der leiding van Farnese en dwong het calvinistisch stadbestuur zich over te geven. In 1585 viel Ant-werpen. Hierdoor kwam de stad aan de rand van het faillissement. Antwerpen liep leeg en boven-dien diende de stad een enorme schadevergoeding te betalen aan Spanje. De Schelde werd afgeslo-ten, men moest de vernielde cita-del heropbouwen en de Katholieke staatsgodsdienst werd opnieuw in-gevoerd. Dit bracht een massale vlucht naar het Noorden met zich mee. Bijna de helft van de bevolking ruilde Antwerpen voor Amsterdam. Dit had een enorme leegstand van huizen voor gevolg. Straten lagen er verlaten bij, het gras groeide tussen de straatstenen. Maar de gebleven gefortuneerde katholieke families versierden hun gevels met

“Spaanse deurkes”, barokke poort-omlijstingen die ook een aantal ka-pellen omlijstten. Tal van huizen in de 16e eeuw werden door hun ei-genaars versierd met bogen in ba-rokstijl. Een voorbeeld hiervan was het huis van Plantin-Moretus aan de Vrijdagmarkt, met zijn prachtige gevel en arcades aan de binnenkoer. Een doordringend verschil hiermee waren de woonomstandigheden van de groeiende massa verpau-perde nietsdoeners. Velen zochten een toevlucht in Van Schoonbee-kes nieuwstad, door de Antwerpe-naars “Boerenkwartier” genoemd. Het was een ongure buurt waar men zich alleen waagde met een gewapende escorte. Er werd zelfs door de stad een strafinrich-ting voor vagebonden opgericht. Op het einde van de 17e eeuw was Antwerpen niet meer dan een door-snee provinciestad, met amper 45 000 inwoners. De ooit zo omvang-rijke nieuwbouwactiviteit had haar dynamiek verloren en was volledig stilgevallen.

STRAATNAMEN EN HUISNUMMERSPas wanneer de Fransen hier de la-kens begonnen uit te delen, begon men terug te bouwen, maar ook af-breken. Zo verdween de hele 14e eeuwse Scheldebastionering langs de kade. Het scheelde niet veel of de kathedraal zou ook gesloopt worden. Het is dankzij de sabota-ge van stadsarchitect Jan Blom dat het niet zover kwam. De man han-teerde een onverbiddelijk wapen, dat nu nog steeds van toepassing is: de administratieve traagheid. Maar de Fransen brachten ook orde door het aanbrengen van straat-naamborden, huisnummers en het aanleggen van voetpaden (velen spreken nog van trottoirs). Ook de cabarets en kroegen werden ge-nummerd volgens hun degelijkheid. “Cabaret douze”, het twaalfde uit reeks, was het allerminste. In Ant-werpen spreekt men nog altijd van een “kabardoeske”.

CONTRAST - DE WERKENDE KLASSEAl de mooie paleizen en herenhui-zen stonden in fel contrast met de woonomstandigheden van de wer-kende klasse. In 1909 maakte ene Jan Chapelle, in opdracht van de vakbond een verslag over de woon-toestanden van de arbeiders: Wij monsterden den zolder. Aan de muren niet het minste prentje. Op

�VAKBOND IN BEWEGING 68

IN MEMORIAM

de schouw staat als versiering een vettige, ledige petroolflesch en een dito glazen lamp. Geld voor petro-leum en kolen is er niet. De wag-gelende, doorversleten stoof heeft dus geen dienst te doen. Het ver-dere meublement bestaat uit twee kastjes en ene tafel, veel te slecht om brandhout van te kappen. Een houten tweemansbed en een ijze-ren eenmans dito. Alles wat erin ligt is een strozak. Wij herinneren ons niet ooit een opneemvod zoo vuil te hebben gezien als die strozakken. Een stoelgeraamte zonder zitting met twee walgelijke vuile kistjes te-gen de grond, maken het overige van het meublement uit. Een halve stoel dus en anderhalf bed voor 8 menschen! Als er wat te eten is, zit heel het gezelschap op den grond, wat niet aangenaam is als men weet dat de vloer uit roode plaveien be-staat en geen enkele nog gaaf is… In de jaren 60 van de 19e eeuw werd reeds voorzichtig de Vierde Wijk aangepakt. De Sint-Andries-plaats kwam in de plaats van een stegenlabyrint. Vijftien jaar later werd het nieuwe Zuidkwartier met de Groenplaats verbonden door de Nationalestraat, dwars door een op-eenhoping van krochten en woon-spelonken. De bewoners waren er echter niet gelukkig mee en spraken van “die Franse boulevard die de Franse luizen naar hier zal halen”. Op initiatief van het Bureel van Wel-dadigheid (het huidige OCMW) wer-den in 1861 in de Seefhoek werk-manswoningen gebouwd op de plaats waar in de 16e eeuw pest-huizen stonden. De initiatiefnemers namen afstand van de krotten in de oude stadskern.

SOCIALE WONINGBOUWNa de enorme verwoestingen van de Eerste Wereldoorlog en de tijdelijke Noodwoningen, zoals aan het Noord-schippersdok (Dam) of het Engelse kamp (Luchtbal) ontstonden er ein-delijk, door de stichting van een Na-tionale Maatschappij voor Goedko-pe Woningen, bouwcoöperatieven. Deze begonnen met het bouwen van sociale woonblokken. Ook sociale eengezinswoningen werden mode. Het Kiel, de Luchtbal, Linkeroever en de meeste randgemeenten ken-den hun sociale woningbouw. Dui-zenden gezinnen wonen er. En nu zit een nieuw soort woning in de lift. De serviceflats voor bejaarden… De betonmolens staan nog niet stil! Staf VAN GORP

In memoriam

Jaak de Leeuw °20-05-1923 †18-11-2010

Jaak De Leeuw werd op 20 mei van vorig jaar 87 jaar. Hij was de eerste voorzitter van de seni-orenwerking van ABVV-regio Antwerpen, ex-syndicaal afgevaardigde PMB van Ford Tractor, lid van de ouderenraad van Borgerhout en lid van S-Plus provincie Antwer-pen vzw. Op 18 november

2010 namen wij met verdriet afscheid van een groot militant.

Jaak kende een bewogen jeugd, getekend door de oorlog. In 1943 kwam hij in Berlijn terecht nadat hij opgepakt was door de Duitsers. Via een om-zwerving naar Tsjechië kwam Jaak net voor het eind van de oorlog terug in ons land. Als vakbondslid (sinds 1945) heeft hij zich opgewerkt bij Ford Motor als secretaris van de ondernemingsraad en uiteindelijk hoofddele-gée.

Een citaat uit het interview dat vorig jaar uitgebreid in het seniorenblad MetaalPlus is verschenen:

“Jaak: Op zeker moment gebeurde het dat de personeelsdirecteur de verklaringen van deze manager moest vertalen. Mijn Engels was tamelijk goed. Ik kwam tussen en zei tegen de personeelsdirecteur dat hij niet de juiste vertaling gaf. Ruttenford werd wat kwaad op deze opmerking en zei “we manage a big bazaar”. Waarop ik repliceerde “ no it’s a little candy schop, een kleine bollenwinkel”. Ja, er gebeurde onder de Amerikanen soms vreemde dingen. In 1973 kwam het toch tot een erg conflict en brak een staking uit die zes weken zou duren. Tijdens de staking ging de directie mensen ronselen in de Kempen om de staking te breken. Wij dus met de Staf van het Café Bondsgebouw met de auto naar Westerlo. Wij vielen daar een café binnen waar de personeelsdienst mensen aan het inschrijven was. Die mensen overtuigden we zich in te schrijven, met de belofte van slechts het werk aan te vangen na de staking. Er is niemand komen opdagen, wel na de staking.”

Wij kennen Jaak vooral als eerste voorzitter van de ABVV-seniorenwer-king, toen nog de brug-en pregepensioneerdenwerking ‘De Brug’. In die beginjaren is de basis gelegd van wat nu een ferme werking is die nog steeds groeit. Jaak over die beginjaren:

“Het was zo dat met het congres van 1981 de specifieke werkingen in het ABVV rond vrouwen, jongeren, brug- gepensioneerden en werklozen wer-den opgericht. Hier werden dan ook de grondvesten van een seniorenwer-king gelegd in Antwerpen. Ons eerste bestuur ABVV “De Brug” bestond uit 1 gepensioneerde vertegenwoordigd vanuit elke centrale. “

Toen Jaak gevraagd werd naar zijn toekomstwens, vertelde hij ons dit“Jaak: een goede samenwerking tussen al de Socialistische Seniorenwer-kingen. Niet alleen om feesten in te richten maar ook om te werken aan eisen en verzuchtingen van onze senioren.”

We zullen deze woorden niet snel vergeten en er zeker werk van maken!

� VAKBOND IN BEWEGING 68

GESCHIEDENIS

De aanleiding, besparingenDe directe aanleiding voor deze sta-king was het verzet tegen de be-sparingen opgelegd door de Een-heidswet van Gaston Eyskens. De Eenheidswet, of voluit het ‘wetsont-werp voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel’ werd op 4 november 1960 voorgelegd aan het parlement. Het stelde de sanering van de staatsfi-nanciën voorop om zo de herstruc-turering van de industrie te finan-cieren. Er zou bespaard worden door een stijging van de BTW, een vermindering van de sociale uitga-ven en specifieke maatregelen voor het overheidspersoneel.

De achtergronden, crisis en verouderde industrieDe Belgische industrie was redelijk ongeschonden uit de 2de wereldoor-log gekomen. Dit was een voordeel onmiddellijk na de oorlog. Boven-dien stond na de oorlog de linker-zijde, die een belangrijke rol in het verzet hadden gespeeld, zeer sterk. Het sociaal overleg en de sociale ze-kerheid werden versterkt. Al gauw werden hetzelfde niveau van ar-beidsvoorwaarden van net voor de oorlog opnieuw afgedwongen.

Maar de traditionele exportgerichte steenkool- en staalindustrie bleven overheersen. De financiële holdings die deze industrieën controleerden hadden weinig aandacht voor inves-teringen in vernieuwende sectoren als de chemie en sectoren die pro-duceerden voor de massaconsump-tie. In de jaren vijftig kende België dan ook een lagere groei dan de buurlanden en een stijgende werk-loosheid. In 1958 beleefde België zelfs een ware recessie en achter-uitgang van de industriële produc-

tie. De steenkoolmijnen en de staal-nijverheid leden niet alleen onder de crisis, er werd ook overgegaan tot de eerste sluitingen van onrendabe-le mijnen. Bovendien werd in 1957 de Europese Economische Gemeen-schap (EEG) opgericht, waardoor de Belgische economie meer bloot kwam te staan aan de concurrentie door de buurlanden.

Tegen die achtergrond werd de syn-dicale beweging zich meer en meer bewust van haar verantwoordelijk-heid om een alternatieve economi-sche politiek naar voor te schuiven tegen de belangen van de financiële holdings in. Voortbouwend op de ei-gen traditie van het Plan van de Ar-beid van Hendrik De Man van 1933 en de algemene tendens naar meer geleide economie, ontwikkelde het ABVV een programma van econo-

mische structuurhervormingen. Dit gebeurde op het congres naar so-ciale vooruitgang door economische expansie in 1954 en het congres over holdings en economische de-mocratie in 1956. Soepele planning, nationalisatie van de energiesecto-ren, controlemechanismen op de holdings en een nationale gezond-heidsdienst moesten een industrië-le heroriëntering mogelijk maken in functie van het algemeen belang.

Ook een deel van het patronaat, voornamelijk in Vlaanderen stond een modernisering van de econo-mie voor. Ondermeer Léon Bekaert, toenmalig voorzitter van het Ver-bond van Belgische Nijverheid, wil-de de industrie meer richten op productie van consumptiegoederen. Om dit mogelijk te maken moest de overheid de investeringen on-dersteunen en moesten de vakbon-den zorgen voor sociale vrede in ruil voor sociale vooruitgang.

Eind jaren ‘50 werd ook de politiek zich stilaan bewust van de noodzaak van zo’n economische omschake-ling. In maart 1959 gaf Eyskens

50 jaar geleden

De staking tegen de Eenheidswet, 1960-196150  jaar  na  de  staking  tegen  de  Eenheidswet  spreekt  de Grote Staking van 60-61 nog steeds tot de verbeelding. Het is zonder enige twijfel  één van de belangrijkste algemene stakingen van de 20ste eeuw.  Tussen 20 december 1960 en 23 januari 1961, gedurende vijf weken, legden 700.000 werknemers het werk neer.

�VAKBOND IN BEWEGING 68

GESCHIEDENIS

een toespraak in de centrale raad voor het bedrijfsleven (CRB) over de economische programmatie. De CRB bracht een eenparig advies uit. In juli volgde de expansiewetgeving en in oktober de oprichting van een Bureau voor Economische Program-atie. De overheid zou hefbomen cre-eren om investeringen, technologi-sche innovaties en de oriëntering op nieuwe producten te bevorderen.

Maar eind jaren ’50 radicaliseer-den ook de sociale verhoudingen. Arbeiders kwamen in verzet tegen de eerste mijnsluitingen. In Has-selt gooiden stakende mijnwerkers de ramen van het gebouw van de Société Générale aan diggelen. Nog op 29 januari 1960 organiseerde het ABVV een waarschuwingssta-king om een nationaal overleg tot stand te brengen om de problemen van tewerkstelling aan te pakken. 700.000 werknemers namen eraan deel. Onder die druk werd op 11 mei 1960 het eerste interprofessi-oneel akkoord afgesloten dat voor-zag in een sociale programmatie met loonsverhogingen in ruil voor sociale vrede.

En dan werd Kongo op 30 juni 1960 onafhankelijk. De Kongolese crisis legde de financiële problemen van de Belgische overheid bloot. België was niet alleen economisch achter-op geraakt, ook de staatsschuld was door de economische problemen enorm toegenomen. Op 4 novem-ber 1960 legde Eyskens zijn Een-heidswet voor aan het parlement. In plaats van erop vooruit te gaan, kregen de werknemers de kost voor de sanering van de overheidstekor-ten en de herstructurering van de industrie gepresenteerd.

De staking, in verdeelde slagordeDe grote lijnen van de Eenheids-wet waren eind september al ge-kend en vanaf 20 oktober startte de BSP met de Operatie Waarheid, een reeks meetings om de bevolking te informeren en het socialistisch al-ternatief van structuurhervormin-gen voor te stellen. Ook de syndica-le actie bleef niet uit. Het Antwerpse gemeentepersoneel beet de spits af met een betoging tegen de Een-heidswet op 8 oktober. De nationale ACOD sector Gemeenten en Provin-cies besloot op 6 november te sta-ken tot de finish vanaf 20 december, de start van de bespreking van de Eenheidswet in het parlement.

Op de nationale actiedag van 14 de-cember waren er 140.000 stakers. Op de meeting in Luik beloofde An-dré Renard, van de Luikse metaal en adjunct algemeen-secretaris van het ABVV, de stakers de algemene staking. Daartegenover wilde Dore Smets van de AC gesteund door Louis Major, van de BTB en alge-meen-secretaris van het ABVV, de actie beperken tot een nationale ac-tiedag.

Het Nationaal Comité van het ABVV van 16 december volgde de mo-tie van Dore Smets met een kleine meerderheid. Er was dus onenig-heid in het ABVV over de te volgen strategie tegen de Eenheidswet. Aan de basis hiervan lagen de soci-aal-economische verschillen tussen Wallonië met zijn verouderde indu-strie en Vlaanderen met zijn stilaan opkomende jonge industrie. Boven-dien had het ACV zich bovendien uitdrukkelijk tegen deze socialisti-sche politieke staking gekant.

Zoals aangekondigd ging ACOD Ge-meenten en Provincies op 20 de-cember in staking. Ook in het Luikse braken de eerste grote werkonder-brekingen los. Tegen de verwach-ting van de ABVV-leiding in breidde de stakingsbeweging zich uit naar de privé. Het Nationaal Comité gaf de centrales en gewesten de op-dracht de beweging uit te breiden. Zoals te verwachten was werd de staking het meest gevolgd in Wal-lonië, in de openbare diensten en in de oude Vlaamse industriesteden Gent en Antwerpen.Op 5 januari bereikte de staking haar hoogtepunt met 700.000 stakers. Op 13 januari werd de Eenheidswet in het parlement gestemd. De sta-kingsbeweging kalfde langzaam af. Na 5 miljoen verloren arbeidsda-gen, ongeveer 2000 aanhoudingen en een duizendtal veroordelingen tot gevangenisstraf, talrijke ontsla-gen delegees en 4 stakers die ge-dood werden door de ordediensten, was het gedaan.

Citaten uit het congresrapport ‘Holdings en economische democratie’ van 1956 “Onze economie moet geleid, gecoördineerd worden. Zij wordt reeds ge-leid. Onderhavig verslag toont het aan. In ons land is er, in feite, geen twist tussen geleide economie en vrije economie. We leven in een geleide eco-nomie, maar degene die ze leiden, d.w.z. de tweehonderd mensen van de holdingmaatschappijen, leidden ze verkeerd. Zij leiden ze verkeerd omdat ze privébelangen en niet het algemeen belang voor ogen hebben.” “In dit vooruitzicht bestaat het proces van de economische democratie erin de leiding van de economische activiteiten – tot waar het volk het wenselijk acht – te ontrekken aan het privé-kapitaal, om ze toe te ver-trouwen aan de door de democratische machten in het leven geroepen en gecontroleerde instellingen.”

10 VAKBOND IN BEWEGING 68

GESCHIEDENIS

De gevolgen, een halve nederlaag en toch …De Eenheidswet was dan wel ge-stemd, maar de staking had de te-genstellingen in de regering ver-scherpt. De regering Eyskens kwam ten val en bij de verkiezingen van maart 1961 behaalden de socialis-ten en de communisten een succes. De socialisten in de nieuwe regering slaagden er in delen van de Een-heidswet in te trekken en beperk-te elementen van de geëiste struc-tuurhervormingen door te voeren.

In november 1960 al was het Na-tionaal Comitee voor Economische Expansie opgericht dat de sociale partners bij de economische pro-grammatie moest betrekken. In 1962 werd de Nationale Investe-ringsmaatschappij (NIM) opgericht en in 1962 en in 1966 werden er expansieprogramma’s opgemaakt. Het ABVV nam deel aan deze eco-nomische programmatie, maar had ook kritiek. De economische pro-grammatie bleef te veel steken in studiewerk en algemene doelstellin-gen en de uitvoering ervan was te weinig gecoördineerd. Deze kritiek zou uitmonden in een vernieuwde strategie op het ABVV-congres van 1971.

Dankzij de zeer sterke internatio-nale economische groei kende Bel-gië toch ook zijn Golden Sixties. Als gevolg van het beleid van economi-sche expansie vestigden meer mul-tinationals zich in België en vooral dan in Vlaanderen, het economisch herstel volgde en de sociale pro-grammatie door middel van de in-terprofessionele akkoorden zorgde voor sociale vooruitgang en sociale vrede.

Maar de verschillende economische en politieke dynamiek in Vlaanderen en Wallonië leidde tot een begin van federalisering van België. Een deel van de Waalse socialisten neigde ertoe om zich terug te plooien op het federalisme om in een Waals ge-west met een linkse meerderheid de geëiste structuurhervormingen door te voeren. Aan de andere kant kre-gen de Vlaams-nationalisten door de verschuiving van het economi-sche zwaartepunt van Wallonië naar Vlaanderen de wind in de zeilen. Zij wilden voornamelijk de verfransing van de streek rond Brussel tegen-gaan. In 1962 realiseerde de Volks-unie zijn eis om de taalgrens vast te leggen (en als compromis ook de faciliteitengemeenten). In 1967 ont-brandde de kwestie Leuven Vlaams met als slogan ‘Walen buiten’.

… en vandaagEen terugblik op de staking van 60-61 stemt tot nadenken over de toe-stand vandaag. Gelet op de poli-tieke actualiteit gaat er nogal veel aandacht naar de tegenstelling tus-sen Vlaanderen en Wallonië en het federalisme. Maar de economische actualiteit is nog relevanter.

Het neoliberale beleid van de laatste decennia heeft een vrijgeleide ge-geven aan de financiële en industri-ele multinationals. Hun kortzichtig eigenbelang heeft eind 2008 geleid tot een diepe financiële en economi-sche crisis. Met gemeenschapsgeld werden de banken en grote bedrij-ven zoals GM, die te groot en be-langrijk waren om failliet te gaan, gered.

Vandaag maken die bedrijven op-nieuw gigantische winsten, terwijl de werkloosheid problematisch is en

de overheden bezuinigingen door-voeren. Maar er is ook verzet. Op 19 september 2010 betoogde het Europees Vakverbond en het ABVV in Brussel voor een ander econo-misch beleid, gericht op tewerkstel-ling en duurzame groei.

Het probleem van economische en politieke verschillen tussen regio’s stelt zich nu ook op Europees ni-veau. De economische ongelijkheid en de politieke verschillen tussen de regio’s in Europa, nog eens ver-sterkt door de speculatie op de fi-nanciële markten tegen de zwakste lidstaten van de eurozone, bemoei-lijkt de solidariteit tussen de werk-nemers. Niet alleen in eigen land, maar in heel Europa. Opnieuw stelt zich de vraag hoe we samen moe-ten vechten voor onze rechten.

bronnenVan crisis tot crisis. Een socialistisch alternatief, van Frank Vandenbrouc-ke, uitgegeven door Kritak in 1981.

‘60-‘61. Vechten voor onze rechten. De staking tegen de Eenheidswet, van Frans Buyens, uitgegeven door Kritak in 1985.

Wat zoudt gij zonder ’t Werkvolk zijn ? Anderhalve eeuw arbeiders-strijd in België, van Jaak Brepoels, uitgegeven door Kritak in 1988

Een eeuw solidariteit. Geschiedenis van de socialistische vakbeweging, van Luc Peiren en Jean-Jacques Messiaen, uitgegeven door ABVV/Ludion in 1997.

Wording en strijd van het socialis-tisch vakverbond van Antwerpen, van Geert Van Goethem, uitgege-ven door ABVV/AMSAB in 1994.

Dit artikel maakt deel uit van een drieluik ter herdenking van de drie grote stakingen van de 20ste eeuw. De stakingen van 1913, 1936 en 1960-1961 zijn mijlpalen in de strijd van het ABVV voor politieke, soci-ale en economische democratie. Ze hebben elk op hun manier bijgedra-gen tot de realisatie van maatschap-pelijke structuurhervormingen.

‘75 jaar geleden. De groote staking der 500.000, 1936’ verschijnt in april 2011.‘100 jaar geleden. De staking van 1913 voor het algemeen enkelvou-dig stemrecht’ verschijnt in 2012.

11VAKBOND IN BEWEGING 68

VIB sprak met Marcel Schoe-ters (AC), Charles Van der Vinck (ACOD) en Karel Boey-kens (BBTK). We kennen hen als oud-secretarissen van hun centrale, maar deze drie ka-meraden hebben ook de sta-king van 60-61 in Antwerpen van nabij meegemaakt als jon-ge dertigers vol van syndicale passie. We vroegen hen naar hun rol in de stakingsbewe-ging, de toenmalige gebeur-tenissen in Antwerpen en hun lessen uit de staking voor het ABVV vandaag. Hieronder vol-gen enkele uittreksels uit deze gesprekken.

Staken omwille van onze menselijke waardigheid

Marcel Schoeters

Ik was tijdens de staking van 60-61 een 35-jarige vakbondssecreta-ris van de AC. Als jongste secretaris van zeven was ik verantwoordelijk voor enkele kleinere sectoren zoals de dierentuin, de scheepsherstel-lers, de zakkenmaaksters, de haar-kapsters en andere. Ik was wel fy-siek sterk, een ambetante jongen met veel praat en het was mijn job om stakingspiketten te leiden.

Ik was van thuis uit syndicalist. Een linkse syndicalist. Toen ik in de AC werd aangesteld als secretaris vroe-gen sommigen zich af hoe het mo-gelijk was dat ze zo’n linkse syndi-calist secretaris konden maken van zo’n conservatieve centrale. Dat de AC een conservatieve centrale was, is gebleken met de afwachtende rol te aanzien van de staking tegen de eenheidswet.

Het was voor mij moeilijk in de AC. Het nationaal comité had beslist om niet over te gaan tot een algemene werkstaking tot de finish in janua-ri 61. De stemming was licht in het voordeel van Dore Smets met een verschil van 20.000 stemmen op een totaal van 1 miljoen stemmen. Ik had zelf voor Andre Renard ge-stemd als dat kon. Renard was, een volksmenner. Een fenomeen voor een 35-jarige als ik. Als hij sprak, probeerde ik er naar toe te gaan. Hij kon een massa meekrijgen en mennen.

De AC heeft zelf dan wel niet op-geroepen tot de algemene staking maar heeft ook nooit belet dat be-drijven in staking gingen. Zelf heb ik meegemaakt dat de petroleum in staking ging en dat de stakersver-goedingen betaald zijn.

Toen de centrales moesten krab-ben om de staking te betalen, heeft de AC daarin ook een goede rol ge-speeld door leningen toe te staan

aan de centrales met zware sta-kingsvergoedingen.

Een bitsige en grimmige staking

De beslissing van het nationaal co-mité werd echter doorkruist door de beslissing van de ACOD Antwerpen onder leiding van Frans Lauwers, die op 20 december de algemene staking uitriep van de gemeente-diensten, de technische diensten van de haven, het personeel van de provincie en het onderwijs.Frans kwam zelf uit de reinigings-diensten. Hij veegde zijn kas aan de beslissing van het nationaal comité. Hij heeft de start gegeven aan de staking.

Een belangrijk detail daarin is de haven. Ook de technische diensten van de haven staakten. De haven-arbeiders konden niet meer werken, er kwamen geen schepen meer in de haven, de sluizen lagen stil. Maar de havenarbeiders zijn dan met vol-le goesting in staking gegaan.

De petroleum, de grote metaal-bedrijven en de scheepsherstel-lers lagen helemaal stil. Ook kleine sectoren zijn in staking gegaan, bij-voorbeeld de zakkenmaaksters. Dat waren, hoe zal ik het zeggen, geen beschaafde vrouwen. Als 35-jarige secretaris spraken ze me altijd aan met “manneke, kom eens hier …” Maar de felheid waarmee die arbei-dersvrouwen in staking gingen !

De staking was bitsig en grimmig. Als je door Antwerpen wandelde voelde je dat er iets was. Op 29 december trokken tienduizenden mensen in betoging langs het stad-huis. Overtuigde mensen waar je de grimmigheid en de woede kon voe-len. Een staking moet je niet alleen beoordelen naar het aantal maar ook naar de grimmigheid, het ge-loof dat men heeft, de bitterheid.

Een staking is een gevoelskwestie

Wat ik zeker nog wil zeggen. De ar-

DE STAKING VAN ‘60-’61

In  Antwerpen  had  de  meerderheid  van  de  centrales  zich aanvankelijk uitgesproken tegen de algemene werkstaking. Het  ABVV  Antwerpen  had  dan  ook  in  het  nationaal  comi-té van 16 december gestemd voor een nationale actiedag. Op  20  december  gingen  de  gemeentediensten  in  staking. Op 23 december heel ACOD en verschillende bedrijven uit de privé. Nadat de rijkswacht hardhandig was opgetreden tegen  de  stakers,  besliste  het  gewestelijk  comité  van  het ABVV Antwerpen de algemene staking af te kondigen op 29 december. De staking verliep ook in Antwerpen ongewoon gewelddadig. Op 14 januari, na de stemming van de Een-heidswet in het parlement, beslisten de gewest Antwerpen en Gent de staking stop te zetten.

Gesprekken met hen die er bij waren

GESPREKKEN

1� VAKBOND IN BEWEGING 68

beiders kwamen niet alleen in actie voor hun loon, maar ook voor hun menselijke waardigheid. Tegen de arrogantie van de regeringsploeg Eyskens-Lilar, die met de wet de vooruitgang die de arbeiders boek-ten probeerden tegen te houden. De arbeiders geloofden niet dat ze de wet konden laten intrekken maar omwille van hun waardigheid moes-ten ze in staking gaan.

Een staking is een gevoelskwes-tie. De staker zet zijn kinderen, zijn vrouw zijn huis, heel zijn kapitaal op het spel. Je moet die mensen bewonderen voor de inzet van heel hun leven en welzijn. Ze deden dat uit solidariteit met elkaar. We zin-gen daarover in liederen, maar in de staking stel je dat vast. Als vriend ga je met je kameraden mee in sta-king. Solidariteit is daadwerkelijk solidair zijn met anderen.

Structuurhervormingen

Je moet de staking tegen de Een-heidswet ook zien in het kader van de verzuchtingen van het ABVV-con-gres van 1956, namelijk de recessie aanpakken met structuurhervormin-

gen. Het woord structuurhervormin-gen had een magische kracht in het ABVV. Inspraak van de arbeiders-klasse in het economisch bestel, in-formatie en inspraak in economisch beheer via arbeiderscontrole. Aan-wezigheid met zeggenschap in het bedrijf, de sectoren en nationaal. Tegen dat perspectief was de een-heidswet het omgekeerde en dat heeft die schok veroorzaakt.

Het begrip structuurhervormingen leefde heel hard hier bij de dele-gees. Antwerpen was op dat vlak een voorpost in Vlaanderen. Er werd veel aandacht aan besteed in de ka-derschool. Ik ben zelf lesgever ge-weest in de kaderschool. In Antwer-pen is er altijd al een grote drang geweest naar syndicale vorming en de kaderschool in Antwerpen was heel sterk bevolkt. Via vorming kan je als delegee veel leren.

De bedoeling van de structuurher-vormingen was een democratise-ring van de economie. Niet alles is gelukt, maar zoiets duurt ook vele jaren. Wat is eruit voortgekomen? Ondermeer het KB van 1973 over de EFI onder een socialistische re-

gering. Hierdoor werd de werkge-ver verplicht om duidelijke econo-mische en financiële informatie te geven aan de OR.

Desillusie

In 60-61 hadden arbeiders 3 weken solidair, aaneengesloten gevochten. In het begin was men verbitterd omdat het resultaat niet gehaald werd. Het was een desillusie dat de regering niet tijdens, maar wel na de staking gevallen is. Maar daarna had men toch het gevoel: we heb-ben ervoor gevochten.

Achteraf bleek een algemene sta-kingsdag misschien beter geweest te zijn. Een algemene staking tot de finish put de arbeiders te veel uit.

Ik heb ook de bezetting van RBP meegemaakt. De stakers hebben dat 11 maanden vol gehouden. Maar er zijn veel huishoudens aan kapot gegaan. Maak dat maar eens wijs aan je vrouw dat je geen geld binnenbrengt en dat zij het gezin maar moet recht houden. Daarom mag je er ook niet mee sollen, met een staking. Het is geen spelletje. Je moet goed weten wat je doet en wat de gevolgen zijn voor het gezin van die werknemer.

… en vandaag

Je kan vandaag niet meer doen wat je toen kon. Een algemene werksta-king tot de finish is niet meer mo-gelijk. Misschien nog in gemeen-schappelijk vakbondsfront. Maar ik heb daar twijfels over. Iedereen heeft welstand. Mensen zetten veel op het spel. Nu zeker met leningen voor een huis en dergelijke.

Een algemene staking van één dag is wel mogelijk en kan doeltreffend zijn. De vrijdagstakingen eind jaren zeventig hebben de regering doen vallen. Werkstakingen van één dag, niet één maar verschillende, hebben effect. Ze doen de werkgever meer zeer. Dat is belangrijk want een al-gemene werkstaking moet je win-nen, anders geeft dat verbittering.

Er zijn vandaag ook erg goede syn-dicalisten om dat te doen. Ze zijn misschien properder nu, maar ze zijn er.

De vakbondssecretarissen zijn vandaag meer intellectueel ge-schoold, maar je moet intellect kop-

GESPREKKEN

1�VAKBOND IN BEWEGING 68

pelen aan militantisme en strijd-baarheid. Analyses maken, ok, maar je moet ook militant zijn. Als secretaris is het belangrijk om tus-sen de mensen te staan. Om als het nodig is, als eerste een mep te ge-ven maar ook de eerste mep op te vangen.

Wij speechten bijvoorbeeld ook niet met een briefje. Wij speechten van op een tafel of een stoel zonder briefje. Vroeger was dat misschien minder grammaticaal in orde, maar de zaal voelde dat je het meende. Nu gebruikt men woorden van 10 frank, dat is te proper afgewerkt.

Men vergeet dat het syndicalisme niet alleen gaat over meer loon en minder werken, de materiële zaken. Het syndicalisme is een gevoelsbe-weging.

Wij maakten een vuist !

Charles Van der Vinck

In 55 werd ik lid van ACOD, sector ministeries. Ik woonde de vergade-ringen hier bij en, omdat financiën niet zoveel leden telde, werd ik op-genomen in het gewestelijk comité van de ministeries.

Ik werkte op het ministerie van fi-nanciën op registratie en domeinen en een gesyndiceerde daar was een witte raaf. Daarom maakten ze mij lid van de nationale commissie van financiën in de schoot van ACOD.

Ik deed dat allemaal zo goed mo-gelijk. Ik volgde de syndicale be-weging, maar nog niet zo intens. Ik kende al een beetje het klappen van de zweep, maar ik moest me er nog een beetje aan acclimatiseren.

Er was al een algemene stakingsdag geweest waaraan ik had deelgeno-men. Maar zoals gezegd, ik was een witte raaf op dat werk. Iedereen zegde hoe durft die een hele dag wegblijven. Die gaat voorzeker er de gevolgen van ondervinden.

Ik was dus militant van ACOD in Antwerpen. En die was zeer strijd-vaardig. Voornamelijk onder impuls van Frans Lauwers, de algemeen secretaris van ACOD Antwerpen.

En er hing elektriciteit in de lucht. Er was de eenheidswet en de Socialisti-

sche Gemeenschappelijke Actie ver-spreidde een affiche verspreid met een bord met een visgraat op. Voilà, dat is de eenheidswet. Ik vond dat sympathiek, ook ingevolge de sig-natuur die links was. En natuurlijk, als jonge gast van 32 jaar had ik zoiets van, komaan we moeten er in vliegen. We kunnen ons niet la-ten doen.

De meeting in de Majestic

Uiteindelijk gingen we in de richting van de algemene staking en er was een meeting in de Majestic omdat de zaal in de Ommeganckstraat te klein was. Louis Major kwam spre-ken en Achiel Reintjens, de voorzit-ter van het ABVV. Ik ben met beiden altijd goed bevriend geweest, maar we verschilden soms wel van me-ning.

Major gaf een uiteenzetting over de Eenheidswet. Die was zeer duidelijk en zeer juist, maar met de conclusie was ik niet akkoord. Zijn conclusie was, bij de volgende verkiezingen kiezen we allemaal voor de socia-listen en we vegen de Eenheidswet weg. Terwijl de syndicaten meer op de positie stonden, we moeten die Eenheidswet wegduwen want als we nog moeten wachten op de ver-kiezingen, dat duurt te lang.

Reintjens had er verstand van een vergadering in één zin af te sluiten. “Kameraden” - die had zo’n patriar-chale stem - “gezien de uiteenzet-ting van onze kameraad Louis Major denk ik niet dat er nog iemand het woord vraagt en sluit ik de verga-dering.” Maar als je dan nog recht stond, zei hij “Enfin, nu sluit ik de vergadering en begint men op-nieuw”. Maar de helft van die zaal stond dan al recht en men had ge-daan.

Dus ik had dat allemaal voorbereid en ik was gaan zitten in de midden-beuk, tamelijk van voor met een Volksgazet - dat detail is van groot belang - in mijn hand. Onmiddellijk nadat Major gedaan had nam Rein-tjens het woord. “Kameraden …”, maar ik spring recht met die Volks-gazet in mijn hand en ik loop al naar voor. “Is er toch nog een kameraad die iets te zeggen heeft ?”

Waarom die Volksgazet ? Omdat ik een kameraad eens tussenkwam op basis van zijn nota’s en dat zin-de Major niet. Hij zei, “Manneke,

dat papiertje dat ze in uw handen hebben gedraaid, doet dat nu eens weg en zegt nu eens iets over uw eigen, hé”. En die man had gedaan. Die zaal lachte en het was afgelo-pen. Maar ik had die Volksgazet. Ze moesten niet zeggen dat ik dat pa-piertje moest wegdoen, want het was hun gazet. En daar had ik mijn thema in geschreven.

De twee belangrijkste punten - en ik had geluk - stonden in die Volks-gazet. Het eerste was een foto van Luik, waar de arbeiders hun fabrie-ken verlieten. Ik bedankte ten eerste Major, “Louis, ik heb al veel uiteen-zettingen gehoord over de Eenheids-wet, maar die van u was de duide-lijkste. Maar ik heb hier een foto in de Volksgazet van Luik waar de ar-beiders hun fabrieken verlaten.” En dan riep ik in de zaal, “KAMERADEN GAAN WIJ ONZE MAKKERS IN LUIK … “ Die zaal veerde recht en Major doet een kapitale fout - één van de weinige in zijn leven – en hij zegt, “Met Luik heb ik geen affaire”. En mijn tweede betoog was een motie, een bladzijde later in die Volksga-zet, van de gemeentediensten van de sector van Frans Lauwers. Ik zei, “Ik heb hier een motie van de ge-meentediensten en daarin wordt geschreven dat wij een vuist moe-ten maken …”.

Het was gedaan. Geen antwoorden. Major was geklopt. De zaal liep naar buiten en ‘s anderendaags stond het volk op de grote markt, waar de menigte werd toegesproken door Georges Debunne, algemeen se-cretaris van ACOD. De staking was uitgebroken. En ik was de enige die was tussengekomen.

De staking breidt uit en verhardt

De staking is vertrokken, voor zover ik het weet, bij de dienst reiniging. Dat was de basis van Frans Lau-wers. Die waren praktisch allemaal 80 tot 90% bij ons aangesloten. En bij de havenkapiteindiensten waar 90% lid was van ACOD. De haven lag plat en na twee, drie dagen la-gen de schepen al op de Schelde aan te schuiven tot in Vlissingen en de schepen in de haven zaten in een val. Dat was een geweldig druk-kingsmiddel.

De andere sectoren van ACOD zijn dan gevolgd, de post, het spoor, de ministeries, het onderwijs, gazelco.

GESPREKKEN

1� VAKBOND IN BEWEGING 68

Ge voelde een staking op gazelco. De elektriciteit was op halve kracht. De cinema’s die wilden voort spe-len, die zaten met generatoren bui-ten.

De BBTK is tamelijk snel meege-gaan en ook de Metaal. De Fordfa-briek, de Zaat, de Mercantile, dat waren bastions van het ABVV-syn-dicalisme. Die sloten zich aan bij de beweging, die waren ook tegen de eenheidswet. En uiteindelijk is ook de BTB gevolgd.

De beweging is uitgedeind en on-danks de kerstweek ging de staking verder. Dat was een verwondering voor iedereen.

In pamfletten en in de volksgazet verspreidden we de boodschap, we moeten standhouden. Eyskens ca-pituleert niet, wij ook niet. De wet moet nog voor het parlement ko-men en bijgevolg houden we vol. We proberen die wet tegen te hou-den.

Langs de andere kant was er de pro-vocatie van de regering. Met name hun optreden in Wallonië werkte als een rode lap op een stier. De ba-sis opteerde toen nog meer dan nu voor het algemeen BELGISCH vak-verbond. Voornamelijk in Antwerpen en ook in Gent leefde die mentali-teit. De Walen zijn onze kameraden en gelukkig dat we die hebben want die gaan verder dan wij. We gaan onze broeders niet in de steek la-ten.

Ook in Antwerpen hebben we die repressie gekend. Ik was bij het op-treden van de politie in het Centraal Station. Er waren incidenten bij de post waar de werkwilligen wer-den begeleid door rijkswachters. Dat was natuurlijk een rat die men naast een gendarm ziet. Die woe-de nam toe en verhardde de positie van de stakers.

Een halve nederlaag

We hebben drie weken stand gehou-den, in Wallonië vier bijna vijf. We hebben een harde strijd gevoerd. We hebben er veel voor opgeofferd en uiteindelijk hebben we ons doel niet bereikt. In feite is dat een ont-goocheling. Als het geen nederlaag is, is het toch zeker een halve ne-derlaag. Maar ja, blijven staken tot het einde en dan ?

Alhoewel er toch enkele positie-ve elementen waren. Heel wat za-ken die in die Eenheidswet stonden, zijn niet uitgevoerd. Men heeft die niet uitgevoerd omdat men dat niet meer durfde omdat er zo’n bewe-ging tegen geweest is.

Belangrijk voor ACOD is ook dat men voor de eerste keer de kracht en de belangrijkheid van de open-bare diensten heeft ervaren. Want zij zijn de motor geweest, zij lagen aan de basis van de algemene sta-king. … en vandaag

Een algemene staking tot de finish, lijkt me vandaag moeilijk te realise-ren. Alhoewel we niet in een glazen bol kunnen kijken. Een kortsluiting op economisch of politiek vlak kan een vonk geven die een algemene beweging doet ontstaan. Dat is nog al gebeurd. Maar we moeten toch

zoeken naar actiemiddelen die we kunnen volhouden, zelfs op termijn. Actiemiddelen die de tegenstrever pijn doen, zonder dat wij er pijn on-der lijden. Dat is niet gemakkelijk, want dat gaat misschien in de rich-ting van burgerlijke ongehoorzaam-heid in de openbare diensten. Wij zouden daar een studie van moeten maken.

Daarnaast was de staking van 60-61 beperkt tot België. Nu zijn er soberheidsplannen in Frankrijk, in Engeland, in Ierland, … In België niet omdat er nog geen regering ge-vormd is, maar dat soberheidsplan gaat komen. Men zou op Europees vlak naar een algemene gecoördi-neerde actie moeten kunnen gaan op het zelfde ogenblik. Dat was een droom van Georges Debunne.

Ik vind dat men vandaag die cre-ativiteit, die spirit toch een beetje mankeert.

GESPREKKEN

1�VAKBOND IN BEWEGING 68

Na de staking volgde een grote sociale vooruitgang

Karel Boeykens

Ik ben militant geworden in 1954 ten tijde van de grote congressen. Ik werkte als bediende bij Schip-pers-Podevijn, een metaalbedrijf met verschillende gieterijen en een atelier. Met de sociale verkiezingen heeft men mij dan gevraagd om mij kandidaat te stellen en werd ik ver-kozen. Ik ging dan ook regelmatig naar de militantenvergaderingen van het ABVV.Bij Schippers-Podevijn waren rede-lijk wat bedienden gesyndiceerd. Van de 130 bedienden waren er 80 bij ons gesyndiceerd. Het ACV was onbestaande. Bij de arbeiders was er een meerderheid voor het ABVV. Dat was allemaal hoopgevend.

Tijdens de staking van 60-61 was ik 33. Wij hebben geprobeerd om mee te doen, maar de bedienden bij Schippers-Podevijn waren passieve bedienden, geen actieve syndicalis-ten.

De stakingsdag van 29 januari

Eerst was er die 24-urenstaking van 29 januari 1960. Ik nodigde ie-dereen uit op een algemene leden-vergadering in het Volkshuis in de Abdijstraat. Wij stonden daar met zes man. Dat was weinig. Een heel discussie volgde, wat gaan we nu doen. Uiteindelijk beslisten we in staking te gaan.

Nu had Ik regelmatig contacten met de delegees van de arbeiders. Die hadden graag dat iemand van de bedienden met hen piket ging staan. Dat ging ik doen. Twee an-dere bedienden gingen naar de al-gemene bijeenkomst.

Ik stond daar aan die poort. Bij de arbeiders was er geen probleem, niemand ging daar binnen. Bij de bedienden wel en dan werd dus van mij verwacht dat ik tegen die men-sen zou zeggen geen werk te doen dat door de arbeiders gedaan werd. Om hen niet in de rug te schieten.

Tegen de middag ging ik naar het BBTK-lokaal in de Van Artevel-destraat. De twee anderen waren daar. Zij waren gestuurd naar het

piket in de het Centraal Station. Daar moet daar een massa volk ge-weest zijn. Totdat de gendarmen er genoeg van kregen, een charge uit-voerden en de stakers eruit hadden geklopt.

Na de middag zijn we dan naar huis gegaan en dat was dan het verloop van die stakingsdag.Nu, op het einde van het jaar wer-den er altijd à la tête du client gra-tificaties gegeven in verhouding tot de winst, 800 à 1000 frank. En wat stelde ik vast, de stakers kregen veel minder dan de andere colle-ga’s. Ik heb daar direct met de se-cretaris tegen geprotesteerd. Zon-der resultaat.

De bedienden staken niet mee

Met de grote staking hebben de bedienden van Schippers-Podevijn niet meegedaan. Ik had het maxi-mum gerealiseerd met die ene sta-kingsdag. En dat was tegengeval-len. Ze waren met geen stokken meer te bewegen. Er was wel sym-pathie voor de stakers, maar niet de wil om zelf te staken.

Er was ook veel interesse voor de structuurhervormingen. De oude-re bedienden hadden de vooroor-logse periode meegemaakt en dus ook het Plan de Man. Die zagen die periode terugkomen met die struc-tuurhervormingen en voelden zich herleven.

Er waren wel ondernemingen waar de bedienden zelfs zeer goed heb-ben meegedaan, zoals bij Cockerill en Bell-telephone. Daar was al een mentaliteit van de arbeiders. Maar niet bij Schippers-Podevijn.

Ik heb wel een inzameling gedaan voor de stakers. Praktisch iedereen gaf 20 of 30 frank, ook wie niet ge-syndiceerd was. Dat was dus een serieus bedrag dat ik aan de secre-taris kon overhandigen.

Aan de grote betoging van 29 de-cember heb ik wel deelgenomen. Ik kreeg geen toelating om het werk te verlaten, maar ik veegde daar mijn voeten aan. Ik was wel de al-leen. Geen enkele andere bediende ging mee. De betoging vertrok op de Frankrijklei. Mijn tram stopte in de Brederodestraat. De straat stond al vol tramstellen. De trambestuur-der verliet het voertuig samen met

de passagiers, sloot de deuren en ging mee naar de betoging. Ik denk dat het de grootste betoging was die ooit door Antwerpen was ge-lopen. De sfeer was vastberaden. Tienduizenden schreeuwden “Eys-kens buiten !’. Velen dachten dat het gebeurd was. De staking was algemeen over heel het land.Maar bij Schippers-Podevijn bloedde de staking bij de arbeiders al vlug dood. Al vanaf de 3de januari za-gen de arbeiders aan het piket dat er dag na dag meer arbeiders terug naar binnen gingen om het werk te hernemen. Ik zag dat ook want ik ging die mannen elke morgen een goedendag zeggen. Dat was triestig om te zien.

Naar sociale vooruitgang

Maar na een tijdje was de staking gedaan en dan moet je voortdoen. Ik ben dan begonnen met een cam-pagne voor de 13de maand. Daar waren de bedienden wel voor te vinden. Dat had meer weerklank. Ik organiseerde een algemene perso-neelsvergadering en iedereen was daar. En ik heb dat er door gekre-gen. De directie heeft toegegeven. Ze verkozen een bericht uit te han-gen dat de gratificatie werd veran-derd in een dertiende maand waar iedereen recht op had. Daar was het mij om te doen.Er is daarna in de periode ‘61 tot ‘65 trouwens een grote sociale vooruit-gang gerealiseerd. Denk maar aan het jaarlijks verlof dat uitgebreid is.

… en vandaag

Vandaag zie ik echter niks bewe-gen in de richting van een staking. Nochtans vind ik dat men af en toe zijn kracht moet tonen om au se-rieux genomen te worden.

Op het politiek vlak zie ik ook weinig gebeuren. Het is precies of niemand durft met progressieve voorstellen voor de dag te komen waar men dan de massa kan achter krijgen.

Los daarvan vind ik dat een dele-gee ook op ondernemingsvlak een situatie kan creëren waarin het voor de onderneming beter is om met de vakbonden overeen te komen dan ze te bestrijden. Dan kan je veel verwezenlijken. Het is dan ook onze plicht om van die gelegenheid ge-bruik te maken zodra die zich voor-doet. Ook als voorbeeld voor andere ondernemingen.

GESPREKKEN

1� VAKBOND IN BEWEGING 68

foto: Amsab-Instituut voor Sociale Geschiedenis

De staking van de Eeuw, 50 jaar later

50 jaar geleden hield de staking tegende Eenheidswet ons land in de greep.

Het was een keerpunt in depolitieke en sociaal-economische

geschiedenis.Een ommekeer die tot vandaag

mee vorm geeft aan hetuitzicht van België.

Deze historische staking wordt herdachtmet een tentoonstelling. Aan de handvan foto’s en documenten worden degebeurtenissen van dag op daggereconstrueerd. De tentoonstelling ismeer dan een terugblik. Ze legt ook eenduidelijke band naar de samenlevingen onze vakbond vandaag.

De tentoonstelling de staking van ’60-’61 kan gratisbezocht worden op verschillende lokaties in Antwerpen:BBTK Antwerpen | Van Arteveldestraat 9/11 | 2060 Antwerpenvan 15 december 2010 tot 31 januari 2011 | tijdens de openingsuren

AC Antwerpen-Waasland | Van Arteveldestraat 17 | 2060 Antwerpenvan 21 december 2010 tot 31 januari 2011 | tijdens de openingsuren

ABVV-regio Antwerpen | Ommeganckstraat 53 | 2018 Antwerpenvan 21 december 2010 tot 31 januari 2011 | tijdens de openingsuren

Alle openingstijden kunnen online geraadpleegd worden opwww.abvv-regio-antwerpen.be

Deze tentoonstelling kwam tot stand in opdracht van het ABVV enwerd gerealiseerd door Amsab-Instituut voor Sociale Geschiedenis.

v.u. Dirk Schoeters, Ommeganckstraat 35, 2018 Antwerpen

1�VAKBOND IN BEWEGING 68

125 JAAR BWP

D E G R O T E V O O R V E C H T E R S V A N H E T S O C I A L I S M E ( D E E L 3 )

Overleg en strijd

LOUIS MAJOR Een naam die zowel verbonden is met de socialistische vakbond als met de partij is zeker Louis Major.Joos Florquin, had een interview met Louis in het ka-der  van  een  uitzending  van  “Ten  huize  van”  voor  de openbare omroep van toen. Graag brengt V.I.B  u  en-kele fragmenten uit deze uitzending van 6 april 1967. In ons vorig nummer hadden wij het over de oorlogs periode uit het  leven van Louis Major. Nu maken wij een  laatste  sprong  in  de  tijd,  naar  de  periode  na  de tweede wereldoorlog.

Joos  Florquin: Wat u verdedigt zou ook kunnen in een andere vak-beweging. Waarom dan een socia-listische vakbeweging?Louis Major: Er zou maar één vak-verbond moeten zijn in ons land en in alle landen, een vakverbond waarin de filosofische opvattingen volledig vrij moeten zijn en waar-in, zoals het in Oostenrijk gebeurt, kontakten en binnengroeperingen mogen bestaan. Die eenheid zou de macht van de syndicale beweging nog aanzienlijk vergroten, hoewel ik moet zeggen dat de vakbeweging in ons land percentsgewijze een van de sterkste is ter wereld. Er zijn maar een paar landen waar het nog beter is o.a. in Zweden.

JF: Wat scheidt de socialistische en kristelijke vakbeweging dan nog? LM : De historische groei. Vergeet niet dat er in het begin maar één vakbond bestond. Tot de katholieke partij, omwille van haar politieke invloed, een katholie-ke anti-socialistische vakbeweging heeft gesticht. Het was Carton de Wiart die daar speciaal de aandacht op heeft gevestigd. Er was tussen die twee bewegingen dan ook geen contact: de basis en de principes la-gen volledig uit elkaar.Maar sedert 1925-26 heeft de kris-telijke anti-socialistische vakbewe-ging zich ontwikkeld tot een reële vakbeweging en dat is het werk van Pauwels en Gust Cool geweest. De toenadering zou nu gemakkelijker zijn maar ook geschiedkundig is elke vakbond vergroeid met de politieke beweging, de onze met de socialis-

tische partij, de kristelijke met de katholieke. Een voorbeeld daarvan is de totale oppositie van de twee vakbewegingen in de koningsstrijd en de schoolstrijd. Maar wij hebben geleerd dat we tegenover patroons macht hebben als we eensgezind zijn, dat we in de paritaire kommis-sie dezelfde stellingen tegenover de patroons moeten verdedigen en dat we er alle belang bij hebben op sommige ogenblikken onze pro-gramma’s van onmiddellijke uitvoe-ring gezamenlijk voor de patroons en zelfs voor de regering te bren-gen. Dat is vaak gebeurd de laat-ste jaren. We kunnen spreken van een syndicaal front tussen ABVV en ACV, tussen de sectoren van open-bare diensten en in vele gevallen ook tussen andere sectoren.Dat heeft meegebracht dat de vak-beweging een vrijere positie heeft ingenomen, zelfs tegenover de po-litiek in het algemeen en de partij-en in het bijzonder. Een voorbeeld daarvan is de stelling van het ACV tegen de volmachtwet, die door alle kristelijke democraten werd goed-gekeurd. De evolutie zou moeten gaan naar één vakbeweging en ik hoop dat de arbeiders hun eenheid zullen vinden en zullen fusioneren in een vrije vakbeweging, waarbij de mensen zich vrijelijk aansluiten.

JF: Men zegt wel eens dat de vak-bonden een nieuw vorm van kapi-talisme zijn, ik bedoel dat zij nu de macht hebben die de kapitalisten bezaten en dat zij die macht even-tueel ook naar willekeur kunnen ge-bruiken.

LM: De vakbeweging kan alleen met het machtswapen werken. De staking is het enige machtsmiddel maar dan ook een middel dat zo weinig mogelijk moet gebruikt wor-den. Ik heb dat praktisch ondervon-den, omdat ik er zoveel heb moeten doen. Maar het moet blijven bestaan om-dat de grote massa van arbeiders in gelijk welke samenleving een mid-del moet hebben om zich te verdedi-gen. Wij zijn tegenover de patroons geen gelijke partners: wij kennen niet de kostprijs, niet de winst en hebben niets te zeggen, noch in de oriëntatie van het bedrijf, noch in de investeringen, hoewel ons bestaan ervan afhangt.Om normaal te kunnen onderhan-delen, om de twee contractanten in gelijke positie te stellen, hebben wij dat machtsmiddel nodig. Arbeid is een zeer speciale koopwaar en zon-der vakbond, die de verkoper is van die arbeidskracht, staat de arbeider tegenover de patroon in een min-derwaardige positie. We zouden het zo kunnen zeggen: wij vechten voor zeggenschap in de bedrijven en in de economie, omdat de goeie gang ook ons bestaan moet garanderen terwijl de patroons vechten voor pri-vileges die ze wensen te behouden. De vakbond moet nog altijd eisen en dat is altijd gemakkelijker als er spanning is op de arbeidsmarkt, als er mankracht nodig is. Wij moeten eisen zolang wij geen medezeggen-schap krijgen.

JF: Het is dus duidelijk een macht.LM: Een nuttige macht die iets rea-

1� VAKBOND IN BEWEGING 68

125 JAAR BWP

liseert. Vergelijk maar eens met de bedienden: 40% van hen zijn niet georganiseerd terwijl de arbeiders voor 80% lid zijn van de vakbond. Vergeet dan ook niet dat de alge-mene vergadering de beslissingen treft. Als een vakbond niet meer voldoet, neemt de arbeider ontslag.

JF: Dat is toch nog geen antwoord op een mogelijke willekeur?Het kan gebeuren dat bepaalde groepen van arbeiders, die bepaalde posities innemen in het economisch gebeuren en daarbij weinig talrijk zijn maar zonder wie de bedrijven niet kunnen werken - b.v. de arbei-ders van de elektrische centrales en de havenkapiteins - van hun posi-tie misbruik zouden willen maken. Maar dan zeggen wij als vakbond dat zij geen misbruik mogen maken van hun positie en dat zij geen te grote voordelen mogen krijgen ver-geleken met de andere arbeiders. Maar aan de andere kant zeggen wij ook dat indien in die sectoren niet alles gegeven wordt aan socia-le voordelen, lonen, werkvoorwaar-den enz., dat de opbrengst van die voordelen niet moet terechtkomen in de zak van de patroon maar dat in deze bedrijven de kostprijs moet verlaagd worden, zodat de voorde-len ten goede komen aan de gehele gemeenschap en dus ook aan de ar-beiders.

JF: Men zegt nog dat de vakbonden rijk zijn? LM: Men moet een verschil maken tussen de stakerskas en het ge-wone bezit. De stakerskas is een strijdfonds en daarvoor moet zeer veel geld beschikbaar zijn of anders heeft het stakingswapen geen zin. Wij moeten kunnen betalen opdat de mensen niet door nood gedwon-gen zouden zijn te gaan werken. Zo komt het dat, om de druk een beetje te versterken, we na vier weken een verhoogde dagelijkse vergoeding betalen. De stakingsvergoedingen zijn zeer hoog en als er staking is kost dat vele miljoenen aan de vak-bond. De staking van 1960-61 heeft ons vele honderden miljoenen gekost aan vergoeding. Reken maar eens zelf uit wat 10.000 mensen te-gen een paar honderd frank per dag kosten. De rijkdom van de vakbond zit in de stakerskas en de vakbond moet over veel geld, over een ze-kere liquiditeit kunnen beschikken omdat men bij staking direct moet kunnen betalen. Dat heeft veel invloed op de hou-

ding van de patroons.Administratief zijn de vakbonden niet rijk. We hebben zelfs moeilijk-heden wat betreft de bestendige verhoging van de lonen, waar die niet altijd samengaat met de verho-ging van de bijdragen.

JF: Er is de laatste dertig, veertig jaar een grote evolutie geweest in de status van de arbeider. Hij heeft het materieel veel beter. Volgt zijn geestelijke evolutie deze verbeterde materiële toestand? LM: Ik zou er geen maat op dur-ven zetten van minder of meer. Met de verbetering van het onderwijs, met de verhoogde levensstandaard, met de verbeterde woningen, met de mogelijkheid zich goed te kleden is er geen onderscheid meer tus-sen arbeider en burger. De arbei-ders gaan naar theaters, concert, bioscoop. Een minderheid weliswaar maar dat is ook zo bij de burgerij. Er is radio en televisie en dat alles heeft de arbeider zeker een hogere standing gegeven.Als praktisch bewijs en voorbeeld kan ik het arbeidersvakantiecen-trum ‘Zeezicht’ in Mariakerke ci-teren. Daar zijn in de vakantie de meest verscheidene mensen sa-men: intellectuelen, kunstenaars, directeurs, gewone arbeiders. Bij de standing die de zaak heeft en bij het regime van stijlvolle bediening die er bestaat, passen allen zich perfect aan, zodat men geen onderscheid kan maken tussen de enen en de anderen.Het is eens gebeurd dat de heer Corbet, die daar met vakantie was, me zei: “Het is jammer dat de ge-wone arbeider hier niet op vakantie kan komen net als wij”. Ik heb hem dan gezegd: “Zie daar aan die tafel, dat zijn drie dokwerkers, dat is een metselaar, dat zijn timmerlieden.” Hij moest toegeven dat er geen verschil was in standing. Zowel de opvoeding als de culturele vorming zijn zeker veel verbeterd.Het grote probleem is nu de vrije-tijdsbesteding maar ook dat evolu-eert gunstig. Wij zien dat dokwer-kers naar schone stukken natuur gaan voor hun vakantie, dat ze les-sen volgen over economie, dat ze boeken lezen en nieuwsgierig zijn om meer over een probleem te we-ten. De handicap van de arbeider ligt nog alleen in het feit dat zijn ouders hem geen studiemilieu en -richting kunnen geven, wat in bour-geoiskringen wel mogelijk is.

JF: U bent een prominent figuur in de Europese vakbeweging. Wat is het nut daarvan? LM: De samenbundeling van alle syndicale bewegingen om geza-menlijk de levensstandaard van de arbeider in de wereld te verbe-teren. We willen de vakbonden in alle landen helpen uitbouwen, om-dat de loonsvoorwaarden mee be-palend zijn voor de concurrentie en omdat we solidair willen zijn met de minder ontwikkelde landen, die nog geen of een zwakke vakbeweging hebben. De vakbeweging voert ook strijd voor de rechten van een volk bij de Verenigde Naties, ze komt tussen voor de verdediging van de vrede en de vrijheid van bepaalde landen, ze organiseert internatio-nale solidariteitsbewegingen in mo-menten van strijd in het een of an-der land. Zo kregen wij in 1960-61 bij de staking tegen de eenheids-wet op enkele dagen tijd van onze zusterorganisaties een lening zon-der intrest van meer dan honderd miljoen frank. Er bestaat daarvoor natuurlijk reciprociteit. Ook zorgt de vakbeweging ervoor dat als er sta-king is in een land het werk niet in een ander land gedaan wordt.Ik ben ondervoorzitter van het wereldvakverbond. Na de oorlog hebben wij onder de druk van de Engelsen een grote eenheidswe-reldvakverbond willen maken voor alle arbeiders. De kristelijken heb-ben niet mee willen marcheren om bepaalde redenen, ook omdat dat wereldvakverbond onder de domi-nerende druk van de Russen stond. Na enkele tijd was de druk van de communisten zo sterk en werden er in het tijdschrift bestendig zo-veel aanvallen gedaan op de ande-re vakbonden, dat die eenheid niet

1�VAKBOND IN BEWEGING 68

125 JAAR BWP

te houden was. Het was trouwens meer een zuiver eenzijdige politie-ke organisatie dan een vakverbond. Daarom moesten wij eruit treden. Ik heb daarover verslag uitgebracht en ik heb voorgesteld dat we uit dat wereldvakverbond zouden treden. Dat is ook gebeurd: de kleine lan-den en de niet-communistische lan-den zijn geen lid gebleven. Daarna is dan het IVVV ontstaan, het In-ternationaal Verbond van Vrije Vak-verenigingen. Niet alleen socialis-tische vakbonden maken hier deel van uit, maar ook andere, zoals de christelijke vakbeweging van Italië, de eenheidsvakbeweging van Duits-land, vakbonden uit Amerika, Azië, Australië, Afrika: bonden die zeker niet allemaal socialistisch zijn.JF: Welke zijn de mooiste realisaties geweest in uw leven? LM: Over het algemeen genomen de verbetering van de levensstan-daard van de arbeiders, waarvoor we stapgewijs iets hebben kunnen doen: o.a. de arbeidsongevallen, de invoering van de 40-uren-arbeids-week op de dokken in Antwerpen na de staking van 1936.Een realisatie die mij zeer na aan het hart ligt, is die van het grote vakantietehuis van het ABVV ‘Zee-zicht’ in Mariakerke. Het was mijn bedoeling aan te tonen hoe volgens ons een modern vakantiehuis dient opgevat om onze arbeiders vakan-tie te bezorgen tegen een goedko-pe prijs maar met moderne verzor-ging. Het was een oude droom van mij want ik had de herinnering aan mijn jeugd, toen ik als kleine jon-

gen aan de deur van de grote hotels stond te kijken en dan weggejaagd werd. Ik heb er lang van gedroomd ook voor onze arbeiders op de zee-dijk zo een mooi hotel te bouwen en ik ben gelukkig dat ik die gele-genheid heb gekregen. Wij hebben maar één moeilijkheid en dat zijn de klachten omdat we niet aan de vraag kunnen voldoen. Dat tehuis is een combinatie van een hotel en een restaurant vlak aan het strand, waar men kan zwemmen onder be-waking, waar er vergaderzalen zijn, jeugdzalen, een ijssalon, kamers, douches, noem maar op.Buiten het seizoen kunnen we daar honderden ouden van dagen her-bergen en ze er goed verzorgen. Het is voor mij een grote voldoening dat deze mensen die vroeger geen vakantie hebben gekregen er daar nu een kunnen krijgen. In de win-ter worden daar verder ook studie-weekends ingericht en klassen met didactisch materiaal, alles waarvan ik ooit gedroomd heb. Daarbij komt nog dat heel deze onderneming zichzelf kan bedruipen, ook al is al-les er eerste klas.Veel voldoening heb ik ook aan de turnbeweging van de gouw Antwer-pen, waarvan ik voorzitter ben. Ik heb altijd mijn interesse voor de jeugdbeweging behouden. Wij heb-ben meer dan 7000 effectieve tur-ners en ook de kampioenenploeg van België. Heel deze beweging steunt op een zeer groot kader van technische lei-ders, die allemaal kosteloos mee-werken. De waarde van deze be-

weging, zowel voor de individuele karaktervorming als voor de col-lectieve opvoeding, is niet te schat-ten.Er is dan ook het Sana De Mick, dat gesticht werd door de vereniging Heropbeuring waarvan ik voorzitter ben. Het sanatorium bevindt zich in St.-Job-in-’t-Goor en biedt plaats aan 200 zieken. Het wordt be-schouwd als een model in zijn gen-re zowel om de buitengewoon goe-de geneeskundige behandeling als om de goede verzorging. Er bestaat een vereniging van de vrienden van De Mick, die meer dan 2500 leden telt en die elk jaar door het geven van feesten en andere activiteiten bijna een miljoen samenbrengt om de verzorging van de zieken op het hoogste peil te brengen.Een van de verwezenlijkingen waar-op ik het fierst ben, is de realisatie van de arbeidsrechtbanken, waar-door het arbeidsrecht als een vol-waardig recht erkend is. Ik was daarvan overtuigd van vóór de oor-log. Tijdens de oorlog zijn wij er met een kleine ploeg aan beginnen werken. Cyriel de Swaef was daar-bij, Jan Framey en Coesens. Na de oorlog heb ik de oprichting telkens weer als wetsvoorstel ingediend. Nu is de gerechtelijke hervorming vol-ledig gerealiseerd. Wij staan daardoor ver vooraan op dit gebied. Deze realisatie - arbeids-recht als een recht op zichzelf in-stellen en daarbij speciale recht-banken oprichten die evenwaardig zijn en wel op elk niveau - is zeker een omwenteling in het recht. Wij hebben daarvoor zeer lang en soms in zeer moeilijke omstandig-heden moeten strijden maar de vakbeweging heeft volledige resul-taten geboekt.

JF: Een leven als dat van u moet ook harde momenten gekend hebben. Welke zijn de hardste geweest? LM: De nacht dat vader verdronk. We kregen geen nieuws en ver-wachtten hem gedurig, iedere stap in de straat gaf de hoop dat hij het zou zijn en iedere wegstervende stap maakte ons wanhopig. Dat is een verschrikkelijke nacht geweest.Dan zijn er ook moeilijke ogenblik-ken geweest in de weerstand, bv toen ik door de Belgische politie werd aangehouden en aan de Duit-sers werd overgeleverd. Dat was in 1942 en ik ben daar gelukkig uitge-sparteld.Lastig is ook de tijd geweest van de wilde stakingen, vooral die van

LOUIS MAJOR IN DE KAMER

�0 VAKBOND IN BEWEGING 68

125 JAAR BWP

1957, die we niet erkend hebben. 16.000 dokwerkers drie weken lang niet betalen, in hun eigen belang en met de stilzwijgende goedkeuring van de meerderheid.Dan is er ook het uitbreken geweest van de tweede wereldoorlog wat een ramp werd.

JF: U bent nooit minister geweest. Zou een specialist van de vakbond geen uitstekend minister zijn? LM: Ik heb dat altijd geweigerd om-dat de syndicale beweging even be-langrijk is als een ministerschap. Maar wij hebben wel met diverse ministers samengewerkt. De vakbe-weging kan ook meewerken zonder te eisen, als het algemeen belang dat vraagt. Wij hebben vaak onze verantwoordelijkheid genomen om eisen, die overdreven waren of die de economie van het land niet zou kunnen dragen achteruit te stellen tot ze economisch en sociaal moge-lijk waren. Dat is niet altijd gemak-kelijk.

JF: Indien u morgen volmacht kreeg om België uit te bouwen naar uw zin, wat zou u doen? Het parlementair democratisch regi-me met zuiver algemeen stemrecht behouden. Dat is en moet de opper-ste macht zijn. Dan zou ik de eco-nomie zo organiseren, dat de me-dezeggenschap van de arbeiders en de verantwoordelijkheid van debedrijfsleiders zouden gekoppeld zijn aan dienst van het algemeen belang. Dat betekent dat elkeen volledig op de hoogte zou zijn van de feiten, kennis zou hebben van de winsten en de kostprijs en zijn oor-deel zou kunnen geven over de in-vesteringen van de toekomst.Ik zou het land industrieel zo uitbou-wen, dat de arbeidsverdeling samen met de coördinatie en de specialisa-tie zou gericht worden op een maxi-mum aan productiviteit en een mi-nimum voor de prijzen, en daarbij zou aan elkeen die tussenkomt in het productieproces een rechtmatig deel toegekend worden.Ik zou een bijzonder rationeel ver-delingsstelsel uitbouwen, zo dege-lijk en zo goedkoop mogelijk, voor de bevrediging van de verbruiker met inachtneming van zijn vrije keuze.Ik zou het geheel doen werken in een stelsel van behoeftebevredi-ging van de mensen zoals wij het in het begin noemden, waarin elkeen naargelang van zijn werkkracht, zijn capaciteit, zijn dynamisme zou

vergoed worden voor het geleverde werk.En dat alles in afwachting dat we een vrije democratische socialisti-sche maatschappij zouden kunnen oprichten samen met de andere landen.Uitzending: 6 april 1967.

Aanvulling:U moet dit interview vooral lezen in zijn tijdsgeest. Ondertussen is er veel veranderd.Louis is toch minister van Arbeid en tewerkstelling geworden in 1968 en gebleven tot 1973.Zeezicht in Mariakerke Oostende is ondertussen ook gesloten.Ook veranderingen bij Sana De Mick, vermits longtuberculose door de vooruitgang van de geneeskun-de en algemene verbetering van de

leef- en werkomstandigheden stil-aan verdween besliste de overheid in 1987 alle sanatoria te sluiten. Sindsdien onderging De Mick her-haaldelijke reconversies en wijzi-gingen. Om te kunnen beantwoorden aan de hedendaagse kwaliteitseisen werd de instelling volledig gereno-veerd van 1995 tot 2005. Verschillende socialistische turn-kringen zijn nog steeds actief.Wij zullen Louis vooral herinneren door “De Wet Major”Ludovicus Carolus Major overleed te Antwerpen op 19 februari 1985.

Opzoekwerk en inventarisMarcel Beerlandt Met Dank aan VRT archief, AMSAB, Wikipedia.

�1VAKBOND IN BEWEGING 68

HERDENKING

Louis Major (Oostende, 20 december 1902 - Antwerpen, 19 februari 1985) is ook buiten vakbondskringen be-kend als de grondlegger van de wet op de havenarbeid, in de volksmond gekend als de “Wet Major”. Dankzij deze kaderwet kregen omschrijvingen als “ha-venarbeid” en “havengebied” in 1972 eindelijk een wettelijke omkadering waardoor vele discussies uit de wereld konden werden geholpen. Vanaf de jaren ’30 discussieerden de goederenbehandelaars en de haven-vakbonden immers vaak over wat precies havenarbeid was en door wie die havenarbeid moest verricht wor-den. Havenvakbonden meenden dat alle arbeid in het havengebied door havenarbeiders moest verricht wor-den. Deze kregen hiervoor een havenarbeiderloon, zo-als dat werd vastgelegd binnen het paritair comité. Goe-derenbehandelaars interpreteerden dit minimalistischer. Zij meenden dat alleen het strikte laden en lossen van de schepen, de handelingen aan boord van het schip en on-middellijk aan de kaai, onder de term havenarbeid viel. Deze visie zette de deur open voor het aanwerven van fabrieksarbeiders die tegen lagere lonen aan de slag gin-gen in de natiemagazijnen. In 1972 werd hier een mouw aangepast door het van kracht worden van de wet op de havenarbeid. Het eer-ste artikel van deze wet van 8 juni 1972 liet aan dui-delijkheid niets te wensen over; “Niemand mag in het havengebied, havenarbeid laten verrichten door andere werknemers dan erkende havenarbeiders“. Dit statuut is tot op de dag van vandaag heilig voor de dokwerkers.

Wet Major onder vuur Vanaf het ontstaan zetten zowel havenwerkgevers, het Havenbedrijf als bepaalde Belgische en een aantal Euro-pese beleidsmakers de wet Major onder druk. De BTB vakgroep Haven heeft al geruime tijd beslist om via de Europese organisatie ETF deel te nemen aan de door

Waarom BTB de wet Major elk jaar herdenkt

de Europese Commissie georganiseerde Sociale Dialoog voor Havens. De deelname in deze sociale dialoog be-tekent dat BTB Europees wenst te onderhandelen over veiligheid, gezondheid en opleiding voor havenarbeiders binnen de Europese havens.Onze Transportbond en wij allen zullen in de toekomst uiterst waakzaam moeten blijven voor verdere aanval-len op dit statuut vanuit welke hoek dan ook, waarmee men zowel de havenarbeid, alsook de Wet Major dreigt onderuit te halen.

Bronnen: 100 jaar Havenarbeidsersbond Antwerpen – Van dok-werker tot havenarbeider” Stephan Vanfraechem, Bob Baete. Speech Marc Loridan, traditionele plechtigheid 1 novem-ber 2010.

Het standbeeld van Louis Major is te vinden op een hoek van het stadspark aan de Loosplaats.

LOUIS MAJOR OP BEZOEK BIJ “DE MICK”

�� VAKBOND IN BEWEGING 68

ACTUEEL

Wat willen we met de EPD-acties bereiken?

Mensen bewust maken is de bood-schap! De loonkloof bestaat, maar niet iedereen weet dat. Niet alleen het loonverschil, maar ook de maat-schappelijke oorzaken, de gevolgen en oplossingen zelf plaatsen we in de kijker.Meten is weten! De eis naar officiële en betrouwbare cijfers over de loon-kloof vergroot onze kennis en geeft ons meer slagkracht bij onderhan-delingen of het afdwingen van be-leidsmaatregelen. Het jaarlijks loon-kloofrapport van het Instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen - één van onze eerste eisen – geeft ons reeds een zicht op de loonkloof op de arbeidsmarkt en in de secto-ren. Maar op ondernemingsvlak tas-ten we nog steeds in het duister.Lagere vrouwenlonen mogen niet louter bekeken worden als het re-sultaat van individuele en vrije keu-zes. Die zijn zeker niet zo vrij als we willen geloven. Een collectieve en maatschappelijke aanpak van de loonongelijkheid is dus echt wel noodzakelijk! Betaalbare en toegan-kelijke kinderopvang kan bvb. het deeltijds werken en de deeltijdse lo-nen bij vrouwen helpen indijken.Om de loonkloof aan te pakken moe-ten we politici, overheden, werkge-

vers en vakbonden op hun verant-woordelijkheid wijzen. Zij moeten initiatieven nemen om de loonkloof te bestrijden en op termijn onge-daan te maken.

Er is al veel gedaan, maar er moet nog veel gebeuren.Hoewel meisjesstudenten hun man-nelijke collega’s bijbenen (en over-treffen) qua studieniveau, toch zor-gen hardnekkige vooroordelen en maatschappelijke rolpatronen er nog altijd voor dat de loonkloof nau-welijks verkleint.“Hoeveel verdien je?” is nog altijd een gevoelige vraag, maar het ta-boe is wel kleiner geworden. Dat is goed, want openheid over lonen cre-eert meer transparantie en ruimere onderhandelingsmogelijkheden. Beleidsmakers worden steeds na-drukkelijker voor hun verantwoor-delijkheid geplaatst door meer en nauwkeuriger statistieken.

En in de ondernemingen?

Vakbondsafgevaardigden beschik-ken over verschillende middelen om een duidelijk beeld te krijgen over de (on)gelijkheid tussen vrouwen en mannen op hun bedrijf, maar ze zijn te weinig gekend of worden te weinig gebruikt:Gegevens op de sociale balans ont-

breken of zijn dikwijls te vaag.De verplichte informatie over te-werkstelling wordt niet gegeven of is onvolledig.Het jaarlijks verslag over gelijke kansen tussen mannen en vrouwen blijft een dode letter.Positieve actieplannen voor werk-neemsters bij herstructurering ontbreken in de meeste gevallen. Nochtans is deze verplichting geen toeval. Het zijn immers meest-al vrouwen die “overbodige” jobs uitoefenen en bijgevolg de eerste slachtoffers zijn.Loonstatistieken bestaan wel op fe-deraal of sectoraal niveau, maar niet op bedrijfsniveau.

Wil je meer weten over de loonkloof en onze EPD campagnes? Lees er dan de brochure “5 jaar EPD 2005-2009” op na. Wil je helpen om deze loon-kloof samen met ons te dichten? Maak dan gebruik van onze bro-chure “Een kleine gids voor grotere loongelijkheid V/M”. Beide brochures zijn gratis te beko-men via de website www.abvv.be – klik op “themapagina gelijkheid V/M” – klik vervolgens op “contact”

Straffe Madammen brunch en de tentoonstelling “Een vrouw, Een stem”

We willen zo breed mogelijk sensi-biliseren. We bereiken al heel wat mensen met onze publieks- en be-drijfsacties, maar het kan altijd beter. Daarom organiseerden we verleden jaar een eerste Straffe Ma-dammen-tentoonstelling die gans de maand maart liep en eindigde met een fel gewaardeerde brunch. Dit jaar bieden we hetzelfde re-cept aan: een interessante tentoon-stelling en een hartverwarmende brunch.

Noteer alvast volgende data: 3 maart 2011 om 19.30u opening van de tentoonstelling27 maart 2011 vanaf 9.00u brunch met getuigenissen en een streepje muziek.Place to be: OC NOVA, Schijfstraat 105, 2020 Antwerpen

EQUAL PAY DAYEN STRAFFE MADAMMENEPD is de dag voor gelijk loon.

Equal Pay Day is de dag tot wanneer vrouwen moeten wer-ken  om  op  jaarbasis  evenveel  te  verdienen  als  wat  man-nen in één jaar tijd verdienen. Ze werken gemiddeld  zowat 3 maanden gratis per jaar! En dit blijft niet zonder gevolg voor wat betreft hun sociale zekerheidsrechten, in het bij-zonder de opbouw van het pensioen.

Daarom kaarten het ABVV en zij-kant, de progressieve vrou-wenbeweging, jaarlijks het loonverschil tussen vrouwen en mannen  aan  met  een  grootscheepse  bewustmakingscam-pagne in gans België. De datum is bewust gekozen, hij sym-boliseert de 3 maanden gratis werken en valt dus telkens op het einde van maart. Sinds 2005 groeide Equal Pay Day dankzij originele en spraakmakende campagnes uit tot een ijzersterk “merk”. Het werd zelfs een gegeerd ‘exportpro-duct’  dat  naar  landen  als  Zwitserland,  Oostenrijk,  Duits-land, Luxemburg, Frankrijk, Estland en Tsjechië werd uit-gevoerd.

��VAKBOND IN BEWEGING 68

ONGEWONE MENSEN

Romain, je bent jarenlang de man geweest achter onze cursiefjes, maar nu mag het wat langer. Dus: Wie ben jij?

ALS KOMMUNIST GEBORENIk ben geboren op 21 maart 1936. Alhoewel de lente begon was het helemaal geen lente in Europa. In Spanje woedde toen de burgeroor-log en speelde zich het voorspel af van de wereldoorlog die nog moest komen. Ik denk dat de wereld waarin men geboren wordt een onuitwisbare invloed heeft op je verdere leven. Het is een reeks van ervaringen die het denken bepalen. Je registreert en later kun je dat plaatsen. Vader was een frontsoldaat van Wereld-oorlog I. Hij sloot zich aan bij het Vlaams Nationaal Verbond en stapte er terug uit toen de collaboratie met de Duitsers al te duidelijk werd. Moeder zong : Zie eens aan wat marionetten dat ze in ‘t ministerie zetten,Zie eens aan wat komediepraat in de kamer en senaat. Antipolitiek, toen al…

Vader stierf in 1943 in volle oorlogs-ellende van WO II. Hij was in WO I “van de gas gepakt” zoals men toen zegde en dat werd hem uiteindelijk fataal. Van armoede was hij tijdens de tweede oorlog in Duitsland gaan werken. Tijdens deze oorlogsjaren kenden wij miserie en probeerde

moeder haar drie kinderen aan eten te helpen. Als weduwe had ze geen inkomen. Na het einde van de oor-log kreeg ze een klein pensioentje als oorlogsweduwe.

Welke studies heb je gedaan? Studeren zat er niet in. Op 12-jarige leeftijd voelde je reeds het klasse-verschil. Kinderen van ouders met centen gingen naar het College en wie meer of minder vrijzinnig was trok naar het Atheneum in Ant-

werpen. Diegenen die dat écht niet konden betalen bleven achter in het dorpsschooltje… Zodat ik zonder veel moeite de primus van de klas werd. Ik kon vrij goed schrijven, al was er nog een betere in de klas. Ik deed dat ook graag. Maar ver-der studeren, dat ging echt niet. Er moest brood op de plank komen.

Was het moeilijk om werk te vin-den?Ik ging op 14 van school en heb dan enkele maanden thuisgezeten omdat ik geen werk vond. Ik werk-te 14 dagen in een confiserie maar dat was echt niks voor mij, dus daar stopte ik mee. Maar dan kon ik op een klein drukkerijtje beginnen. En dat was het werk dat ik graag bleek te doen.

Daar komen we straks nog op te-rug. Want 1950, dat was ook het jaar dat je het communisme in je armen sloot. De Russen hadden bij Stalingrad de Duitsers dodelijke slagen toege-bracht. De Sovjet-Unie dat was de bondgenoot. Tot Churchill de Kou-de Oorlog lanceerde. Als je 15 jaar bent en de oorlog meegemaakt had was je wel behoorlijk gebeten op de

VERHAAL VAN EEN MILITANTENLEVENRomain  De  Fleurquin  is  onze  rots  in  de  branding  voor  de lay-out van Vakbond in Beweging.  Geduldig wachtend op de teksten die altijd weer te  laat komen, altijd bereid om toch nog iets aan te passen als het tijdschrift al klaar is voor de drukker.  Af en toe zucht Romain en laat hij weten dat de kopij nu wel mag komen, of dat er toch nog veel fouten in die tekst stonden en of we die niet wat beter kunnen na-lezen, dat die foto van het internet echt niet goed genoeg is voor fatsoenlijk drukwerk. Wij houden dan ons hart even vast, maar Romain doet daarna gewoon zijn ding en Vak-bond in Beweging vertrekt weer eens naar de drukker.  Ro-main is een echte vrijwilliger. In het Europese jaar van de Vrijwilliger willen we Romain in de bloemetjes zetten. Bo-vendien wordt hij dit jaar 75 jaar. Tijd voor een babbel dus. Voor Romain hoefde het niet zo, maar na enig aandringen was hij toch bereid tot een interview. Maar het moest niet te  lang worden zei hij.  

EVEN CORRESPONDENT VAN “DE RODE VAAN”

�� VAKBOND IN BEWEGING 68

ONGEWONE MENSEN

Duitsers. En de opdeling van Duits-land in twee delen en het verbod om terug te bewapenen vonden wij maar normaal. Op een gegeven moment trok een KP-betoging door de oude stads-wijken. Het was 1950, men wilde de Duitsers terug bewapenen want zij waren een essentieel onderdeel van de prille Koude Oorlog met het gevreesde bolsjewisme. Mijn broer sloot zich aan bij deze betoging en ik ging mee. Zo kwamen wij in con-tact met de Belgische communis-ten. Wij gingen naar de celvergade-ringen, in ons geval was dat thuis bij een Joodse migrant. Hij heette met zijn familienaam “Fuhrer” en dat moet hem waarschijnlijk zijn hele leven achtervolgd hebben. Hij was een begenadigd pianist. Op die celvergaderingen kregen we les van Jan Debrouwere, later hoofdredac-teur van “De Rode Vaan”, over Marx en Engels en leerden wij citaten van Lenin. Voor een 15-jarige knaap te ver gegrepen en ik ging liever wat op de piano van René Fuhrer tok-kelen.We wilden een andere maatschap-pij toen. Ik heb dat lang volgehou-den. Misschien is het wel een kin-derziekte (lacht). Ik ben nog even correspondent geweest voor De Rode Vaan. Ik ging toen naar een tentoonstelling van Frans Masereel voor een verslagje. Het was fantas-tisch wat die maakte. Daar was ik echt van onder de indruk.

Later verhuisde ik naar Borgerhout en kwam bij Charles Van Der Vinck terecht die daar de politiek secreta-ris was voor de KP. En werden heroï-sche kat en muis spelletjes gespeeld met de VMO (Vlaamse Militanten Orde) die toen voor Hugo Schiltz plakte tijdens de verkiezingsstrijd. Ze reden rond in een autobus met 50 militanten en Borgerhout stond regelmatig overhoop. Er was toen een stevige militanten-groep in de diamant en ook aan de dokken met het legendarische duo Frans Van den Brande en Louis Phi-lips. Natuurlijk voerden zij overwe-gend sociale acties maar de haven was heel belangrijk voor de Ame-rikanen en politieke motieven wa-ren soms ook niet ver weg. Lees het boek van Van Isacker maar.

De communistische partij had vleu-gels na de oorlog. Twintig volks-vertegenwoordigers. Wat is er ver-keerd gelopen?(stil) Ge kunt er niet tegenop hé. Al die onwaarheden en halve leugens. En bovendien werden er ook veel fouten gemaakt. Mensen gingen twijfelen, hun ogen gingen open. Ik ken heel wat mensen die uitein-delijk teleurgesteld de partij de rug toekeerden. Die teleurstelling, dat doet pijn.

Maar over de DDR kan je nog steeds enthousiast vertellen, weet ik. De DDR heeft het wel beter gedaan dan de Sovjet-Unie. Daar naartoe

gaan, dat deed iets. We gingen er met de Krikskes optreden. Ook met de vakbond ben ik er trouwens geweest. Ook met Marcel Schoe-ters deelden wij die belangstelling. We werden daar heel goed ontvan-gen.In Buchenwald speelden wij ‘onsterfelijke offers‘ met de Russen als ontroerde luisteraars. Ik heb heel goeie herinneringen aan de DDR. Wij hielden er jarenlang vriendschappelijke contacten aan over.

Je bent na een tijd bij de Socialisti-sche Partij gedaan. Hoe was het om van partij te veranderen? 1978 was het jaar dat ik tot de con-clusie kwam dat het niet klopte wat men daar in het Oostblok in naam van het communisme (ze noem-den het de opbouw van het socia-lisme) allemaal uitspookte. Ik sloot mij aan bij de sociaal-democratie waarvan ik intussen overtuigd was dat het de enige politieke formule was die paste bij de mens, met zijn verlangen naar vooruitgang, zijn persoonlijkheid, zijn individualisme, zijn streven naar verbetering en be-scherming van de familie. Wat niet wegnam dat onze sympathie voor de Sovjet-Unie en vooral de DDR bleef nawerken.

Ik had daar eigenlijk geen moei-te mee, met die overstap. Ik ben ook met de vakbond naar de DDR en de Sovjet-Unie geweest. Ik was daar de meest kritische van alle-maal, want ik heb er in geloofd hé, ik heb het communistisch model heel erg verdedigd. Ik herinner me nog veel. Zo stond ik om 11 uur ‘s avonds een hevige discussie te voe-ren met een Russische tolk onder een lantaarnpaal, vlakbij een stand-beeld van Tsaar Peter de Grote. Ik beweerde dat Peter de Grote een even grote imperialist was als Hitler. Die verloor gelukkig de oorlog an-ders zou Europa er helemaal anders uitgezien hebben. Peter de Grote veroverde ook zijn gebied, bouwde zijn imperium uit en regeerde met harde hand. Het kwam de Sovjets goed uit en zie maar hoe de USSR uiteindelijk uiteen viel.

Het heeft lang geduurd eer ik inzag dat dit niet het socialisme was waar ik van droomde. Mijn socialisme zit nu bij de “Krikskes”. Daar kan ik het socialisme voelen, de mensen ge-ven waar ze recht op hebben. Dat is het socialisme van de emoties.

BETOGEN MET DE MILITANTEN

��VAKBOND IN BEWEGING 68

ONGEWONE MENSEN

DE KRIKSKESIn één van de vorige VIB’s vertel-den we al over de geschiedenis van de Krikskes. Hoe verzeilde jij in een Mandolinegroep ?Tja, hoe gaat dat. Van het een komt het ander. Ik belandde bij “De Kriks-kes” die gesticht waren door een oud-weerstander , lid van het On-afhankelijkjeidsfront, die zijn liefde verdeelde tussen de socialisten en de kommunisten. Het bleef laveren tussen de KP en de Socialisten waar wij terecht konden met onze linkse strijdliederen. Ik zou bij “De Kriks-kes” mijn levenswerk vinden, maar dat is een ander verhaal. Een zeer mooi verhaal, tot vandaag een “ne-ver ending story”. We traden toen veel op, ook voor de vakbond. Aan dit omgaan met oud-weerstan-ders heb ik mijn afkeer voor fascis-me te danken en door onze rela-ties met de vrijzinnige “solidairen” die met Goede Vrijdag een worsten-broodavond organiseerden mijn af-keer voor de godsdiensten, ook voor de Islam dus. De Krikskes, daar heb ik ook mijn vrouw leren kennen, Alfonsine. Lid vanaf haar tien jaar. En tot op de dag van vandaag trouwens speelt zij de mandoline. Dat is een enga-gement dat we samen delen.

DE VAKBONDTerug naar de vakbond. Ik heb je nog gekend als vakbondssecretaris van Boek en Papier. Maar eerst heb je jarenlang in diverse drukkerijen gewerkt.Op veertienjarige leeftijd was ik gaan werken in een klein drukkerij-tje als leerling-letterzetter en na zes maanden kon ik op “De Nieuwe Ga-zet” gaan werken. Na enkele jaren werd ik er linotypist en vakbonds-afgevaardigde voor de Centrale van Boek en Papier. Frans Grootjans, de liberale volksvertegenwoordiger, was er directeur. Een eerlijk man, vrijzinnig en rechtvaardig. Wij kon-den mekaar vinden alhoewel ik het hem niet altijd gemakkelijk maakte met mijn radicale overtuiging. Maar hij kon wel tegen mijn hevigheid. Hij zei wel: jongen, ge gaat nog verschieten.

STAKING 60-61Het was de tijd van de staking 60-61. Ik werkte toen op De Nieuwe Gazet en was al actief in de vakbond. We hadden toen een hele discussie over al dan niet de krant drukken tijdens die dagen. Uiteindelijk gebeurde

het wel. Ik was toen nog heel radi-caal en was natuurlijk tegen. Tja, de eenheidswet is er wel doorgekomen hé... Er is toen wel een ‘betere’ tijd gekomen. De kapitalisten hebben hun ding ermee gedaan. De politie-ke evolutie daarna was wel belang-rijk. De Renardisten in Wallonië wil-den los van het rechtse Vlaanderen en de Volksunie in Vlaanderen, die moest nog loskomen van haar ge-flirt met de collaboratie.

Je stapte uiteindelijk over van De Nieuwe Gazet naar De Volksgazet. Een hele verandering?In die tijd had de Centrale Boek en Papier ABVV het helemaal al-leen voor het zeggen op “De Nieu-we Gazet” en dat zou nog jaren zo blijven. Ik moest echter in shiften gaan werken en dat wou ik niet. Ik heb dat nooit gedaan, want dat kon ik niet combineren met mijn engagement bij de Krikskes. Na 13 jaar gaf ik dus mijn ontslag en ging ik werken op de “Volksgazet”. Ik kreeg toen wel vaak het verwijt dat ik bij de communisten geweest was. Maar we hadden ook heel wat andere strijdbare mensen. Wij heb-ben er nog hard actie gevoerd voor één frank opslag en het kon er niet af want “Kop” Van Eynde hield zijn been stijf. Achteraf begreep ik ook wel waar-om, want het was geen vetpot op de Volksgazet. Na de oorlog ver-kocht de Volksgazet meer dan 100 000 exemplaren, maar het ging al lang bergaf. Enkele jaren later zou de “Volksgazet” failliet gaan. Dat gebeurde in 1978.

Hoe was het werken in een socialis-tisch bastion?Jos van Eynde was geen simpele mens, een beetje hooghartig ook. Hij liep met opgeheven hoofd door het atelier en sprak niemand aan. Ik zette echter wel graag zijn edito-rialen want dan kon ik ze ineens ook lezen. Hij typte die op een speci-ale manier, op een klein bladje. Niet echt de grote socialist volgens mij. Hij zei dat ook zelf, hij noemde zich sociaal democraat.

En toen werd je vakbondssecreta-ris. In 1979 werd ik secretaris voor de Centrale Boek en Papier ABVV en mijn eerste taak bestond er in om het faillissement van “Volksgazet” op te kuisen, uiteraard met Frank De Ridder die toen het Arbeids-recht ABVV-gewest leidde. Let wel,

ik was toen al vijf jaar weg op de “Volksgazet” terug naar een klein drukkerijtje. Het faillissement kwam toen ook voor mij onverwachts en plaatste onze militanten tegenover de beheerders zoals Marcel Schoe-ters, Frank Van Acker, enz. Andere belangen natuurlijk. Ik herinner me als héél jonge syn-dicalist nog de start van De Morgen. En Marcel Schoeters die het ganse land rondreisde voor een nieuwe linkse krant. De nostalgie naar een socialistische gazet? Herken je dat? Tja, op lange termijn is heel die evo-lutie verschrikkelijk. Ik heb Chris-tian Van Thillo nog gekend toen hij startte bij uitgeverij Astra. Nu is De Persgroep een machtig instrument. Van een socialistische krant is geen sprake meer.

Terug naar je werk in de grafische sector. Je kende die sector door en door. De grafische sector is, wat ik noem een zachte sector. Sinds 1921 was er een nationale CAO voor het hele land, gebaseerd op de verschillen-de taken die in de drukkerijwereld aan bod kwamen. Het was dus taak over deze technieken een woordje mee te kunnen praten om de moei-lijkheidsgraad ervan te bepalen en overeenstemmend daarmee de lo-nen. Vermits ik mijn ganse loopbaan in deze sector gewerkt heb was dat voor mij een makkie. Trouwens, wij hadden 1200 leden en met ve-len had ik samengewerkt. Taak was vooral deze nationale CAO overal te laten respecteren door de patroons. Conflicten waren er natuurlijk ook, en looneisen, maar daarvoor waren er goede en strijdbare militanten om de secretaris te ondersteunen. In deze Centrale kwam ik trouwens goed terecht want de nationale lei-ding was overwegend anarchistisch (Jean De Boe) of gematigd commu-nist.Het is een sector waar mensen trots zijn op hun vak, er waren ook echte kunstenaars bij o.a. de tekenaars, de lay-outers enz. Het is een kleine sector waar mensen elkaar kenden. Soms speelden we bazen tegen el-kaar uit: een vakman ging sollicite-ren bij de ene baas en een andere bij nog een andere baas, en dre-ven zo het loon een beetje naar bo-ven. Maar we moesten vechten voor goede CAO’s, gemakkelijk was het niet.Naar het einde van mijn loopbaan bij de vakbond veranderden de gra-

�� VAKBOND IN BEWEGING 68

ONGEWONE MENSEN

fische technieken door de komst van de computertechnologie en werd de loonovereenkomst grondig dooreen geschud.

Ik herinner me nog het lokaaltje met computers waar jullie binnen de vakbond cursus gaven over nieu-we technieken in de sector. Dat zie je niet in elke syndicale werking. We hebben als vakbond ook de evo-luties proberen te volgen. Dankzij Gerard Raeves ben ik cursus gaan volgen om nieuwe PC-technieken te leren, daarna brachten we men-sen samen bij ons om die nieuwe technieken ook aan te leren. Soms was er de nodige weerstand, maar iedereen moest mee met zijn tijd. Dat was niet altijd simpel. Maar de sector veranderde grondig en wij moesten mee evolueren.

Dat is wel behoorlijk uniek toch? Een vakbond die investeert in tech-nische opleiding van zijn leden.Ach, in andere sectoren weet ik dat niet zo goed, maar het was wel iets wat wij vonden dat we moesten doen.Verschillende taken waren gemak-kelijk onder te brengen in een be-diendestatuut met als gevolg dat ook de Centrale van Boek en Papier uiteen viel waarbij sommigen hun heil vonden ofwel bij de Algemene Centrale of de Bond van Bedien-den, Technici en Kaders. Een nog-al wansmakelijke evolutie en wat ik de nationale leiding van het ABVV nog kwalijk neem is dat zij op dat

ogenblik niet ingegrepen heeft om de leden van Boek en Papier in één centrale te houden, welke is van minder belang. In Wallonië koost men voor de SETCA, in Vlaanderen voor De Algemene Centrale. Die beslissing deed pijn want het dreef mensen uit elkaar. Uiteindelijk was onze inbedding in De AC zeker niet slecht en deed mijn opvolger Yvan Grootaers zijn werk prima. Met de huidige evoluties zou een keuze voor BBTK misschien logischer zijn, maar ja…

Je bent nog voor die definitieve keu-ze op brugpensioen gegaan.Dat klopt. Het was tijd. Ik had wel de mogelijkheid hier en daar nog wat te helpen. Wat ik met veel ge-noegen gedaan heb.

Je hebt ook altijd geschreven. In je eigen ‘De Boekarbeider’, maar ook voor De Krikskes en vanaf het be-gin ook korte stukjes in Vakbond in Beweging of de voorlopers daarvan. Over dat schrijverstalent: ben jij ie-mand die je gedachten onder woor-den kan brengen en daar mensen mee overtuigen?Ik heb altijd graag geschreven. Ik zag dingen en schreef daar mijn gedachten over neer. Of ik las een boek en dacht daar dan over na. Ik wilde dan ook graag vertellen waar-om ik een boek goed vond. Maar nu niet meer, ik ben leeg geschreven.

Verstandige mensen leren uit hun fouten. Gaat dat ook voor jou op?

Ja natuurlijk, een mens maakt ver-gissingen en kijkt achteraf anders tegen de dingen aan. Dat geldt ook voor mij. Ik maakte keuzes omdat je wordt meegesleept in dingen. Ik heb nergens echt spijt van, maar je evolueert wel.

Je bent nu – als bijna 75 jarige – nog steeds zeer actief. Wat drijft jou en waar gaat je hart naar uit? Ne mens moet bezig blijven. Ik doe wat ik doe nog altijd graag. En dat is belangrijk. Ik kan wel minder, want de jaren beginnen stillekesaan te wegen, maar mijn lay outwerk voor De Krikskes, de filmclub, de vak-bond,… daar kan ik veel tijd in ste-ken. Andere dingen kan ik niet meer en dat doe ik dan ook niet meer. Daar zijn geen grote woorden voor nodig, of een of andere ronkende verklaring. Ik heb altijd graag ge-werkt in de grafische sector, en ik heb altijd mijn vakbondswerk graag gedaan.

Hoe lang ga je dit nog doen?Zolang ik nog kan. Dat is mijn vorm van actief zijn en ondertussen moet ik niet helpen met kuisen (lacht, en ik zie aan Alfonsine dat het niet waar is). Ik doe dat graag. Ik zou dat niet graag als ‘militantisme’ om-schrijven, want dat is datgene wat ik kan en graag doe.

Maar toch een militant? Awel ja, waarom dan niet.

Wat is jouw ‘boodschap’ aan jonge militanten ? Studeren! En niet zomaar studeren, maar ideologische vorming opdoen. Dat is nodig, want met technische kennis kom je er niet. Ik heb dat zelf gehad en vindt dat zelf heel noodzakelijk. Dat is de rode draad die je nodig hebt, want syndicaal werk… gemakkelijk is het niet.

En geef je die boodschap ook aan ‘oudere’ militanten?

Ach, die mannen zijn goed bezig. Heel strijdbaar ook nog, laat die maar doen (lacht).

Bedankt Romain ! Voor dit gesprek maar ook voor alle andere werk. Ik hoop dat de lezers van Vakbond in Beweging nu wat meer weten over de mens achter het blad dat ze in hun handen hebben.

Marina Van den Bulck

MET NATIONAAL SECRETARIS ROGER SAGON IN DE USSR. ROMAIN KIJKT NOGAL KRITISCH.

��VAKBOND IN BEWEGING 68

MUZIEK VOOR RODE OORTJES

Terwijl u dit leest, is de kans groot dat de kerstkalkoen verteerd en de nieuwjaarskater verwerkt is. Kerst-mis en Nieuwjaar lijken weer even veraf te liggen en velen onder u zijn daar waarschijnlijk niet rouwig om. En dan komt uw geliefde magazi-ne aandraven met een artikel over Kerstmuzak?! Geen paniek kamera-den, het gaat hier enkel om nuttige tips om de volgende Kerstperiodes op een comfortabele manier door te komen.U kent ze wel, de Kerstmuzak lied-jes. In elke winkel, shoppingcenter en winkelstraat schalt deze “sfeer-muziek” weken aan een stuk door de fragiele doch strategisch opge-hangen luidsprekertjes. Waar je ook loopt, gaat of staat, er is geen ont-komen aan. Als een in rood –groen fluweel gehulde oorworm, sluipen klassiekers zoals “Stille Nacht” en “I’m Dreaming of a White Christ-mas” je hoofd binnen. En niet zel-den nestelen deze muzikale gesels zich daar voor de rest van de dag. Geen wonder dat de kerstinkopen door velen ervaren worden als ui-terst stresserend. En dan hebben we het nog niet gehad over het winkelpersoneel dat de ganse dag blootgesteld staat aan deze zeem-zoete ever-gangreen. Aan allen die zich hierin herkennen, hopen we dat het verhaal van Jim Connell jul-lie kan helpen in de nog komende kerstperiodes.Op 27 maart 1852 zag Jim Connell het levenslicht in het kleine Ierse dorpje Kilskyre. Op zijn achttiende verhuisde hij echter naar de grote stad Dublin, om er werk te zoeken als havenarbeider. Lang heeft deze loopbaan echter niet geduurd want in 1875 werd hij op de zwarte lijst gezet omdat hij collega’s aanspoor-de om zich te verenigen en lid te worden van de vakbond.Die zwarte lijst verhinderde het hem om werk te vinden in zijn va-derland, dus emigreerde hij naar London. Daar heeft hij verschil-lende beroepen uitgeoefend, vari-erend van dokwerker tot journalist bij de Socialistische krant “The La-bour Leader” Naast zijn syndicale roeping werd hij ook politiek actief. Eerst tien jaar bij de Social Demo-

cratic Federation (SDF). Daarna bij de Independant Labour Party (ILP).Tijdens de Londense havensta-king van 1889, woonde Connell een meeting van de SDF bij. Op de trein terug naar huis, voelde hij zich zo geïnspireerd, dat hij een socialis-tisch strijdlied wilde componeren. Volgens de overlevering zat hij uit het raampje te staren, toen de per-ronchef met een rode vlag begon te zwaaien als teken dat de trein mocht vertrekken. Prompt greep Connell naar pen en papier en nog voor hij zijn halte had bereikt, schreef hij de tekst van een gloednieuw lied: “The Red Flag”.“Allemaal heel interessant, maar hoe kan dit ons helpen bij de vol-gende kerstmuzak invasie?”, hoor ik u denken. Wel dat zit zo. De tekst van dit lied wordt gezongen op de tonen van een Duits volkswijsje “O Tannenbaum”, bij ons beter bekend als “Oh Dennenboom”. Dus de vol-gende keer als dit liedje muzakge-wijs uw oren dreigt te teisteren, raden we u aan om uit volle borst volgende tekst te zingen: The people’s flag is deepest red, It shrouded oft our martyred dead, And ere their limbs grew stiff and cold, Their hearts’ blood dyed its every fold. Then raise the scarlet standard high. (chorus) Within its shade we live and die, Though cowards flinch and traitors sneer, We’ll keep the red flag flying here.

Al snel werd The Red Flag het toon-aangevende strijdlied van diverse arbeidersbewegingen in de Angel-saksische landen. Ondermeer bij de Amerikaanse vakbonden, die het lied in 1909 opnamen als hun offici-ele hymne. Maar ook de Britse La-bour Party adopteerde het bij de op-richting als hun partijlied. Zo sloten zij ook hun jaarlijkse congressen af met het zingen van deze ode aan de Rode Vlag.

In 2006 werd het zelfs gezongen in het Britse Parlement bij de vie-ring van het honderdjarig bestaan van de Labour Party. Tijdens het

premierschap van Tony Blair, werd het belang van The Red Flag echter sterk gekortwiekt. Of dit nu met de veroudering van de tekst of met de opkomst van het Blairism te maken had, laten we even in het midden.

Tot zover het verhaal van Jim Con-nell. Mocht u zijn lied “The Red Flag” niet kennen, dan vindt u op volgen-de website alvast een geluidsfrag-ment. Dit kan van pas komen wan-neer de Kerstman terug in het land verschijnt en het de gure noorden-wind is die u rode oortjes geeft, en niet de muziek…

http://webpages.dcu.ie/~sheehanh/connell.htm

Paul Van Rymenant

bronnen :http://www.rcpbml.org.uk/wdie-02/d02-111.htm#redflaghttp://webpages.dcu.ie/~sheehanh/connell.htm

OH DENNENBOOM (of tips tegen Kerstmuzak irritatie)

�� VAKBOND IN BEWEGING 68

ACTIVITEITEN

Bezoek aan de kerncentrale van DOEL“Den Doel” is een van de twee kerncentrales in België, en is gelegen in de haven van Antwerpen, aan de Schelde, nabij het dorpje Doel. Belangrijkste eigenaar van de kerncentrale is het energiebedrijf Electrabel. De kerncentrale heeft meer dan 800 medewerkers. De oppervlakte van de centrale is 80 hectare. De niet-nucleair gebonden delen van deze kerncen-trale kunnen samen met ons bezocht worden…

Wanneer? 10 maart 2011 van 9u15 tot 12u45Waar? Electrabel Kerncentrale Doel, Haven 1800, Scheldemolenstraat te 9130 Doel

Deze activiteit is GRATIS. Inschrijving is vereist.

Andersvalide bezoekers zijn zeker welkom en kunnen zodoende de inleidende presentatie van de gids mee vol-gen en de tentoonstelling bezoeken. Om veiligheidsredenen kunnen zij echter niet deelnemen aan het bezoek in de installaties.De kerncentrale van Doel is NIET met het openbaar vervoer te bereiken. Eigen vervoer is vereist.Info en inschrijvingen:AdviespuntOmmeganckstraat 35 (1e verdieping)2018 AntwerpenT: 03 220 66 [email protected]

Bezoek aan de RUIEN van ANTWERPENAl vanaf de Middeleeuwen beschikt Antwerpen over een uitgekiend net van waterwegen: de ruien, vlieten en vesten. Oorspronkelijk gegraven als verdedigingsgordel, werden ze vervolgens gebruikt als binnenhaven en systeem voor water-voorziening. Eeuwen later dienden die oude stadskanalen als riool en werden de ruien overwelfd. Zo verdween dit unieke stukje erfgoed uit het stadsbeeld en uit het geheugen. Sinds 2005 kan u dit verborgen patrimonium terug ontdekken. Vanuit het Ruihuis kunnen groepen de ruien veilig ver-kennen onder leiding van een ervaren gids. Oude gewelven, fundamenten, bruggen en sluizen spiegelen de historische stadskern boven uw hoofd. Een kijkje in de onderbuik van de stad, met tal van interessante weetjes en geheimzinnige anekdotes. In 2008 wonnen de Antwerpse ruien de Vlaamse Monumentenprijs.

Wanneer? 7 april 2011 vanaf 10u00Waar? Het RUIHUIS, Suikerrui 21, 2000 Antwerpen

Prijs: € 15/pp

Voor deze wandeling is enige fysieke conditie vereist. De wandeling is niet geschikt voor rolstoelgebruikers en voor personen met een beperkt gezichtsvermogen en dieptezicht.Info en inschrijvingen:AdviespuntOmmeganckstraat 35 (1e verdieping)2018 AntwerpenT: 03 220 66 [email protected]

RADEIS is een gratis driemaandelijks infoblad van de ABVV senioren. Rode adviezen, denkpistes en eisen van en voor senioren komen hierin aan bod.

Interesse? Stuur een mail met uw naam en adres naar [email protected] en u ontvangt het blad per post thuis.

��VAKBOND IN BEWEGING 68

CURSIEFJE

Ik beken: ik doe aan meditatie. Ik me-diteer al 15 jaar of ergens daarom-trent. Ik doe het in groep en ik doe het alleen. Soms dagen en dan trouwens ook uren achter elkaar, soms maar 5 minuten (in een vervelende vergade-ring, tijdens een wandeling met de hond of op de trein, bijvoorbeeld). Ik mediteer om allerlei redenen, maar één daarvan is de behoefte om tot rust te komen. Ik zou liever zeggen: een stukje wijsheid in mezelf te zoe-ken. Maar ik heb al ontdekt dat stuk-jes wijsheid overal te vinden zijn. In boeken, van wijze oude mensen, van zeer jonge mensen en zelfs kinderen, van collega’s, op straat, in observaties, en ook dus in jezelf. In ieder geval: ’t werkt ! Het is in ieder geval geen tijd-verlies. Integendeel. Voor een eerst-doen-dan-denken-mens zoals mijn oorspronkelijke ik, is mediteren een nuttige tijdsinvestering. Jammer dat ik er zo laat mee begonnen ben. Eerst moest ik nog van mijn aversie tegen mijn eigen katholieke opvoeding af. En bovendien wilde ik die zeker niet ruilen voor een nog onbegrijpelijker ooster-se godsdienst (al heeft het Boeddhis-me geen god in de aanbieding, dus dat scheelt alweer). Bovendien vond ik al dat spirituele be-hoorlijk burgerlijk. En het feit dat de meesten onder ons hier in het westen niet met overleven bezig zijn maar het zich kunnen permitteren ook zoiets als ‘vrije tijd’ en voor sommigen spiritua-liteit vorm te geven, is op zich al een goede zaak. Dat is een teken dat heel wat onder ons het goed hebben. Wat minder kan gezegd worden van pak-weg de onderdrukte Tibetaanse be-volking, of de mensen onder de knoet van de militaire dictatuur in Myanmar, of de arme bevolking in vakantiepara-dijs Thailand. Ik hoop dat u weet dat het in hoge mate de Boeddhistische monniken zijn die in Tibet en Myan-mar de kar van het verzet tegen on-derdrukking en dictatuur trekken. En dat heel wat Boeddhisten leiders zijn in de Roodhemdenbeweging in Thai-land, die vecht tegen de ongelijkheid en de onrechtvaardige verdeling in het land. Niks burgerlijks aan dus. Maar zoals gezegd: ik ben geen Boeddhist. Ik doe gewoon aan zenmeditatie. Jarenlang stond in een klein boekje dat ik in mijn handtas bewaarde: “de weg is wijzer dan de wegwijzer”. Ik had het zo schoon mogelijk opgeschreven. De tekst was voor alle duidelijkheid niet

van mij, maar dat dachten jullie al wel. Maar ondertussen werd dat boekje ge-pikt uit mijn sjakos of ik ben het in ie-der geval kwijt. De vorige keer was ik heel mijn sjakos kwijt, dus dat viel ge-lukkig mee. Dat zal dan wel een stukje van de weg zijn, vermoed ik. Maar on-dertussen kende ik alvast dat zinnetje vanbuiten dus geen zorg. Ik heb één vriend – een vormingswerker in hart en nieren en bovendien kan hij heel goed koken – die honderden van dergelijke zinnen uit zijn mouw kan schudden. Hij gebruikt die om in zijn werk men-sen te doen nadenken. En ook te pas en te onpas. Ik vermoed dat dit werkt, alleen niet bij iedereen denk ik. Op bijvoorbeeld het statement ‘De kaart is niet het gebied’ heb ik trouwens lang moeten nadenken om het hele-maal te vatten, en oneliners beogen nu eenmaal een blits-effect. Gelukkig gebruikt hij geen Latijnse citaten. Dat laat hij over aan Bart De Wever. Raar trouwens, die koppeling van Vlaamse identiteit en dat veelvuldig gebruik van Latijn. Mocht Latijn opnieuw erg in ge-

raken kunnen we nog altijd onder ons ABVV-logo zetten: “Facta, non verba” (1).

Peter Sloterdijk – nog zo’n filosoof – zegt dat er in het leven maar drie belangrijke dingen zijn: handelen, la-chen en zwijgen. Volgens mij is dat een verstandige mens. Dan ga ik nu nog wat handelen, want dat ben ik van nature. En aangezien volgens mijn bescheiden mening de echte wijsheid in het ervaren zit, ben ik nog niet eens zo slecht af. Ik kan trouwens heel goed zwijgen tijdens het gras afrijden. Bovendien doe ik soms net dan de beste ideeën op. Of ik mediteer tegelijkertijd. Alleen doe ik dan wel dichte schoenen aan. Eigenlijk heet dat in de Zenmeditatie ‘SAMU’, maar daar ga ik u verder niet mee las-tig vallen. Parvi sed Magni(2)

Ondersteboven in de tekst. (1) Geen woorden maar daden (2) klein maar dapper

Facta, non verba

IKVRIJWILLIG 2011

De stad Antwerpen organiseert, in samenwerking met verschillende Ant-werpse organisaties, het evenement ‘IkVrijwillig’ op zondag 27 februari 2011 (13 tot 18 uur).

Dit evenement wil het belang van vrijwilligerswerk onderstrepen voor het samenleven in de stad Antwerpen. Vrijwilligers maken door hun engage-ment in hun buurt, vereniging of organisatie de stad aangenamer om in te leven. Daarnaast willen we met dit evenement ook Antwerpenaars aan-moedigen om ergens vrijwilligerswerk te gaan doen.

Het evenement vindt plaats in enkele zalen van het KMDA (Zoo Antwer-pen). Deze centrale ontmoetingsplaats reflecteert de Antwerpse samenle-ving. Iedereen is dan ook uitgenodigd voor dit evenement: Antwerpenaren van verschillende leeftijden, culturen, vrijwilliger en niet vrijwilliger.Programma13 u. Start van IkVrijwillig13 – 18 u. Infobeurs: 80 verenigingen stellen hun werking en hun vrijwilligersvacatures voor14 – 14.20 u. Opening met schepen Leen Verbist en stadsdichter Pieter Jan Holvoet 15 – 15.30 u. Babbelsalon met als moderator Albrecht Wauters: vrijwilligers vertellen over hun ervaringen16 – 16.30 u. Babbelsalon 17 u. Stand Up Comedy: Hakims of comedy18 u. Einde

Geert Hauquier of Eline MertensContactadres: Carnotstraat 110| 2060 Antwerpen tel. 03/338.71.75 [email protected] | www.antwerpen.be

�0 VAKBOND IN BEWEGING 68

BOEKBESPREKING

In 2010 verscheen in Nederlandse vertaling ‘Heerlijke nieuwe wereld’, het recentste boek van de Duitse journalist Günther Wallraff. Vijf-entwintig jaar na het relaas van de Turkse arbeider Ali , doet Wallraff opnieuw wat hij sinds het begin van zijn carrière in 1966 altijd al deed: een eenmansguerrilla tegen de uit-wassen van het kapitalisme. Met als enige wapens een valse identiteit, verontwaardiging en zijn journalis-tiek talent. Voor ‘Heerlijke nieuwe wereld’ ging Wallraff terug under-cover en brengt reportages uit een arm rijk land. De verhalen van een Afrikaanse vluchteling, een dakloze, een medewerker in een callcenter en een arbeider in een industrië-le bakkerij. Voor sommige reporta-ges deed hij beroep op getuigen. Zelfs Wallraff kan zich moeilijk la-ten doorgaan als werknemer in een sterrenrestaurant. Of op het juiste ogenblik aanwezig zijn als een ge-specialiseerde consultant met alle wettelijke én onwettige middelen, in een bedrijf de vakbond probeert op ter ruimen. Günther Wallraff is een journalist bij wie het etiket ‘links’ wel iets meer betekent dan een strikje dat kan worden afgelegd voor het zingen van de Vlaamse Leeuw. In 1974 laat hij zich in Athene oppakken bij een eenmansactie tegen de kolonels, om nadien een boek te schijven over de praktijken van de Griekse staatsvei-ligheid en zijn verblijf in een Griekse gevangenis. Twee jaar later legt hij de plannen voor een rechtse staats-greep in Portugal bloot. Eind jaren 70 werkt Wallraff onder valse naam een paar maanden voor de redac-tie van de krant Bild Zeitung, het prototype van de ultrarechtse riool-pers. Zijn boek over de manipula-ties, leugens en politieke rol van het dagblad, leidde tot een jarenlan-ge oorlog met de invloedrijke Sprin-geruitgeverij die geen rechtszaak, leugen of verdachtmaking onbenut liet om de schrijver klein te krijgen. In 1985 vestigde Wallraff zijn defi-nitieve faam met ‘Ik, Ali’. Nog voor migratie, racisme en discriminatie uitgroeiden tot alomtegenwoordige maatschappelijke thema’s en in een periode dat extreemrechtse partijen

– op het Front National van Le Pen na – nog in hun kinderschoenen stonden, schokte hij heel Europa met zijn ervaringen als Turkse ar-beider in de Bondsrepubliek. Beter dan de Nederlandse, gaf de originele Duitse titel ‘Ganz Unten’ de inhoud van dat boek weer: een bestaan als verschoppeling, helemaal onderaan de maatschappelijke ladder. Met zo’n palmares zijn Wallraff en zijn methodes ondertussen genoeg-zaam gekend. Hij meet zichzelf een andere identiteit aan en duikt onder in het onderwerp van zijn reporta-ge. Voor ‘Heerlijke nieuwe wereld’ is dat niet één onderwerp maar een collage van acht geworden. Sa-men geven ze een breed beeld van de hedendaagse samenleving en de arbeidsverhoudingen in Duits-land. Dat beeld is somber en verre van positief. De auteur klinkt zelf moedeloos als hij op het einde van het boek vaststelt dat de realisatie van een rechtvaardige en humane samenleving, waaraan hij 40 jaar lang met reportages heeft proberen bij te dragen, verder af staat dan ooit. Hij wijt dit aan een schaamte-loze kaste van topmanagers en (ex-)politici, die alleen in de eigen wel-vaart geïnteresseerd is, terwijl de mensen in zijn reportages aan hun lot worden overgelaten. Maar tege-lijkertijd ervaart hij bij het grote pu-bliek, meer dan vroeger , een gela-tenheid over deze mistoestanden. Hij is verwonderd hoe gemakkelijk we allemaal mee gaan in de neoli-berale logica en ons denken er fun-damenteel door beïnvloed wordt. Daarom is de titel van zijn nieuwe boek ontleend aan Aldous Huxley. In de toekomstroman ‘A brave new

world’ beschreef Huxley al in 1932 een elitaire maatschappij waarin het gewone volk herleid is tot een vor-meloze massa en ontdaan van elke vorm van individualisme en opstan-digheid. Günther Wallraff is al lang niet meer de enige journalist die undercover gaat of getuigen opvoert. Integen-deel, elk zichzelf respecterend hu-man interest programma pakt van-daag graag uit met opnames door verborgen camera’s of laat zijn re-porters participeren in het nieuws van de dag. Al was het maar om de effecten van een stun gun – het nieuwe stroomstootwapen van de politie – voor de kijkers aanschou-welijk te maken. Het verschil met die populaire journalistieke trend is dat Wallraff de methodes, die hij-zelf in Europa introduceerde, steeds overstijgt. Ook in ‘Heerlijke nieu-we wereld’ blijft hij niet hangen bij de soms pakkende verhalen, maar probeert hij telkens weer de onder-liggende oorzaken bloot te leggen en de verantwoordelijken aan te wijzen. Meer nog dan de keuze van zijn thema’s maken net die analyses dat we in zijn geval terecht van een linkse journalist kunnen spreken. En dat ‘Heerlijke nieuwe wereld’, net als zijn oudere werk, heel relevant is voor syndicalisten die inzicht wil krijgen in het functioneren van onze West-Europese samenleving. LVO

Heerlijke nieuwe wereld (319 pa-gina’s), Gunther Wallraff. Neder-landse vertaling: Ambo Amsterdam (2010)Voor meer informatie: www.guen-ter-wallraff.com

HEERLIJKE NIEUWE WERELD van GUNTHER WALLRAFF

Naar Bergen op Zoom en Breda

StraffeMadaMMen

Gezellige brunch met muzikaal entertainment en getuigenissen van Straffe MadaMMenOntMOetingScentruM nOva | SchijfStraat 105 | 2020 antwerpenZondaG 27 Maart 2011 | 9u30 | in het kader van 2011

PrijS 10 euro/pp koffie, thee, koffiekoeken, warme brunchinfO - inSchrijvingen ABVV regio Antwerpen

Ommeganckstraat 35 | 2018 Antwerpen | 03 220 66 [email protected]

Betalingen inSchrijving via rekeningnummer 132-5201931-56 van Adviespunt ABVV-regio Antwerpen m.v.v. naam en aantal deelnemers

VU. D

irk Sc

hoet

ers |

Omm

egan

ckstr

aat 3

5 | 20

18 A

ntwe

rpen

StraffeStraffeStraffeStraffeStraffeStraffeStraffeStraffeStraffeMadaMadaMadaMadaMadaMadaMMMMMMenenen

PrijS 10 euro/pp koffie, thee, koffiekoeken, warme brunchinfO - inO - inO Schrijvingen ABVV regio Antwerpen

Ommeganckstraat 35 | 2018 Antwerpen | 03 220 66 [email protected]

Betalingen inSchrijving via rekeningnummer 132-5201931-56 van Adviespunt ABVV-regio Antwerpen m.v.v. naam en aantal deelnemers

StraffeStraffeStraffeStraffeStraffeStraffeMadaMadaMadaMadaMadaMadaMMMMMMStraffeStraffeStraffeStraffeStraffeStraffeMadaMadaMadaMada

BrunchdebatStraffeBrunchdebatStraffeStraffeBrunchdebatStraffeStraffeBrunchdebatStraffeStraffeBrunchdebatStraffeBrunchdebat

MadaBrunchdebat

MadaMadaBrunchdebat

Madame

t de s

teun

van

in het kader van 2011in het kader van 2011