Uit in Nll

30
UIT NL MET ABONNEE- VOORDEEL Reformatorisch Dagblad, woensdag 16 mei 2012, 42e jaargang nr. 37 beeld ANP \REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-01-BYL-BYL_0 1 9-5-2012 15:12:52

description

Uit in Nl is een bijlage die op 16 mei bij het Reformatorisch Dagblad verscheen.

Transcript of Uit in Nll

Page 1: Uit in Nll

UITNL

meT

ABONNee-

VOORDeeL

Reformatorisch Dagblad, woensdag 16 mei 2012, 42e jaargang nr. 37

beeld ANP

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-01-BYL-BYL_0 1 9-5-2012 15:12:52

Page 2: Uit in Nll

PAGINA 3

Gratis uitjes

De deur van Barteljorisstraat 19 in Haarlem stond en staat voor iedereen open. In 1944 voor Joodse onderduikers en verzetsmensen. Anno 2012 voor iedereen die het verhaal van de familie Ten Boom over naastenliefde en vergevingsgezindheid wil horen. Het Corrie ten Boomhuis is een van de uittips die in dit nummer te vinden zijn.Dit jaar heeft ”Uit in Nederland” als thema: gratis uitjes. Met als resultaat een bijlage vol verhalen over rustende paarden, een wandeling door Leiden en een cursus tot F-16-piloot. Bij elk artikel heeft de redacteur zijn favoriete uitrustplek in de buurt van de attractie beschreven. Vormgeefster Janneke Paalman maakte bijpassende tekeningen.Verder is een aantal oer-Hollandse kramen langs de weg gefotografeerd. Want wat is nu een dagje uit zonder een knapperige stroopwafel of een vette Hollandse nieuwe?Helemaal niets kosten de gratis uitjes overigens niet. Want neem nu het blotevoetenpad in Opende. Kinderen die naar beneden glijden over bulten van zand, bungelen boven een diepe, modderige plas. Reken maar dat de wasmachine na afl oop van die trip overuren draait.

Gisette van Dalen-Heemskerk

5 Haring happen bij de viskraam aan de Hofvijver in Den Haag.

6 Joden en verzetsmensen verstopten zich in Haarlemse klokkenwinkel.

9 Geiten stelen de show op Ouddorpse boerderij.

13 Sappige kersen smikkelen in Rhenen.

15 Schuifelen langs 260 kramen op de Amsterdamse Albert Cuypmarkt.

39 Op de militaire begraafplaats Margraten hangt een serene stilte.

44 Benjamin soest ’s nachts én overdag op De Paardenkamp in Soest.

47 Stampen, rollen en gieren in het Militaire Luchtvaart Museum Soesterberg.

51 Smullen van een ijsje in de bossen van Gortel.

52 Ruim baan voor avontuurlijke kids op het blotevoetenpad in Opende.

19 In de Japanse watertuin in Naaldwijk vliegt een witwangtoerako rond.

26 Stoere regenlaarzen, grote zonnebrillen.

23 Frietjes eten onder de rook van Schiphol.

28 Een stadswandeling in sleutelstad Leiden begint bij het Galgewater.

36 Rondwandelen in het Groningse vestingstadje Bourtange van 1742.

25 Nieuws uit de kleinste stad van Nederland.

31 Genieten van warme stroopwafels op de markt in Baarn.

UITNEDERLAND

DirectieIr. B. Visser

HoofdredactieW. B. Kranendonk

EindredactieGisette van Dalen-Heemskerk

VormgevingThijs van Daalen

UIT IN NEDERLANDis een bijlage bij hetReformatorisch DagbladPostbus 6707300 AR Apeldoorn

beeld ANP

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-03-BYL-BYL_0 3 9-5-2012 15:17:08

Page 3: Uit in Nll

tekst Gisette van Dalen-Heemskerk

beeld RD, Anton Dommerholt

„Dit is de mooiste plek van Den Haag. Pal naast ons wordt het land geregeerd. De meeste politici hebben al eens een haring bij ons weggehapt. Ministers zien we niet meer. Die worden de laatste jaren zo streng beveiligd. Maar iemand als Europarlementariër Hans van Baalen van de VVD is een heel goede klant van ons. Wij leveren ook elke week aan de Eerste Kamer. Twee jaar geleden bestond onze kraam 25 jaar. Om dat te vieren zijn we met het

hele team een paar dagen naar Londen geweest. Dat was echt geweldig. Ik werk hier bijna acht jaar. Mijn broer staat ook in de kraam. Samen met nog vier anderen vormen we een hechte club. Elke dag is het weer een feestje. Er komen hier alleen maar aardige mensen. Alleen met Prinsjesdag, Kerst en met oud en nieuw zijn we gesloten. Haring verkopen we het meest. Als de Hollandse nieuwe er is, bakken we zelfs twee weken geen kibbeling. Dan kunnen we ons helemaal op de haringverkoop richten. Kibbeling is na de Hollandse nieuwe het meest geliefd. De Hagenezen weten ons te

vinden. Zij houden erg van kleine haring. In de vakantietijd komen zij natuurlijk minder, maar het blijft hier een gekkenhuis. Want dan komen er veel toeristen langs. Soms staan ze met zestig man tegelijk voor de kraam. Russen zijn de beste haringeters. Ook de Duitsers kunnen er wat van. Japanners zijn wat afwachtender. Maar als een van hen heeft geproefd, moeten ze allemaal. Amerikanen zien we hier nauwelijks. Die lopen gelijk door naar McDonald’s. Eerlijk gezegd hebben we ook maar liever dat ze wegblijven. Want als ze toch vis proeven, maken ze zulke vieze geluiden.”

De viskraam Walid Hamrouni (28), standplaats aan de Hofvijver Den Haag

\REFD

AG

\PRO

DU

CTIE\PA

GIN

A\SPEC

IALS\1605-05-B

YL-B

YL_0 5

9-5-2012 13:51:20

Page 4: Uit in Nll

PAGINA 6

tekst Gert de Looze

beeld RD, Anton Dommerholt

„Ik zou het niet kunnen. Heel

misschien als de nood aan de

man is.” Acht bezoekers van

het Corrie ten Boomhuis in

Haarlem staan dicht opeenge-

pakt in de schuilplaats in deze

woning. Het is onbegrijpelijk

dat Joden en verzetsmensen

het in 1944 wel 47 uur in deze

benauwde ruimte uithielden.

Een moeder en haar zoon tellen de neu-zen: twintig mensen wachten in de Schoutensteeg in het centrum van Haar-lem bj de groene deur op een rondlei-ding door het Corrie ten Boomhuis. Dat wordt spannend, want er is plaats voor maximaal 25 bezoekers.

Kort daarna opent Wouter Hoogendjk (52) de deur en gaat hj de gasten voor naar de huiskamer op de eerste verdie-ping. „Die spanning was niet nodig”, ver-telt de gids. „Ik vind het sneu om iemand buiten te laten staan.”

Als iedereen een plekje in de langgerek-te kamer heeft gevonden, steekt Hoogen-djk van wal. Op een onderhoudende ma-nier vertelt hj over de familie Ten Boom.

Het verhaal begint bj grootvader Wil-lem ten Boom, die in 1837 aan de Bartel-jorisstraat 19 in Haarlem een klokken- en horlogewinkel vestigde. Twaalf jaar later kon hj het huis boven de winkel kopen. Zoon Casper nam het bedrjf van hem over. Caspers dochter Corrie trad uiteindeljk in de voetsporen van haar va-der. Vandaag de dag runt het echtpaar Ibink Ten Boom Juweliers.

„In 1844 startte grootvader Willem met wekeljkse gebedsbjeenkomsten in zjn woning. Daarbj kwam ook de vrede voor Jeruzalem aan de orde, een gebed waar-

toe Psalm 122 oproept”, aldus de gids. „De familie hield deze traditie een eeuw vol totdat de Duitsers het huis in 1944 binnenvielen.”

Corrie (1892-1983), naar wie het huis is vernoemd, groeide met haar twee zussen en broer op in een gastvrj gezin. „Vader Ten Boom heette in de volksmond ”de goede oude man van Haarlem”. De deur van Barteljorisstraat 19 stond voor ieder-een open. Het leven van de familie stond in het teken van naastenliefde. Al wees moeder Ten Boom gasten bj hun vertrek wel op een tinnen busje.

Ze konden daar centen voor de zending in deponeren.”

De familie bewoonde het huis niet al-leen. „Drie tantes van Corrie hielden het gezin gezelschap. Tante Jans kreeg als betalende gast de mooiste ruimtes, zo-als deze kamer. De anderen huisden op de benedenverdieping, onder wie tante Anna. Haar was ooit gevraagd twee we-ken op de kinderen te passen, maar ze bleef veertig jaar!”

Het Corrie ten Boomhuis dankt zjn be-kendheid aan Corrie ten Boom die, in te-genstelling tot haar zus Betsie, het con-centratiekamp Ravensbrück overleefde. Na de oorlog trok ze met een tas en een koffer de wereld over en vertelde over Gods liefde en over de kampervarin-gen. Tot haar 64e regelde ze deze reizen zelf. Ze schreef boeken als ”De Schuil-plaats” en ”Zwerfster voor God” en pro-duceerde enkele ilms.

De stichting Corrie ten Boomhuis kocht de woning aan de Barteljorisstraat in 1987 om er een museum van te maken. Een jaar later konden de eerste bezoe-kers er terecht. De vertrekken ademen de sfeer van de jaren veertig van de vori-ge eeuw. De meeste spullen komen niet uit het bezit van de familie Ten Boom. Dat geldt wel voor een lamp, een klok, een door Corrie geborduurd kleedje en de hutkoffer in de huiskamer, en voor de huisbjbel in de eetkamer. De pendule die Corrie aan Anne van der Bjl schonk, de

Naastenliefde in Haarlem

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-06-BYL-BYL_0 6 9-5-2012 13:54:10

Page 5: Uit in Nll

oprichter van Open Doors, kreeg ook een plekje.

Het verhaal van de familie Ten Boom, vol naastenliefde en vergevingsgezind-heid, staat centraal. Het huis, foto’s, spullen en documenten kleuren het re-laas in. Hoogendjk is een van de vele vrjwilligers van het gratis toegankeljke museum. „Wj vragen geen entree. Cor-rie leefde tenslotte ook van giften en we zien dit werk als een stukje evangelisa-tie.”

De gids –in het dageljks leven receptio-nist in een gezondheidscentrum– houdt sinds 2008 elke twee weken een dag-deel vrj voor het verzorgen van rond-leidingen. „Ik ben diep onder de indruk van Corries boeken en vind het mooi om haar verhaal en dat van de familie door te geven. Het is vermoeiend werk, maar toch ga ik altjd vol energie naar huis. Ik mag getuigen van het geloof in God en vertellen over naastenliefde. Dat is be-langrjk in een wereld vol egoïsme.”

Bezoekers zjn vaak onder de indruk van een rondleiding, aldus Hoogendjk. „Eens zat iemand huilend op de trap met het hoofd in de handen. Duitse gas-ten maak ik altjd direct duideljk dat het niet mjn intentie is om één volk in een kwaad daglicht te stellen. Het kwaad zit diep in alle mensen.”

Ook vandaag luisteren de aanwezigen in de huiskamer een halfuur lang ge-boeid naar het gedetailleerde relaas. „Vader Ten Boom schreef na de Eerste Wereldoorlog zjn Duitse collega’s een brief met het verzoek hun kin- deren naar Haarlem te sturen. Ze konden bj hem aansterken. Na het overljden van zjn vrouw in 1921

Robuust, zangerig en flitsend

Is er na een bezoek aan het Corrie ten Boomhuis een betere pleister-plaats te bedenken dan de Grote of Sint-Bavokerk op de Grote Markt? De familie Ten Boom bezocht op zon-dag de diensten in deze hervorm-de kerk. De laatgotische kruisbasiliek herbergt opvallende elementen, zo-als het houten gewelf en de koperen lezenaar met pelikaan. Maar het or-gel van Christian Müller (1738) dat de hele westmuur vult, trekt de meeste aandacht. De nadruk ligt in het rijzige front op verticale lijnen. Dankzij het uitbundige snij- en beeldhouwwerk ben je er niet snel op uitgekeken. Charles Burney schreef in 1772 in zijn dagboek: „Haarlem. Naar weinig za-ken was ik op mijn reis zo benieuwd als naar het beroemde orgel in de

hoofdkerk van deze stad, dat alom wordt geprezen als het grootste en beste in Europa.”Er worden in de zomermaanden op dinsdag en donderdag gratis toegan-kelijke orgelconcerten gegeven. Op deze donderdag stroomt de kerk vol met een internationaal publiek. Ze ko-men voor Jos van der Kooy. De stads-organist slaat zich ondanks een ont-stoken vinger met verve door het programma. Enkele Spanjaarden hou-den het snel voor gezien, maar het gros van de aanwezigen blijft zitten. Om te genieten van robuuste tong-werken, zangerige prestanten en lit-sende mixturen.

>>bavo.nl

„De hulp van de Heilige Geest is onmisbaar om te kunnen vergeven”

haalde hj pleegkinderen in huis.”De Tweede Wereldoorlog vormt de

hoofdmoot van het verhaal. Vanuit haar geloofsovertuiging bood de familie per-manent onderdak aan een wisselende groep van vier Joden en enkele onderdui-kers. Een aannemer trok in de hoogge-legen kamer van Corrie een valse muur op, 60 centimer van de buitenmuur, die doorliep in de vloer en in het plafond. Onder de laagste plank in de linnenkast zat een schuiluik dat de doorgang naar de schuilplaats vormde.

„Op de meest onverwachte momenten werd er geoefend”, vertelt de gids. „Tj-dens een diner of midden in de nacht. De

gasten moesten niet alleen zelf verdwj-nen, maar ook al hun spullen meene-men. De eerste tjd kost dit vier minuten en uiteindeljk zeventig seconden. Op 28 februari 1944 stonden de Duitsers voor de deur. Uiteindeljk voerden ze zes fami-lieleden en dertig bezoekers weg.”

De nazi’s waren furieus omdat ze geen onderduikers vonden en bleven twee da-gen in de woning posten. Daarna namen twee „goede” politiemannen de bewa-king over. Deze Nederlanders bevrjdden de vier Joden en twee verzetsmensen uit de benauwde schuilplaats.

Bj het zien van de gereconstrueerde ge-heime ruimte in Corries kamer komen

de tongen van de bezoekers los. Dat ge-beurt ook in de kleine slaapkamer van tante Jans en op het dakterras waar onder duikers een frisse neus konden ha-len. Even later luistert iedereen weer stil naar Hoogendjks verhaal. Over de Joodse cantor die zo uitbundig zong dat de bu-ren kwamen waarschuwen. Over het les-je vitaminedruppels dat niet leeg raakte in kamp Ravensbrück. Over de hulp van de Heilige Geest, Die onmisbaar is om de naaste te kunnen vergeven. Zo heeft dit huis ook een boodschap voor vandaag.

>>corrietenboom.com

UITNEDERLAND PAGINA 7

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-06-BYL-BYL_0 7 9-5-2012 13:54:22

Page 6: Uit in Nll

PAGINA 9

tekst Pieter Ariese

beeld RD, Anton Dommerholt

Flakkee is un eiland en ’t wae-

ter is brêêd. Wie d’r weunt,

ken d’r wel over praete. Wie er

woont, ja. Maar ook toeristen

weten de weg naar het in het

Flakkeese volkslied bezongen

eiland. Want: zon, zee, strand.

En geiten.

Geiten? Jazeker. Natuurljk, de Brouwers-dam is een trekpleister van formaat voor badgasten en windsurfers. En de straatjes en terrassen van Ouddorp zjn altjd be-volkt met toeristen. Maar er is meer.

Even buiten het dorp ligt de Mèkkers-tee, een boerenhoeve bevolkt met geiten. En met minstens zo veel vermaak als de uitgestrekte stranden.

De aantrekkingskracht van een enkele geit is beperkt. Het beest is aaibaar. Een tikje brutaal en nieuwsgierig, en daar-door grappig tegeljk. Maar verder? Zet er

echter 300 bj elkaar in een stal en je hebt een attractie van formaat.

Toegegeven, het zjn niet alleen de gei-ten die de Mèkkerstee tot een geslaagd dagje uit maken. Maar ze vormen wel de grootste bezienswaardigheid op de Oud-dorpse boerderj. Vooral onder melkens-tjd.

Eerst moet gezegd dat de Mèkkerstee geen doorsneeboerderj is, en zjn eige-naar geen slimme boer die wat extra’s probeert te verdienen door z’n erf open te stellen. Nee, kern van de hoeve is de zorg-boerderj.

Ruim tien jaar geleden begon Piet den Hertog, samen met stichting Eleos, met

5 cliënten en 75 geiten. Nu telt de boer-derj 75 cliënten met psychosociale of psychische problemen, en ruim 300 gei-ten. De forse groei zit ’m daarin dat de Mèkker stee de zorgverlening slim weet te combineren met het productiebedrjf, waarop de zorgvragers –elk naar vermo-gen– gewoon meedraaien. Een deel van hen verricht inpakwerk, in een afsloten deel van de hoeve.

De vermenging van commercie en zorg is broodnodig, want met de bezuinigin-gen vallen er rake klappen. Juist mede door de commerciële activiteiten bljft de zorgboerderj overeind. Voor het bezoek maakt het allemaal geen verschil. De in-teractie tussen toerist en cliënt verloopt in de regel ontspannen.

Terug naar de melkschuur. Tweemaal daags komen ze opdraven, de haast smet-teloos witte dieren. Gehoorzaam drom-men ze de melkstal binnen. Een voor een verdwjnen ze achter slimme klapdeur-tjes, waarna medewerkers van de hoeve de melkmachines in gang zetten. In am-per twee uur tjd komen alle geiten aan de beurt.

’s Middags om 15.30 uur kan het pu-

Geiten stelen de show op bjzondere boerderj

UITNEDERLAND

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-09-BYL-BYL_0 9 9-5-2012 13:55:15

Page 7: Uit in Nll

PAGINA 11

bliek meekjken. De geiten –stuk voor stuk witte Saanen, een Zwitsers ras– schjnt het niet te deren. Op een goeie dag staat de stal vol dagjesmensen dat toeziet hoe de verse melk in de contai-ner spuit.

Die melk verdwjnt naar de aanpalende kaasmakerj. Ook hier kjken bezoekers mee, zj het –vanwege de hygiëne– van-achter glas. Maar dat maakt wat ze zien er niet minder interessant om: het am-bachteljke productieproces van geiten-melk naar geitenkaas.

Er wordt gepasteuriseerd, gestremd en gesneden, gedompeld en gepekeld. Jaar-ljks verlaat maar liefst 60 ton geitenkaas de Mèkkerstee. Naar winkels en restau-rants door het hele land, en via de export naar België, Frankrjk en Duitsland.

Uiteraard liggen de biologische kazen ook in de Landwinkel die onderdeel is van de hoeve. Proeven mag, want de keu-ze is niet eenvoudig. Jong, oud, belegen –uiteraard. Maar ook in smaken als fene-griek, mosterd en bieslook. Ernaast ligt meel uit de Ouddorpse molen en tal van andere streekproducten.

Bruisende Brouwersdam

’s Zomers bruist de Brouwersdam. Op een zonnige dag is het druk, na-tuurlijk. Een beetje wind lokt wind-surfers en kitevliegeraars. Maar Oud-dorp is geen Scheveningen. Geen lawaaierige boulevard, geen opzich-tige strandtenten. Nee, gewoon een écht strand.Sjouwen met koelbox en wind-scherm. Blote voeten in warm zand. Met een beetje goede wil is er best een plekje te vinden. Geef kinderen zand en water en ze vermaken zich urenlang.Zandkastelen bouwen, scharrelen langs de vloedlijn. Zoeken naar schel-pen. Een aangespoelde vis wordt met een woeste zwaai terug het water in geslingerd. Dáár moet je zijn.Picknicken op het strand is brood

met zand. Elke hap knispert. Dat hoort erbij. Stilzitten is ook geen straf. Er is zo veel te zien: stuntende kite-surfers, vliegeraars, badgasten die kuilen graven, strandwachten die waarschuwen niet te diep te gaan. In de verte de vuurtoren. Met een beet-je geluk duiken er zeehonden op.Als het te warm wordt, pakken we de tram voor een verkoelend ritje over de dam. Heen en weer tussen De Punt en de Kabbelaarsbank, rijdend met historisch materiaal. Een retour-tje moet betaald in contanten. Vroe-ger had je ook geen pin.Terug naar de koelbox, door duinen en helmgras. Met tegenzin inpakken. En dan ’s avonds met door de zon strakgetrokken gezichten en zilte lip-pen weer huiswaarts.

Op een goeie dag staat de stal vol dagjesmensen, dat toeziet hoe de verse geitenmelk in de container spuit

De melk van de witte Saanen krjgt nog een andere bestemming: js. Zo verwon-derljk is dat niet: Den Hertog komt uit een geslacht van jsmakers. In de eigen jsmakerj pakt hj als het ware de draad weer op, al bljft het kleinschalig.

Zjn boerenjs vindt vooral z’n weg naar de eigen jssalon. Biologisch js op basis van geitenmelk. Het idee is wellicht een tikje... anders, de smaak voortreffeljk. Het is sowieso goed toeven in de lunch-room, ooit nog gedecoreerd door de Rjs-sense kunstschilder Albert Wessels.

De productie van kaas en js gebeurt door vaste krachten. De cliënten van de

zorgboerderj helpen mee, ook in het res-taurant. Een van de twee kaasmakers is er via de Mèkkerstee weer bovenop geko-men en werkt er nu fulltime. De kaas is z’n leven geworden.

Na de melktjd, het js en de pannenkoe-ken in de lunchroom is het niet gedaan. Zjn de geiten de wei weer in, dan aaien de kinderen verder in de kinderboerderj. Konjnen zjn minstens zo vertederend als geiten. Een reusachtig varken steelt de show, wentelt zich zonder kouwe druk-te door de modder. De kids staan in twee-strjd: bljven kjken of naar de speeltuin?

Het is die variëteit die een dagje Mèk-

kerstee tot een prima alternatief maakt voor de zomerse drukte langs de Flakkee-se stranden. De hoeve bljkt uitstekend berekend op een forse stroom bezoekers. De Mèkkerstee ontvangt jaarljks bjna 50.000 mensen. De looproutes zjn ruim en schoon, de attracties overzichteljk.

De Mèkkerstee is geopend van dinsdag tot en met zaterdag. In de zomervakan-tie gaan de hekken van de geitenboerde-rj ook op maandag los. Schoolklassen en verenigingen zjn eveneens welkom.

>>demekkerstee.nl

UITNEDERLAND

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-09-BYL-BYL_0 11 9-5-2012 13:55:25

Page 8: Uit in Nll

tekst Gisette van Dalen-Heemskerk

beeld RD, Anton Dommerholt

„Ik verkoop geen goedkope kersen, maar ze zijn wel gruwelijk lekker. Vanaf mijn jeugd heb ik in de handel gezeten. Toen ik op mijn 60e met de VUT ging, wilde ik het wat rustiger aan gaan doen. Maar helemaal thuiszitten is niets voor mij. Daarom heb ik deze boomgaard in 2003 laten inplanten en ben ik in 2004 met de kraam gestart. De eerste kersen krijg ik rond Koninginnedag binnen. Die komen uit kassen in Brabant. De meeste vruchten koop ik in. Want de opbrengst van mijn boomgaard is niet voldoende voor de vraag. Deze plek langs de weg van Rhenen naar Veenendaal is ideaal. Er komt veel verkeer langs. Rond Vaderdag is voor mij de drukste tijd. In de

zomervakantie mis ik het werkvolk dat even stopt voor een bakje kersen. Ik heb veel klanten die maar één keer per jaar komen. Ze wonen in het hele land. Een jaar of vijf geleden kwam er een man uit Rotterdam. Hij vond mijn kersen veel te duur. „In Rotterdam betaal ik maar de helft”, zei hij. Ik zette een bakje op tafel en liet hem op zijn gemak proeven. Ook gaf ik hem een pondje mee om te proberen. Nog geen vijf minuten later stond hij voor mijn kraam. Hij had nog nooit zulke lekkere kersen gegeten. Met vier kistjes ging hij naar huis. Een paar weken later reden er aan het begin van de avond zes auto’s het terrein op. Daar rolden vijftien man uit. Het leek wel een overval. Maar toen zag ik mijn Rotterdamse klant in de groep lopen. Ze kwamen met de hele familie kersen inslaan. Geweldig toch?”

De fruitkraam A. Huibers (67), standplaats Rhenen

\REFD

AG

\PRO

DU

CTIE\PA

GIN

A\SPEC

IALS\1605-13-B

YL-B

YL_0 13

9-5-2012 13:56:08

Page 9: Uit in Nll

PAGINA 15

tekst Michiel Bakker

beeld RD, Henk Visscher

Kaas, vis en koek, maar ook

servies, sokken en laarzen.

De Albert Cuyp in Amsterdam

biedt het allemaal, zes dagen

per week. Op de „grootste

dagmarkt van Europa” schui-

felen autochtone Amsterdam-

mers en toeristen eensgezind

langs de kramen.

„Famous street market”, roept de trambe-stuurder om als hj de halte Albert Cuyp-straat in de Amsterdamse wjk De Pjp aankondigt. Het openbaar vervoer levert bezoekers vlak bj de ingang af. „Zakken-rollers winkelen ook”, waarschuwt een bord aan het begin van de marktstraat. Een „werkend jong stel” plakte er vjf briefjes onder met de mededeling dat het op zoek is naar een gemeubileerd appar-tement. In hoofdletters: „Wj zjn netjes

en betalen de huur altjd op tjd.”Aan beide zjden van de Albert Cuyp-

straat staan in totaal zo’n 260 kramen op-gesteld. Een verkoper van Daalder kaas –„Alléén op de markt”– maakt een dans-je voor de stand van zjn overbuurvrouw, die in sokken handelt. Ze maken langdu-rig een praatje. Klanten zjn er op deze ochtend rond halftien nog nauweljks.

Verderop steekt een marktkoopvrouw haar neus om de hoek bj haar buur-vrouw. „Alles goed?” „Ja, met u?” „Ja, lekker.” Als een klant een paar Japanse gladiolen wil afrekenen, trekt de ene ver-koopster zich terug. „Schat, ik zie je zo.” „Ja, zie je zo, schat.”

De gemoedeljke contacten tussen marktkooplieden, die soms al tientallen jaren in de straat staan, typeren de sfeer. Begin twintigste eeuw ging de markt in De Pjp van start. Eerst mocht alleen op zaterdagavond verkoop plaatsvinden. In 1912 breidde de gemeente dat uit naar alle werkdagen. Voor de Tweede Wereld-oorlog bestond de populatie verkopers voor een derde uit Joden. Bjna niemand van hen keerde na de oorlog terug.

Vandaag de dag laat een vaste kern van

buurtbewoners regelmatig z’n gezicht zien op de Albert Cuyp, maar de markt is ook een trekpleister voor toeristen. Niet voor niets hanteert de ondernemersver-eniging de slogan ”Dagje Amsterdam? Middagje Albert Cuyp!” en spreekt ze van „een bezienswaardigheid die niet gemist mag worden.”

Om tien uur zet Amsterdammer Geval (80) zjn iets tegen de ”Vlaardingse ha-ringkar anno 1916”. Vroljk hapt hj een haring weg. „Ik kom vier keer in de week op de markt. Drie keer eet ik een haring, de vierde keer een gebakken visje”, zegt Geval als hj met z’n rjwiel aan de hand richting huis loopt. „Ik woon hier om de

hoek. Al 45 jaar. Tjd hé?”Buurtbewoner Vermeulen (78) loopt,

leunend op z’n stok, ook regelmatig over de Albert Cuyp. „Ik doe de deur open en ik ben op de markt. Hier haal ik al-tjd m’n fruit. Ik weet precies bj wel-ke kraam ik moet wezen. Dat heeft met kwaliteit te maken en met de verkoper.”

In de loop der jaren zag Vermeulen het karakter van de markt veranderen. „Het werd steeds meer een toeristenmarkt. Handelaren doen niet meer hun best om waren aan te prjzen.” Hj wil verder, naar huis, naar de kofie. „Ik woon in een seniorenappartement. Zestien woningen, weet je wel.” Met de medebewoners heeft hj geen contact. „Ik bemoei me met nie-mand. Dan heb je ook niks te verant-woorden.”

Langzamerhand neemt de drukte toe. Het publiek snuift een mengelmoes van geuren op. Verse stroopwafels, vis, kaas, gegrilde kippenpoten. Bj een kraam met Surinaamse hapjes doen twee verkoop-sters zich te goed aan een broodje. Voor een praatje zjn ze niet in. „Ik ben aan het eten”, zegt een van de dames. „Komt u een andere keer.”

Drie keer per week harinkje happen op Albert Cuyp

UITNEDERLAND

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-15-BYL-BYL_0 15 9-5-2012 13:57:37

Page 10: Uit in Nll

Achter een volgende kraam zitten even-eens twee vrouwen, tachtigers. Hun aan-bod is divers: Crocsschoenen, mokken, elektrische vliegenmeppers. Vier dagen per week zij n ze hier te vinden. „Zo lang het gaat, gaat het. Het is leuk, afwisse-lend. Achter de geraniums zitten is ook niks.” Hun naam geven ze niet prij s.

Verkoper Singh is met zij n zwarte baardje en groene tulband een opvallen-de verschij ning op de markt. Samen met zij n moeder verkoopt hij dameskleding in grote maten van het merk Magna. „We doen dit al tien jaar en krij gen klanten uit het hele land, van noord tot zuid. De meesten bestellen vooraf telefonisch.”

Een vrouw zet haar man op de foto voor een kraam met kruiden, thee, snoep en keukengerei. Ze zij n van buitenlandse komaf en spreken geen Engels. Hij steekt een sigaartje op, waarna ze snel verder lo-pen. Ze passeren een verkoopwagen met het opschrift ”P. C. Stroopstraat”. De ver-koper bakt wafels en bedient klanten ter-wij l hij met een mobieltje aan z’n oor langdurig een telefoongesprek voert.

Halverwege de Albert Cuyp klampt een Afrikaan voorbij gangers aan. Hij probeert een set ansichtkaarten aan hen te slij -ten: foto’s waar hij zelf op staat, met een stok op z’n hoofd of gehuld in een boer-ka. Verderop zit een Afrikaan onder een Olaparasol op een rollator. Hij speelt een deuntje op z’n mondharmonica en krij gt af en toe een paar centen toegeworpen.

Een reclamebord attendeert voorbij gan-gers op Kwinkel, een zaak met kinder-spullen die achter een marktkraam ver-scholen ligt. Het aanbod bestaat onder meer uit speelgoed, kleding en boeken,

Bagel met beenham en vers geperst sap

Wie in de Amsterdamse wijk De Pijp in een restaurant of op een terras wil neerstrijken voor koffi e en een brood-je heeft ruime keus. Te midden van za-ken als Hannibal –”Eetkamer van de Pijp”– en Eetcafé Moos valt Bagels & Beans wat naam betreft enigszins uit de toon. Dat is echter geen reden om het vriendelijk ogende restaurant aan de Ferdinand Bolstraat te negeren. De in 1996 geopende lunchroom is de oudste van een keten met inmiddels vijftig vestigingen in Nederland.De bagel is een broodje dat vooral in de Verenigde Staten populair is. Hij is onder meer verkrijgbaar in de soorten wit, bruin, sesam en multigraan, en kan naar believen worden geserveerd met producten als oude kaas, zalm, tonijnsalade of geitenkaas.

Onder de schaduwrijke bomen op het terras van het restaurant, pal voor de ingang van de Albert Cuyp, is het goed toeven. Op tafel staat een bordje bagel met beenham, gelar-deerd met sla, een paar schij� es kom-kommer en twee minipannetjes met cream cheese. Een groot glas vers ge-perst sinaasappelsap maakt het ge-heel –8,95 euro– compleet. Producten met natuurlijke ingrediënten voeren hier de boventoon.Trams, auto’s, wegwerkers en een veelkleurig publiek zorgen voor een levendige drukte rond het pleintje. Op een brommer passeert een man –overhemd met bretels, korte broek– die een beddenplank vervoert. Een taxibusje laadt acht toeristen uit. Op naar de Albert Cuyp.

Een verkoper van Daalder kaas –„Alléén op de markt”– maakt een dansje voor de kraam van zij n overbuurvrouw die in sokken handelt

nieuw en tweedehands. Een rek in de vorm van een auto toont ”Gouden boek-jes” met titels als ”De hondenmatroos”, ”Sloffi e sleepboot” en ”Dokter Pij pekop”.

De straat bevat meer zaken die een beet-je verstopt achter de lange rij en kramen liggen. Verkoophuis Gerard Dou richt zich op in- en verkoop van antiek en cu-riosa. Albert-Kuypje verkoopt Italiaans ij s en pannenkoeken. Iets verderop, in een zij straat, brengt ook IJ scuypje koude ver-snaperingen aan de man. De weekspecia-liteit is speculaasij s.

Wie wat langer van de route langs de kramen afwij kt, komt meer bij zonderhe-

den tegen. Op een steenworp afstand van de markt vormt het Sarphatipark, dat in 2009 z’n 125-jarig bestaan vierde, een oase van rust in een dichtbevolkte wij k.

Rond het middaguur genieten mensen er zittend op een bankje, met uitzicht op een vij ver met fontein, of liggend in het gras van de zon. Kinderen vermaken zich in een enorme zandbak met glij baan. Op een oud gemaalhuisje prij kt een tekst van Jacob Israël de Haan: „Langs ’t Sarphati-park reeën we, dat druipendbruin in ’t waterlichte zonnetje lag.”

Terug in de winkelstraat. Een dame met een zwart-witte jurk –„geen naam, geen

leeftij d, geen gewicht”– loopt met de fi ets aan haar hand langs de kramen. Ze komt uit Amstelveen en is een liefhebber van markten. „Ik moet vaak in Amsterdam zij n en loop dan graag door deze straat. Ik ben een fan van de Dappermarkt, maar de Albert Cuyp ligt centraler.”

De mand achter op haar fi ets is gevuld met oude legpuzzels. Op de markt ge-kocht? „Nee, ik heb ze meegenomen om-dat ik ervan af moet zien te komen. He-laas zij n ze onderweg nog niet gestolen.”

>>albertcuypmarkt.nl

PAGINA 17UITNEDERLAND

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-15-BYL-BYL_0 17 9-5-2012 13:57:46

Page 11: Uit in Nll

PAGINA 19

tekst Gerco Verdouw

beeld RD, Anton Dommerholt

De regen klettert op het gla-

zen dak van de Japanse water-

tuin in Naaldwijk. Binnen is het

droog en warm. Een leuk en

gratis alternatief als een dagje

strand in het water valt.

Kabbelend water van verschillende wa-tervallen, Japanse achtergrondmuziek, uitzicht op tientallen koikarpers in een prachtige vjver, een goede kop kofie en een lekker stuk appeltaart. In de Japan-se watertuin in Naaldwjk kun je het wel even uithouden als het buiten regent.

Kinderen zjn in de kassen waar de wa-tertuin is aangelegd veel sneller uitge-keken dan volwassenen. Ouders wordt bj de ingang van de tuin al gevraagd hun kroost bj zich te laten en niet kris-kras door de kassen te laten rennen. Be-

drjfsleider Michelle van der Meer vertelt dat het regelmatig gebeurt dat er kinde-ren in het water van de vjver vallen ter-wjl vader en moeder nergens te beken-nen zjn.

Want in dat water is wél wat te beleven voor de jeugd. Zodra er iemand op een bruggetje gaat staan, komen de koikar-pers naar die plek. Hopend op voer. Voor een euro is een bakje met speciaal vissen-voer te koop. Het is een leuk gezicht hoe die felgekleurde karpers elkaar verdrin-gen om met hun grote bekken het voer weg te happen.

Andere dieren in de Japanese Watergar-den zjn de vogels in de volières. De Ja-panse nachtegaal met zjn rode en zwar-te veren schjnt schitterend te kunnen luiten, hoewel hj op dit moment even zjn snavel houdt. In dezelfde kooi drinkt een baardvogel uit de fontein. Verderop kjkt een groene vogel met een prachtige kuif de bezoekers nieuwsgierig aan. Op een bordje is te lezen dat het hier om de witwangtoerako gaat.

Allemaal leuk en aardig, maar de echte

tuinliefhebber komt hier natuurljk niet voor de vissen en de vogels. Die verbaast zich er over hoe eigenaar Chiel van der Drift het voor elkaar gekregen heeft om zo veel bjzondere oosterse planten en bomen in één grote kas bjeen te zetten. Bedrjfsleider Van der Meer: „Daar is hj jarenlang mee bezig geweest.”

Van der Drift is een kassenbouwer uit Naaldwjk die zjn producten over de hele wereld levert. Momenteel is hj voor-al in Amerika actief, maar voorheen kwam hj veel in Japan. Lyrisch was hj over de Japanse tuinen en het kon niet

uitbljven: zjn eigen achtertuin in Naald-wjk moest ook Japans worden.

Het kille Nederlandse klimaat was ech-ter niet geschikt voor veel oosterse plan-ten. Van der Drift breidde zjn achtertuin uit met een fors kassencomplex ernaast. Water, steen en groen werden in 2001 de drie basiselementen voor de inrich-ting van de kas, die inmiddels de Japa-nese Watergarden werd genoemd. Uit de Italiaanse Dolomieten kwam zo’n 7000 kilo stenen waarmee watervallen, beek-loopjes en vjvers werden gecreëerd. Via een handelaar in Duitsland arriveerde een 900 jaar oude oljfboom. De dikke stam van de oude reus zit vol met gaten en gleuven, maar de boom ljkt prima te aarden in de watertuin.

Wat natuurljk niet kunnen ontbreken in een Japanse tuin, zjn bonsaibomen. Vooral de Japanse esdoorn staat er veel in verkleinde vorm. Ook groeien er veel ro-dodendrons, ook wel de Japanse azalea genoemd. Bjzonder schjnt de Ginkgo bi-loba, of de Japanse tempelboom, te zjn.

Bedrjfsleider Van der Meer zegt eer-

Japanse watertuin alternatief voor strand

UITNEDERLAND

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-19-BYL-BYL_0 19 9-5-2012 13:59:17

Page 12: Uit in Nll

PAGINA 21

ljk dat ze niet veel verstand heeft van de planten, struiken en bomen. „In de ser-re groeit een klimplant die vrj zeldzaam is. Hj heeft prachtige blauwgroene bloe-men.” Gelukkig staat er bj elke plant een bordje met een nummertje. Bj de ingang kunnen bezoekers een ljst met namen krjgen. De zeldzame klimplant bljkt de Strongylodon macrobotrys te zjn, een jadeplant in het Nederlands.

Van der Meer heeft een horecaopleiding gevolgd. Ze is aangesteld om de vele par-tjen en feesten die in de Japanse water-tuin worden gehouden in goede banen te leiden. „De twee ruimtes in de serre zjn in de zomer elke weekend wel verhuurd. Ook komen hier regelmatig bruidspaar-tjes om foto’s te maken.”

Door de horeca-activiteiten hoeft er bj Japanse watertuin doordeweeks geen en-tree worden geheven. Van der Meer „Dat was eerst wel zo, maar daardoor kwamen er doordeweeks bjna geen bezoekers. Voor mensen die even een kopje kofie willen komen drinken, moet de entree geen drempel vormen. In het weekend komen er toch genoeg mensen, dus dan kost toegang 2 euro.”

Bj de kofiecorner is het druk. Het ge-bouwtje is een imitatie van de Gouden Tempel van Kyoto. Vandaag zit er een hele groep ouderen vanuit een verzor-gingstehuis in Den Haag kofie te drin-ken. Een mevrouw in een rolstoel vindt de watertuin „heel mooi. Vooral van die karpers kan ik erg genieten. Ze hebben allemaal een andere tekening, er zjn er geen twee hetzelfde.” Haar buurman kwam hier jaren terug al met zjn klein-kinderen. Nu heeft hj meer tjd om van

Rustgevende, kabbelende golven

Het dorpje in de duinen. Zo kun je Ter Heijde gerust noemen. Het plaatsje met zo’n 600 inwoners ligt op 4 kilo-meter afstand van Naaldwijk.Waar in het mondaine Kijkduin –even verderop– rijkelui in hun grote villa’s aan zee vertoeven, wonen hier gewo-ne mensen in kleine rijtjeshuizen met rode dakpannen op een steenworp afstand van de zee.Op het strand is er een strook vrijge-houden waar de leden van de Vereni-ging van Zeesportvissers Ter Heijde aan Zee hun visboten op trailers in de Noordzee kunnen rijden. Een mooi gezicht. Zeker als zo’n snel, klein boot-je de branding doorklieft. En daarna met volle vaart de Noordzee opstuift. Last van zeeziekte moet je dan niet hebben!

Op het strand liggen ook de zeilbo-ten van watersportvereniging Ter He-ijde aan Zee. Dat is ook niet verkeerd. De wind zijn werk laten doen en de scherpe boeg van de catamaran door de golven sturen. Al het gewicht ge-bruiken om de boot niet te doen kap-seizen. Ondertussen waaien de dagelijkse so-res even weg, het water in. En als er weinig wind is, gewoon lekker dob-beren op de golven. Even niets doen, even afstand nemen van de vastewal waar het werk wacht. Die kabbelen-de goljes tegen de boeg werken rust-gevend.Het is te hopen dat deze zomer de zon iets meer schijnt dan in 2011. Dan is varen nog aantrekkelijker. Maar dan wel vanuit het dorpje in de duinen.

„Als ik wat meer ruimte in mjn tuin had, zou ik ook wel zo’n Japans terrasje willen”

de tuin te genieten. „Schitterend.”Een begeleider vindt het jammer dat

niet alle plekjes in de kas per rolstoel toe-gankeljk zjn. „De rode, ronde brugge-tjes zjn prachtig, maar met een rolstoel durf ik er niet overheen. Ook de tropi-sche kas kunnen we niet in omdat er al-leen maar stapstenen liggen.”

Het Belgische echtpaar Rudi en Hilde Snellinx uit Opglabbeek bj Genk is al-leen maar positief over de Japanse water-tuin. Hj: „Prachtig, dit hele concept. Als ik wat meer ruimte in mjn tuin had, zou ik ook wel zo’n Japans terrasje willen.” Zj: „Als je het maar laat. We hebben net

onze tuin opnieuw laten aanleggen, dus voorlopig veranderen we niets meer.” Het paar is in de buurt op vakantie en wilde een dagje naar zee. Vanwege de re-gen zjn ze uitgeweken naar Naaldwjk.

Het grootste gedeelte van de watertuin wordt niet verwarmd. Alleen als het erg hard vriest, gaat de kachel aan om de temperatuur boven het nulpunt te hou-den. Ook het tropische gedeelte wordt verwarmd. Daar staat onder andere de Ochna kirkii, ook wel de Mickey Mouse-plant genoemd vanwege de vorm van bloemen die op het hoofd van de beken-de stripiguur ljken.

Andere tropische planten in dit war-me stukje kas zjn de Perzische slaap-boom, rode siergember, zebraplant, parapluboom, sierbanaan en blauwe Ben-gaalse trompet. Hier dus meer een Azi-atische verzameling dan alleen Japanse planten.

Na een uurtje dwalen in de watertuin heeft een niet-tuinliefhebber het hier wel gezien. De regen is opgehouden, het strand is dichtbj, dus een stevige strand-wandeling lokt. Ook een gratis uitje.

>>thejapanesewatergarden.nl

UITNEDERLAND

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-19-BYL-BYL_0 21 9-5-2012 13:59:30

Page 13: Uit in Nll

tekst Gisette van Dalen-Heemskerk

beeld RD, Anton Dommerholt

„Mijn vader spaart hard voor een nieuwe kraam. Deze heeft hij al ruim 25 jaar in gebruik. Hij stond er eerst mee op de oude spottersplek in Rozenburg. Nu is hij al weer zo’n vijf jaar bijna dagelijks langs de Polderbaan in Vijfhuizen te vinden. Als kind ging ik af en toe al met mijn vader mee. Dan mocht ik een ijsje of een blikje drinken verkopen. En natuurlijk kreeg ik zelf ook iets lekkers. Nu ben ik nog maar zelden in de kraam te vinden. Alleen als mijn vader bijvoorbeeld ziek is, help ik hem wel eens. Vorig jaar zijn er wc’s op de parkeerplaats geplaatst. Het heeft vier jaar geduurd voordat het zover was. Gelukkig hield de spottersvereniging vol bij de gemeente. In de winter is het hier erg koud. Je merkt dan dat deze plek in een polder ligt. Alleen als het gesneeuwd heeft, komen we niet. Dan is de parkeerplaats één grote ijsbaan. Wij moeten het hebben van vakanties en de weekenden. Elk parkeervak is dan gevuld. Het is hier altijd gezellig. De vaste vliegtuigspotters komen dagelijks. Ze zijn behulpzaam. Ze helpen bijvoorbeeld met de tafeltjes klaar zetten als we hier ‘s morgens aankomen. Of ze halen even een boodschap voor ons. De spotters weten precies welke toestellen er aankomen. Soms hebben ze net een bestelling geplaatst als het bewuste vliegtuig binnenkomt. Dan rennen ze gelijk naar het hek. Pas als het toestel weer weg is, komen ze hun bestelling ophalen. Mijn vader houdt altijd bij wat er landt of stijgt. Zelf heb ik niet zo veel met vliegtuigen. Toch vraag ik vaak aan de spotters: Komt er vandaag nog wat moois binnen? De foto’s van bijzondere vliegtuigen in onze kraam hebben we allemaal van onze klanten gehad.”

De patatkraam

Florence Boot (21), standplaats spottersplek Schiphol

\REFD

AG

\PRO

DU

CTIE\PA

GIN

A\SPEC

IALS\1605-23-B

YL-B

YL_0 23

9-5-2012 14:02:14

Page 14: Uit in Nll

PAGINA 25

Triptips

UITNEDERLAND

tekst Gisette van Dalen-Heemskerk

beeld RD

Naast alle tips voor

gratis uitjes ook

aandacht voor attrac-

tieparken die deze

zomer iets nieuws te

bieden hebben. Een

selectie.

23.000 kilo brood en 700 kazenIk ga op reis en neem mee: 23.000 kilo brood, 11.000 kilo vlees, 1500 pond spek, 1800 kilo boter en 700 kazen. Een bootsjon-gen van elf had dit rijtje 400 jaar geleden zo kunnen opdreunen. In het vernieuwde Madurodam worden bezoekers op een inter-actieve manier geïnformeerd over onder meer het VOC-verle-den, Schiphol en de Deltawerken. Wie de tickets voor het kleinste stadje van Nederland online bestelt, krijgt 10 procent korting.

>>madurodam.nl

Vliegtuig spotten vanaf buitenterrasNa enkele maanden dicht te zijn geweest opende luchtvaartthe-mapark Aviodrome onlangs de poorten weer. Belangrijkste wij-zigingen? Eigenaar Libéma realiseerde naast de Boeing 747 een platform met buitenterras. Bezoekers hebben zo goed zicht op het vliegverkeer van Lelystad Airport. Verder is een groot aan-tal vliegtoestellen publiekstoegankelijk geworden en zijn er voor kinderen zowel binnen als buiten extra speelmogelijkheden toe-gevoegd.

>>aviodrome.nl

Rolstoelvriendelijke fl uisterbootOp beverjacht in Nationaal Park De Biesbosch? In het groot-ste zoetwatergetijdengebied van Europa kan dat sinds kort ook in een fl uisterboot die geschikt is voor rolstoelgebruikers. Het bootje biedt plaats aan acht personen, waarvan er drie in een rolstoel kunnen zitten. Dankzij het verstelbare stuurwiel kan een rolstoelgebruiker de boot ook zelf besturen. Een uurtje huren kost 35 euro. Het Biesboschcentrum houdt rekening met een langere instaptijd, die gaat niet van de vaartijd af. Reserveren via tel. 078-6305353.

>>np-debiesbosch.nl

Graven in de zandfabriekHandbediende graafmachines, transportbanden, een zandzeef, een glijbaan en diverse speel-plateaus. Linnaeushof, Euro-pa’s grootste speeltuin, maakte voor de kleuters en peuters een echte zandfabriek. De nieuw-ste aanwinst is ook toegankelijk gemaakt voor mindervaliden. Een grote schaduwluifel zorgt ervoor dat kinderen tijdens het graven beschermd zijn te-gen de zon. In de speeltuin voor groteren plaatste Linnaeushof een aantal nostalgische speel-toestellen, zoals ouderwetse schommelschuitjes en familie-schommels.

>>linnaeushof.nl

Eeuwfeest OpenluchtmuseumHet Arnhemse Openluchtmuseum laat al honderd jaar zien hoe het in vroeger tijden toeging. Tijd voor een eeuwfeestje. De ja-rige trakteert bezoekers op een nieuwe presentatie over het da-gelijks leven in de Jordaan. Twee statige gevels aan de Wester-straat en drie kleine arbeiderswoningen, gebouwd in de 18e eeuw, vormen onder andere de ingrediënten van ”Komen en gaan in de Jordaan”. Verder geven historische en recente fi lm-beelden inzicht in de museumgeschiedenis. Kinderen kunnen –opgeven via de site– een feestvlaaitje bakken.

>>openluchtmuseum.nl

DEN HAAG

LELYSTAD

HEEMSTEDE

DORDRECHT

ARNHEM

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-25-BYL-BYL_0 25 9-5-2012 15:09:36

Page 15: Uit in Nll

PAGINA 26

Na regen... komt zonneschijn

tekst Clasina van den Heuvel beeld Basil, Impliva, Love for Rain, Lisbeth Lillebøe en Agu

Ai. Het regent. Kom maar

op met dat regenkapje!

Of met de plu. De jas. De

laarzen.

SchoenenDe Noorse ontwerpster Lilleboe bedacht zwarte regenlaarzen (149 euro) met rode veters aan de achterkant die door al dat waterdichte en de rubber lomp hadden kunnen zijn, maar heel elegant tonen. Wie die nog niet heeft, kan zijn voeten (en schoenen) zolang beschermen met over-schoenen. Van Agu bijvoorbeeld, fabri-kant van ietskleding en -accessoires. Agu Bike Boots zijn waterdicht, te verstellen aan de zij- en achterkant en er zitten re-lecterende details op. Ideaal voor op de iets. Wandelen is echter niet gezond voor deze overschoenen. Gewone regenlaar-zen zijn dan toch beter. Te koop bij zaken als Van Haren, Scapino en de Schoenen-reus. Op regenlaarzen.tipjes.nl staan al-lerlei grappige modellen, warempel ook een variant die aan Lilleboe doet denken, eveneens met veters aan de achterkant. Ook vanuit Noorwegen.

>>agu.com >>regenlaarzen.tipjes.nl

Regenjas En de oude vertrouwde regenjas dan? Uitkiezen maar, via beslist.nl bijvoor-beeld. Alleen, een waterdichte jas bete-kent doorgaans wel zweten, tijdens een wandel- of ietstocht. Een bekend merk van textiel dat water- en winddicht is én ademt, is Gore Tex. Jassen van Gore Tex zijn ook nog eens „extreem koudebesten-dig.” Zweet verdampt erin.Een heel ander uitziende regenjas die is voorzien van ventilatie, is de Blaest- regenjas van de ontwerpster Lisbeth Lille-boe uit Bergen, Noorwegen. In Bergen re-gent het vaak en hevig: gemiddeld valt er 2250 millimeter neerslag per jaar. Er schij-nen zelfs paraplu-automaten te staan in de stad. Ter vergelijking: in Nederland valt jaarlijks 690 tot ruim 900 millimeter. Lil-leboe ontwierp functionele, ventileren-de én fraaie regenjassen (vanaf 220 euro). Niks rommelig of zakkerig, deze jassen hebben een fraaie A-lijn. Zie ook hipinde-regen.nl voor getailleerde –en iets minder prijzige– trenchcoats.

>>blaest.nl >>goretex.nl >>hipinderegen.nl

RegenkapjeRegenkapjes, bestaan die nog dan? Zeker. De doorzichtige kapjes die oma’s vroeger over hun knotjes schoven als de eerste druppels vielen zijn nog steeds te koop, ze worden per bosje verkocht – per tien of per twintig bijvoorbeeld. Ook bestaan er vrolijker varianten, zoals die van Basil, fa-brikant van ietsaccessoires. Het kapje van Basil heet Rosa, kost 9,95 euro en is rood met witte stippen. Het kan ook binnenste-buiten worden gedragen, dan verschijnt er een rozenprint op ruitjesstof. Voor-deel: zo’n kapje neemt maar een piepklein plekje in beslag in de handtas. En het prikt in niemands ogen, waar paraplu’s de nei-ging toe hebben. Overigens is er ook een Rosaparaplu te koop (9,95 euro) en een bijbehorende waterdichte hoes voor kin-derzitjes, plus een windschermlap.

>>basil.nl Poncho Als het gratis uitje dit jaar bestaat uit een wandeling, is een poncho of regencape best handig. Je hult je in een lap water-dicht materiaal, capuchon op, klaar. Zelfs de rugtas past eronder. Wegwerpexem-plaren zijn al te koop voor 1 euro. Bij Hal-fords kosten poncho’s 29,99 euro. De ANWB verkoopt de doorzichtige gewa-den van polypropyleen voor 3 euro per twee stuks (2,50 euro voor leden). Daar zijn ook regenjassen, regenschoenen en rainlegs (stroken waterdicht materiaal die de bovenbenen bedekken) verkrijg-baar. En op loveforrain.nl staat een chic gebloemd exemplaar voor 16,95 euro.

>>anwb.nl >>halfords.nl >>loveforrain.nl

Paraplu Intussen houdt een paraplu wel méér droog dan een regenkapje, als hij ten-minste groot genoeg is, zodat het water niet in stroompjes langs de achterkant van je jas loopt, of erger, in je nek. Welis-waar waaien paraplu’s van een paar euro doorgaans bij het kleinste briesje binnen-stebuiten en zijn ze op de iets helemaal levensgevaarlijk, terwijl ze in de drukke stad in andermans gezicht prikken, waar-bij ze ook nog eens voortdurend kwijt-raken – toch blijft het fenomeen paraplu een attribuut dat de tand des tijds door-staat. De parasol is zijn voorganger, en die bestond al in de oudheid. Na al die eeu-wen –sinds 1760 worden de begrippen paraplu en parasol onderscheiden– werd in 2006 eindelijk een stormparaplu uit-gevonden, de Senz°-umbrella. Het asym-metrische model moet windkracht 10 aankunnen. Het oermodel (original) kost 49,95 euro en is verkrijgbaar in mooie kleuren en designs. De koper krijgt twee jaar garantie. Model ”smart” is te koop voor 24,95 euro (met bloemetjes, voor de modebewusten, inclusief twaalf maan-den „no-nonsensegarantie”). Fans moeten verder echt een kijkje nemen op de web-site van groothandel Impliva: daar staan hartvormige paraplu’s op, en vierkante, en plu’s met regendruppeldessins.

>>senzumbrellas.com >>impliva.nl

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-26-BYL-BYL_0 26 9-5-2012 14:07:34

Page 16: Uit in Nll

tekst Gisette van Dalen-Heemskerk

beeld Odiezon en Fotolia

Omdat het nog nooit een

hele zomer regende aan-

dacht voor zonnebril, zwem-

vest en uv-werende kleding.

HoedKleertjes.com weet raad voor kleine, kale bolletjes. De webwinkel verkoopt vrolijk gebloemde, blauw met witte of geruite hoedjes voor meisjes. Kleine meneertjes kunnen kiezen uit caps in stoere kleuren. Grotere hoofden kunnen voor bedekking onder andere terecht bij dewiltfang.nl. Bij-voorbeeld voor een zonnehoed van zee-gras. Als dat niet lekker luchtig klinkt?

Beschermende kledingSmeren of verbranden? Die keus is niet moeilijk. Zeker niet voor mensen met een lichte huid. Dat betekent wel iedere paar uur een dubieus geurende, witte klodder uitwrijven op de huid. Of beschermen-de kleding dragen. Odiezon.nl verkoopt al tien jaar uv-werende (bad)kleding. De producten die de webshop aanbiedt, heb-ben een beschermingsfactor van 50+. Dat betekent dat de kleding 97,5 procent van alle schadelijke uv-straling tegenhoudt. Ook voor kinderen heeft odiezon.nl een uitgebreid assortiment badmode, shirts, broeken en strandjurkjes.

ZwemvestKleine kinderen en water zijn niet be-paald een rustgevende combinatie voor ouders. Bonnebonne.nl biedt een uitge-breid assortiment aan zwemvesten voor de allerkleinsten, maar ook voor grote-re kinderen. De zwemvesten beschikken over acht compartimenten met elk twee drijvers. Ook handig op de site zijn de herbruikbare SOS-polsbandjes. Zwemves-ten.nl is –hoe kan het ook anders– gespe-cialiseerd in zwemvesten. Voor zeilers, ka-jakkers en vissers. Zelfs voor viervoeters bestaat er een passend exemplaar.

ZonnebrilMocht je iemand met een zonnebril met blauwe glazen tegenkomen, staar hem of haar dan niet na. Er is niets mis met die persoon. En nog minder met de bril. Ge-kleurde glazen zijn hip. Geel, blauw en oranje: het kan allemaal. Wat het mon-tuur betreft, is er ook veel mogelijk. Bij de dames zijn kleuren als beige, wit en pa-relmoer populair. Ook in opkomst zijn de monturen met printjes. De pilotenbrillen –aviators– blijven in. Erg populair op dit moment is de Wayfarer, een klassieke bril in een modern jasje. Bij eye-wear.nl, een van de grootste zonnebrillenverkopers via internet in de Benelux, staat de Way-farer in de top drie van meest verkoch-te brillen. Helaas kost zo’n bril (119 euro) wel wat meer dan een exemplaar uit het rek bij de plaatselijke supermarkt. Maar voor dat geld heb je wel een bril die ook George Bush schijnt op te zetten bij zon-nig weer.

Favoriet wandelattribuut

UITNEDERLAND PAGINA 27

Bert Huisman vond een ietsbel met daar-op eveneens een Bert. Deze stok is zijn favorie-te wandelattribuut. Als er mensen voor hem lo-pen en hij er niet langs kan, belt hij (zachtjes). En door het stokje vast te houden, voorkomt hij dikke vingers.

Knickerbockers, nordicwalkstokken, wandelkaarten en natuurlijk rugzakken. RD-lezers blijken heel wat wandelattributen mee te slepen. Een selectie.

Henk en Nelleke van der Zalm gaan volgens hun dochter Charlotte Verweij nooit zonder gasbrandertje en koekenpan op pad. Onderweg bakken ze ei-eren, vlees of aardappeltjes. Dat levert behalve grappige opmerkingen van voorbijgangers ook tevreden (klein)kinderen op.

Bas (8), Nien-ke (4) en Job (7) Rutenfrans houden net als hun ouders veel van wandelen. Ze gaan nooit op pad zonder wandelschoe-nen en rugtas, maar vooral niet zonder elkaar.

Zonder wandelschoenen geen wandeling, schrijft de familie Koppejan.

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-26-BYL-BYL_0 27 9-5-2012 14:08:17

Page 17: Uit in Nll

PAGINA 28

Stad van Spanjaard, sleutel en studentEen wandeling door Leiden start je het bes-te bj het Galgewater, een pittoresk haven-tje met een pittig puntbruggetje. Fietsers trappen stevig door om eroverheen te ko-men, wandelaars spannen hun kuitspieren op het steile brugdek. Niets doet denken aan het lugubere verleden van deze plek. Waar vroeger misdadigers terecht werden gesteld liggen nu de sloepen van roeiverenigingen klaar voor de race. Oude vrachtschepen met namen als ”De Heere regeert” en ”Hoop op behoud” hebben hun vaste ligplaatsen langs de kaden. De wieken van korenmolen De Put draaien hun rondjes zoals in 1619 op dit plekje ook al gebruikeljk was.

Nog een paar jaar eerder, in 1606 of 1607, zag Rembrandt van Rjn in een van de huizen aan de Weddesteeg het licht. Op het Rembrandtplein bj de steeg herinnert alleen het beeld van de jonge schilder tussen moderne gebouwen nog aan hem. Hj legt de laatste hand aan een zelfportret. Maar in welk huis hj vervolgens naar binnen liep is onbekend. Iets verderop langs de route (bj het Rapenburg) is het mo-geljk om een klein omwegje naar het atelier van Rem-brandt aan de Lokhorststraat te maken. Door de ruiten glu-ren mag. In een soort kjkdoos is een pop met een wilde bos krullen onder z’n pet aan het werk.

Jammer jammer jammer, wat is de Hortus duur. Zes euro voor volwassenen, drie euro voor kinderen. Maar bj de poort aan het Rapenburg is er ook al veel moois te zien, zoals de voortuin en de goudenregen bj de ingang. Deze boom dateert uit 1601. In de tuin is een perk waar bollen voor de veiligheid achter hekken gepoot zjn. Het herinnert aan de tulpengekte, toen deze bollen voor astronomische bedragen werden verkocht.

Korte routes bestaan in Leiden niet. Door de gril-lige loop van het water en de kromme straten weet niemand hoe je het snelst van A naar B kunt komen. Een mooie route is makkeljker. Na het Noordeinde, de Varkensmarkt en de Groene-hazengracht komt het Rapenburg. Op deze stati-ge gracht komen de deuren van twee musea, het Academiegebouw en de Hortus Botanicus uit. „Bukken!” klinkt het vanuit een rondvaartboot bj de lage brugjes. Slenterende studenten, haas-tige ietsers en het zonovergoten terras tegen-over het Academiegebouw zorgen voor de rest van het vertier.

tekst Gertrude de Wildt-Brouwer

beeld RD, Anton Dommerholt

„Haring, hutspot, wittebrood, daar komen

de geuzen, daar komen de geuzen al in een

boot!” Zo rond 3 oktober zingen de Leidse

jongens en meisjes hun kelen schor. Het

liedje herinnert aan een tijd dat zelfs rauwe

bonen zoet smaakten, het Spaanse beleg van

1574. De vijanden voor de poort zijn verdwe-

nen en er is eten genoeg in de stad. Tijd voor

de toerist om met deze route in de hand de

sleutelstad te gaan verkennen.

LEIDEN

NOORDEINDE

OUDE VARKENMARKT

REMBRANDTBRUG

APOTHEKERSDIJK

KLOKST

EEG

GROENHAZ

ENGRACHT

BOOMMARKT

LANGEBRUG

NIEUWSTEEG

LANGEBRUG

WITTE SINGEL

KORT RAPENBURG

PAPENGRACHT

RAPENBURG

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-28-BYL-BYL_0 28 9-5-2012 15:15:28

Page 18: Uit in Nll

Stad van Spanjaard, sleutel en student

ParkerenHet parkeerterrein aan de Haagweg ligt vlak bij het Galgewater, het startpunt van de route.

>>stadsparkeerplan.com

Leidse loperEen stadswandeling onder leiding van een gids is best aardig, maar er kleven twee nadelen aan: het kost geld én je mist de vrijheid om iets lan-ger te blijven kijken bij dat ene mooie plekje. Een oplossing is de Leidse loper: een website die de achtergrondinformatie biedt bij een bewegwij-zerde route door Leiden. Handig met een mobiele telefoon met internet!

>>deleidseloper.nl

PAGINA 29UITNEDERLAND

Voor wie zoekt naar een klein lapje groen in het vol-gebouwde centrum is het Van der Werfpark de uit-gelezen plek. Het park is er bij gratie van een ramp-zalige gebeurtenis. Een kruitschip dat op 12 januari 1807 Leiden binnenvoer, vatte vlam. Door de ont-ploffi ng en het vuur dat uitbrak vielen 160 doden en raakten 2000 mensen gewond. Lang was de plek een gapende wond in het hart van de stad. Later kwam er een park met het standbeeld van burgemeester Van der Werf. Hij had het bestier over de stad tij dens de bezetting in 1573 en 1574. Al herinnert het park dan aan twee droevige gebeurtenissen, het is er goed toeven onder het groene lover.

De overal aanwezige sleutels in de stad heb-ben alles te maken met de Pieterskerk, die ge-wij d is aan de sleuteldrager Petrus. Vanuit het Van der Werfpark is het twee minuten lopen naar dit gebouw. Tenzij de opmerkzame wan-delaar inhoudt bij het muurgedicht van Ger-rit Komrij of de rij k gevulde etalage van speel-goedwinkel LiLa. Pure nostalgie zij n de Dinky Toys achter de winkelruit. Meer dan dat is echter de Pieterskerk het bekij ken waard. De huisjes die zich om de kerk heen hebben ge-schurkt verbergen het grote gebouw erachter. Een rondje over de kinderkopjes om de kerk geeft een betere indruk van de omvang. De Pie-terskerk kan bogen op een lange geschiedenis. Al in 1121 stond er een grafelij ke kapel die ge-wij d was aan Petrus en Paulus. Al staat er nu nog steeds een respectabel gebouw, de kerk heeft glorieuzer tij den gekend. Aan de west-kant prij kte een toren van 110 meter hoog, door scheepslieden gebruikt als baken en aan-geduid als Coningh der Zee. In 1512 stortte de toren in en moesten de zeelui zich op een an-der punt gaan oriënteren .

Aan de voet van de Pieterskerk wordt de blik onwillekeurig getrokken door een charmante poort. Het is de ingang van het Jean Pesij nhofje. De toegang is vrij , want het bezoeken van weduwen is een goed werk. „Stilte!” luidt de vermaning op een bordje bij de ingang. Al wonen er in dit hofje allang geen weduwen meer, toch wil-len de bewoners nog steeds dat rust en goede orde gewaar-borgd blij ft.Dit hofje kent een bij zondere geschiedenis. Jean Pesij n, een koopman uit Lille, nam in zij n testament een grote som geld voor een hofje voor hugenoten op. Die hadden vaak een moeitevol leven achter de rug. De vlucht uit Frankrij k lag nog vers in het geheugen. Vanaf 1683 werd het hofje door de ”refugiés” bewoond. Op deze plek konden ze hun gedachten de vrij e loop laten gaan of in hun moedertaal hun ervaringen delen met de buren. ’s Zondags hadden ze de gelegenheid om gezamenlij k ter kerke te gaan in de Eglise Wallonne aan de Breestraat.In het midden van het hofje staat sinds 1924 een zonnewij -zer. De steeds verspringende schaduw van de wij zer toont dat de uren verstrij ken. Verbazingwekkend, want de gedachte dat de tij d stilstaat is hier niet vreemd.

Dat Leiden oude papie-ren heeft komt in een stadswandeling voldoen-de openbaar. Maar hoe de stad er eerst uitzag en waarom de lakenindus-trie er zo goed tot bloei kwam, daarvoor moet je een kij kje nemen in het Archeologisch Cen-trum aan Hooglandse Kerkgracht 17N. Eventjes op de bel drukken en de hekken gaan open. Kost niets!

Het is een lastige vraag of een dag-je Leiden beter begonnen of geëin-digd wordt met een kij kje op de Burcht. Een rondje op deze oude terp geeft namelij k een goed over-zicht van de stad en de wandel-route. Tussen de kantelen door pronkt de Hooglandse Kerk met haar houten torens. Met dit uit-zicht valt het niet moeilij k om je weer in de middeleeuwen te wa-nen. Een blik op de auto’s en de kleding van de mensen leert je an-ders. Welkom in 2012, welkom in Leiden.

OUDE RIJN

BURGSTEEG

VAN DER WERFSTRAAT

STEENSCHUUR

BOTER

MARKT

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-28-BYL-BYL_0 29 9-5-2012 15:18:24

Page 19: Uit in Nll

tekst Gisette van Dalen-Heemskerk

beeld RD, Anton Dommerholt

„Ik ben een van de laatste der Mohikanen. Waarschijnlijk ben ik zelfs de oudste stroopwafelbakker van Nederland. Als mijn gezondheid het toelaat, wil ik nog een tijdje lekker doorgaan. Ik zit ook een paar dagen per week thuis. Maar daar ben ik snel uitgekeken. Dinsdag, woensdag en zaterdag zijn mijn marktdagen. In Beverwijk kom ik al 48 jaar. In Baarn sta ik ruim 44 jaar. Ik kwam er toevallig terecht. Veel markten zaten vol en hier was nog een gaatje. Ik vind de sfeer op de markt en het omgaan met collega’s geweldig. Van oorsprong ben ik een Gouwenaar. Ik kom uit een groot gezin, dus op mijn 14e moest ik gaan werken. Ik kon terecht bij een van de kleine bakkerijtjes in de stad. Een paar jaar later ben ik voor mezelf begonnen. In een oud pakhuis, met een paar kleine bakstelletjes. Nog weer later ben ik op de markt gaan staan. De ingrediënten zoals deeg en stroop koop ik inmiddels in bij Markus & Markus Stroopwafels in Waddinxveen. Zij verkopen goed spul en dat scheelt mij veel werk. Ook de pakjes stroopwafels en de koekkruimels komen er vandaan. Alleen de grote wafels bak ik nog zelf. Van de bolletjes deeg snijd ik een stukje af. Dat gaat tussen een wafelijzer. Vervolgens snijd ik die koek doormidden en smeer de stroop ertussen. In de vakanties is het wat rustiger. Maar als iedereen terug is, staat het hier soms rijen dik. Veel van mijn klanten kwamen als kind al bij me. Daardoor krijg je binding met je klanten. Van sommigen krijg ik zelfs een kaartje als ik ziek ben. Een aantal jaren geleden ben ik op deze markt onwel geworden. Dat was erg schrikken voor iedereen. Gelukkig is het goed afgelopen.”

De stroopwafelkraam

Cees de Knoop (72), standplaats markt in Baarn

\REFD

AG

\PRO

DU

CTIE\PA

GIN

A\SPEC

IALS\1605-31-B

YL-B

YL_0 31

9-5-2012 14:47:45

Page 20: Uit in Nll

PAGINA 36

tekst Ad Ermstrang

beeld RD, Henk Visscher

In vredestijd werd de mini-

vesting vaak verwaarloosd;

bij oorlogsdreiging volgde in

allerijl een opknapbeurt. In de

vorige eeuw is het Groningse

Bourtange deinitief in oude

luister hersteld. Een rondwan-

deling die de bezoeker terug-

brengt in het jaar 1742.

De kinderkopjes glimmen van de nattig-heid. Het is hoogzomer, maar de druile-rige regen daalt vrjwel de hele dag ge-staag neer op talloze kinderkopjes die de straten bedekken. De terrasjes bljven leeg, de Nederlandse en de Duitse gezin-nen trekken enigszins gehaast door de korte en smalle straatjes, die vrjwel ie-der huis ljken te omringen.

Bj mooi weer is dat wel anders. „Dan is het marktplein bomvol”, weet een

van de medewerkers van eetcafé ’t Oal Kroegie. En tjdens festiviteiten barst het stadje vaak uit zjn voegen. Geluk-kig voor hem arriveert er op dat moment een buslading Duitsers, die onder leiding van een professionele gids in hun lands-taal uitleg krjgen over de wjze waarop hun bisschop van Münster, die de weinig vleiende bjnaam ”Bommen Berend” ver-wierf, hier ooit werd tegengehouden.

Sinds de restauratiewerkzaamheden in 1992 zjn voltooid, trekt Bourtange jaar-ljks een kwart miljoen bezoekers. Daar-mee is het een van de grootste toeris-tische trekpleisters in de noordeljke provincies.

De oude vesting is autovrj. Alleen de circa vjftig bewoners van het stadje krj-gen een onthefing. Toeristen kunnen hun vervoermiddel gratis kwjt op grote

parkeerplaatsen aan de rand van het ‘ge-wone’ dorp, dat eveneens slechts enkele straten telt.

Vanaf de parkeerplaats voert de route dwars door het VVV-gebouw. Daar wordt niet alleen Bourtange aan de man ge-bracht. Vooral het kaartmateriaal van de omgeving, met fraaie wandelroutes in de door het Groninger Landschap beheer-de terreinen, is interessant. De natuur in het grensgebied kent een rjke lora en fauna.

Vanaf het parkeerterrein is het, langs en door de vestingwerken en over de op-haalbrug, circa tien minuten lopen naar het stadje.

De geschiedenis van Bourtange voert terug naar de tjd dat Willem van Oran-je zich verzet tegen de tirannie van de Spanjaarden. In 1580 geeft de prins op-dracht om een schans met vjf basti-ons aan te leggen op een zandrug in het verder uiterst moerassige gebied op de grens van Duitsland. De Spanjaarden hebben op dat moment Groningen in handen. Ze worden vanuit Duitsland be-voorraad. De vesting blokkeert de aan-voerljnen.

Rondwandelen in het Bourtange van 1742

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-36-BYL-BYL_0 36 9-5-2012 14:08:46

Page 21: Uit in Nll

PAGINA 37

In later jaren, als de stad Groningen is gevallen, wordt Bourtange een belangrjk front in omgekeerde richting.

Als gevolg van verdroging van de moe-rassen wordt er door de jaren heen link gesleuteld aan de grachten. Bourtange bereikt in 1742 zjn grootste omvang.

Met de opkomst van de moderne oor-logsvoering verliest het geleideljk zjn functie. Steeds meer burgers vestigen zich binnen de wallen. In 1851 wordt de vesting oficieel opgeheven en groeit Bourtange uit tot een bloeiend agrarisch dorp. Dat gaat goed totdat er na de Twee-de Oorlog stagnatie optreedt, rjkere boe-ren vertrekken en winkels sluiten. Zelfs de politiepost moet het veld ruimen.

De gemeente Vlagtwedde besluit eind jaren zestig tot een grootscheepse recon-structie. De reconstructie duurt tot in 1992. Dan ligt de vesting er spic en span bj en is het stratenplan uit de periode halverwege de 18e eeuw hersteld.

Het ministadje –de dwarsdoorsnede be-draagt slechts enkele honderden meters– bestaat uit een gebastionneerde vjf-hoek met bjbehorende wallen. Er zjn een standerdmolen en een nagebouw-

Naast de piekenier

Buiten uitrusten in de regen is een on-aangename opgave. Gelukkig wordt het ’s middags droog. En dan lokt het plaatsje op een bankje voor het ka-piteinshuis wel. Pal naast de rustplek staat een houten piekenier, die ver-wijst naar de kamers waarin het leven van vroeger in de vestingstad is uitge-beeld. De piekenier vormde de rug-gengraat van het verdedigingsleger. In levenden lijve keert de soldaat met knallende musketten ieder jaar terug tijdens de Slag om Bourtange, die in mei wordt nagespeeld. Het bankje naast de piekenier biedt een prima zicht op het hart van Bourtange, in de vorm van het door oude linden omzoomde markt-plein. Aan de overkant van het plein bevinden zich de terrasjes en

doet 2012 van zich spreken.Tussen de terrassen voor enkele uit-spanningen staat een houten paard, een reconstructie van een martel-werktuig, waarbij de gestraften op de scherpe bovenkant van het paard werden geplaatst met gewichten aan hun voeten. Het leven in de vesting was niet altijd even aangenaam.De omgeving biedt voldoende aan-knopingspunten om even weg te dro-men naar de tijd dat de laatmiddel-eeuwse handelslieden heen en weer reisden tussen Hamburg en Gronin-gen. Het marktplein was in vredes-tijd voor hen een belangrijke ontmoe-tingsplek. Alle verkeer tussen Stad en Landen, zoals Groningen toen werd genoemd, en Westfalen trok door Bourtange.

De geschiedenis van het vestingstadje voert terug naar de tjd dat Willem van Oranje zich verzet tegen de tirannie van de Spanjaarden

de rosmolen (waar een paard een mo-lensteen aandreef). In een hoekje staat de voormalige garnizoenskerk. Het in 1607 gebouwde kerkje was het eerste in Groningen van protestantse signatuur. Het witte kerkje werd in 1869 vervan-gen door het huidige gebouw. Nog iedere zondagochtend worden er diensten ge-houden.

De vesting is gratis toegankeljk. Wie echter meer wil weten van de historie brengt een bezoek aan vier gebouwen met een museumfunctie. Een gezamen-ljk entreekaartje, verkrjgbaar bj de VVV, kost voor volwassenen 6 euro.

De museumtocht begint bj het Poort-gebouw, waar een ilm draait over het ontstaan van de vesting en de recon-structie. De Baracquen toont historische vondsten, aangevuld met informatie over het leven van de piekeniers –soldaten die met hun piek vochten– anno 1700. Aan het marktplein is een voormalig kapi-teinshuis ingericht en het vierde gebouw dat kan worden bezocht is de herbouw-de synagoge. Bourtange telt tot 1942 een groep Joden wier voorouders al in de 16e en de 17e eeuw waren gevlucht voor de pogroms in Oost-Europese landen. In de Tweede Wereldoorlog zjn ze vrjwel al-

len gedeporteerd en omgekomen. Een bezoekje aan de musea (open van

1 april tot 1 november op maandag tot en met vrjdag van 10 tot 17 uur, op za-terdag van 12 tot 17 uur) is de moeite waard. Wel hebben de Groningers een plattelandstraditie in ere gehouden die hen door bezoekers niet altjd in dank zal worden afgenomen. Om halfeen ’s middags moet iedereen de informatie-ve ruimten verlaten. Het personeel is on-verbiddeljk. „Het is nu pauze.”

>>bourtange.nl

UITNEDERLAND

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-36-BYL-BYL_0 37 9-5-2012 14:08:56

Page 22: Uit in Nll

PAGINA 39

tekst Gijsbert Bouw beeld RD, Henk Visscher en VVV Zuid-Limburg

De Amerikaanse militaire be-

graafplaats in het Limburgse

Margraten is niet direct het

eerste vakantie-uitje dat je te

binnen schiet als je aan Zuid-

Limburg denkt. Toch is het

indrukwekkende ereveld een

bezoek waard.

Een brede toegangsweg leidt naar de trappen van het Ereplein. Aan weerszj-den van dat plein staan op de Walls of the Missing de namen van 1722 vermiste Amerikaanse militairen. Sommigen van hen zjn later geïdentiiceerd; hun namen zjn voorzien van een rozet. In het mid-den van het plein ligt een langwerpige vj-ver. Een bronzen rouwende moeder kjkt uit over het water.

Tussen het Ereplein en de begraafplaats –oficiële naam: Netherlands American Cemetery and Memorial– staat een toren,

met daarin een kapel en een carillon, die juist twaalf donkere slagen laat horen. In de kapel is het stil; in de muren zjn gebe-den gegraveerd. Boven een altaar hangt een houten kruis.

Op de Limburgse begraafplaats liggen 8301 Amerikanen begraven. Ooit waren dat er veel meer. Toen Margraten in 1944

in gebruik werd genomen, begroeven Amerikanen en Duitse krjgsgevangenen, zo nu en dan met hulp van de lokale be-volking, dageljks gesneuvelde militairen. Soms werden er wel 500 doden per dag aangevoerd. Alle lichamen werden met persoonljke bezittingen en identiteits-plaatje begraven. Uiteindeljk lagen er

aan het eind van de Tweede Wereldoorlog meer dan 18.000 soldaten.

In 1947 is Margraten aangewezen als een deinitieve begraafplaats. Een jaar la-ter begon het opgraven van de doden. Het grootste deel, ruim 10.000, werd gerepa-trieerd naar de Verenigde Staten; 8301 militairen kregen hun laatste rustplaats op Margraten. Op de graven staan witte kruizen, of davidssterren als er Joodse mi-litairen zjn begraven. De grafmonumen-ten zjn niet in rechte ljnen geplaatst in vierkante vakken, maar in gebogen lj-nen.

Hooggeplaatste militairen liggen naast gewone soldaten. Alsof de doodgravers wilden zeggen dat na dit leven rangen en standen onbelangrjk zjn. Bj som-mige graven staat een bloem: hier een bos zonnebloemen, daar paarse chry-santen, ginds een veelkleurig boeketje. Op een enkel kruis ligt een beschreven kei als extra herinnering aan een dier-bare. Aan één hangt een kaartje: ”Thank you for the sacriice you brought for our freedom” (”Dank u voor het offer dat u bracht voor onze vrjheid”).

De meeste kruizen staan eenzaam: die

Serene stilte op militaire begraafplaats Margraten

UITNEDERLAND

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-39-BYL-BYL_0 39 9-5-2012 14:11:02

Page 23: Uit in Nll

PAGINA 41

van William Quinn, van Edward Coursey, van Thurman Dezarn en van duizenden anderen. Misschien nooit bezocht. Mis­schien wordt de begravene niet eens ge­mist.

Sommige namen vallen op. Zoals die van Robert van Klinken, gesneuveld op 20 maart 1944, en die van Jay ter Haar, over­leden op 21 juni 1944: Amerikaanse sol­daten met Nederlandse namen. Niet van iedereen is de naam bekend. Op 105 krui­zen staat: „Here rests in honored glory a comrade in arms, known but to God” – een onbekende kameraad ligt er begraven die alleen door God wordt gekend.

Links en rechts van de toren liggen per­ken met rode rozen omgeven door een buxushaagje. Vanaf de toren loopt een breed pad dwars naar een vlaggenmast aan de andere kant van de begraafplaats. Langs de promenade staan grote Ameri­kaanse eiken met daaronder bankjes. Een man zit er en moppert: „Die rotoorlog. En ze hebben er niets van geleerd.”

Het ruim 26 hectare grote ereveld maakt een statige indruk. Niet alleen door het grote aantal graven, maar ook door de strakke vormgeving. De marme­ren kruizen zjn spierwit en worden con­stant bjgehouden, getuige een emmer met witte kalk en een tuinslang die tus­sen de zerken ligt. Verder zjn hoveniers druk bezig met het maaien van de gras­mat en het wegharken van bladeren.

Houthem Sint Gerlach

Houthem Sint Gerlach is net als heel Zuid-Limburg rustig, mooi en groen. Het 1600 inwoners tellend dorp ligt vlak bij Valkenburg en is beroemd om een kasteel en een kerk: Château St. Gerlach en de Sint-Gerlachuskerk.In de twaalfde eeuw leefde de klui-zenaar Gerlachus op deze plek. Rond 1164 overleed hij. Zijn graf werd een bedevaartsoord. In de kerk zijn mooie fresco’s te zien die zijn leven uitbeelden. Tegenwoordig is het kas-teel een hotel, restaurant en con-ferentieoord. Het luxueus uitzien-de hotel bood onderdak aan tal van hoge gasten. Zo was George W. Bush er toen hij in 2005 de begraafplaats in Margraten bezocht. Ooit vergader-den er twaalf Europese bankpresi-denten die een belangrijke stap zet-

ten in de richting van de euro.Het uitgestrekte en boomrijke land-goed rond het kasteel is voor ieder-een toegankelijk. Geregeld staan er exposities met kunswerken opge-steld. Een wandeling waard dus.Houthem St. Gerlach is niet al-leen een mooi dorpje. Het brengt ook oude herinneringen naar bo-ven: ooit, alweer jaren geleden, ver-loofde een jong stel zich er. Niet in het park rond het kasteel maar even verderop, net buiten het dorpje op een bankje op een heuvel. Het uit-zicht was mooi, het gespreksonder-werp ook.Misschien was het niet de meest romantische locatie, maar Houtem St. Gerlach en Zuid-Limburg boden veel moois.

Op het ereveld is het stil. Soms klinkt een vroljke kinderstem. Verder heerst er rust

Op het ereveld hangt een serene stilte: eerbied voor de dood. Soms klinkt hier en daar een vroljke kinderstem. Verder heerst er rust. Het geluid van een hoog overvliegende Boeing 747 valt zelfs op.

Helemaal voor de trappen die naar het Ereplein leiden, is links een informatie­punt met grote kaarten waarop de ver­richtingen van de Amerikaanse troepen tjdens de Tweede Wereldoorlog te zien zjn.

Rechts bevindt zich een bezoekers­centrum. Daar zjn onder meer de ver­halen te lezen van de zes militairen die op Margraten begraven liggen en de Me­

dal of Honor kregen. Deze hoogste Ame­rikaanse militaire onderscheiding wordt uitgereikt „voor opvallende moed en on­dernemingszin met gevaar voor eigen le­ven, boven wat de dienst vereist, in daad­werkeljk gevecht tegen een vjandeljke krjgsmacht.”

Op het ereveld is het even zoeken naar een grafkruis van een geridderde militair. Tussen de duizenden kruizen is­ie daar ineens: het graf van George Peterson, een sergeant uit de staat New York. De letters van zjn naam zjn goudkleurig, net als de ster en de woorden ”medal of honor”. Ver van huis vocht hj tegen de Duitsers. Zjn

peloton kreeg de opdracht de vjand aan te vallen. Peterson gaat voorop, maar een mortiergranaat verwondde zjn benen. Ondanks de pjn ging hj door, terwjl de kogels hem om de oren vlogen. Met hand­granaten wist hj drie mitrailleursnesten onschadeljk te maken. Toen de eerste strjd was gestreden, werd hj verpleegd, tot hj zag dat een kameraad in nood was. Peterson deed –zwaargewond– een po­ging om hem te redden, maar een vjan­deljke kogel trof hem. Hj gaf zjn leven, voor de vrjheid van mensen die hj waar­schjnljk niet eens kende. Zjn graf ge­tuigt nog steeds van zjn moed.

UITNEDERLAND

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-39-BYL-BYL_0 41 9-5-2012 14:11:15

Page 24: Uit in Nll

PAGINA 44

tekst Clasina van den Heuvel

beeld RD, Anton Dommerholt

Het paard Benjamin staat te

slapen in de paddock. Als je

30 jaar bent doe je dat ge-

woon, als paard. Stoer zijn

hoeft niet meer zo nodig.

Benjamin, voor driekwart een Arabier, woont sinds 2005 op De Paardenkamp in Soest, een bejaardenhuis voor paarden. Van maandag tot en met vrjdag loopt hj ’s morgens met een groep oudjes in de paddock, een omheind stuk wei ach­ter de stallen van boerderj Vosseveld. Daar zoeken de dieren hun maatjes op – ze hebben uitgesproken voorkeuren, blj­ven daar ook trouw aan. Ze staan samen te soezen of dagen elkaar uit. ’s Zomers loopt een groot deel dag en nacht in een grote, groene wei.

Op 14 april bestond Stichting De Paar­denkamp 50 jaar. Die dag arriveerde de 500e bewoner: Bono (geboren in 1974). Niet dat er nu 500 paarden verbljven

– in de gebouwen bj de stallen hangen tientallen foto’s van paarden die uiteinde­ljk zjn doodgegaan in het bejaardenhuis. De stallen in Soest vormen een –luxe– eindstation voor de dieren.

Wie er wil rondkjken, kan zo het hek­je binnenlopen. Toegang tot De Paarden­kamp is gratis. Bezoekers die voor de eer­ste keer komen, kunnen zich melden bj een informatiepunt. Iemand als Maike Huigen (26), een van de acht medewer­kers, geeft dan een rondleiding.

Elk paard heeft een naambordje bj zjn stal, maar Huigen weet ook zonder bordje precies wie wie is. Ze wjst op Blaky, Jop­pe en Jolanda, terwjl ze vertelt over het eten dat ze krjgen – brokken of slobber. Dieren die nog een redeljk gebit hebben krjgen brokken en hooi; de andere eten een mix van water, zemelen en gras.

Paarden mogen hier pas komen wo­nen vanaf hun 20e. Het dier moet op de wachtljst hebben gestaan en de eigenaar moet begunstiger zjn van De Paarden­kamp (voor minimaal 15 euro per jaar). Als een paard naar De Paardenkamp gaat, doet de eigenaar afstand van het dier. Maar op visite komen mag hj of zj altjd.

„Sommige dieren krjgen drie keer week bezoek, andere één keer in ’t jaar”, zegt Huigen. Op dit moment –na 600 inschrj­vingen– is de wachtljst gesloten.

Wat als een paard dat op de ljst staat 19,5 jaar is, nummer 3 op de wachtljst is en om dringende redenen weg moet bj de eigenaar? Helaas, zegt bestuurslid Betty van Djk. „Zodra iemand voorrang krjgt, passeer je anderen op de wacht­ljst. We maken geen uitzonderingen.”

Omdat de vraag naar een plek op De Paardenkamp groot is, werd in 2004 uit­gebreid met De Birkhoeve, waar nog zo’n zestig extra paarden onderdak konden krjgen. Op 23 juni wordt een volgende

boerderj geopend, Het Gagelgat, een his­torisch en gerestaureerd gebouw, ook in Soest. Die locatie zal vooral informatie­centrum worden, met een uitgebreide, liefst complete paardenbibliotheek. Elk boek dat over paarden gaat moet hier te vinden zjn, zegt Van Djk.

Alle soorten paarden zjn welkom bj De Paardenkamp – kleine pony’s, grote Frie­zen, volbloed Arabieren. Zo lopen er nu behalve ‘gewone’ manegepaarden ook vier politiepaarden en een Fries uit de ko­ninkljke stallen. De laatste (Oebele, 1988) werd door Freddy Heineken aan konin­gin Beatrix geschonken; het dier heeft voor de glazen en de gouden koets gelo­pen. De oudste bewoner op dit moment heet Joppe en is 39. De hoogste leeftjd op De Paardenkamp bereikte Elsje, een shet­lander die 50 werd en in haar werkzame leven de paardentram trok in Dierenpark Amersfoort. Gemiddeld wordt een paard 30, aldus Huigen en Van Djk.

De oude Joppe, zo bljkt uit zjn levens­verhaal op de website van het paarden­bejaardenhuis, is niet mis. „Hj is een specialist in het openen van staldeuren en hekken. Twee keer in zjn leven is hj

Soezen en snoepen op De Paardenkamp in Soest

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-44-BYL-BYL_0 44 9-5-2012 14:14:07

Page 25: Uit in Nll

’s nachts aan de wandel geweest. Lang ge-leden is hj een keer uitgebroken en het schjnt dat hj toen gesignaleerd is op de Groevenbeekse Heide. Om daar te ko-men moest hj een klein stukje langs de weg en de spoorljn oversteken. ’s Mor-gens vroeg, zo rond etenstjd, kwam hj uit zichzelf terug.” De tweede keer dat hj zelfstandig op pad ging zocht hj twee vriendjes op die ongeveer 1 kilometer ver-derop stonden.

Ook bljkt hj een dominant heerschap. Hj was altjd alle paarden de baas. „Ken-nismaking met deze macho ging gepaard met veel machtsvertoon. Hj draafde dan imponerend door de wei, terwjl hj sloeg met de voorbenen, en met veel gepiep, ge-blaas en ander overdreven gedoe.”

Van elk dier dat arriveert wordt een foto gemaakt, waarvan vervolgens ansicht-kaarten worden gedrukt. De kaarten zjn te koop in het winkeltje, waar ook pen-nen, potloden en andere kleine paarden-spullen liggen. Kinderen staan hier tj-denlang te dubben waaraan ze hun geld gaan uitgeven, zegt Van Djk. „We zorgen ervoor dat er van alles onder de 5 euro te koop is.” Naast het winkeltje is een ruimte waar kinderfeestjes kunnen wor-den gehouden. Gratis. Taart moet je dan natuurljk zelf meenemen. Het houten bankje dat er staat is gemaakt van oude luiken.

Bezoekers kunnen brood meenemen voor de paarden. „En we verkopen snoep-jes. Mensen mogen de dieren altjd voe-ren.” Verder krjgen gasten een ilm van twintig minuten te zien over het ontstaan van De Paardenkamp en is er een speur-tocht over het terrein uitgezet. De Paar-

Over staartharen en de paardenslager

Langs een van de stallen op het ter­rein van De Paardenkamp in Soest staat een lange bank. Daar zitten be­zoekers soms uren met een boek. Dat is een goed idee. In plaats van zich te haasten om nog een kijkje te nemen op Paleis Soest­dijk, de piramide van Austerlitz of zelfs bij kaasboerderij De Staelen­hoef (die op loopafstand ligt van De Paardenkamp) zouden mensen op dit bankje eerst ”Het paardenboek” van Hans en Monique Hagen (uitg. Queri­do, 2005) moeten lezen.In dat boek staat allerlei interessan­te informatie. Zoals dat de staartha­ren van paarden worden gebruikt om een strijkstok voor de viool, cello of contrabas te maken. „Staarthaar heeft precies dezelfde structuur, een beet­

je hobbelig, met bergjes en dalen.” Het gaat ook over blindengeleidepo­ny’s, de paardenslager en over gek­ke bekken die de dieren kunnen trek­ken. (Kijk af en toe even op en let op wat voor gezicht een oud paard trekt dat een paar kiezen mist en waardoor er een pluk gras klemzit in zijn mond.) „Paarden kunnen niet lachen”, blijkt verder. „Je kunt wel aan hun lichaams­taal zien of ze een goed humeur heb­ben. Als ze uitgelaten, met wappe­rende staart door de wei galopperen, hebben ze het naar de zin. (...) Som­mige mensen zeggen dat hun shet­lander humor heeft, of dat hun schim­mel muzikaal is.”Als het boek uit is, kan een rond­wandeling om het weiland van De Paardenkamp worden gemaakt.

In het winkeltje zjn ansichtkaarten te koop, en pennen, potloden en andere kleine paardenspullen

denkamp bestaat van giften, legaten en begunstigers. Jaarljks worden er open da-gen georganiseerd. De eerstvolgende is op 12 mei en is speciaal bedoeld voor men-sen met een beperking. Op 27 oktober wordt de gewone open dag gehouden.

Initiatiefnemer voor de stichting was in 1962 C. J. ’t Hart, destjds secretaris van de Dierenbescherming van de afdeling Soest. Terwjl hj op zoek was naar spul-len voor honden en katten in het dieren-asiel, kwam hj langs een abattoir voor slachtafval. Daar stond een oud, afge-dankt paard, klaar voor de slacht. Die-ren die hun hele leven hard gewerkt heb-

ben verdienen iets beters, vond ’t Hart, en hj besloot een paardenrusthuis op te richten.

In april 1962 arriveerde het eerste paard bj De Paardenkamp: Corrie, een boe-renwerkpaard. Meer werkpaarden volg-den: dat van de schillenboer, melkboer of groenteboer. „Maar er waren ook politie-paarden, twee orgelpaarden en Pedro het circuspaardje.” Na de eerste Corrie kwa-men er nog twee Corries, bljkt uit de ere-galerj.

De bejaarde paarden in de paddock in-tussen spelen hun bedaarde spelletjes. „Kjk”, zegt Huigen. „Daar daagt er één

de ander uit. Hj probeert een velletje vast te pakken, maar heeft geen tanden. Nu is het een spelletje wie het als eerste opgeeft. Ik bljf staan, loop jj maar weg, zoiets. Met veulens gaat het veel wilder. Deze paarden zjn na twee rondjes ren-nen al op.”

Rond 12.00 uur mogen ze weer naar binnen, richting schoon stro en een schep mais. Benjamin, die blind is, zal als het hek opengaat linea recta naar zjn stal rennen. Hj weet de weg.

>>paardenkamp.nl

PAGINA 45UITNEDERLAND

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-44-BYL-BYL_0 45 9-5-2012 14:14:19

Page 26: Uit in Nll

PAGINA 47

tekst Gisette van Dalen-Heemskerk

beeld RD, Anton Dommerholt

Op de A28 bij Soesterberg is

het nu eens geen knalgele M,

maar een heuse straaljager op

een sokkel die de aandacht van

passanten trekt. Tijd voor een

vlucht in de geschiedenis van

de militaire luchtvaart.

Tien jongens met rode petjes op buitelen door een van de hallen van het Militaire Luchtvaart Museum in Soesterberg. „Vet cool!” „Moet je hier eens kjken!”

Even zien de ouders het aan. Dan grj-pen ze in. Buiten is een minispeeltuin. Daar mogen de deelnemers aan het kin-derfeestje zich straks weer uitleven, maar binnen moeten ze speuren. En dat is be-paald geen straf voor ze. Vol overgave buigen ze zich over hun speurtochtboek-je met stickers.

Zo’n speurtocht is niet zomaar afgelo-pen. Want de hallen zjn groot. En er valt

veel te bekjken. In de Snjdershal gaat de bezoeker honderd jaar terug in de tjd. In 1913 schaft de Luchtvaartafdeeling, on-derdeel van de Koninklijke Landmacht, het eerste vliegtuig aan, de Farman. Deze aankoop is de start van een nieuw tijd-perk.

Een van de mooiste objecten uit de Snij-

dershal vindt Marieke Martens, pers-voorlichter van het Militaire Luchtvaart Museum, de Spitfire uit de Tweede We-reldoorlog. Het in 1934 gebouwde toestel maakte onder andere escortevluchten. In de Tweede Wereldoorlog bestreden pi-loten de vliegende bommen, zogeheten V1’s, met Spitfires. Sinds 1968 prijkt het

vliegtuig in het Militaire Luchtvaart Museum. Pal ernaast staat –hoe ironisch– een V1 opgesteld.

In oude uniformen gehulde poppen, fo-to’s en ilmmateriaal tonen de razend-snelle ontwikkelingen in de militaire luchtvaart. Neem nu het jachtvliegtuig. In enkele tientallen jaren ging het vlieg-tuig steeds hoger, sneller, verder, maar ook veiliger vliegen.

Moet de bezoeker het in de Snjders-hal nog doen met ilmpjes van moder-ne jachtvliegtuigen, in de aangrenzen-de Vreeburghal staat het toestel dat de hoofdrol vervult in menige jongens-droom. Slechts een doorzichtige kap scheidt de bezoeker van de stoel van de F-16-piloot. Sinds juni 1999 staat de straaljager werkeloos in Soesterberg.

De Vreeburghal biedt nog veel meer moois: helikopters en lestoestellen van de Koninkljke Luchtmacht en de Marine-luchtvaartdienst. Persvoorlichter Martens wjst op een van de helikopters. „Deze KFOR-helikopter heeft tjdens de Koso-vocrisis op de Balkan rondgevlogen. Het toestel kwam er in aanraking met een ka-bel van een hoogspanningsmast. Het kon

Stampen, rollen en gieren met een Soesterbergs vliegtuig

UITNEDERLAND

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-47-BYL-BYL_0 47 9-5-2012 14:13:25

Page 27: Uit in Nll

PAGINA 49

een noodlanding maken, maar was wel zo beschadigd dat het niet meer te repa-reren viel. Sindsdien heeft het een plekje in het museum.”

Niet alleen de revolutie van de toestel-len door de jaren heen valt op. Ook bin-nen de cultuur van de luchtmacht ver-anderde veel. Uit een kleine expositie bj de ingang van de Vreeburghal bljkt dat zwangere luchtmachtmedewerkers veer-tig jaar geleden geruisloos van het toneel verdwenen. Pas vanaf 1972 was er in ge-val van zwangerschap eervol ontslag mo-geljk. Zodra de dame in kwestie haar uniform niet meer paste, trok zj burger-kleding aan. Pas in 1997 verstrekte de luchtmacht ook positiekleding.

De derde hal op het museumterrein is verreweg favoriet bj kinderen. In het in 2010 geopende Flying Centre kunnen ze een stoomcursus tot F-16-piloot vol-gen. Allerlei computerspelletjes (vlieg van Woensdrecht naar Leeuwarden, mjd de verboden gebieden en onweersbuien) le-ren kinderen de allereerste beginselen van het vliegen.

Grappig is het onderdeel waarbj een pa-rachutesprong wordt gesimuleerd. Het

Keiveel winkels én rustplekjes

Hoe interessant het Militaire Lucht-vaart Museum ook mag zijn, het is en blijft natuurlijk wel een mannen-uitje. Maar niet getreurd, het stads-centrum van keistad Amersfoort ligt op tien autominuten afstand. En dat biedt voor elk wat wils. Natuurlijk zijn er winkels. Keiveel zelfs. De binnen-stad zou er meer dan 500 tellen. Op binnenstadamersfoort.nl is een leu-ke shoproute te downloaden. Langs De Spellen Winckel –een eldorado voor de spelletjesliefhebber–, Baklava (Griekse en Turkse lekkernijen) of de duizenden kralen van Kraaloog.Een winkelstraat is nu niet direct een echt rustpunt. Een betere optie is de Onze-Lieve-Vrouwetoren. Alhoewel de bezoeker daarvoor wel eerst 98 meter de hoogte in moet klimmen.

Aan een tafel schuiven bij Panne-koekenhuis den Potsenmaeker aan de Groenmarkt voor een Athener pan-nenkoek –appel, walnoten en ho-ning– of een shoarmapannenkoek komt al een stuk dichter bij het ultie-me rustgevoel.Maar het echte uitrustplekje ligt net buiten het drukke binnenstadsge-woel. Op naar Plantsoen-Oost. Via de Kamperbinnenpoort –waardoor vroe-ger het vee van de stadsboerderij-en naar de weilanden buiten de stad werd gebracht– is het maar een wipje naar Plantsoen-Oost, een groenstrook die evenwijdig aan de stadsring loopt.Even genieten van het groen. Of van waterpoort Monnikendam, die al in 1420 werd gebouwd. Of van het zit-ten op het gras.

Slechts een doorzichtige kap scheidt de bezoeker van de stoel van de F-16-piloot

kind moet met de buik op een soort kruk gaan liggen en daarna op een knop du-wen. Vervolgens ziet het een ilmpje van een steeds dichterbj komende aarde. Ook leert het dat een vliegtuig op drie manie-ren van richting kan veranderen: door te rollen, te stampen en te gieren.

Hans Visser hoort de enthousiaste ge-luiden van de kinderen glimlachend aan. Hj is een van de 75 vrjwilligers die regel-matig in het museum te vinden zjn. „Er gebeurt altjd wel wat grappigs. Vanmor-gen nog. Ik moest een rondleiding ver-zorgen voor De Rakkertjes. Ik was er he-lemaal van uitgegaan dat dit een groep

basisschoolleerlingen was. Maar toen ik bj de receptie kwam bleek het een groep ouderen te zjn. Ik keek even heel ver-baasd. Maar we hebben er smakeljk om gelachen.”

Visser is meestal een halve dag per week in het museum te vinden. „Voordat ik met pensioen ging, werkte ik bj Shell als techneut. Toen al leek het me leuk om hier rondleidingen te verzorgen. In-middels doe ik het alweer twaalf jaar met plezier.”

Gery den Braber uit Beesd blaast even uit in het museumcafé. „Ik heb vaker ge-probeerd om een kinderfeestje te boe-

ken. Je betaalt dan wel 7 euro per per-soon, maar dan kunnen ze een speciaal programma volgen. Helaas zjn er slechts twee plaatsen per woensdagmiddag. Dit keer is het gelukt. De jongens hebben ge-noten. Sowieso zjn we hier ook regel-matig voor een gratis bezoek te vinden.”

Jaarljks trekt het museum 140.000 be-zoekers. De directie hoopt in de toekomst op stjgende aantallen. In het najaar van 2014 gaan het Legermuseum uit Delft en het Militaire Luchtvaart Museum op in en nationaal militair museum. Of de en-tree gratis bljft? Dat bljft nog even de vraag.

UITNEDERLAND

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-47-BYL-BYL_0 49 9-5-2012 14:13:35

Page 28: Uit in Nll

tekst Gisette van Dalen-Heemskerk

beeld RD, Anton Dommerholt

„Zeventien jaar geleden heb ik deze bus zelf gebouwd. Dat was een beste klus, maar het is een heel goede investering geweest. Hij voldoet nog steeds aan de strenge hygiëne-eisen. Het ijs wordt in de winkel in Vaassen gemaakt. In de bus verkoop ik 23 smaken. Vorige zomer vielen

de verkopen door de vele regen behoorlijk tegen. Het scheelde wel een procent of 20 met andere jaren. Als we een warme zomer hadden, gebeurde het wel een keer of zes dat al het ijs op was. Ik ben begonnen als jongen van veertien. Toen mijn vader overleed, moest er toch brood op de plank komen. Ik kwam met een bakfi etsje uit Apeldoorn over de grindpaden naar deze plek. Ik

had altijd een setje banden bij me, want de wegen waren zo slecht dat ik bijna dagelijks banden moest plakken. In het begin vond ik mijn werk niet leuk. Later ben ik ook nog orgelbouwer geweest en deed ik de ijsverkoop erbij. Maar uiteindelijk ben ik toch fulltime ijs gaan maken en verkopen. Ik heb er nooit spijt van gekregen. We hebben veel gezien in al die jaren. Paarden die op hol sloegen,

auto’s die vanzelf gingen rijden. Nou ja, vanzelf... Dan hadden ouders de sleutels erin laten zitten en waren de kinderen achter het stuur gekropen. Op een keer zaten er daardoor drie auto’s in elkaar. In al die jaren heb ik veel verdriet en veel geluk voorbij zien komen. Het aangrijpendst was toch altijd weer als er klanten van je overlijden. Of als je merkte dat iemand een ziekte als Alzheimer

kreeg. Misschien dat je het je ook meer aantrekt omdat je zelf ouder bent. Zelf ben ik dit jaar niet meer in de ijskraam te vinden, want de zaak is overgenomen door een werknemer die al zestien jaar bij mij werkt. Ik heb het vijftig jaar gedaan. Maar het is mooi geweest. Gelukkig kan iedereen nog steeds een ijsje halen in Gortel, want de wagen staat er nog steeds.”

De ijskraam Jan Rozeboom (65), standplaats Gortel

\REFD

AG

\PRO

DU

CTIE\PA

GIN

A\SPEC

IALS\1605-51-B

YL-B

YL_0 51

9-5-2012 14:12:46

Page 29: Uit in Nll

PAGINA 52

tekst Mariska Dijkstra-Wolters

beeld RD, Anton Dommerholt

Verboden toegang voor moe-

ders met smetvrees, ruim

baan voor avontuurlijke boys

die niet bang zijn voor een

vlek.

Op weg naar het Groningse Opende had-den de drie jongens in de auto grote lol om het woord blotevoetenpad. „Is dat een kikker zonder schoenen?” De uit-leg had de pret niet bedorven. „Zonder schoenen? Maar dan worden onze voeten wel vies hoor?” Alsof ze dát erg vinden.

De eerste 100 meter wanen ze zich aan zee. Ruige, met gras begroeide duinen, de jongens zien er een piratenkasteel in. Snel zoeken ze wapens om zich te verde-digen: stokken, stenen, rietstengels.

Een van de bulten heeft een lank van zand. Daar is een aardige gljbaan van te maken! De ridders roetsjen rücksichtslos van hun kasteel. En belanden bjna in de poel –de slotgracht?– eronder.

Het water bljkt niet bedoeld om aan-vallers tegen te houden, maar om terug-kerende wandelaars te ontsmetten. Drie wezens die vanwege de lagen modder op hun gezicht onherkenbaar zjn, storten zich voorover in de poel om als drie blan-ke kinderen weer op te duiken. Een bege-leider op de oever –de moeder?– schudt met een nauweljks verborgen glimlach het hoofd.

Het voorval ljkt onze jongens niet te deren. Voor hun ouders ligt de zaak net even anders. Hadden we toch handdoe-ken moeten meenemen? Zjn de kleren die we aan hebben, wel oud genoeg?

Tot nog toe ljkt het blotevoetenpad een nette, schone wandeling. Het zand onder de voeten is zacht en wit en droog. Eens even op een informatiebord kjken of dit zo bljft. Op het houten paneel staat ge-schreven: ”’t Blôde Fuottenpaad”. Is dit Gronings of Fries? Eronder staat het doel van de tocht: mensen de natuur laten be-leven, niet vanbuiten, maar vanbinnen, aldus Staatsbosbeheer. „Een pad om te voelen, te ruiken, te horen en te zien. Een pad om te bungelen op een bank, te zwe-ven tussen hemel en aarde, te mjmeren

met je benen in het water en te klimmen in de hoogste kruin.” Volgens Staatsbos-beheer moeten wandelaars nú de keuze maken of ze de schoenen in een tas mee-nemen of niet. Het is nameljk mogeljk om aan het eind van de tocht over een verharde weg terug te keren. Ook kun je bj de inish een drassig laarzenpad op. Schoenen én paraplu’s bljven in de auto. Want, zo staat er: „Ook weer is natuur.” En: „Vies weer bestaat niet.”

De jongens hebben inmiddels een vol-gend informatiebord ontdekt. De titel, ”Je bent hier niet alleen”, spreekt aan. Er staan voetsporen op van dieren die je in dit gebied zou kunnen tegenkomen: ha-

zen, vossen en reeën. Ook een slak laat zjn ‘voetafdruk’ achter.

Genoeg informatie, tjd om verder te wandelen. Maar hoe? Over stapstenen door een vennetje, dwars door het water van datzelfde vennetje of via een paad-je eromheen? Onmiddelljk komen de verschillende karakters van de kinderen naar voren. De een plonst direct met zjn voeten in het water, de ander zet zjn voe-ten voorzichtig op de gladde keien, bang om ervan af te gljden. Toch duurt het niet lang of ook de terughoudendste van het stel staat tot zjn knieën in het water, de broek zo ver mogeljk opgestroopt.

Veilig aan de overkant gekomen, bewa-penen de boys zich weer met stokken en stenen. Je weet immers niet of zich in het donkere struikgewas in de verte piraten schuilhouden. De ouders hebben meer oog voor een interessant groen bordje aan de rechterkant van het pad: „Aan het einde van het blotevoetenpad, 300 meter rechtsaf: kofie- en theetuin. Zelfgebak-ken appeltaart, js en fris. We zjn de hele week geopend van 11 tot 18 uur.”

Van de beloofde dieren ontbreekt intus-sen ieder spoor. Of je moet de paar ver-

Bedwing met blote voeten modderplas en survivalbrug

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-52-BYL-BYL_0 52 9-5-2012 14:12:13

Page 30: Uit in Nll

dwaalde schapen en paarden meereke-nen. Opeens ziet een van de jongens een bjzondere afdruk in het zand. „Een vos of een ree”, merkt hj enthousiast op. Zjn vader ziet er meer de print van een sportschoen maat 44 in, maar hj wil zjn opgewonden kroost niet teleurstellen. Dus knikt hj maar eens aarzelend.

Niet lang daarna leidt de weg het ”Brommelloantje” in. Helaas voor ons zjn de bramen nog niet rjp. Wel rjp is de tjd om te ontspannen. Op een speci-aal voor dat doel verhoogde bank laten de boys hun benen bungelen. Zes zwarte voetzolen op een rj.

Diezelfde voeten krjgen 50 meter ver-derop een tweede relaxbehandeling: ”’n aai veur de fuotten”. In gewoon Neder-lands: een aai voor de voeten. Het bljkt een soort massage in de vorm van tiental-len metalen bobbels op een bruggetje.

Staatsbosbeheer heeft veel aandacht be-steed aan uitrustmomenten. Wie niet ge-noeg heeft aan de bungelbank en de aai krjgt halverwege de route vier rubberen hangmatten voorgeschoteld. Hoe stoer de ridders ook zjn, een langdurige schom-meling moet kunnen, vinden ze. Een van hen valt al snel van de mat. Dan bljkt zjn stoere inborst: hj vertrekt geen spier en werpt zich meteen weer op het schommelbed.

Uitgerust kunnen de drie musketiers de strjd weer aan. Bj gebrek aan piraten moeten enkele vlinders hun aanvallen verduren. Gelukkig ladderen de beest-jes te snel voor hun houten lansen. Dan doemt er een nieuwe hindernis op: een doolhof. Het pad vernauwt zich zo dat er maar één persoon tegeljk overheen kan

Zonder schoenen in een theetuin

Bij de inish toont Staatbosbeheer drie mogelijkheden om terug te keren naar het startpunt: gewoon rechts-omkeert op dezelfde manier als je gekomen bent, met schoenen via een verharde weg of doorlopen naar het laarzenpad. Nog leuker is een ei-gen bedenksel: ongeschoeid doorlo-pen over een asfaltweg naar theetuin De Kleine Zanden aan het Peebos in Opende.De steentjes van het asfalt op het wegdek prikken wel een beetje, maar het vooruitzicht van een ijsje maakt dat de 500 meter naar de theetuin zonder al te veel gezeur wordt over-brugd. De tuin blijkt gewoon aan de weg te liggen en biedt uitzicht op en-kele koeien aan de overkant. Het weer laat het toe dat we kiezen voor een

van de picknicktafels in het grasveld voor het huis waar ook enkele grote houten spellen zijn neergezet. Terwijl de jongens het levensgrote vier op een rij uitproberen, drukken hun ou-ders op de bel van het houten bufet. De eigenaren Wout en Erica Visscher kijken er niet raar meer van op dat be-zoekers zonder schoenen aan achter een van de picknicktafels schuiven. Sinds ze in 2005 een vrieskist met ijs-jes in hun voortuin zetten, loopt het storm met wandelaars van een van de zogenoemde beleefwandelpaden in de omgeving. Inmiddels verkopen ze behalve ijs ook frisdrank en zelfge-maakte appeltaart. Onlangs bouwde Wout een heuse steenoven in de tuin, waardoor het mogelijk is pizza’s te maken en te bakken.

Drie wezens die vanwege de lagen modder op hun gezicht onherkenbaar zjn, storten zich in de poel om als drie blanke kinderen weer op te duiken

en slingert zich spiraalsgewjs door een knap aangeplante jungle. Wat ruist daar door het struikgewas? Luid gillend stor-men de strjders naar voren, de nietsver-moedende wandelaar tegemoet.

Na de hindernis verrjst een soort uit-zichtstoren annex boomhut. Snel en le-nig als apen klimmen de jongens naar boven, naar de houten omloop en ver-der, de boom in waartegen de hut is aan-gebouwd. Volgens hen is de kust veilig. Maar als ze op dat moment hadden ge-weten welke uitdaging hun te wachten stond, waren ze niet zo onbezorgd verder gerend...

In eerste instantie ljkt de tocht op de oude voet verder te gaan: zand, gras, een koe, bomen, riet. Maar dan zjn daar op-eens de ”sooierdraoden”. De enige ma-nier om de diepe, modderige plas voor onze neus over te steken. De survivaltou-wen, want dat zjn het, overspannen de 10 meter tussen de ene oever en de an-dere.

De stoerste ridder aarzelt niet lang. Hj pakt het bovenste touw met zjn han-den vast, zet zjn voeten op het middel-ste koord en begint naar de overkant te schuifelen. In het midden wiegt de apen-brug vervaarljk heen en weer, maar de

koene held vertrekt geen spier. Onver-stoorbaar vervolgt hj zjn queeste. Na en-kele minuten stapt hj triomfanteljk op de kant. Missie voltooid!

Verkoeld en verkwikt keren we een halfuurtje later bj de inish –lees: het startpunt– terug. De jongens tonen nog één keer de onderkant van hun voe-ten. Echt schoner zjn ze niet geworden. Het oog valt op een waterpomp. „Defect. Zand in de pomp”, meldt de tekst. De poetsbeurt moet maar wachten tot thuis.

>>blotevoetenpad.nl

PAGINA 53UITNEDERLAND

\REFDAG\PRODUCTIE\PAGINA\SPECIALS\1605-52-BYL-BYL_0 53 9-5-2012 14:11:59