Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND...

208
r@'j·,j;"·i@'.':r4;'i"j:"·i@'., DUTCH MARITIME NETWORK

Transcript of Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND...

Page 1: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Nll~Ul~LAND r@'j·,j;"·i@'.':r4;'i"j:"·i@'., DUTCH MARITIME NETWORK

Page 2: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

DE KONINKLIJKE MARINE ALS

MARITIEME LEADER FIRM

Hir. Frank Hendrickx

Hir. Tom Maes

Hir. Britta De Meyer

Lic. Tine Van Suetendael

Prof. dr. Chris Peeters

April 2003

Page 3: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

NEDERLAND MARITIEM LAND serie

1. De Nederlandse Maritieme Cluster: Literatuuronderzoek en Plan van Aanpak Eco­nomische Impact Studies

2. De Maritieme Arbeidsmarkt: Vraag en Aanbod van Zeevaartkennis 3. De Nederlandse scheepsbouw- en toeleveringsindustrie: economische betekenis en

structuur 4. De Nederlandse offshoresector: economische betekenis en structuur 5. De Nederlandse binnenvaartsector: economische betekenis en structuur 6. De Nederlandse waterbouwsector: economische betekenis en structuur 7. De Koninklijke Marine: economische betekenis en structuur 8. De Nederlandse visserij sector: economische betekenis en structuur 9. De Nederlandse watersportindustrie: economische betekenis en structuur 10. De Nederlandse maritieme dienstverlening: economische betekenis en structuur 11. De Nederlandse maritieme toeleveranciers: economische betekenis en structuur 12. De Nederlandse zeehavensector: economische betekenis en structuur l3. De Nederlandse maritieme cluster: economische betekenis en structuur 14. Het maritieme clustermodel - modellering en scenarioanalyse 15. Een kaderscheppend beleid voor de Nederlandse maritieme cluster 16. De Innovativiteit van de Nederlandse Maritieme Cluster 17. Maritieme Websites en E- Business: een verkenning 18. Maritiem Kapitaalforum: onderzoek naar de werking van de kapitaalmarkt in de

sector van maritieme toeleveranciers 19. An International Shipping Company in the Netherlands: the tax perspective 20. E-business in de Maritieme Cluster: visies, strategieën, activiteiten 21. De arbeidsmarkt in de Nederlandse Maritieme Cluster 22. Leader Firms in de Nederlandse Maritieme Cluster: theorie en praktijk 23. De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Stichting Nederland Maritiem Land

De Stichting Nederland Maritiem Land is op 27 juni 1997 opgericht teneinde de Neder­landse maritieme cluster te promoten en te versterken.

Het bestuur van de Stichting bestaat uit N. Wijnolst (voorzitter), G.W. Bos (vice­voorzitter), F.G.M. Conyn (secretaris/penningmeester) en verder, in alfabetische volg­orde, K. Damen, C.l. van den Driest, C. van Duyvendijk, R. van Gelder, G.J. Kramer, P.J.M. Kreuze, P.J.H.M. Loonen, W.K. Scholten, A. Tienpont, D.P.M. Verbeek.

De directeur van de Stichting is H.P.L.M. Janssens.

Het adres van de Stichting Nederland Maritiem Land is Beurs-World Trade Center, Beursplein 37 (bezoekadres), Postbus 30145, 3001 DC Rotterdam. Tel.: 010-205.27.20, fax.: 010-205.53.07, e-mail: [email protected]

Page 4: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

DE KONINKLIJKE MARINE ALS

MARITIEME LEADER FIRM

in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND

uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Rir. Frank Rendrickx

Rir. Tom Maes

Rir. Britta De Meyer

Lic. Tine Van Suetendael

Prof. dr. Chris Peeters

April 2003

Page 5: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Gepubliceerd en gedistribueerd onder auspiciën van de Stichting Nederland Maritiem Land door:

Dup Satellite is an imprint van Delft University Press Prometheusplein 1 2628 ZC Delft Tel: 015-2785121 Fax: 015-278.16.61 E-mail: [email protected]

Studie uitgevoerd door:

Policy Research Corporation Jan Moorkensstraat 68 2600 Antwerpen

tel.: +323 2869494 fax.: +3232869496 e-mail: [email protected] website: www.policyresearch.be

Parklaan 40 2016 BC Rotterdam

tel: +31 10 436 0 364 fax: +31 104361416 e-mail: [email protected] website: www.policyresearch.nl

CIP-DATA KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG

Hir. Frank Hendrickx, Hir. Tom Maes, Hir. Britta De Meyer, Lic. Tine Van Suetendael, Prof. dr. Chris Peeters

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm / Hir. Frank Hendrickx, Hir. Tom Maes, Hir. Britta De Meyer, Lic. Tine Van Suetendael, Prof. dr. Chris Peeters

DUP Satellite ISBN 90-407-2407-5 NUGI834

Trefwoorden: Koninklijke Marine, maritieme leader firm, marinebouwcluster, innova­tie, export

Copyright © 2003 Stichting Nederland Maritiem Land

All rights reserved. No part of the material protected by this copyright may be repro­duced or utilized in any form or by any means, electronic or mechanical, including pho­tocopying, recording or any information storage and retrieval system without written permission of the owner of this copyright. Permission may be obtained at the following address: Stichting Nederland Maritiem Land, Postbus 30145, 3001 DC Rotterdam, The Netherlands; e-mail: [email protected].

Page 6: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Inhoudsopgave

INHOUDSOPGAVE

VOORWOORD ................................................................................................................ ix

MANAGEMENT SUMMARY ....................................................................................... xi

MANAGEMENT SAMENV ATTING ....................................................................... xxiii

INLEIDING ....................................................................................................................... 1

I. DE KONINKLIJKE MARINE .................................................................................... 5

I.l. DE KONINKLIJKE MARINE ALS ORGANISATIE ............................................................ 6

II.l. Missie van de Koninklijke Marine.... . ..... 6

1.1.2. De structuur van de Koninklijke Marine... . ..... 7

U.3. De rol van de Directie Materieel.. . .......................... 8

1.2. DE KONINKLIJKE MARINE EI'i HAAR VLOOT ...... .

1.2.1. Samenstelling huidige vloot. ... 11 .IJ

1.2.2. Verleden en toekomst van het orderprogramma van marineschepen . 17

1.2.3. Internationale vergelijking van de Nederlandsefregattenvloot.. ..19

1.3. DE KOI'iINKLIJKE MARINE WERKT II'iTERl'iA TlONAAL SAMEI'i ... ................. 21 I3.I. Op operationeel en personeelsvlak ... ..21 1. 3. 2. Internationale materieelsamenwerking .. . . ... 21 1.3.3. Gevolgen in de praktijk ......................... . . ....... 24

1.4. DE KONINKLIJKE MARII'iE HEEFT EEN SPECIfIEK VERWERVII'iGSBELEID ....... 24

. ... 24 1.4.1. Het verfl"ervingsheleid van Defensie..... . ........................ .

1.4.2. Het verwervingsbeleid van de Koninklijke Marine ... . . ..... 28

l.s. ECONOMISCHE BETEKENIS VAN DE KONINKLIJKE MARINE .............................. 28

1. 5.1. Directe economische betekenis. . ... 29

1.5.2. Indirecte economische betekenis.. ..31 1.5.3. Terugvloei naar de overheid...... ............... 32

1.5.4. Case: economische effecten van de houw van de M-fregatten (1984-1997) 33

1.6. CONCLUSIE ................................................................................................................. 38

© Stichting Nederland Maritiem Land - i -

Page 7: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

11. DE RELATIES VAN DE KONINKLIJKE MARINE EN DE NEDERLANDSE MARINEBOUWCLUSTER ..................................................................................... 39

11.1. DRIEHOEKSRELATIE TUSSEN DE KONINKLIJKE MARINE, KENNISINSTITUTEN

EN INDUSTRIE .............................................................................................................. 40

!l. I. 1. Geschiedenis van de Nederlandçe marinebouwc/uster.... . 40

IU.2, Huidige ,pelers van de Nederlandse marinebouwc/uster.... .42 !l.I.3. Dynamiek in de Nederlandse marinebouwc/uster ......... 56

11.2. HET PRODUCTIEPROCES VAN MARINESCHEPEN ........................................................ 61 11.2.1. Productieproces ('voorzien in') ..

!l.2.2. Instandhouden

11.2.3. Afstoten ..

... 62

68 .. ..... 68

11.3. INNOVATIES IN DE MARINEBOUWCLUSTER ................................................................ 68

H.4. AFHANKELIJKHEDEN BINNEN DE NEDERLANDSE MARINEBOUWCLUSTER ............... 77

JJ.4.I. Kennisinstituten en industrie ......

11.4.2. Koninklijke Marine .. 77

.. .... 82

11.5. CONCLUSIE ................................................................................................................. 83

111. DE NEDERLANDSE MARINEBOUWCLUSTER IN INTERNATIONAAL PERSPECTIEF ....................................................................................................... 85

111.1. DE MARKT VOOR MARINESCHEPEN .......................................................................... 86

IJl. 1.1. Markt voor schepen met een lagere bewapeningscomponent ... .. 87

IJl. 1.2. Markt voor fregatten .... .. ............................ 88

111.2. DE STRUCTUUR VAN DE MARINE BOUWSECTOR IN RELATIE TOT HET

EXPORTPOTENTIEEL .................................................................................................. 92 IJl. 2. 1. Frankrijk.................. ................. .. ......... 93

JIl.2.2. Duitsland. 95

lIl. 2. 3. Vergelijking met de Nederlandçe marinebouwc/uster .. . ........... 98

111.3. DE EXPORT(MOGELIJKHEDEN) VAN DE NEDERLANDSE MARINEBOUWCLUSTER ... 99 IJl.3./. Export schepen met een lagere bewapeningscomponent. .. ....... 100

!Jl.3.2. Export van deelsystemen ........... .. .. 101 lIl. 3. 3. Export van kennis en projectmanagement ...

lIl. 3. 4. Verkoop van afte stoten materieel .....

.. ...... 105

...107

111.4. CONCLUSIE .............................................................................................................. 108

IV. CASESTUDIES BETREFFENDE INNOVATIES IN DE

-ii-

MARINEBOUWCLUSTER ................................................................................. 111

IV.I. LUCHTVERDEDIGINGS- EN COMMANDO FREGAT (LCF) ....................................... 112 IV l.I. Het Luchtverdedigings- en commando Fregat (LCF) project ................. 112

IV 1.2. Innovatieve ontwikkelingen ......

IV 1.3. Conclusie betreffende de LCF-case ..

...... lI5

.. ..... 119

IV.2. LANDING PLATFORM DOCK 1 (LPDI) ................................................................... 120 IV2.I. Het Landing Platform Dock 1 (LPDI) project.... . 120

IV2.2. Innovatieve ontwikkelingen ...... .................... , ............................... 121

© Stichting Nederland Maritiem Land

Page 8: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Inhoudsopgave

IV2.3. Vervolgprojecten .. IV2.4. Conclusie betreffende de Landing Platform Doek 1 case.

.. ... 122 .. .. 123

IV.3. COAST GUARD CUTTER •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 124 IV3.1. Het Coast Guard Cutter project.. .. ....... 124

IV 3. 2. Innovatieve ontwikkelingen.

IV3.3. Vervolg projecten .. . ................... ..

IV3.4. Conclusie betreffende de Coast Guard Cutter case ..

126

.. .. 128

.. .. 130

IV.4. GOALKEEPER .......................................................................................................... 131 IV4.1. Specificaties van de Goa/keeper. ....................... .. ... 131 IV4.2. Het Goalkeeper project .. ...

IV4.3. Vervolg projecten ......

IV4.4. Conclusie betreffende de Goa/keeper case ..

.. 132 132

.. .. 133

IV.5. RUDDER ROLL STABILIZATION .............................................................................. 133 IV5.1. Specificaties van het Rudder Roll Stabilization systeem .... 134 IV5.2. Het Rudder Roll Stabilization project .. . ............................. 134

IV5.3. Vervo/gprojecten ................ .. ..135 IV 5.4. Conclusie betreffende de Rudder Roll Stabilization case ............ 135

IV.6. ACTIVE PHASED ARRAY RADAR (A PAR) .............................................................. 136 IV6.1. Specificaties van de APAR.. .. .............. 136

IV6.2. Het APAR-project. .. .... 137 IV6.3. Vervolgprojecten ... .. .... 138

IV6.4. Conclusie betreffende de APAR-case. .. ...... 138

IV.7. CONCLUSIE •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 139

V. HET LEADER FIRM GEDRAG VAN DE KONINKLIJKE MARINE ............ 141

V.l. DE KONINKLIJKE MARINE IS EEN MARITIEME LEADER FIRM •••••••••••••••••••••••••••••••• 142

V.2. DE KONINKLIJKE MARINE VERTOONT DUIDELIJK LEADER FIRM GEDRAG TEN

OPZICHTE VAN DE NEDERLANDSE MARINEBOUWCLUSTER .................................... 143

V.3. HET LEADER FIRM GEDRAG VAN DE KONINKLIJKE MARINE VERSTEVIGT IN

AANZIENLIJKE MATE DE CONCURRENTIEKRACHT VAN DE NEDERLANDSE

MARINEBOUWClUSTER ............................................................................................ 148

V.4. PIJLERS VAN EEN COMPETITIEVE NEDERLANDSE MARINEBOUWCLUSTER MET EEN

KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 149

V.5. CONCLUSIE ............................................................................................................... 152

VI. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ............................................................ 153

Vl.l. CONCLUSIES ........................................................................................................... 153

VI.2. AANBEVELINGEN ..................................................................................................... 154

BIJLAGE I: LIJST MET AFKORTINGEN ............................................................... B.l

© Stichting Nederland Maritiem Land - iii -

Page 9: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

BIJLAGE 11: LIJST MET GEÏNTERVIEWDE PERSONEN .................................. B.5

BIJLAGE 111: CURRICULA VITAE .......................................................................... B.9

- iv- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 10: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Inhoudsopgave

LIJST MET FIGUREN

Figuur I.1 : Organigram van de Koninklijke Marine '" ................................................... 8

Figuur I.2 : Organigram van de Directie Materieel Koninklijke Marine ........................ 9

Figuur 1.3 : Fregatten van de Koninklijke Marine ........................................................ 13

Figuur IA: Bevoorradingsschepen van de Koninklijke Marine ................................... 14

Figuur I.5 : Onderzeeboot van de Koninklijke Marine ................................................. 15

Figuur I.6 : Mijnenjager van de Koninklijke Marine .................................................... 16

Figuur I.7 : Het vervangingsschema van de Nederlandse fregattenvloot ..................... 18

Figuur I.8: NA VO-kennisnetwerk van de Koninklijke Marine ................................... 23

Figuur I.9 : M-fregat HL Ms. Van Nes ......................................................................... 33

Figuur I.10: Toegevoegde waarde in € miljoen en werkgelegenheid in mensjaar (1984-1997) ................................................................................................ 35

Figuur I.11: Omzet en terugvloei naar de overheid M-fregatten in € miljoen (1984-1997) ................................................................................................ 36

Figuur 11.1: Dolfijn Klasse ............................................................................................ 40

Figuur II.2: Geleide Wapen Fregat (Tromp Klasse) ..................................................... 41

Figuur Il.3: De Nederlandse marinebouwcluster .......................................................... 42

Figuur I1A: Voorbereiding testen geruisarme schroef door MARIN ............................ 45

Figuur II.5: Contractpartijen bij nieuwbouw van een marineschip in Nederland ......... 48

Figuur I1.6: S-fregat ....................................................................................................... 49

Figuur Il.7: Werf van de Koninklijke Schelde Groep, met het LeF in afbouw. 50

Figuur I1.8: Goalkeeper ................................................................................................. 51

Figuur II.9: Mock-up brug LCF ................................................................................... 52

Figuur I1.l0: Inrichting LPD2 ......................................................................................... 53

Figuur II.II : NBC-filter .................................................................................................. 54

Figuur Il.12 : UNREP-systeem ........................................................................................ 55

Figuur I1.13 : W26ST-motor ............................................................................................ 56

Figuur II.14 : Internationalisatie van de Nederlandse marinebouwcluster t.g.v. overnames .................................................................................................. 57

Figuur IU5 : Geschiedenis Koninklijke Schelde Groep en Thales Nederland ................ 58

© Stichting Nederland Maritiem Land - v-

Page 11: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Figuur 11.16: Aandeel militair-maritieme export in totale omzet van de belangrijkste industriële partijen in de Nederlandse marinebouwcluster. .. 60

Figuur II.l7: De drie materieel-logistieke processen van de Koninklijke Marine .......... 61

Figuur 11.18 : Het 'voorzien in' proces van de Koninklijke Marine ................................. 63

Figuur II.19: Internationale samenwerkingsverbanden Koninklijke Marine .................. 65

Figuur 11.20 : Spill-overs en spin-ofts van innovaties gerealiseerd door andere industriële partijen als gevolg van opdrachten van de Koninklijke Marine ........................................................................................................ 76

Figuur II.21 : Omzetafhankelijkheid kennisinstituten en industriële partijen .................. 78

Figuur 11.22 : Bruinvis ...................................................................................................... 80

Figuur lIl. I : Internationale vloot van amfibische schepen, fregatten, mijnenjagers, korvetten, kustwacht- en patrouilleschepen (begin 2003) .......................... 86

Figuur 1II.2: Orders voor amfibische schepen, fregatten, mijnenjagers, korvetten, kustwacht- en patrouille schepen (begin 2003) ........................................... 87

Figuur 1II.3: De internationale vloot van fregatten (begin 2003) ................................... 89

Figuur III.4: Overzicht belangrijkste importerende landen (voorbije 25 jaar) ............... 90

Figuur lIL5: Overzicht belangrijkste exporterende landen (voorbije 25 jaar) ................ 91

Figuur III.6: Organisatie van Franse marinebouw .......................................................... 93

Figuur 1II.7: Organisatie van Duitse marinebouw .......................................................... 96

Figuur HL8: De SMART-L .......................................................................................... 103

Figuur ITI.9: Alternative Landing Ship Logistics ......................................................... 106

Figuur IV.I: De Zeven Provinciën ................................................................................ 114

Figuur IV.2: Samenwerking tussen de kennis instituten bij het LCF ............................ 118

Figuur IV.3: Multinationale samenwerking bij de technieken van het LCF ................. 119

Figuur IV.4: Conclusies Luchtverdedigings- en Commando Fregat ............................ 120

Figuur IV.5: Hr. Ms. Rotterdam, het Landing Platform Dock I (LPDI) ..................... 121

Figuur IV.6: Conclusies Landing Platform Dock 1 ...................................................... 123

Figuur IV.7: Samenwerking bij de Coast Guard Cutter. ............................................... 125

Figuur IV.8: Jaguar P810 .............................................................................................. 126

Figuur IV.9: Het En1arged Ship Concept... ................................................................... 127

Figuur IV.I 0: Spin-offs vanuit de cluster ....................................................................... 130

Figuur IV.14: Conclusies Coast Guard Cutter.. .............................................................. 131

Figuur IV.15: De Goalkeeper ......................................................................................... 132

Figuur IV.16: Conclusies Goalkeeper. ............................................................................ 133

Figuur IV.17: Conclusies Rudder Roll Stabilization systeem ........................................ 136

Figuur IV.18: De Active Phased Array Radar (APAR) .................................................. 137

Figuur IV.19: Conclusies Active Phased Array Radar (APAR) ..................................... 139

- vi- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 12: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Tabel 0.1 :

Tabel 1.1 :

Tabel I.2 :

Tabel I.3 :

Tabel IA :

Tabel 1.5 :

Tabel 1.6 :

Tabel I.7 :

Tabel 1.8 :

Tabel n.l :

Tabel n.2 :

Tabel n.3 :

Tabel UA :

Tabel lIl. 1 :

Tabel UI.2:

Tabel lII.3:

Tabel IIIA:

Inhoudsopgave

LIJST MET TABELLEN

Indicies van leader firrn gedrag .................................................................... 3

Noodzakelijke elementen voor volbrengen missie Koninklijke Marine ...... 7

Overzicht van het varend en vliegend materieel van de Koninklijke Marine (2003) ............................................................................................ 12

Internationale vergelijking bemanning per fregattype ............................... 20

Directe economische betekenis van de Koninklijke Marine (2001) .......... 30

Aandelen van de activiteiten in de directe economische betekenis van de Koninklijke Marine (2001 ) .................................................................... 30

Directe en indirecte economische betekenis van de Koninklijke Marine (2001) ............................................................................................ 32

Geschatte overheidsinkomsten (terugvloei) per activiteit (2001) .............. 32

Omzet, toegevoegde waarde en werkgelegenheid als gevolg van de bouw van de M-fregatten per toeleverende sector (1984-1997) ................ 37

Financiering van onderzoek door de Koninklijke Marine in € duizend (gemiddelde per jaar, periode 1997-2001) ................................... 69

Innovaties gerealiseerd door de Nederlandse marinebouwcluster als gevolg van opdrachten voor de Koninklijke Marine ............................ 71

Spill-overs en spin-offs (en export) van innovaties gerealiseerd door kennisinstituten als gevolg van opdrachten van de Koninklijke Marine .................................................................................... 72

Spil/-overs en spin-offs (en export) van innovaties gerealiseerd door Thales Nederland, Koninklijke Schelde Groep en Imtech als gevolg van opdrachten van de Koninklijke Marine ................................... 73

De drie belangrijkste Franse scheepswerven ............................................. 94

Export van fregatten vanuit Frankrijk ........................................................ 94

Export van fregatten vanuit Duitsland ....................................................... 96

Belangrijkste Duitse scheepswerven en hun deelnames ............................ 97

© Stichting Nederland Maritiem Land - vii-

Page 13: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader jirm

Tabel IV. I: Overzicht innovatieve deelsystemen in het LeF ..................................... 117

Tabel IV.2: Overzicht innovatieve deelsystemen in het LPDI ................................... 122

Tabel IV.3: Overzicht van alle projecten in het kader van de Damen Stan Patrol 4100 ............................................................................................... 129

Tabel V. I: Uitingen van leader firm gedrag door de Koninklijke Marine ................. 144

- viii - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 14: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Voorwoord

VOORWOORD

Nederland Maritiem Land is een netwerkorganisatie die tezamen met de

bedrijven en organisaties binnen elf maritieme sectoren de clusterdynamiek

helpt vergroten. Dat doet zij sinds 1997 met succes door een groot aantal

studies te publiceren en te communiceren, alsmede initiatieven en acties te

ontplooien die de cluster versterken en promoten.

Binnen de clustertheorie van prof. Michael Porter, is door onderzoekers van

de Erasmus Universiteit Rotterdam geduid op een speciale groep van be­

drijven die een meer dan gemiddelde bijdrage leveren aan de ontwikke­

lingsdynamiek binnen de cluster. Zij hebben deze categorie bedrijven

leader jirms genoemd. In samenwerking met Nederland Maritiem Land en

de brancheorganisaties is door hen een onderzoek uitgevoerd binnen de

Nederlandse maritieme cluster om een inzicht te krijgen in het gedrag van

deze groep van vooruitstrevende bedrijven. Daaruit zijn interessante in­

zichten ontstaan die aanleiding gaven tot een verdere verdieping van de

theorie'.

Om die reden is besloten om het grootste maritieme bedrijf van Nederland,

de Koninklijke Marine, als casestudie verder uit te werken. De resultaten

daarvan treft u in deze publicatie, die in samenhang met de analyse van

theorie en praktijk uit eerder genoemd onderzoek dienen te worden

beschouwd.

Nederland Maritiem Land publicatie nr. 22: Leader firms in de Nederlandse Maritieme Cluster: theorie en praktijk

© Stichting Nederland Maritiem Land - ix-

Page 15: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Uit deze casestudie blijkt een aantal belangwekkende zaken. Niet alleen ten

aanzien van de succesvolle invulling van de missie van de Koninklijke

Marine en haar grote rol als leader firm binnen de marinebouwcluster, maar

zeker ook als bevestiging van het belang dat het leader firm concept kan

hebben voor het voeren van economisch beleid binnen Nederland. Beleid,

dat een aantal beleidsdoelstellingen tegelijkertijd kan realiseren, zowel op

het gebied van toegevoegdewaardecreatie en werkgelegenheid, export en

internationalisatie, alsmede innovatie.

Het identificeren, monitoren en stimuleren van maritieme leader firms kan

een relatief eenvoudige manier zijn om de dynamiek binnen de cluster te

vergroten. Daartoe is het wellicht wenselijk om een groep van maritieme

leader firms te formeren die gesprekspartner wordt voor de relevante

ministeries.

Wij zijn van mening dat het leader firm concept ook buiten de maritieme

cluster van waarde kan zijn. De facto bestaat het vaak al, maar is het nog

niet expliciet gemaakt en benoemd. Het benoemen van bedrijven als leader

firm kan op zich stimulerend werken op het gedrag van de ondernemers.

Vandaar dat Nederland Maritiem Land zich zal inzetten om deze kopgroep,

of beter eredivisie, van maritieme ondernemers haar voortrekkersrol nog

beter te laten vervullen.

Prof.dr.ir. Niko Wijnolst

Voorzitter, Stichting Nederland Maritiem Land

Rotterdam, 14 april 2003

-x- IQ Stichting Nederland Maritiem Land

Page 16: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Management summary

MANAGEMENT SUMMARY

Stichting Nederland Maritiem Land commissioned Policy Research Corpo­

ration a study to ex amine the behaviour of the Royal Netherlands Navy

(hereafter: RNLN) as a maritime leader firm. This book builds on the

previous one' published in the Nederland Maritiem Land series. The latter

inventoried around 50 maritime leader firms in the Dutch maritime cluster.

The present study answers four research questions and makes recom­

mendations on strategy and policy with respect to the naval shipbuilding

cluster and the RNLN's role as a maritime leader firm. The research

questions, Policy Research Corporation was requested to answer, were:

How efficiently does the RNLN meet its requirements with respect to the building of new ships and how important is the Dutch naval shipbuilding cluster?

How important is it for the RNLN to be a maritime leader firm?

How does the behaviour of the RNLN as maritime leader firm manifest itself in the Dutch naval shipbuilding cluster?

What opportunity does this offer to the Dutch naval shipbuilding cluster?

To adequately answer these four questions Policy Research Corporation

first considered whether the RNLN has the capability and receives the

necessary incentives to act as a leader firm. Next, Policy Research Corpo­

ration examined in how far the RNLN clearly demonstrates leader firm

behaviour within the Dutch naval shipbuilding cluster. Finally, the potential

, Langen, de, P.W. en Nijdam. M.H .. Leader firms in de Nederlandl'e maritieme cluster - theorie en praktijk, Delft University Press, 2003

© Stichting Nederland Maritiem Land -xi -

Page 17: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

The Royal Netherlands Navy as maritime leader firm

positive effects ofthe RNLN's leader firm behaviour on other parties within

the naval shipbuilding cluster were assessed.

The same sequencing of the subject matter is kept in this summary as the

one that was followed in the book, so that the reader can easily cross­

reference both documents. The subject matter covered subsequently:

The RNLN and its miss ion;

The Dutch naval shipbuilding cluster;

The Dutch naval shipbuilding cluster in an international perspective;

Case studies concerning innovation in the naval shipbuilding cluster;

- The leader firm behaviour ofthe RNLN;

Conclusions and recommendations.

The RNLN and its miss ion

Traditionally, the Netherlands has always had a battle-ready and balanced

navy. Also it wants to confirm the advanced role of its navy in the future.

The mission and tasks of the RNLN require modem and flexible units that

can be deployed in both a national and an international context.

With a combination of high-tech equipment, well-trained crews and innova­

tive crew concepts, the RNLN is in a position to fulfil its mission and carry

out its tasks with a minimum of personnel by applying the reduced manning

philosophy. The RNLN especially distinguishes itself in the latter respect.

Due to the close relationship between the RNLN and the naval shipbuilding

cluster in the Netherlands, a self-sufficient industry has emerged, capable of

both designing and constructing the most advanced frigates and other types

of naval vessels. This enables the RNLN to impose on its suppliers require­

ments that re sult in a product that is technologically very up-to-date and

fully meets the imposed specifications. Within the Netherlands defence­

related industry only the naval shipbuilding cluster has the capability to

undertake all the production stages from drawingboard to launching-slip.

- xii- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 18: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Management summary

This distinguishes the Dutch naval shipbuilding cluster from air force or

land force related industries in the Netherlands.

An additional advantage of the existence of a Dutch naval shipbuilding

cluster is that positive effects are created for the national economy. In the

final analysis, the economic significance of the RNLN translates into the

direct and indirect employment of 21 000 people and a total value added of

€ 1.1 billion. The RNLN safeguards national employment and value added

by purchasing its naval vessels in the Netherlands. Because of the tax

revenue generated for the government, the net price of the vessels purcha­

sed in the Netherlands in real terms costs around 30% less to the govern­

ment than the agreed price paid. Additionally, a high technological frigate

(LCF) is more than 30% less expensive than abroad (F 124) because it is the

RNLN, rather than an industrial party, that bears the technical risk for

SEW ACO-systems integration. Moreover, the close cooperation between

the RNLN and the companies of the Dutch naval shipbuilding cluster leads

to a mutual increase in knowledge and innovative developments. This

creates further export potential for the Dutch industry.

The Duteh naval shipbuilding cluster

The Dutch naval shipbuilding cluster consists of three distinct groups: the

RNLN, the industry and the knowledge institutes (see Figure s.J).

The two most prominent knowledge institutes in the Dutch naval ship­

building cluster are MARIN and TNO Defence research (TNO DO). With

regard to knowledge development and the preservation of the knowledge

infrastructure within the Dutch naval shipbuilding cluster, the relationship

between the RNLN and the knowledge institutes is essential.

Among the industrial parties, the RNLN has a special relationship with the

Koninklijke Schelde Groep and Thales Nederland. In recent decades, the

RNLN has only contracted to the Koninklijke Schelde Groep, which acts as

the lead contractor for the ship platform. In turn, the Koninklijke Schelde

© Stichting Nederland Maritiem Land - xiii-

Page 19: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

The Royal Netherlands Navy as maritime leader firm

Groep subcontracts specific components to other companies and provides

guidance to other parties with respect to the platform element. It plays the

roie of platform systems integrator. As far as sensor, weapon and communi­

cation (SEW ACO) systems are concerned, these are government furnished

equipment and government furnished information.

Other important industrial parties in the Dutch naval shipbuilding cluster

are Imtech Marine & Offshore, Hertel Marine Services, Rohde & Schwarz

Nederland, Stork Bronswerk, Rexroth Hydraudyne and Wärtsilä. The

take overs of Dutch companies by foreign parties and the creation of foreign

branches by Dutch companies reveal the internationalisation of these indu­

strial parties.

Figure S.l: The Dutch naval shipbuilding cluster

international

Knowledge institutes

Source: Policy Research Corporation

Royal Netherlands

Navy

/ Dutch naval

shipbuilding cluster

lndustry

The RNLN itself fulfils aspecific and, from an international viewpoint,

quite unique role within the Dutch naval shipbuilding cluster. It is the con-

-xiv - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 20: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Management summary

ceptual and functional designer, integrator and stimulator of innovation.

Moreover, the technical risk for SEW ACO-systems integration lies almost

completely with the RNLN rather than with an industrial party. This has a

beneficial effect on the price of Dutch navy vessels. The organisation of the

production process sets the Netherlands apart from countries such as France

and Germany.

The RNLN is a 'stimulator' of innovation. By financing research and

setting exacting requirements in the design of its naval vessels, it forces the

Dutch naval shipbuilding cluster to innovate. lnnovation resulting from

RNLN commissions is moreover of importance - both nationally and

intemationally - in terms of military spin-off or civil spil/-over. In this

study an extensive list has been compiled of recently realised innovation,

spin-offs and spill-overs.

As regards exports, the RNLN plays a reference role as the launching

customer. Not to supply vessels for its own navy reduces the prospects for

export of fully completed ships to nil. This applies also to a large extent to

complex (military) subsystems. Moreover, various parties in the Dutch

naval shipbuilding cluster are dependent on the RNLN for part of their

tumover.

Discontinuity in the orders placed by the RNLN would imply the disap­

pearance of the current knowledge infrastructure and oblige the RNLN to

purchase its next generation of naval vessels abroad. This would most likely

imply that the technical risk is transferred to the shipbuilder. Consequently

the RNLN would have less influence on the design and there would be less

opportunity to imp Ieme nt cost-efficient and innovative concepts, such as

the reduced manning philosophy. Indeed, the foreign shipbuilder would try

to minimize or avoid these technical risks. Such a strategy would have a

negative influence on the purchase price and the operating costs of the

naval vessels. Moreover, the acquisition of naval vessels abroad would not

create any employment in the Netherlands and would not generate any tax

© Stichting Nederland Maritiem Land -xv -

Page 21: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

The Royal Netherlands Navy as maritime leader firm

revenue for the government. No enhancement of knowledge or creation of

value added would occur in the Netherlands.

The Duteh naval shipbuilding cluster in an international perspeetive

The international naval defence market is a billion dollar industry. The

Dutch naval shipbuilding cluster is above all successful within the

following segments of the market:

Construction of ships with a low weapon component (amphibious craft, corvettes, patrol and coast guard vessels);

- Export of subsystems;

Export of design and process knowiedge;

- Exports in the framework of the sale of equipment disposed of by the RNLN.

The international mark et for newly built frigates offers a more limited

potential for the cluster. The import-export mark et for frigates with a

maximum working life of approximately 25 years and which were newly

delivered or built locally with the original shipyard as design authority, has

been examined. The Netherlands is one of the top 10 exporting countries.

However, the Netherlands has not exported any newly built frigates since

the mid-1980s.

Competition in this limited export market is fierce and has political conno­

tations. France and Germany in particular have strengthened their export

position in recent years. Both these countries have adopted a particular

organisational model with regard to the naval shipbuilding sector. French

naval shipbuilding is characterised by an industrial-political model; the

government is responsible for a substantial proportion of export promotion.

In Germany there is an industrial private-sector run model; private

consortia, including banks, trading companies and steel producers, stimulate

the export of advanced naval vessels (frigates).

-xvi - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 22: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Management summary

In the Netherlands, there is no such support from public authorities or indu­

strial consortia, to regain a successful position in the frigate export market.

Nevertheless, exports are of vital importance to the Dutch naval shipbuil­

ding cluster and consequently the cluster has targeted other export markets.

A first market segment concerns the export of vessels with a lower weapon

component. This market is much larger than the frigate market and needs

less political support. The export market for sub-systems, for example for

the construction of frigates, also shows potential. Despite the competition in

this market and the difficulties of access to the relatively 'closed' markets

such as the United States of America and the United Kingdom, sizeable

exports of sub-systems have already been achieved. Because factors concer­

ning jinancial engineering, compensation and significant political support

are of lesser importance, the export of know-how offers considerable op­

portunities to the Dutch naval shipbuilding cluster and constitutes the third

segment. Finally, the disposal of equipment by the RNLN often leads to

substantial orders from the second-hand market (for vendor and/or

purchaser) with the Dutch naval shipbuilding cluster as original equipment

manufacturer.

The important role of the RNLN for these export markets manifests itself in

a number of ways. The active function of the RNLN in the initial

development of products, its position of role model customer and its role as

Parent Navy are, however, indispensable in the fulfilment of export orders.

Over the last ten years the Dutch naval shipbuilding cluster has realised

€ 2.5 à 3 billion of military-maritime exports.

Case studies concerning innovation in the naval shipbuilding cluster

In this book the leader firm behaviour of the RNLN and the other concepts

discussed in the previous chapters, are illustrated with six case studies.

These concern three naval vessels and three subsystems:

- Air Defence and Command Frigate (LCF);

Landing Platform Dock I (LPD 1);

© Stichting Nederland Maritiem Land - xvii-

Page 23: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

The Royal Netherlands Navy as maritime leader firm

Coast Guard Cutter;

Goalkeeper;

Rudder Roll Stabilization System;

Active Phased Array Radar (APAR).

These case studies clearly illustrate the driving role of the RNLN, its

cooperation with the Dutch naval shipbuilding cluster and the export

opportunities for Dutch naval vessels and sub-systems.

The RNLN as a leader firm

The study clearly shows that the RNLN has the capability and the incentive

to be a maritime leader firm. ft not only possesses the economic clout and

size required, but also the necessary knowledge and experience within the

Directorate Materie!. Moreover, the RNLN also acts like a leader firm

within the Dutch naval shipbuilding cluster (see the nine forms of leader

.firm behaviour in Table s.J).

The essence of leader finm is th at they create positive externalities for

other companies. The most important effects resulting from the RNLN,

acting as a maritime leader firm. are in the field of innovation and inter­

nationalisation of companies in the Dutch naval shipbuilding cluster. Due to

the involvement of several parties in the construction of highly advanced

naval vessels and the repositioning of existing standards, a knowledge

transfer occurs between the principal, knowledge institutes and industry. In

this way companies develop skilIs and knowledge and thereby strengthen

their international market position.

The maritime leader firm behaviour of the RNLN and the competitive

position of the Dutch naval shipbuilding cluster rest on a number of corner­

stones. First, the ambitious operational tasking of the RNLN requires it to

have its own design capability that will all ow it to create a conceptual and

functional design made to measure. Next, the continuity of investment

orders ensures th at the network of mutual dependence between the RNLN,

the knowledge institutes and industry is maintained. Third, the budgets for

- xviii- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 24: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Management summary

scientific research offer the RNLN the possibility to invest and thereby

contribute to the innovative capacity and internationalisation of companies

in the Dutch naval shipbuilding cluster. A fourth cornerstone consists of the

export orders and international cooperation. These compensate for the

declining research budgets and investments ofthe RNLN.

The aforementioned cornerstones are also decisive for ensuring that the

RNLN can maintain a leader firm status. Without these there can be no

question of the RNLN being a maritime leader firm.

Table S.l: Expressions of leader firm behaviour by the RNLN

a. Coordination of production The RNLN takes the lead in the first phases of the production process and is networks responisble for much ofthe coordination in the later stages.

b. Role as lead user The RNLN fulfils a special driving role in the knowledge development of the Dutch naval shipbuilding cluster and forces its suppliers to innovate by setting demanding requirements.

c. Setting standards

d. Creating new combinations

e. lmproving the transfer of knowledge

f. Encourage and enable internationalisation

g. Creating reputation

Of ten, new produets are developed, because there are no standard products that fulfill the demands of the RNLN. Frequently, these new products set standards.

Although the RNLN time and again develops new knowiedge, this does not habitually encompass the combination of knowledge from various sectors. To meet its high demands. it has to call on a select group of companies. This possibly leads to overembeddcdness of these companies.

The RNLN is a turntable of knowiedge, and not only from a point of international defense cooperation. The knowledge developed by the knowledge institutes under authority from the RNLN is of ten passed on to industry by means of orders for the RNLN.

As an ambassador, by adding its NATO-knowledge and by opening up its international network, the RNLN promotes the internationalisation of its suppliers.

The investment projects of the RNLN contribute to the status and the image of the Dutch naval shipbuilding cluster. The cluster's enhanced reputation is important for access to international markets.

h. Improving the labour market The RNLN contributes to the quality of the labour market, among others, by offering trainee posts and supporting schools. By purchasing its naval vessels in the Netherlands, the RNLN ensures national employment opportunities.

i. Creating and maintaining the The RNLN takes an active part in existing sector organisations in the organisational infrastructure defense field and m cooperative associations to establish and combine

knowiedge.

Souree: Poliey Research Corporatiol1

© Stichting Nederland Maritiem Land - xix-

Page 25: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

The Royal Netherlands Navy as maritime leader firm

Conclusions and recommendations

In this study, the role of the RNLN as a maritime leader firm was analysed

and confirmed. It has been shown that the RNLN, as a maritime leader firm,

contributes substantially to the competitiveness ofthe Dutch naval shipbuil­

ding cluster.

A first recommendation is that leader firms need to be considered as target

group in a cluster policy. The approach of clusters and of leader firms in

particular offers the opportunity to implement an active government policy,

which reduces the risk of lapsing into a 'preserving' industrial policy with

ailing companies receiving support. In the policy field there is a role for the

Dutch Ministry of Economic Affairs and for the Dutch Ministry ofDefence.

The effort must be directed towards the expansion of export opportunities

for the Dutch naval shipbuilding cluster and the creation of the appropriate

structure for the development of additionalleader firms.

In this study, the four cornerstones of a competitive Dutch naval shipbuil­

ding cluster, in which the RNLN acts as a maritime leader firm, were iden­

tified. Each of these cornerstones is currently under pressure and a second

recommendation is therefore to support and strengthen these cornerstones.

A third recommendation is to raise the profile of the Dutch naval shipbuil­

ding cluster. lt is important for the cluster to present itself as one tightly­

knit group, both on a national as on an international level.

In order to facilitate a dialogue with the policymakers, Policy Research

Corporation proposes the creation of a task force with high-powered

representatives from the Dutch Ministry of Economic Affairs, the Dutch

Ministry of Defence and the Dutch Ministry of Foreign Affairs, the RNLN

and the CEOs of some leading firms of the Dutch naval shipbuilding

cluster. This task force would have the assignment of carrying out research

on how, with public-private cooperation, the export potentialof the cluster

could be increased. Furthermore it should en gage in an in-depth dialogue

-xx - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 26: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Management summary

with politicians, so as to create the framework for a successful export model

for the Dutch naval shipbuilding cluster.

Realisation of a successful Dutch export model for the naval shipbuilding

cluster means a billion dollar production for the Dutch industry. This allows

continuing and increasing the € 2.5 à 3 billion export ofthe last ten years.

© Stichting Nederland Maritiem Land - xxi-

Page 27: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

The Royal Netherlands Navy as maritime leader firm

- xxii- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 28: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Management samenvatting

MANAGEMENT SAMENVATTING

In opdracht van de Stichting Nederland Maritiem Land heeft Policy

Research Corporation het maritieme leader firm gedrag van de Koninklijke

Marine in kaart gebracht. Hiermee bouwt dit boek voort op het vorige! uit

de serie Nederland Maritiem Land welke een 50-tal maritieme leader firms

in de Nederlandse maritieme cluster heeft geïnventariseerd.

In het onderzoek worden Vler onderzoeksvragen beantwoord en worden

aanbevelingen geformuleerd voor strategie en beleid met betrekking tot de

marinebouwcluster en de Koninklijke Marine daarin als maritieme leader

firm. De onderzoeksvragen luiden:

Hoe efficiënt realiseert de Koninklijke Marine haar behoefte ten aanzien van nieuwbouw en hoe belangrijk is daarbij de Nederlandse marine­bouwcluster?

Hoe belangrijk is het voor de Koninklijke Marine zelf om een maritieme leader firm te zijn?

Hoe manifesteert het maritieme leader firm gedrag van de Koninklijke Marine zich in de Nederlandse marinebouwcluster?

Welke kansen biedt dit aan de Nederlandse marinebouwcluster?

Om de verschillende onderzoeksvragen te beantwoorden wordt in eerste

instantie onderzocht of de Koninklijke Marine het vermogen en de prikkels

heeft om zich als leader firm te gedragen. Vervolgens wordt getoetst of de

Koninklijke Marine duidelijk leader firm gedrag vertoont binnen de Neder-

I Langen, de, P.W. en Nijdam, M.H., Leader firms in de Nederlandw maritieme cluster - theorie en praktijk, Delft University Press, 2003.

© Stichting Nederland Maritiem Land - xxiii-

Page 29: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

landse marinebouwcluster. Tot slot is onderzocht welke positieve effecten

de Koninklijke Marine sorteert voor de andere partijen binnen de marine­

bouwcluster.

In deze samenvatting wordt dezelfde indeling van onderwerpen aangehou­

den als in het boek, waardoor eenvoudig nader gewenste detailinformatie

kan worden teruggevonden. Het betreft volgende onderwerpen:

De Koninklijke Marine en haar missie;

De Nederlandse marinebouwcluster;

De Nederlandse marinebouwcluster in internationaal perspectief;

Casestudies betreffende innovaties in de marinebouwcluster;

Het leader firm gedrag van de Koninklijke Marine;

Conclusies en aanbevelingen.

De Koninklijke Marine en haar missie

Nederland beschikt van oudsher over een slagvaardige en evenwichtige ma­

rine en wil de vooruitstrevende rol van haar marine ook in de toekomst

bevestigen. De missie en de taken van de Koninklijke Marine vereisen

moderne en flexibele eenheden die zowel in nationaal als internationaal ver­

band wereldwijd kunnen worden ingezet.

Door een combinatie van hoogtechnologisch materieel, hoog opgeleide be­

manning en vernieuwende bemanningsconcepten, is de Koninklijke Marine

in staat haar missie te realiseren en bovendien haar taken uit te voeren met

een minimum aan personeel (' reduced manning philosophy '). Vooral op dit

laatste punt weet de Koninklijke Marine zich te onderscheiden.

Door de nauwe relaties tussen de Koninklijke Marine en de marinebouw­

cluster in Nederland is een eigen zelfscheppende industrie ontstaan die in

staat is de meest geavanceerde fregatten en andere marinevaartuigen te bou­

wen. Hierdoor heeft de Koninklijke Marine de mogelijkheid eisen te stellen

die leiden tot een product dat technologisch zeer up-to-date is en dat perfect

- xxiv- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 30: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Management samenvatting

beantwoordt aan de gestelde behoeften. Binnen de Nederlandse defensie­

industrie is alleen de marinebouwcluster in staat alle productiefasen tussen

tekentafel en indienststelling op zich te nemen. Dit onderscheidt haar duide­

lijk van de Nederlandse industrie ten behoeve van de lucht- en landmacht.

Een bijkomend voordeel van een eigen marinebouwcluster is dat positieve

effecten worden gecreëerd voor de eigen economie. De economische bete­

kenis van de Koninklijke Marine vertaalt zich in een directe en indirecte

werkgelegenheid van 21 000 personen en een totale toegevoegde waarde

van € 1.1 miljard. Door haar marineschepen in Nederland aan te kopen

zorgt de Koninklijke Marine voor nationale werkgelegenheid en toegevoeg­

de waarde. Daarnaast ligt de reële kost voor de overheid van in Nederland

aangekochte schepen circa 30% lager dan de betaalde prijs ten gevolge van

de terugvloei naar de overheid via de belastingen. Daarenboven is een

hoogtechnologisch fregat (LCF) ruim 30% goedkoper dan in het buitenland

(F 124) omdat de risico' s voor de installatie van de SEW ACO-systemen

door de Koninklijke Marine worden gedragen en niet door de industrie. Tot

slot leidt de nauwe samenwerking tussen de Koninklijke Marine en de

bedrijven uit de Nederlandse marinebouwcluster tot wederzijdse kennis­

uitbreiding en innovatieve ontwikkelingen. Hierdoor ontstaat bijkomend

exportpotentieel voor de Nederlandse industrie.

De Nederlandse marinebouwc/uster

De Nederlandse marinebouwcluster bestaat uit drie groepen, met name de

Koninklijke Marine, de industrie en de kennisinstituten (zie Figuur s.J).

De twee meest prominente kennisinstituten uit de Nederlandse marine­

bouwcluster zijn MARIN en TNO Defensieonderzoek. De relatie tussen de

Koninklijke Marine en de kennisinstituten is onontbeerlijk op het vlak van

kennisontwikkeling en het behoud van de kennis infrastructuur binnen de

Nederlandse marinebouwcluster.

© Stichting Nederland Maritiem Land -xxv -

Page 31: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Bij de industriële partijen heeft de Koninklijke Marine een bijzondere band

met de Koninklijke Schelde Groep en Thales Nederland. In de laatste de­

cennia contracteerde de Koninklijke Marine voor het scheepsplatform enkel

met de Koninklijke Schelde Groep, die als hoofdaannemer optreedt. De

Koninklijke Schelde Groep subcontracteert op haar beurt specifieke

onderdelen aan andere bedrijven en stuurt alle andere partijen met betrek­

king tot het platformgedeelte aan. Zij vervult de rol van integrator voor

platformsystemen. Voor de sensor-, wapen- en communicatie (SEW ACO-)

systemen is er sprake van government furnished equipment en van govern­

ment furnished information.

Andere belangrijke industriële partijen uit de Nederlandse marinebouw­

cluster zijn Imtech Marine & Offshore, Hertel Marine Services, Rohde &

Schwarz Nederland, Stork Bronswerk, Rexroth Hydraudyne en Wärtsilä.

De internationalisering van de industriële partijen uit zich onder andere

door overnames van Nederlandse bedrijven door buitenlandse partijen en

het feit dat Nederlandse bedrijven zelf ook beschikken over buitenlandse

vestigingen.

Figuur S.l: De Nederlandse marinebouwcluster

internationaal

Kennis­instituten

Bron.' Policy Research Corpora/ion

-xxvi -

Koninklijke Marine

! Nederlandse '

/ marinebouwcluste; \

~-~---- Industrie

© Stichting Nederland Maritiem Land

Page 32: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Management samenvatting

De Koninklijke Marine zelf vervult een specifieke en internationaal gezien

vrij unieke rol binnen de Nederlandse marinebouwcluster. Zij is zowel con­

ceptueel en functioneel ontwerper, integrator als stimulator van innovatie.

Daarenboven wordt het technisch risico voor SEW ACO-systeemintegratie

bijna volledig bij de Koninklijke Marine neergelegd in plaats van bij een in­

dustriële partij, wat een gunstige invloed heeft op de prijs van de Neder­

landse marineschepen. Deze organisatie van het productieproces onder­

scheidt Nederland van landen als Frankrijk en Duitsland.

De Koninklijke Marine is een 'stimulator' van innovatie. Door onderzoek te

financieren en veeleisende behoeften te stellen in de ontwerpen van haar

marineschepen, dwingt zij de Nederlandse marinebouwcluster tot innova­

ties. Innovaties gerealiseerd als gevolg van opdrachten voor de Koninklijke

Marine zijn daarenboven belangrijk - zowel nationaal als internationaal- in

termen van militaire spin-offs of civiele spill-overs. In dit boek werd

bottom-up een uitgebreide lijst samengesteld van recent gerealiseerde inno­

vatie, spin-offs en spil/-overs.

Wat betreft export, vervult de Koninklijke Marine een referentierol en is zij

de launching customer. Niet leveren aan de eigen marine reduceert de kans

voor export van complete schepen tot vrijwel nihil. Dit geldt ook in hoge

mate voor complexe (militaire) subsystemen. Daarenboven zijn verschil­

lende partijen uit de Nederlandse marinebouwcluster voor een deel van hun

omzet afuankelijk van de Koninklijke Marine.

Een discontinuïteit in de bestellingen van de Koninklijke Marine zou het

verdwijnen van de huidige kennisinfrastructuur impliceren en de Konink­

lijke Marine verplichten haar volgende generaties marineschepen in het

buitenland aan te schaffen. Het is dan zeer waarschijnlijk dat het technisch

risico dan bij de bouwmeester zou worden gelegd. Daarmee krijgt de

Koninklijke Marine minder invloed op het ontwerp en vermindert de kans

op implementatie van kostenefficiënte en innovatieve concepten zoals de

'reduced manning philosophy'. De buitenlandse bouwmeester zal immers

alles in het werk stellen om risico's te mijden. Deze systematiek heeft een

© Stichting Nederland Maritiem Land - xxvii -

Page 33: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

negatieve invloed op de kostprijs en de exploitatiekosten van het marine­

schip. Bovendien zal de aankoop van een marineschip in het buitenland

geen werkgelegenheid in Nederland genereren en niet leiden tot terugvloei

naar de overheid via de belastingen. Er vindt in Nederland geen kennis­

opbouw en creatie van toegevoegde waarde plaats.

De Nederlandse marinebouwc/uster in internationaal perspectief

De internationale marine defensiemarkt is een miljardenindustrie. De Ne­

derlandse marinebouwcluster is daarbinnen vooral succesvol op volgende

onderdelen van deze markt:

Bouw van schepen met een lagere bewapeningscomponent (amfibische vaartuigen, korvetten, patrouille schepen en kustwachtschepen);

De export van deelsystemen;

- De export van ontwerp- en proceskennis;

De export in het kader van de verkoop van afgestoten materieel door de Koninklijke Marine.

De internationale markt voor nieuwbouwfregatten biedt beperktere moge­

lijkheden voor de cluster. In dit verband werd de import-exportmarkt

onderzocht van fregatten met een maximum leeftijd van circa 25 jaar en die

nieuw werden geleverd of lokaal werden gebouwd met de oorspronkelijke

werf als design authority. Hieruit blijkt dat Nederland tot de top-lO van de

exporterende landen behoort. Nochtans heeft Nederland sinds midden jaren

1980 geen export van nieuwbouwfregatten meer gerealiseerd.

De concurrentie op deze kleine exportmarkt is hevig en politiek gekleurd.

Voornamelijk Frankrijk en Duitsland hebben de afgelopen jaren hun

exportpositie kunnen verstevigen. Frankrijk en Duitsland hebben elk een

bijzonder organisatiemodel met betrekking tot de marinebouwsector. De

Franse marinebouw wordt gekenmerkt door een industrieel-politiek model;

de overheid staat voor een aanzienlijk deel in voor de exportbevordering. In

Duitsland geldt een industrieel-privaat gedreven model; private consortia,

- xxviii- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 34: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Management samenvatting

waarvan onder meer banken, handelshuizen en staal fabrikanten deel uitma­

ken, stimuleren de export van geavanceerde marineschepen.

In Nederland ontbreekt een dergelijke ondersteuning vanuit de politiek of

industriële consortia om een succesvolle positie te heroveren op de export­

markt van fregatten. Niettemin is export voor de Nederlandse marinebouw­

cluster van vitaal belang en heeft de Nederlandse marinebouwcluster zich

bijgevolg op andere exportmarkten gericht.

Een eerste deelmarkt betreft de export van schepen met een lagere bewape­

ningscomponent. Deze markt is zeer omvangrijk ten opzichte van de fregat­

tenmarkt en behoeft minder politieke ondersteuning. Ook de exportmarkt

van deelsystemen, voor onder meer de fregattenbouw, vertoont potentieel.

Ondanks de concurrentie op deze markt en de moeilijke toetreding tot de

internationale markten zoals de Verenigde Staten en het Verenigd Konink­

rijk is reeds aanzienlijke export van deelsystemen gerealiseerd. Ten derde

biedt ook de export van kennis aanzienlijke opportuniteiten voor de Neder­

landse marinebouwcluster, aangezien factoren betreffende financial engi­

neering, compensatie en hoge politieke ondersteuning minder van belang

zijn. Tot slot geeft het afstoten van materieel door de Koninklijke Marine

op de tweedehands markt vaak aanleiding tot aanzienlijke opdrachten (voor

verkoper en/of koper) bij de Nederlandse marinebouwcluster als original

equipment manufacturer.

De belangrijke rol van de Koninklijke Marine voor deze exportmarkten

komt op een aantal punten tot uiting. De actieve functie van de Koninklijke

Marine bij de initiële ontwikkeling van producten, haar positie van role

model customer en haar rol van Parent Navy zijn onmisbaar bij het verwe­

zenlijken van exportorders. Over de laatste tien jaar heeft de Nederlandse

marinebouwcluster € 2.5 à 3 miljard militair-maritieme export gerealiseerd.

© Stichting Nederland Maritiem Land - xxix-

Page 35: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Casestudies hetreffende innovaties in de marinehouwc/uster

In dit boek wordt het leader firm gedrag van de Koninklijke Marine en de

overige concepten uit de voorgaande hoofdstukken geïllustreerd aan de

hand van zes uitgewerkte voorbeelden. Het betreft met name drie marine­

schepen en drie deelsystemen:

Luchtverdedigings- en Commando Fregat (LCF);

Landing Platform Dock I (LPDI);

- Coast Guard Cutter;

Goalkeeper;

Rudder RoB Stabilization Systeem;

Active Phased Array Radar (APAR).

Deze casestudies verschaffen een goed beeld van de aanjaagrol van de

Koninklijke Marine, haar samenwerking met de Nederlandse marinebouw­

cluster en de exportmogelijkheden van de Nederlandse marineschepen en

deelsystemen.

De Koninklijke Marine als leader firm

Uit het onderzoek is duidelijk gebleken dat de Koninklijke Marine het

vermogen en de incentive heeft om een maritieme leader firm te zijn. Hier­

voor beschikt ze niet alleen over de economische sterkte en grootte, maar

ook over de nodige kennis en ervaring binnen de Directie Materieel. Daar­

enboven gedraagt de Koninklijke Marine zich ook als leader firm binnen de

Nederlandse marinebouwcluster (zie de negen vormen van leader firm

gedrag in Tabel s.J ).

De essentie van leader firms is dat zij positieve externaliteiten creëren voor

andere bedrijven. De belangrijkste effecten die optreden ten gevolge van de

Koninklijke Marine als maritieme leader firm zijn effecten op het gebied

van innovatie en internationalisatie bij bedrijven in de Nederlandse marine­

bouwcluster. Doordat bij de bouw van hoogtechnologische marineschepen

meerdere partijen betrokken zijn en bestaande standaarden worden verlegd,

-xxx- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 36: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Management samenvatting

ontstaat kennisoverdracht tussen opdrachtgever, kennis instituten en

industrie. De bedrijven ontwikkelen zo vaardigheden en kennis waarmee

hun internationale marktpositie wordt versterkt.

Tabel S.l : Uitingen van leader firm gedrag door de Koninklijke Marine

a. Coördineren van productienetwerken

b. Opstellen als lead user

c. Zetten van standaarden

d. Het vormen van nieuwe combinaties

e. Verbeteren van kennisdiffusie

f. Aanjagen en vormgeven internationalisatie

g. Creëren van reputatie­effecten

h. Ontwikkelen van de arbeidsmarkt

i. Creëren van organisato­rische infrastructuur

De Koninklijke Marine leidt de eerste fasen van het voortbrengingsproces; ook in latere fasen neemt ze een groot deel van de coördinatie op zich.

De Koninklijke Marine vervult een bijzondere aanjaagrol in de kennisont­wikkeling van de Nederlandse marinebouwcluster en dwingt haar toe­leveranciers tot innovaties door het stellen van veeleisende behoeften.

Vaak worden nieuwe producten ontwikkeld, omdat er geen standaard­producten bestaan die voldoen aan de eisen van de Koninklijke Marine. Deze nieuwe producten gelden geregeld als norm.

Hoewel de Koninklijke Marine vaak nieuwe kennis ontwikkelt, ontstaat deze niet zo vaak uit de combinatie van kennis uit verschillende sectoren. Voor de invulling van haar hoge eisen doet zij namelijk beroep op een selecte groep van bedrijven. Dit leidt mogelijk tot overembeddedness.

De Koninklijke Marine is een draaischijf voor kennis, niet alleen vanuit internationale defensiesamenwerking. De kennis door de kennis instituten in opdracht voor de Koninklijke Marine ontwikkeld, wordt vaak middels opdrachten van de Marine aan de industriële partijen doorgegeven.

Als ambassadeur, door het inbrengen van haar NAVO-kennis en door het openstellen van haar internationaal netwerk bevordert de Koninklijke Marine de internationalisatie van haar toeleveranciers.

De investeringsprojecten van de Koninklijke Marine dragen bij aan de status en het imago van de Nederlandse marinebouwcluster. Deze reputatie­effecten zijn van belang voor het betreden van internationale markten.

De Koninklijke Marine draagt bij aan de kwaliteit van de arbeidsmarkt, onder meer door stageplaatsen aan te bieden en scholen te ondersteunen. Door haar marineschepen in Nederland aan te kopen, zorgt de Koninklijke Marine voor nationale werkgelegenheid.

De Koninklijke Marine neemt actief deel aan bestaande brancheorganisaties en samenwerkingsverbanden om kennis te verankeren en te bundelen.

Bron: Policy Research Corpora/ion

Het maritiem leader firm gedrag van de Koninklijke Marine en de compe­

titieve positie van de Nederlandse marinebouwcluster steunen op een aantal

pijlers. Ten eerste vereist de operationele taakstelling van de Koninklijke

Marine een eigen ontwerpcapaciteit die in staat is een conceptueel en

functioneel ontwerp op maat van de Koninklijke Marine tot stand te

© Stichting Nederland Maritiem Land - xxxi-

Page 37: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

brengen. Vervolgens zorgt de continuïteit van de investeringsorders ervoor

dat het netwerk van wederzijdse afhankelijkheid tussen de Koninklijke Ma­

rine, de kennisinstituten en de industrie in stand wordt gehouden. Ten derde

geven de budgetten voor wetenschappelijk onderzoek de Koninklijke Mari­

ne de mogelijkheid om te investeren en zo bij te dragen aan de innovatie­

kracht en internationalisatie van bedrijven in de Nederlandse marinebouw­

cluster. Een vierde pijler vormen de exportorders en de internationale

samenwerking. Deze compenseren de teruglopende onderzoeksbudgetten en

afnemende investeringen van de Koninklijke Marine.

Bovengenoemde pijlers bepalen mee het vermogen om een leader .firm te

zijn. Zonder deze vier pijlers zou er geen sprake zijn van de Koninklijke

Marine als maritieme leaderfirm.

Conclusies en aanbevelingen

In dit onderzoek werd de rol van de Koninklijke Marine als maritieme

leader .firm onderzocht en bevestigd. Daarbij werd aangetoond dat de

Koninklijke Marine als maritieme leaderfirm substantieel bijdraagt aan de

concurrentiekracht van de Nederlandse marinebouwcluster.

Een eerste aanbeveling is dat leader jirms dienen te worden aangemerkt als

doelgroep van clusterbeleid. De invalshoek van clusters en van leaderfirms

in het bijzonder biedt ruimte voor een actief overheidsbeleid met minder

risico om te vervallen in 'conserverend' industriebeleid waarbij noodlijden­

de bedrijven steun ontvangen. Hierin is een rol voor het Ministerie van

Economische Zaken en in deze casus ook het Ministerie van Defensie

weggelegd. Inzet moet zijn de exportmogelijkheden van de Nederlandse

marinebouwcluster te vergroten en het kader te scheppen voor het ontstaan

van bijkomende leader firms.

In dit onderzoek werden de vier pijlers van een competitieve Nederlandse

marinebouwcluster met daarin de Koninklijke Marine als maritieme leader

firm geïdentificeerd. Elk van deze pijlers staat momenteel onder druk en

- xxxii - ([) Stichting Nederland Maritiem Land

Page 38: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Management samenvatting

een tweede aanbeveling is dan ook het ondersteunen en verstevigen van

deze pijlers.

Een derde aanbeveling is de herkenbaarheid van de Nederlandse marine­

bouwcluster te vergroten. Voor de Nederlandse marinebouwcluster is het

belangrijk dat de cluster zich als een geheel presenteert, zowel op nationaal

als internationaal vlak.

Om de dialoog met de beleidsmakers te faciliteren, wordt geadviseerd een

taskforce op te richten bestaande uit vertegenwoordigers op het hoogste

niveau van het Ministerie van Economische Zaken, het Ministerie van

Defensie en het Ministerie van Buitenlandse Zaken, de Koninklijke Marine

en de CEO's van enkele toonaangevende bedrijven uit de Nederlandse

marinebouwcluster. Deze taskforce heeft de opdracht om zowel een onder­

zoek te verrichten hoe via publiek-private samenwerking het exportpoten­

tieel voor de cluster kan worden vergroot als een indringende discussie te

voeren met de politiek om de ruimte te krijgen voor het realiseren van een

succesvol exportmodel voor de Nederlandse marinebouwcluster. De

taskforce komt twee tot drie keer per jaar samen.

Realisatie van een succesvol Nederlands exportmodel voor de marinebouw­

cluster betekent miljardenproductie voor de Nederlandse industrie. Hiermee

wordt verder gebouwd op de € 2.5 à 3 miljard export van de voorbije tien

jaar.

© Stichting Nederland Maritiem Land - xxxiii-

Page 39: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

- xxxiv- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 40: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Inleiding

INLEIDING

al Aanleiding van het onderzoek

Op 26 november 2002 organiseerde de Stichting Nederland Maritiem Land

een innovatieworkshop. Daaruit kwam naar voren dat er een 'eredivisie'

bestaat binnen het maritieme bedrijfsleven, die door haar kwaliteiten en

omvang in staat is grote innovatieprojecten te entameren en daarbij vele

andere bedrijven te stimuleren tot innovatief gedrag. Deze bedrijven

worden maritieme leader firms genoemd I.

Inmiddels is een inventariserend onderzoek uitgevoerd naar de invloed van

leader firms op de ontwikkeling van de Nederlandse maritieme cluster. Er

werd in kaart gebracht welke leader firms in de cluster aanwezig zijn en op

welke manier zij bijdragen aan de concurrentiekracht van de cluster. Tevens

werd nagegaan hoe de positieve effecten van leader firms voor de cluster

kunnen worden vergroot. De resultaten van dit onderzoek zijn in boekvorm . 2 UItgegeven.

Voorliggend boek diept het maritieme leader firm concept uit en maakt het

belang van leader firms in de Nederlandse economie verder inzichtelijk.

Hiertoe werd een onderzoek uitgevoerd naar de Koninklijke Marine als

maritieme leader firm. De Koninklijke Marine werd namelijk geïdenti­

ficeerd als een belangrijke maritieme leader firm.

I De volgende definitie van leader firms wordt gehanteerd: "leaderfirms zijn bedrijven in een cluster die door hun grootte, marktpositie, kennis en ondernemerschap het vermogen en de incentive hebben om investeringen te doen met positieve effecten voor andere bedrijven in de cluster". Langen, de, P.W. en Nijdam, M.H., Leader firms in de Nederlandse maritieme cluster - theorie en praktijk, Delft University Press, 2003.

© Stichting Nederland Maritiem Land - I -

Page 41: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

bi Doel van het onderzoek

Nederland Maritiem Land wil de potentie van maritieme leader firms

binnen de cluster helpen vergroten. Daartoe is een eerste vereiste dat inzicht

in het leader firm gedrag wordt gecreëerd en dat dit inzicht breed wordt

gecommuniceerd. In dit kader heeft het bestuur van Nederland Maritiem

Land Policy Research Corporation de opdracht gegeven een onderzoek te

verrichten naar de Koninklijke Marine als maritieme leader firm.

Doel van het project is Nederland Maritiem Land te voorzIen van een

grondig inzicht in de structuur, innovatieve kracht en exportkansen van de

Nederlandse marinebouwcluster en de rol van de Koninklijke Marine daarin

als maritieme leader firm. Deze inzichten worden geïllustreerd en

uitgediept aan de hand van een aantal casestudies. Onderzocht wordt wat de

relatie is tussen innovaties, exportpositie en de socio-economische bete­

kenis daarvan voor Nederland. De resultaten van deze studie kunnen als

basis dienen voor bedrijven, brancheorganisaties en overheden die het

leader firm concept kunnen gebruiken voor strategie- en beleidsvorming.

cl Onderzoeksvragen

Als afgeleide van de doelstelling van het onderzoek luidt de centrale onder­

zoeksvraag: 'Wat is de betekenis van de Koninklijke Marine voor de inno­

vatie en export in de marinebouwcluster?' .

De vraagstelling kan worden onderverdeeld in een aantal deelvragen die in

het onderzoek worden beantwoord:

Hoe efficiënt realiseert de Koninklijke Marine haar behoefte ten aanzien van nieuwbouw en hoe belangrijk is daarbij de Nederlandse marine­bouwcluster?

Hoe belangrijk is het voor de Koninklijke Marine zelf om een maritieme leader jirm te zijn?

Hoe manifesteert het maritieme leader firm gedrag van de Koninklijke Marine zich in de Nederlandse marinebouwcluster?

Welke kansen biedt dit aan de Nederlandse marinebouwcluster?

- 2- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 42: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Inleiding

dl Onderzoeksaanpak

Om de verschillende deelvragen te beantwoorden wordt in eerste instantie

onderzocht of de Koninklijke Marine het vermogen en de prikkels heeft om

zich als leader firm te gedragen. In dit kader wordt nagegaan in hoeverre de

Koninklijke Marine de capaciteit heeft om te investeren in materieel en

personeel, en of ze de mogelijkheid heeft om bij te dragen aan de innovatie

en internationalisatie van bedrijven uit de marinebouwcluster.

Tabel 0.1: Indicies van leader firm gedrag

Coördineren van productienetwerken

Opstellen als lead user

Zetten van standaarden

Het vormen van nieuwe combinaties

Verbeteren van kennisdiffusie

Leader firms zorgen voor coördinatie van productienetwerken. Hierdoor wordt het gehele netwerk concurrerender.

Het uitoefenen van een kritische vraag. die zich bij de leader firms eerder manifesteert dan in de rest van de markt zet andere bedrijven aan tot het doen van innovaties.

Leader firms lopen vaak voorop in hun markt op het gebied van be­drijfsvoering. techniek, milieu en veiligheid. Hierdoor zetten zij stan­daarden op het gebied van kwaliteit en innovativiteit voor anderen.

Nieuwe combinaties van kennis leiden tot innovatieve ideeën; leader firms spelen een belangrijke rol in het creëren van deze combinaties.

De snelle verspreiding van kennis is een van de kernvoordelen van een cluster. Door hun kennis en kennisnetwerken spelen leader firms een centrale rol in deze kennisverspreiding.

Aanjagen en vormgeven internationalisatie Leader firms hebben vaak een internationale focus en concurreren internationaal. Zij bevorderen de internationalisatie van toeleveranciers. door het 'meenemen' van leveranciers naar het buitenland of door het openstellen van hun internationale netwerk.

Creëren van reputatie-effecten Leader finns voeren projecten uit die bijdragen aan de bekendheid en het imago van de Nederlandse maritieme cluster. Deze reputatie-effecten zijn van belang voor andere maritieme bedrijven in Nederland.

Ontwikkelen van de arbeidsmarkt De kwaliteit van het personeel is belangrijk voor de ontwikkeling van de cluster. Leader tirms investeren. door hun centrale positie, relatief veel in de verbetering van de kwaliteit van de arbeidsmarkt.

Creëren van organisatorische infrastructuur Leader firms spelen een belangrijke rol in het creëren en benutten van een waardevolle organisatorische infrastructuur in de cluster. Voorbeelden zijn goed functionerende brancheorganisaties, exportpromotie organisaties en c1usterorganisaties.

Bron: De Langen en Nijdam

Vervolgens wordt getoetst of de Koninklijke Marine duidelijk leader firm

gedrag vertoont, hetgeen zich kan uiten in negen vormen (zie Tabel 0.1).

De essentie van leader firms is dat zij positieve externaliteiten creëren voor

andere bedrijven. Daarom wordt tot slot nagegaan welke positieve effecten

© Stichting Nederland Maritiem Land - 3-

Page 43: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

de Koninklijke Marine sorteert voor andere partijen binnen de marine­

bouwcluster. Deze externaliteiten kunnen zowel financieel van aard zijn, als

wel bestaan uit inspanningen en tijd die wordt geïnvesteerd.

Voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen is gebruik gemaakt van

bestaande concepten op het gebied van clusters, internationalisatie, inno­

vatie en supply chain coördinatie. De informatieverzameling is gebeurd op

basis van een analyse van beschikbare data en publicaties en interviews met

de leiding van de Koninklijke Marine en met het management van de

belangrijke bedrijven en organisaties uit de marinebouwcluster. Aan de

hand van een gestructureerde vragenlijst is meer informatie verzameld over

de specifieke kenmerken van het leader firm gedrag van de Koninklijke

Marine en de impact hiervan op de marinebouwcluster.

el Opbouw van het rapport

In Hoofdstuk I wordt het beeld geschetst van de Koninklijke Marine. In

Hoofdstuk 11 worden de spelers van de Nederlandse Marinebouwcluster

voorgesteld evenals hun relaties met de Koninklijke Marine. Er wordt

aangetoond dat de Koninklijke Marine de spil is van een ontwerp-,

productie-, innovatie- en kennisnetwerk. In Hoofd~tuk JII wordt de

Nederlandse marinebouwcluster in internationaal perspectief geplaatst. In

Hoofd~tuk IV worden de voorgaande hoofdstukken geïllustreerd aan de

hand van enkele casestudies. In Hoofdstuk V wordt het leader firm gedrag

van de Koninklijke Marine aangetoond. Tot slot worden in Hoofdstuk VI de

conclusies en aanbevelingen uit het onderzoek samengevat.

-4- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 44: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine

J. DE KONINKLIJKE MARINE

Uit Hoofdstuk I zal blijken dat de Koninklijke Marine om haar missie te

realiseren veeleisend is op het vlak van materieel en bemanning. De Ko­

ninklijke Marine slaagt er hierdoor onder andere in fregatten te laten bou­

wen die wereldwijd tot de top behoren. Bovendien weet zij zich ook met

haar reduced manning philosophy te onderscheiden van de andere voor­

aanstaande marines en kan ze door de risico's voor de wapen­

systeemintegratie op zich te nemen schepen bouwen die relatief goedkoper

zijn. Elementen binnen de verwervingsstrategie van de Koninklijke Marine

zijn:

Bestendigen van een eigen zelfscheppende marine defensie-industrie (marinebouwcluster) in Nederland (dit wordt uitgediept in Hoofdstuk IJ);

- Bestendigen van een eigen deskundigheid bij de Koninklijke Marine en een specifieke rol ten aanzien van haar materieelbeleid: de Koninklijke Marine is - anders dan het geval is bij buitenlandse marines - in staat op te treden als eisensteller, ontwerper en integrator;

- Internationale samenwerking.

Naast het feit dat de Koninklijke Marine het grootste maritieme bedrijf in

Nederland is, creëert zij door haar investeringen en uitgaven ook werkgele­

genheid en toegevoegde waarde in de Nederlandse economie. Hier bovenop

komt nog het bijkomend exportpotentieel dat ontstaat bij Nederlandse be­

drijven als gevolg van kennis opbouw en innovaties gerealiseerd tijdens op­

drachten voor de Koninklijke Marine. In dit hoofdstuk wordt ook aan­

getoond dat ongeveer 30% van de investeringen van de Koninklijke Marine

terugvloeit naar de Nederlandse overheid (via voornamelijk belastingen),

hetgeen een extra positief effect heeft op de kostprijs van de schepen.

© Stichting Nederland Maritiem Land -5-

Page 45: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

I. 1. DE KONINKLIJKE MARINE ALS ORGANISATIE

1.1.1. MISSIE VAN DE KONINKLIJKE MARINE

Nederland bevindt zich in het centrum van een in omvang groeiende cirkel

van welvaart en stabiliteit. Voorbij die cirkel is in veel gevallen sprake van

situaties van waaruit crises of conflicten kunnen ontstaan die de belangen

van Nederland kunnen schaden. Belangrijkste trends zijn ten eerste het feit

dat militair optreden in toenemende mate verder weg komt te liggen van de

thuisbases en ten tweede een toenemende vraag naar ondersteuning van

civiele autoriteiten in het geval van calamiteiten en bij de bestrijding van

terroristische en andere asymmetrische dreigingen.

De missie van de Koninklijke Marine luidt dan ook: "wereldwijd voorzien

in veiligheid op en vanuit zee". Deze missie beschrijft de kern van de

maritieme bijdrage aan de hoofdtaken van Defensie:

De (bondgenootschappelijke) territoriale verdediging (inclusief de Nederlandse Antillen en Aruba);

De bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit;

De ondersteuning van civiele autoriteiten.

Dit alles vraagt om een marine die beschikt over moderne en flexibele

eenheden. Het optreden ver van huis vraagt om een vermogen om snel te

ontplooien. De Koninklijke Marine richt zich dan ook op de voorwaartse

aanwezigheid van eenheden in nationaal en internationaal (NATO) verband.

Daarnaast richt de Koninklijke Marine zich op instandhouding en verdere

ontwikkeling van een expeditionaire maritieme taakgroep! ten behoeve van

taken als interdictie of power projection. Voor het volbrengen van de missie

Koninklijke Marine zijn een aantal elementen noodzakelijk (zie Tabel 1.1).

! De kern van een maritieme taakgroep wordt gevormd door fregatten en bevoorradingsschepen. Afhankelijk van de missie is de taakgroep uit te breiden met andere vaar- en vliegtuigen, eventueel zelfs van andere krijgsmacht(del)en.

- 6- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 46: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine

Tabel 1.1: Noodzakelijke elementen voor volbrengen missie Koninklijke Marine

I Een evenwichtig samengestelde vloot

2 Modem en robuust materieel

- een expeditionaire taakgroep voor operaties op zee en vanuit zee

- met voldoende diversiteit aan eenheden om politieke keu­zevrijheid ten aanzien van inzetopties mogelijk te maken

- toegerust met gedegen kennis, expertise en ervaring op alle gebieden van maritieme oorlogvoering

- berekend op operationele behoeften

- in staat wereldwijd optimaal te functioneren onder veeleisende en uiteenlopende omstandigheden, zowel op volle zee als in kustgebieden

3 Professioneel en flexibel personeel - in staat onder veeleisende omstandigheden te opereren en cre­atief in te spelen op wisselende situaties

4 Gereed voor inzet - adequate opleidingen, teamtrainingen en opwerktrajecten

- realistische oefeningen voor samengestelde eenheden van vloot en mariniers, in een joint en combined omgeving

- kritische bewaking en evaluatie van operationele prestaties, tactieken, procedures en voorschriften

5 Voorwaartse aanwezigheid - permanente inzet van operationele eenheden in belangenregio's, al dan niet in multinationaal verband

6 Multinationaal en joint inpasbaar - in staat om op afroep operationele eenheden van de Koninklijke Marine als bouwstenen in te passen in een (joint) multinationaal verband, ongeacht de vlag waaronder dit verband wordt geleid

Bron: Policy Research Corporation op basis van Koninklijke Marine

1.1.2. DE STRUCTUUR VAN DE KONINKLIJKE MARINE

De Koninklijke Marine is het oudste onderdeel van de Nederlandse krijgs­

macht. De andere krijgsmachtdelen zijn de Koninklijke Landmacht, de

Koninklijke Luchtmacht en de Koninklijke Marechaussee.

De Bevelhebber der Zeestrijdkrachten staat aan het hoofd van de Konin­

klijke Marine (zie Figuur 1.1). De operationele tak bestaat uit drie ressorten:

Commandant der zeemacht in Nederland, Commandant der zeemacht in het

Caribisch gebied en Commandant van het Korps Mariniers. De staf van de

Bevelhebber bestaat, naast de Marinestaf, uit drie directies: Personeel,

Materieel en Economisch Beheer.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 7-

Page 47: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Figuur 1.1: Organigram van de Koninklijke Marine

Korps Mariniers

Bron: Koninklijke Marine

1.1.3. DE ROL VAN DE DIRECTIE MATERIEEL

De Koninklijke Marine is een materieel intensief krijgsmachtdeel. Het tijdig

beschikbaar zijn van adequate materiële middelen is essentieel voor het

uitvoeren van de kerntaken en niet het minst om het personeel van de Ko­

ninklijke Marine een goede kans op slagen van hun missies te garanderen.

Daarbij is het noodzakelijk dat de Marinestaf - als operationele behoef te­

steller - vakkundig wordt geadviseerd aangaande (toekomstige) technologi­

sche ontwikkelingen om de benodigde middelen te realiseren zoals onder

meer het bouwen van schepen. Om alle materiële middelen gedurende de

operationele levensduur op een goede en verantwoorde wijze te exploiteren,

dient het onderhoud en de bevoorrading effectief en efficiënt te worden

georganiseerd. Tenslotte zal het overtollige materieel, mede gezien de

exportbeperkingen daarvan, op een verantwoorde wijze moeten worden

afgestoten.

De Directie Materieel staat in voor de drie bovengenoemde processen (het

voorzien in materiële middelen, het ondersteunen van de exploitatie van de­

ze middelen en uiteindelijk ook de afstoting). Binnen de Directie Materieel

- 8- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 48: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine

bestaan drie productgroepen met elk een eigen souschef, zijnde Materieel­

projecten, Technische Afdelingen en Materieelverwerving (zie Figuur 1.2).

Figuur 1.2: Organigram van de Directie Materieel Koninklijke Marine

Souschef Technische afdelingen

Stafafdeling Plannen

Statàfdeling Kwaliteitszorg

Souschef Souschef MatericclproJecten Materieelverwerving

Scnsor-, wapen- en communicatiesystemen

LeT PAM, HO\', \I~KR\·. LPm Materieelverwerving

Maritieme techniek

Vliegtuigen en vlieg­tuigtechnische zaken

Bron: Koninklijke Marine

Gehouwen en terreinen

1.1.3.1. Materieelprojecten

~H-90. MILSATCO!\1. SI!IP-2

Materieel logistiek

Aü;toting

De productgroep Materieelprojecten is gericht op het managen van finan­

cieel omvangrijke enlof complexe materieelprojecten met per project een

'eigen' projectteam onder verantwoordelijkheid van de Souschef Materieel­

projecten. De feitelijke realisatie kan alleen geschieden in goede harmonie

met de overige productgroepen en het Marinebedrijf, zodat ook de exploita­

tiefase terdege wordt voorbereid.

1.1.3.2. Technische afdelingen

De productgroep Technische Afdelingen IS het 'ingenieursbureau' van de

Koninklijke Marine, waar de specifieke kennis en kunde omtrent het func-

© Stichting Nederland Maritiem Land - 9-

Page 49: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

tioneren van materieel (systemen en componenten) is ondergebracht'. Zij

heeft dan ook een rol in alle processen, met zwaartepunt op het 'voorzien

in' proces. De Technische Afdelingen geven onder andere invulling aan het

identificeren, selecteren en verwerven van militaire en maritieme technolo­

gie inclusief software, het maken van totale systeemontwerpen en het leve­

ren van adviezen. De ondersteuning aan de Marinestaf bestaat uit het doen

(uitvoeren) van (haalbaarheids)onderzoeken, het maken van (voor)ontwer­

pen, het in beschouwing nemen van alternatieven en het verstrekken van

financiële ramingen. Zij verzorgen het ontwerp en de bestekeisen van de

grote materieelprojecten (realisatie van subsystemen). Daarnaast wordt een

groot aantal kleinere materieelprojecten rechtstreeks binnen de Technische

Afdelingen uitgevoerd. Tevens zijn de Technische Afdelingen normstelIer

voor de materieelexploitatie en wordt ondersteuning geleverd bij het

oplossen van eventuele knelpunten in de materieelexploitatie.

1.1.3.3. Materieelverwerving

Bij de meeste activiteiten binnen de Directie Materieel komt een moment

dat formele overeenkomsten moeten worden aangegaan met de industrie of

buitenlandse marines. De productgroep Materieelverwerving voert samen

met de Materieelprojecten C.q. Technische Afdelingen de benodigde onder­

handelingen met externen en zet behoeften om in overeenkomsten. Verwer­

ving omvat niet alleen de aanschaf van grote(re) wapensystemen, maar ook

goederen ten behoeve van de dagelijkse bedrijfsvoering, alsmede de inhuur

van personeel en diensten. Tot slot wordt het materieel zo doeltreffend en

doelmatig mogelijk afgestoten.

1.1. 3.4. Bijzondere organisatie-eenheden

De Directie Materieel telt vier bijzondere organisatie-eenheden, waarvan

hier op twee dieper wordt ingegaan, het Marinebedrijf en het Centrum voor

Automatisering van Missioncritical Systems (CAMS).

Benodigd extern onderzoek door onderzoeksinstituten wordt voor de gehele Marine gecoördineerd door de stafafdeling Wetenschappelijk Onderzoek.

-10 - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 50: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine

Het Marinebedrijf is het onderhouds- en logistiekbedrijf van de Koninklijke

Marine. Er worden niet alleen ondersteunende werkzaamheden uitgevoerd:

meer en meer functioneert het Marinebedrijf als het expertisecentrum van

de Koninklijke Marine voor de exploitatiefase en wordt als zodanig in het

nieuwbouwproces ingeschakeld. Vanuit de instandhoudingsfilosofie van de

Koninklijke Marine is de regie voor het uitvoeren van onderhoud en

herbevoorrading in handen van het Marinebedrijf gelegd.

Het CAMS is verantwoordelijk voor de gedetailleerde operationele specifi­

catie, het ontwerp en de ontwikkeling van software voor combat manage­

ment systems en daaraan gerelateerde systemen waarmee verschillende

marineonderdelen, zoals de fregatten en onderzeeboten, hun missie kunnen

uitvoeren. Vanuit deze rol heeft het CAMS tevens een adviserende rol

tijdens de voorstudiefase van materieelprojecten en ten aanzien van de te

integreren subsystemen.

I.2. DE KONINKLIJKE MARINE EN HAAR VLOOT

Hoofdstuk 1.2.1 gaat in op de samenstelling van de huidige vloot. In Hoofd­

stuk 1.2.2 wordt aangegeven hoe deze vloot werd opgebouwd. Hierbij gaat

bijzondere aandacht uit naar de fregatten.

1.2.1. SAMENSTELLING HUIDIGE VLOOT

De Koninklijke Marine beschikt over een evenwichtige samenstelling van

verschillende typen varend en vliegend materieel (zie Tabel 1.2). Deze

samenstelling maakt het mogelijk geïntegreerd op te treden met middelen

onder water, op het water, op de grens van land en water en in de lucht. Het

ressort Commandant der zeemacht in Nederland bestaat uit de volgende

operationele groepen: eskaderschepen3, maritieme helikopters, maritieme

patrouillevliegtuigen, onderzeedienst en mijnendienst.

J Hiertoe behoren tregatten, bevoorrading schepen en Landing Platforms Doek.

© Stichting Nederland Maritiem Land -11 -

Page 51: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Tabel 1.2: Overzicht van het varend en vliegend materieel van de Koninklijke Marine (2003)

Type 2 luchtverdedigingsfregatten 1 standaard fregat 8 multipurpose fregatten

4 luchtverdedigings- en commando fregatten

2 bevoorradingsschepen 2 landing platforms dock 5 landingsvaartuigen 5 landingsvaartuigen 6 landingsvaartuigen 10 mijnenbestrijdingsvaartuigen

4 onderzeeboten

1 torpedowerkschip 3 kustwachtcutters 4 duikvaartuigen

I calamiteitenvaartuig I motortankschip 5 kustsleepboten 7 havensleepboten

6 havencommunicatievaartuigen 1 oceanografisch vaartuig 1 hydrografisch vaartuig 2 hydrogr. opnemingsvaartuigen 1 ondersteuningsvaartuig I rijksinstructievaartuig 1 logementschip I rondvaartboot 10 maritieme patrouillevliegtuigen 21 helikopters 1 zeilschoolschip

Bron: Koninklijke Marine

-12 -

Naam Hr. Ms. Jacob van Heemskerck, Hr. Ms. Witte de With Hr. Ms. Bloys van Treslong Hr. Ms. Karel Doorman, Hr. Ms. Willem van der Zaan Hr. Ms. Tjerk Hiddes, Hr. Ms. Van Amstel Hr. Ms. Abraham van der Hulst, Hr. Ms. Van Nes Hr. Ms. Van Galen, Hr. Ms. Van Speijk Hr. Ms. De Zeven Provinciën, Hr. Ms. Tromp Hr. Ms. De Ruyter, Hr. Ms. Evertsen (beide in aanbouw) Hr. Ms. Amsterdam, Hf. Ms. Hr. Ms. Zuiderkruis Hr. Ms. Rotterdam, Hf. Ms. Johan de Witt (in aanbouw) type LCU: L 9525-L9529 type LCA Mk2: L9530, L9531, L9532, L9534, L9535 type LCA Mk3: L9536-L9541 Hr. Ms. Vlaardingen, Hr. Ms. Middelburg Hr. Ms. Willemstad, Hr. Ms. Schiedam Hr. Ms. Haarlem, Hr. Ms. Urk Hr. Ms. Makkum, Hf. Ms. Hellevoetsluis Hr. Ms. Maassluis, Hr. Ms. Zierikzee Hf. Ms. Dolfijn, Hr. Ms. Zeeleeuw Hr. Ms. Walrus, Hr. Ms. Bruinvis Hr. Ms. Mercuur Jaguar, Panter, Poema (Kustwacht Ned. Antillen en Aruba) Cerberus, Argus, Nautilus, Hydra (laatste is tevens communicatievaartuig) L9533 Patria Linge, Regge, Hunze, Rotte, Gouwe Breezand, Balgzand, Schelde, Wierbalg, Malzwin, Zuidwal, Westwal Y8200-Y8203, Jonge Prins 3, Jonge Jan Hr. Ms. Tydeman Hr. Ms. Buyskes (in aanbouw) Pelikaan van Kinsbergen Thetis Nieuwediep P3CII Orion SH-14D Lynx Hr. Ms. Uriana

© Stichting Nederland Maritiem Land

Page 52: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine

1.2.1.1. Fregatten

Fregatten (zie Figuur 1.3) vonnen de ruggengraat van de vloot. Ze zijn es­

sentieel voor de beschenning van maritieme verbanden, zoals een konvooi

van koopvaardijschepen of een groep van mijnenbestrijdingsvaartuigen.

Daarnaast kunnen fregatten zelfstandig op kleine schaal operaties uitvoeren.

Zij kunnen zich snel verplaatsen en beschikken over een veelheid van

sensor- en wapensystemen, waaronder een helikopter, waardoor zij in de

diverse warfare area 's kunnen worden ingezet. Tenslotte zijn ze van belang

voor de geïntegreerde bevelvoering en coördinatie op zee. Door deze eigen­

schappen kunnen fregatten opereren in het gehele conflictspectrum dat uit­

eenloopt van kustwacht- en justitiële taken tot complexe amfibische opera­

ties onder dreiging van een tegenstander en ondersteuning van operaties te

land.

Figuur 1.3: Fregatten van de Koninklijke Marine

Hr. Ms. Jacob van Heemskerck (L-fregat, 1986) Hf. Ms. Tjerk Hiddes (M-fregat, 1993)

Bron: Koninklijke Marine

1.2.1.2. Bevoorradingsschepen

Om de inzetbaarheid, de flexibiliteit en het voortzettingsvennogen te verze­

keren, beschikt de Koninklijke Marine over twee bevoorradingsschepen,

Hr. Ms. Amsterdam, die in 1996 in dienst is genomen, en Hr. Ms. Zuider­

kruis, sinds 1975 in dienst (zie Figuur 1.4).

© Stichting Nederland Maritiem Land - 13-

Page 53: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Figuur 1.4: Bevoorradingsschepen van de Koninklijke Marine

Hr. Ms. Amsterdam (1996) Hr. Ms. Zuiderkruis (1975)

Bron: Koninklijke Marine

L2.1.3. Landing Platforms Doek (LPD's)

De Koninklijke Marine beschikt thans over één Landing Platform Dock

(LPD). Het schip kan opereren met de NH-90 helikopter, maar ook met

tactische transporthelikopters. Gezien de behoefte aan voortzettings­

vermogen en transportcapaciteit en in het licht van de bondgenootschappe­

lijke behoefte is besloten een tweede LPD te verwerven, dat in 2007 opera­

tioneel zal zijn. Als beide schepen beschikbaar zijn, kunnen ze samen in één

keer een infanteriebataljon met de noodzakelijke ondersteunende elementen

(gevechtssteun en logistiek) vervoeren. Een tweede LPD betekent boven­

dien een belangrijke versterking van de 'Brits-Nederlandse Amphibious

force', die dan in staat is een brigade mariniers in te zetten. Tevens kan het

tweede LPD worden ingezet als varend hoofdkwartier, in staat om operaties

tot en met divisieniveau te leiden.

L2. 1. 4. Onderzeedienst

De onderzeedienst beschikt over vier onderzeeboten van de Walrusklasse

en een torpedowerkschip (zie Figuur 1.5). Onderzeeboten kunnen zelf-

- 14- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 54: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine

standig en onopgemerkt opereren. Zowel op het terrein van verkenning als

bij de bestrijding van bovenwaterschepen en onderzeeboten spelen zij een

belangrijke rol. Onderzeeboten zijn ook inzetbaar voor speciale operaties

(waaronder het vervoer van commando's), kustverkenning voor een amfibi­

sche landing, het in kaart brengen van (militaire) activiteiten en het leggen

van mijnen. Deze eigenschappen maken van de onderzeeboot een geïnte­

greerd onderdeel van een maritieme taakgroep.

Figuur 1.5: Onderzeeboot van de Koninklijke Marine

Bron: Koninklijke Marine

Om de operationele capaciteit van de Walrus-onderzeeboten, die tussen

1990 en 1994 in dienst zijn genomen, op het vereiste peil te houden, dienen

de boten omstreeks 2009 te worden gemoderniseerd.

1.2.1.5. Mijnendienst inclusief dienst der hydrografie

De mijnendienst beschikt over tien mijnenjagers van de Alkmaarklasse (zie

Figuur 1. 6) en de dienst der hydrografie over twee hydrografische opne­

mingsvaartuigen. Sinds de afstoting van de mijnenvegers van de Dokkum­

klasse beschikt de Koninklijke Marine (tijdelijk) niet meer over de nood­

zakelijke mijnenveegcapaciteit. Het project aanpassing mijnenbestrijdings-

© Stichting Nederland Maritiem Land -15 -

Page 55: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

capaciteit (PAM) omvat de noodzakelijke 'midlife update' van de schepen

van de Alkmaarklasse en de aanpassingen om ze geschikt te maken voor het

opereren met mijnenveegdrones.

Figuur 1.6: Mijnenjager van de Koninklijke Marine

Hr. Ms. Middelburg

Bron: Koninklijke Marine

Met tien mijnenjagers en de te verwerven mijnenveegdrones is het mogelijk

de scheepvaartroutes waarvoor Nederland de directe verantwoordelijkheid

draagt op verantwoorde wijze vrij van mijnen te houden. Ook kunnen mijn­

enbestrijdingseenheden in samenwerking met de bondgenoten wereldwijd

opereren om scheepvaartroutes, havens of landingsgebieden te beveiligen.

Voor de hydrografische taken op zee in het Nederlandse deel van het conti­

nentale plat en in de wateren rond de Nederlandse Antillen en Aruba, en

voor het ondersteunen van militaire operaties met hydrografische capaciteit

beschikte de Koninklijke Marine over één Oceanograaf en twee Noordzee­

opnemers. Gezien de leeftijd en de technische staat van deze drie schepen

worden zij vervangen door twee nieuwe hydrografische opnemingsvaartui­

gen, die eind 2003 en begin 2004 in dienst worden genomen.

-16 - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 56: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine

1.2.2. VERLEDEN EN TOEKOMST VAN HET ORDERPROGRAMMA VAN

MARINESCHEPEN

In Hoofdstuk 1.2.1 werden de belangrijkste vaartuigen van het ressort

Commandant der zeemacht in Nederland besproken. Bij de meeste scheeps­

types werd ook ingegaan op de toekomstontwikkelingen inzake vervanging

of vernieuwing. Hierna wordt dieper ingegaan op de bouwen het

vervangingsschema van de fregatten van de Koninklijke Marine.

Met het Geleide Wapen (GW-)fregat (1975) werd een nieuwe generatie fre­

gatten geïntroduceerd die volledig in Nederland zijn ontwikkeld en ge­

bouwd. Dit volledig Nederlandse ontwerp had een sterk innovatief karakter.

Het GW-fregat werd gebouwd door de Koninklijke Maatschappij de

Schelde. Daarna werden vrijwel alle grotere oppervlakteschepen van de

Marine op deze werf gebouwd met een zekere regelmaat zodat het mogelijk

werd de ervaringen van het vorige project over te dragen aan het volgende.

Na het GW-fregat zijn tot heden nog vier series van fregatten gebouwd. Het

LCF-project betreft de bouw van vier luchtverdedigings- en commando­

fregatten van De Zeven Provinciën-klasse voor de Koninklijke Marine, in­

clusief de daarbij behorende SEWAC04- en platformsystemen en de boord­

en reservedelen. De vier schepen vervangen de Tromp-klasse Geleide

Wapen fregatten en twee Standaardfregatten van de Kortenaer-klasse.

Bijgevolg is nu voor de eerste keer, sedert 1975, een volledige levenscyclus

van een marines chip doorlopen (zie Figuur 1. 7).

Sinds 1950 is de keten van ontwikkeling en bouw ononderbroken gebleven.

De ontwikkelingsperiode van de opvolger van het L-fregat dient reeds

lopende te zijn, wil het op tijd kunnen worden vervangen. Dit is echter nog

niet het geval. Het vervangen van fregatten door schepen die meer zijn

toegesneden op taken in kustwateren, is thans onderwerp van studie. Indien

echter een discontinuïteit zou ontstaan in het vlootinvesteringsritme, kan dit

zowel bij de Marine als bij de industrie en de kennis instituten verlies aan

kennis veroorzaken (zie ook Hoofdstuk 11.4).

4 Sensor, wapen en communicatie.

© Stichting Nederland Maritiem Land -17 -

Page 57: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Figuur 1.7: Het vervangingsschema van de Nederlandse fregattenvloot

-

® c

~ ti 1 il 0 è "0 1l g S ~ ~ ~ §

...l c ~ ~

Evertsen :s De Ruyter g

Tromp 0

Hr.Ms. Zeven ProvinCiën ~ -

-Van Speijk :;;

"

o ~ Van Nes -g

~ Van Galen

~~ § Tjerk Hiddes 0." ~ Van Amstel ~

~l 8 Abraham van der Hulst

::E ] N ~

Karel Doorman

" Willcm van der Zaan -

"" 1 ~ c

f~ :t ~ [ Jacob van Heemskerck ~

:Ij rf <'< Witte de With oc

~<b ~ ~

.3 c ~

~ ;l; r--- Jan van Brakel

M Pieter Florisz ~

Abraham Cnjnssen

Bloys van Treslong N ~

~ Philips van Almondc

IJ 1 Plet Hcyn

;;;

Baneken 0 ~

~ van Kinsbergen Rè G Callcnburgh 1"

Kortenaer " "----- " ~i ~

:§ [ De Ruyter ~

" .Eet: "':' ~

" c ~ l'romp " o ~ c ~

~ '" iJ Bron: Policy Research Corporation, op basis van het jaarboek Koninklijke Marine

- 18- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 58: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

L2.3.

De Koninklijke Marine

INTERNATIONALE VERGELIJKING VAN DE NEDERLANDSE FREGAT­

TENVLOOT

De Koninklijke Marine IS m staat tegen relatief lage kosten fregatten te

produceren die bovendien aan de top staan qua functionaliteit (maritiem­

technisch, militair en op het vlak van bedrijfsvoering) ten opzichte van

vergelijkbare schepen van andere marines.

Een vergelijking met andere marines kan bijvoorbeeld gebeuren binnen de

Trilaterale Frigate Cooperation (TFC). Dit betreft een samenwerking

tussen Nederland, Duitsland en Spanje. Elk land is onafhankelijk geweest in

het ontwerp en de bouw van de fregatten. Hieruit zijn aldus van elkaar ver­

schillende, maar toch zeer sterk gelijkende schepen voortgekomen: het LCF

in Nederland, de F124 in Duitsland en de FlOO in Spanje. De samenwer­

king was gericht op het realiseren van schaalvoordelen in de aan boord te

plaatsen systemen zodat de ontwikkel- en aankoopkosten daarvan konden

worden gedeeld. Nederland is erin geslaagd een LCF te produceren tegen

een kostprijs per stuk die ruim 30% lager ligt dan de kostprijs van een

F 124'. De reden voor deze kostenefficiëntie dient te worden gezocht in het

specifieke productieproces voor marineschepen in Nederland (zie verder

Hoofd~tuk II.2). Dankzij de eigen ontwerpcapaciteit is de Koninklijke

Marine in staat operationele ervaringen en de resultaten van wetenschap­

pelijk onderzoek zeer snel te integreren. Daardoor kunnen reeds in een

vroeg stadium risico's worden ingeperkt. Daarnaast zijn vaak de taken met

betrekking tot complexe en voor de industrie risicovolle aspecten zoals

signaturen en kwetsbaarheid van het platform de verantwoordelijkheid van

de Koninklijke Marine. Tot slot wordt de systeemintegratie van SEW ACO­

systemen binnenshuis gedaan. Omdat deze werkzaamheden en risico's niet

aan de industrie worden overgedragen, kan de kostprijs aanzienlijk lager

zijn.

De AMI's Naval Ship Projections Database maakt melding van een waarde per schip van US$ 627 miljoen voor een Duitse F 124 ten opzichte van US$ 400 miljoen voor een Nederlands LeF.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 19-

Page 59: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Een vergelijking van de aankoopkosten is niet voldoende. Ook de opera­

tionele kosten dienen te worden ingecalculeerd om tot eenfulllifecycle cast

te komen.

Ten aanzien van de bedrijfsvoering aan boord streeft de Koninklijke Marine

twee doelstellingen na. Vooreerst is er de behoefte de taakverdeling tussen

mens, machine en software te verbeteren. Daarnaast bestaat er ook de wens

om de huidige taken met minder mensen te doen (' reduced manning

philosophy'). Bij het ontwikkelen van nieuwe bedrijfsvoeringsconcepten

bestaat de mogelijkheid taken te verschuiven van mensen naar machines

en/of software. Tevens kunnen de taken die door de bemanning worden

gedaan wellicht op een efficiëntere manier worden georganiseerd. De

Koninklijke Marine is steeds zeer vooruitstrevend geweest in het bedenken

en implementeren van nieuwe bedrijfsvoeringsconcepten. Dit heeft geresul­

teerd in schepen waarop een minimale bemanning in staat is de opgedragen

operationele doelstellingen te behalen (zie Tabel 1.3). Zo heeft Nederland

voor een luchtverdedigingsfregat van 6 000 à 7 000 ton circa 10% minder

bemanning nodig op volle sterkte dan het Verenigd Koninkrijk en 20% ten

opzichte van Duitsland. Vanzelfsprekend vergen deze moderne bedrijfs­

voeringsconcepten een goed opgeleide bemanning.

Tabel 1.3: Internationale vergelijking bemanning per fregattype

Land Scheepstype I Scheepstype 11 Naam Bemanning Naam Bemanning

Nederland LeF 204 M-fregat 163

Verenigd Koninkrijk Type 45 225 Type 23 181

Duitsland F 124 255 F 123 218

Spanje F 100 250 FFG 223

Frankrijk Horizon 230 - -

Italië Horizon 235 Maestra1e 232

Scheepstype I: luchtverdedigingsfregat van circa 6 000-7 000 ton welke of in aanbouw of net in dienst zijn

Scheepstype II: multipurposefregat van circa 3 000-3 500 ton gebouwd in de jaren 1990

Bron: Policy Research Corporation op basis van Jane 's Def(mce

- 20- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 60: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine

1.3. DE KONINKLIJKE MARINE WERKT INTERNATIONAAL SAMEN

De Koninklijke Marine werkt bij de uitvoering van haar taken samen met

marines van verschillende landen, zowel op operationeel als personeelsvlak.

Daarnaast is er een intensieve internationale materieelsamenwerking.

1.3.1. OP OPERATIONEEL EN PERSONEELS VLA K

De Westerse samenwerking komt op verschillende operationele vlakken tot

uiting. De Belgische en Nederlandse marines opereren met een volledig

geïntegreerde operationele staf van de Admiraal Benelux in Den Helder.

Daarnaast is er ook vergaande samenwerking op logistiek en opleidings­

gebied. Het Korps Mariniers van de Koninklijke Marine maakt integraal

deel uit van de Brits-Nederlandse 'Landing force' en 'Amphibious force'.

Fregatten van de Koninklijke Marine maken permanent deel uit van de

NAVO-eskaders in de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee.

Mijnenbestrijdingsvaartuigen maken eveneens veelvuldig deel uit van

NA VO-eskaders. Daarnaast worden schepen van de Koninklijke Marine

veelvuldig ingezet voor operaties als Enduring Freedom.

De samenwerking met Centraal- en Oost-Europa wordt versterkt op het ge­

bied van opleiding en training van eenheden van landen die deel uitmaken

van het Partnership for Peace (PFP). Het doel is in crisisbeheersings- en

humanitaire hulpverleningsoperaties een grotere interoperabiliteit te krijgen.

1.3.2. INTERNATIONALE MATERIEELSAMENWERKING

1.3.2.1. Inleiding

De technologie van wapensystemen wordt steeds complexer en de ontwik­

kelingstijd is doorgaans lang. De investeringen die de ontwikkeling en de

© Stichting Nederland Maritiem Land - 21 -

Page 61: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

aanschaf van materieel vergen, zijn niet meer door één land op te brengen.

Dit geldt vooral voor grote wapensystemen. Het defensiematerieelbeleid

richt zich dan ook op internationale samenwerking, zowel in Europees ver­

band als transatlantisch. De ontwikkelingen op veiligheidspolitiek en

economisch terrein gaan onmiskenbaar in de richting van nauwere Europese

samenwerking. Dit is van invloed op het materieelbeleid van de Europese

landen omdat in de defensiemarkt, in tegenstelling tot andere markten, de

vraag uitsluitend door overheden wordt bepaald.

L3.2.2. Politiek-militaire ontwikkelingen

Door de toenemende samenwerking op militair-operationeel en politiek ge­

bied wordt de materieelverwerving steeds minder een zuiver nationale aan­

gelegenheid. Hetzelfde geldt overigens voor de vaststelling van de behoefte

aan materieel, die aan het verwervingstraject voorafgaat. Door de toe­

nemende operationele samenwerking zullen de materieelbehoeften van de

Europese landen steeds meer op elkaar worden afgestemd. Tot slot is het

belangrijk dat het personeel voorbereid is met eenheden van verschillende

nationaliteiten samen te werken en dat het beschikt over materieel dat

daarop is toegesneden. Met het oog hierop worden hoge eisen gesteld aan

de interoperabiliteit en de standaardisatie van het materieel. Voor kennisop­

bouw en -uitwisseling participeert de Koninklijke Marine actief in alle

relevante NAVO-fora (zie Figuur 1.8) en is ze actief in de projecten onder

de West European Armament Group (Weag).

- 22- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 62: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine

Figuur 1.8: NA VO-kennisnetwerk van de Koninklijke Marine

"'ATO "aval annam ent

gronp

"'G's

Working gronps

Operatien Data exchange Standaards A"'EP's

1\"ATO Air force

anllarncnt group

AG's

Working groups

Bron: Koninklijke Marine

Conference of Armament directors

"'ATO Armyarmarnellt

group

LG's

Working groups

1.3.2.3. Industriële ontwikkelingen

"'orth Atlantic Coullcil

Research & technology

agency

Panels

Working groups

RTA Panels: SAS: operationele studies IST: ,ystecm studies SET: sensoren SC I: IT struet uren A\'T: platformen HFM: mens M&S: mouclling & simulatie

Militar) committec

1\"ATO C3

Board

"IC3A

Fusies en overnames in het midden van de jaren negentig in de Verenigde

Staten dwongen Europese bedrijven hun activiteiten beter op elkaar af te

stemmen of zelfs samen te voegen om zo hun concurrentiekracht te

behouden. Eind 1997 hebben de politieke leiders van Duitsland, Frankrijk,

Italië en het Verenigd Koninkrijk het initiatief genomen om hun defensie­

industrieën te stimuleren tot verstrekkende, grensoverschrijdende samen­

werking. Het uiteindelijke doel zou moeten zijn de vorming van een 'Euro­

pean aerospace and defence company' (EADC). In dit perspectief past de

totstandkoming van grote multinationale consortia als BAE-systems, EADS

en Thales.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 23-

Page 63: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Nauwere samenwerking is ook wenselijk met het oog op de voortschrijden­

de concentratie aan de aanbodzijde van de defensiemarkt, die zal resulteren

in een beperkt aantal grote defensiebedrijven die in staat zijn zelf nieuw

materieel te ontwikkelen. Een voorbeeld van dergelijke samenwerking is

het multilaterale materieelagentschap 'Organisme Con joint de Coopération

en matière d'Armement' (Occar), dat Duitsland, Frankrijk, Italië en het

Verenigd Koninkrijk hebben opgericht, en waarbij Nederland zich wellicht

zal aansluiten.

1.3.3. GEVOLGEN IN DE PRAKTIJK

Er is al jarenlang een vruchtbare samenwerking met de buurlanden België,

Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, vooral op operationeel terrein. Op

materieelgebied verloopt vooral de bilaterale samenwerking in het alge­

meen goed. Dit geldt vooralsnog niet voor de materieelsamenwerking in

breder, Europees verband. Projecten als NH-90 en Trigat verlopen niet

altijd rimpelloos. De resultaten van Europese materieelsamenwerking zijn

tot dusver beperkt gebleven, doordat het grote aantaloverlegverbanden

samenwerking bemoeilijkt en het grote aantal deelnemers eensgezindheid

over projecten vaak in de weg staat. De integratie van de Weu en, mogelijk,

de Weag, in de EU kan gepaard gaan met een beperking van het aantal fora

wat de doeltreffendheid van de samenwerking zou vergroten. Behoeftestel­

ling binnen bepaalde marges biedt betere mogelijkheden voor afstemming

met andere landen. Een initiatief dat dergelijke vormen van samenwerking

beoogt, is het multilaterale materieelagentschap Occar.

1.4. DE KONINKLIJKE MARINE HEEFT EEN SPECIFIEK VERWER­

VINGSBELEID

1.4.1. HET VER WER VINGSBELEID VAN DEFENSIE

1.4.1.1. Algemeen

Het leidende beginsel van het verwervingsbeleid van Defensie is dat de

uitrusting van de krijgsmacht op de drie hoofdtaken moet zijn afgestemd

- 24- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 64: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine

(zie Hoofdstuk 1.1.1.). Bij de keuze van het materieel genieten de veiligheid

van het personeel en de militaire doeltreffendheid prioriteit. Voor dogma­

tische pro-Amerikaanse of pro-Europese opvattingen is in deze benadering

geen plaats. Defensie heeft wel oog voor de belangen van de Nederlandse

defensiegerelateerde industrie, al zal die zich vooral op eigen kracht een

concurrerende plaats in de internationale defensiemarkt moeten verwerven.

In haar aanschafbeleid maakt Defensie een duidelijk onderscheid tussen

civiele en militaire aanschaffingen. Civiele aanschaffingen betreffen pro­

ducten en diensten die verkrijgbaar zijn op open, transparante markten waar

de principes van de vrije markt gelden. In beginsel besteedt Defensie

dergelijke aanschaffingen in concurrentie aan. Wat militaire aanschaffingen

betreft, streeft Defensie naar het behoud en, zo mogelijk, de uitbreiding van

de defensiegerelateerde kennis en deskundigheid in Nederland. Dergelijke

aanschaffingen geschieden op onvolmaakte markten, waar de mechanismen

van de vrije markt niet of slechts ten dele werken. Defensie streeft dan ook

naar de gerichte inschakeling van de Nederlandse defensiegerelateerde

industrie, ook bij internationale samenwerkingsprojecten.

L4.1.2. Specifieke beleidsinstrumenten

Bij aanschaf van defensiematerieel streeft Nederland, evenals andere kleine

landen, ernaar de uitgegeven euro zoveel mogelijk ten bate te laten komen

aan de nationale economie. Defensie kan van specifieke beleidsinstru­

menten gebruik maken om de inschakeling van Nederlandse leveranciers bij

militaire aanschaffingen te bevorderen: preferentie, inschakeling bedrijfs­

leven en compensatie. Voor de positionering van de defensiegerelateerde

industrie is voorts een goede informatievoorziening van belang. Voor de

aanschaf van groot materieel voor de Koninklijke Marine zijn de eerste

twee beleidsinstrumenten van groot belang.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 25-

Page 65: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

al Preferentie

Ondanks de toenemende samenwerking zIJn defensiebestellingen in de

meeste landen nog steeds een voornamelijk nationale aangelegenheid. In

Nederland is dit het meest zichtbaar in de marinebouw. De reden hiervoor is

dat Nederland, met uitzondering van de marinebouw, geen leveranciers van

hoofdwapensystemen telt en slechts een beperkt aantal bedrijven kent dat in

staat is zelfstandig kleinere wapensystemen te ontwikkelen.

De overheid streeft naar het behoud van technologische kennis en deskun­

digheid in Nederland. Defensie voert met het oog hierop waar mogelijk een

preferentieel beleid bij de aanbesteding van de bouw van grote, gespeciali­

seerde oppervlakteschepen, met inbegrip van de ontwikkeling, installatie en

integratie van bepaalde sensor-, wapen- en commandosystemen. Vanwege

het ontbreken van voldoende marktwerking plaatst Defensie hiervoor, in

beginsel zonder concurrentiestelling, opdrachten bij Nederlandse leveran­

ciers en houdt in de planning van aanbestedingen rekening met de capaciteit

van de desbetreffende Nederlandse bedrijven. Defensie kan ook een prefe­

rentieel beleid voeren bij opdrachten waarbij sprake is van een specifiek

nationaal belang (vb. cryptografie). Hoe dan ook betrekt Defensie waar

mogelijk Nederlandse leveranciers bij een uitnodiging tot prijsopgave.

bi Inschakeling bedrijfsleven

De inschakeling van het Nederlandse bedrijfsleven gebeurt op verschillende

wijzen. Er is deelneming aan internationale materieelsamenwerkingsprojec­

ten op basis van het uitgangspunt dat het werkaandeel overeenkomt met het

aandeel van een land in de kosten, terwijl in Occar een evenwicht op lange­

re termijn wordt nagestreefd. Met het oog op de inschakeling van het Ne­

derlandse bedrijfsleven kan een leverancier contractueel worden verplicht

concurrentie te stellen voor toeleveringen die interessant zijn voor Neder­

landse defensiegerelateerde bedrijven. In uitzonderlijke gevallen kan De­

fensie zelfs de inschakeling van een specifieke Nederlandse toeleverancier

voorschrijven. Tenslotte wordt de betrokkenheid van het Nederlandse be­

drijfsleven bevorderd wanneer Defensie militaire goederen aankoopt bij een

- 26- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 66: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine

buitenlandse leverancier boven een bepaalde limiet. Voor militaire aan­

schaffingen in het buitenland geldt in beginsel de compensatieplicht, boven

een drempel van € 2.27 miljoen en mits de militaire aanschaffing niet in het

kader van een internationaal samenwerkingsverband is gedaan en wanneer

is afgezien van Europese aanbesteding. De leverancier wordt dan verplicht

tegenorders bij het Nederlandse bedrijfsleven te plaatsen voor de waarde

van het defensiecontract. Compensatie, als wijze van inschakeling van het

Nederlands bedrijfsleven, is een onderdeel van het Nederlands industriebe­

leid en als zodanig de verantwoordelijkheid van het ministerie van Econo­

mische Zaken; Defensie treedt faciliterend op. De Nederlandse defensie­

industrie heeft zich verenigd in de Stichting Nederlandse Industriële Inscha­

keling Defensieopdrachten (NIID) welke een taak heeft in de verspreiding

van informatie en het overleg met de Ministeries van Economische Zaken

en Defensie.

1.4.1.3. Doelstellingen

Als eerste hoofdlijn streeft Defensie een bundeling van capaciteiten en des­

kundigheden binnen en buiten de defensieorganisatie na om een zo krachtig

mogelijke onderhandelingspositie met de internationale defensie-industrie

te bewerkstelligen. Ook een bundeling van de vraag is nodig, zowel

interdepartementaal (tussen de krijgsmachtdelen) als internationaal.

De tweede hoofdlijn van het aanschafbeleid is smart procurement. Deze

term, geïntroduceerd in het Britse materieelbeleid, behelst een aantal

samenhangende elementen. Door het bedrijfsleven eerder te betrekken bij

de uitwerking van functionele en technische eisen kunnen de kennis en de

deskundigheid die daar aanwezig zijn beter worden gebruikt. Hierdoor, en

door flexibel met de functionele en de technische eisen om te gaan, kunnen

technische en financiële risico's verminderen.

Tot slot is het vernieuwende concept van innovatief aanbesteden aan de

orde. Innovatief aanbesteden behelst het stimuleren van de marktpartijen tot

© Stichting Nederland Maritiem Land -27-

Page 67: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

innovatieve oplossingen. Innovatie heeft zowel betrekking op het aanbeste­

dingsproces zelf als op het eindproduct. Ook hoort het onderhoud vaak bij

de oorspronkelijke opdracht. Trefwoorden zijn uitbesteden, het integreren

van het ontwerp, de bouw, de exploitatie en de financiering, het stimuleren

van de concurrentie tussen aanbieders en het verbeteren van de verhouding

tussen prijs en kwaliteit.

L4.2. HET VER WER VINGSBELEID VAN DE KONINKLIJKE MARINE

De Koninklijke Marine vervult, in tegenstelling tot de andere krijgsmacht­

delen een zeer specifieke rol ten aanzien van haar materieelbeleid6• De

Koninklijke Marine is immers zeer nauw betrokken bij het door haar aan te

kopen varend materieel. Zij begeleidt, coördineert en stuurt het volledige

proces vanaf de conceptie tot en met de in dienststelling (zie uitgebreid in

Hoofdstuk I1.2). Het grootste voordeel van deze rol is dat de Koninklijke

Marine er in slaagt een product af te leveren dat bij de in dienststelling

technologisch zeer up-to-date is. De ontwikkeling van de systemen kan

immers voor een deel met de bouw overlappen. Ook zijn de kennisinstituten

en toeleveranciers doorlopend en vanaf het begin van het project betrokken.

Daardoor kan een zeer geëvolueerde vorm van integratie worden bereikt.

Zoals gezegd is de Koninklijke Marine het zenuwcentrum dat dit alles

mogelijk maakt. Zij is in staat om op die manier een fregat te doen bouwen

dat wereldwijd tot de top behoort.

1.5. ECONOMISCHE BETEKENIS VAN DE KONINKLIJKE MARINE

De Koninklijke Marine is economisch gezien een belangrijke speler. Deze

economische betekenis wordt hieronder beschreven en toegelicht met een

casestudie. Vooreerst wordt de directe economische betekenis van de Ko-

6 Koninklijke Landmacht (KL) en Koninklijke Luchtmacht (Klu) zijn veel meer toegespitst op compensatieorders. Deze laatste gaat daar via deelnemingen van Nederlandse ondernemingen zelfs zeer ver in. Zoals uit de inhoud van dit rapport zal blijken, volgt de Koninklijke Marine een andere aanpak.

- 28- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 68: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine

ninklijke Marine in kaart gebracht. Daarna wordt gekeken naar de indirecte

effecten als gevolg van toeleveringen vanuit de Nederlandse marinebouw­

cluster en vanuit andere sectoren. Vervolgens wordt ingegaan op de terug­

vloei naar de overheid. Er wordt afgesloten met een casestudie, met name

de economische effecten van de bouw van de M-fregatten (1984-1997).

L5.I. DIRECTE ECONOMISCHE BETEKENIS

De directe economische betekenis wordt doorgaans gemeten in termen van

omzet (productie), toegevoegde waarde en werkgelegenheid. Aangezien bij

de Koninklijke Marine geen sprake is van omzet in de letterlijke zin is in

plaats daarvan uitgegaan van de rijksbegroting en de kasrealisatie over

2001 7. Er is daarbij een onderscheid gemaakt tussen vier deelactiviteiten

van de Koninklijke Marine (zie ook Figuur 1.1 en Figuur 1.2):

Operationele taken (inclusief grote materieelprojecten);

Marinebedrijf en technische afdelingen;

Opleiding en onderzoek;

Staf en administratie.

Tabel 1.4 geeft een overzicht van de directe economische betekenis van de

vier deelsectoren en van de Koninklijke Marine als geheel. De totale uitga­

ven bedroegen in 2001 € 1.44 miljard. Daarvan realiseerde de Koninklijke

Marine een toegevoegde waardeS van € 763 miljoen. Aangezien de Konink­

lijke Marine geen bedrijfsresultaat heeft en niet afschrijft, bestaat deze

toegevoegde waarde volledig uit loonkosten en indirecte belasting. In totaal

bood de Koninklijke Marine in 2001 werkgelegenheid aan 16 000 personen.

Dit is een daling ten opzichte van 1997, toen nog 18 000 personen9 bij de

Koninklijke Marine werkten.

7 Deze bestaat uit de uitgaven aan personeel, materieel en dienstverlening, inclusief de daarop drukkende belastingen.

8 Toegevoegde waarde is gedefinieerd als het verschil tussen de uitgaven en de aangekochte goederen en diensten.

9 Peeters, c., e.a .• De Koninkliike Marine: economische betekenis en structuur. Delft, Delft University Press, 1999.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 29-

Page 69: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Tabel 1.4: Directe economische betekenis van de Koninklijke Marine (2001)

<l) ~CJ a<j .~ "i) ot:: ~

~ I:: --0 rfJ I:: :;~ <l) ._ <l) ....

.8 ~ I:: ...... 00 ~ 0 rfJ - <l).J:: .S N a<j 'a "; ro I:: I:: u <l) .... .... .~ E "i) --0 <l) <..., ·S ~

<l) <l) ..... bedragen in € miljoen

p,~ ;:J2 1::--0 ro 0 :;E I:: o § ...... --0 o .s <l) ro VJ ro Eo-<

uitgaven rijksbegroting 915 218 85 225 1443

toegevoegde waarde 472 110 69 112 763

werkgelegenheid (personen) 9730 2590 1900 1820 16040

Bron: Po/icy Research Corporation

Tabel/.5 geeft de aandelen van de vier onderscheiden deelactiviteiten in de

directe economische betekenis weer. De Operationele taken vertegenwoor­

digen circa 63% van de uitgaven, 62% van de toegevoegde waarde en 61 %

van de werkgelegenheid. Zij zijn bijgevolg de omvangrijkste activiteit.

Tabel 1.5: Aandelen van de activiteiten in de directe economische betekenis van de Koninklijke Marine (2001)

uitgaven rijksbegroting

toegevoegde waarde

werkgelegenheid

Bron: Policy Research Corporation

63%

62%

61%

15%

14%

16%

6%

9%

12%

16%

15%

11%

100%

100%

100%

In deze indeling in deelsectoren zijn de investeringen in marineschepen

enigszins verborgen. Zij zijn voornamelijk onder operationele taken gerang­

schikt. In 200 I bedroeg het totaal uitgavenbedrag voor investeringen € 408

miljoen, waarvan € 232 miljoen voor het LeF-project.

- 30- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 70: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine

L5.2. INDIRECTE ECONOMISCHE BETEKENIS

Naast de toegevoegde waarde die binnen de Koninklijke Marine zelf wordt

gecreëerd, is er ook een uitstralingseffect naar de rest van de Nederlandse

economie. De activiteiten van de Koninklijke Marine doen immers ten

gevolge van investeringen en aankopen een vraag naar allerlei goederen en

diensten ontstaan bij de Nederlandse marinebouwcluster en andere toe­

leveringsbedrijven. Hierdoor wordt omzet, toegevoegde waarde en werkge­

legenheid gecreëerd. Op hun beurt kopen de leden van de Nederlandse

marinebouwcluster en de andere toeleveringsbedrijven goederen en dien­

sten bij hun eigen toeleveranciers. Dit leidt opnieuw tot creatie van toege­

voegde waarde, werkgelegenheid en aankopen et cetera. Al deze activiteiten

samen vormen de indirecte economische betekenis van de Koninklijke

Marine. Opgemerkt wordt dat enkel de Nederlandse toeleveranciers bijdra­

gen aan de indirecte economische betekenis van de Koninklijke Marine.

Buitenlandse toeleveranciers genereren economische effecten in hun eigen

land. De totale economische betekenis is de som van de directe en indirecte

betekenis.

In Tabel 1. 6 zijn de directe, indirecte en totale economische betekenis van

de Koninklijke Marine voor 2001 opgenomen. De indirecte betekenis is

berekend op basis van de kostenstructuur, aankoop- en investeringspatronen

uit 199710, welke toen zeer gedetailleerd en bottom-up door Policy

Research Corporation zijn samengesteld. De totale productie bedraagt € 2.1

miljard, waarvan € 0.65 miljard indirect in andere bedrijfstakken (onder an­

dere de scheepsbouw, machine-industrie, bouwnijverheid en energie). De

totale toegevoegde waarde bedraagt ongeveer € l.06 miljard; de Koninklij­

ke Marine biedt direct en indirect werk aan 21 200 personen. Uit Tabel 1.6

blijkt eveneens dat de totale economische betekenis van de Koninklijke

Marine meer dan 40% hoger ligt dan de directe betekenis.

10 Ibid.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 31 -

Page 71: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Tabel 1.6:

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Directe en indirecte economische betekenis van de Koninklijke Marine (2001)

...... (.) ...... <l) 0; (.) ....

<l) :a ('j

bedragen in e miljoen .... ...... :a .s 0 ......

productie 1443 647 2090 toegevoegde waarde 763 293 1 056 werkgelegenheid (personen) 16040 5 160 21200

Bron: Policy Research Corporation

L5.3. TERUGVLOEI NAAR DE OVERHEID

Een deel van de uitgaven van de Koninklijke Marine vloeit terug naar de

overheid ten gevolge van sociale premies betaald door de werknemers en

door de Koninklijke Marine, inkomstenbelasting betaald door de werkne­

mers, indirecte belastingen en vennootschapsbelasting in de private sector.

Daarenboven vloeit op dezelfde manier ook een deel van de indirect

gecreëerde toegevoegde waarde terug naar de overheid.

Tabel 1.7: Geschatte overheidsinkomsten (terugvloei) per activiteit (2001)

bedragen in € miljoen

direct

indirect totaal

Bron: Policy Research Corporation

194 78

273

46 24

69

28 3

31

69 12 81

337 117 454

Tabel J. 7 geeft een overzicht van de geschatte directe, indirecte en totale

terugvloei in 2001. Hieruit blijkt dat de totale terugvloei circa € 454 miljoen

- 32- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 72: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine

bedraagt. Daarvan is € 337 miljoen direct afkomstig van de Koninklijke

Marine en € 117 miljoen indirect.

1.5.4. CASE: ECONOMISCHE EFFECTEN VAN DE BOUW VAN DE M­FREGATTEN (1984-1997)

In dit hoofdstuk worden de economische effecten van de bouw van de M­

fregatten berekend. In de periode 1984-1997 heeft de Koninklijke Marine

een serie van acht M-fregatten (zie Figuur 1.9) laten bouwen ter waarde van

€ 1.6 miljard. Dit heeft niet alleen een belangrijke betekenis gehad voor

Defensie, maar ook voor de Nederlandse economie. Deze case illustreert

treffend de economische betekenis van de investeringen van de Koninklijke

Marine. Er wordt aangetoond dat de bouw van de marineschepen in Neder­

land een bijzonder positieve invloed heeft op de Nederlandse economie.

Figuur 1.9: M-fregat Hr. Ms. Van Nes

Bron: Koninklijke Marine

De beschouwde directe en indirecte effecten zijn productie (omzet), toege­

voegde waarde, werkgelegenheid en overheidsinkomsten ('terugvloei '). De

([) Stichting Nederland Maritiem Land - 33-

Page 73: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

berekeningen zijn gebaseerd op de kasrealisaties van de Koninklijke

Marine, voorcalculaties van de Koninklijke Schelde Groep ten behoeve van

de kostprijs, gerealiseerde manuren van de Koninklijke Marine, de EIS®II

voor de maritieme cluster van Policy Research en de nationale rekeningen

van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

De bouw van de M-fregatten creëerde in Nederland een totale toegevoegde

waarde van € 0.95 miljard, namelijk € 396 miljoen direct bij de Koninklijke

Schelde Groep en de Koninklijke Marine, en € 566 (= 355 + 211) miljoen

bij hun toeleveranciers. Daarenboven werd in Nederland een totale

werkgelegenheid van 17067 mensjaar gecreëerd, namelijk 6247 mensjaar

direct bij de Koninklijke Schelde Groep en de Koninklijke Marine, en

10 820 (= 6 484 + 4 336) mensjaar bij hun toeleveranciers (zie Figuur 1.10).

Bij buitenlandse toeleveranciers werd een totale toegevoegde waarde van €

227 miljoen gecreëerd en een werkgelegenheid van 4 500 mensjaar.

Een tweede effect van de bouw van de acht M-fregatten in Nederland is de

terugvloei. Per euro die de Nederlandse overheid aan de M-fregatten heeft

besteed, is 27 eurocent bij de overheid teruggekeerd ten gevolge van belas­

tingontvangsten l2 gegenereerd door de bouw van de fregatten. Op een totale

aankoopprijs van € 1.6 miljard betekent dit een terugvloei van € 430 mil­

joen en dus een netto kostprijs van € 1.17 miljard. De terugvloei is zowel

afkomstig van directe en indirecte toeleverende bedrijven in Nederlandl3 als

van de Koninklijke Schelde Groep en de Koninklijke Marine zelf. De toele­

veranciers zijn verder opgesplitst in drie groepen, met name onderdelen

producerende sectoren, overige industrie en dienstverlening. Figuur 1.11

geeft een overzicht.

11 Zie Peeters, c., e.a .. De Koninklijke Marine: economische betekenis en structuur, Delft, Delft University Press, 1999.

12 Het betreft onder andere loonbelasting, sociale premies, BTW, belasting op consumptie, vennootschapsbelasting en indirecte belasting op productie.

IJ Direct toeleverende bedrijven leveren rechtstreeks aan de Koninklijke Marine en de Koninklijke Schelde Groep. Zij bestellen op hun beurt weer goederen en diensten bij hun toeleveranciers et cetera. Dit zijn de indirecte toeleveranciers. De directe en indirecte toeleveranciers zijn onderverdeeld in drie categorieën, met name onderdelen producerende sectoren, overige industrie en dienstverlening.

- 34- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 74: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine

Figuur 1.10: Toegevoegde waarde in € miljoen en werkgelegenheid in mensjaar (1984-1997)

/ 262

TOEGEVOEGDE WAARDE

Totale projectomvang, KSG en KM samen:

€ 396 mln.

355 227

47 46

Onderde-overige dienst-

len produ indu- verle- buiten-

eerende strie ning landse

sectoren toeleve

J Nederlandse toele- ranciers

veranciers (direct)

211

17 49 145 onderdelen

produce- overige dienst-rende industrie verlening

sectoren

Nederlandse toeleveranciers (indirect)

Bron: Po/icy Research Corporation

© Stichting Nederland Maritiem Land

Î 4357

WERKGELEGENHEID

Totale projectomvang, KSG en KM samen:

6247 mensjaar

6484 4500

916 1210

Onderde-overige

len produ indu-

dienst-verle- buiten­

landse toeleve­ranciers

eerende strie ning

sectoren

Nederlandse toele-veranciers (direct)

4336

289 725 3321 onderdelen

produee- overige dienst-rende industrie verlening

sectoren

Nederlandse toeleveranciers (indirect)

- 35-

Page 75: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Figuur 1.11: Omzet en terugvloei naar de overheid M-fregatten in € miljoen (1984-1997)

l

Omzet

Totale projectomvang, KSG en KM samen (= totale

aankoopprijs 8 M-fregatten): € 1.6 mld.

842 358

617 12~ 97

onderde- dienst-overige len produ-

indu- verle- buiten-cerende sectoren strie ning landse

toeleve-Nederlandse toeleve- ranciers

ranciers (direct)

399

44 127 228 onderdelen

produce- overige dienst-rende industrie verlening

sectoren

Nederlandse toeleveranciers J (indirect)

Terugvloei

167

163

430

100

SCHATKIST

~ttokostPrijs

\,~=:aankOOpprijs­

terugvloei =€ 1.17 mld.

--------------

Bron: Policy Research Corporation

Tabel 1.8 geeft een nadere specificatie van de omzet, toegevoegde waarde

en werkgelegenheid gerealiseerd door elk van de drie hoofdgroepen toele­

veranciers bij de bouw van de M -fregatten.

- 36- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 76: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine

Tabel 1.8: Omzet, toegevoegde waarde en werkgelegenheid als gevolg van de bouw van de M-fregatten per toeleverende sector (1984-1997)

Om zet Toegevoegde Werkgelegenheid

(in € miljoen) Waarde (in mensjaar)

(in € miljoen)

0/) 0/) 0/) 0/) 0/) Cl) bi) bi) Cl)

.§ " " .§ " .§ " " " .B ,: 'e .B 'e '5 tl '5 'e .B v " u u u .B u u u v v .B " " " >- ~ >- >- u >- ~ >- >- " >- ~ >- >-~ " u "§ " ~

v '0

u "2 " ~ " '0 " -;:; u 0:; '0 0:; 0:; 0:; 0:; 0:; ü 0:; Ö ü

i:5 .9 .Ei .9 0

.9 i:5 .9 .Ei .9 0

.9 i:5 .9 .Ei .9 .9 I- I- I-

Toelevering scheepsbouw 207.2 19.0 226.2 79.3 7.3 86.6 1250 115 1 365

Telecommunicatie-apparatuur 201.0 6.1 207.2 96.5 2.9 99.4 1481 45 1 526

Meet- &

Regelinstrumentcn 156.4 3.5 159.9 66.9 1.5 68.4 I 328 29 I 357

Machines &

Apparaten 14.7 8.7 23.4 5.5 3.2 8.7 107 63 170

Kantoomachines &

Computers 26.9 1.8 28.7 9.8 0.7 10.4 119 127

Electrische machines & Apparaten 11.2 4.4 15.6 4.2 1.7 5.9 73 29 102 producerende sectoren 617.4 43.6 661.0 262.1 17.3 279.4 4357 289 4646

Basismetaal 7.5 23.6 31.1 2.8 7.8 10.6 42 117 159 Metaalproducten 76.5 28.8 105.3 28.8 10.8 39.6 652 245 897

Chemische producten 35.9 21.2 57.1 12.5 7.2 19.7 166 88 253

Delfstoffen & Energie 1.5 28.3 29.8 0.6 13.4 13.9 4 84 89

Landbouw & Voedingsmiddelen 0.1 4.7 4.8 0.0 1.6 1.6 0 32 32

Overige industrie 6.7 20.7 27.4 2.3 8.2 10.4 52 159 212

Overige industrie 128.2 127.3 255.5 46.9 49.0 95.9 916 725 I 641

Bouw & Installatie 55.9 19.3 75.2 23.8 7.4 31.1 718 213 930

Groot- & Detailhandel 10.7 71.4 82.1 8.5 42.9 51.4 159 I 142 I 302 Transport & Communicatie 3.1 21.1 24.2 1.9 14.1 16.0 37 207 244

Zakelijke diensten 23.7 98.7 122.4 9.3 70.3 79.6 247 1 548 I 796

N iet-zakelijke diensten 3.5 17.8 21.4 2.2 9.9 12.1 49 211 260

Dienstverlening 96.9 228.3 325.2 45.7 144.5 190.2 I 210 3 321 4532

Totaal 842.5 399.2 I 241.7 354.8 210.7 565.5 6484 4336 10820

Bron: Policy Research Corporation

© Stichting Nederland Maritiem Land -37-

Page 77: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

1.6. CONCLUSIE

Door een combinatie van hoogtechnologisch materieel, hoog opgeleide

bemanning en vernieuwende bemanningsconcepten is de Koninklijke

Marine in staat haar missie te realiseren en bovendien haar taken uit te

voeren met een minimum aan personeel ('reduced manning philosophy').

Vooral op dit laatste punt weet de Koninklijke Marine zich te onder­

scheiden van de andere vooraanstaande buitenlandse marines.

Door de nauwe relaties tussen de Koninklijke Marine en de manne­

bouwcluster in Nederland is een eigen zelfscheppende industrie ontstaan die

in staat is de meest geavanceerde fregatten te bouwen. Hierdoor heeft de

Koninklijke Marine de mogelijkheid eisen te stellen die leiden tot een

product dat technologisch zeer up-to-date is en dat perfect beantwoordt aan

de gestelde behoeften. Bovendien is een hoogtechnologisch fregat (LCF)

ruim 30% goedkoper dan in het buitenland (F124) omdat de risico's voor de

installatie van de SEWACO-systemen door de Koninklijke Marine worden

gedragen en niet door de industrie.

Een bijkomend voordeel van een eigen marinebouwcluster is dat de investe­

ringen in (kwalitatief) hoogstaand materiaal op deze manier ten goede

komen aan de eigen economie. De economische betekenis van de Ko­

ninklijke Marine vertaalt zich immers in een directe en indirecte werk­

gelegenheid van 21 000 personen en een totale toegevoegde waarde van €

1.1 miljard. Door haar marineschepen in Nederland te bouwen zorgt de

Koninklijke Marine voor nationale werkgelegenheid en toegevoegde waar­

de. Ten gevolge van de terugvloei naar de overheid via de belastingen lig­

gen de reële kosten van in Nederland aangekochte schepen voor de over­

heid nog eens circa 30% lager dan de betaalde, overeengekomen prijs.

Tot slot leidt de nauwe samenwerking tussen de Koninklijke Marine en de

bedrijven uit de Nederlandse marinebouwcluster tot wederzijdse kennis­

uitbreiding en innovatieve ontwikkelingen. Hierdoor ontstaat bijkomend

exportpotentieel voor de Nederlandse industrie. Dit wordt verder toegelicht

in Hoofdstuk 11.

- 38- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 78: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De relaties van de Koninklijke Marine en de Nederlandse marinebouwcluster

11. DE RELATIES VAN DE KONINKLIJKE MARINE EN

DE NEDERLANDSE MARINEBOUWCLUSTER

Nederland beschikt over een marinebouwcluster die in staat is een gecom­

pliceerd marineschip te ontwikkelen, te ontwerpen en te bouwen. Globaal

gezien bestaat de cluster uit drie groepen, te weten de kennisinstituten, de

industrie en de Koninklijke Marine. Hoofdstuk IJ gaat dieper in op deze

Nederlandse marinebouwcluster en meer in het bijzonder op de driehoeks­

relatie tussen de drie groepen uit de cluster, het productieproces van

marineschepen, de innovaties in de Nederlandse marinebouwcluster en de

afhankelijkheden binnen de cluster.

In Hoofdstuk IJ wordt aangetoond dat Nederland beschikt over een zelf­

scheppende industrie in eigen land en dat zij een specifieke en vrij unieke

rol heeft binnen deze Nederlandse marinebouwcluster. Meer bepaald

hanteert de Koninklijke Marine een eigen methode om tot innovatieve ont­

werpen te komen. In Hoofdstuk 11.2 wordt toegelicht welke taken zij vervult

in het productieproces van marineschepen. Zij is daarin zowel conceptueel

ontwerper, risicodrager als integrator. Hoofdstuk 11.3 belicht de impulsen

die de Koninklijke Marine aan de Nederlandse marinebouwcluster geeft op

het vlak van innovatie. Bijzondere aandacht gaat uit naar de spin-offs en

spil/-overs gerealiseerd door de Nederlandse marinebouwcluster als gevolg

van opdrachten uitgevoerd voor de Koninklijke Marine. Hoofdstuk 11.4 on­

derschrijft het belang van continuïteit in de bestellingen van de Koninklijke

Marine. Daarenboven wordt in Hoofdstuk 11 aangetoond dat ook de Konink­

lijke Schelde Groep een bijzondere positie heeft binnen de Nederlandse

marinebouwcluster.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 39-

Page 79: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

11.1. DRIEHOEKSRELATIE TUSSEN DE KONINKLIJKE MARINE,

KENNISINSTITUTEN EN INDUSTRIE

Achtereenvolgens komen aan bod de geschiedenis, de huidige spelers en de

dynamiek van de Nederlandse marinebouwcluster.

II.I.I. GESCHIEDENIS VAN DE NEDERLANDSE MARINEBOUWCLUSTER

Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog bestond er bij de Koninklijke

Marine een directe behoefte aan nieuw materieel. De vloot was ernstig

verzwakt en de resterende schepen waren veelal in slechte staat. Om in een

eerste behoefte te kunnen voorzien werd materieel overgenomen van de

Engelse en Amerikaanse marine, waar de Koninklijke Marine in de

oorlogsjaren intensief mee had samengewerkt. Ook werden in het kader van

het Marshallplan schepen beschikbaar gesteld door de Verenigde Staten.

Daarnaast startte de Koninklijke Marine nieuwbouwprogramma's op. Voor

de A- en B-klasse onderzeebootjagers werden ontwikkelde concepten van

de Britse marine overgenomen. Op sommige punten werden evenwel inno­

vaties gerealiseerd. Voor de ontwikkeling van radar- en vuurleidingsyste­

men werd in dit kader een intensieve samenwerking opgestart tussen de

Koninklijke Marine en Hollandsche Signaal Apparaten.

Figuur JI.1: Dolfijn Klasse

Bron: Koninklijke Marine

- 40- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 80: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De relaties van de Koninklijke Marine en de Nederlandse marinebouwcluster

Het eerste innovatief en geheel Nederlands ontwerp waren de drie cilinder

onderzeeboten uit 1954 (zie Figuur lI.1). Zij waren het resultaat van een

intensieve relatie tussen toegepast wetenschappelijk onderzoek, productont­

wikkeling en systeemintegratie. Verbeteringen zoals de eerste geavanceerde

onderzeeboot vuurleiding van Hollandsche Signaal Apparaten werden

hierbij geïntroduceerd.

Op het vlak van fregatten werd eind jaren 1950 het ontwerp van de Leander

fregatten aangekocht van de Britse marine (Van Speijk klasse). De wapen-,

communicatie- en commandosystemen van deze marineschepen werden

evenwel verder ontwikkeld in Nederland, waarbij Hollandsche Signaal

Apparaten wederom een belangrijke rol speelde.

Figuur 11.2: Geleide Wapen Fregat (Tromp Klasse)

Bron: Koninklijke Marine

Met het Geleide Wapen fregat (zie Figuur lI.2) werd een nieuwe generatie

fregatten volledig in Nederland ontwikkeld en gebouwd. Het sterk inno­

vatief karakter blijkt uit de toepassing van gasturbines (in samenwerking

met de Britse marine), een 3D radar systeem, automatisering, een uitgebreid

modelonderzoek naar de rompvorm en een verstelbare spoedinrichting van

© Stichting Nederland Maritiem Land - 41 -

Page 81: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader flrm

de schroef. Na het Geleide Wapen Fregat werden alle grotere oppervlakte­

schepen van de Koninklijke Marine in Nederland ontworpen en gebouwd.

Uit de kleine groep werven positioneerde de Koninklijke Schelde Groep

zich met het Geleide Wapen Fregat als hoofdaannemer. Deze rol wordt in

de jaren erna versterkt door de bouw van gespecialiseerde productie­

faciliteiten.

De Koninklijke Marine is dus na de Tweede Wereldoorlog geëvolueerd van

een marine die (ontwerpen van) haar schepen in het buitenland kocht naar

een marine die beschikt over een zelfscheppende industrie in eigen land. Dit

maakt het mogelijk de ervaringen van vorige projecten over te dragen naar

het volgende. Ook wordt op die manier een sterke synergie gecreëerd tussen

de ingenieurs en bouwers van de werf en van de SEW ACO-systemen, de

andere toeleveranciers, de onderzoekers van de kennisinstituten en de

ontwerpers van de Koninklijke Marine.

II.l.2. HUIDIGE SPELERS VAN DE NEDERLANDSE MARINEBOUWCLUSTER

Figuur 11.3: De Nederlandse marinebouwcluster

internationaal

Kennis­instituten

Bron: Policy Research Corporation

- 42-

Koninklijke Marine

Nederlandse

,/mannebouwcJuster ~

-- \J

© Stichting Nederland Maritiem Land

Page 82: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De relaties van de Koninklijke Marine en de Nederlandse marineboulVcluster

Zoals reeds vermeld bestaat de Nederlandse marinebouwcluster uit drie

groepen, met name de Koninklijke Marine, de kennisinstituten en de in­

dustrie. Dit wordt weergegeven in Figuur lI.3. Hierna wordt elk van deze

groepen in detail besproken en wordt voor elke groep dieper ingegaan op de

belangrijkste spelers, de relaties met de andere groepen binnen de marine­

bouwcluster en de voordelen die een cluster biedt.

II.I.2.1. Koninklijke Marine

In de Nederlandse marinebouwcluster vervult de Koninklijke Marine een

specifieke en internationaal gezien vrij unieke rol. Zij is namelijk zowel

conceptueel ontwerper, risicodrager als integrator. Een groot aantal taken in

het voortbrengingsproces van de marine schepen worden dan ook uitgevoerd

door de Koninklijke Marine. Het betreft onder andere het initiëren en be­

geleiden van wetenschappelijk onderzoek, het produceren van het scheeps­

en SEW ACO-ontwerp (conceptueel en functioneel), het ontwikkelen,

ontwerpen en produceren van de militair-operationele software, het verwer­

ven van platform- en SEW ACO-systemen, het leveren van technisch advies

tijdens de engineering en productie van het marineschip en het onderhouden

van internationale contacten. Er wordt dieper ingegaan op de verschillende

rollen die de Koninklijke Marine vervult in het vervolg van Hoofdstuk 11.

lI.I.2.2. Kennisinstituten

De Nederlandse marinebouwcluster beschikt over een complete kennis­

infrastructuur; alle disciplines die nodig zijn om een marineschip te

ontwikkelen en te ontwerpen, zijn aanwezig. Belangrijke partijen zijn TNO

(Defensieonderzoek), MARIN en de technische universiteiten. Door de

oprichting van het Maritiem Kennis Centrum (een overeenkomst tussen

TNO, TU Delft, KIM en MARIN) wordt bovendien de verspreide kennis en

kunde op maritiem gebied gebundeld.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 43-

Page 83: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader jirm

De meeste kennis instituten hebben een internationaal netwerk uitgebouwd

waarbinnen kennisuitwisseling plaatsvindt. Op internationaal vlak genieten

een aantal instituten groot aanzien in hun vakgebied. Zo voeren bijvoor­

beeld MARIN en TNO gemeenschappelijk onderzoek uit met de Ameri­

kaanse marine op het vlak van onderwater akoestiek, schroefontwerp en

schokbestendige constructies.

De relatie tussen de kennisinstituten en de Koninklijke Marine heeft het

karakter van een vertrouwensrelatie en wordt gekenmerkt door 'push and

pull '. De Koninklijke Marine formuleert een behoefte en brengt haar opera­

tionele ervaring in, terwijl de kennisinstituten technologieën ontwikkelen

om aan de gestelde behoefte te kunnen voldoen. Deze relatie is voor de

meeste kennisinstituten onmisbaar op het vlak van kennisontwikkeling (zie

ook Hoofdstuk 11.4.J). Bovendien stelt de relatie met de Koninklijke Marine

hen in staat deel uit te maken van samenwerkingsverbanden met buiten­

landse marines zoals bijvoorbeeld het CRN (Cooperative Research Navies).

Anderzijds gebeurt het ook dat de kennisinstituten kennis (verder) hebben

ontwikkeld in het kader van andere (militaire of civiele) projecten en nadien

toepassen in projecten voor de Koninklijke Marine.

In het algemeen hebben de kennisinstituten geen sterke rechtstreekse relatie

met de industriële partijen. De kennis die de kennisinstituten in het kader

van onderzoek voor de Koninklijke Marine hebben ontwikkeld, wordt door

de industriële partijen gebruikt voor hun productontwikkeling. Dit was

onder andere het geval met de door TNO ontwikkelde en door Imtech

Marine & Offshore opgeleverde intelligente adviesfuncties bij platform­

automatisering voor het LCF.

Hierna worden de twee meest prominente kennisinstituten uit de Neder­

landse marinebouwcluster besproken, met name MARIN en TNO Defensie­

onderzoek.

- 44- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 84: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De relaties van de Koninklijke Marine en de Nederlandse marinebouwcluster

al MARIN

Het Maritiem Research Instituut Nederland in Wageningen/Ede is een onaf­

hankelijke stichting met als doel onderzoek op het vlak van hydrodynamica.

Met behulp van computerberekeningen, modelproeven en metingen op ware

grootte, doet MARIN onderzoek en adviesverlening op het vlak van onder

andere de rompvorm optimalisatie, het schroefontwerp (zie ook Figuur !I.4),

trillingen, geluid en energiebesparing, het manoeuvreren en scheepsbewe­

gingen. Sinds haar oprichting in 1932 is MARIN uitgegroeid tot één van de

grootste onafhankelijke instituten ter wereld in haar vakgebied en beschikt

het over tien training- en testfaciliteiten. Wetenschappelijk onderzoek wordt

uitgevoerd voor de maritieme industrie wereldwijd (scheepswerven, rederij­

en, marines et cetera).

Figuur H.4: Voorbereiding testen geruisarme schroef door MARIN

Bron: MARIN

MARIN maakt deel uit van verschillende nationale netwerken zoals het

Maritiem Kennis Centrum, Nederland Maritiem Land (Maritiem Innovatie

Forum) en werkt ook samen met onder andere TU Delft, Universiteit Twen­

te, Rijksuniversiteit Groningen, TU Eindhoven en Centrum voor Wiskunde

en Informatiekunde. Op internationaal vlak participeert MARIN onder

© Stichting Nederland Maritiem Land - 45-

Page 85: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

andere in COREDES (de R&D werkgroep van de European Shipbuilding

Association), de Cooperative Research Ships (CRS) en CRN. Joint industry

projecten worden steeds belangrijker.

Ten behoeve van de Koninklijke Marine verricht MARIN regulier project­

onderzoek voor nieuwbouwprojecten. Daarnaast wordt ook specifieke

hydrodynamische kennis ontwikkeld nodig om de Koninklijke Marine op

(middel)lange termijn te ondersteunen bij de ontwikkeling en de instand­

houding van de vloot. De meeste onderzoeksprogramma's zijn instituut­

overschrijdend (nationaal of internationaal). MARIN is voor minder dan

10% van haar omzet direct afhankelijk van de Koninklijke Marine.

bi TNO Defensieonderzoek

De Nederlandse organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk

Onderzoek is een onafhankelijk kennisinstituut met een aparte divisie

'Defensieonderzoek' (TNO DO). Deze heeft een sterke band met het Minis­

terie van Defensie en assisteert hen met onderzoek en bijdragen aan

technologische ontwikkeling. Civiele partijen kunnen ook beroep doen op

TNO DO. Het grootste deel van de kennis en kunde van TNO DO bevindt

zich in drie gespecialiseerde onderzoeksinstituten:

- TNO Fysisch en Elektronisch Laboratorium (TNO FEL) te Den Haag;

TNO Prins Maurits Laboratorium (TNO PML) te Rijswijk;

- TNO Technische Menskunde (TNO TM) te Soesterberg.

Op het vlak van marinebouw heeft TNO DO een belangrijke rol voor wat

betreft de toegepaste technologieën. Van de onderzoeksopdrachten voor de

Koninklijke Marine wordt circa 25% besteedt aan kennisontwikkeling en

75% aan de specifieke onderzoeksvragen. TNO DO realiseert ongeveer

20% van de omzet van TNO. De Koninklijke Marine is goed voor 30 à 40%

van de TNO DO omzet en dus circa 5% van de omzet van TNO.

- 46- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 86: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De relaties van de Koninklijke Marine en de Nederlandse marinebouwcluster

TNO is lid van verschillende kennisclusters met als doel kennis te ontwik­

kelen, te bundelen, door te geven en te behouden. Op nationaal vlak betreft

het onder andere het Maritiem Kennis Centrum, DECIS (Delft Cooperation

on Intelligent Systems) en Nederland Radarland. Internationaal heeft TNO

een uitgebreide kennisrelatie opgebouwd met buitenlandse netwerken zoals

de NATO (RTO Research and Technology Organisation), 'data exchange

agreements' met research afdelingen van andere marines (onder andere

Verenigde Staten en Duitsland) en samenwerkingsovereenkomsten met

bijvoorbeeld Zweden, Noorwegen, Canada, het Verenigd Koninkrijk en

Frankrijk. Daarnaast is TNO DO actief in een groot aantal R&D pro­

gramma's, onder andere Weag (EUCLID) en in CODEMA-projecten.

11.1.2.3. Industrie

Op het vlak van de nieuwbouw heeft de Koninklijke Marine een bijzondere

band met twee industriële partijen, namelijk de Koninklijke Schelde Groep

en Thales Nederland. In de laatste decennia contracteerde de Koninklijke

Marine voor het scheepsplatform enkel de Koninklijke Schelde Groep, die

op haar beurt voor specifieke onderdelen andere bedrijven subcontracteert.

Met betrekking tot de SEW ACO-systemen is er sprake van onder meer

Government Furnished Equipment en van Government Furnished

Information I• Figuur J1.5 illustreert dit, evenals het feit dat de Koninklijke

Marine (CAMS) zelf de software-integratie van SEW ACO-systemen en de

ontwikkeling van de combat management systems doet. Hoofdstuk 11.2 gaat

dieper in op het productieproces van marineschepen in Nederland.

In nieuwbouwprojecten wordt over het algemeen door de Koninklijke Marine de SEW ACO-apparatuur aangeleverd aan de werf ofwel de bouwmeester. die verantwoordelijk is voor het plaatsen en aansluiten van deze apparatuur aan boord in overeenstemming met het scheepsbestek. Ter voorbereiding hierop wordt in de ontwerpfase de benodigde informatie toegeleverd aan de bouwmeester de zogenaamde Government Furnished lnformation (GFI). Hierbij valt te denken aan onder andere ruimteindelings­tekeningen, maatschetsen, leidingschema's. aderaansluitlijsten etc. Op grond hiervan wordt bijvoorbeeld de loop van kabels door het schip bepaald. In de afbouwfàse wordt aUe apparatuur inclusief connectoren door de Koninklijke Marine geleverd aan de bouwmeester, de zogenaamde Government F urnished Equipment (GFE). Het betreft vele duizenden artikelen, schema's. tekeningen en overzichtlijsten.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 47-

Page 87: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Figuur 11.5:

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Contractpartijen bij nieuwbouw van een marineschip in Nederland

Î 'l Koninklijke Marine

r-Platfo~--~ .1- -SEWACO: ~1 (co~batM~nagem~ntl

I - Govemment Fumished LJ Systemen (mtegrahe): I

Koninklijke Schelde Equipment I L I Groep ) Govemment Fumished I Koninklijke Marine I \. ~ "'- Information ) (CAMS))

///. '~ ,( .v ~ ~. '"

Marinebouwc1uster

Bron: Policy Research Corpora/ion

Thales '; (Internationale) wapen­

',en communicatiec1uster.

De relatie tussen de industriële partijen en de kennisinstituten verloopt in

het algemeen via de Koninklijke Marine, die de industrie de kennis ontwik­

keld door de instituten ter beschikking stelt teneinde productinnovaties te

bewerkstelligen. Deze gefinancierde kennisontwikkeling is voor de indu­

striële partijen één van de grote voordelen van de Nederlandse marine­

bouwcluster. Andere voordelen van de marinebouwcluster zijn de ervaring

die samen is opgebouwd en het feit dat de verschillende partijen gewend

zijn samen te werken.

In wat volgt, wordt eerst de Koninklijke Schelde Groep besproken. Daarna

komen verschillende andere belangrijke industriële partijen aan bod die deel

uitmaken van de Nederlandse marinebouwcluster, namelijk Thales Neder­

land, Imtech Marine & Offshore, Hertel Marine Services, Rohde &

Schwarz Nederland, Stork Bronswerk, Rexroth Hydraudyne en Wärtsilä.

- 48- !iJ Stichting Nederland Maritiem Land

Page 88: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De relaties van de Koninklijke Marine en de Nederlandse marinebouwcluster

al Koninklijke Schelde Groep

Sinds het midden van de jaren 1970 heeft de Koninklijke Schelde Groep

alle grote oppervlakteschepen voor de Koninklijke Marine geleverd (onder

andere de GW-, S- (zie Figuur II.6), L- en M-fregatten, de LCF-fregatten,

de AOR en de LPD 1). In de loop der jaren is er een echte partnershiprelatie

opgebouwd tussen beide partijen.

Figuur 11.6: S-fregat

Bron: Koninklijke Marine

De Koninklijke Schelde Groep treedt op als hoofdaannemer van de Ko­

ninklijke Marine en stuurt alle partijen met betrekking tot het platform­

gedeelte aan. In tegenstelling tot de beginperiode van de samenwerking

tussen de Koninklijke Schelde Groep en de Koninklijke Marine, is het niet

meer de Koninklijke Marine die het platformsysteemontwerp aanstuurt.

Deze taak is overgenomen door de Koninklijke Schelde Groep. Figuur 11.7

geeft een beeld van de werf van de Koninklijke Schelde Groep, met het

LCF 'De Zeven Provinciën' in afbouw.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 49-

Page 89: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Figuur 11.7: Werf van de Koninklijke Schelde Groep, met het LeF in afbouw

Bron: Koninklijke Schelde Groep

De Koninklijke Marine staat in voor het conceptueel en functioneel ontwerp

van nieuwe marineschepen, terwijl de Koninklijke Schelde Groep - naast

de bouw - het systeemontwerp, het detailontwerp, de aansturing van de toe­

leveranciers en de integratie van de platformsystemen voor haar rekening

neemt (zie ook Hoofdstuk 11.2). Ten gevolge van deze evolutie naar project­

manager en integrator concentreert de scheepswerf zich nu zoveel mogelijk

op haar kernactiviteiten en subcontracteert ze veel aan gespecialiseerde

firma's. De Koninklijke Schelde Groep stuurt hiermee een deel van de

Nederlandse marinebouw. Zij creëert een klimaat waarin de verschillende

partijen uit de cluster met elkaar durven ondernemen en samenwerken. Op

dit vlak kan een parallel worden getrokken met de berging van de Kursk,

waar onder andere Mammoet, Smit International, Krylov Shipbuilding

Research Institute en Sevmash hebben samengewerkt.

Momenteel is de Koninklijke Schelde Groep voor circa 75% van haar

omzet afhankelijk van de Koninklijke Marine.

- 50- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 90: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De relaties van de Koninklijke Marine en de Nederlandse marinebouwc/uster

bi Thales Nederland

Thales Nederland is het vroegere N.V. Hollandsche Signaal Apparaten, dat

in 1990 door de Franse groep Thomson eSF is overgenomen en in 2000 is

omgedoopt tot Thales Nederland. De onderneming biedt een veelvoud van

(hoogtechnologische ) producten. De belangrijkste zijn command & contra/­

systemen, radarsystemen, sensorsystemen, communicatiesystemen en cryo­

genics (koelers). De ontwikkeling en productie gebeuren volledig in Neder­

land.

Voor wat betreft radarsystemen heeft Thales Nederland als enige leveran­

cier in Nederland een feitelijke monopoliepositie. Het bedrijf speelt in deze

markt ook op internationaal vlak een leidende rol. Deze leidende positie is

ook te danken aan de nauwe relaties met kennisinstituten en Koninklijke

Marine. Onlangs is deze samenwerking verankerd met de oprichting van het

platform Nederland Radarland.

Figuur 11.8: Goalkeeper

Bron: Thales Nederland

Belangrijke innovaties die Thales Nederland in het kader van de bouw van

een marineschip voor de Koninklijke Marine heeft ontwikkeld zijn het

© Stichting Nederland Maritiem Land - 51 -

Page 91: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

goalkeepersysteem (zie Figuur 1I.8) en de APAR. Hoofdstuk 11.3 gaat

dieper in op deze innovaties.

cl Imtech Marine & Offshore

Imtech Marine & Offshore (voorheen Van Rietschoten & Houwens) maakt

deel uit van Tmtech en is een maritieme systeemintegrator op het vlak van

onder andere de brug (zie Figuur 1I.9), platformautomatisering, elektrische

voortstuwing, elektrische opwekking en -distributie, HV AC2 en elektrische

installatie.

Iets minder dan de helft van de omzet wordt gerealiseerd met defensieop­

drachten. De Koninklijke Marine neemt ongeveer 75% van het defensiestuk

voor haar rekening. Daarnaast levert Imtech Marine & Offshore aan buiten­

landse marines waaronder die van België, Singapore, Duitsland, Taiwan,

het Verenigd Koninkrijk en Indonesië. Imtech Marine & Offshore heeft

vestigingen in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk en Singapore.

Figuur 11.9: Mock-up brug LeF

Bron: TNO

, Heating. Ventilation and AirConditioning.

- 52- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 92: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De relaties van de Koninklijke Marine en de Nederlandse marinebouwcluster

dl Hertel Marine Services

Hertel Marine Services is een onderdeel van Hertel B.V. en levert isolatie­

materiaal en accommodaties (wanden, plafonds, vloeren, sanitair, meubi­

lair, keuken, koel- en vriescellen, et cetera) voor de nieuwbouwprojecten

van de Koninklijke Marine (zie ook Figuur II.1 0 voor de inrichting van het

LPD2). Daarnaast wordt ook aan civiele partijen geleverd en aan buiten­

landse marines (ongeveer 70% van de omzet). Hertel Marine Services heeft

een vestiging in Noorwegen, maar het grootste deel van de productontwik­

keling gebeurt in Nederland. De installatiewerkzaamheden vinden plaats op

de werf of aan boord.

Figuur 11.10: Inrichting LPD2

Bron: Hertel

el Stork Bronswerk

Stork Bronswerk is een onderdeel van de Nederlandse groep Stork N.V.,

operationele eenheid 'Technical Services' met vestigingen in Amersfoort en

Montréal. Het is een systems integrator op het gebied van HV AC (inclusief

luchtfiltersystemen, zie Figuur II.11) en koelingsystemen, zowel maritiem,

© Stichting Nederland Maritiem Land - 53-

Page 93: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

industrieel als voor grote objecten zoals luchthavens en ziekenhuizen. De

engineering van de systemen, die altijd tailor made zijn, gebeurt in

Nederland. Voor de installatie wordt vaak beroep gedaan op lokale partijen.

Momenteel is Stork Bronswerk voor 20 à 30% van haar omzet afhankelijk

van de Koninklijke Marine, wat veel minder is dan enkele jaren geleden.

Figuur 11.11: NBC-filter

Bron: Stork Bronswerk

jl Rohde & Schwarz Nederland

Rohde & Schwarz is een Duits concern met activiteiten zoals 'test &

measurement', communicatiesystemen, broadcasting en monitoring. Hoe­

wel het bedrijf wereldwijd vestigingen heeft, gebeurt alle productie van

goederen in Duitsland. De R&D gebeurt hoofdzakelijk in Duitsland, maar

ook in andere vestigingen. De systeemengineering gebeurt in de lokale

vestigingen. Rohde & Schwarz Nederland levert ongeveer evenveel civiel

als militair. De omzet ten gevolge van leveringen aan de Koninklijke

Marine varieert sterk.

- 54- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 94: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De relaties van de Koninklijke Marine en de Nederlandse marinebouwcluster

g/ Rexroth Hydraudyne

Hydraudyne in Boxtel bestaat reeds sedert 1954. Na achtereenvolgende

overnames heet het bedrijf nu Rexroth Hydraudyne B.V. Het levert wereld­

wijd onder andere hydraulische scheepslift- en bewegingssystemen. Het

ontwerp gebeurt steeds in Nederland, evenals de R&D. Bijkomend worden

te Boxtel cilinders geproduceerd.

De afdeling 'naval systems' levert aan marines wereldwijd onder andere

complete UNREP-systemen3 (zie Figuur 11.12), helikoptertransportsyste­

men, radarstabilisatie systemen en arrestor systemen voor vliegtuigen op

aircraji carriers. Ongeveer 5% van de omzet wordt gerealiseerd met

opdrachten voor de Koninklijke Marine.

Figuur 11.12: UNREP-systeem

Bron: Koninklijke Marine

J UNderway REPlcnishment.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 55-

Page 95: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

hl Wärtsilä

Wärtsilä is een Fins concern met vele internationale vestigingen, waaronder

Nederland, gespecialiseerd in motoren voor de maritieme industrie (zie

Figuur Il.J3) en power generation. In 2002 werd in Nederland een grote

reorganisatie doorgevoerd waarbij alle productiecapaciteit werd opgeheven

en de activiteiten werden beperkt tot verkoop en after sales. Ook in 2002

werd John Crane Lips, dat voortstuwingssytemen produceert, overgenomen.

Beide afdelingen van Wärtsilä realiseren maximum 3% van hun omzet ten

gevolge van verkopen aan de Koninklijke Marine (dit loopt via de Konink­

lijke Schelde Groep).

Figuur 11.13: W26ST-motor

Bron: Wärtsilä

ILl.3. DYNAMIEK IN DE NEDERLANDSE MARINEBOUWCLUSTER

ILl.3.1. Internationalisering

De internationalisering van de Nederlandse marinebouwcluster uit zich op

verschillende manieren. Ten eerste zijn verschillende Nederlandse bedrij­

ven overgenomen door internationale concerns, wat getuigt van de

buitenlandse interesse voor Nederlandse kennis. Zo maakt Hydraudyne nu

- 56- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 96: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De relaties van de Koninklijke Marine en de Nederlandse marinebouwcluster

deel uit van een Duits concern en kwam Lips eerst in Britse en later in Finse

handen. Deze evolutie wordt geïllustreerd in Figuur II.14.

Figuur 11.14: Internationalisatie van de Nederlandse marinebouwcluster t.g.v. overnames

~'" ( Duitsland )

Hydraudyne -7 Rexroth H ydraudyne

Bron: Policy Research Corporation

~

Hollandsche Signaal Apparaten -7 Thales

Nederland

Verenigd Koninkrijk

John Crane Lips -7 Wärtsilä

Zoals reeds vermeld, is Hollandsche Signaal Apparaten nu onderdeel van

het wereldwijde Thales. De Koninklijke Schelde Groep werd overgenomen

door een Nederlandse groep, Damen Shipyards Group. Figuur II.15 gaat

dieper in op de geschiedenis van de twee industriële hoofdrolspelers uit de

Nederlandse marinebouwcluster. Als onderdeel van een groter concern

heeft men schaalvoordelen onder andere op het vlak van marketing en

R&D.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 57-

Page 97: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Figuur 11.15: Geschiedenis Koninklijke Schelde Groep en Thales Nederland

Koninklijke Schelde Groep

1875: oprichting Schelde, Scheepsbouw~ 1 . en .Wer.ktuigenfabriek i

1966: fusie Rijn-Schelde-Verolme

1983: RSV failliet, KSG aandelen naar Staat/Provincie

2000: overgenomen door Nederlandse ~!.oe~ pamen Shipyard.s.

Bron: Policy Research Corporation

Thales Nederland

1922: oprichtingN.V. Hazemeyer's l Fabriek van SigIl~~apparaten

Na WOU: NV Hollandsche . _S~g.naa~éipP!rat.eIl( overheidsbe~rij.9

1956: Philips wordt grootste aandeelhouder

1990: overgenomen door Frans I bedrijf Thomson-CSF J --~~ ..... ---.---._--

2000: naamsverandering in Thales Nederland

Een tweede manier waarop de internationalisering tot uiting komt betreft

het feit dat ook de Nederlandse bedrijven uit de marinebouwcluster vesti­

gingen hebben in het buitenland, al dan niet via overnames. Dit biedt

voordelen op het vlak van marketing, inkoop et cetera. Imtech Marine &

Offshore heeft bijvoorbeeld vestigingen in het Verenigd Koninkrijk,

Singapore en Duitsland.

II.l.3.2. Productie

Er zijn op het vlak van de productie nog een aantal andere evoluties waar te

nemen. De belangrijkste is dat de Koninklijke Schelde Groep steeds meer

uitbesteedt aan haar onderaannemers door completere deelsystemen aan te

- 58- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 98: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De relaties van de Koninklijke Marine en de Nederlandse marinebouwcluster

kopen (bijvoorbeeld dieselgenerator units, koelunits en volledige inrichting

accommodatie). De toeleveranciers hebben dus een grotere rol gekregen.

Daarnaast is door verbeterde productiemethoden de prijs van het scheeps­

casco sterk gedaald'. Ook het gebruik van commercial ofJ the shelf equip­

ment daar waar geen strikt militaire eisen worden gesteld heeft tot

aanzienlijke kostenbesparingen geleid over de laatste jaren. Hier is duidelijk

sprake van de wisselwerking tussen civiele scheepsbouw en marinebouw

als bijproduct van de bouw van koopvaardijschepen door de Koninklijke

Schelde Groep sinds 1990. Hierdoor is het relatieve aandeel van het

SEW ACO-gedeelte in de kostprijs van het marineschip gestegen van 40%

bij de Geleide Wapen fregatten tot 60% bij het LCF. Overigens is het

SEW ACO-aandeel afhankelijk van de taak. Het ligt aanmerkelijk lager (l0

à 20%) bij kustwachtschepen, tankers en Landing Platforms Doek.

De Nederlandse marinebouwcluster kent geen wapenproducent waardoor de

wapensystemen voor Nederlandse marineschepen meestal in het buitenland

worden gekocht5•

II.l.3.3. Export

Ook op het vlak van de export zijn een aantal trends waar te nemen. De

meest in het oog springende is dat de industriële partijen uit de Nederlandse

marinebouwcluster de laatste jaren in het buitenland vaak enkel de

engineering en de key components leveren (hoogwaardige pakketten), ter­

wijl de installatie door lokale partijen gebeurt. Dit is onder andere het geval

voor Imtech Marine & Offshore en voor Hertel Marine Services. Een ander

voorbeeld betreft de Coast Guard Cutter. Damen Shipyards heeft tien exem­

plaren geëxporteerd, waarvan zeven volledig. Voor de andere drie worden

bouwpakketten geëxporteerd (zie ook Hoofdstuk IV3).

De kost per ton van het casco van het LeF bedraagt 55% van die van het Geleide Wapen fregat. Met uitzondering van de Goalkeeper van Thales Nederland.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 59-

Page 99: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Daarnaast is het opmerkelijk dat industriële partijen uit de Nederlandse

marinebouwcluster in het buitenland geregeld zowel apart als samen een

offerte indienen in verband met de bouw van marineschepen. De Konink­

lijke Schelde Groep faciliteert bedrijven uit de Nederlandse marinebouw­

cluster door ze in haar offertes mee te nemen.

Figuur 11.16: Aandeel militair-maritieme export in totale omzet van de belang­rijkste industriële partijen in de Nederlandse marinebouwcluster

Hertel

Wärtsilä

KSG

Imtech Marine en Offshore

Bron: Policy Research Corporation

De laatste jaren hebben verschillende bedrijven bewust meer de focus

gelegd op export. Bedoeling is te anticiperen op de discontinuïteit in de

bestellingen van de Koninklijke Marine door minder afhankelijk te zijn van

de omzet van de Koninklijke Marine (onder andere Stork Bronswerk en

Imtech). Figuur II.16 geeft een overzicht van het aandeel van de militair­

maritieme export in de totale omzet van verschillende industriële partijen

uit de Nederlandse marinebouwcluster.

- 60- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 100: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De relaties van de Koninklijke Marine en de Nederlandse marinebouwcluster

De militair-maritieme export van de Nederlandse marinebouwcluster is, net

zoals de productie, sterk variërend in de tijd. De keten van ontwikkeling en

bouw van marineschepen is geen continuüm, noch in Nederland, noch in

het buitenland. Op basis van een vijfjarig gemiddelde van de hoofdrolspe­

lers uit de Nederlandse marinebouwcluster en cijfers over de wapenexport­

vergunningen kan evenwel gesteld worden dat de Nederlandse marine­

bouwcluster jaarlijks voor circa € 250 miljoen militair-maritieme export

realiseert. Gedurende de afgelopen tien jaar bedroeg dit aldus in totaal circa

€ 2.5 à 3 miljard.

11.2. HET PRODUCTIEPROCES VAN MARINESCHEPEN

De manier waarop in Nederland marineschepen worden gebouwd, is vrij

uniek. Dit betreft de manier waarop door de verschillende partijen wordt

samengewerkt en waarop de taken zijn georganiseerd, evenals de wijze

waarop de verantwoordelijkheden en risico's zijn verdeeld. Hieruit zal

blijken dat het productieproces van marineschepen veel langer duurt en

complexer verloopt dan het productieproces van zelfs de meest complexe

civiele schepen zoals cruiseschepen.

In wat volgt worden de drie materieel-logistieke processen van de Konink­

lijke Marine toegelicht, met name het 'voorzien in', het 'instandhouden' en

het 'afstoten' (zie Figuur 11.17).

Figuur 11.17: De drie materieel-logistieke processen van de Koninklijke Marine

voorzien in

Bron: Policy Research Corporation

" " " " instandhouden )" afstoten / /

/

De focus ligt in dit hoofdstuk op het productieproces van marineschepen,

wat door de Koninklijke Marine het 'voorzien in' proces wordt genoemd.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 61 -

Page 101: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Dit is in Nederland heel anders georganiseerd dan in het buitenland. Er zal

worden aangetoond dat de Koninklijke Marine instaat voor een groot aantal

taken zoals het conceptueel ontwerp, de systeemintegratie en het bijhorende

technisch risico.

lI.2.1. PRODUCTIEPROCES ('VOORZIEN IN')

Het 'voorzien in' proces betreft het (projectmatig) realiseren van nieuw

materieel en omvat zes verschillende fasen:

- Constatering behoefte;

- Conceptstudie;

Haalbaarheidsstudie;

Projectdefinitie;

- Engineering;

- Productie.

Daarnaast vindt continu kennisopbouw plaats, onafhankelijk van de fase

waarin het 'voorzien in' proces zich bevindt. TNO, MARIN en de uni­

versiteiten voeren voortdurend onderzoek uit voor de Koninklijke Marine in

het kader van kennisontwikkeling. Uiteraard plaatst de Koninklijke Marine

dit steeds in het licht van de door haar geanalyseerde evolutie van de

dreiging (zie ook Hoofdstuk II.2.I.I).

Figuur II.I8 geeft een schematisch overzicht van de verschillende fasen

evenals hun tijdsduur en belangrijkste output. In de praktijk volgen deze zes

fasen elkaar niet chronologisch op, maar zijn overlappingen mogelijk en

vindt ook regelmatig terugkoppeling plaats. Gemiddeld neemt het proces

voor realisatie van een fregat in totaal tien jaar in beslag. Ook voor het

eerste LCF was dit 10 jaar. Hierna wordt elke fase uit het proces toegelicht.

- 62- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 102: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De relaties van de Koninklijke Marine en de Nederlandse marinebouwcluster

Figuur 11.18: Het 'voorzien in' proces van de Koninklijke Marine

<011"l1li1------------- kennisopbouw -------------III>~

Bron: Policy Research Corporafion

\\ \~ \ \ \ \

haalbaar- \ \, heidsstudie / /

I

11.2.1.1. Constatering behoefte

Op basis van operationele ervaring, informatie uit internationale verbanden

zoals de NATO en dreigingsanalyses formuleert de Koninklijke Marine

(Marstaf) een operationele taakstelling. Dit houdt in dat ze analyseert waar

in de toekomst (politieke) vraag naar zal zijn en definieert op welke warfare

areas zij zich als Nederlandse krijgsmacht wil richten. Deze beslissing heeft

belangrijke implicaties voor de behoeften op het vlak van het platform en

de SEW ACO-systemen. Een keuze voor extra vervoerscapaciteit zal

immers andere platformeigenschappen en wapen- en sensorsystemen verei­

sen dan de keuze voor een mijnenveger.

In deze fase, die twee à drie jaar in beslag neemt, worden in het algemeen

nauwelijks industriële partijen betrokken. Wel worden onderzoeksinstituten

ingeschakeld om bijvoorbeeld operations research uit te voeren naar de

invloed van bepaalde wapensystemen in verschillende scenario's. Gemaak­

te keuzes geven bovendien aanleiding tot het intensiveren van het reeds

lopende onderzoek in bepaalde gebieden.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 63-

Page 103: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

IL2.1.2. Conceptstudie

In de conceptstudie fase wordt door de Directie Materieel van de Konink­

lijke Marine het conceptueel ontwerp opgesteld op basis van de door de

Marstaf gestelde operationele behoefte. Deze betreft zowel het platform, de

systeemintegratie als de SEW ACO-systemen en wordt vastgelegd in een

zogenaamde stafdoelstelling. Het conceptuele ontwerp geeft de prestaties

van het marineschip op hoofdlijnen aan, in combinatie met de daaraan ver­

bonden kosten. Wanneer in het kader van een behoefte aan extra vervoers­

capaciteit verschillende concepten worden onderzocht, kan op het vlak van

de voortstuwing bijvoorbeeld worden gekeken naar elektrische voortstu­

wing. Hierop volgen studies over de energiehuishouding, het rendement, de

indeling en de manoeuvreereigenschappen van het schip, evenals naar de

gevolgen van de gemaakte keuzes voor de productie.

Er wordt in deze één à drie jaar durende fase eveneens een inschatting ge­

maakt van de aanschaffings- en levenscycluskosten. Een belangrijk element

in de conceptstudie fase is de rol van de bemanning, gegeven de 'reduced

manning philosophy' van de Koninklijke Marine en de kostenbesparingen

die dit met zich kan meebrengen.

Het integrale conceptuele ontwerp wordt opgesteld door de Directie

Materieel, en meer in het bijzonder door de afdelingen CAMS, WCS6 en

Martech7,s. Daarnaast wordt in overleg getreden met de Koninklijke

Schelde Groep, Thales Nederland en Imtech Marine & Offshore. Indien de

eisen van de Koninklijke Marine bepaalde andere toeleveranciers dwingen

tot innovaties, omdat er geen standaardproducten bestaan die aan deze eisen

kunnen voldoen, worden deze toeleveranciers eveneens reeds in deze fase

betrokken. Ook worden specifieke vragen neergelegd bij de kennis­

instituten. De leiding ligt in deze fase duidelijk bij de Koninklijke Marine;

de industrie vervult eerder de rol van sparring partner.

6 Wapen- en CommunicatieSystemen. J Maritieme Techniek. 8 Voor vliegende eenheden wordt beroep gedaan op Vlitech.

- 64- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 104: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De relaties van de Koninklijke Marine en de Nederlandse marinebouwcluster

Indien er voor het ontwerp wordt samengewerkt met andere marines ten­

einde bijvoorbeeld de ontwikkelingskosten te drukken of standaardisatie te

bewerkstelligen, begint deze internationale samenwerking idealiter in deze

fase. Bijvoorbeeld in het geval van de vervanging van de L-fregatten wordt

momenteel gekeken naar de mogelijkheden tot samenwerking met onder

andere Duitsland en de Verenigde Staten. Voor het LeF, waarbij werd

samengewerkt met Duitsland en Spanje, startte de feitelijke samenwerking

pas in de volgende fase. Figuur II.19 geeft een niet-uitputtend overzicht van

de internationale samenwerkingsverbanden waar de Koninklijke Marine bij

betrokken is.

Figuur 11.19: Internationale samenwerkingsverbanden Koninklijke Marine

Marineschip Partners

AOR (bevoorrading) Nederland en Spanje

LPDI Nederland en Spanje

AMBV (Alkmaar Klasse Nederland, Frankrijk en België ('tripartite')

Mijnenbestrijdingsvaartuigen)

CUP (Capability Upkeep Program) AMBV Nederland en België

LCF Nederland, Duitsland en Spanje

Vervanging van de L-fregatten In bespreking met Duitsland

Bron: Policy Research Corporation op basis van de Koninklijke Marine

Ook gebeurt het dat er in het kader van continue kennisopbouw concept­

studies worden uitgevoerd voor nieuwe scheepstypen zonder dat er een

actuele vraag voor is (bijvoorbeeld naar een nieuw concept voor mijnen­

bestrijding of onderzeeboot). Externe partijen zoals de Koninklijke Schelde

Groep en de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij kunnen hierbij worden

betrokken.

II.2.1.3. Haalbaarheidsstudie

In de derde fase wordt het functioneel ontwerp opgesteld. Hierbij wordt in

grote lijnen aangegeven welke functionele eisen aan het materieel worden

© Stichting Nederland Maritiem Land - 65-

Page 105: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

gesteld teneinde de prestatie-eisen gedefinieerd in het conceptueel ontwerp

te kunnen realiseren. De technische risico' s worden ingeschat en de moge­

lijke invullingen voor gestelde prestatie-eisen worden verder ontwikkeld.

Het functioneel ontwerp heeft zowel betrekking op het platform, de

SEW ACO-systemen als op de systeemintegratie. Er wordt een algemeen

plan opgesteld waarin wordt onderzocht of alle apparaten in het schip

passen (gewicht en afmetingen). Tevens wordt een lijnenplan ontwikkeld

voor de rompvorm. Hiertoe worden gedetailleerde berekeningen gemaakt

en worden eventueel ook proeven bij MARIN uitgevoerd. Er wordt nage­

gaan of het concept kan worden gerealiseerd binnen het budget. Het func­

tioneel ontwerp wordt in een stafeis gegoten.

In principe worden vanaf deze één à twee jaar durende fase alle toeleveran­

ciers betrokken. In deze fase is het nog steeds de Koninklijke Marine die de

eisen stelt. De industrie vervult de rol van sparring partner.

IL2.1.4. Projectdefinitie

De projectdefinitie fase duurt voor innovatieve ontwerpen twee à drie jaar.

De functionele eisen worden in samenwerking met de industriële partijen

vertaald naar harde contractspecificaties voor wat betreft het platform en de

SEW ACO-systemen. Dit betekent dat meer concrete uitvoeringseisen aan

de functionele eisen worden toegevoegd teneinde de industriële partijen in

staat te stellen een offerte in te dienen bij de Koninklijke Marine of de

Koninklijke Schelde Groep.

Deze fase wordt afgesloten nadat door de Koninklijke Marine zowel met de

Koninklijke Schelde Groep als met de partijen die Government Furnished

Equipment leveren een contract is afgesloten. De productie van het combat

management system gebeurt intern door CAMS. Deze afdeling produceert

de software die de verschillende SEW ACO-systemen tot één geïntegreerd

systeem maakt. Tot slot wordt nog opgemerkt dat de Koninklijke Marine in

- 66- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 106: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De relaties van de Koninklijke Marine en de Nederlandse marinebouwcluster

het kader van 'Government Furnished Equipment' zelf de wapen- en

sensorsystemen aankoopt, rechtstreeks van de toeleverancier (zie ook

Figuur 11.5). De belangrijkste SEW ACO-componenten worden door de

Koninklijke Marine in een Land Based Test Site (LBTS) samengebracht.

Deze LBTS dient als referentie voor de ontwikkeling van het combat

management system.

II.2. 1. 5. Engineering

Vanaf de engineering fase, die twee tot drie jaar duurt, wordt het initiatief in

de realisatie van het marineschip overgenomen door de Koninklijke Schelde

Groep. De Koninklijke Marine vervult vanaf deze fase de rol van controle­

rende partij en levert aanvullende informatie indien nodig. Eerst wordt het

systeemontwerp gemaakt en getoetst aan de contractspecificatie. Dit wordt

in detailontwerpen uitgewerkt alsmede de productie-informatie. De belang­

rijkste toeleveranciers vormen een integraal onderdeel van dit proces. Op

hun beurt benaderen zij in deze fase hun leveranciers voor (voor het

marines chip minder cruciale) onderdelen.

IL2.1.6. Productie

De effectieve bouw van het marineschip neemt tenslotte een periode van

twee à drie jaar in beslag. In deze periode vindt een gedetailleerde voorbe­

reiding van de productie plaats met verwerven van deelproducten en

materialen. De Koninklijke Schelde Groep zorgt hierbij voor het casco, de

inrichting, de afbouwen voor de integratie van deelproducten. De fase

wordt afgesloten met het plaatsen en in bedrijf stellen van de systemen en

de werf-proeftocht.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 67-

Page 107: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

IL2.2. INSTANDHOUDEN

Het 'instandhouden' proces omvat ten eerste de exploitatie van de marine­

schepen. Ten tweede omvat het 'instandhouden' proces ook zaken als mate­

rieelbeheer, onderhoud en bevoorrading. De daadwerkelijke uitvoering

hiervan ligt bij de operationele eenheden, daarbij ondersteund door het

Marinebedrijf.

IL2.3. AFSTOTEN

Het derde materieel-logistieke proces omvat de afstoting van het overtollig

geworden materieel van de Koninklijke Marine. Het oud materieel wordt

verkocht en bij uitzondering verschroot. Meestal worden bij de verkoop ook

modificaties, wijzigingen en andere ondersteuning (zoals opleidingen en

trainingen) contractueel overeengekomen, waar de Koninklijke Marine al

dan niet zorg voor moet dragen. Dit was bijvoorbeeld het geval bij de

verkoop van tweedehands fregatten aan de marine van Griekenland en de

marine van de Verenigde Arabische Emiraten.

11.3. INNOVATIES IN DE MARINEBOUWCLUSTER

In het kader van marinebouwprojecten voor de Koninklijke Marine zijn

reeds veel innovaties gerealiseerd door de Nederlandse marinebouwc1uster.

Hierbij vervult de Koninklijke Marine een 'aanjaagrol '.

- 68- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 108: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De relaties van de Koninklijke Marine en de Nederlandse marinebouwcluster

Tabel II.l: Financiering van onderzoek door de Koninklijke Marine in € duizend (gemiddelde per jaar, periode 1997-2001)

Maritieme middelenkeuze en tactieken IeT infrastructuren Radar EO, IR en UV sensorsystemen Omgevingsinvloeden op sensor- en wapensystemen Sonar Onderwater propagatie en doelresponsie Software systeem technologieën Real-time embedded electronic systems Beeldvorming en procesautomatisering Trainings- en opleidingsinnovatie Menselijke supervisie en geavanceerde taakuitvoering EOV en EM effecten Intelligente onder- en bovenwater wapens Hydromechanica Vonngeving schokbelaste constructies Signaturen Kwetsbaarheid Voortstuwing en energie Totaal

Bron: Koninklijke Marine

2540 I 119 5426 1776

572 2034

645 365 827

1680 929 966 950

2501 918

1726 2259 1 134 1438

29869

Ten eerste financiert zij jaarlijks voor gemiddeld € 30 miljoen onderzoeken

en technologie ontwikkeling bij onder andere TNO DO en MARIN. Tabel

Il.1 geeft hiervan een overzicht volgens de verschillende kemgebieden.

Ongeveer 15% daarvan wordt voor onderzoek in de Nederlandse marine­

bouwc1uster gebruikt via de CODEMA" regeling, waarbij één derde van de

onderzoeksgelden wordt betaald door de industrie, één derde door het

Ministerie van Defensie en één derde door het Ministerie van Economische

Zaken.

Ten tweede dwingt de Koninklijke Marine de Nederlandse marinebouw­

cluster tot technologische ontwikkelingen en innovaties door veeleisende

behoeften te stellen in het ontwerp van haar marineschepen. Bovendien

zorgt de Koninklijke Marine ervoor dat de industriële partijen gebruik kun­

nen maken van de onderzoeksresultaten van de kennisinstituten. Tabel Il.2

9 De Commissie Ontwikkeling Defensie Materieel is ingesteld in november 1978 en heeft tot doel het stimuleren van ontwikkelingsprojecten op het gebied van defensiematerieel, mede in het licht van het versterken van de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven. De CODEMA is te kenmerken als een financieringsregeling voor het uitvoeren, respectievelijk deelnemen aan ontwikkelingsprojecten.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 69-

Page 109: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader flrm

somt de innovaties op die in de loop der jaren door de Nederlandse marine­

bouwcluster zijn gerealiseerd als gevolg van opdrachten voor de Koninklij­

ke Marine. Dit indrukwekkend overzicht geeft een beeld van de zelfschep­

pende industrie en haar vele innovaties. Zowel de kennisinstituten als de in­

dustriële partijen hebben als gevolg van opdrachten voor de Koninklijke

Marine innovaties ontwikkeld die op majeure manier hebben bijgedragen

aan belangrijke defensieontwikkelingen. De geruisarme voortstuwer van

MARIN draagt bijvoorbeeld aanmerkelijk bij tot de verlaging van de

scheepssignatuur, wat zeer belangrijk is voor marineschepen.

De gerealiseerde innovaties bewerkstelligen daarenboven de ontwikkeling

van vaardigheden bij de kennisinstituten en de industriële partijen en

hebben geleid tot opportuniteiten in het buitenland of in de civiele sector.

Een groot aantal van de innovaties van de industriële partijen die in Tabel

Il.2 zijn opgenomen, heeft geleid tot militaire 'spin-offs' of civiele 'spil/­

overs' (nationaal en internationaal). Deze worden voor de kennisinstituten

weergegeven in Tabel Il.3, voor de Koninklijke Schelde Groep, Thales

Nederland en Imtech Marine en Offshore in Tabel Il.4 en voor de andere

industriële partijen in Figuur Il.20. Deze tabellen zijn bottom-up samen­

gesteld in samenwerking met de betrokken partijen uit de Nederlandse

marinebouwcluster en bevestigen de enorme innovatiekracht die uitgaat van

de Koninklijke Marine.

Niet alleen voor de realisatie van de innovaties, maar ook voor de export

ervan (en van militair-maritieme producten in het algemeen) vervult de Ko­

ninklijke Marine een belangrijke rol. Zij is immers als de 'launching custo­

mer " het visitekaartje van de industrie. Internationaal geniet de Koninklijke

Marine de reputatie van vooruitstrevendheid, wat uitstraalt naar het imago

van de producten van de Nederlandse marinebouwcluster. Ook het tegeno­

vergestelde geldt, producten die niet door de nationale marine worden

aangeschaft, worden door andere marines met wantrouwen bekeken.

- 70- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 110: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De relaties van de Koninklijke Marine en de Nederlandse marinebouwcluster

Tabel 11.2: Innovaties gerealiseerd door de Nederlandse marinebouwcluster als gevolg van opdrachten voor de Koninklijke Marine

K E N N I S I

MARIN

N TNODO S T I U T E N

I N D U S T R I

KONINKLIJKE SCHELDE GROEP

THALES NEDERLAND

Ë TMTECH MARINE & OFFSHORE L E

P A R T I J HERTEL MARINE SERVICES

E N

STORK BRONSWERK

ROHDE & SCHW ARZ

REXROTHHYDRAUDYNE

WÄRTSILÄ

Bron: Policy Research Corporation

Geruisarme voortstuwer Getwiste schroefasuithouder Rudder roll Rompvonnoptimalisatie voor een combinatie van vlakwatcr en zeegangsgedrag Dok layout ter reductie van waterbewegingen in dok in combinatie met rompvonnontwerp FREDYN: dynamische stabiliteit van fregatten inclusief lekstabiliteit PEASE: gedrag schroeven onder operationele condities

Indeling van de leidingen en kabels ten behoeve van zo laag mogelijke kwetsbaarheid Ergonomische indeling operationele ruimten (brug, commando centrale, technische centrale) Toepassen intelligente adviesfunctie bij platfonnautomatisering MMIC technologie als bouwsteen voor APAR Venninderde radarcrossectie door vonngeving schip Anti Air Warfare model ten behoeve van LCF (SEAROADS) Radar algoritmen en technologieën voor optimalisatie van detectie zeer kleine zeedoelen (Dekodo, Polarimetrie en ASuW detectie) Bistatisch sonar gebruik en detectie van verzande mijnen

Scheepsontwerp Tandwielkasten Gcluidsonderdrukkcnde technieken Scheepsconstructie (botswand) Projectmanagement / bouwstrategie Lastechnologie Engineering (proces en tools)

APAR Goalkeeper SIRIUS SMART-L SMART-S Mirador SCOUT WM-25/WM-28 STIR COTS netwerken en intelligente software Detectie zeer kleine doelen

Rudder roll stabilisation Stuurautomaat onderzeeër ECDJS Degaussing Shock resistant ma in switch boards en distribution panels (switchgear) Integrated Platfonn Management System Battery Management System DURT Ballast Control System Electric propulsion system

Standaard meubilair \Vaterdichte wand-vloer aansluiting zonder plint Eénlaagse A60-isolatie

Koudwatennakers NBC-filters

UHF link 16 antenne

UNREP-systeem PAP-kraan voor mijnbestrijdingsvaartuigen

W26-ST motor Geruisannc ,."U'

© Stichting Nederland Maritiem Land - 7] -

Page 111: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Tabel 11.3: Spill-overs en spin-offs door kennis instituten Koninklijke Marine

(en export) van innovaties gerealiseerd als gevolg van opdrachten van de

CIVIELE SPILL-OVERS MILITAIRE SPIN-OFFS

Geruisarme voortstuwer De schroefontwerp technologie wordt In de laatste 5 jaar circa 10 projecten vooral t.a.v. cavitatiegedrag gebruikt bij over geruisanne voortstuwers voor vrijwel alle beoordelingen van buitenlandse marines schroefontwerpen voor de civiele markt

Getwiste schroefasuithouder Asuithouder onderzoek voor o.a. snelle In de laatste 5 jaar circa 10 projecten feITies en patrouille vaartuigen over getwiste schroefas uithouder voor

buitenlandse marines

Rudder roll Studie voor buitenlandse marine i.v.m.

M vinstabilisatie

A Rompvormoptimalisatie voor een Kennis wordt toegepast in civiele Aantal keer toegepast voor buitenlandse

R combinatie van vlakwater en markten marines

I zeegangsgedrag

N Dok layout ter reductie van Studie voor buitenlandse marines waterbewegingen in dok in combinatie met rompvormontwerp

FREDYN: dynamische stabiliteit Veiligheidsstudies voor alle typen Veel interesse van buitenlandse marines van fregatten inclusief civiele schepen lekstabiliteit

PEASE: gedrag schroeven onder Thema voor toekomstig aan te bieden V cel interesse van buitenlandse marines operationele condities dienstverlening (operationele analyse

van civiele scheepstypen)

Indeling van de leidingen en Spanje kabels ten behoeve van zo laag mogelijke kwetsbaarheid

Ergonomische indeling Technologie verder gebruikt voor operationele ruimten (brug, UNIMACS brugconcept van Imtech commando centrale, technische Marine & Offshore en PWS console van centrale) Thales Nederland I Toepassen intelligente Deelname aan ATOMOS-project adviesfunctie bij

T platformautomatisering

N I MMIC technologie als bouwsteen Transmitter/receiver modules in de APAR van Thales Nederland o voorAPAR telecomsector I Verminderde radarcrossectie door Opdrachten i.v.m. RCS-ontwerp voor

vormgeving schip buitenlandse marines

D I Anti Air Warfare model ten Concrete belangstelling van buitenlandse o behoeve van LCF (SEAROADS) marines

Radar algoritmen en Veiliger varen door betere technologieën voor optimalisatie meting/voorspelling van de golfhoogtes van detectie zeer kleine zeedoelen voor oliedetectie, havenpolitie, (Dekodo, Polarimetrie en ASuW kustwacht en zeetransport detectie)

Bistatisch sonar gebruik en Bistatisch selectief vissen (lopende Bistatische mijnenjacht en detectie van verzande mijnen project TWINSON) onderzeebootbestrijding

Detectie van objecten in baggerslib en verzande pijpleidingen

Bron: Policy Research Corporation

- 72- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 112: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De relaties van de Koninklijke Marine en de Nederlandse marinebouwc/uster

Tabel 11.4: Spill-overs en spin-offs (en export) van innovaties gerealiseerd door Thales Nederland, Koninklijke Schelde Groep en Imtech als gevolg van opdrachten van de Koninklijke Marine

CIVIELE SPILL-OVERS MILITAIRE SPIN-OFFS

Scheepsontwerp Alle door KSG geëxporteerde marine-schepen, o.a. Destroyer (kennis), patrouilleboten (zie ook Hoofdstuk IV)

Tandwielkasten 13o-tal verkocht aan ferry- en 25-tal verkocht aan Canada, Spanje en cruisemaatschappijen in Zweden, Thailand

K Frankrijk, Duitsland, Italië en het Verenigd Koninkrijk

S Geluidsonderdrukkende technieken I Acoustic research vessel (Ierland) G Scheepsconstructie I Botswand, gastankers binnenvaart (Rijn)

Projectmanagement / bouwstrategiel Alternative Landing Ship Logistics (UK)

Lastechnologie I Apparatuur voor onderzoeksinstellingen, Reparatie van onderzeebootsystemen nucleaire industrie

Engineering (proces en tools) Koopvaardijschepen (KSG), complexe Detailed design Alternative Landing Ship werkschepen en jachten (DSG) Logistics (UK)

APAR 3 verkocht aan Duitsland Goalkeeper 45-tal verkocht aan Korea, UK, V AE en

T Quatar

H SIRIUS 15-tal aan Canada (oorspronkelijke A toepassing) L SMART-L 3 oorspronkelijke stuks verkocht aan E Duitsland S 12 aangepaste versies verkocht aan UK,

N Frankrijk en Italië

SMART-S 5 stuks verkocht aan Duitsland E

Mirador 5 stuks verkocht aan Duitsland D E SCOUT Circa 110 stuks verkocht aan

R verschillende landen L WM-25/WM-28 230-tal verkocht aan diverse landen, A waarvan 60 aan USA N STIR Circa 140 stuks verkocht aan diverse D landen

COTS netwerken en intelligente 10-tal stuks verkocht aan Duitsland software Rudder roU stabilization 11 stuks verkocht aan Nederland en

I Duitsland (oorspronkelijke toepassing) M Stuurautomaat onderzeeër 9 stuks verkocht aan Taiwan, Zweden en T UK (aangepaste versie) E Innovation award 2002 C ECDIS 25-tal stuks verkocht aanNederland, Kleine 40 stuks verkocht aan UK, H Spanje, Duitsland, USA en China voor Griekenland, Singapore en Nederland

M mega yachts, transport, dredging en

A kustwacht (oorspronkelijke toepassing)

R Degaussing 25-tal stuks verkocht aan Griekenland,

I Thailand, Indonesië, Nederland, Peru en

N Spanje

E Shock resistant main switch boards I 15-tal stuks verkocht aan Griekenland, and distribution panels (switchgear) Singapore en UK

& Integrated Platform Management 14 stuks verkocht aan Spanje, dredging 15 stuks verkocht aan Singapore, Systems (aangepaste versie) Griekenland, UK en België (aangepaste

0 versie) F Battery Management System I 10 stuks verkocht aan Nederland en USA 4 stuks verkocht aan Taiwan F voor mega yachts (aangepaste versie) (oorspronkelijke toepassing) S DURT

I Oorspronkelijke toepassing verkocht aan H

0 Taïwan en Australië

R Ballast Control System

I 8 stuks verkocht aan Singapore en UK

E (aangepaste versie) Electric Propulsion System [4 stuks verkocht aan UK, transportsector 10 stuks verkocht aan Nederland en UK

(aangepaste versie)

Bron: Policy Research Corporation

© Stichting Nederland Maritiem Land - 73-

Page 113: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Zoals reeds vermeld, worden de spil/-overs en spin-offs van de innovaties

gerealiseerd als gevolg van opdrachten voor de Koninklijke Marine voor de

kennisinstituten uit de Nederlandse marinebouwcluster. Een overzicht is

weergegeven in Tabel 11.3. Hieruit blijkt dat MARIN erin slaagt studies uit

te voeren voor buitenlandse marines naar aanleiding van innovatieve

technologieën ontwikkeld tijdens onderzoek voor de Koninklijke Marine.

MARIN gebruikt de verworven kennis eveneens in civiele projecten. Ook

TNO DO realiseert civiele spil/-overs en verricht studies voor buitenlandse

marines.

Voor de Koninklijke Schelde groep, Thales Nederland en Imtech Marine &

Offshore zijn de civiele spifl-overs en de militaire spin-offs weergegeven in

Tabel II.4. Hierbij valt op dat zowel Imtech Marine & Offshore als Thales

Nederland erin slagen hun producten te exporteren naar landen met een

sterke nationale defensie industrie zoals Duitsland, Frankrijk en het Vere­

nigd Koninkrijk.

Thales Nederland heeft geen civiele spil/-overs gerealiseerd. Dit is een

consequentie van het spitstechnologische en specifiek militaire karakter van

het merendeel van de door het bedrijf ontwikkelde producten. Imtech

Marine & Offshore daarentegen heeft een aanzienlijk aantal van de innova­

ties gerealiseerd in het kader van een opdracht van de Koninklijke Marine

civiel op de markt kunnen brengen, voornamelijk voor megajachten en

baggerschepen. Het bedrijf heeft daarenboven haar producten, al dan niet in

de oorspronkelijke vorm, aan veel verschillende buitenlandse marines

kunnen verkopen (onder andere Peru, Indonesië, Griekenland, Spanje,

Taiwan en Australië). Voor de Britse marine, waaraan vooral producten

voor de Alternative Landing Ship Logistics (ALSL) zijn verkocht, gebeurt

de export via de vestiging in het Verenigd Koninkrijk.

Veel van de innovaties gerealiseerd door de Koninklijke Schelde Groep

situeren zich in het detail ontwerp van de marine schepen. Innovatieve con-

- 74- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 114: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De relaties van de Koninklijke Marine en de Nederlandse marinebouwc/uster

ceptuele en functionele ontwerpen van de Koninklijke Marine worden door

de Koninklijke Schelde Groep vertaald in innovatieve detailontwerpen.

Bovendien levert de Koninklijke Schelde Groep input voor deze innova­

tieve conceptuele en functionele ontwerpen van de Koninklijke Marine op

het vlak van dimensies en scheepsindelingen. Een voorbeeld van innovatie

betreft de ALSL-schepen voor het Verenigd Koninkrijk. Daarnaast is de

ervaring in ruime mate toegepast in schepen voor de civiele markt onder

andere in de innovatieve 77m lange car-ferry met een snelheid van 40 km/h

voor Griekenland.

Voor enkele andere industriële partijen is in Figuur 11.20 opgenomen in

welke landen zij civiele spil/-overs of militaire spin-offs op de markt heb­

ben kunnen brengen op basis van de innovaties gerealiseerd bij opdrachten

voor de Koninklijke Marine. Wärtsilä en Rexroth Hydraudyne hebben net

zoals Thales Nederland geen civiele spil/-overs wegens het specifiek mili­

taire karakter van hun innovaties. De belangrijkste - continu verbeterde -

innovatie van Rexroth Hydraudyne betreft het UNREP-systeem ter be­

voorrading van schepen op zee. Dit is in aangepaste versie geëxporteerd

naar landen als Duitsland, Spanje, Thailand, Turkije en Griekenland.

Wärtsilä heeft haar geruisarme voortstuwer verkocht aan een tiental buiten­

landse marines en haar W26-ST motor via een zusterbedrijf in Italië aan de

Italiaanse marine.

Hertel is erin geslaagd voor haar standaard meubilair, dat recent is

ontwikkeld voor de LPD2, civiele spil/-overs in de offshore te creëren en

militaire spin-offs voor de HOV's. Ook haar éénlaagse A60-isolatie is

verkocht aan de offshore in Nederland en de Verenigde Staten en voor de

HOV's.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 75-

Page 115: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Figuur 11.20: Spill-overs en spin-offs van innovaties gerealiseerd door andere industriële partijen als gevolg van opdrachten van de Koninklijke Marine

Tiental buitenlandse

marines Indonesië

Verenigd Koninkrijk Singapore

Militaire spin-off ••• Civiele spill-over

Bron: Policy Research Corporation

Stork Bronswerk tot slot heeft twee belangrijke innovaties gerealiseerd als

gevolg van opdrachten voor de Koninklijke Marine, te weten

koudwatermakers en NBC~filterslO. De koudwatermakers zijn voor wat

betreft militaire spin-offs steeds in aangepaste versie verkocht aan onder

andere het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Canada. Civiel waren er

opportuniteiten voor ferry's in Finland, Nederland en Canada. De NBC­

filters zijn eveneens onderworpen aan een proces van continue verbetering

en zijn enkel aan militaire partijen verkocht, maar wel in belangrijke

aantallen. Meest opvallende spin-off zijn de toepassingen in de NATO­

gebouwen.

10 Nucleair, Bacteriologisch en Chemisch

- 76- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 116: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De relaties van de Koninklijke Marine en de Nederlandse marinebouwc/uster

Niet alle innovaties zijn een gevolg van marinebouwopdrachten van de

Koninklijke Marine. Het gebeurt uiteraard ook dat de Nederlandse

marinebouwcluster autonoom innovatieve technologieën of producten

ontwikkelt, meestal ten gevolge van gestelde behoeften van andere ~

militaire of civiele ~ klanten. Zo heeft Imtech Marine & Offshore de geïnte­

greerde brug ontwikkeld met als launching customer de marine van

Singapore in 1997. De Koninklijke Marine heeft deze toepassing niet

gebruikt voor het LeF, maar zal het nu wel introduceren op de LPD2. Het

is echter duidelijk dat in de meeste gevallen de onderzoeksfinanciering en

veeleisende behoeftestelling van de Koninklijke Marine cruciaal zijn voor

het innoverend vermogen van de Nederlandse marinebouwcluster.

11.4. AFHANKELIJKHEDEN BINNEN DE NEDERLANDSE MARJNEBOUW­

CLUSTER

11.4.1. KENNISINSTITUTEN EN INDUSTRIE

Hierna wordt eerst algemeen de afhankelijkheid van de kennisinstituten en de

industrie ten opzichte van de Koninklijke Marine besproken. Vervolgens wordt

dit geïllustreerd aan de hand van een gevalstudie.

11.4.1.1. Algemeen

In eerste instantie zijn de kennisinstituten en de industriële partijen uit de

Nederlandse marinebouwcluster afhankelijk van de Koninklijke Marine

voor een stuk van hun omzet. Deze directe omzetafhankelijkheid is het

grootste bij de Koninklijke Schelde Groep (circa 75%).

© Stichting Nederland Maritiem Land - 77-

Page 117: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Figuur 11.21: Omzetafhankelijkheid kennisinstituten en industriële partijen

Wärtsilä

Hydraudyne

Bron: Poliey Research Corporation

Figuur 11.21 geeft een overzicht van de omzetathankelijkheid van de ken­

nisinstituten en de industriële partijen uit de Nederlandse marinebouw­

cluster. Deze zijn in drie groepen verdeeld, namelijk kennisinstituten en

industriële partijen met een omzetathankelijkheid groter dan 50%, tussen 10

en 50% en kleiner dan 10%.

De athankelijkheid van de partijen uit de Nederlandse marinebouwcluster

van de Koninklijke Marine gaat echter verder dan enkel directe omzetaf­

hankelijkheid. Zoals reeds besproken in Hoofdstuk I1.3, is de Koninklijke

Marine voor de andere partijen uit de Nederlandse marinebouwcluster im­

mers een 'stimulator van kennis'. Door voortdurend onderzoeken te bestel­

len bij onder andere TNO DO en MARIN en door veeleisende behoeften te

stellen in de ontwerpen van haar marineschepen, dwingt zij de Nederlandse

marinebouwcluster tot technologische ontwikkelingen en innovaties. Bo­

vendien worden op die manier vaardigheden opgebouwd bij de kennisinsti-

- 78- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 118: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De relaties van de Koninklijke Marine en de Nederlandse marinebouwcluster

tuten en de industriële partijen die opportuniteiten met zich kunnen mee­

brengen in het buitenland of in de civiele sector.

De rol van stimulator (en - gedeeltelijke - financier) van innovaties is voor­

al op langere termijn van groot belang voor het voortbestaan van de Neder­

landse marinebouwcluster. Indien de marinebouwcluster weinig technolo­

gieën en producten ontwikkelen, blijven ze op internationaal vlak op korte

termijn concurrentieel. Na zo'n vijf jaar hebben ze echter een achterstand

van een technologische generatie opgelopen, wat moeilijk is in te halen.

Naast het belang van de continuïteit van bestellingen van de Koninklijke

Marine op het gebied van kennisbehoud en -ontwikkeling bij de kennisinsti­

tuten en de industriële partijen, zit een beduidend stuk kennis op het vlak

van marinebouw bij de Koninklijke Marine zelf. Zoals besproken in

Hoofdstuk II.2, neemt de Koninklijke Marine bij de nieuwbouw van een

marines chip het conceptueel en functioneel ontwerp voor haar rekening,

evenals de systeemintegratie en beschikt zij over specifieke militaire kennis

(bijvoorbeeld antenne arrangement). Dit leidt tot afhankelijkheden bij

partijen uit de Nederlandse marinebouwcluster zoals de Koninklijke Schel­

de Groep, Thales Nederland en Imtech Marine & Offshore die hun produc­

ten willen exporteren. Zij moeten hiervoor regelmatig beroep doen op de

Koninklijke Marine. In dit verband stellen Thales Nederland en CAMS

momenteel een samenwerkingsovereenkomst op waarin wordt afgesproken

bepaalde kennis op een meer structurele wijze met elkaar te delen. Ook de

Koninklijke Schelde Groep is doende de samenwerking met de afdeling

Maritieme Techniek binnen de Directie Materieel van de Koninklijke Mari­

ne in te kaderen.

Zoals aangegeven in Hoofdstuk II.3, vervult de Koninklijke Marine met

betrekking tot export een referentierol en is niet leveren aan de eigen

marine nadelig voor de exportkansen. In geval van verkoop van tweede­

hands schepen door de Koninklijke Marine aan het buitenland kan dit

kansen bieden aan Nederlandse industriële partijen voor onderhoud- of

upgradingcontracten.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 79-

Page 119: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

De gevolgen van het wegvallen van de Koninklijke Marine voor de andere

partijen uit de Nederlandse marinebouwcluster zouden het verlies van

omzet, minder technologische ontwikkelingen en innovaties, kennisverlies

en het ontbreken van een parent navy op het vlak van de export zijn.

IL 4. 1.2. Case: Rotterdamsche Droogdok Maatschappij Submarines

De mogelijke gevolgen van uitblijvende bestellingen van de Koninklijke

Marine bij de Nederlandse marinebouwcluster worden geïllustreerd aan de

hand van een case, de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij Submarines

(RDM Submarines). Deze was jarenlang belast met de ontwikkeling, de

bouwen het onderhoud van onderzeeboten voor de Koninklijke Marine. De

Nederlandse onderzeeboten zijn van zeer hoge kwaliteit, zo is de

'Walrusklasse ' de eerste boot met een geïntegreerd wapen- en commu­

nicatiesysteem. Na de bouw van de 'Bruinvis' (zie Figuur 1/.22) beginjaren

1990 zijn verdere bestellingen echter stopgezet.

Figuur 11.22: Bruinvis

Bron: Koninklijke Marine

Door het uitblijven van bestellingen van de Koninklijke Marine is de omzet

van RDM Submarines sterk gedaald. Ook de toeleverende bedrijven liepen

daardoor een deel van hun omzet mis. RDM Submarines is sindsdien

afgeslankt, en houdt van zijn I 000 werknemers nog circa 110 werknemers

- 80- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 120: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De relaties van de Koninklijke Marine en de Nederlandse marinebouwcluster

over. Deze afslanking heeft naast economische effecten zoals een

vermindering van de werkgelegenheid en verlies van toegevoegde waarde

ook een verlies aan kennis tot gevolg gehad.

Op dit moment zou het zeer moeilijk zijn om met de huidige capaciteit en

kennis een onderzeeboot in Nederland te laten bouwen. De zeer specifieke

en schaarse kennis met betrekking tot onderzeeboten is door het stopzetten

van verdere bestellingen van de Koninklijke Marine weggevloeid, zowel bij

RDM Submarines als bij toeleveranciers en de Koninklijke Marine.

RDM Submarines en haar toeleveranciers zijn om financiële redenen niet in

staat hoogopgeleide arbeidskrachten in dienst te houden en duur gereed­

schap en installaties te blijven onderhouden. Er is veel van de operationele

kennis op papier gezet, maar de kennis bestaande uit ervaring met de bouw

('praktische kennis') is voor een groot deel verloren. Het weer opbouwen

van deze kennis is moeilijk, omdat praktische kennis het beste wordt

overgebracht aan de hand van 'fysiek' werk. Het uitblijven van dergelijk

werk verhindert kennisoverdracht aan nieuwe mensen. Ook knowhow met

betrekking tot andere bedrijfsprocessen (onder andere inkoop) gaat

verloren.

De huidige activiteiten van ROM Submarines zijn voornamelijk (beperkte)

onderhoudswerkzaamheden, laswerk voor verschillende soorten schepen en

voor draaistellen van de Nederlandse Spoorwegen. De mogelijkheden op de

civiele markt zijn echter zeer beperkt. Er is getracht om nieuwe orders te

verkrijgen via export (onder andere in Egypte en Maleisië). Deze hebben

echter nog geen succes gehad. Het is heel moeilijk een buitenlandse defen­

siemarkt te vinden. Enerzijds bouwen en onderhouden de meeste marines

zelf hun boten. Anderzijds is er concurrentie vanuit Duitsland en Frankrijk.

De geschiedenis omtrent de bouwen ontwikkeling van onderzeeboten kan

een mogelijk toekomstbeeld zijn voor de Nederlandse marinebouwcluster,

wanneer verdere investeringen in de ontwikkeling en bouw van fregatten en

andere marineschepen zullen uitblijven.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 81 -

Page 121: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

IL4.2. KONINKLIJKE MARINE

De huidige taakverdeling tussen de Koninklijke Marine en de andere leden

van de Nederlandse Marinebouwcluster komt neer op een situatie van

wederzijdse afhankelijkheid tussen de Koninklijke Marine, de kennis­

instituten en de industrie. Enerzijds heeft de Koninklijke Marine door haar

grootte, marktpositie, kennis en ondernemerschap het vermogen en de

incentive om investeringen te doen met positieve effecten voor leden van de

Nederlandse marinebouwcluster. Anderzijds ondervindt de Koninklijke

Marine aanzienlijke voordelen van het in Nederland aanwezig zijn van

kennisinstituten en industriële partijen op het vlak van marinebouw.

Het wegvallen van deze Nederlandse industriële partijen en kennisinstituten

zou impliceren dat de Koninklijke Marine veel moeilijker haar leidende rol

in het productieproces kan vervullen. Zij zou haar marineschepen 'van de

plank' moeten kopen in het buitenland, die bovendien aanzienlijk duurder

zijn en minder werkgelegenheid in Nederland creëren, inclusief R&D. Dit

betekent dat de marineschepen niet meer op maat worden gemaakt en dat

enkel turn-key projecten nog mogelijk zijn. Op die manier heeft de Konin­

klijke Marine weinig of geen invloed op het conceptueel en functioneel ont­

werp. Zij kan haar operationele ervaringen niet meer terugkoppelen met

vaste sparring partners.

Niet alle eisen van de Koninklijke Marine zullen door middel van dergelijke

turn-key projecten kunnen worden ingevuld. In buitenlandse serieproducten

wordt bijvoorbeeld geen rekening gehouden met de 'reduced manning

philosophy' van de Koninklijke Marine en de daaraan gekoppelde hoge

opleidingsgraad van de bemanning. Bovendien worden alle risico's bij de

bouwmeester neergelegd. Vernoemde elementen hebben een negatieve

invloed op de kostprijs en de operationele kosten van het marineschip.

De aankoop van standaardschepen maakt het de Koninklijke Marine moei­

lijk in het productieproces nog bij te sturen teneinde te reageren op nieuwe

dreigingen en ontwikkelingen.

- 82- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 122: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De relaties van de Koninklijke Marine en de Nederlandse marinebouwc/uster

Een laatste belangrijk element is dat aankopen van marine schepen in het

buitenland niet leiden tot terugvloei naar de overheid en de creatie van

werkgelegenheid in Nederland. Circa 30% van de kostprijs van de

marineschepen die nu terugvloeit naar de overheid in de vorm van belas­

tingen, zou in het buitenland blijven (zie Hoofdstuk 1). De aankoop van een

marines chip zou daarnaast geen invloed hebben op de werkgelegenheid in

Nederland. Daarenboven vindt er in Nederland geen kennisopbouw en

toegevoegdewaardecreatie plaats bij aankopen in het buitenland.

Het later opnieuw opstarten van een Nederlandse marinebouwcluster is

waarschijnlijk niet onmogelijk, maar het zou enorm veel (overheids)geld en

tijd kosten om hetzelfde niveau te bereiken (zie ook de case van RDM

Submarines, Hoofdstuk II.4.1.2).

11.5. CONCLUSIE

In Nederland is sprake van een marinebouwcluster bestaande uit drie

groepen, te weten de Koninklijke Marine, kennisinstituten en industriële

partijen. De Koninklijke Marine vervult een specifieke en internationaal ge­

zien vrij unieke rol. Zo worden in het productieproces van een marineschip

een groot aantal taken uitgevoerd door de Koninklijke Marine. Het betreft

conceptueel ontwerp, functioneel ontwerp en SEW ACO-systeemintegratie.

Doordat de Koninklijke Marine de risico's van de SEWACO-systeem­

integratie op zich neemt, heeft dit een positief effect op de kostprijs.

Een andere belangrijke rol van de Koninklijke Marine is die van 'stimu­

lator' van innovatie. Door onderzoek te financieren en veeleisende

behoeften te stellen, houdt de Koninklijke Marine het innoverend vermogen

van de Nederlandse marinebouwcluster op peil. Innovaties gerealiseerd als

gevolg van opdrachten voor de Koninklijke Marine kunnen daarenboven

opportuniteiten inhouden op het vlak van militaire spin-offs of civiele spill­

overs. Belangrijk is ook de continuïteit van de orders van de Koninklijke

Marine. Een discontinuïteit zou het verdwijnen van de kennisinfrastructuur

© Stichting Nederland Maritiem Land - 83-

Page 123: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

impliceren, wat de Koninklijke Marine zou verplichten tot aankopen 'van

de plank' in het buitenland.

Belangrijke pijlers van een competitieve Nederlandse marinebouwcluster

zijn bijgevolg kennisopbouw, continuïteit van orders en budgetten voor

onderzoek en ontwikkeling. Ook het internationaal perspectief, dat in

Hoofdstuk 111 wordt besproken, is een belangrijke pijler.

- 84- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 124: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Nederlandse marinebouwcluster in internationaal perspectief

111. DE NEDERLANDSE MARINEBOUWCLUSTER IN

INTERNATIONAAL PERSPECTIEF

De internationale markt voor marineschepen wordt geschetst om een

inschatting te kunnen maken van de positie van en de mogelijkheden voor

de Nederlandse marinebouwcluster. Hieruit blijkt dat de internationale

marinedefensiemarkt een miljardenindustrie is en dat de Nederlandse

marinebouwcluster vooral zeer succesvol kan zijn op volgende onderdelen

van deze markt:

De bouw van schepen met een lagere bewapeningscomponent (amfi­bische vaartuigen, korvetten, patrouille schepen en kustwachtschepen);

De export van deelsystemen;

De export van ontwerp- en proceskennis;

De export in het kader van de verkoop van afgestoten materieel door de Koninklijke Marine.

De internationale markt voor nieuwbouwfregatten biedt beperktere moge­

lijkheden voor de cluster. De Nederlandse marinebouwcluster is een in­

dustrie die in staat is de meest hoogwaardige fregatten voor de Koninklijke

Marine te bouwen. Echter wanneer het aankomt op export van fregatten,

dan is Nederland niet opgewassen tegen de Verenigde Staten (export van

surplus materieel om geopolitieke redenen), het Franse industrieel-politieke

model (combinatie van buitenlands beleid en industriebeleid) en het Duitse

industrieel-private model (sterk in het realiseren van offset of economische

compensaties ).

Om dit politiek aspect voor de Nederlandse marinebouwcluster in kaart te

brengen, wordt de vergelijking gemaakt met het buitenland, meer bepaald

© Stichting Nederland Maritiem Land - 85-

Page 125: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

met Frankrijk en Duitsland, twee succesvolle exportlanden. Hierbij worden

de marinebouwcluster, het achterliggende industrieel model en de politieke

betrokkenheid beschreven.

III.l. DE MARKT VOOR MARINESCHEPEN

De markt voor marineschepen is zeer uitgebreid. Begin 2003 bestaat de

wereldwijde vloot van patrouilleschepen, amfibische schepen l, kustwacht­

schepen, korvetten, mijnenjagers en fregatten' uit circa 5 200 schepen (zie

Figuur !lI.l). Deze scheep stypen omvatten de grootste deelmarkten van de

internationale vloot. Het betreffen allemaal scheepstypen waarvan binnen

de Nederlandse marinebouwcluster kennis beschikbaar is. De patrouille­

schepen, kustwachtschepen en fregatten vertegenwoordigen met respectie­

velijk circa 2 500, 1 000 en 700 schepen het grootste gedeelte.

Figuur 111.1: Internationale vloot van amfibische schepen, fregatten, mijnenja­gers, korvetten, kustwacht- en patrouilleschepen (begin 2003)

2500

2 (JOO

lil fr 1 SOU

-= ~ ";j

1: 1000

" ~

500

Bron: Policy Research Corporation op basis van Jane's De{ence Equipment

Dit betreft de 'grote' amfibische schepen: Landing Platform Doek, Landing Platform Helicopter, Landing Helicopter Dock en Landing Ship Tank. In dit onderzoek worden hierbij zowel fregatten als destroyers beschouwd.

- 86- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 126: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Nederlandse marinebouwc/uster in internationaal perspectief

Wanneer de vervangingsvraag wordt bekeken (Figuur III.2), blijkt dat het

huidige orderboek van bovengenoemde marineschepen in totaal circa 300

schepen bevat. Ook bij de orders vormen de patrouilleschepen de grootste

groep, met een orderboek van ongeveer 95 schepen.

De continue vernieuwing van de vloot leidt tot een aanhoudende vraag naar

marineschepen. Uit de gegevens blijkt dat zowel op de markt voor schepen

met een lagere bewapeningscomponent zoals patrouilleschepen en amfibi­

sche schepen, als voor hooggeavanceerde schepen zoals fregatten een aan­

zienlijke en bestendige vraag aanwezig is. In wat volgt, worden deze twee

segmenten van de markt voor marineschepen besproken.

Figuur 111.2: Orders voor amfibische schepen, fregatten, mijnenjagers, kor­vetten, kustwacht- en patrouilleschepen (begin 2003)

100 .

80 '

ii e- 60 I

~ ë " 40 " ..:

20

o C-' ----'----'

_u o Bron: Policy Research Corporation op basis van Jane 's Defence Equipment en AM!

n

IILl.l. MARKT VOOR SCHEPEN MET EEN LAGERE BEWAPENINGS­

COMPONENT

Uit Figuur III.] blijkt duidelijk dat de markt voor schepen met een lagere

bewapeningscomponent zeer groot is. Het import-export aandeel van deze

© Stichting Nederland Maritiem Land - 87-

Page 127: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

markt bedraagt daarenboven bijna 50%. Dit betekent dat slechts 50% van

de schepen in eigen land wordt gebouwd. De Nederlandse marinebouwclus­

ter is in staat om deze markt te voorzien van kwalitatief hoogstaande en

kostenefficiënte producten.

De Nederlandse marinebouwcluster is op deze markt reeds succesvol ge­

weest. Recente projecten zoals de Damen Stan Patrol 4100, het offthore

patrol vessel voor Zuid-Afrika, en de bouw van vier Alternative Landing

Ship Logistics (ALSL) op basis van een Nederlands ontwerp in het Vere­

nigd Koninkrijk, zijn hiervan een goed voorbeeld.

Behoudens de export van de Damen Stan Patrol 4100 is de Damen

Shipyard Groep bijvoorbeeld ook actief en succesvol op bijvoorbeeld de

deelmarkt van de politieschepen. In totaal werden de afgelopen tien jaar

circa 50 van deze schepen geëxporteerd.

lIL 1.2. MARKT VOOR FREGATTEN

De huidige samenstelling van de internationale fregattenvloot wordt weer­

gegeven in Figuur IJ!.3. De totale vloot bestaat wereldwijd uit circa 620

fregatten (operationeel begin 2003). Met meer dan 100 schepen heeft de

Verenigde Staten hiervan het grootste aandeel. Zij wordt op een aanzien­

lijke afstand gevolgd door Japan en het Verenigd Koninkrijk. Nederland

valt met haar vloot van 14 fregatten3 buiten de top 10. Het lopende

fregatten orderboek bestaat uit 60 schepen.

1 Hiervan moeten twee Luchtverdedigings- en Commando Fregatten nog worden opgeleverd.

- 88- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 128: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Nederlandse marinebouwcluster in internationaal perspectief

Figuur 111.3: De internationale vloot van fregatten (begin 2003)

D fregatten in dienst EI orders

100

= 80

~ ~

<l: 60 ;; ë ~ « 40

20

Bron: Policy Research Corporation op basis van Jane 's De/ence Equipment

II1. 1.2. 1. De import-exportmarkt van fregatten

Om de exportopportuniteiten voor Nederlandse marinebouwcluster te

situeren, wordt de import-exportmarkt (de fregatten in dienst en de orders)

in kaart gebracht van:

Nieuw geleverde schepen, met een maximum leeftijd van circa 25 jaar;

Lokaal gebouwde schepen, waarbij de oorspronkelijke werf design authority is gebleven, met een maximum leeftijd van circa 25 jaar.

Fregatten met een hogere leeftijd dan 25 jaar worden niet in beschouwing

genomen daar zij niet vergelijkbaar zijn met de huidige fregatten, onder

meer op het gebied van hun militair potentieel. Hierbij wordt de markt voor

de tweedehands fregatten buiten beschouwing gelaten. Gezien het belang

hiervan voor de Nederlandse marinebouwcluster wordt dit in detail

besproken in Hoofdstuk 111.3.4.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 89-

Page 129: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Het aantal geïmporteerde schepen - dat nieuw werd geleverd of lokaal

werd gebouwd waarbij de oorspronkelijke werf design authority is geble­

ven, met een maximum leeftijd van circa 25 jaar - bedraagt 140 schepen.

Een overzicht van de belangrijkste importerende landen van deze schepen

en het aantal schepen dat ze hebben geïmporteerd of in het buitenland

hebben besteld, wordt voorgesteld in Figuur lIlA. De belangrijkste

importerende landen zijn Argentinië, Australië en Taiwan.

Figuur 111.4: Overzicht belangrijkste importerende landen (voorbije 25 jaar)

o aantal fregatten in dienst lI'iI orders

Bron: Policy Research Corporation op basis van Jane 's Defence Equipment

Een groot deel van deze import gebeurt door landen die zelf (nog) niet over

een goed opererende marinebouwsector beschikken. Het komt frequent

voor dat na het importeren van één of meerdere afgewerkte schepen, over­

eenkomsten worden gesloten om nadien enkel het ontwerp, de kennis en de

deelsystemen te importeren, terwijl de bouw van de schepen in eigen land

plaatsvindt.

- 90- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 130: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Nederlandse marinebouwc/uster in internationaal perspectief

Vervolgens wordt deze import-exportmarkt bekeken vanuit het perspectief

van de verkopers. Daarbij gelden Duitsland, de Verenigde Staten en

Frankrijk als de belangrijkste exportlanden (zie Figuur III.5). De Verenigde

Staten heeft zich vanuit haar geopolitieke beleid evenwel minder toegelegd

op de export van nieuwbouw fregatten, maar wel op het afstoten van twee­

dehands schepen. Deze export is vaak een teken van politieke erkenning of

dient als economische compensatie.

Figuur 111.5: Overzicht belangrijkste exporterende landen (voorbije 25 jaar)

45

"E 40

~ 35

8. 30 I :~ i ~ 25 ' c t= 20 " bJl

o aantal fregatten in dienst II1II orders

~ 15

) I: '~_~_.L ___ L... .... L~----'---'--_ D D ~l.....-l.......g ---=-----=

Bron: Policy Research Corporation op basis van Jane 's Defence Equipment

Hoewel uit Figuur III.5 blijkt dat Nederland tot de top 10 van de

belangrijkste exporterende landen behoort, heeft de exportpositie van de

Nederlandse marinebouwcluster gedurende de afgelopen decennia een

enorme achteruitgang gekend. De laatste export van een nieuwbouw fregat

dateert van 1980. Daarentegen hebben andere Europese landen zoals

Duitsland en Frankrijk wel een succesvolle export van nieuwbouw fregat­

ten kunnen realiseren gedurende de afgelopen jaren. Daarbovenop nemen

Duitsland en Frankrijk van de lopende internationale orderportefeuille elk

acht fregatten voor hun rekening. Zij gelden momenteel als dé exportlanden

van hooggeavanceerde schepen (fregatten).

© Stichting Nederland Maritiem Land - 91 -

Page 131: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

//1.1.2.2. Werking van de exportmarkt

De concurrentie op de exportmarkt van fregatten is hevig. Het is een echte

buyer 's market en het is zeer moeilijk om op deze markt een plaats te

veroveren.

De bedrijven uit de marinebouwsector van alle grote landen richten zich op

de exportmarkt om de verminderde binnenlandse orders, ten gevolge van de

gereduceerde defensiebudgetten, te compenseren. Het Verenigd Koninkrijk

lijkt hierop een uitzondering. Zij heeft het komende decennium een aantal

ambitieuze programma's op stapel staan (bijvoorbeeld de realisatie van

twee vliegkampschepen4) waaraan zij met haar eigen scheepsbouwcapa­

citeit nauwelijks kan voldoen.

De exportmarkt is daarenboven sterk gepolitiseerd. De exporterende landen

oefenen veel invloed uit om orders te kunnen binnenhalen. Zo kan de

Franse marinebouwcluster hiervoor gebruik maken van actieve politieke

ondersteuning vanwege de overheid. In het Duitse model hebben de private

consortia de nodige invloed en kritische massa. De Franse en Duitse

modellen worden in wat volgt nader toegelicht.

111.2. DE STRUCTUUR VAN DE MARINEBOUWSECTOR IN RELATIE TOT

HET EXPORTPOTENTIEEL

In eerste instantie worden de twee aparte modellen van de manne­

bouwsector in Frankrijk en Duitsland beschreven. Deze landen hebben elk

een apart organisatiemodel met betrekking tot de marinebouwsector en

beide modellen hebben hun waarde in het kader van het verwezenlijken van

export. Vervolgens wordt het Nederlandse model hiermee vergeleken, en

worden de exportmogelijkheden voor Nederland eraan gerelateerd. De

marinebouwsectoren van bijvoorbeeld Italië, het Verenigd Koninkrijk en

Spanje worden buiten beschouwing gelaten aangezien deze landen de

4 Deze opdracht heeft een waarde van circa € 16 miljard en garandeert werkgelegenheid voor 12 000 personen gedurende meer dan een decennium.

- 92- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 132: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Nederlandse marinebouwcluster in internationaal perspectief

afgelopen jaren minder succesvol zijn geweest op de exportmarkt en het

model van hun marinebouwsector minder typerend is.

III.2.1. FRANKRIJK

De Franse marinebouw wordt aangeduid als een industrieel-politiek model.

De nationale overheid vervult een zeer belangrijke rol in de bouw, aankoop

en verkoop van marineschepen.

De organisatie van de marinebouw wordt voorgesteld in Figuur JIJ. 6. Bij

het Ministerie van Defensie staat de Délégation Générale pour I 'Armement

(DGA) in voor de aankoop van marine schepen. De afdeling Direction Sys­

tèmes d'Armes (DSA) is binnen DGA verantwoordelijk voor de wapen­

systemen. DSA specificeert samen met de Marine Nationale de functionele

vereisten voor het schip. DSA contracteert vervolgens de scheepswerf. Dit

is bijna steeds de Direction des Constructions Navales (DCN) die een

onderdeel vormt van het Ministerie van Defensie. De overige Franse

scheepswerven zijn Chantiers de I'Atlantique, Constructions Mécaniques

de Normandie (CMN), RAIDCO Marine, SOCARENAM en OCEA.

Figuur 111.6: Organisatie van Franse marinebouw

Ministerie van Defensie

90%

Délégation Générale de l'Armement

aankopen

Direction Systèmes d'Armes

beheer wapensystemen

Bron: Policy Research Corporation op basis van Jean-Loup Picard en DCA

10%

Private scheepswerven

Alle opdrachten voor de Marine Nationale worden publiek aanbesteed,

weliswaar enkel binnen Frankrijk, maar 90% van de opdrachten gaat

rechtstreeks naar DCN. Enkele kenmerken van de drie belangrijkste Franse

scheepswerven worden samengebracht in Tabel JIJ.l.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 93-

Page 133: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

TabelllI.1: De drie belangrijkste Franse scheepswerven

Percentage van omzet BesclJrijving

defensiegerelateerd

Direction des - één van de meest vooraanstaande scheepswerven ter wereld

Constructions Navales >90% - vier belangrijkste locaties: Cherbourg, Brest, Lorient en

Toulon

Chantiers de <10%

- dochter van de GEC-Alstom Group I' Atlantique - gericht op bouw van civiele schepen

Constructions - één van de leidende scheepswerven op het gebied van Fast

Mécaniques de >80% Patrol Vessels - export van 89 Fas! AI/aek Crafts gedurende de laatste 30 jaar

Normandie (één derde van de wereldvloot van Fast At/aek Crafts)

Bron: Policy Research Corporation op basis van Wim A. Smit en DGA

Eind jaren 1980 was er een achteruitgang merkbaar in de defensie-export

van Frankrijk en sindsdien heeft de overheid zich actiever ingezet voor de

export van marineschepen. De overheid participeert in deze export als

ondersteuning van haar buitenlands beleid. Export van marineschepen is

namelijk een belangrijk instrument in haar diplomatieke activiteiten en in

haar industriebeleid. Zo heeft Frankrijk marineschepen geleverd aan onder

meer Saudi-Arabië en Taiwan in het kader van hun politieke erkenning.

Tabel 111.2 geeft de voornaamste importerende landen van Franse fregatten

weer. Net zoals in Hoofdstuk lII.l.2.1 wordt hier enkel de export van nieuw

geleverde schepen en lokaal gebouwde schepen, waarbij de oorspronkelijke

werf design authority is gebleven, van maximum circa 25 jaar oud, in

beschouwing genomen.

Tabel 111.2: Export van fregatten vanuit Frankrijk

Importerend land Aantal fregatten

Orders in dienst

Argentinië 3

Marokko 1 1

Saoedi-Arabië 6 1

Singapore 6

Taiwan 6

TOTAAL 16 8

Bron: Policy Research Corporation op basis van Jane's Dejimce Equipment

- 94- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 134: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Nederlandse marinebouwcluster in internationaal perspectief

Tijdens de periode 1987 tot 1997 is het manne aandeel in de Franse

defensie export toegenomen van 10% tot 25%. Het meeste daarvan werd

gerealiseerd door DCN met de export van zoweloppervlakteschepen als

onderzeeboten. Bijna één derde van de omzet van DCN is afkomstig van de

export.

Ondersteuning van de export door de Franse overheid gebeurt niet enkel op

het gebied van gehele marineschepen, maar ook voor de deelsystemen. Zo

is de Franse president Chirac recentelijk betrokken geweest in top on­

derhandelingen met de Britse eerste minister Blair betreffende de rol van

Thales bij de bouw van vliegkampschepen.

Het evenement Euronaval is een bijkomend voorbeeld van de inspanningen

van de Franse overheid voor de marine industrie. De Franse overheid is de

gastheer op dat evenement waarbij internationale leiders worden uitgeno­

digd om kennis te maken met de Franse marine. Dit biedt tevens de gele­

genheid om op een meer infonnele manier de relaties met de verschillende

marines te verstevigen.

lIJ. 2. 2. DUITSLAND

De Duitse marinebouw kan getypeerd worden als een industrieel-privaat

gedreven model. In tegenstelling tot het Franse model is in Duitsland de

industrie de dominante kracht.

De marine studiegroepen van het Ministerie van Defensie geven de aanzet

voor het ontwerp- en ontwikkelingsproces van nieuwe marineschepen. In

deze studiegroepen zetelen leden van de Bundesmarine (Marine Unterstüt­

zungskommando, Flottenkommando en de Marineamt) en zij specificeren

de behoeften. Zij werken daarbij nauw samen met de Bundesamt für

Wehrtechnik und BeschafJung (BWB). Deze laatste onderhandelt met de

maritieme industrie. Deze structuur wordt voorgesteld in Figuur In 7.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 95-

Page 135: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Figuur 111.7: Organisatie van Duitse marinebouw

Ministerie van Defensie

Marine studiegroepen

Bnndesamt flir Wehrtechnik nod

BeschatTnng

Bron: Policy Research Corporation Woljgang Legien en Wim A. Smit

Maritieme industrie

Eén van de sterkten van de Duitse scheepsbouwsector en één van de

redenen van hun dominante positie in onderhandelingen met de overheid, is

het tweezijdige - civiel-militaire - karakter van de werven. De werven zijn

niet afhankelijk van de militaire activiteiten. Gemiddeld is zelfs meer dan

40% van het personeel werkzaam in civiele scheepsbouw.

In Tabel IlI.3 wordt een overzicht gegeven van de landen die fregatten van­

uit Duitsland importeren. Ook hier wordt enkel de export van nieuw

geleverde schepen en lokaal gebouwde schepen, waarbij de oorspronkelijke

werf design authority is gebleven, van maximum circa 25 jaar oud, in

beschouwing genomen.

Tabel 111.3: Export van fregatten vanuit Duitsland

Importerend land Aantal fregatten Orders

in dienst

Argentinië 10

Australië 5 3

Griekenland 4

Nieuw-Zeeland 2

Nigeria I

Polen 1 I

Portugal 3

Turkije 8

Zuid-Afrika 4

TOTAAL 34 8

Bron: Policy Research Corporation op basis van Jane's Defence Equipment

- 96- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 136: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Nederlandse marinebouwcluster in internationaal perspectief

De Duitse overheid is minder dan de Franse actief om de export te onder­

steunen, maar dit wordt ruimschoots gecompenseerd door impulsen vanuit

de sector zelf. De hoogstaande kennis die aanwezig is in de Duitse

marinebouwsector, vormt een eerste element dat de export bevordert.

Daarnaast werden consortia opgericht, voornamelijk met het oog op

ondersteuning van de export. Deze grote consortia genieten internationaal

veel aanzien en kunnen gewicht in de schaal leggen om exportorders te

verwerven.

In deze conglomeraten zijn niet enkel de scheepswerven betrokken, maar

ook andere aan de marinebouw gerelateerde bedrijven. Essentieel is ook de

grote verwevenheid tussen de consortia en de Duitse banksector en

handelshuizen. De banken verzekeren het risico van veranderende wissel­

koersen en verstrekken leningen aan de Duitse consortia om laattijdige

betalingen vanuit het buitenland te compenseren.

De participaties van de belangrijkste Duitse scheepswerven in dergelijke

consortia wordt weergegeven in Tabel IJI.4. Zo vervult bijvoorbeeld

Ferrostaal als handelshuis en marketingorganisatie een belangrijke rol op

het gebied van de financiering van exportdeals middels zijn netwerk van

banken en financiële instellingen.

Tabel 111.4: Belangrijkste Duitse scheepswerven en hun deelnames

Deelnemende partijen Kenmerken

German - Blohm & Voss (B&V) GmbH in Hamburg - Weinig clustervorming (grote

Frigate - Howaldtswerke Deutsche Werft (HDW) AG in Kiel afstanden en geringe synergie) - Thyssen Rheinstahl Technik GmbH - Fregattenbouw is gericht op vermijden

Consortium - Ferrostaal AG van risico's

German - Howaldtswerke Deutsche Werft (HDW) AG in Kiel - Clustervorming (korte lijnen met kennis instituten en sterk netwerk van

Submarine - Thyssen Nordseewerke (TNSW) GmbH in Emden onder leveranciers )

Consortium - Ferrostaal AG - Minder risicovermijdend gedrag

Bron: Policy Research Corporation op basis van W. Legien en J. Huisman

© Stichting Nederland Maritiem Land - 97-

Page 137: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Voor de export wordt door de consortia zeer creatief met offiet omgegaan.

In ruil voor de bouw van onderzeeboten voor de Portugese marine zal

Howaldtswerke Deutsche Werft (HDW) investeren in Portugese scheeps­

bouwwerven om daar verbeteringen te realiseren. Een zelfde afspraak werd

gemaakt met Zuid-Afrika in het kader van de bouw van vier korvetten. Als

compensatie voor de aankoop van korvetten worden door de Duitse in­

dustrie investeringen gerealiseerd in Zuid-Afrika. De export naar Argen­

tinië is een ander voorbeeld waar de offiet de grenzen van de sectoren

overschrijdt. Argentinië koopt fregatten van Duitsland en als compensatie

verkrijgt de Argentijnse luchtvaartmaatschappij landingsrecht op Frankfurt.

Het Duitse industrieel-privaat model heeft evenwel aan succes ingeboet ten

gevolge van de terugtrekkende banken, de internationale crisis in de wereld

van kapitaalgoederen en op de beurs. Als gevolg hiervan is de verdere groei

en verticale integratie van de conglomeraten afgeremd en verliezen de

conglomeraten aan kracht.

IIL2.3. VERGELIJKING MET DE NEDERLANDSE MARINEBOUWCLUSTER

Frankrijk en Duitsland worden net als Nederland geconfronteerd met een

daling van de defensiebudgetten en een snel veranderende internationale

marinebouwomgeving. Toch zijn zij meer succesvol gebleken in het

exporteren van hooggeavanceerde schepen (fregatten) dan de Nederlandse

marinebouwcluster. In deze sectie wordt getracht hiervoor een verklaring te

vinden in de structuur van de marinebouwcluster en de mate van overheids-. . mmengmg.

In Hoofdstuk 11 werd de geschiedenis van de Nederlandse marine­

bouwcluster beschreven. Hieruit bleek dat eind jaren 1970 en begin jaren

1980 de Nederlandse marinebouwcluster met Rijn-Schelde-Verolme (RSV)

sterke gelijkenissen vertoonde met het Duitse model. Bij de deconfiture

van het Rijn-Schelde-Verolme concern werd de Nederlandse overheid een

te grote inmenging en financiële steun verweten. Sindsdien houdt de Neder-

- 98- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 138: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Nederlandse marinebouwcluster in internationaal perspectief

landse overheid zich verder verwij derd van de marinebouwsector en onder­

steunt ze de export van marineschepen slechts in beperkte mate. Het gebrek

aan politieke ondersteuning voor de verkoop van fregatten is een belang­

rijke belemmering wanneer de Nederlandse marinebouwcluster hoogge­

avanceerde schepen tracht te exporteren.

Een bijkomend probleem is de contractaansprakelijkheid van de Konin­

klijke Marine en de kennisinstituten als leveranciers van bijvoorbeeld het

combat management system. Dit risico moet door de industrie worden

genomen. Wel accepteert de overheid een inspanningsverplichting.

Daarnaast mist de Nederlandse marinebouwcluster een organisatie die in­

staat voor de financial engineering, zoals in de Duitse marinebouwcluster.

De cluster heeft evenwel behoefte aan een financieel draagkrachtig lichaam

dat de financiële risico's kan afdekken. Hier ligt een voorwaarden­

scheppende taak van de Nederlandse overheid. Dit is met name van belang

bij complexe producten zoals fregatten.

Opgemerkt dient te worden dat in de jaren 1970 en 1980 inspanningen zijn

verricht met de steun van de Koninklijke Marine en de Ministeries van

Defensie en Economische Zaken om exportorders te verkrijgen. Toch was

het succes van deze inspanningen beperkt. In vele gevallen kon de Neder­

landse marinebouwcluster geen weerwerk bieden tegen de politiek meer

gesteunde offertes uitgebracht door de concurrerende Europese scheeps­

werven.

111.3. DE EXPORT(MOGELlJKHEDEN) VAN DE NEDERLANDSE MARINE­

BOUWCLUSTER

Hierboven werd uiteengezet dat voor de Nederlandse marinebouwcluster

het toekomstig potentieel voor de export van fregatten en andere schepen

met een hoge contractwaarde beperkt is. Export is evenwel van vitaal

belang voor de continuïteit van de cluster. De dalende budgetten en de

teruglopende vraag van de Koninklijke Marine moeten worden gecompen-

© Stichting Nederland Maritiem Land - 99-

Page 139: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

seerd met export om het voortbestaan van de cluster niet lil gevaar te

brengen'. Alle exportkansen, zowel civiel als militair, dienen dan ook te

worden benut.

In deze sectie volgt een bespreking van deelmarkten waar zich export­

mogelijkheden bevinden voor de Nederlandse marinebouwcluster:

Export van schepen met een lagere bewapeningscomponent;

Export van deelsystemen;

Export van kennis en projectmanagement;

Export in het kader van de verkoop van af te stoten materieel.

/11.3.1. EXPORT SCHEPEN MET EEN LAGERE BEWAPENINGSCOMPONENT

Uit Hoofdstuk lIl. I is reeds gebleken dat de markt voor deze schepen zeer

groot en kennisrijk is en kan worden aangeduid als een miljardenindustrie.

De Nederlandse marinebouw is omwille van haar innovativiteit en

kwalitatief hoogstaande productie in staat om op deze markt aanzienlijke

export te realiseren.

Schepen met een lagere bewapeningscomponent zoals Landing Platforms

Dock en patrouilleschepen houden nog om andere redenen specifiek voor

de Nederlandse marinebouwcluster een aanzienlijk exportpotentieel in zich.

Ze zijn militair gezien minder complex en hebben minder strategisch

belang in een politieke discussie of in diplomatieke onderhandelingen.

Bijgevolg komt dit type schip voor de Nederlandse marinebouwcluster, die

een sterke politieke ondersteuning mist, beter in aanmerking. In

Hoofdstuk IIL2.3 werd toegelicht dat de bepaling van de aansprakelijkheid

en ook de financial engineering een probleem kunnen vormen. Ook deze

factoren zijn minder van belang voor de export van deze schepen, gezien de

geringere rol van de Koninklijke Marine en de kleinere contractwaarde.

5 Het belang van de continuïteit in de orders werd besproken in Hoofdstuk 11.

-100 - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 140: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Nederlandse marinebouwcluster in internationaal perspectief

lIL 3. 2. EXPORT VAN DEELSYSTEMEN

De export van deelsystemen kan eveneens een belangrijk potentieel inhou­

den voor de toeleveranciers in de Nederlandse marinebouwcluster. De

export van deelsystemen beperkt zich niet tot één bepaalde deelmarkt van

marineschepen. Deze export kan zowel plaatsvinden voor de schepen met

een lagere bewapeningscomponent als voor de meer complexe fregatten.

De Koninklijke Marine is een role model customer en heeft een imago van

degelijkheid en vooruitstrevendheid. De relatie van de toeleveranciers met

de Koninklijke Marine is dan ook een belangrijke referentie. Een bijko­

mend voordeel van deze relatie treedt op bij de verkoop van tweedehands

schepen. De Nederlandse toeleveranciers, die betrokken waren bij de

oorspronkelijke ontwikkeling van het schip, worden dikwijls ingeschakeld

om deze schepen te upgraden en te onderhouden. Hier wordt in

Hoofdstuk III.3.4 nader op ingegaan.

In Hoofdstuk IJ is eveneens beschreven dat verschillende leden van de

Nederlandse marinebouwcluster werkzaam zijn in het buitenland via

zusterbedrijven, moederbedrijven, samenwerkingsverbanden etc. Langs

deze kanalen kunnen ook makkelijker de contacten worden gelegd voor de

export van deelsystemen.

Ook op de markt van deelsystemen heerst een stevige concurrentie. In de

Verenigde Staten wordt een te grote afhankelijkheid van een buitenlandse

toeleverancier vermeden en kan vaak enkel via licenties met een Ame­

rikaans bedrijf worden gewerkt.

De internationale concurrentie op deze markt is heel sterk, maar toch is het

potentieel reeds bewezen. Drie voorbeelden van de export van deelsyste­

men bij drie toeleveranciers - Hertel Marine Services, Thales Nederland en

Imtech Marine en Offshore - worden hieronder nader toegelicht.

© Stichting Nederland Maritiem Land -lOl -

Page 141: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

1I1.3.2./. Hertel Marine Services

Leden van de Nederlandse marinebouwcluster nemen regelmatig samen

deel aan een internationale aanbestedingsprocedure. Ook al krijgt de totale

cluster dan niet de opdracht, toch kan een bepaalde toeleverancier worden

geselecteerd om zijn deelsysteem aan te leveren.

Dit was onder meer het geval in het kader van de aanbesteding van de

Noorse Fregatten in de periode 2000-2001. Hierbij had de Koninklijke

Schelde Groep afgezien van het uitbrengen van een offerte, maar had ze

wel de opdracht gekregen een bijdrage te leveren aan het conceptuele

ontwerp. De bouwopdracht werd toegekend aan een Spaans-Amerikaanse

combinatie. Toch kreeg Hertel Marine Services de (deel)opdracht om

isolatiemateriaal en kunststof afwerkkapjes voor de schepen te leveren.

Hertel neemt geregeld deel aan aanbestedingsprocedures - evenwel vaak in

de civiele scheepsbouw - zowel in de hoedanigheid van individueel bedrijf

als samen met de Koninklijke Schelde Groep en andere leden van de

Nederlandse marinebouwcluster.

lIL 3. 2. 2. Thales Nederland

Thales Nederland presteert relatief goed op het gebied van de export van

deelsystemen. Momenteel is Thales Nederland actief in verscheidene

landen, onder meer in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Griekenland,

Turkije en Zuid-Korea. Thales Nederland maakt hiervoor gebruik van het

wereldwijde Thales marketing en sales netwerk. Daarnaast had Thales

Nederland ook van zichzelf (vanuit haar verleden als Hollandsche Signaal

Apparaten) reeds een sterk netwerk.

Een voorbeeld van een succesvolle export van Thales Nederland is de

SMART-L (zie Figuur 111.8). Dit is een driedimensionale lange afstands­

radar. Hiervan wordt een aangepast product (S 1850M) geëxporteerd naar

- 102- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 142: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Nederlandse marinebouwcluster in internationaal perspectief

het Verenigd Koninkrijk (acht stuks), Frankrijk (twee stuks) en Italië (twee

stuks). De export is tot stand gekomen via een internationale aanbesteding.

Voor de export naar bovengenoemde landen, met een stevige defensie in­

dustrie, is er in de praktijk enkel een kans op succes wanneer wordt

samengewerkt met een lokale partner. In dit geval is dat met Alenia

Marconi Systems (AMS). Het contact met de lokale contracting organisatie

loopt via AMS.

Figuur 111.8: De SMART-L

Bron: Thales

Thales Nederland neemt jaarlijks gemiddeld deel aan een honderdtal

aanbestedingsprocedures. Hiervan is ongeveer 10% succesvol. Thales

Nederland contracteert meestal rechtstreeks met de overheid.

De belangrijkste concurrenten zijn BAE Systems (Verenigd Koninkrijk),

DCN/Thales France (Frankrijk), Alenia Marconi Systems (Italië en

Verenigd Koninkrijk), Saabtech (Duitsland), Lockheed Martin (Verenigde

Staten), Raytheon (Verenigde Staten) en European Aeronautic Defence and

Space Company of EADS.

© Stichting Nederland Maritiem Land -103 -

Page 143: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

//1.3.2.3. Imtech Marine en Offshore

Een derde voorbeeld van een succesvol exportproduct is het Electronic

Chart Display and /nformation System (ECDIS)6 van Imtech Marine en

Offshore. In eerste instantie werd het ECDIS op beurzen en op marinesche­

pen gedemonstreerd aan potentiële klanten. Dit heeft bijvoorbeeld geleid tot

contracten in Singapore (28 exemplaren), onder meer in de Endurance

Class Landing Ship Tanks (LST).

Daarnaast is het ECDIS opgenomen in de UNIMACS geïntegreerde brug.

Hiervan zijn vier exemplaren geëxporteerd naar het Verenigd Koninkrijk

voor integratie in het Alternative Landing Ship Logistic (ALSL), via goede

contacten met de lokale scheepswerf als spin-off van het door de

Koninklijke Schelde Groep ontwikkelde Enforcer scheepsontwerp. Met

deze toepassing is eveneens civiele export gerealiseerd, onder meer in bag­

gerschepen voor Spanje.

Naast bovengenoemde heeft Imtech Marine en Offshore ook export van

deelsystemen gerealiseerd voor Gunboats (Griekenland), Wielingen­

fregatten (België) en S-fregatten (Griekenland), zie ook Hoofdstuk //1.3.4.

Dankzij de bijdrage van Imtech Marine en Offshore aan het LPDI hebben

zij eveneens opdrachten verworven voor de elektrische installatie van acht

andere Landing Platforms Dock, de LST's en de ALSL's.

Imtech Marine en Offshore brengt jaarlijks circa 40 offertes uit. Dit doet

Imtech Marine en Offshore zowel in groepsverband als alleen. Het

succespercentage bij deze offertes bedraagt ongeveer 25%. De verkopen

gaan dan meestal niet naar de betrokken marine, maar rechtsreeks naar de

scheepswerf. Voor Imtech Marine en Offshore komt de concurrentie vooral

van CAE (Canada), Kongsberg (Noorwegen), en VT Controls (Verenigd

Koninkrijk).

6 Dit betreft een digitale zeekaart.

-104 - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 144: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Nederlandse marinebouwcluster in internationaal perspectief

De Nederlandse toeleveranciers exporteren dikwijls het 'totale pakket'. Dit

betekent dat ze niet enkel de afgewerkte producten verkopen maar de

systemen zelf installeren en integreren op de lokale werf. Hierbij is evenwel

een tendens merkbaar dat meer en meer enkel de kennis en knowhow

worden geëxporteerd. De realisatie en verdere afwerking van de deel­

systemen gebeuren dan in het importerende land door de lokale bedrijven.

Dit wordt beschreven in de volgende sectie.

IIL 3. 3. EXPORT VAN KENNIS EN PROJECTMANAGEMENT

Als derde deelmarkt kan de export van kennis en projectmanagement

worden aangeduid. Globaal neemt de algemene internationale scheeps­

bouwcapaciteit toe. Dit brengt mee dat de concurrentie voor de 'bouw' van

schepen zal blijven toenemen. De grote exportkansen voor de traditionele

scheepsbouwers liggen nu veeleer in de export van de knowhow of het

verlenen van assistentie omtrent de constructie van de schepen.

Veel landen - met dikwijls een jongere marinebouwindustrie - vertonen

meer interesse om enkel het ontwerp en de innovatieve knowhow te impor­

teren. De bouw van het schip gebeurt dan in eigen land met eigen middelen

en werkkrachten. Lokaal bouwen wordt in toenemende mate een vereiste,

gezien het belang om de ondernemingen van de lokale scheepsbouw te

ondersteunen.

Ook voor de Nederlandse scheepsbouwers biedt de technologieoverdracht

potentieel. Wanneer de bouwen de realisatie buiten de opdracht worden

gehouden en het project zich beperkt tot de ontwikkeling, het ontwerp en de

engineering, zijn de bezwaren op het gebied van jinancial engineering en

risico's (zie Hoofdstuk llI.2.3) minder van belang. Veel landen vereisen wel

dat reeds een soortgelijk schip is gebouwd bij de Koninklijke Marine. Zo

kan deze laatste als Parent Navy bijdragen aan de overdracht van opera­

tionele ervaring.

© Stichting Nederland Maritiem Land -105 -

Page 145: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

De Koninklijke Schelde Groep beschikt over een grote knowhow op het

gebied van ontwerp en engineering. De waarde van deze kennis als

verkoopbaar product is aanzienlijk. Een goede beheersing van het

engineeringproces is immers noodzakelijk gelet op het feit dat in deze fase

voortdurend wijzigende omstandigheden en vereisten optreden.

De Koninklijke Schelde Groep heeft reeds kennis geëxporteerd. In navol­

ging van het Hr. Ms. Rotterdam (LPDI) werd het Enforcer ontwerp ont­

wikkeld. Deze kennis werd naar het Verenigd Koninkrijk geëxporteerd om

daar te worden toegepast door Swan Hunter voor de bouw van het Alter­

native Landing Ship Logistic (ALSL) (zie Hoofdstuk IV.2.3 en Figuur

111.9).

Figuur 111.9: Alternative Landing Ship Logistics

Bron: Stork Bronswerk

Ook de kennisinstituten Zijn actief en succesvol op het gebied van

kennisexport. Met name TNO DO is er de afgelopen jaren in geslaagd een

belangrijk deel van zijn onderzoek aan buitenlandse marines te verkopen.

Naast het realiseren van omzet met de export van knowhow, blijft de

Nederlandse marinebouwcluster op deze manier actief met kennis­

ontwikkeling bezig. Dit beperkt het risico dat de kennisinfrastructuur

verloren gaat (zoals besproken in Hoofdstuk 11).

-106 - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 146: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Nederlandse marinebouwcluster in internationaal perspectief

IlI. 3. 4. VERKOOP VAN AF TE STOTEN MATERIEEL

De Koninklijke Marine streeft een vloot na van hooggeavanceerde en

moderne schepen. Door vervanging en door inkrimping van de vloot zijn de

afgelopen jaren 15 fregatten en een bevoorradingsschip van eigenaar

veranderd. Ook de komende jaren zullen nog drie fregatten en een zevental

kleinere schepen worden afgestoten. Dit biedt aan de Nederlandse

marinebouwcluster als original equipment manufacturer een aparte en

omvangrijke exportmarkt.

Niet alleen vervult de cluster vaak een rol bij het gereed maken van de

schepen voor verkoop in de vorm van onderhoud, reparaties en logistiek­

technische documentatie; in veel gevallen worden voor rekening van de

koper eveneens modificaties en aanpassingen uitgevoerd door de

Nederlandse marinebouwcluster. De volgende twee voorbeelden illustreren

deze export.

al Griekenland

Na aankoop van een tweetal nieuwe schepen van de Kortenaer-klasse in de

jaren 1980, heeft de Griekse marine tijdens de afgelopen jaren nog zeven

schepen van dat type van de Koninklijke Marine overgenomen. Thales

Nederland heeft recent de opdracht gekregen een belangrijk deel van het

SEW ACO-systeem van deze schepen geheel te vernieuwen (midlife mo­

dernization). De Koninklijke Schelde Groep zal de platformaanpassingen

engineeren en gedeeltelijk leveren. Imtech Marine en Offshore verzorgt de

vervanging van de technische centrale. De platformwerkzaamheden worden

uitgevoerd door Hellenic Shipyards.

bi Verenigde Arabische Emiraten (UAE)

In 1996 hebben Thales Nederland en de Koninklijke Schelde Groep een

contract gesloten met de UAE Naval Force voor de levering van een naval

package. Hiertoe werden een tweetal fregatten van de Kortenaer-klasse van

de staat gekocht en na een omvangrijke opknapbeurt inclusief aanpassingen

© Stichting Nederland Maritiem Land - 107-

Page 147: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

voor lokale klimatologische omstandigheden aan de UAE geleverd. Daar­

naast omvatte het contract opleiding van meer dan 600 man, een onder­

houdswerkplaats, een NBCD-school, reservedelen, documentatie en brand­

blusequipment en scoutradarsystemen van de overige schepen in de UAE­

vloot. Assistentie in onderhoud en de levering van reservedelen vertegen­

woordigen een blijvende jaaromzet voor Thales Nederland en de

Koninklijke Schelde Groep.

De levering van tweedehands schepen staat in een aantal gevallen niet op

zichzelf maar vormt een onderdeel van nieuwbouwprojecten. Soms als

onderdeel van compensatie soms als overbrugging voor de in een later

stadium te leveren nieuwbouw. Tot slot dient te worden opgemerkt dat de

Nederlandse marinebouwcluster bekwaam is dit soort oudere schepen

concurrerend weer in operationele staat op zee te brengen. Dit onderstreept

de verwachting dat ook wanneer het geen ex-Koninklijke Marine schepen

betreft, buitenlandse marines een beroep kunnen doen op de Nederlandse

marinebouwcluster, al of niet met lokale uitvoering.

111.4. CONCLUSIE

De exportmarkt voor hoogwaardige fregatten is klein en politiek gevoelig.

De concurrentie op deze markt is hevig en zal in de toekomst alleen maar

toenemen daar de nationale markten krimpende zijn. De exportkansen zijn

voor de Europese spelers in realiteit beperkt tot enkele gevestigde landen

zoals Frankrijk en Duitsland.

De sterke posities van Frankrijk en Duitsland worden in belangrijke mate

verklaard door de organisatie van hun marinebouwcluster, een respec­

tievelijk industrieel-politiek en industrieel-privaat model. De Nederlandse

marinebouwcluster mist deze sterkten om zich succesvol te profileren op de

markt van de hooggeavanceerde schepen (fregatten) en haar sterke positie

-108 - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 148: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Nederlandse marinebouwcluster in internationaal perspectief

te heroveren. De Nederlandse marinebouwcluster heeft zich dan ook op

andere (deel)markten gericht.

Deelmarkten zoals de markt van schepen met een lagere bewapenings­

component, de deelsystemen, de proces- en ontwerp kennis en de export ten

gevolge van de afstoot van materieel door de Koninklijke Marine hebben

hun potentieel reeds aangetoond. Getuige hiervan bijvoorbeeld de export

gerealiseerd door de Koninklijke Schelde Groep, Imtech Marine en

Offshore en Thales Nederland. Hierbij zijn eveneens exportorders mogelijk

naar typisch gesloten markten zoals het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk.

De belangrijke rol van de Koninklijke Marine binnen de marinebouwcluster

voor deze exportmarkten komt op een aantal punten tot uiting. Zowel haar

actieve functie bij de initiële ontwikkeling van de producten, als haar

positie van role model customer en haar rol van Parent Navy blijken van

grote betekenis bij het verwezenlijken van de exportcontracten.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 109-

Page 149: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

-110 - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 150: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Casestudies betreffende innovaties in de marinebouwcluster

IV. CASESTUDIES BETREFFENDE INNOVATIES IN DE

MARINEBOUWCLUSTER

In dit hoofdstuk wordt de aandacht gericht op zes casestudies. Aan de hand

van deze gedetailleerd uitgewerkte voorbeelden wordt meer inzicht gegeven

in het leader firm gedrag van de Koninklijke Marine en in de betekenis van

de Koninklijke Marine voor de Nederlandse marinebouwcluster. Er wordt

onder meer aangetoond dat de Koninklijke Marine voor deze ontwik­

kelingen nauw samenwerkt met de marinebouwcluster en dat ze een

aanjaagrol vervult bij de realisatie van de kwalitatief hoogwaardige pro­

ducten. Eveneens wordt de betekenis van deze projecten op het gebied van

export voor de Nederlandse marinebouwcluster bekrachtigd.

De cases betreffen zowel types van marineschepen als deelsystemen op de

schepen. Achtereenvolgens worden volgende cases uitgewerkt:

Marineschepen:

Luchtverdedigings- en Commando Fregat (LCF);

Landing Platform Dock 1 (LPDI);

- Coast Guard Cutter.

Deelsystemen:

Goalkeeper;

Rudder RoU Stabilization Systeem;

Active Phased Array Radar (APAR).

Het Luchtverdedigings- en Commando Fregat vormt de centrale case. Dit

fregat is het kroonjuweel van de zelfscheppende Nederlandse marinebouw-

© Stichting Nederland Maritiem Land - 111 -

Page 151: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

cluster en zal de kern vormen van de Nederlandse vloot van begin deze

eeuw. De rol van de Koninklijke Marine op het gebied van internationale

samenwerking en de samenwerking met de kennis instituten wat betreft de

zeer geavanceerde technologieën komen hierin uitgebreid aan bod. Het

LCF-project heeft bovendien veel andere innovaties op gang gebracht en

aangemoedigd in de Nederlandse marinebouwcluster. Voorbeelden hiervan

zijn de APAR (Hoofdstuk IV. 6) en de SMART-L (Hoofdstuk III.3.2) ..

Het Landing Platform Dock I en de Coast Guard Cutter zijn voorbeelden

van marineschepen met een lagere bewapeningscomponent waarmee de

Nederlandse marinebouwcluster reeds aanzienlijke export heeft kunnen re­

aliseren. Beide projecten hebben eveneens aanleiding gegeven tot de export

van de project- en proceskennis.

De deelsystemen die nadien worden besproken, zijn voorbeelden van de

aanwezige kennis en sterke innovatiekracht van de Nederlandse cluster.

Naast de bespreking van innovatieve producten zoals de Goalkeeper en de

AP AR, komt eveneens de Rudder Roll Stabilization techniek aan bod.

IV. I. LUCHTVERDEDIGINGS- EN COMMANDO FREGAT (LCF)

De eerste casestudy betreft het Luchtverdedigings- en Commando Fregat

(LCF). Het LCF werd gebouwd om op te treden in een luchtverdedigingsrol

binnen een taakgroep met bijkomende functie als commandoschip.

IV.l.l. HET LUCHTVERDEDIGINGS- EN COMMANDO FREGAT (LCF)

PROJECT

Dit project betreft de bouw van vier Luchtverdedigings- en Commando

fregatten van de 'De Zeven Provinciën'-klasse. Deze fregatten werden

gepland ter vervanging van twee Geleide Wapen fregatten van de Tromp

klasse en twee Standaardfregatten van de Kortenaer-klasse.

-112 - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 152: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Casestudies betreffende innovaties in de marinebouwcluster

IV.1.1.1. Verloop van het project

De Koninklijke Schelde Groep is verantwoordelijk voor de bouw van de

vier Luchtverdedigings- en Commando fregatten. Het totale projectbudget

voor de vier schepen is momenteel gesteld op circa € 1.6 miljard (prijspeil

2002). Het projectteam van de Koninklijke Marine is organisatorisch onder­

gebracht bij de Directie Materieel.

Uitgangspunt voor het LCF was het M-fregat. Het vereiste nieuwe luchtver­

dedigingssysteem kon middels aanpassingen op het M-concept worden ge­

plaatst. Het resultaat was zowel technisch als financieel onbevredigend. In

een nauwe samenwerking tussen de Koninklijke Marine en de Koninklijke

Schelde Groep ontstond een nieuw ontwerp. Middels een analyse van de

belangrijkste kostenfactoren en gebruikmakend van de ervaring die de

Koninklijke Schelde Groep had opgedaan met civiele bouw, werd een zeer

innovatieve koers gekozen. Hierbij stonden vijf elementen centraal:

Een vergroting van het volume om onnodige kosten gepaard gaande met het werken in kleine ruimtes te vermijden;

Een open en geometrisch repetent ontwerp;

Het significant (>30%) terugdringen van de engineering uren. Het detail ontwerp zou voor 70% gereed moeten zijn voor dat met de productie zou worden begonnen;

- Het beslissingsproces met betrekking tot het platform werd in de tijd losgekoppeld van de keuze van de SEW ACO-systemen door generieke ruimten te voorzien inclusief vooraf bepaalde voorzieningen, waarbinnen in een later stadium SEW ACO-elementen een plaats konden vinden. Transportwegen werden daartoe vooraf voorzien;

- Om binnen de vereiste prestaties tot de beste financiële oplossingen te komen werd het design-ta-cast principe aangehouden.

Bovenstaande heeft geleid tot een ontwerp waarbij:

Het volume (m3) met 100% toenam;

De waterverplaatsing groeide van 4 400 tot 6 400 ton;

- De engineeringuren met 30% afnamen;

© Stichting Nederland Maritiem Land - 113-

Page 153: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

De kosten van het casco gelijk bleven;

De infrastructuur (pijpen, bekabeling etc.) per saldo goedkoper werd.

De Zeven Provinciën (zie Figuur IV 1) werd als eerste LeF in april 2002 in

dienst gesteld. Het LeF Tromp werd op 14 maart 2003 opgeleverd en de

twee resterende schepen volgen in 2004 en 2005.

Figuur IV.I: De Zeven Provinciën

Bron: Koninklijke Marine

IV./.J.2. Internationale samenwerking

Het LeF-project vindt plaats binnen één van de internationale

samenwerkingsverbanden waarin de Koninklijke Marine betrokken is, in dit

geval het Trilaterale Frigate Cooperation (TFC) programma. Deze

samenwerking is tot stand gekomen na het uiteenvallen van het NFR-90

(NATO-fregatten) project.

- 114- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 154: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Casestudies betreffende innovaties in de marinebollwclllster

Het TFC-programma werd door Duitsland, Nederland en Spanje opgericht

begin jaren 1990. Het doel ervan was om gezamenlijk de benodigde

systemen te ontwikkelen, gemeenschappelijk aan te kopen en de ontwik­

kelingskosten te delen. Het TFC-programma wordt gekenmerkt door een

relatief losse constructie waarbij enkel wordt samengewerkt op de vlakken

waar de partijen een meerwaarde zagen. Elk land is onafhankelijk in het

ontwerp en de bouw van de fregatten. Hieruit zijn aldus van elkaar verschil­

lende schepen voortgekomen, het LCF in Nederland, de F124 in Duitsland

en de F I 00 in Spanje.

Eén van de gebieden waarbij men gezamenlijk de aankoopkosten wilde

reduceren, was het luchtverdedigingssysteem. Hierbij heeft Spanje echter

geopteerd om een systeem gebaseerd op het Amerikaanse AEGIS-systeem

te implementeren (de Spy 1) in het kader van een overeenkomst met de

Verenigde Staten. Daarentegen hebben Nederland en Duitsland wel verder

samengewerkt. Zij hebben samen met Canada en Thales Nederland de

AP AR en de bijhorende anti warfare technologie ontwikkeld (zie

Hoofdstuk IV. 6).

IV. 1.2. INNOVATIEVE ONTWIKKELINGEN

Het LCF is een technologisch zeer geavanceerd schip waarin de SEW ACO­

systemen het belangrijkste gedeelte vertegenwoordigen. Daarnaast werden

in een samenwerking tussen de Koninklijke Schelde Groep en de

Koninklijke Marine eveneens belangrijke innovaties gerealiseerd op het

vlak van platformontwerp. De innovaties op het gebied van platform­

ontwerp zijn met name gerelateerd aan het verbeteren van de militaire

capabilities en de ondersteuning van operationeel management aan boord.

Vooral op het gebied van signatuurreductie (stealth), geïntegreerde aanpak

van de opstelling van radars, sensoren, zenders en ontvangers alsmede

kwetsbaarheidsreducerende constructies (onder andere blastwerende schot-

© Stichting Nederland Maritiem Land - 115-

Page 155: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

ten) zijn ten opzichte van vorige scheepsontwerpen belangrijke stappen

voorwaarts gezet. Ook de platformautomatisering aan boord is aanmerkelijk

verbeterd ten opzichte van voorgaande schepen. Dit is natuurlijk in de eer­

ste plaats een gevolg van de snelle technologische ontwikkelingen op

gebied van soft- en hardware. Een belangrijke nieuwe toevoeging hierbij is

de door de Koninklijke Marine geïnitieerde ontwikkeling van beslis­

singsondersteunde software. Het LCF zal het eerste marineschip ter wereld

zijn waar deze beslissingsondersteunende software in de bedienings- en

bewakingsapparatuur van het platform zal zijn geïntegreerd.

Door onder meer het design-to-cost principe aan te houden, kon het LCF

worden geproduceerd tegen een kostprijs per stuk die lager ligt dan bij de

F 124. De F 1 00 kan hier evenwel niet mee worden vergeleken aangezien

daar geopteerd is voor minder geavanceerde technologieën.

In Tabel lVi worden de belangrijkste Nederlandse (innovatieve) ontwik­

kelingen die hebben plaatsgevonden bij het ontwerp en de bouw van het

LCF, in kaart gebracht. Deze ontwikkelingen betreffen innovaties op het

vlak van zowel SEW ACO-systemen als platformsystemen. Deze tabel is

bottom-up samengesteld met medewerking van de leden van de

Nederlandse marinebouwcluster. Er wordt een overzicht gegeven van de

spin-offs en het exportpotentieel en/of de exportresultaten die reeds zijn

geboekt. Tabel IV i bevestigt de belangrijke rol die de ontwikkeling en de

bouw van het LCF speelt in de totstandkoming van innovaties en export­

mogelijkheden voor de Nederlandse marinebouwcluster.

-116 - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 156: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Casestudies betreffende innovaties in de marinebouwcluster

TabelIV.l: Overzicht innovatieve deelsystemen in het LeF

Naam deelsysteem (Hoofd-) bouwer!

Type deelsysteem Opmerkingen betreffende spin-offs en bet

ontwikkelaar exportpotentieel

Rudder Rail Imtech Marine en Stabilizerings- Dit systeem en de toepassingen ervan worden gedetailleerd

Stabilization Offshore systeem besproken in Hoofdstuk JV.5 .

APAR TNO - Thales Multi-functionele Deze geavanceerde radartecltnologie en de toepassingen Nederland radar ervan worden in detail besproken in Hoofdstuk IV. 6.

De radar is ook geleverd aan de Bundesmarine (F 124) en

SMART-L TNO- Thales Driedimensionale in aangepaste vorm gekozen voor het type 45 voor de Nederland lange afstand radar Royal Navy (Verenigd Koninkrijk, VK) en het Horizon

project van de Franse en Italiaanse marine.

TNO - Thales Lange afstand infra-

Samenwerking tussen Thales Nederland en de Canadese SIRIUS rood rond-

Nederland zoeksysteem

industrie levert exportpotentieel.

Goalkeeper Thales Nederland Close-in Dit systeem de toepassingen ervan worden gedetailleerd wapensysteem besproken in Hoofdstuk JV.4.

Shock resistant Main Deze techniek werd door Imtech Marine en Offshore

Switch Boards and Imtech Marine en ontwikkeld en werd eveneens toegepast in vier Endu-

Distribution Panels Offshore Schakelaars rance class LST voor Singapore, in vier Large Patrol

(Switchgear) Crafts voor Griekenland en in vier Alternative Landing Ship Logistics (ALSL) voor de Royal Navy (VK).

Imtech Marine en Offshore heeft deze tecltniek reeds in tal

Degaussing Imtech Marine en

Demagnetiseren van schepen (bijv. in twee Mijnenvegers voor Indonesië en

Offshore één Patino Class voor Spanje) geïmplementeerd, al dan niet in aangepaste vorm.

UNIMACS Imtech Marine en

Navigatiebrug Imtech Marine en Offshore verkoopt het UNIMACS-

Offshore concept in tal van zowel civiele als militaire toepassingen.

Geruisarme Marin- Lips Schroeven

Een aangepaste versie is reeds aan een tiental marines voortstuwer verkocht, met telkens vier à vijftien exemplaren per land.

Getwiste Een civiele spill-over voor Marin is het asuithouder

schroefasuithouders Marin Schroeven onderzoek voor bijvoorbeeld snelle ferries en patrouille

vaartuigen.

Blastprotection TNO, Prins Maurits Explosiebestendige Deze tecltnologie werd door TNO verkocht aan de Royal Laboratorium constructie Navy (VK) en werd ook toegepast in Noorse fregatten.

Intelligente advies-TNO - Imtech Marine De kennis uit de platfonnautomatisering wordt momenteel

functie bij platform- Automatisering automatisering

en Offshore - CAE toegepast in het Europese project A TOMOS.

Turbo-uitvoering van Wärtsilä heeft W26X ontwikkeld voor Italiaanse Marine,

kruisvaartdiesel- StorklWärtsilä Motor deze werd verkocht via een Italiaanse zuster.

motoren

Een civiele "pill-over voor Hertel is het installeren van Standaard Meubilair Hertel Meubilair standaard meubilair voor twee Nederlandse offshore

schepen.

Bron: Policy Research Corporation

© Stichting Nederland Maritiem Land -117 -

Page 157: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

De samenwerking tussen de kennisinstituten (Marin, TNO etc.) bij de

ontwikkeling van de technieken voor het LCF wordt grafisch voorgesteld in

Figuur IV2.

Figuur IV.2: Samenwerking tussen de kennisinstituten bij het LeF

Bron.· TNO Defensieonderzoek

Uit bovenstaande blijkt dat het LCF een duidelijk product is van de

Nederlandse marinebouwcluster. Ook heeft de totstandkoming van enkele

van deze innovaties en technieken aanleiding gegeven tot internationale

samenwerking. Een voorbeeld is de Nederlands-Canadese samenwerking

bij de ontwikkeling van de SIRIUS. De landen die betrokken waren bij de

ontwikkelingen worden weergegeven in Figuur IV3.

- ]]8- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 158: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Casestudies betreffende innovaties in de marinebouwcluster

Figuur IV.3: Multinationale samenwerking bij de technieken van het LeF

Bron: Koninklijke Marine

IV./.3. CONCLUSIE BETREFFENDE DE LCF-CASE

De conclusies met betrekking tot de LeF-case worden samengevat In

Figuur IV.4. Deze case licht duidelijk toe dat de Nederlandse cluster in staat

is om een soortgelijk geavanceerd schip te ontwerpen en te bouwen. Dit

project heeft geleid tot aanzienlijke innovaties op verschillende deel­

gebieden en bij verschillende spelers van de marinebouwcluster. Daaruit

volgden - en volgen nog steeds - belangrijke spin-offs en civiele spill-overs

en is bijkomend exportpotentieel ontstaan voor de leden van de

marinebouwcluster.

© Stichting Nederland Maritiem Land - [[9-

Page 159: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Figuur IV.4: Conclusies Luchtverdedigings- en Commando Fregat

Kennis Directie Materieel van de

Koninklijke Marine

Combinatie van vereisten van de Koninklijke Marine en de vereisten vanuit de internationale samenwerking

I .. .. .. Koninklijke Marine als I Kennis in de marinebouwcluster Export

opdrachtgever

Order voor vier schepen in de Kennisontwikkeling omtrent de Veel export voor (spin-offs en

fregattenreeks, als vervanging van SEW ACO- en platformsystemen spill-overs van) deelsystemen

vier oudere fregatten

Internationale samenwerking met Duitse, Spaanse en Canadese marines

Bron: Po/icy Research Corporation

IV.2. LANDING PLATFORM DOeK 1 (LPDI)

De tweede casestudy behandelt het eerste Landing Platfonn Dock (LPD),

die de naam Hf. Ms. Rotterdam draagt. De primaire taak van het schip

betreft de uitvoering van amfibische operaties en het steunen van humani­

taire acties.

IV.2.1. HET LANDING PLATFORM DOCK 1 (LPDI) PROJECT

Het ontwerp van het LPD 1 werd samen met de Spaanse marine ontwikkeld

en in 1994 aanbesteed. Het projectbudget voor het ontwikkelen en bouwen

van de Hf. Ms. Rotterdam bedroeg circa € 150 miljoen (prijspeil 2002).

In Nederland werd de bouw opgedragen aan de Koninklijke Schelde Groep.

Hf. Ms. Rotterdam (zie Figuur IV5) werd in dienst gesteld in april 1998.

-120 - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 160: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Casestudies betreffende innovaties in de marinebouwcluster

Figuur IV.5: Hr. Ms. Rotterdam, het Landing Platform Doek 1 (LPDI)

Bron: Koninklijke Marine

De meest intensieve samenwerking met de Spaanse marine heeft plaats­

gevonden tijdens het voorstudietraject. Het ontwerpbestek werd gezamen­

lijk uitgewerkt door de Koninklijke Schelde Groep en de Spaanse scheeps­

werf.

In de realisatiefase heeft de keuze van de Koninklijke Marine voor de

dieselelektrische voortstuwing en een divergerend tijdpad er toe geleid dat

de samenwerking zich uiteindelijk beperkte tot informatie-uitwisseling en

een beperkte materieel-logistieke samenwerking. Door het gezamenlijk ver­

werven van zowel het communicatie- als het navigatieradarsysteem heeft

de Koninklijke Marine ca. € 4.1 miljoen op de initiële begroting bespaard.

De Koninklijke Schelde Groep heeft de tandwielkasten gemaakt voor de

twee Spaanse schepen. Nederland koos ervoor het concept verder te

ontwikkelen en heeft vorig jaar een tweede LPD besteld.

IV, 2. 2. INNOVATIEVE ONTWIKKELINGEN

Het LPDI is geen hoogtechnologisch schip zoals het LCF. Bij het LPDI

maken de SEW ACO-systemen slechts 10% uit van het totale product,

terwijl dit bij het LCF meer dan de helft is.

© Stichting Nederland Maritiem Land -121 -

Page 161: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Nochtans beschikt het LPD lover een innovatief scheepsconcept met zijn

dok-, garage-, en hangarfaciliteiten. Door het schip aan de achterzijde af te

zinken kunnen kleine landingsvaartuigen, waarvan er vier in het dok

kunnen worden meegenomen, de landing van voertuigen, materieel en

personeel via het water op de kust verzorgen. Een alternatief is om dit

direct te doen - als havenfaciliteiten aanwezig zijn - ofvia de lucht middels

helikopters. Tabel IV2 geeft de belangrijkste deelinnovaties weer.

Tabel IV.2: Overzicht innovatieve deelsystemen in het LPDI

Naam deelsysteem (Hoofd-) bouwerl Type Opmerkingeu betreffende spin-offs en het

ontwikkelaar deel systeem exportpotentieel

Dit systeem werd in aangepaste versie geïmplementeerd Ballast Controle Imteeh Marine en Automatisch in vier Endurance Class LST voor Singapore en nadien Systeem Offshore ballastsysteem in vier Alternative Landing Ship Logistic" (ALSL) voor

het Verenigd Koninkrijk.

Integrated Platform Imtech Marine en Management

Dit systeem werd door Imteeh nadien nog toegepast in Management Systems

OtTshore systeem onder meer de vier ALSL schepen voor het Verenigd

(IPMS) Koninkrijk.

Dieselelektrische voortstuwing Imtech Marine en

Voortstuwing Van dit aandrijfsysteem werden vier exemplaren via

(Power Management Offshore Imtech UK verkocht. Systeem)

Bron: Policy Research Corporation

IV. 2.3. VERVOLGPROJECTEN

Voor de Koninklijke Marine is een tweede Landing Platfonn Dock m

aanbouw: het LPD2. Dit schip dient in 2007 operationeel te zijn.

Daarnaast heeft de Koninklijke Schelde Groep op basis van het LPD I een

export ontwerp gelanceerd, dat de naam Enforcer draagt. Deze Enforcer

klasse wordt omschreven als de gerationaliseerde versie van de LPDl. De

kosten zijn gereduceerd onder meer door een logische indeling, vaste

modules en gebruik van commerciële standaarden. Het Enforcer ontwerp

wordt door de scheepsbouwer Swan Hunter toegepast voor de vier

Alternative Landing Ship Logistics (ALSL) in het Verenigd Koninkrijk.

- 122- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 162: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Casestudies betreffende innovaties in de marinebouwcluster

Zoals ook in Hoofdstuk IV3.3 wordt vermeld, kan bij het Enforcer project

de trend worden opgemerkt om een groter gedeelte van het nieuwbouwpro­

ces buiten Nederland uit te voeren. Enkel de kennis (het ontwerp) en een

deel van het projectmanagement wordt geëxporteerd. De realisatie van het

schip gebeurt ter plaatse, in dit geval in het Verenigd Koninkrijk. Door de

leidende rol van de Koninklijke Schelde Groep als risicodragende partner in

de aanbiedingsfase werden kansen gecreëerd voor leden van de Neder­

landse marinebouwcluster. Imtech Marine en Offshore heeft, via Imtech

UK, leveranties en engineering verricht voor het ALSL. Bronswerk heeft de

HV AC verzorgd, Wärtsilä de motoren en de boegsectie wordt gebouwd

door Niestern Sander te Groningen. Alles bij elkaar omvat dit meer dan

35% van de projectkosten.

IV. 2.4. CONCLUSIE BETREFFENDE DE LANDING PLATFORM DOCK 1 CASE

Bij dit ontwerp heeft een innovatief concept op basis van voornamelijk

bestaande technologie geleid tot grote interesse in het buitenland en daarop­

volgende export van kennis (zie Figuur IV 6). Zo heeft onder meer de

Koninklijke Schelde Groep een significante exportmarktpositie kunnen

verwerven. Op dit moment is de Koninklijke Schelde Groep een serieuze

kandidaat in een zevental exportorders.

Figuur IV.6: Conclusies Landing Platform Doek 1

I Kennis

I Directie Materieel van de

Koninklijke Marine

I Snellc vertaling van behoeften in innovatief, functioneel ontwerp I

I

• • I. Koninklijke Marine als // Kennis in de

// Export

opdrachtgever marinehouwduster

Order voor één LPD I Belangrijke bijdragen • Export van Enfin'cer ontwerp (kennis) door Koninklijke

(met vervolgorder voor van lmtech Marine en Schelde Groep naar Verenigd Koninkrijk

LPD2 in 2007) Offshore • Export van deelsystemen door Imtech Marine en

Offshore, Wärtsilä, Stork Bronswerk etc.

Internationale samenwerking met Spaanse marine

Bron: Po/iey Research Corporation

© Stichting Nederland Maritiem Land - 123-

Page 163: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

IV.3. COAST GUARD CUTTER

Als volgende casestudy wordt de Coast Guard Cutter gedetailleerd be­

sproken. De Damen Stan Patrol 4100 Coast Guard Cutter werd gebouwd

voor de Kustwacht van de Nederlandse Antillen en Aruba om daar de

kustwachtvloot uit te breiden en te verbeteren.

IV.3.I. HET COAST GUARD CUTTER PROJECT

IV. 3. l. I. Voortraject

Per beschikking van de Directie Materieel van de Koninklijke Marine

(DMKM) is op 29 juli 1996 de projectgroep Kustwachtvaartuigen

Nederlandse Antillen en Aruba ingesteld met als taak kustwachtvaartuigen

te verwerven. De inhoud van het deelproject Coast Guard Cutters was

vastgelegd in de stafeis "Kustwacht cutters voor de toekomstige Kustwacht

voor de Nederlandse Antillen en Aruba". Het totale budget voor de bouw

van de drie schepen, inclusief initiële reservedelen, opleidingen en de

subsidiaire bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken, bedroeg

€ 19.5 miljoen (prijspeil 1997).

IV.3.l.2. Realisatie/ase

De Coast Guard Cutter werd in concurrentie stelling binnen Nederland

aanbesteed en de opdracht is uitgevoerd op basis van een functionele speci­

ficatie zonder bijhorend ontwerp. Damen Shipyards heeft het contract

gekregen voor verder ontwerp en voor de bouw van de schepen. De project­

leiding werd verzorgd onder de verantwoordelijkheid van de Koninklijke

Marine.

In Figuur IV. 7 worden de bedrijven weergegeven die hebben meegewerkt

aan de belangrijkste onderdelen van de Coast Guard Cutter met telkens het

deelgebied erbij vermeld. Tijdens het hele project stond de Koninklijke

-124 - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 164: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Casestudies betreffende innovaties in de marinebouwcluster

Marine eveneens mee in voor de kwaliteitsbewaking. Dat deed ze onder

meer door het keuren van de tekeningen van Damen, door het toetsen en

bijstellen van de werkwijze van de scheepsbouwer en het bijwonen van de

interne audits van Damen.

Figuur IV.7: Samenwerking bij de Coast Guard Cutter

Scheepsbouw

Croon

Kabel-, draad- en adercodering

Radio Holland

Verbindingsapparatuur

Made

Cascobouw

Optimalisatie van de rompvorm (Enlarged Huil

Concept, zie Hoofdstuk IV3.2)

Marin Modeltesten om het ontwerp te verfijnen

Bron: Policy Research Corporation op basis van Koninklijke Marine

IV.3.1.3. Oplevering

Als eerste schip werd de Jaguar P810 (zie Figuur IV8) in november 1998

overgedragen. De zusterschepen Panter P811 en Poema P812 werden

conform contract respectievelijk twee en vier maanden later opgeleverd.

© Stichting Nederland Maritiem Land -125 -

Page 165: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Figuur IV.8: Jaguar P810

Bron: Koninklijke Marine

IV. 3. 2. INNOVATIEVE ONTWIKKELINGEN

Bij de Coast Guard Cutter werden zeer geavanceerde technologieën

geïmplementeerd. Deze situeerden zich onder meer op het terrein van de

navigatie- en opsporingsapparatuur zoals bijvoorbeeld de Scout lage signa­

tuur radar, die ontwikkeld werd door Thales Nederland.

Verder werd voor de Coast Guard Cutter gebruik gemaakt van een ver­

nieuwing met betrekking tot lengte en rompvorm om het gedrag van het

schip bij operaties op zee in het Caribische gebied te optimaliseren. Bij

hoge snelheid en gegeven de lokale golfhoogte, kan een schip te kampen

krijgen met verticale schokbewegingen die zo sterk kunnen worden dat ze

de veiligheid van besturing en operaties ondermijnen. Dit wordt voor een

belangrijk deel bepaald door de relatie tussen de lengte van het schip en het

lokale golfpatroon. Vermits snelheid een belangrijk kenmerk is bij pa­

trouilleschepen, diende hiervoor een effectieve oplossing te worden

gevonden. Eén van de mogelijkheden om deze problemen tegen te gaan

was een bijzondere verlenging van de romp, het Enlarged Huil Concept of

Enlarged Ship Concept (ESC).

-126 - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 166: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Casestudies betreffende innovaties in de marinebouwcluster

Bij het ESC zal de lengte van de romp toenemen aan de voorzijde van het

schip terwijl de bevrachting en indeling van het schip niet worden ge­

wijzigd (zie Figuur IV9). Hierdoor wordt een beter responsgedrag van het

vaartuig verkregen - tegen relatief geringe kostprijs vermits het basis­

ontwerp reeds bestond - en kan het schip bijgevolg ook bij slechtere

weersomstandigheden een hoge snelheid behouden. Bovendien wordt dank­

zij de langere scheepsromp meer ruimte gecreëerd vooraan in het schip.

Deze ruimte kan in noodsituaties worden gebruikt om medisch materiaal en

voorraad te vervoeren.

Figuur IV.9: Het Enlarged Ship Concept

Damen Stan Patrol 2600

L = l.0026 m

Proefmodel 1

L = l.2533 m

Proefmodel 2

L = 1.50 40 m

Bron: Policy Research Corporation op basis van A. Keuning en J Pinhter

Door de extra 'lege' plaats aan de voorzijde van het schip ontstaat eveneens

de speelruimte om de vorm van de boeg zodanig aan te passen dat het

hydrodynamische gedrag van het vaartuig nog kan worden verbeterd.

© Stichting Nederland Maritiem Land -127 -

Page 167: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

De TU Delft, afdeling Scheepshydromechanica, had reeds diepgaand on­

derzoek verricht op het gebied van het ESC en had hiervoor onder meer

gebruik gemaakt van scheepstypes ontwikkeld door Damen Shipyards (zie

Figuur IV. 9). De behoeftestelling van de Koninklijke Marine en de

interesse van deze opdrachtgever voor het ESC hebben geleid tot de

succesrijke toepassing ervan in de Coast Guard Cutter.

Bij het ontwerp en de bouw van de romp van de Coast Guard Cutter werd

samengewerkt tussen Damen, de TU Delft, de Koninklijke Marine en

Marin.

IV. 3.3. VERVOLGPROJECTEN

De Damen Stan Patrol 4100 is een modem kustwachtschip dat kan worden

gebouwd tegen een competitief prijsniveau. Het wordt bovendien

gekenmerkt door lage onderhoudskosten en een eenvoudige besturing. Ten

gevolge van dit succesvolle project voor de Koninklijke Marine heeft

Damen Shipyards nadien gelijkaardige opdrachten kunnen realiseren voor

andere partijen. Tabel IV.3 geeft een overzicht van de gerelateerde pro­

jecten.

Zo werd de Damen Stan Patrol 4207 ontwikkeld als een verbeterde versie

van de Damen Stan Patrol 4100. Van dit type werden vier schepen ge­

bouwd (onder meer de Seeker en de Searcher) voor de vloot van de Her

Majesty's Customs Cutters die instaat voor de douane activiteiten aan de

kusten van het Verenigd Koninkrijk. Een volgende follow-up betrof twee

gelijkaardige schepen (Visarend en Zeearend) die zijn verkocht aan het

Ministerie van Financiën in Nederland. Deze laatste schepen worden

ingezet voor douaneactiviteiten aan de Nederlandse kust.

-128 - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 168: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Casestudies betreffende innovaties in de marinebouwcluster

Tabel IV.3: Overzicht van alle projecten in het kader van de Damen Stan Patrol4l00

!kb.ep.type Klant Land Oplever- Motor .. Snelheid in Materiaal

Aandrijving datum bouwer knopen romp

SPa 4100 Koninklijke Marine Nederlandse Antillen

1998 Caterpillar 26.0 Staal Schroeven en Aruba

SPa 4100 Koninklijke Marine Nederlandse Antillen

1999 Caterpillar 26.0 Staal Schroeven en Aruba

SPa 4100 Koninklijke Marine Nederlandse Antillen

1999 Caterpillar 26.0 Staal Schroeven en Aruba

SPa 4207 Her Majcsty's Customs

Verenigd Koninkrijk 2001 Caterpillar 26.4 Staal Schroeven & Excisc

SPa 4207 Her Majesty's Customs

Verenigd Koninkrijk 2001 Caterpillar 26.4 Staal Schroeven & Excise

SPa 4207 Douane Nederland 2001 Caterpillar 22.5 Staal Schroeven

SPa 4207 Douane Nederland 2002 Caterpillar 22.5 Staal Schroeven

SPa 4207 Her Majesty's Customs

Verenigd Koninkrijk 2003 Catcrpillar 26.4 Staal Schroeven & Excise

SPa 4207 Her Majcsty's Customs

Verenigd Koninkrijk 2004 Caterpillar 26.4 Staal Schroeven & Excisc

SAR 4100 Vinamarine Vietnam 2004 MTU 26.0 Staal Schroeven

SAR 4100 Vinamarine Vietnam 2005 MTU 26.0 Staal Schroeven

SAR 4100 Vinamarine Vietnam 2005 MTU 26.0 Staal Schroeven

SPa 4708 Department of Environ~

Zuid· Afrika 2004 MTU 23.8 Staal Schroeven ment and Tourism

SPa 4708 Department of Environ-

Zuid-Afrika 2005 MTU 23.8 Staal Schroeven ment and Tourism

SPa 4708 Department of Environ-

Zuid-Afrika 2005 MTU 23.8 Staal Schroeven ment and Tourism

Bron: Policy Research Corporation op basis van Koninklijke Schelde Groep

Een andere afgeleide is de Damen Stan Patrol 4708. Deze is iets groter dan

de vorige reeksen, maar beschikt over dezelfde kenmerken. Deze schepen

zullen worden gebouwd bij de Farocean Marine in Kaapstad, Zuid-Afrika.

De overdrachten zijn gepland voor december 2004, februari 2005 en meI

2005.

In Figuur IV 10 worden de relaties vanuit het netwerk ten gevolge van de

spin-offs in kaart gebracht. De totale waarde van de export in de periode

2000-2003 bedraagt circa € 70 miljoen.

© Stichting Nederland Maritiem Land -129 -

Page 169: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Figuur IV.IO: Spin-offs vanuit de cluster

Verenigd Koninkrijk , , , ,

y

Vietnam

Koninklijke Marine

Projectleiding

Marin

Bron: Po/iey Research Corpora/ion op basis van Koninklijke Marine

Bij één van de vervolgprojecten blijkt de tendens dat een steeds groter deel

van het project naar het buitenland verschuift. Bij de Damen Stan Patrol

4100 werd het hele proces in Nederland uitgevoerd, terwijl de bouw van de

Damen Stan Patrol 4708 voor Zuid-Afrika ter plekke zal gebeuren. Daarbij

wordt enkel de 'informatie' geëxporteerd. Een zelfde trend kan worden

waargenomen bij verscheidene follow-up projecten, zoals bijvoorbeeld het

vervolgproject van het Landing Platform Dock I, het Enforcer ontwerp (zie

Hoofdstuk IV.2.3).

IV. 3.4. CONCLUSIE BETREFFENDE DE COAST GUARD CUTTER CASE

In dit project heeft de Koninklijke Marine een bijzondere aanjaagrol

vervuld in de kennisontwikkeling, in dit geval omtrent het Enlarged Ship

Concept (zie Figuur IV.II). Dit gebeurde in samenwerking met toeleveran­

ciers en kennis instituten van de Nederlandse marinebouwcluster. Daarnaast

heeft het Coast Guard Cutter project aanleiding gegeven tot aanzienlijke

follow-up projecten met bijhorende export.

- 130- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 170: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Casestudies betreffende innovaties in de marinebouwcluster

Figuur IV.lt: Conclusies Coast Guard Cutter

Kennis Directie Materieel van de

Koninklijke Marine

• Functionele eisen in functie van het Caribisch gebied

• Aanjaagrol voor kennisontwik-keling omtrent Enlarged Huil Concept

I • .. ~ .I Koninklijke Marine als

Kennis in de marinebouwcluster Export opdrachtgever

Samenwerking bij kennisontwik- Export door Damen Shipyard naar Order voor drie kustwachtschepen keling omtrent Enlarged Huil onder meer het Verenigd

Concept Koninkrijk en Zuid-Afrika

Bron: Po/icy Research Corporation

IV.4. GOALKEEPER

De Goalkeeper is een Close-in Weapon systeem. Het is een zeer korte

afstand luchtverdedigingssysteem ('point defence'), speciaal ontwikkeld

om vooral opgewassen te zijn tegen de dreiging van zeer laag over het

zeeoppervlak vliegende missiles.

IV. 4. 1. SPECIFICATIES VAN DE GOALKEEPER

Doel van de Goalkeeper (zie Figuur IV.i2) is het schip te verdedigen tegen

zeer laagvliegende projectielen. Het systeem bestaat uit een 7 loops 30 mm

snelvuurkanon (Gatling), een I-band surveillance radar en een dubbele

frequentie tracking radar aangevuld met TV camera.

Een gelijkaardig systeem dat goedkoper is, maar minder goed presteert, is

de Phalanx. Dit Amerikaanse systeem werd ontwikkeld door Lockheed

Martin en Raytheon.

© Stichting Nederland Maritiem Land -131 -

Page 171: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Figuur IV.12: De Goalkeeper

Bron: Koninklijke Marine

IV. 4. 2. HET GOALKEEPER PROJECT

Het Goalkeeper systeem is begin jaren 1980 door Thales Nederland

ontwikkeld als gevolg van de behoefte van de Koninklijke Marine om een

autonoom Close-in Weapon systeem te hebben tegen laag vliegende,

manoeuvrerende en snel inkomende (kleine) doelen.

Thales Nederland heeft onder CODEMA in 1983 en 1984 in eerste instantie

twee prototypes ontwikkeld. Vervolgens is in 1985 een contract afgesloten

met Thales Nederland voor de levering van 23 Goalkeeper systemen aan de

Koninklijke Marine.

IV. 4.3. VERVOLGPROJECTEN

De Goalkeeper is een standaard Nederlands product en is geïnstalleerd op

alle grote Nederlandse marineschepen. Daarenboven hebben enkele

Golfstaten, Korea en de Royal Navy (het Verenigd Koninkrijk)

Goalkeepers gekocht. Bij het Verenigd Koninkrijk was dit in het kader van

een compensatie overeenkomst voor de levering van Rolls Royce motoren.

-132 - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 172: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Casestudies betreffende innovaties in de marinebouwcluster

De doorontwikkeling van het Goalkeeper systeem gaat gestaag verder. Als

gevolg van wijzigingen in de operationele behoefte dient het systeem

aangepast te worden aan de gewijzigde dreiging.

IV. 4. 4. CONCLUSIE BETREFFENDE DE GOALKEEPER CASE

De conclusies met betrekking tot de Goalkeeper case worden samengevat in

Figuur IVI3. Bij de ontwikkeling van de Goalkeeper werd in het kader van

CODEMA nauw samengewerkt tussen de Koninklijke Marine en Thales

Nederland. De Goalkeeper is een uitgesproken Nederlands product dat in

aUe Nederlandse fregatten wordt geïmplementeerd, maar dat beperkte

exportkansen bezit.

Figuur IV.13: Conclusies Goalkeeper

Kennis Directie Materieel van de

Koninklijke Marine

Functionele vereisten op basis van internationale dreigingsanalyses

I ... ... ... Koninklijke Marine als

Kennis in de marinebouwcluster Export opdrachtgever

Geïnstalleerd bij alle N edcrlandsc Ontwikkeld door Thales Neder- Beperkte exportmogelijkheden

fregatten land in opdracht van Koninklijke omwille van buitenlandse Marine in CODEMA-traject concurrentie

Bron: Policy Research Corporation

IV.5. RUDDER ROLL STABILIZATION

Als vijfde case wordt het Rudder RoU Stabilization (RRS) systeem van

naderbij bekeken. Het RRS-systeem is een effectief en kostenefficiënt

stabilisatiesysteem dat werkt door middel van aanpassingen aan de eigen

sturingstechniek van het schip.

© Stichting Nederland Maritiem Land -133 -

Page 173: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

IV. 5. 1. SPECIFICATIES VAN HET RUDDER ROLL STABILIZATION SYSTEEM

Het Rudder Roll Stabilization (RRS) systeem is een regelsysteem voor

gecombineerd gebruik van het roer als stuur- en manoeuvreermiddel en als

anti-slinger vin. Meer bepaald gebruikt het RRS-systeem het roer om te

compenseren voor rolbewegingen die worden veroorzaakt door de wind en

de golven. Deze techniek zorgt ervoor dat vinnen overbodig zijn geworden.

De voordelen voor de gebruiker zijn de volgende:

- Betere scheepssignatuur (minder verstoring van de onderzeeboot bestrij­dingssonar);

- Lagere aanschafkosten (goedkoper dan vinnen);

Minder onderhoud;

- Minder kans op schade.

Dankzij het RRS-systeem kan de rollende beweging van een fregat met

20% tot 50% worden verminderd. Door reductie van de rollende bewe­

gingen worden de operaties die het schip dient uit te voeren, enorm ver­

gemakkelijkt en wordt een aanzienlijke verbetering van de prestaties van de

SEW ACO-systemen verkregen. De belangrijkste bewegingsafhankelijke

operationele taken, die nu beter kunnen worden uitgevoerd, zijn onder meer

het inzetten van wapensystemen en het opereren met helikopters. Daarbij

wordt eveneens het comfort van de hele bemanning vergroot.

IV. 5.2. HET RUDDER ROLL STABILIZATION PROJECT

Rail Stabilization is een vakgebied dat reeds sinds begin jaren 1970 actief

wordt onderzocht. Speciale watertanks en vinnen zijn de meest gekende

stabilisatiesystemen. Nochtans omvatten deze systemen ingewikkelde

mechanismen en vragen ze bijkomende ruimte op het schip. Bijgevolg zijn

alternatieve benaderingen die gebruik maken van reeds bestaande uitrusting

op het schip, zeer aantrekkelijk.

-134 - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 174: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Casestudies betreffende innovaties in de marinebouwcluster

In Nederland heeft Imtech Marine en Offshore de RRS-toepassing samen

ontwikkeld met de TU Delft in het kader van de Multi-purpose fregatten

(M-fregatten). Tegelijkertijd werkte Imtech Marine en Offshore samen met

Marin, de Koninklijke Schelde Groep, de Koninklijke Marine en Ross

Industry om het RRS-systeem en het ontwerp van het schip beter op elkaar

af te stemmen. De ontwikkeling gebeurde in de periode van 1980 tot 1985

en van de M-fregatten klasse zijn acht schepen in dienst gesteld tussen 1990

en 1995.

lV.S.3. VERVOLGPROJECTEN

In navolging van deze RRS-toepassingen voor de acht Multi-purpose

fregatten zijn door Imtech Marine en Offshore een aantal militaire spin-offs

gerealiseerd. Voor de Koninklijke Marine is deze techniek toegepast in de

autopilot (Adaptive Steering and Stabilisation Autopilot, ASSA) van de vier

schepen van de LCF -klasse. Daarbovenop werd RRS geïnstalleerd in de

drie F124 schepen. Ook werd de overeenkomst gesloten om het systeem te

implementeren bij drie K 130 korvetten voor de Duitse Marine. Daarnaast

heeft Korea het systeem inmiddels als stafeis verklaard voor het nieuwe

KDX3-fregat.

Voor de toepassing in de Duitse F124 heeft Marin extra onderzoek verricht

om aan te tonen dat RRS een waardig alternatief was voor de stabilisatie

aan de hand van de vinnen.

lV.S.4. CONCLUSIE BETREFFENDE DE RUDDER ROLL STABILIZATION

CASE

De Koninklijke Marine vervult een zeer sturende functie in de ontwikkeling

van de RRS-techniek (zie Figuur IV. 14). Dit gebeurde niet alleen bij de

originele toepassing in de M-fregatten maar evenzeer voor de aangepaste

versie in het kader van het LCF. Imtech Marine en Offshore heeft vanuit

deze samenwerking met de Koninklijke Marine spin-offs kunnen realiseren

met bijkomende export.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 135-

Page 175: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Figuur IV.14: Conclusies Rudder RoU Stabilization systeem

Kennis Directie Materieel van de

Koninklijke Marine

Aanjaagrol voor kennisontwikkeling

I .- .- .-Koninklijke Marine als

Kennis in de marinebouwcluster " Export opdrachtgever

Opdracht in kader van M-fregat en Samenwerking tussen onder meer Export door Imtech Marine en

het LeF -traject Imtech Marine en Offshore, Marin Offshore naar Duitsland (F124-en de Koniuklijke Schelde Groep fregatten en KI30-korvetten)

Bron: Policy Research Corporation

IV.6. ACTIVE PHASED ARRAY RADAR (A PAR)

De I-band Active Phased Array Radar (APAR) is een multifunctionele ra­

dar die door de Nederlandse, Canadesse en Duitse marine werd ontwikkeld

om een antwoord te kunnen bieden aan de moderne missile bedreiging.

IV.6.1. SPECIFICATIES VAN DE APAR

Kenmerkend voor deze AP AR (zie Figuur IV. 15) is het ontbreken van een

ronddraaiende antenne. Vier vast opgestelde platen zorgen ervoor dat met

elektronisch gestuurde energiebundels de omgeving voor 3600 voortdurend

wordt afgezocht. Deze actieve phased array radar kan zowel een grote

hoeveelheid contacten detecteren en trekken als tegelijkertijd de inzet van

meerdere geleide wapens verzorgen (vuurleidingsfunctie ). De AP AR is een

multifunctioneel instrument en de primaire taken van de APAR zijn de

volgende:

- Detection;

- Tracking;

- Missile Control.

- 136- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 176: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Casestudies betreffende innovaties in de marinebouwcluster

Figuur IV.IS: De Active Phased Array Radar (APAR)

Bron: Koninklijke Marine

De APAR behoort tot de wereldtop op zijn gebied. De US Navy heeft als

eerste een passieve phased array radar ontwikkeld: de Spy 1. Deze radar

heeft evenwel alleen een sensorfunctie en heeft behoefte aan aparte

vuurleidingsilluminatoren voor de missile geleiding. De Spy 1 is bovendien

een zeer zwaar systeem en kan daarom niet te hoog op een schip worden

geplaatst. Hoe lager de radar zich bevindt, hoe kleiner zijn bereik tegen lage

doelen.

IV. 6.2. HET APAR-PROJECT

De behoefte aan fregatten voor luchtverdediging was reeds in de loop van

de jaren 1970-1980 gebleken. Door de Koninklijke Marine werd gesteld dat

prioriteit diende te worden gegeven aan de bescherming tegen anti-schip

geleide wapens. Er zouden tenminste vier fregatten worden uitgerust met

een geavanceerd systeem voor luchtverdediging op middelgrote afstand.

De kern van dit geïntegreerd luchtverdedigingssysteem bestaat uit de

multifunctieradar (MFR) of Active Phased Array Radar (AP AR), de

volumesearch radar (SMART) het lange afstand infrarood zoek- en

volgsysteem (SIRIUS), de geleide wapen systemen Evolved Sea Sparrow

Missile (ES SM) en de Standard Missile 2.

© Stichting Nederland Maritiem Land -137 -

Page 177: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

De Active Phased Array Radar (APAR) technologie is ontwikkeld in een

samenwerking tussen Nederland, Duitsland en Canada. Een Memorandum

of Understanding (MOU) tussen deze landen voor de projectdefinitiefase is

medio 1993 getekend. Thales Nederland treedt op als hoofdaannemer en

werkt voornamelijk samen met EADS (Duitsland) en Nortel (Canada).

De beproevingen van de AP AR werden zowel op land als op zee uitgevoerd

en zowel in Nederland als in Duitsland. Daarbij werden onder meer de F16

en de Tornado als doelvliegtuigen ingezet. Het eerste serieproductiesysteem

is medio 2001 geïnstalleerd aan boord van het eerste Duitse FI24-fregat.

Het tweede serieproductiesysteem werd aan boord van het eerste LCF, De

Zeven Provinciën, geïnstalleerd. Inmiddels is de AP AR ook op de tweede

en derde LCF geïnstalleerd.

IV. 6.3. VERVOLGPROJECTEN

Zoals reeds werd vermeld in Hoofdstuk IV I werd de APAR ontwikkeld om

te worden geïmplementeerd in het Nederlandse Luchtverdedigings- en

Commando Fregat en in de Duitse F124. Deze projecten zijn nog niet

volledig afgerond.

Thales Nederland heeft totnogtoe geen nieuwe orders voor de APAR vanuit

het buitenland ontvangen. Intussen werkt Thales Nederland aan de

ontwikkeling van een kleinere en goedkopere versie (SEAPAR). Deze is

vanuit zijn kostprijs makkelijker commercialiseerbaar. Oorspronkelijk was

dit in samenwerking met Raytheon (Verenigde Staten), maar deze

samenwerking is inmiddels gestopt.

IV. 6.4. CONCLUSIE BETREFFENDE DE APAR-CASE

In Figuur IV 16 worden de besluiten weergegeven van de Active Phased

Array Radar (APAR) case. Bij de ontwikkeling van deze techniek kwam de

aanjaagrol van de Koninklijke Marine in het kader van de internationale

-138 - cg Stichting Nederland Maritiem Land

Page 178: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Casestudies betreffende innovaties in de marinebouwc/uster

samenwerking duidelijk tot uiting. Dit heeft geleid tot een uitgesproken

hoogtechnologisch ontwerp. Daartegenover staat dat het exportpotentieel

van deze radar beperkt blijkt te zijn, voornamelijk vanwege nationale ont­

wikkelingen (in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk) en de concurrentie

vanuit de Verenigde Staten met het SPY I-systeem.

Figuur IV.16: Conclusies Active Phased Array Radar (APAR)

Kennis Directie Materieel van de

Koninklijke Marine

Vereisten vanuit internationale samenwerking en (toekomst· gerichte) dreigingsanalyses

I • • • Koninklijke Marine als Kennis in de marinebonwcluster I Export

opdrachtgever

• Toepassing in Duitse Fl24-klasse Opdracht in kader van LCF-traject Hoogstaande kennisontwikkeling • APAR·technologie heeft beperkte

exportkansen

Internationale samenwerking met Duitse en Canadese marines

Bron: Policy Research Corporation

IV.7. CONCLUSIE

De voorgaande cases lichten de belangrijkste topics toe die reeds in vorige

hoofdstukken aan bod zijn gekomen. De uitgewerkte voorbeelden illustre­

ren op welke manier de Koninklijke Marine samenwerkt met de marine­

bouwcluster en een aanjaagrol vervult bij de realisatie van kwalitatief

hoogwaardige producten.

Uit de voorbeelden blijkt dat de leden van de marinebouwcluster nauw

samenwerken bij de ontwikkeling van nieuwe technieken. De Koninklijke

Marine stelt hoge functionele vereisten in haar orders en speelt hierbij in op

bestaande onderzoeken en impulsen vanuit de cluster.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 139-

Page 179: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Bovendien is aangegeven dat internationale samenwerking een vaak voor­

komend kader vormt, waarin innovatieve ontwikkelingen plaatsvinden.

Niet enkel tussen de marines wordt nauw samengewerkt, maar ook tussen

de toeleveranciers en kennisinstituten van de verschillende landen.

Daarnaast wordt de betekenis van deze projecten op het gebied van export

voor de Nederlandse marinebouwcluster bekrachtigd. Dankzij de ontwer­

pen hebben de leden van de cluster de toegepaste technologieën en kennis

kunnen commercialiseren, aanzienlijke orders kunnen verwerven en hun

internationale marktpositie kunnen versterken. Het hoogstaande niveau van

de deelsystemen is evenwel niet steeds bevorderlijk voor het exportpoten­

tieel van het scheepsconcept als geheel. Met al deze complexe en dure

deelsystemen gaat het geheel de functionele en operationele mogelijkheden

van veel marines te boven.

-140 - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 180: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Het leader firm gedrag van de Koninklijke Marine

V. HET LEADER FIRM GEDRAG VAN DE KONINKLIJKE

MARINE

In dit onderzoek werd de rol van de Koninklijke Marine als maritieme

leader firm onderzocht en in dit hoofdstuk wordt deze rol bevestigd. De

Koninklijke Marine heeft het vermogen en de incentive om een maritieme

leader firm te zijn. Hiervoor beschikt ze niet alleen over de economische

sterkte en grootte, maar ook over de nodige kennis en ervaring binnen de

Directie Materieel.

Daarnaast wordt in dit hoofdstuk aangetoond dat de Koninklijke Marine

zich ook gedraagt als maritieme leader firm ten opzichte van de Neder­

landse marinebouwcluster en dat ze de concurrentiekracht en de interna­

tionale positie van de leden van de cluster verstevigt. Tenslotte worden de

vier pijlers belicht die het maritiem leader firm gedrag van de Koninklijke

Marine en de huidige, competitieve positie van de Nederlandse marine­

bouwcluster ondersteunen.

Opgemerkt kan worden dat in termen van de theorie van Michael Porter de

Nederlandse marinebouwcluster een bijzondere cluster betreft. Enerzijds is

de Koninklijke Marine geen normaal bedrijf, anderzijds is er binnen

Nederland geen sprake van open concurrentie. De toets om te evalueren of

het echt om een cluster gaat, is de internationale positie van de Nederlandse

marinebouwcluster. Dat deze in staat is geweest om de voorbije tien jaar

voor in totaal € 2 à 3 miljard te exporteren, is het indirecte bewijs dat het

hier daadwerkelijk om een cluster gaat.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 141 -

Page 181: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

V.l. DE KONINKLIJKE MARINE IS EEN MARITIEME LEADER FIRM

In de Inleiding werden leader firms gedefinieerd als bedrijven in een cluster

die door hun grootte, marktpositie, kennis en ondernemerschap het ver­

mogen en de incentive hebben om investeringen te doen met positieve

effecten voor andere bedrijven in de cluster. In de vorige hoofdstukken is

aangetoond dat de Koninklijke Marine hieraan voldoet en daannee een

maritieme leader firm is. Dit wordt hieronder samengevat.

De Koninklijke Marine heeft het vermogen om een leader firm te zijn

De Koninklijke Marine heeft een begroting van € 1.4 miljard, creëert € 763

miljoen toegevoegde waarde en biedt werk aan 16 000 personen. Door het

verrichten van binnenlandse aankopen heeft de Koninklijke Marine een

belangrijke uitstraling op de Nederlandse economie. De totale economische

betekenis van de Koninklijke Marine ligt hierdoor meer dan 40% hoger dan

de directe betekenis (zie Hoofdstuk 1.5).

De Koninklijke Marine heeft toegang tot een kennisinfrastructuur die ge­

richt is op het voorzien in en adequaat onderhouden van vooruitstrevend, op

zijn taak berekend materieel. Voor de opbouwen instandhouding van deze

kennis beschikt de Directie Materieel enerzijds over een eigen technische

ontwerpcapaciteit waaronder een stafafdeling Wetenschappelijk Onderzoek

en anderzijds initieert en begeleidt ze wetenschappelijk onderzoek bij der­

den. Aan dit laatste wordt jaarlijks gemiddeld € 30 miljoen uitgegeven.

Daarnaast wordt veel kennis opgedaan tijdens de verschillende activiteiten

van het voorzieningsproces waarin de Koninklijke Marine steeds een

zichtbare rol speelt.

De Koninklijke Marine heeft de incentive om leader firm gedrag te vertonen De missie en de taken van de Koninklijke Marine vereisen moderne en

flexibele eenheden die zowel in nationaal als internationaal verband

wereldwijd kunnen worden ingezet. Op het vlak van materieel vraagt dit

om innovatieve producten op maat met een korte time-to-market1 en die

technologisch zeer up-to-date zijn.

I Of in marinetermen: tijd tussen behoeftestelling en in dienstelling.

-142 - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 182: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Het leader firm gedrag van de Koninklijke Marine

In het voorzieningsproces van nieuwe marine schepen neemt de Koninklijke

Marine een specifieke en internationaal gezien vrij unieke positie in. Zij is

namelijk zowel conceptueel ontwerper, risicodrager/hoofdaannemer als

integrator. Door de interactie met de operationele marine zorgt de eigen

ontwerpcapaciteit voor een conceptueel en functioneel ontwerp op maat. In

de ontwerp- en studiefasen van het productieproces van marineschepen

neemt de Koninklijke Marine de leiding en vervult de industrie de rol van

sparring partner.

De kennis aanwezig bij de Koninklijke Marine maakt haar tot een vol­

waardige gesprekspartner in internationale samenwerkingsverbanden. De

stand van de techniek van de Koninklijke Marine is vergelijkbaar met die

van de Britse, de Franse en de Duitse marine, en op sommige punten met

die van de Verenigde Staten. Deze brede kennisbasis stelt de Koninklijke

Marine in staat op een adequate manier de rol van Smart Specifier, Smart

Buyer en Smart User te vervullen bij aankopen en investeringen.

Een groot deel van het exploitatie- en investeringsbudget van de Konink­

lijke Marine wordt uitgegeven in Nederland. Daarvan vloeit een gedeelte

terug naar de overheid ten gevolge van sociale premies en belastingen zodat

uit de begroting van de Koninklijke Marine totale overheidsinkomsten ont­

staan voor een bedrag van € 454 miljoen. Dit betekent dat meer dan 30%

van het marine budget terugvloeit naar de overheid.

V.2. DE KONINKLIJKE MARINE VERTOONT DUIDELIJK LEADER FIRM

GEDRAG TEN OPZICHTE VAN DE NEDERLANDSE MARINEBOUW­

CLUSTER

De opgebouwde kennisinfrastructuur van de Directie Materieel levert de

Koninklijke Marine het vermogen om zich als leader ,firm te gedragen

binnen de Nederlandse marinebouwcluster. De missie van de Koninklijke

Marine, de wil om fors bij te dragen aan de hoofdtaken van Defensie en het

streven naar meer internationale samenwerking vormen de prikkels om te

investeren in materieel en personeel. Budgetten voor wetenschappelijk

onderzoek geven haar de mogelijkheid om te investeren en zo bij te dragen

© Stichting Nederland Maritiem Land -143 -

Page 183: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

aan de innovatiekracht en de internationalisatie van bedrijven uit de

Nederlandse marinebouwcluster.

In de vorige hoofdstukken is aangetoond dat de Koninklijke Marine niet

enkel het vermogen en de prikkels heeft, maar dat zij ook duidelijk

maritiem leader firm gedrag vertoont ten opzichte van de Nederlandse

marinebouwcluster. Hierna worden de negen vormen van leader firm

gedrag uit de Inleiding hernomen en wordt beschreven hoe dit tot uiting

komt bij de Koninklijke Marine (zie samenvatting in Tabel V 1).

Tabel V.I: Uitingen van leader firm gedrag door de Koninklijke Marine

a. Coördineren van productienetwerken

b. Opstellen als lead user

c. Zetten van standaarden

d. Het vonnen van nieuwe combinaties

e. Verbeteren van kennisdiffusie

f. Aanjagen en vonngeven internationalisatie

g. Creëren van reputatie­effecten

h. Ontwikkelen van de arbeidsmarkt

i. Creëren van organisato­rische infrastructuur

De Koninklijke Marine leidt de eerste fasen van het voortbrengingsproces; ook in latere fasen neemt ze een groot deel van de coördinatie op zich.

De Koninklijke Marine vervult een bijzondere aanjaagrol in de kennisont­wikkeling van de Nederlandse marinebouwcluster en dwingt haar toe­leveranciers tot innovaties door het stellen van veeleisende behoeften.

Vaak worden nieuwe producten ontwikkeld, omdat er geen standaard­producten bestaan die voldoen aan de eisen van de Koninklijke Marine. Deze nieuwe producten gelden geregeld als nonn.

Hoewel de Koninklijke Marine vaak nieuwe kennis ontwikkelt, ontstaat deze niet zo vaak uit de combinatie van kennis uit verschillende sectoren. Voor de invulling van haar hoge eisen doet zij namelijk beroep op een selecte groep van bedrijven. Dit leidt mogelijk tot overembeddedness .

De Koninklijke Marine is een draaischijf voor kennis, niet alleen vanuit internationale defensiesamenwerking. De kennis door de kennisinstituten in opdracht voor de Koninklijke Marine ontwikkeld, wordt vaak middels opdrachten van de Koninklijke Marine aan de industriële partijen doorgegeven.

Als ambassadeur, door het inbrengen van haar NAVO-kennis en door het openstellen van haar internationaal netwerk bevordert de Koninklijke Marine de internationalisatie van haar toeleveranciers.

De investeringsprojecten van de Koninklijke Marine dragen bij aan de status en het imago van de Nederlandse marinebouwcluster. Deze reputatie­effecten zijn van belang voor het betreden van internationale markten.

De Koninklijke Marine draagt bij aan de kwaliteit van de arbeidsmarkt, onder meer door stageplaatsen aan te bieden en scholen te ondersteunen. Door haar marineschepen in Nederland aan te kopen, zorgt de Koninklijke Marine voor nationale werkgelegenheid.

De Koninklijke Marine neemt actief deel aan bestaande brancheorganisaties en samenwerkingsverbanden om kennis te verankeren en te bundelen.

Bron: Policy Research Corporation

-144 - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 184: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Het leader firm gedrag van de Koninklijke Marine

Coördineren van productienetwerken

Leader firms spelen een belangrijke rol in verschillende soorten netwerken

(productienetwerk, innovatienetwerk, internationalisatienetwerk en arbeids­

marktnetwerk) en zij investeren in de coördinatie van deze netwerken. In de

eerste fasen van het voortbrengingsproces (behoeftedefiniëring en studie­

fasen) ligt de leiding duidelijk bij de Koninklijke Marine. Voor het platform

wordt de integrale verantwoordelijkheid voor engineering, productievoor­

bereiding en productie overgedragen aan de bouwmeester (Koninklijke

Schelde Groep). Voor SEW ACO-systemen blijft het hoofdaannemerschap

bij de Koninklijke Marine waarbij de industrie deelproducten aanlevert en

de Koninklijke Marine verantwoordelijk is voor deze leveranties als

Government Furnished Equipment.

Opstellen als lead user

De Koninklijke Marine stelt zich op als lead user, die met een kritische

vraag innovatie aanjaagt. Ze probeert de netwerkpartners scherp te houden

en bij te dragen aan hun innovatievermogen. In Hoofdstuk IV is aan de hand

van verschillende casestudies, zowel op het niveau van volledige schepen

als van deelsystemen, geïllustreerd hoe de Koninklijke Marine een bijzon­

dere aanjaagrol heeft vervuld in de kennisontwikkeling. Zo heeft bijvoor­

beeld het LCF-project geleid tot aanzienlijke innovaties op verschillende

deelgebieden en bij verschillende spelers van de Nederlandse marinebouw­

cluster. Ook bij de ontwikkeling van de LPD I heeft de Koninklijke Marine

andere bedrijven aangezet tot innovaties doordat zij een operationele be­

hoefte in de internationale markt snel had opgepikt, dit vertaalde in een

functioneel ontwerp en een kritische vraag uitoefende.

Zetten van standaarden

Leader firms zijn door hun dominante marktpositie in staat nieuwe

standaarden te zetten. Dit geldt zeker voor de Koninklijke Marine, die vaak

als prime customer optreedt voor leden van de Nederlandse marinebouw­

cluster. Zij hanteert bijvoorbeeld een 'reduced manning philosophy' en

© Stichting Nederland Maritiem Land -145 -

Page 185: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

streeft een hele lage signatuur van haar schepen na. Dit dwingt toeleveran­

ciers tot innovaties, omdat er geen standaardproducten bestaan die aan deze

eisen kunnen voldoen. Als deze nieuwe producten ontwikkeld zijn, gelden

zij vaak als standaard.

Vormen van nieuwe combinaties

Een combinatie van kennis uit verschillende sectoren kan leiden tot nieuwe

product/marktcombinaties. Hoewel er soms sprake is van civiele en mili­

taire spill-ins, is deze vorm van leader firm gedrag minder van toepassing

op de Koninklijke Marine. Veel van haar eisen liggen enorm hoog en zij

doet voor de invulling ervan beroep op kennis die aanwezig is bij een

selecte groep van bedrijven. De meest sprekende voorbeelden in de marine­

bouwcluster aan de zijde van de industrie zijn de Koninklijke Schelde

Groep en Thales Nederland. Hoewel deze nauwe partnerships vele voorde­

len hebben, kunnen er ook nadelige effecten optreden. Door overembedded­

ness van bedrijven in een cluster ontstaat te veel focus op de directe

omgeving. Hierdoor kan de aandacht voor nieuwe ontwikkelingen in andere

regio' s of sectoren verminderen en kan dus een achterstand optreden ten

opzichte van bedrijven in andere clusters. Nochtans gebeurt het ook dat

kennis ontwikkeld in het kader van andere projecten, nadien toepassing

vindt in projecten voor de Koninklijke Marine.

Verbeteren van kennisdiffusie

De mate van kennisdiffusie in een cluster is uiteindelijk in het belang van

alle bedrijven in de cluster. Leaderfirms kunnen, vanwege de kennis en de

kennisnetwerken die ze hebben, een belangrijke rol spelen bij het vergroten

van de kennisdiffusie. In de Nederlandse marinebouwcluster zijn vele, ook

informele, korte lijnen tussen de Koninklijke Marine, kennisinstituten en

industrie. Daardoor blijkt het mogelijk om marineschepen te produceren

tegen relatief lage kosten waarvan kwaliteit en performance uitstijgen

boven vergelijkbare schepen van andere marines. De Koninklijke Marine is

ook vaak een draaischijf voor kennis, niet alleen vanuit internationale

defensiesamenwerking. De kennis die de kennisinstituten in het kader van

-146 - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 186: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Het leader firm gedrag van de Koninklijke Marine

onderzoek voor de Koninklijke Marine hebben ontwikkeld, wordt bijna

altijd door de Marine zelf aan de industriële partijen doorgegeven, die deze

dan gebruiken voor verdere productontwikkeling.

Aanjagen en vormgeven internationalisatie

Leader firms kunnen drempels voor internationalisering van bedrijven in

hun netwerk verlagen. Gezien de dalende budgetten en de teruglopende

vraag van de Koninklijke Marine zelf is export van vitaal belang voor de

Nederlandse marinebouwcluster. Ook de Koninklijke Marine heeft voor­

deel bij het voortbestaan van de cluster, zodat zij de internationalisatie van

haar toeleveranciers in de cluster faciliteert en stimuleert. De Koninklijke

Marine is onmiskenbaar een ambassadeur en stelt haar internationaal net­

werk open voor haar toeleveranciers. Daarnaast realiseren Nederlandse

toeleveranciers die betrokken waren bij de ontwikkeling van een schip voor

de Koninklijke Marine dikwijls exportorders bij de verkoop van tweede­

hands schepen omdat zij worden ingeschakeld om deze schepen te upgra­

den of te onderhouden.

Creëren van reputatie-effecten

Het betreden van internationale markten is vaak moeilijk gezien de sterke

concurrentie en omdat nog geen naamsbekendheid is opgebouwd. Echter,

individuele bedrijven profiteren ook van de naam die de Nederlandse

marinebouwcluster als geheel heeft opgebouwd. Het verspreiden van de

naamsbekendheid van de cluster wordt bijvoorbeeld gestimuleerd door in

buitenlandse havens schepen van de Koninklijke Marine te laten bezoeken.

Leader firms dragen bij aan de ontwikkeling van deze reputatie. Omdat ze

eerder samen een schip gebouwd hebben voor de Koninklijke Marine

nemen leden van de Nederlandse marinebouwcluster soms samen deel aan

internationale aanbestedingsprocedures. Ook al krijgt dan niet steeds de to­

tale cluster de opdracht, toch kan een individuele toeleverancier worden

geselecteerd om zijn deelsysteem aan te leveren.

© Stichting Nederland Maritiem Land -147 -

Page 187: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Ontwikkelen van de arbeidsmarkt

Leader firms kunnen bijdragen aan de kwaliteit van de arbeidsmarkt in de

cluster. Zij hebben de schaal om investeringen in training en onderwijs tot

stand te brengen en hebben ook de incentive om deze investeringen te

maken omdat ze gekwalificeerde arbeid nodig hebben. De Koninklijke

Marine levert ook daadwerkelijk een bijdrage aan de kwaliteit van de

arbeidsmarkt, onder meer door stageplaatsen aan te bieden en scholen te

ondersteunen.

Creëren van organisatorische infrastructuur

Cluster en brancheorganisaties kunnen een gedeelte van het leader firm

gedrag van bedrijven overnemen. Bijvoorbeeld door het bijeenbrengen van

partijen voor het bevorderen van innovatie, het stimuleren van de

arbeidsmarkt en het organiseren van beurzen. Leader .firms blijven echter

een grote rol vervullen in het creëren van een goede 'organisatorische

infrastructuur'. Zo is de Koninklijke Marine bijvoorbeeld actief binnen de

Stichting Nederland Maritiem Land. De positie van secretaris van het in de

schoot van deze organisatie opgerichte innovatieforum wordt vervuld door

het hoofd Wetenschappelijk Onderzoek van de Directie Materieel.

Daarnaast werd recent de Stichting Nederland Radarland opgericht waarin

de samenwerking tussen de Koninklijke Marine, de kennisinstituten en

Thales Nederland wordt verankerd. Door de oprichting van het Maritieme

Kenniscentrum (TNO, TU Delft, KIM en MARIN) wordt de verspreide

kennis en kunde op maritiem gebied gebundeld.

V.3. HET LEADER FIRM GEDRAG VAN DE KONINKLIJKE MARINE

VERSTEVIGT IN AANZIENLIJKE MATE DE CONCURRENTIE­

KRACHT VAN DE NEDERLANDSE MARINEBOUWCLUSTER

De essentie van leader flrms is dat zij positieve externaliteiten creëren voor

andere bedrijven. Externaliteiten zijn neveneffecten van gedrag of inves-

-148 - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 188: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Het leader firm gedrag van de Koninklijke Marine

teringen die invloed hebben op anderen, maar waarvoor geen vergoeding

wordt berekend. De belangrijkste effecten die optreden ten gevolge van de

Koninklijke Marine als maritieme leader firm zijn effecten op het gebied

van innovatie en internationalisatie.

Na het Geleide Wapen fregat zijn tot heden nog vier series van fregatten in

Nederland gebouwd. De laatste, het Luchtverdedigings- en Commando

Fregat, is de vervanger van de eerste, zodat nu voor de eerste keer, sedert

1975, een volledige levenscyclus van een marines chip is doorlopen in de

Nederlandse marinebouwcluster. De continuïteit in orders is een duidelijke

bron van kennis gebleken en heeft de innovaties op een steeds hoger niveau

gebracht. Dit soort projecten, waarbij meerdere partijen zijn betrokken en

dat bestaande standaarden verlegt, zorgt voor kennisoverdracht tussen

opdrachtgever, kennisinstituten en industrie. De bedrijven ontwikkelen zo

vaardigheden en kennis waarmee hun marktpositie wordt versterkt. De

buitenlandse interesse in Nederlandse kennis blijkt uit het feit dat een aantal

Nederlandse bedrijven zijn overgenomen door internationale groepen.

V.4. PIJLERS VAN EEN COMPETITIEVE NEDERLANDSE MARINE­

BOUWCLUSTER MET EEN KONINKLIJKE MARINE ALS MARI­

TIEME LEADER FlRM

Het maritiem leader firm gedrag van de Koninklijke Marine en de huidige,

competitieve positie van de Nederlandse marinebouwcluster steunen op een

aantal pijlers. Deze pijlers bepalen mee het vermogen om een leader firm te

zijn. Zonder volgende vier pijlers zou er geen sprake zijn van de

Koninklijke Marine als maritieme leader firm:

De eigen ontwerpcapaciteit bij de Directie Materieel;

De continuïteit van de investeringsorders;

De budgetten voor onderzoek en ontwikkeling;

Het internationale perspectief (exportorders en internationale samen­werking).

© Stichting Nederland Maritiem Land -149 -

Page 189: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

De eigen ontwerpcapaciteit bij de Directie Materieel

De eigen ontwerpcapaciteit bij de Directie Materieel van de Koninklijke

Marine geldt als eerste pijler van een competitieve Nederlandse marine­

bouwcluster met een Koninklijke Marine als maritieme leader firm. Het

grote voordeel van deze ontwerpcapaciteit is dat de ontwerpen exact wor­

den toegesneden op de behoefte en het budget van de Koninklijke Marine,

terwijl het verwerken van operationele ervaringen en de toepassing van de

resultaten van het wetenschappelijk onderzoek direct kunnen worden

geïmplementeerd. Door in een vroeg stadium de bouwmeester hierbij te

betrekken kunnen risico' s worden ingeperkt. Dit betekent ook dat deze

nauwelijks worden verwerkt in de prijs van het schip. Dit geldt ook voor de

aansprakelijkheden die verbonden zijn aan de taken die door de Directie

Materieel worden uitgevoerd en dus niet door de bouwmeester hoeven te

worden overgenomen. Het is bekend dat buitenlandse marines een hoge

prijs betalen voor het neerleggen van risico's en aansprakelijkheden bij de

private consortia.

De continuïteit van de investeringsorders

Een tweede pijler is de continuïteit van de orders van de Koninklijke

Marine. Indien de continuïteit in de keten van ontwikkeling en bouw van

fregatten gedurende vijf jaar zou worden onderbroken, valt het netwerk van

wederzijdse afhankelijkheid tussen de Koninklijke Marine, de kennis­

instituten en de toeleveranciers uit elkaar. Het kennisverlies bij deze partij­

en is rechtstreeks gerelateerd aan het te lang uitblijven van marineorders.

Het kennisverlies en het teloorgaan van dat segment van de Nederlandse

maritieme cluster zou de Koninklijke Marine het etiket van vooraanstaande

marine doen verliezen. Ook het imago van Nederland als maritiem kennis­

land zou daaronder lijden.

De budgetten voor onderzoek en ontwikkeling

Een derde pijler zijn de budgetten voor onderzoek en ontwikkeling van de

Koninklijke Marine. De reducties op deze budgetten zijn fnuikend voor de

Nederlandse marinebouwcluster. Het stopt de ontwikkeling van nieuwe

kennis en leidt onherroepelijk tot achteruitgang. Samenwerking met andere

-150 - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 190: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Het leader firm gedrag van de Koninklijke Marine

marines vraagt echter om operationele, doctrinaire en materiële interopera­

biliteit. Wil de Koninklijke Marine derhalve op hetzelfde technologisch

niveau opereren als de marines van het Verenigd Koninkrijk, Duitsland,

Frankrijk en, op een aantal gebieden, de Verenigde Staten, dan zal het moe­

ten investeren in de opbouwen instandhouding van kennis. Het drijvende

element van de cluster is namelijk kennis: zonder verdere ontwikkeling van

specifieke militaire technologie kan de cluster niet blijven bestaan. Verge­

leken met andere landen, en met name met Duitsland, heeft de Nederlandse

cluster een sterke kennisinfrastructuur, maar een veel zwakker industrieel

potentieel. Het valt daarom te overwegen om zich bij de ontwikkeling van

exportkansen meer te richten op de export van technologie.

Het internationale perspectief (exportorders en internationale samen­

werking)

Het internationale perspectief (exportorders en internationale samenwer­

king) vormt de vierde pijler. Teruglopende onderzoeksbudgetten en de af­

nemende vraag van de Koninklijke Marine moeten wel gecompenseerd

worden met export wil de continuïteit van de cluster niet in gevaar komen.

De markt voor hoogwaardige fregatten is klein en politiek gevoelig. De ex­

portkansen zijn voor de Europese spelers in de realiteit beperkt tot enkele

gevestigde landen zoals Frankrijk en Duitsland met een respectievelijk

industrieel-politiek en een industrieel-privaat model. Voor Nederland heb­

ben deelmarkten zoals schepen met een lagere bewapeningscomponent,

deelsystemen en proces- en ontwerpkennis hun potentieel reeds aange­

toond. Ook deze deelmarkten betreffen een miljardenindustrie. Ook de

levering en conversie van ouder materieel is een markt met een aan­

merkelijk belang. Bij het verwezenlijken van exportorders blijken zowel de

actieve functie van de Koninklijke Marine bij de initiële ontwikkeling van

producten, als haar positie van role model customer en haar rol van Parent

Navyonmisbaar.

© Stichting Nederland Maritiem Land - 15/ -

Page 191: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

V.s. CONCLUSIE

De Koninklijke Marine is een maritieme leader firm en heeft de incentive

om positieve impulsen te geven aan de Nederlandse marinebouwcluster. De

Koninklijke Marine vertoont dit leader firm gedrag op de negen

standaardvormen van leader firm gedrag. Dit betreft onder meer het coör­

dineren van productienetwerken, het zich opstellen als lead user, het

verbeteren van de kennisdiffusie en het creëren van een organisatorische

infrastructuur.

Dankzij het leader firm gedrag van de Koninklijke Marine wordt de

competitieve kracht van de Nederlandse marinebouwcluster eveneens ver­

stevigd. De belangrijkste effecten vinden plaats op het gebied van innovatie

en internationalisatie.

Het leader firm gedrag van de Koninklijke Marine en de concurrentiekracht

van de Nederlandse marinebouwcluster steunen op een aantal pijlers. In

eerste instantie is de eigen ontwerpcapaciteit bij de Directie Materieel een

essentiële voorwaarde. Vervolgens is de continuïteit van de investerings­

orders vanwege de Koninklijke Marine of vanuit de export vereist. Een

laatste dwingende pijler is het instandhouden van voldoende budgetten voor

onderzoek en ontwikkeling.

- 152- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 192: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Conclusies en aanbevelingen

VI. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

VI.1. CONCLUSIES

In dit onderzoek werd de rol van de Koninklijke Marine als maritieme

leader firm onderzocht en bevestigd. Uit het onderzoek is duidelijk geble­

ken dat de Koninklijke Marine het vermogen en de incentive heeft om een

maritieme leader firm te zijn. Hiervoor beschikt ze niet alleen over de eco­

nomische sterkte en grootte, maar ook over de nodige kennis en ervaring

binnen de Directie Materieel. Het onderzoek heeft tevens aangetoond dat de

Koninklijke Marine als maritieme leader firm substantieel bijdraagt aan de

concurrentiekracht van de Nederlandse marinebouwcluster, met name op

het vlak van innovaties en export.

Export door de Nederlandse marinebouwcluster is vooral succesvol wan­

neer het gaat om:

- Export van schepen met een lagere bewapeningscomponent (amfibische vaartuigen, korvetten, patrouille schepen en kustwachtschepen);

- Export van deelsystemen;

- Export van ontwerp- en proceskennis;

- Export in het kader van verkoop van af te stoten materieel.

De Nederlandse marinebouwcluster heeft bewezen sterk te zijn op boven­

staande deelmarkten. Zij is toegetreden op de internationale defensie­

markten en heeft daarmee aanzienlijke export kunnen realiseren. Het ont­

werpen en bouwen van fregatten (cfr. het LeF-project) brengt zeer veel

© Stichting Nederland Maritiem Land -153 -

Page 193: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

innovaties op gang in de Nederlandse marinebouwcluster. Hierdoor is een

aantal Nederlandse bedrijven toonaangevend op technologisch vlak in de

internationale marine defensie-industrie.

De internationale markt voor fregatten biedt beperktere exportmoge­

lijkheden. De Nederlandse marinebouwcluster is een industrie die in staat is

de meest hoogwaardige fregatten voor de Koninklijke Marine te bouwen.

Echter wanneer het aankomt op de export van fregatten, dan is Nederland

niet sterk genoeg ten opzichte van de Verenigde Staten (export om

geopolitieke redenen), het Franse industrieel-politieke model (combinatie

van buitenlands beleid en industriebeleid) en het Duitse industrieel-private

model (sterk in het realiseren van offset of economische compensaties). In

verhouding tot andere Europese landen is er in Nederland beperkte

politieke ondersteuning en een gebrek aan industriebeleid.

VI.2. AANBEVELINGEN

Leader firms dienen als doelgroep van clusterbeleid te worden aangemerkt

Vanuit bovenstaande inzichten kan worden aangesloten bij de aanbeveling

uit het vorige boek uit de Nederland Maritiem Land serie, namelijk dat

leader firms als doelgroep van clusterbeleid dienen te worden aangemerkt.

Het concept van maritieme leader firms is een belangrijke nieuwe tooI om

de dynamiek binnen een cluster te beschrijven en biedt ruimte voor een

actief overheidsbeleid, met minder risico om te vervallen in 'conserverend'

industriebeleid waarbij noodlijdende bedrijven steun ontvangen. De theorie

van Michael Porter over de concurrentiepositie van clusters vertoont een

relatief mechanische visie op de werking van een cluster met weinig aan­

dacht voor de impact van individuele bedrijven. Dit onderzoek toont duide­

lijk aan dat deze theorie aanvulling behoeft door meer specifiek te kijken

naar leader firms.

Vanuit dat oogpunt dient de relatie tussen overheidsbeleid en leader firms

verder te worden uitgediept, in deze casus in een samenwerking tussen het

- 154- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 194: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Conclusies en aanbevelingen

Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Defensie. Inzet

moet zijn de exportmogelijkheden van de Nederlandse marinebouwcluster

te vergroten en het kader te scheppen voor het ontstaan van bijkomende

leader firms.

De vier pijlers van een competitieve Nederlandse marinebouwcluster

dienen te worden ondersteund en verstevigd

In dit onderzoek werden tevens vier pijlers van een competitieve Neder­

landse marinebouwcluster met daarin een Koninklijke Marine als maritieme

leader firm geïdentificeerd:

De operationele taakstelling van de Koninklijke Marine vereist een eigen ontwerpcapaciteit die in staat is een conceptueel en functioneel ontwerp op maat van de Koninklijke Marine tot stand te brengen;

Continuïteit in investeringsorders zorgt er voor dat het netwerk van wederzijdse afhankelijkheid tussen de Koninklijke Marine, de kennisinstituten en de industrie in stand blijft;

Continuïteit in budgetten voor wetenschappelijk onderzoek draagt bij aan de innovatiekracht en internationalisatie van bedrijven uit de Nederlandse marinebouwcluster;

Export en internationale samenwerking compenseert de teruglopende onderzoeksbudgetten en afnemende investeringen door de Koninklijke Marine. Bovendien blijft hierdoor de aanwezige kennis op peil en kan de Koninklijke Marine een volwaardige gesprekspartner in internationale samenwerkingsverbanden zijn.

Elk van deze pijlers staat momenteel onder druk. Een tweede aanbeveling is

dan ook het ondersteunen en verstevigen van deze vier pijlers.

De eigen ontwerpcapaciteit van de Directie Materieel dreigt door bezuini­

gingen en reorganisaties afgebouwd te worden. Ook wordt de doelfinancie­

ring voor onderzoeksprogramma's jaar na jaar ingekort, zodat voor de

financiering van onderzoeken moeilijke keuzes moeten worden gemaakt

vanuit het belang voor de cluster en haar positie in de Europese arena.

© Stichting Nederland Maritiem Land -155 -

Page 195: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Sinds 1950 is de keten van ontwikkeling en bouw van fregatten ononder­

broken gebleven. De vervanging van de L-fregatten is thans onderwerp van

studie. Indien een discontinuïteit zou ontstaan in het vlootinvesteringsritme

en dit onvoldoende gecompenseerd wordt door exportorders, dan zou dit

het verdwijnen van de huidige kennisinfrastructuur impliceren en de

Koninklijke Marine verplichten haar volgende generaties schepen in het

buitenland aan te schaffen. Het is in dat geval zeer waarschijnlijk dat het

technische risico dan bij de bouwmeester gelegd zou worden. Daarmee

krijgt de Koninklijke Marine minder invloed op het ontwerp en vermindert

de kans op implementatie van kostenefficiënte innovatieconcepten zoals

"reduced-manning philosophy". De buitenlandse bouwmeester zal immers

alles in het werk stellen om risico's te mijden.

Zonder de kennisinfrastructuur bij de Directie Materieel en de investerings­

orders van de Koninklijke Marine is na verloop van tijd ook geen export

meer mogelijk. De Koninklijke Marine heeft namelijk een onmisbare rol bij

de initiële ontwikkeling van nieuwe producten. Bovendien is zij role model

customer en Paren! Navy.

Ogenschijnlijk beperkte besparingen bij de Koninklijke Marine kunnen bij­

gevolg grote hefboomeffecten veroorzaken in de Nederlandse marinebouw­

cluster. De eigen ontwerpcapaciteit en budgetten voor onderzoek en ont­

wikkeling vormen immers de motor van de creatie van jaarlijks rechtstreeks

circa € 300 miljoen toegevoegde waarde in de Nederlandse marine­

bouwcluster en in de rest van de Nederlandse economie. Daarenboven heeft

de Nederlandse marinebouwcluster in de afgelopen tien jaar, afgezien van

de civiele spill-overs, voor € 2.5 à 3 miljard export mede gerealiseerd als

gevolg van opdrachten voor de Koninklijke Marine. Het stilvallen van deze

motor zal het verdwijnen van de Nederlandse marinebouwcluster tot gevolg

hebben, zodat veel toegevoegde waarde en werkgelegenheid verloren gaat.

Bovendien houdt het aankopen van schepen in het buitenland een

kostenverhoging in voor de Nederlandse samenleving op drie vlakken. Ten

eerste zijn vergelijkbare schepen in het buitenland ongeveer 30% duurder

dan in Nederland gebouwde schepen. Ten tweede realiseert de Nederlandse

-156 - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 196: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Conclusies en aanbevelingen

overheid geen 30% terugvloei door middel van belastingsinkomsten. Ten

derde zullen ook de exploitatiekosten van de schepen aanzienlijk hoger lig­

gen omdat Nederland erkend aan de wereldtop staat qua toepassing van

kostenefficiënte bedrijfsvoeringsconcepten. Zo is op het Nederlands LCF

20% minder bemanning nodig dan op de Duitse F124.

De herkenbaarheid van de Nederlandse marinebouwc/uster dient te wor­

den vergroot

Een derde aanbeveling is de herkenbaarheid van de Nederlandse marine­

bouwcluster te vergroten. Het is belangrijk dat de cluster zich als een ge­

heel presenteert, zowel op nationaal als internationaal vlak. De samenwer­

kingsrelaties binnen de cluster dienen hiervoor te worden versterkt en

verankerd. Zowel de Koninklijke Marine als de andere leden van de cluster

hebben er alle belang bij zo vroeg mogelijk in het voortbrengingsproces

van marine schepen betrokken te worden. Op die manier zouden ook meer

bedrijven van de Nederlandse marinebouwcluster zich kunnen ontwikkelen

als leader firms en de positieve effecten hiervan uitstralen op de hele

cluster.

Een taskforce dient te worden opgericht om de dialoog met de politiek te

faciliteren

De politiek heeft een niet te onderschatten invloed op het wel en wee van

de Nederlandse marinebouwcluster (budgetten, exportondersteuning,

exportvergunningen etc.). Daarom wordt geadviseerd een taskforce de

opdracht te geven de dialoog met de beleidsmakers voor te bereiden. Deze

taskforce dient te bestaan uit vertegenwoordigers van het hoogste niveau

van het Ministerie van Economische Zaken, het Ministerie van Defensie en

het Ministerie van Buitenlandse Zaken, de Koninklijke Marine en de

CEO's van enkele toonaangevende bedrijven uit de Nederlandse marine­

bouwcluster.

© Stichting Nederland Maritiem Land -157 -

Page 197: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Deze taskforce heeft onder meer volgende taken.

Onderzoeken hoe via publiek-private samenwerking tussen de Konink­

lijke Marine en de marinebouwcluster het exportpotentieel van de Neder­

landse industrie kan vergroot worden. De Koninklijke Marine is immers

uniek in vergelijking tot buitenlandse marines in haar rol als eisensteller,

ontwerper en integrator;

Voeren van een indringende discussie om de ruimte te krijgen voor het

realiseren van een succesvol exportmodel voor de Nederlandse

marinebouwcluster. Bedoeling is hiermee een antwoord te vinden op het

Franse industrieel-politieke en het Duitse industrieel-private model. Te

denken valt hierbij aan een soort van alternatief compensatiemodel

waarbij de compensaties bestaan uit het ondersteunen van de aankopende

landen met Nederlandse kennis op het vlak van transport en logistiek,

havenontwikkeling, waterhuishouding etc. Dit veronderstelt een

koppeling tussen het buitenlands beleid en het industriebeleid gebaseerd

op de specifieke structuur en sterktes van de Nederlandse economie.

De taskforce komt twee tot drie keer per jaar samen. De taskforce kan de

beleidsmakers adviseren en indien gewenst het parlement informeren over

ontwikkelingen van belang voor de Nederlandse marinebouwcluster.

Realisatie van een succesvol Nederlands exportmodel voor de marinebouw­

cluster betekent miljardenproductie voor de Nederlandse industrie. Hiermee

wordt verder gebouwd op de € 2.5 à 3 miljard export van de voorbije tien

jaar.

-158 - © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 198: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Bijlage 1 Lijst met afkortingen

BIJLAGE 1 LIJST MET AFKORTINGEN

ALSL

AMS

APAR

BWB

C41

CAMS

CMN

CODEMA

COREDES

CRN

CRS

DECIS

DCN

DGA

DMKM

DSA

EADC

Altemative Landing Ship Logistics

Alenia Marconi Systems

Active Phased Array Radar

Bundesamt für Wehrtechnik und Beschaffung

Command, Control, Communication, Computers en Intelligence

Centrum voor Automatisering van Mission-critical Systems

Chantiers de l' Atlantique, Constructions Mécaniques de Normandie

Commissie Ontwikkeling DEfensie MAterieel

COmitee for REsearch and Development in European Shipbuilding

Cooperative Research Navies

Cooperative Research Ships

Delft Cooperation on Intelligent Systems

Direction des Constructions Navales

Délégation Générale pour I' Armement

Directie Materieel van de Koninklijke Marine

Direction Systèmes d'Armes

European Aerospace and Defence Company

© Stichting Nederland Maritiem Land -B.l-

Page 199: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

ECDIS

EMMF

ESC

ESSM

GWF

HDW

HOV

HVAC

KIM

KM

KSG

LCF

L-fregat

LPD

MARS TAF

MarTech

MFR

M-fregat

MKC

MOU

NATO

NBC

OCCAR

RRS

RSV

RTO

-B.2-

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Electronic Chart Display and Information System

European Multinational Maritime Force

Enlarged Ship Concept

Evolved Sea Sparrow Missile

Geleide Wapen Fregat

Howaldtswerke Deutsche Werft

Hydrografisch OpnemingsVaartuig

Heating, Ventilation and AirConditioning

Koninklijk Instituut voor de Marine

Koninklijke Marine

Koninklijke Schelde Groep

Luchtverdedigings- en Commando Fregat

Luchtverdedigingsfregat

Landing Platform Dock

Marinestaf

Maritieme Techniek

MultiFunctieRadar

MuIti-purpose fregat

Maritiem Kennis Centrum

Memorandum of Understanding

North AtIantic Treaty Organisation

Nucleair, Bacteriologisch en Chemisch

Organisme Conjoint de Coopération en matière d'ARmement

Rudder Roll Stabilization

Rijn-Schelde-Verolme

Research and Technology Organisation

© Stichting Nederland Maritiem Land

Page 200: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

PAM

PFP

SEWACO

S-fregat

TFC

UNREP

VliTech

WCS

WEAG

WEU

Bijlage 1 Lijst met afkortingen

Project Aanpassing Mijnenbestrijdingscapaciteit

Partnership F or Peace

SEnsor-, WApen- en Communicatie

Standaard fregat

Trilaterale Frigate Cooperation

UNderway REPlenishment

Vliegtuigen en VliegTechnische Zaken

Wapen- en CommunicatieSystemen

West European Armament Group

Westem European Uni on

© Stichting Nederland Maritiem Land -B.3-

Page 201: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

-B.4- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 202: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Bijlage 2 Lijst van geïnterviewde personen

BIJLAGE 2 LIJST VAN GEÏNTERVIEWDE PERSONEN

Koninklijke Marine

Kapitein ter Zee (E) drs. GJ. van Beeck Calkoen, Hoofd Afdeling Wetenschappelijk Onderzoek Koninklijke Marine en Secretaris Maritiem Innovatie Forum van Nederland Maritiem Land

Kapitein ter Zee MJ.M. Borsboom, Directeur CAMS

Kapitein ter Zee Al Both, Projectleider LCF Koninklijke Marine

Commandeur W.A Dekker, Sous-Chef Technische Afdeling Koninklijke Marine

H.G. Domburg, Controller Materieel Projecten Koninklijke Marine

Kapitein ter Zee H. Geilenkirchen, Hoofd Afdeling Wapen en Communi­catiesystemen Koninklijke Marine

Ir. ].J. Hopman, Hoofd Bureau Scheepsontwerpen Koninklijke Marine

Ir. 1 Huisman, Hoofd Afdeling Maritieme Techniek Koninklijke Marine

Kapitein Luitenant ter Zee (A) N. van der Hulst, Controller Technische Afdelingen Koninklijke Marine

Ir. A de Jong, Plv. Hoofd Afdeling Wetenschappelijk Onderzoek Koninklij­ke Marine

Schout-bij-nacht P.M. van der Struis, Directeur Materieel Koninklijke Marine

Dr. P.A. Wolff, Maritieme Techniek Directie Materieel Koninklijke Marine

© Stichting Nederland Maritiem Land -B.S -

Page 203: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

Kennisinstituten

Ir. A. Hubregtse, Vice President Ships MARIN

Ir. G.F.M. Remery, President MARIN

Schout-bij-nacht bd R.M. Lutje Schipholt, Director TNO

L. Schlaman, Marketing Co-ordinator MARIN

Prof.dr.ir. H. Schuffel, Accountdirector Koninklijke Marine TNO Defensie­onderzoek

Industriële partijen

R.H. Berkvens, Algemeen Directeur Koninklijke Schelde Groep

Ir. M.P. Bijleveld, Vice President Operations RDM Submarines

Ir. I.A.a. Burgers, Wärtsilä - Lips Defense

Ir. B. van de Graaf, Marketing and Sales Naval Export Koninklijke Schelde Groep

G. Hamers, Managing Director Imtech Marine & Offshore

MBA R. den Hartog, Managing Director Rohde en Schwarz Nederland

J. de Jong, Business Manager Yachts Business Unit Maritime Projects Imtech Marine & Offshore

Ir. W.PJ. Laros, Commercieel Directeur Koninklijke Schelde Groep

Ir. M. Lohmeijer, Director Business Unit Naval Projects Imtech Marine &

Offshore

G.P.M. van Loon B.Sc, B.Ec., Sales Manager Naval Systems Rexroth Hydraudyne

J.A.C.M. Merkelbach van Enkhuizen, Controller Koninklijke Schelde

Groep

Schout-bij-nacht b.d. ir. J.G. Nanninga, Speciaal Adviseur van de Voorzitter van de Directie Thales Nederland

Ir. J.F.H. Pacanda, President RDM Submarines

- B.6- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 204: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Bijlage 2 Lijst van geïnterviewde personen

H. Regtop, Director Special Programmes Business Unit Combat Systems Thales Nederland

Ir. L.HJ. van Veggel, Managing Director Stork Bronswerk

Drs.ing. B.T.M. Wijkamp MSc., President Wärtsilä Nederland

M. Wit jens, Manager Hertel Marine Services

Andere

Ir. J.H. Dibbetz, Directeur Stichting NIJD

Drs. M.J .M. Goos, Commissaris Militaire Productie Ministerie van Economische Zaken

J. Neleman, SP Aerospace

M.H. Nijdam, Erasmus Universiteit

Prof.dr.ir. N. Wijnolst, Voorzitter Nederland Maritiem Land

© Stichting Nederland Maritiem Land - B. 7-

Page 205: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

-B.8- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 206: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

Bijlage 3 Curricula vitae

BIJLAGE 3 CURRICULA VITAE

Hir. Frank Hendrickx (01972) is Partner bij Policy Research Corporation

en is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van het Rotterdamse kan­

toor. Hij heeft aan de Universiteit van Antwerpen het diploma handelsinge­

nieur behaald met de grootste onderscheiding. Hij is verantwoordelijk voor

tal van door Policy Research uitgevoerde studies op het vlak van infrastruc­

tuurinvesteringen, maatschappelijke kosten-batenanalyses, Economische

Impact Studies (EIS®) en beleidsstudies. In het bijzonder begeleidt hij ook

de implementatie van beleidsveranderingen. Frank Hendrickx is (co-)auteur

van meerdere boeken en artikels op de genoemde domeinen.

Hir. Tom Maes (01975) is Senior Consultant bij Policy Research

Corporation. In 1998 behaalde hij met onderscheiding het diploma handels­

ingenieur in de beleidsinformatica aan de Universiteit Antwerpen. Daarna

startte hij zijn carrière bij Policy Research en behaalde in 2000 tevens een

kandidaatsdiploma in de rechten. Hir. Tom Maes bezit ruime ervaring in het

uitvoeren van Economische Impact Studies (EIS®) en het maken van

beleidsanalyses. Hij verrichte veelvuldig marktonderzoek voor business-to­

business goederen en diensten als basis voor haalbaarheidsonderzoek en

projectevaluatie. Hij heeft sterke expertise opgebouwd inzake beleidsadvi­

sering in tal van maritieme sectoren, het wegvervoer en de gezondheids­

zorg.

Hir. Britta De Meyer (01978) is Consultant bij Policy Research

Corporation. Zij behaalde het diploma handelsingenieur met de optie

Kwantitatief Management aan de Universiteit van Antwerpen met grote

© Stichting Nederland Maritiem Land -B.9 -

Page 207: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION

De Koninklijke Marine als maritieme leader firm

onderscheiding. Bij uitvoering van beleidsstudies door Policy Research in

opdracht van publieke en private klanten verricht zij voornamelijk

wetenschappelijk en projectondersteunend onderzoekswerk. Ze heeft exper­

tise opgebouwd op het vlak van energie, het spoorwegvervoer en maritiem

transport.

Lic. TEW Tine Van Suetendael (°1978) is Consultant bij Policy Research

Corporation. Zij behaalde het diploma Toegepaste Economische Weten­

schappen (specialisatie bedrijfsbeleid en accountancy) met grote onder­

scheiding aan de Universiteit van Antwerpen. Zij heeft expertise opge­

bouwd in een waaier van sectoren zoals spoorwegen, openbaar vervoer,

gezondheidszorg, media, binnenvaart, toerisme, film, ICT en energie.

Prof. dr. Chris Peeters (°1960) is President-Directeur en Senior Partner

van het management consulting bureau Policy Research Corporation. Prof.

Peeters is een internationaal erkend expert inzake strategie en beleidsadvi­

sering. Hij is gespecialiseerd in de analyse van toegevoegde waarde van

ondernemingen, industriële sectoren en grootschalige investeringsprojecten.

Hij treedt op als extern adviseur voor de Europese Commissie, voor over­

heden binnen en buiten Europa en voor internationaal opererende bedrijven.

Daarnaast is hij verbonden aan de Universiteit Antwerpen. Hij doceert

Financiering van de Internationale Handel, Overheidsbeleid, Maritiem

Transport, Transportvraagstukken en Vervoer te land aan de Faculteit

Toegepaste Economische Wetenschappen. Prof. Peeters is (co-)auteur van

een dertigtal boeken en vele artikels inzake strategie en beleid. Hij behaalde

het doctoraat in de Toegepaste Economische Wetenschappen met grootste

onderscheiding aan de Universiteit van Antwerpen in 1990.

- B.IO- © Stichting Nederland Maritiem Land

Page 208: Nll~Ul~LAND · DE KONINKLIJKE MARINE ALS MARITIEME LEADER FIRM in opdracht van STICHTING NEDERLAND MARITIEM LAND uitgevoerd door POLICY RESEARCH CORPORATION