UAF Momentopname 202

4
Met een baby dicht tegen haar aan en een peuter aan de arm kwam Arielle Kazadi (31) in 2008 in Nederland aan. De Democratische Republiek Congo, waar voor de zoveelste keer een rebellen- leider voor onrust zorgde, had zij achter zich gelaten. ʻDoor de rebellen werd het te gevaarlijk.ʼ Eenmaal in Nederland kreeg ze vrij snel een verblijfsvergunning en vond ze een thuis in Capelle aan den IJssel, samen met haar man en twee kinderen. Daar ging de deur naar de toekomst weer open en kregen haar dromen weer de ruimte. In Kinshasa waren haar plannen om neuroloog te worden in duigen gevallen: ʻEen studie geneeskunde had ik om financiële redenen af moeten breken. Mijn vader kon het niet betalen.ʼ Arts zou ze echter niet meer worden, ook in Nederland niet. ʻDaarvoor vond ik mezelf te oud en was er te weinig tijd. De momenten met mijn gezin waren nu ook belangrijk.ʼ Toch bleef het knagen: een volwaardige baan, andere mensen kunnen helpen en mee kunnen doen in de samenleving. Waarom zou dat niet voor haar zijn weggelegd? Het was haar man die haar wees op een opleiding verpleegkunde aan de Hogeschool in Rotterdam. ʻToen wist ik meteen: deze kans moet ik pakken.ʼ Leuk contact Ze begon met steun van het UAF voort- varend aan haar eerste jaar, haalde goede punten en regelde zelfs een stage in de ouderenzorg. Bij haar stage ging het – tot haar grote verbazing – mis. ʻIk was een aantal maanden aan het werk en kreeg toen een tussenbeoordeling. Ik vond het goed gaan: ik had leuk contact met patiënten, er waren vijf korte prak- tijkbeoordelingen goedgekeurd, ik had een reflectieverslag geschreven en ik had een presentatie voor moeten bereiden. Verpleegkundestudent Arielle Kazadi haalde goede punten in haar eerste jaar. Toch moest ze stoppen met haar studie, omdat zij de Nederlandse taal onvoldoende zou beheersen. Ze kwam voor zichzelf op en schreef haar opleiding een brief. Met succes. Foto: Venus Veldhoen ‘Ik ben altijd gemotiveerd om te leren’ Verpleegkundestudent lost conflict op over stage Arielle Kwartaalblad voor donateurs Nummer 202, juli 2015

description

Het donateursblad van juli 2015 van Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF

Transcript of UAF Momentopname 202

Page 1: UAF Momentopname 202

Met een baby dicht tegen haar aan en

een peuter aan de arm kwam Arielle

Kazadi (31) in 2008 in Nederland aan.

De Democratische Republiek Congo,

waar voor de zoveelste keer een rebellen-

leider voor onrust zorgde, had zij achter

zich gelaten. ʻDoor de rebellen werd het

te gevaarlijk.̓

Eenmaal in Nederland kreeg ze vrij snel

een verblijfsvergunning en vond ze een

thuis in Capelle aan den IJssel, samen

met haar man en twee kinderen. Daar

ging de deur naar de toekomst weer

open en kregen haar dromen weer de

ruimte. In Kinshasa waren haar plannen

om neuroloog te worden in duigen

gevallen: ʻEen studie geneeskunde had

ik om financiële redenen af moeten

breken. Mijn vader kon het niet betalen.̓

Arts zou ze echter niet meer worden,

ook in Nederland niet. ʻDaarvoor vond

ik mezelf te oud en was er te weinig tijd.

De momenten met mijn gezin waren nu

ook belangrijk.̓

Toch bleef het knagen: een volwaardige

baan, andere mensen kunnen helpen

en mee kunnen doen in de samenleving.

Waarom zou dat niet voor haar zijn

weggelegd? Het was haar man die haar

wees op een opleiding verpleegkunde aan

de Hogeschool in Rotterdam. ʻToen wist

ik meteen: deze kans moet ik pakken.̓

Leuk contactZe begon met steun van het UAF voort-

varend aan haar eerste jaar, haalde

goede punten en regelde zelfs een stage

in de ouderenzorg. Bij haar stage ging

het – tot haar grote verbazing – mis. ʻIk

was een aantal maanden aan het werk en

kreeg toen een tussenbeoordeling. Ik

vond het goed gaan: ik had leuk contact

met patiënten, er waren vijf korte prak-

tijkbeoordelingen goedgekeurd, ik had

een reflectieverslag geschreven en ik had

een presentatie voor moeten bereiden.

Verpleegkundestudent Arielle Kazadi haalde goede punten in haar eerste jaar. Toch moest ze stoppen met haar studie, omdat zij de Nederlandse taal onvoldoende zou beheersen. Ze kwam voor zichzelf op en schreef haar opleiding een brief. Met succes.

Foto

: Ven

us V

eldh

oen

‘Ik ben altijd gemotiveerd om te leren’Verpleegkundestudent lost conflict op over stage

ArielleKwartaalblad voor donateurs Nummer 202, juli 2015

Page 2: UAF Momentopname 202

2 | Momentopname nr. 202, juli 2015

ʻAls ik jouw teksten moest corrige-

ren, probeerde ik altijd zo dicht

mogelijk te blijven bij hoe jij dingen

zei. Maar ik was het meest onder de

indruk van je inzet en enorme

werklust.̓ Ik las deze brief van een

collega nog eens, toen ik aan deze

column begon.

Toen ik bij een eerdere werkgever

wegging, kreeg ik vele lieve brieven,

waaronder deze. Mijn collega waar-

deerde mijn taalgevoel, maar was

net zo onder de indruk van mijn

andere competenties.

Goede beheersing van het

Nederlands én het Engels voor

hoger opgeleiden is natuurlijk heel

belangrijk. Maar er is iets vreemds

aan de hand waar ik mij grote

zorgen over maak. De verplichte

taaltoetsen worden steeds strenger.

Gevolg: mensen die Nederlands

niet als eerste taal hebben, maken

minder kans om een studie te

volgen. Terwijl dat niets met hun

intelligentie of andere competenties

te maken heeft. En dat klopt niet.

Wij weten uit ervaring dat het taal-

niveau van onze vluchtelingstuden-

ten nog flink omhoog gaat als ze

eenmaal studeren. Je leert dan

Nederlands en je nieuwe vaktaal in

één. En wat heeft u liever? Een

gevluchte arts die zijn vak verstaat,

of één die de taal perfect spreekt?

Ik zou het wel weten.

Mardjan Seighali is directeur

van het UAF

Mardjan Seighali

Alles liep volgens planning, maar een dag voor de presentatie kreeg ik een telefoontje

van mijn praktijkbegeleider dat ik met mijn stage moest stoppen. Een duidelijke

reden daarvoor gaf hij me niet.̓

Kazadi s̓ wereld stort dan even in: stoppen met de stage betekent ook stoppen met de

opleiding, hoort ze van haar docent. Later hoort ze dat ze de Nederlandse taal nog

niet voldoende zou beheersen en dat ze niet goed zou communiceren met collega s̓:

ʻIk zou te stil zijn, maar dat ben ik van nature. Ik praat sowieso niet heel makkelijk. Ik

kreeg te horen dat ik meer interesse moest tonen in collega s̓, dat ik meer moest

praten over shoppen of over kinderen. Dat heb ik geprobeerd, maar daar heb ik niet

voldoende de kans voor gekregen.̓ Het

contact met sommige collega s̓ was

moeilijk, vertelt Kazadi: ʻIk had het

gevoel dat ze me niet serieus namen,

dat ze ervan uitgingen dat ik het toch

niet zou snappen. Maar dat deed ik

wel. Ze vonden het vreemd dat ik nog niet zo goed Nederlands sprak: ʻMaxima heeft

het toch ook in een paar jaar geleerd?ʼ Dat vond ik niet eerlijk, want ik heb een heel

ander leven dan de koningin.̓ Kazadi geeft toe dat haar Nederlands niet vloeiend is,

maar voldoende om alles te begrijpen en begrepen te worden: ʻHoe ben ik dan zo ver

gekomen met deze studie? Tegelijkertijd weet ik dat ik nog veel te leren heb en daar-

voor sta ik ook open. Het verbeteren van mijn communicatie en mijn spreekvaardig-

heid is altijd een van mijn persoonlijke doelen.̓

Laatste kansZe besluit voor zichzelf op te komen. In overleg met het UAF schrijft ze een brief aan

de stage-instelling en haar opleiding. ʻIk heb hen geschreven dat ik het gevoel heb

dat ik niet correct behandeld word. Ik ben altijd gemotiveerd om te leren, ook als het

moeilijk is. Bovendien ben ik al dertig jaar: deze opleiding is mijn laatste kans om te

studeren. Maar dan moet mij die kans wel gegeven worden.̓ Haar brief heeft effect:

ze mag doorgaan met haar opleiding, maar moet het eerste jaar opnieuw doen. Dat

vindt ze erg jammer, maar toch is ze blij dat ze nog een kans krijgt.

Het UAF is ze dankbaar: ʻDoor hun financiële bijdrage ben ik zo ver gekomen. Ook

heb ik veel steun gehad aan mijn studentenbegeleider. Hij adviseerde me een brief te

schrijven en voor mezelf op te komen. Door het UAF krijg ik nu nog een kans.̓ Haar

droom? ʻMijn diploma halen en daarmee gaan werken in de psychiatrie. Als ik zo

mensen kan helpen, ben ik heel blij.̓

Vervolg van pagina 1

‘Door het UAF krijg ik nu nog een kans’

In de afgelopen periode hielden we een

speciale Studieboekenactie en vroegen

we donateurs om een extra bijdrage voor

studieboeken voor vluchtelingstudenten.

Dankzij de vele en gulle giften is er een

bijzonder mooi bedrag bijeengebracht:

ruim € 35.000! Hiermee kunnen we dit

kalenderjaar nog zoʼn 117 vluchteling-

studenten een tegemoetkoming in de

kosten van hun studieboeken bieden.

STUDIEBOEKENACTIE GESLAAGD

Page 3: UAF Momentopname 202

3 | Momentopname nr. 202, juli 2015

Voor de ʻOperatie artsen aan het werkʼ vroegen we donateurs een jaar geleden een bijdrage zodat twaalf vluchtelingstuden-ten hun arts-assessment konden halen. Firas Al Khoury (30) was één van hen. Hij is inmiddels druk bezig met solliciteren.

Al Khoury haalde onlangs zowel de algemene vaardigheids-

toets als het beroepsinhoudelijke deel van het arts-assessment,

maar moet nog drie maanden onder supervisie werken. Deze

extra eis vindt hij heel begrijpelijk, omdat hij ʻalleenʼ als basis-

arts op de spoedeisende hulp van een ziekenhuis

in Bagdad heeft gewerkt en nog nooit in een Nederlands

ziekenhuis.

De allerbelangrijkste stap was het regelen van een stage in een

ziekenhuis in Venlo: ʻDoor mijn stage is mijn taal veel beter

geworden.̓ Toch blijven er uitdagingen: ʻEen chirurg oordeelde

laatst mee in de diagnose van een patiënt van mij en hij nam

een andere beslissing dan die ik had genomen. Daar heb ik niets

van gezegd. Hij is chirurg en ik ben maar een basisarts, dacht ik.

Ik hoorde later van mijn leidinggevende dat ik best tegen die

chirurg in had mogen gaan. Ik heb ten slotte een beter beeld van

mijn patiënt, omdat ik hem uitgebreider heb kunnen zien. Dat is

echt anders dan dat ik in Irak gewend was: daar voerden we

altijd uit wat de chirurg tegen ons zei. Hier word je verwacht

om mee te denken en je mening te laten horen.̓

Al Khoury is in afwachting van de evaluatie van zijn supervisie

al druk bezig met het solliciteren naar een baan als basisarts.

Hij kijkt uit naar het moment dat hij als arts aan de slag kan

in Nederland: ʻDat is zo'n mijlpaal voor mij. Als ik een baan

heb, ga ik eindelijk mijn eigen geld verdienen, maar ook

eindelijk belasting betalen. Eindelijk doe ik dan mee.̓

‘Als arts doe ik eindelijk mee’Iraakse student haalt arts-assessment

Maessen heeft al verschillende vluchte-

lingstudenten naar een passende werk-

plek in de gezondheidszorg begeleid. Ze

merkt dat zorginstellingen vaak huiverig

zijn: ʻMen denkt dat mensen de taal niet

spreken, dat het lastig communiceren is.

Werkgevers zijn ook nog wel eens bang

voor psychische trauma s̓ of culturele

belemmeringen zoals de omgang met

het andere geslacht.̓

Voor een deel snapt Maessen deze ang-

sten wel: ʻVeel van onze studenten vinden

het ook moeilijk om over zichzelf te

vertellen en zijn de Westerse manier van

solliciteren bijvoorbeeld niet gewend. Aan

de andere kant zit communicatie niet

alleen maar in taal, maar ook in handelen.

Onze studenten hebben vaak een zeer

gedegen medische kennis, hebben een

enorme drive om de taal te leren en staan

open voor nieuwe dingen. Ik denk dat het

ook voor mensen die een moeilijke tijd

hebben gehad, beter is om onderdeel te

zijn van de samenleving dan thuis te

zitten.̓

‘Wij laten zien hoe je talenten kunt benutten’

Het UAF laat vluchte-

lingstudenten in de

zorg zien hoe het komt

dat ze niet worden

aangenomen op leer-

werkplekken of vacatures en

hoe ze hun kansen kunnen vergroten.

ʻDaarbij kunnen we de vakinhoudelijke

kennis van professionals goed gebruiken

om studenten in de praktijk nog beter te

begeleiden.̓ Het goed informeren van

werkgevers in de zorg is minstens net zo

belangrijk, zegt Maessen: ʻWij maken

moeilijke zaken bespreekbaar en willen

meer begrip kweken voor werknemers

met een ander profiel. We laten werkge-

vers zien hoe je de talenten van vluchte-

lingstudenten kunt benutten.̓

Het vinden van een baan of een geschikte leerwerkplek in de zorg is lastig voor vluchtelingstudenten, vertelt Stannie Maessen, senior consulent Job Support van het UAF. Zij laat hen zien hoe ze hun kansen kunnen vergroten.

Steun een

student

verpleegkunde

Page 4: UAF Momentopname 202

4 | Momentopname nr. 202, juli 2015

Stichting voor Vluchteling-Studenten UAFWilhelminapark 38, 3581 NJ Utrecht [email protected] | www.uaf.nlT 030 252 08 89

Het UAF gebruikt het IBAN-rekeningnummer NL 41 INGB 0000 0763 00

Ter gelegenheid van de Abraham Kuyperlezing van de Vrije Universiteit (VU) organiseerde het

UAF samen met de VU een speciale ontvangstborrel voor een selecte groep VU-medewerkers.

Het doel van de borrel was om de gasten op een bijzondere manier kennis te laten maken met

het UAF en om fondsen te werven voor vluchtelingstudenten aan de VU. Gasten doneerden een

bedrag van € 100 om deel te nemen en werden ontvangen in het Bob Vlakehuis, waar ze kennis

maakten met de artistieke talenten en levensverhalen van vluchtelingstudenten. Kunstenaar

Safaa Khazal doneerde een deel van de opbrengst van zijn geveilde schilderij, waarmee het totaal

opgehaalde bedrag uitkwam op € 1.775. Doordat UAF-bedrijfspartner Accenture de catering

sponsorde, komt het volledige bedrag ten goede aan vluchtelingstudenten van de VU.

Een greep uit de bijdragen van dit kwartaal: Afscheid van de Rekenkamer € 1.416, tachtigste verjaardag € 2.075, oratie € 1.030, negentigste verjaardag € 655

Fundraisingborrel met Vrije Universiteit

Van den Broek deed eerder

onderzoek naar een project

waarbij twaalf Nederlandse

ziekenhuizen Indiase

OK-assistenten inzetten. In

de evaluatie was een

veel gehoord argument van

artsen dat de assistenten

zich te afhankelijk opstel-

den ten opzichte van

leidinggevenden. ʻZo werd

in de operatiekamer bij het openen van nieuw hechtdraad

– een duur product – eerst aan de chirurg gevraagd of het echt

nodig was. Door de chirurg en collega’s werd dit opgevat als

onzelfstandig en niet assertief. Later bleek dat de Indiase

assistenten getraind zijn in zuinigheid. Indiase patiënten zijn

vaak erg arm en niet verzekerd. Letten op de kosten is dan van

levensbelang. De Indiërs ergerden zich hier aan de verkwisting.

Een waardevol standpunt, gezien de kostenstijging in de ge-

zondheidszorg, maar vanuit de Nederlandse norm niet als

zodanig herkend.̓

Antropoloog adviseert UAF over diversiteit in de zorg

De meerwaarde van het verschil

Volgens Van den Broek is er een paradigmashift nodig om de

weerwaarde van diversiteit op de werkvloer in te zien: ʻWij zijn

nog steeds erg op aanpassen gericht. Dan is alles wat je anders

doet, fout. Als je mensen die verschillend zijn gelijk behandeld,

dan geef je ze niet dezelfde kansen.̓ Aan de goede intenties ligt

het volgens haar niet: ʻZelfs werkgevers die een diversiteitbe-

leid hanteren, zitten vaak nog vast in een mindset van aanpas-

sen. Het is echt iets onbewusts, en daarom erg belangrijk om

over te praten.̓

TaboeVan den Broek wil samen met het UAF werkgevers de voordelen

van diversiteit op de werkvloer laten inzien: ʻEr is sprake van een

multiculturele patiëntenpopulatie in Nederland, pas daar dan

ook je aannamebeleid op aan. Dan kan er bijvoorbeeld ook

adequater gereageerd worden op zaken die in sommige culturen

als taboe worden gezien.̓ Bovendien, zegt van den Broek, is de

werkende populatie in Europa binnen tien jaar zozeer verkleind,

dat een internationalisering van werknemers onontkoombaar is.

ʻWe hebben op termijn simpelweg niet genoeg mensen in

Nederland om alle banen in de zorg te vullen.̓

Dr. Lida van den Broek is organisatie-antropoloog en directeur van Kantharos, een training- en adviesbureau gespecialiseerd in management van diversiteit. Ze adviseert het UAF in het verbeteren van de koppeling tussen vluchtelingstudenten en werkgevers in de zorg.

ontw

erp

Tan

geri

ne

desi

gn, R

otte

rdam

opm

aak

Pir

aña

grafi

sch

ontw

erp

, Utr

echt

dru

k D

e Le

kStr

oom

Gri

ffioe

n I

SSN

221

5-0

51X