Tumult Klas...5. Cyberpesten 31 6. Zelfvertrouwen 37 7. Wie ben ik? 43 8. Nieuwsgierig! 49 Jouw klas...

60
2 havo/vwo Dit dossier is van: Klas: Tumult Jouw klas een topklas Sociaal-emotionele vaardigheden In dit dossier: • Een goede sfeer in je klas • Omgaan met boosheid • Slim samenwerken • Wat doe je tegen cyberpesten? • R.E.S.P.E.C.T.

Transcript of Tumult Klas...5. Cyberpesten 31 6. Zelfvertrouwen 37 7. Wie ben ik? 43 8. Nieuwsgierig! 49 Jouw klas...

2havo/vwo

Dit dossier is van:

Klas:

TumultJouw klas een topklasSociaal-emotionele vaardigheden

In dit dossier:• Eengoedesfeerinjeklas• Omgaanmetboosheid

• Slimsamenwerken• Watdoejetegencyberpesten?• R.E.S.P.E.C.T.

In dit dossier maak je individueel, in groepjes of klassikaal opdrachten die je in de les kunt doen.

Op www.tumult.nl vind je na inloggen opdrachten, lesbrieven, digilessen, testen en handige studiekaarten.

+

= Tip

= Weetje

= Opdracht

= Keuzeopdracht

1. Topklas! 1

2. Teamwork 9

3. R.E.S.P.E.C.T. 15

4. Kort lontje 23

5. Cyberpesten 31

6. Zelfvertrouwen 37

7. Wie ben ik? 43

8. Nieuwsgierig! 49

Jouw klas een topklas

In dit dossier vindjedeze hoofdstukken:

In dit dossierziejedezepictogrammen:

Zo werkt Tumult:

Tumult

Antwoordnummer 47563

1070 WE Amsterdam

Tel. 020 – 421 51 29

[email protected]

www.tumult.nl

ISBN 978-94-6114-297-9

© Tumult, 2016

Alle rechten voorbehouden

= Groepsopdracht

= Verwijzing naar www.tumult.nl

= Bruikbaar bij andere vakken

= Samenvatting

Dossier www.tumult.nl

1 Tumult ’16-’17

1 • De allerleukste klas!

➔  Schrijf op: wat maakt jullie de leukste klas van de school?

Kijk eens om je heen, naar je klasgenoten en je mentor. Wat maakt jullie een leuke groep?

Wij zijn een topklas omdat …

➔  Vertel om de beurt aan de klas wat je hebt opgeschreven.

1 • Topklas!Van dit jaar wil je natuurlijk een onvergetelijk jaar maken. Je hoopt dat je nieuwe vrienden maakt, dat de sfeer in de klas top is en dat je samen veel leuke dingen doet. Met elkaar kun je ervoor zorgen dat jullie de leukste klas van de school worden. Wie wil dat nou niet?!

Na deze les kun je:• vertellen wat jullie de leuk-

ste klas maakt;• brainstormen over hoe je

er een topjaar van maakt;• afspraken maken met de

klas;• echt luisteren naar elkaar.

Aan het begin van het

schooljaar moet je vaak weer even wennen aan je (nieuwe) klasgenoten. Dat is heel normaal en hoort erbij.

2 Tumult ’16-’17

Jullie worden dit jaar dus de leukste klas van de school. Maar wat houdt dat eigenlijk in? Hoe maak je er samen een topjaar van? Eén ding is zeker: in een topklas voelt iedereen zich prettig. Daar ben je met elkaar verantwoordelijk voor.

2 • Topjaar

➔ Brainstorm in groepjes van drie over de vragen hieronder.

• Hoe maken jullie er als klas een topjaar van? • Wat vinden jullie echt belangrijk in de klas? • Waar hopen jullie op dit schooljaar?

Noteer hieronder zoveel mogelijk ideeën.

Voorbeeld:Dit is een topjaar als …… we allemaal overgaan.… niemand in de klas wordt gepest.

➔ Nu jullie!

Bij brain-stormen bestaan er

geen slechte ideeën. Alles wat je bedenkt is goed!

Dit is een topjaar als ...

3 Tumult ’16-’17

Als je weet wat iedereen echt belangrijk vindt in de klas, kun je daar afspraken over maken. Bijvoorbeeld over hoe je met elkaar omgaat en wat wel en niet kan.

3 • Afspraken

➔ Bedenk met je groepje drie afspraken voor de klas.

• Bekijk alles wat jullie bij opdracht 2 hebben bedacht.• Over welke dingen moeten echt afspraken komen?• Omcirkel de drie belangrijkste dingen.• Bedenk daar met elkaar drie afspraken over.

Voorbeeld:Dit is een topjaar als: er geen ruzies tussen groepjes zijn.Afspraak: In onze klas praten we het uit als we ruzie hebben.

➔ Nu jullie!

In onze klas …

1.

2.

3.

➔ Presenteer jullie drie afspraken aan de rest van de klas.

De mentor houdt bij welke afspraken genoemd worden en schrijft die op het bord.

➔ Bespreek alle afspraken klassikaal.

Wat vinden jullie de tien belangrijkste afspraken? Schrijf die op de afsprakenkaart op de volgende pagina.

Als ieder-een zich aan de

afspraken houdt, heb je zeker weten een topjaar!

4 Tumult ’16-’17

Afsprakenkaart

In onze klas maken we deze afspraken:

Afspraak 1:

Afspraak 2:

Afspraak 3:

Afspraak 4:

Afspraak 5:

Afspraak 6:

Afspraak 7:

Afspraak 8:

Afspraak 9:

Afspraak 10:

Handtekening:

5 Tumult ’16-’17

In een topklas is het belangrijk dat je naar elkaar luistert. Op die manier krijgt iedereen de ruimte om zijn verhaal te doen. Bovendien kun je van elkaar leren!

4 • Goed luisterenSamen met je buurman of buurvrouw

➔  Luister om de beurt naar het verhaaltje dat de ander je vertelt.

• Op pagina 6 staan twee verhaaltjes.• De eerste persoon begint: lees rustig verhaaltje 1 voor.• De ander luistert aandachtig: probeer voor je te zien wat er in het

verhaaltje gebeurt.• Luister eerst het hele verhaaltje af.• Probeer je daarna te herinneren wat de ander allemaal heeft

verteld.• Maak tekeningetjes bij alle beelden die je nog terug kunt halen.• Draai dan de rollen om (de tweede persoon leest verhaaltje 2).

➔  Vertel allebei het verhaal na met behulp van je tekeningen.

Klopt jouw versie van het verhaal?

Wat hielp jou om goed te luisteren naar het verhaal?

6 Tumult ’16-’17

Verhaaltje 1:‘Toen ik mijn ogen open deed, lag ik op een prachtig, breed strand. De zon stond laag en rood aan de hemel en maakte schitteringen over het water. Ik keek uit op een klein eilandje in zee met een vuurtoren. In de verte dreef een bootje. Ik liep langzaam het water in, het was aangenaam warm. Om mij heen zwommen visjes in alle kleuren van de regenboog. Ik dook naar beneden en snorkelde tussen het prachtige koraal. Opeens stond ik oog in oog met een grote inktvis. Hij zwaaide naar mij met zijn vele tentakels en ik zwaaide terug.’

Verhaaltje 2:‘Toen ik mijn ogen open deed, lag ik op een prachtig, breed strand. De zon stond hoog aan de hemel en brandde op mijn hoofd. In de verte zag ik een klein hutje van stro en daarnaast een grote gekleurde parasol. Ik liep ernaartoe en ging naar binnen. De grond lag bezaaid met schelpjes. Er stond een koelkast met ijskoude cola. Ik nam een blikje en dronk het in één teug leeg. Weer buiten viel mijn oog op een hangmat in de schaduw van twee grote palmbomen. Ik klom erin en viel tevreden in slaap.’

7 Tumult ’16-’17

Yell

➔  Bedenk in groepjes van drie een yell voor jullie klas.

Een yell is een aanmoedigingskreet. Sporters beginnen een wed-strijd bijvoorbeeld vaak met een yell. Bedenk een kreet om jullie klas aan te moedigen.

Voorbeeld:– T. O. P. K. L. A. S. Wij hebben in een topklas les!– Yell yell yell, samen komen we d’r wel!

Onze yell:

➔  Presenteer jullie yell aan de klas.

Bedenk er een dansje bij, zing het of zeg de tekst om de beurt. Zorg dat de klas er enthousiast van wordt!

Als je goed luistert …• concentreer je je op datgene wat iemand zegt;• laat je merken dat je echt luistert, bijvoorbeeld door iemand aan te kijken en te knik-

ken;• geef je iemand de ruimte door hem uit te laten spreken en niet meteen je oordeel klaar

te hebben;• toon je interesse, bijvoorbeeld door samen te vatten wat iemand heeft gezegd en vragen

te stellen.

Gebruik een yell bij klas-

senactiviteiten. Bijvoor-beeld bij de sportdag, een kamp of tijdens de activiteitenweek. Zo is jullie klas echt een team!

8 Tumult ’16-’17

Deze les ging over …

... de leukste klas.Met elkaar kunnen jullie ervoor zorgen dat jullie klas de leukste van de school wordt. Wie wil dat nou niet?!

... topjaar.Hoe maak je er samen een topjaar van? Eén ding is zeker: in een topklas voelt iedereen zich prettig.

... afspraken.Bespreek samen wat iedereen echt belangrijk vindt in de klas. Dan kun je daar afspraken over maken.

... luisteren.In een topklas is het belangrijk dat je naar elkaar luistert. Zo krijgt iedereen de ruimte om zijn verhaal te doen en leer je van elkaar.

Studiekaart Luisteren

➔ Log in op www.tumult.nl. Bekijk de studiekaart Luisteren.

Lesbrief Laat zien wie je bent!

➔ Log in op www.tumult.nl. Maak de lesbrief Laat zien wie je bent!.

9 Tumult ’16-’17

1 • Samenwerken

➔ Bedenk een woord.

Mijn woord is:

➔ Maak een groepje van vier personen.

Maak nu met je groep een gedicht waarin al jullie woorden voorko-men. Je krijgt hiervoor vijf minuten de tijd.

➔ Eén persoon presenteert het gedicht aan de klas.

2 • TeamworkSamen bereik je meer dan alleen. Als team werk je samen ergens naartoe, bijvoorbeeld een werkstuk of een presen-tatie. In een topteam doet iedereen waar hij goed in is. Zo haal je de beste resultaten. Dat noem je teamwork!

Na deze les kun je:• in een groepje samenwer-

ken;• verschillende rollen onder-

scheiden;• de taken in een groep slim

verdelen;• feedback geven op groeps-

leden.

10 Tumult ’16-’17

In een goede samenwerking heb je verschillende rollen. Welke rol heb jij in een groep? Neem je de leiding? Ben je degene die met originele ideeën komt? Of zorg jij er juist voor dat alles op tijd klaar is?

2 • Rollen

➔ Kijk met je groepje terug op de samenwerking in opdracht 1.

Hoe hebben jullie de opdracht aangepakt?

Hoe ging de samenwerking in jullie groepje? Leg je antwoord uit.

De samenwerking ging , omdat

➔ Bespreek met elkaar: wie nam welke rol aan in de groep?

Wie nam de leiding? Wie schreef alles op? Wie presenteerde het gedicht? Schrijf hieronder alle namen uit je groepje op. Zet erachter welke rol iedereen op zich nam.

Naam: Rol:

➔ Kijk naar je eigen rol. Kruis aan en leg uit.

Is dit een rol die goed bij jou past?

Ja, want: Nee, want:

Je werkt het fijnst samen

als de rollen onderling goed zijn afgestemd. Wie is de leider? Wie is de schrijver? Wie is de controleur? Maak daar afspraken over!

11 Tumult ’16-’17

Een goed team bestaat uit mensen die verschillende dingen goed kunnen. De één is goed met teksten, de ander heeft originele ideeën en weer een ander is goed met computers. Als je de taken slim verdeelt, ben je samen een topteam!

3 • Taakverdeling

➔ Schrijf een advertentie voor jezelf.

Schrijf daarin op welke rol jij het liefst op je neemt. Geef drie taken aan die jij goed kunt en leuk vindt om te doen. En noteer ook drie taken waar je moeite mee hebt.

Voorbeeld:Rol die bij mij past: creatievelingTaken die ik goed kan: Taken waar ik moeite mee heb:– foto’s bewerken – plannen– snel informatie vinden – teksten schrijven

➔ Ga op zoek naar drie klasgenoten met wie jij een goed team vormt.

• Leg jouw advertentie op tafel.• Loop rond en lees de advertenties van anderen.• Ga op zoek naar klasgenoten die jou aanvullen in rollen en taken.• Maak groepjes van circa vier personen die een goed team vormen.• Let op! Iedereen in de klas moet in een groepje komen.• Maak met de klas de beste verdeling in teams.

Ik vorm een groepje met:

Wij zijn een goed team, omdat:

Naam:

Rol die bij mij past:

Taken die ik goed kan: Taken waar ik moeite mee heb:

Met een slimme taakverde-

ling doet iedereen waar hij goed in is. Boven-dien kun je zo van elkaar leren!

12 Tumult ’16-’17

Je hebt vast wel eens meegemaakt dat iemand niet mee deed in een groepje of zijn afspraken niet na kwam. Wees daar open over en durf elkaar eerlijk feedback te geven. Zo leer je van elkaar. Grote kans dat jullie alsnog een topteam worden!

4 • Feedback geven

➔  Denk terug aan een keer dat de samenwerking in een groepje niet goed liep.

Waarom liep de samenwerking niet lekker: wat gebeurde er?

Wat heb je toen gedaan?

➔  Lees de informatie.

➔  Denk nog eens aan die keer dat een samenwerking niet goed liep.

Stel je voor dat je weer in die situatie bent. Schrijf op hoe je feed-back geeft volgens de feedbackregels.

Als je met anderen samenwerkt, moet je elkaar soms feedback geven. Bijvoorbeeld als iemand zijn taak niet goed doet of steeds te laat is. Als je dat op de juiste manier doet, heeft iedereen er voordeel bij.

1. Beschrijf welk gedrag jij bij de ander ziet. Gebruik de ik-boodschap. Dus niet: ‘Jij bent ook altijd te laat’, maar: ‘Ik zie dat je te laat bent’.2. Zeg wat het effect van dat gedrag op jou is. Voorbeeld: ‘Dat geeft mij het gevoel dat je onze afspraak niet belangrijk vindt.’3. Geef de ander ruimte om te reageren. Voorbeeld: ‘Begrijp je wat ik bedoel?’4. Zeg hoe het beter kan. Voorbeeld: ‘Misschien kun je de volgende keer eerder van huis gaan.’

Belangrijk bij feedback is dat het er niet om gaat iemand ‘de schuld te geven’. Je probeert iemand juist te helpen om het beter te doen.

Als je iets voor elkaar wilt

krijgen, wees dan tac-tisch. Bedenk van tevo-ren wat je wilt bereiken en hoe je anderen zover krijgt dat ze met je mee willen doen. Wees duide-lijk, eerlijk en vriendelijk en je zult zien dat men-sen met je mee willen gaan.

13 Tumult ’16-’17

1. Beschrijf welk gedrag jij bij de ander ziet.

2. Zeg wat het effect van dat gedrag op jou is.

3. Geef de ander ruimte om te reageren.

4. Zeg hoe het beter kan.

➔  Speel met de klas een aantal situaties na.

• De mentor vraagt steeds een leerling om een situatie te beschrij-ven.

• Daarna wijst hij/zij een tweetal aan dat de situatie voor de klas speelt.

• De één is de feedbackgever, de ander de ontvanger.• Hoe geef je op de goede manier feedback? Laat dat zien.• Bespreek iedere situatie met de klas: wat ging goed en wat kan

nog beter?

Als je feedback ontvangt:

bedenk je dat het niet erg is om fouten te maken. Daar leer je het meeste van! Sta dus open voor feedback en kijk wat je ermee kunt.

Geef ook positieve

feedback als iemand het goed doet. Zo blijft de sfeer in de groep goed!

Menselijke knoop

➔  Doe in twee teams een wedstrijdje: wie is het eerste uit de knoop?

• Schuif de tafels en stoelen aan de kant.• Verdeel de klas in twee teams.• Elk team gaat op een kluitje bij elkaar staan.• Pak willekeurig handen van je teamgenoten vast.• Heeft iedereen met beide handen een ander vast? Dan begint de

wedstrijd.• Probeer zo snel mogelijk uit de knoop te komen zonder elkaars

handen los te laten.• Je mag je hand draaien als dat nodig is, als je maar niet helemaal

loslaat!• Welk team is als eerste uit de knoop?

14 Tumult ’16-’17

Deze les ging over …

… teamwork.Als team werk je samen ergens naartoe. Als iedereen doet waar hij goed in is, haal je de beste resultaten. Dat noem je teamwork!

… rollen.In een team heeft iedereen zijn eigen rol. Het is goed om in een team verschillende rollen te hebben. Bijvoorbeeld een lei-der, een schrijver etc.

… taakverdeling.Zorg er in een team voor dat iedereen een taak krijgt waar hij/zij goed in is. Als je de taken slim verdeelt, ben je samen een topteam!

… feedback geven.In een team help je elkaar, maar je laat het ook weten als iets niet goed gaat. Geef elkaar goede feedback, dan behaal je het beste resultaat.

Digiles Mijn klas een team

➔  Log in op www.tumult.nl. Doe de digiles Mijn klas een team.

Lesbrief Leer meer in minder tijd

➔  Log in op www.tumult.nl. Maak de lesbrief Leer meer in minder tijd.

➔  Bespreek de opdracht na afloop.

Dacht je van tevoren dat het zou lukken om uit de knoop te komen?Hoe heeft het winnende team het aangepakt?

Studiekaarten

➔ Log in op www.tumult.nl. Bekijk de studiekaarten Samenwerken en Feedback geven.

15 Tumult ’16-’17

1 • Respect is ...

Wat betekent respect voor jou?

➔  Bedenk bij elke letter een woord/zin over respect.

Voorbeeld:

G eef elkaar een hand

Niemand is A lleen

➔  Nu jij!

R

E

S

P

E

C

T

3 • R.E.S.P.E.C.T.Iedereen wil met respect behandeld worden. Maar wat is dat eigenlijk, respect? Respect betekent dat je rekening houdt met elkaar. En dat je anderen behandelt zoals jij zelf behandeld wilt worden. Zo simpel is het.

Na deze les kun je:• uitleggen wat respect voor

jou betekent;• verwoorden wat jij niet

vindt kunnen;• beargumenteren wie res-

pect verdient;• rekening houden met elkaar;• respectvol met elkaar dis-

cussiëren.

16 Tumult ’16-’17

Respect betekent ook dat je je gedraagt. Je rommel op straat gooien, je docent uitschelden, iemand pesten … Sommige dingen kunnen gewoon echt niet en zijn respectloos. Daar is iedereen het over eens. Toch?!

2 • Dat kan echt niet!

➔  Kruis aan: wat vind jij echt niet kunnen?

Je mag maximaal drie dingen aankruisen. Je kunt er ook zelf iets bij schrijven.

Ik kan slecht tegen: Pesten Rommel op straat Schelden Roddelen Liegen Te laat komen

➔  Maak met de klas een top 3 van dingen die echt niet kunnen.

Iedereen vertelt om de beurt wat hij echt niet vindt kunnen. De men-tor houdt bij hoe vaak alles wordt genoemd. Zo ontstaat een top 3.

Top 3

1.

2.

3.

➔  Bedenk bij iedere ergernis uit de top 3 een oplossing.

Hoe zorg je dat niemand meer rommel op straat gooit, roddelt, pest etc.? Bedenk dat eerst voor jezelf en bespreek het daarna klassikaal.

Oplossingen:

1.

2.

3.

Vind je iets echt niet kun-

nen? Laat je dan horen! Als niemand er iets aan doet, zal het ook niet veranderen.

17 Tumult ’16-’17

Niemand hoeft respect te verdienen, want dat hoor je gewoon van iedereen te krijgen. Alleen wanneer jij niet goed met anderen omgaat, kun je verwachten dat het respect steeds minder wordt.

Respect moet je verdienen. Bijvoorbeeld door goed te zingen of iemand te helpen. Maar verdien je alleen dan respect? Of moet je gewoon iedereen met respect behandelen?

3 • Respect verdienen

➔  Bekijk onderstaande plaatjes.

Wie of wat verdient volgens jou respect? Kruis dat aan.

Welke afbeelding krijgt van jou het meeste respect? Leg uit waarom.

, want

➔  Lees de tekst hieronder.

Ben jij het wel of niet eens met deze uitspraak? Leg uit waarom.

Eens/Oneens, want:

18 Tumult ’16-’17

Respect betekent dat je rekening houdt met elkaar. Als iemand het vervelend vindt als je te laat komt, zorg je dat je op tijd bent. En als iemand een hekel heeft aan vloeken, dan scheld je niet in zijn buurt.

4 • Respect voor mij!

➔  Schrijf op: hoe wil jij dat anderen jou behandelen?

Noem vijf dingen.

Voorbeeld:1. Ik wil dat anderen naar me luisteren.2. Ik wil dat anderen me niet uitschelden.

Zo wil ik behandeld worden:

1.

2.

3.

4.

5.

➔  Vraag aan twee klasgenoten wat zij hebben opgeschreven.

Bespreek de verschillen. Schrijf van elke klasgenoot een punt op dat jij nog niet had en dat jij ook belangrijk vindt.

1.

2.

➔  Bedenk in dezelfde drietallen wat je kunt doen om iedereen met respect te behandelen.

Wees niet bang om je

gevoel te uiten. Daar zul-len mensen alleen maar respect voor hebben.

19 Tumult ’16-’17

Respect voor elkaar (of juist niet) komt goed tot uiting in een gesprek of discussie. Als je met elkaar praat of discussieert, luis-ter je naar elkaar. Dat is een teken van respect. Als je je eigen mening al klaar hebt en dwars door iemand anders heen praat, toon je juist geen respect.

5 • Discussie

➔  Bespreek met de klas hoe je in een discussie respectvol met elkaar omgaat.

Hoe zorg je ervoor dat de sfeer positief is? Bepaal samen wat de vijf belangrijkste regels zijn voor een respectvolle discussie.

Voorbeeld:Laat elkaar uitpraten.

1.

2.

3.

4.

5.

De docent schrijft deze regels op het bord zodat iedereen ze kan zien.

➔  Discussieer met elkaar over de stelling hieronder.

Dat doen jullie in de vorm van een Lagerhuisdebat. Volg de stap-pen.

Stap 1: De stellingLees de stelling.

Stap 2: Verdeling teamsVerdeel de klas in twee teams. Ga tegenover elkaar zitten. De docent wijst een discussieleider en een jury aan.

Stap 3: VoorbereidingDe docent vertelt welk team voor de stelling is en welk team tegen. Je hebt dan drie minuten de tijd om je argumenten op te schrijven.

Oudere mensen verdienen meer respect dan jonge mensen

De regels voor een discus-

sie gelden ook voor een gewoon gesprek.

20 Tumult ’16-’17

Argumenten voor:

1.

2.

3.

4.

5.

Argumenten tegen:

1.

2.

3.

4.

5.

Stap 4: Spelregels• Als je een argument in wilt brengen, sta je op.• De discussieleider geeft aan wie er iets mag zeggen.• Jullie hebben vijf minuten de tijd. De laatste tien seconden telt

het publiek af.• De jury bepaalt wie zich het beste aan de vijf discussieregels

houdt. Dat team heeft gewonnen.

Stap 5: Het debatZijn de spelregels duidelijk? De teams verdeeld? Dan kan het debat beginnen. Succes!

Het oordeel van de jury was:

Wat vond je van de discussie?

Als je een menings-

verschil met iemand hebt, probeer je dan te verplaatsen in de ander. Waarom zegt of doet hij dat? Als je dat weet, kun je daar rekening mee houden.

21 Tumult ’16-’17

Laat je horen!

➔  Bekijk de Loesje poster hiernaast en lees de raptekst hieronder.

RespectRespect is een begrip wat je verdienen moet,Maar bijna niemand die er eigenlijk ook iets voor doet.Rappers willen het maar en vinden het vanzelfsprekend,Maar weten volgens mij niet wat dat woord betekent.Respect is een begrip wat je verdienen moet,Maar bijna niemand die er eigenlijk ook iets voor doet.Wil je mijn respect? Dan zeg ik oké goed,Maar zeg me dan maar eens wat je daar de fok voor doet!

(OsdOrp pOsse)

➔  Laat jouw mening over respect zien of horen!

Wees creatief. Je mag een poster maken, een songtekst, een slo-gan, een stripverhaal … Als het maar laat zien hoe jij over respect denkt.

22 Tumult ’16-’17

Deze les ging over …

... respect.Respect betekent dat je anderen behandelt zoals jij zelf behan-deld wilt worden.

… dat kan echt niet!Sommige dingen kunnen gewoon echt niet en zijn respect-loos. Daar is iedereen het over eens.

… respect verdienen.Respect moet je verdienen. Toch?! Of moet je gewoon iedereen met respect behandelen?

… rekening houden met elkaar.Respect betekent dat je rekening houdt met elkaar. Wat jij niet leuk vindt, doe je ook niet bij een ander.

… discussiëren.In een discussie of gesprek toon je respect door iemand aan te kijken, iemand niet in de rede te vallen en door vragen te stellen.

Lesbrief Respect laat je zien

➔  Log in op www.tumult.nl. Maak de lesbrief Respect laat je zien.

Lesbrief Geef het goede voorbeeld

➔  Log in op www.tumult.nl. Maak de lesbrief Geef het goede voorbeeld.

Studiekaarten

➔  Log in op www.tumult.nl. Bekijk de studiekaarten Respect en Discussiëren.

23 Tumult ’16-’17

1 • Vlam in de pan

➔  Word jij snel kwaad? Doe de test.

1. Iemand heeft je favoriete dvd geleend. Maar je hebt hem na een halfjaar nog niet terug.

Wat doe je? Je irriteert je een beetje en vraagt aan die persoon of je je dvd

terug mag. (5) Je gaat boos naar diegene toe en je zegt dat je nu je dvd terug

wilt. (10) Het maakt je niet uit. Het is maar een dvd. (0)

2. Je hebt een onvoldoende voor een toets waar je hard voor had gewerkt.

Wat doe je? Je gaat naar de leraar en eist een voldoende. Je hebt er toch

hard voor gewerkt? (10) Je vindt het niet leuk, maar ach, er zijn ergere dingen. (0) Je hebt het erover met een klasgenoot en bent de rest van de les

chagrijnig. (5)

4 • Kort lontjeSoms kun je wel ontploffen! Zo kwaad ben je. Af en toe boos worden is helemaal niet erg. Het betekent dat je jouw grenzen aangeeft en dat je iets belangrijk vindt. Maar je moet er natuurlijk wel iets mee bereiken.

Na deze les kun je:• aangeven of jij snel boos

wordt;• aanleiding en oorzaak

onderscheiden;• je gedachten sturen;• de opties voor omgaan

met boosheid afwegen;• op een gezonde manier

omgaan met boosheid.

24 Tumult ’16-’17

3. Je hebt met je beste vriend(in) afgesproken, maar hij/zij is 15 minuten te laat.

Wat doe je? Je zegt: Jemig, ik sta hier al een kwartier te wachten! (10) Je baalt, maar zegt niets. (5) Het maakt je niets uit, je zet je muziek op en wacht. (0)

4. Iemand loopt op straat tegen je aan.

Wat doe je? Je kookt van binnen, maar je houdt je in. (5) Je roept: ‘Eikel! Kun je niet uitkijken?’ (10) Je zegt: ‘Sorry.’ En je loopt door. (0)

5. Je zusje heeft aan je spullen gezeten.

Wat doe je? Ach ja, dat doet ze wel vaker. (0) Je bent woedend en jullie krijgen slaande ruzie. (10) Je vertelt het boos aan je ouders. (5)

6. Je staat in de supermarkt te wachten en iemand dringt voor.

Wat doe je? Je zegt: ‘Sorry, maar ik was aan de beurt.’ (5) Je maakt je er niet druk om en laat de persoon voor gaan. (0) Je zegt: ‘Hé! Achteraan aansluiten!’ (10)

➔  Tel je punten bij elkaar op.

Kleur het aantal punten in op de Boosheids-thermometer. Zo kun je zien hoe snel jij boos wordt.

Als je onenig-heid hebt

met iemand, praat het dan uit. Zo voorkom je dat je boos wordt om iets wat het misschien helemaal niet waard is.

60

50

40

30

20

10

0

kort lontje

niet boos te krijgen

25 Tumult ’16-’17

Iedereen wordt wel eens boos. Dat is ook goed! Als je boos bent, komt er energie vrij in je lichaam waarmee je voor jezelf op kunt komen. Het is wel handig als je weet waarom je precies boos bent, dan kun je er iets aan doen.

2 • Oorzaak of aanleiding?

➔  Schrijf op wanneer jij heel boos was.

Ik was boos toen:

Je kon zien dat ik boos was door:

➔  Denk nog eens aan de keer dat jij boos was: wat was de aanlei-ding en de oorzaak?

Voorbeeld:– Je vriend zegt voor de grap dat je trui wel erg geel is (aanleiding). Je wordt boos, omdat je onzeker bent over hoe je eruit ziet (oor-zaak).– De docent stuurt je de klas uit omdat je zat te kletsen (aanlei-ding). Je wordt boos, want je vindt het onrechtvaardig omdat jij niet de enige was (oorzaak).

Wat was de aanleiding van je boosheid?

Wat was de oorzaak van je boosheid?

Je kunt boosheid beter onder controle houden als je weet waar het vandaan komt. Vaak heeft boosheid een oorzaak en een aanleiding:• De aanleiding is de situatie waardoor je boos wordt. Iemand zegt bijvoorbeeld iets

onaardigs tegen je. • De oorzaak ligt binnen jezelf. Je wordt bijvoorbeeld boos omdat je onzeker bent of het

onrechtvaardig vindt. Of uit angst of onmacht.

26 Tumult ’16-’17

Bij boos worden heb je te maken met drie dingen: wat er gebeurt, wat je denkt en hoe je je voelt. Wat jij denkt in een bepaalde situatie, heeft invloed op hoe je je voelt. Als je denkt: ‘Wat een eikel!’, voel je je boos. Maar denk je: ‘Hij bedoelt het vast niet zo’, dan roept dat een heel ander gevoel op.

3 • Drie G’s

➔  Ga nog eens terug naar opdracht 2.

Denk weer aan die keer dat jij boos was. Wat gebeurde er? Wat dacht je? En hoe voelde dat?

Voorbeeld:Gebeurtenis: Iemand maakt een grapje om jou. De rest van de klas

moet lachen.Gedachte: Je denkt: iedereen lacht me uit, dus iedereen vindt

me stom.Gevoel: Je voelt je onzeker, boos, verdrietig of voor schut

staan.

Gebeurtenis:

Gedachte:

Gevoel:

➔  Verander je negatieve gedachte in een positieve.

Kijk wat je bij ‘Gedachte’ hebt ingevuld. Wat gebeurt er als je de negatieve gedachte verandert in een positieve? Vul het schema nog eens in.

Voorbeeld: Gedachte: Dat was een goede grap!

Gebeurtenis:

Gedachte:

Gevoel:

Onthoud: boos wor-den mag,

maar probeer het in de hand te houden!

27 Tumult ’16-’17

Je kunt op verschillende manieren met je boosheid omgaan. Je kunt het onderdrukken. Dan laat je niet merken dat je boos bent. Of je kunt het laten zien. Je schopt ergens tegenaan of schreeuwt tegen iemand.

4 • Zwijgen of ontploffen?Samen met je buurman of buurvrouw

➔  Vul in wat de voordelen en nadelen zijn van het wel of niet laten zien van je boosheid.

➔  Stel je de volgende situatie voor.

Harmen heeft al een tijdje ruzie met Alwin. Hij vindt dat Alwin hem pest en steeds loopt te zeuren over zijn kleding. Maar Alwin vindt gewoon dat hij een beetje plaagt.

Wat zou er kunnen gebeuren als Harmen zijn boosheid onderdrukt?

Wat zou er kunnen gebeuren als Harmen zijn boosheid laat merken?

➔  Speel deze situaties een aantal keer voor de klas.

Voordelen Nadelen Boosheid Je krijgt geen ruzie Je baalt achteraf onderdrukken

Boosheid Het lucht op Je kunt ruzie krijgen laten zien

Ruzie ontstaat vaak door

een kettingreactie. Iemand doet iets waar jij boos om wordt. Jij reageert boos. Die ander reageert weer boos op jou en zo krijg je ruzie. Probeer dus rustig te blijven.

28 Tumult ’16-’17

Als je boosheid op een agressieve manier uit, word je vaak alleen maar kwader. Dat blijkt uit onderzoek. Je woede binnenhouden is ook geen goede oplossing. Dan blijven boze gevoelens je maar in de weg zitten. Gelukkig zijn er meer mogelijkheden.

5 • Omgaan met boosheid

➔  Lees de informatie hieronder.

➔  Schrijf op: wat helpt jou om met boosheid om te gaan?

Wat doe jij als je boosheid voelt opkomen? Wat helpt jou om rustig te blijven? Schrijf drie persoonlijke tips op.

1.

2.

3.

➔  Vertel je beste tip aan de klas.

Wie heeft de allerbeste tip om met boosheid om te gaan? Houd een stemming: de tip met de meeste stemmen is de winnaar!

Er zijn allerlei manieren om goed met je boosheid om te gaan:

• Reageer niet direct, maar tel eerst tot tien. Of loop even een stukje. De ergste boosheid is dan vaak al afgenomen.

• Blijf rustig en beleefd. Als de ander iets zegt of doet wat jou niet bevalt, begin dan niet meteen te schelden. Probeer het uit te praten.

• Maak een grapje. In plaats van meteen boos te worden of te schelden, gebruik je humor. Dat klaart de lucht.

• Ben je boos? Ga met de radio meezingen of geef iemand een compliment. Je hersenen denken dan dat je vrolijk en ontspannen bent. Zo gaat je boze bui over.

• Zet de feiten op een rijtje. Wat gebeurt er nu echt? Is dat een reden om boos te worden?

29 Tumult ’16-’17

Irritant

➔  Vertel: wat vind jij echt irritant gedrag?

Waar kun jij je enorm aan ergeren bij mensen? Als ze opschep-pen over zichzelf? Als ze hun afspraken niet nakomen? Of lui zijn? Schrijf één ding op wat jij echt irritant vindt.

Dit vind ik echt irritant:

➔  Probeer je eens te verplaatsen in iemand die dit irritante gedrag vertoont.

Wat kunnen redenen zijn dat deze persoon zich zo gedraagt? Noem er drie.

1.

2.

3.

➔  Lees de informatie.

➔  Kijk nog eens naar het gedrag waar jij je aan irriteert.

Van welke positieve eigenschap heeft die persoon een beetje te veel?

Wat kun jij leren van deze positieve eigenschap?

Vaak heeft de persoon die jij vervelend vindt een beetje te veel van een op zich positieve eigenschap. Stel jij irri teert je eraan dat iemand heel lui is. Je kunt het ook anders bekijken: die persoon is een beetje te relaxed. Maar relaxed zijn is op zich een goede eigenschap.Wat jij irritant vindt bij anderen, zegt ook iets over jou. Als jij zelf altijd actief bent, zul je je sneller irriteren aan iemand die lui is. En als je zelf bescheiden bent, vind je iemand die opschept over zichzelf maar vervelend. Maar misschien kun jij ook wel iets leren van de ander? Bijvoor-beeld om je af en toe wat minder druk te maken. Of om wat minder bescheiden te zijn.

30 Tumult ’16-’17

Deze les ging over …

... boosheid.De één ontploft bij het minste of geringste. De ander is niet boos te krijgen.

... oorzaak en aanleiding.Als je weet waar je boosheid vandaan komt, kun je er beter mee omgaan. De aanleiding is de situatie waardoor je boos wordt. Maar de oorzaak ligt vaak binnen jezelf.

... de drie G’s; gebeurtenis, gedachte, gevoel.Wat jij denkt bij een bepaalde gebeurtenis heeft invloed op je gevoel. Als je denkt ‘Wat een eikel!’, voel je je boos. Maar je kunt een negatieve gedachte ook omdraaien!

... zwijgen of ontploffen?Je kunt je boosheid niet laten merken. Of je kunt het juist wel uiten. Beide manieren hebben zowel voordelen als nadelen.

... omgaan met boosheid.Er zijn allerlei manieren om goed met je boosheid om te gaan. Bijvoorbeeld tot tien tellen, een grapje maken of de feiten op een rijtje zetten.

Lesbrief Eerste hulp bij … jouw emoties

➔  Log in op www.tumult.nl. Maak de lesbrief Eerste hulp bij ... jouw emoties.

Studiekaart Boos

➔  Log in op www.tumult.nl. Bekijk de studiekaart Boos.

31 Tumult ’16-’17

1 • Online

➔  Maak een analyse van jouw internetgedrag.

Hoeveel uur per week ben jij online te vinden?

Wat doe jij allemaal op internet? Op welke sites kom je vaak? Waar heb je een profiel? Schrijf alles wat je te binnen schiet, op in de woordwolk.

@IK

5 • CyberpestenKom je thuis, denk je: even op Facebook. Word je daar uitgemaakt voor loser! Of je krijgt de hele tijd vervelende whatsappjes. Of je komt op internet een stomme foto van jezelf tegen op een feestje van drie weken geleden. Wie het doet? Tsja, wist je dat maar …

Na deze les kun je:• aangeven hoe vaak jij

online bent;• uitleggen wat cyberpesten

is;• je inleven in iemand die

gepest wordt;• verwoorden wat je kunt

doen tegen cyberpesten.

32 Tumult ’16-’17

Er zijn allerlei vormen van cyberpesten en het gebeurt vaker dan je denkt. Eén op de vijf jongeren is weleens online gepest. Bijvoor-beeld door ongevraagd een foto van diegene op Facebook of Twit-ter te zetten. In een klas van dertig leerlingen zijn dat er dus zes!

2 • Cyberpesten of niet?

➔  Lees de voorbeelden van cyberpesten en vul ze aan met drie eigen voorbeelden.

Voorbeelden van cyberpesten:• Iemand stuurt namens jou allerlei pestmails naar klasgenoten.• Iemand scheldt je uit op Facebook.• Iemand zet ongevraagd een foto van jou op internet.

Wat zijn de verschillen tussen cyberpesten en gewoon pesten? Noem er twee.

1.

2.

Wat zijn de overeenkomsten tussen cyberpesten en gewoon pes-ten? Noem er twee.

1.

2.

➔  Lees onderstaande voorbeelden. Vind jij het cyberpesten?

Ja Nee• Een lelijke foto van iemand doorsturen. • Een filmpje waarin een leraar heel boos wordt op YouTube zetten. • Iemand aanmelden voor allerlei spam mail. • Reacties plaatsen onder iemand anders naam. • Op Facebook zeggen dat iemands profielfoto

heel lelijk is.

Je kunt veel narigheid

voorkomen door veilig te internetten. Gebruik bijvoorbeeld een schuil-naam en word op Face-book geen vrienden met onbekenden.

33 Tumult ’16-’17

Cyberpesten gebeurt meestal anoniem. Dat betekent dat je niet weet wie erachter zit. Daardoor durft de pester veel verder te gaan dan bij gewoon pesten. Voor degene die gepest wordt, is dat nog erger. Want iedereen kan het gedaan hebben. Je voelt je dus ner-gens meer veilig. Op het laatst vertrouw je niemand meer.

3 • Echt gebeurd!

➔  Lees het waargebeurde verhaal.

‘Iemand zei tegen mij dat ik op een website moest kijken. Daar stond een bewerkte foto van mij: mijn gezicht was op het lijf geplakt van een heel dik persoon. Er stond bij dat ik er over 10 jaar zo uit zal zien. Ik vond het heel naar en heb het aan mijn ouders verteld. Ik ben ook naar mijn mentor gegaan, die vroeg of ik wist wie erachter zat. Op het forum van die site heb ik uitgezocht wat ik ertegen kon doen. Zo kwam ik erachter dat je de pagina kon laten blokkeren via de webmaster. Uiteindelijk bleken vrienden het te hebben gedaan. Een grapje …’

➔  Geef aan: heb jij wel eens zoiets meegemaakt?

Wie werd er gepest? Jijzelf of iemand die je kent?

Wat was de situatie? En wat deed je toen?

➔  Verdeel de rollen.

In het verhaal spelen verschillende mensen een rol. Jullie docent geeft jullie allemaal een van deze rollen. Kruis aan wat jouw rol is.

De ik-persoon. Degene die zegt op de website te kijken. Eén van de ouders. De mentor. De schuldige ‘vrienden’.

➔  Beantwoord de vragen vanuit jouw rol.

Hoe voel jij je en waarom?

In som-mige gevallen

van cyberpesten gaat het om een overtreding. Daartegen kun je dus aangifte doen bij de politie.

34 Tumult ’16-’17

Bij cyberpesten spelen verschillende partijen een rol: leerlingen, ouders en de school. Iedereen kan iets doen om cyberpesten te stoppen.

4 • Doe er wat tegen!

➔  Maak in groepjes van drie een plan tegen cyberpesten op school.

Lees de informatie en vragen hieronder en bedenk met je groepje wat iedere partij kan doen. Schrijf per partij minimaal drie tips op.

Via de helpdesk van je

provider kun je laten uit-zoeken wie er achter een pestmail zit. Kijk voor meer tips tegen cyberpesten op www.weetwatjetypt.nl.

Leerlingen: Voorkomen is beter dan genezen. Hoe zorg je dat je veilig bent op internet? En als je toch gepest wordt, wat kun je daar dan tegen doen?

Ouders: Ouders of verzorgers weten vaak niet wat hun kinderen doen op internet. Wat kunnen zij doen om te zorgen dat hun kinderen niet cyberpesten of gepest worden?

School: Ook je school kan actie ondernemen tegen cyberpesten. Welke tips hebben jullie voor docenten en de schoolleiding?

Wat zou je willen doen?

Hoe moet dit opgelost worden volgens jou?

➔  Praat het uit.

Alle ‘rollen’ komen voor de klas zitten. Leg elkaar uit hoe jullie je voelen en hoe het nu verder moet. Zoek samen een oplossing! Doe dit meerdere keren, met andere mensen.

35 Tumult ’16-’17

Emoticon

➔  Bedenk een emoticon tegen cyberpesten.

Een emoticon is bijvoorbeeld . Teken jouw emoticon tegen cyber-pesten hieronder. Schrijf er ook een slogan bij.

Tips voor leerlingen

Tips voor ouders

Tips voor de school

36 Tumult ’16-’17

Deze les ging over …

... je digitale ik.Hoeveel tijd breng jij online door? En wat doe je dan alle-maal?

... cyberpesten.Er zijn allerlei vormen van cyberpesten. Bijvoorbeeld via Facebook, e-mail of je telefoon.

... echt gebeurd.Cyberpesten komt vaker voor dan je denkt. Meestal gebeurt het anoniem. Daardoor gaan pesters vaak nog veel verder dan bij gewoon pesten.

… doe er wat aan!Leerlingen, ouders, de school: iedereen kan iets doen om cyberpesten te stoppen.

Digiles De zaak: Cyberpesten

➔  Log in op www.tumult.nl. Doe de digiles De zaak: Cyberpesten.

Studiekaart Cyberpesten

➔  Log in op www.tumult.nl. Bekijk de studiekaart Cyberpesten.

Lesbrief Check je profiel

➔  Log in op www.tumult.nl. Maak de lesbrief Check je profiel.

37 Tumult ’16-’17

1 • Trots!

➔  Bedenk iets waar jij echt trots op bent.

Dat kan van alles zijn: iets wat je eerst niet durfde maar toch hebt gedaan, een goed cijfer, een sportprestatie etc.

Ik ben trots op:

Omdat:

➔  Vertel om de beurt aan de klas waar je trots op bent.

• De eerste staat op: zeg hardop waar je trots op bent.• De klas kijkt en luistert goed: klinkt dit echt trots? • Zo ja, hoe komt dat? Zo nee, geef tips hoe het beter kan.• Neem de tips mee en laat nog een keer zien hoe trots je bent.• Sluit voor iedereen af met een daverend applaus!

6 • ZelfvertrouwenZelfvertrouwen betekent vertrouwen in je eigen kracht en talent. Bijvoorbeeld bij een sportprestatie of bij een optre-den. Maar zelfvertrouwen betekent ook dat je voor jezelf opkomt. Dat je zegt wat je vindt en wat je wel en niet wilt.

Na deze les kun je:• trots zijn op jezelf;• zelfvertrouwen uitstralen;• moeilijke situaties als kan-

sen zien;• assertief reageren.

38 Tumult ’16-’17

Ken jij mensen die nooit fouten maken? Nee? Nou dan! Natuur-lijk wil je iets graag goed doen. Maar het is helemaal niet erg om af en toe fouten te maken. Daar leer je van en zo krijg je weer meer zelfvertrouwen! Als je het zo bekijkt, zijn moeilijke situa-ties geen risico’s, maar kansen.

2 • Risico of kans?

➔  Lees de drie situaties hieronder.

1. Als je ’s morgens op school komt, hoor je van iemand uit een andere klas dat je straks een overhoring hebt. De vorige dag heb je niets aan je huiswerk gedaan.

2. Degene op wie je al een tijdje verliefd bent, gaat in de kantine naast je zitten. Een mooie gelegenheid om hem/haar uit te nodi-gen voor een feestje aanstaande zaterdag. Je hart bonkt in je keel.

3. Vlak voor de gymles vraagt de gymleraar of je straks een moei-lijke oefening voor wilt doen. Je bent daar niet zo heel goed in.

➔  Kies één situatie die jij eng vindt en beantwoord daarvoor de vragen.

Situatie:

Wat doe je?

Wat denk je?

Wat is het ergste wat je kan overkomen?

Hoe erg is dat?

Wat is je kans (op succes)?

Bedenk bij jezelf of je echt een

reden hebt om bang te zijn: ging het de vorige keer ook slecht? Heb je je niet goed voorbereid? Sta je een dikke onvoldoende?

39 Tumult ’16-’17

Je kunt vaak aan mensen zien of ze zelfvertrouwen hebben. Een paar kenmerken zijn:• een rechte rug;• schouders naar achteren;• naar voren kijken (en niet naar de grond);• veel lachen.Probeer het maar eens uit. Je gaat je er vanzelf beter door voelen!

3 • UitstralingSamen met je buurman of buurvrouw

➔  Doe in tweetallen de volgende oefening.

• Ga tegenover elkaar staan.• Hoe sta je als je onzeker bent? Laat dat zien aan de ander.• Hoe sta je als je veel zelfvertrouwen hebt? Laat dat ook aan de

ander zien.• Doe dit om de beurt en bestudeer de ander goed.

➔  Schrijf op wat je is opgevallen bij de ander.

Denk aan dingen als:• Maak je oogcontact of juist niet?• Zit of sta je rechtop?• Waar laat je je armen?

Kenmerken van een onzeker persoon:

1.

2.

3.

Kenmerken van een zelfverzekerd persoon:

1.

2.

3.

➔  Bespreek deze oefening met de klas.

Wat doet een zelfverzekerde houding met je?

Positief denken helpt! Als je

denkt: het gaat me zeker lukken, heb je meer kans dat het ook echt lukt dan wanneer je denkt: ik kan het niet.

40 Tumult ’16-’17

Als je onzeker bent, is het soms moeilijk om voor jezelf op te komen. Je doet iets wat je eigenlijk niet wilt of je laat jouw mening niet horen. Het goede nieuws is: je kunt leren om asser-tief te zijn. Dan kom je op een goede manier voor jezelf op.

4 • AssertiefSamen met je buurman of buurvrouw

➔  Stel je de volgende situatie voor.

Je bespreekt in een groepje een opdracht. Je probeert iets uit te leggen. Maar een klasgenoot met wie je samenwerkt, valt je steeds in de rede. Dat irriteert je.

➔  Laat zien hoe jij in deze situatie zou reageren.

Doe alsof je buurman/vrouw de vervelende klasgenoot is. Wat zou je zeggen of doen? Word je boos? Of doe je niets?

➔  Laat nu zien hoe je op een assertieve manier reageert.

Doe weer alsof je buurman/vrouw de vervelende klasgenoot is. Hoe kun je assertief reageren? Gebruik de vier tips hierboven.

Vier tips om assertief te reageren:

1. Gebruik de ik-boodschap. Niet: ‘Jij doet onaardig tegen me.’ Wel: ‘Ik vind dat je onaardig doet.’

2. Zeg wat je op dat moment niet bevalt. Niet: ‘Jij houdt nooit rekening met mij!’’ Wel: ‘Je ging net niet in op mijn mening.’

3. Vertel wat je daarbij voelt. ‘Dan heb ik het gevoel dat je mijn mening niet belangrijk vindt.’

4. Maak duidelijk wat je wilt. Formuleer dit positief. Niet: ‘Je moet dat niet meer doen.’ Wel: ‘Ik zou het fijn vinden als je het voortaan zo doet.’

Laat ook je lichaam spreken:

sta rechtop, kijk iemand aan, spreek rustig en onderstreep je woorden met gebaren. Wees zeker van jezelf.

41 Tumult ’16-’17

➔  Laat zien hoe het niet moet.

Laat een tweetal de situatie twee keer voor de klas uitspelen. Eerst overdreven assertief, dan juist helemaal niet assertief.

Wat gebeurt er als je te assertief bent?

Wat gebeurt er als je te weinig assertief bent?

Stop, tot hier!Samen met je buurman of buurvrouw

➔  Bepaal in tweetallen waar jouw grens ligt.

• Schuif de tafels en stoelen aan de kant.• Ga op een ruime afstand van elkaar staan.• De één blijft op zijn plek, de ander komt steeds een stapje dichter-

bij.• Wat vind jij een prettige afstand?• Wanneer komt de ander in jouw persoonlijke ruimte?• Hoe merk je dat (bijv. adem inhouden, verstarren)?• Draai daarna de rollen om.

➔  Bespreek de oefening met elkaar.

Hoe merk je het als de ander over jouw grens gaat?

Ligt je persoonlijke grens bij jullie allebei op dezelfde plek? Ja, want: Nee, want:

Als je van jezelf weet dat

je te vaak tegen je zin ‘ja’ zegt, vraag dan om bedenktijd. Zeg bijvoor-beeld: ‘Ik ga er even over nadenken’.

42 Tumult ’16-’17

Deze les ging over …

… trots.Zelfvertrouwen krijg je door trots te zijn op jezelf. Heb je iets moeilijks gedaan? Een goed cijfer gehaald? Laat zien dat je er trots op bent!

… uitstraling.Zelfvertrouwen kun je uitstralen. Als je let op je houding (rechtop, hoofd omhoog, lachen etc.), voel je je vanzelf zeker-der.

… risico of kans?Probeer moeilijke situaties te zien als kansen in plaats van risico’s. Dan voel je je veel sterker.

… assertief.Je krijgt meer zelfvertrouwen als je leert assertief te zijn. Dan kom je op een goede manier voor jezelf op.

Digitest Hoe zelfverzekerd ben jij?

➔  Log in op www.tumult.nl. Doe de digitest Hoe zelfverzekerd ben jij?.

Studiekaarten

➔  Log in op www.tumult.nl. Bekijk de studiekaarten Zelfvertrouwen en Opkomen voor jezelf.

➔  Geef in tweetallen je grens aan.

• Ga weer op ruime afstand van elkaar staan.• De één blijft op zijn plek, de ander komt steeds een stapje dichterbij.• Op het moment dat de ander jouw grens bereikt zeg je: Stop, tot

hier!• Doe je dat overtuigend, dan stopt de ander.• Zo niet, dan mag de ander doorlopen.• Onderzoek wat de beste manier is om je grens aan te geven.• Draai daarna de rollen om.

➔  Bespreek de oefening met elkaar.

Wat is de reden dat de ander wel of niet doorliep? Hoe geef je dui-delijk aan wat je grens is?

Het is niet erg om af en

toe iets te doen waar je later spijt van hebt. Probeer er wel van te leren, zodat je het een volgende keer anders aanpakt.

43 Tumult ’16-’17

1 • Jij!

➔  Kies het plaatje dat jou het meest aanspreekt.

7 • Wie ben ik?Iedereen heeft verschillende kanten. Je hebt bepaalde uiterlijke kenmerken, zoals je haarkleur en lengte. Je bent sportief, eigenwijs, behulpzaam of grappig. En je hebt ook nog je eigen stijl. Al die dingen samen, dat ben jij!

Na deze les kun je:• in één zin zeggen wie jij

bent;• uitleggen hoe anderen jou

zien;• omschrijven wat jouw stijl

is;• een zelfportret maken.

44 Tumult ’16-’17

➔ Kies drie woorden die jou het beste beschrijven.

Omcirkel die woorden. Je mag natuurljk ook zelf woorden beden-ken als ze er niet bij staan. Schrijf die op.

betrouwbaar lief rustig sportief grappig

serieus vrolijk creatief netjes muzikaal

chaotisch bescheiden sociaal eerlijk aardig

eigenwijs stoer ongeduldig dromer actief

vriendelijk verlegen relaxt nieuwsgierig slim

➔ Schrijf in één zin op wie jij bent.

Wat is echt kenmerkend voor jou? Probeer dat in één zin op te schrijven.

Voorbeeld:– Ik ben een actieve jongen die van gamen houdt.– Ik ben een rustig persoon, maar kan onverwacht grappig zijn.

Ik ben …

Als je jezelf goed kent,

maakt dat het makkelij-ker om keuzes te maken in je leven. Je weet dan beter wat je wilt en wat wel en niet bij jou past.

45 Tumult ’16-’17

Naam Plaatje Woorden

Je hebt zelf natuurlijk een idee over wie jij bent. Maar welk beeld hebben anderen eigenlijk van jou? Komt dat overeen met jouw zelfbeeld?

2 • Beeldvorming

➔ Vorm groepjes van vier personen.

• Denk individueel na over het beeld dat jullie van elkaar hebben. • Schrijf de namen van je groepsgenoten hieronder op.• Welk plaatje uit opdracht 1 vind jij bij iedere persoon passen?• Welke drie woorden omschrijven hem of haar volgens jou het

beste?

➔ Vertel elkaar welk beeld je van elkaar hebt.

• Begin bij de eerste persoon.• Welk plaatje en welke woorden vond je bij deze persoon passen?• Vertel dat om de beurt en leg je keuze uit.• Als laatste vertelt de persoon zelf welk plaatje en welke woorden

hij/zij voor zichzelf heeft gekozen.• Dan is de volgende aan de beurt etc.

➔ Vergelijk het beeld dat je groepsgenoten van je hebben met jouw zelfbeeld.

Wat zien zij anders dan jijzelf?

Wat zien zij hetzelfde?

Wat is je conclusie?

Maak je niet te druk over

wat anderen van jou vin-den. Iedereen heeft een mening. Dat betekent niet dat je je van al die meningen iets moet aan-trekken.

46 Tumult ’16-’17

Iedereen heeft zijn eigen stijl. Bijvoorbeeld de kleding die je draagt, het mobieltje dat je mooi vindt, de inrichting van je kamer. Houd je van zwarte kleding? Of kies je voor een fleurige outfit? De keuzes die je hierin maakt, zeggen veel over jou.

3 • Mijn stijl

➔ Schrijf in het woordweb wat jouw stijl is.

Zet in het midden je naam. Schrijf daaromheen allemaal woorden die horen bij jouw stijl.

Voorbeeld: Felle kleuren, Vans, H&M, spijkerbroek, muts etc.

➔ Vat in één zin samen wat jouw stijl is.

Voorbeeld: Mijn stijl is stoer en sportief.

Mijn stijl is:

Je stijl is hoe je eruit ziet;

wat voor kleren je draagt, hoe je haar zit. Daar zijn geen regels voor, het is jouw stijl. Laat je leiden door je eigen smaak!

47 Tumult ’16-’17

Een zelfportret is een tekening, schilderij of foto van jezelf. Je laat daarin zien hoe jij jezelf ziet.

4 • Zelfportret

➔ Maak een stripverhaal waarin je laat zien wie jij bent.

• Kijk nog eens wat je in deze les over jezelf hebt opgeschreven.• Welke kanten wil je van jezelf laten zien?• Kies vier dingen die echt kenmerkend zijn voor jou.• Maak daarmee een stripverhaal in vier tekeningen.• Je mag in overleg met je mentor ook in tweetallen foto’s van

elkaar maken.

Voorbeeld: Je bent gek op voetbal, sociaal, actief en hebt een sportieve stijl. Dan teken je jezelf in het eerste vak met een voetbal, in het tweede met veel vrienden om je heen etc.

48 Tumult ’16-’17

Deze les ging over …

... jou.Iedereen heeft verschillende kanten. Je eigenschappen, je uiter-lijke kenmerken, je stijl: al die dingen samen, dat ben jij!

... beeldvorming.Je hebt zelf natuurlijk een idee over wie jij bent. Maar anderen hebben ook een beeld van jou.

... stijl.Jouw stijl is hoe je eruit ziet en wat je mooi vindt. Het zegt iets over wie jij bent of wilt zijn.

... zelfportret.Een zelfportret is een tekening, schilderij of foto van jezelf. Je laat daarin zien hoe jij jezelf ziet.

Wie ben ik?

➔  Speel het spel ‘Wie ben ik?’ in groepjes van vijf.

Voorbereiding:

• Schrijf je naam op een papiertje of Post-it.• Lever het in bij je docent, die verdeelt ze vervolgens onder de

groepjes.• Iedereen plakt een papiertje met naam op zijn voorhoofd. • LET OP! Je mag niet zien welke naam erop staat!• Nu kan het spel beginnen.

Spelregels:

• Doel van het spel is om als eerste te raden welke klasgenoot je bent.• De jongste begint en mag als eerste één vraag stellen. • Het moet een vraag zijn die je alleen met ja of nee kunt beant-

woorden. Voorbeelden: Ben ik een meisje? Heb ik blond haar? Zit ik op een sport?

• De anderen geven antwoord (alleen ja of nee).• Dan mag de volgende een vraag stellen (ga met de klok mee).• Wie weet als eerste wie hij is? Dat is de winnaar!

49 Tumult ’16-’17

1 • Dat delen we!

De docent verdeelt de klas in willekeurige groepjes van vier.

➔  Ontdek wat jullie als groepje met elkaar delen met dit spel.

• Ga met je groepje bij elkaar zitten.• Bedenk samen wat jullie allemaal met elkaar gemeen hebben.• Je hebt vijf minuten de tijd om zoveel mogelijk dingen op te

schrijven.• Welk groepje heeft na afloop de meeste dingen bedacht? Dat is de

winnaar!

➔  Bespreek de uitkomsten met de klas.

Welke dingen hebben jullie gemeen met de hele klas?

8 • Nieuwsgierig!In Nederland wonen heel veel verschillende mensen. Van al die mensen ken je er maar een paar echt goed: je fami-lie, je vrienden, sommige klasgenoten. Maar elke dag krijg je de kans om nieuwe mensen te leren kennen. Doe je dat met een nieuwsgierige en open houding, dan kan iedereen je vriend worden!

Na deze les kun je:• benoemen wat jij deelt met

je klasgenoten;• echt nieuwsgierig zijn naar

een ander;• de meest gemiddelde

scholier beschrijven;• verwoorden hoe je voor-

oordelen kunt tegengaan.

50 Tumult ’16-’17

Je hebt dus meer met elkaar gemeen dan je denkt. Maar tegelijk is iedereen ook anders en dat is juist leuk. Anders zou het maar saai zijn. Als je echt nieuwsgierig bent naar iemand, ontdek je soms onverwachte en bijzondere dingen.

2 • Bijzonder

➔  Schrijf je naam op een briefje.

De mentor verzamelt de briefjes. Daarna pakt de mentor steeds twee briefjes en leest die op. Dit tweetal gaat bij elkaar zitten.

➔  Interview de ander.

Probeer iets over de ander te weten te komen wat je nog niet wist. Heeft hij of zij een bijzondere hobby? Is hij of zij wel eens in Afrika geweest? Schrijf eerst voor jezelf vijf vragen op en houd daarna het interview.

Vraag 1:

Antwoord:

Vraag 2:

Antwoord:

Vraag 3:

Antwoord:

Vraag 4:

Antwoord:

Vraag 5:

Antwoord:

➔  Vertel de klas wat jij bijzonder vindt aan de ander.

Wat ben je over de ander te weten bent gekomen? Wat vind jij echt speciaal, leuk, interessant etc.?

Je komt het meeste te weten als

je open vragen stelt. Dat is een vraag die begint met wat, hoe of waarom.

Wees niet bang om door te

vragen. Als je echt nieuws-gierig bent en interesse toont, vindt de ander het vaak leuk om antwoord te geven.

51 Tumult ’16-’17

Anders is eigenlijk alles wat niet gewoon is. Maar wat is gewoon? Je kent misschien de term Jan Modaal. Dat is iemand met een gemiddeld salaris, een gemiddeld opleidingsniveau, een standaard gezin. Oftewel: de gewone man.

3 • Geert Gewoon Samen met je buurman of buurvrouw

➔  Bedenk een Jan Modaal voor scholieren.

Wat is de meest gemiddelde scholier? Hoe oud is hij/zij? Hoe ziet hij/zij eruit? Welke hobby’s heeft hij/zij? Is het een hij of zij?

Schrijf alle kenmerken hieronder op en maak een tekening. Bedenk ook een naam voor deze scholier.

Voorbeeld:Naam: Geert Gewoon Kenmerken: jongen, 14 jaar, spijkerbroek etc.

Naam:

Kenmerken:

Niemand is precies gemiddeld

en dat is maar goed ook. Wees dus niet bang om anders te zijn.

52 Tumult ’16-’17

Als je nieuwe mensen leert kennen, heb je vaak direct een idee over ze: dat is een engerd, dat is een kakker en dat is een saai persoon. Die oordelen zijn niet gebaseerd op feiten. Dat noem je vooroordelen. Vooroordelen kunnen je in de weg staan om iemand echt te leren kennen.

4 • Vooroordelen

➔  Bekijk de plaatjes.

➔  Bedenk bij elke groep mensen drie vooroordelen.

Voorbeeld:Daklozen: Die bezorgen alleen maar overlast. Die zijn allemaal alcoholist of drugsverslaafd. Die hebben het er zelf naar gemaakt.

Groep Vooroordelen

Ouderen:

Homo’s:

Moslims:

53 Tumult ’16-’17

➔  Bedenk bij elke groep drie dingen waar je nieuwsgierig naar bent.

Voorbeeld:Daklozen: Hoe komt het dat je dakloos wordt? Heb je nog familie? Hoe breng je de dag door?

Groep Nieuwsgierig naar ...

Ouderen:

Homo’s:

Moslims:

➔  Bespreek deze opdracht met de klas.

Bedenk met elkaar drie manieren om vooroordelen tegen te gaan.

1.

2.

3.

Baseer je mening over iemand niet

op vooroordelen. Probeer iemand te leren kennen door nieuwsgierig te zijn.

54 Tumult ’16-’17

Vooroordelenspel

➔  Speel in groepjes van vier het vooroordelenspel.

• Knip de kaartjes op de volgende pagina uit.• Schud ze door elkaar en leg ze op z’n kop op een stapel.• De oudste begint en pakt een kaartje.• Omschrijf de groep die op het kaartje staat, zonder de naam (of

een deel ervan) te noemen.• Wie het eerste raadt over welke groep het gaat, heeft een punt.• Bespreek met elkaar welke vooroordelen je hebt gebruikt.• Kun je iets over deze groep zeggen wat wel echt waar is (een feit)?• Dan pakt de volgende een kaartje etc.• Wie aan het einde de meeste punten heeft, is de winnaar!

Deze les ging over …

... delen.Je hebt meer met anderen gemeen dan je misschien denkt. Met iedereen deel je wel iets!

... bijzonder.Niemand is precies hetzelfde als jij. Als je echt nieuwsgierig bent naar iemand, ontdek je soms onverwachte en bijzondere dingen.

... Geert Gewoon.Anders is eigenlijk alles wat niet gewoon is. Maar wat is gewoon? Niemand is precies gemiddeld. Gelukkig maar!

... vooroordelen.Een vooroordeel is een oordeel over iemand dat niet gebaseerd is op feiten. Vooroordelen kunnen je in de weg zitten om een ander echt te leren kennen.

Studiekaarten

➔  Log in op www.tumult.nl. Bekijk de studiekaarten Omgaan met elkaar en Vooroordelen.

Lesbrief Iedereen uit de kast!

➔  Log in op www.tumult.nl. Maak de lesbrief Iedereen uit de kast!.

Homo’s

Docenten

Ouderen

Asielzoekers

Hiphoppers

Moslims

Hangjongeren

Christenen

Junks

Belgen

Dikke mensen

Kakkers

Schrijf hier de tips op die jij echt handig vindt! Zet erbij op welke pagina de tip staat. Zo heb je altijd handige tips bij de hand.

Pagina: 2Tip: Bij brainstormen bestaan er geen slechte ideeën. Alles wat je bedenkt is goed!

Pagina:

Tip:

Pagina:

Tip:

Pagina:

Tip:

Pagina:

Tip:

Pagina:

Tip:

Pagina:

Tip:

Pagina:

Tip:

Pagina:

Tip:

Pagina:

Tip:

Jouw Tipkaart

9 789461 142979

ISBN 978-94-6114-297-9

te weinig tumult

te veel tumult

geen tumult

veel tumult