TPACK docentprofessionalisering 2015
-
Upload
ayk-de-bie -
Category
Documents
-
view
215 -
download
1
description
Transcript of TPACK docentprofessionalisering 2015
1. Probleemanalyse 1
2. Onderzoeksvraag 3
3. Voorwaarden docentprofessionalisering 3
4. Voorwaarden TPACK docentprofessionalisering 5
4.1 ‘Learning Technology by Design’……………………………………………………… 5
4.2 Voorwaarden bij het leren van TPACK……………………………………………….7
4.3 Het TPACK model………………………………………………………………………………7
5. Conclusie / discussie 9
5.1 Conclusie ………………………………………………………………………………………9
5.2 Discussie en aanbevelingen……………………………………………………………10
Literatuur
TPACK docentprofessionalisering AJM de Bie
MLI 2014-2015 LA1 ‘Zin in leren’ 1
1. Probleemanalyse
Het gebruik van informatie- en communicatietechnologie, afgekort ICT, is niet meer uit het
onderwijs weg te denken. Toepassingen van ICT, mits goed ingebed in de praktijk van het
onderwijs, kunnen onderwijs aantrekkelijk, efficiënt en/of effectief maken (Christensen & Knezek,
2008; Ertmer & Ottenbreit-Leftwich, 2010; ). Ondanks het feit dat onderzoek laat zien dat ICT een
meerwaarde kan hebben voor het onderwijs, lukt het in de praktijk niet altijd om deze
meerwaarde te realiseren (Voogt, Fisser, & Tondeur, 2010). Voogt et al. (2010) benoemen dat er
bij de implementatie van ICT in het onderwijs aandacht zou moeten zijn voor de competenties van
docenten. Dat docentprofessionalisering op het vlak van ICT nog altijd onder de aandacht is, blijkt
tevens uit een kamerbrief van de minister van onderwijs, cultuur en wetenschap (Kamerstukken
II, 2013/14). In deze brief wordt het belang van docentprofessionalisering op het vlak van ICT
onderstreept.
Docenten zijn een belangrijke factor als het gaat om het leren van studenten in een schoolse
situatie ( Hattie, 2009; Van Veen, Zwart, Meirink, & Verloop, 2010). Professionaliseren van
docenten wordt vaak als oplossing genoemd om de leeropbrengsten van studenten te verbeteren.
De kwaliteit van docenten heeft namelijk direct invloed op de kwaliteit van onderwijs en daarmee
met de leeropbrengst van studenten (Darling-Hammond, 2000). Jochems, Sloep en Vermeulen
(2013) stellen dat uit onderzoek blijkt dat de deskundigheid van docenten tevens een belangrijke
factor speelt in het laten slagen van vernieuwingen in het onderwijs.
Wanneer er gekeken wordt naar competenties die docenten nodig hebben om ICT succesvol in het
onderwijs in te zetten, dan beschrijven Mishra en Koehler (2006) in deze context het
Technological Pedagogical Content Knowledge model, genaamd ‘het TPACK model’. De kern van
dit model geeft aan dat een docent weet wat (Content) er onderwezen dient te worden, hoe
(Pedagogical) dit dient te gebeuren en waarmee (Technological). Het gaat bij dit model om de
zorgvuldige afstemming tussen vakinhoudelijke, didactische en technologische kennis om te
komen tot een effectieve inzet van ICT in het onderwijs (Koehler & Mishra, 2009). Docenten
zouden volgens dit model competent moeten zijn op alle drie de ‘kennisdomeinen’ en deze in
samenhang kunnen toepassen wanneer zij ICT willen integreren in het onderwijs. Middels de term
TPACK wordt er verwezen naar deze geïntegreerde kennis.
Gesteld wordt dat docenten TPACK leren door bezig te zijn met het (her)ontwerpen van ICT rijke
lessen of hier actief bij betrokken te zijn (Voogt, Fisser, Pareja Roblin, Tondeur, van Braak, 2013)
Tevens tonen Aygei en Voogt (2012) aan dat docenten (in opleiding) na het volgen van
professionaliseringstrajecten, waarbij het TPACK model als conceptueel model werd gebruikt om
TPACK docentprofessionalisering AJM de Bie
2 MLI 2014-2015 LA1 ‘Zin in leren’
ICT rijke lessen te ontwerpen, aangeven zichzelf beter in staat achten om ICT in het onderwijs te
integreren. Bovenstaande beweringen sluiten aan bij het ‘Learning Technology by Design’ principe
dat door Koehler en Mishra (2005) wordt benoemd als middel om TPACK te leren. Binnen een
onderwijscontext valt het ‘Learning Technology by Design’ principe onder een constructivistische
aanpak van leren. Bij deze aanpak wordt het leerproces ondersteund door de leerinhoud te
richten op de eigen praktijk. Tevens sluit de leerinhoud aan bij een context die lerenden als
betekenisvol en waardevol ervaren (Valcke, 2010).
Docentprofessionalisering met betrekking tot ICT, heeft zich in het verleden te veel gericht op het
aanleren van technologie. Hierdoor ontwikkelden docenten weliswaar vaardigheden in de
omgang met ICT, maar ontbrak de mogelijkheid om een link te leggen tussen de kennisdomeinen
van het TPACK model (Voogt et al., 2010). Daarnaast heeft onderzoek omtrent het leren van
TPACK zich de voorgaande jaren vooral gericht op docenten in opleiding en in mindere mate op
praktiserende docenten (Phillips, 2013).
Faculteit xxx, opleiding xxx, is dit opleidingsjaar gestart met het aanbieden van een nieuw
curriculum. De inrichting van het onderwijs krijgt mede vorm vanuit een didactische visie. De
didactische visie geeft een beschrijving van didactische uitgangspunten en de vertaling naar de
betekenis voor de inrichting van het onderwijs (Intern document, 27 januari 2014). Binnen de
didactische visie wordt het leren van de student vorm gegeven vanuit een constructivistische
opvatting over leren. Tevens wordt het belang van opleiden in de eenentwintigste eeuw
onderstreept. Onder deze laatste noemer wordt de inzet van ICT als didactisch leermiddel
benoemd. De opleiding kiest er voor om ICT in te zetten om de didactische uitgangspunten vorm
te geven. Het TPACK model wordt hierbij benoemt als basismodel van waaruit de integratie
tussen didactiek, vakinhoud en technische kennis helder wordt. Vanuit het TPACK model wordt
binnen de didactische visie verwezen naar de noodzakelijkheid van docentprofessionalisering met
betrekking tot ICT en de integratie daarvan in het onderwijs. Ook op het vlak van
docentprofessionalisering wordt de opleiding als een leergemeenschap gezien waarin
constructivistische uitgangspunten de basis zijn. Omdat de inzet van ICT als didactisch leermiddel
in de dagelijkse onderwijspraktijk nog te weinig naar voren komt, heeft Team ‘ICT en onderwijs’
vorig opleidingsjaar in opdracht van het managementteam (MT) een nulmeting uitgevoerd. De
nulmeting had als doel om zicht te krijgen op mogelijke knelpunten bij de inzet van ICT in het
onderwijs. Het afnemen van interviews onder directie, MT, commissies, docenten en studenten
maakte deel uit van de nulmeting. De uitkomst van deze interviews bracht eveneens het belang en
de wens van docentprofessionalisering op het vlak van ICT en de inzet daarvan in het onderwijs
naar voren.
TPACK docentprofessionalisering AJM de Bie
3 MLI 2014-2015 LA1 ‘Zin in leren’
Probleemstelling
De ambitie van de opleiding Xxx om middels ICT tools vorm te geven aan de didactische
uitgangspunten, blijkt in de dagelijkse onderwijspraktijk nog weinig tot uiting te komen. Om deze
situatie te verbeteren, wordt er een behoefte tot docentprofessionalisering uitgesproken. Deze
professionalisering zou zich dienen te richten op de kennis die docenten nodig hebben om ICT in
het onderwijs in te zetten. Met behulp van het TPACK model is er onderzoek gedaan naar hetgeen
docenten aan kennis nodig hebben om ICT in het onderwijs te integreren. Er is echter minder
specifiek onderzoek gedaan naar de wijze waarop praktiserende docenten deze kennis kunnen
verwerven (Phillips, 2013). Middels dit paper wordt vanuit de literatuur onderzocht hoe
docentprofessionalisering ten aanzien van TPACK vorm kan krijgen en welke voorwaarden van
docentprofessionalisering een positieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de TPACK van
docenten. Met de resultaten van dit literatuuronderzoek kan vervolgens gekeken worden naar de
manier waarop een professionaliseringsinterventie opgezet kan worden binnen de opleiding Xxx.
2. Onderzoeksvraag
Wat zijn de voorwaarden waaronder docentprofessionalisering ten aanzien van TPACK voor
praktiserende docenten vorm en inhoud kan krijgen?
3. Voorwaarden docentprofessionalisering
Alvorens specifiek in te gaan op TPACK docentprofessionalisering, is het belangrijk om te bekijken
welke kenmerken van professionalisering bijdragen aan het leren van praktiserende docenten.
Van Veen et al. (2010), beschrijven in een reviewstudie verschillende effectieve kenmerken van
professionaliseringsinterventies van docenten. In deze reviewstudie wordt het professionaliseren
van docenten gezien als; processen en activiteiten die ontworpen zijn om de kennis, attitude en
lesgedrag van docenten te vergroten of te versterken. Het doel bij deze definitie van
docentprofessionalisering is het verbeteren van het leren van studenten (Van Veen et al., 2010).
Volgens Bakkenes, Vermunt en Wubbels (2010) zijn docenten eerder gemotiveerd om te leren,
wanneer het eigen leren zichtbaar samenhang vertoont met een betere leeruitkomst van
studenten. Een professionaliseringsinterventie zou deze relatie tussen het leren van de docent en
de leeruitkomst van studenten duidelijk naar voren moeten brengen (Bakkenes et al., 2010). De
motivatie om te leren lijkt eveneens samen te hangen met de wijze waarop de docent tegenover de
te leren inhoud staat. Docenten leren meer wanneer de inhoud van de profes-
sionaliseringsinterventie als betekenis- en waardevol wordt ervaren (Bakkenes et al., 2010).
De inhoud van de professionaliseringsinterventie zou gerelateerd moeten zijn aan de eigen
lespraktijk, betrekking moeten hebben op vakdidactiek, vakinhoud en/of op het leren van
TPACK docentprofessionalisering AJM de Bie
4 MLI 2014-2015 LA1 ‘Zin in leren’
studenten van een specifiek vak (Desimone, 2009). Het situeren van ‘het leren’ in de dagelijkse
lespraktijk, lijkt een positieve bijdrage te leveren in het betekenis- en waardevol ervaren van de te
leren inhoud en de toepasbaarheid daarvan in de eigen lespraktijk (Swart, 2013). Het zelf
analyseren van problemen en bedenken van oplossingen in relatie tot de eigen lespraktijk, blijkt
een effectief kenmerk van professionalisering. Samen met collega’s onderzoekend en actief leren
lijkt daarmee een belangrijke voorwaarde van een professionaliseringsinterventie (Van Veen et
al., 2010).
Een actieve rol van docenten zou niet alleen terug moeten komen tijdens het leerproces. Ook bij de
opzet van een professionaliseringsinterventie zou de docent betrokken moeten worden in het
bepalen van de inhoud, doelen, opzet en methode van de interventie. Het leren van de docent
wordt ondersteund door de autonomie van de docent om betrokken te blijven bij besluitvorming
van de professionaliseringsinterventie (Swart, 2013). Het is belangrijk dat de inhoud, doelen en
opzet van de interventie samenhangt met de doelen, opvattingen en kennis van de docent zelf
(Van Veen et al., 2010).
Een belangrijke voorwaarde in de opzet van een professionaliseringsinterventie blijkt de duur van
de interventie te zijn. Bij de duur van een interventie wordt verwezen naar de looptijd en de
hoeveelheid uren die gespendeerd worden aan de leeractiviteiten (van Veen et al., 2010).
Professionaliseringsinterventies die blijvend ondersteunt worden blijken effectiever dan
kortdurende en eenmalige interventies (Desimone, 2009). Een specifiek aantal uren blijkt lastig te
definiëren, want dit is onder andere afhankelijk van de activiteit en de inhoud die geleerd dient te
worden. Wanneer de interventie verbonden wordt met het schoolbeleid en/of landelijke
innovaties, kan voorkomen worden dat de interventie een tijdelijk karakter krijgt. Tevens zou dit
verband met het schoolbeleid zorg kunnen dragen voor een blijvend effect van de interventie (Van
Veen et al., 2010).
Volgens Swart (2013) zou het leren in de dagelijkse lespraktijk een combinatie moeten zijn tussen
formele en informele leeractiviteiten. Collegiale observatie en feedback, het samen ontwerpen van
onderwijs, het experimenteren met nieuw lesgedrag en het reflecteren daarop, zijn leeractiviteiten
die het leren van docenten op de werkplek ondersteunen (Parise & Spillande, 2010; Bakkenes et
al., 2010). Docenten zouden gefaciliteerd moeten worden in ruimte en tijd om genoemde
leeractiviteiten uit te kunnen voeren (Parise & Spillande, 2010). Er moet binnen de
schoolorganisatie niet alleen oog zijn voor het leren van studenten. Het goed organiseren van het
leren van docenten is een belangrijke voorwaarde. Hierin moet doordacht worden welke
structurele en culturele mogelijkheden en beperkingen met betrekking tot het leren van docenten
er binnen de organisatie zijn (Van Veen et al., 2010). Desimone (2009) stelt eveneens dat het goed
TPACK docentprofessionalisering AJM de Bie
5 MLI 2014-2015 LA1 ‘Zin in leren’
doordenken van docentprofessionalisering belangrijk is. Desimone (2009) benadrukt dat alleen
het opnemen van effectieve kenmerken niet garant staat voor een succesvolle
professionaliseringsinterventie. Duidelijk moet zijn op welke wijze deze kenmerken samenhangen
met de beoogde leerresultaten. Bij deze leerresultaten moet er gekeken worden naar het effect op
het leren van docenten en het gevolg daarvan voor het leren van studenten (Van Veen et al., 2010).
De beschreven voorwaarden van docentprofessionalisering lijken raakvlak te hebben met een
(Sociaal)constructivistische benadering van leren. Het samenwerkend en onderzoekend leren, het
aansluiten bij doelen, opvattingen en kennis van de docent, de leerinhoud die zich dient te richten
op de eigen praktijk en die docenten als betekenis- en waardevol ervaren, zijn kenmerken die ook
binnen het (sociaal)constructivisme zijn terug te vinden (Valcke, 2010). Het ‘Learning Technology
by Design’ principe, de wijze waarop docenten TPACK kunnen leren, krijgt vorm vanuit het
(sociaal)constructivisme (Koehler & Mishra, 2005) en wordt in het volgende hoofdstuk besproken.
4. Voorwaarden TPACK docentprofessionalisering
4.1 ‘Learning Technology by Design’
Binnen de probleemanalyse werd eerder benoemt dat het leren van docenten over technologie
alleen, niet voldoende is om de samenhang tussen vakinhoud, didactiek en technologie (TPACK) te
begrijpen. Dit begrip is nodig om daadwerkelijk de meerwaarde van technologie in het onderwijs
te realiseren (Koehler & Mishra, 2005). Om TPACK te leren, is het nodig dat een
professionaliseringsinterventie voor docenten zo ingericht wordt dat de afzonderlijke
kennisdomeinen van het TPACK model als samenhangend geheel van conceptuele kennis wordt
aangeboden. Om tegemoet te komen aan deze noodzakelijkheid, ontwikkelde Koehler en Mishra
(2005) het ‘Learning Technology by Design’ principe. Dit principe sluit, zoals eerder benoemt, aan
bij een constructivistische benadering van leren. Volgens deze benadering komt leren tot stand
door kennisconstructie op basis van persoonlijke interpretaties van ervaringen en interactie met
een bepaalde context (Valcke, 2010). Dat volgens deze benadering het leerproces wordt gestuurd
door te werken aan authentieke, open en niet vastomlijnde problemen, vormt een belangrijke
basis van het ‘Learning Technology by Design’ principe (Koehler & Mishra, 2005). Binnen het
‘Learning Technology by Design’ principe, worden docenten geconfronteerd met authentieke
onderwijskundige problemen waarvoor technologie rijke oplossingen worden gezocht. Het
ontwerpen van deze oplossing wordt dan ook gezien als kernactiviteit waarmee het leren wordt
gefaciliteerd (Koehler & Mishra, 2005).
TPACK docentprofessionalisering AJM de Bie
6 MLI 2014-2015 LA1 ‘Zin in leren’
Het in gezamenlijkheid met andere docenten werken aan dergelijke oplossingen, wordt vanuit het
‘Learning Technology by Design’ als belangrijke voorwaarde gezien (Koehler, Mishra, & Yahya et,
2007). Deze voorwaarde kan bekeken worden vanuit een sociaal-constructivistische visie op
leren. Bij deze visie ligt de nadruk op het feit dat kennisconstructie tot stand komt vanuit de
interactie met anderen. Het leerproces wordt vanuit deze visie gezien als een actief proces van
kennisverwerking (Valcke, 2010). Binnen ‘Learning Technology by Design’ krijgt het leerproces
vorm doordat de docent actief wordt betrokken in de samenwerking met andere docenten. Vanuit
deze samenwerking wordt kennis over het onderwerp gedeeld en wordt er onderzocht welke
kennis nodig is om te komen tot een technologie rijke oplossing (Koehler & Mishra, 2005).
Belangrijk hierin is dat het authentieke onderwijskundige probleem voor meerdere oplossingen
en interpretaties vatbaar is. Hierdoor wordt de docent daadwerkelijk geconfronteerd met de
complexiteit waarin technologie, vakinhoud en didactiek elkaar beïnvloeden (Koehler et al., 2007).
Het aanbieden van een dergelijke authentieke leeromgeving is de verantwoordelijkheid van de
docentopleider. Binnen deze leeromgeving assisteert en faciliteert de docentopleider de docent in
het exploreren van de complexe inhoud en context (Valcke, 2010). Koehler en Mishra (2005) zien
de docentopleider vanuit dit principe als facilitator en expert in het oplossen van problemen.
Vanuit het ‘Learning Technology by Design’ principe leren docenten over technologie en didactiek
door het gebruiken en ontwerpen van educatieve technologie voor het doceren van specifieke
vakinhoud (Koehler et al., 2007). Het TPACK model biedt docenten hierin de mogelijkheid om te
reflecteren op de kennis die nodig is om ICT effectief in het onderwijs in te zetten (Doering,
Veletsianos, Scharber, & Miller, 2009). Het TPACK model wordt binnen het ‘Learning Technology
by Design’ principe dan ook gebruikt als conceptueel model om een technologie rijke oplossing te
ontwerpen (Voogt et al., 2013; Aygei & Voogt, 2012).
Het ‘Learning Technology by Design’ principe geeft echter geen uitleg over de informatie die
docenten tijdens een professionaliseringsinterventie aangereikt krijgen. Informatie die wellicht
nodig is om met behulp van het TPACK model aan de slag te gaan met het ontwerpen van een
technologie rijke oplossing. Uit diverse onderzoeken naar TPACK docentprofessionalisering blijkt
namelijk dat voorafgaand aan of gedurende het ontwerpproces de docent informatie ontving over;
het TPACK model, de technologie en in sommige gevallen ook over didactiek (Zie; Doering et al.,
2009; Jang, 2010; Jimoyiannis, 2010; Kafyulilo, Fisser & Voogt, 2014; Polly, 2011; Tee & Lee,
2011). Het aanreiken van bepaalde informatie, naast het eerder genoemde ontwerpen, lijkt dus
een voorwaarde te zijn bij het leren van TPACK. In de volgende paragraaf zal ingegaan worden op
de voorwaarden die belangrijk zijn bij het leren van TPACK.
TPACK docentprofessionalisering AJM de Bie
7 MLI 2014-2015 LA1 ‘Zin in leren’
4.2 Voorwaarden bij het leren van TPACK
Angeli en Valanides (2009) definiëren TPACK als een uniek en alleenstaand kennisdomein. Een
kennisdomein dat ontstaat vanuit de transformatie van de verschillende (integratieve)
kennisdomeinen binnen het TPACK model. Dit is wezenlijk een andere benadering dan de wijze
waarop Koehler et al. (2007) TPACK definiëren. Volgens Koehler et al. (2007), ontstaat TPACK
vanuit de integratie van de verschillende (integratieve) kennisdomeinen. Dit laatste zou
betekenen dat groei van kennis in één van de afzonderlijke kennisdomeinen van het TPACK model
automatisch zou leiden tot het vergroten van TPACK (Koehler et al., 2007). Terwijl Angeli en
Valanides (2009) stellen dat TPACK alleen ontwikkeld kan worden wanneer binnen een
lesinstructie expliciet op het leren van TPACK als uniek kennisdomein gestuurd wordt. Dit zou
betekenen dat de lesinstructie gericht zou moeten zijn op de interactie tussen ICT, vakinhoud,
didactiek en onderwijscontext (Angeli & Valanides, 2009). Duidelijk moet dan zijn welke
specifieke kennis binnen een bepaald vakgebied, gezien vanuit de drie kennisdomeinen van het
TPACK model, nodig is om effectief les te geven met technologie. Tevens draagt dit bij in het
inzichtelijk krijgen van de betekenis van TPACK binnen een specifiek vakgebied (Voogt et al.,
2013). Wanneer helder is wat TPACK binnen een specifiek vakgebied betekent, wordt ook
duidelijk waar een lesinstructie in termen van resultaten zich op dient te richten en kan TPACK bij
docenten beter ‘gemeten’ worden (Voogt et al., 2013). Om inzichtelijk te krijgen welke kennis bij
het leren van TPACK van belang is, wordt in de volgende paragraaf de verschillende
kennisgebieden van het TPACK model besproken.
4.3 Het TPACK model
Het TPACK model van Mishra en koehler (2006) is gebaseerd op het reeds bestaande pedagogical
content knowledge (PCK) model van Shulman (1986, 1987). Het PCK model stelt dat een bekwame
docent weet welke vakinhoud onderwezen dient te worden en hoe deze inhoud het beste geleerd
kan worden binnen een specifieke onderwijscontext. Om aan te geven welke kennis een docent
nodig heeft om techniek, waaronder ICT, in het onderwijs te integreren, voegde Mishra en Koehler
(2006) het technologisch kennisdomein (TK) toe aan het PCK model. De schematische weergave
van het TPACK model, figuur 1, laat zien dat er drie kennisdomeinen zijn te onderscheiden, plus
vier geïntegreerde kennisgebieden daar waar de drie kennisdomeinen elkaar overlappen. Het
kennisdomein: ‘Technological Knowledge’ (TK), staat voor de kennis van techniek. Hierbij valt te
denken aan tablets en Internet (ICT), maar ook aan meer traditionele middelen zoals het
schoolboord. De kennis die een docent dient te bezitten ten aanzien van het inhoudelijke
vakgebied; onder andere concepten, theorieën, feiten en hoe een vakgebied eigen gemaakt kan
worden, valt onder het kennisdomein: ‘Content Knowledge’ (CK). ‘Pedagogical Knowledge’ (PK)
als kennisdomein, beschrijft de didactische kennis en omvat bijvoorbeeld de inzet van
TPACK docentprofessionalisering AJM de Bie
8 MLI 2014-2015 LA1 ‘Zin in leren’
leermiddelen, de wijze waarop studenten leren, het voorbereiden en uitvoeren van lessen. Het
geïntegreerde kennisgebied: ‘Pedagogical Content Knowledge’ (PCK), eerder beschreven door
Shulman (1986, 1987), beschrijft de combinatie van vakinhoudelijke en didactische kennis die een
docent nodig heeft om complexe concepten begrijpelijk aan studenten over te brengen.
‘Technological Pedagogical Knowledge’ (TPK) als geïntegreerd kennisgebied, omschrijft de kennis
die een docent dient te hebben over de wijze
waarop; de inzet van techniek het leren en
doceren kan beïnvloeden, welke didactische
concepten het leren en doceren met
techniek ondersteunen, maar ook welke
specifieke functies van technische middelen
het leren kunnen bevorderen. Kennis over
de wijze waarop technologie invloed heeft
op een bepaald vakgebied, hoe de inhoud
van een vakgebied vorm krijgt door het
gebruik van technologie of zelfs wijzigt door
het gebruik van technologie en visa versa,
valt onder het geïntegreerd kennisgebied:
‘Technological Content Knowledge’ (TCK).
Koehler en Mishra (2009) noemen hierbij het voorbeeld dat de opkomst van de computer het
vakgebied van natuurkunde, scheikunde en wiskunde wezenlijk verandert heeft. ‘Technological
Pedagogical Content Knowledge’ (TPACK) als geïntegreerd kennisgebied, bevindt zich in de kern
van het TPACK model. Het beschrijft de kennis die een docent nodig heeft om met behulp van
techniek effectief onderwijs te kunnen verzorgen. Het vergt hier niet alleen kennis van en over de
drie afzonderlijke kennisdomeinen (TK, PK, CK), maar vooral het begrip en besef van hoe deze
kennisdomeinen met elkaar samenhangen. Om effectief onderwijs te verzorgen met techniek,
dient een docent te weten; welke vakkennis belangrijk is om over te dragen, wat maakt dat
sommige inhoud lastig te leren is, welke voorkennis studenten bezitten, hoe deze vakkennis het
beste geleerd kan worden en op welke wijze techniek hierin een bijdrage kan leveren. Dit
betekent dus ook dat er gekozen kan worden om geen techniek te gebruiken, omdat dit in
sommige onderwijssituaties de beste keuze kan zijn om een bepaalde vakkennis te leren. Het
TPACK model beschrijft onderwijs geven als een dynamisch en complex proces waarin de docent
continue met authentieke vraagstukken binnen een specifieke onderwijscontext wordt
geconfronteerd. Dit vergt van de docent dat deze continue een balans dient te zoeken in de
samenhang van de drie kennisdomeinen en deze weet toe te passen binnen een specifieke
onderwijscontext.
TPACK docentprofessionalisering AJM de Bie
9 MLI 2014-2015 LA1 ‘Zin in leren’
5. Conclusie / Discussie
5.1 Conclusie
Het TPACK model omschrijft de kennis die docenten nodig hebben om ICT op een effectieve wijze
in het onderwijs in te zetten. Bij dit model gaat het om de zorgvuldige afstemming tussen
vakinhoudelijke, didactische en technologische kennis. Het in samenhang toepassen van deze
kennis, leidt tot een effectieve inzet van ICT in het onderwijs (Koehler & Mishra, 2009). Met de
term TPACK wordt deze integratieve kennis aangeduid. Dit literatuuronderzoek geeft antwoord
op de vraag onder welke voorwaarden docentprofessionalisering ten aanzien van TPACK vorm en
inhoud kan krijgen.
Het is een belangrijke voorwaarde om het professionaliseren van docenten goed te doordenken.
Het opnemen van effectieve kenmerken van professionaliseren staat niet garant voor een
succesvolle professionaliseringsinterventie (Desimone, 2009). Helder moet zijn welk effect de
beschreven voorwaarden hebben op het leren van docenten en het gevolg daarvan voor het leren
van studenten (Van Veen et al., 2010). De relatie tussen het leren van de docent en de leeruitkomst
van studenten dient bij docentprofessionalisering duidelijk naar voren te komen. Het is belangrijk
dat de docent de professionaliseringsinterventie als waarde- en betekenisvol ervaart (Bakkenes et
al., 2010). De docent dient daarom betrokken te worden bij de opzet van een interventie (Swart,
2013), zodat deze aansluit bij de opvattingen, doelen en kennis van de docent zelf (Van Veen et al.,
2010). Tevens dient de inhoud zich te richten op de dagelijkse lespraktijk en moet deze betrekking
hebben op vakinhoud, vakdidactiek en/of op het leren van studenten van een specifiek vak
(Desimone, 2009). Het situeren van ‘het leren’ in de eigen lespraktijk, draagt bij aan het waarde-
en betekenisvol ervaren van de interventie (Swart, 2013). Samen met collega’s onderzoekend en
actief leren, blijkt een belangrijke voorwaarde te zijn van docentprofessionalisering (Van Veen et
al., 2010). Docentprofessionalisering dient een combinatie te zijn van formele en informele
leeractiviteiten (Swart, 2013) en de docent dient gefaciliteerd te worden in tijd en ruimte om deze
leeractiviteiten uit te voeren (Desimone, 2009). Professionalisering die blijvend ondersteunt
wordt blijken effectiever dan kortdurende en eenmalige interventies (Desimone, 2009). Wanneer
docentprofessionalisering verbonden is aan het schoolbeleid en/of landelijke innovaties, kan
voorkomen worden dat de interventie een tijdelijk karakter krijgt (Van Veen et al., 2010).
Het samenwerkend en onderzoekend leren, de autonome en actieve rol van de docent, de
leerinhoud die zich dient te richten op de eigen praktijk en die docenten als betekenis- en
waardevol ervaren, zijn kenmerken die ook binnen het (sociaal)constructivisme zijn terug te
vinden (Valcke, 2010).
TPACK docentprofessionalisering AJM de Bie
10 MLI 2014-2015 LA1 ‘Zin in leren’
Het ‘Learning Technology by Design’ principe, de wijze waarop docenten TPACK kunnen leren,
krijgt vorm vanuit het (sociaal)constructivisme (Koehler & Mishra, 2005). ‘Learning Technology by
Design’ lijkt dus aan te sluiten bij een aantal voorwaarden van docentprofessionalisering.
Vanuit het ‘Learning Technology by Desgin’ principe is het belangrijk dat docenten actief
samenwerken aan een onderwijskundig probleem. Voor dit onderwijskundig probleem dient een
technologie rijke oplossing gevonden te worden. Het TPACK model wordt gebruikt als conceptueel
model om de technologie rijke oplossing te ontwerpen (Voogt et al., 2013; Aygei & Voogt, 2012).
Het model biedt docenten hiermee de mogelijkheid om te reflecteren op de eigen kennis die nodig
is om ICT effectief in het onderwijs in te zetten (Doering et al., 2009). Niet alleen het ontwerpen
van een technologie rijke oplossing lijkt belangrijk te zijn. Ook het krijgen van informatie op het
vlak van vakinhoud, didactiek en/of technologie lijkt een voorwaarde te zijn. Duidelijk moet dan
zijn welke specifieke kennis binnen een bepaald vakgebied, gezien vanuit de drie kennisdomeinen
van het TPACK model, nodig is om effectief les te geven met technologie (Voogt et al., 2013). Tot
slot is het een belangrijke voorwaarde dat de lesinstructie zich richt op de interactie tussen
vakinhoud, didactiek en technologie (Angeli & Valanides, 2009).
5.2 Discussie en aanbevelingen
In de probleemanalyse is aangehaald dat de opleiding Xxx gestart is met het aanbieden van een
nieuw curriculum. Dit curriculum is op uitvoerend niveau in ontwikkeling. Hiermee aangevende
dat het inhoudelijke onderwijs, zoals de student deze volgt en vooruitlopend op de volgende
periode, ‘geschreven’ wordt. De onderwijs- en didactische visie, competenties, leerdoelen per
leerlijn en het basisweekrooster zijn de kaders van waaruit deze ontwikkeling vorm en inhoud
krijgt. Dit ‘schrijven’ van het inhoudelijke onderwijs gebeurd in samenwerking met collega’s onder
verantwoordelijkheid van module-coördinatoren. Binnen deze gezamenlijke ontwikkeling van het
onderwijs, kan een kans liggen om het ‘Learning Technology by Design’ principe te introduceren en
TPACK docentprofessionalisering vorm en inhoud te geven. Met de aanbeveling om TPACK
docentprofessionalisering in te bedden in de dagelijkse praktijk van de Xxx docent, kan worden
voldaan aan een aantal voorwaarden van docentprofessionalisering. Deze aanbeveling geeft
echter nog geen antwoord op de vraag welke kennis docenten binnen TPACK
docentprofessionalisering aangereikt dienen te krijgen.
Docenten worden door de veranderingen binnen het Xxx onderwijs geconfronteerd met
wijzigingen op alle drie de kennisgebieden (vakinhoud, didactiek en technologie) van het TPACK
model. Het verdient daarom de aanbeveling om na te gaan welke kennis docenten nodig hebben
om aan de slag te gaan met het ontwerpen van onderwijs. Onderwijs dat aansluit bij de visie en
TPACK docentprofessionalisering AJM de Bie
11 MLI 2014-2015 LA1 ‘Zin in leren’
doelstellingen van de opleiding Xxx. Onderzoek kan uitwijzen op welk van de drie TPACK
kennisgebieden docenten informatie behoeven. Op deze wijze houden docenten zeggenschap over
de inhoud van de professionaliseringsinterventie en kan er aansluiting gezocht worden bij de
opvattingen, doelen en kennis van de docent. Daar waar onderwijsvisie, vakinhoud (leerdoelen en
competenties) en didactiek (didactische visie) grotendeels en op schrift bekend zijn, is over
technologie binnen het Xxx onderwijs nog weinig bekend. Om de betekenis van TPACK binnen het
Xxx onderwijs te kunnen duiden, is het belangrijk te onderzoeken welke technologie eerder
succesvol is gebleken in het ondersteunen van het leerproces van studenten (Voogt et al., 2013).
Het zou een taak van team ‘ICT en onderwijs’ kunnen zijn om deze technologie in kaart te brengen.
Bij het in kaart brengen van genoemde technologie kan een koppeling gemaakt worden met de
verschillende uitgangspunten die genoemd staan binnen de didactische visie van Xxx. Wanneer de
verschillende kennisgebieden van het TPACK model binnen het Xxx onderwijs helder zijn, biedt
het hiermee een kader waarmee een docent aanwezige en ontbrekende kennis kan duiden.
Het ontwerpen van onderwijs, het opdoen van kennis en het verwerven van inzicht in de
samenhang van de drie kennisdomeinen (TPACK), leidt niet per definitie tot een (blijvende)
verandering in lesgedrag (Brantley-Dias & Ertmer, 2013). Het is belangrijk dat de docent niet
alleen onderwijs ontwerpt en daarbij kennis aangereikt krijgt, maar ook kan experimenteren met
de inzet van technologie tijdens het onderwijs. Het is dan ook belangrijk dat de docent blijvend
ondersteund wordt. Deze ondersteuning krijgt bij voorkeur vorm en inhoud vanuit de
kennisgebieden van het TPACK model (Doering et al., 2009). Naast de genoemde ‘formele’
ondersteuning, blijkt uit dit literatuuronderzoek dat informele leeractiviteiten een belangrijke
voorwaarde zijn bij docentprofessionalisering (Swart, 2013). Docenten zouden de ruimte moeten
krijgen om elkaar te ondersteunen en van elkaar te kunnen leren (Parise & Spillande, 2010).
Omdat een schoolorganisatie met name gericht is op het leren van studenten, dat is de
corebusiness, blijft er weinig tijd en ruimte over voor het leren van docenten. De school zou niet
alleen ingericht moeten zijn op het leren van studenten, maar ook op het leren van docenten (Van
Veen et al., 2010). Dit literatuuronderzoek heeft zich echter beperkt tot het in kaart brengen van
de voorwaarden van TPACK docentprofessionalisering. Dit heeft onder andere geresulteerd in
enkele voorwaarden in de wijze waarop docenten leren. Voor het inbedden van
docentprofessionalisering in de dagelijkse lespraktijk, zijn de school organisatorische condities
van wezenlijk belang (Van Veen et al., 2010). Verder onderzoek zou deze condities duidelijk naar
voren moeten brengen. De ambitie van de opleiding Xxx om ook voor docenten een sociaal
constructivistische leergemeenschap te zijn (Intern document, 27 januari 2014), zou in het
voorgestelde onderzoek meegenomen kunnen worden.
Literatuur
Agyei, D. & Voogt, J. (2012). Developing Technological Pedagogical Content Knowledge in
pre-service mathematics teachers, through collaborative design. Australasian Journal of
Educational technology, 28(4), 547-564. Geraadpleegd op http://www.ascilite.org.au/
ajet/ajet28/agyei.html
Angeli, C., & Valanides, N. (2009). Epistemological and methodological issues for the
conceptualization, development, and assessment of ICT-TPCK: Advances in technological
pedagogical content knowledge (TPCK). Computers & Education 52(1), 154-168.
http://dx.doi.org/10.1016/j.compedu.2008.07.006
Bakkenes, I., Vermunt, J. D., & Wubbels, T. (2010). Teacher learning in the context of
educational innovation: Learning activities and learning outcomes of experienced
teachers. Learning and Instruction, 20(6), 533-548. http://dx.doi.org/10.1016
/j.learninstruc.2009.09.001
Brantley-Dias, L., & Ertmer, P. A. (2013). Goldilocks and TPACK: Is the Construct "Just
Right?". Journal Of Research On Technology In Education (International Society For
Technology In Education), 46(2), 103-128. http://dx.doi.org/10.1080
/15391523.2013.10782615
Christensen, R., & Knezek, G. (2008). Self-report measures and findings for information
technology attitudes and competencies. In J. Voogt, & G. Knezek (Eds.), International
handbook of information technology in primary and secondary education (pp. 349-365).
New York: Springer
Darling-Hammond, L. (2000). How teacher education matters. Journal of teacher
education, 51(3), 166-173. http://dx.doi.org/10.1177/0022487100051003002
Desimone, L. M. (2009). Improving impact studies of teachers’ professional development:
Toward better conceptualizations and measures. Educational researcher, 38(3), 181-199.
http://dx.doi.org/10.3102/0013189X08331140
Doering, A., Veletsianos, G., Scharber, C., & Miller, C. (2009). Using the technological,
pedagogical, and content knowledge framework to design online learning environments
and professional development. Journal of Educational Computing Research 41(3), 319–
346. http://dx.doi.org/10.2190/ec.41.3.d
Ertmer, P. A., & Ottenbreit-Leftwich, A. (2010). Teacher Technology Change: How
Knowledge, Confidence, Beliefs, and Culture Intersect. Journal of Research on Technology
in Education, 42(3), 255–284. http://dx.doi.org/10.1080/
15391523.2010.10782551
Hattie, J. (2009). Visible Learning: A synthesis of over 800 meta-analyses relating to
achievement. London: Routledge.
Jang, S. J. (2010). Integrating the interactive whiteboard and peercoaching to develop the
TPACK of secondary science teachers. Computers & Education, 55(4), 1744-1751.
http://dx.doi.org/10.1016/j.compedu.2010.07.020
Jimoyiannis, A. (2010). Designing and implementing an integrated technological pedagogical
science knowledge framework for science teachers professional development. Computers
& Education, 55(3), 1259-1269. http://dx.doi.org/10.1016/j.compedu.2010.05.022
Jochems, W., Sloep, P. B., & Vermeulen, M. (2013). Professionalisering van leraren
onderzocht; ontwerponderzoek naar effectieve vormen van professionalisering. Heerlen,
Nederland: Open Universiteit Nederland. Geraadpleegd op: http://dspace.ou.nl/handle/
1820/5327
Kamerstukken II 2013/14, 31 288, nr. 362, p. 8.
Kafyulilo, A., Fisser, P., & Voogt, J. (2014). Teacher design teams as a professional
development arrangement for developing technology integration knowledge and skills of
science teachers in Tanzania. Education and Information Technologies, 1-18.
http://dx.doi.org/10.1007/s10639-014-9321-0
Koehler, M.J., & Mishra, P. (2005). “Tracing the development of teacher knowledge in a design
seminar: Integrating content, pedagogy and technology”. Computers & Education, 49, 740-
762. http://dx.doi.org/10.1016/j.compedu.2005.11.012
Koehler, M. J., & Mishra, P. (2009). What is technological pedagogical content
knowledge? Contemporary Issues in Technology and Teacher Education, 9(1), 60-70.
Geraadpleegd op http://www.citejournal.org/articles/v9i1general1.pdf
Koeheler, M. J., Mishra, P., & Yahya, K. (2007). Tracing the development of teacher
knowledge in a design seminar: Integrating content, pedagogy, and technology. Computers
& Education, 49(3), 740-762. http://dx.doi.org/10.1016
/j.compedu.2005.11.012
Mishra, P., & Koehler, M. (2006). Technological pedagogical content knowledge: A framework
for teacher knowledge. Teacher College Record, 108(6), 1017–1054. Geraadpleegd op
http://punya.educ.msu.edu/2008/01/12/mishra-koehler-2006/
Parise, L. M., & Spillane, J. P. (2010). Teacher learning and instructional change: How formal
and on-the-job learning opportunities predict change in elementary school teachers'
practice. The Elementary School Journal, 110(3), 323-346. http://dx.doi.org/10.1086
/648981
Phillips, M. (2013). Investigating in-service teachers' workplace TPACK
development. Australian Educational Computing, 28(2). Geraadpleegd op
http://journal.acce.edu.au/index.php/AEC/article/view/23
Polly, D. (2011). Teachers' learning while constructing technology-based instructional
resources. British Journal of Educational Technology, 42(6), 950-961.
http://dx.doi.org/10.1111/j.1467-8535.2010.01161.x
Shulman, L. S. (1986). Those who understand: Knowledge growth in teaching. Educational
Researcher, 15(2), 4-14. http://dx.doi.org/10.3102/0013189x015002004
Shulman, L. S.(1987). Knowledge and teaching. Foundations of the new reform. Harvard
Educational Review, 57(1), 1-21.
Swart, F. (2013). Succesfactoren van docentprofessionalisering. OnderwijsInnovatie, 15(1) 29-
31. Geraadpleegd op http://www.ou.nl/documents/10815/1599185/2013_oi_1.pdf
Tee, M. Y., & Lee, S. S. (2011). From socialization to internalization: cultivating technological
pedagogical content knowledge through problem-based learning. Australasian Journal of
Educational Technology, 27(1), 89-104. Geraadpleegd op
www.ascilite.org.au/ajet/ajet27/tee.pdf
Valcke, M. (2010). Onderwijskunde als ontwerpwetenschap. Een inleiding voor
ontwikkelaars van instructie en voor toekomstige leerkrachten. Gent: Academia Press.
Van Veen, K., Zwart, R., Meirink, J., & Verloop, N. (2010). Professionele ontwikkeling van
leraren. Een reviewstudie naar effectieve kenmerken van professionaliseringsinterventies
van leraren. Universiteit Leiden, Expertisecentrum Leren van Docenten. Geraadpleegd op
http://www.nro.nl/
Voogt, J., Fisser, P., Pareja Roblin, N., Tondeur, J., & Braak, J. van (2013). Technological
Pedagogical Content Knowledge (TPACK) – a review of the literature. Journal of
Computer Assisted learning, 29(2) 109-121. http://dx.doi.org/10.1111/j.1365-
2729.2012.00487.x
Voogt, J. Fisser, P. & Tondeur, J. (2010). Wat weten we over… TPACK? Een literatuurstudie
naar Technological Pedagogical Content Knowledge. Zoetermeer: Stichting Kennisnet
Geraadpleegd op http://www.kennisnet.nl/uploads/tx_kncontentelements/
Literatuurstudie_TPACK.pdf