tinus en elanor

16
Kingdom of Nirvoas – Augustinus en Elanor van Nirvoas Generatie 2: Augustinus van Nirvoas & Elanor Daesdonck

Transcript of tinus en elanor

Page 1: tinus en elanor

Kingdom of Nirvoas – Augustinus en Elanor van Nirvoas

Generatie 2:

Augustinus van Nirvoas & Elanor Daesdonck

Page 2: tinus en elanor

Tinus rilde, hoewel het vuur in de haard brandde. Hij was onrustig door de gebeurtenissen aan het hof van zijn broer, koning Nicolaas II.

De koning was niet goed voor het volk, en de koningin besteedde al helemaal geen aandacht aan het land. Nu was hun zoontje ziek geworden, en leek dat het belangrijkste van de hele wereld.

Page 3: tinus en elanor

‘Als ik koning was…’ mompelde Tinus en hij staarde in de verte. Hij zou het totaal anders doen.

Maar ach, hij was de 2e zoon. Hij was altijd het buitenbeentje geweest. Weer rilde Tinus toen hij dacht aan de regering van zijn vader, de oude koning Nicolaas de Eerste.

Page 4: tinus en elanor

‘Waar denk je aan?’ vroeg Elanor, die zachtjes de kamer binnen kwam.

‘Och, aan mijn vader.’ zei Tinus. Hij dacht aan het dienstmeisje wat zijn vader in de kerker had laten gooien. Niemand wist er meer van, behalve Tinus zelf. Dit drama moest voor altijd geheim blijven.

Page 5: tinus en elanor

‘Ik zat gewoon te denken dat…als ik koning was, Elanor, dan zou ik zo veel beter voor dit land zorgen! Mijn broer, en mijn vader daarvoor, dachten alleen aan zichzelf. Ze trekken de adel voor, en laten de armen verhongeren. Het is niet eerlijk.’

Page 6: tinus en elanor

‘Je weet dat je mij kunt vertrouwen, hè, Tinus? Je kunt mij alles vertellen. Al je geheimen zijn veilig bij mij.’

Tinus keek op. Merkte ze dat hij iets verzweeg?

Ach… hij zou nooit iemand vertellen van het meisje in de kerker, en de oude man, en de baby.

Page 7: tinus en elanor

‘Ik vertrouw jou met heel mijn hart, lieve Elanor.’ knikte Tinus en hij keek zijn vrouw teder aan.

Intussen dacht hij aan de dag dat hij het kleine kindje uit de kerker redde, en naar het klooster bracht. Soms hoorde hij verhalen, en daaruit maakte hij op dat het kind goed terecht gekomen was. Gelukkig maar.

Page 8: tinus en elanor

‘Toch ben ik blij dat ik geen koning ben. Al dat gedoe!’ grinnikte Tinus en hij stond op.

‘Ik zou dit leven niet willen missen, zoals we het nu hebben. Alleen jij en ik, samen! Mooier kan ik me toch niet wensen!’

Page 9: tinus en elanor

Zachtjes zingend stond Elanor die middag in de keuken. Ze maakte een bessentaart, en dat was moeilijker dan ze dacht!

Maar het resultaat mocht er wezen. Een heerlijke geur verspreidde zich door het huis en Elanor sloot genietend haar ogen.

Wat hield ze toch van koken en lekker eten!

Page 10: tinus en elanor

Ze had de taart speciaal voor haar man gebakken, omdat ze hem een beetje wilde opvrolijken. Hij had er toch wel zorgelijk uit gezien die ochtend bij het haardvuur.

‘Het is een nieuw recept, ik ben benieuwd wat je ervan vindt!’ zei Elanor opgewekt. Tinus lachte en nam een hap.

Page 11: tinus en elanor

Augustinus kauwde langzaam, en toen betrok zijn gezicht. Met deze uitdrukking leek hij precies op zijn vader. Onbeweeglijk bleef hij zitten, en staarde nors in het niets.

‘Elanor, deze taart,’ begon hij streng. ‘Dit is…’

Page 12: tinus en elanor

‘Dit is de beste taart die ik ooit gegeten heb!’ jubelde Tinus en een stralende lach brak door op zijn gezicht. ‘Natuurlijk liefste!’

Elanor begon nerveus te lachen. Daar had hij haar toch wel even laten schrikken!

Page 13: tinus en elanor

En terwijl aan het hof alle spanningen door gingen, leefden Tinus en Elanor kalm in hun grote villa.

Allebei hadden ze veel hobby’s, en daar brachten ze hele dagen mee door.

Page 14: tinus en elanor

Op een avond was Tinus in zijn kabinet, waar hij een grote verzameling had. Geïnteresseerd bestudeerde hij een antieke vaas.

Zachtjes kwam Elanor de kamer in.

‘Tinus, ik…Ons leven zo samen is heel mooi, maar…’

Page 15: tinus en elanor

Ineens kneep ze haar ogen dicht en wierp zich in Tinus’ armen.

‘Vind je het niet erg dat we nog steeds geen kindje hebben, Tinus?’ vroeg ze benauwd.

Even was Tinus stil.

Page 16: tinus en elanor

Toen duwde hij Elanor een beetje van zich af, zodat hij haar kon aan kijken.

‘Elanor,’ zei hij liefdevol. ‘Een kindje van jou en mij lijkt me prachtig, maar alles komt op zijn tijd. We zijn geduldig. Wat voor mij het belangrijkste is, ben jij. Als ik jou maar heb, dan is alles goed.’

Elanor zuchtte opgelucht. ‘Ik hou zielsveel van je, Tinus.’