Tijden

33
English Verb Tenses Engelse tijden http://www.englishgrammar.yurls.net

description

Presentatie van de Engelse tijden

Transcript of Tijden

Page 1: Tijden

English Verb TensesEngelse tijden

http://www.englishgrammar.yurls.net

Page 2: Tijden

English Verb Tenses

Het belang van de juiste tijd

De tijd vertelt ons in wanneer een actie of

gebeurtenis plaats vind/vond.

De tijd en hoe deze gemaakt wordt is erg

belangrijk voor het lezen en schrijven van

Engelse teksten.

Het Engels kent twaalf verschillende tijden.

In deze powerpoint worden er zes behandeld.

Page 3: Tijden

PRESENT

SIMPLE

Page 4: Tijden

De Present Simple

De Tegenwoordige Tijd

Geeft een gewoonte aan, acties die steeds

herhaald worden of feiten. Vaak staan er woorden

in de zin als: always, never, frequently/often,

usually, seldom/rarely, nowadays, every …,

sometimes/occasionally, from time to time

Page 5: Tijden

De Present Simple

De Tegenwoordige Tijd

Je vormt de Present Simple door het hele

werkwoord te gebruiken.

They always walk to school.

I never watch chick flicks.

We seldom go out on Tuesdays.

Page 6: Tijden

De Present Simple

De Tegenwoordige Tijd

Water boils at 100 degrees Celcius.

She works as a waitress in a cocktail bar.

He likes to wear dresses.

Als het onderwerp he/she of it is,

krijgt het hele werkwoord een –s.

Page 7: Tijden

De Present Simple

De Tegenwoordige Tijd

Vragen

Do you like coffee?

Does your teacher hate children?

Vragen maak je bij

I/you/we/you/they met: do + hele werkwoordhe/she/it met:does + hele werkwoord

Page 8: Tijden

De Present Simple

De Tegenwoordige Tijd

Ontkenningen

I don’t like coffee.

He doesn’t hate children.

Ontkenningen maak je bij

I/you/we/you/they met:don’t + hele werkwoordhe/she/it met:doesn’t + hele werkwoord

Page 9: Tijden

PRESENT

CONTINUOUS

Page 10: Tijden

De Present Continuous

De Tegenwoordige Tijd

Geeft aan dat iets nu bezig of dat iets al een

tijdje aan de gang is.

Ook gebruik je de Present Continuous om aan

te geven dat je iets van plan bent of dat je je

ergens aan ergert of irriteert.

Page 11: Tijden

De Present Continuous

De Tegenwoordige Tijd

Je vormt de Present Continuous door:

een vorm van ‘to be’ + het hele werkwoord + ing

te gebruiken.

Michael is watching television at the moment.

Sam and Mike are shopping for clothes tomorrow.

He is smoking those horrible cigars again.

Page 12: Tijden

PAST

SIMPLE

Page 13: Tijden

De Past Simple

De Verleden Tijd

Geeft aan dat iets in het in het verleden is

gebeurt. Je weet wanneer het was en het is

helemaal voorbij. Er staat dus een duidelijke

tijdsaanduiding in de zin: yesterday, the other

day, just now, the day before yesterday, last

year/month/week

Page 14: Tijden

De Past Simple

De Verleden Tijd

Regelmatige Werkwoorden

Je vormt de Past Simple door achter

regelmatige werkwoorden –ed te zetten.

Last night he stayed out all night.

I played a game of chess last week.

They opened the store an hour ago.

Page 15: Tijden

De Past Simple

De Verleden Tijd

Onregelmatige werkwoorden

Je vormt de Past Simple door bij onregelmatige

werkwoorden het 2e rijtje te gebruiken.

Last year she swam across the Channel.

A car fell off the bridge two days ago.

In 1243 a monster ate all the children in London.

Page 16: Tijden

De Past Simple

De Verleden Tijd

Vragen

Did you like coffee?

Did your teacher hate children?

Vragen maak je met: did + hele werkwoord

Page 17: Tijden

De Past Simple

De Verleden Tijd

Ontkenningen

I didn’t do my homework.

She didn’t love him anymore.

Ontkenningen maak je met:

didn’t + hele w.w.

Page 18: Tijden

PAST

CONTINUOUS

Page 19: Tijden

De Past Continuous

De Verleden Tijd

Je gebruikt de Past Continuous als iets in

het verleden plaats vond en een tijdje duurde.

Page 20: Tijden

De Past Continuous

De Verleden Tijd

Je vormt de Past Continuous door:

een vorm van ‘to be’ + het hele werkwoord + ing

te gebruiken.

Michael was watching television all night.

They were dancing for hours and hours.

The farmer was milking a horse, because he forgot to put on his glasses.

Page 21: Tijden

De Past Continuous

De Verleden Tijd

Je gebruikt de Past Continuous ook om aan te

geven dat er iets aan de gang was terwijl er

tegelijkertijd iets anders gebeurde (when).

I was doing a puzzle when the telephone rang.

They were fighting when the police arrived.

Page 22: Tijden

PRESENT

PERFECT

Page 23: Tijden

De Present Perfect

De Voltooid Tegenwoordige Tijd

Je gebruikt de Present Perfect ook om aan te

geven dat er iets in het verleden is begonnen en

nu nog voortduurt of dat iets in het verleden is

gebeurd en het gevolg is nu nog merkbaar. Ook

gebruik je de Present Perfect als iets uit het

verleden nu nog een rol speelt.

Page 24: Tijden

De Present Perfect

De Voltooid Tegenwoordige Tijd

Regelmatige werkwoorden

Je vormt de Present Perfect met:

have/has + het voltooid deelwoord (hele ww+ed)

I have worked here for 6 years.

(6 jaar geleden ben ik hier begonnen met werkenen werk er nu nog steeds)

Page 25: Tijden

De Present Perfect

De Voltooid Tegenwoordige Tijd

Onregelmatige werkwoorden

Je vormt de Present Perfect met:

have/has + het voltooid deelwoord (3e rijtje)

She has eaten all the hamburgers.

(eerst waren er hamburgers en nu niet meer, het gevolg is dus merkbaar)

Page 26: Tijden

De Present Perfect

De Voltooid Tegenwoordige Tijd

Ezelsbruggetjes:

FYNE JAS

(F)or, (Y)et, (N)ever, (E)ver,

(J)ust, (A)lready, (S)ince

JUF EN SYSA

(J)ust, (U)p to now, (F)or,

(E)ver, (N)ever,

(S)o far, (Y)et, (S)ince, (A)lready

Page 27: Tijden

PAST

PERFECT

Page 28: Tijden

De Past Perfect

De Voltooid Verleden Tijd

Je gebruikt de Past Perfect ook om aan te

geven dat er iets in het verleden is gebeurd vóór

dat er iets anders gebeurde.

Gebeurtenis 1

Past Perfect

Gebeurtenis 2

Past Simple

Page 29: Tijden

De Past Perfect

De Voltooid Verleden Tijd

Regelmatige werkwoorden

Je vormt de Past Perfect met:

had + het voltooid deelwoord (hele ww+ed)

James said he had opened the window.

Gebeurtenis 1

Past Perfect

Gebeurtenis 2

Past Simple

Page 30: Tijden

De Past Perfect

De Voltooid Verleden Tijd

Onregelmatige werkwoorden

Je vormt de Past Perfect met:

had + het voltooid deelwoord (3e rijtje)

Amy fell down the stairs after she had cleaned her room.

Gebeurtenis 1

Past Perfect

Gebeurtenis 2

Past Simple

Page 31: Tijden

English Verb Tenses

Practice Makes Perfect

De tijden blijven een lastig grammatica

onderwerp. De enige manier om hier grip op te

krijgen is door er veel mee te oefenen.

Het leren van de regels alleen is niet voldoende.

Je zult er ook mee aan de slag moeten gaan. Als

je dit veel doet zul je merken dat je er steeds

minder over hoeft na te denken en steeds

meer handigheid in krijgt.

Page 32: Tijden

English Verb Tenses

Practice Makes Perfect

Probeer hier iedere dag aandacht aan te

besteden. Iedere dag 10 minuten geeft al

resultaat.

Wacht dus niet tot de docent iets opgeeft.

De tijden zullen je tot en met het eindexamen

blijven achtervolgen. Hoe eerder je ze onder de

knie hebt hoe makkelijker je het jezelf maakt.

Page 33: Tijden

http://www.englishgrammar.yurls.net

http://www.youtube.com/user/EnglishGrmmr

https://twitter.com/englishgrmmr

https://www.facebook.com/English.grmmr.5