Duurzame gezondheidszorg in turbulente tijden Memorandum def... · Aanbevelingen voor de federale...

36
Aanbevelingen voor de federale regering 2011-2014 Duurzame gezondheidszorg in turbulente tijden

Transcript of Duurzame gezondheidszorg in turbulente tijden Memorandum def... · Aanbevelingen voor de federale...

Aanbevelingen voor de federale regering 2011-2014

Duurzame gezondheidszorg in turbulente tijden

Colofon: Redactie: Frederik Coussée

Eindredactie: Lieve Dhaene, Catherine Zenner

Vormgeving: www.dotplus.be

D/2011/12607/3ISBN 978-94-913-2302-7

© Zorgnet VlaanderenGuimardstraat 11040 Brussel

3Duurzame zorg in turbulente tijDen

Woord voorafZorgnet Vlaanderen is de koepel van Vlaamse residentiële en ambulante zorginstellingen die gespecialiseerd zijn in acute ziekenhuiszorg, geestelijke gezondheidszorg en ouderenzorg.

Onze voorzieningen geven iedere dag het beste van zichzelf voor patiënt, cliënt of bewoner. Om die dienstverlening in de toekomst nog te verbeteren, is samenwerking het sleutelwoord. Goed uitgebouwde netwerken, zorgtrajecten en zorgprogramma’s moeten hiertoe de kataly-sator zijn.

Onze zorginstellingen functioneren allemaal als nonprofitorganisaties en streven dus in de eerste plaats naar zorgwinst voor de patiënten, cliënten en bewoners maar tegelijk ook naar een goede werksfeer voor de vele duizenden medewerkers. Die visie en ethiek leiden ertoe dat loutere winstmaximalisatie niet aan onze voorzieningen is besteed. Dat betekent natuurlijk niet dat zij niet kostenefficiënt met de werkingsmiddelen omgaan.

In deze nota stellen wij de nieuwe federale regering een aantal bekommernissen voor waar-van we hopen dat zij in de komende legislatuur worden aangepakt. We zijn ons daarbij ook bewust van de moeilijke institutionele en budgettaire situatie waarin ons land verkeert. Over-heid, burgers en ondernemingen zullen consequent hun steentje moeten bijdragen om uit het dal te klimmen en tegen het einde van de regeerperiode onder meer de begroting opnieuw in evenwicht te krijgen. Wij willen alleszins, samen met de partners in de verplichte ziekteverze-kering, nagaan waar onze bijdrage in de gezondmaking van ’s lands financiën zich kan bevin-den. Op die manier willen wij meebouwen aan een gezondheidszorg die ook in de toekomst nog toegankelijk, betaalbaar en kwaliteitsvol is voor de patiënt.

Het recent afgesloten akkoord voor de zesde staatshervorming stelt de bevoegdheidsover-dracht van niet onbelangrijke pakketten van de gezondheidszorg in het vooruitzicht. Ook hier staan we voor een belangrijke transitieperiode. We willen op constructieve wijze samen-werken met zowel de federale als de Vlaamse overheid om de overdracht voor patiënten en voorzieningen zo optimaal mogelijk te laten verlopen, en om nieuwe efficiënte Vlaamse be-leidsstructuren te realiseren.

In het eerste deel formuleren we onze absolute politieke topprioriteiten voor de komende le-gislatuur. In het tweede deel bieden we u een meer uitgebreid en gedetailleerd overzicht van onze beleidsvoorstellen. We formuleren hier een aantal voorstellen die gelden voor al onze sectoren samen, waarna de verschillende specifieke aandachtspunten voor de algemene zie-kenhuizen, de sector van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en de woonzorgcentra aan bod komen.

Zorgnet Vlaanderen dankt zijn samenwerkende partner ICURO voor zijn bijdrage aan dit memorandum.

Brussel, 20 oktober 2011

Peter Degadt Guido Van OevelenGedelegeerd bestuurder Voorzitter

4 Zorgnet Vlaanderen4 ZORGNet VLaaNDeReN

5Duurzame zorg in turbulente tijDen

1 TopprioriteitenBudgettaire orthodoxie

Iedereen weet dat het wegwerken van het begrotingstekort en het beheersen van onze staats-schuld opdrachten zijn die met bekwame spoed moeten worden aangepakt. alleen zo kunnen we vermijden dat speculanten de welvaart van ons land in gevaar brengen. Zorgnet Vlaan-deren wil samen met alle partners zijn steentje bijdragen tot deze oefening, onder meer door het mechanisme van de groeinorm, indexatie en opmaak van de begroting van de verplichte ziekteverzekering kritisch tegen het licht te houden. We zijn er ons hierbij van bewust dat dergelijke oefening pas kan slagen als alle actoren effectief bereid zijn de bestaande financie-ringsmechanismen te hervormen.

Zorgnet Vlaanderen pleit voor toegankelijke, kwaliteitsvolle en betaalbare gezondheidszorg, op korte termijn maar ook op lange termijn. Net daarom zijn wij zeer beducht voor een situ-atie waarin financiële markten ons zouden verplichten zeer snel én diepgaand te saneren. Middelen die vandaag voor sociale bescherming dienen, zouden dan enkel nog besteed kun-nen worden aan het terugbetalen van steeds sneller stijgende interesten op staatsleningen. Zodoende zou goede gezondheidszorg verschrompelen tot een voorrecht van diegenen die het zich ondanks de financiële crisis nog kunnen veroorloven.

Hervorming van ons zorgbestel

Ons gezondheidszorgsysteem staat voor heel wat uitdagingen: de vergrijzing en de vergrijzing binnen de vergrijzing, de toenemende vraag naar geestelijke gezondheidszorg, de omscha-keling van acute naar chronische zorg, het tekort aan gekwalificeerd personeel, de snelle medisch-technische evolutie met bijhorend prijskaartje… Willen we hiermee op positieve wijze omgaan, dan dringt een structurele en verregaande hervorming van het bestaande zorg-bestel zich op.

Communautaire twisten mogen geen alibi zijn om de noodzakelijke hervorming van ons zorg-bestel niet door te voeren. Volgens Zorgnet Vlaanderen zijn de volgende elementen cruciaal in dit hervormingsproces: de introductie van een beleid gebaseerd op gezondheidsdoelstel-lingen, de modernisering van de besluitvorming van het RIZIV en de FOD Volksgezondheid en het toespitsen van de opdracht van de ziekenfondsen op hun rol als verzekeraar.

Streven naar toegankelijke, betaalbare en kwaliteitsvolle zorg

Continuïteit en kwaliteitsvolle zorg op maat kunnen maar worden geboden als ze betaal-baar en toegankelijk blijven voor de mensen die ze nodig hebben. Rekening houdend met de schaarse middelen kunnen we die doelstelling maar blijven bereiken als we ons bestaande model diepgaand hervormen. We moeten evolueren van ons huidige aanbodgestuurde zorg-model naar een vraaggerichte aanpak. Daarbij zal het belangrijk zijn om ook beleidsmatig steeds meer te denken in doelgroepen van patiënten, bewoners of cliënten om zo zorg op maat te kunnen aanbieden via zorgtrajecten die bruggen slaan tussen voorzieningen onder-ling en met zorgverstrekkers.

Het aanbieden van echte vraaggestuurde zorg vereist echter dat er ook op het gebied van ICt een aantal barrières worden aangepakt. Zo dient er onmiddellijk werk te worden gemaakt van

6 Zorgnet Vlaanderen

gestandaardiseerde elektronische medische en verpleegkundige dossiers die op beveiligde wijze te consulteren zijn door bevoegde zorgverstrekkers. Ook is er dringend nood aan een volledig geïnformatiseerd medicatiebeleid dat gaat van bestelling tot toediening.

Ruimte voor personeel

Zorg is mensenwerk. Zonder goed opgeleide en gemotiveerde medewerkers is het moeilijk kwaliteitsvol werk te leveren. een goed personeelsbeleid moet daarom het kader kunnen scheppen waarbinnen mensen met enthousiasme hun job in de zorg uitoefenen. Gelet op het belang van een efficiënte werk- en taakverdeling binnen zorgvoorzieningen is het uitermate belangrijke dat er voldoende gemotiveerde hoofdverpleegkundigen en andere leidinggeven-den actief zijn. Daarom is het noodzakelijk dat de nieuwe regering deze functie herwaardeert via een hogere verloning en een betere ondersteuning.

Het uitbouwen van een contractueel eenheidsstatuut voor het zorgpersoneel en het uitdoven van het systeem van vaste benoemingen is een ander prioritair aandachtspunt: alle mede-werkers in de zorg, of ze nu vastbenoemd zijn of niet, hebben recht op gelijk loon en gelijke voordelen voor gelijk werk. Het vrijwaren van de pensioenrechten van statutair personeel moet bijgevolg hand in hand gaan met een proportioneel gelijkwaardige uitbouw van een volwaardige tweede pensioenpijler voor alle niet-vastbenoemde personeelsleden in de pri-vate en openbare sector. Het spreekt voor zich dat het kostenplaatje van dergelijke operatie de financiële leefbaarheid van de zorgvoorzieningen niet in het gedrang mag brengen.

Het geïntegreerde ziekenhuisconcept

De financiering van ziekenhuizen loopt in essentie nog steeds via twee kanalen, enerzijds via het budget van financiële middelen en anderzijds via afhoudingen op de artsenhonora-ria. Die dualiteit staat haaks op een geïntegreerd ziekenhuismodel, interdisciplinaire patiën-tenzorg en transmurale samenwerking via zorgtrajecten. Financiële stromen en persoonlijke inkomsten mogen geen invloed hebben op de keuzes van diagnosestelling en op de behande-ling van patiënten.

Om meer integratie en multidisciplinariteit te realiseren, is het aangewezen dat ziekenhui-zen en artsen meer dan vroeger de handen in elkaar slaan om organisatorisch en financieel nieuwe structuren uit te werken. Zorgnet Vlaanderen pleit voor een geïntegreerde financie-ring. Die moet gebaseerd zijn op objectieve en transparante criteria, rekening houden met de kwaliteit van de geleverde zorg, rechtszekerheid bieden voor alle betrokkenen, beleidsruimte geven aan voorzieningen en zorgprofessionals aanmoedigen om in voorzieningen te werken. De vlucht naar commerciële privépraktijken kan op die manier worden ingedijkt.

Dat alles impliceert alleszins in de eerste plaats dat de onderfinanciering wordt aangepakt en dat de loopbaan van een ziekenhuisarts aantrekkelijker wordt gemaakt (o.a. door hem of haar een betere sociale bescherming te bieden). Daarnaast is een hervorming van het vergoe-dingssysteem voor artsen dringend noodzakelijk, zodat de soms zeer grote inkomensverschil-len tussen de verschillende disciplines kunnen worden verminderd.

Transformatie van de sector van de geestelijke gezondheidszorg

een grondige transformatie van de GGZ vereist dynamiek en flexibiliteit om met de beschik-bare mensen en middelen innovatieve en betere antwoorden te bieden op zeer diverse zorg-

7Duurzame zorg in turbulente tijDen

vragen. De interministeriële conferenties volksgezondheid van 26 april 2010 en 6 juni 2011 steunen die transformatie en de uitvoering van art. 107 van de ziekenhuiswet. De uitvoering van art. 107 van de ziekenhuiswet belichaamt immers die transformatie: zorgprogramma’s kunnen worden opgezet over verschillende voorzieningen heen, voor verschillende doelgroe-pen en via het oprichten en financieren van zorgcircuits en netwerken.

Zorgnet Vlaanderen vraagt dat de gemaakte afspraken worden uitgevoerd, zodat alle voorzie-ningen nauw betrokken kunnen worden bij de transformatie van hun sector. Ook het beschut wonen (BeWo), de psychiatrische verzorgingstehuizen (PVt) en de revalidatiecentra moeten kunnen aansluiten bij deze vernieuwing. een optimale samenwerking tussen alle aanbieders is noodzakelijk. De centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGG’s) moeten als volwaardige verstrekkers erkend worden in het kader van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.

Consequent beleid in de ouderenzorg

De vergrijzingsgolf biedt kansen en uitdagingen. Onze samenleving heeft nood aan een door-dacht, inspirerend en geïntegreerd zorgbeleid op lange termijn. Willen ouderen op een posi-tieve manier in het maatschappelijk leven geïntegreerd blijven, dan zijn verschuivingen in budgetten en prioriteiten aan de orde. Zorgnet Vlaanderen vraagt dat de nieuwe regering een duurzaam en geïntegreerd meerjarenbeleid voor ouderen uitwerkt en daarbij bijzondere aan-dacht heeft voor de afstemming tussen alle betrokken actoren in de eerste en tweede lijn. Om de continuïteit van het ouderenzorgbeleid te garanderen, moet er een lange termijn bud-gettair groeipad uitgetekend worden om een antwoord te bieden op de vraag naar bijkomende RVt-capaciteit, om doelgroepenbeleid gestalte te geven, om de opgestarte zorgvernieuwings-projecten structureel in het beleid te verankeren en om de meerkosten van sociale akkoorden te vergoeden.

Overdracht bevoegdheden in de gezondheidszorg

Op 11 oktober 2011, precies 485 dagen na de verkiezingen, stelde elio Di Rupo het Institutio-neel akkoord voor de zesde staatshervorming voor. Dit akkoord, dat de geschiedenisboeken zal ingaan als het Vlinderakkoord, werd afgesloten tussen acht politieke partijen, met name CD&V, CDH, Open Vld, MR, SP.a, PS, Groen! en ecolo, die de noodzakelijke tweederde meer-derheid voor een staatshervorming zullen leveren.

Dit akkoord voor de zesde staatshervorming omvat de overdracht van een nieuwe reeks be-voegdheden van de federale regering naar de Gemeenschappen, waaronder een niet onbe-langrijk pakket inzake gezondheidszorg. Zodra er effectief een nieuwe regering aantreedt, zal dit akkoord moeten vertaald worden in een nieuwe bijzondere wet tot hervorming van de instellingen en een nieuwe bijzondere financieringswet om de afgesproken bevoegdheids-overdrachten de jure te kunnen realiseren. Het spreekt voor zich dat het voorbereiden van deze nieuwe bijzondere wetgeving en de bespreking en de stemming ervan in het federale parlement de nodige tijd zullen kosten. Het zal met andere woorden nog een zekere tijd duren voordat de Vlaamse Gemeenschap haar nieuwe bevoegdheden inzake gezondheidszorg ef-fectief zal kunnen opnemen.

Zorgnet Vlaanderen zal in de huidige transitieperiode dit belangrijke dossier van nabij op-volgen. We willen op constructieve wijze samenwerken met zowel de federale als de Vlaamse overheid om de overdracht voor patiënten en voorzieningen zo optimaal mogelijk te laten verlopen, en om nieuwe efficiënte Vlaamse beleidsstructuren te realiseren.

8 Zorgnet Vlaanderen

2 Toelichting bij de topprioriteitenBegrotingstekort en groeinorm

De financiële en economische crisis zindert nog steeds na in de eurozone. Heel wat landen hebben al harde klappen gekregen en moeten nu draconische en ongezien harde besparingen doorvoeren. Vele jaren leefden ze flink boven hun stand. De nationale beleidsverantwoorde-lijken, vakbonden en belangengroepen slaagden er niet in boven de waan van de dag uit te stijgen en voor hun burgers een wervend langetermijnproject uit te tekenen.

Ondanks de opeenvolgende berichten van het Federaal Planbureau, de Nationale Bank van België, de europese Centrale Bank en internationale ratingbureaus over onze immense staats-schuld hebben de Belgische politici nog steeds niet de hand aan de ploeg geslagen om het lopende tekort op de nationale begroting van meer dan 22 miljard euro weg te werken. Doen alsof het probleem vanzelf zal verdwijnen door, in het zog van de Duitse locomotief, te hopen op flinke economische groei, zal alleszins onvoldoende zijn.

alle gemandateerde maar ook feitelijke machthebbers moeten beseffen dat iedereen zijn steentje zal moeten bijdragen om onze begroting in evenwicht te krijgen. Zorgnet Vlaanderen is bereid om samen met de andere actoren in de verplichte ziekteverzekering op zoek te gaan naar budgetvriendelijke maatregelen die de patiënt zo weinig mogelijk belasten. We willen absoluut vermijden dat, in een scenario van financiële crisis, de socialprofitsector als een van de eersten wordt geviseerd. Het is uit den boze dat middelen die momenteel voor sociale be-scherming dienen, enkel nog zouden worden besteed aan het terugbetalen van steeds hogere interesten op staatsleningen en de verdediging tegen speculaties op de financiële markten.

Het RIZIV-budget kent momenteel een jaarlijkse wettelijke groeinorm van 4,5%, exclusief in-dexering. een correcte toepassing van de groeinorm binnen de verplichte ziekteverzekering op de uitgaven van 2011, met uitsluiting van de op voorhand gereserveerde uitgaven zoals het toekomstfonds, de stabiliteitsprovisie, een bijdrage voor de sociale zekerheid… zal de “buf-fer” in het budget voor gezondheidszorg verkleinen. Het is aangetoond dat de reële uitgaven, globaal genomen, op jaarbasis met 2,5% à 3% stijgen.

Daarbij moeten wel de kosten van de chronische en langdurige zorg correct worden opvan-gen. Het budget van de ouderenzorg bijvoorbeeld kende de laatste jaren een recurrente groei van zo’n 10% door de RVt-reconversie en de uitvoering van de sociale akkoorden. Gelet op de vergrijzing en de stijgende vraag naar chronische en langdurige zorg is het niet onwaarschijn-lijk dat dit percentage zelfs zal stijgen.

Concreet zou de regering de wettelijke groeinorm van 4,5% (exclusief indexering) kunnen terugbrengen tot een lager percentage, mits ze erover waakt dat de sectoren die zich focussen op chronische, langdurige of ouderenzorg over voldoende middelen blijven beschikken om enerzijds tegemoet te komen aan de stijgende zorgvragen van de patiënten/cliënten en om anderzijds lacunes in de geestelijke gezondheidszorg aan te pakken.

Zorgnet Vlaanderen pleit ervoor dat de uitgaven voor gezondheidszorg kunnen toenemen op basis van een realistische groeinorm die bovendien toegepast wordt op de reële uitgaven voor gezondheidszorg van het vorige jaar in plaats van op overtrokken begrotingsdoelstellingen.

tot slot mogen we niet vergeten dat het RIZIV niet alleen zorgverstrekkers vergoedt, maar bv. ook de werkingskosten van de ziekenfondsen, van de tarificatiediensten van de publieke

9Duurzame zorg in turbulente tijDen

officina’s enz. Het is duidelijk dat in het geval van een vermindering van de budgetten voor gezondheidszorg alle actoren hun steentje zullen moeten bijdragen.

Correcte en efficiënte besteding van de middelen

Het systeem van de wettelijke groeinorm heeft ertoe geleid dat de overheid de laatste jaren vele extra miljarden euro’s investeerde in onze gezondheidszorg. Het betekent ook dat er geen enkele verspilling meer kan worden getolereerd, gelet op de (internationale) druk op het over-heidsbudget en de uitdagingen die de vergrijzing, de almaar stijgende vraag naar geestelijke gezondheidszorg en de steeds sterker wordende omslag van acute naar chronische zorg met zich meebrengen1.

er zijn evenwel nog steeds onverklaarbare verschillen in consumptiepatronen tussen regio’s, voorzieningen en individuele zorgverstrekkers. Zo zijn er grote verschillen in het aantal tech-nische prestaties, klinische biologie, medische beeldvorming, in het verbruik van genees-middelen en medisch materiaal, in de ziekenhuiszorg, thuiszorg, ouderenzorg… Daarachter schuilt een ander consumptiepatroon, maar ook een andere visie op (technische) genees-kunde en zorg.

Zorgnet Vlaanderen vraagt dat de verplichte ziekteverzekering dringend internationaal aan-vaarde guidelines implementeert. Zorgverstrekkers die significant afwijken van de principes van evidence based medecine, zonder dat zij hiervoor een goede of aanvaardbare verklaring kunnen geven, moeten hiervoor worden geresponsabiliseerd. Op die manier kunnen we im-mers de opportuniteit van de geboden zorg beter bewaken en de selectiviteit verhogen.

Zorgnet Vlaanderen pleit er ook voor dat zorgverstrekkers meer en beter samenwerken en dat voorzieningoverschrijdende zorgprogramma’s meer worden aangemoedigd. een dringende en diepgaande hervorming van de regelgeving moet samenwerking daadwerkelijk belonen en een meer flexibele inzet van mensen en middelen mogelijk maken.

Kwaliteit en patiëntveiligheid vragen een expliciete en geïntegreerde aanpak

De Belgische gezondheidszorg heeft tal van sterke punten en kent een grote patiëntentevre-denheid. We beschikken over goed opgeleide en gemotiveerde zorgprofessionals, een cruci-ale voorwaarde om elke dag kwaliteitsvolle zorg te bieden. Kwaliteit van zorg is wereldwijd een belangrijk thema. als de geboden zorg goed is, kan ze misschien nog beter. er kan immers steeds bijgestuurd worden op de vele facetten van kwaliteitsvolle zorg: effectiviteit, efficiën-tie, tijdigheid, toegankelijkheid, “patiëntgestuurd”, veiligheid en continuïteit. Internationaal wordt het kwaliteitsbegrip vaak aangeduid als ‘Quality and Safety’, waardoor het belang van patiëntveiligheid onderstreept wordt. In het licht van de patiëntenrechten worden ook de europese verwachtingen op het gebied van kwaliteit en patiëntveiligheid steeds groter.

Het objectiveren van kwaliteit en patiëntveiligheid is echter niet evident. In de dagdagelijkse zorg zijn kwaliteit en patiëntveiligheid uiteraard aanwezig, maar nog te weinig geëxpliciteerd en daardoor ook te weinig geïntegreerd. Het kwantitatieve discours overheerst in sterke mate de kwalitatieve valorisatie van goede zorg en er is weinig debat over een evenwichtige en geïntegreerde benadering vanuit de verschillende kwaliteitsaspecten.

1. We verwijzen hierbij ook naar de opvolgingsaudit van het Rekenhof ter attentie van de Kamer van Volksvertegen-woordigers, “Begroten en beheersen van de uitgaven voor geneeskundige verzorging”, 29 juni 2011; te consulte-ren op www.ccrek.be/docs/Reports/2011/2011_34_GeneeskundigeVerzorging.pdf

10 Zorgnet Vlaanderen

2. Zie het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen aangaande integrale kwaliteit en veiligheid van de ziekenhuiszorg; te consulteren op www.health.belgium.be/filestore/19069087_NL/2011%2005%2012%20-%20NRZV%20D%20325-3%20-%20kwaliteit%20-%20bis.pdf

De uitbouw van een gedurfd beleid voor kwaliteit en patiëntveiligheid moet zowel voor de algemene als voor de psychiatrische ziekenhuizen en de ouderenzorg een absolute prioriteit worden. Daarvoor werden in Vlaanderen al heel wat beleidsinitiatieven genomen en projec-ten opgestart: het behalen van een internationale accreditatie door een ziekenhuis, het ge-bruik van kwaliteitsindicatoren om de geleverde kwaliteit in een voorziening te objectiveren, de uitwerking door de Vlaamse overheid van een nieuw toezichtsmodel of het stimuleren van wetenschappelijk onderzoek. Om die kwaliteitsdynamiek alle kansen te geven, is het belang-rijk dat de verschillende beleidsniveaus zo goed mogelijk samenwerken en de initiatieven op gerichte wijze ondersteunen.

De komende regering dient haar toekomstig beleid voluit te enten op kwaliteit en patiënt-veiligheid. We pleiten ervoor dat ze zich daarbij inspireert op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen aangaande integrale kwaliteit en patiëntveiligheid van de ziekenhuiszorg2. Overleg met alle stakeholders en een daadwerkelijke ondersteuning van het kwaliteitsbeleid in de zorgvoorzieningen is aangewezen, zodat op korte termijn effectief resultaten worden geboekt.

Kankerplan: vervang ad-hocplannen door een alomvattende visie

De volgende regering dient de eventuele opstart van een tweede kankerplan goed af te we-gen ten opzichte van investeringen in andere (chronische) aandoeningen of langdurige zorg. Zorgnet Vlaanderen vindt immers dat alle patiënten met een gelijkaardige zorgvraag recht hebben op evenveel zorg. Het concentreren van zoveel beleidsinspanningen op één patholo-gie is niet rechtvaardig ten opzichte van de andere patiënten die chronisch of voor lange tijd zorgbehoevend zijn.

Het eerste kankerplan – dat er pas kwam nadat europa vond dat lidstaten prioritair een struc-tureel langetermijnplan voor oncologie moesten uitwerken – kan eigenlijk best omgevormd worden tot een alomvattend beleidsplan voor de totale gezondheidszorg, waarbij er in eerste instantie concrete gezondheidsdoelstellingen worden geformuleerd. Dat kan dan de aanzet vormen tot een modern en transparant bestuur waar er onder meer aan de hand van het aantal gewonnen kwaliteitsvolle levensjaren (QaLY’s) beslissingen worden genomen en er achteraf wordt nagegaan of de initiële beleidsdoelstellingen effectief werden bereikt.

Samenwerking tussen voorzieningen

Zorginstellingen werken zowel binnen als buiten eenzelfde sector steeds meer samen. Op die manier trachten ze de schaarse middelen zo goed mogelijk in te zetten en gespecialiseerde knowhow en competenties te delen zodat patiënt, cliënt en bewoner kunnen rekenen op de beste zorg. In sommige gevallen legt de overheid samenwerking op, maar veelal ontstaat ze spontaan. Ondernemerschap in de social profit is daarbij steeds een garantie gebleken om snel en accuraat in te spelen op de steeds sneller wijzigende omstandigheden in het zorg-landschap.

Zorgnet Vlaanderen vraagt dat juridische of financiële hinderpalen zo veel mogelijk worden weggewerkt. Dat zou onder meer kunnen via het wettelijk verankeren van niet- commerciële samenwerkingsvormen die de overheid zelf erkent en waaraan ze dan een aantal voordelen koppelt, zoals de mogelijkheid van terbeschikkingstelling van personeel.

11DUURZaMe ZORG IN tURBULeNte tIjDeN

12 Zorgnet Vlaanderen

3. Zie het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen over de uitbouw van een GGZ-programma voor kinderen en jongeren, 9 juni 2011; te consulteren op www.health.belgium.be/filestore/19069850_NL/2011%2006%2009%20-%20NRZV%20D%20PSY%20329-3%20-%20ggz%20programma%20kinderen.pdf

4. Zie nota Zorgnet Vlaanderen, Het tekort aan sommige ziekenhuisspecialisten: een analyse en denkpistes voor oplossingen, 1 september 2011, te consulteren via www.zorgnetvlaanderen.be (rubriek: publicaties).

Adequate GGZ-zorg voor kinderen en jongeren

De actuele uitbouw van zorgcircuits en netwerken (voorzien in artikel 11 van de zieken-huiswet) moet er zo snel mogelijk toe leiden dat kinderen en jongeren met ernstige GGZ- problemen sneller, tijdiger en deskundiger worden behandeld. Dat kan door het preventief en proactief opsporen van patiënten en door een verhoging van de ambulante behandelings-capaciteit3. Op die manier worden psychische problemen bij kinderen en jongeren immers in een vroeg stadium behandeld en meer ernstige aandoeningen op latere leeftijd vermeden.

aangezien vandaag slechts zes op de tien kinderen of jongeren met een ernstig GGZ-probleem toegang hebben tot gespecialiseerde zorg, mag die doelgroep alleszins niet uit het oog verlo-ren worden. Patiënten die zich tijdens de kantooruren, ’s nachts of in het weekend aanmelden aan de poorten van het algemene of psychiatrische ziekenhuis dienen onmiddellijk geholpen te worden. Daarom is Zorgnet Vlaanderen voorstander van een uitbreiding van de bestaande GGZ-hulpverleningscapaciteit voor kinderen en jongeren in de algemene en psychiatrische ziekenhuizen. Dat gebeurt best door in samenspraak met de aanwezige GGZ-actoren het aan-bod aan K-bedden te vergroten in de regio’s waar de vraag het hoogst is. Daarnaast is het noodzakelijk dat er in alle K-diensten extra capaciteit komt voor crisiszorg. een uitbreiding van de programmatie voor K-bedden in de algemene en psychiatrische ziekenhuizen is ook hier dus onontbeerlijk. Bovenvermelde uitbreidingen aan hulpverleningscapaciteit dienen uiteraard aan te sluiten bij de principes en uitgangspunten van het nieuwe GGZ-programma voor kinderen en jongeren.

Artsen

De algemene en psychiatrische ziekenhuizen signaleren moeilijkheden om de volgende spe-cialisten aan te trekken: spoedartsen, kinderartsen, geriaters, (kinder)psychiaters, endocri-nologen, gynaecologen…4 Het tekort aan (kinder)psychiaters is bovendien nog nijpender in de centra voor geestelijke gezondheidszorg, de initiatieven voor beschut wonen, de PVt’s en de revalidatiecentra. We pleiten ervoor dat de regering het initiatief neemt om deze proble-matiek op te lossen en de huidige contingentering van artsen kritisch onder de loep neemt. Patiënten verwachten immers terecht dat zij 24 uur op 24 door ter zake gespecialiseerde art-sen in algemene ziekenhuizen of GGZ-voorzieningen worden geholpen. Die oefening moet zeker de gewijzigde maatschappelijke context in rekening brengen, zoals de vervrouwelijking van het artsenberoep en de wens naar een betere afstemming tussen werk en privéleven. een goed HR-beleid voor artsen is hiertoe trouwens een van de kritische succesfactoren.

De beschikbaarheid van artsen in bepaalde disciplines wordt in grote mate bepaald door de verschillen in honorering en de vereisten op het vlak van aanwezigheid, permanentie en mul-tidisciplinair overleg. Om een betere verdeling van de artsen over de verschillende disciplines te realiseren, én het werken in een ziekenhuis aantrekkelijker te maken, is een grondige her-ijking van de nomenclatuur noodzakelijk. Waar nodig moet de forfaitaire vergoeding voor de medische functie worden verbeterd. De herijking van de nomenclatuur dient te gebeuren op basis van de meerwaarde van de betrokken medische prestaties voor de individuele patiënt,

13Duurzame zorg in turbulente tijDen

5. In casu de mate waarin artsen in het ziekenhuis werken, deelnemen aan wachtdiensten en effectief spoedeisende hulp verstrekken.

de volksgezondheid en de verantwoordelijkheid en de beschikbaarheid van de arts5, en dus niet langer op basis van de kosten van (afgeschreven) apparatuur en materiaal, of zorg- en ondersteunend personeel.

Leidinggevenden in de zorg: KMO-managers naar waarde schatten

De schaarste aan leidinggevenden vormt stilaan een acuut probleem in de sector. Zorgnet Vlaanderen wil vooral de aandacht vestigen op de functie van diensthoofd (hoofdverpleeg-kundigen, hoofdvroedvrouwen en andere diensthoofden). Het brede takenpakket (de organi-satie en verzekering van de continuïteit van de dienst, het bewaken van de kwaliteit van de geleverde zorg, de coaching van medewerkers…) brengt immers heel wat druk met zich mee. De verloning voor diensthoofden is daarenboven ondermaats in vergelijking met die van col-lega’s die veel minder verantwoordelijkheid dragen. Veel vacatures voor diensthoofden blij-ven openstaan en bekwame kandidaten haken af.

Het is duidelijk dat een diensthoofd een managementsfunctie uitoefent. Het bijhorende ta-kenpakket vertaalt zich echter onvoldoende in een motiverende verloning. De loonspanning tussen een verpleegkundige met een bacheloropleiding en een hoofdverpleegkundige is mo-menteel het grootst gedurende de eerste jaren van de loopbaan, namelijk 32%. Op dat moment oefenen echter weinig personen een leidinggevende functie uit. Nadien krimpt het verschil gestaag, met twee ankerpunten op 7 en 15 jaar anciënniteit, aangezien verpleegkundigen dan een baremasprong maken. Voor hoofdverpleegkundigen is er weliswaar een gedeeltelijke compensatie door de hogere functietoeslag vanaf 9 jaar anciënniteit en het functiecomple-ment vanaf 18 jaar anciënniteit. al bij al zetten beide compensaties niet zoveel zoden aan de dijk. De loonspanning op 16 jaar anciënniteit bedraagt immers slechts 12%. De toeslagen voor onregelmatige prestaties van de verpleegkundigen maken de kloof in de praktijk nog kleiner. In bepaalde gevallen is er nauwelijks nog sprake van enig loonverschil.

Zorgnet Vlaanderen pleit daarom voor een betere verloning van leidinggevenden. De loon-spanning tussen hoofdverpleegkundigen en basisverpleegkundigen moet verhoogd worden. Op basis van de resultaten van een sectorale loonstudie en in vergelijking met andere private en openbare sectoren, moet een adequate verloning toegekend worden die rekening houdt met de functievereisten (leiding geven, verantwoordelijkheid nemen, probleemoplossende taken uitvoeren). Opdat het verschil in functiezwaarte tussen medewerkers en het midden-management voldoende groot zou zijn, stelt Zorgnet Vlaanderen een loonspanning voor van 35% tussen de hoofdverpleegkundige en de andere verpleegkundigen. Bij de invoering van een algemeen functieclassificatiesysteem dient deze doelgroep absolute prioriteit te krijgen zodat de goede organisatie van de zorg niet begint af te kalven.

Nood aan meer kwaliteitsvolle jobs

Niet alleen de vergrijzing maar ook de wijzigende gezinsverbanden zullen de vraag naar zorg bijzonder doen toenemen. In de context van kwaliteitsvolle zorg betekent dat dat er niet al-leen nood is aan meer personeel, maar ook en vooral aan juist opgeleide werknemers. een efficiënt beleid dat adequaat omgaat met de schaarse financiële middelen vereist dat werk-gevers een juiste kwalificatiemix van personeelsleden kunnen inzetten. Om aan deze uitda-gingen te voldoen is niet alleen de rekrutering cruciaal: het is ook belangrijk de uitstroom te

14 Zorgnet Vlaanderen

beperken. Dat kan enerzijds door goede arbeids- en loonsvoorwaarden, anderzijds door de werkdruk aanvaardbaar te houden.

De verzorgingsinstellingen kampen al jaren met vacatures die niet ingevuld geraken, voor-namelijk voor verpleegkundigen en verzorgenden/zorgkundigen. Zorgnet Vlaanderen pleit er onder meer voor om werkzoekenden om te schakelen naar deze knelpuntberoepen. Hiertoe is er nood aan activeringsplannen en vormingstrajecten, en moet er aandacht komen voor de erkenning van mentoren en stagebegeleiders.

Zorgnet Vlaanderen vraagt dat er bijkomende jobs komen voor alle private en publieke instel-lingen van de federale gezondheidszorg (ziekenhuizen, geestelijke gezondheidszorg, oude-renzorg, revalidatiecentra…). De ouderenzorg heeft nood aan veel bijkomende medewerkers, op vele opleidingsniveaus. In de algemene en psychiatrische ziekenhuizen weerklinkt bo-vendien steeds luider de roep naar (hoger) gekwalificeerd personeel, onder wie masters in de verpleegkunde.

Het is uiteraard belangrijk dat het nodige en juist opgeleide personeel correct gefinancierd wordt via de geëigende kanalen (Budget van Financiële Middelen, RIZIV-forfaits, RIZIV-con-venties…) en dat de bestaande onderfinanciering grondig wordt aangepakt. De kost voor de patiënt of bewoner heeft immers al een kritische grens bereikt. Rusthuisfacturen zijn nu al vaak even hoog of hoger dan het wettelijk pensioen en een steeds groter deel van de bevol-king heeft moeilijkheden om zijn gezondheidszorg te betalen. Zorgnet Vlaanderen vraagt ook dat de voorzieningen de nodige vrijheid zouden krijgen om de personeelsnormen geaggre-geerd, dus op instellingsniveau, toe te passen i.p.v. op dienst- of afdelingsniveau. Zo kunnen de gefinancierde medewerkers optimaal worden ingezet, in functie van behoeften en aanbod.

Unisono weerklinkt de duidelijke roep om diensthoofden uit de personeelsnorm te halen. Doorheen de jaren zijn die functies zo fundamenteel veranderd dat zij nog weinig rechtstreek-se zorg toedienen. Veelal zijn zij met coördinerende of leidinggevende taken belast. Zorgnet Vlaanderen vraagt dat de nieuwe regering prioritair de nodige middelen voorziet zodat voor-zieningen hun normpersoneel integraal kunnen inzetten voor patiëntenzorg.

Arbeidsduur: bescherming versus flexibiliteit

Goede wetgeving over arbeidsduur beschermt de werknemer, houdt rekening met zijn ge-zondheid en komt op verstandige wijze tegemoet aan zijn familiale en sociale verwachtingen. Werkgevers verwachten dat de reglementering voldoende flexibiliteit biedt om een goede dienst- en zorgverlening te kunnen organiseren.

Waar komen onze vragen op neer? De bestaande regels dateren uit het industriële tijdperk, toen er nog nauwelijks sprake was van de huidige diensteneconomie. De algemene regels zijn dus hopeloos verouderd en houden geen rekening met zorgverlening die 24 uur op 24, 7 dagen op 7, moet worden gegarandeerd. Bovendien werken in de zorgsector heel wat mensen deeltijds. In het licht van de zorgcontinuïteit stelt dit de werkgevers voor nog grotere uitdagin-gen. er is bijgevolg dringend nood aan een nieuwe regelgeving, aangepast aan de specifieke noden van de sector.

Wij hebben de indruk dat de vakbonden de vraag tot actualisatie van de regelgeving over arbeidsduur, die noodzakelijk is om goede zorg te kunnen blijven bieden aan patiënt of be-woner, niet ernstig nemen. In het kader van hun onderhandelingsstrategie wordt de vraag tot flexibilisering louter gebruikt als pasmunt. tot nu toe is de reglementering over arbeidsduur gelijklopend voor de private en de publieke sector. Zorgnet Vlaanderen wil dat graag zo hou-den. Daarom geniet een optreden op wetgevend niveau de voorkeur.

6. Zie: www.rn4cast.eu/en/index.php

Zorgnet Vlaanderen vraagt dringend enkele gerichte en selectieve aanpassingen aan de ar-beidswetgeving. Sommige bepalingen werden bedoeld als bescherming van de werknemers, maar zijn soms tegenstrijdig met de verzuchtingen van het personeel zelf. Ze houden ook te weinig rekening met de vereisten van een kwaliteitsvolle zorg. Zo is het op het vlak van uurroosters vaak koorddansen tussen de vraag van werknemers naar voorspelbaarheid en stabiliteit en de vraag van werkgevers naar de noodzakelijke flexibiliteit om de continuïteit van de dienstverlening te garanderen. Laten we echter niet vergeten dat ook de werknemers de nodige flexibiliteit vragen om arbeid, gezin en vrije tijd in evenwicht te houden.

Zorgnet Vlaanderen blijft zich inzetten voor het beheersen en het verminderen van de werk-druk enerzijds en het waarborgen van stabielere en beter voorspelbare uurroosters ander-zijds. een deel van de oplossing ligt echter in de gevraagde structurele verruiming van het personeelskader. Pieken in de werkdruk en uurroosterwijzigingen, al dan niet in combinatie met plotse stijgingen in de zorgvraag, kunnen zo beter worden opgevangen.

Zorgnet Vlaanderen vraagt concreet dat de volgende bepalingen uit de arbeidswet worden aangepast.

● Het optrekken van het bestaande krediet van deeltijdse medewerkers. aangezien er in onze sector met gemiddelde arbeidsduurregelingen wordt gewerkt, en deeltijdse werk-nemers graag een aantal dagen langere diensten presteren om daarna meerdere dagen thuis te kunnen zijn, blijkt de definitie van ‘bijkomende prestaties’ veel te ruim. Bij de deeltijdse werknemers is het beschikbare krediet vaak al opgebruikt bij de opstelling van een uurrooster dat rekening houdt met het familiale en sociale leven van de werkne-mer, laat staan voor er sprake is van eventuele prestaties geleverd buiten het opgestelde uurrooster.

● een verlaging van de minimale rustperiode van 11 uur tussen twee opeenvolgende arbeidsprestaties tot 9 uur, in welbepaalde omstandigheden. Dat komt tegemoet aan werknemers die onderling diensten wensen te wisselen. Werkgevers zijn hierdoor beter in staat ziekte of een buitengewone vermeerdering van het werk op te vangen.

● een vermindering van de minimale werkperiode van 3 uur in welomschreven omstan-digheden, zoals voor teamvergaderingen, opleidingen, begrafenis van bewoners of ar-beidsgeneeskundige onderzoeken.

Personeelsomkadering herijken

In vergelijking met andere europese landen zijn de meeste personeelsequipes in de Belgische zorgvoorzieningen onderbemand. Zo toonde de RN4cast-studie6 aan dat België één verpleeg-kundige voor tien patiënten financiert, terwijl men in Nederland één verpleegkundige voor zeven patiënten kan inzetten en in de Scandinavische landen zelfs één op vijf. De overheid kan, rekening houdend met de beperkte groeimogelijkheden van de gezondheidsuitgaven, echter een substantiële verbetering van de personeelsallocatie realiseren door het mogelijk te maken dat historische personeelsnormen flexibeler worden toegepast.

Deze flexibele invulling van de personeelsnormen, in het bijzonder die m.b.t. verpleegkundi-gen, zal verschillen naargelang het gaat om een setting van 24-uurszorg dan wel om ambulan-te zorg. Ook de manier waarop de zorgcontinuïteit moet worden gewaarborgd, is afhankelijk van de intensiteit van gevraagde zorgen en/of de mate van beveiliging die voor de opdracht vereist is. algemene normen, zoals 24 uur op 24 twaalf verpleegkundigen per 30 patiënten in alle ziekenhuisdiensten, zijn immers niet meer van deze tijd.

15DUURZaMe ZORG IN tURBULeNte tIjDeN

16 Zorgnet Vlaanderen16 ZORGNet VLaaNDeReN

17Duurzame zorg in turbulente tijDen

Dat alles dient gepaard te gaan met een doorgedreven taakuitzuivering van het werk dat ge-kwalificeerde verpleegkundigen effectief doen op hun afdeling. Indien bepaalde taken even goed kunnen worden uitgevoerd door ander zorgpersoneel, dan moet daar alleszins verder op worden ingezet. In die zin is het belangrijk dat de administratieve ondersteuning op afde-lingsniveau wordt aangepakt en dat financieringssystemen (BFM, RIZIV-forfaits…) de juiste incentives bevatten opdat voorbehouden verpleegkundige handelingen door verpleegkundi-gen worden uitgevoerd en alle ondersteunende zorg- of overige handelingen door andere des-kundigen. De taakuitzuivering van het verpleegkundig beroep dient hand in hand te gaan met een verhoging van de kwalificatie- en specialisatiegraad van de verpleegkundigen die deel uitmaken van multidisciplinaire teams. De gerichte inzet van de masters in de verpleegkunde in de directe zorg zal op die manier tot efficiëntie- en kwaliteitswinsten leiden en bovendien een garantie bieden voor de optimale inzet van lager geschoold en logistiek personeel.

Om dat alles te kunnen realiseren is het noodzakelijk dat de bestaande personeelsnormen op een hoger aggregatieniveau worden geformuleerd, in casu per organisatie en niet langer per afdeling. Zo ontstaat er ruimte voor de gevraagde taakuitzuivering, functiedifferentiatie… Kortom voor de meest efficiënte inzet van de beschikbare mensen en middelen.

een bevraging bij de leden leert dat deze vraag niet alleen zeer sterk leeft bij de ziekenhuizen, maar zeker ook bij de woonzorgcentra en de aanbieders van geestelijke gezondheidszorg.

Participatief personeelsbeleid: één schipper aan het roer

Zorgnet Vlaanderen is van mening dat personeelsbeleid behoort tot het domein van de werk-gevers. De creatie van bijkomende jobs, de toekenning van functies op bepaalde diensten… raken de kern van elke organisatie. Personeelsbeleid is dus per definitie het prerogatief van de werkgever, want het is onlosmakelijk verbonden met de verantwoordelijkheid voor pa-tiëntveiligheid en kwaliteit van zorgen. We stellen vast dat beslissingen die in se principiële beleidskeuzes betreffen, vaak het voorwerp worden van een onvervalste koehandel, doordat de overheid het akkoord van de ondernemingsraad, syndicale delegatie of van de helft van het personeel expressis verbis als voorwaarde inschrijft in de regelgeving. Zorgnet Vlaanderen pleit voor systemen waarin de werkgevers hun instelling voor de volle 100% besturen. er wordt uiteraard geen bezwaar gemaakt tegen informatie-uitwisseling via de ondernemingsraad of de syndicale delegatie. Participatie op grond van informatie en ad-viezen zijn nuttig en zelfs gewenst. De eindverantwoordelijkheid voor goede zorg ligt evenwel bij de raad van bestuur en de directie van de zorginstellingen. Het is dan ook evident dat het personeelsbeleid eveneens tot de eindverantwoordelijkheid van de werkgever behoort, en wel enkel bij hem.

Aanvullend pensioen: retentiebeleid zonder weerhaakjes

De sterk gestegen levensverwachting en de lage geboortecijfers in de laatste decennia van de vorige eeuw hebben de bevolkingspiramide op haar kop gezet. De vergrijzing legt zodoende een zware hypotheek op de betaalbaarheid van het pensioenstelsel, aangezien het volledig op repartitie gebaseerd is. Het aantal verwachte pensioenjaren per persoon neemt bovendien nog toe en het aantal mensen dat aanspraak gaat maken op een wettelijk pensioen, net nu de babyboomgeneratie stopt met werken, zal in de komende decennia spectaculair stijgen.

18 Zorgnet Vlaanderen

Het is dus een open deur intrappen wanneer we stellen dat de overheidsuitgaven voor pensi-oenen op heel korte termijn schrikbarend snel gaan stijgen en onbetaalbaar dreigen te wor-den. Waar onze pensioenen in de jaren 1980, in vergelijking met andere europese landen, nog relatief hoog waren, stellen we nu het omgekeerde vast. De gemiddelde werknemer die na een effectieve loopbaan van 40 jaar op pensioen gaat, zal een pensioen ontvangen dat amper 37% bedraagt van zijn laatste salaris. Heeft deze werknemer echter ook een aanvullend pensioen opgebouwd, dan stijgt zijn pensioen tot 46,6% van zijn laatste loon. Het is al langer duidelijk: het aandeel van de tweede en derde pensioenpijler wordt steeds belangrijker. Wie als oudere zijn levensstandaard wil veiligstellen, moet kunnen terugvallen op initiatieven van de werk-gever of zelf voor het gewenste extraatje zorgen.

tot nu toe kan men in de social profit enkel rekenen op het wettelijke pensioen. Zorgnet Vlaanderen is vragende partij voor de uitbouw van een volwaardige tweede pensioenpijler voor niet-statutair personeel: meer dan 80% van onze medewerkers zijn vrouwen en meer dan 60% werkt deeltijds. ten gevolge van gezinsgerelateerde keuzes (zoals loopbaanon-derbreking) komt een zeer grote groep niet aan een volledige loopbaan. Daardoor zullen de meesten op een klein of zelfs het minimumpensioen terugvallen. een betekenisvol aanvul-lend pensioen in de sector is daarom des te noodzakelijker.

In 2010 startte er een sectoraal systeem van aanvullende pensioenen voor de niet-vastbe-noemde werknemers van de zorgsector. Dat werd afgesproken in het sociaal akkoord van 26 april 2005. Het is echter nu al duidelijk dat de vooropgestelde budgetten ruim onvoldoende zijn om een betekenisvolle aanvulling te bieden bovenop het wettelijke pensioen van de niet-statutaire medewerkers. Het is dan ook absoluut noodzakelijk de hiervoor beschikbare mid-delen op te trekken. Zo komt een aanvaardbaar pensioen (wettelijk en aanvullend) in zicht en verkleint de belangrijke pensioenkloof met het vastbenoemde personeel van de openbare sector.

Voor de Vlaamse zorgvoorzieningen is een degelijk aanvullend pensioen één van de topprio-riteiten voor het volgende sociaal akkoord.

Eenheidsstatuut voor zorgpersoneel

In de federale zorgsectoren werken er bijna 210.000 voltijdse equivalenten. een goede 10%, of 24.369 Vte’s, heeft het statuut van vastbenoemde ambtenaar. In vergelijking met het per-soneel dat met een arbeidsovereenkomst tewerkgesteld is, kunnen zij rekenen op heel wat bijkomende voordelen, hoewel zij dezelfde opdrachten, verantwoordelijkheden en verloning kennen. Het betreft bijvoorbeeld een betere loonbescherming in geval van ziekte of invalidi-teit, een mooiere verlofregeling, een betere bescherming tegen ontslag en een veel royalere pensioenregeling. De financiering van het statuut van vastbenoemde ambtenaren is voor zorginstellingen ech-ter onhoudbaar geworden. ICURO, de koepel van ziekenhuizen met publieke partners, heeft daarom aan zijn leden aanbevolen om niet langer statutair aan te stellen, maar nieuwe mede-werkers aan te werven met een arbeidsovereenkomst.

Onze zorgvoorzieningen vinden dat de volgende regering dringend werk moet maken van de harmonisatie van de personeelsstatuten in de zorgsector, zodat medewerkers eindelijk voor dezelfde inspanningen gelijk beloond worden. Zoals we eerder aanhaalden, is de uitbouw van een volwaardige tweede pensioenpijler voor alle niet-vastbenoemde medewerkers een van de kritische succesfactoren.

19Duurzame zorg in turbulente tijDen

7. Zie charter van Zorgnet Vlaanderen voor een kwaliteitsvolle registratie van gegevens uit de zorgsector, 9 maart 2010; te consulteren op www.zorgnetvlaanderen.be (rubriek: publicaties).

Zorgkundigen

De manier waarop zorgkundigen in de federale zorgsectoren kunnen worden ingezet, onder-ging met de publicatie van het KB van 12 januari 2006 grondige wijzigingen. Het KB voorziet onder meer in een verplichte registratie.

Vijf jaar na datum stellen er zich nog steeds bijzonder acute problemen in de erkennings-procedure bij de FOD Volksgezondheid. Ondanks de stijgende vraag van voorzieningen naar dergelijke medewerkers blijken een aantal categorieën van verzorgenden en/of zorgkundigen niet of niet tijdig te kunnen beschikken over het verplichte attest dat bewijst dat de betrok-kene als zorgkundige is geregistreerd. Bij gebrek aan een attest mag men, conform KB nr. 78, geen handelingen stellen als zorgkundige en zijn de tewerkstellingskansen voor die mensen dus sterk ingeperkt.

Zorgnet Vlaanderen pleit daarom voor haalbare en soepele overgangstermijnen waardoor alle verzorgenden maximaal aan de slag kunnen gaan in de federale zorgsectoren. We vragen tevens dat de FOD Volksgezondheid aanvragers en voorzieningen hiervoor een behoorlijke en correcte dienstverlening aanbiedt, de diploma’s zoals afgeleverd door de bevoegde onder-wijsinstanties van de Gemeenschappen respecteert én onverkort accepteert, en bovendien de tijdrovende procedure via de erkenningscommissie van de Nationale Raad voor Verpleeg-kunde afschaft.

Registraties

De zorgsector gaat gebukt onder de registratielasten, terwijl de overheden die de verplichtingen opleggen er niet in slagen de opgevraagde data te verwerken of voor terugkoppeling te zorgen.een studie van Zorgnet Vlaanderen uit 2010 leert dat er in België een equivalent van 800 Vte medewerkers continu bezig is met verplichte ziekenhuisregistraties7. een drastische inper-king van de registratielast zal ertoe leiden dat met dezelfde middelen meer mensen voor de zorg kunnen worden ingezet.

Daarom pleiten we voor een doordachte en selectieve registratie, gekoppeld aan een snellere verwerking en zinvolle feedback, zodat de geleverde inspanningen ten minste renderen op klinisch of verpleegkundig niveau. Daarnaast moet een dergelijke selectieve registratie ook het nodige materiaal aanleveren voor zorgstrategische beslissingen van overheidswege.

Daarbovenop moeten er heel wat documenten en attesten worden overgemaakt aan de zie-kenfondsen, sommige daarvan zowel elektronisch als op papier. De afschaffing van dubbele circuits en het beperken van alle administratieve stromen tot deze met werkelijke toegevoeg-de waarde kunnen een belangrijke efficiëntiewinst betekenen.

Overheidsopdrachten

De nieuwe wet op de overheidsopdrachten zal weldra ook de private zorginstellingen, waar-van de inkomsten voor meer dan 50% afkomstig zijn uit overheidsmiddelen, verplichten om voor hun aankopen met deze wetgeving rekening te houden. Zorginstellingen worden euro-peesrechtelijk al gelijkgesteld met ondernemingen, waardoor de toekenning van werkings-middelen door de overheid sowieso in overeenstemming moet zijn met de europese regels over staatssteun. De Belgische wetgever acht het echter nodig strikter te zijn dan de europese, wat de bureaucratie alleen maar doet toenemen.

20 Zorgnet Vlaanderen

Zorgnet Vlaanderen vraagt dat de federale overheid:

● actief deelneemt aan het debat over de modernisering van de europese richtlijnen over overheidsopdrachten en specifieke aandacht vraagt voor de problemen die deze wetge-ving voor de private zorginstellingen met zich meebrengt

● de Belgische drempelbedragen verhoogt voor het gebruik van de onderhandelingspro-cedure zonder bekendmaking

● aandacht heeft voor de specifieke situatie van zorginstellingen bij het implementeren van de europese richtlijn 2011/7 over de bestrijding van betalingsachterstand bij han-delstransacties.

Belasting op de toegevoegde waarde (BTW)

Momenteel heerst er in europa een debat over de toekomst van de europese BtW-richtlijnen. Zorgnet Vlaanderen vraagt vooreerst het behoud van de BtW-vrijstellingen voor zorgactivi-teiten, zoals opgenomen in art. 44, §2 van het BtW-Wetboek en afkomstig uit de europese BtW-Richtlijn. Zorgnet Vlaanderen wenst ook een haalbare interpretatie van de vrijstellingen om samenwerking tussen zorgvoorzieningen te faciliteren. Zorg die de internationale trends naar meer multidisciplinariteit en specialisatie volgt, wordt steeds meer in team en zelfs voor-zieningoverschrijdend aangeboden. Het met BtW belasten van kostenverrekeningen tussen samenwerkende zorgvoorzieningen zou dan ook de bestaande vrijstelling voor zorgactivitei-ten volledig uithollen. tot slot is Zorgnet Vlaanderen voorstander van een harmonisatie van het BtW-tarief voor bouwwerken die dienen voor zorgverstrekking. Het gunstregime voor bij-voorbeeld de ouderenzorgvoorzieningen dient dan ook uitgebreid te worden tot alle zorgsec-toren waar patiënten/cliënten/bewoners verblijven.

een principiële toepassing van de BtW-wetgeving mag er alleszins niet toe leiden dat gezond-heidszorg nog duurder en bijgevolg minder toegankelijk wordt.

Patiëntenrechten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg

De richtlijn 2011/24 over patiëntenrechten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg, die tegen 25 oktober 2013 in het Belgisch recht moet zijn geïmplementeerd, zal een belangrijke invloed uitoefenen op de Belgische gezondheidszorg. Zo verplicht deze richtlijn om uitvoering te geven aan art. 81 van de wet op de ziekenhuizen en dus te bepalen welke zorg enkel in een erkend ziekenhuis mag worden verstrekt en welke ook daarbuiten. Zorgnet Vlaanderen vraagt dat de federale overheid de koepels van ziekenhuizen actief betrekt bij alle besprekingen hieromtrent die, rechtstreeks of onrechtstreeks, gevolgen kunnen hebben voor de ziekenhuizen.

Staatssteun voor diensten van algemeen economisch belang

aangezien de meeste zorginstellingen “ondernemingen” zijn in europeesrechtelijke zin, moe-ten de hen toegekende overheidsmiddelen in overeenstemming zijn met europese regels voor staatssteun. Om taken of diensten van algemeen economisch belang (zoals gezondheidszorg) te kunnen garanderen, laat de europese Commissie overheidssteun toe voor zorginstellingen, op voorwaarde dat ze voldoen aan de zogenaamde altmark-criteria. Die gaan onder meer na of een organisatie wel degelijk officieel door de overheid belast is met een taak van algemeen economisch belang en of die organisatie daarvoor geen overdreven compensatie krijgt. een toelage is in deze context overdreven indien zij hoger zou zijn dan de gangbare marktprijs voor soortgelijke taken of diensten. Vermoedelijk komt de europese Commissie in september 2011 met een nieuw en beter omlijnd altmark-pakket voor de dag. Zorgnet Vlaanderen vraagt daarom dat de federale overheid actief deelneemt aan het debat dat hierop zal volgen en daarbij bijzondere aandacht besteedt aan de mogelijke gevolgen voor de zorgvoorzieningen.

21Duurzame zorg in turbulente tijDen

Zorg- en begeleidingstrajecten voor palliatieve patiënten

De menswaardige begeleiding van patiënten of bewoners in hun laatste levensfase is een kernopdracht van onze voorzieningen. Vele ziekenhuizen hebben echter geen of onvoldoen-de palliatieve bedden om een afdoend antwoord te bieden op de echte noden en vragen van patiënten en familie. De federale en Vlaamse overheden slagen er samen niet in om voor deze patiënten een voldoende ruim en aangepast aanbod te creëren. een manke verdeling van be-voegdheden tussen Gemeenschappen en federale overheid is mogelijk een van de oorzaken.

Zorgnet Vlaanderen vraagt dat de overheid alle nodige stappen zet om aan het probleem van de ontoereikende palliatieve zorg in de algemene ziekenhuizen te verhelpen. een dringende aanpassing van het aantal bedden Sp-palliatief én een aangepaste en bijkomende financie-ring zijn noodzakelijk zodat elk acuut ziekenhuis kan beschikken over een eenheid met mini-mum zes palliatieve bedden.

Ook in de psychiatrische ziekenhuizen en de PVt’s moeten patiënten een beroep kunnen doen op deskundige palliatieve begeleiding. Daarom stelt Zorgnet Vlaanderen voor dat de nieuwe regering een palliatief forfait uitwerkt om het betrokken personeel te sensibiliseren en beter te vormen.

Palliatieve zorg in woonzorgcentra vraagt niet alleen bijzondere medische en verpleegkun-dige deskundigheid, maar ook de ondersteuning van bewoners, hun familie en de betrokken zorgequipe. Zorgnet Vlaanderen pleit daarom voor de volwaardige uitbouw van de palliatieve functie in woonzorgcentra door de financiering van een gespecialiseerde referentiepersoon en door de uitbreiding van het aanbod aan palliatief kortverblijf en dagverzorging. Bovendien moet het palliatief forfait voor thuisverzorging ook toegekend worden aan bewoners van een woonzorgcentrum.

Zorgnet Vlaanderen vraagt dat de federale overheid alle betrokkenen rond de tafel brengt om het bestaande aanbod te evalueren en te actualiseren, met het oog op sectoroverschrijdende zorg- en begeleidingstrajecten voor palliatieve patiënten.

Interculturele zorg

Onze samenleving, en dus ook de zorgverlening, worden almaar diverser en kleurrijker. Daar-door staan we voor bijzondere uitdagingen. Zorgvoorzieningen worden elk op hun manier uitgedaagd om intercultureel te werken. De uitdagingen zijn groot en oplossingen liggen niet meteen voor de hand. In dit proces zal iedereen zoekend en tastend op weg moeten gaan, wetende dat interculturalisering een actief en dynamisch verhaal is dat geschiedt volgens een geheel eigen tempo, ritme en draagkracht. Het is maatwerk pur sang.

Zorgnet Vlaanderen vraagt dat de overheid de meerwaarde van interculturele zorg erkent en stelt daarom aan de federale regering voor:

● om bijzondere aandacht te hebben voor de specifieke en complexe wijze waarop zorg-voorzieningen een cultuurgevoelige zorgverlening trachten aan te bieden

● om in overleg met de zorgsector concrete modellen te ontwikkelen waarmee cultuurge-voelige zorg kan worden gerealiseerd en ondersteund

● dat er financiële stimulansen voorzien worden voor een intercultureel zorg- en personeelsbeleid (interculturele bemiddeling, tolkendiensten, opstellen van diversi-teitsplannen, aanwerven van een diversiteitsmedewerker…).

22 Zorgnet Vlaanderen

8. Zie publicatie van Zorgnet Vlaanderen, Ook morgen nog zeker van pediatrische zorgen, 1 juli 2011; te consulteren op www.zorgnetvlaanderen.be (rubriek: publicaties).

3 Specifieke aandachtspunten algemene ziekenhuizen

Zorgprogramma pediatrie

De regering dient de nood aan en de spreiding van ziekenhuiszorg voor kinderen te evalueren en alle ziekenhuizen de mogelijkheid te geven om die zorg aan te bieden. Zorgnet Vlaanderen vraagt dat de verplichting om tegen 1 januari 2012 een vierde pediater in dienst te nemen om de erkenning voor het zorgprogramma te behouden, wordt herbekeken in het kader van een toekomstgerichte diversificatie van het zorgprogramma voor kinderen. We presenteerden hiervoor een uitgewerkt voorstel in de publicatie Ook morgen nog zeker van pediatrische zor-gen8.

We vragen dat de overheid maatregelen neemt om de horizontale en verticale netwerking tussen ziekenhuizen te bevorderen. Daarvoor moet onder meer ingezet worden op nieuwe technologieën zoals telemedicine en een deugdelijk elektronisch medisch dossier dat alle behandelend artsen, mits akkoord van de ouders, kunnen raadplegen. De verdere uitbouw van het zorgprogramma pediatrie dient tevens aan te sluiten bij het op stapel staande GGZ-zorgprogramma voor kinderen en jongeren, onder meer met het oog op een externe liaison vanuit de GGZ naar de pediatriediensten in de algemene ziekenhuizen.

Zorgprogramma cardiologie

Zorgnet Vlaanderen vraagt dat de regering dit dossier, conform het meest recente unanieme advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, na meer dan tien jaar studie en wetgevende initiatieven eindelijk finaliseert.

Het bestaan van afzonderlijke B2-deelprogramma’s is dringend vereist, aangezien de weten-schappelijke aanbevelingen voor een SteMI-infarct momenteel de interventiecardiologie als eerste keuze naar voor schuiven. Het sterk beperkt houden van deze diensten, waardoor zo-wel de interventiecardiologen als de patiënten massaal moeten worden overgebracht van het ene ziekenhuis naar het andere is onwerkbaar, uiterst inefficiënt en slecht voor de volksge-zondheid, de patiënt en het gezondheidsbudget.

Zorgprogramma revalidatie

een goede neurologisch-locomotorische revalidatie veronderstelt een functioneel netwerk met in het bijzonder diensten voor fysische geneeskunde en revalidatie, regionale centra, categorale en specifieke referentiecentra. Zorgnet Vlaanderen vraagt dat de regering de con-crete uitwerking van dit zorgnetwerk formuleert binnen een zorgprogramma revalidatie en hiervoor doorverwijzingsprogramma’s en een aangepaste financiering voorziet. Ze dient bij-komend de reële behoefte aan Sp-bedden en herstelverblijven te onderzoeken en desgeval-lend de programmatie uit te breiden.

23Duurzame zorg in turbulente tijDen

9. De tussenkomst door de verplichte ziekteverzekering over beeldvorming met Conebeam Ct buiten het ziekenhuis wordt uitgebreid besproken in de RIZIV-nota’s met referentie CGV 2010/388, CGV 2011/54 en CGV 2011/099.

Nucleaire magnetische resonantie tomograaf (NMR)

elk acuut ziekenhuis moet over een NMR-toestel kunnen beschikken, aangezien dergelijke beeldvorming op vandaag tot de basisdiagnostiek behoort. Het is bovendien een veilig al-ternatief voor de ioniserende straling van de Ct-onderzoeken die momenteel in dringende gevallen plaatsvinden omdat er niet tijdig toegang is tot NMR-technologie. Goede afspraken over financiering en honorering moeten de exploitatie voor het ziekenhuis mogelijk maken, zonder de nationale budgetten voor medische beeldvorming te belasten.

Rol en opdracht van regionale ziekenhuizen

Nieuwe regels over zorgprogramma’s en medische diensten stellen steeds hogere eisen en creëren drempels inzake uitrusting, technologie en personeel. Het gaat echter niet alleen om kwantiteit, maar vooral om kwaliteit. Kwantitatieve parameters als maatstaven voor kwali-teitsvol werken schieten tekort. Deze parameters dienen aangevuld te worden door indica-toren die op het einde van de behandeling in het ziekenhuis inzicht verschaffen in de resul-taten van de aangeboden medische en zorgprocessen. Dat is uiteraard een veel zinvollere benadering dan bijvoorbeeld arbitrair te stellen dat men minimaal 150 borstkankers per jaar moet behandelen om erkend te blijven als “borstkliniek”. Het is bovendien zonneklaar dat een dergelijk simplistisch programmatie- en erkenningsbeleid niet langer de europese moti-vatietoets kan doorstaan.

Steeds verdergaande kwantitatieve programmatie- en erkenningsregels bedreigen de regi-onale ziekenhuizen in hun voortbestaan, zonder dat de essentie wordt beoordeeld: leveren deze ziekenhuizen een meerwaarde voor de volksgezondheid of niet? Het gevaar is dat de noodzakelijke zorg in de nabijheid van de patiënt in het gedrang komt, terwijl net die een vaststaand element van kwaliteit is.

Zorgnet Vlaanderen vraagt daarom dat de regering met de ziekenhuizen overleg opstart om de rol, de opdracht en de verwachtingen van regionale ziekenhuizen preciezer te omschrij-ven. Op die manier krijgen deze ziekenhuizen de kans om tegemoet te blijven komen aan de noden van de bevolking.

Commerciële klinieken

Het Belgische gezondheidszorgsysteem wordt internationaal sterk gewaardeerd en geniet het vertrouwen van de hele bevolking. Iedereen die bekommerd is om kwaliteit en patiëntveilig-heid kan stellen stelt dat een blinde toepassing van de vrijemarkteconomie in de zorg een foute beleidskeuze is. Gezondheidszorg is immers, wat economen noemen, een merit good. Dat zijn goederen en diensten die vanuit maatschappelijk oogpunt zo’n belangrijke toege-voegde waarde bieden dat een actief samenspel tussen overheid en actoren vereist is om het voordeel van die goederen en diensten maximaal te vrijwaren voor alle burgers.

In tegenstelling tot wat men dus zou verwachten, keurden de ziekenfondsen en de tandart-sen binnen het RIZIV recent de terugbetaling goed van Ct-onderzoeken buiten het zieken-huis9. Hierdoor dreigt een van de laatste hindernissen om volledig commerciële klinieken uit te bouwen te sneuvelen, namelijk het kunnen beschikken over terugbetaling voor zware medisch-technische apparatuur.

24 Zorgnet Vlaanderen

10. Voor meer informatie verwijzen we naar het ICURO-dossier “Crisisplan pensioenen statutaire medewerkers in ziekenhuizen”; te consulteren op www.icuro.be/werkgroepen/ziekenhuispersoneel.php#crisisplan

Zorgnet Vlaanderen is van oordeel dat we onze huidige bijzonder kwaliteitsvolle en toegan-kelijke gezondheidszorgsysteem, moeizaam en met veel inspanningen opgebouwd, niet zo-maar mogen prijsgeven. De regering moet daarom, in het belang van de volksgezondheid, effectieve maatregelen nemen om de continuïteit van zorgen voor alle patiënten, ook de ern-stig zieken, effectief te vrijwaren. Dat is de enige manier om de risico’s van een commerciële gezondheidszorg (zoals ongelijke toegankelijkheid en kwaliteit van zorg, uitsluiting van de meest kwetsbare patiëntengroepen) daadwerkelijk te voorkomen en te vermijden dat de ver-plichte ziekteverzekering schatplichtig wordt aan de principes van de pure winstmaximali-satie.

Kostendekkende financiering ziekenhuispersoneel

Voor sommige personeelscategorieën zoals IBF, sociale maribel, t1&t2-personeel in de psy-chiatrische ziekenhuizen… is de financiering structureel ontoereikend. Zorgnet Vlaanderen vraagt dat de regering zich ertoe verbindt om die tekorten in de loop van de komende le-gislatuur weg te werken. een kostendekkende financiering van het ziekenhuispersoneel is daarom een prioriteit voor de regering. alle kosten van normering voor algemene en psychia-trische ziekenhuizen verdienen een adequate vergoeding. Wij vragen dat de nieuwe regering de niet-gefinancierde meerkosten op correcte wijze vergoedt en dat nieuwe sociale akkoorden geen aanleiding geven tot bijkomende onderfinanciering.

Financiering pensioenen zorgpersoneel

er ligt momenteel een belangrijke hervorming ter tafel van de financiering van het pensioen-stelsel van vastbenoemde medewerkers van plaatselijke en provinciale overheden (waartoe onder meer de openbare ziekenhuizen behoren). Die hervorming heeft verstrekkende finan-ciële gevolgen voor de ziekenhuizen die vastbenoemd personeel tewerkstellen10.

Zoals eerder aangehaald zijn de Vlaamse ziekenhuizen van oordeel dat de komende regering dringend werk moet maken van een contractueel eenheidsstatuut en dat er dus best geen vaste benoemingen in de ziekenhuissector meer gebeuren. In het licht van de harmonisatie van de personeelsstatuten in de zorgsector is het noodzakelijk dat de volgende regering bij-komende middelen voorziet om, tegelijkertijd én op gelijkwaardige wijze, de uitbouw van een daadwerkelijke tweede pensioenpijler aan te vatten en de meerkost van de vermelde pensioenhervorming voor de ziekenhuizen met vastbenoemd personeel op zich te nemen. Zodoende zal alle zorgpersoneel aanspraak kunnen maken op een gelijkwaardig pensioen. Het is daarbij evident dat de budgettaire inspanning van de federale overheid proportioneel gespreid moet worden over vastbenoemd en contractueel personeel.

Impact van registraties op de ziekenhuisfinanciering

De minimale ziekenhuisgegevens (MZG) spelen een steeds belangrijkere rol in de financiering van de algemene ziekenhuizen. Ze dienen niet alleen als basis voor het Budget van Financiële Middelen, maar onderbouwen tevens de financiering van geneesmiddelen voor gehospitali-seerde patiënten, de klinische biologie, de radiologie, de referentiebedragen…

25Duurzame zorg in turbulente tijDen

een foutieve of onvolledige registratie van die gegevens leidt tot een onrechtvaardige verde-ling van de middelen. Daarenboven worden voor de huidige berekening gegevens gebruikt die dateren van een aantal jaren terug. De regering moet erover waken dat de MZG-registratie strikt wordt gecontroleerd en dat misbruiken en fraude daadwerkelijk gesanctioneerd wor-den zodat voorzieningen effectief gefinancierd worden op basis van de meest relevante, re-cente, gecontroleerde en gevalideerde gegevens.

Ondertussen werd binnen de MZG-registratie een nieuw instrument ontwikkeld om de ver-pleegkundige ziekenhuisactiviteit in kaart te brengen. We pleiten ervoor dat die registratie in de ziekenhuisfinanciering zou worden gebruikt als basis om de verschillen in verpleegkun-dige werkbelasting per klinisch homogene patiëntengroep te berekenen. Hiervoor moeten de verpleegkundige en medische registratie binnen de MZG met elkaar in verband worden gebracht. Op die manier kunnen op nationaal niveau, en dus niet per instelling, gestandaar-diseerde zorgprofielen per aPR-DRG en severity worden vastgelegd.

Financiering van het dagziekenhuis

We vragen dat de nieuwe regering het gebruik van het dagziekenhuis verder zou aanmoedi-gen door de uitbouw van een adequaat financieringsmechanisme voor oncologische en pedi-atrische zorg in het dagziekenhuis. Gelijke dagziekenhuisactiviteiten moeten op gelijke wijze worden gefinancierd. Onverklaarbare verschillen tussen ziekenhuizen in de financiering per prestatie die zij voor hun dagactiviteiten ontvangen (en dus in se discriminerend) moeten onmiddellijk worden stopgezet.

Inhaalbedragen

De FOD Volksgezondheid heeft de herzieningen voor het Budget van Financiële Middelen van de jaren 2005 – 2006 afgerond. Zorgnet Vlaanderen vraagt dat de andere achterstallige facturen, in het bijzonder die voor de jaren 2007 en later, dringend worden vastgesteld en dat de regering de nodige middelen vrijmaakt om haar verplichtingen ten aanzien van algemene en psychiatrische ziekenhuizen na te komen.

Ziekenhuisapotheek

De ziekenhuisapotheker is niet meer de loutere “leverancier van medicatie” maar wordt terecht nauw betrokken bij het kwaliteitsbeleid in de zorg (medisch-farmaceutisch comité, farmacovigilantie, geneesmiddelendistributie, ondersteuning van patiënten, klinische far-macie…). Bovendien dreigt er in de komende jaren een schaarste aan ziekenhuisapothekers. een nieuw functieprofiel van de ziekenhuisapotheker dient te worden uitgetekend, samen met het creëren van aantrekkelijker arbeidsvoorwaarden. Hiervoor is een verhoging van de basisfinanciering voor de ziekenhuisapotheek nodig.

Medisch materiaal

Zorgnet Vlaanderen vraagt dat de regering inspanningen doet om via het ziekenhuisbudget of de verplichte ziekteverzekering de reële kost van medisch materiaal correct te vergoeden, zodat de financiële toegankelijkheid van de zorg gewaarborgd blijft. een billijke vergoeding voor medisch materiaal moet de tariefzekerheid voor de patiënt ten goede komen. We vragen dat het geldende juridische kader wordt aanpast. Dat moet duidelijk stellen ten laste van welke partij het medisch materiaal mag worden gelegd. er moet naar gestreefd worden dat

26 Zorgnet Vlaanderen

niet alleen de nieuwe, maar ook de al op de markt zijnde medische materialen zo goedkoop mogelijk worden aangeboden (o.a. door een verlaging van de geldende BtW-tarieven).

Ziekenhuizen maken veelvuldig gebruik van medisch materiaal dat zogezegd maar eenmaal mag worden gebruikt. Reprocessing maakt het hergebruik van dergelijke materialen moge-lijk, waarbij zowel steriliteit als functionaliteit gewaarborgd blijven. een belangrijke voor-waarde voor reprocessing is dat de verantwoordelijkheden en de aansprakelijkheid van alle betrokken partijen duidelijk worden gesteld. De Belgische regelgeving verbiedt reprocessing momenteel niet, maar ze dient verfijnd te worden zodat op deze vragen een antwoord komt. Zorgnet Vlaanderen vraagt dat de volgende regering reprocessing expliciet mogelijk maakt en hiervoor duidelijke regels opstelt waarbij, conform het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, voldoende aandacht gaat naar het opstellen van guidelines met goede praktijkvoeringen van sterilisatieafdelingen in de ziekenhuizen.

ICT

Nieuwe technologieën voor communicatie en de verzameling en verwerking van gegevens zijn al lang essentieel voor het bestuur en het functioneren van elk ziekenhuis. Het belang ervan zal bovendien nog exponentieel toenemen. De regering dient een leidende rol te spelen in allerhande initiatieven om het gebruik en de toepassing van ICt-applicaties in de alge-mene, maar ook de psychiatrische ziekenhuizen te promoten. We vragen dat elk ziekenhuis minstens één arts-specialist in het beheer van de gezondheidsgegevens ter beschikking krijgt voor deze opdracht. De financiering ervan moet gebeuren via het Budget van Financiële Mid-delen.

27Duurzame zorg in turbulente tijDen

4 Specifieke aandachtspunten geestelijke gezondheidszorg Het is essentieel dat het taboe over psychisch ziek zijn verder wordt doorbroken, zodat de drem-pel om tijdig gespecialiseerde hulp te zoeken verlaagt. Hiervoor moet het aanbod aan geeste-lijke gezondheidszorg (GGZ) verder worden uitgebouwd. Dat kan door enerzijds het bestaande aanbod te flexibiliseren, waarbij aanwezige mankracht en middelen op een andere manier wor-den ingezet, en anderzijds ddor nieuwe zorgvormen en innovatieve werkwijzen bijkomend te financieren. Op die manier kunnen de lacunes in de zorg en de onaanvaardbare wachtlijsten sneller worden weggewerkt. Zorgnet Vlaanderen vraagt dat de nieuwe regering in de komende legislatuur de extra middelen voor de transformatie en de verdere uitbouw van de sector van de geestelijke gezondheidszorg garandeert in een vooraf vastgelegde en gewaarborgde groeinorm. Onze absolute prioriteit gaat hierbij naar de doelgroepen kinderen en jongeren.

Projecten art. 107: zorgcircuits en netwerken

De principes voor een nieuwe organisatie van de geestelijke gezondheidzorg voor de doel-groep volwassenen werden al vastgelegd in de Interministeriële Conferentie van 26 april 2010 en de gids Naar een betere geestelijke gezondheidszorg door de realisatie van zorgcircuits en netwerken. Daarin pleiten de bevoegde federale, Gewest- en Gemeenschapsoverheden voor de uitbouw van voorzieningsoverschrijdende zorgprogramma’s voor de doelgroep volwas-senen via zorgcircuits en netwerken die betrekking hebben op algemene en psychiatrische ziekenhuizen, psychiatrische verzorgingstehuizen (PVt), initiatieven beschut wonen (IBW), centra die werken met revalidatie-overeenkomsten en de centra geestelijke gezondheidszorg (CGG).

De realisatie van zorgcircuits en netwerken vereist een verregaande transformatie en flexi-bilisering van de huidige voorzienings- en aanbodgerichte zorgverlening. Die omschakeling zal in eerste instantie gebeuren via het systeem van de zogenaamde “artikel 107”-projecten.

alle bevoegde overheden engageerden zich tijdens de interministeriële conferenties van 20 december 2010 en 6 juni 2011 om de nodige inspanningen te leveren voor de omschakeling van residentiële naar meer ambulante zorg over het hele land. In eerste instantie werd af-gesproken om in de komende jaren extra zorgcircuits en netwerken te financieren zodat de transformatie in de betrokken werkingsgebieden kan starten. In 2011 gingen hiervoor tien proefprojecten van start. Indien de RIZIV-begroting voor 2012 het toelaat, zullen er tien bij-komende projecten kunnen beginnen. Daarnaast werd overeengekomen om de bestaande re-gelgeving en financiering aan te passen zodat de al aanwezige middelen op flexibele wijze ge-bruikt mogen worden voor meer ambulant georiënteerde zorgverlening. In concreto moeten de geldende erkennings- en financieringsregels voor IBW, PVt en centra met een revalidatie-overeenkomst voor psychosociale zorg en verslaving dus toelaten dat ook zij in de toekomst hun beschikbare middelen flexibeler kunnen inzetten voor ambulante activiteiten.

Om deze beter geïntegreerde zorgvormen aan te bieden, en zodoende meer zorgcapaciteit ter beschikking te stellen van de maatschappij, is het noodzakelijk dat de hulpverleners uit de GGZ-sector een beroep kunnen doen op de expertise van andere actoren (en vice versa). Daarbij denken we onder meer aan de eerstelijnsgezondheidszorg, justitie, arbeid en tewerk-stelling, vorming en onderwijs, welzijn, jeugd- en ouderenbeleid, huisvesting, maatschap-

28 Zorgnet Vlaanderen

pelijke integratie… Zorgnet Vlaanderen stelt voor dat de bevoegde federale, Gewest- en Gemeenschaps overheden samenwerkings- of protocolakkoorden afsluiten om de samenwer-king en de wederzijdse ondersteuning tussen GGZ-actoren en andere partners te waarborgen.

Financiële toegankelijkheid voor kwetsbare psychiatrische patiënten

Psychiatrische patiënten en hun familie bevinden zich dikwijls in een financieel kwetsbare situatie. Hierdoor hebben grote groepen patiënten een moeilijker toegang tot de zorg; vaak zijn financiële redenen de oorzaak van het voortijdig afbreken van zorg. In de geestelijke ge-zondheidszorg gebeurt het nog vaak: “ziek maakt arm en arm maakt ziek”. We vragen daarom aan de federale regering om een rapport op te stellen met concrete beleidsaanbevelingen om de financiële situatie van personen met een psychische problematiek te verbeteren. een be-langrijke aanbeveling zou erin kunnen bestaan dat de bestaande inactiviteitsvallen dringend moeten worden weggewerkt. Voor hun integratie in de maatschappij is het belangrijk dat mensen met een psychisch probleem gemakkelijker aan een job raken en minder financiële zorgen hebben.

Psychiatrische patiënten die langdurig een beroep moeten doen op GGZ-hulpverlening in hun thuismilieu haken vaak af doordat zij de nodige zorg niet langer kunnen betalen. We vragen dat de regering hiervoor naar oplossingen zoekt.

Volwaardige financiering is investeren in menselijk kapitaal

een kostendekkende financiering van de GGZ-voorzieningen en -diensten dringt zich op. De tekorten kunnen immers niet worden gecompenseerd door een hogere eigen bijdrage van de patiënten, door prestaties van medisch-technische diensten of inkomsten uit artsenho-noraria… De regering moet tijdens de komende legislatuur werk maken van een correcte en volwaardige financiering van het personeelskader van de GGZ-voorzieningen en -diensten die participeren aan de hierboven geschetste zorgvernieuwingsprojecten.

Zorgnet Vlaanderen vraagt dat vooral de vergoeding van psychiaters zou verbeteren voor de opdrachten die zij opnemen in het kader van de voorzieningoverschrijdende GGZ-zorgpro-gramma’s. Concreet dienen de volgende medische opdrachten via een globale opdrachtenfi-nanciering te worden vergoed in het kader van de uitbouw van zorgcircuits en netwerken: de participatie aan wachtdiensten voor de behandeling van spoedgevallen, de coördinatie van multidisciplinaire equipes, het overleg met en coaching van andere partners of verwijzers (huisartsen, jeugdrechters…) en de opvang en begeleiding van familie. De herwaardering van het ereloon van de psychiaters moet expliciet en onverkort gekoppeld zijn aan hun medische bijdrage in de uit te bouwen zorgtrajecten en de garantie van een medische continuïteit (24 uur op 24) binnen de GGZ-zorgprogramma’s. artsen die samenwerken in het kader van de nieuwe zorgprogramma’s moeten trouwens gelijkwaardig gehonoreerd worden, ongeacht of zij verbonden zijn aan een psychiatrisch ziekenhuis, een PaaZ-dienst, een PVt, een initiatief voor beschut wonen of een centrum voor geestelijke gezondheidszorg.

De regering moet tevens het initiatief nemen om voor psychologen en andere GGZ-zorgverle-ners een passende plaats te voorzien in KB nr. 78 op de gezondheidszorgberoepen.

Zorgnet Vlaanderen vraagt ook dat de nieuwe regering de nodige stappen zet om de centra voor geestelijke gezondheid het statuut te geven van een door het RIZIV erkende zorgverstrek-ker. Op die manier kan een specifieke financiering worden gerealiseerd voor de artsen die er werken en deelnemen aan de hoger geschetste activiteiten voor de uitbouw van zorgcircuits en netwerken.

29Duurzame zorg in turbulente tijDen

tot slot wijzen we erop dat de aandachtspunten voor de kostendekkende financiering van ziekenhuispersoneel, inhaalbedragen, ziekenhuisapotheek, ICt en de pensioenen van het zorgpersoneel evenzeer van toepassing zijn voor de psychiatrische ziekenhuizen.

Forensische zorgtrajecten voor geïnterneerden

Het ‘Comité ter preventie van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of be-straffing’ van de Raad van europa veroordeelde België al herhaaldelijk voor het feit dat meer dan duizend geïnterneerden zonder enige behandeling in overvolle gevangenissen verblij-ven. In 2007 werd gestart met de creatie van een specifiek GGZ-zorgtraject voor geïnterneer-den. In 2009 besliste de federale regering om de uitbouw van dit zorgtraject te versnellen: over vier begrotingsjaren moest het noodzakelijke aanbod worden gerealiseerd.

een eerste fase is in uitvoering en een tweede fase staat op stapel. Het volledige regeringsplan tot uitbouw van een zorgtraject voor geïnterneerden moet echter onverkort worden uitgevoerd. er blijft immers nood aan extra behandelcapaciteit voor:

● geïnterneerden die kampen met psychoses, een verslaving of andere GGZ-stoornissen● seksuele delinquenten● geïnterneerden met tegelijkertijd een GGZ-stoornis en een verstandelijke handicap.

Daarnaast is er nood aan de uitbouw van liaisonfuncties, crisiszorg en assertieve zorg. In de twee volgende begrotingsjaren moeten de nodige middelen worden uitgetrokken om gespeci-aliseerde eenheden te kunnen opstarten.

tot slot vraagt Zorgnet Vlaanderen dat de nieuwe regering ook additionele middelen voorziet voor de uitbating, als verzorgingsinstelling, van de twee forensisch-psychiatrische centra die in Gent en antwerpen in aanbouw zijn.

30 Zorgnet Vlaanderen

5Aandachtspunten ouderenzorgEen doordacht meerjarenplan

Coherent zorgprogramma voor ouderen

Residentiële ouderenzorg is een groeipool. een ouderwordende bevolking en toenemende druk op de mantelzorgcapaciteit dwingen de verplichte ziekteverzekering om samen met de Gemeenschappen en Gewesten een duurzaam en geïntegreerd meerjarenbeleid voor ouderen uit te werken. Het derde protocolakkoord loopt af op 30 september 2011, een vierde protocol-akkoord dringt zich op. Bij het ontwikkelen van een toekomstvisie en bij het vertalen van die visie in beleidsvoorstellen, zowel binnen de federale overheid als in de interministeriële con-ferentie, dient de overheid expliciet de representatieve organisaties van zorgvoorzieningen te betrekken zodat een breed gedragen en realistisch project op de sporen wordt gezet.

De ouderenzorg is continu in verandering. thuiszorg en residentiële ouderenzorg zijn com-plementair. Ondersteuning en samenwerking tussen beide sectoren zijn dan ook belangrijke hefbomen voor de toekomst. aangezien beide sectoren eenzelfde doel dienen en beiden voor-namelijk gefinancierd worden uit overheidsmiddelen, is het belangrijk deze subsidies in kaart te brengen. We menen immers dat er een omslagpunt is, waarbij de collectieve opvang van zwaar zorgbehoevende ouderen maatschappelijk betaalbaarder wordt dan thuiszorg. toch durft niemand zich uit te spreken over waar dat omslagpunt tussen thuis- en residentiële zorg precies ligt. aangezien residentiële ouderenzorg momenteel vooral door de federale overheid gefinancierd wordt en de thuiszorg zowel door de federale als door de Gemeenschappen, blijft er onduidelijkheid over het totale publieke prijskaartje. Zo gelden er bijvoorbeeld mora-toria op het vlak van residentiële capaciteit terwijl deze niet gelden niet voor de terugbetaal-bare prestaties die thuisverpleegkundigen aanrekenen.

Zorgnet Vlaanderen pleit voor een volwaardige opvolger van het zogenaamde protocol 3-akkoord, waarbinnen er voor de komende jaren een beleid wordt uitgestippeld voor de vol-gende thema’s:

● een bewonersgerelateerde en op zorgprofielen gebaseerde financiering die, los van de notie “erkend bed”, noodzakelijke en effectief verstrekte zorg correct vergoedt

● palliatieve zorg ● doelgroepenbeleid ● zorgvernieuwing ● uniforme registratie via het RaI-instrument, zowel in de thuiszorg als

de residentiële zorg● een betere uitwisseling van gegevens en informatie ● architectonische normen en investeringsbeleid in de RVt ● transparantie over de dagprijs en een betere toegankelijkheid van ouderenzorg

voor bewoners● zorgorganisatie ● zorgkwaliteit● medicatiebeleid

31Duurzame zorg in turbulente tijDen 31DUURZaMe ZORG IN tURBULeNte tIjDeN

32 Zorgnet Vlaanderen

Doelgroepenbeleid

een woonzorgcentrum dient tegemoet te komen aan de zorgvragen van een heel heterogene bewonerspopulatie. De zeer beperkte KatZ-indeling (O, a, B, C, Cd) geeft een te beperkt beeld van de zorgnood en schat de zorgkost in sommige gevallen verkeerd in. een nieuw instrument voor de meting van zorgafhankelijkheid dringt zich dus op.

Binnenkort wordt de KatZ-schaal uitgebreid met het D-profiel voor personen met demen-tie. Het is een goed voorbeeld van een doelgroepspecifieke aanpak die verder moet worden aangemoedigd. Zo vragen wij onder meer dat het KCe een onderzoek doet naar psychisch afhankelijke of verwarde bewoners zonder dementie. Dergelijke specifieke zorgnoden dienen navenant vertaald te worden naar vereisten inzake personeel en opleiding.

Daarnaast vergt ook de opvang van personen met jongdementie bijzondere aandacht. tot slot is het belangrijk dat er, los van enig leeftijdscriterium, voorzieningoverschrijdende zorgnet-werken worden uitgebouwd voor chronische zorg. Herstelverblijven, in voorkomend geval in samenwerking met centra voor kortverblijf, moeten hier een vooraanstaande rol in spelen.

Een stimulerende financiering voor woonzorgcentra

Behoefte aan residentiële capaciteit voor ouderenzorg

Op basis van de demografische prognoses is jaarlijks een groei te verwachten van de RVt-rechthebbenden met 5%. Naast de uitbouw van nieuwe zorgvormen zal de vraag naar RVt-capaciteit blijven stijgen. Het afsluiten van een vierde protocolakkoord tussen de federale overheid, de Gewesten en Gemeenschappen is daarom noodzakelijk. Dit protocolakkoord voorziet immers in een budget waarmee een nieuw moratorium kan worden gefinancierd, op basis van de verwachte zorgbehoefte en rekening houdend met de specifieke RVt-normen. De regering kan op die manier de discriminatie tussen gebruikers met eenzelfde zorgprofiel bin-nen ROB enerzijds en RVt anderzijds opheffen. De eerder voorziene uitdovende financiering van zwaar zorgbehoevenden in ROB impliceert logischerwijs een integrale financiering van RVt-gerechtigden.

Daarenboven dient er aandacht te zijn voor nieuwe instellingen. Bij de opstart moeten zij kunnen rekenen op een gepaste financiering op basis van hun reële personeelsbezetting. Het retroactief toekennen van een bijkomende RVt-erkenning vanaf de dag van opening moet haalbaar zijn.

De overheden moeten erover waken dat bij de evaluatie van de zorginnovatieprojecten, zo-als opgestart in het kader van het Protocol 3-akkoord, kwetsbare ouderen ook daadwerkelijk van deze nieuwe zorgvormen kunnen blijven genieten door ze correct te financieren. In een toekomstig protocol 4-akkoord moet men dus een perspectief formuleren voor de structurele inbedding van dergelijke nieuwe zorgvormen en hiervoor equivalentieregels bepalen.

Verder is het voor Zorgnet Vlaanderen belangrijk dat de reconversie van ROB naar RVt buiten het sociaal akkoord wordt gefinancierd. Kwaliteit van zorg, en de discussie over de hiervoor noodzakelijke personeelsleden, is immers te belangrijk om te worden gereduceerd tot een onderdeel van een nieuw sociaal akkoord.

Het RVt-moratorium dient voldoende ruim ingeschat te worden voor de structurele financie-ring van de personeelsomkadering voor psychisch en fysiek zwaar zorgbehoevende ouderen. Vanuit maatschappelijk oogpunt hebben zij recht op een RVt-omkadering. Daarenboven die-nen de equivalentieregels tussen RVt, ROB, (palliatieve) DVC en KV te worden geëvalueerd en eventueel uitgebreid. Dat betekent dat het moratorium ook rekening moet houden met de

33Duurzame zorg in turbulente tijDen

aangroei van licht zorgbehoevende personen. enkel een aangepast aanbod van zorg op maat kan een verblijf in een residentiële omgeving uitstellen.

Voor de inschatting van de benodigde residentiële capaciteit in Vlaanderen verwijzen wij naar de berekeningen en beleidsvoorstellen van de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksge-zondheid en Gezin.

Druk op macroplafond derde luik

De meerkost van de sociale akkoorden, die betrekking hebben op het loontrekkende of sta-tutaire personeel in de ouderenzorgvoorzieningen, wordt gefinancierd via het zogenaamde ‘derde luik’. Het voorziene budget beperkt zich echter tot 24.882 Vte’s en is op enkele tiental-len Vte’s na volledig toegewezen. Dit zogenaamde macroplafond zal dus binnen afzienbare tijd ontoereikend worden.

Zorgnet Vlaanderen vraagt dat de federale overheid lineaire correcties vermijdt door elke in-stelling een microplafond toe te kennen. Bij overschrijding van het macroplafond zouden dan enkel voorzieningen die boven hun microplafond gaan, moeten inleveren. Daarnaast ver-wacht Zorgnet Vlaanderen dat het macroplafond voor de financiering van het derde luik mee evolueert met de groei van de sector. De vraag naar residentiële capaciteit is gekend en neemt stelselmatig toe. een navenante stijging van het macroplafond is dan ook de logica zelve.

Informatisering

Met een goede informatica-infrastructuur kunnen woonzorgcentra heel wat efficiëntiewin-sten boeken. Het doorgedreven gebruik van ICt vergt echter zware investeringen in hardware, software en opleiding. Zorgnet Vlaanderen pleit ervoor om dergelijke investeringen op een hoger niveau te coördineren zodat alle betrokkenen (bewoners, voorzieningen, ziekenfond-sen en overheid) hiervan maximaal de vruchten plukken.

Wij onderschrijven de motie van de Passendale Groep over het multidisciplinair elektronisch zorgdossier. Zo een dossier biedt praktische oplossingen voor een goede communicatie en coördinatie tussen directie, bezoekende huisartsen, CRa’s, apothekers, verpleegkundigen, zorgkundigen en paramedici.

Concreet vraagt Zorgnet Vlaanderen:

● een goede coördinatie van nieuwe initiatieven op de verschillende beleidsniveaus● Het vermijden dat voorzieningen voor verschillende doeleinden dezelfde gegevens

meermaals moeten registreren● Dat de invoering en het gebruik van nieuwe instrumenten, schalen die zorgafhankelijk-

heid meten, procedures en regelgeving maximaal wordt geïnformatiseerd● De ondersteuning en evaluatie van implementatieprogramma’s op het niveau van huis-

artsenkringen, apothekers en woonzorgcentra● een werkbaar wettelijk kader voor de toepassing van ICt in woonzorgcentra en een cor-

recte vergoeding voor het gebruik van hard- en software.

Een gedifferentieerde en geherwaardeerde personeelsomkadering

Ondanks de bestaande structurele werkloosheid krijgt de residentiële ouderenzorg niet alle va-catures opgevuld. De vraag naar personeel zal de komende decennia bovendien verder stijgen. Het is dus uitermate belangrijk dat de arbeidsmarkt wordt gemoderniseerd, zodat het beroep van verpleegkundige of zorgkundige nog aantrekkelijker wordt. Hierbij is de betere verloning van hoofdverpleegkundigen en een sterkere differentiatie in hun takenpakket een topprioriteit.

34 Zorgnet Vlaanderen

Niet alleen een uitbreiding van het personeelskader zal noodzakelijk blijken om de vergrijzing op te vangen; een goede kwalificatiemix dringt zich eveneens op. De personeelsequipes zullen immers evolueren naar multidisciplinaire zorgteams die zeer diverse taken op zich moeten ne-men. De verdere professionele uitbouw van woonzorgcentra vergt een goede ondersteuning van het management. Dat kan, naar analogie met de ziekenhuizen, via een zogenaamde midden-kaderfunctie die verantwoordelijk is voor kwaliteitszorg, registraties, vorming en bijscholing, coaching van nieuwe collega’s… Daarenboven moet de functie van afdelingsverantwoordelijke ten volle ontplooid en ontwikkeld worden, zowel in RVt als in ROB.

De uitbreiding van zorgteams met anders gekwalificeerd personeel vergt bijkomend budget. een alternatieve mogelijkheid bestaat in de flexibilisering van de vereiste kwalificaties bin-nen de personeelsnormen, onder meer door de versterking van de psychologische functie binnen de zorgteams en een opwaardering van de logistieke medewerkers, zonder op voor-zieningsniveau evenwel in te boeten op de globale kwalificatie. Die aanpak kan tevens een oplossing bieden voor de schaarste op de arbeidsmarkt.

Het herwaarderen van de verpleegkundige functie is een prioriteit voor de sector ouderen-zorg. een betere verloning van hoofdverpleegkundigen en een sterkere differentiatie in hun takenpakket is een absolute topprioriteit.

Aandacht voor het woonzorgconcept

Transmurale zorgverstrekking vanuit de woonzorgcentra

Zorgcontinuïteit vereist dat zorgverstrekkers binnen, maar ook buiten de muren van het woonzorgcentrum actief kunnen zijn. In die zin stelt het woonzorgdecreet dat een erkende voorziening ook aan ouderen die er niet wonen, hulp mag bieden. Zorgnet Vlaanderen vraagt dat de federale regering een nieuwe visie op integrale zorg ontwikkelt, waarbij verpleegkun-digen, zorgkundigen en paramedici van woonzorgcentra de mogelijkheid krijgen om ook bij de gebruikers thuis kwaliteitsvolle zorg te borgen.

Ethisch overleg in de ouderenzorg

Gemiddeld verblijven ouderen gedurende één tot anderhalf jaar in het woonzorgcentrum. Voor velen is dit de laatste fase in hun leven. Het is dus cruciaal dat we ons maximaal in-spannen om deze laatste levensfase zo menswaardig mogelijk te laten verlopen. De ethische uitdagingen op dat vlak zijn veelvuldig en complex. Ze gaan van woon-, opname-, zorg- of medicatiebeleid tot animatie, voeding, begeleiding bij het levenseinde, palliatieve zorg... Om menswaardige ouderenzorg nog meer te bevorderen vindt Zorgnet Vlaanderen dat multidisci-plinair ethisch overleg onontbeerlijk is.

Zorgnet Vlaanderen rekent op een federale regering die:

● De werkingsprincipes versterkt zoals gehanteerd in het woonzorgdecreet, waaronder de verplichting voor voorzieningen om een beleid rond ethisch verantwoorde zorg uit te werken

● In overleg met de zorgsector concrete modellen voor ethisch overleg ontwikkelt● Initiatieven voor een ethisch gedragen ouderenzorg, zoals een commissie ethiek, inter-

visies, palliatieve equipes…. financieel ondersteunt.

Het bevorderen van menswaardige ouderenzorg is een basisopdracht voor elke voorziening, zeker als het de laatste levensfase van de bewoners betreft. Multidisciplinair ethisch overleg kan hier zijn steentje toe bijdragen. Zorgnet Vlaanderen rekent op een overheid die dit overleg aanmoedigt en ondersteunt.

Zorgnet Vlaanderen vzw

Guimardstraat 1, 1040 Brussel

t. 02 511 80 08 | F. 02 513 52 69

[email protected]

www.zorgnetvlaanderen.be