Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en...

83
Academiejaar 2014-2015 Tweede examenperiode Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en controle: een fenomenologisch onderzoek Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van master in de Psychologie, afstudeerrichting Klinische Psychologie door Fien Vandamme Onder promotorschap van Prof. Stijn Vanheule Onder begeleiding van David Schrans

Transcript of Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en...

Page 1: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

Academiejaar 2014-2015

Tweede examenperiode

Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en controle: een fenomenologisch onderzoek

Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van master in de Psychologie, afstudeerrichting Klinische

Psychologie

door Fien Vandamme

Onder promotorschap van Prof. Stijn Vanheule

Onder begeleiding van David Schrans

Page 2: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

Ondergetekende, Fien Vandamme, geeft toelating tot het raadplegen van de

scriptie door derden.

Page 3: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

Voorwoord

Aan het eind van deze masterproef blik ik terug op een zeer leerrijke ervaring.

Dit tweejarig project heeft mij door een rollercoaster van emoties gesleurd. Toch

presenteer ik dit project met trots en zie het als een mooie afsluiter van mijn

universitaire studies in de psychologie.

Ik ben zeer dankbaar op feit dat ik mij heb mogen verdiepen op een onderwerp

dat me zeer nauw aan het hart ligt, namelijk de tatoeage. Als houder van negen

tatoeages was ik zeer enthousiast mij toe te leggen op de leefwereld van

getatoeëerde subjecten.

Bij deze wens ik een aantal personen te bedanken die mij op alle mogelijke

manieren hebben ondersteund tijdens het schrijven van deze scriptie. Eerst en

vooral wens ik de vijf geïnterviewde personen en de tattooshop ‘Toryumon’ te

bedanken voor de tijd en moeite die zij voor mijn project hebben vrijgemaakt.

Daarnaast wens ik mijn begeleider, David Schrans, te bedanken voor zijn

duidelijke richtlijnen, helpende feedback en het geduld om deze tekst steeds

opnieuw te herlezen. Ook wens ik de managers en mijn collega’s van Patrick

Foley’s Irish pub te bedanken voor de kans en steun die zij mij gaven om dit

project te vervolledigen. Verder wens ik Marieke Bolle te prijzen voor haar hulp

in het structureren van deze scriptie en haar kritische geest. Als laatst verdienen

mijn vrienden - Kevin, Michael, Edita en Gregory - en familie een woord van dank

voor het geduld die zij hebben opgebracht om mijn geklaag en gejammer te

aanhoren.

Fien Vandamme

Gent, 5 augustus 2015

Page 4: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

“I wonder, only in passing, whether the indelible ornamentation that man inscribes

upon his own epidermis does not respond to a nostalgia for the universal internally

generated coloring of corrollas, furs, shells, carapaces and wings. For man it has

been necessary to create both works and tools outside of himself. But it may be that

he retains an obscure nostalgia to create them on his own body, to make them a

part of it rather than projecting them outwards onto an independent surface,

where he is free to retouch them as he sees fit, which is precisely what painting and

art are.”

- Roger Caillois –

(http://www.goodreads.com)

Page 5: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

Abstract

Identiteit is een begrip dat reeds lange tijd gelinkt wordt aan het tatoeage-

gebeuren. Onderzoek werd reeds gedaan vanuit verschillende hoeken, maar dan

voornamelijk vanuit de antropologie en de sociologie. Het weinig gedane

psychologische onderzoek legt de nadruk op deviante en psychopathologische

drijfveren, vaak in verhouding tot de ander. De beleving van het getatoeëerde

subject lijkt te ontbreken. Verder vertelt voorafgaand onderzoek ons dat de

concepten ‘zelfexpressie’ en ‘controle’ een belangrijke rol spelen bij de tatoeage

in relatie tot identiteit.

Via een thematische analyse wensen wij dit tekort omtrent de beleving op

te vangen. De fenomenologie wordt gebruikt als epistemologisch kader om deze

methodiek te onderbouwen. Door middel van vijf semigestructureerde

interviews wordt de beleving van het getatoeëerde subject in relatie tot

identiteit, zelfexpressie en controle bevraagd.

Uit deze interviews komt voort dat de tatoeage, samen met de

persoonlijke motivaties, ingebed lijkt te zijn in een mentaal proces van

betekenisverlening. Dit proces kent zijn functie zowel voor als na het plaatsen

van de tatoeage. Daarnaast lijkt de vergankelijkheid een belangrijke drijfveer te

zijn om te kiezen voor een tatoeage. Als laatst worden een aantal theoretische

concepten uitgedaagd door er de beleving van het subject bij te betrekken.

Hoewel dit onderzoek een beperkte en homogene sample kent, heeft dit

onderzoek de tatoeage in een nieuw, niet noodzakelijk deviant en

psychopathologisch, daglicht geplaatst.

Door de focus te leggen op de subjectieve ervaring van het tatoeage-

gebeuren als onderdeel van een mentaal proces, biedt dit onderzoek toekomstig

onderzoek een nieuw perspectief aan om het eeuwenoude fenomeen ‘tatoeages’

te bestuderen.

Page 6: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

Inhoudstafel Literatuurstudie .................................................................................................................. 2

Relevantie van de Onderzoeksvraag ................................................................................... 2Wat is een Tatoeage? ................................................................................................................. 5De Tatoeage Gelinkt aan de Concepten ‘Identiteit’, ‘Zelfexpressie’, en ‘Controle’ in Reeds Gedaan Onderzoek ................................................................................................... 9

Identiteit. ........................................................................................................................................... 9

Zelfexpressie. ................................................................................................................................ 11

Controle. ......................................................................................................................................... 13

Besluit ........................................................................................................................................... 15Methode .............................................................................................................................. 15

Interpretatieve Fenomenologie als Epistemologisch Kader ................................... 15Wat is fenomenologie? ............................................................................................................. 17

Merleau-Ponty ............................................................................................................................. 18

Wat is ‘Interpretatieve fenomenologie’? .......................................................................... 19

Thematische Analyse als Methode .................................................................................... 20Interpretatieve Fenomenologie en Thematische Analyse Toegepast op de Onderzoeksvraag ..................................................................................................................... 21Sample .......................................................................................................................................... 22Data-verzameling ..................................................................................................................... 24

Semi-gestructureerde interviews. ....................................................................................... 24

Voorbereiding van het interview schema. ....................................................................... 24

Opbouw van de vragen. ........................................................................................................... 25

Kwaliteitswaarborgen ............................................................................................................ 27Betrouwbaarheid. ...................................................................................................................... 28

Validiteit ......................................................................................................................................... 30

Resultaten .......................................................................................................................... 31

Inleiding ....................................................................................................................................... 31Uiteenzetting van de thema’s .............................................................................................. 32Identiteit ...................................................................................................................................... 35

Thema 1: Tatoeages toeschrijven aan een reeds bestaand gevoel van anders zijn .................................................................................................................................................... 35

Thema 2: een recursief proces van betekenisverlening ............................................. 38

Thema 3: De invasieve blik van de ander ......................................................................... 44

Zelfexpressie .............................................................................................................................. 47Thema 1: Visualisatie van het zelfbeeld ........................................................................... 47

Thema 2: Visualisatie van het ideaal zelfbeeld ............................................................. 52

Page 7: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

Thema 3: Onvergankelijkheid als bepalende drijfveer .............................................. 53

Controle ....................................................................................................................................... 54Thema 1: Controle die subject wenst uit te oefenen op zichzelf/de ander ........ 55

Thema 2: Sociale controle die de ander op het getatoeëerd subject uitoefent 58

Discussie ............................................................................................................................. 61

Bespreking resultaten ............................................................................................................ 61Identiteit ......................................................................................................................................... 61

Zelfexpressie ................................................................................................................................. 64

Controle .......................................................................................................................................... 66

Implicaties ................................................................................................................................... 67Beperkingen, sterktes en toekomstig onderzoek ........................................................ 69

Conclusie ............................................................................................................................. 70

Referentielijst ................................................................................................................... 71

Page 8: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

1

Doorheen de geschiedenis van de mensheid heeft de tatoeage een bepaalde rol in

de identiteitsvorming gespeeld. Ook kan deze permanente lichaamsversiering

teruggevonden worden in elk werelddeel. De link tussen de tatoeage en identiteit

varieert dan ook volgens tijd en ruimte (Caplan, 2000). Zo kan gezegd worden

dat de betekenis van een tatoeage in vroegere stammen zoals de Maori, de

oorspronkelijke Nieuw-Zeelands bevolking, niet per se dezelfde is als die in de

hedendaagse Westerse samenleving. Er kan gezegd worden dat de tatoeage bij

de Maori de sociale status van het individu in de stam beklemtoonde. De tekens

werden opgelegd door stamhoofden en hadden elk een specifieke betekenis

(Caplan, 2000). Hedendaagse tatoeages kunnen niet altijd onmiddelijk

geïnterepreteerd worden. Wij vermoeden dat het gevoel van individualiteit een

grotere rol speelt bij het hedendaagse Westerse individu, waarbij persoonlijke

ervaringen en smaak belangrijk zijn.

Met deze thesis willen we onderzoeken hoe tatoeages in relatie kunnen

staan tot de identiteit. Volgens Atkinson (2003) begrijpen tattoo-

enthousiastelingen elkaar in het lichamelijke aspect van tatoeëren, maar de

betekenis die eraan gegeven wordt, is zeer divers. Er bestaat volgens hem geen

centrale ideologie of motivatie. Omdat het tatoeëren een ervaring lijkt te zijn dat

voor iedereen anders is en uit veel verschillende facetten bestaat, zal de beleving

van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat men het begrip identiteit

heel ruim kan interpreteren, wordt gekozen voor de concepten ‘controle’, ‘zelf-

expressie’ om samen met identiteit de rode draad te vormen en pogen de

tatoeage met identiteit te linken. Volgens onderzoek (Atkinson, 2004; Kang &

Jones,2007) zijn ‘zelf-expressie’ en ‘controle’ namelijk belangrijke motivaties

voor individuen om een tattoo te laten plaatsen. Eerder werd gezegd dat het

tatoeage-gebeuren een persoonlijke ervaring lijkt te zijn. Hier bij kan men de

vraag stellen hoe die persoonlijke ervaring eruit ziet voor het getatoeëerde

subject. Linken subjecten hun tatoeage aan identiteit? Wat houden de concepten

‘controle’ en ‘zelfexpressie’ precies in wanneer men betekenis verleent aan hun

tatoeage? Misschien betekent controle voor de ene persoon iets helemaal anders

dan voor de andere. Deze gedachtegang zal de basis vormen voor de

onderzoeksvraag, namelijk ‘ Hoe wordt betekenis in relatie tot identiteit,

zelfexpressie en controle verleent aan een tatoeage? Hierbij staat de beleving van

Page 9: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

2

het subject centraal. Waarom deze onderzoeksvraag releavant is, zal uiteen

worden gezet in de literatuurstudie.

Literatuurstudie

In de literatuurstudie zal eerst en vooral de relevantie van onderzoek naar de

beleving van het getatoeëerde subject worden toegelicht. Daarnaast lijkt het ook

belangrijk te zijn te expliciteren wat een tatoeage is en hoe dit in de literatuur

naar voorkomt. Als laatst wordt beschreven hoe de tatoeage in reeds gedaan

onderzoek wordt gelinkt met de concepten ‘identiteit’, ‘zelfexpressie’ en

‘controle’.

Relevantie van de Onderzoeksvraag

Er bestaan een aantal redenen waarom deze onderzoeksvraag relevant is. In de

volgende paragrafen zullen deze uit de doeken gedaan worden. Eerst en vooral

zal gemotiveerd worden dat de tatoeage vaak niet als meer wordt beschouwd

dan een modegril. Als tweede en – in het kader van ons onderzoek –

belangrijkste reden, wordt het psychologische aspect te weinig benaderd. De

onderzoeken in het psychologische veld die reeds gedaan zijn omtrent de

tatoeage en identiteit krijgen meestal een pathologogische connotatie. Er is

echter cultureel-antropologisch en sociologisch onderzoek gedaan naar dit

thema die deviant gedrag niet steeds als uitgangspunt gebruikt.

Hoewel eerst en vooral sommige mensen ervan overtuigd zijn dat dit

slechts een nieuwe modetrend is (Kosut, 2006), bestaat zowel het

tatoeagegebruik als de fascinatie ervoor al sinds het begin van de mensheid

(Atkinson, 2003; Caplan, 2000). Kosut (2006) reduceert het hebben van een

tatoeage tot een product van de hedendaagse maatschappij en vergelijkt het met

een soort van modegril die hoogstwaarschijnlijk opnieuw zal verdwijnen. Naar

onze mening beschrijft Kosut (2006) voor namelijk het esthetische aspect. De

vormen en kleuren veranderen inderdaad naargelang de tijdsgeest, maar het

idee van de tattoo bestaat sinds zeer lange tijd (Caplan, 2000).

Page 10: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

3

Verder bestaat er voornamelijk cultureel-antropologisch en sociologisch

onderzoek inzake identiteit en de tatoeage. Cultureel-antropologisch en

sociologisch onderzoek omschrijven hoofdzakelijk de rol van tatoeages bij de

sociale identiteit. Volgens Atkinson (2003) worden tatoeages hoofdzakelijk

gezien als symbolen van een bepaalde cultuur, gedragscodes en groepsidentiteit.

Dit halen voornamelijk antropologen uit onderzoek van bepaalde stammen, zoals

de Maori. Tussen 1920 en 1950 werden voornamelijk soldaten en zeelui

getatoeëerd (Atkinson, 2003). Wat typerend was voor deze tijd is dat de lagere

sociale klassen de tatoeage als een soort van gedragscode zagen. Het is zelfs zo

dat tatoeages een norm werden voor de werkklasse. Omdat de tatoeage zo

populair was bij de lagere klasse, lag de focus van onderzoek dan ook op deze

laag van de bevolking. Zo vond men het gevangeniswezen en zijn gebruiken zeer

fascinerend. Volgens de Italiaanse criminoloog Cesare Lombroso (1835-1909)

was er een verband tussen tatoeages en criminele praktijken. Hoe zwaarder de

criminele feiten, hoe geweldadiger en vulgairder de tattoos waren (Caplan,

2000). De Franse dokter en criminiloog Alexandre Lacassagne nuanceerde deze

visie en hield rekening met contextuele gegevens, zoals de omgeving en het

moment. De Duitse en Franse pathologen J.L. Casper, A. Tardieu en M.F. Hunting

spitsten zich verder toe op het idee dat de tatoeage een manier was om zich als

individu of groep te onderscheiden. Zo onderzochten zij bijvoorbeeld de

permanentie ervan en zochten naar motieven en ontwerpen die samenhingen

met bepaalde jobs, vaak te vinden bij de lagere klassen (Caplan, 2000). Het

vormen van deze vernoemde onderzoeken en theorieën was op zich niet moeilijk

aangezien iedereen instaat was een tatoeage te beschrijven. Door deze

transparantie kon iedereen met een ‘wetenschappelijke’ achtergrond eigenlijk

een theorie opstellen en neerschrijven (Caplan, 2000). Atkinson (2003) geeft

hoofdzakelijk kritiek op het antropologisch onderzoek omdat de tatoeage gezien

wordt als een norm in bepaalde klassen en dat men niet verder kijkt dat dit.

Volgens hem vatten antropologen hierdoor slechts een deel van het hele

tatoeagegebeuren. Naar onze mening schiet het sociologisch onderzoek ook

tekort omdat voornamelijk de sociale identiteit wordt besproken, met name de

wens om bij een groep te behoren. Persoonlijke drijfveren en subjectiever

ervaringen gaan hierbij verloren. Men lijkt zich voornamelijk op verbanden te

Page 11: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

4

focussen, maar winden dat deze op zich weinig zeggen over motivaties.

Als laatst lijkt het weinige psychologisch onderzoek omtrent tatoeages en

identiteit dat reeds gedaan is, voornamelijk een pathologische connotatie te

hebben. (Atkinson, 2003). Een getatoeëerd lichaam wordt voornamelijk aanzien

als manifestatie van een individu die zich niet kan vormen naar de sociale

normen en waarden. Volgens Howell et al. (1971) bestaat er bij getattoeëerde

gevangenen een typische correlatie tussen maladapatie en tattoos. Deze

lichaamsmodificatie worden gezien als een sterke drang naar identiteit. Het

subject wordt volgens de auteurs dan ook beschouwd als gefrustreerd. Het

gefrustreerd subject laat zichzelf tatoeëren om het gebrek aan ego te

compenseren met exhibitionistisch vertoon. Volgens Grumet (1983) ervaren

getatoeëerde subjecten een tekort in een bepaalde stage van de ego-

ontwikkeling. Tatoeages worden in deze redenering gezien als een manier om

het onderontwikkelde ego te versterken. Het subject heeft gevoel zichzelf er te

van moeten overtuigen dat zijn lichaam effectief bestaat. Atkinson (2003) uit

kritiek op het feit de focus van psychologisch onderzoek naar tatoeages ligt op

coping met psychologische dilemma’s, zoals een tekort aan ego. We kunnen ons

ook de vraag stellen of deze ‘drang naar identiteit’ en ‘compensatie van gebrek

aan ego’ effectief maladaptief zijn. Ervaart het getatoeëerde subject zichzelf als

gefrustreerd? Zoja, lijken tatoeages hier een oplossing voor te bieden?De

concepten ‘zelf- expressie’, ‘controle’ en ‘identiteit’ worden bij vernoemde

onderzoeken wel gelinkt met de tatoeage, maar wij gaan eerder akkoord met

Atkinson (2003) en vinden dat enkele het pathologische en deviante wordt

beklemtoond. Adams (2009) ziet bijvoorbeeld het verband tussen het hebben

van tatoeages en meer alcohol- en drugsgebruik en een onveilig seksleven.

Anderen rapporteren dat Amerikaanse universiteitsstudente met tatoeages meer

deviant gedrag vertonen met de bedoeling hun sociale afstand met de

mainstream te onderhouden (Koch, Roberts, Armstrong & Owen, 2010).

Atkinson (2003) vindt dat psychologen er niet in slagen het verschil te zien

tussen oorzaak en effect binnen het tattoo proces. Hij zegt namelijk dat er

bepaalde conclusies zijn gemaakt omtrent het feit dat tatoeages een product zijn

van een psychologische stoornis en dat dit samengaat met crimineel gedrag.

Hoewel dit nooit gespecificeerd of empirisch getest is, wordt dit volgens hem

Page 12: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

5

algemeen aanvaard. Door deze veronderstelling wordt er vaak onderzoek

gedaan in een selecte bevolkingsgroep. Bendes of gevangenen zijn hier een

voorbeeld van. Volgens Atkinson (2003) worden bij dergelijke onderzoeken de

sociale en communicatieve aspecten van het tatoeëren genegeerd en ligt de

klemtoon op het asociale. Hierdoor krijgt deze vorm van lichaamsmodificatie de

kans niet om onderzocht te worden als een betekenisvolle uiting van het

individu. Men krijgt met andere woorden de kans niet persoonlijke ervaringen

omtrent het tattoogebeuren te verwoorden. Veel van deze artikels baseren zich

voornamelijk op gedragingen en de sociale identiteit zoals bij bendeleden.

Hierdoor lijkt een eerder negatieve en eenzijdige blik op de motivatie van het

tatoeëren de bovenhand te krijgen. Naar onze mening ontbreekt ook de

persoonlijke beleving en treden verbanden tussen tatoeages en al dan deviante

gedragingen op de voorgrond. Met behulp van deze thesis willen wij de link

tussen identiteit en de tatoeage vanuit het individu bevragen. Hiermee hopen we

persoonlijke ervaringen te achterhalen, ongeacht de al dan niet pathologische

connatie.

Wat is een Tatoeage? Om zicht te krijgen op wat een bepaalde tatoeage voor een specifiek individu

betekent, lijkt het interessant te vermelden wat een tatoeage eigenlijk is. Ruim

gezien, is het tatoeagegebeuren een vorm van permanente lichaamsmodificatie.

Van Dinther (2005) beschrijft het begrip tatoeage an sich als het creëren

van een teken door het onder de huid aanbrengen van kleurstof. De huid is het

basismateriaal van de tatoeage. Omdat elk lichaam uniek is, is bijgevolg ook elke

tatoeage uniek. Lichamelijke kenmerken zoals grootte, beharing, huidskleur en

dergelijke, zijn cruciale elementen waarmee rekening moet gehouden worden

om de tatoeage het best tot zijn recht te laten komen. De huid en het lichaam zijn

namelijk dynamische gegevens. Dat houdt in dat de tatoeage mee verandert

samen met de elasticiteit van de huid naar gelang de ouderdom. Ook de positie

waar het lichaam zich in bevindt, speelt een rol. Een tatoeage op de

schouderbladen bijvoorbeeld zal meebewegen wanneer de schouders op en neer

gaan. De kunst van het tatoeëren bestaat erin dat een op zich tweedimensionaal

Page 13: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

6

element op de juiste plaats de illusie van beweging kan creëren. Een andere

vorm van permanente lichaamsmodificatie is plastische chirurgie (Davis, 1197a,

1997b; Gillespie, 1996), Volgens Atkinson (2003) zijn mensen sterk gemotiveerd

nieuwe en innovatieve manieren te vinden om het lichaam te veranderen.

Shilling (1993) conceptualiseert lichaamsmodificatie als een bewust

opgesteld lichaamsproject. Het lichaam vormt zich volgens hem via een continue

proces van wording. Het meest zichtbare lichaamsproject is de tattoo. Shilling

(1993) situeert dit begrip in de hedendaagse Westerse maatschappij die

gekenmerkt wordt door onzekerheid. Individuen zijn meer reflexief en onzeker

over hoe het lichaam kan worden gebruikt als persoonlijke representatie.

Shilling (1993) beschrijft 4 types van lichaamsprojecten. Het camouflerende type

heeft als functie het lichaam te verbergen of te maskeren. Typische voorbeelden

zijn make-up, kledij, parfum,... Het camouflerende type heeft als doel zich van de

biologische onsmakelijkheden, zoals slechte geurtjes, te ontdoen. Het

uitbreidende type heeft als doel de beperkingen van het lichaam te compenseren.

Voorbeelden hiervan zijn het gebruik van psychotrope drugs of zelfs

contactlenzen. Lichaamsprojecten van het aanpassende type bestaat uit het

verwijderen of herstellen van delen van het lichaam. Dit kan door bijvoorbeeld

gewicht te verliezen. Het laatste type, wat ook bekent staat als het meest

invasieve en dramatische , bestaat uit het herontwerpen van het eigen lichaam.

Hiertoe behoren tatoeages en plastische chirurgie.

De vraag die Atkinson (2003) open laat voor discussie is de volgende:

Waarom kiezen individuen specifiek voor een tatoeage in het proces van

communicatie met anderen, en niet voor bijvoorbeeld plastische chirurgie of een

haarkleuring? Dit wordt niet echt besproken. Verder kunnen we ons de vraag

stellen of tatoeages ook de andere types kunnen dekken? Zou een tatoeage

bijvoorbeeld, in de beleving van het subject, ook kunnen worden aanzien als

camouflerend? Een tatoeage kan dus volgens Shilling (1993) gezien worden als

een permanent lichaamsproject met als doelstelling het herontwerpen van

ditzelfde lichaam.

Volgens Van Dinther (2005) zijn er heel wat elementen waarmee

rekening moet worden gehouden tijdens dit lichaamsproject. Eenzelfde design

ziet er bij de ene persoon anders uit dan bij de andere, afhankelijk van eerder

Page 14: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

7

vernoemde lichamelijke kenmerken. Shilling (1993) gaat echter niet verder dan

het beschrijven van deze doelstelling. Hij gaat niet in op motivaties en wensen

omtrent dit project.

Om dergelijke belichamende ervaringen van getatoeëerde individuen te

kunnen vatten, kan het belangrijk zij een bepaald idee rond het lichaam uit te

doeken te doen. Een dergerlijke uiteenzetting kan gevonden worden bij Lemma

(2010). Ze stelt dat een kind vanaf de geboorte afhankelijk is van de ander.

Vroege fysieke en sensorische ervaringen met anderen vormen dan ook de basis

van de ontwikkeling van het zelf en ideeën rond het lichaam. In de eerste

levensjaren zijn dit voornamelijk de ouders en familie, maar naarmate men

ouder wordt, ontstaan meer en meer ontmoetingen met anderen. Hoe het

lichaam eruit ziet, wordt bepaald door de blik van de ander. Zoals Lacan zegt:

'We are beings who are looked at in the spectacle of the world' (Lacan, 1997).

Zich mooi of lelijk voelen is bijvoorbeeld afhankelijk van reacties van anderen,

culturele ideologieën, mediaberichten,... Het is niet altijd even gemakkelijk

hiermee om te gaan. Volgens Lemma (2010) doen sommige mensen pogingen via

externe manipulatie, zoals tatoeages, om met die blik van de ander om te kunnen

gaan. Ondanks het feit dat de geboorte niet gekozen is en dat het lichaam onder

blik van de ander bestaat, poogt men het lichaam terug op te eisen. Controle over

het lichaam krijgen, kan bijvoorbeeld door de oppervlakte, met name de huid, te

modificeren. Zo wordt een gefantaseerd ideaal zelf gecreëerd waarvan eventueel

wel gehouden kan worden.

Lemma (2010) stelt ook dat het lichaam het ultieme medium is om over

onze gemoedstoestand te communiceren. Tatoeages kunnen hier eventueel bij

helpen. Dit idee komt ook voor bij Didier Anzieu's theorie van 'the skin-ego'.

(Anzieu, 1989). Naast de functie van beschermend omhulsel tegen bedreiging

van buitenaf en binnen houden wat binnen wil blijven, fungeert de huid volgens

Anzieu ook als communicatiemiddel. Hierdoor wordt de oppervlakte van het

lichaam beschreven met ervaringen (Anzieu, 1989). Dit idee van de huid als

communicatiemiddel wordt door Claudia Benthien, auteur van ‘cultural history

of skin’ benaderd met de metafoor van een huis. Het lichaam wordt gezien als

een huis, een vaste, en bedekkende constructie die een aantal kamers bevat

waarin geleefd wordt. De huid wordt voorgesteld als de muren die fungeren als

Page 15: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

8

een begrenzing tussen enerzijds het persoonlijke, vertrouwelijke en anderzijds

de buitenwereld. Er bestaat een mogelijkheid dit huis te verlaten, te veranderen.

Het huis kan geopend en gesloten worden via de deuren en ramen. Er kan dus

een glimp van het innerlijke worden opgevangen. Dit wordt gecontroleerd door

deze ramen en deuren. Het beschrijven van het lichaam, met bijvoorbeeld

tatoeages, is een van de manieren om de identiteit zichtbaar te maken voor

anderen. (Benthien, 1999).

De Westerse maatschappij wordt gezien als individualistisch.

Zelfrealisatie, persoonlijke autonomie en keuze worden hoog aangeprezen.

Iedereen hoort zijn leven uit te zoeken en dit ieder op zich (Benson, 2000).

Tatoeages kunnen eventueel in deze context gezien worden als een poging om

aan de genoemde beheerde ideeën te voldoen. Verder zit het subject, samen met

zijn lichaam, verwikkeld in een consumptiemaatschappij. Volgens Kosut (2006)

wordt identiteit als het ware verkocht en gekocht als goederen. Tatoeages

kunnen je het gewenste imago geven, zoals rebels, trendy, cool of jeugdig. Als

laatst wens ik de vluchtigheid van de maatschappij te beklemtonen. Volgens

Bauman (2011) leven we in vloeibare tijden. Men wordt meer en meer

onderheven aan flexibiliteit, constante verandering,.. en dit alles op korte

termijn. Angst en onzekerheid omtrent de identiteit worden constant gevoed.

Kosut (2006) spreekt over een “throw-away” maatschappij. Alles komt, net zo

snel als alles gaat en alles wordt zo snel vervangen. Het lichaam wordt gezien als

één van de weinige dingen die we in de hedendaagse cultuur nog echt bezitten

en waarover we zelf nog beslissingen kunnen nemen . De permanentie van de

afbeelding is dan ook essentieel. Tattoos kunnen namelijk niet genegeerd of

afgedankt worden. Dit idee is mogelijks belangrijk in het licht van het vluchtige

type maatschappij waarin we leven. De tatoeage kan gezien worden als een

statement van eigendom en controle over het eigen vlees. In deze

onvoorspelbare wereld, vormt dit een absolute zekerheid voor het subject. Ook

de pijn die met het proces gepaard gaat, is die van het subject en van niemand

anders. Deze gewaarwording staat buiten het systeem van betekenis. Wat men

voelt, is namelijk echt. Indien er geen pijn bij gepaard gaat, kan een tatoeage

evengoed een sticker of of een likje verf zijn (Benson, 2000).

Page 16: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

9

Vanuit Lemma’s beschrijving (2010) kan worden geïnterpreteerd dat het

getatoeërde lichaam het antwoord kan zijn op vragen zoals: Wie wil ik zijn? Hoe

moet ik met mijn lichaam omgaan? Hoe wens ik mij te presenteren tegenover

anderen? Wenst men zich zowaar te presenteren tegenover de ander? Hiermee

raakt ze de concepten aan die in deze thesis de rode draad zullen vormen

doorheen de zoektocht naar het unieke verhaal achter de tatoeage. Zoals eerder

vermeld, zullen identiteit, zelf-expressie en controle de hoofdrol spelen. Lemma

(2010) beschrijft de tatoeage eerst en vooral als communicatiemiddel. Via de

tekeningen op de huid bepaalt het subject namelijk wat en hoeveel hij toont. Dit

zien wij als een link aan zelfexpressie. Verder ziet ze de tatoeage als een middel

om controle te (her)vatten over het lichaam. Als laatst stelt ze dat de blik van de

Ander de identiteit bepaalt en dat de tatoeage op het lichaam hier een

bemiddeling kan zijn tussen het zelf en anderen. In de volgende paragrafen zal

de rol die de tatoeage kan spelen bij de concepten identiteit, zelf-expressie en

controle uitvoeriger worden besproken.

De Tatoeage Gelinkt aan de Concepten ‘Identiteit’, ‘Zelfexpressie’, en

‘Controle’ in Reeds Gedaan Onderzoek

Het literatuuronderzoek, wat hoofdzakelijk te vinden is in de volgende

paragrafen, kent de driedelige structuur identiteit, zelf-expressie en controle. Het

is echter zo dat deze concepten niet volledig van elkaar gescheiden kunnen

worden. Naar onze mening omvatten deze drie concepten een groot deel van

motivaties en keuzes omtrent het tatoeagegebeuren.

Identiteit.

Het eerste concept van de driedelige structuur omvat hoofdzakelijk alles wat met

tatoeages en identiteit te maken heeft. Identiteit kan worden opgesplitst in een

persoonlijke en sociale identiteit. De persoonlijke identiteit verwijst naar wat

mensen van elkaar onderscheidt en de sociale identiteit omvat eerder wat

mensen al dan niet met elkaar verbindt. Beide identiteiten zijn niet altijd van

elkaar te onderscheiden. Ze belichten eerder een verschillend deel van de

Page 17: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

10

identiteit (Lemma, 2010).

Sanders (1989) legt de klemtoon op het interpersoonlijke en zegt dat

tatoeages voor een sociale connectie kunnen zorgen. Ze kunnen dus helpen bij

het creëren van een sociale identiteit. Hij ziet de tatoeage als een marker van

sociale verschillen, waardoor hij afleidt dat sommigen vaak willen shockeren.

Ook bij Camphausen (1997) ligt de klemtoon op het versterken van de

groepsidentiteit. Getatoeëerde individuen zouden het belangrijk vinden een

gewaardeerd en zichtbaar lid te zijn van een 'Wij' groep (Elias, 1978; 1991).

Atkinson en Young (2001) zien het lichaam eerder als politiek verzet en kritiek

op de heersende cultuur. Tatoeages worden gezien als pogingen om de die

heersende sociale codes over het lichaam en bijhorende representaties uit te

dagen. De wens om symbolisch te communiceren via de huid kan als

gemeenschappelijke drijfveer gezien worden (Atkinson, 2003). DeMello (2000)

ziet de tatoeage als een alternatief communicatiemiddel in een maatschappij

waar techonogolie en 'high-speed' informatieverwerking vanzelfsprekend zijn.

Ook ontstaat, volgens hem, een groepsgevoel tussen tatoo-enthousiastelingen,

wat op zijn beurt een gevoel bijhoren creëert. Dit gevoel kan gelinkt worden aan

wat Atkinson (2003) ziet als gemeenschappelijke drijfveer om symbolisch te

communiceren.

De drang naar een sociale identiteit kan terug gevonden worden in

verschillende tijdperken. Tijdens wat Atkinson (2003) het werkklasse tijdperk,

gesitueerd tussen 1920 en 1950, wilde voornamelijk de lagere klassen, zoals

zeelui en arbeiders, zich als groep kenbaar maken met als doel zich te

onderscheiden van de hogere klassen. Zij wilden voornamelijk hun voorliefde

voor het vaderland (hoofdzakelijk in de Verenigde Staten) symboliseren op hun

eigen manier. In die tijd werden tatoeages volgens Foucault (1977) ook gebruikt

om individuen met een criminele of deviante identiteit te labellen. Denk maar de

nummers die getatoeeerd werden op Joodse gevangenen tijdens de Tweede

Wereldoorlog. In de jaren '60 werden tattoos voornamelijk gebruikt om de

cohesie van individuen in een subcultuur te beklemtonen. In deze periode begon

de tatoeage zich te manifesteren als een manier om zich als deel van een

subcultuur (bvb.rockabillies, rockers,...) uit te drukken, meestal als kritiek op de

mainstream klasse. Het anders zijn werd dus beklemtoond (Atkinson, 2003). De

Page 18: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

11

periode tussen 1970 en 1990 wordt door Atkinson (2003) het 'new age' tijdperk

genoemd. Tijdens deze periode stond de tatoeage symbool voor het durven

uitdagen van de heersende sociale codes rond het lichaam. Volgens Atkinson

(2003) bekritiseerden vrouwen het idee dat het vrouwelijk lichaam broos en

machteloos is. Via tatoeages beklemtoonde men de mogelijkheid tot hervorming

van de identiteit. Zo stond de tatoeage meer en meer centraal als een symbool

van culturele cohesie en groepsidentiteit (Atkinson,2003).

Naast het groepsgevoel, wordt ook ‘het gevoel uniek te willen zijn’ als

motief opgegeven. De theorie van uniekheid zegt dat er naast de behoefte voor

gelijkheid en overeenkomst, ook een behoefte voor anders zijn bestaat. Elk

individu wil zich speciaal voelen en percepties van similariteit worden als

negatief beschouwd. Tatoeages zouden bij individuen die hoog scoren op de

wens uniek te zijn, zorgen voor een daling van het negatief effect, gelinkt aan het

gevoel van gelijk te zijn aan anderen (Tiggemann & Golder, 2006).

Zelfexpressie.

Het markeren van het lichaam kan ook een vorm van zelfexpressie zijn

(Atkinson, 2004; Kang & Jones, 2007). Zelfexpressie kan gezien worden als de

wens te willen uitdrukken wat er in vanbinnen leeft zoals gedachten, gevoelens

en ideëen (Van Meijel, 1996). Tatoeages kunnen bijvoorbeeld staat voor het

uiten van groepsgevoel (Atkinson, 2003), uniek zijn ( Tiggeman & Golder,

2006),...

Volgens sommige voeg je ‘iets’ toe aan je lichaam. Het lichaam wordt als

het ware als een canvas beschouwd (Kosut, 2006). Alfred Gell, een Britse

antropoloog, beschrijft de invloed van de tattoo op de wisselwerking tussen het

inwendige en uitwendige van het lichaam. Hij ziet de tatoeage als een visuele

uiting van het innerlijke, een veruitwendiging van het innerlijk die tegelijkertijd

een verinwendiging van het uiterlijk is.

Toch is niet alleen een tatoeage op zich een symbolische uitwerking van

de identiteit. Het volledige proces en gebeuren rond het tatoeëren moet ook

worden gevat in de symbolisatie. Gell spreekt over het ‘technische schema’ van

het tatoeëren. Dit omvat het lange wachten op de afspraak, het snijden, de pijn,

Page 19: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

12

het bloed, een zichtbaar teken onder de huid, de verzorging van de open

wonden,... Al deze elementen behoren tot het proces van visuele uiting van het

innerlijke en metaforiseren controle en autonomie (Benson, 2000). Dit technisch

schema is ook wat zich onderscheid van andere ‘modegrillen’ zoals het

aanschaffen van een nieuw en hip kapsel (Korut, 2006).

Volgens Benson (2000) kan een tatoeage als een extra laag op de huid

worden beschouwd. Hier verder op bouwend, kunnen tattoos gebruikt worden

om metaforen toe te eigenen, van buitenaf. Eigenschappen van sterke dieren, vb.

tijgers, draken, slangen kunnen worden getatoeëerd als poging tot het bezitten

van deze beelden. De vraag is natuurlijk of de individuen dit effectief ervaren als

geslaagde poging. Afbeeldingen van “the dark side”, zoals spinnen en

doodskoppen, die vaak door ‘goths’ en ‘satanisten’ worden getatoeëerd drukken

bvb geweld, gevaar of onderwerping uit. Metaforisen van wat men graag wil zijn

of uitschijnen, worden met andere woorden in de huid geschreven of getekend.

Het proces van het iets extern tot zich nemen, komt ook voor onder de

vorm van herdenking van overleden geliefden. In een poging deze persoon tot

een deel van het zelf te maken, worden vaak portretten getatoeëerd. Dit wordt

ook letterlijk gedaan met het tatoeëren met assen van een overleden (Benson,

2000). Ook Slavoj Žižek (2011), een Sloveense socioloog, psychoanaliticus,

filosoof en cultuurcriticus, zegt dat via het symboliseren van de huid, hetgeen

wat vanbinnen zit bij het subject naar de oppervlakte kan worden gebracht. Op

deze manier kan een identiteit hervormd worden. Het design, waar meestal heel

lang over nagedacht wordt, symboliseert deze relatie tussen huid en identiteit.

Verder vestigt de keuze van het design aandacht op bepaalde plaatsen van het

lichaam bvb de heup, de kuit,...(Benson, 2000)

Naast de net besproken zelf-expressie, kan ook de registratie van

gebeurtenissen een belangrijke motivatie zijn voor het subject om een tatoeage

te laten plaatsen. Het lichaam is in dat opzicht een soort van dagboek, waarin

wordt geschreven. Opnieuw wordt zo’n gebeurtenis of herinnering beschreven

als wat van buitenaf intern gemaakt wordt (Benson, 2000). Terzelfdertijd wordt

iets van binnen naar het oppervlak gebracht, bijvoorbeeld gevoelens van rouw

bij een overlijden van een belangrijke ander. Ook Sanders (1989) beschrijft het

symboliseren van status en levenstransities, bijvoorbeeld tatoeages van een

Page 20: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

13

trouwring of de naam van de kinderen, door middle van tatoeages. Steward

(1990), die overigens zelf als een tatttoo-artiest gewerkt heeft, beschrijft de

centrale rol van tatoeages in het ritueel van het omvormen van het zelf. Wat de

tatoeage hier zo aantrekkelijk maakt, is het feit dat deze transitie vereeuwigd

wordt. Rituele tattoos komen vaak voor na een persoonlijke transitie, zoals een

huwelijk, of dienen als een marker van volwassenheid. Een tattoo kan voor een

veilig gevoel zorgen zoals bij het reeds vernoemde huwelijk, zeker in een wereld

waarvan bijna 50% terug scheidt (Kang en Jones, 2007).

Controle.

Het idee van controle kan een zeer belangrijk element bij tatoeages en geldt als

laatste concept in de opzet van the onderzoek. Het komt vaak voor dat groepen

die zich soms minderwaardig behandeld voelen, zich proberen te bevrijden van

het stereotype rol die ze toegediend krijgen. Bij vrouwen kan een tattoo

bijvoorbeeld een soort van krachtsymbool zijn om zich af te zetten tegen de

gelimiteerde rol van vrouw en moeder die ze toegewezen krijgen door de

samenleving. Zie het als een exploratie van andere manieren om zichzelf te

definiëren omdat het idee van een zwak, hulpeloos en klein lichaam niet volstaat.

Door zich te laten tatoeëren, kunnen genderrollen en normen van

vrouwelijkheid worden uitgedaagd (Kang & Jones, 2007).

Via tattoos kan men ook het lichaam aanpassen naar een ideaal. Op die

manier kan men controleren hoe men er uit ziet en hoe anderen het subject

moeten zien (Atkinson, 2004). Controle uitoefenen op wie men wil zijn, komt

volgens Kang en Jones (2007) bij een aantal subgroepen sterk naar voor. Bij

jongeren kan deze vorm van lichaamsmodificatie, volgens hen, gezien worden als

een zoektocht naar onafhankelijkheid in de grote, onzekere wereld. Men hoopt

een groter gevoel van controle en autonomie te verwerven over het lichaam.

Jongeren kunnen namelijk heel wat druk van hun ouders en de school ervaren.

De nood aan controle over het eigen lichaam komt ook vaak voor bij

getatoeëerde vrouwen. Kang en Jones (2007) stellen dat ze de culturele visie van

het ‘zwakke’ vrouwelijk lichaam niet willen aanvaarden en daarom vrijheid en

macht over dit lichaam zoeken. Na de Tweede Wereldoorlog ontstond een groot

Page 21: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

14

gevoel van collectieve ontevredenheid tegenover de maatschappij. Tatoeages

werden een symbool van politieke verzet en rebellie (Atkinson, 2003). Volgens

Foucault (1977) zagen gevangenen het tatoeagegebeuren als een manier om hun

lichaam op een symbolische manier te bevrijden, aangezien dit letterlijk niet kon.

Het werd dus een symbool van verzet in een zeer strikt gecontroleerde

omgeving.

Naast de poging controle te krijgen over het lichaam en het zelf, kan een

tattoo ook bijdrage leveren in een genezingsproces waarin men controle

probeert te krijgen over een (traumatische) gebeurtenis. Dit kan gelden bij een

mishandeling, een overval, natuurrampen,...(Kang & Jones, 2007) Het lichaam is

een soort van strijdtoneel waarop deze angsten worden blootgesteld. Een

tatoeage kan deze angst, komende van zo’n invasieve gebeurtenis, als het ware

temperen of een plaats geven in het zelf. Deze blootstelling staat echter niet

gelijk aan de wil van communiceren. Het is met andere woorden niet altijd een

directe uitnodiging tot socialisatie. Het idee dat je tattoos kan bedekken en dat

het subject zelf kiest wanneer hij ze openbaart, kan die de controle in

standhouden. Het is iets wat je bezit en niet enkel iets naar waar gekeken kan

worden. Je kan je als het ware afscheiden van anderen wanneer je dat zelf wil

(Benson, 2000).

Volgens Atkinson (2004) zijn tattoos gecontroleerde representaties van

emotionele ervaringen, gegrift op het lichaam. Dit proces kan, volgens hem,

helpen bij affectregulatie van bepaalde negatieve gevoelens zoals verdriet. Door

het ‘verdriet’ tentoon te stellen, kan men mogelijkerwijs een gevoel van

zelfcontrole ervaren. Een tatoeage kan hier bijvoorbeeld symbool staan voor

kracht. Omdat verdriet eerder een ‘behind the scenes of social life’ gevoel is, is

het voor sommige moeilijk om over dit gevoel te praten. Dan kan een tatoeage

ook een vraag naar communicatie zijn. Dit soort van zelfhulp wordt ook vaak

gezien bij gevoelens van machteloosheid en zwakte, zoals eerder vermeld bij

vrouwen en jongeren. Tatoeages helpen ook bij het kanaliseren van woede en

agressie. Naast het reguleren van negatieve gevoelens, kan dit ook met positieve

gevoelens zoals geluk (Atkinson, 2004).

Deze blootstelling staat echter niet gelijk aan de wil om te communiceren.

Het is met andere woorden niet altijd een directe uitnodiging tot socialisatie. Het

Page 22: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

15

idee dat men hun tatoeages kan bedekken en dat het subject zelf kiest wanneer

hij ze openbaart, kan die controle in standhouden. Het is iets wat je bezit en niet

enkel iets naar waar gekeken kan worden. Je kan je als het warea afscheiden van

anderen wanneer je dat zelf wil (Benson,2000)

Besluit

Het is reeds duidelijk geworden dat het plaatsen van een tatoeage niet

simpelweg gereduceerd kan worden tot slecht een enkele functie of betekenis.

Heel wat factoren spelen mee en concepten zoals ‘controle’, ‘zelfexpressie’ en

‘identiteit’ lijken een belangrijke rol te spelen. Het meeste onderzoek ging in op

motieven rond groepsgevoel en deviant gedrag. Een tattoo wordt niet echt

gezien als een gezonde manier van omgaan met het lichaam, maar eerder als een

poging om met onverwerkte driften om te gaan (Lemma, 2010).

Psychologische concepten, zoals controle en identiteit werden reeds

gelinkt aan tatoeages, maar de effectieve beleving van het subject lijkt te

ontbreken. Ervaren getatoeëerde individuen die al dan niet bewuste controle?

Verschilt dit van persoon tot persoon? Hoe gaat het individu om met zijn

getatoeëerd lichaam? Wat houdt een getatoeëerde identiteit nu precies in? Helpt

een tattoo met het vormen van een ‘zelf’? Kan een tattoo de identiteit helpen

(her)vormen? Er bestaan nog zoveel vragen omtrent de subjectieve beleving van

de relatie tussen de identiteit en de tattoo. Via dit onderzoek wens ik mij onder

te dompelen in de beleefwereld van het getatoeëerde subject en een poging te

ondernemen een tipje van deze sluier op te heffen.

Methode

Interpretatieve Fenomenologie als Epistemologisch Kader

Getatoeëerde subjecten lijken vaak bevraagd te worden vanuit een perspectief

dat vooraf wordt opgemaakt. Bepaalde doelgroepen worden hiervoor gekozen.

Dit kan terug gevonden worden in Lombroso’s onderzoek waarin verbanden

Page 23: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

16

worden gezocht tussen het tatoeëren en criminaliteit. Hier kan gezegd worden

dat men een sociale identiteit wenst te bekomen. Heeft men het gevoel dat men

die sociale identiteit heeft gekregen (Caplan, 2000)? Howell et al (1971) gaan in

op het gefrustreerde subject dat via tatoeages de zucht naar identiteit poogt te

compenseren. Deze onderzoeken zeggen weinig tot niets over wat dit ‘verlangen

naar identiteit’ precies betekent voor het subject. Ervaart het subject wel degelijk

als een wens? Is dit verlangen achteraf dan ook verzadigd?

De grootste tekortkoming in het gedane psychologisch onderzoek lijkt ons

dat men zich lijkt te focussen op de motivaties van het tatoeëren al dan niet in

verband met een bepaald gedrag. Het lijkt ons echter belangrijk te achterhalen

wat iemand drijft tot het zich laten tatoeëren, hoe men tot deze ’motivaties’

gekomen is en of men dit ‘doel’ dan ook kan bekomen door middel van een

tatoeage. Aangezien wij ons wensen toe te spitsen op de ervaring van het

getatoeëerde individu, is het belangrijk een methode en analyse te gebruiken die

deze rijke en persoonlijke beleving zo dicht mogelijk kan benaderen.

Interpretatieve fenomenologie dient zich hierbij aan als epistemologische

kader. Men beoogt een gedetailleerde studie van hoe participanten betekenis

geven aan hun persoonlijke en sociale wereld. Deze betekenisverlening kan zich

situeren bij een specifieke gebeurtenis, ervaring of een bepaalde toestand (Smith

& Osborn, 2007). Fenomenologie (Moran, 2000), hermeneutiek (Palmer, 1969)

en ideografie (Smith et al., 1995) kunnen gezien worden als de belangrijkste

bouwstenen van de interpretatieve fenomenologie. Men is op zoek naar een

idiografische soort van kennis of anders gezegd: kennis van het eigene. Onder

hermeneutiek wordt voornamelijk het interpreteren van teksten door

schriftgeleerden begrepen. Toegepast op het begrijpen van een verschijnsel

wordt erkend dat niet verklaard, maar in betekenis verstaan moet worden. Een

mens moet dan logischerwijze geïnterpreteerd worden in zijn context. Als laatste

wordt fenomenologie gezien als het onderzoek naar de essentie van

verschijnselen. Men begint bij iets concreet, in deze thesis de tatoeage, en wil

hierover meer te weten komen. Zo wordt de achtergrond van het verschijnsel

belangrijk gevonden (’t Hart, Boeije & Hox, 2005). Om een beter beeld te krijgen

van de interpretatieve fenomenologie, wordt de eerst fenomenologie als

fylosofisch gedachtengoed uiteengezet.

Page 24: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

17

Wat is fenomenologie?

Lauwers (2008) beschrijft fenomenologie als de studie van de essentie van een

ervaring. De fenomenologie kent een filosofische achtergrond met Edmund

Husserl als grondlegger. Men gaat uit van directe en intuïtieve ervaring van

verschijnselen waaruit de essentiële eigenschappen worden afgeleid.

Fenomenologie kent een aantal kernbegrippen die deze filosofische stroming

vorm geeft.

Eerst en vooral staan ‘ervaring en werkelijkheid’ centraal. Werkelijkheid

mag echter niet verward worden met waarheid. Levering (2001) pleit dat

werkelijkheid de betekenis omvat die mensen hechten aan wat wordt ervaren.

Verder erkent Levering (2001) ‘zingeving en zinontlening’ als tweede kernidee.

Fenomenologen spreken veelal in termen van ik en de wereld. ‘Ik geef betekenis

aan de wereld, maar diezelfde wereld dringt haar betekenissen ook aan mij op’,

lijkt hier de hoofdgedachte te zijn. Deze zingeving en zinontlening hangt sterk

samen met het derde kernbegrip, namelijk dat van de ‘subjectiviteit en

intersubjectiviteit’. Zo is het dat elk individu een eigen kijk heeft op de

werkelijkheid. Deze kijk wordt dan weer gekleurd door bepaalde vooroordelen

en voorkeuren die in de persoonlijke geschiedenis zijn ontstaan. Naast deze

subjectiviteit bestaan er gemeenschappelijke betekenisverleningen die

vastliggen in sociale rituelen en gewoonten. ‘Taal’, als vierde concept, speelt hier

een belangrijke rol. Taal geeft de mogelijkheid de dingen in de wereld te duiden

met betekenis. Het ‘lichaam’ geldt als fundamentele verbinding tussen het ik en

de wereld. Volgens fenomenologen proportioneren mensen hun wereld concreet

vanuit hun lichamelijkheid (Levering, 2001). De laatste kerngedachte, dat van de

fenomenologische reductie of epoche, richt zich op de fenomenoloog an sich.

Opdat deze iets wil weten over een ervaren werkelijkheid, is het belangrijk dat

hij zich bewust is van zijn eigen vooroordelen en vooronderstellingen. De

bedoeling is dat hij deze zoveel mogelijk ‘tussen haakjes’ kan zetten (Ehrich,

2003).

Page 25: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

18

Merleau-Ponty

Het is voornamelijk Maurice Merleau-Ponty die vorm gegeven heeft en verder

onderzoek heeft gedaan naar het belang van het lichaam. Omdat het tatoeëren

een zeer lichamelijke en invasieve gebeurtenis is, lijkt zijn gedachtegoed

hierover een belangrijke toespitsing te zijn. Volgens Merleau-Ponty kan de mens

enkel vanuit zijn lichaam ervaren, en dus betekenis geven (Levering, 2001).

Hoewel deze gedachtegang – naar onze mening - vrij ongenuanceerd is, zijn we

er wel van overtuigd dat het lichaam onze plaats in de wereld bepaalt. Het

lichaam maakt ervaringen mogelijk. Zingeving en ontlening vloeit voort vanuit

de zintuigen (Merleau-Ponty, 1945).

Volgens Merleau-Ponty valt de scheiding tussen subject en object weg

wanneer het over het lichaam gaat. Hij redeneert als volgt: ‘Je hébt niet enkel een

lichaam, je bént ook een lichaam.‘ Je hebt een lichaam dat kan worden

waargenomen, zoals de bestuderende, objectiverende blik, maar je bent ook een

lichaam dat kan waarnemen. Met deze blik kan afstand worden genomen van het

lichaam. Zo laat men toe het als een object te zien dat maakbaar is. Tegelijkertijd

kan men zich er niet van losmaken, waardoor wij ons lichaam niet uitsluitend als

‘object’ ervaren. Deze gedachtegang heeft consequenties voor het denken.

Voordat we denken, nemen we reeds waar. Deze waarneming is altijd gebonden

aan het lichaam, die de waarnemer is. Merleau-Ponty geeft een existentiële

betekenis aan het idee van een lichaamsschema. Zo zegt hij dat het lichaam altijd

gericht is op zijn omgeving en oorspronkelijk op de wereld betrokken is. De

waarneming kan worden gezien als intentioneel. Men is zich steeds bewust van

iets. Denken is altijd ‘iets’ denken (Dijkstra, 2008).

Dit fenomenologisch gedachtegoed van Merleau-Ponty lijkt van belang te

zijn om als onderzoeker naar de ervaring van de tatoeage te kijken. Een tatoeage

kan gezien worden als een medium om zin te geven en te ontlenen aan het ik en

de wereld rondom zich. Een tatoeage is een permanent deel van het lichaam

geworden. Men kan zelfs zeggen dat het bestaan ervan afhankelijk is van de

drager van dit lichaam. Het getatoeëerde individu draagt een tatoeage waardoor

hij onderdeel is geworden van het kunstwerk. Tegelijkertijd is hij niet het

kunstwerk an sich. Aangezien het individu dus leven geeft aan de tatoeage kan

Page 26: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

19

hier de filosofische vraag gesteld worden waar het lichaam eindigt en de

tatoeage begint (Falkenstern, 2012).

Dit idee sluit aan bij Merleau-Ponty’s onmogelijke scheiding van object en

subject. Hier verder op ingaand kan gezegd worden dat hoe men zich lichamelijk

voelt en hoe men zich mentaal voelt ervaringen zijn die op elkaar inwerken. Er

kan dus gezegd worden dat een belichaming van een subjectieve ervaring, zoals

een tatoeage, niet gereduceerd kan worden tot enkel het lichaam of de geest. Dit

fenomenologisch gedachtegoed lijkt de ervaring van de relatie tussen het

getatoeëerde lichaam, geest en de wereld goed te kunnen benaderen. Hoe bekijkt

de wereld het getatoeëerde lichaam en omgekeerd? Hoe bekijkt de geest het

getatoeëerde lichaam en omgekeerd? Hoe bekijkt de getatoeëerde geest de

wereld en omgekeerd?

Wat is ‘Interpretatieve fenomenologie’?

Interpretatieve fenomenologie erkent dat elke analyse van eender welk topic

partieel is. Het is onmogelijk de volledige ervaring te vatten. Omdat het individu

wordt benaderd om een bepaalde ervaring te delen, kan veralgemening niet het

doeleinde zijn van deze onderzoeksmethode (Smith & Eatough, 2007) Iedereen

beleeft een bepaalde ervaring namelijk op een verschillende manier en in een

verschillende context.

Men erkent het individu als een cognitief, talig, affectief en lichamelijk

wezen. Smith en Eatough (2007) stellen hierbij dat er een reeks van verbanden

bestaat tussen wat een subject zegt en denkt of voelt. Dit verband is niet altijd

even rechtlijnig. Zo is het niet altijd eenvoudig uit te drukken wat wordt gedacht

en gevoeld. Verder wenst men niet alles te delen.

Als onderzoeker hoort men met andere woorden een interpretatie te

maken van de data. Het wordt snel duidelijk dat de onderzoeker een actieve rol

moet innemen. Conrad (1987) geeft aan dat de onderzoeker een ‘insider’s

perspective’ moet aannemen. Men poogt hierbij zo dicht mogelijk bij de

leefwereld van het subject te komen. Er moet echter rekening worden gehouden

met het denkbeeld van de onderzoeker. Er kan gezegd worden dat de

interpretatie van het onderzochte een dubbel proces is. De participant probeert

Page 27: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

20

zicht te krijgen op zijn zowel persoonlijk als sociale wereld. Hiernaast tracht de

onderzoeker te begrijpen hoe deze participant probeert zicht te krijgen op zijn

eigen leefwereld. Dit begrip kan dus nooit volledig zijn. De onderzoeker krijgt

een dubbele rol toegekend inzake dit ‘begrijpen’. Begrijpen omvat namelijk twee

aspecten: het inleven (empathisch) en het zicht krijgen op wat onderzocht wenst

te worden. Het toelaten van beide aspecten zorgt voor een rijkere analyse.

Hierbij kunnen kritische vragen, zoals wat men probeert te bereiken, worden

toegelaten (Palmer, 1969).

Thematische Analyse als Methode

De interviews zullen in dit onderzoek worden geanalyseerd door middel van

thematische analyse. Met dit soort analyse poogt men vanuit de data thema’s te

identificeren, analyseren en bediscussiëren (Braun & Clarke, 2006; Smith, 1995).

Om aan thematische analyse te doen, volgt men een aantal fasen.

Eerst en vooral dient men vertrouwd te geraken met de data. Verbale

data, met name de interviews, dienen eerst en vooral uit te worden geschreven.

Dit lijkt een eerste stap te zijn om vertrouwd te geraken met de data (Riesmann,

1993). Daarna wordt de data gelezen en herlezen. Tijdens deze fase worden

notities genomen (eerste ideëen, bedenkingen,…) die van dienst kunnen zijn

tijdens het coderen van bepaalde fragmenten. Een volgende fase bestaat uit het

creëeren van initiële codes. Hier codeert de onderzoeker fragmenten of bepaalde

woorden die interessant lijken voor het fenomeneen dat bestudeerd wordt.

Wanneer de data gecodeerd is, wordt er in een volgende fase gezocht naar

thema’s. Dit doet men door na te gaan of bepaalde codes samen passen. In deze

fase kunnen codes worden geclusterd en opgedeeld in hoofd- en subthema’s.

Men kan zich ook van sommige codes ontdoen. In de volgende fase worden de

thema’s herbekeken. Eerst worden alle codes per thema’s herbekeken. Wanneer

men een coherentie vindt tussen de codes in een thema, dan zit men goed. Als dit

niet het geval is dan moeten de codes herbekeken worden. Daarna wordt

gekeken naar de coherentie over alle thema’s heen. Men kan zich in deze fase ook

ontdoen van bepaalde thema’s die te weinig data dragen. Op het einde van deze

fase dient men concrete idee te hebben van wat de thema’s zijn en hoe ze zich

Page 28: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

21

tegenover elkaar verhouden. Als onderzoeker dient men nu een algemeen beeld

te hebben over wat de thema’s over de data vertellen. De voorlaatste fase bestaat

uit het definiëren en benoemen van de thema’s. De bedoeling is de essentie van

de thema’s te vatten. In de laatste fase wordt een verslag geschreven over hoe de

thema’s een verhaal vormen. Dit verslag bevat data fragmenten om ideëen te

staven (Braun & Clarke, 2006).

Interpretatieve Fenomenologie en Thematische Analyse Toegepast op de

Onderzoeksvraag

De hoofdvraag van deze studie omvat de zoektocht naar ervaring van de

tatoeage. Hoe beleeft het individu zijn getatoeëerde huid? Omdat dit in de eerste

plaats een lichamelijke ervaring is, lijkt Merlau-Ponty’s bijdrage tot de

fenomenologie toepasselijk om de onderzoeksvraag te benaderen. Omdat deze

ervaring zeer vergaand kan zijn, hebben wij besloten om tijdens het analyseren

van de data ons toe te spitsen op de ervaring van de tatoeage in relatie tot

identiteit, zelf-expressie en controle. Eerder werd reeds aangetoond dat deze

concepten hun waarde kennen in de literatuur.

Zoals eerder aangetoond kent deze literatuur een tekort aan

betekenisverlening vanuit het individu zelf. Vandaar dat we ons de vraag kunnen

stellen hoe individuen betekenis geven aan hun tatoeage in relatie tot identiteit,

controle en zelf-expressie. Bij een analyse met de interpretatieve fenomenologie

als epistemologisch kader wordt hoofdzakelijk gebruik gemaakt van een klein

aantal semi-gestructureerde interviews (Smith & Osborn, 2007). Tijdens deze

interviews zullen een aantal open en gesloten vragen worden gesteld. De

concepten ‘identiteit’, ‘controle’, en ‘zelf-expressie’ zullen nauwelijks expliciet

bevraagd worden. Smith en Osborn (2007) stellen namelijk dat expliciete vragen

best vermeden worden.

Daarnaast moet de participant maximaal de kans krijgen zijn ervaring

met de onderzoeker te delen. De participant is namelijk de expert van zijn

gevoels– en denkwereld. Om als onderzoeker niet meteen het interview in een

bepaalde richting te sturen, wordt besloten deze concepten voornamelijk

Page 29: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

22

achteraf te gebruiken, tijdens het analyseren van de data. Zoals eerder gezegd

wordt de interpretatieve fenomenologie gebruikt als denkkader tijdens het

verzamelen en analyseren van de interviews. Thematische analyse zal worden

toegepast als methode. Dit onderscheid lijkt ons noodzakelijk gezien de

onderzoeksvraag. Aangezien wij drie concepten uit de theorie hebben gehaald

met als doel deze te verfijnen, lijkt dit initieel niet te stroken met de

grondbeginselen van de interpretatieve fenomenologie, namelijk het volledig

vanuit de data vertrekken. Om toch het onderzoek zoveel mogelijk datagedreven

te laten zijn, worden thema’s uit de data gehaald nadat ze worden opgedeeld per

concept. Vanaf hier zal hoofdzakelijk vanuit de ‘ik’-vorm worden geschreven,

aangezien ‘ik’ als onderzoeker en analysant deel uit maak van het onderzoek.

Sample

Voor dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van zes interviews van getatoeëerde

subjecten. Ik ben op zoek gegaan naar zes kandidaten die voldoen aan de

volgende kwaliteiten: (a) het hebben van minstens één tatoeage en (2) de laatste

tatoeage werd recent geplaatst (minder dan zes maand geleden). De eerste

eigenschap lijkt voor de hand liggend, gezien de onderzoeksvraag. De tweede

vraagt om wat uitleg. Er wordt van de participanten gevraagd te vertellen over

zowel hun fysieke als hun mentale ervaring wat betreft hun tatoeage(s).

Heidedegger, één van de belangrijkste fenomenologen uit de 20ste eeuw, stelt de

relatie tussen het individu en zijn leefwereld centraal. Deze leefwereld kan

gezien worden als onze dagdagelijkse omgeving die betekenis geeft aan acties en

interacties. (McCall, 1983). Ervaringen lijken dus gekleurd te worden door de

leefwereld van het individu. Men kan zich hier de vraag stellen: “Waarom net

nu?” Aangezien wij interesse hebben voor deze betekenisverlening en eventuele

verwachtingen lijkt het interessant dat de participanten zich nog kunnen

herinneren hoe men dacht en zich voelde vooraleer men zich liet tatoeëren.

Verder kiest men bij een thematische analyse doorgaans voor een kleine

sample. Eerst en vooral neemt het uittypen en analyseren van een interview veel

tijd in beslag. Ook is het zo dat men een specifieke groep – in dit geval

getatoeëerde individuen - wenst te volgen. Het getatoeëerde individu, samen met

Page 30: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

23

zijn eigenheid, staat centraal. Veralgemening is hier dus niet het doel, wel diepte

en detail (Smith et al., 1995). Ook is het zo dat voor onderzoekers die nog niet zo

vertrouwd zijn met het thematisch analyseren drie à zes interviews een zeer

goede keuze is. Dit aantal zorgt voor voldoende diepgang bij elk interview, maar

laat ook een gedetailleerde studie van gelijkheid en verschil, convergentie en

divergentie toe. Bij een te groot aantal interviews bestaat het gevaar bij

beginnende kwalitatieve onderzoekers, waaronder mezelf, overspoeld te

worden. Dit zou de kwaliteit van de analyses in gevaar kunnen brengen. (Smith,

2007).

Bijkomend zeggen Smith en Osborn (2007) dat er verder wordt gekozen

voor een homogene sample. Gezien de kleine sample is het niet nuttig te denken

in termen van random of representatieve sampling. Bij thematische analyse

wordt er eerder aan doelgerichte sampling gedaan. Bij dit soort sampling wordt

een gesloten en gedefinieerde doelgroep gekozen waarbij de onderzoeksvraag

relevant is. Om een bepaalde homogeniteit te bekomen, worden de participanten

aangetrokken via één tattooshop, namelijk Toryumon te Gent. Deze tattooshop

heeft een bericht op de facebookpagina geplaatst waarin stond mij te

contacteren als men voldeed aan de voorwaarden. Aangezien niet iedereen

zomaar over zijn tatoeages wilt vertellen, is er voor deze aanpak gekozen. De

gedachtegang hierachter is dat individuen die zichzelf aanmelden vermoedelijk

meer en openlijker willen vertellen over bepaalde ervaringen. Nadat tientallen

geïnteresseerden mij gecontacteerd hebben, werden er vijf uitgekozen die zich

op bepaalde dagen konden vrijmaken en in Gent geïnterviewd konden worden.

Het is dus belangrijk te vermelden dat de keuze van de sample pragmatisch is.

Hiermee wordt bedoeld dat de bekomen sample gedefinieerd is door wie er deel

van uit wil maken (Smith & Osborn, 2007). De vijf deelnemers zijn ongeveer van

eenzelfde leeftijd (tussen 20 en 30 jaar). De interviews namen telkens plaats in

een koffiebar. Dit leek een geschikte plaats te zijn om een aangenaam en

ongedwongen gesprek te bekomen. Verder is het een neutrale plaats voor zowel

de geïnterviewde en de onderzoeker. Bovendien leken alle individuen dit te

verkiezen boven hun woonplaats. Bij het weergeven van de resultaten zullen

fictieve namen worden gebruikt bij quoteren van de participanten. Hier wordt

Page 31: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

24

voor gekozen, voornamelijk vanuit ethische overwegingen aangezien de

participanten persoonlijke elementen uit hun leven mededelen.

Data-verzameling

Semi-gestructureerde interviews.

Er wordt gekozen voor semi-gestructureerde interviews om de data te bekomen.

Dit soort interviews wordt gekenmerkt door een set van vragen op een

interviewschema. De onderzoeker laat zich leiden door dit schema, maar laat

zich er niet noodzakelijk door bepalen. De volgorde van de vragen is minder

belangrijk, terwijl het verhaal van het individu dit wel is (Smith, & Osborn,

2007). We krijgen namelijk te maken met persoonlijke ervaringen en vertrekken

van uit de subjectieve betekenis die de individuen geven aan het tatoeëren.

Smith en Osborn (2007) merken verder op dat de interpreatieve

fenomenologie als doel heeft zo ver mogelijk de psychologische en sociale

leefwereld van de geïnterviewde te betreden. Om dit te bekomen moet de

geïnterviewde de kans krijgen bepaalde zaken te kunnen aanreiken die niet

noodzakelijk op het interviewschema staan. Tegelijkertijd moet het voor de

interviewer mogelijk zijn over zekere flexibiliteit te beschikken. Het laat dialoog

tussen de onderzoeker en de geïnterviewde toe wat vervolgens tot een rijkere

data kan leiden.

Voorbereiding van het interview schema.

Zoals eerder gezegd is een semi-gestructureerd interview schema van waarde en

sluit dit design aan bij de onderzoeksvraag. Omdat wij de wereld van het

tatoeëren wensen af te bakenen en ons toe willen spitsen op de relatie met

identiteit, zelf-expressie en controle, lijkt het ons noodzakelijk te kiezen voor dit

interview design en niet voor een vrij gestructureerd interview design. Het is zo

dat er reeds over deze concepten is nagedacht en gelezen. Smith en Osborn

(2007) stellen dat het op voorhand opstellen van een interview schema ons

aanmoedigt expliciet na te denken over wat wij hopen dat het interview afdekt.

Zo verplichten we onszelf na te denken over hoe bepaalde (eventueel gevoelige)

Page 32: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

25

vragen gesteld kunnen worden of welke moeilijkheden we tegen kunnen komen.

Eerder werd gezegd dat we deze drie concepten echter zo weinig mogelijk

expliciet zullen verwoorden. Het komt er dus op aan dat er een evenwicht moet

worden gevormd. Enerzijds dienen we na te denken over wat we wensen te

bereiken met de interviews en anderzijds mogen we ons niet vastpinnen op wat

we wensen te horen. Verder kan deze voorbereiding zorgen voor een betere

focus op wat er gezegd wordt tijdens het interview zelf.

Opbouw van de vragen.

Om zoveel mogelijk de leefwereld van het individu te benaderen lijkt het

belangrijk hem aan te moedigen te spreken in eigen woorden. Vandaar dat open

vragen hier de voorkeur krijgen Zoals eerder gezegd is deels voor dit design

gekozen zodat participanten bepaalde zaken kunnen aanreiken die niet

noodzakelijk gevraagd worden. Vandaar dat bepaalde vragen of verhalen bij

bepaalde participanten ter inspiratie dienen en worden meegenomen naar

andere interviews. Dit heeft als doel het maximum uit interviews te halen. Wij

vermoeden dat reacties op verhalen van andere participanten tot een rijkere

analyse kunnen leiden. Het is zo dat het ontdekken van verschillen en

gelijkenissen tot een diepere studie kunnen leiden. Ook is het zo dat bepaalde

vragen worden aangepast over de interviews heen wanneer deze niet goed

worden begrepen. Bovendien worden de vragen niet altijd in dezelfde volgorde

gesteld. Dit hangt af van wat de participant zelf brengt en wat gevraagd dient te

worden. Zoals eerder gezegd vormt een dialoog, eerder dan een ondervraging,

tussen interviewer en geïnterviewde een mooiere kans tot een rijke analyse

(Smith & Osborn, 2007).

Bij het ontwerpen van de vragen is nagedacht welke vragen betekenisvol

zouden kunnen zijn om inzicht te krijgen in de belevingswereld van het

getatoeëerde subject. Smith en Osborn (2007) stellen eerst en vooral dat

subtiliteit bijdraagt tot een goed interview, dit in tegenstelling tot te expliciete

vragen. Verder raadt hij aan te beginnen met een zo algemeen mogelijke vraag.

Met deze stelling in het achterhoofd, lijkt het voor de hand liggend eerst en

vooral te vragen of de participant iets wenst te vertellen over zijn of haar

Page 33: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

26

tatoeage(s). Hiermee wordt , naar onze visie, voldoende ruimte gegeven en kan

de participant kiezen hoe te beginnen met zijn of haar verhaal.

Daarnaast hebben wij onze vragen gebaseerd op de volgende

‘handleiding’ die Smith en Osborn (2007) voorleggen:

Men kiest beter voor neutrale in plaats van met emotie/waarde beladen vragen.

Hiervoor worden best open vragen gesteld. Zo wordt de participant

aangemoedigd na te denken over de vraag en zich open te stellen. Naast de open

vragen worden ook enkele gesloten vragen gesteld. Deze worden opgevangen

door enkele doorvragen. Zoals eerder is het ook van belang het perspectief van

de participant te verkrijgen. Als onderzoeker moet men zich namelijk steeds

afvragen of men effectief de persoonlijke en sociale wereld van de participant

benadert. Het kan namelijk ook zijn dat men de participant dwingt de wereld van

de interviewer binnen te dringen.

Met de vragen die op voorhand zijn vastgesteld, streven we naar een

balans tussen vragen die peilen naar de beleving van de drie concepten die de

pilaren zullen vormen tijdens de analyse en het geven van een maximale kans

aan de participant zijn of haar verhaal te delen. Met andere woorden: Als

onderzoeker is het belangrijk tijdens het opstellen van de vragen en tijdens het

interviewen een idee te hebben waar naartoe te gaan zonder het individu uit het

oog te verliezen. De vragen opgesteld zodanig ze ruim te interpreteren vallen. Er

wordt beslist de geïnterviewde subjecten de keuze te geven hoe de vraag wordt

geïnterpreteerd. De manier waarop zij de vragen namelijk begrijpen, kan

namelijk deel uit maken van hun verhaal. Omdat er reeds veel onderzoek is

gedaan, zullen de meeste vragen refereren naar wat bepaalde theorieën reeds

zijn opgesteld met als doel de ervaring van het tatoeëren eruit te halen.

Page 34: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

27

Tabel 1: Interview schema

1. Zijn er mensen in je omgeving die tatoeages hebben?

Bijvraag: Heeft dit jouw keuze om een tatoeage te laten zetten, volgens

jou , beïnvloed?

2. Hecht je belang aan wat anderen van jouw tatoeage denken? Op welke

manier?

3. Hoe sta je tegenover het feit dat anderen jouw tatoeage(s) al dan niet

kunnen zien?

4. Waren er bepaalde verwachtingen? Voor en na?

5. Hoe sta je tegenover de pijn?

6. Waarom heb je gekozen voor die bepaalde plaats (op het lichaam)?

7. Hoe staan belangrijke anderen tegenover jouw beslissing om jezelf te

laten tatoeëren?

8. Heeft jouw tatoeage betekenis?

9. Moet een tatoeage betekenis hebben?

10. Wat vind je belangrijk bij het kiezen van een ontwerp?

11. Vind je het esthetische belangrijk?

12. Heb je spijt van bepaalde tatoeages? Zoja, hoe ga je hiermee om?

13. Vind je de band met de tatoeëerder belangrijk?

14. Hoelang denk je er al over na?

De doorvragen bestaan voornamelijk uit (a) heb je daar een bepaald idee over?

En (b) Kan je dat uitleggen?

Kwaliteitswaarborgen

Maso en Smaling (1998) stellen hierbij dat goed onderzoek het object tot zijn

recht komt zonder dit te vertekenen. Men kan deze vertekeningen uitsluiten

door het volgen van bepaalde procedures. Deze kunnen de onderzoeker helpen

Page 35: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

28

bij het monitoren van en reflecteren op mogelijke bronnen van vertekening. In

het algemeen stellen Plochg en Van Zwieten (2007) dat er bij kwalitatief

onderzoek naar een hoge interne validiteit wordt gestreefd.

Betrouwbaarheid.

De betrouwbaarheid van een (kwalitatief) onderzoek kan worden ingevuld als

het minimaliseren van toevallige vertekeningen. Hierbij wordt de kwaliteit van

uitvoering van het onderzoek beschreven (Willems en Van Zwieten, 2004). Er

kan onderscheid worden gemaakt tussen externe en interne betrouwbaarheid.

Interne betrouwbaarheid.

Om de interne betrouwbaarheid in dit onderzoek te garanderen, is transparantie

van de rol van de onderzoeker essentieel. Kwalitatieve onderzoeksresultaten

komen namelijk tot stand door directe tussenkomst van de onderzoeker.

Voordelig in deze studie is dat er slechts één interviewer is, die tegelijkertijd ook

de analysant is. Zo bestaat er slechts één coderingssysteem waar rekening moet

worden mee gehouden. Dit zorgt ervoor dat er voor de interne betrouwbaarheid

slechts rekening moet worden gehouden met één onderzoeker (Willems & Van

Zwieten, 2004).

Fenomenologisch onderzoek onderkent dat de onderzoeker in feite het

onderzoeksinstrument is. Dit wil zeggen dat het eigen denkbeeld (de manier van

communicatie, waarneming en interpretatie) deze resultaten beïnvloedt. Dat

mijn fascinatie voor tatoeages zijn aanwezigheid kent, valt niet te ontkennen.

Deze fascinatie uit zich voornamelijk in het hebben van tatoeages. Het mentaal

en lichamelijk proces van het zich laten tatoeëren werd dus reeds een aantal

keer doorlopen. Dat deze onderzoeksvraag een persoonlijke motivatie kent en

bijgevolg een invloed heeft op de verschillende stadia van deze studie, kan niet

worden genegeerd. Hierbij moet de vraag gesteld worden hoe die invloed

gedurende het onderzoek plaatsvindt (Plochg & Van Zwieten, 2007).

De persoonlijke ervaringen hebben zowel voor- als nadelen. Als eerste

kan deze invloed terug te vinden zijn in het opstellen van het interview-schema.

Een voordeel van persoonlijke ervaringen met tatoeages kan zijn dat ik als

Page 36: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

29

onderzoekster de (belangrijke) elementen ken die behoren tot deze ervaring in

het algemeen. Het maakt het daarom gemakkelijker om de vragen op een vlotte

en subtiele wijze op te stellen. Dit voordeel kan echter een keerzijde kennen. Het

feit dat de ervaring gekend is, kan er voor zorgen dat de vragen blijven hangen

op een niveau dat door mijzelf gekend is terwijl de ervaring van de participant de

essentie moet vormen.

Om deze bias te minimaliseren, poog ik de vragen vanuit de literatuur te

onderbouwen. Het is namelijk zo dat het doel an sich niet bestaat uit het vinden

van andere motivaties of theorieën naast degene die reeds beschreven zijn, maar

wel de ervaring of betekenis die het individu geeft aan deze motivaties (die al

dan niet terug te vinden zijn in de literatuur). Op deze manier probeer ik een

balans te vinden tussen theorie en de ervaring van het individu, zonder de eigen

veronderstellingen te laten meespelen.

Bij het verzamelen van de data (tijdens het interviewen) zijn een aantal

zaken waarop gelet moet worden. Het maakt het relatief eenvoudig een gesprek

aan te knopen met de participanten. Het feit dat zowel de interviewer als de

geïnterviewde tatoeages hebben, zou het groepsgevoel kunnen creëren dat

Atkinson (2003) linkt met wat hij benoemt als een ‘gemeenschappelijke

drijfveer’ om symbolisch te communiceren. Verder stellen Smith en Osborn

(2007) dat een band tussen onderzoeker en participant bevorderlijk is om

fenomenologisch onderzoek te verrichten. Toch lijkt ons een zekere

voorzichtigheid aangeraden aangezien het doel niet uit het oog mag worden

verloren. Een zekere focus wordt vereist bij het (eventueel) afdwalen. Het feit

dat het interview-schema op voorhand werd opgesteld kan deze focus

bevorderen omdat dit schema als leidraad kan dienen.

Verder bestaat het risico dat ik als onderzoeker te snel zou kunnen

begrijpen, vanuit mijn eigen referentiekader. Tijdens het interviewen probeer ik

mij daar zoveel mogelijk van bewust te zijn. Om meer zekerheid te krijgen over

het feit dat ik mijn eigen ervaringen met tatoeages niet verwar met die van de

participant, wordt dit afgetoetst. Ook tijdens het analyseren kan dit risico zich

stellen. Vandaar dat ik er voor gekozen heb mijn thema’s te laten nakijken.

Page 37: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

30

Externe betrouwbaarheid.

Hoewel repliceerbaarheid niet het doel is van dit onderzoek, is het toch

belangrijk expliciete informatie te verschaffen over de werkwijze van deze

studie. Om externe betrouwbaarheid te garanderen, wordt elke stap uitvoerig

gedocumenteerd en gerapporteerd.

Validiteit

De validiteit kan worden beschouwd als het minimaliseren van systematische

vertekeningen en hierbij wordt de kwaliteit van het onderzoek beschreven (Van

Zwieten en Willems, 2004). Ook de validiteit kan worden ingedeeld in extern en

intern.

Interne validiteit.

De interne validiteit kan worden nagegaan op basis van het antwoord op de

vraag of men daadwerkelijk datgene heeft onderzocht wat men stelde te

onderzoeken. De rol van de onderzoeker is opnieuw essentieel. Deze dient

aandacht te besteden aan het monitoren van de eigen onderzoeksrol. Hierbij

bestaat namelijk het gevaar zich te veel te identificeren met het object van het

onderzoek (Willems en Van Zwieten, 2004). Tijdens het analyseren van de data,

werden de interviews voldoende aantal keer gelezen met als doel er vertrouwd

mee te geraken. Bij het kiezen van thema’s werden ook hier anderen betrokken.

Door in dialoog te treden met een individu met het diploma communicatie-

wetenschappen, werden thema’s aangepast en bepaalde interpretaties in vraag

gesteld.

Externe validiteit.

De externe validiteit heeft voornamelijk te maken met de generaliseerbaarheid

of verplaatsbaarheid van de conclusies van het onderzoek naar andere,

vergelijkbare settings. Terwijl dit niet zozeer het doel op zich is bij kwalitatief

onderzoek is het toch belangrijk zo helder mogelijk te zijn over de manier

waarop en de reden van de selectie van de participanten. (Plochg en Van

Zwieten, 2007). Bij deze studie werd aan purposive sampling gedaan. Dit wil

Page 38: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

31

zeggen dat er doelgericht variabelen werden gekozen om de participanten uit te

kiezen. Hoe hier mee werd omgegaan, werd eerder besproken in het onderdeel

‘sampling’.

Resultaten

Inleiding

Voor deze studie worden de data thematisch geanalyseerd. Belangrijk te

vermelden is dat de fenomenologie ons epistemologisch kader is. Deze

verduidelijking is belangrijk omdat dit bepaald op welke manier de interviews

worden geanalyseerd (Braun & Clarke, 2006). Smith en Eatough (2007) spreken

echter eerder van richtlijnen aangezien de aanpak per onderzoeksvraag kan en

mag verschillen. Voor dit onderzoek worden thema’s gezocht per theoretisch

concept. Verder stellen zij dat er vier fasen kunnen worden onderscheiden.

Vooraleer men kan beginnen aan deze fasen wordt de verbale data

uitgeschreven. Hoewel dit een tijdrovende stap is, is dit een goed begin om

vertrouwd te geraken met de interviews. Bij de volgende fase staat het lezen en

herlezen van de data met als doel een holistisch perspectief te bekomen per

interview. De volgende fasen bestaan uit het identificeren en etiketteren van

initiële thema’s, het aaneenschakelen en clusteren van de thema’s en het maken

van een samenvattende tabel. Hier horen een aantal opmerkingen bij (Smith &

Eatough, 2004). Eerst en vooral kunnen de initiële thema’s worden bijgeschaafd

doorheen de fasen heen. Ook is het van belang te vermelden dat dit een recursief

proces is. Dit wil zeggen dat er voortdurend heen en weer wordt gegaan

doorheen de fasen (Smith, 1995).

Page 39: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

32

Uiteenzetting van de thema’s

Tabel 2: Clustering thema’s

Concept Hogere orde thema’s Hoofdthema’s

Identiteit

Thema 1: Tatoeages toeschrijven aan een reeds bestaand gevoel van anders zijn.

Thema 2: Een recursief proces van betekenisverlening

Thema 3: De invasieve blik van de ander

- Symboliseren van (de zoektocht naar) zelfontwikkeling

- Afspiegeling van een langdurig mentaal proces

- Duiding dat het subject op zich niet verandert

- Een proces van eenwording: De tatoeage wordt een deel van het zelf

Zelfexpressie Thema 1: Visualisatie van het zelfbeeld

Thema 2: Visualisatie van het ideaal zelfbeeld

Thema 3: Onvergankelijkheid als bepalende drijfveer

- Wie ben ik? - Wat heeft mij gemaakt tot

wie ik nu ben?

- Wie wil ik zijn? - Hoe wil ik eruit zien?

Controle Thema 1: Controle die subject wenst uit te oefenen op zichzelf/de ander

Thema 2: Sociale controle die de ander op het getatoeëerd subject uitoefent

- Herwaardering van het lichaam

- Affectregulatie en afsluiting van een hoofdstuk

- Tentoonstellen of verbergen

- De Grote Ander - De Significante ander

Page 40: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

33

De data wordt via thematische analyse verwerkt. Om het contact met de

onderzoeksvraag niet te verliezen, worden de concepten ‘identiteit’,

‘zelfexpressie’ en ‘controle’ op voorhand vastgezet. Na het fixeren van deze

concepten worden vanuit de data thema’s gezocht.

- ‘Identiteit’ kent drie hogere orde thema’s. Thema 1, Tatoeages

toeschrijven aan een reeds bestaand gevoel van anders zijn, omvat

beschrijft voornamelijk de periode vooraleer de participanten tatoeages

hadden. Thema 2, Een recursief proces van betekenisverlening, beschrijft

hoe de participanten betekenis geven aan hun tatoeages. Dit proces lijkt

recursief te zijn door het feit dat men zowel voor het bestaan van de

tatoeage als er na, betekenis verleent aan wat men hen gebeurt. Dit thema

kent een onderverdeling van drie hoofdthema’s, namelijk:

o Symboliseren van (de zoektocht naar) zelfontwikkeling

o Afspiegeling van een langdurig mentaal proces

o Duiding dat het subject op zich niet verandert

o Een proces van eenwording: De tatoeage wordt een deel van het zelf

Deze hoofdthema’s omvatten hoe dit mentaal proces wordt gepercipieerd.

Een tatoeage lijkt voort te vloeien uit een wens naar symbolisering van

hun zoektocht naar zelfontwikkeling. Hieruit blijkt dat een tatoeage een

afspiegeling kan zijn van een langdurig mentaal proces. Ondanks er een

mentaal proces in werking treedt, duidt men dat men op zich niet

verandert. Omdat men veel tijd lijkt te besteden aan dit mentaal proces,

wordt de tatoeage een deel van het zelf waardoor men er een affectieve

band mee lijkt te ontwikkelen.

Thema 3, de invasieve ander, verwijst naar de manier waarop de ander de

getatoeëerde identiteit benadert.

- ‘Zelfexpressie’ kent een opdeling van drie hogere orde thema’s. Thema 1,

visualisatie van het zelfbeeld, verwijst naar de wens zichzelf te uit te

drukken. Dit thema kent 2 hoofdthema’s:

o Wie ben ik?

o Wat heeft mij gemaakt tot wie ik nu ben?

Deze hoofdthema’s omvatten de elementen van hun leven die de

participanten wensen te vereeuwigen via een tatoeage.

Page 41: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

34

Het tweede thema 2, visualisatie van het ideale zelfbeeld, representeert

hoe de participanten zichzelf wensen te zien in de toekomst. Dit thema

kent de volgende ordening:

o Wie wil ik zijn?

o Hoe wil ik eruit zien?

Deze hoofdthema’s verwijzen naar de elementen die hun ideale zelfbeeld

moeten voorstellen.

Het derde hogere orde thema, onvergankelijkheid als bepalende drijfveer,

omvat de motivatie die bepalend is het feit dat men kiest voor de tatoeage

als expressie van het (ideale) zelfbeeld, namelijk het eeuwige.

- ‘Controle’ kent de opdeling van twee hogere orde thema’s. Het eerste

thema, controle die het subject wenst uit te oefenen op zichzelf/de ander,

omvat drie hoofdthema’s:

o Herwaardering van het lichaam

o Affectregulatie en afsluiting van een hoofdstuk

o Tentoonstellen of verbergen

De eerste twee hoofdthema’s zijn motivaties om controle uit te oefenen

op het zelf of op de ander, namelijk de wens van herwaardering,

affectregulatie en afsluiting van een bepaald hoofdstuk in hun leven. Het

derde hoofdthema verwijst naar de manier waarop men controle kan

uitoefenen op het publieke effect dat een tatoeage met zich meebrengt.

Het tweede hogere orde thema’, sociale controle die de Ander op het

getatoeëerde subject uitoefent, verwijst naar de controle die anderen op

het subject kunnen hebben. Dit thema kent twee hoofdthema’s:

o De Grote Ander

o De Significante ander

Zo lijkt het dat zowel de maatschappij als de dichte omgeving een

bepaalde controle kunnen uitoefenen op het subject.

Page 42: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

35

Identiteit

Vanuit de vijf interviews werden drie hogere orde thema’s teruggevonden met

name: ‘Tatoeages toeschrijven aan een reeds bestaand gevoel van anders zijn,

Een recursief proces van betekenisverlening’ en ‘De invasieve blik van de ander’.

Het tweede thema kent een onderverdeling die het hogere orde thema

specificeert.

Thema 1: Tatoeages toeschrijven aan een reeds bestaand gevoel van

anders zijn

Hoewel dit thema niet rechtstreeks peilt naar de ervaring van het hebben van

tatoeages, speelt het een belangrijke rol bij de meeste participanten. Men blikt

voornamelijk terug naar de periode vooraleer hun huid werd getatoeëerd. Men

lijkt hun keuze om zich te laten tatoeëren te kaderen in een gevoel altijd al

anders te zijn.

Dit gevoel wordt door Sam toegeschreven aan de manier waarop anderen hem

altijd al hebben aanzien:

Sam: “Ik ben ni zo heel mainstream, ik ga ni mee in wat ja… Ik ben altijd wel een beetje weg

van de menigte gebleven. Ik heb altijd zo mijn eigen ding gedaan… waarin ik in geloof en

waar ik mij goed bij voel en als mensen daar problemen mee hadden dan ja das hun

probleem. Het is een deel van je identiteit. Ik heb vroeger al altijd met lang haar

rondgelopen en er waren altijd mensen die keken van wat voor krapuul loopt daar rond. En

kheb altijd al iets gehad van fuck it. “

Interessant is de nuance van hoe de link wordt gepercipieerd. De nuancering ligt

in zijn woordgebruik. Hij zegt ‘altijd al’ anders te zijn geweest. Hieruit leidt ik af

dat zijn tatoeage een uitloper is van dit reeds bestaande gevoel. Verder valt op

dat hij dit ‘anders zijn’ samenbrengt met ‘je eigen ding doen’. Dit lijkt iets te zijn

wat hem onderscheidt van anderen. ‘Je eigen ding doen’ lijkt een levenshouding

te zijn waar een tatoeage een onderdeel van is. Dit motiveert hem om voor een

sleeve als eerste tatoeage te kiezen.

Page 43: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

36

Sam: “Wel, ik heb altijd al iets gehad van als ik een tattoo wil, ne sleeve da zal… Ja ik dacht

we gaan er ineens voor.”

Dit ‘anders zijn’ kan ook iets zijn dat samenhangt met aanvaarding. Door de

ziekte ‘fibromyalgie’ kent Elke een aantal beperkingen in haar leven. Door deze

beperkingen heeft zij nooit alles kunnen doen wat anderen kunnen. Haar

volledige lichaam is getatoeëerd.

Elke: “Ik denk da als ge in een situatie zit waar ge ni alles kunt doen wat anderen kunnen,

dan wordt je sowieso een klein beetje anders en probeer je ofwel je hele leven zo normaal

mogelijk te zijn ofwel hebt ge zoiets van: ja wete, ik ben een beetje anders, weet je wat we

gaan er helemaal voor… En dan maakt het soms gemakkelijker ook. Ik trek mij ni zo aan

van wat andere mensen denken van mij. Ik heb het gevoel dat ik daar nooit volledig heb

ingepast. Ik bedoel, ik ben nooit een maatje 36 geweest en dat ook nooit zou zijn en that’s

ok. Ik voel me zelf best wel fantastisch.

Ook deze vrouw erkent dit gevoel van ‘altijd al anders’ te zijn geweest. Hoewel

dit gevoel gebaseerd is op een andere motivatie dan de andere participant,

erkent ook zij er volledig voor te willen gaan. Het lijkt erop dat een specifieke

attitude op het leven drempelverlagend is bij het kiezen voor tatoeages. Deze

attitude lijkt er dan ook voor te zorgen om te gaan tatoeages die een groot stuk

van het lichaam omvatten.

Leen heeft haar eerste tatoeage laten zetten. Ook zij linkt het hebben van

tatoeages aan anders zijn dan wat de ‘norm’ voorschrijft. Hoewel ze slechts één

tatoeage heeft, erkent zij - net als de twee vorige participanten- dat een tatoeage

iets is dat hoort bij haar levensattitude.

Leen: “Ik kom uit een gezin dat redelijk cliché is, naar mijn goesting. Mijn ouders zijn heel

openminded en met veel dingen hebben ze geen probleem, alleja mijn achtergrond is nogal

zeer gothic enzo… Ze hebben er nooit iets op tegen gehad. Ik heb ze altijd beetje per beetje

aan dingen moeten laten wennen. Bijvoorbeeld een corset, ik heb ze kunnen aantonen dat

het ook elegant kan zijn en niet vulgair gelijk een hoer. Dus alleja, dat ging allemaal wel,

maar tattoos das ja… Al mijn vrienden van school en hun ouders, alleja die hebben allemaal

het stramien van huisje, tuintje, kindje,… Das zo dat stramien. Ik spring er echt zo uit.”

Page 44: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

37

Opmerkelijk is dat bij deze drie participanten een soort van trots zijn naar voor

komt. Het lijkt alsof hun tatoeage een soort van viering is van hun anders zijn.

Het voelt aan alsof men de aanvaarding van hun anders zijn symboliseert.

Het voorgaande laat uitschijnen dat de opbouw van deze levenshouding iets zeer

individualistisch is. Toch zijn er een aantal participanten die aankaarten dat

getatoeëerde vrienden een invloed kunnen hebben op hun keuze zich te laten

tatoeëren. Leen zegt hier het volgende over:

“Maar het heeft mij waarschijnlijk geholpen dat ik al sinds mijn 15de omringd ben met

mensen die al redelijk vol getatoeëerd staan. Het is op zijn minst drempelverlagend… Ik

bedoel ik heb altijd vrienden gehad die ouder waren dan mij, en da maakte het

gemakkelijker om in contact te komen met mensen die ja al vol stonden met tattoos.”

Hiermee geeft ze aan reeds van jonge leeftijd in contact te zijn gekomen met

getatoeëerde enthousiastelingen. Terwijl zij het niet echt heeft over een

specifieke subcultuur, doen Sam en Yannick dit wel:

Sam: “ Gebt een grote eenheid he, metalheads… Dat zal altijd wel indirect wat verband met

elkaar hebben. Ik luister al 15 jaar naar metal.”

Yannick: “ In dat hardcore milieu hebben er zoveel mensen tattoos.”

Opvallend is dat deze drie participanten het hebben over een bepaalde invloed,

maar deze is zeker niet doorslaggevend.

Samengevat kan worden gezegd dat bepaalde participanten vanaf reeds van

jonge leeftijd een beeld van zichzelf hebben, namelijk dat van ‘anders zijn’. Dit

zelfbeeld lijkt een hoeksteen te zijn om later voor tatoeages te kiezen. Opvallend

is dat hierbij voornamelijk de persoonlijke identiteit wordt aangekaart. De

sociale identiteit wordt vermeld, maar dan wel eerder als secondair.

Page 45: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

38

Thema 2: een recursief proces van betekenisverlening

Tatoeages lijken in gebed te zijn in een mentaal proces van reflectie en

betekenisverlening. Dit proces lijkt recursief te zijn aangezien omdat deze

betekenisverlening zowel vooraf als achteraf plaatsvindt. Men tracht op zoek te

gaan naar bouwstenen om hun identiteit vorm te geven.

- Symboliseren van (de zoektocht naar) zelfontwikkeling

Een aantal participanten percipiëren hun tatoeages eerder als element om hun

identiteit vorm te geven.

Leen: “Ik kan mij vinden in het feit van tis effectief… Alle eerder een tussenweg… Ik denk ni

dat het echte controle is over uw leven, maar ik denk wel dat het een element is waarmee

da ge uzelf vorm kunt geven nadat ge zijt losgebroken van uw ouders…Uw ouders hebben u

kunnen vormen zoveel ze wilden toen ge nog hulpeloos waard, maar vant moment da ge 13

zijt, begint ge los te breken en dan gebruikt ge eigenlijk verschillende elementen om je

eigen identiteit te zoeken. Ik denk dat tattoos, kleding, muziekstijl, voorkeur van denken,

elementen zijn waarmee ge ni direct wil losbreken, maar eerder een standpunt kunt maken

van mijn eigen zelf verder te kunnen ontwikkelen.”

Opvallend is dat Leen deze vormgeving ziet als iets dat gebeurt na het losbreken

van je ouders. De klemtoon ligt dus eerder op wat achteraf nodig is om een

bepaalde identiteit te ontwikkelen. Leen ziet een tatoeage dus niet als iets

waarmee men zich wil afzetten van ouders of een bepaalde autoriteit. Voor haar

is een tatoeage echter gelijkwaardig aan een kleding stijl of een manier van

denken.

Ook Jonas kaart deze ‘vormgeving’ aan:

“Tis wel zo aangezien da ik da zo ni mocht doen van mijn moeder en kwou dat wel en tis

wel zo gelijk zo’n teken van tis zo de moment dak zo mijn eigen keuzes en mijn eigen

interesses heb die zo bepaald omdat ik daar tijd en geld in wil steken. En dat op zich is da

wel zoiets van tis iets da je persoonlijkheid wel wat vorm geeft en zich uit op een of andere

Page 46: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

39

manier. Niet tegenover mijn ouders, maar tegenover mezelf. Zo met die betekenis van die

eerste tattoo.”

Hier beklemtoont Jonas voornamelijk dat een tatoeage een bepaalde autonomie

symboliseert. Hoewel hij vermeldt dat zijn moeder niet akkoord ging met zijn

keuze voor tatoeages, legt hij het accent op feit dat hij het voor zichzelf doet.

Opvallend bij beide participanten is dat een tatoeage een bepaalde

levenstransitie, namelijk die van ontwikkeling van een eigen identiteit,

symboliseert.

Hoewel een aantal participanten aangeven dat zij tatoeages percipiëren als een

element van de zelfontwikkeling, blijft de vraag aanwezig of zij effectief ervaren

dat een tatoeage daadwerkelijk iets met hen doet. De meeste participanten geven

aan dat dit zo is wanneer men er in retroperspectief over nadenkt.

Sam: “In zekere zin heeft dat misschien indirect wel een beetje meer zelfvertrouwen. Alleja

het gevoel daarbij wete… Tis het emotionele en die band da ge der mee hebt, vind ik wel

belangrijk. Ge voelt u eigen op da punt misschien iets zekerder. Uiteindelijk, da ik die stap

heb genomen en die beslissing heb genomen om da volledig af te ronden.”

Yannick: “Ma gelijk das nu misschien een simpele tatoeage, ma als ik zo wegging van die

slechte vrienden, als het een beetje te er was aan het komen… dan ben ik meer naar de

punk en de hardrockoptredens gegaan en da was dan een heel ander milieu en ja ik kwam

daar dan nooit meer mee in contact want die gasten gaan ni naar diezelfde optredens… Ja

en da heeft mij op een onbewuste manier ook geholpen, dak zo mee ging met hen (hardrock

scene)”

Zowel Sam als Yannick ervaren een bepaald gevoel van ‘mijn tatoeage heeft mij

geholpen’. Beiden dienen tijdens hun zelfontwikkeling een hoofdstuk van hun

leven af te ronden. Door dit te symboliseren door middel van een tatoeage lijken

zij zich hier zekerder door te voelen. Terwijl Sam hier de klemtoon legt op de

persoonlijke identiteit, speelt de sociale identiteit bij Yannick een grotere rol.

Dankzij bepaalde tatoeages behoort hij namelijk tot een groep waarin hij het

gevoel heeft zich beter thuis te voelen.

Page 47: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

40

- Afspiegeling van een langdurig mentaal proces

De meeste participanten lijken veel belang te hechten aan deze expressieve

vormgeving van hun identiteit. Dit uit zich in de overtuiging van de meeste

participanten dat er goed over nagedacht moet worden. Tatoeages lijken een

voorstelling te zijn van een mentaal proces die voor sommigen zeer langdurig is.

Yannick: “Over de meeste dingen heb ik goe over nagedacht, dingen van mijn 16 jaar dak

zeg van da moet ik zeker hebben.”

Sam: “Ik denk daar al gemakkelijk 10 jaar over na over da concept en kheb ook zoiets

gehad van ja, kwil zo niet overhaast een beslissing nemen, want uiteindelijk ja dan heb je

da idee een aantal maanden geleden en dan na een aantal jaar gade da dan ineens nimmer

goed vinden en kwil daar echt heel zeker van zijn. Kwil maar zo zeggen, ksta daar 100%

achter. Das ni zomaar een bevlieging. Ik heb gewacht omda ik precies zeker wou zijn. Kwas

eerst zeker, van kweet kwil da wel maar kwou toch wel nog efkes wachten, want

uiteindelijk tblijft erop staan en uiteindelijk was ik zo 100% zeker en tkwam weer naar

boven als ik naar da optreden was geweest en ja dan wist ik van ja 100% zeker.”

Leen: “En dan ben ik psychologie beginnen doen en dan ben ik echt enorm gefascineerd

geraakt met alles wat da met hersenen te maken had, of met DNA en genetica en al… En ja

da idee kwam zo plots in mij op en ik had het dan 2 jaar vastgehouden, omdat ik wel van

het principe ben van alle ik heb niets tegen impuls tattoos…”

Interessant is dus dat achter een afbeelding op de huid een lang proces van

betekenisverlening staat. Dit proces lijkt niet te eindigen nadat de tatoeage op de

huid staat. Door de visualisatie van wat zich van binnen speelt, lijken sommigen

meer met deze gedachten geconfronteerd te worden. Dit lijkt een positief effect

op hen te hebben.

Jonas: “Ik ben niet veranderd, maar misschien wel geëvolueerd. Ja theeft wel… alle die

‘histoire’ … zo’n dingen wat ik had gedacht, ben ik zo meer beginnen over nadenken en alle

veranderd kunt ge ni zeggen, want tis uit mijn eigen, maar misschien daardoor heb ik wel

een evolutie doorgemaakt. Alle zo bewuster met uw gedachten ofzo…”

Page 48: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

41

Elke: “Ik heb er (ziekte) ook wel wat de positieve dingen van beginnen inzien. Als ge ni alles

kunt, dan begint ge veel meer na te denken van wat je wel doet en waar je wel je energie in

wilt steken en dan uiteindelijk leidt ge een leven da veel meer nagedacht is.”

Jonas en Elke geven aan dat zowel het mentaal proces waar men voor de

tatoeage is doorgegaan als het effectief hebben van de tatoeage ervoor zorgen

dat men er nog bewuster over nadenkt. Leen toont verder aan dat

betekenisverlening achteraf kan gebeuren:

Leen: “En achteraf dacht ik dan zo van eej das zo een psychologisch ding. Ik denk dat het

een beetje afhangt van idee tot idee eigenlijk of toevallig een betekenis kan ook… tfeit dat ik

psychologie doe en ook neuropsychologie en.. is er ook betekenis aan gegroeid… En ook

omdat het grafisch gewoon mooi is.”

Toch geeft Jonas aan dat dit mentaal proces niet noodzakelijk is:

Jonas:” Ge moet er sowieso over nadenken en ge moet geen tattoos laten zetten als ge zat

zijt ofzo… Ik ken iemand die dat gedaan heeft… Maar als dat zo wat uw persoonlijkheid is

ofzo…Dat valt uiteindelijk ook zo wat samen met hoe uw leven is natuurlijk.”

De essentie ligt volgens hem in het feit dat het samen moet vallen met je

persoonlijkheid. Verder geeft hij ook aan zijn betekenis niet altijd op de

voorgrond moet staan:

Jonas: “In het begin wou ik altijd zo da mijn tattoos een zotte betekenis hadden, maar nu

naarmate dak er zo meer heb, hoe meer da ik besef da het eigenlijk ook een kunst is. Tmoet

sowieso wel nog een betekenis hebben voor mijn eigen. Ja tis zo van betekenis meer

verschoven naar kunst, omdat jet echt wel uh alle tis ni dat er veel mensen zijn die da

doen… Alle er zijn er wel die kunnen tekenen, maar ge moet da dan ook op iemand kunnen

zetten.”

Kortom, een tatoeage lijkt voor sommigen een veruitwendiging te zijn van de

zelfontwikkeling. Het is voor de meesten een mentaal proces dat zowel vooraf als

achteraf zijn functie kent.

Page 49: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

42

- Duiding dat het subject op zich niet verandert

Belangrijk te vermelden bij de betekenisverlening is dat sommigen aangeven dat

zij als persoon niet veranderd zijn. Dit lijkt een boodschap te zijn dat men

voornamelijk aan de ander willen meegeven.

Leen: “Ja en zeker van die mensen die ge al lang kent, da ge zoiets hebt van gij hebt altijd

goed met mij overweg gekunnen en ja das nu psychologisch gezien maar da mensen zo’n

causale link kunnen leggen van ge verandert uw uiterlijk das uw innerlijk verandert.

Uiteindelijk veranderde ook wel voor een deel. Ni als persoon, alle hoe moede da zeggen. Ge

ziet er anders uit.”

Yannick: “Kwil eigenlijk echt duidelijk maken zo van pa gweet wel gast, da verander

uiteindelijk echt niets aan mij. Das gelijk zo’n cliche van ge weet wel…direct ne stempel

azo…Omda er uit te krijgen…”

Men lijkt hier toch een scheiding te willen maken tussen hun uiterlijk en

innerlijk. Dit terwijl in het volgende thema voornamelijk de eenwording wordt

beklemtoond.

- Een proces van eenwording: De tatoeage wordt een deel van het zelf

Het feit dat de meeste participanten hun tatoeages zien als een manier van

vormgeving aan je identiteit is reeds aangetoond. Maar hoe ervaren het feit dat

er dan effectief een tatoeage op hun lichaam staat? De meesten beschouwen het

als een deel van het zelf. Leen geeft aan dat dit een gegeven is waar ze trots op is

en dat gezien mag worden:

Leen: “Kvind het wel leuk om erover te babbelen…Das wel leuk om complimentjes te

krijgen, ook al is het artwork van de tatoeëer, maar het sta wel op u, het is wel van u…Alleja

ge voelt er u blij door…Ik toon da ook graag...Tis een deel van mij…Maar kheb er wel al veel

over nagedacht.”

Opvallend hier is de causaliteit die gemaakt wordt: “ Het staat op u dus het is van

u.” Dit komt sterk overeen met het proces dat Alfred Gell (Benson, 2000)

Page 50: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

43

omschrijft als de ‘verinwendiging’ van iets van buitenaf. Gell linkt dit proces ook

aan het technisch schema van het tatoeëren. Ook Elke maakt dezelfde link.

Elke: “Meestal zo de eerste paar dagen daarna vind ik het eigenlijk niet zo tof. Alleja weer

je uw huid is zo… da doe pijn… En dan moete zo voorzichtig douchen en al en dan heb ik

altijd zoiets van oooh waarom heb ik da nu ook al weer gedaan? Maar dan daarna, dan kan

ik mij zo nimmer herinneren hoe da mijn huid ervoor eruit zag. Alleja dan is dat zo een deel

van mijn lichaam geworden en dan ja. Moesten ze nu plots allemaal weg zijn, dan zou ik da

verschrikkelijk hard missen.”

Ze gaat zelfs verder en zegt dat ze haar tatoeages niet meer zou kunnen missen.

Het lijkt er sterk op dat een emotionele band wordt gecreëerd met het

getatoeëerde lichaam. Voor sommigen is dit een proces van gewenning, dat even

kan duren. Yannick noemt dit een verwerkingsproces.

Yannick: “En nog misschien da raar is bij ik en mijn tattoos hoe dak der mee omga… is dak

nooit content ben op het moment zelf. Tis gelijk een verwerkingsproces… plots staat daar

zo ne wolf….Als ik in de spiegel kijk, dan zie ik azo effekes die wolf zijne kop azo uitsteken

en dan denk ik zo heelsan van ohnee diene wolf, ohnee diene wolf…. Ja azo van oh da staat

er nu op.. en zoek ik zo van dingskes die niet goed zijn, maar das dan gelijk dak mijn eigen

zot aant maken ben… Tis gelijk zoiets van ja is dat nu wel goed dak da nu gedaan heb of ni.

Eigenlijk vind ik het wel mooi, ma langs den andere kant kweet het ni. Tis iets vre raars. En

dan moet er gelijk zo ne bepaalden tijd overgaan voor u dak gelijk zeg van ok, kben

content…. Kmoe da gelijk, kweet het ni ja … vrede mee pakken.”

Terwijl Leen eerder reeds heeft vermeld dat het een deel van zichzelf is, maakt

ze de vergelijking met kledij of een kapsel. Het voegt iets toe aan je lichaam.

Leen: “Tis zoals een kledingsstuk, een stuk haar… Tis gewoon een deel van uw uiterlijk.

Persoonlijk op da gebied vind ik soms dat het net is alsof ge uw haar wilt kleuren…

Waarom? Because you feel like it, because you like it, because you want it.”

Uit dit thema komt voort dat tatoeages voor sommigen niet zomaar een

versierring van het lichaam is. Ze lijken vaak een langdurig proces van

zelfontwikkeling uit te drukken. Opvallend is dat dit proces niet ophoudt na het

plaatsen van een tatoeage. Het lijkt een vicieuze cirkel van betekenisverlening te

Page 51: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

44

zijn. Hetgeen waar belang aan wordt gehecht, wordt gevisualiseerd en dat wordt

op hun beurt opnieuw verinnerlijkt. Van zodra de tatoeage op het lichaam komt

te staan, lijken sommigen dit te zien als een ‘deel van het zelf’.

Thema 3: De invasieve blik van de ander

Dit thema heb ik bewust bij identiteit geplaatst. Hoewel dit niet direct naar de

beleving van tatoeages en de identiteit peilt, heeft het er toch mee te maken.

Omdat identiteit een concept is dat niet alleen door het zelf wordt gevormd,

maar ook door de ander, is dit een niet te negeren thema. Vanuit vorige thema’s

is reeds voortgekomen dat de meeste participanten tatoeages kiezen voor

persoonlijke beweegredenen, namelijk het vormen van hun eigen identiteit. Ook

is het zo dat de meeste participanten hun tatoeages aanzien als een deel van

zichzelf. Iets waar men echter geen rekening mee hield – vooraleer de tatoeage

op hun lichaam stond- is dat de blik van de ander zeer aanwezig kan zijn.

Elke beschrijft dat haar getatoeëerde lichaam “public property” is geworden:

Elke: “Het ding is zo dat dat van je lichaam ‘public property’ maakt. Vrouwen zeggen dat zo

vaak over zwangerschap ook. Dat als ge dan zo’n dikke buik hebt, dat ze u dan mogen

aanraken. En da’s zo vaak hetzelfde effect omdat ja… Mensen hebben zo iets van: da’s iets

raars en ik wil daaraan voelen of ik wil daar naar kijken.”

Deze gedachtegang lijkt overheersen te zijn in ieders verhaal. Deze redenering

kent echter twee delen. Het eerste deel omvat voornamelijk de ander die de

tatoeage wil zien of aanraken. Dat men hier ver in kan gaan, valt op in deze

ervaringen:

Jonas: “Ik vind dat ni vervelend, maar ik werk in een frituur en er zijn er zo wel veel mensen

die er iets over vragen. Als ze vriendelijk en positief zijn, dan vind ik da ni erg. Maar

onlangs zat ik zo op het terras, alleen, iets aan het drinken en plots komt er zo ne vent naar

mij, echt zo mijn mouw naar omhoog doen en hij kijkt zo is da Gent op uwen arm… Hij komt

zo echt naar mij he… En ik was al zo aan het kijken. En dan zegt hij zo van: En ge zijt zeker

van Brugge… Ik dacht zo van ja wat voor iets is da hier. Das echt de eerste keer dak da

meemaak…”

Page 52: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

45

Leen: “Ineens stop er iemand mij zo en zegt ze van eej gij hebt ne tattoo laten zetten ofwa?”

Yannick: “Kvind het minder ambetant daze vragen van wat betekent da, dat ik kan

uitleggen ofzo op mijn gemak. Kvind ambetanter als ik op cafe zit en zo van toon ne keer…”

Yannick: “Bedoel dat ik ambetant vind als ik ga zwemmen, da zo iedereen… alleja ni

iedereen, ma veel mensen zo constant kijken… alleja hier is da zo nog ni aanvaardt…

Alleja ge ziet ze allemaal kijken of plaats maken voor u…. In de fitness, als ik ga boxen

alsek dan in de douche sta, iedereen azo plaats maken… Zo van passeer maar ze, doe

maar… Ze peizen zeker van wa ne gangster, en als ik dan zeg dak opvoeder ben dan ist

van moh?”

Een tweede deel omvat voornamelijk de betekenis die de ander wilt geven aan

de getatoeëerde identiteit. Zo omschrijft Leen eerst en vooral dat de ander

bepaalde regels maakt die zeggen wanneer tatoeages te accepteren zijn en

wanneer niet.

Leen: “Zo van da mensen zich altijd moeten verantwoorden waarom da ze nen tattoo

hebben, bijvoorbeeld van jamaja das een herdenking van… het doet mij denken aan die.. ik

heb da om die reden gedaan en dan ist zo van aja gij het er een reden voor, dan ist goe.. het

is om eeuwig te kunnen denken aan… En da zou ni de enigste reden mogen zijn.”

Verder lijkt het dat de ander tatoeages linkt aan bepaalde motivaties en of

karaktertrekken.

Elke: “Ik vind da soms grappig om mensen te doen shockeren, maar ik krijg negatieve

opmerkingen dus ja. Mensen die er zo van uitgaan dat ik dat doe voor aandacht ofzo? Wat

ik wel grappig vind, aangezien ik bijna nooit mijn tattoos toon. Zo iemand die zo zegt van

ja dan gaat gij waarschijnlijk veel gaan zwemmen zeker? En ik zo van hum… waarom? Aja

da mensen die dan kunnen zien he… Of zo van die mensen die zeggen van: thoh ik vinda

toch wel heel grof of tis toch wat te mannelijk.”

Jonas: “Meestal loop ik in Gent en tzijn zo mensen die er iets over vragen, aangezien Gent

erop staat… Alle de meeste mensen zien alleen da, uhm tis zo tis wel nog gemakkelijk over

te babbelen zo… Zo van ah isda Gent op uwen arm…. Kvind da eigenlijk ni zo erg. En tis

meestal ook positief. Maar bij diene tekst, dan vragen ze zo van wa ster op en gevoelt zo

van da ze denken van alleja zo nen stomme zin, maar kheb ook zo nooit goesting om zo het

volledige verhaal te vertellen ofzo. Alleja da vind ik wel zo irritant. Alle ge hebt zo direct

Page 53: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

46

een oordeel van mensen uh en zo een stilte er zo na… Daar kan ik ni tegen. De meeste

mensen beoordelen mijn tattoo van alleja tis ne Gentenaar…”

Beide lagen zijn vaak niet uit elkaar te halen, maar geven een bepaalde

nuancering aan het begrip ‘public property’. Het eerste deel benadert

voornamelijk het zintuigelijke, namelijk het willen aanraken en bekijken van iets

wat hen onbekend is. Het tweede deel benadert eerder de wens te betekenis die

erachter schuilt te achterhalen. Beide lagen lokken echter hetzelfde gevoel uit,

namelijk frustratie. Ik interpreteer deze frustratie op verschillende manieren.

Eerst en vooral zijn de reacties van de ander bijzonder kwetsend. Het roept ook

vragen op waarom deze ander de nood heeft het getatoeëerde subject op deze

manier te benaderen.

Leen maakt hieromtrent een interessante vergelijking met andere

lichaamsprojecten:

Leen: “Het verschil dan nog met bijvoorbeeld haarkleur, als ge met roze haar over straat

loopt, niemand gaat er iets van zeggen… Hoe lelijk dat ze het ook mogen vinden. En bij

tattoos die zichtbaar zijn, dan hebben mensen zo van ja nu ga ik er toch iets van moeten

zeggen…”

Waarom heeft de ander het gevoel hierover iets te moeten zeggen? Dit terwijl

andere opvallende elementen, bijvoorbeeld een fel haarkleur zoals Leen

opmerkt, minder invasieve reacties uitlokt. Jonas denkt het volgende:

Jonas: “Ik denk dat het komt omdat er zo veel mensen zijn die da wel willen, maar da ni

durven.”

De frustratie lijkt ook voort te komen uit het feit dat een tatoeage beschouwd

wordt als iets persoonlijks.

Jonas: “Ik vind nog altijd, tis iets van uw eigen, en niet voor iemand anders.”

Page 54: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

47

Jonas raakt een essentieel element hier, waardoor het des te pijnlijker lijkt

wanneer anderen er negatieve opmerkingen over geven. Als laatste interpreteer

ik de frustratie vanuit de consequenties die de blik van de ander teweeg brengen.

Hun getatoeëerde lichaam zorgt er namelijk voor dat er een soort van afstand

wordt gecreëerd tussen hen en de ander. Dit is iets wat zij in eerste instantie niet

voor ogen hadden. Leen vergeleek bijvoorbeeld het hebben van tatoeages met

een bepaalde kledingstijl of een bepaalde manier van denken wat dus eerder

wijst op een manier van vormgeving aan de identiteit. Ik vermoed dat niemand

van deze participanten verwacht hadden dat tatoeages zoveel teweeg zouden

brengen.

Hieronder volgt de uiteenzetting naar zelfexpressie en controle. Hiervoor wordt

eerst en vooral gekozen omdat de theorie aantoont dat deze concepten vaak

terugkomen. Als tweede kies ik hiervoor omdat ik van ‘identiteit’ een algemeen

concept heb gemaakt, waarbij de focus voornamelijk ligt op het proces van

betekenisverlening an sich. De focus lag voornamelijk op hoe de participanten

het proces beleven. De concepten ‘zelfexpressie’ en ‘controle’ omvatten een

uniek betoog, dat poogt te benaderen waarom de participanten net op dat

moment in hun discours een bepaalde tatoeage hebben laten zetten.

Zelfexpressie

Vanuit de interviews zijn drie hogere orde thema’s teruggevonden, namelijk

‘Afspiegeling van het reëel zelfbeeld’, ‘Afspiegeling van het ideaal zelfbeeld’ en

‘Onvergankelijkheid als bepaalde drijfveer’. De eerste twee thema’s kennen een

onderverdeling die de hogere orde thema’s toelichten.

Thema 1: Visualisatie van het zelfbeeld

Het eerste thema onder het concept ‘zelfexpressie’ omvat de visualisatie van het

reëel zelfbeeld. Algemeen gezien staat een zelfbeeld voor het beeld dat een

individu van zichzelf heeft. Voor de meeste participanten uiten hun tatoeages

Page 55: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

48

hoe zij zichzelf zien. Het beeld dat de participanten van zichzelf hebben, wordt

vaak medegevormd door wat men heeft meegemaakt.

- Wie ben ik?

Het lijkt een overtuiging te zijn bij de meeste participanten dat tatoeages moet

representeren waar voor men staat. Dit kan zekerheid creëren, dat de kans op

‘spijt’ kan doen verminderen. Sam beschrijft het zo:

Sam: “Als ge een tattoo wilt laten zetten, denkt er gewoon goe over na. En ni zo van , oh ja

ik vind da wel show, ne tattoo, gegaat naar de tatoeur en vraagt: mag ik es in uwe boek

zien…Persoonlijk is da ni. Alle, das ieder voor zich he, maar denkt er gewoon goe over na en

tmoet iet zijn waar ge voor staat, waar ge voor zijt. Iets waar ge uzelf in kunt terugvinden.

Al ist een hobby, muziek, uw leven…. Iets waar ge inde toekomst plannen over maakt, het

verleden. Maar ge moet toch wel zeker, ge moet ne bepaalde band hebben met het ontwerp

da ge wilt. Zo om toch wel een beke zekerheid te creëren.”

Voornamelijk Yannick’s tatoeages staan voor wie hij is en wat hij doet. De meeste

van zijn tatoeages zijn een soort van codes die verwijzen naar wat hij reeds

verwezenlijkt heeft en naar wie hij is.

Yannick: “Tzijn verwijzingen. Ik doe gevechtsporten al heel mijn leven en tis een oude

vuistvechter en tis zo het thema adam en eva dat ik heb gepakt omdat ze zeiden van ge

moet ni helemaal in symmetrie werken, maar misschien toch wel van vorm. Dusja, Eva met

een slang errond…. En ja mijn achternaam is ook Adam. En van Chinese horoscoop ben ik

een slang.”

Yannick: “En dan hier heb ik het logo van ons skatepark. Wij zijn in …. Bezig met een

skatepark op te richten en we hebben subsidies gekregen van de gemeente.”

Yannick: “Ja bijvoorbeeld echt bands die mij iets doen, die mij geholpen hebben, dak veel

kracht uit geput heb, uhm ja mijn gevechtssporten weet wel zulke dingen… Ja theeft azo

allemaal wat te maken met wie dak ben.

Ook de stijl lijkt belangrijk te zijn in hoe men zich wil representeren. Yannick legt

de klemtoon op de wens dingen vanuit zijn leven op het lichaam te willen

plaatsen. Hierbij gebruikt hij de Russische criminalstijl. Dit is niet toevallig

Page 56: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

49

gekozen, aangezien de Russische maffia bekent staat voor hun tatoeages die

verwijzen naar hun status of naar hun criminele feiten.

Yannick: “Kwou echt die punttechniek en normaal gezien ist een kleurtechniek, maar ik

vraag altijd in een punttechniek dus uh die inkleuring is allemaal in puntjes. Ja ik vind die

russische criminalstijl… Kheb daar zo 3 boeken van en daar baseer ik mijn chestpiece op.

Tis gelijk iets dat mij aanspreekt. En das bère simpel…Dan zijn hele simpele tekeningen.

Van hen (russian criminals) was dat iedere keer zowat hun status, maar bij mij is het

vooral dingen vanuit mijn leven dat ik wil op die manier ook gaan plaatsen. “

Jonas geeft aan dat het feit dat zijn tatoeages zwart-wit zijn de betekenis beter

representeren.

Jonas: “Geen kleur omda uh gewoon de betekenissen zijn nu al zo wa donker geweest en

ergens ist ook zo psychoanalyse da nog wa in mijn hoofd zit zo de betekenissen die ik er aan

link enzo kunnen zo wa in de psychoanalyse vattene n psychoanalyse is zo wa in mijn hoofd

wa donker. Tis ni dak een donker persoon ben, maar alst over serieuze dingen ga,

psychoanalytisch gezien dan vind ik zwart-wit zo meer passen dan kleur.”

Naast het symboliseren van wie men is, kiezen sommigen voor letterlijke

teksten.

Elke: “Ik lees zeer graag dus ik vind da gewoon echt cool, zo het idee van woorden letterlijk

op uw huid meedragen en dan ja de beelden die ik heb, zoals de zeemeermin, is dan eerder

symbolisch voor wat ik er mee associeer. Het ding is, tis ni da ge u continu leest ofzo..”

- Wat heeft mij gemaakt tot wie ik ben?

De registratie van gebeurtenissen kan een belangrijke motivatie zijn om zich te

laten tatoeëren. Zo’n gebeurtenis of een herinnering wordt beschreven op het

lichaam terwijl tegelijkertijd bepaalde gevoelens van binnenuit naar buiten

worden gebracht (Benson, 2000). Zo omschrijft Yannick hoe zijn job een

bepaalde mentaliteit in zich heeft losgemaakt, iets waar hij nu veel belang aan

hecht.

Page 57: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

50

Yannick: “En ja dan hier een quote van Einstein. If you judge a fish by it’s ability to climb a

tree, i twill live its whole life believing that it is stupid. Omdat ik met mensen werk met een

beperking dus ja. Alle als ge u heel de tijd focust op het negatieve van die mens… Als ik de

hele tijd kijk naar die handicap, die beperking, dan gaan zij ook niet vooruit. Ma als je gaat

gaan kijken van iedereen is goed in iets en als je dan gaat kijken van waar ze goed in zijn,

dan geraak je veel meer vooruit… Dat heb ik toch als belangrijkste les getrokken.”

Sommige gebeurtenissen wenst men niet altijd te herinneren. Toch kiezen

sommigen ervoor deze te vereeuwigen door middel van een tatoeage.

Sam: “Van alle shit die ik al int verleden heb meegemaakt, alleja een zware jeugd gehad

enzo en uh bij stelt die doodskop de realiteit van het leven, de dood voor, met alle

toestanden. En de slang kruipt uit zijn vel en laat het verleden achter zich.”

Waarom sommigen hier dan toch voor kiezen kan te maken hebben met het

volgende:

Jonas: “Tis zo een hoofdstuk… Ge zijt daar zo lang mee bezig geweest en da blijft zo hangen,

uh en ge wilt er zo iets positiefs uit halen en is da zo afgerond.”

Het kan de weg symboliseren die is afgelegd om een hoofdstuk af te sluiten. Een

tatoeage sluit een deel uit iemands leven dus niet perse af, dat is vooraf reeds

gebeurd. Het lijkt eerder een soort van zelfreflectie te zijn. Zo stelt men zich de

vraag welke keuzes men in het leven reeds gemaakt heeft. De positieve

gevoelens die een afgerond proces teweegbrengen, komen op de huid te staan.

Sam: “Niet echt een herinnering. Uiteindelijk is da ook wel een afgesloten hoofdstuk van het

verleden, maar da bezegeld da misschien wel, maar kvind het tegelijkertijd ook wel een

ferm ontwerp en daar wil ook wel mee uitgaan uiteindelijk en ook ge weet da ge da nooit

zult vergeten wa ge hebt meegemaakt. Dusja of die tattoo daar nu sta of ni… Maja da heeft

allemaal een beetje contact met elkaar. Ik zal wel keer gewoon lachen als ik naar mijn

eigen kijk, naar mijnen arm.”

Ook Jonas wenst bepaalde gebeurtenissen te bezegelen. De betekenis achter zijn

tatoeage kent twee lagen. Er schuilt een soort van fierheid op zijn herkomst, die

Page 58: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

51

zeer bepalend is geweest voor wie hij nu is. Dezelfde tatoeage staat ook ter ere

van een gestorven vriend. Gevoelens van rouw komen zo aan de oppervlakte.

Jonas: “En dan een groot deel van mijn verhaal heeft zich altijd in Gent afgespeeld. Omda al

mijn vrienden zijn van gent… Ik ben naar school gegaan in Gent en Gent alle, ik heb echt

zo’n mentale map van Gent, ni normaal en daarom heb ik de 3 torens laten zetten en uh

daar ben ik dan ook uh ne goeie vriend van mij is gestorven. En ik heb dan zoiets op zijn

facebook geschreven van uh elke straat in gent heeft wel een verhaal da aan hem doet

denken. Dus das ook zowat de betekenis van Gent. En daarom staat die tekst er ook bij…

‘The sky is not the limit, but we are’. Da was zo zijn visie. En dan zijn zo eigenlijk wel de

grootste verhalen rond mijn tattoos.”

Herinneringen hoeven echter niet altijd een sterke gevoelswaarde te hebben.

Elke: “De eerste quote die ik had is “Every year a few more flowers.” Dat was een deel uit

een boek dat een vriend geschreven had.”

Over toekomstige gebeurtenissen, zoals het krijgen van kinderen of het sterven

van een familielid, wordt reeds nagedacht om deze via tatoeages te kunnen

symboliseren. Het lijkt een oneindig proces te zijn voor sommigen en dat vaak

vergeleken wordt met een ‘verslaving’.

Jonas: “Als er zo kinderen komen ofzo misschien ik ga uh zo nooit de naam van mijn lief

erop zetten, maar zo de namen van mijn kinderen, das sowieso iets da ge heel uw leven

graag zult zien. Ik denk dat dat er sowieso nog ga bijkomen. Moest mijn moeder sterven

ofzo ga da er ook zo bij komen, omdat ze tegen tattoos is ten eerste. En ten tweede omdat

ik die altijd graag ga zien uhm aja dan zijde vertrokken he. Het ga zo maar blijven komen.

Het is een verslaving he”

Page 59: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

52

Thema 2: Visualisatie van het ideaal zelfbeeld

Het ideaal zelfbeeld stelt het beeld voor dat het individu van zichzelf wil hebben.

Dat kan zowel het innerlijke als het uiterlijke omvatten.

- Wie wil ik zijn?

Een ideaal zelfbeeld kan samen hangen met een toekomstige job. Tatoeages

kunnen een houvast zijn om te streven naar die ideale job.

Leen: “Het is mijn houvast van dit is effectief wat ik wil doen en ja ik had het idee in mijn

eerste jaar, maar ik had eigenlijk zoiets van ik wil geen brein van 15 op 15 cm op mijn been

laten zetten, als het blijkt dat het toch niet echt marcheert en ik iets anders moet gaan

doen.”

Verder lijkt het de zoektocht te symboliseren naar waar men thuis (wil) hoort

(horen)…

Leen: “Misschien kan da een deel van bevestiging zijn, maar ik denk dat het eerder was

voor hoe meer vakken da ik slaagde, hoe meer dat da het idee concretiseerde en ik mij meer

achter het idee stelde en het gevoel kreeg, en op da gebied kan je wel zeggen dat het een

bevestiging is voor mij, omdat het steeds meer effectief voor mij een duidelijker beeld

schepte van waar ik in thuis hoor… zoals in brein, wetenschap, biologie, onderzoek,…”

… of de visie die men wenst te hebben in de toekomst.

Elke: Toen ik 20 was heb ik zo een Keltische levensboom laten zetten. Da was zo van ja een

beetje moraalstudie en ik had zo een beetje het grote idee van ‘oh .. wijsheid’… Ik vind da

echt wel nog een schone herinnering.”

Yannick: “Het wil me er doen aan herinneren ne keer iets te proberen dat je eigenlijk ni ziet

zitten “

Jonas: “Bij mij was da psychoanalyse… Ik keek zo altijd naar mensen zo van iedereen loopt

op straat en ze zijn zo stil, maar iedereen heeft eigenlijk wel een zot verhaal om te

vertellen… en uh ook met de psychoanalyse en met Freud en schrijvers en artiesten en

kunstenaars, die elke keer hun verhaal willen herschrijven enzo en bij mij wasda zoiets van

ja ‘Histoire’, Frans is een schone taal en verhaal… Da kik later als ik oud ben, een schoon

Page 60: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

53

verhaal zal kunnen vertellen aan mijn kinderen uh of aan mijn kleinkinderen. Als er zo

dingen waren, zoals stoppen met studeren ofzo da ge ni gewoon denkt, maar da ge de

dingen die ge wilt, da ge ze ook doet. Het herinnert mij altijd aan het feit da ik … alle dak zo

ni alleen dingen mag denken, maar ook zo moet doen. “

Jonas: “Het moet mij weerhouden da ik op mijn 40ste zo ne zuren mens word. En daarom, tis

klein en het zijn uiteindelijk gewoon maar letters, maar het heeft wel veel betekenis…”

- Hoe wil ik eruit zien?

Omdat het iets toevoegt aan je uiterlijk, lijkt het voor de meeste ook belangrijk te

zijn wat er wordt toegevoegd. Tatoeages zijn niet alleen visuele uitingen van het

zelf, maar er is reeds vermeld dat het ook een kunst is, iets waar men trots op

kan zijn en dit graag wil tonen. Hier verder op gaand vestigen Yannick en Jonas

aandacht op bepaalde plaatsen van het lichaam.

Sam: “Ja da heeft te maken met mijn verleden. Met de dingen die ik heb meegemaakt en

tegelijkertijd een concept da ik heel cool vind. Een slang da rond uwen arm kruipt en ne

schedel da zo op uwe schouder zit, da dacht ik van da moet gewoonweg fantastisch zijn. Ik

vind ook dan da als ge der ne gewone schedel opzet, da maakt het misschien heel cliché,

maar als er zo ne slang uitkomt, dan geeft da zo een heel zotter beeld.”

Sam: “En ook zo te verborgen bvb op je borstkas, dan moet je echt al zo’n bloot bovenlijf

hebben… en ja een van de graafste, een van de sjiekste plekken is op uwen arm.”

Jonas: “ik vond tattoos altijd al megawijs…. Ik vind nog altijd, tis iets van uw eigen, en ni

voor iemand anders… En ook da sta op mijn arm, ik vind da gewoon de schoonste plaats. Ik

vind da schoon, het heeft ook betekenis, maar tis ook gewoon alle tis ook wel wijs gewoon.”

Thema 3: Onvergankelijkheid als bepalende drijfveer

Maar waarom kiest men nu voor tatoeages om bepaalde elementen uit hun leven

te symboliseren? De onvergankelijkheid ervan lijkt hier het antwoord op te zijn.

Dit houdt bijvoorbeeld in dat het voorgoed op je lichaam blijft staan, ook na je

dood. Je kan het niet verliezen.

Page 61: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

54

Jonas: “Twas ook zo’n liedje da mij altijd aan hem doe denken, maar tis zo ni van uw eigen

en nu isda zo mijn eigen idee da gemengd is met mijn interesses en tis iets da ge uw gans

leven gaat bijhebben en ook na uw dood, staat op uw lichaam. En ik vind wel da uw

lichaam zo, kheb da ook met kleren bvb…uw lichaam is uw representatie van uh uw

persoonlijkheid en uw leven en daarmee dat ik het op mijn lichaam heb gezet en ni in een

boekje of doodskaart want dat verlies je ooit ne keer. Ja tis iets da ge altijd bij u hebt en

waar ge echt achter staat.”

Jonas: “Das gelijk een beetje met foto’s ofzo he… Ma dan uhm een andere vorm van kunst

ofzo … Stel da ge en schilderij ofzo koopt van ne artiest die ge goed vindt ofzo, veel kans dat

het binnen 50 jaar al verloren ga zijn.”

Leen: “Ik moet erachter staan, het moet iets tijdloos zijn.”

Hier komt echter opnieuw naar voor dat de gedachtegang zeer belangrijk is. De

eeuwigheid lijkt zowel verheerlijkend als risicovol te zijn.

Leen: “Denk er toch op zijn minst toch effkes over na, want tsta er wel op voor de rest van

uw dagen. Ik ben gewoon van het principe ge moet er u bewust van zijn en daarmee da ik ni

zo voor impulstattoos ben. Besef het gewoon en daar eindigt het ook. Tis ook een houvast,

tis eeuwig ja, tis ook een soort manier van u te kunnen uitdrukken.”

De tatoeages bij de meeste participanten lijken hun zelfbeeld en hun ideaal

zelfbeeld te reflecteren. Hun tatoeages symboliseren voor wie of wat men staat,

wat men heeft meegemaakt en waar ze voor willen staan. Bepaalde wensen en

gevoelens komen op de oppervlakte te staan. Het feit dat tatoeages ‘eeuwig zijn’

overhaalt hen zich op deze permanente manier uit te drukken.

Controle

Naast zelfexpressie lijkt controle een belangrijk concept te vormen in de

literatuur. We vinden voornamelijk terug dat sommigen de nood hebben

controle uit te oefenen op ‘oncontroleerbare’ zaken. Dit kan gaan over het eigen

lichaam of de maatschappij waarin men leeft. Dit representeert het eerste thema.

Het tweede omvat de controle die de ander op het getatoeëerde subject

uitoefent.

Page 62: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

55

Thema 1: Controle die subject wenst uit te oefenen op zichzelf/de

ander

Dat controle een belangrijk concept lijkt te zijn in relatie tot tatoeages komt ook

duidelijk naar voor bij de participanten van dit onderzoek.

- Herwaardering van het lichaam

Eerst en vooral kan het begrip controle teruggevonden worden in de

symbolisering van de band met het lichaam. Zo komt naar voor dat deze bij

sommigen zeer troebel lijkt te zijn. Dit blijkt bij Elke die de spierziekte

fibromyalgie heeft. Hierdoor kent zij beperkingen in het dagdagelijkse leven ten

gevolge van pijn. Zich laten tatoeëren lijkt een manier te zijn om met dit gevoel

van machteloosheid om te kunnen gaan.

Elke: “Ook naar gevoel toe. Alleja ik heb fibromyalgie, das het bindweefsel van je spieren da

problemen geeft, dus ik heb vaak pijn en ik heb zoiets tegenover mijn lichaam van ‘fuck

you’. En tis ook soms heel moeilijk om uzelf graag te zien en tattoos en dergelijke helpt

daarbij, vind ik. Ik denk dat het voor veel mensen zo is hoor (coping). Zo van dit ding doet

eigenlijk dingen die ik niet wil, wacht maar! Dan doe ik dingen die wel leuk zijn!”

Opvallend is dat zij haar lichaam - vooraleer het getatoeëerd werd - heel

mechanisch benadert en het benoemt als ‘ding’. Haar tatoeages helpen haar om

opnieuw een band te krijgen met haar lichaam en dit op een manier die de ziekte

overstijgt. Het feit dat zij het gevoel heeft iets aan haar ‘situatie’ te hebben

gedaan, leidt tot herwaardering.

Elke: “Ja tis zo reclaiming… of herwaarderen ofzo? En das ook zoiets wat da gebeurd was

zonder da ik er iets aan kon doen en da mijn lichaam da deed en nu heb ik er wel iets aan

gedaan.”

Elke: “Ik vind mijn benen niet mooi. Dus da helpt en uhm ook ja gemakkelijk om we te

steken. Tis zo controle, da’s nog iets dak ik u wou zeggen, ik dacht daaraan toen ik hier op

we naar was… Het idee van uw lichaam is er zoals het is en daar kunt ge ni veel aan doen…

Page 63: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

56

en over bodymodificatie int algemeen… Daar kunde controle mee uitoefenen over uw

lichaam.”

Naast het feit dat Elke reeds haar lichamelijke beperkingen heeft, heeft zij het

ook moeilijk met de stereotype rol van de vrouw in de maatschappij. Door zich te

laten tatoeëren heeft zij het gevoel zich te kunnen bevrijden van deze rol.

Elke: “Alleja iedere vrouw leef zo in een maatschappij… alleja de band met uw lichaam is

een gevecht. Ge moet altijd zorgen dat je sexy bent, ge moet altijd zorgen dat je ‘dat’ bent

en ik denk dat met tattoos je een bewuste stap zet van ok, ik ni.”

Ook Leen wenst een bepaalde vorm van controle uit te oefenen op haar lichaam.

De gedachtegang verschilt echter van Elke door het feit dat zij haar lichaam zelf

wil creëren op basis van wat zij begrijpt onder schoonheid.

Leen: “Ik verkies bijvoorbeeld tattoos om mijn eigen verder te schapen tot wat ik denk dat

perfectie is… En op dat gebied is het een soort van controle.”

- Affectregulatie en afsluiting van een hoofdstuk

Yannick probeert dan weer negatieve gevoelens te reguleren via tatoeages. Hij

legt de focus op de pijn die erbij te pas komt. Het lijkt een kalmerend effect te

hebben ‘emotioneel uitgezogen’ te zijn.

Yannick: “Het kan wel zijn da als ik een slechte periode, dak mij niet goed voel en dak een

zet, dat het mij deugd doe… Omdat ik denk van nu is het wel de moment…Kweet het niet ja,

misschien klinkt da een beetje fout, ma pijn kan soms uh ja… da kan wel verlichtend zijn. Op

da moment zelf ni eh ja, maar als het af is… Kweet het niet, ik voel mij link ook… kweet het

niet… da doe wel iets azo. Ik zit dan op de trein enzo, naar muziek te luisteren…Ik ben gelijk

dan echt uitgeput…vergt veel energie weet ge. Da vergt toch wel emotionele alle uuh zo

uitgezogen dat je zijt.”

Tatoeages lijken ook hun doel te kennen bij een verwerkingsproces. Zo heeft Sam

komaf moeten maken met een moeilijke jeugd. Hoewel hij dit hoofdstuk reeds

Page 64: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

57

heeft kunnen afsluiten vooraleer hij zich liet tatoeëren, voelt hij toch nog de nood

dit te symboliseren. Sam: “Das meer zo van een afsluiting en tegelijkertijd ook gewoon iets mee voort leven te

pakken.”

Ook Elke heeft het gevoel een periode van haar leven te moeten afronden. Een

van haar tatoeages bedekt echter letterlijk deze periode.

Elke: “alle het ga hem ni over ik heb da en ik wil da stuk van mijn leven afronden. Ik weet

dat da voor veel mensen zo is, alleja als er iemand sterft ofzo, maar bij mij niet echt. … uhm

misschien een beetje zo die bloemen op mijn heupen. Umh ja ik heb ooit zware cortisone

moeten nemen voor mijn problemen en ik had zo van die strechen, alleja striemen en ik had

daar ook zo’n littekens van en ik was toen 13 ofzo en zo mijn eerste vriendje, weet ge zo en

die vond da maar vies. En ja ik was daar echt zo wel van geambeteerd voor ne tijd en zo

van oh nee ben ik echt zo lelijk en toe wist ik ook ni dat da bij veel mensen zo was en dat da

eigenlijk ni zo’n probleem is en da was eigenlijk ook ni zo zichtbaar meer, maar toch toen

die bloemen daarover stonden, had ik zo van: tis nu gedaan.”

Een tatoeage kan ook het einde van een rouwproces symboliseren. Hoewel de

meeste participanten vertellen dat een proces reeds is afgerond vooraleer de

tatoeage er komt te staan, valt het op dat zij toch het gevoel hebben dat het pas is

afgerond nadat de tatoeage er effectief staat.

Jonas: “Ja da was 3 jaar geleden ofzo en uh kheb zo wel wat zitten rouwen enzo, alle ik kon

mij daar wel sterk in houden, maar da heeft wel zo een paar maanden aangesleept en dan

ben ik zo beginnen denken over tattoos en dan was ik daar opgekomen uh maar kheb da

wel 2 jaar erna laten zetten en ik had dan alleen die toren gezet, maar twas zo gelijk nog ni

af… En nu uh sinds een maand sta die zin daarop en nu ist zo af. Uhm tis echt zo een proces

da zo is afgerond nu.”

- Tentoonstellen of bedekken

Naast het feit dat controle in de symbolisering teruggevonden kan worden, kan

ditzelfde concept ook begrepen worden in termen van verbergen en tonen van

de tatoeage. Het getatoeëerde subject heeft namelijk de keuze tatoeages al dan

niet tentoon te stellen. Door zich slechts te laten tatoeëren op plaatsen op het

Page 65: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

58

lichaam dat de ander nooit te zien krijgt, lijkt Yannick de blik van de ander te

kunnen controleren.

Yannick: “Ik doe het wel ni op zichtbare plaatsen. Ik wil niet da iedereen zo… alleja

bijvoorbeeld ja da iemand mijn bloot vel ziet, kan dingen afleiden van das daarom en das

daarom…”

Hoewel het tentoonstellen van de getatoeëerde huid niet per se een vraag naar

communicatie hoeft te zijn, wordt dit vaak anders begrepen door een

buitenstaander.

Sam: “Ik probeer da een beetje uit te leggen. Ik probeer niet uit te wijden over het feit wat

er allemaal gebeurd is. Da zijn nu eenmaal dingen die ik ni altijd over wil praten. Dast

verleden en das nu eenmaal die tattoo. Das afsluiting, maar ik probeer da in grote lijnen uit

te leggen.”

Thema 2: Sociale controle die de ander op het getatoeëerd subject uitoefent

- De Grote Ander

Iets waar niet altijd rekening mee wordt gehouden, is het feit dat de ander een

soort van controle kan uitoefenen. Eerst en vooral kan het zijn dat de

maatschappij een bepaalde norm voorhoudt waar het getatoeëerde subject niet

altijd aan voldoet. Dit kan zich bijvoorbeeld uiten in vooroordelen bij

sollicitaties. Zo voelen sommigen zich beperkt in hun tatoeagewens. Sommigen

hebben het daar moeilijk mee.

Leen: “Alleja van gij denkt nu echt datta ons ga veranderen, dat ik zoiets heb van tis

gewoon een soort van stempel dat er gewoon niet meer af ga… Das soms zoiets waar ik wel

moeite mee heb, zo die discriminatie, het taboe van de maatschappij… En kheb het daar

wel moeilijk mee om met mijn gedachten daarrond te kunnen hoe kan je nu niet verder

kijken dan een tekening op uw huid? Als je het objectief bekijkt is het gewoon een

kleurverschil op je huid.. En daar eindigt het…En ik vind het wel moeilijk dat mensen daar

nu ni verder dan da kunnen kijken…”

Page 66: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

59

Leen: “Omdat als ik het zo zie in de getatoeëerde wereld dan, heel wat actualiteit vant feit

dat mensen vechten voor uhm ja non discrimination against tattooed people… En er is ne

facebookgroep en er zijn zo keiveel foto’s van mensen in hun uniform, opvallend veel uit het

leger, maar ook zo verpleegsters, dokters, en dan een foto trekken… Getatoeëerde mensen

moeten echt vechten voor die erkenning.”

Sommigen nemen liever geen risico en houden er rekening mee.

Leen: “Ge weet ni waar da ge gaat uitdraaien. better save then sorry… Dus kheb zoiets van

ls ik een chestpiece laat zetten, dan wil ik die ook zien… Dus wete als ik ergens vast wordt

aangenomen en ik voel mij goe bij die job en die hebben daar geen probleem mee, welja

dan laat ik hem zetten.”

Leen: “Das iets waar ik met vrienden heel veel over discussieer, is hele taboe van uhm

mensen die gediscrimineerd worden op basis van hun tattoos… Er zijn er heel veel die er

hard in zijn van da zou ni mogen, da heeft niets te maken met uw vaardigheden of uw

persoonlijkheid, maar ik ben dan meer van da zou ni mogen, maar ik ben wel van het

principe van het taboe is er, de discriminatie is er dus hou er rekening mee.”

Sam: “Ge moet een beetje de scheiding vinden van zo niet te zichtbaar eh als ge lange

mouwen draagt, bij het werk ofzo, moest dat een probleem zijn.”

Terwijl sommigen hier geen rekening mee willen houden.

Jonas: “Tis ni omdat ge tattoos hebt da ge ni deftig kunt overkomen. En ik denk ook hoe

verder dat we in de toekomst gaan komen, hoe meer dat da aanvaard ga worden. En das

ook zo wat mijn ding, omdat ik gestopt ben met studeren… Alle ge moet een diploma

hebben , liefst twee masters, dan moede gaan werken, dan moede ne auto hebben, ne gsm,

ne laptop… Ik wil da gewoon ni. Als ge mij ne job aanbiedt waar dat ik da allemaal krijg,

maar ze zitten dan wel te zagen over uw tattoos ofzo, dan hoeft het voor mij al ni. Tis ni

omdat ge ne tattoo hebt da ge dom zijt ofzo he. Da ge marginaal zijt, of da ge ne rebel zijt

ofzo… Tis zo gewoon van mensen zijn daarin geïnteresseerd en die willen da.”

- De Significante ander

Naast het feit dat de maatschappij controle kan uitoefenen op het al dan niet

hebben van (zichtbare) tatoeages, kan een significante ander dit ook doen.

Page 67: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

60

Yannick beseft dat zijn vader tegen tatoeages is. Daarvoor heeft hij gekozen voor

plaatsen die niet te zien zijn.

Yannick: “De enigste persoon waar dat ik rekening mee hou is mijn vader. Eigenlijk is da

schoon dak er rekening mee hou…”

Hoewel hij het gevoel heeft altijd zijn eigen ding te doen, hecht hij veel belang

aan wat zijn vrienden of vriendin erover zeggen.

Yannick: “Kvolg altijd mijn eigen ding… Alleja tzou moeten mijn lief zijn, dan ja das wel

ambetant weetwel, maar anders uuh ik zou mij van weinig mensen aantrekken. Alhoewel

ja, als ik iets stom in mijn hoofd heb, daze zeggen van alstublief, doeta ni.”

Sommigen ervaren echter geen druk van hun omgeving.

Leen: “Niemand heeft er iets op tegen, die zijn allemaal openminded genoeg om te beseffen

van dat verandert niets aan mij.”

Sam: “Das uw omgeving, dat zijn mensen die u normaal gezien graag zien en als die u

graag zien, dan willen die ook dat gij u goed voelt en uiteindelijk hoort dat er ook allemaal

een beetje bij.”

Controle lijkt een gegeven te zijn die de meeste participanten op basis van

verschillende beweegredenen trachten uit te oefenen. Of het nu rouwverwerking

of een poging tot herwaardering van het lichaam is, het lijkt een ‘helende’

werking te hebben. Een niet te onderschatten thema is de controle die de ander

kan uitoefenen. Sommigen conformeren terwijl anderen dit niet doen.

Page 68: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

61

Discussie Bespreking resultaten

De motivatie om aan dit kwalitatief onderzoek te beginnen, vloeit voornamelijk

voort uit bepaalde tekorten van voorafgaand onderzoek. Het grootste tekort

situeert zich in de beleving van de getatoeëerde identiteit die ontbreekt. Eerder

gedaan onderzoek vertelt ons dat de uiteenzetting van de concepten

‘zelfexpressie’ en ‘controle’ een belangrijke bijdrage levert bij het in kaart

brengen van beweegredenen rond het tatoeage-gebeuren. Via kwalitatief

onderzoek pogen wij de ervaring van het getatoeëerde subject in beeld te

brengen via vijf semigestructureerde interviews. Na een thematische analyse

bekomen wij een beter beeld over hoe een getatoeëerd subject zich verhoudt

tegenover identiteit, zelfexpressie en controle.

Identiteit

Thema 1: Tatoeages toeschrijven aan een reeds bestaand gevoel van

anders zijn.

Om te begrijpen hoe de participanten hun tatoeages linken aan hun identiteit,

lijkt het belangrijk te zijn te vermelden hoe sommige participanten zichzelf zagen

vooraleer men zich liet tatoeëren. Uit bepaalde interviews kwam namelijk naar

voor dat het gevoel ‘anders te zijn’ reeds aanwezig was. Dit gevoel kan ontstaan

door bepaalde levensgebeurtenissen (bvb. Beperkingen door een ziekte) of door

hun keuze voor subcultuur (bvb. Metal). Verder hebben sommigen de perceptie

reeds van vroeg af aan in contact te zijn gekomen met getatoeëerde

enthousiastelingen, hoewel zij dit eerder ervaren als een secundaire drijfveer.

Leen beschrijft dit als drempelverlagend.

Eerder werd aangegeven dat reeds bestaand onderzoek laat uitschijnen

dat het ‘anders zijn’ een doel op zich is. Zo stelt Sanders (1989) dat tatoeages

markers van sociale verschillen zijn. Hiermee wordt geïnsinueerd dat men zich,

Page 69: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

62

via tatoeages, wenst te onderscheiden van de ander. Ook de theorie van

uniekheid gaat ervan uit dat men ‘het anders zijn’ hoop te bekomen door middel

van een tatoeage (Tiggemann & Golder, 2006). Een aantal interviews werpen een

andere blik op de link tussen ‘tatoeages en anders zijn’. In sommige casussen is

het namelijk zo dat men zich reeds anders voelde waardoor een tatoeage eerder

voort lijkt te vloeien uit dit reeds bestaande gevoel. Men geeft de indruk dat men

- aangezien men zich toch al anders voelt - er volledig voor wilt gaan.

Thema 2: Een recursief proces van betekenisverlening

De betekenisverlening van tatoeages gelinkt aan de identiteit kent hoofdzakelijk

twee lagen, namelijk ‘Wat betekent het voor het getatoeëerde subject?’ en ‘Wat

betekent het voor de ander?’. Voor de meeste participanten wordt de tatoeage

gezien als een element om de persoonlijke identiteit te vormen. Men schrijft het

feit dat men net kiest voor tatoeages toe aan een gevoel altijd al anders geweest

te zijn. Het feit dat de meesten in dit onderzoek reeds rond hun vijftiende , of de

pubertijd, denken aan tatoeages kan ons vertellen dat achter het hebben van

tatoeages een langdurig mentaal proces van betekenisverlening kan schuilen. De

meeste deelnemers zeggen dan ook dat dit proces zeer belangrijk is. Hoewel

sommigen ook erkennen dat dit niet per se hoeft, verwijzen ze hier eerder naar

het feit dat men niet wil oordelen over de motivaties van anderen. Dit proces van

betekenisverlening lijkt recursief te zijn. Een aantal deelnemers geven aan dat de

betekenisverlening achteraf niet stopt. Men ervaart dit op twee verschillende

manieren. Enkelen ervaren dat zij ,nadat zij hun tatoeage hebben, extra

betekenissen ontdekken. Anderen ervaren dan weer dat hun tatoeage hun helpt

bewuster na te denken over zaken die schuilen achter diezelfde tatoeage. Een

deelnemer benoemt dit als ‘bewuster zijn met uw gedachten.’ Dit mentaal proces

van betekenisverlening lijkt een centraal gegeven te zijn doorheen dit onderzoek,

terwijl dit in de literatuur nauwelijks benoemd wordt. Benthien (1999) en

Lemma (2010) lijken het proces van betekenisverlening vooraf echter het dichtst

te benaderen. Dat een tatoeage een bewustwording achteraf kan versterken, lijkt

niet echter beschreven te zijn.

Page 70: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

63

Interessant is dat sommigen aangeven niet veranderd te zijn. Toch dient

deze stelling te worden genuanceerd aangezien men soms het gevoel krijgt dit te

moeten bewijzen aan hun omgeving. Opvallend is dat, nadat de tatoeage op het

lichaam staat, een proces van eenwording bestaat. Een aantal deelnemers

beschrijven dat de tatoeage een deel wordt van zichzelf, wat zich uit in een

affectieve band met hun tatoeage. Dit terwijl een andere participant het eerder

beschrijft als ‘gewoon’ een onderdeel van het uiterlijk. Kosut (2006) beschrijft

het als een ‘modegril waarbij een tatoeage vergeleken wordt met een nieuw

kapsel. Dit komt gedeeltelijk naar voor in de onderzoek. Bij de participant die dit

ook zo ziet, staat echter niet een ‘modegril’, maar een persoonlijke stijl op de

voorgrond. De focus in reeds bestaand onderzoek ligt vaak op de wens de

identiteit te hervormen of ‘herontwerpen’ via tatoeages (Shilling, 1993; Benson,

2000), terwijl de focus in dit onderzoek ligt op het helpen vormen van de

identiteit. De wens zich te hervormen komt nauwelijks naar voor in dit

onderzoek.

Thema 3: De invasieve blik van de ander

De tweede laag bestaat uit wat de ander van de getatoeëerde identiteit vindt.

Een participant geeft aan dat men ‘public property’ wordt, wat inhoudt dat de

ander zich het recht toe-eigent zowel het getatoeëerde lichaam te

betasten/bekijken als de betekenis ervan te achterhalen. Dit lijkt een grote bron

van frustratie te zijn voor de participanten, hoofzakelijk omdat dit vaak op een

zeer invasieve manier gebeurt en omdat men deze betekenisverlening niet altijd

wenst bloot te geven. Als eigenaar van tatoeages begrijp ik zeer goed over welke

ervaringen deze participanten het hebben, maar ik had niet verwacht dat dit bij

elke participant zo sterk naar voor zou komen. Na het opzoeken van de termen

“public property + tattoo” in google lijkt dit een algemene ervaring van

getatoeëerde enthousiastelingen te zijn. Zoals eerder gezegd ervaren de meeste

participanten niet de wens zich te onderscheiden van anderen. Opvallend hierbij

is dat dit achteraf door anderen echter zo wordt gepercipieerd. Deze

gewaarwording wordt door de participanten negatief beleefd. Hoewel men door

hun tatoeages lijkt op te vallen, wenst men niet als een soort curiositeit te

Page 71: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

64

worden behandeld die iedereen zomaar kan bekijken en betasten. Men zet

tatoeages dus niet noodzakelijk omdat men anders wil zijn. In tegendeel, dit

‘anders zijn’ gaat vaak gepaard met een gevoel van ongemak. Sanders (1989)

erkent het markeren van sociale verschillen als een motivatie, terwijl dit in het

huidig onderzoek eerder wordt ervaren als een (ongewenst) gevolg.

Zelfexpressie

Bij ‘identiteit’ is naar voor gekomen dat tatoeages hun bijdrage lijken te leveren

bij het vormen van een identiteit. Dat de meeste participanten hier veel belang

hechten, blijkt uit het mentaal proces dat er aan vooraf gaat. Opvallend bij deze

participanten is dat men een sterke behoefte had bepaalde gevoelens of ideeën te

visualiseren. Deze gevoelens en ideeën lijken voornamelijk samen te hangen met

hoe men zichzelf ziet en wil zien. Eerder werd reeds gezegd dat het weinige

psychologische onderzoek omtrent tatoeages en identiteit dat reeds gedaan is,

voornamelijk een pathologische connotatie heeft. Het getatoeëerde lichaam

wordt beschouwd als een manifestatie van het individu dat zich niet kan vormen

naar de sociale normen en waarden (Atkinson, 2003). Hierdoor wenst men een

sociale afstand met de mainstream te onderhouden (Koch, Roberts, Armstrong &

Owen, 2010). Door belevingen te bevragen komt aan het licht dat dit niet

noodzakelijk zo hoeft te zijn. Men insinueert in vorig onderzoek dat men zich

laat tatoeëren met als doel zich op een bepaalde manier te verhouden tegenover

de ander.

In het huidig onderzoek komt voornamelijk naar voor dat de

participanten zich in de eerste plaats richten op eigen gevoelens, noden en

eigenschappen. Hierbij lijkt men een bewustzijn te willen creëren en men staat

voornamelijk stil bij het de vraag hoe men is en wil zijn. Dat dit niet overeen

moet komen met de ‘mainstream’ maken de meesten duidelijk. De focus lijkt

eerder te liggen op het zelf en niet echt op het breken met de mainstream. Het

getatoeëerde individu wordt door Howel et al. (1971) ook gezien als

gefrustreerd en poogt een gebrek aan ego te compenseren met exhibitionistisch

vertoon. Ook dit lijkt niet sterk op te gaan voor de participanten. Opnieuw wordt

Page 72: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

65

de verhouding met ander beklemtoond, dit terwijl reeds is aan getoond dat de

blik van de ander eerder een negatieve connotatie krijgt.

Thema 1: Visualisatie van het zelfbeeld

Men wenst het beeld dat men heeft over zichzelf te visualiseren. Dit kan gaan

over hoe men zichzelf ziet en over bepaalde gebeurtenissen die hen gevormd

hebben tot wie men nu is. De theorie die de bevinden van dit onderzoek het

dichtst benadert, is die van Gell (Benson, 2000). Hij ziet deze visualisaties

namelijk als wisselwerkingen tussen het inwendige en het uitwendige van het

lichaam. Zo is een tatoeage een visuele uiting van het innerlijke die tegelijkertijd

een verinwendiging van iets van buitenaf is. Dit valt, in dit onderzoek, het meest

op bij de verwerking van bepaalde gebeurtenissen, zoals bij rouwverwerking en

verwerking van het verleden. Gevoelens van rouw komen bijvoorbeeld aan de

oppervlakte, terwijl gevoelens van ‘closure’ worden geïnternaliseerd. Dit

onderzoek vertelt ons echter dat de tatoeage op zich niet voor deze gevoelens

zorgt. De tatoeage lijkt eerder het doorstane traject te symboliseren. Dit kan

worden afgeleid uit het feit dat het ‘hoofdstuk’ reeds is afgesloten vooraleer de

tatoeage er komt te staan. Toch lijken de participanten rust te vinden bij het

symboliseren ervan.

Thema 2: Visualisatie van het ideaal zelfbeeld

Bij de visualisatie van het ideaal zelfbeeld komen gelijkaardige bevindingen naar

boven. Bepaalde participanten symboliseren visies waar zij belang aan (willen

blijven) hechten. Deze komen dus op de huid te staan terwijl deze tegelijkertijd

meer geïnternaliseerd worden.

Thema 3: Onvergankelijkheid als bepalende drijfveer

Uit vorige thema’s blijkt dat de participanten in het huidig onderzoek belang

hechten aan het symboliseren van doorstane voorvallen en toekomstige

denkbeelden in relatie tot hun zelfbeeld. Wat sterk naar voor komt bij deze

participanten is dat de onvergankelijkheid van deze permanente

Page 73: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

66

lichaamsprojecten een sterke motivatie lijkt te zijn. Men hecht belang aan het feit

dat men een tatoeage altijd bij zich heeft.

Controle

Dat controle een belangrijke drijfveer bij de keuze voor tatoeages is, komt sterk

naar voor in dit onderzoek. Controle kan zowel door het subject als de ander

worden uitgeoefend. Beiden lijken hun effect met bijbehorende emoties te

hebben. In voorgaande literatuur komt voornamelijk het eerste thema aan bod,

namelijk de controle die het subject via bepaalde tatoeages wenst uit te oefenen.

De invloed van de ander op het getatoeëerde subject lijkt in vorig onderzoek niet

als controle te worden benoemd.

Thema 1: Controle die subject wenst uit te oefenen op zichzelf/de

ander

Eerst en vooral geven Kang en Jones (2007) aan dat sommige vrouwen zich laten

tatoeëren met als doel zich te bevrijden van het stereotype beeld waarmee men

te maken krijgt. Dit komt voornamelijk terug bij een vrouwelijke participant die

via haar tatoeages een standpunt wenst te maken dat ingaat tegen het

ideaalbeeld van het vrouwelijk lichaam. Deze beleving wordt versterkt door het

feit dat zij, door een ziekte, reeds een verzwakt lichaam heeft. Daarnaast

herinnert zij zich een aantal ervaringen vanuit het verleden die tot een moeilijk

band met haar lichaam hebben geleid. Tatoeages hebben voor een

herwaardering van haar lichaam gezorgd.

Verder geeft Atkinson (2004) aan dat men met tatoeages het lichaam kan

aanpassen naar een ideaal. Ook dit kwam voor bij een van de vrouwelijke

participanten. Vervolgens kunnen tatoeages hun bijdrage leveren in een

genezingsproces (Kang & Jones, 2007). Ook dit kwam naar voor in het huidig

onderzoek. Dit proces kwam naar voor bij het afsluiten van een hoofdstuk uit het

verleden en rouwverwerking.

Verder kunnen tatoeages helpen bij het reguleren van bepaalde negatieve

gevoelens (Atkinson, 2004). Ook dit werd teruggevonden bij een bepaalde

participant. Het legde de focus eerder op het ‘emotioneel uitgezogen zijn’ dat

Page 74: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

67

hoort bij de pijn van het tatoeëren. Dat tatoeages niet altijd een directe uitnodig

tot socialisatie zijn (Atkinson, 2004), speelt een belangrijke rol in ieders

discours. Dit kan zich vertalen in de plaats op het lichaam waar men zich laat

tatoeëren. Ook hoeveel men vrijgeeft is een manier van controle.

Thema 2: Sociale controle die de ander op het getatoeëerd subject

uitoefent

Zowel de significante als de grote Ander kan controle uitoefenen op het

getatoeëerde subject. Door bepaalde vooroordelen kunnen tatoeages

belemmerend zijn bij bepaalde werkgelegenheden. Dat deze ‘discriminatie’

bestaat, erkennen de meeste participanten. Toch kunnen de reacties op deze

‘sociale controle’ verschillen. Zo zullen sommigen zich hier naar conformeren en

enkel niet zichtbare lichaamsdelen laten tatoeëren, terwijl anderen zich niet

zullen aanpassen. Significante anderen, zoals familieleden of vrienden, hebben

eerder invloed op het zich al dan niet laten tatoeëren. Ouders of partners lijken

hier de sterkste controle te hebben, hoewel dit niet bij elke participant (even

sterk) ervaren wordt.

Implicaties

Door de focus te leggen op de beleving van de getatoeëerde subject, brengt deze

studie een aantal implicaties met zich mee. De grootse bevinding die dit

onderzoek aan het licht bracht, is het mentaal proces waarin een tatoeage kan

ingebed zijn. Hoewel Atkinson (2003) benoemt dat er geen centrale motivatie

bestaat, beschrijven deze vijf participanten eenzelfde proces van

betekenisverlening, ongeacht de achterliggende drijfveer.

Dit proces lijkt een aantal vragen te beantwoorden. De concepten

‘identiteit’, ‘controle’ en ‘zelfexpressie’ lijken bepaalde motivaties te bevatten die

reeds zijn onderzocht. Bij ‘controle’ worden tatoeages bijvoorbeeld gezien als

een manier om om te gaan met het lichaam of om een hoofdstuk af te sluiten.

Wat bij voorafgaan onderzoek echter onduidelijk blijft, is de vraag of tatoeages,

in de beleving van het individu, effectief geholpen hebben. Een antwoord kan

Page 75: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

68

teruggevonden worden in dit proces. Zo geeft men aan dat tatoeages op zich niet

het hoofdstuk afsluiten, maar het feit dat een tatoeage dit proces symboliseert,

helpt echter wel. Ook worden bepaalde visies verder geïnternaliseerd omwille

van het feit dat de symbolisering ervan op de huid staat. Dit impliceert dat een

tatoeage een symbolisering van een verwerkingsproces of een gedachtegang kan

zijn, waardoor de motivatie van tatoeages gezien kan worden in functie van het

mentaal proces. Men zou hier de focus op kunnen leggen in plaats van op de

motivatie an sich.

Verder lijkt het zo dat in bepaalde theorieën de motivatie vaak in

verhouding tot de ander wordt gelegd. Dit kan bijvoorbeeld gezien worden bij

Koch, Roberts, Armstrong en Owen (2010) die stellen dat het getatoeëerde

subject een afstand wil nemen van de mainstream of bij Atkinson (2003) die de

wens om symbolisch te communiceren benadrukt. Interessant is dat in deze

studie de meeste participanten dit niet zo lijken te beleven. In beleving lijken hun

motivaties eerder in verhouding te liggen met zelfreflectie. Elementen uit hun

leven - vanuit uit hun verleden, heden en toekomst - worden bevraagd en

gesymboliseerd. Dat dit soms niet strookt met ‘de mainstream’ lijkt niet aan de

basis te liggen. Ook het feit dat de ander deze symbolisering kan zien, lijkt niet de

belangrijkste drijfveer te zijn. Meer zelfs, het wordt vaak als negatief ervaren.

Wanneer de beleving van het subject een plaats krijgt, dienen bepaalde

bevindingen van reeds gedaan onderzoek dus te worden genuanceerd.

Als laatst kan gezien worden dat door de opdeling te maken tussen hoe

het subject naar zichzelf kijkt en hoe de ander naar het subject kijkt, er een breuk

lijkt te ontstaan. De motivaties die deze getatoeëerde subjecten voorhouden,

worden vaak anders geïnterpreteerd door buitenstaanders. Zo geven de meeste

participanten aan zich niet te laten tatoeëren om aandacht te trekken en anders

te zijn. Dit wordt vaak anders gepercipieerd door buitenstaanders waardoor

men zich dan net wel geviseerd voelt, bijvoorbeeld op openbare plaatsen. Door

anderen wordt ‘aandacht trekken en anders zijn’ gezien als een motivatie, terwijl

dit voor het getatoeëerde subject eerder als een gevolg wordt beleefd.

Page 76: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

69

Beperkingen, sterktes en toekomstig onderzoek

Doordat dit een kwalitatief onderzoek is met een beperkte en homogene sample,

kunnen de bevindingen niet veralgemeend worden naar de volledige populatie,

met name alle getatoeëerde subjecten. Hoewel dit nooit het doel op zich is

geweest, lijkt het belangrijk dit te accentueren. Echter, omdat slechts vijf

interviews de aandacht krijgen, kon de focus sterker gelegd worden op de

ervaring van elk individu waardoor een vollediger beeld kon worden geschetst.

Doordat de rol van de onderzoeker essentieel is bij fenomenologisch onderzoek,

kan het feit dat ik getatoeëerd ben, zowel zijn sterktes als beperkingen kennen.

Het feit een aantal ervaringen van de participanten te herkennen, kon meespelen

in de afname en de analyse van de interviews. Zo kan het zijn dat bepaalde zaken

te vlug begrepen werden vanuit mijn visie over tatoeages. Toch kan mijn

ervaring met tatoeages een sterkte vormen in het onderzoek. Het zorgde

namelijk voor een onmiddellijke vertrouwensband met de participanten, wat

kon leiden tot rijkere interviews.

Opvallend bij de vijf interviews is het feit dat ze meer gelijkenissen dan

verschillen bevatten. Hiermee wordt bedoeld dat de participanten elkaar weinig

tegensprak. Dit viel voornamelijk op bij het feit de sociale identiteit nauwelijks

aan bod kwam, dit in tegenstelling tot de persoonlijke. Hoewel dit als een

beperking kan worden aanzien, kan hier opnieuw gezegd worden dat

generaliseren niet het doel is. Verder leek het alsof de meeste participanten

bepaalde ervaringen op de zelfde manier aanvoelden.

Door de focus te leggen op de beleving van getatoeëerde subjecten werd

de betekenis van een aantal theoretische concepten uitgedaagd. Een aantal

begrippen, die veelal te maken hebben met hoe men zich verhoudt tot de ander,

zoals het markeren van sociale verschillen, werden nauwelijks erkend. Deze

leken eerder een gevolg te zijn in plaats van een initiële motivatie.

Verder onderzoek naar dit mentaal proces zou interessant kunnen zijn

om na te gaan of meerdere mensen dit zo ervaren. De sample in dit onderzoek

bestaat slechts uit vijf participanten die in dezelfde leeftijdscategorie (20-30

jaar) behoren. Leeftijd kan hier bijvoorbeeld een belangrijke rol spelen. Zo

Page 77: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

70

beschrijft Benson (2000) dat de motivaties om zich te laten tatoeëren kunnen

worden bekeken vanuit de individualistische maatschappij waarin men leeft.

Individuen binnen andere leeftijdscategorie groeien op binnen een andere

leefwereld. De vraag is hier dan hoe zij hun tatoeages ervaren. Om drijfveren nog

beter begrijpen, zou het ook relevant kunnen zijn participanten te kiezen die nog

geen tatoeage hebben, maar er wel over nadenken. Deze subjecten zitten

namelijk midden in dat ‘proces’. De participanten van deze studie kijken

voornamelijk in retroperspectief naar hun ervaringen rond hun tatoeages.

Conclusie

Dit kwalitatief onderzoek heeft met slechts vijf interviews belangrijke informatie

opgeleverd om de wereld van een getatoeëerd subject te benaderen. Opvallend is

dat de tatoeage in dit onderzoek slecht een onderdeel lijkt te zijn van een

mentaal proces in de identiteitsvorming dat zowel vooraf als achteraf zijn functie

kent. Wanneer men binnen het concept ‘identiteit’ een opsplitsing maakt tussen

controle en zelfexpressie, dan valt op dat de ‘concrete’ drijfveren hierin

thuishoren. Dit terwijl het concept ‘identiteit’ in dit onderzoek op zich meer

verwijst naar een proces van betekenisverlening Toch lijken de motivaties die

thuishoren onder deze concepten, ook ingebed te zijn in het eerder genoemde

proces. Ook is het zo dat wanneer men naar een individu’s beleving rond

tatoeages polst, er een aantal motivaties uit de literatuur in een ander daglicht

worden geplaatst. De vergankelijkheid die tatoeages met zich meebrengen, lijkt

een zeer belangrijke drijfveer te zijn. Tatoeages worden in dit onderzoek

namelijk gezien als een combinatie van verwijzingen naar het zelf en een

persoonlijke norm van schoonheid. Er wordt veel belang gehecht aan deze

combinatie, waardoor het eeuwige van de tatoeage het lijkt te overhalen de

keuze te maken zich te laten tatoeëren. Hoewel er slechts vijf interviews werden

gebruikt voor dit onderzoek, zetten deze bevindingen de tatoeage in een ander

daglicht. Dit kan deuren openen tot verder onderzoek.

Page 78: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

71

Referentielijst

Adams, J. (2009). Marked difference: Tattooing and its association with deviance

in the United States. Deviant Behavior, 30(3), 266-292.

Anzieu, D. (1989). The Skin Ego. New Haven & London: Yale University Press.

Atkinson, M. & Young, K. (2001). Flesh Journeys: Neo primitives and the

rediscovery of radical body modification. Deviant Behavior, 22, 117-146

Atkinson, M. (2003). Tattooed: The Sociogenesis of a Body Art. Canada: University

of Toronto Press.

Atkinson, M. (2004). Tattooing and Civilizing Processes: Body Modification as

Self-control. Canadian Review of Sociology, 41(2), 125-146.

Bauman, Z. (2011). Vloeibare tijden: Leven in een Eeuw van Onzekerheid.

Kapellen: Pelckmans

Benson, S. (2000) Inscriptions of the self: reflections on tattooing and piercing in

contemporary Euro-America. In Written on the Body: The Tattoo in

European and American History, onder redactie van Jane Caplan, 234-

255. New Jersey: Princeton University Press.

Benthien, C. (1999). Skin on the Cultural Borden between Self and the World. New

York: Colombia.

Braun, V. & Clarke, V. (2006). Using thematic analyses in psychology. Qualitative

Research in Psychology, 3, 77-101.

Camphausen, R. C. (1997). Return of the Tribal: A Celebration fo Body Adornment.

Rochester: Inner Traditions Bear and Company.

Page 79: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

72

Caplan, J. (2000). Written on the body: The tattoo in European and American

history. New Jersey: Princeton University Press.

Conrad, P. (1987). The experience of illness: recent and new directions. In Roth,

J.A. and Conrad, P. (eds) Research in the Sociology of Health Care: the

Experience and Management of Chronic Illness, Greenwich, CT:

JAI Press, 1–32.

Davis, K. (1997a). My body is art: Cosmetic surgery as feminist utopia? European

Journal of Women’s Studies, 4, 23-37.

Davis, K. (1997b). Embodied Practices: Feminist Perspectives on the Body.

Newbury Park, CA: Sage.

Demello, M. (2000). Bodies of Inscription: A Cultural History of the Modern Tattoo

Community. Durnham: Duke University Press.

Dijkstra, E. (2008). Wat het lichaam weet: Het belang van geleefde ervaring

volgens ‘Merleau-Ponty’. Filosofie Magazine, 17 (2), 34-40

Ehrich, L., C. (2003). Phenomenology. The quest of meaning, in: O’Donoghue, T.A.

& Punch, K. (eds). Qualitative Educational Research in Action: Doing and

Reflecting. London: Routedge: 43-69

Elias, N. (1978). What Is Sociology? London: Hutchinson

Elias, N (1991). The Society of Individuals. Oxford: Basil Blackwell

Falkenstern, R.C. (2012). Illusion Of Permanence. Tattoos and the temporary Self.

In: Arp, R. (Eds.). Tattoos: Philosophy for Everyone: I Ink, Therefore I Am.

New Jersey: Wiley-Blackwell.

Page 80: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

73

Foucault, M. (1997). Discipline and Punish: The Birth of the Prison. London: A.

Lane.

Gillespie, R. (1996). Women, the body and brand extension in medicine:

Cosmetic surgery and the paradox of choice. Women and Health, 24, 69-

85.

Grumet, G. W. (1983). Psychodynamic implications of tattoos. American Journal

of Orthopsychiatry, 53(3), 482-492.

Halen, M. Van (2005). Fenomenologie: Een Kwalitatieve Stroming met een

Verscheidenheid aan Tradities. KWALON 28, 10(1)

’t Hart, H., Boeije, H., Hox, J. (2005). Onderzoeksmethoden. Amsterdam: Boom

onderwijs

Howell, R. J., Payne, I. R., & Roe, A. V. (1971). Differences among behavior

variables, personal characteristics, and personality scores of tattooed and

non-tattooed inmates. Journal of Research in Crime and Delinquency, 8, 32-

37.

Kang, M & Jones, K. (2007). Why do people get tattoos? Contexts, 6, 42-47.

Koch, J. R. Roberts, A. E., Armstrong, M. L & Owen, D. C. (2010). Body art,

deviance, and American college students. The Social Science Journal, 47,

151-161

Kosut, M. (2006). An Ironic Fad: The Commodification and Consumption of

Tattoos. The Journal of Popular Culture, 39(6), 1035-1048.

Lacan, J. (1997). Ecrits. London: Tavistock.

Lemma, A. (2010) Under the Skin: A Psychoanalytic Study of Body Modification.

Page 81: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

74

London & New York: Routledge.

Levering, B. (2001) Van fenomenologie naar hermeneutiek: met een accent op de

Utrechtse School, In Smeyers, P. & Levering, B. (red) Grondslagen van de

Wetenschappelijke Pedagogiek. Modern en postmodern. Amsterdam:

Boom: 73-92.

Malterut, K. (2001). Qualitative research: standards, challenges and guidelines.

The Lancet, 358, 483-488.

Maso, I. & Smaling, A. (1998). Kwalitatief Onderzoek: Praktijk en Theorie.

Amsterdam: Boom.

McCall, E. J. (1983). Phenomenological Psychology: An Introduction. Wisconsin:

The University of Wisconsin Press

Merleau-Ponty, M. (1945). Fenomenologie van de waarneming. Amsterdam:

Boom

Moran, D. (2000). Introduction to Phenomenology. London en New york:

Routedge

Palmer, R. E. (1969). Hermeneutics: Interpretation Theory in Schleiermacher,

Dilthey, Heidegger and Gadamer. Evanston: North Western Univ Press

Plochg, T. & Van Zwieten, M. (2007). Kwalitatief onderzoek. In: Plochg, T.,

Juttmann R.E., Klazinga N.S. & Mackenbach, J.P. (red). Nederlands

Handboek Gezondheidszorgonderzoek (77-93). Houten: Bohn Stafleu Van

Loghum, 77-93.

Riesmann, C. K. (1993). Narrative analysis. Qualitative Research Methods Series.

Newbury Park, CA: Sage

Page 82: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

75

Richardson, M. (1993). The Dedalus Book of Surrealism: The identity of things.

Geraadpleegd op 5 augustus 2015 via http://www.goodreads.com

Sanders, C.R. (1989). Customizing the Body: The Art and Culture of Tattooing.

Philadelphia, PA: Temple University Press.

Shilling, C. (1993). The Body an Social Theory. London: Sage.

Smith, J.A. (1995). Semi-Structured interviewing and qualitative analysis.

Rethinking Methods in Psychology, 9-27. Thousand Oaks, California: Sage

Publications Inc.

Smith, J.A., & Osborn, M. (2007). Interpretative phenomenological analysis. In

Smith, J.A. , Qualitative Psychology: a Practical Guide to Research Methodes.

Londen: Sage: 51-80 .

Smith J. A. & Eatough V. (2007) Interpretive Phenomenological Analysis. In E

Lyons & A Coyle (eds) Analysing qualitative data in psychology. London:

Sage 35-50.

Steward, S. (1990). Bad Boys nad Tough Tattoos: A Social History of the Tattoo

with Gangs, Sailors, and Street Corner Punks. New York: Haworth Press.

Tiggemann, M. & Golder, F. (2006). An expression of uniqueness in the

appearance domain. Body Image, 3(4), 309-315.

Van Dinter, M. H. (2005). De Wereld van Tatoeage: Een Geïllustreerde

Geschiedenis. Amsterdam: KIT.

Van Meijel, S. (1996). Uniek Zijn in Zelfexpressie. Utrecht: Servire.

Willems, D., Van Zwieten, M. (2004). Waardering van. kwalitatief onderzoek . In:

Huisarts & Wetenschap. 47(13), 631-635.

Page 83: Tatoeages in relatie tot identiteit, zelfexpressie en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/715/RUG01-002216715_2015_000… · van het individu in dit onderzoek centraal staan. Omdat

76

Zizek, S. (2011). Enjoy Your Symptom!: Jacques Lacan in Hollywood and Out.

London/ New York: Routledge.