"Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

42
Steunpunt Ruimte [MEGA]TRENDS iN RUIMTELIJK ONDERZOEK 1

Transcript of "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Page 1: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Steunpunt Ruimte

[MEGA]TRENDS iN RUIMTELIJK ONDERZOEK

1

Page 2: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Steunpunt Ruimte Consortium van wetenschappelijke

onderzoeksgroepen

Page 3: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

de vraag ...

3 140505_JS_DuRV_Workshop

Page 4: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

... het antwoord: samenhang

polycentrism resilience

scenarios

monitoring

communicatie valorisatie beleid stakeholders wetenschappelijk

overleg & dialoog samenwerking interface opvolging per WP workshop ad hoc

coördinatie integratie halfjaarlijkse workshop policy event charette

4 140505_JS_DuRV_Workshop

Page 5: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

... het 2de antwoord: samenhang & interactie

polycentrism resilience

scenarios

monitoring

communicatie valorisatie beleid stakeholders wetenschappelijk

overleg & dialoog samenwerking interface opvolging per WP workshop ad hoc

coördinatie integratie halfjaarlijkse workshop policy event referentiegebied Living Labs

5 140505_JS_DuRV_Workshop

Living

Lab

1 Liv

ing L

ab 2

Living

Lab

3

Page 6: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

6

researchers

stakeholders

polycentrism resilience

scenarios RbD monitoring

Living Lab

interacties door ‘boundary objects’

boundary object

Page 7: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Gebiedsgericht onderzoek “Gebiedsgerichte projecten en processen

hanteren een groot gamma aan onderzoeksmethodieken om ruimtelijke keuzes te

maken en zaken te realiseren op het terrein. We maken kennis met diverse projecten en processen, de gehanteerde werkwijze, de

specifieke functie en het type van de toegepaste onderzoeksmethodieken.”

(http://www.ruimtevlaanderen.be/studiedag2015) 7

Page 8: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

8

Referentiegebied

Page 9: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Referentiegebied • What? Gebied Antwerpen-Zuid – Sint-Niklaas - Aalst • How? Gebied als een verzameling deelstudies: centrumfuncties in randstedelijk gebied; infrastructuur; economische netwerken; woonmarkten; migratie; landbouw en stadslandbouw; overstromings- en valleigebied. Positie van het gebied binnen het metropoolvormingsvraagstuk: -metropoolvorming: opschalen van het stedelijk systeem waarbij voorheen afzonderlijke steden in elkaars verlengde komen te liggen; -identificatie van maatschappelijke processen die traditioneel ‘onder de radar’ blijven omdat ze niet op dit soort plekken onderzocht worden Schaal & heterogeniteit: omvat diversiteit van ruimtelijke componenten in stedennetwerk Vlaanderen; niet eenduidig afgebakend • So what? Een intellectuele werf voor het ‘steunpunt ruimte’

9

Page 10: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Living Labs

1. Ontwikkeling van innovaties voor twee casegebieden. Met inbreng vanuit meerdere onderzoeken binnen het Steunpunt Ruimte: Veerkracht, Toekomstverkenningen, Evaluatie • N16 • Bellebeek 2. Ontwikkeling van Living Labs als innovatief instrument voor ruimtelijke planning. In samenhang met Toekomstverkenningen • Logboek

10

Page 11: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)
Page 12: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Living labs

Page 13: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Innovaties voor twee casegebieden N16 & Bellebeek • What?

Experimenteren met principes van Living Labs inzetten om gebiedsgerichte en planningsgerichte innovaties te ontwikkelen. Verbinden van thema’s Polycentrictiteit, Veerkracht, Toekomstverkenningen, Evaluatie. • How? Getrapte werkwijze, gebaseerd op actor relational approaches: a) tracing (interpretatie van bestaande kwaliteiten), b) mapping (kansenkaarten voor verschillende plausibele oplossingsrichtingen), c) diagramming (vanuit de what-ifs inschatten welke actoren/relaties hierbij relevant zijn), d) agencing (studie van voorwaarden zoals wettelijk kader, procedures voor realisatie). Ondersteund door interviews, studio’s, ontwerpend onderzoek, logboek. • So what? Methodiek kan vorming van actorennetwerken rond planningsinitiatieven stimuleren. Activering van (nieuwe) planningsinitiatieven is erg afhankelijk van lokale capaciteiten. Onafhankelijke planners en studenten enthusiasmeren. De living labs kunnen obstakels voor innovatieve coalities duidelijk maken: formele en informele institutionele obstakels, onduidelijke wetgeving ... 13

Page 14: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Ontwikkeling van Living Labs als (innovatief) instrument voor planning

• What? Reflecties op methodologische vraagstukken en planningsinnovaties, ontwikkeld op basis van de systematische observatie over de ontwikkeling van Living Labs. • How? Afgestemd met WP3 wordt proces van Living Labs opgevolgd d.m.v. een ‘logboek’. Gezamenlijke opvolging en bespreking door Curatorium. • So what? Sluimerende en nieuwe planningsinitiatieven en netwerkvorming tussen geïnteresseerde stakeholders kunnen door toedoen van de planners/onderzoekers in gang gezet. Het overnemen en versterken van deze netwerken is precair. De betrokken administraties, besturen, ondernemers, en een burgeractiegroep zijn zelden bereid om planners’ rol als ‘initiator’ en ‘regisseur’ over te nemen. Nood aan gesubsidieerd projectregisseurs? Wetenschappelijk onderzoek kan deel deel uitmaken van het planningsproces.

Page 15: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

WP3 Toekomstverkenningen

15

1. Narratieve Scenario’s (o.m. beleidsscenario’s, exploratieve scenario’s) 2. Ontwerpscenario’s (ontwerpend onderzoek) 3. (Interactie van) scenario’s en ontwerpmatig onderzoek (in cyclisch planningssysteem) 3.1. Zoom-in op type-problemen • (Exploratie peri-urbane landbouw onder verstedelijkingsdruk) • Plantage Liederleeuw (in samenhang met LL Bellebeek) 3.2. Toekomstverkenningen en collectieve leerprocessen in verschillende planningsbenaderingen • Methodologisch Onderzoeks Seminarie (MOS)

Page 16: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Ontwerpende verdieping van 2e case Living Lab binnen WP3

Page 17: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Zoom-in op type-problemen Plantage Liederleeuw

• What? Ontwikkeling van ontwerpheuristieken voor typeproblemen, in een context van onzekerheid. Onderzoek ten behoeve van een meer expliciete agendering en aanzet voor (sociale) verbeelding voor het metropoolvormingsvraagstuk in Vlaanderen • How? Ontwerpmatig onderzoek, op basis van kansenkaarten, projectregisters en investeringslogica’s Focus op experimenten: consensus niet over alles maar over de zinvolheid van het samen uitvoeren van een experiment waarin haalbaarheid en mogelijke doorbraak (scenario's) op lange termijn samen sporen. • So what? Beter op elkaar betrekken van agendering en uitvoering Iteratieve opbouw van gedeelde probleemstelling samen met stakeholders Verstedelijking als meervoudig geterritorialiseerd proces.

Page 18: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)
Page 19: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Toekomstverkenningen en collectieve leerprocessen

• What? Situeren en analyse van verschillende werkwijzen in relatie tot actuele planningsbenaderingen (cyclisch, iteratief, adaptief, co-evolutief). Focus op collectieve leerprocessen bij complexe actorsettings. • How? Literatuurstudie & testen van concepten en werkwijzen in: partnerdialoog, workshop Steunpunt, UZ Gasthuisberg. Ontwikkeling en toepassing analysekader: Interviews & 2 onderzoeksseminars met projectleiders (MOS). • So what? Expliciete methodologische reflectie draagt bij tot de professionalisering van overheidsprojecten waarbij de noodzaak bestaat om een complexe setting van actoren voor een ‘familie’ van problemen te laten samenwerken. Kader geeft inzicht in cruciale parameters voor het succes van processen van collectief leren, en is dus relevant voor de effectiviteit van dergelijke professionaliseren.

Page 20: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

COLLECTIEF LEREN EN TRANSFORMATIES IN PLANNING

1. Metropolitaan Kustlandschap 2100 (MKL 2100) 2-3. Territoriale ontwikkelings-projecten (TOP) - Limburg - Noordrand 4. Labo XX (Antwerp) 5. Brabantstad (NL) 6. Living Lab N16 7. Living Lab Dender 8. Kleine Nete (AGNAS) [9.] BRV-Relance referentiegebieden

“MOS” Methdologische onderzoeksseminaries

1.

2. 3.

4.

5.

6.

7.

8.

Page 21: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Analytical frame to analyse collective learning

foci

OBSERVATION

Policy learning and strategies for change

(cf. subsystem approaches)

Coalitions = mobilisation

Novel practices => knowledge

Future explorations (cf. Moulaert, 2013; Checkland, 1990)

Thresholds Path dependencies

Systemic approach

Shared methodology

Shared problematisation

Boundary objects (cf. Star & Griesemer, 1989)

Point of departure and objectives

Collective imagination

how do we change? novel coalitions how do we change?

methodologies

‘what if’ we change? why not change? novel practices

‘what if’ it changes? why not change? contextual shifts

Page 22: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

WP4 Evaluatie

1. Monitoring Vlaanderen 2. Evaluatie ruimtelijk beleid in Vlaanderen, aan de hand van strategische projecten: • Turnhout 2012 • Groene Sporen (Regio Kortrijk) • Siesegemkouter (Aalst)

22

Page 23: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)
Page 24: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Evaluatie VAN ruimtelijk beleid in Vlaanderen CASES Turnhout , Aalst, regio Kortrijk

• What? Doel: evaluatie van, enerzijds het gebruik van de subsidies, en anderzijds de rol van procesmanagement in complexe strategische projecten. • How? Ex-post analyse uitgevoerd op 3 cases. Planningsproces reconstrueren door middel van desk research van rapporten en beleidsdocumenten. Toetsen van de benadering van de beleidscyclus met een centrale rol voor evaluatie • So What? De cases tonen aan dat subsidies en procesmanagement maar een beperkte invloed hebben op de besluitvorming. Zeker in de tweede case wordt duidelijk dat de besluitvorming veeleer wordt gedomineerd door een politieke logica waar het procesmanagement slechts zeer beperkt vat op heeft. De studie pleit voor een grotere transparantie van de politieke besluitvorming bij complexe projecten

Page 25: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Evaluatie IN ruimtelijk beleid in Vlaanderen CASES Turnhout 2012 en Groene Sporen

• What? Onderzocht: hoe evaluatie beter geïntegreerd kan worden in het ruimtelijk beleid, opdat het verschillende rollen kan opnemen: afleggen van verantwoording (ex post), leren van het beleid (gedurende het hele beleidsproces), verbeteren van de beleidsuitvoering (tussentijds, voor het beleid), ondersteunen van de beleidsplanning (ex ante). • How? 15 Diepte-interviews met sleutel-actoren (beleidsmakers, private bedrijven, bouwpromotoren, consultants en architecten). Ontwikkelingen volgen op het terrein. • So What? Gediversifieerde aanpak met matrix van evaluatiebenaderingen is toepasbaar in reële ruimtelijke planningsinitiatieven. Op het vlak van evaluatie is er nood aan een benadering die meer case-specifiek is in plaats van universeel toepasbaar.

Page 26: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

WP2 Veerkracht

1. Veerkracht en klimaat • Overstromingsrisico’s Denderbekken 2. Veerkracht en (internationale) migratie / vergrijzing • ‘Aankomstwijken’ in Antwerpen-Noord, Aalst en Liedekerke 3. Veerkracht en bioproductieve ruimte • Natuurboerderij Bolhuis (Molenstede, Diest) • Interfases Asbeek • Tuincomplex Herent

26

Page 27: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)
Page 28: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Veerkracht en klimaat CASE Overstromingsrisico’s Denderbekken

• What? Onderzoeken hoe maatschappelijke actoren (bewoners, verzekeraars, vastgoedmakelaars, architecten, etc.) kunnen bijdragen tot de veerkracht tegen overstromingen. • How? Kwantitatief: enquêtes bij bewoners van overstromingsgevoelige gebieden (cfr. Watertoetskaart). Kwalitatief: interviews in Geraardsbergen: over Vlaanderen (beleidsactoren en middelveldorganisaties), en lokaal in Geraardsbergen (bewoners en ondernemers). Het onderzoek bekijkt de interacties tussen deze maatschappelijke actoren, overstromingsrisico’s en overstromingsbeleid. • So What? Maatschappelijke verhaal rond overstromingsproblematiek is inherent gebiedsgericht. Slapend maatschappelijk kapitaal is voorradig. Kan geactiveerd dank zij gebiedsgerichte kennisontwikkeling rond actornetwerken, percepties en standpunten. Communicatie van de resultaten kan een aanknopingspunt zijn om problematiek onder de aandacht te brengen en discussie op gang te brengen.

Page 29: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Veerkracht en (internationale) migratie CASES Antwerpen-Noord, Aalst en Liedekerke

• What? In depth testen van de hypothese dat de Vlaamse ruimte veerkrachtig wordt voor de instroom van migranten door ruimtelijke specialisatie van bepaalde gebieden, nl. als toegangspoort en transitiezone (aankomstwijk). • How? Hoofdzakelijk kwalitatief onderzoek: ca. 50 semi-gestructureerde diepte-interviews met beleidsmakers en experten (sociaal werkers, vertegenwoordigers van hulpverleningsorganisaties en lokale verenigingen, etc.) en met buitenlandse nieuwkomers en etnische ondernemers. Per case afgezet tegen kwantitatieve socio-economische en demografische gegevens • So what? Gebiedsgerichte werking biedt belangrijke meerwaarde aangezien de veerkracht van de Vlaamse ruimte tav internationale migratiestromen (= deels afhankelijk van aankomst- en transitiefunctie) zeer sterk afhankelijk is van de context (en betrokken actoren).

Page 30: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Veerkracht en bioproductieve ruimte CASE Natuurboerderij Bolhuis (Diest)

• What? In-depth gevalstudie van voedselproductie gekoppeld aan natuurbeheer (biologische veeteelt in natuurgebied). • How? Analyse van de monetaire waarde van geleverde ecosysteemdiensten. Gebaseerd op een transdisciplinaire benadering, waarin interviews, dataverzameling uit boekhouding, registers en ruimtelijke datasets gecombineerd werd met indicator-gebaseerde analyse. • So what? De case toont aan dat ceteris paribus, verweving van functies en diensten hogere niveaus aan ecosysteemdiensten kan leveren in vergelijking met conventionele productiesystemen, maar dat dit context-afhankelijk is, wat pleit voor een gebieds- en systeemgerichte aanpak. Onderzoek naar meerlagig ruimtegebruik heeft nood aan diepte-onderzoek van onconventionele, innovatieve gevalstudies. Deze vormen een noodzakelijke aanvulling op onderzoek dat zich op hogere schaalniveau’s richt.

Page 31: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Veerkracht en bioproductieve ruimte CASE Asbeek

• What? Ruimtelijke oefening op zoek naar een alternatieve lezing en kartering van het landschap (toegepast op het gehucht Asbeek en omgeving). • How? Exploratieve mapping op basis van uiteenlopende ruimtelijke datasets, luchtfoto-interpretatie en terreinbezoeken, gecombineerd met discussie op het terrein (excursies) en ontwerpworkshops met studenten. • So what? Het interfase-concept omvat een ‘bottom-up’ kartering. Deze vertrekt vanuit processen en interacties op het terrein, en levert een verrassende beeld op, dat complementair is met conventionele karteringen. Het bevat een schat aan informatie over processen die zich grotendeels onder de radar van onderzoek en beleid afspelen.

Page 32: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Veerkracht en bioproductieve ruimte CASE Tuincomplex Herent

• What? Toepassing van een economisch model rond trade-offs tussen voedselproductie en andere diensten binnen tuinen. • How? In een combinatie van kwalitatief en kwantitatief onderzoek, richtte de gevalstudie in Herent zich op het verzamelen van recente gegevens rond ruimtegebruik in tuinen (complementair aan deze van een eerdere survey). Een serie van interviews en tuinbezoeken, uitgevoerd door een team van studenten. • So what? De voornaamste meerwaardes van dit onderzoek zijn: °Inzicht verwerven in de beslissingsruimte en motivaties van huishoudens om zelf voedsel te produceren °Beschrijven van de adaptieve capaciteit van tuinruimtes °De discussie aanwakkeren om privétuinen mee te beschouwen in het uitwerken van voedselstrategieën

Page 33: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

WP1 Polycentrisme

1. Intrastedelijke polycentriciteit en dagelijkse verplaatsingen 2. Interstedelijk en interregionaal polycentrische stedelijke systemen: economische clustervorming en stedelijke netwerken 3. Polycentrische woonmilieus 4. Infrastructuur en polycentrische netwerken

33

Page 34: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)
Page 35: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Intrastedelijke polycentriciteit en dagelijkse verplaatsingen

• What? Onderzoek van relaties tussen polycentrische ruimtelijke structuur en dagelijkse (basis)voorzieningen. Nadruk op de invloed van compacte/minder compacte verstedelijkingsmodellen op ruimtelijk gedrag, en op detailhandelstructuur. • How? Woon-school-afstanden Vlaamse lager onderwijs ~ duurzame verplaatsingen. Kleinhandel in centra en subcentra ~ sleutel tot leefbaarheid en nabijheid? Kwantitatief onderzoek: statistische berekeningen (event. in GIS-omgeving) Kwalitatief onderzoek op steekproeven • So What? Compacte verstedelijking heeft effect op de kwaliteit en specialisatiegraad van centrale functies. Het programmatisch versterken van (sub)centra is daarmee naast ecologisch ook economisch verantwoord. Lokale kleinhandel draagt bij tot de dynamiek van centra en subcentra, tot leefbaarheid en een relatief laag niveau van autoafhankelijkheid.

Page 36: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Interstedelijk en interregionaal polycentrische stedelijke systemen

• What? Onderzoekt hoe interstedelijke systemen gezamenlijk als competitieve grotere eenheden kunnen functioneren. Op basis van metropoolvorming in België en van ruimtelijke (deel)structureren van de Vlaamse en Belgische arbeidsmarkt. • How? Nadruk op economische clustervorming en stedelijke netwerken Statistisch onderzoek. Modelmatig op schaal van steden. • So what? Een herwaardering van de ‘gereedschapskist’ van nederzettingengeografie d.m.v het ‘drie-systemen model’

Page 37: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Polycentrische woonmilieus

• What? Onderzoekt hoe kleine residentiële nevelstedelijke centraliteiten worden aangemaakt, herijkt en afgebroken. Trachten inzicht te verwerven in kenmerken, logica's en structuren in hedendaagse patronen • How? Historisch & typo-morfologisch en functionele mapping Ontwerpend onderzoek naar centraliteitsprojecten (i.s.m. WP3) • So what? Wederzijdse invloed tussen bestaande (micro)centraliteiten, infrastructurele projecten en aanmaak van centraliteit. Dens patroon van mini stedelijke centraliteit elke 2 km in dorpen, linten, voorsteden, etc. Op veel plaatsen in nevelstedelijk Vlaanderen situeren woonmilieus zich in een grid van centraliteiten: hier niet inzetten op direct proximiteitsmatch.

Page 38: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Infrastructuur en polycentrische netwerken Winkelcentra en de vervoerswijze van hun bezoekers:

de invloed van de bestemming • What? Onderzoekt: -invloed van infrastructuur op veranderingen in voorzieningengebruik -invloed van voorzieningengebruik op de belasting van infrastructuur • How? Mapping locaties & statistisch onderzoek & kwalitatieve steekproef • So what? Perifere winkelcentra trekken meer auto’s aan, en minder openbaar vervoer, fiets of te voet. Kleine steden met een perifeer winkelcentrum (bv. B-Park in Brugge) trekken minder mensen op duurzame wijze aan dan een vergelijkbaar winkelcentrum in een grote stad (Brussel, Antwerpen, Gent). Niet alleen de positie van het winkelcentrum, maar ook kenmerken van de ruimtelijke structuur (dichtheden) zullen de vervoerswijzekeuze beïnvloeden.

Page 39: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)
Page 40: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Gebiedsgericht onderzoek: geleding Onderzoek ‘over’ gebieden beoogt het verwerven van inzicht over hoe een gebied kan beschreven worden in fysiek en sociaal opzicht, welke interacties er aan de orde zijn, welke dynamieken en evoluties, welke ‘logica’s’ ... Onderzoek ‘in’ gebieden beoogt soortgelijke informatie te produceren, op een actie-onderzoek-achtige wijze. Door stakeholders en ruimtegebruikers actief te betrekken bij het onderzoek, door samen met hen diagnoses te stellen, experimenten in kaart te brengen ...., komt meer precieze informatie vrij mbt prangende en hangende problemen, mogelijkheden en moeilijkheden om erop in te grijpen, drijvende maatschappelijke krachten, enzovoort. Dit onderzoek wijzigt de lokale situatie: stakeholders leren elkaar (beter) kennen, wisselen meningen uit en delen deze eventueel ... Onderzoek ‘voor’ gebieden beoogt om de actoren die zich de ruimtelijke planning in bepaalde gebieden aantrekken, op een hoger niveau van capaciteit te brengen. Door processen van collectief leren in te zetten samen met projectleiders van territoriale ontwikkelingsprojecten, ontstaat zowel kennis over dergelijke projecten, als overdracht van kennis tussen de projectleiders (en de onderzoekers).

Page 41: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

IN / MET OVER VOOR RE

GIO

NAA

L LL-N16 LL-Bellebeek

WP2-Denderbekken WP4-Gulden Sporen & Hoge Kempen

WP3-MOS (LL Denderbekken, LL N16, TOP Limburg, TOP MKL, TOP Noordrand, Kleine Nete, 10 gebieden Relance BRV)

MET

RO-

POLI

TAAN

LL-Plantage Liederleeuw

WP1-Scholen WP1-Winkelcentra WP2-Asbeek (interfase) WP3-Plantage WP4-Turnhout & Aalst

WP3-MOS (Labo XX, LL Plantage, Brabantstad)

LOKA

AL

WP2-Natuurboerderij Bolhuis WP2-Tuincomplex Herent WP2-Aankomstwijken Antwerpen-Noord, Aalst en Liedekerke

Page 42: "Steunpunt Ruimte 2012-2015, cases" (Jan Schreurs, Steunpunt Ruimte)

Conclusies: tendenzen?

• Onderzoek gericht op ruimtelijke planning: gebiedsgericht. • Werken doorheen de schalen • Combinaties van kwalitatief en kwantitatief • Interactie tussen expertises en vakgebieden • Zoeken naar co-productie in quadruple helix