SPOM Jaarplan 2014 - 2015
description
Transcript of SPOM Jaarplan 2014 - 2015
JAARPLAN 2014 - 2015
Ieder zijn talent, samen het resultaat
2 Jaarplan 2014 - 2015 SPOM
INHOUDSOPGAVE
Voorwoord 3
1. Onze beloftes voor 2014-2015 5
1.1. Opbrengstgericht werken (OGW) 5
1.2. Passend Onderwijs 6
1.3. Leren in de 21e eeuw 7
1.4. Vanuit Krimp naar kracht 8
1.5. Identiteit 10
1.6. Personeelsbeleid door binden en boeien 11
1.6.1. Mensen maken het verschil 11
2. Geraamde kosten van het jaarplan 2014-2015 13
3. Missie- het fundament 13
4. De visie; consistente blik op de toekomst, de gewenste situatie 13
5. De (kern)waarden – sturend voor ons denken en doen 16
6. Bestuur en organisatie 17
6.1. Raad van Toezicht 17
6.2. College van Bestuur 17
SPOM Jaarplan 2014 - 2015 3
VOORWOORD
Voor u ligt het jaarplan van de stichting SPOM voor het schooljaar 2014-2015. De koers die in het vorige
strategische beleidsplan ‘Sterk in leren’ is uitgezet wordt in het nieuwe koersplan ‘Ieder zijn talent,
samen het resultaat’ voor de periode 2013-2017 voortgezet. Het koersplan staat op de website van SPOM
en beveel ik iedereen die betrokken is bij SPOM of hierin geïnteresseerd is, graag aan.
www.spommaasenwaal.nl
Thema’s die de komende jaren onze aandacht vragen worden in het koersplan nader uitgewerkt, gecon-
cretiseerd; passend onderwijs, human resource thema’s, onderzoekend leren, opbrengstgericht werken
en de verbreding naar maatschappelijke partners toe. Denk daarbij onder andere aan de samenwerking
met peuterspeelzalen, kinderopvang, voortgezet onderwijs, universiteit, muziekschool, wetenschap en
techniek en de verbinding met de woningcorporatie.
Daarnaast is er de komende jaren nadrukkelijk aandacht voor het verdergaand automatiseren van de
totale bedrijfsvoering van de SPOM organisatie, ook bij SPOM IKC, SPOM Kinderopvang, SPOM PSZ en
SPOM PSZ WM&W. SPOM is hiervoor lid geworden van de MOSA groep, een coöperatie van 7 school-
besturen die gezamenlijk een Shared Service Center hebben opgericht. De eerste resultaten van dit
omvangrijke traject worden zichtbaar, zowel op school- als op organisatieniveau. Verdere automatise-
ring en digitalisering zijn gepland. Het is van groot belang om de huidige werkprocessen te evalueren en
vervolgens opnieuw te beschrijven.
De krimp van het aantal leerlingen, naar verwachting ca. 3% per jaar, zal nog enkele jaren doorgaan.
Samen met de forse bezuinigingen van de landelijke overheid vraagt dit veel van de totale organisatie.
Zowel op financieel als op personeel gebied. Veel van onze scholen worden alsmaar kleiner. Om hierop
te anticiperen hebben we de omvang en organisatie van de scholen opnieuw bekeken en aangepast
zodat ze klaar zijn voor de uitdagingen die de toekomst aan het basisonderwijs stelt. Kleinere scholen
zijn of worden onderdeel van 2 of 3 partnerscholen. Dit ingrijpende proces zal nauwlettend gevolgd en
zo nodig bijgesteld worden. De GMR is in deze een belangrijke partner. Met minder mensen moet meer
gebeuren.
Betekenen deze bedreigingen dat we bij de pakken neer gaan zitten? Integendeel. SPOM is een ambiti-
euze organisatie met passie voor uitdagend onderwijs. Onderwijs dat eigentijds is en hoge opbrengsten
weet te realiseren. Competente en gedreven medewerkers die zich iedere dag inzetten om het beste
onderwijs voor al onze leerlingen te realiseren. Dat is onze missie. Het blijft een voortdurende uitdaging
om prioriteiten te stellen, focus te houden op de thema’s die er echt toe doen en daar in samenhang met
elkaar aan te werken.
Dit jaarplan is onze werkagenda, maar ook bedoeld om de Raad van Toezicht en GMR te informeren. Het
is het richtinggevende document voor de direct betrokkenen binnen SPOM, de medewerkers, leden van
de medezeggenschapsraden, ouders, leerlingen, maatschappelijke partners en de gemeenten West Maas
& Waal en Druten uit ons werkgebied.
Ieder zijn talent, samen het resultaat
4 Jaarplan 2014 - 2015 SPOM
’De ziel van een samenleving kan zich niet op een betere wijze openbaren dan door de manier waarop ze haar kinderen behandelt.’
Deze uitspraak van Nelson Mandela spreekt mij bijzonder aan. Het is onze taak als volwassenen om voor
kinderen een kansrijke toekomst mogelijk te maken, waarin zij als volwaardige burgers deel uitmaken van onze
samenleving. Daarbij mag niemand uitgesloten worden. Het is mijn passie om op vergelijkbare wijze ten dienste
te staan van alle medewerkers, die in de scholen kinderen helpen het pad naar de toekomst op te gaan.
Marius Peters.
Bestuurder SPOM
SPOM Jaarplan 2014 - 2015 5
1 . ONZE BELOFTES VOOR 2014-2015:
1.1. OPBRENGSTGERICHT WERKEN (OGW )
Algemene duidingOpbrengsten zijn hoofdzakelijk de resultante van de kwaliteit van
de leraren m.n. het didactisch handelen. Maar ook de resultante
van de kwaliteit van de gesprekkencyclus, van de hoeveelheid
middelen, van het verzamelen en analyseren van allerlei data, van
de kwaliteit van het onderwijskundig leiderschap van de MT’s, van
de deskundigheid van de IB-ers, van het handelingsgericht werken
en het werken met groepsplannen, van het werken aan een lerende
organisatie, van pedagogisch optimisme, van de kwaliteit van de
materialen, enz. enz. Kortom alle genoemde onderdelen hebben
hun uitwerking op de output, de resultaten. Dat impliceert dat een
integrale aanpak noodzakelijk is.
De projectgroep van SPOM heeft samen met de PO raad en de DR een driejarig plan van aanpak
ontworpen, vastgesteld en prioriteiten gesteld. In het schooljaar 2012-2013 is gestart met dit projectplan.
Concreet betekent dit dat de gemiddelde scores van alle scholen op de Cito Eindtoets in drie jaar een
stijgende lijn moeten laten zien en dat alle scholen van SPOM in het schooljaar 2013-2014 een score op de
Cito eindtoets hebben die gemiddeld op het landelijk gemiddelde ligt en in het schooljaar 2014-2015 een
score hebben die gemiddeld boven het landelijk gemiddelde ligt. Het spreekt voor zich dat hiermee ook
als doelstelling geldt dat bij de Cito Eindtoets alle scholen boven de ondergrens van de inspectie scoren.
De focus van de activiteiten zal zich richten op de leraren. Een school is immers nooit beter dan de leer-
krachten die er werken.
Op schoolniveau: Kwaliteitszorg is van belang. Er heerst binnen de school een opbrengstgerichte cultuur
en personeel spreekt elkaar aan op het realiseren van hoge opbrengsten.
Op groepsniveau: De leerkracht geeft opbrengstgericht werken vorm door de manier waarop lessen
worden gepresenteerd en georganiseerd. Het gaat hierbij dus om de invulling van het onderwijsleer-
proces voor alle leerlingen.
Op leerlingniveau: Extra zorg aan het individuele kind speelt een belangrijke rol. Ook is van belang dat de
school beschikt over een goed toetsinstrumentarium en leerkrachten die zich in hun lessen richten op
een actieve betrokkenheid van iedere leerling. Het gaat om de doelen, activerend leren en sterk didac-
tisch werken.
Op bestuursniveau: ook het bestuur heeft een eigen rol bij een opbrengstgerichte cultuur. Binnen het
gehele proces wordt nagedacht over de wijze waarop monitoring plaats vindt.
En nu concreetOm belofte 1 te realiseren zijn de volgende activiteiten gepland:
• Er wordt gezocht naar verbinding tussen scholen, zodat zij meer kunnen profiteren van gezamen-
lijke onderwijsontwikkeling.
• Alle scholen hebben in het kader van de nieuwe Cito-normering de streefdoelen aangepast.
• Directeuren en IB-ers nemen deel aan intervisie teneinde meer zicht te krijgen op de eigen
opbrengsten (data-analyse) en de mogelijke interventies.
Belofte 1De SPOM scholen realiseren
een score op de Eindtoets
Cito die gemiddeld boven
het landelijke gemiddelde
ligt. Geen enkele school mag
onder de ondergrens van de
inspectie scoren.
Ieder zijn talent, samen het resultaat
6 Jaarplan 2014 - 2015 SPOM
• Op alle scholen wordt ingezet op de verdere implementatie en kwaliteit van groepsplannen. De
kwaliteit van de groepsplannen zal toenemen, als meer aandacht wordt besteed aan de evaluatie
van uitgevoerde acties.
• Individuele scholen krijgen begeleiding indien scores structureel te laag blijven.
1.2. PASSEND ONDERWIJS
Algemene duidingPassend onderwijs begeleidt de scholen op weg naar onderwijs op
maat voor elke leerling. Het komend schooljaar 2014-2015 staat in
het teken van de uitvoering en verdere uitwerking van de onder-
steuningsagenda van het ondersteuningsplatform Maas en Waal.
Deze agenda geeft richting aan de inhoudelijke ontwikkeling en
onderliggende structuren.
Ondersteuningsplatform Maas en Waal (bestaande uit alle SPOM-
scholen en twee scholen van de stichting Trivium)wil passend
onderwijs voor elke leerling realiseren, in de klas, op de school, met
de ouders, in de wijk en in ons samenwerkingsverband. De voorzie-
ningen, condities en arrangementen worden in samenwerking met alle betrokken gecreëerd, zodat alle
kinderen op grond van hun onderwijsbehoeften een voor hen passend, zo thuisnabij mogelijk, onder-
wijsaanbod krijgen. Het platform is een lerende organisatie, die voortdurend in ontwikkeling is, waar-
door scholen kunnen zorgen dat zij tegemoet kunnen komen aan de onderwijsbehoeften van elk kind.
Voortbouwend op het handelingsgericht werken in de basisscholen wil het platform handelingsgericht
arrangeren. Vanuit die gedachte werkt het platform vraaggestuurd. De trajectbegeleider is hierbij een
belangrijke schakel.
Alle scholen van SPOM hebben hun schoolondersteuningsprofiel vastgesteld. In het schoolondersteu-
ningsprofiel zijn zowel de garanties van ondersteuning als de ambities van de school geformuleerd. Het
profiel is beschikbaar voor de ouders en is opgenomen in de schoolgids (of er is een verwijzing naar de
website).
En nu concreetDe vormgeving van het ondersteuningsplatform en van het Passend Onderwijs zijn lopende processen.
Er zal intensief contact zijn tussen de 6 contactpersonen van Stromenland en veel zaken moeten in de
loop van de tijd duidelijk worden en verder worden ontwikkeld.
• Voor de medewerkers worden informatiebijeenkomsten georganiseerd om hen te informeren over
de lopende ontwikkelingen. Het is belangrijk om het draagvlak te vergroten.
• Voor 1-1-2015 is er een bijgestelde Ondersteuningsagenda; deze wordt vastgesteld door vier
besturen (SPOM, Trivium, cluster 3 en 4).
• In de schoolondersteuningsprofielen zijn de ambities van de scholen m.b.t. Passend Onderwijs
geformuleerd. Samen met het ondersteuningsplatform worden deze verder geconcretiseerd (in
kaart brengen scholingsbehoeften en waar mogelijk uitvoeren; uitwisselen expertise; verdere
profilering van de scholen).
• Het groeidocument waarmee scholen arrangementen kunnen aanvragen is vastgesteld.
Belofte 2In het invoeringsjaar worden
medewerkers meegenomen en
betrokken bij het realiseren
van de nieuwe structuur.
Arrangementen voor kinderen
met zorgvragen krijgen vorm.
SPOM Jaarplan 2014 - 2015 7
• Inhoudelijke uitwerking en administratie van het ontwikkelingsperspectief (OPP) is conform de
wettelijke eisen en wordt door alle scholen eenduidig uitgevoerd.
• De arrangementen die worden aangevraagd voor kinderen worden begeleid door trajectbegelei-
ders. Deze werkwijze wordt aan het einde van het jaar geëvalueerd.
• De SPOM-scholen zijn binnen het ondersteuningsplatform actief betrokken bij de vormgeving van
nieuwe arrangementen.
• Het actieplan dat is opgesteld naar aanleiding van de notitie ‘De inrichting van een CPO – Land van
Maas en Waal’ wordt verder uitgevoerd.
1.3. LEREN IN DE 21E EEUW
Algemene duidingSPOM is ondernemend in opvang en onderwijs. SPOM staat voor
eigentijds onderwijs. Dat betekent vooruitdenken en op tijd de
goede keuzes maken. Anticiperen op trends, op vragen vanuit de
samenleving, kansen zien en benutten.
Binnen de verschillende scholen werken de teams aan verbetering,
aan vernieuwing; aan vormen van onderzoekend en kenniscon-
structief leren, aan het integraal toepassen van ICT mogelijk-
heden. Naast kennis besteden de scholen ook aandacht aan het
probleemoplossend vermogen, creatief denken, zelfsturing en
samenwerken.
In dit kader worden binnen de diverse scholen allerlei begrippen
gehanteerd en zijn de ontwikkelingen heel divers. Denk daarbij aan: Onderzoekend Leren, Projecton-
derwijs, Thematisch Onderwijs, Ontwikkelingsgericht Leren, Coöperatief leren, Kennisconstructie, IPC,
Zelfstandig Leren, Zelfgestuurd Leren, Zelfgeorganiseerd Leren, de 21st Century Skills.
Ten aanzien van allerlei vormen van leren maken we dit schooljaar bovenschools een pas op de plaats.
We gaan ons bezinnen op welke wijze het ‘Leren in de 21e eeuw’ een plaats krijgt binnen de school. Er
zal begripsverduidelijking plaatsvinden. Wat zijn bijv. de verschillen tussen ‘Zelfstandig Leren, Zelfge-
stuurd Leren, Zelfgeorganiseerd Leren’? Hetzelfde geldt voor Onderzoekend leren en Kennisconstructie.
In het ‘Bestuursakkoord voor de sector primair onderwijs’ van de PO Raad en OCW (juli 2014) staat
hierover het volgende: “Met het oog op de brede vorming van de leerling bevorderen scholen het onderzoekend
leren van leerlingen, onder andere door een aanbod op het gebied van ‘wetenschap en technologie’, zoals afge-
sproken is in het Techniekpact”.
En nu concreetOm belofte 3 te realiseren hebben we de volgende activiteiten gepland:
• De directeuren wonen een inspiratie dag met als thema ‘Leren in de 21e eeuw met ict’ bij
Kennisnet bij.
• Directeuren en IB-ers nemen deel aan een tweedaagse met Jan Jutten, met als doel de relatie te
leggen tussen systeemdenken, opbrengstgericht werken en het nieuwe schoolplan. De directeuren
hebben de mogelijkheid bij de uitwerking hiervan begeleiding te krijgen door School aan zet.
• De scholen zetten stappen om het werkplezier van de medewerkers te verbeteren. Dit traject sluit
prima aan bij het systeemdenken van Jan Jutte.
Belofte 3Alle scholen van SPOM
hebben als team een gemeen-
schappelijke visie op leren in
de 21e eeuw geformuleerd
en vertaald in een plan van
aanpak, dat opgenomen is in
het schoolplan 2015-2019.
Ieder zijn talent, samen het resultaat
8 Jaarplan 2014 - 2015 SPOM
• De directeuren doorlopen het traject ‘Identiteit’ met dr. Theo van der Zee van het IKO rondom
‘Visie’.
• De directeuren worden geïnformeerd rondom de mogelijkheden van het iXPERIUM en brengen een
bezoek aan dit centrum waarbij de thema’s zijn: ‘Leren met ict als doel gericht op ict-geletterdheid’,
‘Leren met ict als middel gericht op rechtdoen aan verschillen’, ‘ Anders organiseren gericht op de
schoolorganisatie.’
• De directeuren stellen in samenspraak met de teams en ouders de visie t.a.v. ‘Leren in de 21e
eeuw’ vast en vertalen deze in een plan van aanpak voor het schoolplan 2015-2019.
1.4 . VANUIT KRIMP NA AR KRACHT
Algemene duidingDe volgende uitgangspunten zijn in 2013-2014 leidend geweest voor
de herinrichting van onze scholen en management:
• Het eerste uitgangspunt (het vertrekpunt) is het behoud
van kwaliteit van onderwijs en arbeidssatisfactie van het
personeel.
• Alle lesplaatsen in de dorpen blijven behouden. Dat betekent,
dat er geen lesplaatsen verloren gaan in dorpen waar nu een
school staat.
• Iedere school / lesplaats behoudt zijn eigenheid. Dat betekent
dat de cultuur van de school, die door team en ouders (in
de interactie met de dorpsgemeenschap) gecreëerd wordt,
behouden zal blijven. In concreto houdt dit aspect in, dat we
in het kader van dit traject geen scholen zullen laten fuseren.
• We streven naar teams van voldoende grootte (bij voorkeur
gekoppeld aan ten minste ongeveer 250 leerlingen) om de
dynamiek te behouden, de collectieve kennis hoog te houden
en de werkdruk te optimaliseren.
• De versnippering van functies wordt zo veel als mogelijk
voorkomen. Daarmee willen we voorkomen dat mensen te weinig tijd aan de betreffende functie
kunnen besteden of dit op te veel verschillende plaatsen moeten gaan doen om daadwerkelijk
kwaliteit te kunnen blijven leveren.
• Het beleid dat we streven naar IKC’s waar mogelijk, blijft gehandhaafd. Daarbij dient aangetekend
te worden, dat voor de exploitatie van een IKC in de regel een minimale grootte van ongeveer 250
leerlingen genomen wordt.
• De identiteit van de scholen blijft behouden. Binnen SPOM zijn 3 denominaties en het behoud van
de denominatieve identiteit mag niet onder druk komen te staan door de verandering in structuur
of samenwerking.
• Alle personeelsleden van SPOM zijn aan één school verbonden, maar hebben een bestuur aanstel-
ling. Daarmee dient ieder personeelslid mobiel te zijn en moet vanuit de organisatie, uiteraard in
overleg met het individuele personeelslid, vanuit mobiliteit een optimale mix gemaakt kunnen
Belofte 4In de loop van komend school-
jaar zal het ingezette proces
nauwlettend gevolgd en
geëvalueerd worden. Punten
die o.a. aan bod komen zijn:
1. Kwaliteit en
schoolontwikkeling
2. Functioneren van directie
en IB’ers.
3. Ervaringen van de teams
4. Kosten
5. Ervaringen van ouders,
MR en OR.
Hierna volgt bijstelling.
SPOM Jaarplan 2014 - 2015 9
worden tussen organisatiebehoefte, personeelsbeleid en persoonlijke ambitie. Bij leraren kan dat
binnen de kaders van de huidige CAO alleen door vrijwillige mobiliteit.
*) De nieuwe cao PO 2014 biedt die mogelijkheid wel bij nieuw personeel.
• In de toekomst wordt het managementteam op de scholen (tot 250 leerlingen) gevormd door de
directie en de interne begeleider. De inzet van de ICT’er blijft voorlopig nog even hetzelfde. Op
termijn zullen de huidige ICT taken worden vervangen door bovenschoolse ICT’ers of I-coaches. De
functiemix heeft geresulteerd in de benoeming van LB leerkrachten, die een generieke of speci-
fieke deskundigheid hebben. Zij dragen vanuit hun expertise bij aan de schoolontwikkeling in
brede zin. Dat vraagt een andere manier van leidinggeven als tot nu toe met bouwcoördinatoren
het geval is geweest. Dat neemt geenszins weg dat de huidige managementstructuur door de
krimp niet optimaal rendeert. De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in de toerusting van direc-
teuren, teamleiders en bouwcoördinatoren. Dat heeft geleid tot een forse kwaliteitsslag.
• De ontwikkelingen in het onderwijs door de krimp, de bezuinigingen, de invoering van passend
onderwijs die meer zullen vragen van de interne begeleiding, de roep om de versnippering in
allerlei taken zoveel mogelijk te verminderen en effectief met de middelen om te gaan nopen tot
een herijking van de bestaande structuur. De herplaatsing van de bouwcoördinatoren (leraar met
speciale taak) zal uiterst zorgvuldig en volgens een maatwerktraject in dialoog met het huidige
managementteam verlopen.
• Scholen met meer dan 250 leerlingen hebben een managementteam dat bestaat uit directeur,
teamleider (s) en interne begeleiding.
• Directeuren van SPOM zijn voortaan mobiel. De directeuren hebben zich bereid verklaard met dit
beginsel. Concreet betekent dit dat alle directeuren mobiel zijn en indien geschikt op iedere SPOM
school geplaatst kunnen worden.
• De interne begeleiders (IB-ers) worden na een positief beoordelingstraject in overleg geplaatst op
één of meer scholen van SPOM.
• Voor de implementatie van de gemaakte keuzes nemen we als uitgangspunt een periode van 3
jaar. Vervolgens wordt per school/partnerschool, situatieafhankelijk, bekeken of dat tijdpad moge-
lijk bijgesteld moet worden.
En nu concreet • Het ingezette beleid wordt op getoetst op alle hierboven geformuleerde uitgangspunten.
• De evaluatie zal medio december 2014 worden opgepakt met alle bij het proces betrokken gremia.
• De uitkomsten van de evaluatie zullen met alle betrokkenen besproken worden. Aanbevelingen
ter verbetering zullen geformuleerd worden. De wijzingen in het ingezette beleid zullen miv het
schooljaar 2015-2016 geïmplementeerd worden.
Ieder zijn talent, samen het resultaat
10 Jaarplan 2014 - 2015 SPOM
1.5. IDENTITEIT
Algemene duiding Directeuren zijn integraal verantwoordelijk voor de ontwikkeling
van hun school. Daar hoort de identiteit van de school ook bij.
Manieren uit de tijd van de verzuiling om te werken aan identi-
teit werken niet meer. Wat werkt wel? Identiteit breed benaderen
en hanteren als een kompas voor de kwaliteit van onderwijs en
vorming. Dan kunnen nieuwe constructieve en duurzame wegen
worden gevonden. Identiteit komt er niet bovenop, maar geeft rich-
ting aan de ontwikkeling van de school.
Directeuren zullen op maat worden toegerust en geadviseerd om
leiding te geven aan de professionele dialoog in de eigen school
over identiteit, visie en zingeving. De dialoog wil het verhaal van de school construeren en concreet
aanzetten tot onderwijs- en vormingsactiviteiten voor leerlingen.
De aanpak is verhalend (identiteit als ‘het verhaal van de school’), beleidsgericht (beleidscyclus volgend),
onderzoekend (bevorderen onderzoek matig leiderschap) en praktisch (leren door doen en ervaren).
Bijzondere aandacht is er voor het verstaan van de eigen katholieke / interconfessionele / openbare
school: wat betekent dat voor ons en wat past daar voor ons bij?
En nu concreet• Het traject wil zo optimaal mogelijk aansluiten bij de eigen ontwikkelvragen van directeuren. De
vragen kunnen voortkomen uit de start op een nieuwe school of uit het opstellen van een nieuw
schoolplan voor de komende periode. Het traject draagt bij aan de eigen professionalisering en is
tevens gericht op de opname in het directeurenregister.
Directeuren zijn in staat om
• leiding te geven aan de professionele dialoog over de identiteit van hun school die aanzet tot
concrete onderwijs- en vormingsactiviteiten voor leerlingen;
• collega’s en mogelijk ook anderen (zoals ouders) te motiveren om hun bijdrage te leveren aan het
verhaal van de eigen school en te komen tot een gedeeld verhaal;
• in het verhaal van de school aan te geven hoe de school zich verstaat als katholieke / interconfes-
sionele / openbare school en hoe dat zichzelf verstaan verbonden wordt met concrete activiteiten;
• het verhaal van de school te communiceren met de omgeving (vooral ouders) en aan te geven
welke bijdrage de school levert aan de lokale samenleving.
De opbrengst van het traject is dat directeuren op basis van bovengenoemde kennis en vaardigheden
voldoende input hebben gekregen om het volgende in het schoolplan 2015-2019 op te nemen:
• een beschrijving van de identiteit van de eigen katholieke / interconfessionele / openbare school
op basis van actueel verzamelde gegevens;
• een samenhangend geheel van bevindingen om zich in de gewenste richting te ontwikkelen aan
de hand van concrete mogelijkheden en aanknopingspunten;
• de wijze waarop de ontwikkeling in de komende periode met de school en de omgeving wordt
gestart, uitgevoerd, geëvalueerd en geborgd en wat daarbij de rol en verantwoordelijkheid van de
directeur is.
Belofte 5Op alle 17 scholen is inten-
sief gesproken over visie en
identiteit. Het resultaat is
leidend voor de inhoud en de
keuzes voor het schoolplan
2015-2019.
SPOM Jaarplan 2014 - 2015 11
1.6. PERSONEELSBELEID DOOR BINDEN EN BOEIEN
1.6.1. MENSEN MAKEN HET VERSCHIL
Algemene duidingSPOM belooft een score op de cito eindtoets die gemiddeld boven
het landelijk gemiddelde ligt. Met betrekking tot passend onderwijs
wordt er aan medewerkers gevraagd een bijdrage te leveren aan het
realiseren van een nieuwe structuur voor kinderen met zorgvragen.
Om eigentijds onderwijs te realiseren werken de leerkrachten
aan onderzoekend en kennis constructief leren, aan het integraal
toepassen van ICT mogelijkheden.
Om dit te realiseren zijn de leerkrachten essentieel. Leerkrachten
die zich blijven ontwikkelen, die passen binnen de functie, die
vitaal zijn en gemotiveerd hun werk doen. De mensen maken het
verschil. Dit bepaalt in hoeverre SPOM haar beloftes waar kan maken.
Om dit te realiseren zal het personeelsbeleid van SPOM zich richten op ontwikkeling, betrokkenheid,
vitaliteit van medewerkers en een goede organisatie van het werk.
En nu concreet
Ontwikkeling • Om ontwikkeling te laten plaatsvinden dient cyclisch het gesprek plaats te vinden tussen leer-
kracht en schoolleider. De gesprekkencyclus faciliteert in deze. Naar aanleiding van de gehouden
evaluatie is de gesprekkencyclus aangepast en bijgesteld. De CAO PO 2014-2015 wordt hierbij
meegenomen. Tevens zal de gesprekkencyclus beter aansluiten bij opbrengstgericht werken.
• De opzet van de SPOM Academy is bepaald. Het geeft een passend antwoord op de verschillende
leerstijlen en wensen. Anderzijds biedt het de mogelijkheid om medewerkers in te zetten op hun
talenten en anderen tot ontwikkeling te brengen.
• SPOM heeft beleid ontwikkeld om opname in het register verplicht te stellen voor alle
medewerkers.
Functiemix• Het wetgevingstraject Convenant Leerkracht geeft een percentage van 40% LB functies en 14% LC
functies aan. Het besluit is genomen omtrent het al dan niet realiseren van deze percentages en
het eventueel uitruilen van het percentage LC (2%) in het BO tegen extra LB functies (BO).
Duurzame inzetbaarheid • De aanpassingen in de Cao PO 2014-2015 met betrekking tot duurzame inzetbaar zijn vertaald in
SPOM beleid.
• Er is onderzocht of het beleid t.a.v. de flexibele schil van SPOM aangepast dient te worden om de
kwaliteit, inzet en het welzijn van de vervangers in de vervangerspool te bewaken. Een aandachts-
punt daarbij is het binden van de “excellente” startende leerkrachten aan SPOM.
Belofte 6Het personeelsbeleid van
SPOM is gericht op de ontwik-
keling, betrokkenheid en
vitaliteit van de medewerkers
en een goede organisatie van
het werk.
Ieder zijn talent, samen het resultaat
12 Jaarplan 2014 - 2015 SPOM
• Vanuit het uitgangspunt ‘duurzame inzetbaarheid’ voeren directeuren gesprekken over de inzet-
baarheid van de medewerkers, het loopbaanperspectief, de kennis en competenties en spreken
hen aan op de verantwoordelijkheid voor de eigen loopbaan. Vrijwillige mobiliteit zowel binnen de
organisatie als daarbuiten, is een mogelijkheid voor de medewerker om zich te ontwikkelen.
• Een aanzet wordt gemaakt tot het opstellen van beleid voor verplichte mobiliteit, o.a. om complexe
problemen in de organisatie op te lossen of mobiliteit na een x aantal jaren verplicht te stellen.
Vitaliteitsbeleid• De registratie van het verzuim vindt plaats in een nieuw HR management informatie systeem.
Werkplezier • De directeuren wonen een scholingsdag bij en maken kennis met de modellen werkplezier (JDR- en
de cirkel van balans). Deze worden onderdeel van de gesprekkencyclus.
• Er worden ondersteuningsmomenten aangeboden voor de directeuren, voortkomend uit de
opbrengst van de startdag, en gericht op het gesprek m.b.v. het model werkplezier en de cirkel van
balans. Dit afgestemd op eigen leervragen.
• De SPOMdag 2015 staat in het teken van het ervaren van werkplezier en de meerwaarde hiervan.
Men krijgt zicht op factoren die van invloed zijn op eigen en andermans werkplezier.
• Een werkgroep monitort het project.
SPOM Jaarplan 2014 - 2015 13
2 . GER AAMDE KOSTEN VAN HET JAARPLAN 2014-2015
Onderdeel nr. 2014 2015 toelichting voor 2015
Opbrengstgericht werken (OGW) 1.1. € 20.000,00 € 25.000,00 jr. kosten projectplan rek. SPOM
Passend Onderwijs 1.2. € 500,00 € 2.5000,00 bijeenkomsten
Leren in de 21e eeuw 1.3. € 7.500,00 € 10.000,00 professionalisering van medewerkers
Vanuit Krimp naar Kracht 1.4. € 5.000,00 € 15.000,00 begeleiding partnerscholen, evaluatie
Identiteit 1.5. € - € 5.000,00 traject vanuit IKO
Personeelsbeleid door binden en boeien 1.6. € 20.000,00 € 50.000,00 coachen, herplaatsen, mobiliteit enz.
Totaal € 53.000,00 € 107.500,00
In hoofdstuk 3, 4 en 5 nemen we de missie, visie en kernwaarden op omdat dit de opdracht waar we
samen voor staan verwoordt.
3. MISSIE- HET FUNDAMENT
Missie verwoordt wat onze medewerkers voor elkaar en voor de omgeving willen betekenen. Het zorgt
voor samenhang in onze wijze van handelen. Het is de basis voor onze identiteit, het fundament waarop
we verder bouwen, waarin kinderen hun talenten leren ontdekken en ten volle ontplooien, met als resultaat
verantwoordelijke, goed toegeruste volwassenen. Het maakt duidelijk waar we voor staan.
SPOM staat voor en wil onderwijs aanbieden dat:
• recht doet aan de levensbeschouwelijke achtergrond van de leerlingen en hun ouders/verzorgers;
• past in de huidige pluriforme samenleving;
• gericht is op de optimale ontwikkeling van ieder kind;
• thuisnabij wordt aangeboden in alle dorpen zolang het onderwijs voldoet aan de kwaliteitseisen
die aan goed onderwijs gesteld mogen worden.
4. DE VISIE; CONSISTENTE BLIK OP DE TOEKOMST, DE GEWENSTE SITUATIE
SPOM werkt aan een doorgaande leer- en ontwikkelingslijn, waarin hoofd, hart en handen de leidraad
vormen van samen leven en leren.
SPOM biedt hoogwaardig onderwijs en opvang voor kinderen van 0 tot 12 jaar in een uitdagende, inspi-
rerende omgeving.
SPOM is een transparante organisatie die op basis van professionele standaarden en indicatoren verant-
woording aflegt aan de omgeving.
Ieder zijn talent, samen het resultaat
14 Jaarplan 2014 - 2015 SPOM
SPOM gaat bij het ontwerpen van haar strategische beleid uit van 5 centrale thema’s. Daarop is de koers
gebaseerd:
1. Hoogwaardig kindgericht onderwijs bieden.
2. Binden en boeien van personeel.
3. Thuisnabij onderwijs verzorgen met een adequate zorgstructuur.
4. Maatschappelijke partner zijn.
5. Samenwerken binnen een professionele lerende organisatie.
SPOM ziet het als haar belangrijkste opdracht om hoogwaardig kindgericht onderwijs te realiseren voor
alle kinderen: onderwijs dat gericht is op de optimale ontwikkeling van de individuele mogelijkheden
van ieder kind. Autonomie, relatie en competentie staan hierbij al jaren centraal. De scholen zorgen voor
kennisoverdracht, maar zijn ook gericht op de persoonlijke ontwikkeling van het kind. Wij verwachten
van onze scholen steeds meer dat ze kinderen een rijke leeromgeving bieden, waarbinnen ieder kind
naar vermogen zelf sturing kan geven aan zijn eigen ontwikkeling en waarin de leerkracht in toene-
mende mate als coach optreedt. SPOM vindt het welbevinden van kinderen voorwaardelijk en neemt op
uitnodiging van de inspectie deel aan de klankbordgroep ’Sociale Kwaliteit Onderwijs’.
SPOM vindt het een kerntaak om fors te investeren in professionalisering en welbevinden van leer-
krachten. Dit is onder andere zichtbaar in het Integraal Personeelsbeleid (IPB); de gesprekkencyclus,
verzuimbeleid, coaching en begeleiding van leerkrachten. Voor de leraren zijn de SBL-competenties
(opgesteld door de Stichting Beroepsgroep Leraren) het uitgangspunt, voor de directeuren en het
managementteam de NSA-competenties (opgesteld door de Nederlandse Schoolleiders Academie).
De scholen van SPOM hebben allemaal een eigen zorgstructuur waarbinnen kinderen met een bepaalde
zorgvraag begeleid worden. Onze leerkrachten willen zich verder ontwikkelen om kinderen met
speciale zorg op een adequate wijze te kunnen begeleiden. Ze lopen door het toenemend aantal zorg-
leerlingen tegen de grenzen van de eigen mogelijkheden aan. Het wetgevingstraject ‘Passend Onder-
wijs’ dat de verplichting aan schoolbesturen geeft om ieder kind een passend leerarrangement aan te
bieden, moet leiden tot meer expertise bij leerkrachten, tot snellere advisering en tot meer en specifieke
begeleidingsmogelijkheden.
SPOM heeft één speciale school voor basisonderwijs, sbo De Dijk, waar kinderen met specifieke zorg-
behoeften begeleid worden. De bekostiging is een gezamenlijke verantwoording van het samenwer-
kingsverband. SPOM kiest er voor om een sterke sbo school in stand te houden en ziet het als haar taak
om deze school alle mogelijkheden te bieden om zich te ontwikkelen tot een speciale school van hoge
kwaliteit en expertise.
De maatschappij verandert in hoog tempo, waardoor kennis snel veroudert en veel nieuwe kennis wordt
aangeboden. Kennis is overal en kinderen leren binnen, maar vooral ook buiten de school. Ze leren
anytime, anywhere en anyhow. De school is dan ook niet langer een geïsoleerde plaats waar kennis
wordt overgedragen, maar zij moet zich richten op alle elementen van persoonlijke ontwikkeling en
dient in open verbinding te staan tot de omgeving waarin ze functioneert. De school is niet langer een
plek waar alleen maar geleerd wordt. Scholen worden in toenemende mate partner in een breed netwerk
dat van wijk tot wijk en van dorp tot dorp verschilt. Heroriënteren op de plaats van de school in de
gemeenschap is dan ook noodzakelijk.
SPOM Jaarplan 2014 - 2015 15
Thema’s als duurzaamheid en zingeving bepalen in toenemende mate de maakbaarheid van onze
samenleving. Dat betekent dat de school niet om deze thema’s heen kan en dat in haar beleid concreet
moet maken, maar ook voor moet leven, rolmodel zijn.
SPOM vindt dat goede communicatie tussen alle betrokkenen voorwaarde is voor het leveren van kwali-
teit. In een lerende organisatie worden in toenemende mate de voorwaarden gecreëerd voor het delen
van werkervaringen, het professionaliseren, het spiegelen aan elkaar, elkaar met respect bejegenen.
Hierdoor ontstaat een veilig werkklimaat. Het voortdurend stimuleren van het groeien naar betrokken,
deskundige en gemotiveerde medewerkers is daarbij cruciaal. In de professionele ontwikkeling van de
leden van het management en de medewerkers investeert SPOM maar ook elke school actief in allerlei
vormen van leren. Denk aan intervisie, leergroepen, coaching en reflectie. SPOM stimuleert de mede-
werkers om elkaar professioneel aan te spreken en op deze wijze het leren van en met elkaar concreet
te maken. Elk radertje in de organisatie heeft invloed op het geheel. Van onder naar boven en van boven
naar beneden.
De kern van de visie van SPOM:
‘EEN KRACHTIGE ORGANISATIE VOOR PRIMAIR ONDERWIJS MET STERKE SCHOLEN EN ONDERWIJS VAN HOGE KWALITEIT’.
Ieder zijn talent, samen het resultaat
16 Jaarplan 2014 - 2015 SPOM
5. DE (KERN)WAARDEN – STUREND VOOR ONS DENKEN EN DOEN
SPOM is een waardengestuurde organisatie waarbij normen en waarden leidend zijn.
SPOM profileert zich als een professionele, innovatieve en dynamische organisatie. De medewerkers
zijn op ontwikkeling gericht, voelen zich gezamenlijk verantwoordelijk, zijn warm, open, respectvol en
solidair.
Belangrijk voor ons zijn de basale waarden; rechtvaardigheid, respect, eerlijkheid, integriteit, tolerantie
en gelijkwaardigheid. Dat verwachten we van iedereen; medewerkers, ouders en kinderen.
In de dialoog die wij met elkaar voeren, komen we regelmatig terug bij enkele kernwaarden, waaraan
wij gezamenlijk veel belang hechten en die ook leidend zijn en blijven voor ons handelen.
Het gaat om de volgende kernwaarden:
• Solidariteit
• Transparantie
• Ontwikkelingsgerichtheid
• Eigenaarschap
• Resultaatgerichtheid
De kernwaarden zijn de beginletters van het woord STOER.
We kiezen er voor om deze kernwaarden als een moreel kompas te gebruiken bij het vormgeven van
beleid.
Missie:’Een krachtige organisatie voor primair onderwijs
met sterke scholen en een sterk bestuur’
Kernwaarden:Solidariteit - Transparantie - Ontwikkelingsgerichtheid -
Eigenaarschap - Resultaatgerichtheid
Centrale thema’s:1. Hoogwaardig kindgericht onderwijs bieden
2. Binden en boeien van personeel
3. Thuisnabij onderwijs verzorgen met een adequate zorgstructuur
4. Maatschappelijk partner zijn
5. Samenwerken binnen een professionele lerende organisatie
SPOM Jaarplan 2014 - 2015 17
6. BESTUUR EN ORGANISATIE
6.1. RA AD VAN TOEZICHT
De Raad van Toezicht houdt toezicht op het functioneren van de organisatie in het algemeen en het
College van Bestuur in het bijzonder. De organisatie bestaat uit 5 afzonderlijke stichtingen: SPOM Onder-
wijs, SPOM PSZ en SPOM PSZ WM&W, SPOM IKC en SPOM Kinderopvang. Aandachtspunten zijn daarbij
met name de kwaliteit van het geboden onderwijs en opvang, maar ook de besteding van de beschikbare
financiële middelen. De Raad van Toezicht bestaat uit 5 personen. De taken en bevoegdheden zijn vast-
gelegd in de Statuten en in het Reglement Raad van Toezicht.
De Raad heeft een zittingsperiode van vier jaar met een eenmalige verlengingsmogelijkheid van vier
jaar. Toezicht is mogelijk op basis van goede informatie. Om goed toezicht te kunnen houden op de
resultaten toetst de Raad van Toezicht aan de hand van periodieke rapportages zoals opgenomen in het
toezichtkader van SPOM de ijkpunten die aan het toezicht zijn gesteld.
De Raad van Toezicht bestaat uit de volgende leden:
Dhr. mr. J.H. Versteeg, voorzitter
Dhr. drs. P.T.H.J. Reinaerdts
Mevr. G. Niemeijer
Dhr. H.C.M. den Biesen RA
Dhr. G.P.M. Vodegel
6.2. COLLEGE VAN BESTUUR
Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor de koers van de organisatie, voor het strategisch
beleid, voor de kwaliteit van het onderwijs op de scholen en de opvang in PSZ en Kinderopvang, het
integraal meerjarenbeleid, voor de interne en externe communicatie en het behartigen van de belangen
van de stichting. Het College van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De Raad van
Toezicht heeft de keuze gemaakt voor een éénhoofdig College van Bestuur. De taken en verantwoorde-
lijkheden van het College van Bestuur zijn vastgelegd in de Statuten en in het Bestuursreglement.
De voorzitter van het College van Bestuur is dhr. M.W.J.J. Peters.
De Stichting Primair Onderwijs Maas en Waal bestaat uit 17 basisscholen waarvan 1 school voor
speciaal basisonderwijs, SBO De Dijk. De Stichting is een samenwerkingsbestuur met drie levensbe-
schouwelijke richtingen en bestaat in deze vorm sinds 1 augustus 2003. De directeuren zijn integraal
eindverantwoordelijk voor hun school en mede verantwoordelijk voor het realiseren van de in de jaar-
planning aangegeven doelstellingen. Onderwijskundig zijn de scholen binnen de aangegeven kaders
autonoom. De directeuren hebben de verantwoordelijkheid om een bijdrage te leveren aan de beleids-
ontwikkeling van SPOM. Zij leggen verantwoording af aan het College van Bestuur, i.c. de bestuurder. De
positie van de directeuren is vastgelegd in het managementstatuut. De directeuren vormen samen de
directeurenraad. Deze raad adviseert het College van Bestuur.
Ieder zijn talent, samen het resultaat
COLOFON
Dit document is een interne uitgave van Stichting SPOM.
Teksten: Marius Peters
Foto’s: Tine Bernts
Grafische verzorging: Wimzelf
‘EEN KRACHTIGE ORGANISATIE VOOR PRIMAIR ONDERWIJS MET STERKE SCHOLEN EN ONDERWIJS VAN HOGE KWALITEIT’.