specialist... · moeten werken (grafiek 3). Vooral vrouwelij-ke artsen zijn hier gevoelig voor....

4
Tweewekelijks 20 september - 3 oktober 2018 #128 www.despecialist.eu Charleroi X • P913976 1733: 20.000 OPROEPEN ZONDER PROBLEMEN Het proefproject van Maggie De Block, een samenwerking in Leuven-Tienen rond het noodnummer 1733 waarin onder meer huisartsen en spoedartsen betrokken zijn, gaat naar een eindfase blz.11 EXCLUSIEVE ENQUÊTE IN SAMENWERKING MET ZORGNET-ICURO NETWERKVORMING: veel moet beter! JS3803N Verantwoordelijke uitgever : V. Leclercq • Varenslaan 6, 1950 Kraainem Onze grootscheepse netwerkenquête in samenwerking met Zorgnet-Icuro bij bijna 1.000 specialisten, directieleden en ziekenhuisstafleden levert verrassend gelijklopende reacties op over de taalgrens heen. Ziekenhuisnetwerken zijn een goede zaak in theorie, maar politieke schermutselingen en tegenstrijdige informatie wekken onrust. Resultaten, reacties en suggesties voor oplossingen. Lees op blz. 2-3-4 OPINIE JONGE CHIRURGEN OVER HERVORMING OPLEIDING: op zoek naar meer evenwicht: BAST pakt uit met concrete voorstellen in samenwerking met Collegium Chirurgicum. Ter inspiratie van alle jonge artsen? blz.7 DEPRESSIE EN HIV: WELKE AANPAK? Depressie komt vaak voor bij HIV-patiënten. Een Nederlandse studie stelt voor om een aantal online-tools te gebruiken bij de behandeling. blz.20

Transcript of specialist... · moeten werken (grafiek 3). Vooral vrouwelij-ke artsen zijn hier gevoelig voor....

Tweewekelijks • 20 september - 3 oktober 2018 • #128www.despecialist.eu

Charleroi X • P913976

1733: 20.000 OPROEPEN ZONDER PROBLEMEN

Het proefproject van Maggie De Block, een samenwerking in Leuven-Tienen rond het noodnummer

1733 waarin onder meer huisartsen en spoedartsen betrokken zijn, gaat naar een eindfase blz.11

EXCLUSIEVE ENQUÊTE IN SAMENWERKING MET ZORGNET-ICURO

NETWERKVORMING: veel moet beter!

JS38

03N

Vera

ntwo

orde

lijke

uitg

ever

: V. L

ecler

cq •

Vare

nslaa

n 6,

1950

Kra

aine

m

Onze grootscheepse netwerkenquête in samenwerking met Zorgnet-Icuro bij bijna 1.000 specialisten, directieleden en ziekenhuisstafleden levert verrassend gelijklopende reacties op over de taalgrens heen. Ziekenhuisnetwerken zijn een goede zaak in theorie, maar politieke schermutselingen en tegenstrijdige informatie wekken onrust. Resultaten, reacties en suggesties voor oplossingen. Lees op blz. 2-3-4

OPINIE

JONGE CHIRURGEN OVER HERVORMING OPLEIDING: op zoek naar meer evenwicht: BAST pakt uit met concrete voorstellen in samenwerking met Collegium Chirurgicum. Ter inspiratie van alle jonge artsen?

blz.7

DEPRESSIE EN HIV: WELKE AANPAK?

Depressie komt vaak voor bij HIV-patiënten. Een Nederlandse studie stelt voor om een

aantal online-tools te gebruiken bij de behandeling.

blz.20

DE SPECIALIST • 20 september 20182

ARTSENNetwerken nuttig, maar onzekerheid troef

D e resultaten lopen verrassend gelijk bij Frans - als Nederlandstalige art-sen, een enkele uitzondering niet te na gesproken. En dat terwijl er

tussen de beleidsmakers in beide landsge-deelten nu en dan grote meningsverschillen opdoken.Een lichte meerderheid vreest werkonzeker-heid (grafiek 1) of inkomensverlies (grafiek 2) (51% FR, 54% NL). De onrust voor verlies van werk leeft het sterkst bij jonge artsen (62,5%) en vooral als ze Nederlandstalig zijn (64,6%). Dr. Stefaan Carlier (diensthoofd anesthesie AZ Groeninge) begrijpt dat omdat men denkt aan de sluiting van materniteiten, pediatrie, spoed-gevallen. “De enige manier is om finaal naar fu-sies te gaan met werkzekerheid voor artsen in deze grote fusieziekenhuizen.” Dr. Carlier is er zeker van dat het einddoel van alle hervormin-gen niet enkel mikt op kwaliteitsbevordering, maar ook op besparingen.Een sterk cijfer is dat bijna acht op de tien (!) ziekenhuisartsen angst hebben dat ze tijd zullen verliezen door op verschillende sites te moeten werken (grafiek 3). Vooral vrouwelij-ke artsen zijn hier gevoelig voor. “De verdere superspecialisatie maar ook de delokatie van diensten zal dat inderdaad in de hand werken”, beaamt dokter Carlier.CEO van Zorgnet-Icuro Margot Cloet ziet de beperking van dat tijdsverlies net als “één van de grote uitdagingen. We moeten de

werkverdeling van de arts mee in ogenschouw nemen. Anders zal de motor sputteren. Het is niet de bedoeling om artsen in onderdelen van dagdelen op verschillende plaatsen te laten werken”.In lijn hiermee ligt het feit dat vier res-pondenten op de tien inschatten dat hun work-lifebalans erop zal achteruitboeren: een gevoel dat zeer algemeen leeft bij alle deelgroepen (mannen, vrouwen, jongeren, ouderen). “Het is belangrijk dat de ziekenhui-zen hierover met de artsen in overleg gaan en tot haalbare modellen komen die ook re-kening houden met de work-life balance”, re-ageert Cloet begripvol. Patholoog-anatoom

Thomas Gevaert (ASGB, AZ Klina), op het moment dat we hem contacteren zelf aan het worstelen met zijn work-lifebalans terwijl hij zijn kinderen wegbrengt, is het ermee eens dat veel kan worden opgevan-gen door beter management en digitale communicatie.Cardioloog en voormalig CEO van AZ Dimpna Geel Marnix Goethals denkt dat artsen niet in eerste instantie inkomensverlies vrezen. Wel dat hun werkbelasting nog zal toenemen. “Goede werkafspraken om de work-lifebalans in evenwicht te houden kunnen bijvoorbeeld doordat deeltijds werken makkelijker zal kun-nen in een grotere associatie.”

Een meerderheid van de artsen vreest ook een groei van de administratieve rompslomp. Het sterkst vertegenwoordigd hier zijn de oudere artsen (78,9%). Zowel Stefaan Carlier als Margot Cloet betwijfelen de directe link tussen netwerkvorming en administratitis. Digitalisering en informatisering bieden hier een antwoord op, maakt Cloet zich sterk, daarin bijgetreden door minister Vandeurzen (zie verder blz. 4).Niettemin vrezen de meesten dat ze hun wer-kautonomie zullen verliezen in een netwerk (grafiek 4).

PASCAL SELLESLAGH

Werkonzekerheid, inkomensverlies en verlies aan werkautonomie zijn uw voornaamste besognes bij de vorming van netwerken.

1 Vreest u werkonzekerheid door de invoering van de ziekenhuisnetwerken?

58% JA

42% NEEN

JS38

00AN

Enquête: ziekenhuisnetwerken, opportuniteit of bedreiging?

2 Vreest u inkomensverlies door de invoering van de netwerken?

FR 51% JA

59% NEENNL

54% JA 46% NEEN

3 Het netwerk zal me tijd doen verliezen door op verschillende sites te moeten werken

78% JA22% NEEN

4 Het netwerk zal de autonomie van de arts bemoeilijken

78% JA22% NEEN

DE SPECIALIST • 20 september 2018 3

Onze specialiteit�:uw financiële bescherming

uw toekomst verdienteen expert

SAMEN SPREKEN WE

OVER DE SLEUTELMOMENTEN VAN UW LOOPBAAN

0800/96.113 - www.amonis.be

Vijf goede redenen om voor Amonis te kiezen:∞ 50 jaar ervaring ten dienste van de artsen: aanvullend

pensioen, sociale voordelen RIZIV, arbeidsongeschiktheid, overlijden, invaliditeit, moederschap…

∞ Bij de beste voorwaarden van de markt: 1,6% basisrentein Sociaal VAP in 2018

∞ Meer dan 28.000 leden

∞ Geen aandeelhouders: de winsten vloeien terug naar de aangeslotenende aangeslotenen

∞ 5 keer door IPE en 5 keer door World Finance verkozen als « Beste Belgische pensioenfonds » in minder dan 15 jaar

*Rendementen uit het verleden bieden geen waarborg voor de toekomst

We begeleiden u vanaf uw aansluiting, bij elke stap van uw loopbaan en tot na uw pensioen.

3,25% globaal nettorendement toegekend in 2017*

5 In een netwerk zullen artsen meer verbonden zijn 6 Voelt u zich betrokken bij de

vorming van ziekenhuisnetwerken?

34% JA66% NEEN

59% NEEN41% JA

JS38

00BN

DIRECTIE EN BELEID OPGELET met toegankelijkheid en financiële draagkracht ziekenhuizen!Acht op de tien ziekenhuisartsen begrijpen de hertekening van het ziekenhuislandschap in ziekenhuisnetwerken. Zij beschouwen het als een opportuniteit om de zorgkwaliteit hoog te houden maar trekken het behoud van de toegankelijkheid in twijfel, net als de financiële draagkracht van ziekenhuizen.

E en netwerk wordt bij voorkeur geleid door een arts, denken twee op de drie respondenten (64%): een aloud dis-cussiepunt dat ook al bestond toe, het

ging om de leiding van één enkel ziekenhuis. Dat een meerderheid van artsen een voorkeur heeft voor iemand van de eigen beroepsgroep om aan de top te staan van een netwerk, hoeft niet te verbazen, omdat die in principe meer affiniteiten vertoont met hun gevoeligheden. Nogal wat artsen voelen zich nog steeds slecht geïnformeerd over de netwerken. Het valt op dat de perceptie eerder negatief is bij de vraag of artsen meer verbonden zullen zijn in een netwerk (grafiek 5). Bijna zes op de tien dokters menen van niet en iets meer dat ze niet betrokken zijn (grafiek 6). De beleids-organen van ziekenhuizen moeten zich be-wust zijn van deze problematiek. De betrok-kenheid van artsen is cruciaal in dit verhaal.Marnix Goethals: “De netwerken uitbouwen zal maar lukken mits een zeer sterke betrokkenheid van de specialisten. Hierover wordt in elk net-werk best zo snel mogelijk duidelijkheid geboden naar de artsen.”

ACHTERUITGANGDe meesten denken dat na de vorming van de netwerken de financiële situatie van de zieken-huizen status quo zal blijven of verslechteren (grafiek 8 blz. 4). Dat is geen goed nieuws, want die situatie was bij de meeste ziekenhuizen al precair. Twee derde (65%) meent bovendien dat de toegankelijkheid erop zal inboeten.Dokter Gevaert: “Het blijft moeilijk werken omdat je ziekenhuizen vaak naar elkaar duwt die daar niet altijd zin in hebben, terwijl artsen

andere vlot lopende samenwerkingen zullen moeten opgeven. Die zaken top-down regelen is geen goede werkwijze.”“Goed dat een grote meerderheid van de artsen bezorgdheden heeft op het vlak van toegankelijk-heid en financiële draagkracht. Eenzelfde reflectie is er volgens mij bij de meeste ziekenhuisdirecties en -beheerders. Zolang het regelgevend kader niet duidelijk is en de nodige garanties zal bie-den, zal dit gevoel blijven bestaan”, meent Rudy Poedts, CEO van het Sint-Franciscusziekenhuis en bestuurder van tal van andere zorginstelling. Margot Cloet sluit zich daarbij aan en ze vraagt dat de artsen het punt van de zorgtoegankelijk-heid mee hoog op de agenda houden. Dokter Carlier wijst erop dat ziekenhuizen mee moeten gaan in de verschuiving naar daghospitaal en ambulante zorg: “De vergrijzingsgolf zal een enor-me toename van de kost uitlokken. Hij beseft ook dat “de kans dat de zorgtoegankelijkheid afneemt, onder meer door gespecialiseerde en supraregi-onale zorgopdrachten, inderdaad groot is. De afstand (letterlijk) zal immers in som toenemen.” Voor Thomas Gevaert zal toch ook de patiënt af en toe bereid moeten zijn om grotere afstanden te overbruggen.Voor vicevoorzitter van de Bvas Jacques de Toeuf, laten al deze veranderingen juist toe om vooruit te gaan: “We verlaten het systeem waarbij elke arts concurrent is van de andere om subsi-dies binnen te rijven voor zijn ziekenhuis, om naar een coöperatief systeem te evolueren met nog meer teamwerk en aandacht voor algemeen wel-zijn. Dat alles moet net een positieve impact heb-ben op wachtdiensten en vakantieregelingen. ”

P.S.

DE SPECIALIST • 20 september 20184

I nfodoorstroming is nochtans cruciaal bij netwerkvorming. Goed geïnformeerde artsen voelen zich logischerwijze meer betrokken. We noteren hier een zeldzaam

significant verschil qua taalgroep: 20,4% van de Franstaligen voelt zich goed geïnformeerd, versus (37,2%) Nederlandstaligen.Nu verwijst slechts een derde zijn patiënten door naar collega’s in andere ziekenhuizen van het netwerk, (grafiek 7) maar het is lo-gisch dat deze ‘cultuur’ nog moet groeien.Koudwatervrees is evenwel nog steeds aan-wezig want maar één op de drie (34%) artsen voelt zich betrokken bij de netwerkvorming.

Opmerkelijk: zelfs één op de vijf hoofdartsen voelt zich niet betrokken. Terwijl de meesten net willen dat een netwerk door een arts ge-leid wordt (grafiek 9). Stefaan Carlier treedt bij dat weinig artsen op de hoogte zijn “maar ook de ziekenhuizen waren tot voor kort slecht geïnformeerd. Het goedgekeurde wetsontwerp verankert een stevige betrokkenheid van de artsen in het bestuur, maar het is toch wel vrij zorgwekkend dat Zorgnet-Icuro hierover een amendement gevraagd heeft aan de minister...”Margot Cloet sust: “We willen blijvend over-leggen met hoofdartsen en voorzitters van de medische raad en alle andere relevante

artsenverenigingen. Ook in de ziekenhuizen die we vertegenwoordigen is er een nauwe dialec-tiek met de artsen”.En in de conceptuele nota van klinische zie-kenhuisnetwerken mag dan al vermeld staan dat niet aan de therapeutische vrijheid van de artsen zal worden geraakt: 80% antwoordt dat dat wel zal gebeuren. Zeer veel zal voorts afhangen van een gemeen-schappelijk Elektronisch Patiëntendossier en medisch project op netwerkniveau. Een een-gemaakt EPD vindt 84% noodzakelijk, een gemeenschappelijk medisch project (82,8%) is ook een must.Op een hoger echelon, dat van de communica-tie tussen de landsgedeelten, denkt een meer-derheid van 63,5% dat de netwerkvorming de gezondheidszorg tussen de Vlaamse en

Franstalige gemeenschap verder uiteendrijft. Beide taalgemeenschappen zitten nagenoeg op dezelfde golflengte. De tendens is iets meer uitgesproken bij de Nederlandstaligen (65,3%) dan bij de Franstaligen (60,2%). Toch zien artsen een netwerk over meer dan één regio positief in.En wat met de verhouding tot de eerstelijns-structuur, die niet altijd spoort met die van de ziekenhuisnetwerken? (grafiek 10).“De ziekenhuisnetwerken zullen moeten sa-menwerken met de eerstelijnsnetwerken, maar omgekeerd ook, er is geen exclusiviteit”, rea-geert dr. Carlier. “Samenwerking met de ver-schillende netwerken (ook GGZ-netwerken) is de boodschap”, besluit Cloet.

P.S.

7 Ik verwijs patiënten regelmatig door naar collega’s uit andere ziekenhuizen binnen het netwerk 8 Door de netwerken zal de

financiële situatie van de ziekenhuizen… 9 Een netwerk wordt bij

voorkeur geleid door een arts 10 Ziekenhuisnetwerken

moeten aansluiten bij eerstelijnsnetwerken

35% JA65% NEEN

VERBETEREN: 22,4% VERSLECHTEREN: 35,7%

ONVERANDERD BLIJVEN: 41,9%

JA 64%NEEN 36%

65,5% JA34,5% NEEN

Enquête: ziekenhuisnetwerken, opportuniteit of bedreiging? JS

3800

CN

COMMUNICATIE Smeerolie: eengemaakt EPD en gemeenschappelijk medisch project71% vindt dat een netwerk bottom-up moet groeien maar slechts 31% zegt voldoende geïnformeerd te zijn.

JS38

00DN

“NET MEER WERKZEKERHEID ZIT ER aan te komen voor de artsen” (Jo Vandeurzen)

D oor vergrijzing zal er meer werkze-kerheid zijn voor de artsen, die wel mobieler moeten worden wegens de concentratie van een aantal

functies. “De netwerkvorming zal de werk-verdeling van de arts een andere richting induwen.”Vandeurzen beklemtoont dat hij absoluut

de toegankelijkheid, “zeker die van de meest kwetsbaren” wil behouden. De werkgroepen basisspecialistische zorg (spoedgevallen, vrouw&kind, ouderenzorg, ....), opgestart door de Vlaamse overheid, maar ook verder fede-raal uitgewerkt, moeten daartoe bijdragen.Intensieve begeleiding (ook van de artsen) en goede communicatie worden essentieel.

Het huidige financieringsmodel staat onder druk, “maar de financiering van ziekenhuizen is federaal. De nood aan bedcapaciteit zal da-len en dus komen nieuwe zorgvormen en trans-murale zorg in de plaats”. Zullen door de netwerkvorming de Vlaamse en Franstalige gemeenschap verder uiteen-drijven? “De sector in Vlaanderen ging sneller vooruit met nieuwe samenwerkingsverban-den.” Die positieve beweging ondersteunt Vandeurzen in continue afstemming met De Block. “Er is een groeiende dynamiek om van ziekenhuisnetwerken geen nieuwe eilanden te maken en te zorgen voor dwarsverbanden.”

P.S.

Minder werkzekerheid? Neen. Meer artsenmobiliteit? Ja. Zorgtoegankelijkheid moet absoluut behouden blijven en er zal intensief gecommuniceerd worden met artsen om hen over de netwerkstreep te trekken. Voor mogelijke financieringsaspecten verwijst Vandeurzen naar zijn federale collega Maggie De Block.

METHODEDe resultaten van deze enquête, een samenwerking tussen De Specialist en Zorgnet-Icuro, zijn gebundeld in: “Ziekenhuisnetwerken: bedreiging of opportuniteit voor de ziekenhuisarts? Masterproef voor het behalen van de graad van master in het management en het beleid van de gezondheidszorg.” Dr. Hilde Van Kerckhoven.Promotor: Prof. Dr. Dominique Vandijck (Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen, UGent).De vragenlijst werd beantwoord door 836 Nederlandstalige (63,3%) en Franstalige (36,4%) ziekenhuisartsen in maart-juni 2018. Het staal bestond uit 35% vrouwen en 65% mannen, evenwichtig verdeeld over alle leeftijdscategorieën.