RondvraagInformatievoorziening onderzoeksprojecten

Datum: 17 februari 2009Van: SOG fractie 2008­2009Aan: College van BestuurBetreft: Voorstel   tot   ontwikkelen   van   digitale   platformen   voor 

onderzoeksprojecten voor studenten

Inleiding:De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) is een grote organisatie waarbij het van cruciaal belang is dat haar onderzoekers en studenten elkaar gemakkelijk weten te vinden om zo goed mogelijk gebruik te maken van het talrijk aanwezige talent. Op het gebied van communicatie is de afgelopen jaren het gebruik van digitale systemen toegenomen, daar deze m.b.t. gebruikersgemak en actualiteit grote voordelen (kunnen) bieden ten opzichte van niet­digitale alternatieven. In dit kader wil de SOG­fractie middels deze rondvraag specifiek aandacht vragen voor het onderwerp ‘onderzoeksprojecten voor studenten’.

Achtergrond:Een   essentieel   onderdeel   van   academisch   onderwijs   is   dat   studenten   het   proces   van wetenschapsbeoefening   in   hun   vakgebied(en)   leren   beheersen.   Onderzoek   is   daarbij   niet   alleen   een esoterisch middel voor kennisuitbreiding, in de regel motiveert het vele studenten gedurende hun gehele studie   doordat   ze   m.b.v.   opgedane   kennis   kunnen   werken   aan   ‘iets   nieuws’   en   in   dit   onderzoek   de elementen  creativiteit   en  actualiteit   sterk  naar   voren  komen.  Het   is  dan  ook  begrijpelijk   dat   sinds  de invoering   van   de   bachelor­master   structuur   aan   de   RUG   de   bachelor­   en   masterprojecten   als meesterproeven van de betreffende opleidingen worden gezien. Het  proces  van onderzoek kan echter  ook  frustreren als  studenten vastlopen,   inhoudelijk   ­   ‘succes’   is immers niet gegarandeerd ­ danwel organisatorisch. Nu is het onderwerp afstudeerproblematiek recentelijk uitgebreid in kaart gebracht1, maar middels deze rondvraag wil de SOG­fractie het aspect onderwerpskeuze van onderzoeksprojecten uitlichten. Hier valt naar ons idee namelijk relatief eenvoudig winst te behalen voor zowel studenten als voor de universiteit, niet in de laatste plaats om de originaliteit en het rendement (in zowel kwaliteit als snelheid) van onderzoeksprojecten in de bachelor­ en masterfase te verbeteren.

Probleemschets:Aan de RUG ontbreekt het op dit moment aan centrale digitale platformen waarop onderzoeksprojecten worden aangeboden (voor zowel bachelor als master) en aanvullende relevante informatie aangeboden wordt.2 Aan de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen (FWN) is vorig academisch jaar geconstateerd dat dit voor zowel studenten als onderzoeksgroepen problemen oplevert (zie bijlage 1). Kortweg hebben studenten geen helder overzicht van wat er in eerste instantie aan onderzoeksprojecten mogelijk is aan hun faculteit   of   daarbuiten   en   hebben   onderzoeksgroepen   moeilijkheden   met   het   vinden   van   (geschikte) studenten   voor   deze   onderzoeksprojecten.   Hierdoor   wordt   onderzoekstalent   en   ­mogelijkheden   tekort gedaan, wat  tevens naar  onze verwachting  een negatief  effect  heeft  op het  rendement van studenten (i.h.k.v. de gedachten “de juiste student op de juiste onderzoeksplek” en “onbekend maakt onbemind”). Daarbij wordt een prachtige etalagefunctie van (inter)facultair onderzoek richting student en buitenwereld 

1 De laatste loodjes lichter, De afstudeerproblematiek aan de RUG, notitie SOG­fractie 2007­20082 Een positieve uitzondering hierop is een site van de Junior Scientific Masterclass (JSM), zie paragraaf ‘Voorstel’.

onbenut gelaten! Met de komst van (verbredende) minoren, de toegenomen aandacht voor interdisciplinair onderzoek  en de stijgende studentenaantallen verwacht  de  SOG­fractie  dat  deze problemen groter  en breder worden. Het voorgaande raakt tot slot aan het algemenere gevoel bij studenten dat onderzoek niet nadrukkelijk genoeg in de bacheloropleidingen aan de RUG aan bod komt.3 

Voorstel:De SOG­fractie wil voorstellen de geschetste problematiek aan te pakken door vanuit centraal aandacht te vragen en ondersteuning te bieden voor het ontwikkelen van digitale platformen voor onderzoeksprojecten voor studenten. Dit zou bijvoorbeeld binnen het kader van de Graduate Schools gedaan kunnen worden. Dergelijke   platformen   bieden   studenten   en   onderzoeksgroepen   namelijk   een   duidelijk   eerste communicatiekanaal en vestigen tevens de aandacht op wat er allemaal mogelijk is voor studenten op het gebied van onderzoek aan de RUG. Er bestaat binnen de facultaire website van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) reeds een soortgelijk platform4. Deze webpagina bevat op het moment van schrijven 167 projecten verdeeld over 39 onderzoeksgebieden. Student zijn vrij om contact op te nemen om “gewoon eens met een onderzoeker  [te] praten” 5 of om daadwerkelijk actief betrokken te raken bij het onderzoek uit het onderzoeksgebied van hun interesse. Ook deze algemene bekendheid van onderzoekers en onderzoeksgroepen is erg waardevol, daar projecten vaak in samenspraak pas duidelijk vorm krijgen. Een dergelijk platform kan naar mening van de SOG­fractie als good practice dienen bij verdere ontwikkelingen. Bij  FWN is naar aanleiding van de bijgevoegde notitie besloten om een pilot op  te starten alvorens  te besluiten om al dan niet over te gaan op een faculteitsbrede implementatie. De basistechnologie voor een projectenwebsite, die de omschreven belangrijkste onderdelen bevat, is inmiddels in samenwerking met de studenten ontwikkeld en gereed voor gebruik bij de pilotopleidingen. Ook dit werk wil de SOG­fractie onder de aandacht brengen zodat dubbel werk wordt voorkomen.Tot slot wil  de SOG­fractie voorstellen om de digitale (facultaire) platformen vanuit een centrale pagina overzichtelijk   bereikbaar   te   maken,   waarbij   gelijk   aanvullende   informatie   over   bijvoorbeeld scriptiebegeleiding geboden kan worden.6

Conclusie:Om het talent van studenten en onderzoeksgroepen aan de RUG beter uit de verf te laten komen, stelt de SOG­fractie voor om vanuit centraal aandacht te vragen en ondersteuning te bieden voor het ontwikkelen van   (facultaire)   digitale   platformen   voor   onderzoeksprojecten   voor   studenten.  Deze   platformen   dienen onderzoeksprojecten zowel tijdens het reguliere programma als in de aanloop naar het schrijven van een bachelor­ of masterscriptie voor het voetlicht te brengen. Daarbij acht zij het tot slot wenselijk indien deze vanuit   een   centrale   pagina   overzichtelijk   bereikbaar   zijn,   daar   deze   tevens   geschikt   is   om   relevante aanvullende informatie te verstrekken.

Deelt het College van Bestuur de mening van de SOG­fractie dat het wenselijk is om digitale platformen  voor onderzoeksprojecten voor studenten te ontwikkelen en deze vanuit centraal te ondersteunen?

3 In dit kader is het zinvol om ook de eerder aangedragen suggestie van extra onderzoeksprojecten onder een speciale vakcode voor studenten nogmaals onder de aandacht te brengen, zie SOG­notitie Vak en vakcode voor onderzoek in de  bachelor, COW 08­0384 https://www.jsmgroningen.nl/owi/index.php 5 https://www.jsmgroningen.nl/owi/index.php?pntType=JsmProject&pntHandler=NewestPage 6 Hiermee kan tevens gedeeltelijk invulling gegeven worden aan aanbeveling 2 van de notitie De laatste loodjes lichter (pag 9).

Bijlage 1: Voorstel Studentgeleding Faculteitsraad FWN 2007­2008

Van: Studentgeleding Faculteitsraad FWNAan: Faculteitsraad FWN, Faculteitsbestuur FWNBetreft: Informatievoorziening bachelor­ en masterprojectenDatum: Dinsdag  11 december 2007

Inleiding16 Oktober jongstleden kreeg Kees Mulder een mail van Rinaldo C. Bertossa (Postdoctoral fellow, Evolutionary Genetics) waarin stond dat hij moeite had met het vinden van studenten voor masterprojecten. Na onderzoek is gebleken dat het probleem breder is dan in de mail beschreven. Naast het feit dat het voor onderzoeksgroepen moeilijk is om studenten voor hun onderzoek te werven, is het voor studenten lastig om een compleet overzicht te vinden van het aanbod van master­ of bachelorprojecten. De studentgeleding van de Faculteitsraad FWN heeft op de overlegvergadering met het Faculteitsbestuur van 7 november 2007 toegezegd een notitie betreffende masterprojecten op te stellen waarin haar standpunt duidelijk kenbaar wordt gemaakt. Voorliggende notitie over master­ én bachelorprojecten vloeit voort uit deze toezegging.

ProbleemschetsWanneer een student zich oriënteert op het doen van een onderzoeksproject heeft hij een aantal mogelijkheden om informatie in te winnen. Hij zou zich direct tot één van de onderzoeksgroepen kunnen richten. Het is echter moeilijk   om   algemene   informatie   over   projecten   te   verkrijgen   door   een   gesprek   aan   te   gaan   met   een contactpersoon van de onderzoeksgroep. Bovendien kost het een student veel tijd bij veel vakgroepen langs te gaan om te informeren naar het aanbod van projecten.Daarom is het ook mogelijk het aanbod van projecten te bekijken via websites. Een dergelijke aanpak heeft echter als   nadeel   dat   er   op   dit   moment   een   enorme   kluwen   is   aan   opleidingswebsites   waarop   projecten   worden aangeboden.   Pas   na   veel   doorklikken   wordt   een   website   gevonden   die   de   projecten   van   de   betreffende onderzoeksgroep behandelt. Soms staat op deze website een overzicht van projecten, vaak ook niet. Naast het feit dat dergelijke websites slecht bereikbaar zijn, is het ook een probleem dat het aanbod veelal niet actueel is. Wil de student een complete en actuele samenvatting van alle projecten binnen de FWN, dan ontbreekt een helder overzicht.

Naast het bovengeschetste probleem voor studenten die zich willen oriënteren op het gebied van onderzoek, doet zich   een   vergelijkbaar   probleem   voor   bij   de   aanbodkant   van   de   projecten.   Op   het   moment   dat   een onderzoeksgroep studenten zoekt om een gepland onderzoek uit te voeren, blijkt het erg lastig te zijn om goede studenten  voor  het  betreffende project   te  werven.  Door  de   lage  kwaliteit  en   slechte  bereikbaarheid   van  de websites   van   onderzoeksgroepen   worden   deze   weinig   bezocht   door   potentiële   studentonderzoekers.   Op sommige locaties van de FWN worden daarom posters opgehangen waarop de onderzoeksgroep haar projecten aanbiedt.   Los   van   het   feit   dat   maar   enkele   studenten   de   poster   zien,   wordt   deze   vaak   binnen   korte   tijd weggehaald of overhangen.

OplossingOp grond van de hierboven beschreven problematiek stellen wij voor om één centrale locatie voor het aanbod aan projecten te ontwerpen. Hierbij kan worden gedacht aan een publieke website of een applicatie in Nestor. Een aantal onderdelen is onmisbaar bij de introductie van deze informatievoorziening:

­ De bezoeker heeft de mogelijkheid de projecten te rangschikken op onderzoeksgroep, studie en/of on­derzoeksinstituut. 

­ Per onderzoeksgroep moet een overzicht worden gepresenteerd van actuele projecten en onderwerpen voor mogelijke projecten.

­ Gebruik van het systeem dient weinig tijd te kosten voor betrokken medewerkers. Projecten moeten eenvoudig kunnen worden geplaatst en aangepast.

Na een succesvolle introductie van het systeem kan deze verder worden uitgebreid om de mogelijkheden ervan verder te vergroten. Hierbij kan worden gedacht aan:

­ Het vermelden van ingangseisen voor projecten. ­ De website ook als portaal te laten dienen voor meer algemenere informatie.­ Per onderzoeksgroep een (kort) overzicht te tonen van wat studenten eerder hebben gedaan/gemaakt, 

zodat er een duidelijker beeld ontstaat van de onderzoeksmogelijkheden en de uitwerkingen daarvan.

VoordelenHet introduceren van een centrale informatievoorziening voor onderzoeksprojecten heeft een aantal voordelen. 

­ Het overzicht vergroot de bekendheid van de vele mogelijkheden die er rondom bachelor­ of masterpro­jecten voor studenten zijn. 

­ De voorziening vergroot de bereikbaarheid van studenten voor onderzoeksgroepen. ­ Een helder overzicht stimuleert interdisciplinair onderzoek. Van zowel de kant van studenten, als die van 

de onderzoeksgroepen kan men zien dat er bij onderzoeksgroepen die (van oudsher) horen bij andere disciplines zeer relevant en interessant onderzoek kan worden gedaan. 

Het  gebruik  van een publieke website  voor  het  plaatsen en  aanpassen van  onderzoeksprojecten heeft  een bijkomend voordeel. Ook studenten van buiten Groningen kunnen dan van deze voorziening gebruik maken en kunnen door specifieke projecten op deze website worden aangetrokken om hun masteropleiding aan de FWN te volgen. Gezien het internationale karakter van onze faculteit en het daaraan plaatsvindende onderzoek willen wij dit voordeel extra benadrukken. 

AandachtspuntenEen breed draagvlak en grote bekendheid bij zowel onderzoeksgroepen als studenten is noodzakelijk om effectief gebruik van de informatievoorziening te realiseren. Daarnaast is ook het actueel houden van de projecten van groot belang. Wanneer de informatie niet actueel blijft, zal er weinig gebruik van worden gemaakt door studenten. Het aanstellen van een verantwoordelijke/coördinator per onderzoekgroep of ­instituut is hierbij onmisbaar.Van belang is ook dat bij het actueel houden van het systeem zo min mogelijk onderhoud nodig is voor mensen van de onderzoeksgroepen. Door binnen de site een automatische functie te implementeren voor vervaldata van projecten, kan verouderde informatie worden voorkomen en wordt het gebruiksgemak vergroot.

AanbevelingHet doel van deze notitie is het benadrukken van het nut van een centrale informatievoorziening voor bachelor­ en masterprojecten. Wij adviseren het ontwerp van een publieke website die de genoemde essentiële elementen bevat.   Deze   kunnen   later   eventueel   worden   aangevuld   met   de   voorgestelde   uitbreidingen.   Door   de informatievoorziening publiek te maken, worden alle mogelijkheden van een dergelijk systeem benut. Bij gebruik van   Nestor   is   de   voorziening   alleen   te   bereiken   voor   studenten   en   medewerkers   aan   de   Rijksuniversiteit Groningen. De mogelijkheid om studenten van buiten Groningen aan te trekken gaat hiermee verloren.Wordt door het Faculteitsbestuur besloten dit voorstel over te nemen, dan adviseren wij de website online te hebben voordat de eerstvolgende grote groep bachelorstudenten in april 2008 begint aan zijn/haar projecten. De studentgeleding stelt zich vanzelfsprekend beschikbaar om mee te helpen en te denken tijdens de uitwerking en implementatie van de website voor bachelor­ en masterprojecten.