SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

48
Evaluaties Geëvalueerd SOG-notitie over (cursus)evaluaties binnen de RUG SOG-Fractie 2008-2009 Studentenorganisatie Groningen Sint Walburgstraat 22 9712HX Groningen www.studentenorganisatie.nl [email protected]

description

SOG-notitie over (cursus)evaluaties binnen de RUG

Transcript of SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

Page 1: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

Evaluaties

Geëvalueerd

SOG-notitie over (cursus)evaluaties binnen de RUG

SOG-Fractie 2008-2009

Studentenorganisatie Groningen

Sint Walburgstraat 22

9712HX Groningen

www.studentenorganisatie.nl

[email protected]

Page 2: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

2

Samenvatting van aanbevelingen

Met deze notitie wil de Studenten Organisatie Groningen (SOG) een aantal handreikingen

doen om de door haar noodzakelijk geachte stimulans in de kwaliteitszorg in het onderwijs

teweeg te brengen. Zij heeft zich daarbij gericht op cursusevaluaties en de betrokkenheid

van studenten in het gehele proces. Met betrekking tot deze onderwerpen binnen de

Rijksuniversiteit Groningen (RUG) doet de SOG de volgende aanbevelingen:

Aanbeveling 1

Elke opleiding aan de RUG dient een systeem van cursusevaluaties te hebben waarbij

minimaal 50 % respons wordt behaald op schriftelijke, dan wel digitale evaluatieformulieren.

Aanbeveling 2

Elke opleiding aan de RUG dient jaarvertegenwoordigingen of evaluatiepanels van

studenten te hebben die mondeling feedback kunnen geven op een cursus(evaluatie) aan

de docent en opleidingsdirecteur. Vragen over de docentkwaliteit dienen hierbij in

vertrouwelijkheid met de opleidingsdirecteur besproken te kunnen worden.

Aanbeveling 3

Elke opleiding aan de RUG dient bij schriftelijke afname van evaluaties een dropbox te

gebruiken om de anonimiteit van studenten te waarborgen.

Aanbeveling 4

Elke opleiding aan de RUG dient zich in te spannen om ook de mening van studenten die het

tentamen niet gemaakt hebben te horen bij de evaluatie van cursussen.

Aanbeveling 5

Elke opleiding aan de RUG dient als richtlijn aan te houden dat haar

jaarvertegenwoordigingen of evaluatiepanels van studenten in de eerste of uiterlijke tweede

week van het volgende blok bijeenkomen om de gelopen vakken grondig door te spreken.

De uitkomsten van de reguliere evaluaties en de behaalde cijfers dienen bij voorkeur al

beschikbaar te zijn voor deze bijeenkomsten.

Aanbeveling 6

Elke opleiding aan de RUG dient een tussentijds formeel evaluatiemoment bij vakken te

hebben, zodat vakken sneller verbeterd kunnen worden.

Page 3: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

3

Aanbeveling 7

Elke opleiding aan de RUG dient de uitkomsten van haar cursusevaluaties terug te koppelen

aan de studenten via minstens één medium. Aanbevolen wordt om daarbij te kiezen uit

Ocasys, Nestor, schriftelijke of digitale nieuwsbrieven van faculteiten of studieverenigingen

en/of een aparte boekvorm.

Aanbeveling 8

Elke opleiding aan de RUG dient een door hen zelf of door het UOCG verzorgd dan wel

gefaciliteerd orgaan te hebben, welke zorg draagt voor het opstellen van deugdelijke

cursusevaluaties. Met name bij opleidingen waar de verantwoordelijkheid vooral bij

studentencommissies ligt, dient hier meer aandacht aan besteed te worden.

Aanbeveling 9

Elke opleiding aan de RUG dient de studenten in haar opleidingscommissies goed in te laten

werken om adequaat om te gaan met nieuwe verantwoordelijkheden en taken. Daarbij

dient de RUG, naar voorbeeld van instellingen elders, een training/cursus op te zetten welke

hieraan kan bijdragen.

Aanbeveling 10

Elke opleiding aan de RUG dient de stappen die concreet gezet zijn om het onderwijs te

verbeteren periodiek aan te bieden aan een commissie, met daarin ook studenten, die op

facultair niveau opereert. Deze rapportage dient eenvoudig gefaciliteerd te worden door

een transparante, kwantitatief gecategoriseerde en bij voorbeur instellingsbrede follow-up

procedure, waarbij bij uitstek gebruik gemaakt kan worden van ICT.

Aanbeveling 11

Elke opleiding aan de RUG dient de mogelijkheid te bieden om evaluatie-uitkomsten van

cursussen eenvoudig te vergelijken met voorgaande jaren. Deze mogelijkheid moet ten

minste aan de betrokken medezeggenschapsorganen zoals een opleidingscommissie en

een jaarvertegenwoordiging ter beschikking komen te staan.

Aanbeveling 12

Elke opleiding aan de RUG dient samenvattingen en verslagen van (cursus)evaluaties op te

slaan in een daarvoor aan te wijzen digitaal archief, bijvoorbeeld op Nestor.

Page 4: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

4

Aanbeveling 13

Elke opleiding aan de RUG dient een vragenlijst voor het evalueren van de cursus te

gebruiken waarbij als richtlijn de helft van de vragen gestandaardiseerd is, zodat vergelijking

tussen opleidingen en faculteiten beter mogelijk wordt.

Aanbeveling 14

Elke opleiding aan de RUG dient in het evaluatieformulier vragen met betrekking tot

leerdoelen, onderwijsvorm en toetsvormen op te nemen.

Aanbeveling 15

Elke opleiding aan de RUG dient het evaluatieformulier te personaliseren, waarbij onder

andere de naam van de cursus, docent(en) en de literatuur genoemd worden, zodat

studenten meer gestimuleerd worden om de evaluatieformulieren in te vullen.

Aanbeveling 16

Elke opleiding aan de RUG dient welwillend en pro-actief op te treden daar waar

studentenorganisaties zoals studieverenigingen een rol kunnen spelen in gezamenlijke

projecten omtrent kwaliteitszorg.

Aanbeveling 17

Elke opleiding aan de RUG dient de vakken in excellentietrajecten formeel te evalueren en

er zorg voor te dragen dat het regulier onderwijs betrokken wordt in deze evaluatie.

Aanbeveling 18

Elke opleiding aan de RUG dient een systeem voor het evalueren van scripties en stages te

implementeren.

Aanbeveling 19

Elke opleiding aan de RUG dient haar studenten die internationaal opereren, inkomend en

uitgaand, gestructureerd en pro-actief te benaderen om een meer diverse input voor

onderwijsverbeteringen te verkrijgen.

Aanbeveling 20

Elke opleidingen aan de RUG dient de verdiepende en zelf samengestelde minoren van

studenten te laten evalueren, met daarin een belangrijke rol weggelegd voor

faculteitsraden.

Page 5: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

5

Inhoudsopgave

Samenvatting van aanbevelingen..........................................................................................................2

Voorwoord ....................................................................................................................................................6

Inleiding .........................................................................................................................................................7

1. Landelijke en Europese ontwikkelingen..............................................................................................9

1.1 De relatie tussen kwaliteitszorg, excellentie en geld .................................................................9

1.2 De wijze van accrediteren............................................................................................................11

1.3 Good practices elders...................................................................................................................12

2. Stand van zaken faculteiten...............................................................................................................18

3. Bevindingen............................................................................................................................................22

3.1 Vorm van (cursus)evaluaties ........................................................................................................22

3.2 Moment van afname van (cursus)evaluaties...........................................................................23

3.3 Terugkoppeling van resultaten ....................................................................................................24

3.4 Verwerking en behandeling van resultaten..............................................................................26

3.5 Vergelijking resultaten met voorgaande jaren.........................................................................28

3.6 Opzet en inhoud van (cursus)evaluaties ...................................................................................29

3.7 Betrokkenheid studentenorganisaties binnen faculteiten......................................................30

3.9 Evaluatie bijzondere curriculaire gedeelten .............................................................................31

4. Conclusie ................................................................................................................................................33

Dankwoord .................................................................................................................................................34

Bijlagen ........................................................................................................................................................35

1. Format inventarisatie stand van zaken kwaliteitszorg faculteiten RUG .................................35

2. Uitgewerkte samenvatting stand van zaken kwaliteitszorg faculteiten RUG .......................36

2.1 Faculteit Economie en Bedrijfkunde........................................................................................36

2.2 Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen.....................................................................................37

2.3 Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen........................................................38

2.4 Faculteit der Letteren..................................................................................................................40

2.5 Faculteit Rechtsgeleerdheid .....................................................................................................40

2.6 Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap ......................................................41

2.7 Faculteit Wijsbegeerte ................................................................................................................42

2.8 Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen.....................................................................43

2.9 Faculteit Medische Wetenschappen ......................................................................................44

3. Format vergadering jaarvertegenwoordiging EBF.....................................................................46

4. Ideale kwaliteitszorgcyclus..............................................................................................................48

Page 6: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

6

Voorwoord

“Ik pleit kortom voor het tot stand brengen van een kwaliteitscultuur in het onderwijs, net

zoals we dat al gerealiseerd lijken te hebben in het onderzoek. Daar is het weliswaar

gemakkelijker, maar ook in het onderwijs kan het. En het is bepaald geen luxe om een interne

cultuur te creëren van kritische reflectie waarin niveau en resultaten permanent ter discussie

worden gesteld en niet eens in de zes jaar als een visitatiecommissie langskomt! Ik ben er

bovendien stellig van overtuigd dat we de studenten aan onze zijde zullen vinden bij deze

benadering, en dat hun inzet en enthousiasme in het onderwijs sterk zullen toenemen.”

Toespraak NVAO-voorzitter Karl Dittrich tijdens bijeenkomst "System-Akkreditierung", 13 maart 2008, Berlijn1

En gelijk heeft hij.

1 Te vinden via http://www.nvao.net/artikelen/2008/60

Page 7: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

7

Inleiding

Met deze notitie wil de fractie van de Studenten Organisatie Groningen (SOG) de aandacht

vestigen op de kwaliteitszorg aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en de betrokkenheid

van studenten daarin. We realiseren ons dat de materie omtrent dit onderwerp zeker niet

nieuw of eenvoudig is, getuige de vele rapporten, de variëteit aan kwaliteitszorgsystemen

binnen de RUG en daarbuiten (INK-Model, Qame etc.) en de enorme hoeveelheid

vakliteratuur. De vragen die centraal staan in deze notitie zijn mede om die redenen juist zo

simpel mogelijk geformuleerd. Echter, alvorens in te gaan op deze onderzoeksvragen is het

relevant om te beginnen met een vermelding van waar de RUG op dit moment beleidsmatig

staat en wat voor ons de aanleiding is geweest om deze notitie te schrijven.

Het onderwerp ‘kwaliteitszorg’ heeft al enkele jaren explicieter de aandacht gekregen aan

de RUG. In het rapport ‘Evaluatie Interne Kwaliteitszorg 2008’ constateert zij: “De kwaliteit van

het onderwijs en het verbeteren ervan is een zaak waar binnen de RUG al vele jaren

aandacht voor is, meer of minder geformaliseerd in evaluatie-instrumenten en

kwaliteitszorgsystemen. Met de invoering van het accreditatiestelsel in 2002 is de aandacht

ervoor toegenomen, onder andere omdat één van de voorwaarden voor accreditatie de

aanwezigheid van een goed intern kwaliteitszorgsysteem is.” Met het opstellen van een RUG-

protocol voor kwaliteitszorg in 2005, de start van de implementatie in 2006 en de evaluatie in

2008 zijn een aantal doelstellingen beoogd. Er is voornamelijk ingezet het toenmalige beleid

te evalueren en te stimuleren om waar nodig verder te ontwikkelen. Tevens werd van de

gelegenheid gebruik gemaakt om aanvullend RUG-beleid te formuleren en dit alles in de

context van een voorbereiding op een verwachte, toekomstige instellingsaudit.2

Deze bestuurlijke aanpak is om begrijpelijke en te rechtvaardigen redenen vooral top-down

gekomen vanuit de universiteit, maar heeft tevens expliciet en bewust een gat in

informatievoorziening gecreëerd. In de samenvatting van hetzelfde rapport wordt namelijk

vermeld dat deze niet in detail ingaat op de uitwerking van de kwaliteitszorg op facultair

niveau, maar dat deze de RUG in z’n geheel bekijkt.3 Er wordt terecht geconstateerd dat het

voor de effectiviteit van kwaliteitszorgactiviteiten van belang is dat ze geaccepteerd worden

en dat dit tijd kost. Er is dan ook niet sprake van het opleggen van bepaalde systemen,

wijzigingen moeten immers bij voorkeur van binnenuit plaatsvinden om draagvlak te hebben

en daarmee binnen een bepaalde cultuurverandering in een faculteit (of zelfs in een

opleiding) passen. Door gebrek aan concreet vergelijkingsmateriaal op het meest basale

2 Academische Zaken RUG, Evaluatie Interne Kwaliteitszorg 2008, UR 08 188, pag 5

3 Idem, pag 2

Page 8: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

8

niveau en de rol van studenten nauwelijks expliciet aan bod te laten komen in de

beschouwing, wordt het naar ons idee onnodig moeilijk gemaakt om daadwerkelijk (snelle)

verbeteringen aan te brengen in de manier waarop onderwijs wordt geëvalueerd en

daarmee verbeteringen in het onderwijs zelf te bereiken.

De voorliggende notitie is dan ook opgesteld om vanuit een bottom-up gedachte meer

concrete handvaten te bieden aan studenten en docenten om de kwaliteit van het

onderwijs te verbeteren, met daarin een centrale rol voor de vakevaluatie. Deze behoefte

bestond overigens al veel langere tijd en is slechts toegenomen door de hierboven

geconstateerde lacune in de tot nu toe verschenen rapporten over dit onderwerp. De SOG-

fractie heeft in het voorjaar van 2007 een voorzet gedaan met een korte notitie over

cursusevaluaties4, maar heeft tot haar spijt moeten constateren dat deze nog niet het

beoogde effect heeft gehad en zet dit onderwerp daarom hernieuwd en uitgebreider aan.

In de eerste plaats wordt in deze notitie gekeken naar de recente landelijke en internationale

ontwikkelingen in het Hoger Onderwijs met betrekking tot kwaliteitszorg en accreditatie.

Daarbij wordt gepoogd specifieke good practices van andere instellingen te gebruiken als

lichtende voorbeelden, zodat het een en ander ook geconcretiseerd kan worden op

opleidingsniveau of zelfs vakniveau. De vragen die hierbij zijn opgesteld luiden: 1) Wat

gebeurt er om ons heen? en 2) Wat werkt daar efficiënt en effectief?

Ten tweede wordt geïnventariseerd bij alle faculteiten hoe studenten betrokken zijn bij de

kwaliteitszorg en hoe zij de werking van desbetreffende kwaliteitszorgsystemen ervaren. Onze

notitie richt zich daarbij in het bijzonder op het meest elementaire en decentrale middel voor

kwaliteitsverbetering: de vakevaluatie. De algemene vraag luidt: 3) Wat gebeurt er op dit

moment aan de RUG?

Ten derde worden de resultaten van het onderzoek naar de antwoorden op de

bovenstaande drie vragen besproken tezamen met de uitkomst van stukken die eerder

behandeld zijn in de universiteitsraad om tot een antwoord op de slotvraag te komen. 4) Hoe

kan het beter?

We zijn ervan overtuigd dat we met deze notitie een nuttige bijdrage kunnen leveren aan

een concrete en bruikbare invulling van het gezamenlijke streven om de kwaliteitszorg van

het onderwijs aan de RUG verder te ontwikkelen en om daarmee het onderwijs effectiever

en efficiënter te kunnen verbeteren.

4 Reactie College van Bestuur op SOG-notitie Cursusevaluaties, O&W 07/028

Page 9: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

9

1. Landelijke en Europese ontwikkelingen

1.1 De relatie tussen kwaliteitszorg, excellentie en geld

De kwaliteit van het hoger onderwijs heeft de afgelopen drie jaar een prominentere rol

gekregen in de discussies op nationaal niveau. Een verkennende studie naar de kenmerken

van topkwaliteit in het hoger onderwijs vormde hierin een van de startpunten.5 Deze

onderzocht specifiek de verschillende kwaliteitszorgsystemen op nationaal niveau in

respectievelijk Nederland, de VS, Engeland, Duitsland en Frankrijk om daar verschillen en

overeenkomsten uit te destilleren met een focus op de aanwezigheid en kenmerken van

topinstituten. Een belangrijke constatering in de studie was dat het competitieve element in

het hoger onderwijs, zoals heel duidelijk blijkt uit het Amerikaanse systeem en bij de Grandes

Écoles in Frankrijk, niet werd teruggezien in Nederland.6 De Onderwijsraad heeft (mede)

daarop in juni 2007 het adviesrapport ‘Kwaliteit Belonen in Hoger Onderwijs?’7 uitgebracht,

waarin gepoogd wordt uiteen te zetten of en hoe het aspect kwaliteit in de bekostiging van

het hoger onderwijs in Nederland naar voren zou moeten komen in een nieuw

bekostigingsmodel. De aanleiding voor het uitbrengen van dit rapport paste binnen het al

langer in de politiek levende gevoel dat een dergelijke financiering waarschijnlijk wenselijker

is dan het huidige systeem, dat vooral kijkt naar het aantal studenten en diploma’s.

Momenteel is de kwaliteit van het onderwijs voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en

Wetenschap één van de vier hoofdpunten van het beleid. Over het hoger onderwijs wordt

gesteld dat slechts een klein aantal Nederlandse instellingen voorkomt in de top van

internationale ranglijsten van beste instellingen ter wereld. Na vijf jaar studeren heeft de helft

van de studenten binnen het hoger onderwijs nog geen einddiploma en veel studenten

zeggen dat het onderwijs hen onvoldoende uitdaagt. Dit zijn in hoofdlijnen de belangrijkste

redenen voor OCW om onder andere het volgende doel te stellen: “Kwaliteit, onderwijsinzet

en prestaties belonen in een nieuw model voor financiering van het hoger onderwijs”.8

Er wordt in de samenvatting van het bovengenoemde adviesrapport van de Onderwijsraad

geconstateerd dat zowel in Nederland als in andere landen het financieel sturen op

onderwijskwaliteit of op kwaliteit die basiskwaliteit te boven gaat geen vanzelfsprekende

zaak is. Tevens wordt vermeld dat het opmerkelijk is dat in het wetenschappelijk onderzoek al

enkele decennia wel een breed geaccepteerde aanpak geldt om bijzondere kwaliteit te

5 Topkwaliteit in het hoger onderwijs, Beleidsgerichte studies 122, Ministerie van OCW, mei 2006

6 Idem, p 37

7 Te downloaden via http://www.onderwijsraad.nl/uploads/pdf/kwaliteit_belonen_in_het_hoger_onderwijs.pdf

8 Dossier Hoofdpunten Beleid OCW, Kwaliteit van het onderwijs, april 2008, te vinden via

http://www.minocw.nl/hoofdpuntenbeleid/731/Kwaliteit-van-het-onderwijs.html

Page 10: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

10

belonen. De raad concludeert na een aantal uiteenzettingen dat zij het de moeite waard

vindt te bezien of door middel van de bekostigingssystematiek de kwaliteit van het hoger

onderwijs verder kan worden bevorderd. Aangezien zij het tevens gewenst achtte om eerst

ervaring op te doen met bekostiging van bijzondere onderwijskwaliteit, pleitte ze voor de

inzet van maximaal 150 miljoen euro voor additionele middelen.

In het Onderwijsverslag 2006-2007 van de Inspectie van het onderwijs wordt ook op deze

ontwikkeling ingegaan. In het verslag wordt vermeld dat onder invloed van de toenemende

internationalisering sinds enkele jaren de behoefte om zich te onderscheiden groter is

geworden. Die behoefte vertaalt zich in het streven naar excellentie, dat vooral bij

universiteiten tegenwoordig hoog in het vaandel staat en vorm krijgt in het oprichten van

University Colleges en honours programma’s.9 Het belang wat gehecht wordt aan

(inter)nationale rankings neemt daarbij ook toe. Intussen hebben de voorgenoemde

additionele middelen zich daadwerkelijk vertaald naar onder andere het Sirius Programma,

waarvoor ook de RUG een aanvraag in de tweede ronde aan het uitwerken is.

Het recente rapport van de Commissie Kwaliteit en Bekostiging Hoger Onderwijs behandelt

de bovengenoemde aspecten en komt onder andere tot het volgende advies: “De

commissie is van oordeel dat een financiële beloning voor extra kwaliteit van opleidingen,

met ruimte voor eigen invulling door instellingen en gekoppeld aan de NVAO-procedure,

een extra kwaliteitsimpuls aan het hoger onderwijs kan geven. […] De commissie is unaniem

tot het oordeel gekomen dat de vraag of een koppeling van financiën aan extra kwaliteit

mogelijk is, positief kan worden beantwoord. De commissie zoekt daarvoor aansluiting bij de

thans in ontwikkeling zijnde tweede fase van het accreditatiestelsel, dat vanaf 2010 in

werking zou moeten treden.” 10

Naar aanleiding van het voorgaande kan geconcludeerd worden dat de relatie tussen

kwaliteitszorg en excellentie in onderwijs en de bekostiging van universitaire instellingen

steeds hechter is geworden. Afgezien van een principieel streven naar het verhogen van de

kwaliteit van het onderwijs en daarin meegenomen de ambitie van het College van Bestuur

om in 2014 tot de top 50 van de beste universiteiten van de wereld te horen, zal de komende

jaren waarschijnlijk extra ingezet moeten worden op deze aspecten wil de RUG überhaupt bij

kunnen blijven in dit dynamische speelveld.

Deze constatering benadrukt ons inziens eens te meer het belang van een cultuur waarin

studenten en werknemers gezamenlijk werken aan het verbeteren van de opleidingen aan

de universiteit. Een belangrijk middel waarmee dit kan gebeuren zijn de (vak)evaluatie. De

focus ligt hierbij enigszins in de bachelorfase, waarin het persoonlijke contact tussen docent

9 Onderwijsverslag 2006-2007, mei 2008, Bijlage j: Onderwijsverslag dl. 7: Hoger onderwijs, p 127

10 Rapport ‘Kwaliteit en Bekosting Hoger Onderwijs’ (pag 22), oktober 2008, te downloaden via

http://www.minocw.nl/documenten/63994a.pdf

Page 11: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

11

en student vanwege de grote studentenaantallen en de prille relatie tussen beiden vaak niet

gemakkelijk is, maar de master- en promotiefasen zijn uiteraard niet uitgesloten.

1.2 De wijze van accrediteren

In de inleiding is al aangestipt dat de RUG zich aan het voorbereiden is op een nieuw

accreditatiestelsel, waarin het accent van opleidingen naar die van de gehele instelling zal

verschuiven. De afgelopen maanden is een pilot hiervoor bij een aantal instituten –

waaronder de Hanzehogeschool Groningen – door NVAO uitgevoerd, afgerond en

geëvalueerd. In de planning ligt nu de indiening van een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer

door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.11

Hoe een en ander concreet vorm zal krijgen is op het moment van schrijven nog niet

bekend, maar in algemene zin is het nog wel relevant om een korte toelichting te geven over

de achtergrond van deze ontwikkeling. In het meest recente jaarverslag van de NVAO wordt

aangegeven dat op het gebied van het accreditatiestelsel zelf de verantwoorde

ontwikkeling van de volgende fase centraal staat. Het toekomstige stelsel, in eerste instantie

voor Nederland, richt zich op een kwaliteitscultuur waarbij recht gedaan wordt aan het

principe van ‘verdiend vertrouwen’: instellingen die over een goed intern kwaliteitszorgstelsel

beschikken en een positief oordeel ontvangen als uitkomst van de instellingsaudit, kunnen de

opleidingen lichter laten beoordelen. Uiteindelijk moet dit leiden tot een verlichting van de

accreditatielast voor instellingen.12

De nota ‘Focus op Kwaliteit’ van het Ministerie van OCW geeft hierop ook enige toelichting:

“In 2010 zijn alle opleidingen na het doorlopen van de eerste ronde geaccrediteerd en

kunnen we erop vertrouwen dat alle opleidingen voldoen aan de eisen van basiskwaliteit.

Op grond van dit vertrouwen in de basiskwaliteit zijn er goede redenen om de tweede ronde

anders in te richten. In de eerste plaats omdat we ruimte willen maken voor de instellingen en

professionals om te werken aan verdere substantiële kwaliteitsverbetering. In de tweede

plaats omdat de toegevoegde waarde van een tweede ronde in ongewijzigde vorm niet

meer in verhouding staat tot de zware lasten van het accreditatieproces voor de

instellingen.”13 De Tweede Kamer heeft weliswaar een aantal bezwaren geuit14, maar

vooralsnog lijkt de ontwikkeling zich onverminderd voort te zetten.

11 Zie http://www.nvao.net/nieuw-accreditatiestelsel

12 Jaarverslag NVAO 2007 (pag 7), te downloaden via http://www.nvao.net/download.php?id=569

13 Focus op kwaliteit: Vernieuwing van accreditatie in het hoger onderwijs (pag 1), te downloaden via

http://www.minocw.nl/documenten/4788a.pdf

14 “Kamer wil dat 'verdiend vertrouwen' echt verdiend wordt”, artikel Science Guide maart 2008, zie

http://www.scienceguide.nl/article.asp?articleid=105142

Page 12: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

12

De Europese Unie krijgt in deze context een steeds grotere rol. De vraagstukken aangaande

onderwijsbekostiging, kwaliteit en accreditatie zijn immers internationaal. Instanties als de

European Association for Quality Assurance in Higher Education (ENQA) fungeren als spin in

het web en door het uitbrengen van rapporten als ‘Learning outcomes: Common framework

– different approaches to evaluating learning outcomes in the Nordic countries’ en ‘ENQA

position paper on quality assurance in the EHEA in view of the Leuven meeting of ministers

responsible for higher education of 28-29 April 2009’ kan opgemerkt worden dat de

uitwisseling van good practices, de afstemming van curricula en de waarborging van

kwaliteit op een steeds hoger niveau plaatsvindt en daar ook intensiveert.

Dit is ook niet verwonderlijk, daar de mobiliteit van studenten in Europa toeneemt door

middel van onder andere het Erasmus Mundus programma en daarmee de noodzaak tot

wederzijdse erkenning van kwaliteit toeneemt. De NVAO gaat daarin uiteraard mee. “In

internationaal opzicht richt de aandacht zich op het vergroten van de mobiliteit van

studenten. Een belangrijke bijdrage hiervoor vormen de internationale wederzijdse

erkenningsovereenkomsten van accreditatiebesluiten. De NVAO streeft er naar om het

aantal van deze overeenkomsten uit te breiden. Om dat te bereiken is het ook van belang

dat in panels meer buitenlandse experts worden opgenomen, die kunnen beoordelen of een

opleiding internationaal aan de maat is. Samenwerking met en kennis van buitenlandse

externe kwaliteitszorgorganisaties en –stelsels biedt bovendien mogelijkheden om te komen

tot effectieve en efficiënte wijzen van beoordeling van allerlei vormen van internationale

samenwerking, of het nu gaat om gezamenlijke opleidingen met of zonder joint degree of

andere multinationale projecten.”15

1.3 Good practices elders

Volgend op de hiervoor geschetste algemene ontwikkelingen op nationaal en internationaal

niveau is het zinvol om weer in te zoomen op de praktijken dichter bij de onderwijsvloer en

evaluatiesystematiek aldaar. Enkele good practices van instellingen binnen Nederland en

daarbuiten worden om die reden hieronder kort weergegeven.

Wat betreft de vergelijkingen van kwaliteitszorgsystemen aan instellingen binnen Nederland is

het lastig om een degelijk overzicht te geven en de good practices op systeemniveau te

identificeren. Faculteiten en opleidingen verschillen veel in de gehanteerde methoden en

vanuit de overkoepelende organisaties kon geen document verkregen worden waarbij

verschillende systemen in Nederland grondig tegen het licht gehouden zijn. Slechts op

opleidingsniveau is hier in de eerste accreditatiecyclus aandacht voor geweest vanuit de

NVAO en de Visiterende en Beoordelende Instanties (VBI’s).

15 Jaarverslag NVAO 2007 (pag. 7 en 23), te downloaden via http://www.nvao.net/download.php?id=569

Page 13: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

13

Duidelijk is wel dat bij veel universiteiten aparte instituten functioneren die ondersteuning

bieden voor opleidingen daar waar het (onder andere) de kwaliteitszorg betreft. In Leiden is

dit bijvoorbeeld het Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en

Nascholing (ICLON), in Twente de dienst Informatietechnologie, Bibliotheek & Educatie (ITBE),

in Utrecht het Interfacultair Instituut voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en

Studievaardigheden (IVLOS), aan de Vrije Universiteit (VU) het Onderwijscentrum en in

Groningen het Universitair Onderwijs Centrum Groningen (UOCG). Dergelijke instituten bieden

hun diensten professioneel aan en kunnen daarbij zowel standaardpakketten als maatwerk

leveren. Het ontbreekt echter aan toegankelijke, heldere overzichten van activiteiten (in de

vorm van jaarverslagen of anders) en aanbevelingen die hieruit voortvloeien. Vanuit het

oogpunt van de student is het aanbevelenswaardig om hier enige verandering in aan te

brengen, hoewel we realiseren dat het vanuit het oogpunt van de universiteit als aanbieder

om concurrentiegevoelige informatie kan gaan.

Door middel van een kleine aanvullende zoektocht via het internet vielen twee zaken op.

Aan de TU Delft is bij de Faculteit Techniek, Bestuur & Management een transparante

procedure opgezet waarin alle niveaus van onderwijs en bestuur structureel bij langs worden

gegaan.16 Deze procedure is tevens kort en bondig geformuleerd en is gemakkelijk via het

web te vinden, zodat deze voor alle betrokkenen goed te gebruiken is. Daarnaast heeft de

VU een toegankelijk en bruikbaar document betreffende kwaliteitszorg, al is deze een heel

stuk uitgebreider dan die van de TU Delft en alleen te vinden via de website van het

Interstedelijk Studenten Overleg.17

In tegenstelling tot vergelijkingen van instellingen binnen Nederland zijn een aantal

inventarisaties van systemen bij academische instellingen in het buitenland gemakkelijker te

vinden. In het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld staan instellingen garant voor de

kwaliteitszorg, waarbij tevens de studentbetrokkenheid in het algemeen zeer hoog is. Niet

alleen zitten studenten in allerlei commissies en besturen welke het onderwerp omvatten, ook

krijgen zij daarvoor trainingen.18

Een tweetal uitgebreide documenten van de Quality Assurance Agency for Higher

Education (QAA) bevatten lange lijsten van good practices bij de verschillende instellingen,

thematisch gecategoriseerd.19 Zo komen daarin onder andere de relatie tussen centraal en

decentraal aan bod, de administratieve en intentionele ondersteuning bij het

16 Te vinden via http://www.tbm.tudelft.nl/live/pagina.jsp?id=d997f3c3-dda5-424b-981b-cc40753789bf&lang=nl

17 Zie http://www.iso.nl/Portals/0/documenten/Thema/Kwaliteitshandboek.pdf

18 Quality and standards in UK universities: A guide to how the system works, UK Universities (pag 11), 2008, te

downloaden via http://www.universitiesuk.ac.uk/Publications/Documents/44806UniUK_guide_lores.pdf

19 Te downloaden via http://www.qaa.ac.uk/reviews/institutionalAudit/outcomes/InstitutionsFrameworks.pdf en

http://www.qaa.ac.uk/reviews/institutionalAudit/outcomes/series2/frameworksqualitystandards.pdf

Page 14: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

14

onderwijsproces, de betrokkenheid van studenten en de documentatie en elektronische

ondersteuning. Ook enkele zeer interessante algemene lessen worden getrokken over de

volle breedte van de audits. In het bijzonder worden tevens de negatieve ervaringen met

instellingsbrede kwaliteitszorgsystemen en –monitoren bij enkele instellingen, het gevaar bij

complexe gelaagde structuren en het risico wat gelopen wordt indien de

verantwoordelijkheid slechts bij een handvol leidinggevenden gelegd wordt, vermeld. Een

cruciale constatering betreft het aspect communicatie: “In many institutions, the quality of

the linkage between the centre and faculties, schools and departments is a key to success in

managing quality and standards.”20

Omwille van de omvang van deze notitie is gekozen om niet uitgebreid in te gaan op enkele

voorbeelden in deze rapporten, maar het is belangrijk om te weten dat helder verwezen

wordt naar de rapporten van de specifieke instellingen waar bijzonder positieve praktijken

zijn geconstateerd. Daar waar de specifieke interesse van een andere instelling ligt om een

bepaalde verbetering te realiseren, kan eenvoudig een good practice gevonden worden.

Voor deze notitie is tevens gekeken naar de universiteiten in Scandinavië, gezien het

partnernetwerk van de RUG. Hiervoor is een zeer praktisch rapport beschikbaar via de

website van het Organ für Akkreditierung und Qualitätssicherung der Schweizerischen

Hochschulen (OAQ).21 Al in het voorwoord worden verschillende krachten van de

deelnemende instellingen geïdentificeerd.

“Each of the universities has strengths: Copenhagen Business School has a high level of

dialogue within and between staff and students, the University of Kuopio has a clear quality

strategy, the Norwegian University of Life Science has a transparent student feedback system

and the University of Uppsala has an evaluation culture that emphasises the reflection of

learners, just to name a few.” De uiteindelijke 'winnaar' van de vergelijkingen was overigens

de Copenhagen Business School, maar in dit geval lichten we graag enkele voorbeelden toe

die samenhangen met de studentbetrokkenheid en de transparantie in het vervolgtraject

van vakevaluaties zoals die bij de Norwegian University of Life Sciences (UMB) wordt

toegepast. We gaan hierbij meer in op details, daar een groot deel van de focus van de

notitie op deze gebieden ligt en de UMB in algemene zin als best practice werd aangeduid

op deze vlakken.

20 Zie [19], p 1

21 P.L. Omar, A.M. Liuhanen, A Comparative Analysis of Systematic Quality Work in Nordic Higher Education, Nordic

Quality Accurance Network in Higher Education, 2005, te downloaden via

www.oaq.ch/pub/downloads/comparative_analysis.pdf

Page 15: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

15

In het gedeelte van de ‘Institutional descriptions’ van het bovengenoemde rapport zijn

enkele inspirerende constateringen te vinden aangaande studentbetrokkenheid22:

- “UMB complies with the University and College Act regarding mandatory student

representation in all decision-making bodies and in some instances exceeds the minimum

requirement of 20% student representation. By including students in all formal bodies, UMB

students are ensured de facto participation.”

- “UMB has its own student government network to look after student interests and to further

student issues in all UMB’s governing bodies. The highest student body is the general

assembly. Between these assemblies, the Student Parliament is the functional authority, with

the Student Board managing day-to-day operations. The Student Parliament is entitled to

comment, and is responsible for the election of student representatives to various decision-

making bodies.”

- “[UMB has] a two-hour period each week reserved as class-free University-wide, in order to

allow students to participate in various student activities. UMB and student bodies also carry

out joint projects.”

- “[UMB has] midway dialogue course evaluations organised by the departments and

teachers.”

- “[UMB has] course evaluations organised by the administration as web-based evaluations to

allow aggregation.”

- “Student representatives may take a special course [at UMB] for credit called ‘students in

leadership’ which increases students’ competence and ability to fill their roles in a

professional manner.”

Voor wat betreft transparantie is het volgende te vinden23:

“Accessibility of reports and status information to a wide range of stakeholders is vital for the

support and commitment of students, teachers and administrators to the quality assurance

system. The UMB quality assurance system makes extensive use of open web-based

applications, easily accessible to all through our home page at www.umb.no. The system is

searchable and provides full access to descriptions of activities, routines, standards,

background documents (strategic plans, reports etc.). As the system develops, we expect to

add increasing functionality by developing interactive databases for some quality

parameters.”

“To the greatest extent possible without violating laws protecting personal information, the

results of evaluations are published on the web or are otherwise available. This ensures

transparency regarding evaluation data and conclusions regarding quality. UMB publishes

22 Zie [21], p 111

23 Zie [21], p 120

Page 16: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

16

course evaluation data, but withholds written comments and does not publish the results in

“ranked” formats.”

“The minutes of decision-making bodies are available before and after meetings to students

and other members of the UMB community.”

Tot slot is over het follow-up traject het volgende te vinden24:

“For each of the approximately 200 quality assurance activities in the system, routines for

following up quality deviations are specified. The activity descriptions specify how the quality

information is to be checked and how deviations are handled and by which decision-making

bodies. An example for an important follow-up activity is given in Appendix 2 of this report,

follow-up of course evaluations.”

Deze appendix laat het volgende zien25:

“ Routines:

1. Course evaluations are handled by the teacher and departmental education committee

according to the form ”Follow-up of course evaluations.” The form is used to document the

teacher’s comments and suggestions for improvement, how the evaluation has been

handled in the education committee, decisions about improvements and implementation of

improvements. The departments archive the forms.

2. The responsible teacher in the course reviews the student evaluations and other available

quality information, makes comments and proposes changes to be made before the course

is offered again.

3. The departmental education committee reviews the student evaluations and other quality

information and the teacher’s response. The education committee recommends to the

department board a plan of action for courses offered by the department and for co-

ordinated actions for the department as a whole.

4. Implementation of the actions is reported and handled at least once a year by the

departmental education committee.

5. Each department is to have its own routines for informing students about how their course

evaluations are followed up and what actions have been taken. Each institute’s routines for

informing students are to be described, approved by the departmental education

committee and communicated to the students.

24 Zie [21], p 125

25 Zie [21], p 136

Page 17: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

17

Control: The head of the department has operative responsibility for implementation of the

routine. The institute’s annual report includes an overview of follow-up work. This functions as

a check on the implementation of the routine, formulation of action plans and

implementation of actions.

Handling of deviations: Repeated poor evaluations from students, inadequate

implementation of the routines or inadequate follow-up of activities are to be discussed in

steering dialogues. Random cases may be inspected in connection with the steering

dialogue.”

De situaties in Duitsland en de Verenigde Staten zijn omwille van tijd en grote verschillen in

financiering en overkoepelende kwaliteitszorginstanties buiten beschouwing gelaten.

Page 18: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

18

2. Stand van zaken faculteiten

Om tot een juist beeld van de huidige stand van zaken aan de RUG te komen betreffende

de interne kwaliteitszorg en de daarvan aan de basis liggende cursusevaluaties, is een

onderzoek verricht onder alle faculteiten. De SOG heeft met verschillende betrokkenen van

alle faculteiten gesproken zoals studieadviseurs, opleidingscommissies, faculteitsraden en

adviserend studentleden van het faculteitsbestuur, over de manier van evalueren van

cursussen, minoren, docenten en excellentietrajecten. De gesprekken zijn voornamelijk

gebaseerd op ervaringen van de betrokkenen.

Op de volgende pagina’s volgt een zeer korte samenvatting van de stand van zaken van

het (cursus)evaluatieproces in tabelvorm van alle faculteiten, zoals die op dat moment

gegeven kon worden (eind 2008, begin 2009). Het gebruikte format voor deze inventarisatie is

weergegeven in bijlage 1 en een meer uitgewerkte beschrijving is te vinden in bijlage 2.

Afkortingen en betekenis die gebruikt worden in deze en de volgende hoofdstukken zijn:

FEB Faculteit Economie en Bedrijfskunde

FRW Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen

GMW Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

FdL Faculteit der Letteren

FRG Faculteit Rechtsgeleerdheid

GGW Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschappen

FWB Faculteit Wijsbegeerte

FWN Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen

FMW Faculteit Medische Wetenschappen

JV Jaarvertegenwoordiging

OC Opleidingscommissie

Ond.Cie Onderwijscommissie

OD Opleidingsdirecteur

Ond. Overleg Onderwijs Overleg

FR Faculteitsraad

FB Faculteitsbestuur

Page 19: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG

-Notit

ie ‘Ev

alu

atie

s G

eëva

lueerd

19

Tabel 1

: Resu

ltate

n in

venta

risatie

faculte

iten a

angaande e

valu

atie

opze

t

Faculte

it C

ursuse

valu

atie

vorm

M

om

ent va

n a

fnam

e

Resp

ons

Teru

gko

ppelin

g n

aar st

udente

n

FEB

Dig

itaal:

Nest

or,

mondelin

g: J

V’s

Week

1 nie

uw

e b

lok

20 - 5

0 %

V

erb

ete

rpla

nnen v

an v

akk

en o

p N

est

or

FRW

Sc

hrif

telijk

D

irect na tenta

men

> 9

5%

Info

rmeel v

ia m

edeze

ggensc

hapsk

anale

n

GM

W

Schrif

telijk,

pilo

t dig

itaal,

mondelin

g: J

V’s

Dire

ct na tenta

men

95 %

(pilo

t ?)

Nauw

elijks

, alle

en

studie

vere

nig

ing

VIP

vi

a

eig

en m

agazine

FdL

Dig

itaal:

Nest

or,

mondelin

g: J

V’s

Dire

ct na tenta

men

30 –

50

%

Resu

ltate

n a

lgem

ene v

ragen o

p N

est

or

FRG

Sc

hrif

telijk,

pilo

ts

dig

itaal,

mondelin

g: p

anels

Einde laats

te lesw

eek,

dire

ct

na

tenta

men

Hoog

op

schrif

telijk

Concre

te w

ijzig

ingen vi

a N

est

or, beva

t w

el

veel p

rom

otie

i.p.v

. obje

ctie

ve w

eerg

ave

GG

W

Schrif

telijk,

ove

rgang n

aar

dig

itaal

Dire

ct na tenta

men

Alti

jd h

oog

Nie

t of nauw

elijks

FWB

Schrif

telijk,

pilo

t dig

itaal

Dire

ct na tenta

men

95 %

(pilo

t ?)

Nie

t of nauw

elijks

FWN

O

verw

egend schrif

telijk

Dire

ct na tenta

men

Hoog

op

schrif

telijk

Nie

t of

nauw

elijks

, w

el een jaarli

jks

boekw

erk

met in

dru

kken v

an v

akk

en (Bèta

wijz

er)

FMW

D

igita

al,

ook

elk

colle

ge

schrif

telijk

Week

1 of 2

nie

uw

e b

lok

Nie

t beke

nd

Nie

t of nauw

elijks

Page 20: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG

-Notit

ie ‘Ev

alu

atie

s G

eëva

lueerd

20

Tabel 2

: Resu

ltate

n in

venta

risatie

faculte

iten a

angaande b

ehandelin

g resu

ltate

n

Faculte

it O

rgaan v

oor

verw

erk

ing

Org

anen v

oor

behandelin

g resu

ltate

n

Explic

iete

ve

rgelijki

ng

voorg

aande ja

ren

Tevr

edenheid

m

et

vragen

en

bru

ikbaarh

eid

uitk

om

sten

Betrokk

enheid

UO

CG

FEB

Dig

itale

: afd

elin

g

kwalit

eits

zorg

FEB

,

JV’s

: Quest

OC

’s,

JV-n

otu

len so

ms

alle

en m

et O

D

Som

s tij

dens

JV’s

,

gro

te rol o

pl.d

irect.

Dig

itale

eva

’s:

ok,

w

el

wein

ig

vragen

JV’s

: erg

positie

f

Nie

t of

nauw

elijks

FRW

UO

CG

O

C’s

, FB tkn

. N

iet of nauw

elijks

Redelijk,

achte

rhale

n

waaro

m

en v

erb

anden is

moeilijk

Gro

ot

GM

W

UO

CG

Fo

rmulie

ren: O

C’s

JV’s

: gro

ep d

ocente

n

Nie

t of nauw

elijks

Hoog

Gro

ot

FdL

UO

CG

(IS

EK g

ebru

ik)

OC

’s, O

nderw

ijs In

st.

Taak

OC

Redelijk,

nie

uw

e o

ntw

ikke

lingen

Redelijk

FRG

D

OS

(ISE

K g

ebru

ik)

FB, O

D, O

C’s

, FR

Door FB

gedaan

Matig

, benie

uw

d h

oe b

ete

r Redelijk

GG

W

UO

CG

St

udie

advi

seur,

OC

’s,

OD

Nie

t of nauw

elijks

Redelijk

Gro

ot

FWB

OC

’s

OC

’s, O

nd.C

ie, O

D

Som

s, sta

tistis

ch

Redelijk

Nie

t of

nauw

elijks

FWN

V

erschillend:

coörd

inato

r, E

va-C

ie,

St.o

verle

ggen, U

OC

G

OC

’s

Nie

t of nauw

elijks

M

atig

N

iet

of

nauw

elijks

FMW

JV

’s

Ond. O

verle

g, O

C’s

, N

iet of nauw

elijks

Ze

er hoog

Nie

t of

nauw

elijks

Page 21: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG

-Notit

ie ‘Ev

alu

atie

s G

eëva

lueerd

21

Tabel 3

: Resu

ltate

n in

venta

risatie

faculte

iten a

angaande o

verig

e zake

n k

walit

eits

zorg

Faculte

it Ex

celle

ntie

traje

cte

n e

valu

atie

D

ocentk

walit

eit

Verd

iepende m

inore

n e

valu

atie

FEB

Onduid

elijk

D.m

.v. r

egulie

re v

ake

valu

atie

s in

OC

en J

V’s

vertro

uw

elijk

met opl.d

irect. g

esp

rekk

en

Onduid

elijk

FRW

In

cid

ente

el P

ro G

eo

D.m

.v.

regulie

re

vake

valu

atie

s in

O

C

en

functio

nerin

gsg

esp

rekk

en B

asis-

Eenheden,

maar

wein

ig

inte

rvisie

(zo

ekt

goede v

ragen)

Gaat

min

orc

oörd

inato

r m

ee

bezig,

OC

’s

ook

vanw

ege

regulie

re v

akk

en

GM

W

Socio

logie

ein

d v

/h ja

ar, V

ast

e

Advi

es C

ie o

pgeric

ht

D.m

.v. r

egulie

re v

ake

valu

atie

s in

OC

en in

JV

’s. P

roble

em

van a

anw

ezigheid

docent bij JV

’s.

Onduid

elijk

FdL

Nog n

.v.t.

D.m

.v. e

lekt

ronisch e

valu

atie

syst

eem

en a

d h

oc

Waarschijn

lijk

OC

’s,

FRG

Regulie

r D

.m.v

. regulie

re v

ake

valu

atie

s in

OC

, nauw

elijks

inte

rvisie

N

.v.t.

GG

W

Is m

aatw

erk

D

.m.v

. re

gulie

re

vake

valu

atie

s in

O

C

en

functio

nerin

gsg

esp

rekk

en

Regulie

r

FWB

Maatw

erk

D

.m.v

. regulie

re v

ake

valu

atie

s in

OC

Is g

ew

eest

voor

verb

redend,

OC

regelm

atig

betrokk

en

FWN

N

og n

.v.t.

D.m

.v. re

gulie

re v

ake

valu

atie

s in

OC

, te

nure

tra

cke

rs e

rg

betrokk

en, r

est

wein

ig in

terv

isie

Onduid

elijk

FMW

En

igsz

ins

onduid

elijk

bij

nie

t

dire

ct betrokk

enen

D.m

.v.

regulie

re

vake

valu

atie

s en

blo

kversla

gen,

ontw

ikke

lingsg

esp

rekk

en (w

elk

e g

oed lo

pen)

N.v

.t.

Page 22: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

22

3. Bevindingen

Naar aanleiding van de in de vorige twee hoofdstukken geschetste landelijke en

internationale ontwikkelingen en de stand van zaken bij de faculteiten van de RUG,

gecombineerd met de uitkomst van stukken die eerder behandeld zijn in de universiteitsraad,

volgen in dit hoofdstuk onze bevindingen die daaruit naar voren zijn gekomen. Uit deze

bevindingen doet de SOG vervolgens een reeks aanbevelingen, gebaseerd op good

practices bij faculteiten aan de RUG en verschillende universiteiten in Nederland en Europa.

Tot slot is er naar aanleiding van al deze bevindingen en aanbevelingen een, naar de

mening van de SOG, ideale cyclus geformuleerd, welke beschreven is in bijlage 4.

3.1 Vorm van (cursus)evaluaties

Geconstateerd kan worden dat veel faculteiten en opleidingen aan het zoeken zijn naar de

beste manier om evaluaties af te nemen. Over het algemeen wordt er nog redelijk wat aan

schriftelijk afname gedaan, maar er lopen ook pilots met digitale enquêtes. Bij de FdL, FEB en

FMW wordt afname zelfs structureel via de digitale weg verzorgd. Deze vorm vergemakkelijkt

de verwerking, maar verlaagt ook de respons (soms zelfs drastisch), waardoor een aantal

opleidingen weer terugkeren naar schriftelijke afname.

Naar mening van de SOG moet vanwege de validiteit van vertegenwoordiging van alle

verschillende groepen studenten gestreefd worden naar minimaal 50% respons, wat in veel

gevallen aan de RUG bij digitale enquêtes niet gehaald wordt. ‘Alleen gemotiveerde

studenten vullen het in’, ‘alleen studenten die kritiek hebben of wat hebben aan te merken

op de cursus gaan er voor zitten’, ‘je krijgt geen goed beeld van de gemiddelde student’,

‘het levert geen genuanceerd en eerlijk beeld op’ zijn een aantal uitspraken die de SOG

gedurende haar onderzoek over digitale evaluaties ter ore heeft gekregen. De heersende

opvatting is dat alleen studenten die ‘iets te klagen hebben’ alleen de digitale

cursusevaluaties invullen en dat de steekproefgroep niet bereikt wordt.

Overgang naar digitale systemen hoeft echter niet per se uit te sluiten dat er een groep

studenten structureel niet meer betrokken wordt bij de evaluatie van het eigen onderwijs. Bij

de Norwegian University of Life Sciences (UMB) wordt met een digitaal systeem zo’n 60%

respons gehaald. Stimulansen om meer studenten de evaluatieformulieren in te laten vullen,

kunnen gevonden worden in de vorm van kleine prijzen (FRG), meerdere herinneringsmails

(FEB, FMW) of zelfs een verplichting van evaluatie voor het verkrijgen van het eindcijfer.

Belangrijk lijkt echter dat studenten van begin af aan doordrongen worden van het nut en

de noodzaak van degelijk evalueren om hen te stimuleren om mee te werken. Dit kan bereikt

worden door de resultaten van evaluaties expliciet terug te koppelen, wat duidelijk de

voorkeur verdient boven een formele verplichting tot evaluatie.

Page 23: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

23

Van zowel schriftelijke als digitale cursusevaluaties wordt aangegeven dat het nadeel is dat

het moeilijk is om zonder extra kennis te destilleren wat precies mis gaat en wat goede

verbeteringen zouden zijn. Deze informatie kan wel worden verkregen door mondelinge

evaluatiebijeenkomsten te organiseren met jaarvertegenwoordigingen of evaluatiepanels,

alvorens over te gaan tot een formele bespreking in een opleidingscommissie. Een format

voor dergelijk overleggen is te vinden in bijlage 3.

Aanbeveling 1

Elke opleiding aan de RUG dient een systeem van cursusevaluaties te hebben waarbij

minimaal 50 % respons wordt behaald op schriftelijke, dan wel digitale evaluatieformulieren.

Aanbeveling 2

Elke opleiding aan de RUG dient jaarvertegenwoordigingen of evaluatiepanels van

studenten te hebben die mondeling feedback kunnen geven op een cursus(evaluatie) aan

de docent en opleidingsdirecteur. Vragen over de docentkwaliteit dienen hierbij in

vertrouwelijkheid met de opleidingsdirecteur besproken te kunnen worden.

3.2 Moment van afname van (cursus)evaluaties

Schriftelijke cursusevaluaties worden in de regel direct na het tentamen afgenomen om zo

een zeer hoge respons te verkrijgen. Bij FRW worden studenten zelfs aangesproken als ze

geen evaluatieformulier inleveren bij hun tentamen. Wel moet er op gelet worden, zeker bij

kleine studies, dat de anonimiteit van studenten goed gewaarborgd blijft. Dit kan bereikt

worden met een gesloten dropbox bij het inleverpunt, naar voorbeeld van andere

universiteiten in Nederland.

De respons op schriftelijke evaluaties betreft hier overigens een percentage van de groep die

het tentamen daadwerkelijk heeft gemaakt. Hierdoor wordt een (klein) deel van de

studenten dat het vak gevolgd heeft buiten beschouwing gelaten. Bij digitale enquêtes

worden er bij de Faculteit Wijsbegeerte in een nieuw systeem ook afvallers geënquêteerd.

Hen wordt gevraagd waarom zij met de cursus zijn gestopt, waardoor deze leemte kan

worden gevuld.

Mondelinge evaluaties worden over het algemeen in week één of (uiterlijk) twee van het

nieuwe blok georganiseerd, zodat het vak nog vers in het geheugen ligt en resultaten

waarschijnlijk bekend zijn.

Formele(re) tussentijdse evaluaties vinden niet of nauwelijks plaats aan alle faculteiten, met

uitzondering van een pilot bij GMW. Bij de opleiding Geneeskunde wordt weliswaar bij elk

college door vijf willekeurige studenten een beoordeling gegeven, maar de uiteindelijke

feedback richting docenten vindt pas plaats aan het einde van het vak. Hierdoor duurt het

minstens een jaar voordat verbeteringen zichtbaar worden, terwijl veel (kleine) ergernissen

Page 24: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

24

tussentijds al weggenomen hadden kunnen worden. Het valt aan te bevelen, naar

voorbeeld van de pilot bij GMW, de praktijk bij enkele werkcollegedocenten en de

algemene praktijk bij de UMB, dat elk vak hiervoor een kort formeel moment heeft,

bijvoorbeeld halverwege het vak. Hier kan bijvoorbeeld het bord in tweeën worden verdeeld

met een deel voor ‘goede punten’ (I Like) en een deel ‘verbeterpunten’ (I Wish). Een

dergelijke bijeenkomst vereist wel een open houding van met name de docent om succesvol

te zijn. De aanwezigheid van de opleidingscoördinator of directeur in plaats van de docent

valt daarbij in overweging te nemen, indien veel misstanden geconstateerd worden.

Aanbeveling 3

Elke opleiding aan de RUG dient bij schriftelijke afname van evaluaties een dropbox te

gebruiken om de anonimiteit van studenten te waarborgen.

Aanbeveling 4

Elke opleiding aan de RUG dient zich in te spannen om ook de mening van studenten die het

tentamen niet gemaakt hebben te horen bij de evaluatie van cursussen.

Aanbeveling 5

Elke opleiding aan de RUG dient als richtlijn aan te houden dat haar

jaarvertegenwoordigingen of evaluatiepanels van studenten in de eerste of uiterlijke tweede

week van het volgende blok bijeenkomen om de gelopen vakken grondig door te spreken.

De uitkomsten van de reguliere evaluaties en de behaalde cijfers dienen bij voorkeur al

beschikbaar te zijn voor deze bijeenkomsten.

Aanbeveling 6

Elke opleiding aan de RUG dient een tussentijds formeel evaluatiemoment bij vakken te

hebben, zodat vakken sneller verbeterd kunnen worden.

3.3 Terugkoppeling van resultaten

De praktijk aan de RUG is dat het merendeel van de faculteiten de resultaten van

cursusevaluaties niet of nauwelijks terugkoppelt aan de studenten die de input hiervoor

hebben geleverd. FdL, FEB en (hoewel meer in promotievorm geschreven dan objectief

beschouwd) FRG publiceren de resultaten en/of de verbeterplannen wel op Nestor. Bij een

aantal opleidingen aan andere faculteiten (bijv. GMW en FRW) zijn in het verleden ook

resultaten gepubliceerd op Nestor of op een website, maar deze zijn weer ingetrokken

wegens bezwaren uit de faculteit of te weinig interesse (‘ze werden amper geraadpleegd’).

Bij het laatste punt moet worden opgemerkt dat dit volgens betrokken studenten lag aan de

onvindbaarheid van dergelijke informatiepagina’s.

Page 25: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

25

De good practices aan de faculteiten van de RUG waar men niet aan een expliciete

terugkoppeling via Nestor vasthoudt zijn het blad Dimensies van de studievereniging VIP

(psychologie) en de Bètawijzer van de FWN. Het positieve aan het blad Dimensies is dat voor

een grote groep (het blad is beschikbaar voor iedereen) in een kort verslag uiteen wordt

gezet wat er gedaan is met de evaluaties. Dit verhoogt het bewustzijn meer dan het

plaatsen van het stuk op een (relatief) onbekende site of pagina in Nestor. De Bètawijzer

heeft het voordeel dat aan alle, met name eerstejaarsstudenten, overzichtelijk een

beoordeling van cursussen wordt uitgereikt. Deze is herkenbaar in boekvorm en wordt

tezamen met de cursusomschrijving, op basis van een wiki, uitgereikt. Op het moment is men

bezig om in samenwerking met het UOCG een koppeling tot stand te brengen met Ocasys.

Voor de toekomst wellicht ook met een database met up-to-date vak evaluaties (vooralsnog

gaat het om persoonlijke indrukken). Er wordt tevens aan gedacht om het uitbrengen van de

informatie niet meer in aparte boekvorm vorm te doen, maar om deze onder te brengen in

de almanakken van studieverenigingen, aangezien dat beter op de interesses van de

studenten bij specifieke opleidingen aansluit.

Kijken we naar de good practices elders, dan valt vooral op dat de UMB de transparantie

richting studenten e.a. enorm hoog in het vaandel heeft staan. Men zoekt bewust de

grenzen van de wet op, daar waar het het publiceren van persoonlijke informatie betreft; de

resultaten worden gepubliceerd op het web of zijn anderzijds beschikbaar. UMB geeft daarbij

de data van cursusevaluaties en censureert de ‘written comments’ om een negatieve

setting te vermijden. Tevens onthoudt men zich om diezelfde reden van het publiceren van

resultaten in een ‘geranked’ format.

Al eerder heeft de SOG een lans gebroken voor het publiceren van resultaten en

verbeterplannen van cursus evaluaties26 daar zij van mening is dat het bijdraagt aan een

open cultuur waarin zowel docenten als studenten doordrongen zijn van het feit dat

constructieve feedback werkt om vakken te verbeteren. Dit heeft naar onze inschatting ook

een positieve invloed op de respons. Nogmaals wil zij daarom de aandacht vragen voor dit

punt, met daarbij een verdere uitwerking in hoe zij dat voor ogen heeft. Naar voorbeeld van

een aantal opleidingen kunnen deze evaluaties op verschillende manieren teruggekoppeld

worden via Ocasys, een duidelijk zichtbare portal op Nestor, ingebed in schriftelijke dan wel

digitale nieuwsbrieven van faculteiten of studieverenigingen en/of in een aparte boekvorm

zoals een Bètawijzer of ingebed in almanakken. Op termijn lijkt hiervoor een uniform medium

aan te bevelen, maar vooralsnog ligt daar niet de prioriteit gezien de huidige stand van

zaken.

26 Reactie College van Bestuur op SOG-notitie Cursusevaluaties, O&W 07 028

Page 26: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

26

Aanbeveling 7

Elke opleiding aan de RUG dient de uitkomsten van haar cursusevaluaties terug te koppelen

aan de studenten via minstens één medium. Aanbevolen wordt om daarbij te kiezen uit

Ocasys, Nestor, schriftelijke of digitale nieuwsbrieven van faculteiten of studieverenigingen

en/of een aparte boekvorm.

3.4 Verwerking en behandeling van resultaten

Het is gebleken dat de verwerking en behandeling van de resultaten van cursusevaluaties op

zeer diverse wijze plaatsvindt. Wat betreft het binnenhalen en de eerste verwerking van de

gegevens komt van alles voor: het UOCG, laagdrempelige studentoverleggen,

opleidingscommissies, speciale evaluatiecommissies daarvan en medewerkers van

eenheden bij de faculteiten. Naar mening van de SOG is dat niet vreemd en op zichzelf ook

niet onwenselijk, aangezien de grootte en het karakter van opleidingen hierin duidelijk

essentieel zijn om te kiezen voor een bepaald systeem. Het pleiten voor uniformiteit hierin lijkt

daarom het doel van een efficiënte en effectieve kwaliteitsverbetering.

De SOG wil op dit moment aanbevelen om, daar waar gekozen is om een groot deel van de

verantwoordelijkheid van verwerking bij studenten neer te leggen, deze duidelijker te

faciliteren vanuit de opleiding of het UOCG. Het is immers uiteindelijk de verantwoordelijkheid

van de instelling, niet die van de studenten. Deze vorm van ondersteuning kan via kleine

personele inzet of geldelijk, om zo de professionaliteit van de evaluaties te garanderen. De

SOG doet deze aanbeveling omdat uit de gesprekken naar voren is gekomen dat er bij deze

systemen vaak in opleidingscommissies of door docenten het verwijt wordt gemaakt de

evaluaties zelf niet goed opgezet zijn.

Duidelijk is dat opleidingscommissies overal centraal staan in de behandeling van de

uitkomsten van cursusevaluaties. Vanwege de weinig harde bevoegdheden die deze

commissies vanuit de WHW hebben en de vaak weinig ervaren studentleden, is het echter in

(te) veel gevallen zo dat zij zich onzeker voelen als het gaat om het voorstellen van

veranderingen. Deze docenten zitten vaak jaren in dergelijke commissies in tegenstelling tot

(jongerejaars) studenten, waardoor deze intimiderend kunnen overkomen als het gaat om

het behandelen van kritiek. Het goed inwerken van nieuwe OC’s en het verstrekken van

trainingen aan hen om deze disbalans weg te werken is een good practice aan instellingen

in het Verenigd Koninkrijk en de UMB die we graag willen aanbevelen om op te zetten. Bij de

UMB kunnen zelfs punten worden toegekend aan het volgen van een dergelijk

training/cursus door studentvertegenwoordigers onder het mom van ‘leadership’.

Gezien de landelijke en internationale ontwikkelingen waarbij er steeds meer gevraagd

wordt om op een hoger niveau in de instelling zorg te dragen voor kwaliteitswaarborging en

gezien de huidige stand van zaken bij de faculteiten, is het gerechtvaardigd om te stellen

Page 27: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

27

dat er iets moet veranderen. Overzichten van activiteiten die zijn ondernomen bij

opleidingen om concreet tot verbetering over gaan van het onderwijs zijn namelijk, afgezien

van notulen van OC’s, niet of nauwelijks te vinden. Het gevaar wat hier dreigt is het verwijt

van bureaucratie, maar indien hiervoor een goede infrastructuur gecreëerd wordt om via

relatief geringe inspanning dergelijke overzichten te verkrijgen, zijn dergelijke activiteiten

zinvol (en noodzakelijk) om te ondernemen. Het instellen van een commissie specifiek

toegespitst op kwaliteitsbewaking van het onderwijs bij faculteitsraden lijkt daarbij een

aanbevelenswaardige stap om in ieder geval op een iets hoger niveau in de organisatie toe

te zien op de activiteiten van opleidingscommissies, waarbij tevens studenten een grote rol

spelen. Dergelijke commissies, ondersteund vanuit de faculteit, kunnen tevens overzichten

maken die gebruikt kunnen worden door faculteitsbesturen, hetgeen hen kan faciliteren bij

het gevoel dat zij grip moeten hebben op de kwaliteitszorg.27

Een van de noodzakelijke randvoorwaarden voor het eenvoudig verkrijgen van dergelijk

overzichten, is dat het vervolgtraject in de behandeling van cursusevaluaties transparant is

en bij uitstek door ICT kan worden ondersteund. De stand van zaken bij de faculteiten is dat

dit voor veel opleidingen (nog) niet het geval is. Opleidingsdirecteuren zijn hiervoor

verantwoordelijk, maar de mate waarin zij goed of niet goed zorg dragen voor het

daadwerkelijk doorvoeren voor verbeteringen is bij studenten veelal niet duidelijk. Het

opzetten van een inzichtelijk follow-up traject, waarbij de uitkomsten van cursusevaluaties

kwantitatief glashelder gecategoriseerd worden en waarbij vervolgacties per categorie

gespecificeerd zijn zoals dat bij bijvoorbeeld in een notitie Kwaliteitsplan Onderwijs TBK28 is

gedaan in de categorieën A+, A,B en C, is daarom naar ons idee het overnemen waard. De

UMB is hierin, zoals omschreven aan het einde van hoofdstuk 1, ook een voorbeeld waarbij

dit instellingsbreed goed geregeld is. Tevens kan inspiratie gehaald worden uit de praktijken

bij de TU Delft en de VU.

Aanbeveling 8

Elke opleiding aan de RUG dient een door haarzelf of het UOCG gefaciliteerd orgaan te

hebben, welke zorg draagt voor het opstellen van deugdelijke cursusevaluaties. Met name

bij opleidingen waar de verantwoordelijkheid op dit punt bij studentencommissies ligt, dient

hier aandacht aan besteed te worden.

Aanbeveling 9

Elke opleiding aan de RUG dient de studenten in haar opleidingscommissies goed in te laten

werken om adequaat om te gaan met nieuwe verantwoordelijkheden en taken. Daarbij

27 Academische Zaken RUG, Evaluatie Interne Kwaliteitszorg 2008, UR 08 188, pag 21 28 Kwaliteitsplan Onderwijs TBK, Herman Balsters, Januari 2007, pag 10

Page 28: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

28

dient de RUG, naar voorbeeld van instellingen elders, een training/cursus op te zetten welke

hieraan kan bijdragen,

Aanbeveling 10

Elke opleiding aan de RUG dient de stappen die concreet gezet zijn om het onderwijs te

verbeteren periodiek aan te bieden aan een commissie, met daarin ook studenten, die op

facultair niveau opereert. Deze rapportage dient eenvoudig gefaciliteerd te worden door

een transparante, kwantitatief gecategoriseerde en bij voorbeur instellingsbrede follow-up

procedure, waarbij bij uitstek gebruik gemaakt kan worden van ICT.

3.5 Vergelijking resultaten met voorgaande jaren

uit het onderzoek kan geconstateerd worden dat op de meeste faculteiten een expliciete

vergelijking van de resultaten van cursusevaluaties over de jaren heen niet bestaat, zowel

niet uitgevoerd door de opleidingscommissies als door de jaarvertegenwoordigingen.

Impliciet wordt er soms wel naar gekeken door oplettende docenten en/of de

opleidingsdirecteur, maar dit betekent dat niet door studenten gecontroleerd kan worden of

bepaalde aanbevelingen en verbeterpunten die meegegeven worden door de

opleidingscommissie of jaarvertegenwoordiging ook daadwerkelijk meegenomen worden.

Zo kan het gebeuren dat elk jaar opnieuw de cursuscoördinator de opdracht kan krijgen om

de cursus te verbeteren op een bepaald vlak. De cursuscoördinator kan dus nooit worden

aangesproken op of gecomplimenteerd met het wel of niet opvolgen en nakomen van

aanbevelingen, afspraken of verbeterpunten. De SOG zou daarom graag zien naar

voorbeeld van de Faculteit Rechtsgeleerdheid, dat samenvattingen van cursusevaluaties en

samenvattingen van de verslagen van de jaarvertegenwoordiging gebundeld worden,

zodat deze ook doorgegeven worden aan de nieuwe opleidingscommissie en

jaarvertegenwoordiging.

Volgens de SOG kan kwaliteit pas vooruitgaan als in te zien is vanaf welke kwaliteit is gestart.

Naar voorbeeld van de UMB dienen deze samenvattingen en verslagen digitaal beschikbaar

te komen in een daarvoor aan te wijzen archief, zodat documenten van verschillende jaren

makkelijk kunnen worden teruggehaald door de betrokken medezeggenschapsorganen.

Gekozen kan worden voor een aan te wijzen plaats op Nestor zodat alleen betrokken

medezeggenschapsorganen hier toegang tot hebben.

Aanbeveling 11

Elke opleiding aan de RUG dient de mogelijkheid te bieden om evaluatie-uitkomsten van

cursussen eenvoudig te vergelijken met voorgaande jaren. Deze mogelijkheid moet ten

Page 29: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

29

minste aan de betrokken medezeggenschapsorganen zoals een opleidingscommissie en

een jaarvertegenwoordiging ter beschikking komen te staan.

Aanbeveling 12

Elke opleiding aan de RUG dient samenvattingen en verslagen van (cursus)evaluaties op te

slaan in een daarvoor aan te wijzen digitaal archief bijvoorbeeld op Nestor.

3.6 Opzet en inhoud van (cursus)evaluaties

Uit het onderzoek onder de faculteiten blijkt dat de vragenlijsten van (cursus)evaluatie op de

verschillende faculteiten divers zijn, bijvoorbeeld in de precieze formulering (en

uitgebreidheid) van vragen over hoorcolleges en docentkwaliteit. Daar lijkt echter geen

gegronde reden voor te zijn: veelal zijn deze historisch bepaald. Specifieke kwaliteit tussen de

verschillende opleidingen kan hierdoor onnodig bemoeilijkt worden. Dit treedt bijvoorbeeld

op als vergelijkbare vragen bij de ene opleiding positief geformuleerd zijn, terwijl een andere

opleiding een negatieve of neutrale vraagstelling hanteert. De SOG wil daarom een

gedeeltelijk gestandaardiseerde vragenlijst voor alle opleidingen aan de RUG aanbevelen

om zo transparantie binnen de universiteit te kunnen garanderen.

Uiteraard werd er door verschillende faculteiten opgemerkt dat er ruimte moet blijven voor

eigen specifieke vragen, bijvoorbeeld over practica. Deze ruimte zou in de standaardlijst

geïmplementeerd moeten worden. De SOG wil daarom voorstellen als globale richtlijn

minstens de helft van de vragenlijst de standaardiseren en de overige ruimte voor vrije

invulling te laten aan de opleidingen.

Daarnaast wordt aanbevolen om naar voorbeeld van FRW de cursusevaluatieformulieren te

personaliseren. De naam van de cursus, docent(en) en de literatuur kunnen onder andere

genoemd worden, omdat de studenten zich hierdoor meer aangesproken voelen om het

formulier in te vullen.

Tot slot is uit onze inventarisatie tevens gebleken dat vragen ten aanzien van leerdoelen van

vakken en de gekozen onderwijs- en toetsvormen niet of nauwelijks aan bod komen in de

cursusevaluaties. De SOG ziet echter een grote meerwaarde, indien deze vragen wel

standaard opgenomen worden in de vakevaluaties om zo de studenten te stimuleren om

creatiever en kritischer naar hun cursussen te kijken. Zo kunnen bijvoorbeeld ook

vernieuwende onderwijsvormen vanuit de honourstrajecten eenvoudiger en sneller neerslag

(gaan) vinden in de reguliere opleidingen, als deze hun succes bewezen hebben en

studenten bewust gemaakt worden van deze alternatieve methoden. Aanbevolen wordt

daarom om voor alle opleidingen de, uiteraard de per vak specifieke, leerdoelen op te

nemen in de evaluatieformulieren.

Page 30: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

30

Aanbeveling 13

Elke opleiding aan de RUG dient een vragenlijst voor het evalueren van de cursus te

gebruiken waarbij als richtlijn de helft van de vragen gestandaardiseerd is, zodat vergelijking

tussen opleidingen en faculteiten beter mogelijk wordt.

Aanbeveling 14

Elke opleiding aan de RUG dient in het evaluatieformulier vragen met betrekking tot

leerdoelen, onderwijsvorm en toetsvormen op te nemen.

Aanbeveling 15

Elke opleiding aan de RUG dient het evaluatieformulier te personaliseren, waarbij onder

andere de naam van de cursus, docent(en) en de literatuur genoemd worden, zodat

studenten meer gestimuleerd worden om de evaluatieformulieren in te vullen.

3.7 Betrokkenheid studentenorganisaties binnen faculteiten

In de vergelijking van de praktijken aan de verschillende faculteiten van de RUG en

instellingen elders, valt in algemene zin op dat studentenorganisaties binnen de RUG erg los

gezien worden van de opleidingen als het gaat om kwaliteitszorg. Aan de ene kant lijkt dat

niet vreemd, het gezegde ‘schoenmaker blijf bij je leest’ komt al snel op aangezien

instellingen inderdaad eindverantwoordelijk zijn voor haar eigen kwaliteitszorgsystematiek.

Aan de andere kant: er is bij studenten in dergelijke organisaties wel degelijk een

bereidwilligheid om samen te werken en het zou zonde zijn om dat niet te benutten. De

samenwerking tussen aan de ene kant studieverenigingen, facultaire koepelorganisaties en

stichtingen gerund door studenten en aan de andere kant opleidingen kan naar mening van

de SOG dus beter.

In plaats van het louter verstrekken van subsidies, kunnen gezamenlijke projecten opgezet

worden waarbij de partijen elkaar meer als gelijken zien. Daarbij gaat het dus ook om het

verrichten van inspanning, delen van en aanspreken op de verantwoordelijkheid en

uiteindelijk het behalen van succes. Er valt te denken aan een stichting als Quest zoals die bij

FEB in het leven is geroepen, de faculteit GMW die studieverenigingen inzet voor de

verantwoordelijkheid van jaarvertegenwoordigingen en de mate waarin bij de UMB

samengewerkt wordt met studentenorganisaties. Concreet is hierbij naar mening van de

SOG vooral in de input-sfeer voor cursusevaluaties en in de manieren van terugkoppeling

aan studenten meer uit te halen. Te denken valt aan de voorbeelden van een Dimensie

magazine van VIP, een initiatief als de Bètawijzer en zoiets als werkzaamheden bij het

uitvoeren van curriculumevaluaties.

Page 31: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

31

Een samenwerking moet uiteraard van beide kanten komen, maar aanbevolen wordt om in

ieder geval van de kant van de RUG en haar opleidingen meer open te staan voor

dergelijke initiatieven en hier ook actief om te vragen.

Aanbeveling 16

Elke opleiding aan de RUG dient welwillend en pro-actief op te treden daar waar

studentenorganisaties zoals studieverenigingen een rol kunnen spelen in gezamenlijke

projecten omtrent kwaliteitszorg.

3.9 Evaluatie bijzondere curriculaire gedeelten

Uit het onderzoek komt naar voren dat bijzondere curriculaire gedeelten zoals de

excellentietrajecten en minoren niet of nauwelijks geëvalueerd worden. Wel denken de

meeste faculteiten na over op welke wijze deze trajecten eventueel geëvalueerd zouden

kunnen worden. Kleinere faculteiten geven aan dat zo weinig studenten in deze trajecten zijn

opgenomen dat een formele evaluatie niet noodzakelijk is en dat eventuele

aandachtspunten opgemerkt worden door de betrokken studenten zelf. Toch zouden

excellentietrajecten – ook bij een geringe deelname – enigszins formeel geëvalueerd

moeten worden, zodat het reguliere onderwijs ook de vruchten kan plukken van deze

trajecten; welke onderwijsvormen en –projecten erg positief bevonden zijn bijvoorbeeld. Dit

sluit ook aan bij de expliciete beleidskeuze om het Honours College niet buiten de RUG te

plaatsen en daarin een positieve wisselwerking te zoeken met de reguliere opleidingen.

Tevens worden scripties en stages niet of nauwelijks meegenomen in formele evaluaties. FdL

is bezig een nieuw model te implementeren om scripties en stages ook te kunnen evalueren,

welke inspanning vooral niet onopgemerkt moet gaan voor andere faculteiten.

Daarnaast blijkt dat studenten die een buitenlandervaring opdoen (inkomend dan wel

uitgaand) vaak niet gevraagd worden om hun ervaringen te delen met de opleiding, terwijl

hier wel een enorme potentie ligt om meer diverse ideeën voor onderwijsverbeteringen op te

doen. Aanbevolen wordt daarom om dergelijke studenten gestructureerd en pro-actief te

benaderen en daarmee ook een formele plaats te geven in het kwaliteitszorgsysteem aan

de RUG.

Tot slot is opgevallen dat veel faculteiten niet weten hoe ze verdiepende en zelf

samengestelde minoren moeten evalueren. De SOG vindt dit erg zorgelijk en ziet hierin een

rol weggelegd voor faculteitsraden, in navolging van aanbeveling 10, daar minoren veelal

opleidingsoverstijgend zijn. Uiteraard ligt een belangrijk deel van de verantwoordelijkheid bij

examencommissies indien het gaat om zelf samengestelde minorpakketten, maar naar

aanleiding van klachten omtrent niveau en facilitering van studievoortgang welke vooraf

niet goed te voorzien waren (en blijven), lijkt een extra slag om de arm wel gerechtvaardigd.

Page 32: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

32

Aanbeveling 17

Elke opleiding aan de RUG dient de vakken in excellentietrajecten formeel te evalueren en

er zorg voor te dragen dat het regulier onderwijs betrokken wordt in deze evaluatie.

Aanbeveling 18

Elke opleiding aan de RUG dient een systeem voor het evalueren van scripties en stages te

implementeren.

Aanbeveling 19

Elke opleiding aan de RUG dient haar studenten die internationaal opereren, inkomend en

uitgaand, gestructureerd en pro-actief te benaderen om een meer diverse input voor

onderwijsverbeteringen te verkrijgen.

Aanbeveling 20

Elke opleidingen aan de RUG dient de verdiepende en zelf samengestelde minoren van

studenten te laten evalueren met daarin een belangrijke rol weggelegd voor faculteitsraden.

Page 33: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

33

4. Conclusie

Middels het schrijven van deze notitie heeft de SOG de aandacht willen vestigen op het

kwaliteitszorgstelsel van de RUG en met name op de rol van studenten daarin. Door te

proberen om de vier hoofdvragen zoals gesteld in de inleiding te beantwoorden, is een grote

hoeveelheid informatie verzameld waaruit uiteindelijk een twintigtal aanbevelingen zijn

voortgekomen. Deze variëren van het instellen van jaarvertegenwoordigingen, tussentijdse

evaluaties en terugkoppelingsmedia tot aan het beter faciliteren van opleidingscommissies,

het effectiever opstellen van evaluatieformulieren en het beter betrekken van

studentenorganisaties en internationale studenten.

We beseffen dat elk plan bestaat uit 10% inspiratie en 90% transpiratie. Het spreekt wat ons

betreft ook voor zich dat we ons beschikbaar stellen om naar aanleiding van deze notitie

betrokken te worden bij vervolgbesprekingen en het implementatieproces; veel plannen

zullen immers pas slagen als zij draagvlak hebben bij alle betrokkenen. Een cultuuromslag in

het evalueren is daarbij van belang waardoor zowel medewerkers als studenten zich

verantwoordelijk voelen voor de kwaliteit van ons onderwijs. We hopen dat we met alle

aanbevelingen, voorbeelden en een aanzet voor een ideaal model een concrete

handreiking kunnen bieden voor alle opleidingen en betrokken studenten om gericht aan de

slag te gaan met de kwaliteitszorg en zo het stelsel aan de RUG te verbeteren.

Page 34: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

34

Dankwoord

Het uiteindelijke resultaat van deze notitie is natuurlijk niet alleen de prestatie van de SOG,

maar van alle verschillende betrokkenen binnen en buiten de faculteiten en de universiteit

die hun medewerking hebben verleend voor de verschillende interviews en de vele vragen

die de opstellers op hen heeft afgevuurd. Graag wil zij daarom haar hartelijke dank

uitspreken voor de verschillende opleidingscommissies, faculteitsraden, adviserend

studentleden van faculteitsbesturen, studieadviseurs, doctoren en professoren die er mede

op toe hebben gezien dat deze notitie vanuit de gehele universitaire gemeenschap van de

Rijksuniversiteit Groningen voortkomt. Deze notitie had zonder hun inbreng en inzet niet

kunnen slagen.

Page 35: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

35

Bijlagen

1. Format inventarisatie stand van zaken kwaliteitszorg faculteiten RUG

Vragen Kwaliteitszorg. Rode draad: Cursusevaluaties

De komende vragen gaan over cursusevaluaties. Onder cursusevaluaties verstaan we alle mogelijke

manieren en wijzen waarop een cursus wordt geëvalueerd. Dus zowel bij de student, als in de

studentenmedezeggenschap (JV, OC, FR, etc.), bij de docent, onderwijsdirecteur als bij het

faculteitsbestuur.

1. De cursusevaluatie voor studenten geschiedt meestal via een vragenformulier in papieren vorm

of digitaal.

a. In welke vormen worden de cursusevaluaties afgenomen bij de verschillende studies aan jullie

faculteit?

b. Worden de resultaten van de cursusevaluaties teruggekoppeld aan de studenten? En zo ja, op

welke wijze?

c. Hoeveel respons komt er terug op de cursusevaluatie formulieren?

d. Op welk moment worden de cursusevaluaties afgenomen bij de studenten?

2. De uitkomsten van de cursusevaluaties worden op verscheidene faculteiten verschillend

geëvalueerd.

a. Welk orgaan verwerkt de cursusevaluaties?

b. Langs welke verschillende organen gaan de resultaten van de cursusevaluaties?

c. Worden cursusevaluaties vergeleken met het voorgaande jaar of bijvoorbeeld een cursus

verbeterd is?

d. Zijn de betrokken partijen tevreden met de vragen die gesteld worden op de cursusevaluatie

formulieren? Moeten er bijvoorbeeld meer of minder vragen worden gesteld? En zijn per

gebied de vragen goed gesteld (daarmee bedoelen we de vragen per vak en per

evaluatiedeel zoals hoorcolleges, practica etc.)?

e. Is het UOCG betrokken bij de cursusevaluaties? Zo ja, in welke mate?

3. De laatste vragen gaan over andere onderdelen van de faculteit die geëvalueerd dienen te

worden.

a. Hoe worden de excellentietrajecten geëvalueerd?

b. Met betrekking tot docentkwaliteit; hoe worden docenten geëvalueerd?

c. Hoe staat het met de evaluatie omtrent de verdiepende minoren? Hoe worden deze

geëvalueerd? Is daar al een plan voor opgesteld?

Zou je een evaluatieformulier kunnen meenemen naar het gesprek? We willen graag de verschillende

evaluatieformulieren van verschillende studies en faculteiten met elkaar vergelijken.

Page 36: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

36

2. Uitgewerkte samenvatting stand van zaken kwaliteitszorg faculteiten RUG

2.1 Faculteit Economie en Bedrijfkunde

De cursusevaluaties worden digitaal afgenomen via de studentenmail in week één van een

nieuw blok. Men krijgt daarvoor één mail en twee herinneringsmailtjes en logt in via Nestor. Er

worden tien vragen gesteld per vak en over de docent, waarbij voor elk van die twee ook

een open veld beschikbaar is voor het aangeven van goede punten en van verbeterpunten.

Er dient minimaal een respons van 20% te zijn voor valide resultaten, welke over het

algemeen ook wel gehaald wordt. 50% wordt zelden gehaald, hetgeen ook een reden is

geweest om Jaarvertegenwoordigingen (JV) in te stellen.

Jaarvertegenwoordigingen praten met medewerking van de opleidingscoördinator, in kleine

kring in detail over het gehele vak. De JV's komen in week één of week twee van het nieuwe

blok bijeen. Quest (een stichting die onder de EBF valt en zich inzet voor de verbetering van

de kwaliteit van het onderwijs aan de Faculteit van Economie en Bedrijfskunde) verwerkt de

evaluaties van de JV’s, in die zin dat zij notulen maken van de vergaderingen. Tevens zitten

ze in de ‘jury’ die de genomineerden (en later ook de winnaar) van de facultaire docent van

het jaar kiest. Echter, dit doen ze voornamelijk naar aanleiding van de online evaluaties (en

niet de JV gesprekken), omdat dat de officiële evaluatie is. De afdeling kwaliteitszorg van FEB

zet de resultaten/verbeterplannen naar aanleiding van de voorgenoemde evaluaties online.

De JV-notulen worden soms besproken in de OC of alleen met de opleidingsdirecteur, met

waarborging van de anonimiteit van de studenten door hun namen weg te halen. 2-wekelijks

wordt er door het Quest bestuur overlegd met het Faculteitsbestuur om de stand van zaken

door te spreken en 3x per jaar is er het studentenplatform waar algemene zaken worden

overlegd.

De resultaten van vakevaluaties worden gepubliceerd op Nestor, waar de verbeterplannen

van vakken te lezen zijn. Volgens de bestuurders van Quest heerst er het gevoel dat maar

weinig studenten dit lezen. Tevens schrijft Quest artikelen die op de voorpagina (nieuws) van

Nestor komen te staan.

De behandeling van de verbeterplannen komt aan bod in de Opleidingencommissies. De

opleidingsdirecteuren noemen tijdens de JV-gesprekken wel eens wat over resultaten van

voorgaande jaren. Enig probleem is overigens dat sommige docenten de

jaarvertegenwoordigingen niet serieus nemen, daar zij slechts uit weinig studenten bestaat.

Er is het vertrouwen dat de opleidingsdirecteur tegenvallende resultaten van het

voorgaande jaar ter sprake brengt. Het verbeterplan gaat erover dat wat moet gebeuren en

de opleidingsdirecteur moet dat goedkeuren.

Page 37: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

37

Wat betreft de vragen die gesteld worden in de evaluaties geven sommige studenten aan

dat er wel erg weinig vragen worden gesteld over het vak, maar het FB geeft aan dat dat

wel de vragen zijn die gesteld moeten worden. De JV's bespreken daarentegen alle

aspecten van een vak en het blok waarin dat plaatsvindt: het de eindtermen, de

onderwijsvorm, de toetsing etc. Duur van zo'n gesprek is ongeveer anderhalf uur, waarbij er

een standaard agenda wordt gebruikt. Hoewel het notuleren erg lastig is vanwege de

enorme hoeveelheid informatie, is men hier drie of vier jaar geleden mee begonnen en nog

steeds erg tevreden. In bijlage 3 is een voorbeeld van een agenda voor deze JV-

vergaderingen opgenomen.

Hoe het honoursprogramma wordt geëvalueerd is onduidelijk.. Het wordt in ieder geval niet

door de JV’s geëvalueerd. Eveneens is nog onduidelijk hoe minoren zullen worden

geëvalueerd.

Docenten worden geëvalueerd binnen de vakevaluaties. De JV bespreekt vervolgens ook

de docenten met de opleidingsdirecteur, zodat studenten er vrijuit over kunnen spreken.

Bij de masters is het echter wel een probleem dat de opleidingscoordinator vaak de docent

is en dan spreekt men toch minder vrij mee als er kritiek is.

2.2 Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen

De cursusevaluaties worden schriftelijk afgenomen direct na het tentamen door middel van

UOCG meerkeuze evaluatieformulieren met een omvang van 20 – 25 vragen. Bijna alle

studenten vullen het evaluatieformulier in (95+% respons) en de docent vraagt ernaar als de

student het formulier niet inlevert naast het tentamen. Veel algemene vragen zijn

gecustomized met namen voor het betreffende vak (docentnamen, boeken etc.). Aan het

einde zijn open vragen met verbeter- en goede punten van het vak. Vragenlijsten zijn

verschillend per opleiding en soms per vak (evaluatie van gastcolleges toegevoegd

bijvoorbeeld). De docent van het betreffende vak in samenwerking met het UOCG stelt de

lijst op en na afloop van het tentamen verwerkt het UOCG de resultaten. Het UOCG neemt

de formulieren in en de uitkomsten worden doorgenomen door de OC's (incl.

studieresultaten). Er was overleg tussen de twee OC's van de faculteit en vroeger werden de

resultaten op de website van de facultaire studievereniging Pro Geo geplaatst, maar nu niet

meer vanwege bezwaren van de faculteit. In de kleine faculteit krijgt men informeel wel te

horen wat goed gaat en wat er verbeterd is. Van het UOCG gaat het via het Bureau

Onderwijs en Examens (BOE) de OC in waar de docent- en studentleden de resultaten

bespreken, ook zijn daar FR-leden, opleidingsdirecteur en studieadviseur aanwezig. FB krijgt

ter kennisneming de stukken.

Er is geen officiële vergelijking met resultaten van een voorgaand jaar, maar dit gebeurt wel

via oplettende personen in OC of FB (laatste kan er meer uithalen). Facultair zijn de FR en FB

Page 38: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

38

bezig de evaluaties te evalueren om te kijken of er uitgehaald wordt wat er in zit. Bij het BOE

is wel alles opvraagbaar.

Men is redelijk tevreden met de vragen die gesteld worden in de cursusevaluaties. Enkele

jaren geleden waren de vragen te standaard en heel los (oneens vs eens), nu zijn de vragen

nog steeds standaard maar thematisch geordend en per vak gecustomized (namen). Wel is

het moeilijk om te achterhalen wie welke uitkomsten gegenereerd, of daar verbanden zijn.

Wat is gekoppeld? Er zijn daartoe door een student en docent een keer kruistabellen

gemaakt, wat erg tijdrovend was. Algemeen is het “waarom?” moeilijk te beantwoorden

met de lijsten. Er is wel ruimte voor opmerkingen onderaan maar datgeen wat ingevuld is, is

alleen bekend bij de docent.

Wat betreft de evaluatie van de excellentietrajecten is er bij FRW een Challenge Program.

Pro Geo deed hiervoor een incidentele evaluatie, welke behandeld werd in de FR. De

voornaamste reactie van het FB kwam neer op de constatering dat uitkomsten van de

evaluatie wezen op maatwerk. De OC was daarbij niet het aangewezen gremium om het te

behandelen, daar het programma eigenlijk ‘buiten’ de opleidingen valt.

Docenten worden geëvalueerd door middel van de vier basiseenheden. Zij voeren

functioneringsgesprekken waar het aan bod komt, in de OC komt het terug in de

vakevaluaties. Er is weinig intervisie, men zoekt naar goede vragen.

Er was geen verbredende FRW minor, hoewel het Centre of Development Studies nu al wel

bezig is met een minor. Inmiddels is besloten een minorcoördinator aan te stellen die zorg

draagt voor de evaluatie van de minor als geheel. De vakken zullen ook nog steeds apart

worden geëvalueerd in de OC’s daar de meeste vakken onderdeel uitmaken van de

bacheloropleidingen.

Als laatste opmerking willen de betrokkenen meegeven dat er binnen de faculteit in het

algemeen erg open gesproken wordt tussen docenten en studenten in de OC. Doordat er

tevens veel toehoorders zijn bij de OC vergaderingen wordt de handelswijze als transparant

ervaren. Hoewel er weinig formele lijnen zijn vastgelegd t.a.v. de vraag: “wat gebeurt er

precies als een vak niet goed gaat?”, is er informeel en vanwege de korte lijnen wel het

vertrouwen dat punten goed aangepakt worden. OC zelf kan daarbij niet veel actie

ondernemen, daar zij slechts een gevoel kan uiten. Om die reden pakt de

opleidingsdirecteur vaak puntjes op en het FB is het uiterste middel als iets niet lukt om te

verbeteren.

2.3 Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

De faculteit is nu zo’n anderhalf jaar bezig met implementeren van een nieuw facultair

evaluatieplan. Er lopen enkele proeven bij de drie verschillende richtingen met digitale

evaluaties, jaarvertegenwoordigingen en faculteitsbrede standaardvragenlijsten.

Page 39: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

39

De schriftelijke evaluatieformulieren worden uitgedeeld na de tentamens bij alle richtingen

binnen gedrags- en maatschappijwetenschappen. De respons op de schriftelijke evaluaties is

zeer hoog (rond 95%). Van de proef met de digitale evaluaties is de respons niet bekend bij

de ondervraagden. Daarnaast bestaan er nu bij alle richtingen jaarvertegenwoordigingen.

De jaarvertegenwoordigingen nemen interviews af bij medeklasgenoten en bespreken de

bevindingen met een groep docenten. Nog niet alle jaren van alle richtingen beschikken

over een jaarvertegenwoordiging, maar naar het nieuwe facultaire evaluatieplan is de

faculteit druk bezig dit wel te realiseren. De evaluaties worden besproken in de oc’s.

In het facultaire evaluatieplan wordt niet gesproken van vergelijking met voorgaande jaren

en terugkoppeling van de resultaten aan de student. Volgens betrokkenen binnen de

faculteit is er dan ook van beide zaken geen sprake. Er is wel geprobeerd bij sociologie in

voorgaande jaren de resultaten te publiceren op Nestor maar dit heeft geen stand

gehouden. Bij de studie psychologie, koppelt studievereniging VIP in haar magazine

Dimensies de cursusevaluaties terug aan de student in een kort verslag. Ook is in het blad een

aankondiging gemaakt van het nieuwe facultaire evaluatieplan, en wordt een

jaarvertegenwoordiging van het tweede jaar voorgesteld zodat studenten een idee krijgen

bij een jaarvertegenwoordiging. Het magazine Dimensies wordt ook onder niet-leden

verspreid, daar het op de faculteit vanuit verschillende stands gratis is mee te nemen.

Resultaten van voorgaande jaren worden alleen bij sociologie in sommige gevallen gebruikt

als er bijvoorbeeld dezelfde negatieve geluiden als het voorgaande jaar klinken. Bij de

andere richtingen is dit niet of in zeer beperkte mate gebruikelijk.

Docenten worden zowel in de schriftelijke of digitale cursusevaluatie geëvalueerd middels

een paar gerichte vragen als informeel in de jaarvertegenwoordigingen. Wel geven de

ondervraagden aan dat die laatste manier omstreden is. Jaarvertegenwoordigingen dienen

de opmerkingen voor de docent te noemen waar de docent zelf bij aanwezig is. Uit vrees

dat de docent de naam van een student zou onthouden die kritiek levert, houden de

studenten zich stil.

Bij de ondervraagde betrokkenen is het nog niet bekend hoe het honourscollege

geëvalueerd gaat worden.

De honourstrajecten bij Sociologie worden jaarlijks aan het eind van het jaar geëvalueerd

door alle betrokken studenten en begeleiders. Dit gebeurt door middel van korte

evaluatieverslagen die geschreven zijn door de studenten, en de bespreking van die

verslagen in een bijeenkomst. Nu de honneurstrajecten RuGbreed worden aangepakt is er

een Vaste Advies Commissie Onderwijs opgericht voor aandacht en evaluatie van dit traject.

Er is bij de verschillende betrokkenen nog niet bekend hoe de minoren geëvalueerd gaan

worden.

Page 40: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

40

2.4 Faculteit der Letteren

De Faculteit der Letteren werkt met het ISEC evaluatiesysteem. Het UOCG levert de

programmatuur. Na elk semester worden de evaluaties afgenomen via Nestor. De respons

hierop is niet altijd hoog, gemiddeld tussen de 30 & 50%.

Eenmaal in de drie jaar moet een vak geëvalueerd worden, daarnaast kan de OC

aangeven welke cursussen ze graag in het jaar geëvalueerd zien. (Bijvoorbeeld bij een nieuw

onderdeel, nieuwe docent, etc)

Er wordt tevens gewerkt met panelevaluaties: groepjes van studenten uit één bepaald jaar

geven hun mening. De terugkoppeling naar de student geschiedt via Nestor. De resultaten

van de algemene vragen komen op Nestor, docentvragen gaan naar de OC en naar de

docent zelf. Op de Nestor voorpagina staat een link waar studenten de resultaten kunnen

bekijken. Daarbij worden er geen vergelijkingen gemaakt met voorgaande jaren.

De opleidingscommissie verwerkt de resultaten. Vervolgens worden een samenvatting van

de gegevens teruggekoppeld aan de docent en aan het onderwijsinstituut van Letteren. De

antwoorden op de cursusevaluaties worden tegen de gemiddelde scores van andere

vakken afgezet. Vergelijken met voorgaande jaren doet de OC. De standaard vragenlijst is in

studiejaar 2008/2009 opgesplitst in toegepaste vragenlijsten met een basismodel

probleemopsporing. Echter kunnen hier scripties en stage nog niet met dit model getoetst

worden. Er wordt door de faculteit aan gewerkt om ook hiervoor een nieuw model te

impregneren. De faculteit werkt nog niet met excellentietrajecten, en de manier van

evalueren van toekomstige excellentietrajecten is (nog) niet bekend. Docenten worden ook

geëvalueerd door het elektronische evaluatiesysteem maar ook ad hoc. Klachten kunnen

ingediend worden bij de OC en FR maar dat gebeurt weinig tot niet. Minoren zullen in de

toekomst hoogstwaarschijnlijk door de opleidingscommissie geëvalueerd worden. Hoe dat

zich zal voltrekken is niet bekend.

2.5 Faculteit Rechtsgeleerdheid

In de CKZ (Commissie Kwaliteitszorg) had mevrouw Bosch-Boesjes de dragende rol, maar zij

vertrekt voor het Honours College. Beste functioneren is de Dienst Onderwijs Steunpunt (DOS),

welke aanmeldingen verwerkt en de afgelopen jaren is gegroeid. Zij beheren de ICT

ondersteuning en database Infoland, welke gelinkt wordt met Qua Matrix.

Cursusevaluaties worden zowel schriftelijk als digitaal afgenomen. Per blok wordt er een vak

geevalueerd, aan het einde van de laatste lesweek. Bij tentamens is vaak een schriftelijke

vragenlijst bijgevoegd (dus direct na tentamen), tegenwoordig ook wel digitaal. Alle

studenten van een vak krijgen een email over de evaluatie en er worden ook 3 – 5 studenten

uitgenodigd voor een mondeling gesprek (een boekenbon wordt verloot/gegeven). De

respons is vooral hoog op de schriftelijke evaluaties.

Page 41: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

41

DOS verwerkt de evaluaties. ISEK stelt vervolgens een samenvatting op en stuurt deze

(vertrouwelijk) naar het faculteitsbestuur. Welke vervolgens naar de directeur onderwijs gaat

welke een conclusie met memo opstelt. Vervolgens neemt het FB een besluit welke naar de

OC's en FR wordt toegezonden met de mening van de docent uit een gesprek.

Na behandeling in OC's en FR is het publiceren van de uitkomsten een gevoelig punt. Via

Nestor worden concrete wijzigingen vermeld, maar dat is meer mededelingen promotie dan

een inhoudelijk goede weerslag van wat er met het vak is gedaan. Toen Rechten goed uit

de visitaties kwam kreeg iedereen een bioscoopbon en dat was voor herhaling vatbaar. Een

soort bètawijzer zou overigens heel fijn zijn. Mevrouw Bosch-Boesjes heeft gekeken naar de

trends en ontwikkelingen binnen een vakgebied wat betreft voorgaande jaren. Elke 3 jaar

verandert er heel veel. ISEK houdt de lijsten lang gelijk zodat ze vergelijkbaar zijn.

Men is over het algemeen niet bijster tevreden met de vragen, maar men is benieuwd hoe

het beter kan. De vragen direct na afloop van het tentamen wordt niet als een optimaal

moment beschouwd. De vragen leveren geen objectieve informatie dus er wordt steeds

bekeken wat wel en niet serieus moet worden genomen, bijvoorbeeld bij vragen over de

studielast. De academische vaardigheden zijn onderwerp van discussie. De

visitatitiecommissie vond deze niet goed genoeg.

Wat betreft samenwerking met het UOCG heeft de directeur Onderwijs goede banden met

het instituut, welke het mandaat aan de faculteit heeft verleend wat betreft de

kwaliteitszorg.

Excellentietrajecten worden nog niet apart geëvalueerd. Deze worden evenals alle andere

gebieden geëvalueerd. Het Honours College gaat hiermee bezig.

Docentevaluatie wordt meegenomen in de cursusevaluaties. Er is niet of nauwelijks sprake

van intervisie, hoewel mevrouw Bosch-Boesjes wel Colleges bezocht om zelf een indruk te

krijgen en bereikbaar probeert te zijn. De ontwikkelingsgesprekken lopen niet echt, ze worden

als 'niet leuk' ervaren. Als laatste willen de betrokkenen aanbevelen dat alle faculteiten een

DOS ontwikkelen. Algemeen geldt 'get them while they're young': de attitude van de

intromende studenten moet gelijk goed gezet worden wat betreft de kwaliteitszorg. Bij de

invoering van de BaMa is men meer de passieve onderwijsconsument gaan uithangen in de

eerste fase, men wordt pas echt kritisch in de master.

2.6 Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap

Cursusevaluaties worden schriftelijk na het tentamen afgenomen. De respons hierop is altijd

hoog. De faculteit heeft in voorgaande jaren proeven gehad met cursusevaluaties in

retourenveloppen maar de respons hierop was matig. Volgend jaar wil de faculteit geleidelijk

overgaan op een digitaal systeem van het afnemen van cursusevaluaties. De evaluaties

worden verwerkt door het UOCG. Vervolgens gaan de resultaten naar de studieadviseur die

hier een verslag van maakt. De studieadviseur hanteert de 66% norm. Dit betekent dat alle

Page 42: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

42

vragen waarop 66% of meer positief of negatief worden beantwoord, opgenomen worden in

het verslag. Daarnaast worden de antwoorden op de open vragen meegenomen in het

verslag. Het verslag gaat vervolgens naar de docent voor een reactie, het verslag wordt na

deze reactie definitief en gaat naar de opleidingscommissies. Het volledige verslag inclusief

de ISEK resultaten gaan naar de opleidingsdirecteur. Niet alle vakken worden elk jaar

geëvalueerd. Als een cursus slecht scoort wordt het daaropvolgende jaar nogmaals

geëvalueerd, evenals aantreden van een nieuwe docent of een nieuw onderdeel in de

cursus, maar is dit niet aan de orde dan wordt een evaluatietermijn van eens in de drie jaar

gehanteerd.

Er bestaat geen terugkoppeling van de resultaten naar de student. Docentenevaluaties

worden meegenomen in de functioneringsgesprekken. Minoren zullen door middel van

regulatieve evaluaties geëvalueerd worden. Excellentietrajecten bestaan uit ‘pakketten op

maat’. In de opleidingscommissies komt wel ter sprake hoe de faculteit kan proberen

honourstrajecten op kan zetten die voldoen aan de kaders die het College van Bestuur aan

de faculteiten stelt.

2.7 Faculteit Wijsbegeerte

Bij deze faculteit worden de evaluaties schriftelijk afgenomen na de tentamens. De respons

daarvan is hoog: 95%. Sommige kleine vakken kunnen echter ook een rechtstreekse mail met

een paar korte vragen verwachten. Er loopt een proef met het digitaal afnemen van

evaluaties na de cursus. In dit systeem krijgen ook afvallers een vraag waarom zij met de

cursus zijn gestopt. Er is geen terugkoppeling naar studenten maar OC vergaderingen zijn wel

openbaar. Studenten kunnen hier als toehoorder bij komen zitten maar in de praktijk gebeurt

dat niet. De opleidingscommissie verwerkt de evaluaties. Een samenvatting van de gegevens

komt terecht bij de opleidingscommissie, onderwijscommissie en de opleidingsdirecteur. Over

het algemeen is Wijsbegeerte tevreden met de vragen die worden gesteld. Er is dan ook

genoeg ruimte voor eigen inbreng. Cursusevaluaties worden soms vergeleken met

voorgaande jaren door middel van statistieken en het naast elkaar leggen van

samenvattingen van gegevens. Wijsbegeerte heeft een honourscollege. Deze wordt echter

niet geëvalueerd omdat het om een hele kleine groep gaat. Docenten worden ook door

middel van de cursusevaluaties geëvalueerd. Docenten moeten deze uitkomsten vergelijken

met het eigen zelfoordeel. Wat betreft de minoren is er al een evaluatie geweest van de

verbredende minor, wat bij wijsbegeerte een soort aanschuifonderwijs inhoudt. Deze vorm

viel tegen qua aanloop van studenten. In de opleidingscommissie wordt hier regelmatig over

gesproken.

Page 43: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

43

2.8 Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen

De ervaringen met betrekking tot de vele onderwerpen verschillen erg per opleidingsinstituut

en opleiding. Geprobeerd wordt om een zo duidelijk mogelijk algemeen beeld te

beschrijven. Het opleidingsinstituut Informatica en Cognitie (OIC) van Kunstmatige

Intelligentie neemt evaluaties af op papier na het tentamen, maar denkt na over digitale

evaluaties. Bij de masteropleidingen zijn er weinig tentamens of andere klassikale

bijeenkomsten, waardoor de respons bij een papieren evaluatie erg laag is. Bij Farmacie

doet men aan een papieren evaluatie na elk vak, na het tentamen. Hier is de respons erg

hoog. Bij Scheikunde is men recentelijk overgestapt van een digitaal systeem naar een

papieren systeem om de respons hoger te krijgen en omdat het digitale systeem niet meer

ondersteund kon worden door de student die het opgezet heeft. Bij Scheikundige

Technologie is men overgestapt naar papieren evaluaties en soms aanvullende gesprekken

met de opleidingscoordinator en docent. Bij (Mariene) Biologie werkt men met papier,

waarna twee studenten het vak bespreken met de docent. Bij alle opleidingen ontbreekt

een terugkoppeling van de resultaten naar de student.

Bij OIC stelt de studieadviseur de evaluaties op. Het UOCG verwerkt de getallen. (Het UOCG

werkt alleen samen met het OIC, niet met de andere opleidingsinstituten) Het

opleidingsbureau verzamelt alle evaluaties en vraagt om een reactie van de docent op de

uitkomt en een student-assistent vat alles samen waarna het behandeld wordt door de

opleidingscommissie. Bij farmacie is er een speciale evaluatiecommissie die elke keer een

formulier uitwerkt. Een docent presenteert vervolgens de bevindingen aan de

opleidingscommissie. Bij Biologie draagt de coördinator zorg voor het opstellen van de

cursusevaluaties, waarbij wordt opgemerkt dat dit wel enigszins fraudegevoelig is. De

pijnpunten worden daarbij gelijk 'aangepakt' en verdoezeld naar buiten toe. Een

samenwerking met het UOCG in deze vertraagt overigens de kwaliteitszorg met enkele

weken en dat wordt liever vermeden. Bij Scheikunde worden de evaluaties van de eerste

twee jaar door studenten opgesteld, verwerkt en gepresenteerd aan de

opleidingscommissie. Ouderejaarsvakken vallen formeel onder de verantwoordelijkheid van

de studieadviseur, maar die komt er nauwelijks aan toe om dat echt goed te doen. Bij OIC,

Scheikunde en farmacie wordt er door de OC een brief naar de docent gestuurd. Bij

(mariene) biologie is er regelmatig overleg tussen de docenten met elkaar waarbij

vakevaluaties ook ter sprake worden gebracht. Algemeen zijn studenten, zelfs diegene die in

de OC's zitten, echter niet op de hoogte wat er vervolgens met de resultaten gebeurt.

Bij OIC wil de studentgeleding dat er een archief op internet komt van de cursusevaluaties.

Ze missen de terugkoppeling met voorgaande jaren. De docenten die langer in de OC

plaatsnemen onthouden soms de grote zaken wel, maar de kleine dingen niet. Bij Farmacie

weet men niet of er een archief is, wel zijn er oplettende docenten. Bij

ontwikkelingsgesprekken komt het wel ter sprake, de mening daar is dat het niet zal

Page 44: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

44

verbeteren door een archief. Bij biologie is men niet altijd tevreden met de manier en er

worden dan ook andere systemen geprobeerd, bijvoorbeeld door studenten cijfers te laten

geven om bepaalde beoordelingen kwantitatief te volgen. Bij KI hebben ze de optie

'neutraal' weggehaald om studenten te forceren na te denken en bij farmacie heeft de

evaluatie vanuit de evaluatiecommissie altijd een standaard opzet waarmee men niet

helemaal meer tevreden is. Bovendien levert een subjectieve vraagstelling problemen soms

problemen bij de interpretatie op voor docenten (algemeen). Bij Scheikunde/Scheikundige

Technologie was het digitale systeem geschikt voor maatwerk, maar met de komst van

papieren evaluaties zal hier voor studenten veel meer werk in gaan zitten.

Wat betreft de evaluatie van excellentietrajecten heeft men nog geen idee. Het

honourscollege is nog in oprichting.

De docenten staan bij KI in de vakevaluaties centraal, pas als er structureel misstanden

worden geconstateerd volgen er echte gesprekken. Bij Farmacie is men alleen op de hoogte

van het deel in de vakevaluaties. Bij biologie wordt het ervaren als een moeilijk onderwerp,

vooral als docenten niet altijd even tactisch gedrag vertoont. Het lijken soms inherente

beperkingen van docenten. Bij KI beschermt de docentgeleding in de OC elkaar heel erg. Er

wordt wel geconstateerd dat er een cultuuromslag kan komen, bij OLW (Opleidingsinstituur

Levenswetenschappen) lijkt het vlotter te gaan dan elders. Vanuit de besturen lijkt er niet

veel betrokkenheid te zijn.

Hoe de minoren geëvalueerd gaan worden weet men ook nog niet. Bij KI werd er

geconstateerd: er is maar 1 persoon die het gaat doen, dus dat loonde de moeite nog niet.

2.9 Faculteit Medische Wetenschappen

Bij geneeskunde kennen ze blokonderwijs en tutor/mentorgroepen. De evaluaties van beide

worden digitaal afgenomen één a twee weken na het blok. Indien een student deze niet

invult, wordt deze herhaaldelijk verzocht de evaluatie wel in te vullen. Deze mails worden

vanuit het onderwijsinstituut verzorgd. De respons op deze evaluaties is niet bekend bij de

ondervraagden. De BlokCommissie – een onderdeel van de jaarvertegenwoordiging –

evalueert in principe elk college/werkcollege heel algemeen (oppervlakkig) en het gehele

blok na afloop. De BlokCommissie verspreidt elk college 5 schriftelijke formulieren onder

studenten, waaruit vooral veel 7'ens en 8'en rollen.

De JV stelt de blok-, tentamen- en blokoverstijgende evaluaties op.

Het Onderwijs Overleg Geneeskunde (OOG) bespreekt deze evaluaties. Deze commissie

vergadert 1x per maand en heeft als taak direct uit te voeren actiepunten te destilleren.

Daarnaast is er de Opleidingscommissie Geneeskunde (OCG), bestaande uit docenten en

studenten en zij bespreekt ook alle evaluaties. Zij let vooral op het grotere plaatje

(blokoverstijgende aspect), niet over het hoe en waarom in een specifiek blok. Ze vergadert

Page 45: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

45

één per maand, houdt zich bezig met grote en lange termijn projecten en geeft kritisch

gevraagd en ongevraagd advies (geen uitvoeringsrecht). Tot slot is er de O&O raad, welke

zich vooral bezighoudt met het opstellen van de OER'en en Regels & Richtlijnen. Bij

tandheelkunde en bewegingswetenschappen hebben de bovengenoemde organen

andere namen, maar werken volgens hetzelfde principe. De vragen die gesteld worden in

de evaluaties worden als zeer goed gewaardeerd. Volgens de ondervraagden vangt het

gelaagde systeem opmerkingen en kritiek goed op. Wat betreft de vergelijking van de

resultaten van de evaluaties met eerdere jaren is er een goed systeem, hoewel de resultaten

niet expliciet vermeld worden bij de behandeling. De OCG heeft een grote rol hier; er is altijd

wel iemand die lang genoeg meeloopt om de resultaten over de jaren te volgen.

De resultaten worden niet direct teruggekoppeld naar de student, zowel vanuit het

Onderwijsinstituut (docenten) als vanuit het OOG (studenten) niet. Studenten kunnen wel het

blokverslag inzien bij de Jaarvertegenwoordiging (JV). Er wordt echter aangegeven dat

alleen studenten die actief zijn in onderwijs weten dat die verslagen openbaar zijn. Veel

studenten zijn wel sterk betrokken via de medezeggenschap en komen zo informeel het een

en ander te weten. Docenten worden geëvalueerd via enquêtes en blokverslagen, waarbij

overigens geen namen genoemd worden. In de jaargesprekken komt het functioneren naar

voren en er zijn ook sancties opgelegd bij het onderpresteren. Over hoe de

excellentietrajecten geëvalueerd (gaan) worden hebben de ondervraagden geen goed

beeld. Zij denken dat deze evaluatie zich voornamelijk in de outputsfeer zal afspelen.

Page 46: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

46

3. Format vergadering jaarvertegenwoordiging EBF

Agenda bijeenkomst JV E&M jaar 2

Dinsdag 11-11-2008 | WSN 845 | 13.00-14.30 uur

1. Opening

2. Voorstelrondje

3. Vakevaluatie Management II: Strategisch Management

- Doel van het vak:

De cursus betreft een introductie in het vakgebied Strategisch Management. Na de cursus

hebben studenten begrip van de basisconcepten en -instrumenten behorende bij

Strategisch management. Tevens zijn zij in staat deze begrippen en instrumenten toe te

passen bij de analyse van zgn. geval-studies.

- Inhoud vak:

- literatuur: McGee, Thomas & Wilson, Strategy: Analysis and Practice

Concepts and Cases

- colleges (hoor en werk)

- docenten: Willenborg, De Jong (coördinator)

- Nestor

- oefenmateriaal

- Toetsing: schriftelijk tentamen (+opdrachten)

- Relevantie (wetenschappelijk en bedrijfsleven)

- Cijfer voor het vak

4. Vakevaluatie Openbare Financiën

- Doel van het vak:

Studenten in staat stellen de ontwikkelingen binnen de collectieve sector in Nederland te

volgen, rekening houdend met de ontwikkelingen in de Europese en mondiale economie.

- Inhoud vak

- literatuur: De Kam e.a., Overheidsfinanciën 12e druk

De Kam, Reader 'Overheid en sociaal-economisch beleid'

- colleges (hoor en werk)

- docenten: Allers, Wester (coördinator)

- Nestor

- oefenmateriaal

- Toetsing: schriftelijk tentamen

Page 47: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

47

- Relevantie (wetenschappelijk en bedrijfsleven)

- Cijfer voor het vak

5. Vakevaluatie Statistiek II

- Doel van het vak:

Men moet na afloop de principes kunnen begrijpen en toepassen van de statistische

inferentie voor enkelvoudige en meervoudige lineaire regressie, voor aanpassingstoetsen en

voor variantie-analyse.

- Inhoud vak

- literatuur: Newbold, Carlson & Thorne, Statistics for Business and Economics

6th ed

- colleges (hoor en werk)

- docenten: Moviat, Medema (coördinator)

- Nestor

- oefenmateriaal

- Toetsing: schriftelijk tentamen

- Relevantie (wetenschappelijk en bedrijfsleven)

- Cijfer voor het vak

6. Blokevaluatie

- Zwaarte blok

- Samenhang / diversiteit vakken

- Organisatie blok

- roostering

- tentamens

- literatuur

7. Rondvraag

8. Sluiting

Page 48: SOG 0809N141 Evaluaties Geëvalueerd

SOG-Notitie ‘Evaluaties Geëvalueerd’

48

Cursus wordt gegeven

4. Ideale kwaliteitszorgcyclus

De ideale kwaliteitszorgcyclus is gebaseerd op het model in het kwaliteitsplan onderwijs van

Technische Bedrijfskunde, het facultair evaluatieplan van de faculteit Gedrags- en

Maatschappijwetenschappen en onze aanbevelingen.

Tussentijdse evaluatie door jaarvertegenwoordiging

na 4 weken bij cursus van 8 weken

Digitaal/Schriftelijke afname evaluatie

(minstens 50% respons, minstens helft standaard vragenlijst)

Jaarlijks alle samenvattingen van resultaten bundelen en overdragen aan OC’s en JV’s (naar

voorbeeld van de Faculteit Rechtsgeleerdheid) en rapportage naar facultaire commissie.

Formulieren naar UOCG of ander goed gefaciliteerd

orgaan

Samenvatting resultaten nr JV, OC, docent en naar

traditie van elke opleiding naar OD en/of Studieadviseur

Brieven naar docenten Cat. A en B

Cat. B: Docent dient

verbeterplan in bij OD

Cat. A: Docent wordt

beloond (Leidinggevende)

Resultaten/indeling in 4 categorieën worden bekend

gemaakt (Opleidingsbestuur)

Cat. C: Organisatiegesprek (OD)

Terugkoppeling samenvatting resultaten en verbeterplan

naar student

Samenvatting resultaten en verbeterplan in digitaal

archief (Bijvoorbeeld Nestor)

Uitvoering verbeteracties (docent)

Docent bericht OD over uitvoering

verbeteracties

Verslag naar deelnemers gesprek

Definitief verslag naar bestuur, OC

en leidinggevende

JV verzamelt gegevens door

interviews onder studenten en

maakt verslag

Dropbox bij schriftelijke afname