SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden,...

128
jgllljg H Li ss Leiden. BB» Wm mmeeKÈmmmm SIMON EIGEE AK.ADBIISCH PROEFSCHRIFT mm - - wmm mtm

Transcript of SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden,...

Page 1: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

jgllljg

H

Li ss Leiden.

B B » W m

mmeeKÈmmmm

S I M O N E I G E E

A K . A D B I I S C H P R O E F S C H R I F T

mm

- — -

wmm mtm

Page 2: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

ffimmÊmmm

Page 3: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

_________

Page 4: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

'

Page 5: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

DE AKUSTISCHE METHODE

TER BEPALING VAN DEN COEFFICIENT VAN VEERKRACHT TO EG IPAST OP EENIGE

T E O P I S C H E HOUTSOORTEN.

Page 6: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit
Page 7: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

DE AKUSTISCHE METHODETER BEPALING VAN DEN COEFFICIENT VAN VEERKRACHT

TOEGEPAST OP EENIGE

TROPISCHE HOUTSOORTEN.

AKADEMISCH PROEFSCHRIFTTER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD VAN

iliflidfw Ie mA A N D E H O O G E S C H O O L T E L E I D E N ,

OP GEZAG VAN DEN RECTOR MAGNIFICUS

Dr. P. VAN GEER,HOOGLEERAAR IN DE FACULTEIT DER WIS- EN NATUURKUNDE,

VOOR DE FACULTEIT TE VERDEDIGEN

OP ZATERDAG DEN 30 JUNIJ 1 8 7 7 , DES NAMIDDAGS TEN I URE,

DOORf ACAD.^U1GILBAT.VBlBL.y

§1101 FISSIGEBOREN TE HAARLEM.

HAARLEM. — 1 8 7 7 . — J . M. SCHALEKAMP.

Page 8: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

GEDRUKT BIJ J. F. HAESEKER TE HAARLEM.

Page 9: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

HOOFDSTUK

99

99

99

99

99

99

I N H O U D .

I. Inleiding.................................. ........................ P8®-

II. Methode............................................................... »

III. De dynamische en de statische elastici-

teits-coefficient...................................... .. „

IV. Mechanische eigenschappen van het hout. „

V. Bijzonderheden omtrent de berekening------ „

VI. Oost-Indische houtsoorten................................... .

VII. Surinaamsche houtsoorten............................ »

9-

22.

32-

43-

54-

9 2 .

STELLINGEN.

Page 10: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit
Page 11: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit
Page 12: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit
Page 13: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

H O O F D S T U K I.

INLEIDING.

Men noemt mechanische eigenschappen der lichamendie, welke zij onder den invloed van mechanische krach­ten vertoonen. Deze eigenschappen zijn talrijk, en bijde verschillende 'lichamen niet altijd in dezelfde mateaanwezig. Zij zijn onder anderen: cohaesie, elasticiteit,hardheid, brosheid, hamerbaarheid, rekbaarheid enz.Dat men in het dagelijksche leven bij de kennis van dezeeigenschappen belang heeft zal wel niemand ontkennen.Ook voor de wetenschap is die kennis minstens vaneven groot belang als die der overige physische eigen­schappen ; immers de mechanische eigenschappen derlichamen staan in het nauwste verband met hunne in­wendige samenstelling, hun aggregaatstoestand en denaard der krachten, welke wij moeten onderstellen tus-schen de kleinste deeltjes van een lichaam te werken.

Met dat al weten wij van velen dier mechanische

Page 14: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

2

eigenschappen nog bijna niets. De werkman zou er wel­licht nog het meest van weten te vertellen.

Wil men voor eene eigenschap numerische data bij­eenbrengen , ’t welk toch een hoofddoel in de wetenschapis, dan is daarvoor in de eerste plaats eene behoorlijkedefinitie van die eigenschap noodig; ongelukkig ont­breekt eene zoodanige voor de meeste der bovenge­noemde mechanische eigenschappen. Wie geeft er eenejuiste definitie van hardheid, van brosheid, van hamerbaar-heid; wij voelen wel wat met die woorden bedoeld wordt,doch eene juiste omschrijving is niet te geven, en eenenumerische bepaling dier eigenschappen blijft dan ook

voorloopig achterwege.De elasticiteit en de cohaesie zijn twee eigenschappen

van welke eene goede bepaling te geven is, van daardan ook dat zij met vrucht kunnen bestudeerd worden.Uit een wetenschappelijk oogpunt heeft men het meestebelang bij de kennis der veerkracht der lichamen, daarhet noodzakelijk is om bij het onderzoek te gaan vanhet meest eenvoudige tot het meer ingewikkelde; en hoeeenvoudig cohaesieverschijnselen ook mogen schijnen,inderdaad zijn zij zeer gecompliceerd. Zoo vond Buffondat balken, welke gedurende een geheelen dag 9000kilogram hadden kunnen dragen, na verloop van vijfk zes maanden onder eeene belasting van 6000 kilogrambezweken waren, dat wil zeggen dat voor een enkele

Page 15: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 3 —

dag hunne draagkracht anderhalfmaal grooter was dan voorden tijd van vijf k zes maanden. „Tout cela prouve as-sez combien les expériences que 1’on a faites sur cettematière sont imparfaites, et peut être cela prouve aussiqu’il nest pas trop aisé de les bien faire” , zegt reedsde bewerker van het artikel „Bois” in de FranscheEncyclopaedic, naar aanleiding van deze proeven vanBuffon.

Het blijkt dus dat de duur der belastingen bij cohae-sieproeven grooten invloed heeft op het eindresultaat.Nog nooit, voor zooverre mij bekend is, zijn er proevengenomen om den invloed van den tijd bij brekingsproe-ven te bepalen. Slechts ontmoet men hier en daar intechnische tijdschriften eene kromme lijn, voorstellendede betrekking tusschen de doorbuiging of verlenging vaneene staaf bij zekere belasting, welke na een bepaaldentijd de breking veroorzaakt, en tusschen den tijd, dochuit deze alleenstaande gevallen kunnen geene algemeenebesluiten genomen worden.

Wanneer ik een draad aan het eene uiteinde bevestig ,en aan het andere uiteinde met een zeker gewicht be­zwaar, dan zal die draad gestrekt worden, en zoo dedoorsnede overal dezelfde is, zal ook op elk elementvan eene willekeurige doorsnede dezelfde spanning wer­ken. Dit gaat ook nog door wanneer ik de belastingzoo ver drijf, dat de draad er van breekt. Op dat oogen-

k

Page 16: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 4 —

blik is echter de spanning overal dezelfde; de draad haddus overal gelijk moeten breken, wanneer hij ten min­

ste homogeen ware geweest.Daar hij dit nu niet doet, zoo berusten dergelijke

brekingsproeven eigenlijk op de niet-homogeniteit vande stof. Verder zullen de beide overgebleven stukkenminstens evenveel kunnen dragen, eigenlijk meer, zoo-dat, 'wanneer men die brekingsproeven voortzet op detelkens overblijvende helften, men ten laatste tot eenedraagkracht van denzelfden draad zal komen, welke diebij de eerste proef gevonden, verre overtreft.

De schoone onderzoekingen van David Kirkaldy om­trent de cohaesie bij verschillende ijzersoorten leerendat, om over de deugdelijkheid van eene ijzersoortte kunnen oordeelen, men naast het gewicht, t welkbreking veroorzaakt, tevens acht moet geven op desamentrekking van de doorsnede, welke voor ver­schillende ijzersoorten zeer verschillend is. Op de vraagof men nu bij de berekening van de draagkracht moetonderstellen dat het brekings gewicht werkt op de oor­spronkelijke doorsnede of op de samengetrokkene, zou ik

geen antwoord kunnen geven.Uit dit alles blijkt dat de cohaesie verschijnselen uiterst

samengesteld zijn, zoodat, zooals reeds gezegd is, het on­derzoek naar de meer eenvoudige elasticiteitsverschijnse-len uit een wetenschappelijk oogpunt den voorrang verdient.

t

Page 17: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

5 —

Door veerkracht verstaat men de eigenschap der licha­men weerstand te bieden aan krachten, welke veran­dering in volumen trachten te weeg te brengen. Wan­neer men dus de kracht meet, welke noodig isom het lichaam eene bepaalde verandering in volumen tedoen ondergaan, dan is die kracht de maat van denweerstand welke het lichaam aan die verandering bood.

Om de veerkracht der lichamen onderling te verge­lijken heeft men de gewoonte langs empirischen weg eenzekeren coefficient te bepalen, waarvan het gebruik in1807 door Thomas Young in zijn „Lessons on naturalphilosophy” is voorgesteld, en tot het begrip waarvanhij gekomen was door combinatie der wetten voor deveerkracht, aan welke alle lichamen gelijkelijk • ge­hoorzamen.

Heeft men namelijk eene staaf of draad van zekerezelfstandigheid aan het eene uiteinde bevestigd, en aanhet andere uiteinde met een zeker gewicht P. belast,dat dus in de richting van de lengte werkt, dan heeftde ervaring geleerd dat de verlenging S, welke diestaaf onder den invloed van het gewicht P ondergaat,uitgedrukt wordt door de formule

d I .

Page 18: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 6 —

waarin de doorsnede van den draad voorgesteld wordtdoor d, de lengte door /, en waarin verder ƒ een voorverschillende zelfstandigheden verschillende coefficient is.

De bovenstaande formule drukt uit dat de verlengingrechtstreeks evenredig is aan de lengte en de belasting enomgekeerd evenredig aan de doorsnede. Verder heeft deervaring geleerd dat de evenredigheid aan de belastingP slechts binnen zekere grenzen geldt. De beteekenis vanden coefficient ƒ is uit de formule zeer licht op te maken.Stelt men namelijk voor P de gewichts-eenheid = i kilo­gram, voor de lengte van den staaf i meter, voor dedoorsnede van den staaf i vierkanten millimeter danwordt de verlenging

3t , - f

Dus ƒ stelt voor de verlenging welke een staaf vaneen meter lengte en van een vierkanten millimeter door­snede ondergaat door eene belasting van een kilogram.

Nog eene andere beteekenis van f is uit de formuleaf te leiden door de verlenging $ — l te stellen, en dedoorsnede wederom gelijk een vierkanten millimeter tenemen. Alsdan wordt

Page 19: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 7 —

_ i

P ' = 7Het omgekeerde van den coefficient f stelt dus voor

het gewicht waarmede men een staaf van één a millimeterzoude moeten belasten om de staaf zoo dit physisch mo­gelijk ware tot op de dubbele lengte uit te rekken. Ditgewicht P x is zeer groot, hetgeen men reeds hieruit zoukunnen afleiden dat de verlenging <?, = f bovengenoemd,door een gewicht van één kilogram veroorzaakt gewoonlijkal zeer gering is.

De waarde — werd door Thomas Young de elasti-

citeits-coefficient of modulus van veerkracht genoemd.en wordt gewoonlijk door de letter E voorgesteld. Dezebeteekenis is algemeen aangenomen, en men heeft ge­tracht de waarde van dien coefficient voor de verschil­lende lichamen te bepalen, voor welke men tot op den tijdvan Young slechts gewoon was de absolute sterkte te bepa­len. Ik heb dezen coefficient bepaald voor eenige tropischehoutsoorten, en wel volgens eene akustische methode, deeenige volgens welke het mij mogelijk was gebruik te ma­ken van de kleine monsters van verschillende houtsoortendie te Haarlem in het Koloniaal Museum der Maatschappijvan Nijverheid aanwezig zijn. Het werd mij door denDirecteur van dat Museum, den Heer F. W. vanEeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine

Page 20: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

staafjes af te zagen, welke ik voor dit doel noo-dig had.

Nog werden mij een dertigtal staafjes Teak- en Djati­hout toegezonden door vriendelijke bemiddeling van denHeer Wijs, Ingenieur bij ’s Rijks Marinewerf te Amster­dam. Het zestal monsters van Surinaamsche houtsoorten,ontving ik van den Heer J. J. van Waning, architect teRotterdam, handelaar in Surinaamsch hout.

— 8 —

Page 21: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

H O O F D S T U K II.

M E T H O D E .

Elk verschijnsel waarbij de Elasticiteit eene rol speelt,geeft aanleiding tot eene methode ter bepaling van denelasticiteits-coefficient. De keuze der methode hangt vanbij-omstandigheden af, van de meerdere of mindere nauw­keurigheid welke men bereiken wil, van de hulpmidde­len, over welke men te beschikken heeft enz. Ook deaard en de afmetingen van de te onderzoeken stof heb­ben invloed op die keuze.

De eenvoudigste en door de definitie van den elasti-citeits coefficient in de eerste plaats aangewezene methode,is die waarbij men de verlenging meet welke eene staafvan bekende afmetingen ondergaat onder de werkingvan een gewicht werkende in de richting van de lengte.Uit de formule I op bladzijde 5 vinden wij voor dewaarde van den elasticiteitsmodulus:

ƒ d .9 II.

Page 22: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

IO

Deze handelwijze wordt genoemd de methode doorverlenging. Daar de verlenging omgekeerd evenredig isaan de doorsnede, en men om de grenzen binnen welkede wetten voor de elasticiteit gelden, niet te overschrij­den , de belastingen niet te hoog mag opvoeren, zoo is hetzaak de doorsnede zoo klein mogelijk te maken, teneinde een merkbare verlenging te verkrijgen. In dat ge­val is het zeer moeilijk de doorsnëde nauwkeurig temeten, en eene geringe fout in die bepaling zal aanlei­ding geven tot eene groote fout in het eindresultaat. Aande bepaling dier doorsnede wordt dan ook de uiterstezorg besteed, en gewoonlijk geschiedt het langs eenomweg, door namelijk eene bepaalde lengte van dendraad af te wegen, waardoor men behulp van het spe­cifiek gewicht de doorsnede kan berekenen. Deze han­delwijze is overigens alleeen aan te bevelen voor licha­men welke men tot draad kan trekken, daar men slechtsin dat geval op eene doorsnede mag rekenen, welkeoveral dezelfde is.

Eene andere methode, die door buiging, is toepasse­lijk daar waar het te onderzoeken lichaam van grootereafmetingen is. Hierbij is de staaf horizontaal geplaatst,aan de uiteinden vastgeklemd of ondersteund, en wordtde belasting zoo aangebracht dat zij werkt loodrecht opde richting van de lengte. Is de staaf aan de beide uit­einden ondersteund en in het midden met een gewicht

Page 23: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

P belast dan ondergaat de staaf eene doorbuiging, waar­van de pijl is

U — P a3

4.Ë T h 3 III.

Deze formule geldt voor staven met rechthoekige door­snede, a is de afstand tusschen de beide steunpuntenb is de horizontale, h de verticale dwars-afmeting. Cete­ris paribus is de doorbuiging omgekeerd evenredig aanden elasticiteits-coefficient Verder is de doorbuigingevenredig aan de derde macht van den afstand tusschende steunpunten, omgekeerd evenredig aan de derde machtvan de hoogte. Alleen bij lichamen van grootere afme­tingen wordt deze methode gebruikt, daar anders dedoorbuiging te gering wordt om nauwkeurig gemetente kunnen worden.

Daar de elasticiteit ook eene rol speelt bij de akusti-sche verschij nselen, zoo kunnen ook deze aangewendworden ter bepaling van den elasticiteits-coefficient. Deeenvoudigste akustische methode is wel die waarbij eenestaaf in longitudinale of transversale trillingen wordtgebracht. De hoogte van den toon, dat is het aantaltrillingen hetwelk eene staaf in de tijds-eenheid volbrengt,is behalve van de afmetingen ook afhankelijk van de

1 Zie bijv. J. P. Delprat. Over den weerstand van balken en ijzerenstaven pag. 21.

Page 24: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

12 ---

veerkracht Reeds Poisson heeft deze methode als eenezeer nauwkeurige aanbevolen. Hij zeg t1 2 „Puisqu on„peut apprécier avec une très-grande précision les tons„rendus par des verges élastiques vibrantes, il en résulte„un moyen de déterminer la rigidité des différentes rnatiè-„res et d’en conclure leur résistance a la flexion ou a

„1’extension.”Ook Weber 1 maakt er op opmerkzaam dat het ge­

hoor in vele gevallen, waar het geldt de bepaling vanzekere eigenschappen en krachten der lichamen, zooalscohaesie, zamendrukbaarheid, rekbaarheid, uitzettingdoor warmte, in de plaats van het gezicht bij het on­derzoek kan treden, daar het hier dikwijls geschikterewegen voor nauwkeurige meting aanbiedt, dan het gezicht.

Weber verzekert uit ondervinding dat het oor fijn ge­noeg hoort om onder gunstige omstandigheden de toon­hoogte zoo te bepalen dat de fout op 200 trillingen nietmeer dan eene bedraagt, en evenzoo als men het oogdoor middel van den nonius, de mikrometerschroefenz. kan te hulp komen, en daarmede nog veel nauw­keuriger meting kan volbrengen, zoo zijn er ook me­thoden bij de bepaling van de toonhoogte welke op eene

1 Poisson. Note sur les vibrations des corps Sonores. Ann. de Ch, et de

Phys. 2 me. Série XXXVI pag. 92.

2 W. Weber. PoggendorfPs Annalen XIV pag 397*

Page 25: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

13 —

dergelijke wijze de telling der trillingen door de hoogteder tonen zoo volmaken, dat men onder gunstige om­standigheden op iooo trillingen niet meer dan eene kan

dwalen.Weber heeft hier het oog op de zwevingen welke men

waarneemt, wanneer twee tonen, welke nagenoeg unisonozijn, gelijktijdig worden voortgebracht, en welke men,indien zij zoo snel op elkander volgen dat het gehoor zeniet meer kan onderscheiden, volgens Helmholtz 1 alsdissonant waarneemt. Deze zwevingen doen nu denzelfdendienst voor het oor als de nonius voor het oog. Doorden nonius wordt dezelfde lengte tweemaal in gelijkedeelen verdeeld, zoo, dat deze bij de tweede verdeelingeene onderafdeeling meer telt dan bij de eerste. Door detrillingen van twee lichamen, welke zwevingen te weegbrengen, wordt eene en dezelfde tijdruimte tweemaalin gelijke deelen verdeeld, zoo, dat de eene afdeeling eeneonderafdeeling meer telt dan de andere. Even als mennu bij den nonius het samenvallen van twee deelstrepenwaarneemt, zoo neemt men het samenvallen van twee

trillingen als zweving waar.De tweede door Weber ter ondersteuning van het oor

bij de vergelijking van twee tonen aangewende methode

I Helmholtz. Die physiologischen Ursaclien der musikalischen Harmonie.

Populilre wissenschaftliche Vortrage iêb Heft. pag. 87.

Page 26: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

14 —

bestaat hierin dat hij den toon welke hij bepalen wilop dubbele wijze in overeenstemming met een anderentoon brengt, eerst door verhooging, dan door verlagingvan dien tweeden toon, en aan beide kanten de gren­zen bepaalt, waar het oor het verschil van beide tonenbegint waar te nemen

Bij homogene lichamen is het onverschillig of menter bepaling der elasticiteit gebruik maakt van longitu­dinale of van transversale trillingen Dezelfde elasticiteittreedt bij beide verschijnselen in werking. De keuzeder methode wordt dus ook hier beslist door bijomstan­digheden.

Om eenigszins waarneembare longitudinale tonen voortte brengen moeten de staven eene betrekkelijk grootelengte hebben, veel grooter dan ik mij kon verschaffen ,zoodat mij slechts de methode door transversale trillin­gen overbleef.

Een staafje nu kan op zes verschillende wijzen intransversale trilling worden gebracht, welke zes geval­len Chladni in zijne Akustik pag. 95 heeft opgenoemd.Den uiteinde der staaf kunnen namelijk 1 * beiden vast, of 2ebeiden vrij; het eene uiteinde kan vast en het andere gevrijzijn, of 4e ergens tegen aangedrukt (angestemmt) zijn,of beide uiteinden kunnen 5e aangedrukt zijn of 6e kan

Zie Fechner’s Repertorium der Physik. I pg. 259.

Page 27: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

15 —

het eene uiteinde vrij het andere slechts aangédrukt zijn.De hoogte van den transversaaltoon is voor vier der zesbovengenoemde gevallen verschillend.

Ik bracht de staafjes zoo in trilling dat beide uitein­den geheel vrij waren. In dat geval vormen zich tweeknooplijnen op een afstand van de beide uiteinden gelijkaan 0,2262 maal de lengte. Men kan nu, daar dezeknooplijnen plaatsen zijn waar de deeltjes van de staafin rust zijn, de staaf bij de knooplijnen vastklemmenof vasthouden, zonder in den trillingstoestand eenigeverandering te brengen.

Chladni hield de staaf, welke hij onderzoeken wilde,tusschen duim en tweeden vinger; ook beveelt hij aan, zoo-als Faraday en Strehlke ook aangeven 1, de staaf in detwee knooplijnen, op niet te harde steunpunten — tweeprismatische stukken hout met leder, laken of ineen­gedraaid papier bedekt — eenvoudig neer te leggen ofdesnoods met draden vast te binden. Weber klemdezijne staven tusschen twee spitsen vast, na de liggingder knooplijnen é. priori berekend te hebben; hij verze­kert dat wanneer hij eene aldus bevestigde staaf aansloegof aanstreek, de staaf even goed en even lang trildeals eene stemvork. Dit laatste is slechts het geval voor

Zie Bindseil. Akustik pg. 165.

Page 28: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

metalen en glazen staven. Houten staven klinken niet

door *.Ik volgde deze methode van Weber in zooverre dat

ik mijne staafjes in de eene knooplijn tusschen twee stel-schroeven met spitsen punt vastklemde, terwijl het metde andere knooplijn rustte op een strak gespannen koordje.Bij aldus bevestigde metalen staven merkte ik even alsWeber op dat de toon rein en lang door klonk. Ditkoordje was uitgespannen in een stoeltje hetwelk konverschoven worden in eene geleiding, zoodat ik vooralle lengten hetzelfde eenvoudige toestelletje kon gebruiken.

De juiste plaats waar de staafjes moeten worden vast­geklemd vindt men door daar waar zich ongeveer deknooplijnen moeten vormen, eenig fijn zand te strooien,wanneer men de staaf met den strijkstok aanstrijkt vormtzich onmiddelijk eene nette knooplijn, bij het losse uit­einde, ook al is de staaf juist niet nauwkeurig in deandere knooplijn vastgeklemd. Klemt men nu de staafin de aldus gevondene knooplijn vast, dan kan men opdergelijke wijze ook de andere knooplijn vinden. De toonwelke hierbij ontstaat is die welken men bepalen moet.Het is zaak om steeds door de knooplijnen te controleeren

of men den juisten toon heeft.De hoogte van den toon werd bepaald met behulp

— i 6 —

i Zie pg. 29.

Page 29: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— i 7 —

van den sonometer. Aanvankelijk de snaar van densonometer telkens zoodanig spannende, dat eene lengtevan 500 millimeter van die snaar unisono klonk meteene Ut3 stemvork van Rudolph Koenig te Parijs a 256vibraties in de seconde, hetwelk een grooter gemak inde berekening aanbracht, merkte ik naderhand op dat hetin de praktijk veel nauwkeuriger en gemakkelijker was despanning onveranderd te laten en telkens de lengte vande snaar te bepalen, welke overeenkwam met de Ut3 vork.Dit was altijd, dank zij de zwevingen, welke hier dui­delijk waarneembaar waren, nauwkeurig te doen. Daardeze lengte in den loop van den dag wel drie a viermillimeter varieerde heb ik die lengte bij elk staafje,waarvan ik de toonhoogte bepaalde, meerdere malengemeten. Het bepalen van de toonhoogte van elk staafjegeschiedde ongeveer acht a tien malen waarbij telkenshet staafje werd afgenomen en in de andere knooplijnvastgeklemd.

De tonen waren bij de meeste staafjes zeer duidelijken gemakkelijk op den sonometer weer te vinden. Deafwijkingen waren dan ook voor hetzelfde staafje zeergering, en beliepen zelden meer dan een millimeter opden sonometer, waarvan onderdeden moesten geschatworden. Slechts in enkele gevallen, waar het hout wei­nig homogeen en warrig of kwasterig was, of waar gol­vende jaarringen aanwezig waren, was de toon minder

2

Page 30: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

gemakkelijk te vinden, en soms wilden zich zelfs geenknooplijnen vormen. In dat geval liet ik de staven metmeerdere knooplijnen trillen, dat wil zeggen, ik bepaaldeeen der boventonen.

Aanvankelijk was ik van plan geweest den elasticiteits-coefficient met behulp van den grondtoon en van deboventonen te bepalen, doch de verhouding van dieboventonen tot den grondtoon week zoo sterk af van dedoor de theorie aangegevene, dat ik dit voornemen lietvaren, en ik mij dus slechts hield bij den elasticiteits-coefficient gevonden met behulp van den grondtoon.

Zoo vond ik bij vijf verschillende staafjes voor dengrond en eersten boventoon het volgende:

TABEL L

Verhouding tusschen grondtoon en eersten boventoon.

/. b. h. »s «8 -'«2 Gemid­deld.

Vol­gens detheorie.

400,5249,01199.65218.3180.3

19,6714,4114,358,695

14,725

9,4906,5166,4154,3364,220

195,7348,9543,5400,3523,0

534,6947,4

1486,91093,0H 33.3

2,73172,71542,73572,73232,7390

2,7308 2,7565

In deze tabel stellen voor: /, b en h de lengte, breedte enhoogte der staafjes in millimeters, en na en n% het aan­tal trillingen welke die staafjes, transversaal trillende,

Page 31: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

volbrengen in ééne seconde, respectievelijk met vormingvan twee en drie knooplijnen.

Men ziet dat de gevonden verhoudingen steeds klei­ner zijn dan die door de theorie is aangegeven. Voorzooverre mij bekend is, zijn ter bepaling van deze endergelijke verhoudingen bij transversaal-trillingen vanstaven geene andere onderzoekingen gedaan dan doorChladni *. Deze vond dat van een staaf met vrije uit­einden de grondtoon gis zijnde, de eerste boventoon

was d , hetwelk overeenkomt met eene verhouding9 25

4 X - g - = 1 2>88, welke verhouding door Wlillner 5

„fast genau gleich” aan de door de theorie vereischtewordt genoemd.

Daar ik dus van de boventonen geen gebruik wenschtete maken, en toch gaarne den elasticiteits-coefficient uitmeer dan een gegeven wenschte te bepalen, zoo liet ikmeestal in het vervolg de staafjes ongeveer vierkant ma­ken, en bepaalde ik de toonhoogte wanneer het staafjetrilde in de richting der hoogte en in de richting derbreedte. De afmetingen en het gewicht van het staafjedezelfde blijvende, moeten de aldus bepaalde toonhoogtentot elkander staan in de omgekeerde reden van hoogteen breedte, en moet de berekening van den elasticiteits-

— 1 9 —

1 Chladni, Akustik pag. 94. e. v. — Bindseil, Akustik pag. 161.

2 Wtlllner, Experimentalphysik 3e Ausgabe. I. pag. 599.

Page 32: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

20

coefficient met behulp van deze toonhoogten in beidegevallen dezelfde waarden opleveren. Al heeft zelfs ook aleene staaf in de richting der dikte en der breedte onge­lijke elasticiteit, dan moet die verhouding toch blijvenbestaan, daar, volgens Cauchy ‘, het trillingsgetal slechtsafhankelijk is van de elasticiteit in de richting van delengte der staaf. Cauchy voegt er bij dat Savart ditreeds van te voren experimenteel bevestigd had.

Niettemin schijnen Chevandier en Wertheim 1 2 dit tebetwijfelen waar zij zeggen „Nous devous faire remar-„quer que les substances homogènes seules rendent tou-,jours le même son lorsque 1’on fait vibrer transversale-„ment un barreau carré, soit dans le sens de la largeur,„soit dans celui de son épaisseur, tandis qu’il n’en est„pas de même pour les bois.” Hoe dit ook zij, de ge­vondene verschillen waren bij hen zoo gering dat hetgemiddelde als ware coefficient van veerkracht kon

aangenomen worden.De lage transversaaltonen zijn op den sonometer moeie-

lijk weer te vinden, daar die tonen, door houten staafjesvoortgebracht, meestal onzuiver zijn. Hooge tonen latenzich zeer gemakkelijk weer vinden, doch bij dezen ver-

1 Cauchy, Exercices de Mathématiques. IV. pag. 99.

2 Chevandier et Wertheim. Mémoire sur les propriétés mécaniques du

bois. pag. 26.

Page 33: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

21

valt men weer in een ander kwaad, namelijk degrooteinvloed van de eigene stijfheid van de snaar. Wanneerik zeer hooge tonen moest bepalen, nam ik derhalvegewoonlijk mijne toevlucht tot het lager octaaf, of somsook wel tot het tweemaal lager octaaf, waardoor de invloedvan de stijfheid van de snaar vermeden werd. Waarzulks mogelijk was, liet ik de staafjes van zoodanigeafmetingen maken dat de toon begrensd bleef tusschen

XJtg en Ut6.

Page 34: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

H O O FD STU K III.

DE DYNAMISCHE EN DE STATISCHE ELASTICITEITS

COEFFICIENT.

De eerste vraag, welke zich bij de aanwending derakustische methode ter bepaling van elasticiteits-coeffi-cienten voordoet is deze: Is de aldus gevonden coefficientgelijk aan dien, welken men langs anderen weg, door bui­ging of door verlenging, verkregen zoude hebben?

De wijze waarop zich eene elastische staaf onder den in­vloed van uitwendige krachten, zoowel in den toestand vanevenwicht als in dien van beweging gedraagt, is reeds sindslang theoretisch nagegaan, en het onderwerp der onder­zoekingen geweest van de meest uitstekende mathematicials Navier, Euler, Bernouilli, Cauchy, Poisson, Seebeck

è>

en anderen. Uitgaande van de moleculaire werkingen ko­men deze langs verschillende wegen tot in hoofdzaakovereenstemmende resultaten. Deze overeenkomst, gevoegdbij de overweging dat de wetten van het evenwicht en

Page 35: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 23 —

voor de beweging van de elastische staaf uit dezelfdeonderstelling, met dezelfde definitie van den elasticiteits-modulus worden afgeleid, zoodat de vergelijkingen voor’tevenwicht uit de bewegings-vergelijkingen terstond ge­vonden worden 1 2 door de bewegingskrachten z ro te stel­len, dat alles mag ons doen verwachten dat de langsdynamischen en de langs statischen weg gevondene waar­den van den elasticiteits-coefficient volkomen zullen over­eenstemmen.

Doch de theorie wikt, maar het experiment beslist.Wertheim * is de eerste geweest, die de verschillende

methoden onderling vergeleken heeft, en hij kwam tothet merkwaardige resultaat, dat bij homogene lichamende elasticiteits-coefficient, gevonden door middel van lon­gitudinale of transversale trillingen, vrij wel dezelfde was,doch steeds grooter dan die door verlenging of door bui­ging bepaald. Bij al zijne verdere onderzoekingen heefthij hetzelfde bevestigd gevonden. Zoo vindt hij bij deenkelvoudige metalen voor de elasticiteits-coefficienten devolgende waarden:

1 Zie Clebsch, Theorie der Elasticiteit fester Körper. pg. 242.

2 G. Wertheim. Recherches sur 1’élasticité. Annales de chimie et de

Physique. 3111e Série. T. XII.

Page 36: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 2 4 —

E i E t E v2 E v

E ! + E t

Lood gegoten 1993,4 1985,2 1775, 1,1203„ getrokken 2 2 7 8 , 1781,2 1803, i,i257„ gegloeid 2146, 1854,2 1727,5 1,1578

Goud getrokken 8599, 8644,6 8i3i,5 1,0603« gegloeid 63 72, 5989, 5584,6 1,1328

Zilver getrokken 7576, 7820, 7357,7 1,0463„ gegloeid 7242, 7533, 7x60,5 1,0346

Koper getrokken 12536, 12513, 12449, 1,0061„ gegloeid 12540, 11833, 10519, 1,1585

Platina draad 17165, I7I53, x7°44, 1,0067„ gegloeid 15611, 15355, 15518, 1,0022

fct] bl tt]r f Q «i. *>*

l ' § o OC/3 <Ó Q Ef 5“° «“g »3o| <1G. s - ft c§<£ g |gJT 5*8*.P *o _ ftP rt-„

gLe:CL CCft sP 3co w

enz.

Alleen bij ijzer vindt hij geene, of tegengestelde af­

wijkingen.Ook bij zijne onderzoekingen over de alliages en over

glas, alsmede bij zijne in vereeniging met Chevandieringestelde onderzoekingen naar de mechanische eigen­schappen van hout, vindt hij steeds een dergelijk verschil.

Zoo geven Chevandier en Wertheim 1 voor verschillendehoutsoorten de volgende verhoudingen tusschen den dy-

namischen en den statischen elasticiteits-coefficient

Acacia . ...................... i,i93Den (Pinus abies)................... 1,056Haagbeuk.................................. 1,105B erk ............................... 1,2x2

1 Chevandier et Wertheim. Mémoire etc. pg. 63.

Page 37: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 25 —

Beuk......................................... 1,087Wintereik................................. i, 117Wilde pijn (Pinus Sylvestris) 1,086Olm........................................... 1,175Eschdoorn................................ 1,139E s c h . . . .................................. 1,246E lz .. . ....................................... 1,035Ahorn....................................... 1,068Populier.............. , .................. 1,007

Gemiddeld . . . ....................... 1,118

Wertheim meende dit verschil te moeten toeschrijvenaan de warmte welke gedurende de trillende bewegingin het lichaam wordt ontwikkeld, welke warmte eeneversnelling in de voortplanting van het geluid zoude teweeg brengen. Zelfs trachtte hij met behulp van beidealdus gevondene elasticiteits-coefficienten de verhoudingte bepalen tusschen de specifieke warmte bij constantedrukking en bij constant volumen; even als zulks voorgassen volgens eene welbekende methode geschiedt. Hijis zelf niet zeer tevreden met de aldus door hem gevon­dene resultaten, want wederom uit deze getallen de ca­paciteit bij constant volume berekenende, en die waardevermenigvuldigende met de atoomgewichten, welk pro­duct volgens de wet van Dulong en Petit voor allelichamen hetzelfde moet wezen, verkreeg hij aanmer-

Page 38: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 26 —

kelijk verschillende uitkomsten. Het schijnt dus, zegthij, dat de door onze handelwijze verkregene snelhedenvan het geluid nog niet nauwkeurig genoeg zijn; daartoezoude men met zulke lange staven moeten experimen-teeren, dat men gemakkelijk de longitudinale trillingenzou kunnen bepalen.

Deze berekening kon de aandacht van Clausius 1 nietontgaan. In de eerste plaats bracht Clausius dit tegende Wertheimsche verklaring in, dat eene verwarmingvan vaste of vloeibare lichamen bij samendrukking, hoe­wel waarschijnlijk, toch nog niet proefondervindelijk wasaangetoond, en dat uit proeven van Regnault geblekenwas dat water, bij eene plotselinge samendrukking met

een kracht van io atmospheeren, niet —— graad Celsius

verwarmd wordt, zoodat de verwarming dan toch zoogering zoude zijn, dat men voor de verhouding dier spe­cifieke warmten veel geringere waarden als voor luchtmoet verwachten. Verder toont hij aan dat de door Wert-heim ter berekening van die verhouding gebruikte for­mule 2 niet voor zijn geval gold, daar die formule be­trekking had op bolvormige voortplanting der trillin­gen in een vast lichaam, terwijl het in zijn geval te doen

1 Clausius, über die Veranderungen etc. Poggendorff.LXXVI. pag. 46.

2 De formule gegeven door Dubamel in het Journal de PÉcole polytech-

nique. Cahier XXV. pag. 19.

Page 39: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 2 7 —

was om eene lineaire voortplanting langs eene betrekke­lijk dunne staaf. Daarvoor geeft Clausius eene andereformule, en de door Wertheim gevondene waarden in­voerende , verkrijgt hij getallen voor de gezochte verhou­ding, van welke verscheidene terstond moeten verworpenworden, terwijl voor glas en lood die verhouding zelfsnegatief wordt.

Daar deze verklaring van Wertheim dus onvoldoendegeacht moest worden, zocht Clausius naar eene andere,en vond deze ook in een door W. Weber 1 in 1835 ont­dekt verschijnsel, namelijk in de elastische nawerking.

Wanneer men eene staaf van eene zekere stof met eengewicht belast, ’t zij dit werkt in de richting van de lengteof loodrecht daarop dan zal die staaf eene uitrekkingof buiging ondergaan. Deze uitrekking bestaat uit driedeelen. In de eerste plaats ondergaat de staaf eene uit­rekking, welke na wegneming van het gewicht blijft.Dit is de blijvende of permanente verlenging, welke zelfs,hoewel dan bijna onmeetbaar, door de geringste belas­tingen veroorzaakt wordt.

Ten tweede ondergaat de staaf eene uitrekking welketerstond verdwijnt wanneer de belasting wordt wegge­nomen. Dit noemt Weber de „Elastische w e r k in g Dezeblijft steeds evenredig aan de belasting, hoe groot deze

1 W. Weber. Göttinger gelehrte Anzeigen. 1835. St. 8.

Page 40: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

2 8 —

ook moge wezen. Gewoonlijk worden blijvende en elas­tische verlenging als een geheel waargenomen , en daar deblijvende verlenging sterker toeneemt dan de belastingzoo zullen ook de uit deze samengestelde verlenging bere­kende elasticiteits-coefficienten in de eerste plaats kleinerzijn dan die, welke uit de zuivere ëlastische verlen­ging berekend zijn, en vervolgens zullen zij met toene­mende belasting steeds kleiner worden, zoodat het zalschijnen alsof de veerkracht minder wordt. Wertheimberekende al zijne elasticiteits-coefficienten slechts met be­hulp van de zuivere elastische verlenging. Hierdoor ver­valt de uitlegging welke men geneigd zoude zijn te ge­ven van het opgemerkte verschil tusschen den dynamischenen den statischen elasticiteits-coefficient, namelijk datde eerstgenoemde coefficient de maat zoude wezen van deveerkracht, welke nog niet door meerdere of mindere be­lastingen was verminderd; de maat dus van de onge­

repte veerkrachtBij de blijvende en de elastische, ondergaat de staaf

nog eene derde verlenging, welke langzaam met den tijdtoeneemt. Na wegneming der belasting verdwijnt terstond

de elastische verlenging, ook de derde verdwijnt, dochzeer langzaam, totdat ten slotte niets meer overblijft dande eerstgenoemde, de permanente verlenging.

Deze derde uitwerking is nu wat Weber de elastischenawerking noemt. Bij sommige lichamen is zij zeer snel

Page 41: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 2 9 —

afgeloopen, zoo bijv. bij de metalen in eene halve secunde,terwijl bij andere lichamen, vooral bij organische, nogna 24 uur nawerking is te bespeuren. Zij wordt dan ookmeestal op deze laatsten bestudeerd.

Hoewel reeds in 1835 ontdekt, weet men nog zeerweinig van dit verschijnsel af. In den laatsten tijd is destudie er van wederom opgevat, en mannen als Kohl-rausch en Bolzmann wijden aan dit onderzoek hunnekrachten. Doch zelfs nog zeer kort geleden (1876) ver­klaart de eerste 1, dat de elastische nawerking tot nog toegeene bevredigende physische verklaring heeft gevonden,en dat de verschijnselen der elastische nawerking zeerzeker veranderingen zullen te weeg brengen in de onder­stellingen, welke aan de tegenwoordige elasticiteits-theorieten gronde liggen.

Hoewel dus zelve nog niet verklaard, kan de elasti­sche nawerking toch strekken ter verklaring van eenigeandere verschijnselen. Zoo schrijft Weber de snelle af­name der amplitudines van trillende lichamen aan deelastische nawerking toe, en beschouwt hij deze snelleafneming zelve als oorzaak van de „Tonunfahigkeit”van vele lichamen.

Ook ter verklaring van het door Wertheim waarge­nomen verschil tusschen de beide elasticiteits-coefficienten

1 Pogg. CLVIII. pag. 337.

Page 42: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 3 0 —

wordt de elastische nawerking door Clausius te hulp ge­roepen. Het is toch duidelijk dat in den uiterst kortentijd, waarin eene trilling volbracht wordt de elastischenawerking niet in werking kan treden, terwijl bij belas-ting-proeven daartoe ruimschoots tijd is. Gewoonlijk laatmen bij deze laatsten altijd eenige minuten verloopenvoor men de uitrekking waarneemt, zoodat dan reedshet grootste deel van de elastische nawerking is volbracht.Hieruit volgt dat die waargenomene uitrekking eigenlijkte groot is, en dus de daarmede berekende elasticiteits-coefficient te klein. Wel is waar zal men, waar menden elasticiteits-coefficient voor praktische doeleinden noo-dig heeft, zooals bij de berekening van bruggen enz:zich steeds moeten bedienen van den statischen elastici-teitsmodulus, doch in wetenschappelijken zin is de dyna­mische coefficient de belangrijkste, als zijnde, vrij van allevreemde bijmengselen, de ware maat van de veerkracht.

Ook Kohlrausch 1 is van oordeel dat beide coëfficiën­ten van elkander moeten onderscheiden worden waarhij zegt: „Jedenfalls aber hates-----gar keinen Sinn mehrvon einem Elasticitatsmodul schlechthin zu reden, dennderselbe wird, aus Schwingungen bestimmt, das mehr-fache von der Zahl betragen, welche man durch daue-

rende Belastungen erhalt.”

I Pogg. CLVIII. pag. 364.

Page 43: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

- 3 i —

De beroemde Petersburger experimenten van Kupfferwerden ook langs dynamischen weg ingesteld, en welopzettelijk om de zuivere elasticiteits-coefficienten, vrijvan elastische nawerking, te verkrijgen. 1

Omtrent den samenhang tusschen beide coëfficiëntenis overigens, behalve de onderzoekingen van Wertheimweinig bekend, en nog altijd blijven de woorden vankracht, waarmede Clausius zijne in 1848 naar aanleidingvan Wertheims resultaten geschrevene behandeling besluit:

Jedenfalls sieht man aus diesen Thatsachen dass die„Theorie der Elasticitat noch durchaus nicht als abge-„schlossen zu betrachten ist, und es ware zu wünschen„dass recht viel Physiker sich mit diesem Gegenstande„beschaftigten, um durch vermehrte Beobachtungen die„sichere Grundlage zu einer erweiterten Theorie zu„schaffen. Dabei würde es von besonderem Interesse sein,„wenn nicht nur über den Gleichgewichts-Zustand ahnliche„Versuchen wie der des Herrn Wertheim unter möglichst„veranderten Umstanden angestellt, sondern auch die„Schwingungsgesetzen entscheidenden Prüfungen unter-„worfen würden, indem nicht ohne Weiteres angenommen„werden darf, dass diese ebenso van den bisherigen„Formeln abweichen, wie die Gleichgewichtsgesetze.”

1 Zie o. a. Mémoires de 1’Academie Impériale des Sciences de St. Peters-bourg. Óme Serie. Sciences math, et Phys: Tome. VI. pag. 399.

Page 44: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

HOOFDSTUK IV.

MECHANISCHE EIGENSCHAPPEN VAN HET HOUT.

Alvorens over te gaan tot de bespreking der onder­zochte houtsoorten, en tot de mededeeling der verkregene

resultaten, is het noodig na te gaan in hoeverre menuit de gevondene elasticiteits-coefficienten van eenigestaafjes, verkregen van een blokje van geringe afme­tingen, hoogstens drie decimeter lang, bij eene hoogteen breedte van circa twee decimeter, mag besluiten tot deelasticiteit van den geheelen stam, en tot die van de ge-heele soort. Wij dienen dus eerst het antwoord te we­ten op de vraag: varieeren de mechanische eigenschap­pen in den stam zelve, varieeren ze voor verschillendeindividu’s, kunnen zij ook nog wijzigingen ondergaandoor andere dan individueele omstandigheden? Voor eenejuiste beantwoording dier vragen zou zoodanig onderzoekop de onderzochte houtsoorten zelve moeten geschieden.Doch daar dit voor ’t oogenblik onmogelijk is, zoo ishet het beste de voor andere houtsoorten gevondene re-

Page 45: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

- 3 3 -

gels toe te passen op de onderzochte Oost- en West-In-dische, en dus aan te nemen, dat de mechanische eigen­schappen bij dezen en genen dezelfde wetten volgen.

Het eenige onderzoek, ingesteld om het antwoordop de bovengestelde en meer dergelijke vragen te be­komen, is dat van Chevandier en Wertheim \

Had Wertheim reeds bij zijne onderzoekingen naar deelasticiteit der metalen kunnen opmerken, hoezeer dielichamen, naar gelang van hunne bereidingswijze en vanhunne zuiverheid, en onder den invloed van andere om­standigheden een verschillendén graad van veerkrachtkunnen hebben, hoeveel te meer was zoodanig eene af­wijking niet te verwachten bij eene stof als hout. Hout im­mers is eene stof van organischen oorsprong, waar reedsonregelmatigheid in den groei, verandering in de breedteen in den loop der jaarringen, en nog meer oorzaken,welke zich zelfs niet laten aanwijzen, samenwerken,om zelfs individu’s van dezelfde soort, onder zooveel mo­gelijk dezelfde omstandigheden opgegroeid, ten opzichtehunner mechanische eigenschappen te doen verschillen.

Om dus de wetten te ontdekken, volgens welke dieeigenschappen in een individu veranderen, was hetnoodig hun gang bij verschillende stammen, welke

i Chevandier et Wertheim. Mémoire sur les propriétés mécaniques dubois. Paris. 1848. — Comptes rendus. T . 23. pag. 663.

3

Page 46: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

onder zooveel mogelijk gelijke omstandigheden op­gegroeid en geveld waren, na te gaan. Daar Chevan-dier en Wertheim zich nog verder voorstelden de vraagte beantwoorden, welken invloed de plaats van afkomst,de plaatsing der stammen op dat terrein, oriëntatie,enz. op de deugdzaamheid der stammen uitoefenen,zoo kan men nagaan welk een arbeid Chevandier enWertheim met dit onderzoek ondernomen en volbracht

hebben.In de geschriften hunner voorgangers is overigens

wel het een en ander te vinden, hetwelk hierop betrek­king heeft. In het historisch overzicht, dat zij aanhet begin hunner verhandeling geven, deelen zij deresultaten, door andere onderzoekers verkregen, mede,als eerste antwoord op de vragen, welke zij zich te be­antwoorden voorstelden, en juist de weinige overeen­stemming in die resultaten, gaf hun aanleiding tot het

onderzoek in die richting.Zoo vindt Musschenbroek, dat in ’t algemeen het hout

in het hart het minst sterke is. Evenzoo Dr. Robinson1,terwijl deze nog vindt, dat het hout onmiddellijk aanden omtrek gelegen, dus het spint, wederom mindersterk was dan het meer naar binnen gelegene, zoo-dat het hout van de grootste sterkte gevonden wordttusschen centrum en spint. Barlow vindt uit zijne on-

— 34 —

i Zie het artikel „Strength” in de Encyclopaedia Brittannica.”

Page 47: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 35 —

derzoekingen, hoewel deze niet opzettelijk in deze rich­ting ondernomen waren, dat het zwaarste hout het sterkstewas, en dat dit in het algemeen het geval was metdie deelen, welke het dichtst bij het centrum en hetmeest nabij den wortel gelegen waren, dus met hetoudste hout. Girard is van dezelfde meening, welke ge­heel tegenover die van Musschenbroek en Dr. Robisonstaat. Ook Buffon vindt dat de cohaesie het grootst isnabij het centrum, doch dat deze regel ophoudt waarte zijn voor boomen ouder dan ioo i. n o jaar.

Barlow 1 tracht deze tegenstrijdige resultaten in over­eenstemming te brengen door aan te nemen, dat zeerveel afhangt van den ouderdom van den stam, en vanden grond, waarin de boom is opgegroeid. Wan­neer de boom in zijn groei is, is het laatstgevormdehout, dat zijn de buitenste deelen, waarschijnlijk mindersterk dan het hout uit het hart; doch, wanneer een boomvollen wasdom heeft bereikt, en langzamerhand vervalt,kunnen de omstandigheden omgekeerd worden, zoodatde buitenste houtlagen harder, zwaarder en sterker wor­den, terwijl de centrale deelen reeds beginnen te ver­gaan. Barlow tracht dan ook te bewijzen, dat het houtvan Dr. Robison en dat van Musschenbroek van oudeboomen moet afkomstig geweest zijn, daar de balken

I Barlow. Strenght of materials. 6th Edition. Pag- 3-

Page 48: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

van Dr. Robison van zeer groote afmetingen en dievan Musschenbroek zeer vele in aantal zijn geweest.

Overigens hadden de proeven van Buffon, Robisonen Musschenbroek slechts betrekking op den absoluten

samenhang of cohaesie.De proeven van Musschenbroek ‘ en die van Buffon *,

(deze laatsten alleen op eikenhout genomen) munten uitdoor hunne nauwkeurigheid, om welke reden hunne getal­len dan ook nog steeds hunne plaats vinden in de verschil­lende handboeken over den weerstand der bouwstoffen,doch slechts zelden naast elkander. Zoo neemt Barlow3 degetallen van Buffon in hun geheel over, en herleidt zezelfs ten gerieve van den Engelschen ingenieur in En-gelsche maat en gewicht, terwijl hij zegt in die van Mus­

schenbroek weinig vertrouwen te stellen. Anderson daar­entegen gebruikt in zijn „Strength of Materials” 4 hoofd­zakelijk de getallen van Musschenbroek. Generaal J. P.D elprat5 zegt van de proeven van Buffon: „die proevenmissen alzoo de vereischten om tot toepassing te kun­nen dienen” , op grond hiervan, dat die proeven te snelafliepen, zoodat soms binnen een vierde uurs de belas-

I Musschenbroek. Introductio ad philosophiam naturalem. I.

■ 2 Oeuvres de Buffon.. Tom, X.

3 L o pag. 55-4 Textboek of Science. London. Longmans, Green ard Co. 1874- P*g- ” 3-5 J. P. Delprat. Over den weerstand van balken en ijzeren staven. 2. druk

— 3 6 —

pag- 4-

Page 49: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

37 —

tingen van o tot op 8000 kilogram werden gebracht, waar­door de gevonden brekingsgewichten, die welke menzou gevonden hebben wanneer men de balken langeren met minder gewicht had belast, waarschijnlijk verovertreffen.

Nadat Young in 1807 den elasticiteitsmodulus had in­gevoerd, werden de proeven meer met het oog op deveerkracht ingericht. De meest bekenden zijn die vanGirard, Bélidor, Barlow, Dupin, Savart enz., dochgeene van deze onderzoekingen was zoo uitgebreid alsde bovengenoemde van Chevandier en Wertheim, vanwier algemeene resultaten nu een kort verslag volgt.

De methoden ter bepaling van den elasticiteits-coeffi-cient door Chevandier en Wertheim gevolgd waren diedoor directe belasting van staven in de richting der lengte,die door buiging, en de akustische, door de bepalingvan de toonhoogte van den longituditaal- of transver-saaltoon.

Ook hierbij vinden zij, dat elke verlenging uit eeneblijvende en eene elastische bestaat. Van elastische na­werking maken zij geene melding. De elastische ver­lenging blijft vrij wel evenredig aan de belasting totzelfs op het oogenblik van breking. Berekent mende elasticiteits-coefficienten uit deze elastische door-buigingen of verlengingen alleen, dan zullen de zooberekende waarden onderling niet veel afwijken. Deze

Page 50: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

- 3« -

handelwijze is te verkiezen boven de gewone, welkemeestal door ingenieurs gevolgd wordt, waarbij mende totale doorbulging of verlenging waarneemt, dochwaarbij men zich dan slechts bepaalt tot zulke geringe be­lastingen, die geene of zeer geringe permanente doorbuigingof verlenging te weeg brengen. Niet alleen verkrijgt menbij de Wertheimsche methode eene grootere reeks waar­nemingen, doch ook de waarnemingen kunnen nauw­keuriger zijn, daar de te meten grootheden, de elas­tische verlengingen, zelve grooter zijn.

Dat elke belasting eene blijvende doorbuiging ver­oorzaakt, is ook door Wertheim 1 2 waargenomen bij zijneonderzoekingen naar de veerkracht der metalen, als ookdoor Hodgkinson * en door Beise. 3 4

Dat zelfs de geringste belasting eene blijvende ver­andering in een lichaam teweeg brengt geeft Voigt *aanleiding tot den volgenden uitroep:

„Es liegt eine gewisse Poesie darin, dass die Spur einer„einmal in dem harmonischen Geftige verursachten Un-„regelmSssigkeit niemals wieder vernichtet werden kann.

1 Wertheim. Recherches sur 1’léasticité des métaux. Ann. de Chim. et

de Phys. 3me Sér. T. X II pag. 403.

2 Report of the British association for 1844.

3 Beise. Crelle’s Journal filr die Baukunst X. pg. 103.

4 Voigt. Inauguraldissertation.

Page 51: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 39 —

•s

„Neumann bezeichnet deshalb den ersten Zustand alsden Jungfraulichen.”

Byzondere aandacht hebben Chevandier en Wertheimgewijd aan het verband tusschen den vochtigheidstoe­stand van het hout en de mechanische eigenschappen.De dichtheid neemt in het algemeen af met de uitdro­ging, terwijl de snelheid van voortplanting van het ge­luid evenredig daarmede toeneemt. Daar nu de elasti-citeits-coefficient met de snelheid van voortplanting enmet de dichtheid verbonden is volgens de bekende formule

E = —g

waarin v voorstelt de voortplantingssnelheid van hetgeluid in een lichaam van de dichtheid d, zoo zal deelasticiteits-coefficient kunnen toe- of afnemen, of ookwel stationair kunnen blijven met de uitdroging. Bijhunne onderzoekingen vonden zij evenwel, dat E steedsmet de uitdroging, hoewel dan onregelmatig, toenam.

De cohaesie nam toe met de uitdroging en wel inzeer sterke verhouding. Wanneer de uitdroging echterzoover gedreven werd, dat er slechts io°/0 vocht over­bleef, nam de sterkte aanmerkelijk af, waaruit misschiende algemeen verspreide meening ontspruit, dat groenhout sterker is dan droog, eene meening, die men ookbij Buffon kan vinden.

In ’t algemeen is de gang in de verschillende jaarrin-

Page 52: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

gen voor de mechanische eigenschappen dezelfde. Zooheeft die laag, waar de dichtheid het grootst is, ookden grootsten elasticiteits-coefficient en de grootste sterkte.Soms echter kunnen deze in omgekeerden zin gaan,zooals bij den beuk werd waargenomen, waar dedichtheid en de snelheid van het geluid tegenoverge-stelden gang hadden. Bij de meeste der door Ch. enW. onderzochte boomen namen dichtheid, veerkrachten cohaesie toe van uit het midden naar den omtrek,vooral bij de pijnboomen, waar, bij zware boomen, deelasticiteits-coefficient der buitenste jaarringen vaak meerdan het dubbele bedroeg van dien in het centrum. Dik­wijls kwam het voor, dat de mechanische eigenschappenvoor staven, onmiddellijk bij de schors gelegen, een weinigafnamen. Bij andere boomen had iets anders plaats. Bij deneik en den beuk vertoonden de getallen voor de mechanischeeigenschappen een maximum op een afstand van het mid­delpunt gelijk aan een derde van den straal des stams.Doch deze laatste boomen, twee eiken en een beuk, telden95, 164 en 114 jaren, terwijl bijna alle andere onder­zochte boomen slechts 26—61 jaren telden. Het schijntdus dat de ouderdom hier grooten invloed heeft. Bijtwee beuken, de een van 50» de ander van 95 jaren,hadden de mechanische eigenschappen tegengesteldengang. Bij den boom van 50 jaar namen zij toe van uit

Page 53: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 41

het middelpunt naar den omtrek, terwijl zij bij dien van95 jaar in dezelfde richting afnamen.

Uit een en ander trekken Chevandier en Wertheimhet besluit, dat bij spintboomen, waar de oudste jaar­ringen overgaan in kernhout, zooals bij den eik endenbeuk, een zeker tijdstip aanbreekt, waarop deze ver­andering in den relativen toestand der jaarringen ookeen ommekeer in de beweging der mechanische eigen­schappen met zich brengt, terwijl bij de houtsoorten,bij welke alle jaarringen voor vloeistoffen doordringbaarblijven, zooals bij de pijnboomen en de meeste zachtehoutsoorten {bots blancs') , deze eigenschappen van uit hetmiddelpunt naar den omtrek toenemen, welke ook deouderdom van die boomen moge zijn.

De getallenwaarden voor de mechanische eigenschappennemen in denzelfden jaarring met de hoogte in den boomaf. Deze vermindering is zeer aanmerkelijk en heeft ookplaats voor staafjes uit den boom gesneden, loodrechtop de richting van den vezel. Neemt men grootere sta­ven op verschillende hoogten van den stam welke nietdezelfde jaarringen bevatten, dan zijn er oorzaken, welkedie regelmatige afneming met de hoogte kunnen verstoren.Zooeven zagen wij dat bij sommige boomen de getallenvoor de mechanische eigenschappen minder zijn voor de bui­tenste lagen dan voor de meer naar binnen gelegene. Daarnu juist die buitenste lagen zich het hoogst in den boom

Page 54: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 42 —

uitstrekken, zullen dus de mechanische eigenschappen bijdie boomen h fortiori geringer zijn voor het hooger gele­gen hout dan voor het lagere. Bij andere boomen evenwel,waar de buitenste lagen de beste zijn, zullen beideinvloeden elkander tegenwerken, en zal dus de tophoogere, gelijke, of lagere coëfficiënten voor cohaesie etc.kunnen vertoonen dan het hout aan de basis. Evenwelwas het bij de proeven van Chevandier en Wertheimmeestal het geval, dat de mechanische eigenschappenmet de hoogte afnamen.

Het specifiek gewicht, hoewel in denzelfden boom ver­anderlijk, en hoewel ook veranderlijk met den vochtig-heids-toestand, blijkt volgens Chevandier en Wertheimvolkomen onafhankelijk te zijn van uitwendige invloe­den, daar de afwijkingen voor boomen van dezelfdesoort zeer gering bleken te zijn. Hetzelfde echter is niethet geval met den elasticiteits-coefficient, welke afneemt,naarmate de boom zelf ouder is. De boomen op noor­delijke, noordwestelijke en noordoostelijke plaatsen vanhet terrein en op drogen grond opgegroeid, vertoondensteeds een des te hoogeren elasticiteits-coefficient, naar­mate deze beide omstandigheden meer gelijktijdig plaats

vonden.Nog eene belangrijke vraag is ter beantwoording over­

gebleven, namelijk deze: heeft'de breedte der jaarringeninvloed op de mechanische eigenschappen? Men vindt

Page 55: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 43 —

wel eens aangehaald dat de veerkracht in omgekeerdereden staat tot de dikte der jaarringen, en dat de op-eenhooping der vezels tot eene geringe dikte aanleidingzoude geven tot meerdere sterkte. Chevandier en Wert-heim, die ook hunne aandacht daarop vestigden, vondenbij sommige boomen in het minst geen verband tusschendie beiden. Slechts bij den den (Sapin) vonden zij eenhoogen elasticiteits-coefficient voor dunne jaarringen.Evenwel vonden zij ook hier, dat voor even breede jaar­ringen op verschillende afstanden van het centrum debuitenste laag steeds de grootste veerkracht vertoonde.Het dunner zijn der buitenste jaarringen kan dus geeneerste oorzaak zijn van de toeneming der elasticiteit vanuit het midden naar het centrum.

De betere qualiteit van den Noordschen den moet dusniet uitsluitend aan de geringe dikte der jaarringentoegeschreven, doch de oorzaak daarvan tevens in hetklimaat en in het terrein gezocht worden *.

i Zie Oudemans. Leerboek der Plantenkunde. Anatomie, pg. 410.

Page 56: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

HOOFDSTUK V.

BIJZONDERHEDEN OMTRENT DE BEREKENING.

Chevandier en Wcrtheiin maakten, waar zij den elas-ticiteits-coefficient van het hout langs akustischen wegtrachtten te bepalen, steeds gebruik van de longitudi­nale trillingen. Slechts daar, waar zij hunne staven nietlang genoeg konden verkrijgen, namen zij hunne toevluchttot transversale trillingen. Dit was het geval waar zijzochten naar den elasticiteits-coefficient in eene richtingloodrecht op den vezel. Hunne tabel XV geeft eenege-heele reeks bepalingen voor een groot getal Europeeschehoutsoorten. Hierbij maakten zij gebruik van den laag-sten transversaaltoon, dien een staafje geeft, wanneerhet aan de beide uiteinden vrij is, doch wanneer dezetoon te laag was, namen zij hunne toevlucht tot de bo­ventonen, bij welken het staafje met drie, vier of zelfsvijf knooplijnen trilde. Zij geven in hunne tabel niet opbij welke staven dit het geval was. Op pag. *8 heb ikreeds gezegd, waarom ik meende deze handelwijze niet

te moeten volgen.Ook geven zij slechts de formule op, volgens welke

Page 57: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 45 —

de elasticiteits-coefficient berekend werd, zonder eenigeandere verwijzing of toelichting.

De formule

drukt uit het aantal trillingen, welke eene parallelopipe-dische staaf, transversaal-trillende, per secunde volbrengt.In deze formule stellen voor:

l de lengte;h de dikte;d de dichtheid;E de elasticiteits-coefficient;£■=9,812 meter, het versnellingsgetal van de zwaarte­

kracht, en

t een coefficient, afhangende van de wijze van be­vestiging en van de wijze van trilling.

In het geval dat de staaf aan beide uiteinden vrij ofbevestigd is, wordt de waarde van t gevonden uit devergelijking:

volgens de afleiding van Poisson 1 2, als ook volgens die vanCauchy J. Voor de kleinste waarde van t berekent Poisson:

t = 4,73004en deze waarde in de formule invoerende, vindt men het

n — ---- —4irj/ 3 Pt'- h k E g

d IV.

e -f-e cos t—2 = o

1 Poisson. Mécanique rationelle. Tome. II. pag. 377. (1833).

2 Cauchy. Exercices de Mathématiques. III. pag. 271.

Page 58: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

- 4 6 -

aantal trillingen, welke de staaf volbrengt per secunde,wanneer zij aan beide uiteinden vrij is, en daarbij den

laagsten toon geeft.Lost men uit de formule IV de waarde van E op, met

invoering van het gewicht G van de staaf:G — d. /. b. k.

waarbij b de breedte voorstelt, en substitueert men te­vens voor t de bovengevonden waarde, dan wordt:

_ 48w* n*l*G _ A n*l*Gt*g bh5 bh*

Waarinlog A = 5,9843242 — 10

is. Bij de berekening van dezen coefficient heeft men inhet oog te houden dat, zoo men de afmetingen van hetstaafje uitdrukt in millimeters, ook het versnellingsgetalg der zwaartekracht in millimeters moet worden uitge­drukt, evenals het gewicht G in milligrammen.

Het getal E vindt men dan als uitdrukkende een ge­wicht in milligrammen, werkende op één vierkantenmillimeter; de komma in dit getal 6 plaatsen vooruit­schuivende , wordt E uitgedrukt in kilogrammen, en steltdan voor: het gewicht in kilogrammen, hetwelk eenestaaf van de onderzochte stof op de dubbele lengte zoudeuitrekken, zoo die uitrekking physisch mogelijk ware.

Volgens de opgaven van Seebeck 1 berekend, wordt

1 A. Seebeck. Ueber die Querschwingungen elastischer Stitbe. Berichte

Page 59: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

47 —

log A = 5,9843228Cauchy berekent voor de waarde van t:

* — 4.73014waarmede

log A — 5,9842867wordt.

Deze waarden komen zoo goed overeen als men maarverlangen kan, aangezien de geringe afwijking van dewaarde van Cauchy hieraan moet worden toegeschre­ven, dat t volgens eene andere benaderingsmethode be­rekend is. 1 2

Bij de berekening van mijne elasticiteits-coefficientenheb ik steeds gebruikt de waarde van Seebeck:

log A = 5,9843228.Chevandier en Wertheim geven voor de berekening

van den elasticiteits-coefficient uit den transversaaltoonde volgende formule 3.

log E = 3 log l + 2 log n -+- log G — log b — 3 log h —— 4,02104 — log c

c is de correctie-coefficient waardoor zij de waardenvan den elasticiteits-coefficient, gevonden langs akusti-schen weg, herleiden tot dien, gevonden door uitrekking

der Math. Phys. Classe der K. Gesellschaft der Wissenschaften zu Leip­zig. 1849.

2 Zie Fechners Repertorium der Physik I. pg. 275.

3 h c. pg. 37.

Page 60: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

- 4 8 -

of buiging, voor welken coefficient, als gemiddelde voor

verschillende houtsoorten, gevonden is: 1c = 1,118

De andere coefficient:— 4,02104 = + 5,97896 — 10

wijkt echter aanmerkelijk af van die, welke hierbovenvolgens de opgaven van Poisson, Seebeck en Cauchyberekend zijn. Daar Chevandier en Wertheim niet op­geven aan wien zij hunne formule ontleend hadden,kostte het mij zeer veel tijd en moeite zulks uit te maken,en de oorzaak van het verschil op te sporen.

Zij bleken het slachtoffer geworden te zijn van eenedrukfout in de Mécanique rationelle van Poisson. Daarintoch wordt voor t opgegeven de foutieve waarde t —

4,74503- In het door miï gebruikte exemplaar was dezedrukfout, gecorrigeerd, zoodat ik natuurlijk deze verbe­terde waarde gebruikte. Berekent men echter A metdeze foutieve waarde, en houdt men in het oog, datvoor Parijs ^=9,8088 meter is, dan verkrijgt men

log A = 5,9789687welke waarde volkomen overeenkomt met die, welkedoor Chevandier en Wertheim is opgegeven. De waardenvoor hunne elasticiteits-coefficienten in hunne tabel XV

zijn dus alle te klein.Prof. W. F. Exnerte Weenen, die in 1871 deverhande-

1 Zie pg. 25.

Page 61: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 49 —

ling van Chevandier en Wertheim herzien en in 't Duitschvertaald heeft, heeft deze fout over ’t hoofd gezien. 1 2

Dewijl de afmetingen der staafjes in de formule inde derde macht verheven voorkomen, is het noodza­kelijk deze zoo nauwkeurig mogelijk te bepalen, vooralde breedte en de hoogte, welke zeer klein zijn. Che­vandier en Wertheim geven op, dat zij die afmetingendoor middel van den spherometer op meerdere plaatsenbepaalden, en dat deze zeer weinig verschilden, daarhunne staafjes met groote zorg afgewerkt waren. Even­wel deelen zij niet mede, op hoeveel plaatsen zij die af­metingen bepaalden, en evenmin hoe groot de afwijkin­gen waren. J

De transversaal-afmetingen van mijne staafjes bepaaldeik met behulp van een zoogenaamd caliber-passertje vanElliot-Brothers waarmede ik 0,01 millimeter nauwkeu­rig kon aflezen, terwijl een vijfde van die waarde nognauwkeurig kon geschat worden.

1 Deze fouten in Poisson’s Mécanique rationnelle schijnen in Frankrijk

nog niet algemeen opgemerkt te zijn. Immers M. Mercadier maakt in zijne

onderzoekingen op stemvorken, beschreven in het Journal de Physique.

Tome V. Juli. 1876. van eene dergelijke foutieve waarde gebruik. Hijneemt nl.

fi = 1,87011terwijl die waarde jnoet zijn

/’ = 1,87511.2 Zie pag. 61.

4

Page 62: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— So —

Daar de vorm der staafjes niet zuiver parallelope-disch, doch meestal een weinig wigvormig was, washet noodig om de afmetingen op meerdere plaatsente bepalen. Zulks deed ik derhalve aan de beide zij­kanten en in het midden, telkens 13 h 20 maal, naargelang van de lengte van het staafje, zoowel voorde breedte als voor de hoogte. Van al die afmetingenwerd het gemiddelde genomen, zoodat elke hoogte enelke breedte het gemiddelde is van 40 a 60 getallen.De afwijkingen bedroegen zelden meer dan 10 k 12 hon-

dersten van een millimeter.De lengten werden door middel van een maatstaaf je

met nonius voorzien, en tot op 1,0 millimeter nauwkeurig

bepaald.Hoewel met het caliber-passertje van Elliot tot op 0,002

millimeter nauwkeurig kon worden gemeten, is het erechter verre van, dat de bepaling der dwarsafmetingender staafjes die nauwkeurigheid bereikte. Dezelfde af­meting van een staafje tweemaal bepaald zijnde, boodsoms wel een verschil aan van 0,02 millimeter. De ongelijk­heid en de weekheid van het hout, waardoor, bij de minstedrukking, de stift van den passer in het hout kon dringen,kunnen als oorzaak van dit verschil aangegeven worden.

Tabel II geeft de uitkomst van eenige bepalingenvan elasticiteits-coefficienten van eenige staafjes esch-doornhout, benevens de uit de afmetingen en het ge-

Page 63: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— SI

wicht berekende specifieke gewichten dier staafjes,welke bepalingen bij wijze van proef ondernomen zijnom de uitkomsten te kunnen vergelijken met dergelijkebepalingen van Chevandier en Wertheim.

TABEL II.

Eschdoorn. Eindelings.

Num­mer. 1. b. h. G. rib. nh. Eb. Eh. E b+ E b

2D.

et. 119,8 10,469 9,044 6,631 787.7 700,6 65,753 6q.6o8 67,725 0,585b. 125,3 10,44.6 9,066 6,910 720,1 656,1 65,774 72,5 m 69,142 0,582c. i2i,75 10,400 9,026 6,790 799,5 693,4 74,412 74,3io 74,361 o,594d. 127,78 10,076 9,075 6,699 762,8 669,8 84,496 80,312 82,404 o,573e. 124,75 10,311 9,238 7,163 768,1 700,9 78.144 81,062 79,603 0,603

£ = 74,647. D = 0,587.

0'.b'.

123,79 10,478 9,121 6,523 907,8 799,5 93,741 95,953 94,847128,66 10,209 9,H3 6,571 833,3 749,8 96,666 98,222 97,444124,25 10,410 9,ïi9 6,526 912,0 804,5 97,697 99,224 98,460134,26 10,376 9,189 7,077 806,0 716,7 104,55 105,4 104,98125,1 10,051 9,322 6,452 926,8 853,3 110,56 108,95 109,75

0.5S10.5490.5540,5530.550

E = io i ,og6. D = 0,551.

De staafjes zijn uit dezelfde plank gezaagd loodrechtop de richting van de vezel en ongeveer tangentiaalaan de jaarringen. Verder zijn zij in de tabel gerang­schikt naar de hoogte, zoo, dat het staafje «het meestnabij den top gelegen was. De met een accent getee-kende staafjes a' b' enz. zijn de verlengden der niet

Page 64: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 52 —

geaccentueerde, zoo dat a' b' enz. het hout bevatten,hetwelk het meest aan den omtrek gelegen, dus het

jongste was.Tabel III geeft dezelfde uitkomsten voor iepenhout.

TABEL I I I .Iepenhout. Eindelings.

Num­mer. 1. b. h. G. nb. nh. E i. Eh. E i+ E h

2D.

132,21 10,367 9,243 7,231 683,4 609,2 73,096 73,022 73,059 o,57ib. 132,54 10,117 9,324 7,281 668,7 607,2 75,726 73,464 74,645 0,582

133, 10,561 9,268 7,583 696,8 612,8 76,530 76,858 76,694 0,582d. 112,26 10,446 9,254 7,423 693,0 620,5 77,087 75,548 76,317 0,582e. 132,75 10,444 9,281 7,502 688,9 613,0 75,984 76,186 76,085 0,583

E = 75,360. D = 0,580.

a'.V.d.d'.d .

120,82120,47II9.7120,9119.34

10,46710,29610,56510,40510,415

9.2409.3219,2829.2319.241

6,9466,8176,9947.0477,225

883,9880.3920,1914.3948,8

786.2807,0812.3818,5843,7

87,12587,56889,48596,562

1 0 2 ,1 9

88,45189,79390,35898,550

102,580

87,78888,68089,92197,556102,38

o,5950,5900,6050,6070,629

E = 93,265 D — 0,605

De onder D opgenomen specifieke gewichten komenvoor gelijksoortige staafjes vrij wel overeen; het jongstehout is bij eschdoorn klaarblijkelijk minder zwaardan het oudere, terwijl bij iepenhout juist het om­gekeerde het geval is. De gang van den elasticiteits-coefficient is bij de geaccentueerde dezelfde als bij de

Page 65: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— S3

niet geaccentueerde staafjes, zoowel bij eschdoorn- alsbij iepenhout, terwijl bij beide houtsoorten het jong­ste hout de hoogste elasticiteits-coefficienten vertoont,overeenkomstig de ondervinding van Chevandier en Wert-heim. Uit een en ander mag men nu wel aannemen, dat deverschillen welke die staafjes vertoonen, niet voortspruitenuit onnauwkeurigheid in de bepaling der afmetingen of uitde weinige scherpte van het gehoor, doch, dat de elasti­citeit der staafjes wel degelijk verschillend was.

Bij vergelijking der kolommen 8 en 9 zien wij welis waar, dat het verschil der coëfficiënten Eb en Eh juistniet zeer klein te noemen is. Bijna overal is Eh hetgrootst, dat is, wanneer de trillingen loodrecht op devezel gericht waren. Ik meende evenwel met deze be­palingen te kunnen voortgaan, daar deze verschillen nietgrooter waren, dan die, welke de getallen van Ch. enW. voor diezelfde coëfficiënten bij dergelijke eindeling-sche staafjes vertoonden; te meer daar deze nauwgezetteonderzoekers daarbij voegen, dat die afwijkingen zoo ge­ring waren, dat het gemiddelde als werkelijke coefficientvan veerkracht kon aangenomen worden.

Al is nu het verschil tusschen de coëfficiënten Eb en Ehniet te beschouwen als een werkelijk verschil in elasticiteitin die twee richtingen, doch alleen toe te schrijven aan denauwkeurigheid der methode, dan behoeven wij deze tochniet te verwerpen voor de andere methoden, waar de nauw-

Page 66: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

keurigheid ook nog zeer veel te wenschen overlaat. Omzich hiervan te overtuigen behoeft men slechts de tabel­len van Wertheim voor zijne onderzoekingen op demetalen na te slaan. Ook het volgende tabelletje, bevat­tende de berekening van den elasticiteits-coefficient vantwee staven essenhout, met de opgaven van Chevandieren Wertheim uit hunne tabel IV berekend, doet onszien, dat zij voor den elasticiteits-coefficient van eene zelfdestaaf volgens de methode door verlenging zeer uiteenloo-pende getallen verkrijgen, ’twelk één voorbeeld uit develen is, welke uit hun werk zouden kunnen aangehaald

worden.TABEL IV.

(E s s e n h o u t).

Doorsnedein

mm*.Belasting.

Elastischeverlengingper meter.

E Gemiddeld.

Staaf I. 53 .78 / 40 0,771 964,68 )

80 i , 5 ° 6 9 3 9 ,11 | 972,07

1 120 2 ,376 1012,41 ’

Staaf I I . 40 o ,479 i 5 8 2,5 \

i 80 1,117 1 3 5 7 ,2 152,77 140 2 ,110 1*57,3 1331

200 3,080 1230,5

1 24O 3>7°5 1237,5 !

Page 67: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

HOOFDSTUK VI.

OOST-INDISCHE HOUTSOORTEN.

Het meest bekende timmerhout der tropische gewestenis voorzeker het Djati-hout. De boom, welke dit houtlevert, de Djati-boom, is tegenwoordig bij de Botanicibekend als Tectona grandis L. fam. Verbenaceae enwerd weleer Kiatenboom, Lat. Jatus, in ’t Maleisch enJavaansch Jati, Teak of Tek geheeten, terwijl hij in deHist. Bontii. Lib. VI. Cap. 16. Quercus Indica genoemdwordt. Reeds Valentijn 1 vermeldt, dat de naam ja tiduurzaam beteekent; evenzoo lezen wij in de HerbariiAmboinensis Lib. IV. Cap. XIII: Verum Javanorumnomen est Djati, quod durabile ac probum denotat.”Terzelfder plaatse wordt gewag gemaakt van den groo-ten handel, welke destijds reeds in dit hout gedrevenwerd „vooral pp de plaatsen Rembang en Lassem, waar„de Javanen allerhande balken, delen en ribben te

I Valentijn. Oud en Nieuw Oost-Indien. Deel III. pag. 219.

Page 68: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

- 56 -

„koop brengen, waaronder balken van twee h drievoet„dik in het vierkant, die somtijds zoo dik op elkander„liggen, dat ze in den grond zinken, menigte van sche-„pen en vaartuigen worden aldaar getimmerd en dan„voorziet de Ed. Compagnie nog al de geheele Oost„door, hare schepen met dit timmerhout.” Voorts wordtvermeld dat de djati-boomen „vreeselijke dikke boomen”zijn en dat een prins van Colicolan aan Hendrik vanRheede verhaalde, hoe hij uit een boom een geheelen Hei-

denschen tempel gemaakt heeft.De Djati-boom is een rechtstammig loofhout, groeit

snel op doch slechts langzaam in de breedte; het duurtvele jaren voor hij tot volle rijpheid komt. Onder gun­stige omstandigheden geeft een groei van 20—25 jaareen boom van ongeveer 12 Engelsche duim in diameteraan het stameinde, doch hij heeft minstens eeneeeuw,noodig om tot volledigen wasdom te geraken; voor gewone

doeleinden evenwel wordt de boom, 3° **■ 5° jaar ou6zijnde, geveld. Op 80 h 90 jarigen leeftijd bereikt hijeene hoogte van 80— 100 voet, bij een diameter van 3

h 3i voet.Het hout wordt hooger geschat dan het eikenhout, daar

het zich bijzonder gemakkelijk en glad laat bewerken. Hetheeft een eigenaardigen reuk, en is vettig op het gevoel,hetgeen door eene olie veroorzaakt wordt, door welkehet met dit hout in aanraking zijnde ijzer voor oxydatie

Page 69: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

- 5 7 -

beveiligd wordt. Door den scherpen reuk houdt het ookhet ongedierte van zich af, doch het biedt geen weer­stand aan den paalworm.

Men vindt verschillende soorten van Djati-hout, welkedoor sommigen, onder anderen door Raffles 1 2, slechts voorvariëteiten worden gehouden, terwijl het verschil slechtsaan den bodem waarop zij groeien, wordt toegeschreven.De Sturler 1 evenwel naar de geaardheid van den bast envan het hout, alsook naar den vorm en de kleur der bla­deren oordeelende, kan met dat gevoelen niet instemmen.

Het meest verspreid en het veelvuldigst gebruikt isde Djati-kapoor of kalk-djati, welke de eigenlijkeTectona grandis, en als Teak in Britsch-Indie be­kend is. Den naam van kalk-djati ontleent dit houtaan een ring van kalk, welke soms door de geheelelengte van den stam, ter dikte van vier, vijf of zelfsmeer jaarringen aangetroffen wordt, zoodat men derge­lijke boomen slechts voor licht timmerwerk kan bezigen.

Djati-soengoe of echt D jati is donkerder van kleur,vaster van weefsel en duurzamer; de bladeren van denboom zijn groener en minder bleek dan die van Djati-kapoor. Raffles noemt dit hout zwaarder en harder, ter­wijl de kleur volgens hem van licht tot donker bruin

1 F. S. Raffles. The history of Java. London. 1817.

2 W. L. de Sturler. Beschrijving der houtsoorten voorkomende in Ned.

Oost-Indie. pag. 29.

Page 70: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

- 5» -

varieert. Is de stam met dorens, of liever met puntigeschubben of tepels bezet, dan heet het Djati-doreng,welk hout overigens in bouw en qualiteit overeenkomtmet het Djati-soengoe.

Djati-kembang of gebloemd D jati is bruin van kleurgebloemd of gesatineerd, en vaster van weefsel. Dejaarringen zijn onregelmatig golvend, van daar dat hethout eenigszins warrig, en niet gemakkelijk te be­

werken is.Djati-gembol of M ienjak, olieachtig D jati, onder­

scheidt zich door eene meerdere vettigheid op het ge­voel, de kleur is gelijk aan die van het Djati-kembang,doch het weefsel is vaster en meer golvend; de jaar­ringen vertoonen nagenoeg dezelfde onregelmatigheid.

Ook de Engelschen onderscheiden variëteiten van Teak,noemende deze naar de districten uit welke zij afkom­stig zijn; zoo heeft men het Moulmein Teak, uit hetMoulmein distrikt, en dit onderscheidt men nog eensin de Thoungijeen, de Salween, Karanee, Attaran enLaingbooe Teak, welke soorten alle lichtelijk in kleur,vezel, bouw en gewicht verschillen ‘.

Thans volgen de uitkomsten van mijne bepalingen opverschillende staafjes van Teak- en Djati-hout, waarnaik die uitkomsten zal vergelijken met de uitkomsten door

anderen verkregen.I Laslett. Timber and timber trees pag. 112 e. v.

Page 71: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

- 5 9 -

De staafjes gemerkt No i in tabel V zijn alle afkom­stig van een zelfde stuk Teakhout uit het Koloniaalmuseum. De juiste afkomst van dat stuk is niet be­kend. Het hout is bruiner van kleur dan het gewoneTeakhout, ja bijna zwart, en zeer vettig op het gevoel.Het is dus waarschijnlijk eene variëteit, dus geen echtDjati-kapoor of Teak.

TABEL V.

T e a k .

N u m ­m e r . 1. t . h . G . n b . n h . E b, E h .

E t + E k

2D .

1 a 199,65 14,348 6 ,4 * 5 12,586 1188, 5 4 3 ,5 7*5,*9 753,02 734,12 0,6851 b 249,01 14,409 6 ,5 * 6 16,400 7 7 8 ,6 3 5 *.6 759,56 757,42 758,49 0,7021 c 400,5 19,67 9 ,4 9 ° 5 4 ,3 9 3 *9 5 ,7 4 0 5 ,7 767,86 768,08 767,97 0,7281 d 178,95 *4,546 6,471 12,824 1613. 721,1 925,99 935,*3 930,56 0,7611 e 159,5 14,342 5 ,9 * 2 10,295 — 887,6 - i - 1071 .1 1071,1 0,761* / 313,5 8,912 4 ,7 8 6 10,408 — 185,81 — 1093,11 *093,** 0 ,7 7 8

* g 144,8 8,915 4 ,7 7 7 4 ,7 7 3 — 9 0 1 ,4 — *167,5 1167,5 o , 7 7 4I h 142, 8,898 4 ,7 9 5 4 ,7 4 9 — 862, — 9 79 ,83 979,83 0,784I i 400 ,4 *9 ,7 4 8,903 5 5 ,4 7 9 488,7 220,1 *194,58 1194,50 *194,54 0,7881 k 400,8 12,678 7 , i 8 o 26,476 3 3 3 ,3 189,7 1260,8 1 2 4 8 ,4 1254,6 0 ,7261 / 2 1 8 ,3 8.695 4 ,3 3 6 5 ,9 4 ° 7 9 5 ,5 400,3 *345,56 *323,*8 *334,37 0,722

E — 1026,02 D — 0,746

Page 72: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

Bij deze staafjes valt op te merken dat de staafjesia tot iƒ gerangschikt zijn naar den ouderdom, zoodat ia het jongste, i f het oudste hout bevat, terwijl l i ,i k en i l uit geheel andere plaatsen van het hout ge­sneden zijn. Men ziet hoe E en D gezamenlijk toene­men met den ouderdom, tegen den regel van Chevandieren Wertheim in. Toch was het blok van geen oudenboom, daar een gedeelte spint aanwezig was, terwijluit de kromming der jaarringen was op te maken dat hethart niet ver verwijderd was.

Nadat het staafje iƒ gemeten, gewogen, en de toon­hoogte er van bepaald was, werd het in tweeën gezaagden de stukken ig en ih wederom gemeten, gewo­gen en in trilling gebracht. Men ziet uit kolom 3 en 4hoe weinig de afmetingen b en h verschillen, terwijl deafmetingen b en h van i f zeer wel het gemiddeldezijn van diezelfde afmetingen van i g en ih, meteen ver­

schil van ----millimeter. De gemiddelde E van ig en ih

wijkt nauwelijks van de waarde van dien coeffi­

cient voor het staafje if. Hieruit ziet men hoe nauwkeurigdeze methode is, en vervolgens leert dit voorbeeld dat,al is de elasticiteit in een staaf niet over de geheelelengte dezelfde, de transversaaltoon toch vrij wel tot degemiddelde E zal voeren. Met de spec, gewichten is het­

zelfde het geval.

Page 73: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 6i

Ook Chevandier en Wertheim geven zulk een voor­beeld in Tabel VI opgenomen.

TABEL VI.

Pijnboom. Eindelings.

l . b. h . G . n b. n h . E b . tg £ i+ % h

2D .

a . 2 60 , 1 0 , 1 5 5 9 . 8 5 7 1 3 . 5 9 2 6 6 ,8 2 6 6 ,8 1 5 8 ,8 7 16 8 ,7 2 163 ,8 0 ,5 2 2

b. ; 120,1 10 ,009 9 .9 6 1 6 . 5 5 9 2 7 ,6 8 8 8 ,9 9 4 ,2 9 4 8 7 , 4 1 7 9 0 ,8 5 0 , 5 4 7

C'. 120,1 10 ,3 6 6 9 .8 3 2 5 . 9 5 m 3 . 1084 ,7 1 1 2 ,4 6 118 ,73 ” 5 , 5 9 0 ,4 8 5

Chevandier en Wertheim zeggen van de afmetingenhunner staafjes, welke zij op verschillende plaatsen metden spherometer bepaalden:

„Les mesures ainsi trouvées différaient trés peu, pour„les mêmes tringles, par suite du soin avec lequel celles-,,ci avaient été calibrées.” Uit tabel VI zien wij dat ditgeringe verschil toch wel */,„ millimeter kan bedragen.De gemiddelde E von b en c is aanmerkelijk lager dandan die van a, ’t geen misschien hierdoor veroorzaaktwordt, dat a langzaam gebroken was geworden, waar­door de veerkracht der deelen verminderd kan zijn.

Uit de voorbeelden der staafjes N° i ziet men hoe deelasticiteit voor een zelfden boomstam kan varieeren,even als de specifieke gewichten. Merken we tevens op,dat deze staafjes van de meest verschillende afmetingenzijn, doch dat er geen samenhang is op te merken tus-schen deze afwisseling en de variatie der gevondene E ’s.

Page 74: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

ic, i i en ik hebben ongeveer dezelfde afmetingen, dochde waarden van den elasticiteits-coefficient en van het spe­cifiek gewicht van die staafjes vertoonen juist de sterksteverschillen.

Tabel VII bevat de uitkomsten voor een tiental staafjesTeakhout,afkomstig van ’s Rijks Marinewerf te Amsterdam.

De staafjes zijn uit verschillende balken genomen enuit plaatsen welke, naar de kromming der jaarringen te oor-deelen, vrij ver uit het hart waren. De staafjes zijn doorden timmerman afgeleverd, als hebbende alle dezelfdeafmetingen, men ziet uit de kolommen 2, 3 en 4 hoedeze uit elkander kunnen loopen.

— 6 2 —

TABEL VII.

Teak. Marinewerf. Juli 1876.

N u m ­m e r .

l . b . h . G . n b. n h . E b.E l + E h

2 D .

2 a 3 0 1 ,6 1 4 ,6 0 0 1 4 ,5 9 7 42 ,4 1 7 7 1 ,1 3 7 8 8 ,4 7 1469 ,0 1 5 3 6 ,4 2 1502 ,7 0 ,6 6 0

2 b 3 0 1 ,2 2 5 1 4 ,6 9 2 1 4 ,6 2 8 4 0 ,9 2 7 7 8 ,2 3 7 8 3 ,3 6 1408 ,3 1 4 3 9 ,4 6 1 4 23 ,88 0 ,6 3 2

2C 3 0 1 ,1 8 14 ,611 14 ,648 4 2 ,1 9 7 2 8 ,4 7 7 4 2 ,7 8 1 2 93 ,15 1 3 2 9 ,0 1 3 1 1 ,0 8 0 ,6 5 4

2 d 3 O I >96 1 4 ,6 8 0 1 4 ,5 7 6 4 3 ,4 7 7 8 8 ,5 8 7 7 1 ,4 6 1 5 5 6 ,8 4 1 5 1 5 ,2 6 1536 ,05 0 ,6 7 3

2 e 3 O I , 2 5 1 4 ,6 8 6 14 ,698 4 2 ,1 8 7 6 8 ,5 8 7 5 5 ,6 5 I 4 i » ,3 1 3 6 2 ,0 1 3 8 6 ,6 0 ,6 4 9

* f 3 0 1 .3 1 4 ,6 5 6 1 4 ,6 1 9 4 2 ,2 0 6 9 9 .1 2 7 2 3 ,0 0 1 1 8 2 ,4 1 2 7 0 ,9 1 2 2 6 ,6 0 ,6 5 4

3 0 1 ,1 3 1 4 ,6 5 4 1 4 ,5 9 9 4 1 ,4 3 7 9 2 ,2 7 8 7 ,5 2 1490 ,7 1484 ,2 1 4 87 ,45 0 ,6 4 3

2 h 3 0 1 .8 2 1 4 ,6 5 9 1 4 ,6 4 7 4 1 ,5 4 7 7 4 ,0 4 7 8 6 ,9 9 1 4 4 1 ,6 4 1 4 8 1 ,2 1 4 61 ,42 0 ,6 4 1

2 i 3 0 1 ,5 7 14 ,592 1 4 ,5 5 6 4 0 ,6 3 7 3 4 -8 4 7 4 9 ,« 3

31

1 3 4 0 ,3 1 3 1 1 ,8 0 ,6 3 4

2 k 3 ° ï , 4 1 4 ,7 3 7 14 ,6 9 8 4 1 ,5 7 7 7 0 ,7 8 7 6 1 ,6 0 1386 ,5 13 6 0 ,8 1 3 73 ,65 0 .6 3 6

E = 1402,12 D = 0,648

Page 75: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

- 6 3 -

Deze staafjes varieeren veel minder als de staafjes No. i ,welke alle uit eenzelfden stam genomen zijn. Ook despecifieke gewichten varieeren zeer weinig.

Nadat deze staafjes in Juli 1876 gemeten en gewogen enhunne toonhoogte bepaald was geworden, werd hetzelfde inAugustus 1876 herhaald, na gedurende die warme maandop eene zeer droge plaats in het laboratorium te hebbengelegen. In de onderstelling dat de afmetingen dezelfdegebleven waren, zijn de elasticiteits-coefficienten en despecifieke gewichten wederom berekend, waarvan TabelVIII de uitkomsten bevat.

TABEL VIII.

Teak. Marinewerf. Augustus 1876.

Num­mer. 1. b. h. G. nb.

2 a — — — 41,882 785,362 b — — — 40,438 790,652 c — — — 41,881 735,382 d — — — 42,878 804,232 e — — — 41,616 79*,72 / — — — 4*,752 7*3,382 e — — 41,011 806,72 h — — — 41,164 787,462 i — — 40,201 739,672 k — — 41,127 777,76

n h.

809,27!800,46742,71782,58775.25735,00798.26

791,56757,o6769,64

Eb.

i 504,341449.11306,251620,03

1443,81218.11530.021461,71289,51404.03

Eh. E h + E i

1598,42

1485,31325,71534.01382.1

1299,5*5° 9,55H 79,4*354,4*374,9

*551,381467,2*3*6,0*577,oi*4*2,91258,8*5*9,78*470,55*321,951389,46

0,6520,6250,6500,6640,6280,6460,6370,6330,6270,630

A' = 1428,50 D = 0,639

Daar de staafjes alle lichter geworden waren, zijn ■ïoedelijk ook alle specifieke gewichten geringer gewor-

. ver-

Page 76: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

- 64 -

den. De toonhoogten zijn aanmerkelijk toegenomen, endaar deze toeneming veel sterker is dan de afneming ingewicht, blijken ook de E ’s zonder uitzondering in waardete zijn toegenomen. Dit bevestigt het door Chevandier enWertheim bevondene, dat de elasticiteit bij uitdrogingtoeneemt.

Als gemiddelde uit de tabellen VII en VIII krijgenwij voor de Teakstaafjes No. 2.

.£=1415,31 D = 0,6435.Tabel IX bevat de uitkomsten voor een tiental staaf­

jes Teakhout uit verschillende balken genomen, dochnu, in tegenstelling met de staafjes No. 2, uit zeer ver­schillende plaatsen van den boom, zooals in de tweedekolom opgegeven staat.

Page 77: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

TABEL IX. (Engelsch Teak. Marinewerf).

Num­mer. / . b . h . G. » b . nh. B h .

E b -\-E h D.2

3 a midd. boom 2 9 9 ,1 8 1 0 ,0 2 6 1 0 ,0 0 0 * 7 ,9 1 5 5 ° 4 ,* 5 0 9 , * 6 h 6 7 , 3 * 1 9 6 ,5 1 1 8 1 ,9 o ,5 9 7

3 b »> 2 9 9 ,0 4 1 0 ,0 9 6 9 ,9 3 3 1 9 ,2 1 4 2 3 ,0 6 4 0 9 ,3 3 8 6 7 , 5 8 8 3 9 ,0 9 8 5 3 ,3 3 0 ,6 4 1

3 c top 2 9 8 ,8 5 1 0 ,0 3 9 1 0 ,0 0 1 1 8 ,6 2 5 2 7 ,5 3 5 3 5 ,6 2 * 3 * 8 ,4 1 3 6 9 ,4 * 3 4 3 ,9 0 ,6 1 9

3 d » 2 9 8 ,9 5 9 .9 5 7 9 ,9 8 9 1 7 ,6 9 4 * 5 ,4 5 4 2 1 ,6 8 7 9 7 ,9 6 8 1 6 ,8 1 8 0 7 ,3 9 o ,5 9 5

3 e buitenkant 2 9 9 ,1 2 1 0 ,0 2 2 1 0 ,0 4 2 1 9 ,0 7 5 0 0 ,5 8 4 9 9 ,8 1 2 2 0 ,4 1 2 1 1 ,7 1 2 1 6 ,5 5 0 ,6 3 3

3 f r> 2 9 8 ,9 9 .9 1 5 9 ,9 2 2 1 5 ,8 8 3 8 6 ,6 2 3 9 3 ,0 3 6 3 2 ,1 7 6 5 2 ,4 6 4 2 ,2 8 0 ,5 4 0

3éT spintkant 2 9 8 ,8 7 9 ,9 9 i 9 ,9 2 9 1 7 ,0 7 2 4 6 4 ,4 7 4 6 0 ,8 4 9 5 7 , 7 * 9 5 4 ,6 9 5 6 , *5 0 ,5 7 6

3 h »> 2 9 8 ,9 2 9 ,9 8 2 9 ,9 7 5 1 8 ,2 9 4 2 5 ,2 7 4 2 8 ,1 4 8 5 8 ,9 3 8 7 1 , 8 8 6 5 ,3 6 0 ,6 1 4

3 i stameinde 2 9 8 ,9 9 ,9 8 6 9 ,9 9 2 1 8 ,9 8 5 4 9 0 , 9 4 4 9 4 ,7 3 1 1 8 4 ,5 4 1 2 0 1 ,4 4 * 1 9 2 ,9 9 0 ,6 3 7

3 & 2 9 9 ,0 1 0 ,0 1 9 9 ,9 7 4 2 1 ,3 4 5 4 6 2 ,3 9 4 5 9 ,3 8 1172,5 1 1 6 9 ,8 * * 7 1 ,1 5 0 , 7 1 4

£ = 1 0 2 3 ,1 0 D = 0,617.

Page 78: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

TABEL X. (Djati. Marinewerf).

N u m ­m e r .

/ . b. h . G . nb. n h . Eb. E h .E b -\ r E h

2D .

4 a m i d d e n 3 ° ° > 3 8 9 > I 4 9 9 .0 7 6 1 6 ,4 1 2 4 5 I ,9 2 4 4 6 ,2 1 2 6 0 ,7 1 2 4 8 ,8 1 2 5 4 ,7 5 0 , 6 5 8

4 * » 3 0 0 ,1 2 9 ,0 1 6 9 ,1 2 6 1 6 ,8 9 5 3 7 0 ,2 7 3 7 6 , 9 9 0 2 , 9 7 9 I 3 , I 9 9 0 8 ,0 8 0 ,6 8 4

4 c t o p 3 0 0 ,2 7 9 > X I 3 9 ,1 1 6 1 6 ,0 2 0 4 9 3 , 7 9 4 9 I , 4 1 4 7 8 , 5 1 4 6 3 , 3 1 4 7 0 ,9 0 0 ,6 4 2

4 d s t a m e i n d e 3 0 0 ,2 6 9 . 3 7 3 9 . 3 4 9 1 7 ,2 7 3 4 3 3 , 5 7 4 3 2 ,4 8 n o i , 3 1 1 0 1 ,6 5 1 1 0 1 ,4 7 0 ,6 5 6

4 e 2 9 9 ,8 6 9 ,2 8 7 9 ,2 2 7 1 6 ,0 0 1 4 2 4 , 8 8 4 2 2 ,6 1 1 0 1 6 ,4 1 0 1 8 ,7 1 0 1 7 ,5 5 0 ,6 2 3

4 / h a r t 3 0 0 ,3 6 9 . 2 7 3 9 . 2 3 ° 1 8 ,4 9 6 4 3 i , ° 5 4 3 4 , 4 9 1 2 2 0 ,4 1 2 5 1 ,6 1 2 3 6 ,0 0 0 ,7 1 9

4 g » 3 0 0 ,0 1 9 , ï 6 2 9 ,0 8 5 1 5 . 9 3 5 4 0 4 ,2 3 4 0 4 ,6 3 9 7 0 ,6 9 8 9 ,1 9 7 9 ,8 5 0 ,6 3 8

4 A b u i t e n k a n t 3 0 0 , 0 4 9 . 2 7 4 9 , 3 3 9 1 6 ,0 8 2 4 0 0 ,6 1 4 0 3 , 1 9 0 2 ,7 1 9 O I , 3 9 0 2 ,0 0 0 ,6 1 9

4 i » 3 0 0 ,0 2 9 . 2 2 9 9 , 2 3 ° i 5 , 7 ° ° 4 o i , 7 7 3 9 9 ,6 2 9 0 9 ,8 4 8 9 9 , 9 2 9 0 4 ,8 8 0 ,6 1 4

4 k s p i n t k a n t 2 9 9 ,9 2 9 . 2 9 4 9 ,0 9 8 i 5 , 0 i 5 3 5 9 - 2 3 4 8 , 8 3 6 8 9 ,3 1 6 7 9 , 0 ! 6 8 4 ,1 6 o , 5 9 2

E — 1045,96 D — 0.645.

Page 79: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 67 —

Hoewel de opgaven bij de staafjes No. 3 niet duidelijkeri volledig genoeg zijn om er ten aanzien van den gangder elasticiteits-coefficienten en der specifieke gewichtenin Teak-hout eenig besluit uit te trekken, zijn zij toch vol­doende om het groote verschil der gevonden waardente verklaren. Vooral de staafjes van den buitenkant enspintkant 3 f, $g en 3h vertoonen geringe waarden, overeen­komende met hetgeen Chevandier en Wertheim vooreikenhout gevonden hebben, met welke houtsoort hetTeak-hout gewoonlijk vergeleken wordt.

Tabel X bevat de uitkomsten voor een tiental staafjesDjati-hout, eveneens van de Marinewerf; bij deze staafjeswaren dezelfde opgaven als bij No. 3. De variatie derelasticiteits-coefficienten en der specifieke gewichten is bijdeze even sterk en binnen dezelfde grenzen als bij devoorgaanden. De gemiddelde waarden van E en van Dkomen bij beiden zeer goed overeen; ook de gemid­delde elasticiteits-coefficient E = 1034,5 van No. 3 en No. 4sluit vrij goed met de E = 1026,02, van No. 1 dochde specifieke gewichten vertoonen aanmerkelijke ver­schillen.

De staafjes No. 5, No. 6 en No. 7 voor welke deuitkomsten in de tabellen XI, XII en XIII zijn me­degedeeld, zijn staafjes van drie verschillende blokjesDjati-hout, en wel van Djati-kapoor, ’t welk overeen­komt met het gewone Teak. Deze blokjes behooren bij

Page 80: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 68 —

verschillende verzamelingen, en zijn dus afkomstig van

verschillende boomen.TABEL XI.

Djati-kapoor. Musschenbroek.

N u m ­m e r .

/. b . h . G . » i . n k . Eb. Eh. E b + E hD .

2

2 4 0 ,4 8 ,9 2 5 4 ,9 0 0 7 .4 4 7 7 2 5 ,0 2 4 0 9 ,0 5 1 5 8 2 ,3 1 4 9 8 ,3 15 4 0 ,3 0 ,7 1 0

s i 2 1 9 ,7 8 ,9 4 6 4 ,8 8 9 6 ,3 7 4 8 5 6 ,3 3 4 6 3 ,8 6 1 3 3 1 ,8 2 1 3 6 7 ,4 5 1 3 4 9 ,6 3 0 ,6 6 3

5 c 199,1 8 ,9 3 4 4 ,8 2 8 6 ,0 1 9 1070,1 5 9 6 ,2 7 1 6 16 ,65 1 5 *7 ,7 * 5 67 ,17 0 ,7 0 1

180 ,07 8 ,9 3 8 4 ,8 3 5 5 ,2 7 8 I 2 i 5 ,5 6 8 3 ,7 9 12 7 0 ,6 *3 7 4 ,* 1 3 22 ,35 0 ,6 7 9

160,04 8 ,9 8 0 4 ,7 7 3 4 ,8 8 3 ' 1 6 0 4 ,6 8 8 7 9 ,8 2 1 5 1 8 ,6 9 1422 ,5 1 4 7 0 ,5 9 o ,7 o 5

£= 1450 ,01 D = 0,692.TABEL XII.

Djati-kapoor. Teysmann.

N u m ­m e r .

1. b. h. G . » i . nh. Eb. Eh E l + E \

2D .

3 2 0 ,4 8 10,141 to ,o 16 2 0 ,2 5 8 4 4 8 ,1 8 4 4 8 ,8 9 1 2 3 2 ,4 7 1 2 6 2 ,2 4 1 2 4 7 ,3 5 0 ,6 2 2

6 i 1 0 6 ,1 2 1 0 ,1 8 6 10 ,103 i 8 .7 9 4 4 8 3 ,0 2 4 7 9 ,6 9 1 *3 4 ,0 1 141 ,67 1 1 3 7 ,8 3 0 .5 9 7

6 c 3 * 3 ,7 3 10,031 1 0 ,0 3 0 2 * ,5 3 5 4 8 4 ,8 5 4 8 6 ,3 2 *4 9 7 ,7 1481 ,2 1 4 8 9 ,4 5 0 ,6 8 2

6 d 3 * 5 ,6 1 10 ,159 10 ,038 2 2 ,0 9 9 4 9 4 ,3 8 4 8 3 ,2 7 *5 4 5 ,*6 1 5 2 0 ,2 4 1532,70 0 ,6 8 7

£= 1 3 5 1 ,8 3 £ = 0,647.TABEL XIII.

Djati-kapoor. Koloniën.

N u m ­m e r .

h. nh. Eb. Eh.E b ~ \ - E j i

D ./ . i . G * nb. 2

7 «

7 b1*7 d

2 9 6 ,3 42 9 6 ,9 8

2 9 6 ,5 5

2 9 6 ,4 7

1 0 ,0 1 8

10,14*

10 ,2 5 8

10,251

1 0 ,1 9 4

1 0 ,0 7 4

1 0 ,2 1 6

1 0 ,0 9 6

2 0 ,3 6 2

2 1 ,0 1 9

2 * ,0 3 3

2 0 ,6 9 8

5 2 3 ,6 2

5 2 0 , *5

5 0 7 ,4

5 0 7 ,1 3

52 1 ,1 7

5 * o ,i

5 0 4 ,4

5 0 0 ,7 8

1 308 ,15

1 3 3 2 ,7 2

* 2 3 0 ,7 3

1 2 41 ,12

1 3 67 ,28

1 3 6 7 ,5* 2 3 5 ,2 6

1 2 3 0 ,0

1337 ,71

1350 ,**1 2 2 3 ,0 0

* 2 3 5 ,5 6

o ,6 7 3

0 ,6 9 3

0 ,6 7 7

0 ,6 7 5

£ = 1286,62 D = 0,679.

Page 81: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 6 9 —

No. 5. Is een blokje uit de verzameling Musschenbroek;’t schijnt naar den loop der jaarringen te oordeelen, uithet midden gedeelte van den boom genomen te zijn.

De staafjes No. 5 varieeren wel sterk, doch dé getallenvoor E zijn alle betrekkelijk hoog en binnen dezelfde

grenzen als de staafjes No. 2.Het blokje No. 6 uit de verzameling Teysmann was

even als No. 5, klaarblijkelijk uit het midden van denboomstam. De staafjes c en d bevatten oudere hout-lagen, en waren door ongeveer 20 jaarringen van destaafjes 6a en 6b gescheiden. Het oudste hout vertoontdus ook hier den hoogsten elasticiteits-coefficient en hethoogste spec, gewicht even als dit bij No. 1 het geval was.

In het blokje No. ^, uit de verzameling van wege het de­partement van Koloniën aan het Koloniaal museum ge­schonken, was het hart aanwezig, en dus bevatte hetblokje het oudste hout van den stam. De staafjes waren3 a 5 centimeter uit het hart.

Uit de voorgaande tabellen zien wij, dat al vertoonende onderzochte staafjes aanmerkelijke verschillen, tochde gevondene waarden voor Teak en Djati zeer goedmet elkander overeenkomen, althans binnen dezelde gren­zen varieeren, zoodat wij uit dit oogpunt niet behoeven tetwijfelen aan de volle overeenkomst tusschen Teak en

en Djati-kapoor.Tabel XIV, XV en XVI bevatten de resultaten voor

Page 82: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 7 0 —

eenige andere onderzochte Djati-soorten, welke reeds oppag. 57 en 58 besproken zijn.

TABEL XIV.Djati-kembang. Koloniën.

Num­mer. 1. b. h. G. nb. nh. E l. Ek. E i+ E h

2D .

8 a. 260,2 9,044 4,786 7 ,4 ii 456,41 663,56* 736,5 741,10 738,8 0,6688 b. 240,3 9,063 4,815 6,717 558,22 836,33* 8i7,95 781,56 799-75 0,6408 c. 219,3 8,900 4,778 5,872 717,6 386,7 920,12 9*3,21 916,66 0,6308 d. 200, 9,011 4,863 5,552 908,4 505,1 1054,81 993,66 1024,23 0,635S e . 140, 8,953 4,698 3,636 |895,i 830,55 — 830,55 0,620

E = 862,00 D — 0,639,TABEL XV.

Djati-gembol. Koloniën.

Num­mer. l. b. A. G. nb. "h. Eb. E h.

E i+ E iD .

2

ga. 199,8 14,747 6,327 12,904 1447 632,4 1018,3 1042,1 1030,2 0,691

gb. 180,3 14,725 4,222 7,925 — 523, — 1107,1 1107,1 0,707gc. 161,51 14,945 4,240 7,284 — 621, ■ — 1002,03 1002,03 0,712

9 d. H9,9 14,784 4,255 5,404 — 1140, — 1025,21 1025,21 0,717

E = 1041,13. D — 0,707.TABEL XVI.

Djati-doreng. Koloniën.

Num- /. b. h. e . nb. nh. E i. Eh.E i+ E h D.

2

10 a.10 b .10 c.10 d.

300,63300.69300,98301,13

10,28210,3658,4538,258

IO,l6510,1708,3108,521

20,55920,27713,88013,900

546,21549,65459,26448,44

533,9542,62455,02459,26

1424,151429,381587,21512,22

1455.511418.511651,001534,20

1439,831423,991619,101523,21

0,6550,6400,6570,656

D = 0,652.E = 1501,52.Met drie knooplijnen trillend.

Page 83: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 7 i —

Bij het blokje No. 8 (Djati-kembang. Verzameling vanKoloniën) is op te merken dat de Sturler deze Djati-soortbeschrijft als bruin van kleur, terwijl het door mij onder­zochte hout integendeel bijna wit was. Hoewel in datblokje het hart aanwezig was, was er ook veel spint,alsmede vele kwasten op te merken, zoodat het waar­schijnlijk van den top of van een zijtak van den boomgenomen was. Dit kan den lagen elasticiteits-coefficientverklaren.

In het blokje No. 9. (Djati-gembol. Verzameling vanKoloniën) bevond zich het hart aan een van de hoekpunten.De staafjes waren niet meer dan 5 centimeter uit hethart, en bevatten den 2 en tot den I2en jaarring. Men ziethoe weinig de £ ’s en D’s onderling verschillen. Dezesoort vertoont overigens het eigenaardige van een lagenelasticiteits-coefficient bij een hoog specifiek gewicht.

No. 10. (Djati duri of doreng. Verzameling van Ko­loniën) Volgens Raffles komt dit hout geheel overeenmet Djati-soengoe of echt Djati, ’t welk de beste vanalle Djati-soorten is. De hooge elasticiteits-coefficienten,hooger dan die bij eenig ander staafje (behalve bij en­kele der staafjes No. 2) komen wonderwel overeen metde aan dit hout toegeschrevene voortreffelijke hoedanig­heden. 10 c en 10 d bevatten wederom oudere jaarringendan 10 a en 10 b, en vertoonen weer hoogere elasticiteits-coefficienten dan de beide laatstgenoemden.

Page 84: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 7 2 —

De Sturler geeft in zijne reeds aangehaalde verhande­ling voor de verschillende Djati-soorten de volgende spe­

cifieke gewichten op, als voor:

Djati kapoor D = 0,640

„ kembang £> = 0,858

„ gembol D = 0,888

„ doreng D = 0,750

Behalve voor Djati-kapoor, verschillen deze opgavenaanmerkelijk met de door mij gevonden specifieke ge­

wichten.De tabellen XVII en XVIII bevatten de uitkomsten

op staafjes van twee blokjes uit eene verzameling, welkenog niet in den Catalogus 1 is opgenomen.

TABEL XVII.

Dj ati.

Num- l . b. A. G . nb. nh . E b. E h . E h + E hD .

mer. 2

11 a 187,84 6,989 6,990 6,073 783,86 792,14 1020,58 999,68 1010,13 0,662

11 b 187,72 7>012 6,879 5,748 780,13 754,36 914,35 941,14 927,74 0,635

I I c 187,6 6,995 6,981 7,225 722,81 719,39 1000,56 1006,08 1003,32 0,789

11 d 187,84 6,978 7,028 7,740 717,28 723,27 1068,6 1066,1 1067,35 0,840

E = 1002,27 D = 0,731

I F. W . van Eeden. Algemeene beschrijvende Catalogus der Hout­

soorten vanNed. Oost-Indie, aanwezig in het Koloniaal museum te Haarlem.

Page 85: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 73 —

TABEL XVIII.

D j a t i .

N u m -l . G. nb. " h . E b . E h.

E h + l i bL L

m e r . 2

12 a i 2 o ,4 S 6 , 6 7 5 6 ,7 2 8 3 , 4 2 7 1 8 9 4 , 9 3 1928,1 1 0 56 ,33 1036 ,55 1 0 4 6 ,4 4 0 ,6 3 4

12 b 120 ,35 6 ,7 7 0 6 ,6 9 2 3 , 2 4 3 2 0 4 2 ,9 1880 , 9 4 9 , 7 6 8 7 0 , 5 5 9 1 0 ,1 5 0 ,5 9 5

12 e t 120,55 6 , 7 5 4 6 ,6 9 8 3 , 7 7 8 2025 ,68 2 0 7 0 ,6 5 1 2 90 ,92 13 2 6 ,4 1 3 0 8 ,6 6 0 ,6 9 3

1 2 d 120,27 6 ,7 8 9 6 ,6 7 7 3 , 3 7 0 — — ~ • — — 0 ,6 6 2

E — 1088,42 D — 0,646

Afgaande op de kromming der jaarringen en uit deaanwezigheid van spint, meen ik te mogen opmaken, dathet blokje No. 11 uit den top van den stam is genomen.Van deze staafjes No 11 zijn a en b gedeeltelijk uithet spint genomen, hetgeen het verschil in spec, ge­wicht verklaart.

De staafjes No. 12 waren te gering van afmetingen omer een duidelijken toon uit te kunnen verkrijgen. i2<fkonzelfs in ’t geheel niet met duidelijke knooplijnen aan hettrillen gebracht worden.

Vergelijken wij nu de gevondene uitkomsten met diedoor andere onderzoekers verkregen.

Mij zijn de volgende onderzoekingen op Djati-houtbekend:

i e. Die, ondernomen door den i en Luitenant Bisschofvan Heemskerk in de vallei van Ambarawa, en beschre­ven door den Majoor-Ingenieur Keurenaer in de Verhan-

Page 86: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 74 —

delingen van het Kon. Instituut van ingenieurs. Jaargang

1851—52. pag. 54.2e. Die in 1852 ondernomen in den artillerie-constructie

winkel te Soerabaya door den Luitenant-Kolonel-Inge-nieur C. G. van Dèntzsch, beschreven in ,de Verhande­lingen van het K. Inst: v. Ing. Jaargang 1854—55-

pag. 30.3e. Die van H. A. van der Speek Obreen, beschreven

in de „Verhandelingen en Berigten betrekkelijk hetZeewezen en de Zeevaartkunde” van Jacob Swart. Jaar­gang 1854. 2* deel. pag. 221 e. v.

4®. Die van P. Barlow op Teak-hout, te vinden in zijn

„Strength of Matrials” pag. 82.5®. Die van Thomas Laslett op Teak-hout, beschreven

in zijn „Timber and Timber-trees” pg. 125.6®. Vind ik eene opgave van den elasticiteits-coeffi-

cient en het spec, gewicht van Djati-hout in H. deBruijn „Bijdragen tot de kennis der bouwkunde in Ned.Indie” pag. 9, uit eigen proefnemingen bepaald.

Tabel XIX—XXIV bevaten de uitkomsten dier ver­schillende onderzoekingen, bij welke het volgende is op

te merken.Al deze proeven werden op dezelfde wijze genomen,

namelijk door het meten van de doorbuiging welke eenaan beide uiteinden ondersteunde horizontale balk on­dergaat , door eene belasting op ’t midden van dien balk

Page 87: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 75 —

werkende. Ter berekening van den elasticiteits-coefficientgeeft de theorie de formule

E = aiQ4 bh*u

waarin a de afstand tusschen beide steunpunten,b de breedte,h de hoogte, en

u de doorbuiging voorstelt, welke die balk dooreene belasting Q ondergaat.

De formule van Delprat is dezelfde welke door Che-vandier en Wertheim bij hunne berekening werd gebruikt.De daarmede berekende coefficient kwam overeen metdien gevonden door de methode, waarbij de staaf in derichting der lengte werd uitgerekt *.

Met behulp van deze formule zijn de elasticiteits-coef-ficienten van Keurenaer, de Bruijn en van van der SpeekObreen berekend.

Anderen maken gebruik van dezelfde formule, dochmet andere getallen-coefficienten, zooals Barlow en Laslett,van de formule:

E — Q16 bhïu

en zooals van Dentzsch, die de formule:

1 Genomen uit de Verhandeling over den wederstand van balken enijzeren staven van J. P. Delprat. pg. 21.

2 Chevandier en Wertheim. Mémoire. etc. pag 53.

Page 88: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

- 7 6 -

E _ 3 a ' Q8 bh* ü

gebruikt, welke laatste ontleend is aan het „handboek overden wederstand van bouwstoffen” van W. A. Froger.

pag. 48.De in tabel XIX—XXIV opgegevene waarden zijn

door mij berekend volgens de formule van Delprat, teneinde de waarden onderling, en tevens met die door mij

gevonden, te kunnen vergelijken.

TABEL XIX.

Djati-kapoor. Bisschof van Heemskerk.

a . b . h . E . A . Q ■ Spec. G ew ich t.

I. 32 1,05 1,08 979,76 I I 51— 561 S tam ein d e 0 ,8754

2. 47,15 I I i343,04 13 49—349 » 0 ,7974

3 - 3 2 °,7 1,2 H 33,5o 7 125— 425 „ 0,8701

4- 47 1.2 1 ,5 1105,20 I I 125— 675 T o p e in d e 0 ,8173

5- 5 8 1,6 2 I306,20 12 200— I4OO » 0,7631

6. 47 1 ,2 1,8 1590,84 9 250— 1375 M id d en 0 ,7928

7- 47 1,7 i ,7 1372,64 6 250— 1125 » 0,7951

8. 5 8 2 2,8 1030,70 9 800— 3200 G em iddeld 0 ,8159

E = 1232,73.

In deze tabel zijn a, b en h in decimeters, Q in ki­logrammen uitgedrukt. De specifieke gewichten zijn metdie van de balken, waarvan de elasticiteits-coefficient be­

paald is.

Page 89: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 7 7 —

T A B E L X X . D j a t i - k a p o o r . v a n D e n t z s c h .

N u m ­m e r .

a . <2■ u . E . D .

i . 1 9 ,6 °>s °,5 2 0 0 6 0 1 0 0 4 , 0 ,6 9 7 5

2 . 1 9 ,6 » 2 0 0 55 io95 ,4 0 ,7 2 0 0

3 - 2 0 , 1 9 2 5 0 56 857,14 0 ,6 2 7 7

4 - 2 0 , 0,485 150 4 3 1 1 5 0 ,8 0 ,6 1 7 7

5- 2 0 , °,S » 1 6 0 65 7 8 7 ,6 9 0 ,5 6 8 7

6 . 1 9 ,7 8 »> “ 1 91 6 0 4 8 1031,85 0 ,6 3 9 5

7- 1 9 ,7 819 19 1 4 5 68 6 6 0 ,0 8 0,5657 a

8 . 2 1 ,419 1 9 2 0 5 6 l 1317,42 0 ,6 6 9 1

9- 2 0 , »> 19 x75 6 9 8 1 1 ,6 0 ,6 2 8 8 “

IO . 2 5 ,1 6 0 ,6 2 5 o,49 2 0 0 58 1 1 4 7 ,7 2 0,656 g .

I I . »> 0 ,6 4 0 ,4 8 1 7 5 5 2 ' 1 0 5 4 ,8 0 ,6 6 0 7

1 2 . »> °,5 19 5 i 5 1 0 3 2 ,2 7 0 ,6 3 9 6 Q .

13- w o,57 o,57 I9O 63 H 3 7 ,5 8 0 ,6 3 5 3 f t

1 4 . 19 19 >7 175 191 0 4 7 ,7 8 0 ,6 4 0 1

IS- 1 9 o , 5 7 S o ,5 4 1 9 0 8 3 ' 1 0 0 0 ,6 6 0 ,6 3 5 7

l 6 . 19 o ,5 7 o ,5 7 1 2 5 4 0 1 1 7 8 ,7 5 0 , 6 0 7 4 8

i 7 - 2 1 ,6 3 0 ,6 0 ,6 2 0 0 4 4 8 8 7 ,3 2 0 ,5 4 2 0 5 '

l 8 . o ,5 9 1 9 4 0 1 0 2 6 ,5 3 0 ,5 6 5 0 § .

1 9 . » » 0 ,6 1 7 5 3 5 9 7 6 ,0 7 0 ,6 9 0 3 jjf

2 0 . ») »> 1 92 0 0 4 0 9 7 6 ,0 7 0 , 7 3 * 7 |

2 1 . »> °,5 o ,5 1 5 0 7 2 8 4 3 ,3 1 0 ,6 3 0 9

2 2 . n »> 1 9 1 4 5 6 9 s 8 4 4 ,5 2 0 ,6 3 8 2

2 3 - 1 9 1 9 1 5 0 6 4 9 4 8 ,7 3 0 ,6 4 3 6

2 4 . 0 ,4 8 5 0 ,5 0 5 19 7 0 8 6 7 ,9 4 0 ,6 3 7 3

2 5 - o ,4 4 o ,4 4 5 1 2 0 8 4 9 3 2 ,2 0 ,6 4 4 7

2 6 . o ,4 5 o ,4 5 j? 7 2 1 0 2 8 ,2 8 0 ,6 4 6 7

2 7 . ♦> »> 19 9 9 9 9 1 0 2 8 ,2 8 0 ,6 3 4 5

2 8 . o ,4 4 o ,4 5 1 2 0 7 2 1 0 5 1 ,6 4 0 ,6 5 9 6

2 9 . » o ,5 5 o,55 200 4 8 1 1 5 1 ,9 8 0 ,6 6 8 7

30-

______________________

t# 0,56 1 9

= 994 ,91 7 5

449

0,9 6 9 ,7 8

53920 ,6 3 2 7

Page 90: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 7 8 -

T A B E L XXI.Djati. v. der Speek Obreen.

Num­mer. a. b. h. Q:u. D.

i. 9 - 1. o,7 200, 1 0 6 2 ,6 1 0 6 2 ,6 0 ,8 7 0

2. 8 . °>s o,5 55 ,05 1 1 2 6 ,1 1 0 9 9 , 2 0 ,8 6 9

3 - 99 9 9 99 70 ,1 1 4 3 5 ,7 1 4 1 6 ,2 0 ,8 6 5

4 - 9) 9 9 99 6 2 ,6 1 2 8 2 ,1 5 1 3 0 6 , 0 ,8 3 6

5- 99 0,2 0,2 1 ,7 3 1 3 8 4 , 1 4 2 4 , 0 ,7 2 7

6 . 99 9 9 — 5 , 7 1 3 6 0 , 1 4 2 4 , 0 ,7 7 2

7- 99 9 9 — ' 2 , 1 6 0 0 , 1 6 0 0 , 0 ,7 5 °

£ , = 1321,5. £ = 0,813. £ , = 1333,0.a. b. h. in decimeter.

TABEL XXII.T e a k . B a r l o w .

Num­mer. a . b . h . Q- U . E. D.

. 72 2 2 3 0 0 1 ,0 6 5 H 5 5 , i 0 ,7 4 2

99 99 1 ,0 9 3 n 2 5 , 5 —

. 1 99 1 ,1 5 0 1 0 6 9 ,7 o , 7 4 92 . j99 99 1 ,1 3 0 1 0 8 8 ,6 —

2 I 99 99 9 9 9 9 1 ,2 7 6 9 6 4 ,1 o , 7 4 43 - 1

99 99 9 9 ' 99 I , Ï 9 2 1 0 3 2 ,0 —

£ = 1072,5 £ = 0,745.In deze, zooveel als in de twee volgende tabellen zijn

a, b, h en u uitgedrukt in engelsche duimen; Q inEngelsche ponden, £ evenwel in kilogrammen werkendeop één vierkanten millimeter.

Page 91: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

- 7 9 -

TABEL XXIII.

Moulmein Teak. Laslett.

N u m ­m e r . a . b . Q- u . E . J D .

1 . 7 2 2 2 3 9 ° 1 ,8 8 8 8 , 4 3 0 , 7 x 22 . »> 99 99 1 ,2 5 1 2 7 9 ,3 4 0 , 7 8 7

3 - » 99 99 1 ,6 9 9 9 , 4 8 0 , 8 4 0

4 - »? 99 99 99 1 ,6 5 9 6 9 , 2 0 , 7 2 4

5 - ?? 99 99 1 .7 5 9 I 3 , g l 0 , 7 2 06 .

99 99 99 1 ,3 5 1 1 8 4 ,6 0 , 8 7 4

£■=1039,14. D = 0,776.

TABEL XXIV.Moulmein Teak. Laslett.

N u m ­m e r .

a . b . h . Q • U . E . D .

1 . 72 2 2 3 9 0 1,25 1 2 7 9 , 3 4 0 ,9 1 02 . 99 99 99 99 2 ,1 0 761 ,51 0 ,8 2 1

3 - 99 99 99 99 1.75 0 ,8 0 5

4 - 99 99 99 99 1 ,9 0 8 4 1 ,6 7 0 ,7 9 0

5 - 99 99 99 99 i , 5 ° 1 0 6 6 ,16 0 3 ,4 6

0 ,8 0 06 . 99

II-

bq

99

9 1 0 , 9 8

99

L

2 ,6 5

= 0 , 8 0 8

0 ,7 2 6

In tabel XIX zijn opgenomen de uitkomsten verkre­gen door Bisschof van Heemskerk. Elke coefficient isberekend uit meerdere doorbuigingen door verschillendebelastingen veroorzaakt, welke van 50—3200 kilogramvarieerden. In de kolom A staat opgegeven uit hoe-

Page 92: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 8o —

veel doorbuigingen de E waarschijnlijk berekend was,benevens de eerste en laatste belasting.

Deze proeven narekenende 7 was het mij niet moge­lijk tot dezelfde getallen voor E te komen, om welkereden ik slechts heb overgenomen de afmetingen enden door B. van Heemskerk opgegeven elasticiteits-

coefïicient.Van Dentzsch ging den loop na van het quotient

Q-. Wanneer dit eene plotselinge verandering onderging,uwas het hem een bewijs dat de veerkracht geleden had,en werd de voorafgaande belasting, en daarbij behoorendedoorbuiging, ter berekening van E gebezigd. De merk­waardige standvastigheid welke van Dentzsch in den gang

van — waarnam, moet worden toegeschreven, aan deu

weinige nauwkeurigheid, waarmede de doorbuiging werd

gemeten.In Tabel XXI zijn opgegeven de uitkomsten van van

der Speek Obreen benevens de waarde-S. voor ver­

schillende belastingen gevonden. De door mij uitzijne opgaven berekende elasticiteits-coefficienten, on­der Ei in de tabel opgegeven, komen niet alle over­een met die door Obreen opgegeven. Waaraan dit ver­schil moet worden toegeschreven zou ik niet weten te zeg­gen. E x zijn de E ’s door v. d. Speek Obreen berekend.

Tabel XXII, XXIII en XIV bevatten de proeven

Page 93: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

8i —

van Barlow en Laslett op Teak-hout De afmetingen, door-buigingen en belastingen zijn in Engelsche maat en ge­wicht overgenomen, doch de elasticiteits-coefficient steltwederom voor kilogrammen, werkende op een vierkantenmillimeter. Daar Barlow, en op het voorbeeld van dezenook Laslett, eene fout in de berekening heeft begaandoor voor a in plaats van den afstand tusschen beide steun­punten — 6 feet, de geheele lengte = 7 feet te subititu-eeren, vallen alle door hen berekende coëfficiënten in deverhouding 73 : 63 te groot uit In de tabellen XXII,XXIII en XXIV zijn de juiste waarden van E opgegeven.

Barlow en Laslett meten de doorbuiging veroorzaaktdoor een zelfde gewicht. Laslett trekt van de waarge­nomen doorbuiging nog de blijvende doorbuiging af.

Behalve die van Bisschof van Heemskerk, behoorende in de tabellen medegedeelde specifieke gewichten bijde onderzochte staven.

Hoewel al deze proefnemingen volgens dezelfde me­thode, die door buiging, zijn geschied, zien wij, dat elkeonderzoek nog iets eigenaardigs in de uitvoering heeft;zoodat de resultaten eigenlijk niet onderling vergelijk­baar zijn. Deze bepalingen hebben ook trouwens slechtseen practisch doel, in zooverre zij strekken om eene ze­kere grens te leeren kennen, terwijl het op eene juistekennis van den elasticiteits-coefficient minder aankomt.

1 Zie «Nature” . 24 May. 1874. pag. 61.6

Page 94: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

De bovengegevene resultaten nemende zooals zij zijn,

dan vindt:Bisschofv. Heemskerk 22= 1232,73» £ = 0 ,8 1 6 als gem. van 8 bepaling

van Dentzsch E — 994.94- £ = 0 ,6 3 9 „ 99 99 3° 99

v. d. Speek Obreen £ = 1 3 2 1 ,5 £ = 0 ,8 1 3 » 99 99 7 99

Barlow £= 1 0 7 2 ,5 -0=0,745 » 99 '99 3 99

Laslett £= 1039,14. 0 = 0 ,7 7 6 „ 99 99 6 99

£ = 910,98. £ = 0 ,8 0 1 „ 99 99 6 »De Bruijn £ = 98S.8S £ = 0 ,6 9 2 „ 99 99 1 (?) 99

Als gemiddelde van al deze getallen vinden wij, dooraan elk getal toe te kennen de waarde als door hetaantal waarnemingen wordt uitgedrukt:

£ = 1063 ,35 £ = 0,705Bereken ik de gemiddelde waarde van £ en £ voor

Teak en Djati-kapoor uit de tabellen V—XIII volgens

dezelfde methode, dan is£ = 1 1 8 3 ,9 6 £ = 0,667

De door mij gevonden coefficient is hooger dan diedoor buiging, ’tgeen overeenkomt met de ondervinding

van Wertheim. De verhouding1x83,96: 1063,35 = I>I I 34

valt geheel binnen de op pag. 25 voor verschillendehoutsoorten opgegevene verhoudingen.

Het door mij gevondene specifieke gewicht verschiltvan dat der andere onderzoekers. Neemt men in aanmer­king, dat de door mij gebruikte staafjes van kleine af­metingen waren, en dus spoedig konden uitdrogen, en

Page 95: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

- «3

daarenboven afkomstig waren van blokjes, welke reedslangen tijd in het museum aanwezig en dus waarschijn­lijk zeer droog waren, terwijl de onderzoekingen deranderen dikwijls ter plaatse, waar de boom groeit,zijn geschied, zoodat het hout nog nat kan geweestzijn, dan laat zich dit verschil in specifiek gewicht welverklaren.

De bovengevondene verhouding 1,1134 ook voor deandere Djati-soorten aannemende, vinden wij voor denstatischen elasticiteits-modulus der door mij onderzochtestaafjes van:

Djati-gembol E — 935,07Dj ati-kembang E — 774,19Djati-doreng £= 1348 ,55 .

Het Ijzerhout, Eusideroxylon Zwagerii. fam. Lauri-neae, komt voor op Sumatra, Borneo en Bangka, endraagt de inlandsche namen van Oenglen, Oelien, Beh-lian, Boelien, Toelian enz.

Deze boom bereikt onder gunstige omstandighedeneene hoogte van 60—7° voet, bij eene stamdikte van30 duim. Hij wordt gezellig groeiende gevonden in lage,droge streken op de genoemde eilanden en in het ge­bied van Palembang, meer bepaaldelijk in de Batang-Le-koh, en aan enkele andere beneden rivieren in het noord-

Page 96: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

- 8 4 -

oostelijk gedeelte van dat gewest Soortelijk gewicht

1.068 ».De Bruijn * roemt dit hout zeer, volgens hem is het

beter voor den waterbouw geschikt dan Djati-hout. Al­les wat weinig bewerking behoeft te ondergaan en on­der water of wind komt te staan, behoort van dit houtgemaakt te worden, terwijl het de eenige (Oost-Indische)houtsoort is, welke aan den paalworm weerstand biedt.Als het droog is, is het niet te bewerken. Brugdekkenwelke de Bruijn uit dit hout vervaardigd had, werdendoor hem onvergankelijk bevonden.

Voor dit hout geeft de Bruijn op :E = 2802,73 D =1,311

Ook de Majoor-Ingenieur Keurenaer s bespreekt dezehoutsoort. Hij roemt het hout als zeer hard, en genoeg­zaam onvergankelijk, zoo dat het voor spoorwegen zeergeschikt zoude wezen, doch het vervoer levert vele be­zwaren op en de bewerking is uiterst moeielijk, zoodatde gewone gereedschappen hiertoe ongeschikt zijn. Deinlanders bedienen zich daarom van een bijzonder soortbijl, waarvan de rug zeer dik is. Hij geeft op voor het

spec, gewicht Dz= 1,198.Teijsmann deed in het jaar i860 eene botanische reis

1 De Sturler. Beschrijving enz. pag. 13.

2 K. de Bruijn. Handboek der Bouwkunde enz.

3 Verh. K. I. v. Ing. 1851—52. pag. 54.

Page 97: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

- 8 5 -

over Bangka en de Palembangsche binnenlanden, welkereis hij beschreef in het natuurkundig tijdschrift voorNed. Indie deel 18. pag. I. Op deze reis bezocht hijook het ijzerhout ter plaatse waar hetzelve groeide, enbestemde den boom uit zijne vruchten, als tot de familieder Laurineae behoorende. Sommige soorten zegt h ij,zijn zoo hard, dat de arme inlander er niet gaarne zijnbijl toe leent; de inlander evenwel schijnt verplicht te zijneene zekere hoeveelheid hout tegen bepaald tarief te le­veren, hetgeen gelijk staat met kostelooze levering. Om­dat de arme inlander ook al niet gaarne voor niet werkt,is hij dus zeer blij wanneer het hout eindelijk is opge­ruimd, en hij komt daaraan een weinig te hulp doorde bosschen in brand te steken, waarna hij op de openplekken rijst plant, die niet zooveel waard als het hout,doch voor hem voordeeliger is.

Ter plaatse waar Teysmann het ijzerhout bezocht, wa­ren toen, totgroote vreugde van den inlander, alle dikkestammen opgeruimd, zoodat de verplichte levering daareen einde nemen moest.

In de „Mededeelingen betreffende het zeewezen, uitge­geven door de zorg van het Departement van Marine”deel V. wordt voor het spec, gewicht van ijzerhout nogopgegeven D — 1,074 en verder medegedeeld, dat hetzich goed laat spijkeren en bewerken, evenals palmhout.

Tabel XXV bevat de uitkomsten van mijne bepalin-

Page 98: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

- 8 6 -

gen op eenige staafjes ijzerhout van een blokje, ’t welk be­hoort bij een verzameling, welke vroeger (1864) op last vanhet Departement vail Marine is onderzocht, van welke onder­zoekingen het resultaat is medegedeeld in de bovenge­noemde „Mededeelingen” Van Marine. Daar het blokjeijzerhout te klein was, werd dit toen niet op elasticiteiten sterkte onderzocht. De geringe afmetingen zijn even­wel voor de akustische methode geen bezwaar.

TABEL XXV.

Ijzerhout. Departement van Marine.

N um ­m er. l . b. h. G. nb. nh. E b. Eh.

E i +En2 D .

1 3 a 154,5 9,551 3,703 5,743 753,9 — 2395, 2395, 1,051

13 * 149,3 9,784 4,900 7,562 — 1028,1 — 2228,9 2228,9 i,057

13 e 139, 9,652 3,722 5,6i5 — 897, — 235i,5 2351,5 1,125

13 rf 125,7 9,688 3,744 4,807 — 1120,8 — 2277,8 2277,8 1,053

£ = 2 3 1 3 ,3 £ = 1 ,0 7 2

Het gevonden spec, gewicht komt overeen met datgegeven in de „Mededeelingen.” Hoewel het hart in hetblokje aanwezig was, zijn de gevonden E 's zeer hoog,overeenkomende met de voortreffelijke hoedanighedenaan dit hout toegeschreven.

Page 99: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

- 8 7 -

TABEL XXVI.

Ijzerhout. Departement van Koloniën.

N u m ­

m e r l . h . G . n b . . n h . E b . E h .E l + E h

2D .

14 a 2 7 9 ,8 5 10,161 10 ,105 3 I . 9 3 S 6 3 5 , 4 6 2 0 ,7 6 2 5 7 1 ,0 4 2 4 8 0 ,4 7 2 5 2 5 ,7 5 1 ,1 1 1 4

14 b 2 7 9 ,2 4 10,017 10 ,088 3 M 4 5 6 3 8 ,8 6 6 4 7 , 5 5 2 6 4 7 ,1 3 2 2 8 1 ,4 5 2 6 6 4 ,2 9 1 ,1 0 1 8

1 4 c 2 8 1 ,0 5 10 ,048 10,141 3 2 ,1 7 0 6 2 2 ,8 2 6 3 5 , 3 1 2 5 9 7 , 3 7 2 6 5 3 ,2 2 6 2 5 ,2 8 1 ,1233

14 d 2 8 0 ,2 5 9 ,981 1 0 ,1 8 4 3 Ï . 4 5 0 6 1 2 ,9 4 6 2 6 ,5 6 2 4 7 7 , 3 2 4 8 6 ,4 1 2 4 8 1 ,8 5 1 ,1 0 6 6

14 e 2 8 1 ,7 4 10,101 10 ,065 3 2 . 2 9 5 6 3 5 ,88 6 3 8 ,4 7 2 7 J 5 .4 5 2 7 5 7 , 2 7 2 7 3 6 ,3 7 1 ,1275

«4 / 2 7 9 . 9 10 ,078 1 0 ,1 3 4 3 2 ,5 2 2 6 5 0 . 3 6 4 8 ,6 5 2 8 0 4 ,3 3 2 7 5 9 , 4 2 7 8 1 ,8 6 i , i 3 7 7

H g 2 7 9 . 9 1 0 ,0 4 4 10,031 3 1 . 4 7 3 6 2 5 ,8 6 3 6 ,2 6 2 5 6 5 ,0 4 2 6 5 8 ,3 3 2 6 1 1 ,6 8 1 ,1161

E = 2632,44 D = 1,1178.

TABEL XXVII.

Ijzerhout. Verzameling Teysmann.

N u m ­m e r.

'/ . b . h . Q |

n b . u h . E b .F .

E l + E hD .

* • 2

1 5 0 i 9 8 ,45 10 ,068 10,051 2 2 ,9 8 7 H 30 ,7 5 1145 ,1 2 1 5 9 ,9 2 2 2 2 ,4 5 2 1 9 1 ,1 7 1 ,1 4 4 6

15 h i 3 9 , i 10 ,098 9 ,9 8 3 15 ,775 2 3 6 0 ,0 2 3 5 6 ,8 2 2 1 9 ,0 2 2 6 4 ,2 2 2 4 1 ,6 0 1 ,1 2 5 0

15 * 173 ,27 9 ,9 7 5 9 ,9 9 5 19 ,3 6 5 1 4 8 8 ,9 1469,1 2171,3 2 1 0 5 ,6 2138,45 1,1210

15 d 194 ,35 10 ,143 9 ,9 7 o 2 2 ,3 1 7 1200 ,3 12 1 2 ,9 2 1 8 8 ,2 2313,7 2 2 5 0 ,9 5 1 ,1 3 5 5

15 « 2 0 3 ,3 5 10 ,165 10 ,1 3 6 2 3 ,4 6 0 m o ,7 i i 3 ° ’7 2204» 2 2 2 9 8 ,0 2 2 5 1 ,4 0 1 ,1 1 9 7

15 / 198 ,3 i o ,o 35 10 ,048 2 2 ,3 5 5 1136 ,8 1 1 0 5 ,2 2 1 4 0 ,2 2 0 1 7 ,6 2 0 7 8 ,9 0 1 ,1 1 1 8

*5 ^ 198,1 10 ,0 3 9 9 ,9 6 6 2 2 ,4 3 0 1 1 2 1 ,0 1 1 12,1 2 0 9 7 ,2 7 2 0 9 3 ,9 7 2095,47 1,1317

£ z = 2156,0. D = i , i 237-

Page 100: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 88 —

De getallen voor den elasticiteits-coefficient en voor hetspecifiek gewicht, voor de staafjes No. 14 gevonden, zijnnog hooger dan die voor de staafjes No. 13. Deze getallenkomen ook dichter bij die, welke door de Bruijn wordenopgegeven.

Het monster, waarvan de staafjes No 14 genomenzijn, was, blijkens de jaarringen uit het beste gedeeltevan den stam. Het jongere hout, hier de laatste staafjes,heeft bij deze houtsoort klaarblijkelijk hoogeren elas­ticiteits-coefficient dan het oudere. In het blok No 15was het hart aanwezig, benevens eenige groote kwasten.De gemiddelde E van de staafjes van dit laatste, komtvrij wel overeen met die der staafjes No. 13.

Tembesoe-rena, Fagraea peregrina. fam. Loganiaceae,behoort tot de voortreffelijkste houtsoorten van Ned.Indië; doch deze boom wordt veel minder overvloediggevonden dan de djati-boom of de ijzerhout-boom. Hijkomt voor op Sumatra, Borneo en ook op Riouw, envooral in de Zuid-oost en zuid-weststreken van Palem-bang en in de Lampongs. Met het ijzerhout behoordedit hout tot het zoogenoemde vorstelijke hout, hetwelkzonder verlof niet mocht gekapt worden. Wegens demeerdere duurzaamheid wordt het boven Djati gesteld.Volgens de Sturler is het soortelijk gewicht = 0,828.

Page 101: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

- 8 g —

TABEL XXVIII.

Tembesoe-rena. Departement van Marine.

N u m ­

m e r.1. b . h . G . n6 n h E b E h

s b + Eh2

D .

16 a. 2 4 4 ,2 10 ,016 1 0 ,0 7 4 1 8 ,3 0 0 6 5 9 , 4 8 6 6 6 ,5 4 1103,1 * m > 4 1 1 0 7 ,2 0 o , 7 4 3

16 b. 2 4 4 ,0 9 . 9 8 3 10 ,0 1 4 1 8 , 3 9 5 655 ,61 6 5 9 , 3 2 1 1 1 7 ,8 1 1 1 2 ,0 1 1 1 4 ,9 0 0 . 7 5 4

16 c. 3 1 4 ,0 10 ,1 4 9 10 ,243 2 3 ,8 2 5 4 2 3 ,0 4 2 1 ,8 4 1188 ,8 1160 ,8 1 1 7 4 ,8 0 o ,7 3 o

16 d. 172,45 5 , i 5 i 5 , 3 5 3 3 , 4 5 6 72 0 ,0 5 7 4 4 , 6 4 1 2 1 1 ,5 4 1 * 9 9 ,1 2 1 2 05 ,33 0 ,7 2 7

16 e. 133,1 5 ,1 1 2 5,201 2 , 5 4 9 1 248 ,17 1 2 0 9 ,7 6 1255 ,8 1223 ,95 1 2 3 9 ,8 7 0 ,7 2 0

1 6 / . 122 ,0 5 , I 2 9 5 , 2 3 3 2 ,2 5 3 14 4 7 ,6 I 4 3 7 , i 1171 ,1 1108 ,85 1 1 3 9 ,9 7 0 ,6 8 8

16 g . 3 0 3 ,2 0 10 ,1 4 6 10 ,0 2 9 2 2 ,2 2 3 4 7 8 , 7 5 4 7 9 , 8 8 1 3 0 7 , 3 *3 4 4 , 3 7 1 325 ,83 0 ,7 2 0

16 h. 2 9 1 ,8 10 ,057 10 ,0 8 2 2 1 , 4 4 3 4 9 5 , 0 4 4 9 6 , 4 4 12 2 8 ,0 1 2 2 8 ,8 1 2 2 8 ,4 0 0 ,7 2 3

16 i. 2 4 3 ,8 9 , 9 7 7 10 ,082 17 , 9 4 2 7 2 6 ,7 3 7 2 8 ,0 6 1322 ,8 129771 1 3 0 9 ,9 0 o , 7 3 2

16 k. 2 4 4 ,0 10 ,062 9 , 9 9 7 18 ,505 7 4 3 , 0 9 7 4 3 , 0 9 I 4 ° 5 , 9 1424 ,2 1 415 ,05 o , 7 5 4

E — 1226,13 D = 0,730

Page 102: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

- 9 0 -

TABEL XXIX.

Tëmbesoe-rena. Departement van Marine.

N u m ­m e r .

1 . b . ' h . G . n b n h E b E hD .

2

17 a . 194 ,5 5 ,3 0 4 5 ,2 5 1 4 ,1 0 7 5 8 4 ,1 3 5 7 6 ,9 6 1 2 6 9 ,3 2 1 2 6 1 ,4 8 1 2 6 5 ,4 0 0 ,7 5 8 2

17 b . *9 4 ,5 5 ,1 8 6 5 ,2 7 7 4 ,0 7 2 590 ,61 6 0 0 ,6 7 1 3 6 9 ,6 5 1 3 68 ,27 1 3 6 8 ,9 6 0 ,7 6 5 0

1 7 c . 1 9 4 ,5 5 ,2 0 7 5 ,2 2 5 4 ,0 6 0 5 8 0 ,8 8 5 8 9 ,3 8 1 3 1 8 ,0 8 1 3 4 7 ,5 6 1 332 ,82 0 ,7 6 7 2

17 d . 1 9 4 ,2 4 5 ,1 9 8 5 ,2 4 3 4 ,0 3 4 5 8 7 ,6 6 6 0 4 ,2 8 1 3 3 7 ,3 3 1 3 8 9 ,8 6 1 3 6 3 ,5 9 0 ,7 6 2 1

17 e . 1 9 4 ,5 5 5 4 7 4 5 ,2 7 3 4 ,0 4 5 5 8 6 ,9 3 6 0 3 ,7 6 i 3 5 5 ,o 8 1 3 8 0 ,6 0 1 3 6 7 ,8 4 0 ,7 6 2 1

17 / • 1 9 4 ,4 5 ,« 6 5 5 ,2 9 « 3 ,9 7 8 6 0 0 ,8 6 0 1 ,3 2 i 3 9 5 ,7 o 1 3 3 2 ,2 8 1 3 6 3 ,9 9 0 ,7 4 8 8

v g - 19 4 ,5 5 5 ,1 7 0 5 ,2 8 5 3 ,9 o 8 5 8 0 ,2 7 6 1 6 ,0 4 12 7 9 ,7 1380 ,27 1 3 2 9 ,8 9 0 ,7 3 5 2

17 h . 1 9 4 ,5 5 5 ,3 5 ° 5 ,4 2 5 4 >IIQ 5 9 6 ,5 2 5 9 7 ,9 4 13 0 7 ,2 1 2 8 0 ,1 7 1 2 93 ,68 0 ,7 2 8 5

17 i . 1 9 4 ,5 5 5 ,2 5 5 5 ,2 8 8 OO 00 0 6 0 9 ,6 6 6 1 7 ,1 4 1 2 8 6 ,8 1 3 2 9 ,3 3 1 3 0 8 ,0 6 0 ,7 0 4 7

17 k . *9 4 ,5 5 ,3 3 1 5 ,2 7 5 3 ,8 7 2 6 0 5 ,5 4 6 0 3 ,0 2 1 2 6 0 ,8 2 1 2 7 7 ,0 2 1 2 6 8 ,9 2 0 ,7 0 7 9

17 / . 1 9 4 ,5 5 ,2 7 6 5 ,2 9 1 3 ,9 3 0 6 0 4 ,0 8 6 1 7 ,8 3 1 3 8 4 ,1 5 1 3 5 9 ,3 3 1 3 4 6 ,7 4 0 ,7 2 3 8

17 m . 1 9 4 ,5 5 5 ,2 5 3 5 ,181 3 ,6 5 5 6 0 9 ,6 6 6 1 1 ,2 8 1*230,05 1270 ,5 1 250 ,27 0 ,6 9 0 3

17 n . 1 9 4 4 5 5 ,2 0 0 5 ,281 3 ,6 9 7 5 8 3 ,8 2 5 9 i ,9 3 1204 ,35 1 2 0 0 ,4 1 2 0 2 ,3 7 0 ,6 9 2 4

£■=1312,5 D = 0,7420

De getallen voor E en D voor de staafjes No. 16 enNo. 17 uit verschillende blokken komen onderling vrijwel overeen, hoewel de afmeting der staafjes zeer ver­schillend is. In de tabel XXVIII sluiten de waarden vande staafjes d, e, f en g zeer goéd met de overigen,

Page 103: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 9 i —

hoewel de genoemde staafjes van zeer geringe afmetin­gen zijn. In het blok, waaruit de staafjes No. 16 geno­men zijn, was het hart aanwezig. Het hout zelf waszeer gescheurd.

De staafjes No. 17 zijn gerangschikt zooals zij inhet plankje voorkwamen, dat dwars door de jaarringenvan het blokje afgezaagd was. De uiterste staafjeszijn van het jongste hout. Werkelijk ziet men in dekolommen voor de elasticiteits-coefficienten een maxi­mum in het midden bij de staafjes d, e, en ƒ, terwijlhet specifiek gewicht naar beneden toe langzaam afneemt.Dus is bij deze houtsoort het jongste hout het lichtst,en vertoont het een lageren elasticiteits-coefficient als deoudere houtlagen.

Page 104: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

HOOFDSTUK VII.

SURINAAMSCHE HOUTSOORTEN.

Ook de kolonie Suriname levert een schat van edelehoutsoorten op, welke, hoe wel hiér te lande meer be­kend als de Oost-Indische, nog verre van algemeen ge­waardeerd zijn. Reeds in 1829 is het Surinaamsche houteen onderwerp van onderzoek bij de Ned. Marine ge­weest, zelfs zijn-verschillende ingenieurs naar die koloniegezonden, om de bosschen te onderzoeken, en verslagte doen van de bruikbaarheid van het Surinaamschehout. Aan de bemoeiingen dier ingenieurs was het tedanken, dat de heer C. J. Glavimans een 60 tal dierhoutsoorten kon onderzoeken, van welk onderzoek deheer Glavimans verslag heeft gedaan in de verhandelin­gen van het K. I. v. Ingenieurs. Jaargang 1848. pag. 1.

Over de Surinaamsche houtsoorten bestaat, behalvede bovengenoemde van Glavimans, nog een zeer bekendeverhandeling van Jhr. C. A. van Sypesteijn in het tijd­schrift „West-Indie” aflevering 2 en 3, en nog eene vanden heer H. A. v. d. Speek Obreen. „Over de houtsoor­ten welke in Europeesch Guiana wassen,” aan welke

Page 105: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 93 —

verhandelingen ik de bijzonderheden heb ontleend, welkebij de door mij onderzochte houtsoorten zijn gevoegd.

Bepalingen van de elasticiteit zijn alleen geschied doorGlavimans, met wiens uitkomsten ik dus die, door mijverkregen, zal kunnen vergelijken.

Groenhart. Bignonia leucoxylon. fam. Bignoniaceae.In Demerary Accouribroad, in Cayenne Ebène verte,Coeur verte, geheeten. Hier te lande is het meer als groenebbenhout bekend. Het wordt door kapitein Stolte 1 dekoning der houtsoorten genoemd. Jhr. Sypesteijn roemthet na het bruinhart als de duurzaamste en de beste derSur. houtsoorten, 't Komt veelvuldig en in alle afme­tingen voor, en is zeer gezocht voor alle timmerwerken.Het hout is zwaar, bruin van kleur, moeilijk te be­werken ; het zaagsel heeft versch eene helder groene kleur,en wordt door den werkman voor vergiftig gehouden.

De Majoor-Ingenieur Keurenaer schijnt de Surinaam-sche houtsoorten on voorwaardelijk boven de Oost-In-dische te verkiezen, volgens zijne uitspraak in zijne reedsop pag. 73 aangehaalde verhandeling, waarin hij zegt, dathandel in Oost-Indische houtsoorten geen resultaat zoudeopleveren, daar al die soorten, (met uitzondering vanhet Ambonsche meubelhout), niet met de West-Indischekunnen wedijveren.

i Inventaris eener verzameling houtsoorten door Kapitein Ph. F. C.

Stolte. enz., medegedeeld door G. C. Hartz. Verh. K. I. v. Ing. 1848. pag, 23.

Page 106: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

- 94 -

TABEL XXX.Groenhart

N u m ­m e r . l . b . A . G . n b . n k . fj E h .

E i + E hD .

2

18 a . I 3 S.OS 10 ,048 9 ,o 7 7 14 ,928 2 3 9 4 , 5 2 2 0 3 ,8 2 2 0 8 ,3 2 2 9 2 ,2 22 5 0 ,2 1 ,212

18 b. *3 5 , 10 ,0 0 6 9 ,0 4 0 1 3 , 4 5 5 2 5 9 2 , 8 2 3 6 2 ,6 2 3 7 0 , 3 24 1 1 ,1 2 3 9 0 ,7 1 ,102

1 8 c . 1 3 5 . 9 . 9 9 5 9 ,1 0 0 1 3 , 3 8 5 2 6 5 3 , 9 2 4 3 3 , 0 2 4 6 5 ,2 3 4 9 7 , 1 2 4 8 1 ,3 1 ,091

18 d . i 3 5 . i 10 ,0 3 6 9 ,0 4 2 1 3 , 3 7 5 2 6 7 0 ,7 2 4 1 5 , 9 2 4 6 9 ,9 2 4 9 8 ,3 2484 ,1 1 ,0 8 9

E — 2401,6. D — 1,124.

Tabel XXX geeft mijne uitkomsten op een viertal staaf­jes groenhart, van de vier hoekpunten van het monster ge­nomen; zij zijn gerangschikt naar den ouderdom, begin­nende met de oudste. Hetzelfde is gedaan met de anderestaafjes Surinaamsch hout Men ziet duidelijk de afne­ming in elasticiteit met den ouderdom, bij toenemendspecifiek gewicht.

TABEL XXXI.

Groenhart. Glavimans.

Num­mer. a. b = h. Q■ U. E . *r

D i n1 8 3 8 .

D i n1 8 4 8 .

1 . 1 5 0 ,8 8 3 1 ,8 1 3 1 3 1 8 ,0 4 1 3 4 2 , 72 . »> » 8 2 6 ,4 8 2 1 2 7 ,9 2 1 6 2 ,2

3 - o ,6 2 2 2 ,0 7 2 0 6 4 ,7 2 0 6 5 ,2 1 ,2 4 5 i , i 974 - iy 9 1 8 ,0 2Ó 2 2 9 8 ,6 2 5 4 4 , 1

5 - V o ,4 ! 7 5 ,6 2 3 25 i 6,4 2 5 x 8 ,66. ») ») 375>2 S 2 2 3 7 8 , 1 2 3 8 0 ,1

E = 2117,7 D = 1,245 =2168,8.

Page 107: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

Tabel XXX bevat de uitkomsten van Glavimans. a, b,en h zijn in decimeters, u in millimeters, Q in kilogram­men uitgedrukt. Kolom 6 bevat de elasticiteits-coefficien-ten, zooals ik die uit de opgaven van Glavimans hebberekend, kolom 7 bevat de door G1: opgegevene E ’s.De formule volgens welke Glavimans dit deed, heb iknergens anders kunnen vinden, ook komen daarin groot­heden voor, waarvoor hij geene beteekenis opgeeft. Dedoor mij berekende waarden zijn steeds kleiner dan die vanGlavimans. De proeven van Glavimans werden in 1838genomen, het specifiek gewicht in 1838 bepaald, behoortdus bij de elasticiteits-coefficienten.

Bolletree — Lucuma mammosa. fam. Sapotaceae. In De-merary Bully-tree, in Cayenne Balata, geheeten. Dit is eenvan de meest bekende en meest voorkomende houtsoorten.Ook dit hout kan in zeer groote afmetingen verkregenworden, en men vindt daarvan steeds een grooten voor­raad op de houtmarkten. In Nederland is het bekendonder den naam „paardenvleesch” naar de soms heldereroode kleur. Ook heet het wel eens „boerewei” naar denArrowakschen naam Boerowé. Het hout wordt met denouderdom zeer hard, zoodat men er moeilijk een spijkerin kan slaan. Ook kan men het hout splijten, en metdit gespleten hout worden de huizen als met pannenbedekt.

Page 108: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 9 6 —

TABEL XXXII.Bolletrie

N u m ­m e r .

l . b . h . G . ” b . n h . E b . E h .Eb+Ek

D .2

1 9 a 1 3 5 ,° 9 .9 8 3 8 ,8 9 1 11.745 2576,7 2334,9 2 0 9 0 ,9 2 1 6 4 ,0 2 1 2 7 ,4 0 ,9 8 0

1 9 b I 3S i I 9.973 8 ,8 6 9 1 2 ,4 8 6 2539,0 2 2 9 6 ,7 2 1 7 6 ,1 2 2 5 1 ,5 2 2 1 3 ,8 «,045«9 ' 134,93 9.973 8 ,9 6 0 1 2 ,5 9 6 2450,5 2 2 6 8 ,4 2 0 2 2 ,8 2 1 4 7 ,6 2 0 8 5 ,2 1 ,0 4 4

1 9 d ï 35»°7 1 0 ,0 4 1 8,994 1 2 ,8 5 8 2 4 0 7 ,5 2227 ,3 j 1942,5 2075,4 2 0 1 0 ,4 1,054

E = 2109,2 D = 1,031.

De gang van E en D is hier tegenovergesteld aandien bij groenhout; de elasticiteit neemt namelijk afvan het centrum naar den omtrek, terwijl het soortelijkgewicht in die richting toeneemt.

TABEL XXXIII.Bolletrie. Glavimans.

N u m ­m e r .

a . b = A . Q . U . E . Eg

D in 1838 D in 1848

1 . « 5 0,8 «9 3 5 ,5 2 2 1812,3 1814,52 . 0 ,6 5 3 5 ,3 l6 2 i 7 8 , i 2569,53 - 99 0 ,6 5 3 5 , ° 18 «9 3 2 ,3 «9 3 5 ,8 «,«9 « «,051

4 - 99 0 ,4 127,3 16 2622,3 2624 ,8

5 - '99 . 99 221,2 3 « ,5 2 3 «4>5 2316,5

E = 2 171,9 D = 1,191 £^ = 2252,2.

De waarden van Glavimans varieeren zeer sterk, 't ge­middelde is ietwat grooter dan bij het door mij onder­zochte hout, zoowel voor E als voor D.

Purperhart. Copaifera pubiflora. fam. Leguminosae. In

Page 109: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 97 —

Demerary purpleheart, in Cayenne bois violet', geheeten.Dit hout ontleent zijn naam aan de purperroode kleur.Het wordt even hoog geschat als de beide voorgaandehoutsoorten en laat zich gemakkelijk bewerken. Gla-vimans beweert (pag. 7) dat het hier te lande geen duur­zaamheid bezit, en niet tegen de vochtigheid bestand is.

TABEL XXXIV.Purperhart.

Num­mer. /. nh. Eb. *h. E t + E j

2D .

20 a20 b20 c20 d

I43>12143 .12

143.17*43,*2

10,09810,097*0.03510,095

6,2646,2476,1896,261

7,6727,5027,610

7,843

2528, 1586,6 2*49,72496,9 *578,7 2056,62575,8 1591,6 2285,12512,4 *593,4 2*73,3

2200,3

2*47,72293,72272,5

2175.02102.12289,42222,9

0,8480,8310,8560,867

E = 2197,6 D — 0,850.De waarden voor E x en D varieeren hier zeer weinig,

het verschil in ouderdom is dan ook slechts eenige(4 è. 5) jaren.

TABEL XXXV.Purperhart. Glavimans.

Num­mer. a . b — h . Q. 1 1 . E .

* *D in1838.

D in1848.

1 *5 0,8 1930,0 34 *169,4 1188,2n 99 1693,* 3* **25,1 *298,33 99 0,6 495,0 28 **64,3 **5*,3 1,014 o ,77899 99 849,3 36 1174,2 **74,75 99 0,4 *24,7 34 1208,8 1209,899 99 125,6 3° *379,9 *381,1E = 1203,6 D — 1,014 E — 1233,9.

De door Glavimans gevondene waarde voor E is aan­merkelijk lager, terwijl het spec, gewicht 1,014 veel

7

Page 110: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

— 9 » —

hooger is, dan dat door mij gevonden. De groote uitdro­ging van de staafjes van Glavimans in den tijd van i ojaar, zal ook eene aanmerkelijke verhooging van denelasticiteits-coefficient met zich gebracht hebben, zoodatdie waarden elkander meer zullen naderen.

Bijlhout. Eperua falcata. fam. Leguminosae, in Deme-rary Wallaba, in Cayenne Vouapa, geheeten. Is bekendals een zwaar, deugdzaam hout, dat in Suriname zeerveel voorkomt, doch aldaar niet zooveel wordt gebezigdals in de naburige koloniën, ’tgeen waarschijnlijk hier­aan is toe te schrijven, dat men in Suriname meent, datdit hout den bliksem aantrekt.

De naam bijlhout ontstaat door de gedaante der vrucht,in Cayenne pois-sabre geheeten. De bekende bijloliewordt uit dit hout verkregen. Het hout wordt in alleafmetingen gevonden, en, even als bolletrie, gespleten totop een duim dikte en ter lengte van i h 2 voet als dak­

pan gebruikt.TABEL XXXVI.

Bijlhout.

N u m ­m e r .

l . b . h . G . n b . n k . E b. If E t + E h2

D .

21 a 1 3 5 .4 9 ,7 5 7 5 ,8 4 8 7 ,2 7 5 2 1 6 7 ,3 I 4 I I yO 1506 ,2 17 7 7 ,2 1641 ,7 o , 9 4 2

21 b 1 3 5 ,4 9 ,7 8 0 5 >8 5 ° 7 ,2 1 5 2 2 3 7 ,1 «4 4 3 ,9 «5 7 9 .9 1 8 3 9 ,4 17 0 9 ,6 o ,9 3 i

21 C 1 3 5 ,3 5 9 ,7 2 0 5 ,8 1 8 7 ,6 2 2 2 4 8 8 ,0 1578 ,8 2 1 1 1 ,9 2 3 7 3 ,9 2 2 4 2 ,9 0 ,9 9 6

21 d «3 5 ,4 9 ,7 5 5 5 ,8 5 * 7 ,5 3 i 2 2 2 7 ,5 «3 7 7 ,« 16 4 7 ,2 1750,* 1698 ,6 0 ,9 7 5

£ '= 1823 ,2 D = 0,961

Page 111: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

- 9 9 -

Het jongere hout is ook hier het zwaarst en vertoontden hoogsten elasticiteits-coefficient.

TABEL XXXVII.

Bi j lhout . G l a v i ma n s .

a. b —k Q. u. E . %

2 ) in1838

2 > in1848

I. iS 0 ,8 641 ,1 12 1100,5 11 1 8 ,4

2 . 93 93 1798,1 25 1481 ,6 1 5 0 6 , 5

3 - 93 0,6 495» o 23 14 0 1 ,2 14 0 1 ,6 1 , 1 5 1 0 ,9 0 9

4 - 93 93 335.6 l6 1 3 6 5 , 6 1366 ,0

5 - 93 0 ,4 124 ,8 29 1 4 1 8 ,4 1 4 1 9 , 7

6 . 93 93 124 ,8 33 1 2 4 6 ,4 12 4 7 ,6

7- 93 93 172 ,7 37,5 I 52 I>5 1 5 1 9 , 3

E = 1362,2 D = 1,151 E g = 1368,4

Van deze uitkomsten van Glavimans kon hetzelfde ge­zegd worden als van de vorigen, de uitdroging is ookhier zeer sterk.

Peto. Mora excelsa. fam. Leguminosae. In DemeraryMora of Demerara-locust geheeten. .

Deze houtsoort wordt in Suriname zeer weinig, dochin Demerary het meest van allen gebruikt, vooral voorden scheepsbouw.

Page 112: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

IOO

TABEL XXXVIII.Peto.

N u m ­m er. / . b. h . a . »}. nh . E l . E k. E t + E \ D .

2

22 a . I 3 S.3 9,811 5 ,7 9 5 8,350 2 5 1 2 ,7 _ 2300,9 2300,9 1,086022 6 . 1 3 5 ,2 9 ,7 5 2 5,848 7,555 2 4 0 0 , — «908,3 — 1908,3 0 ,9802 2 C. 1 3 5 ,2 5 9 ,7 1 4 5 ,7 9 6 7,896 2 5 9 2 ,5 — 2383,8 — 2383,8 1 ,0 3 722 d . «3 5 ,3 2 9 ,6 9 9 5 ,7 8 8 7,094 2 4 8 6 ,5 — 1985,0 — 1985,0 0 ,9 3 4

E = 2144,5. D — 1,009.

De toonhoogte der transversaal-trillingen in de richtingder breedte was moeilijk te bepalen. In de richting derhoogte waren de staafjes niet met scherpe knooplijnenaan het trillen te brengen. Dit wijst op weinige homo­geniteit. Overigens was het hout zeer grof.

TABEL XXXIX.P eto . G la v i ma n s .

N u m ­m er. a . b = h Q , U. E .

* g .D in 1838. Z> in 1830.

1 . « 5 0 ,8 7 9 4 ,1 « 7 962 ,4 9 7 8 ,1

2 . 99 99 1090,5 99 1321,6 «3 4 2 ,7

3 - 99 0 ,6 7 4 ,4 6 807,29 8075,

4 - 99 99 99 4 ,5 1076,4 10766,7 1,1104 0 ,906

5 - 99 ' 0 ,4 100,2 24 «3 7 6 , «3 7 7 ,36 . 99 99 74,4 « 7 1442,4 «4 4 3 ,9

7 - 99 99 99 « 9 1290,6 1291,98 . 99 99 99 «5 1635,1 «636,4

E = 1 2 3 8 , 9 D = 1 , 1 1 0 4 E ^ = 3 9 7 0 , 2 .

Page 113: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

IOI

TABEL XL.P e t o. Glav i mans .

N u m ­m er. a. i = A . Q. u. E . * / •

D in1838

D in1848

9 - IS 0.6 467 17 1788,4 1789,0

IO. 93 93 283 , i ” , S 1602,7 1603,3 1 ,1043 0,891I I . 93 0 .4 121,9 22 1826,2 182812. 93 93 I 7 I.S 31 1823,4 1825,1

E = 1760,2 D = 1,1043 E g— 1761,4

Daar bij de staven 3 en 4 van Glavimans, het decimaal-> teeken op eene verkeerde plaats werd aangebracht, komt

Glavimans tot een gemiddelden elasticiteits-coefficient voorPeto = 3970,2. De ware waarde E — 1238,9 komt beterovereen met hetgeen hij zelf zegt van deze balkjes, na­melijk , dat zij zeer spïntig of warrig waren, waarom hijnog vier andere balkjes onderzocht, waarvan de uitkom­sten in tabel XL vervat zijn, welke waarden beter metde door mij gevondene overeenkomen.

Bruinhart. Vouacapoua Americana, fam. Leguminosae.Is het sterkste en duurzaamste hout dat in Suriname

wordt aangetroffen, en wordt algemeen als zoodanig er­kend. Dit zware hout komt in alle afmetingen en ingenoegzame hoeveelheid voor. Verder zuigt het geenwater in, waarom het dan ook uitstekend geschikt isvoor vaartuigen, en van wege de gladheid van het hout

Page 114: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

102

is er geen boot waarmede tegen een boot, van dit houtvervaardigd, kan geroeid worden.

TABEL XLI.

Bruinhart.

N u m ­

m e r .l . b . h . G . n b . n k . E i . E i . E t + E h D .

2

2 3 a - *3 5 , 3 9 ,8 2 2 5 , 8 1 2 7 ,1 8 2 2 5 5 3 , 2 «5 5 4 , 6 2 0 3 0 ,9 2 1 5 0 ,4 2 0 9 0 ,6 0 ,9 3 °2 3 b . 1 3 5 , 3 7 9 ,7 8 0 5 , 8 3 8 7 , 4 3 0 2 5 8 0 ,7 1 6 0 0 ,9 2 1 6 8 ,3 2 3 4 1 , 4 2 2 5 4 ,6 0 ,9 6 12 3 c . 1 3 5 . 3 5 9 ,6 9 0 5 ,8 3 6 6 , 8 5 5 2 3 6 0 ,7 1 5 3 8 ,2 1 7 3 0 , 8 2 0 1 4 ,0 1 8 7 2 , 4 0 ,9 0 C2 3 d . «3 5 . 4 4 ,7 2 8 5 , 8 3 3 7 , o i 5 2 4 4 0 ,2 1 5 2 3 , 8 1 8 6 2 ,4 5 2 0 1 0 ,7 1 9 3 6 ,5 0 ,9 * 3

E — 2038,6 D = 0,926.

Het jongste hout is hier lichter en vertoont een ge-ringeren elasticiteits-coefficient. Verder zijn deze waardenlager als die voor groenhart, boven hetwelk het bruin­hart toch wordt gesteld. De omstandigheid dat in hetmonster bruinhart een groote kwast aanwezig was, kanwel de oorzaak wezen van deze inferioriteit tegenovergroenhart.

Glavimans had geen monster bruinhart, en kon der­halve deze houtsoort niet onderzoeken.

In 't algemeen zijn de gevondene waarden voor deSurinaamsche houtsoorten veel hooger dan die voor Oost-Indische houtsoorten gevonden.

Bij de door C. G. van Dentzsch onderzochte Oost-In-

Page 115: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

103 —

dische houtsoorten 1 is er geen enkele waarvan de elastici-teits-coefficient hooger is dan 1 7 0 0 , terwijl alle die hout­soorten, behalve het ijzerhout, tot de zoogenaamde drijf­houten, dat zijn dezulke waarvan het specifiek gewichtgeringer is als van water, behooren. Met betrekking totde elasticiteit en het specifiek gewicht worden dus degewone Oost-Indische houtsoorten door vele West-Indischeovertroffen.

Ten slotte valt er aangaande deze bepalingen nog ietsop te merken. Bij vergelijking der coëfficiënten E b enE h bij de Surinaamsche houtsoorten, valt het in hetoog, dat de getallen onder E h steeds grooter zijn dandie onder Eb. Dezelfde opmerking is reeds op pag. 53bij de staafjes eschdoorn- en iepenhout gemaakt. Tenonrechte zoude men meenen, zooals Chevandier enWertheim beweren, dat de elasticiteits-coefficienten , afge­leid uit het aantal transversale trillingen naar twee richtin­gen, in welke de staaf ongelijke elasticiteit bezit, ver­schillend kan zijn. Het aantal transversale trillingen hangtslechts af van de elasticiteit in de richting der lengtevan de staaf. Ook was bij het vervaardigen van dezestaafjes geen acht geslagen op den loop der jaarringenwelke soms evenwijdig aan de breedte, soms evenwijdig

1 Verb. K . I. v. Ing. 1854—55. pag. 88.

Page 116: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

104 —

aan de hoogte, en soms ook wel volgens de diagonaalgericht waren.

Evenmin behoeft men te denken,Jdat de stijfheid vande snaar van den sonometer oorzaak kan geweest zijnvan het waargenomen verschil. De invloed van de eigenestijfheid van de snaar is deze, dat het, volgens de formule:

, Kt*n = 256 —j—

berekende trillingsgetal kleiner is dan het ware. Ditverschil is des te grooter, naarmate de te bepalen toonhooger is. Hierin volgt, dat de uit hooge tonen bepaaldeelasticiteits-coefficienten, ceteris paribus, kleiner zijn dandie uit lagere tonen bepaald. Dit zoude dus ter verkla­ring van het verschil kunnen aangevoerd worden, zoomen niet wist, dat bij deze staafjes de trillingsgetallen nider hoogste tonen, juist met het tweemaal lager octaaf zijnbepaald, waardoor de invloed van de stijfheid der snaargeëlimineerd werd, ja zelfs in omgekeerden zin werkte.

Er is echter nog iets, wat ter verklaring van het

waargenomen verschil kan aangevoerd worden. Bij deafleiding van de formule IV, op pag. 45, voor transver-saal-trillende staven, is de vooronderstelling dat de dwars-afmetingen ten opzichte van de lengte der staaf zeerklein zijn. Waar dit nu niet het geval is, zal de metde theoretische formule berekende elasticiteits-coefficient

Page 117: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

eenigszins verschillen van den waren, en dit des te meernaarmate de staaf korter is. Daar nu de Eh grooter isdan de Eb, en wel, zooals uit de tabellen blijkt, deste grooter naarmate h kleiner is dan b, zoo volgt, dat,indien deze verklaring de juiste is, de aldus berekendeelasticiteits-coefficienten iets kleiner zijn dan de ware. Hetis zaak om, waar men de elasticiteits-coefficienten vol­gens deze nauwkeurige en weinig omslachtige methodewil bepalen, de invloed der afmetingen dezelfde te doenzijn, door alle staven dezelfde afmetingen te geven.

Page 118: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

ERRATA.

Pg. 4 5 ,48 ,49 , staat: Poisson, „Mécanique rationelle.

„ 50, regel 14, v. o. staat 1,0 millimeter

„ 80, „ 1, „ „ tabel XIV

’ lees, Poisson, „Traité

de Mécanique.”

„ 0,1 millimeter.

„ XXIV.

Page 119: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

S T E L L I N G E N .

Page 120: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit
Page 121: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

S T E L L I N G E N .

I.

Cohaesie-proeven, waarbij de belastingen werken inde richting der lengte, kunnen nooit wetenschappelijkewaarde hebben.

II.

Wel daarentegen zulke, waarbij de belasting werktin eene andere richting.

III.

De coefficient van veerkracht, uit trillingen bepaald,is een meer zuivere maat der veerkracht dan die bepaalddoor uitrekking of buiging.

Page 122: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

n o —

IV.

Te haastig is de conclusie van Cornu (Comptes ren­dus. 2. Aug. 1869): 1’isotropie élastique est caractériséepar la propriété, que le coefficient de contraction trans­versale est le quart du coefficient d’élasticité longitu­dinale.

V.

De schuinsche ligging der knooplijnen bij transversaal-trillende staven, is door Chladni niet voldoende ver­klaard.

VI.

Ten onrechte meenen Chevandier en Wertheim dat, bijeene Iransversaal-trillende houten staaf met vierkante doorsnede, het aantal trillingen in de richting van de hoogteverschillend moet zijn van het aantal trillingen in derichting van de breedte.

VIL

Geheel verkeerd is de voorstelling welke Tyndall geeft(On Sound pag. 178) van het ontstaan van den toon inorgelpijpen.

VIII.

Het kunstmatige plantenstelsel van Linnaeus is hetbeste voor het onderscheiden, een natuurlijk beter voorhet leeren kennen der planten.

Page 123: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

I l l

IX.

De geologische onderzoekingen verplichten ons tot nutoe niet een zoogenaamd centraal-vuur aan te nemen.

X.

De hardheids-schaal van Mohs berust op een onjuistengrondslag.

XI.

Het Petersburger probleem is eene absurditeit.

XII.

Ofschoon het spectrum van sommige nevels geheelgelijk is aan dat van een gloeiend gas, mag men daar­uit niet besluiten, dat die nevels slechts gloeiende gas­massa’s zijn.

XIII.

Het is eene onjuiste meening dat ijzer door hevigstooten of door rhytmische beweging plotseling eene kris-tallijne structuur kan aannemen.

XIV.

De definitie van het absolute nulpunt volgens Thom­son is te verkiezen boven die, afgeleid uit de wet vanGay-Lussac.

Page 124: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

1 12

XV.

Door het experiment kan het vraagstuk dergeneratiospontanea niet worden opgelost. Veeleer moeten wij hetbestaan daarvan, als eene noodzakelijke hypothese, apriori aannemen.

XVI. v

Zeer ten onrechte wordt Julius Robert Mayer doorTait onder de a priori physici gerangschikt.

XVII.

Verkeerd is de gevolgtrekking van Tait: (Ree. Adv.in Phys. Science, pag. 146.) the ultimate form of the energyof the universe must be that of heat, so diffused as togive all bodies the same temperature.

XVIII.

Toute théorie est comme une souris; elle échappe parneuf trous, et est arrêtée par le dixième.

( Voltaire).

Page 125: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

■ r

Page 126: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit
Page 127: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

.....

Page 128: SIMONEIGEE - lorentz.leidenuniv.nl · Directeur van dat Museum, den Heer F. W. van Eeden, welwillend toegestaan van die monsters de kleine. staafjes af te zagen, welke ik voor dit

iflMI

■1 '

ilil

hhiK3M