Onderzoeks reportage sophie van eeden

74
Te Voet Waar blijft de ruimte voor de voetganger?

description

 

Transcript of Onderzoeks reportage sophie van eeden

Page 1: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Te Vo e tWaar blijft de ruimte voor de voetganger?

Page 2: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Sophie van Eeden

Hogeschool van de kunsten Spatial Design 2016Begeleiding rapportage, Mieke DöbkenAfstudeer begeleider, Arjan Karssen

Page 3: Onderzoeks reportage sophie van eeden
Page 4: Onderzoeks reportage sophie van eeden

04 |

Voetganger, weggebruiker, verkeersdeelnemer, wandelen, gewandeld, tot uitspanning gaan, een blokje om gaan, een luchtje scheppen, een wandeling maken, flaneren, kuieren, lopen, rondslenteren, slenteren, lopen, benen, gaan, ijsberen, marcheren, pikkelen, schrijden, slenteren, stappen, stiefelen, treden, voortbewegen, ijsberen, omgaan, omlopen,

ronddrentelen, rondgaan, rondsjouwen, rondslenteren, rondsluipen, rondwandelen, rondzwerven, rotsen, flaneren, drentelen, aanhouden, blijven, continueren, doorlopen, doorgaan, staan, stabiliseren, verlopen, vervolgen, volgen, verdergaan, voortgaan, zich ontwikkelen, zich voortzetten, hardlopen, hollen, rennen, snellen, deelnemen aan.

voet-gan-ger

(de; m,v; meervoud: voetgangers)1 iem. die te voet op weg is

Page 5: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 05

Een voetganger is een persoon die in het algemeen te voet aan het verkeer deelneemt.

Het woord voetganger wordt alleen in verband met verkeer gebruikt. Buiten dit verband kan in veel gevallen het woord wandelaar gebruikt worden. Een voetganger is de enige verkeerscategorie die, in de Verkeerswet, geen bestuurder is. Verder zijn o.a. mensen met een kruiwagen, kinderwagen, kinderen op een autoped, skelter, kinderfiets en mensen op skeelers, rolschaatsen en skateboard voetgangers.

Page 6: Onderzoeks reportage sophie van eeden

06 | Inhoud

Inhoud

Inleiding

1| Voetgangers 1.1 Loopafstand 1.2 De ruimte die een voetganger nodig heeft 1.3 De Straat 1.4 Wat heeft een voetganger nodig? 1.5 Wie is de voetganger?

2 | De Gemeente en de voetganger 2.1 Probleemstelling van gemeente Utrecht 2.2 Wat zijn de actiepunten van de gemeente. 2.3 Initiatieven 2.4 Conclusie

06

08

101212141618

2022242628

Te voet

Waar blijft de ruimte voor de voetganger?

Page 7: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Inhoud | 07

3 | Analyse van Utrecht.

3.1 Utrecht en zijn gebruiker 3.2 Tevredenheid in Utrecht

4 | Eigen beleving

4.1 Fietsen v.s. wandelen 4.2 Doelgroep onderzoek

5| Foto analyse Utrecht

5.1 Foto analyse door Utrecht 5.2 Analyse foto’s

ConclusieBronnenlijst

30

3234

36

3842

46

4850

6870

Page 8: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Inleiding08 |

Sinds vier jaar woon ik in Utrecht. Hier veranderde mijn vertrouwde omgeving in een oase van rust naar een drukke levendige stad. Van spelen op de weg, naar het ontwijken van fietsers en automobilisten op de stoep. Nergens meer veilig op straat. Altijd om je heen blijven kijken.

Al snel merkte ik dat de fiets de veiligste manier is van verplaatsen, want de fietser heeft de meeste macht in Utrecht. Overal is het toegestaan voor fietsers om te fietsen; op de Oude gracht waar mensen aan het winkelen zijn of op het Wed waar ze opzoek zijn naar een zitplekje op het terras. Ondertussen worden zij opgejaagd door de fietsers. Even buiten de stad, in Overvecht, zijn er veel klachten over dat er geen

voetpaden zijn, maar alleen fietspaden en autowegen. Tijdens mijn stage bij LINT landscape architecture Heb ik verschillende opdrachten gedaan met betrekking tot de voetganger. In de Twijnstraat was een probleem met het parkeren van fietsen. Dit probleem kwam vooral terug bij voetgangers die op de straat lopen. Zij moeten zich tussen de fietsen bewegen en soms zelfs over de weg heenlopen. Onze conclusie was dat het fietsprobleem eigenlijk een voetgangersprobleem was. De voetganger kon zich niet voortbewegen over de stoep door alle obstakels die er stonden. Dit probleem hebben we inzichtelijk gemaakt door de fietsers te laten zien waar de voetgangers lopen en waar ze oversteken.

Helaas werd dit project vlak voor de eindfase niet uitgevoerd en konden we helaas niet kijken of het project daadwerkelijk succesvol was.

Voor een workshop in Shanghai werd ik door LINT uitgenodigd om mee te werken aan een project om de voetgangersstroom in het voormalige World EXPO van 2010 te verbeteren. Dit gebied werd opnieuw ingericht en klaargemaakt voor een nieuw bedrijventerrein. In dit gebied met vijfbaanwegen was er weinig ruimte over voor de voetganger. Met dit project zijn we in de stad Shanghai gaan kijken hoe kleine straatjes daar werken en hebben we dat principe omgezet naar een grotere schaal.

Page 9: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Inleiding | 09

Deze twee projecten hebben mij geïnspireerd om door te gaan met het ontwerpen van oplossingen voor de voetganger. Ik dacht terug aan mijn ervaring als voetganger. Waar ik me niet op mijn gemak voelde, kwam ik terug op de ervaring die ik zelf had opgedaan in Utrecht. De ervaring van het altijd om je heen moeten kijken of je nooit veilig voelen op straat, want het gevaar bestaat dat er ineens een fietser langs je voorbij schiet.

In mijn onderzoek ga ik de verhouding zoeken tussen de voetganger en de openbare ruimte. Waar in Utrecht zijn de goede omstandigheden? Waar in Utrecht zijn de omstandigheden niet zoals gewenst? Naast een literatuur onderzoek ga ik ook onderzoek doen naar wie de gebruikers zijn in de stad, wat de verschillende voetgangersgroepen zijn en welke eisen zij hebben en waar ze naar opzoek zijn. Dit wil ik bereiken met een fotoreeks vanuit verschillende coördinaatpunten door de stad heen.

“Clearly, then, the city is not a concrete jungle, it is a human zoo.” Desmond Morris

Tot slot wil ik een voor mijn ontwerpopgave een eisenpakket samenstellen waaruit blijkt wat een voetganger nodig heeft. Op die manier kan ik aan de hand van mijn onderzoek een goed onderbouwd ontwerp maken, waarmee ik de volgende vragen kan beantwoorden: Wie is de voetganger in Utrecht? Wat wil de Gemeente Utrecht zelf in de stad verbeteren voor de voetganger? Waarom is dit onderwerp belangrijk voor de stad? Hoe kan er een verbetering komen voor de voetganger?

Sophie van Eeden

Page 10: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 1

Afbeelding 01

10 | Hoofdstuk 1

Page 11: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 11Hoofdstuk 1

1.1 Loopafstand1.2 De ruimte die een voetganger nodig heeft. 1.3 De Straat1.4 Wat heeft een voetganger nodig?1.5 Wie is de voetganger?

Bij het begrip langzaam verkeer kan je denken aan fietsers en voetgangers. Deze milieuvriendelijke en gezonde manier van verplaatsen is een groot onderdeel van het stedelijk verkeer.

Dit soort verkeer maakt met name gebruik van diverse soorten openbare ruimtes om zich te kunnen verplaatsen. Hierbij kan gedacht worden aan parken, (winkel)straten en pleinen. In dit hoofdstuk bekijk ik de behoeftes van de voetganger.

Hoofdstuk 1 De voetganger

Page 12: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 112 |

1.1 | Loopafstand

Niet ver weg is een synoniem voor het woord loopafstand. Dit begrip wordt vooral gebruikt bij routeomschrijvingen. Je stapt de trein uit, vervolgens is het nog 10 minuten lopen. In dit geval is 10 minuten de loopafstand. De gemiddelde tijd dat mensen willen lopen is 15-20 minuten, dat is ongeveer 1,5km. Mensen lopen 5km per uur. Uit onderzoek1 blijkt dat het zetten van 10.000 stappen effectief is voor je gezondheid. Gemiddeld zet een mens 6000 stappen per dag. Zou de afstand die mensen moeten lopen dan 4000 extra moeten zijn?

Er zijn regels gemaakt over de minimale vrije doorloop. Dit is een breedte van minimaal 1,5m, bij voorkeur 2.0m2.De breedte van de vrije doorloopruimte is afhankelijk van: een totale wegbreedte, intensiteit voetgangers, de gewenste kwaliteit (bij een breedte van 1,8m kunnen twee mensen naast elkaar lopen en 2.40m voor als een derde voetganger deze voorbij wil lopen3). Obstakel vrije hoogte is 2,2m (Zonneschermen, reclameborden, verlichting, verkeersborden). Terrassen moeten zoveel mogelijk buiten de looproute geplaatst worden. Terrassen worden minimaal 0,6m vanaf de stoeprand geplaatst.

Mensen vinden het bijv. fijner om tussen smallere en lager doorgangen te lopen dan door hoge brede doorgangen. Dit verklaart meteen dat mensen zelf hun eigen routes creëren zoals olifantenpaden. Een ontwerp wordt in de werkelijkheid altijd anders gebruikt dan zoals het bedoeld is. Dit komt omdat mensen routes afsnijden, niet te dicht langs elkaar heen willen lopen of gebruikers zien een andere route als een snellere route.

“De stad zoals die ontworpen wordt door de ontwerpers, wordt door

de gebruiker altijd anders gebruikt in de uitwerking.”4

1.2 | De ruimte die een voetganger nodig heeft

Page 13: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 13Hoofdstuk 1

1 | Tudor-Locke, C. [2011] How many steps/day are enough?2 | Schermers, G. [2014] Maatgevende normen in de Nederlandse richtlijnen voor wegontwerp

“Something happens because something happens because something happens”5

Afb

eeld

ing

02

3 | Gehl, J. [2011] Life between buildings 4 | Gehl, J. [2010] Cities fot people blz. 85

5 | Gehl. G. [2010] Cities for people blz 17

Page 14: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 114 |

1.3 | De straat

De straat wordt gezien als het verlengstuk van een woning of een bedrijf.

Zo werd er in de middeleeuwen in rijken steden, zoals Londen, Amsterdam en Parijs, voor het eerst delen van de weg met houten planken verhard. Door hier op te lopen kregen voetgangers geen vieze voeten of schoenen. Er ontstonden tijdelijke bouwsels zoals luifels, werktafels, banken, trappen, bordessen, voorportalen, enz.

Deze bouwsels werden voornamelijk gebruikt om een gebouw te accentueren. Aan het eind van de middeleeuwen werd er in Europa een duidelijke aanduiding voor verschillende verkeersstromen gebruikt. Zo waren de hoofdstraten verhard voor groot verkeer zoals paard en wagen. De smalle straatjes waren onverhard voor de voetganger. Met de opkomst van handel en de toename van verkeer moesten de smallere, modderige wegen ook verhard worden. Dit had ook te maken met hygiëne. Zonder verharding zou een stad een stuk ongezonder zijn7.

“De bomen gaan dood! En wat te denken van de inwoners?

De straat is een verkeerd machine, zij is in werkelijkheid een soort

fabriek voor snelverkeer.”8

Page 15: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 15Hoofdstuk 1

De opkomst van de auto in de twintigste eeuw heeft het denken over het straatbeeld veranderd. De toenemende mobiliteit was in de jaren zeventig al zichtbaar en verkeersopstoppingen werden al snel de orde van alle dag. De negentiende-eeuwse straat die Le Corbusier Le rue corridor9 noemde was verdwenen. Net zoals voor de verkeersweg, zijn er vanuit het modernisme verschillende ideeën ontstaan voor voetgangerszones. Het idee hier achter was om alle verkeersfuncties te scheiden. Al snel viel op dat het scheiden van functies niet de oplossing was. Doordat de voetgangerszone minder bewandeld werden, ontstond er een onprettige sfeer. Hierdoor ontweken mensen deze straten en ontstond er veel criminaliteit in die voetgangerszones.

In de eenentwintigste eeuw krijgt de stoep weer een ander aanzicht. De voortuin dient bijna als etalage voor het huis en op het trottoir staan bankjes waar bewoners op rusten. Het idee van deze indeling van de straat komt uit de tijd dat de huizen te klein waren voor de grote gezinnen. In dit opzicht is de straat een sociale plek geworden om waar families zich doorbrengen samen met de rest van de buurt. Door de jaren heen heeft de stoep altijd hetzelfde uitgangspunt gehad: een aantrede naar het gebouw.

Samenvattend was de stoep: in de middeleeuwen een hygiënisch doel, in de negentiende eeuw een functioneel doel en in de eenentwintigste eeuw een sociaal doel.

6 | Heeling, Meyer, & Westrik,[2002] Het ontwerp van de stadsplattegrond7 | Stübben & Brix, [1914] Hygiene des Städtebaues

8 | Le Corbusier, [1925] The City of Tomorrow and Its Planning Blz 149 | Le Rue corridor is een straat met

huizen er strak langs, de weg er tussen wordt gebruikt door alle verkeer stromingen.

Page 16: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 116 |

Een voetganger heeft nodig: een bestrating waar je goed op kunt lopen, geen tot weinig obstakels (fout geparkeerde fietsen, paaltjes, reclameborden, lantarenpalen, bloempotten, parkeermeters), meubilair10, faciliteiten11, loopruimte en landmarks12. Dit zorgt ervoor dat je aan alle behoeftes komt tijdens het lopen. Maar wat zijn de minimale benodigdheden om een voetganger tevreden te houden?

In het onderzoek van Kevin Lynch wordt verteld over de basiselementen in de openbare ruimte. Hij omschrijft de elementen als volgt:

Nodes: Strategische locaties, zoals kruispunten en bushaltes.

Paths: De route die mensen volgen wanneer ze bewegen door straten en over voetpaden.

Edges: Dit zijn grenzen, zoals een stadsmuur, sloot of grote weg. Waar een snelweg voor een auto een path is, is het voor een voetganger een edges.

Districts: Dit zijn delen van een stad die als geheel worden gezien om-dat ze dezelfde karakteristieke eigenschappen hebben.

Landmarks: Zijn sterke referentiepunten in een stad zoals een kerk, kunst-werk, toren of brug.

1.4 | Wat heeft een voetganger nodig?

Page 17: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 17Hoofdstuk 1

Deze punten beslissen de route van de voetganger. Alleen kom je deze punten vaak onbewust tegen tijdens je looproute. Het bepalen van de route zal een individu altijd bepalen aan de hand van zijn of haar beeld van de omgeving. Zie afbeelding 03.Het nemen van beslissingen met betrekking tot ruimtelijkgedrag is een ingewikkelde studie.

10 | Prullenbakken, bankjes en verlichting.11 | Winkels, supermarkt, musea en parken.

Afb

eeld

ing

03

Nu kun je zien in het schema dat je, door goed om je heen te kijken, de route kunt vinden. Dat kan zijn door middel van een kaart, herkenningspunten of de gevels die je hebt van de plaats. Steeds weer terugdenken aan wat je weet en wat je volgende stap is, is blijkbaar belangrijk als het gaat om onze ruimtelijke beslissingen.

12 | Herkenning punten, interessante architectuur en historische attractiepunten.

Afb.03 | ruimtelijke keuzegedrag, Golledge & Stimson 1997

Page 18: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 118 |

Je hebt verschillende groepen binnen de voetgangers. Ik heb ze verdeelt in 7 categorieën:

De van A naar B voetganger.Deze doelgroep heeft een duidelijk doel waar ze naar toegaan. Zij zijn bekend op de plek waar ze lopen en lopen dit in een redelijk vlot tempo. Herkenbaarheid: de voetganger weet precies waar hij/zij moet lopen, oversteken en wat ze moeten ontwijken.

De mindervalide voetganger. Deze voetganger heeft een beperking met zicht, beweging of heeft hulp nodig bij het verplaatsen van zichzelf. Hij/zij kan zich minder snel voortbewegen, heeft het liefst een gelijke ondergrond om op te lopen. Herkenbaarheid: loopt langzamer (2/3km), is hulp behoevend.

De [A] sociale voetganger.Heeft niks met zijn omgeving. De omgeving waar die zich in bevind is vooral zijn telefoon. Kijkt vaak even snel op om te zien of er geen obstakels op de weg zijn. Deze voetganger kan eerst ook een andere doelgroep zijn en later overgaan in de asociale voetganger. Herkenbaarheid: telefoon in de hand, maakt geen oogcontact met voorbijgangers, let niet op de weg.

De toeristische voetganger.Deze voetganger is niet bekend in de stad. Ziet, loopt, ruikt alles voor de eerste keer. Wilt het liefst zo veel mogelijk zien. Struint vaak door de stad heen. +/- 3km per uur. Herkenbaarheid: kan ineens stil staan, is zoekende, hulp vragend.

De sportieve voetganger.Deze voetganger staat in teken van sport. Het zijn hardlopers of ze sporten in het park. Wat deze doelgroep wil bereiken is fit zijn, calorieën verbranden en de wereld laten zien hoe goed zij aan hun figuur werken. Herkenbaarheid: Snel, constant in beweging.

De recreërende voetganger.Deze voetganger heeft raakvlakken met bijna alle andere doelgroepen. Maar wat deze iets anders maakt is dat het mensen zijn die iets doen onder het lopen. Winkelen, bezoeken van een specifieke plek of zitten op een bankje. Ze doen iets waarmee ze de omgeving beter leren kennen. Herkenbaarheid: langzaam, zoekend naar z’n bestemming, neemt de omgeving in zich op.

1.5 | Wie is de voetganger?

Page 19: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 19Hoofdstuk 1

De kleine voetganger. Deze voetganger is jonger dan 12. Is vaak met een begeleider op straat te zien. Springt, rent, huppelt, zeurt, huilt, zingt. Deze voetganger is het meest onvoorspelbaar. Maken van paaltjes op straat een zigzag parcours, maken van een zebrapad een lavalandschap. Deze is het meest vindingrijk en fantasierijk over zijn omgeving. Herkenbaarheid: Druk, veel beweging, klein, je zal ze vaak over het hoofd zien.

Afb

eeld

ing

04

ConclusieAl deze groepen hebben wel één ding gemeen en dat is dat ze ruimte nodig hebben. De groepen vragen alleen wel allemaal om een ander soort ruimte. Echter is het belangrijker om te kijken wat groepen het hardst nodig hebben, zodat ik daar uiteindelijk een selectie van kan maken.

Page 20: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 220 |

Afbeelding 05

Page 21: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 2 | 21

2.1 Probleemstelling van gemeente Utrecht 2.2 Wat zijn de actiepunten van de gemeente.2.3 Initiatieven 2.4 Conclusie

De gemeente Utrecht is er van bewust dat er problemen zijn met de voetganger. Ze hebben deze bevindingen vastgelegd in het Actieplan Voetganger 2015-2020.

Het doel van dat Actieplan is om het voetgangersklimaat te verbeteren, zodat lopen voor meer mensen aantrekkelijker en veiliger wordt.

Hoofdstuk 2De gemeente en de voetganger

Page 22: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 222 |

In het “actieplan voetgangers”13 staat geschreven wat volgens de Gemeente Utrecht fout gaat met de openbare ruimtes in Utrecht en wat er verbeterd moet worden aan het voetgangersklimaat. Een goed voetgangersklimaat in Utrecht is namelijk voor iedereen belangrijk.

Ook voor mensen met een beperking is een goed voetgangersklimaat van belang, omdat dit bijdraagt aan de toegankelijkheid van vele bestemmingen.

Uit het onderzoek blijkt dat het probleem ligt bij de fietser, vooral met betrekking tot de Binnenstad. Dit probleem ontstaat tussen fietsers en voetgangers die nauw langs elkaar heen bewegen, maar ook bij het parkeren van fietsen. Fietsen worden overal geparkeerd, zelfs als het aangegeven wordt dat dit niet is toegestaan.

Wat ook uit het plan komt, is dat de voetganger een te kort heeft aan verblijfsruimte. In een voorbeeld wordt omschreven dat er wrijving ontstaat in de Voorstraate en Wittevrouwenstraat.

Met de weginrichting is nog veel nadruk gelegd op de verkeersfunctie, mede vanwege de aanwezigheid van een buslijn. Je ziet hier bijvoorbeeld in één richting een vrij-liggend fietspad. Hierdoor is er een profiel ontstaan waarin elke verkeersdeelnemer zijn eigen plek heeft met als gevolg dat er weinig verblijfsruimte overblijft. Gewenst is een weginrichting met meer verblijfsruimte, dus meer ruimte voor de voetganger met daarnaast voldoende stallingsruimte voor fietsen. Voor deze straat wordt onderzocht of een herverdeling en herinrichting mogelijk is. Dit doen wij in samenspraak met bewoners en ondernemers15.

13 | Gemeente Utrecht. (2015) Utrecht aantrekkelijker en bereikbaarder Actieplan voetgangers 2015-2020.

2.1 | Probleemstelling van Gemeente Utrecht

14 | Zie voetnoot 13. Blz 315 | Zie voetnoot 13. Blz 16

Page 23: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 23Hoofdstuk 2

“Iedereen is voetganger, bijvoorbeeld bij het winkelen, als hij van de fiets afstapt en als recreant.”14

Afb

eeld

ing

06

Page 24: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 224 |

In het onderzoek van de gemeente omschrijven zij de volgende actie punten:

1.Menselijke maat - fijnmazig netwerk:Voor voetgangers wordt gewerkt met de term netwerken. Om voetganger aan te trekken is het belangrijk om een fijnmazige netwerk te hebben. Hoe korter de afstand tussen herkomst en bestemming, hoe groter de kans is dat de voetganger ook echt de route gebruikt. De aanleg van voetgangersvoorzieningen maakt het netwerk fijnmaziger. Het is belangrijk dat een korte, rechtstreekse, niet onderbroken route vanzelfsprekend en leesbaar is. De wenslijnen moeten hiervoor nog worden opgesteld.

2. Ruimte voor de voetganger:Drukke voetgangersroutes vragen om meer ruimte. Ruimte en bewegingsvrijheid op trottoirs én het liefst over de hele ruimte. Het gebruik (aantal voetgangers) is het uitgangspunt voor de maatvoering van voetgangersvoorzieningen. In de bijlage ‘gewenste bijlage voor de voetganger’ is de gewenste ruimte beschreven, per type voetganger, als er sprake is van een drukke voetgangersroute.

3. Fysiek comfort: Bij de (her)aanleg van openbare ruimte bestemd voor voetgangers worden enkel vlakke, slipvaste, stevige materialen in goede staat gebruikt als verharding voor de zones waar voetgangers komen. Een onderbroken obstakelvrije ruimte garandeert de natuurlijke doorgang. Daarnaast moet aandacht besteed worden aan beschutting tegen weer, lawaai en verlichting.

4. Objectieve verkeersveiligheid: Voetgangers bewegen zich onbeschermd en zijn daarom kwetsbare verkeersdeelnemers. De snelheid en volume van het verkeer worden in straten met veel voetgangers zo laag mogelijk gehouden om de veiligheid van de voetgangers (bijvoorbeeld: spelende kinderen) te garanderen. Oversteken op kruispunten en drukke wegen worden door relatief korte wachttijden en lange wachttijd. De omgeving dient daarom bij grote stromen voetgangers zo veel mogelijk verkeersluw te zijn (lage snelheid, gemengd verkeer) of verkeersvrij ingericht te worden (grote rustige verblijfsgebieden). Langs drukke wegen zijn veilige trottoirs, kruispunten en overstekenpunten vereist. Ook tijdens bijzondere situaties zoals winterweer of werkzaamheden dient de veiligheid van voetgangers gewaarborgd te zijn.

2.2 | Wat zijn de actiepunten van de gemeente.

Page 25: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 25Hoofdstuk 2

5. Toegankelijkheid: Iedereen moet in staat zijn om voorzieningen zoals woningen, werkplekken, winkels, theaters, sportaccommodaties en parken te bereiken en te gebruiken. Het ontbreken van gepaste infrastructuur voor voetgangers (in het bijzonder met een mobiliteitsbeperking) doet afbreuk aan de toegankelijkheid. De behoeften van personen met beperkte mobiliteit zijn richtinggevend voor het ontwerp van de openbare ruimte.

6. Intermodaliteit: Als voetganger kom je een heel eind met de fiets, OV of auto. Aanlooproutes naar het openbaar vervoer en looproutes naar geconcentreerd (fiets-)parkeerplekken (rond centrumgebieden) verdienen bijzondere aandacht om het gebruik hiervan te stimuleren. Uitstekende omstandigheden worden gecreëerd om veilig en comfortabel te wachten, en in- en uit te stappen.

7. Beleving, Attractiviteit, Levendigheid – uitnodigen tot verblijf: Lopen is vaak meer dan je zomaar functioneel verplaatsen. Een ruimte is uitnodigend als er gelegenheden worden geboden zoals banken, trappen, het zitten in de schaduw of juist in de zon. De kwaliteit van de buitenruimte heeft invloed op de gebruiksintensiteit. In samenhang met aanvullende (sociale) activiteiten neemt dit toe. Ruimte voor (economische) activiteiten nodigt mensen uit om te verblijven. Dat zorgt voor meer (subjectieve) veiligheid en levendigheid op straat.

Een goede inrichting voor voetgangers moet dus voldoen aan de volgende eisen: Een fijnmazig netwerk met rechtstreekse en continue routes, voldoende ruimte voor de voetganger, fysiek comfort in de keuze voor materialen, verkeersveiligheid, toegankelijkheid (ook voor mensen met een beperking), aantrekkelijk zijn, uitnodigen om te verblijven, goede aansluiten op andere modaliteiten (in bv (aan)looproutes).

Met veel van deze inrichtingseisen ben ik het mee eens en zullen dit ook de eisen zijn voor mijn minimale model.

Page 26: Onderzoeks reportage sophie van eeden

26 | Hoofdstuk 2

2.3 | InitiatievenNaast het actieplan voetgangers heeft de Gemeente Utrecht een “voetgangers ideeën punt” opgezet. Utrecht wil graag de voetganger stimuleren om te gaan wandelen. Dit kunnen ze niet doen zonder de input van de voetganger. Met behulp van dit punt kunnen mensen aangeven waar ze problemen hebben ondervonden in de openbare ruimte.Hiermee kan de gemeente kijken of het een snelle oplossing is of dat het een onderdeel wordt voor een grote aanpak waardoor de voetgangersstromen gelijk verbeterd worden.

In afbeelding 07 zie je waar mensen problemen hebben ondervonden. Elk lampje is een nieuw idee van een voetganger. En elk cijfer, bijvoorbeeld 11, betekend dat er nog 11 andere ideeën op die plek zijn. Soms zijn voetpaden te smal. Of is er geen voetpad aangelegd. Dan wordt er bijvoorbeeld door het gras gelopen. Hier kan mogelijk een voetpad worden gerealiseerd. Als er in de buurt een voetpad met obstakels (prullenbakken en reclameborden) in de weg staat, kun je een suggestie geven zodat de verkeersveiligheid van de voetganger verbeterd kan worden. Dit kan de voetganger aangeven op deze website. Ook alles wat te maken heeft met beheer en onderhoud (losliggende, kapotte of gladde stoeptegels, afgereden trottoirbanden, etc.) kunnen hier worden doorgegeven.

Afbeelding 07 screenshot voetgangers idee.

Page 27: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 27Hoofdstuk 2

Afb

eeld

ing

08A

fbee

ldin

g 09

Page 28: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 228 |

2.4 | Conclusie

Na het lezen van de aanpak van het actieplan en de vervolg stappen van dit plan, ben ik enthousiast geworden en heb ik een aantal punten eruit gehaald wat mij interessant lijken om daaraan mee te werken. Dit is het stappen plan vanuit de Gemeente. Aan de hand van deze stappen leg ik uit wat ik hiermee wil gaan bereiken. De volgende vragen roept dit bij mij op:

1. Attractiepolen (belangrijke bestemmingen) bepalen.Wat zijn belangrijke plekken in de stad? Hoe kan ik die vinden? Hoe ga ik die aan elkaar koppelen?

2. Wijken met elkaar verbinden via wenslijnen.Hoe kom ik bij die wenslijnen? Ga ik deze lijnen zelf vormgeven? Zijn het lijnen die een historische waarde hebben?

3. Aanlooproutes vanuit omliggende wijken naar het centrum bepalen via wenslijnen. Kan ik bestaande routes gebruiken?

4. Kwaliteitsaudit en potentieel onderzoek op het terrein, met bewoners en actoren.Zelf een rol aan nemen in de openbare ruimte, vanuit daar bekijken hoe het werkt, wat kan er anders? Bevindingen noteren en vastleggen in beeld

5. Wenslijnen omzetten in concrete routes.Moet ik hiervoor ergens nieuwe functies maken? Op welke punten moet mijn route sowieso langskomen?

Page 29: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 29Hoofdstuk 2

Het is belangrijk om te kijken wat er nodig is voor de route en waar deze aan moet voldoen.

Door welke wijken moet de route kruisen? Hoeveel kilometer moet de route zijn? Waar levert de route veel geld op? Waar levert de route socialere omgevingen op?

Afb

eeld

ing

10

Page 30: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 330 |

Afbeelding 11

Page 31: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 31Hoofdstuk 3

3.1 Utrecht en zijn gebruiker3.2 Tevredenheid in Utrecht

Hoe staat het met de cijfers in de stad Utrecht? Aan de hand van statistieken ga ik onderzoeken of de bewoners tevreden zijn.

Waar liggen de problemen volgens wijken en wat voor een invloed heeft dit op de gehele stad Utrecht.

Hoofdstuk 3 Analyse Utrecht.

Page 32: Onderzoeks reportage sophie van eeden

32 | Hoofdstuk 3

Steeds vaker zie je dit soort titels in kranten of blogs: “Voetganger baalt van fietser in de Utrechtse binnenstad”16 In het artikel van het AD staat dat de fietser overal toegang heeft om te fietsen maar dat de voetganger daar ernstig onder lijdt. Het gaat er ook over hoe het voetgangers idee hier voor gezorgd heeft dat dit soort artikels serieuzer genomen worden. In een ander artikel staat:17

“De binnenstad van Utrecht wordt hiermee een groot toeristengebied en niet meer eenvoudig toegankelijk voor de gewone Utrechters die even een paar boodschappen willen doen zonder daar een hele middag voor kwijt te zijn omdat ze hun fiets in een stalling moeten zetten en het hele centrum voor door moeten lopen.” aldus een andere bewoner van Utrecht

Maar wat zeggen de statistieken hier over. Wie heeft er het grootste overhand in de stad? In afbeelding 12 laten zie je hoe mensen zich naar de binnenstad bewegen. Volgens de afbeelding gaan de bewoners van elke wijk vooral met de fiets naar de binnen stad.

Afbeelding 13 B

ereikbaarheid binnenstad

[3.1] Utrecht en zijn gebruiker.

“Ik kan dagelijks zien hoe vaak het mis

gaat met fietsers die in volle vaart door een

winkelende massa proberen te navigeren.”

Aldus een bewoner van de Vismarkt.

Page 33: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 33Hoofdstuk 3

Afb

eeld

ing

12 V

ervo

er n

aar

Bin

nens

tad

16 | Oosterbroek, R. [2016] Fietsen op de Vismarkt straks verboden? 17 | Gemeente Utrecht. [2016] Buurtmonitor

[3.1] Utrecht en zijn gebruiker.

18 | Gemeente Utrecht, 2015 Utrecht aantrekkelijker en bereikbaarder Actieplan voetgangers 2015-2020 blz. 14

Behalve de bewoners in de binnenstad zelf die gaan vooral lopend. In afbeelding 13 lees je dat 59% van de inwoners gaat fietsen en maar 10% gaat lopen. Toch zijn de voetganger en de fietser tevreden over de bereikbaarheid naar de stad. Hoe is het dan mogelijk dat er een heftige discussie gaande is over de fietser en de voetganger in de stad?

De gemeente denkt zelf dat door het verplaatsen van alle fietsenstallingen aan de rand van het centrum, het grootste fietsprobleem is opgelost. Toch geeft de gemeente aan dat de bereikbaarheid18 en de bekendheid van de verschillende fietsenstallingen veel te klein is onder de bewoners.

Page 34: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 334 |

De bewoners van Utrecht zijn redelijk positief over de wijken en de buurten in de stad. In afbeelding 15, zie je de cijfers die de buurten krijgen. Zo krijgen maar 3 buurten (Zamehofdreef en Neckardreef in Overvecht en Kanaleneiland) een onvoldoende. Op basis van afbeelding 14 kan geconcludeerd worden dat het niet aan het groen in de openbare ruimte van de wijken ligt, maar vooral door de aanwezigheid van criminaliteit waardoor het

daar niet prettig is om te wonen afbeelding 16. Als je de Binnenstad bekijkt is de bewoner daar tevreden over de woonsituatie. Dat de criminaliteit in de Binnenstad zo hoog ligt, is vooral het probleem van het uitgaans leven in Utrecht. In Zamenhofdreef is de criminaliteit vooral te danken aan de jeugdcriminaliteit. Toch is het de afgelopen jaren flink gedaald 23. Uit onderzoek van de wijkraad blijkt dat jeugd minder de criminaliteit ingaat maar

eerder opzoek gaat naar werk of studie. Het grootste buurtprobleem in Utrecht blijft het verkeersprobleem. De meeste bewoners vinden dat dit probleem een hoge prioriteit moet hebben (39%)19 Het gaat dan om diverse verkeersproblemen zoals verkeersoverlast, lawaai en stank en verkeersveiligheid. Ruim een derde heeft helemaal geen last van de buurt en is tevreden zoals het nu is.

Afbeelding 14 A

fbee

ldin

g 15

3.2 | Tevredenheid in Utrecht

Page 35: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 35Hoofdstuk 3

Afb

eeld

ing

15

Figuur 14

Afbeelding 16 Afbeelding 17

Afb

eeld

ing

18A

fbee

ldin

g 19

19 | Gemeente Utrecht. [2013]. Verkeer, visie en ontwikkeling: Utecht

Page 36: Onderzoeks reportage sophie van eeden

36 | Hoofdstuk 4

Afbeelding 20

Page 37: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 37Hoofdstuk 4

In dit hoofdstuk heb ik het gedrag van een voetganger onderzocht. Hoe beweeg je door de drukte van de stad en hoe beweeg je als je de omgeving niet kent.

Door deze vragen te stellen ben ik zelf door de stad gaan lopen om dit te ontdekken. Met die zelfde instelting ben ik ok gaan kijken hoe je door de stad beweegt als fietser. Reageer ik anders in het verkeer als ik fiets?

4.1 Fietsen vs. Wandelen4.2 Doelgroepen onderzoek

Hoofdstuk | 4Eigen bevindingen in de stad

Page 38: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 438 |

FietsendIk loop de deur uit pak mijn fiets en fiets naar het stoplicht, wacht ongeveer 30 sec. en ik mag fietsen. Eenmaal bij het Ledig Erf fiets ik over het terras van restaurant Speck om beter op het fietspad uit te komen. Langs weer een stoplicht. Ik wacht omdat het weer rood is. Maar toch kijk ik of er geen auto’s aankomen. Die komen er wel dus ik besluit na de zilveren auto gewoon te gaan. Daardoor rij ik bijna

tegen een andere fietser aan die het zelfde idee heeft. We wisselen boze blikken en ik rijd snel door. Er komt een auto van rechts, maar het miezert dus ik besluit dat ik voorrang heb, want ja ik heb geen dak boven mijn hoofd, laat staan verwarming. Als ik door de Twijnstraat rij zie ik al meteen dat er op de weg een auto sta en maak weer mijn eigen regel door hem gewoon in te halen waardoor er een fietser

vanaf de andere kant rustiger moet rijden, maar ja dat is zijn verlies. De Albert Heijn is al in zicht ik kijk of ik een fietsplek zie. Nee. Maar ik improviseer wel. Ik maak mijn eigen plek voor de ingang van de Albert Heijn. Ik ben toch maar vijf minuten binnen. Als ik mijn fiets neer zet merk ik dat mijn fiets niet stevig staat, maar goed iemand anders moet maar voorzichtig zijn.

Afbeelding 21

[4.1] Fietsen vs. wandelen

Mijn adres Gansstraat 74 - Albert Heijn Twijnstraat 8, Fietser 7 minuten - Voetganger 9 minuten

Page 39: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 39Hoofdstuk 4

LopendIk loop de deur uit. Loop door naar het stoplicht, het is niet groen maar kan oversteken er rijd toch geen auto. Als ik aan de overkant loop valt me op dat het riet van de zomer nog steeds heel mooi is in de winter. Toch wel interessant hoe dit per seizoen toch mooi kan blijven. Als ik doorloop naar het plein voor bij restaurant Speck, zie ik dat ze een nieuwe dag special hebben. Misschien toch van de week even daar wat eten. Als ik wil oversteken naar het stoplicht kijk ik rechts links rechts links en herhaal dit nog twee keer. Je kan nooit voorzichtig genoeg zijn. Ik zie al een wielrenner aankomen die heel boos met zijn fietsbel belt om mij der op te wijzen

dat hij wel heel hard aan komt. We wisselen geïrriteerde blikken als hij voorbij scheurt. Het is onder tussen groen dus ik steek over. De mensen die mij de gemoed komen geven mij een vriendelijke glimlach en ben meteen die wielrenner vergeten. Ik steek het Ledig Erf over en duik de Twijnstraat in. Mensen lopen rechts en links door de smalle straat. Iedereen wacht netjes aan de kant zodat ik erlangs kan en andersom. De sfeer is best intiem. Tot er een auto gaat uitladen. De voetgangers worden erdoor gestopt en proberen naar de andere kant over te steken. Maar door de fietsers is dat moeilijk. Ze komen van alle kanten en zijn eigenlijk de

tweede blokkade. Als een moeder met twee kinderen probeert over te steken gaat er een andere man op de weg staan om fietsers af te remmen. Ik maak daar gebruik van steek over. In de verte zie ik de Albert Heijn al dus weet dat ik er bijna ben. Helaas staat de stoep vol met verkeerd geparkeerde fietsen. Ik mompel maar gelukkig is er al iemand anders de fietsen opzij aan het zetten. We helpen elkaar, we glimlachen en ik ben alweer vergeten dat er een obstakel was. Als ik bij de Albert Heijn ben loop ik nog steeds met een glimlach naar binnen want ja, het was zo slecht nog niet vandaag.

Afb

eeld

ing

22

Page 40: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 440 |

21 | Gemeente Utrecht. [2015]. Utrecht

aantrekkelijker en bereikbaarder

Actieplan voetgangers 2015-2020.

Dit zijn mijn eigen ervaringen wat betreft het fietsen en wandelen naar de Twijnstraat. Als ik het fiets is het mijn route en mijn manier van er zo snel mogelijk er komen of ik er nou vijanden er mee maak, maakt niet uit. Als ik maar zo snel mogelijk bij mijn eindbestemming aan kom.

Als voetganger neem ik er iets meer de tijd voor, kijk ik meer om me heen naar andere en ik word er socialer van je ziet meer van de omgeving en veroorzaak minder last dan met mijn geparkeerde fiets.

Na afloop heb ik dagelijks ook op mijn gedrag gelet toen ik weer boodschappen ging halen. Ik merkte wel dat op een vrije zondag met zon als ik dan ga lopen blijf ik die gezonde, vrolijke voetganger en als het regent ga fietsen blijf ik de asociale fietser. Maar het ligt niet alleen aan het weer. Het ligt vooral aan de tijd die je hebt om de boodschappen te doen. Want op het moment dat je meer tijd hebt geniet je der ook meer van om even de tijd te nemen.

Conclusie eigen bevindingen

Mijn conclusie is wel dat ik als voetganger socialer, vrolijker ben dan als fietser. Door dat ik de tijd neem om er heen te lopen neem ik ook de tijd om mensen te helpen met over steken, er door laten lopen of naar de groente boer, kaasboer en bloemist te gaan. Als fietser fiets je naar je bestemming, gooi je je fiets neer en ga je weg nadat je de boodschappen binnen hebt. Het is meer moeite om langs de kaas en groente boer te gaan, want dan moet je je fiets weer weg zetten dus dat haal je bij de Albert Heijn. Dat is voor mij het grootste verschil. Humeur en economie. Dit werd ook onderbouwd in het onderzoek van de gemeente.21

Page 41: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 41Hoofdstuk 4

Afb

eeld

ing

23

Page 42: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 442 |

In hoofdstuk 1.5 leg ik uit welke doelgroepen er zijn. Ik heb deze nagespeeld om te kijken hoe de gebruikers deze ervaren. Ik ben vooral gaan kijken wat de ultieme omstandig heden kunnen zijn voor hun doelgroep. Wat heb je nodig wat kunnen we ze nog meer bieden in de stad.

De van a-b voetganger.Omdat ik mezelf het meeste zie in de stad als de a-b voetganger ben ik daar mee begonnen. Ik ben gaan lopen van mijn huis naar mijn werk. Gansstraat - Achter Clarenburg. Dit is een route die ik wel vaker gelopen heb dus de route was mij al bekend. Wat onderweg het vervelendste was, waren de overvolle straten met reclameborden en slecht geparkeerde auto’s en fietsen (maar hier zal elke doelgroep moeite mee hebben). Je weet de weg dus borden en wegwijzing heb ik niet nodig. Verder is het moeilijk om mensen in te halen in de smalle straten en stoepen. Ik sluip onderweg nog door wat kleine straatjes heen om mensen te ontwijken. Dit doe ik vooral in de binnenstad tussen het winkelende publiek.

Afbeelding 24

4.2 | Doelgroep onderzoek

Page 43: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 43Hoofdstuk 4

De mindervalide voetganger Met een stok en afgeplakte zonnebril glazen ben ik een poging gaan doen om weer de zelfde route af te leggen van de Gansstraat naar Achter Clarenburg. Dit heb ik echter niet heel lang volgehouden. Het was dooreng om niets te kunnen zien en om maar op de gok te lopen. Veel afstapjes, overstappunten zonder zebrapaden en zonder stoplichten waardoor het

echt een blinde gok is om te lopen. Niet veilig voor een blinde alleen. Ook zit er weinig reliëf in de straat stenen waardoor je niet goed kunt voelen of je goed op de stoep loopt. Door de Twijnstraat heen merk je dat veel mensen voor je aan de kant gaan en je vertellen hoe je moet lopen dus dat was wel een fijne ondersteuning. Wat moet veranderen zijn stoepen, tegels mijn reliëf en obstakels.

De toeristische voetgangerAls toerist is alles nieuw dus ook je omgeving. Wat mis je dan in de buurt van het centraal station (waar ik begonnen ben). Toen ik aan mensen vroeg waar het VVV-kantoor was, wisten de eerste 4 mensen dat niet bij de 5e was het raak. (Geen borden of aanwijzingen in de buurt) Bij de Dom op het plein moet ik zijn. Als je daar heen loopt zie je meteen al een mooi stuk van de stad. De grachten, steeds de Domtoren achter de panden vandaan

steken en je ziet meteen al verschillende attracties die je wilt gaan doen. Bij de Dom vind je dan eindelijk het VVV kantoor waar ik om een kaartje vraag met alle dingen die we absoluut moeten gaan doen in de stad. Wat als toerist nieuw is aan z’n stad is het verkeer

om je heen. Je hebt weinig oriëntatie. Dus wat hem je nodig, een veilige looproute, aanwijzingen waar je naar toe kunt gaan (functies) en landmarks. Want die staan in je Lonley Planet uitgebreid behandelend, dus als je die kunt zien vanaf je route, loop je der makkelijker heen.

Afb

eeld

ing

26A

fbee

ldin

g 25

Page 44: Onderzoeks reportage sophie van eeden

44 | Hoofdstuk 4

De [A]sociale voetgangerWat je nodig hebt is een telefoon en een enthousiaste vriendin die je maar berichten blijft sturen en jij die alles beantwoord. Dit heb ik gedaan vanaf huis tot aan mijn werk. Wat heb je nodig; oversteken die duidelijk aangegeven zijn zodat als je

De sportieve voetgangerVan te voren had ik bedacht om een rondje door het Singel Park te lopen. Ik ben eerst langs de Catherijne Singel Gaan lopen en dan terug van de andere kant van de Singel. Langs het Ledig Erf en het Sonnenborgh Museum. Daarna door Lepelenburg een rondje gerend en weer terug naar het begin punt. Dit was ongeveer 5 a 6 km rende wel

Afb

eeld

ing

27A

fbeelding 28

al naar je telefoon kijkt, je op de grond kunt zien dat je over kunt gaan steken. Je hebt nodig een apart pad waar alleen mensen mogen lopen die ook bezig zijn met hun telefoon zodat je niet hoeft op te kijken of er mensen aan komen of dat er obstakels komen.

fijn door het park. Maar je mist een goede ondergrond. In het begin was het nog een natuurlijke ondergrond die redelijk mee veerde maar daarna veranderde het in asfalt en dat is niet goed voor je scheenbenen en knieën. Dus de ondergrond is belangrijk. Het zou ook fijn zijn als je een apart pad had zodat je niet mensen met kinderwagens hebt die in de weg lopen.

Page 45: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 45Hoofdstuk 4

De recreërende voetgangerWat je hier voor nodig hebt is een hoop functies waar je gebruik van kunt maken en bankjes onderweg zodat je lekker je boterham op kunt eten. Want ik heb gemerkt dat als je in de stad loop, je genoeg tegen komt waar je kunt recreëren, zoals parken, musea, winkels enz. Voor deze voetganger heb je verder niet veel nodig. Deze heeft alle tijd.

Afbeelding 30

Afb

eeld

ing

29

De kleine voetganger. Weer de route Gansstraat tot aan Achter Clarenburg gelopen. Je merkt als snel dat de wegen smal zijn, je als kind toch je moeders hand vast moet houden en weinig beweeg ruimte hebt. In de Twijnstraat Zigzaggend om alle paaltjes heen gegaan, wat niet heel veilig is voor de fietsers die op de weg fietsen en dat niet door hebben. Ook merk je meer richting de stad dat de fietsers de vijand zijn! Ze rijden plotseling voor je langs en als kind die alles impulsief besluit te doen, kan dit gevaarlijke situaties opleveren. Wat je nodig hebt is een afgeschermd pad. Een leuke bezigheid voor onderweg of obstakels om over heen te springen enz.

Page 46: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 5

Afbeelding 31

46 |

Page 47: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 5 | 47

Tijdens het onderzoeken van de voetganger leek het mij intressant om te kijken hoe de openbare ruimte in de stad Utrecht functioneert.

Is er een duidelijke eenheid? Zijn er speciale elementen die mij opvallen? Hoe kan ik straks een route maken zonder de stad goed te kennen? Met behulp van een grote stadskaart ben ik door heel Utrecht gefietst en gewandeld.

5.1 Foto analyse door Utrecht5.2 Analyse foto’s

Hoofdstuk | 5Foto analyse Utrecht

Page 48: Onderzoeks reportage sophie van eeden

48 |

Figuur 29

Afbeelding 32

Hoofdstuk 5

Page 49: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 49Hoofdstuk 5

Ondanks dat ik al vier jaar in Utrecht woon, was ik nog nooit in Overvecht, Zuilen of aan de randen van Utrecht geweest. Aangezien ik een beeld probeerde te vormen van de stad Utrecht had ik een plan gemaakt om Utrecht te bekijken.

Aan de hand van een Falk kaart, zie afbeelding 32, heb ik op 160 plekken Utrecht bezocht. Op een Falk kaart zie je Utrecht met eroverheen een raster. Dit raster heb ik gebruikt om mijn 160 locaties uit te zoeken. Deze opzet heb ik gekozen, zodat ik zonder vooroordeel in de stad locaties uit zou kiezen die ik al kende. Met de opgezochte coördinaten ben ik opzoek gegaan naar deze locaties.Door vier foto’s te maken van noord, oost, zuid en west krijg je een goed beeld van de plek. Met dit onderzoek probeerde ik de stad, de wijk en de gebruiker van zowel de wijk als de openbare ruimte beter te leren kennen.

5.1 | Foto analyse door Utrecht

Het beeld wat ik van Utrecht had, is totaal veranderd. De stad die ik voorheen omschreef als “binnen de Singel karakteristiek, maar daarbuiten is er weinig te beleven. Die stad omschrijf ik nu als “een stad met veel karakter van welke sfeer je ook houd”. Iedere dag dat ik rond gefietst heb door Utrecht heb ik daar mijn bevindingen opgeschreven. Ik volg hierbij onderzoek methodes van Gehl21. Door het maken van straat profielen heb ik geanalyseerd wat er in de openbare ruimte te zien is. Hier volgt mijn analyse.

21 | J. Gehl How to studie public life bl 31

Afb

eeld

ing

33

Page 50: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 550 |

5.2 | De binnenstad, de Grachten

Het typische beeld van de binnenstad van Utrecht, de grachten.Wat meteen opvalt is dat de auto niet in het profiel past. Maar door de gegroeide behoefte van auto’s in de binnenstad hebben ze getracht hier een de auto in te passen. Echter komt dit ten nadelen van de voetganger en de fietser die niet alleen een te smal oppervlakte moet delen met geparkeerde auto’s en grotere voertuigen maar ook verliezen zij het contact met het water. Wel is er een

toegang tot de werfkelders en het lager gelegen trottoir. Maar jammer genoeg is dit niet een doorlopend pad, maar zijn het verschillende verblijf ruimtes.

Het grachtenprofiel wordt duidelijk gescheiden door de gracht. Hierdoor ontstaat er een gelijk profiel. Aan beide kanten zitten de zelfde functies en de zelfde gebruiken. Wel worden beide zijdes in eenrichtingsverkeer toegestaan.

Page 51: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 51Hoofdstuk 5

Afb

eeld

ing

34

Afb

eeld

ing

35

Page 52: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 552 |

West, Oog in Al.

De buurt die ingeklemd ligt door het Merwedekanaal en het Amsterdam-Rijnkanaal heeft een grens waar een prettige recreatie functie aan ligt. De aangrenzende woningen zijn bijna altijd vijf verdiepingen hoog, zodat meerdere mensen van dit prachtige uitzicht kunnen genieten. Binnen deze twee grenzen (het water en de woonblokken) vind je een woonwijk die bestaat uit luxe rijtjes huizen. De woningen

zijn breder en de voor- en achtertuin zijn groter.in het profiel kun je goed zien dat er een open structuur voor de flats ligt naar het water toe. Zo kunnen meerdere mensen genieten van het wandelen langs het kanaal zonder direct tegen de woning aan te zitten. Het extra aangelegde voetpad moet er voor zorgen dat mensen vanuit de wijk makkelijker naar het water kunnen lopen.

Page 53: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 53Hoofdstuk 5

Afb

eeld

ing

36A

fbee

ldin

g 37

Page 54: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 554 |

Noord oost, Omgeving van Wilhelminapark

Dit prachtige park heeft misschien nog wel een mooiere rand. De aangrenzende herenhuizen zorgen voor een statig karakter. De detaillering in de woningen mis je in de openbare ruimte. De stoep de betegeld is met beton tegels verdient meer kwaliteit dan het nu heeft. De smalle opzet van de stoep zorgt er ook voor dat de panden minder aanzicht hebben dan dat

ze verdienen. Daarnaast staat de wijk ook bekend om de bakfietsen. Deze worden overal geparkeerd zeker ook op de stoepen. Hierdoor is het passeren van een persoon af en toe niet mogelijk. De dubbel geparkeerde auto zorgt voor een onrustig profiel. De status van de huizen en van het aangrenzende park worden te kort gedaan door het slordige profiel.

Page 55: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 55Hoofdstuk 5

Afb

eeld

ing

38

Afb

eeld

ing

39

Page 56: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 556 |

Oost, Tuinwijk

De smalle straten waar de auto pal voor de deur geparkeerd wordt, fietsen die overal geparkeerd staat en paaltjes die de stoep afschermen van de rijweg. Overal in we wijk mag je niet harder dan 30km wat er voor zorgt dat je een andere sfeer hebt in de wijk. Namelijk veel kinderen spelen in de straten en weinig overlast van conflicten tussen de verschillende gebruikers aldus een vrouw uit de wijk.

De aanwezige plantenbakken zorgen ervoor dat ergens niet geparkeerd kan worden en erop een veilige manier een bocht aangegeven wordt. De ruimte in de straten van Tuinwijk mogen dan wel knus en gezellig aan voel met weinig conflicten tussen het verkeer, toch vind ik dat de ruimte nog interessanter kan zijn als de automobilist weg gaat uit het profiel en ruimte geeft voor meer interactie op straat.

Figuur 36

Page 57: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 57Hoofdstuk 5

Afb

eeld

ing

40

Afb

eeld

ing

41

Page 58: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 558 |

Overvecht

In de wijk overvecht zijn er voornamelijk veel hoge flats. Deze flats hebben vaak wel een groenen binnenplaats waar heel dankbaar gebruik van gemaakt wordt. Wat opviel was de spelende kinderen in de groene binnenplaats, terwijl de moeder op het balkon bezig was met een huiselijke taak, maar ondertussen der eigen kinderen beneden in de gaten kan houden. Wel merk je sterk dat onder de flats bij de ingang vaan sporen zijn van vernieling of rondslingerende rommel.

De duidelijke sporen van het modernisme zitten heel duidelijk in dit profiel. Hoge woontorens met functies in de plint die langs een prominent aanwezige weg staan, waar auto’s, fietsers en voetgangers (afgeschermd door een groenstrook) bewegen door de wijk heen. De weg is in dit profiel een belangrijk element.

Page 59: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 59Hoofdstuk 5

Afb

eeld

ing

42

Afb

eeld

ing

43

Page 60: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 5 60 |

Zuid west, Kanaleneiland

Deze wijk die een onrustig en somber straatprofiel kent, wordt steeds ingesloten door twee middelhoge gebouwen en doorkruist door een verkeersweg. De gevels vaak gesloten of treinen afgezet met hekken waardoor er weinig openheid ik het straat beeld is.

Toch zijn er veel mensen op straat, onderweg met kinderwagens of boodschappentassen. Je merkt dat mensen behoefte hebben aan bredere stoepen. De somberheid heeft te maken met een tekort aan groen, wat wel weer terug komt aan de boulevard zijde.

Page 61: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 61Hoofdstuk 5

Afb

eeld

ing

44

Afb

eeld

ing

45

Page 62: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 562 |

Zuid, Lunetten.

Door groen in te passen in het straatprofiel van de buurt Lunetten, werden problemen zoals geluidoverlast beperkt. In iedere straat zie je het groen dan ook terug. Voor dit profiel is het groen niet zo zeer ingepast voor geluid overlast, maar eerder om de geparkeerde auto’s te verbergen voor de mensen die aan de andere kant van het plein wonen. Duidelijk

te zien op de foto dat deze woonblokken onderdeel is van een bloemkoolwijk. Dit kun je zien aan het de hofjes die tussen de gebouwen ontstaan en de gebogen wegen structuur. Hier in de buurt zie je veel paden die alleen voor fietsers en voetgangers bedoeld zijn. Dat kun je zien aan de vele verkeerd paaltjes en verschil in bestrating.

Page 63: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 63Hoofdstuk 5

Afb

eeld

ing

46

Afb

eeld

ing

47

Page 64: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 564 |

Noord west, Zuilen

De wijk die ooit voor arbeiders van Lage Weide is gebouwd, staat voor de helft nog omhoog. Wat direct opviel aan de wijk is de wisselende architectuur. Van oud en naar nieuwbouw naar braakliggend terrein. In deze wijk zijn veel van de straten eenrichtingsverkeer. De voortuinen in deze wijk zijn allemaal afgesloten met een heg. In de voortuin staat haast overal een zitmeubel zodat alles op straat in de

gaten gehouden kan worden. De duidelijke rechtlijnige essenstelsel zorgt voor een duidelijk overzicht in de wijk. De voetganger heeft duidelijk oversteek punten, veel vrije beweegruimte en veilige grenzen tussen de stoep en en weg in. In de meeste gevallen zit er namelijk een parkeerplaats tussen of een bomen rij. Zelfs een groenstrook langs de grotere verkeerd assen.

Page 65: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 65Hoofdstuk 5

Afb

eeld

ing

48

Afb

eeld

ing

49

Page 66: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Hoofdstuk 566 |

Oost, De Schilderswijk

In deze jaren twintigwijk is een duidelijk karakter te merken. Grotere woningen, detail in de gevels en een goede verhouding tussen de bebouwing en openbare ruimte. Wat direct opviel is dat alles redelijk dicht op elkaar gebouwd staat. De ruimte er tussen voelt niet benauwend alleen op plekken waar auto’s aan beide kanten van de weg geparkeerd staan. Tussen de

woningblokken verschijnen hier en daar wat torens. Deze dienen als herkenningspunt in de wijken. Door het bakstenen karakter wat doorloopt in de klinkers op straat voel je je snel veilig in de straat. De fout geparkeerde fietsen op de stoepen zorgen voor obstakels tijdens het wandelen. De buurt is opvallend levendig ondanks er niemand op de foto staat.

Page 67: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 67Hoofdstuk 5

Afb

eeld

ing

50

Afb

eeld

ing

51

Page 68: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Conclusie68 |

Door het foto onderzoek heb ik veel van Utrecht gezien. Mijn blik op de stad is zo veranderd dat het mij heeft geïnspireerd mijn ervaringen te delen met andere bewoners. Al fietsend mis je vaak een hoop aan details die je als voetganger wel weer ziet. Deze details maken de stad Utrecht juist zo belangrijk. Daarom ben ik van mening dat we een interventies moeten gaan doen om voetgangers te motiveren in de stad Utrecht.

“Het voetgangersklimaat in Utrecht kan verbeterd worden.” aldus de Gemeente Utrecht23. Een sterkere verbinding van de wijken naar de binnenstad, de menselijke schaal terugbrengen in straten en betere routes van en naar de fietsenstalling kunnen bijdragen aan een beter voetgangersklimaat. Wel zijn dat er consequenties aan gebonden zijn.

Het conflict tussen de fietser en de voetganger wil ik gaan oplossen door een aantal straten juist fietsvrij te maken, naar verwachtingen zullen hierdoor andere straten minder voetgangers lopen en voor beide partijen meer plek ontstaat. “Utrecht is ook van haar bewoners, niet alleen van de toeristen en dagjesmensen”24. Dit soort uitspraken komen vanuit mensen Utrechters. “Betere doorgaande fietsroutes maken zodat niet iedereen meer over de grachten is prima maar alles fietsvrij schiet zijn doel voorbij.” Door niet alles fietsvrij te maken maar een delen van straten ben ik van mening dat een ieder zijn eigen weg vindt. De fietser heeft een fietsstraat en de voetganger een eigen zone.

In het verslag schrijf ik dat de ruimte die een voetganger nodig heeft, afhangt van de intensiteit van het gebied. Zo zou er in de binnenstad meer ruimte gecreëerd moeten worden dan in de buitenwijken. Dit is echter niet het geval. Uit mijn analyse van de straatprofielen blijkt dat er in de stad vaak minder beweeg ruimte is dan in de buitenwijken. Het probleem is dan ook, dat in de binnenstad deze ruimte gedeeld moet worden met de fietser. Waar het in de buitenwijken een aparte zone voor de voetganger er een aparte zone is voor de fietser. Aan de hand van deze resultaten kan ik een keuze maken voor in mijn ontwerp. Door een betere ordening in de profielen kan dit beter verdeelt worden.

Page 69: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 69Conclusie

De route voor mijn ontwerp is gebaseerd op alle informatie die ik tijdens mijn onderzoek bij elkaar verzameld heb. Voor mijn route wilde ik twee wijken beter verbinden met de stad. Dit omdat het ook een doel is van de Gemeente Utrecht. De wijken die daar het beste voor in aanmerking komen zijn Overvecht en Oog in Al. Ik heb voor Overvecht gekozen omdat, veel van de bewoners in de buurt zelf blijven. Dit hoeft geen probleem te zijn als de bewoners in Overvecht tevreden waren met de wijk,maar dit is niet het geval. Ze geven de wijk een onvoldoende, er is veel criminaliteit en mensen voelen zich niet prettig in de wijk. Het feit dat mensen niet graag in hun eigen wijk willen verblijven, is niet de bedoeling. Deze mensen hebben recht op een prettige leefomgeving.

De andere wijk die ik wil verbinden met de binnenstad is West, oftewel Oog in Al. De route komt dan door Oog en Al uit bij het Amsterdam-Rijnkanaal. Hier sluit de route aan op een bestaande route, zodat mensen eventueel nog verder kunnen wandelen. De reden dat de route hier op aansluit is omdat 78% van de bewoners fietsen naar de binnenstad terwijl dit voor de bewoners ook gelopen kan worden. Dit wordt door maar 10% van de bewoners gedaan. De wijk is rijk uitgerust met diverse architectuur, recreatieve gebieden, en een prachtige waterkade en kan voor bewoners van de binnenstad of bezoekers aan de binnenstad een reden zijn om dit te bezoeken.

De keuze om de wijken Overvecht en Oog in Al door middel van de binnenstad aan elkaar te koppelen, is zodat de binnenstad een voetgangerszone krijgt. Deze voetgangerszone wil ik gaan benaderen als voetgangers snelweg. Wat is er nodig om een voetgangers snelweg te maken? Ruimte om elkaar te kunnen passeren, ruimte om bij te tanken van de tocht en een doel om te bereiken of om juist te verdwalen over een route waar voldoende te zien is.

Het uiteindelijke doel van dit onderzoek en voor mijn ontwerp is mensen meer te laten lopen. Van een kleine trottoir ingreep naar een fietsvrije straat.

Sophie van Eeden

“Designing a dream city is easy, rebuilding a living one takes imagination.”22

22 | Jane Jacobs, Dead and live in great American cities23 | Actieplan voetganger blz4

24 | Oosterbroek, R. (2016, Maart). Fietsen op de Vismarkt straks verboden?

Page 70: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Bronvermelding70 |

Literatuurlijst

Gehl, J. (2010). Cities for People. Washington: Island Press.

Gehl, J., & Svarre, B. (2013). How to Study Public Life. Island Press: Washington.

Gemeente Utrecht. (2015). Utrecht aantrekkelijker en bereikbaarder Actieplan voetgangers 2015-2020. Utrecht: Gemeente Utrecht.

Haug, J., & Schuurman, F. (2014). Voetpaden voor iedereen. Utrecht: Bouw Advies Toegankelijkheid.

Heeling, J., Meyer, H., & Westrik, J. (2002). Het ontwerp van de stadsplattegrond. Amsterdam : SUN.

Jacobs, J. (1993). The Death and Life of Great American Cities. New York: The Modern Library.

Le Corbusier. (1925). The City of Tomorrow and Its Planning. New York: Dover Publications.

Lynch, K. (1960). The Image of the City. Massachusetts: The MIT Press.

Meyer, H., de Josseling de Jong, F., & Hoekstra, M. (2006). Het ontwerpen van de openbare ruimte. SUN: Amsterdam.

Oosterbroek, R. (2016, Maart). Fietsen op de Vismarkt straks verboden? DUIC, pp. 6-7.

Speck, J. (2013). Walkable City: How Downtown can Save America, One Step at a Time. New York: North Point Press.

Stübben, J., & Brix, J. (1914). Hygiene des Städtebaues. Barth.

Tudor-Locke, C. (2011). How many steps/day are enough?: Londen.

Page 71: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 71

Internet Bronnen

http://www.bouwpututrecht.nl/2015/11/23/aandacht-voor-de-voetganger/

http://www.engineersonline.nl/nieuws/id25565-voetgangers-gaan-steden-domineren-.html

http://mobiliteitsdata-utrecht.nl/voetgangersidee/

http://www.utrecht.nl/voetganger/voetgangersideeenpunt/

http://www.ad.nl/ad/nl/1039/Utrecht/article/detail/4198670/2015/12/01/Utrecht-opent-meldpunt-over-voetpaden-in-de-stad.dhtml

http://www.nu.nl/opinie/3867859/investeer-in-voetgangers.html

https://staticresources.rijkswaterstaat.nl/binaries/Richtlijn%20Ontwerp%20Autosnelwegen%202014_tcm21-76103.pdf

http://www.utrecht.nl/utrechts-onderzoek-en-cijfers/meedoen-aan-onderzoek/resultaten-inwonersenquete/utrecht-langs-de-lat/

Bronvermelding

Page 72: Onderzoeks reportage sophie van eeden

Bronvermelding72 |

Afbeeldingen

Afb.01 Bron onbekend.

Afb.02 Johan Luijendijk, IJselstein, 2015.

Afb.03 ruimtelijke keuzegedrag, Golledge & Stimson 1997.

Afb.04 www.skalgubbar.se Cute out people 2015.

Afb.05 Huub Zeeman, Utrecht Streets, 2014.

Afb.06 Frank van Dam , Merelstraat, Utrecht, 2012.

Afb.07 Gemeente Utrecht, Voetgangers idee http://www.utrecht.nl/

voetganger/voetgangersideeenpunt/

Afb.08 Idem afbeelding 07.

Afb.09 Idem afbeelding 07.

Afb.10 Buurtmonitor Utrecht, 2015.

Afb.11 Idem afbeelding 10.

Afb.12 | Gemeente Utrecht. [2013]. Verkeer, visie en

ontwikkeling: Utecht. Vervoer naar binnenstad.

Afb.13 | Idem afb.12 Bereikbaarheid binnenstad.

Afb.14 | Idem afb.12 Tevreden over groen in de buurt.

Afb.15 | Idem afb.12 Rapportcijfers algemeen buurtoordeel.

Afb.16 | Idem afb.12 Criminaliteit per 1000 inwoners.

Afb.17 | Idem afb.12 Onprettige buurt.

Afb.18 | Idem afb.12 Contacten in de buurt.

Afb.19 | Idem afb.12 Top drie problemen in de buurt.

Afb.20 | Ted McGrath, Utrecht, Strahuisbrug, 2015.

Afb.21 | www.Twijnstraat.nl 2015.

Afb.22 | www.Twijnstraat.nl 2015.

Afb.23 | Huub Zeeman, Central station, 2014.

Afb.24 | Eigen kaart, route Gansstraat/Achterclarenburg.

Afb.25 | Eigen kaart, route Gansstraat/Twijnstraat.

Afb.26 | Eigen kaart, route Utrecht C.S/Neude VVV.

Afb.27 | Eigen kaart, Gansstraat/Utrecht C.S.

Afb.28 | Eigen kaart, Ledig Erf/Lepelenburg.

Page 73: Onderzoeks reportage sophie van eeden

| 73Bronvermelding

Afb.29 | Eigen kaart,Gansstraat/Binnenstad.

Afb.30 | Eigen kaart, Gansstraat/Achter Clarenburg.

Afb.31 | Olivier Middendorp, Mr Visserplein Amsterdam

2015.

Afb.32 | Eigen afbeelding, Falkkaart coordinaten routen.

Afb.33 | Eigen afbeelding, Falkkaart detail.

Afb.34 | Eigen afbeelding, N.O.Z.W. foto’s Binnenstad, 2016.

Afb.35 | Doorsnede binnenstad, 2016

Afb.36 | Eigen afbeelding, N.O.Z.W. foto’s West Oog in Al,

2016.

Afb.37 | Doorsnede West Oog in al, 2016

Afb.38 | Eigen afbeelding, N.O.Z.W. foto’s Noordoost, 2016.

Afb.39 | Doorsnede Noordoost, 2016

Afb.40 | Eigen afbeelding, N.O.Z.W. foto’s Oost, 2016.

Afb.41 | Doorsnede Oost Tuinwijk, 2016

Afb.42 | Eigen afbeelding, N.O.Z.W. foto’s Overvecht, 2016.

Afb.43 | Doorsnede Overvecht, 2016

Afb.44 | Eigen afbeelding, N.O.Z.W. foto’s Zuidwest, 2016.

Afb.45 | Doorsnede Zuidwest Kanaleneiland, 2016

Afb.46 | Eigen afbeelding, N.O.Z.W. foto’s Zuid, 2016.

Afb.47 | Doorsnede Zuid Lunetten, 2016

Afb.48 | Eigen afbeelding, N.O.Z.W. foto’s Noordwest, 2016.

Afb.49 | Doorsnede Noordwest Zuilen, 2016

Afb.50 | Eigen afbeelding, N.O.Z.W. foto’s Oost Schilderswijk,

2016.

Afb.51 | Doorsnede Oost Schilderswijk, 2016

Page 74: Onderzoeks reportage sophie van eeden