Schelpen van de Griekse eilanden

9
s ch e l p e n van de Griekse eilanden Met extra informatie over vindplaatsen op Lesbos Praksche gids voor schelpenzoekers Jan Veltkamp en Sylvia van Leeuwen

description

Praktische gids voor schelpenzoeken op de Griekse eilanden, met extra vindinformatie op Lesbos. Van auteurs Jan Veltkamp en Sylvia van Leeuwen. Uitgeverij: Fagus / Het Boekenschap

Transcript of Schelpen van de Griekse eilanden

schelpenvan de Griekse eilandenMet extra informatie over vindplaatsen op Lesbos

Prak

tisc

he g

ids

voo

r sc

help

enzo

eker

s

Jan Veltkamp en Silvia van LeeuwenJan Veltkamp en Sylvia van Leeuwen

Jan Veltkamp en Sylvia van Leeuw

en

Jaarlijks bezoeken tienduizenden toeristen de Griekse eilanden. Allemaal eilanden met stranden, groot of klein, zand of grind. Schelpen zoeken is leuk. Regelmatig kom je op het strand mensen tegen die speuren naar mooie schelpen. Mooi van vorm, van kleur, van grootte, van glans. Met behulp van deze zeer praktische schelpengids kunnen veel schelpen van de Griekse eilanden op naam worden gebracht.

Veel schelpen die je op de Griekse eilanden kunt vinden komen ook op stranden van andere landen in de Middellandse Zee voor, soms zelfs daarbuiten. Van elke in deze gids beschreven soort wordt aangegeven waar deze nog meer te vinden is. Deze gids is daarom ook op andere plaatsen rondom de Middellandse Zee heel goed bruikbaar. Er zijn op de Griekse eilanden meer dan 400 soorten ge-vonden. Er is een enorme variatie. Hele grote, zoals de Grote Mediterrane steekmossel, die wel 80 cm lang kan worden, maar ook hele kleine, van hooguit enkele millimeters. Zeldzame en algemeen voorkomende soorten, huisjesslakken, twee kleppigen en stoottandjes. De nadruk ligt in deze gids op de grotere soorten (vanaf 1 cm) die goed herkenbaar zijn en waarvan de kans (redelijk) groot is ze te vinden. In totaal worden 80 soorten beschreven.

schelpen van de Griekse eilanden

2

Colofon

auteursJan Veltkamp en Sylvia van LeeuwenE-mail: [email protected] en [email protected]

lay-out | vormgevingHemmie Damen, Uitgeverij Fagus

drukGrafistar, Lichtenvoorde

uitgaveUitgeverij Fagus, IJzerlo ©2011

Deze uitgave is tot stand gekomen in samenwerking met Het Boekenschap

bestelinformatieExtra exemplaren van dit boek zijn te bestellen via www.schelpenzoeken.nl.Op die website is ook aanvullende informatie te vinden.

ISBN: 978-90-78202-71-4Eerste druk: 2011

3Inhoud

Inleiding 5

Waar vind je schelpen? 7

Hoe zijn schelpen gebouwd? 11

Beschrijving van de schelpensoorten 12

Meer informatie over schelpen 53

Register Nederlandse en wetenschappelijke namen en de nummers in deze gids 55

5Inleiding

De schelpen, die op de stranden liggen, zijn de resten van een weekdier. Weekdieren zijn, na de insecten, de grootste diergroep van de wereld. Er zijn meer dan 100.000 soorten. Ze leven op het land, in zoet water en in zee.

Zoals de naam het al aangeeft is een weekdier zacht. Het heeft geen botten. De schelp geeft bescher-ming aan het zachte weekdier. Het huisje is bij de meeste soorten zo groot dat het dier zich in de schelp kan terugtrekken als er gevaar bestaat. Ook beschermt de schelp het dier tegen beschadiging en uitdroging. Wanneer een schelpdier doodgaat blijft er niets meer van over. Alleen zijn huisje, de schelp, blijft bestaan.

Het lichaam van een schelpdier wordt omsloten door een mantel. Binnen liggen de organen. Aan de rand van de mantel wordt de schelp gevormd. Een schelp bestaat voornamelijk uit kalk. De kalk wordt uit het water opgenomen. Op grond van de bouw van de schelp zijn de weekdieren ingedeeld in een aantal groepen. Hier komen met name de slakken, waarvan het huisje uit één stuk bestaat, en de tweekleppigen, waarvan de schelp uit twee delen bestaat, aan de orde.

Op rotsen zijn vaak levende schelpdieren te zien. Vooral slakken. Op de stranden spoelen maar wei-nig levende schelpdieren aan. Soms is een slak bewoond door een heremietkreeft. Die heeft dan een schelp ‘gekraakt’.

Op de stranden van de Griekse eilanden zijn meer dan 400 soorten schelpen gevonden. In deze gids worden 80 soorten beschreven, waarvan de kans (redelijk) groot is ze te vinden. Vooral de kleinste soorten (soms maar enkele millimeters groot) zijn weggelaten. Alle beschreven schelpen zijn ver-zameld op het eiland Lesbos, maar komen ook op de andere Griekse eilanden voor.

7Waar vind je schelpen?

Bijna alle Griekse eilanden hebben wel stranden waar naar schelpen kan worden gezocht. Door een verschil in waterdiepte en stroming kan op de ene plaats echter veel meer gevonden worden dan op de andere plaats. Luwe hoekjes en stranden waar de oever niet al te steil is, zijn doorgaans de beste plekken om te zoeken. In vissershavens kunnen weer andere soorten worden gevonden dan aan het strand. Dat komt omdat er soms schelpen aan de visnetten blijven haken die uit dieper water afkom-stig zijn. Ook kruipen schelpdieren soms in kreeftenkooien of inktvissenpotten, of ze hechten zich vast aan boeien en palen. Als die na verloop van tijd weer uit het water gehaald worden, komen er onbedoeld schelpen mee. Wie tegen een luchtje kan, doet er goed aan ook eens op zulke plaatsen te zoeken.

In deze gids worden vier categorieën onderscheiden wat betreft de kans dat de betreffende soort wordt gevonden: algemeen, vrij algemeen, vrij zeldzaam en zeldzaam.

Vindplaatsen van schelpen op Lesbos Zelf hebben we goede ervaringen met schelpen zoeken op Lesbos, dat veel stranden met een leuke vloedlijn heeft. De beste plaatsen om daar op zoek te gaan naar schelpen zijn de stranden langs de Golf van Kalloni en de Golf van Gera.

Prima plaatsen om een mooie variatie aan schelpen te vinden langs de Golf van Kalloni zijn de stran-den tussen Skala Kallonis en Parakila, tussen Skala Polichnitou en Skamnioudi, het kleine strand bij Achladeri en het strand bij Apothika. Langs de Golf van Gera zijn de stranden tussen Gera Spa en Perama heel geschikt om schelpen te zoeken, vooral rond Ntipi. Ook op de stranden bij Sigri, Gavathas, Tsonia en Aghios Foka zijn schelpen te vinden, al zal de opbrengst veelal minder zijn dan op de stranden langs de Golf van Kalloni en de Golf van Gera. De grindstranden bij Vatera en Aghios Isidoros in het zuiden, bij Skala Eresou en Makara in het zuidwesten en bij Efthalou in het noorden zijn schelparm. Hetzelfde geldt voor de zandstranden bij Petra en Anaxos. Op de smalle strandjes ten zuiden van Mytilini spoelt vooral dood zeegras aan en maar weinig schelpen.

Op een aantal plaatsen op het eiland zijn rotsige stranden en baaitjes waar met goed zoeken ook iets te vinden is. Voorbeelden zijn de rotsige baaitjes in de omgeving van Sigri, bij Aghios Foka, bij Tsonia en het rotsige strandgedeelte bij Anaxos.

Een heel andere plaats om schelpen te vinden zijn de vissershavens, zoals bij bijvoorbeeld Sigri, Gavathas, Molyvos, Skala Sykaminias, Skamnioudi, Aghios Foka, Evriaki, Skala Kallonis en Plomari. Hier komen schelpen terecht die in de netten van vissers zijn blijven haken.

Hoe zijn schelpen gebouwd?

De schelpen op het strand zijn vaak schelphelften. Aan zo’n schelp heeft nog een zelfde schelp vastgezeten. Ze zijn elkaars spiegelbeeld. De twee schelpen of kleppen vormen samen het huisje van een weekdier. Deze weekdieren worden tweekleppigen genoemd. Om de kleppen goed te kunnen openen en sluiten gebruikt het schelpdier zijn sluitspieren. Ze zitten binnenin de schelp en zijn erg sterk. Het is vrijwel onmogelijk de twee kleppen van een levende schelp van elkaar te krijgen. Aan de bovenzijde zitten het slot en de slotband. Het slot bestaat uit tanden en tandkassen, die precies in elkaar passen. De bouw van het slot is bij iedere soort anders. De slotband is een band van een soort elastiek. Deze houdt de beide schelphelften bij elkaar en werkt als een scharnier. Schelpen die een heel sterke slotband hebben, zijn soms op het strand als een dubbele schelp te vinden. Dat wordt een doublet genoemd.

De slakkenhuisjes zien er meestal uit als een gedraaid torentje. Een slakkenhuis bestaat uit één stuk. Ze hebben win-dingen. Ze lijken daardoor op een spiraal die steeds breder wordt. Een jonge slak heeft minder windingen dan een oudere slak. Tijdens de groei maakt de slak er steeds nieuwe windingen bij. Iedere soort heeft een vast aantal windingen. Bij gevaar of als ze een tijdje zonder water zitten, trekken de slakken zich in hun huisje terug. Sommige soorten kunnen de opening afsluiten met een sluitplaatje.

De schelp is meestal het belangrijkste kenmerk bij het op naam brengen van een soort. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van kenmerken die specifiek zijn voor bepaalde soort. Per soort wordt in deze gids iets genoemd over de grootte, de vorm, de kleur en de structuur. Vooral de foto’s zullen een zeer belangrijk hulpmiddel zijn bij het op naam brengen van de gevonden schelp.

11

1711. Roodbruine Cerithium

SOORT Cerithium rupestre Risso, 1826

BESCHRIJVING Vrij dikschalige horen, spits en puntig. Afmeting: tot 25 mm. Sculptuur van fijne spiraalbanden met daarop kleine puntjes. Op de middelste winding soms wat grotere verticale knobbeltjes. Kleur grijsbruin tot roodbruin, knobbeltjes of puntjes vaak lichter van kleur dan de rest van de schelp.

VOORKOMEN In de Middellandse Zee. Ook op de stranden van de Canarische Eilanden.

OP LESBOS Zeldzaam. Op de stranden van de Golf van Kalloni en op de stranden van Sigri en Aghios Foka.

12. Pelikaansvoet

SOORT Aporrhais pespelecani (Linnaeus, 1758)

BESCHRIJVING Dikschalige horen. Afmeting: tot 45 mm. Spitse top. De basis van volwassen schelpen is sterk verbreed met enkele uitsteeksels (de pelikaansvoet). Op de spiraalbanden staat een regelmatige rij knobbels. De schelp is meestal crèmekleurig, soms wit of gelig bruin.

VOORKOMEN In de Middellandse Zee. Verder in de Noordzee en in de Atlantische Oceaan van IJsland en Noorwegen tot Marokko.

OP LESBOS Vrij algemeen. Te vinden op de stranden van de Golf van Kalloni en de Golf van Gera en in de havens van Gavathas, Skala Sykaminias en Evriaki.

1915. Mediterrane koepeltepelhoren

SOORT Neverita josephina Risso, 1826

BESCHRIJVING Enigszins scheve horen met lage win-dingen. Afmeting: tot 40 mm. Het huisje is aan de onder-zijde vrij plat. Aan de onderzijde bevindt zich een verdik-king in de navel, die soms wat donkerder van kleur is dan de rest van de schelp. De laatste winding is veel groter dan de voorgaande. De schelp is glad en crème, bruin tot geelgrijs van kleur. Langs de bovenkant van de win- dingen vaak een smalle, lichtere, oranjebruine spiraal-band (vooral bij de top goed zichtbaar). Het afsluitplaatje is bruin en van hoornachtig materiaal.

VOORKOMEN In de Middellandse Zee.

OP LESBOS Vrij algemeen. Op de stranden van de Golf van Kalloni en op de stranden van Sigri en Gavathas.

16. Geknobbelde helmslak

SOORT Galeodea echinophora (Linnaeus, 1758)

BESCHRIJVING Zeer grote stevige horen. Afmeting: tot 110 mm. De horen heeft meestal een geknobbelde schouder en verder fijne spiraalribben. Beige of licht-bruin van kleur.

VOORKOMEN In de Middellandse Zee en net daar-buiten in de Atlantische Oceaan (Zuid-Portugal, Zuid-Spanje en Noordwest-Afrika).

OP LESBOS Zeldzaam. Te vinden in de vissershavens van Gavathas, Skala Sykaminias en Aghios Foka.

50 77. Tapijtschelp

SOORT Venerupis senegalensis (Gmelin, 1791)

BESCHRIJVING Vrij stevige, rechthoekige schelp. Afmeting: tot 50 mm. Top niet in het midden. Schelp heeft een fijne traliewerksculptuur. Mantelbocht breed afgerond en gedeeltelijk samenvallend met de onderkant van de mantellijn. De schelp is wit, beige, geelbruin of grijsbruin van kleur, met vaak vanuit de top lopende stra-len van donkere v-vormige vlekken.

VOORKOMEN In de Middellandse Zee. Ook in de Atlantische Oceaan van Noorwegen tot Zuid-Afrika, bij de Canarische Eilanden en in de Oostzee, de Noordzee en Het Kanaal.

OP LESBOS Vrij algemeen. Op de stranden van de Golf van Kalloni en op het strand bij Sigri.

78. Wrattige venusschelp

SOORT Venus verrucosa Linnaeus, 1758

BESCHRIJVING Grote stevige, bolle, vrijwel ronde schelp. Afmeting: tot 60 mm. Er lopen zeer duidelijke grove en ruwe concentrische ribben over de schelp, die bij de rand overgaan in verdikkingen. Onderrand met fijne tanden. De schelp is vuilwit tot lichtbruin met aan de buitenzijde meestal bruine zigzaglijnen en vlekjes, niet zelden ook roestkleurige aanslag. Binnenzijde is vuilwit.

VOORKOMEN In de Middellandse Zee. Komt ook voor in de Atlantische Oceaan van Noorwegen tot Zuid-Afrika, bij de Canarische Eilanden en Madeira en in Het Kanaal.

OP LESBOS Algemeen. Te vinden op de stranden van de Golf van Kalloni en de Golf van Gera. Eveneens te vinden op de stranden bij Anaxos en Aghios Foka.