Scheepsjournaal week 41

30
Mona Passage (Puerto Rico) - Cockburn Harbour (South Caicos) 41

description

Mare Liberum

Transcript of Scheepsjournaal week 41

Page 1: Scheepsjournaal week 41

Mona Passage (Puerto Rico)

-

Cockburn Harbour

(South Caicos)

41

Page 2: Scheepsjournaal week 41

Week 41 7 apr— 13 apr

Wat een week! Wat een change of plans! In plaats van naar Cuba te zei-len hebben we halverwege de route de koers verlegd naar Turks and Cai-cos. We hebben de afgelopen weken zoveel indrukken opgedaan in Pu-erto Rico. Ons hoofd staat niet naar nog een intensieve week aansluitend op de vorige. Het wordt moeilijk om al het moois en bijzonders op waarde te schatten. Cuba verdient veel meer dan onze “vermoeide” blik. Wie weet komen we er deze reis nog wel.

De Turks and Caicos dan maar, wat een duveltje uit een doosje is dat! Het meest indrukwekkende vind ik toch wel de walvissen. Wat gaaf dat we die van zo dichtbij hebben mogen zien. Niet een keer, niet twee, mini-maal vijf keer. Wat zijn ze ook groot. Super.

De Turks zijn mooi. Onderwater is het spectaculair. We doen deze week niet zo heel veel. We relaxen, zwemmen, snorkelen en genieten van bounty beaches. Daar waren we echt aan toe! Heerlijk.

Mona Passage—South Caicos

Page 3: Scheepsjournaal week 41

Zondag 7 april

De Mona Passage is een beruchte zeestraat. Het staat bekend om zijn onweersbuien met bijbehorende wind. Het kan hier ontzettend spoken en er loopt op plaatsen een sterke stroom. We kunnen dus van alles verwachten en zo hebben we ook de boel weer voorbereid. De grab-bag staat weer aan de railing geknoopt, maar ook de cruising chute staat klaar voor gebruik. De wind is voorlopig nog rustig en daarom va-ren we hier ook in de nacht. In de nacht waaien de passaatwinden een stuk minder onder de kust. In de avond gaat de wind om een uur of ze-ven liggen en om negen uur in de ochtend gaat het weer waaien. Dus we hebben de goede raad van de pilot opgevolgd en doen de passage in de nacht. Ook in verband met de aankomsttijd in Cuba. Om midder-nacht zijn we de riffen voor Boqueron en Mayaguez kwijt en nu varen we weer in diep water. Het is bewolkt, maar voorlopig hebben we nog geen onweersbuien. Ook niet op de radar. Die hebben we ook weer eens aanstaan. De motor draait toch dus het is ook voor de radar goed om weer eens wat uren te draaien. Marieke neemt om twaalf uur de wacht. Het is ondertussen van helder naar bewolkt gegaan. We kijken dus uit voor eventuele onweersbuien. Drie uur later maakt Marieke mij weer wakker. Het is mijn beurt weer. Rond een uur of zes komt Liede-wij naar buiten. Ze kan niet meer slapen. Ik zeg dat ze het beste even naast mama kan gaan liggen en daar slaapt ze zo weer in. Rond zeven uur zijn de meiden wakker. Wij hebben dan de Passage er op zitten, geheel pijnloos. De wind komt weer op vol-gens het boekje. Om acht uur zetten Marieke en ik de spinnakerboom er weer in en om negen uur gaat de mo-tor uit. Als we ontbeten hebben ga ik nog even slapen. Ik slaap als een blok. Wanneer ik wakker word, is het ondertussen kwart voor twaalf en de motor draait weer. Niets van gemerkt. Het is een dagje van wat hangen, wat lezen over Cuba, het gaat allemaal helemaal relaxed. De watermaker staat aan en maakt weer lekker vers water bij.

Page 4: Scheepsjournaal week 41

Marieke gaat in de middag nog een paar uurtjes slaap inhalen. We zijn allebei meer moe dan dat we hadden gedacht. Puerto Rico is toch op een bepaalde manier intensief geweest. De kinderen hebben luister-boeken gevonden op de Ipod die ze over de autoradio afspelen. Daar zijn ze het grootste deel van de dag zoet mee. Zo hebben we allemaal even wat tijd om bij te komen. Vanavond eten we Hollandse kost, witte kool met gekookte aardappels en een kipschnitzel. De laatste zijn net tegen de grens van lekker aan dus het is goed dat ze weer uit de koel-kast verdwijnen. Als het eten opgegeten is en de afwas gedaan is het tijd voor de meiden om naar bed toe te gaan. We liggen lekker rustig dus de meiden kunnen heerlijk slapen, Marieke en ik zitten nog even na in de kuip en dan ga ik ook liggen.

Page 5: Scheepsjournaal week 41

De eerste 24 uur zitten er al weer op. Ik begin met de avond wacht. Bas ligt lekker te slapen. Het is donker buiten terwijl het aan het begin van de avond nog zo helder is. Het water is weer fluoriserend. We zien het bij ie-dere golf oplichten. Alle spullen staan vastgesjord, de cruisingchute heb-ben we buiten liggen en ook de grabbag staat op zijn vertrouwde plekkie. Binnen in de punt is alles ingericht als soort van opslag en alles staat achter slot en Grendel. De kinderen liggen achter en wij varen al motor-zeilend verder.

Van de 550 mijlen die we moeten afleggen hebben we er het eerste et-maal 145 afgetikt. Niet slecht. We zeilen weer voor het eerst op de open oceaan en dat is toch anders zeilen dan op de Caribische zee. Voor het eerst na de oversteek heb ik een pleister geplakt. Ik moet hoe dan ook fit blijven, want Bas zijn arm is nog niet helemaal genezen. Het gaat wel goed, maar hij moet gespaard blijven.

Rond een uur of een komt Bas, in mijn ogen veel te vroeg, naar boven. Hij is wakker geworden van het een of het ander. Dus ik word vroeg af-gelost. Wat fijn. We kletsen nog wat in de kuip en dan ga ik lekker sla-pen. Als ik uit mezelf wakker wordt dan zitten de kinderen al op de bank tegenover mij en zie ik Bas buiten een Suske en Wiske lezen. Waarom heeft hij mij niet gewekt?!? Erg lief hoor, maar dat is nergens voor nodig. We kletsen wat in de kuip en ontbijten gezamenlijk. Frederique maakt vervolgens kopieerkaarten voor lezen. Liedewij is aan het verven en ik lees wat met Kathelijn. Lekker dat we toch iets kunnen doen nu we aan het varen zijn. Bas gaat nog even rusten en ik lees wat buiten.

Ik weet niet hoe het komt, maar op een gegeven moment zien we op de kaartplotter de Turks en Caicos liggen. Ik moet er van glimlachen, want Kathy heeft pas nog gezegd dat ze vindt dat Ellen en Jan daar de mooi-ste foto’s van hebben. Wat is dat dan toch die Turks en Caicos. Ze ma-ken ons nieuwsgierig. Zo nieuwsgierig dat we de Capitool en de Lonely planet er eens op naslaan. Wat ziet het er daar mooi uit! Stiekem worden we enthousiast. En nu? We zijn onderweg naar Cuba en dat is toch wel wezenlijk iets anders dan Turks en Caicos. Waarom worden we hier dan zo blij van? We zijn immers naar iets anders onderweg. I

Maandag 8 april

Page 6: Scheepsjournaal week 41

Ik denk dat het de plaatjes zijn, de lovende woorden over de archipel en het idee dat we hier heerlijk kunnen zwemmen, snorkelen, duiken, wat nieuws ontdekken en genieten van ons gezinneke.

Hoe zit het dan met Cuba? Dat is natuurlijk wel een heel bijzonder land. We hebben contact met het flying circus en zij zijn ook lyrisch over Cuba. We hebben eigenlijk geen trek in weer een hele intensieve week rondreizen, geschiedenis en cultuur opsnuiven. We zien er te-genop is te veel gezegd, maar weer auto in auto uit nee als we nu gaan dan doen we Cuba tekort. Als we nu naar Cuba gaan, dan ne-men we maar de helft op en dat is zo ontzettend zonde. Dat land ver-dient onze volle aandacht!

Misschien komt het er deze reis nog van om er naartoe te gaan en an-ders kunnen we beter een keer vliegen, want Cuba is makkelijk aan te vliegen. Arkefly vliegt er drie keer per week op.

De kinderen hebben heel veel zin om te zwemmen, snorkelen, leuke actieve dingen te doen en veel tijd door te brengen met papa en ma-ma. Het roer gaat dus 50 graden om en we zetten zeil richting de Turks. Het stikt hier van de zandbanken, ondieptes, riffen en stenen onderwater. Het zou dus leuk zijn als we overdag aankomen, maar he-laas volgens de plotter zijn we er rond een uur of 1 ‘s nachts.

We bekijken de kaart heel nauwkeurig en zien dat we dan het beste bij Big Sand Cay kunnen ankeren. Deze ligt het meest zuidelijkst van de Turks. Bas en ik gaan lezen wat ons te wachten staat en hebben er erg veel zin in. Lekker tijd voor elkaar en de kinderen. Even geen ge-schiedenis en cultuur. Even de tijd aan onszelf.

Ik ga ‘s middags een dutje doen en Bas gaat koekjes bakken met de kinderen. Lief van hem dat hij dat doet. De meiden zijn helemaal blij dat ze koekjes hebben gebakken en als ik wakker word, dan krijg ik ze aangereikt. Zo lief.

Nu we de koers verlegd hebben gaan we met halve wind naar de Turks. We lopen erg lekker en de oceaandeining is goed vol te hou-den. Het waait zeker wel windkracht 6, maar zowel de boot als de be-manning doen het goed. We eten buiten en na het eten gaan de mei-den lekker slapen. Ook zij zijn blij met ons nieuwe plannetje.

Page 7: Scheepsjournaal week 41

Bas gaat als eerste liggen. Hij slaapt van 9u tot 11u. Dan ben ik aan de beurt. Lekker nog even liggen voordat we weer scherp moeten gaan navigeren in het donker.

Dat navigeren in het donker vind ik iets magisch hebben. Dat doen wij echt samen. Ik ben er niet huiverig voor, het vereist alleen concentra-tie. Ik weet nog zo goed dat wij samen om 4u ‘s nachts Bonifacio op Corsica binnenliepen met windkracht veel te veel. Wat was ik toen trots op ons. Ook deze reis zijn we als vaker in het donker ankerplaat-sen of havens binnengelopen zoals bijvoorbeeld in Vila Real en in Ita-lië. We kiezen er niet voor, maar als het zo uitkomt, dan komt het zo uit. Het heeft wel iets en dan als we dan eenmaal liggen lekker een koud pilsje samen in de kuip.

Dus, Bas wekt mij op tijd zodat ik ook helemaal wakker ben. Hij maant mij heel stil te doen en te luisteren naar de geluiden. Ik hoor een hele hoge zangtoon (fluittoon) en dat blijken de walvissen te zijn. Wohhh wat gaaf. We zien ze dus niet, maar horen ze wel. Ook horen we veel geluiden van (voor ons nieuwe) vogels. Bij de ankerplek zien we één ander bootje liggen. De radar staat ook aan en samen zorgen we er-voor dat we ons anker op een mooi plekje neerleggen. Bas die ziet het anker in het heldere water heel goed. Fijn dat we weer liggen. We drinken nog iets in de kuip en gaan dan slapen. Hoe za het er hier morgen uitzien?

Page 8: Scheepsjournaal week 41

Dinsdag 9 april

We ontwaken allemaal. Het eerste wat we doen als we wakker zijn is ons hoofd naar buiten steken, want waar zijn we nu wel niet terecht gekomen. Het heet hier Sandy Bay Cay. Het is hier schitterend. De reisboeken zeggen dat het hier in

een ver verleden zeehonden en zeekoeien hebben geleefd. Deze zijn nu allemaal helaas verdwenen door de jacht. Zeeschildpadden leggen hier nog wel altijd hun eieren. We willen heel graag aan land om een rondje te lopen op dit onbewoonde eiland omringd door azuurblauw wa-ter. We kunnen geen fatsoenlijke spot vinden, want de branding is te heftig. Wat ontzettend jammer. We varen daarom door naar Salt Bay. Het gebied ten zuidooosten van Salt Bay (in het warme water van Silver Bank en Mouchoir Bank) staat bekend om de bultruggen die hier rond-zwerven. Van januari tot maart (en dat is het nog maar net niet meer) komen deze hele grote logge, maar blijkbaar ook lieve, walvissen hier bijeen om zich voort te planten. Met deze informatie gaan we gericht walvis spotten. Geen idee waar we naar moeten kijken, maar we heb-ben alles klaar liggen just in case. Ik word moe van het turen. Het is best intensief en de zon staat hoog aan de hemel. Dan denk ik dat ik iets zie. In de verte over stuurboord zie ik een fontein. Is dat er een? Daar is het weer. Ook de kinderen zien ze. HEt zijn er meer, want we zien twee fonteinen tegelijk. Eindelijk heb-ben we ze ook gezien. Daarna turen we verder en denken van alles te zien. Ik zie nog een keer een fontein en dat houdt het op.

We willen gaan ankeren op Salt Cay,maar daar staat een te grote dei-ning voor de deur. We besluiten om door te gaan naar Grand Turk. We blijven alert op walvissen, want volgens alle reisgidsen kan het er hier gewoon druk mee zijn. Dan ineens ziet Marieke een soort stoompluim boven het water uit stijgen. Daar is er een! Vol spanning blijven we in de richting kijken waar de pluim te zien was. En dan ineens verschijnt er een groot stuk zwart lijf met een bult er op, gevolgd door de staart. Fan-tastisch. Ik zie Marieke kijken met een blik van, wat heb ik gezien en waarom deed de camera het niet! Net nu! We zijn helemaal opgewon-den van de aanblik van deze walvis. Wat is dat mooi zeg.

Page 9: Scheepsjournaal week 41

We balen dat we hier geen foto’s van hebben. Zouden we er meer zien? Oooh laten we het hopen. We blijven zoeken en ons geduld wordt weldra weer beloond. We zien weer eerst een stoompluim en dan komt de rest. De camera-problemen zijn nog niet opgelost tot on-ze grote frustratie. Weer zien we de grote bult waar deze walvis be-kend om staat.

Deze walvis zwaaide nog met zijn staart en ging toen voor een lange tijd onder water.Dan draaien we om want we krijgen het idee dat we er uit aan het varen zijn. Opnieuw zien we walvissen, hoe is het mogelijk. De reisfolder klopt eindelijk voor een keer. De andere zeilers hebben al met dolfijnen gezien en een enkele walvis. Nu zijn wij aan de beurt. Wat een kicken-ervaring!

De fotocamera is weer goed ingesteld, nu gaat het gebeuren. Eindelijk hebben we foto's van deze reuzen. Wat mooi. We zien ze zelfs onder het wateroppervlak liggen. Ook deze kolos laat zijn staart ook nog even zien. Dan verdwijnen ze weer de diepte in. Dat kan hier makke-lijk want het is hier wel 1000 meter diep. We draaien na een kwartier om en varen naar Grand Turk. Tussen Salt Cay en Grand Turk ligt een ondiep gebied met eilandjes en banken. De kleuren zijn geweldig. Heel licht turquoise waar zand ligt en het wordt lichter waar het ondie-per is. Het ziet er zo verleidelijk uit dat ik er bijna heen ‘moet’.

We varen naar Cotton cay. De bodem van de oceaan loopt hier als een muur omhoog. In een kleine 100 meter loopt de bodem op van dik 1000 meter naar 10. We varen over de banken naar het eiland. Als we eenmaal ten anker liggen blijkt het nog niet zo rustig te liggen. Het is half vier nu dus als we weg willen dan moet het direct vanwege het licht. Als je langer wacht dan zie je de kleuren niet meer omdat de zon te laag staat. We trekken het anker er weer uit en we varen weer uit de ondiepten. Buiten de banken zetten we koers naar Cockburn town. De afstand is niet zo groot dus we kunnen er zo zijn.

Page 10: Scheepsjournaal week 41
Page 11: Scheepsjournaal week 41

We zien weer stoom en we gaan er op af. Opnieuw komen we uit bij walvissen. Ongelofelijk. Er zijn er wel veel hier. Wij hebben er vandaag zeker zeven gezien. We gaan er op gepaste afstand achteraan. Wat is dit spannend zeg. We zien ze een keer of drie boven komen en de laat-ste keer waren ze op maar 30 meter. De grootste slaat nog met zijn staart op het water. Misschien waren we wel te dicht bij.

Nu is het hoog tijd om te gaan, we gaan naar een ankerplek zoeken, anders wordt het echt te donker. Met tegenzin varen we naar het eiland. Ik had al een plekje binnen het rif gezocht, maar vlakbij is een open ruimte waar we kinnen ankeren. De kleuren zijn al aan het verdwijnen. We laten ons anker vallen vlakbij de Shishco. Dat is leuk. We hebben Frans en Jannie sinds Tobago niet meer gezien. Ze zijn niet aan boord, dus we ruimen eerst van alles op en dan zien we ze aan komen varen. Eerst praten we even terwijl ze in de dinghy zitten, maar het gaat beter als ze aan boord zijn. We drinken dus lekker een pilsje en praten bij over de reis. De tijd vliegt en we moeten nog eten terwijl het alweer te laat is voor de kinderen. Frans en Jannie gaan terug naar hun boot en wij gaan snel wat te eten maken voor ons gezinneke. Daarna gaan de kinderen weer naar bed. Het was weer bijzondere dag . De walvissen hebben een diepe indruk achter gelaten.

Page 12: Scheepsjournaal week 41
Page 13: Scheepsjournaal week 41

Woensdag 10 april

We liggen ten anker voor Cockburn town. What’s in a name? Deze ochtend gaan we in-klaren, want dat hebben we nog niet gedaan. Marieke is al druk les aan het geven en ik maak de rubberboot weer klaar voor gebruik. De customs zitten twee mijl naar het zuiden en de snelste manier om te gaan is met de rubber-boot. Ik maak het ontbijt en de kinderen gaan gewoon door met de les. Efficiency is het tover-

woord. Ik verzamel de spullen die mee moeten en leg alles buiten klaar. Als Frederique haar programma af heeft kunnen we gaan. Eindelijk kan zij een keer mee in de ochtend. Haar zusjes zijn gepast jaloers. Zij gaan er ook lk liever op uit dan binnen te zitten. Ik heb de nieuwe Gopro ca-mera vastgebonden op de rubberboot om nog wat te filmen als we door het prachtig blauwe water gaan scheuren. Marieke kan ons nog een paar minuten volgen op het scherm van de ipad. Met een app maak je via een wifi signaal contact met de camera. Met een paar seconden tijds-verschil kan je volgen wat de camera opneemt. Gaaf he die techniek. Frederique en ik scheuren over het water naar het zuiden. Het water is kraakhelder en je ziet het koraal onder je door schieten. Frederique kletst volop, maar ik versta door de motor nog niet de helft. Ze heeft het wel naar haar zin, op zoek naar avontuur. Af en toe moeten we bochten maken om om de riffen heen te draaien. Ondertussen loopt de camera. Als we aan de zuidkant van de Big Turk komen, varen we tussen de stei-gers. Hier moet het ergens zijn. Frederique en ik varen eerst naar de cruise terminal. Op de kant ziet het er uit als een resort. Op het strand staan allemaal ligbedden en parasolletjes. Er zijn meerdere barretjes. Ik vraag me af of we hier mogen komen. We maken de rubberboot vast en dumpen ons afval in de eerste de beste vuilnisbak. Dan lopen we verder. Wat is het hier stil. Dan zie ik een winkel van Diamonds International en dan heb ik het. Het is de cruiseterminal. Overal zijn tax-free winkels, maar de winkels en de straten zijn helemaal verlaten op drie man na. Ik vraag ze de weg naar de customs en het is een stukje lopen. Frederique en ik gaan op pad, maar ik wil liever met de rubberboot. We draaien dus om en lopen weer terug. Er is zelfs een groot zwembad, bij al deze win-kels zijn dus zelfs barretjes met een zwembad. Wat een gekkenhuis. We springen weer in de rubberboot en dan gaan we op zoek naar de customs.

Page 14: Scheepsjournaal week 41

Na even zoeken en vragen leggen we de rubberboot vast aan een auto-wrak op een strand. Dit wrak zal niet snel wegrijden. We lopen over het haventerrein en net buiten de poort moeten we zijn. Ik krijg een berg pa-pierwerk om in te vullen. Nadat ik alles zowat in drievoud heb ingevuld krijgen we allemaal een mooie stempel in ons paspoort en mogen we een week op de Turks en Caicos blijven. Als er afgerekend is en alle handtekeningen staan op de goede plaatsen kunnen we weer terug-gaan. We vliegen weer terug naar de Mare Liberum. De twee mijl zijn binnen tien minuten afgelegd. Aan boord gaan we de spullen pakken om naar de kant te gaan. Hert duurt even want de meiden waren net een spelletje aan het doen. Als we eindelijk allemaal buiten staat, helemaal klaar komt er een boot van Policia Justi-tia. Ze komen recht op ons af. Ze moeten ook bij ons zijn, want ik ben vergeten de gele vlag weg te halen. Of ik even bij ze aan boord wil komen met alle 5 de pas-poorten. Geen probleem, ik stap over in hun boot en we gaan aan het invullen. Hij schrijft alles op uit de paspoorten, ik ben blij dat hij schrijft en niet ik. Na een mi-nuut of tien is het gedaan en zetten ze me af. We worden allerhartelijkst uitgezwaaid en dan maken wij ons klaar voor een klein tochtje maar de wal. Aan de kant ziet het er bijzonder uit. Mooie oude historische pan-den, maar aan de andere kant ook veel halve ‘projecten’. We lopen door de hoofdstraat op zoek naar ik weet niet wat. We komen aan de praat met locals. We vertellen dat we morgen willen gaan fietsen en of ze weet waar we die kunnen huren. Voor we het in de gaten hebben is ze al met haar neefje aan het bellen en die is onderweg. Dat was eigenlijk niet de vraag, maar ja. Een paar minuten later staat het neefje van 1,95 meter lang en met grote tatoos op de onderarmen te vragen wat we precies zochten. We maken het meteen maar af en morgen hebben we dus fiet-sen. We lopen weer terug, want we waren al dicht bij het toeristenbu-reau. We krijgen wat informatie met fietsroutes en dan lopen we weer verder. We zijn eigenlijk op zoek naar een supermarkt want die moet hier in de buurt zijn. We komen langs een kapper en we vragen of ze tijd hebben om ons te knippen. We worden met een zwaar Spaans accent te woord gestaan. De twee kapsters komen uit de Domicaanse Republiek. We maken wat geintjes en ze hebben wel tijd om te knippen. Kathelijn en Liedewij mogen als eerste. Bij Kathelijn moet er veel af.

Page 15: Scheepsjournaal week 41

Dit tot haar echt grote verdriet. Frederique laat haar heel tactisch zien, met een pluk haar, hoe-veel het wel is. Ze wordt er niet vrolijk van. Arme Kathelijn, ze had ook zoveel dode punten en ze wil zo graag heel lang haar. Ik vind haar die korte coupe eigenlijk veel beter staan, maar leg dat maar eens uit. Bij Liedewij gaat er bijna niets af, maar bij Frederique, Marieke en mij gaat er nog-al wat af. Ik vind het heerlijk, ook die uitgebleekte plukken weer van mijn hoofd af. Als we klaar zijn lopen we naar de supermarkt. De prijzen zijn ook super hoog. Ongelofelijk, hoe moet je hier als lo-cal aan je spullen komen? Een brood kost $6! We verbazen ons terwijl we door de winkel lopen en kopen alleen een fles Cola light. Er zijn nog twee supermarkten, dus kijken we daar nog even. We lopen door de straten en zien dat er hier ook heel veel armoede is. Dat had ik eigen-lijk niet verwacht. Bij de Turks en Caicos dacht ik altijd aan van die welvarende paradijzen. Niet dus. Het is hier gewoon bikkelen en de meeste ‘huisjes’ zijn van platen multiplex gemaakt. We lopen even later langs de oude zoutpannen. Vroeger waren deze eilanden de grootste produ-cent van zout ter wereld. Nu liggen de pannen er onbenut bij. Marieke en de kinderen zoeken naar schelpen want daar hebbende meiden een plan-netje mee. In eerste instantie verwacht ik niet veel schelpen, want dit water ligt er al zo lang, maar toch hebben ze in een kwartiertje een heel aantal mooie schelpen gevonden. Daarna gaan we verder naar een andere supermarkt. Dit is ook heel erg. Een ingevroren pizza uit de doos $13! Het is geen land om even de voorraden aan te vullen. We lopen maar weer naar de boot. De andere supermarkt heeft weinig te bieden. Terug op de boot gaan Kathelijn en Liedewij de schel-pen poetsen en wij gaan nog even snorkelen.

Page 16: Scheepsjournaal week 41

We liggen hier vlakbij The Wall. Een meter of vijftig achter ons loopt de zeebodem spectaculair naar beneden. Het is hier heel mooi onderwa-ter. Het koraal stopt niet. Frans en Jannie van de Shishco komen nog even langs varen. Het is echt even langs varen om ons uit te nodigen voor een borrel vanavond. Wij slaan beleefd af. We vinden het toch niet zo prettig om samen van de boot af te zijn terwijl de kinderen lig-gen te slapen. Daarna gaan we voor het eten zorgen. Ondertussen bakken we brood en als we klaar zijn met eten gaan de meiden lekker naar bed. Wij zijn nog lang wakker en skypen met de Barnstormer. Frederique komt nog even uit bed en kan sinds maanden eindelijk een mop aan Jorg vertellen. Leuk dat we ze nog gesproken hebben. Het is leuk om eindelijk weer wat van ze te horen. Jammer dat onze reisplan-nen zo anders waren.

Dubio….. Zullen we dan toch niet even naar Cuba gaan nadat we deze geweldi-ge eilanden achter ons laten? De Shishco is naar Santiago de Cuba geweest. Ze hebben het heerlijk gehad en raden het iedereen aan! Ahhhh wat moeten we nu met die informatie? Echt Jan, het is geen leuk rondje…….Time is ticking! We hebben nog een kleine week de tijd om te kiezen! Eerst maar eens lekker hier genieten. Morgen de hele dag op pad met de fietsen, zin in!

Page 17: Scheepsjournaal week 41

Donderdag 11 april

Heerlijk mijn dubio wordt door een vriendin-netje omschreven als flexibiliteit. Ik citeer: ”Gewoon lekker aan toe geven. Je maakt hoe dan ook een goede beslissing. Er zijn zoveel mooie plekken. Zoveel dat jullie nog

moeten zien, kunnen zien, zullen zien en ook niet gaan zien”. Wat een geweldige uitspraak. Het klopt namelijk helemaal. We geven er ook aan toe en hebben nog nooit het gevoel gehad, hadden we maar. Gelukkig hebben we ook geen spijt van keuzes die we gemaakt hebben. Het is goed zo. Als ik eraan terugdenk, dan hebben we toch ook al wel heel veel hele leuke dingen gedaan en dat zullen we blijven doen totdat we thuis zijn. Wat is het heerlijk om op reis te zijn om Nijntjes woorden uit de musical Nijntje is op reis maar eens aan te halen!

Slapen wilde gisteren echt niet lukken. Om half twee ben ik nog wakker en dat wil ik eigenlijk helemaal niet. Geen idee hoe het komt. Ik heb dat een tot twee keer per maand. Wie weet klopt het dat je gewoon niet meer moe wordt. Ik heb een wekker gezet, want er zwemmen hier blijk-baar walvissen vlak onder de kust. Dat is ook heel goed mogelijk want de Wall ligt hier. Hier gaat de bodem van 30ft in een keer steil naar be-neden tot 7000ft. Je ziet het ook heel mooi aan de kleur van het water.

Dus om 6.30 eruit en naar buiten. Mijn ogen wilde nog niet echt open. Ik kreeg mijn ogen niet scherp. Dat turen ging me niet zo heel makkelijk af. Bas en ik zaten wel lekker in de kuip. Lekker wat kletsen. De meiden waren binnen aan het spelen en Frederique heeft al vroeg een reken-

toets gemaakt. Rond kwart voor acht hebben we de moed opgegeven en verder gegaan met ons programma. We hebben fietsen gehuurd voor van-daag en deze worden om half 9 hier aan de steiger afgeleverd. Dat gaat hem helaas niet worden voor ons.

Page 18: Scheepsjournaal week 41

Dus Bas gaat alleen even de fietsen in ont-vangst nemen en ik pak alle spullen bij elkaar die we vandaag misschien wel nodig gaan hebben. Als Bas terug is op de boot eten we nog snel even een boterham en dan zijn we er weg van. Als ik de fietsen zie, dan zie ik eigen-lijk al meteen dat de fiets voor Frederique erg groot is. Ze heeft ook alweer 9 maanden niet gefietst. Zou ze het verleerd zijn? Kathelijn en

Liedewij zitten in een fietskar. Dat vinden ze niet leuk. Ze willen alle twee ook fietsen. Helaas zal dat niet gaan. We leggen ze uit dat ze dan eerst nog goed moeten oefenen. Dat gaan we vandaag ook zeker doen met Kahtelijn. In Nederland was ze nog zo bang en wij konden praten als brugman, maar het hielp helemaal niks. Nu de wil er is lukt het misschien ook makkelijker. We rijden 10 meter en Frederique is al vijf keer bijna gevallen. Dat gaat hem niet worden vandaag. We gaan even naar het postkantoor. Zo zijn we gisteren aan de fietsen geko-men. We hebben daar toen alleen gevraagd of we fietsen kunnen hu-ren en de tante van de jongen die dat doet werd gebeld en vijf minuten later stond hij in het postkantoor. Dat was snel. Nu maar hopen dat ze weer willen bellen en dat hij er weer net zo snel is als gisteren. Hij is weer snel en dat is fijn. Na het wisselen van de fietsen gaan we op pad. Heel fijn. Het is lekker om weer eens te fietsen. De fietsen zijn wel echt oude barrels en het is hard werken. Ze hebben geen versnelling en we hebben een terugtraprem. Niks geen versnellingen voor, achter en veel tandwielen. Ondanks dat is het heerlijk om weer eens op een andere manier op pad te zijn.

Page 19: Scheepsjournaal week 41

Bas fietst voornamelijk voorop en ik fiets gezellig naar Frederique. Ze kletst honderduit en wat voelt dit ontzettend knus. Ze fietst er aardig op los. Knap van haar. Die kleine beentjes moeten toch veel omwentelingen maken. Ook voor Bas is het heavy. Er zijn stiekem toch meer heuvel-tjes dan verwacht en als je dan geen versnelling hebt, dan wordt het bijna een heuse workout. Als we bijna bij de vuurtoren zijn, breekt Bas zijn ket-ting. Het is maar goed dat we al negen maanden onderweg zijn, dan onderga je dat toch iets mak-kelijk dan wanneer je een weekje vakantie hebt waarin de accu weer opgeladen moet worden. Maar goed, dan sta je daar. Hoe los je dat op? Het is echt best heel ver om terug te lopen en de fietskar kan er ook niet bij mij achter. Dus wat nu? Ik zie een chauffeur zitten van een hele gro-te open toeristenbus (hij heeft wel drie passa-giers en vraag hem of hij ons kan helpen. De wil is er in ieder geval, want ons toeristen laat hij niet alleen achter. We leggen uit dat we de fiet-sen bij Johnny hebben gehuurd. We weten dat Johnny in een zwarte pick up rijdt en een hele grote tattoo op zijn arm heeft. Nou die moet toch makkelijk te vinden zijn zou je zeggen. Hier wel hoor! De jongen gaat bellen/sms’en en komt te-rug dat het goed gaat komen.

Ondertussen dat we wachten op de nieuwe fiets, gaan we met Lijntje het fietsen oefenen. Het gaat eigenlijk hartstikke goed. We proberen haar uit te leggen dat je je lijf en je fiets recht houdt en dat je corrigeert met je handen. Soms lijkt ze het helemaal door te hebben. Het geloof is er in ie-der geval ook bij haar zelf, dus dat is al het halve werk. Liedewij kan natuurlijk niet achterblijven en zij moet en zal ook fietsen. Het maakt haar hele-maal niks uit dat de fiets veel te groot is. Ongelo-felijk wat een taaie is dat.

Page 20: Scheepsjournaal week 41

We merken bij haar dat we beter heel veel mee kunnen buigen en het haar kunnen laten proberen dan haar op andere gedachten proberen te bren-gen, want dan wordt ze boos en voelt ze zich niet begrepen. Weer iets wat we van onze eigen lieve meiden leren tijdens deze reis. Je leert ze zo goed kennen. Dat is zo ontzettend leuk. Tijdens het oe-fenen komt Johnny aanrijden. Hij heeft een nieuwe fiets bij zich, maar is het gereedschap vergeten om de fietskar mee te verbinden. Dus hij moet nog een keer terug. Wij wandelen over het terrein en kijken onze ogen uit naar de kustlijn. Het is hier heel ondiep. Ruig. De kustlijn is hier gevaarlijk, want de golven zijn erg sterk. Een mooi gezicht is het wel. IN het midden van het eiland zit een door-gang naar een creek. Als je niet dieper dan een meter steekt, kun je erin. Jammer voor ons. Het is een heel natuurgebied. Het water kleurt er groen door het zeegras op de bodem.

Als we terug zijn is Johnny geweest en kunnen wij verder op pad. Lekker. We fietsen aan de oostkant van het eiland en op sommige plekken zie je door-gangen tussen de huizen om naar het strand te komen. De kleuren van de oceaan zijn ongelofelijk. Ik stop af en toe om een foto te maken. Als ik een keer terug kom bij de fietsen zegt Lijntje, die haar hoofd op het zadel heeft liggen, dat ze er pas afgaat als ze iets te eten krijgt. Wat een meiske ook. Vanmorgen niet willen eten, althans weinig en nu hon-ger hebben. Ik moet hartelijk lachen om hoe ze op de fiets ligt. Ze ziet er super uit. Wat een stoer meisje is ze zo toch met dat korte koppie

We stoppen bij iets wat ooit een luxe resort geweest moet zijn. Vanaf hier loopt er weg naar beneden naar het strand. We gaan eens op on-derzoek uit. Wellicht is dit een leuke picknickplek. Het ziet er hier heel verlaten uit. Toch is het ooit aangelegd geweest, want alle watervoor-zieningen liggen er gewoon. We komen bij een half ingestort en verla-ten resort aan. Wat spooky is dit. Orkaan Ike heeft hier flink huisgehou-den. We kijken er even rond en zien dat het zwembad helemaal over-woekerd is door kruipplanten en dat wat ooit een bar geweest is nu niet meer dan een bouwval is. Ongelofelijk.

Page 21: Scheepsjournaal week 41

We lopen verder naar het strand. Het strand ligt aan de westkust en de wind staat er hier vaak pal op. Er valt dus weer veel te jutten. Dat gaan we na het picknicken lekker doen. Er liggen heel veel verschillende dingen. Zo tellen we wel meer dan 10 slippers, heel veel conches die opgesneden zijn om op te eten, stukken watermaker, plastic kratjes en weet ik wat al niet meer. Heerlijk om hier te lopen en te zien waar ieder van ons nu weer mee op de proppen komt. Hiervoor zijn we dus (nog) niet naar Cuba gegaan. Voor die heerlijke momenten samen.

Het kost ons dan ook moeite om de meiden mee te krijgen voor het vervolg van onze fietstocht. We willen het liefste op het weggetje aan de westkust blijven, maar dat wordt geen succes. De weg is te hobbe-lig en dat is niet handig voor de fietskar. We draaien om. Ik neem de fietskar over van Bas en door het dorpje gaan we naar het zuiden. Ik wil toch met eigen ogen de Cruiseterminal wel eens zien. Er is op het hele eiland niks waaraan je kunt merken dat hier de joekels van crui-seschepen komen. Nou na een tochtje van een uur tegen de wind in stampen weten we dat ze hier echt wel komen. We komen aan bij het Crui-sing Center. Dit stuk heeft niks met het leven op het eiland te maken. Dit is gemaakt voor de crui-seschepen door een of andere investeerder. Er staat zelfs een heel groot hek om het geheel. Ik ben echt verbaasd over wat ik allemaal zie. Het is een kleine variant op Bataviastad. Het grote voor-deel is wel dat ze op het strand strandstoelen hebben neergezet en dat er een heel gaaf zwem-bad voor de kids bij zit. Van dat zwembad maken wij dankbaar gebruik en hier zwemt Liedewij voor het eerst zonder kurkjes onderwater van papa naar mama. Wat is ze trots. Wat valt het toch op dat ze zoveel beter zwemt in een zwembad dan in de zee.

Page 22: Scheepsjournaal week 41

We zijn altijd in voor gadgets, maar helaas zit er nks voor onze gading bij dit keer. Dus nu kunnen we onze kortingsvoucher van de cruiseliner de Mare Liberum ook niet inwisselen! In Nassau gaat dat vast lukken. De winkels zijn allemaal min of meer hetzelfde. Waar ik wel kriegel van word is dat de lokale arbeiders een “eigen” stukje hebben apart van al-le bling bling. Hier mogen zij hun waar aanbieden. Helemaal aan het einde van het winkelgebeuren.

We zien dat de Nelly Rose hier in de baai ligt. Die moeten we straks dan maar eens oproepen. Wat grappig. Er liggen maar weinig boten op het hele eiland. Ik denk 5 en drie daarvan zijn Nederlands. Hoe is het mogelijk, of komt het gewoon omdat wij echt een reizigersvolk zijn? De weg terug is een stuk makkelijker fietsen, want de wind is mee. Dat scheelt een heleboel. We snijden een stukje af door langs de zoutpan-nen te fietsen. Het is weer heerlijk om samen met Frederique te fietsen. Ze heeft het over bijnamen. Kathelijn is de klauterkabouter, zij de fiets-kabouter en Liedewij is een gilkabouter. We stoppen nog een keer om de speldjes van Kathelijn aan Frederique te geven, want de wind blaast haar haren voor haar gezicht. Het is wel belangrijk dat ze alles goed kan blijven volgen, want er is veel verkeer en daarbij komt nog dat we Engels rijden. Dat voelt net als met autorijden toch niet heel gewoon. We slaan een laantje in dat aan het strand ligt. Wat is het hier mooi. Aan beide kanten van dit laantje staan hele lieve huisjes. Hier zijn een paar duikshops. Bas wil morgen gaan duiken in dit Mekka.

Dat is ons ondertussen wel duidelijk geworden we liggen op een van de mooiste duikplekken van de wereld. Om het eiland heen ligt het der-de grootste riffenstelsel van de hele wereld. Ik denk dat alleen het Great Barrier Reef en iets anders in Micronesië groter is! Eens uitzoe-ken. Het water heeft hier wel 20 kleuren blauw. Turks en Caicos liggen namelijk op een onderwaterplateau met muren. De waterdiepte gaat van 10 meter lijnrecht naar een diepte van meer dan 1000 meter.

Dus logisch dat hij wil gaan duiken! Dat het duiken hier zo je van het is blijkt wel uit de prijzen van de eerste duikshop. Hier betaal je voor een twee tanken duik 105 US. Dat is erg veel geld. Dus fietsen we naar de volgende. Ik fiets achterop, want ik stop af en toe om wat foto’s te ma-ken. Mijn achterstand wordt steeds groter en Bas en de meiden zijn in de duikshop als ik door een aantal lokals wordt aangesproken even te stoppen. Deze mensen zitten heerlijk op een boomstam voor het strand.

Page 23: Scheepsjournaal week 41

Ze maken samen muziek, eten een soep met Wilks en gebakken Bonefish. Ik kijk mijn ogen uit, want er wordt getrommeld, sambaballen en als klap op de vuurpijl maakt er iemand geluid met een zaag en een schroevedraaier. Het eten ruikt heerlijk. Iedereen krijgt eten uit van die schuimbakjes. Ik stop en er word mij van alles aangeboden. Ik sla beleefd af, want ik wil eerst naar Bas en de kinderen.

Ik beloof om daarna terug te komen. Dus ik naar Bas en hij heeft gelukkig zijn duik geregeld. Weer krijgen we van alles aangeboden. Bas krijgt de Bonefish. Deze mogen we niet aan de kinderen geven, want de graatjes zijn erg klein en je moet dus goed opletten. Ik proef de vis en deze smaakt heerlijk. Die kruiden die erop zitten. De vis wordt gebakken op een hout gestookt vuurtje. Hier ligt een rooster op. Op het rooster staat een zwart geblakerde pan vol met olie. Daar leggen ze de vis in. Ik krijg de homemade soup. Ik weet zeker dat Bart en mama trots op mij zijn, want ik ga voor het eerst van mijn leven zeeslakken eten. Wilks zijn namelijk hele grote zeeslakken. Het zou wel erg onbeleefd zijn, om deze te weigeren. De soep is lekker en ook weer pittig. Er zitten aardappelen, wortel, knol wat ver-der nog wat vermicelli in. Dat smaakt goed. Die Wilkes eet ik zo tussendoor op. Ze zijn taai, maar ik kan niet zeggen dat ze vies zijn. Geluk-kig maar!

We zitten en kletsen met de mensen van hier. Wat leuk. Hiervoor ben je toch op reis. Ze heb-ben ons hier al twee dagen gezien. Ze hebben ons zien aankomen met de boot of zien fietsen over het eiland. Wat is het heerlijk om op reis te zijn.

Page 24: Scheepsjournaal week 41

Een van de heren woont in het hotel/restaurant aan de overkant. Hij heet Zeus. Geen idee of hij daar gast is of dat hij eigenaar van het geheel is. Hij voelt zich er wel heel erg thuis in ieder geval. Hij neemt mij en de meiden er mee naartoe en de da-mes krijgen een heel groot ijsjes met slag-room van hem Het hotel ziet er heel leuk uit en in de secret garden staat een heel res-taurant. Daar aan de bar staat een duitse dame. Aan de bar zitten allerlei nationalitei-ten. Wel weer allemaal dames! Zeus loopt vrolijk rond en pakt waar hij zin in heeft. Denk dat hij dus wel iets meer dan een gast is.

Wat een feest voor de meiden. Wat zijn die blij. Terug bij de anderen ruik ik weed. Dat is hier zo normaal, maar ik vind het zo stinken. De meiden mogen mee muziek maken en we nemen nog wat foto’s. Wat een gastvrijheid, heel leuk hoor.

Het is tijd om weer op de fiets te stappen, want deze moeten om 18u terug zijn. We nemen dus afscheid van deze mannen en fietsen naar het dock. Daar zetten we de fietsen neer en halen onze spullen uit het karretje. Een oudere man staat op zijn gemak wat te vissen. Hij heeft nog niets gevangen, maar hij ziet er toch tevreden uit. Hij vind het dap-per wat wij aan het doen zijn. Dan varen we terug naar de boot. We gaan eerst nog maar even dag zeggen tegen Frans en Jannie. Zij gaan morgenvroeg weg, waarschijnlijk voor zessen al. ze nodigen ons uit voor een pilsje en dat slaan we natuurlijk niet af. We zitten heel op het gemak wat te praten en de tijd vliegt. Van Frans krijg ik nog een tip voor de bulletalie zodat ik de kuip niet meer uit hoef. Dat gaan we maar eens in orde maken voor ons. Het lijkt me erg handig. Dan wordt het tijd om afscheid te gaan nemen. We zien elkaar wellicht nog op de Azoren. We gaan terug naar onze boot, waar we snel wat eten voor de kinderen maken. Dan kunnen ze nog een beetje op tijd naar bed. Ma-rieke en ik eten wat later. Nadat de kinderen in bed liggen is het weer rustig op de Mare Liberum.

Page 25: Scheepsjournaal week 41

Vandaag ga ik duiken met Oasis Di-vers. Om zeven uur ben ik wakker en ga mijn boeltje klaar maken. De foto-camera moet mee, geld, handdoek en de gewone duikspullen natuurlijk. Ma-rieke brengt me om half negen naar de duikshop. Daar is de divemaster al druk om de duikflessen aan boord van de boot te brengen. Ik leg mijn spullen aan boord en ga eerst even betalen bij de duikshop. Daarna ga ik terug naar de boot en maak mijn set in orde. Ik

praat met de divemaster over de cruiseterminal (en bijbehorend aangelegde koopgoot) en wat daar zo vreemd aan is. Die mensen die er de terminal blijven hebben echt geen idee hoe Grand Turk er uit ziet. Hij vertelt dat hij een paar maan-den geleden in de Verenigde Staten was en dat iemand ook op Grand Turk was geweest. Die man dacht werkelijk dat Grand Turk onbe-woond is. Grand Turk, het onbewoonde eiland! We lachen er om, hoe is dit mogelijk! Daarna varen we weg. We moeten nog een Canadees ophalen die hier op vakantie is. Dan varen we naar de duikstek. Het heet The Aquarium. Niet erg origineel maar wel heel toepasselijk. Het is op een tien miuten varen met de boot vanaf de duikshop. De dive-master legt de boot vast aan een mooring en binnen vijf minuten lig-gen we alle drie op twaalf meter diepte. Dat was snel. Ik weet ook heel snel dat ik vergeten ben de flits van de camera uit te zetten. On-derwater krijg ik hem ook niet uitgezet. Balen. Ik hoop dat het niet te-veel effect op de foto’s heeft. We duiken bij The Wall. Deze drop-off loopt helemaal om de Turks heen. Het is een steile wand en de bo-dem gaat dus recht naar beneden de diepte in, ongelofelijk mooi.

Vrijdag 12 april

Page 26: Scheepsjournaal week 41

Heel deze muur is begroeid met allerlei soorten koraal, waaiers en sponzen. Het barst er van de vissen. De meeste heb ik al eerder ge-zien, maar de uitbundigheid hier is indrukwekkend. We zakken door naar 27 meter. Het licht dooft hier al aardig uit, dus de kleuren zijn niet meer duidelijk zichtbaar. Heel erg jammer maar zo gaat dat onder wa-ter. Als je omhoog kijkt zie je zoveel visjes boven je, en onder je ook. Je ziet de bodem niet. Je kijkt alleen maar langs de drop-off naar be-neden zonder eind. Op de kaart had ik al gezien dat het wel stopt, maar dan op 1000 meter. Na een half uur stijgen we weer naar 12 me-ter waardoor we weer op het plateau terecht komen. Op dit plateau lig-gen dus de eilanden. Heel simpel gezegd liggen de Turks bovenop een hoge steile berg. Hier is het ook weer heel mooi. Hoe kan het ook anders. Ik moet naar boven, want mijn fles is bijna leeg.

De divemaster en de Canadees gaan nog even verder. Ik hang op vijf meter oog in oog met een barracuda van een meter lang. Ik moet op vijf meter drie minuten blijven hangen dus ik heb mooi de tijd om te fo-tograferen. Ik adem rustig mijn fles bijna op en dan ga ik aan boord van de boot. Ik droog het onderwaterhuis af en kan dan nog mooi de foto’s alvast bekijken. Ze zijn wel blauw zeg, dat had ik niet zo erg ver-wacht. Zou dat door de flits komen? De anderen komen aan boord en zijn ook erg enthousiast over wat er te zien is. We varen terug en zij zetten me aan boord af. Marieke komt kijken hoe het is geweest en pakt mijn spullen aan. De mannen gaan meteen weer door, op weg naar de volgende stek.

Wij willen vandaag nog naar South Caicos en dat is toch een kleine vier uur varen. Binnen zijn de kinderen nog druk met school. Kathelijn en Liedewij halen hun strikdiploma. Frederique heeft een kop vol vuur. Het meiske is gisteren zo verbrand door de zon. Ze is er gammel van. We sprayen wat spul op haar huid om alles tot bedaren te brengen, maar het verschil is nog niet merkbaar.

Page 27: Scheepsjournaal week 41

We ruimen de boel een beetje op en de bui-tenboordmotor komt weer aan de spiegel te hangen. Als we bijna klaar zijn komt de Nelly Rose aan varen. Ze gooien het anker er in en dan praten we even over de marifoon. De borrel wordt helaas doorgeschoven naar de volgende ontmoeting, wij willen graag weer verder.

We willen de Caicos ook graag zien en we hebben maar zeven dagen. We zwaaien elkaar weer uit en dan draaien we naar het westen. Op naar South Caicos. We hebben de wind pal van achter en zeilen met de genua in de boom en het grootzeil breed uit. We lopen 6,5 knopen dus we schieten goed op. Wel wordt de deining steeds hoger en vraag ik me af hoe we gaan liggen op de volgende ankerbaai. Onder het varen haalt Marieke lekker wat slaap in en de kinderen kijken naar Peter Pan. Buiten tik ik wat voor me uit. Om kwart voor vier halen we de zeilen weg en dan gaan we tussen twee eilandjes door de Caicos Bank op. We laten het anker vallen en dan liggen we. Er staat windkracht 6 en er lopen wel wat golven, maar de bewegingen van de boot vallen alles mee. We gaan nog met de rubberboot nar de kant. Uit voorzorg gaan we in onze bad-kledij. Als we een klein vissershaventje in zijn gegaan doen we onze kle-ren aan die nu mooi droog zijn gebleven. Aan de kant ziet het er erg ar-moedig uit. De mensen zijn ook aanmerkelijk minder vrolijk dan de Turk-se. Er staan veel houten hutjes die er niet meer uitzien. We lopen een paar straten rond, maar we worden er steeds somberder van. We heb-ben het dus vrij snel gezien en we gaan weer naar de rubberboot. We trekken de kleren weer uit en zo gaan we weer in onze zwembroek te-rug. Bij de boot gaan de kids verder met hun film en Marieke en ik halen de buitenboordmotor omhoog. De boot hangt weer aan een staaldraad en dan gaan we binnen koken. Vandaag schaft de pot Chili con Carne de Barca Liberum. Heerlijk.

Page 28: Scheepsjournaal week 41

Zaterdag 13 april

De kinderen klagen bij het wakker worden over zeeziekte. We liggen ook aardig te stampen op de deining. De wind is vannacht sterker geworden en het lijkt ons niet verstandig om over de banken te gaan naar French Cay. Ook willen we voor vannacht zeker een goede ankerplek hebben. We kijken op de kaart en zien dat we een ruime 60 mijl moeten varen om naar de noordkant van Provedenciales te komen. Dat moet dan maar. Het is wel een grote afstand, maar als we snel op pad zijn, komen we voor het donker daar binnen de riffen. Als het anker weer vast aan dek is en de boel voor weer in de ankerbak gaan we op pad. Buiten staat er een deining van een 2 meter en met moeite komen we er tegen-in. Niemand heeft het zo naar zijn zin, maar een uur later kunnen we al naar een andere koers draaien. Dit is een bezeilde koers en de boot krijgt nu ook wat meer snelheid. Frederique voelt zich niet zo lekker en Kathelijn doet solidair mee. Kathelijn is nooit zeeziek, maar vandaag doet ze wel haar best er voor. Als ik vraag wie er zin heeft in boterham-men roept ze als eerst ja. Haha. Frederique is echt ziek en is bang dat ze over moet geven. Ik roep haar naar buiten en dan kletsen we over van alles en nog wat. Ondertussen gaan we steeds rustiger koersen stu-ren en knapt ze weer wat op. De snelheid is weer even goed en we zet-ten de motor uit. Wat een rust. We lopen met 6,5 knopen langs het ei-land.

Na de lunch zakt de snelheid verder in en zetten we de motor weer aan. Het is balen, we hadden vannacht al moeten gaan varen. Nu zitten we met haast om op tijd binnen te komen voor het licht. Dus we moeten de gang er in houden. Als we er bijna zijn zien we op het rif een groot scheepswrak hoog boven alles uit torenen. Wees gewaar-schuwd zegt het ons.

Dat zegt trouwens ieder wrak dat we zien. In de kaart of in het echt. De wind neemt weer toe en we lopen met een noodgang op de doorgang af. Marieke en ik halen de zeilen weg want we willen niet met zeven mijl door de doorgang door het rif.

Page 29: Scheepsjournaal week 41

Je ziet de golven breken en de doorgang is maar een meter of 20 breed. We navigeren op de kaartplotter, I-pad en op de kleuren van het water. Als we binnen zijn kijken we of we dicht bij het strand kunnen ko-men. De baai is zo ondiep dat we op een paar honderd meter uit de kust ankeren. Als we eenmaal liggen houden we Happy Hour met pop-corn. Heerlijk, en wat een rust hgier. We liggen stukken beter dan waar we vanochtend waren. Na de borrel gaan we pizza’s maken. We had-den het deeg al op zee voorbereid en de meiden rollen het deeg uit en maken de pizza af. Heerlijk, dat was weer lang geleden dat we pizza’s zelf gemaakt hebben. Na het eten is het alweer bedtijd voor de kin-deren. Als we alles opgeruimd hebben genieten Marieke en ik van de sterren. Het is aardedonker dus we zien er heel veel. Wat mooi. Daarna gaan we nog een filmpje in bed kijken. Morgen gaan we weer verder op zoek naar leuke strandjes voor de kinderen.

Page 30: Scheepsjournaal week 41

Tot slot: (over-) leefregels

Na mijn duik op het geweldig rif praatte ik wat over het vervolg van onze reis op de Caicos eilanden. Ik noemde de eilanden waar we ten anker zouden willen en vroeg of er haaien zaten. In overvloed was zijn ant-woord. Je kan er prima snorkelen, maar wanneer er meer dan een haai in zicht is moet je er uit. Als ze rondjes gaan zwemmen moet je echt uit-kijken. Het kan dus spannend worden.

Dus vanaf vandaag hebben we nieuwe regels nodig voor het zwemmen en snorkelen. Een van de tips is, blijf bij elkaar. Dicht bij elkaar lijk je een hele grote vis voor haaien. Een nieuwe regel is om niet te ver van de (rubber-)boot af te zwemmen zodat je snel het water uit kan. Goed op elkaar letten zodat niemand afdwaalt. Na vieren wordt het don-kerder onder water. Met zulke slechtziende roofdieren moet je dan niet meer het water in vanaf de boot.

Het voelt anders om hier over na te moeten denken, niet zo veilig. Het is niet anders. Hier zitten andere vissen en daarmee is het zorgeloze een beetje verdwenen. Maar als deze regeltjes de enige concessie zijn om lekker te kunnen zwemmen, hoor je ons niet klagen.