Samenvatting Reader Geschiedenis

27
1 Samenvatting Reader geschiedenis Examen juni Veel succes!

Transcript of Samenvatting Reader Geschiedenis

Samenvatting Reader geschiedenis Examen juni

Veel succes!

1

Tekst 1 Haaien en dolfijnen: de ineenstorting van het communismeDe ineenstorting van de Sovjet-macht en bijgevolg van het communisme gebeurde snel, onverwacht, relatief vreedzaam en breidde zich snel uit over de hele invloedssfeer. Hiermee eindigde ook de Koude Oorlog. Door het verdwijnen van het communisme werd in verscheidene landen meer vrijheid bereikt, maar het was niet een zoektocht naar vrijheid, noch internationale druk, die het communisme op zijn einde deed lopen. Het systeem implodeerde ten gevolge van een onhoudbare economie en grote ontevredenheid bij het volk. In de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog kende Europa een spectaculaire economische groei, zo bleef dat duren tot eind jaren 60. Op dat moment is er een wereldwijde economische crisis. Kapitalistisch Europa wordt getroffen door inflatie en massale werkloosheid, communistisch Europa, met nog steeds de politieke economie van het stalinisme, heeft het aanvankelijk minder zwaar, waardoor de gedachte ontstaat dat centrale- planeconomien minder kwetsbaar zijn voor crisissen. Maar dit was slechts schijn: de welzijnssystemen kwamen onder druk te staan, de levensverwachting daalde, sociale mobiliteit werd geblokkeerd, de woonomstandigheden waren betreurenswaardig. Een mooi citaat uit de tekst om de situatie weer te geven: Alleen in alcoholconsumptie werd het Westen overtroffen door het Oosten. Het kapitalistische westen bestreed de crisis met deflatie en massale werkloosheid, wat een oplossing bood, maar aangezien het communisme steunde op haar arbeidersklasse, weigerden de politici arbeiders te ontslaan, in naam van het systeem. Met als gevolg dat de bevolking te leed onder schaarste en minderwaardige producten. Net als de arbeidersklasse was de zware industrie een symbool van de communistische landen. In de naoorlogse periode was ze lucratief geweest, maar enkele decennia later, in crisistijd, was ze verouderd, onproductief, verlieslatend en erg schadelijk voor het milieu. Toch werd ze niet afgebouwd, maar ontving ze nog evenveel investeringen als vroeger. Om de pijnlijke situatie op korte termijn te stabiliseren werd er beroep gedaan op westers kapitaal. Op deze manier werd de publieke opinie omgekocht en werden structurele veranderingen uitgesteld. Uit het vorige hoofdstuk kon makkelijk afgeleid worden dat er sociale ontevredenheid heerste. Bovendien was iedereen die ooit geloofde in de egalitaire beloftes van de socialistische partij diep teleurgesteld bij het zien van bijvoorbeeld extraatjes voor partijbazen. De kloof tussen doelstellingen en bereikte doelen van het socialisme werd groter. Het systeem werd dus van binnenuit aangevallen, omdat het geen overtuigende gids meer was voor het socialisme. Deze situatie was er op dat moment in alle communistische landen, maar het zichtbaarst was ze in Polen. Opnieuw een mooi citaat om de geest van die tijd weer te geven: de communistische leiding was een elite van artritische bejaarden, die zich bitter verzetten tegen elke verandering. Als tegenaanval werd het nationaal communisme gelanceerd, een poging om door nationalistische gevoelens de bevolking weer achter de leiding te krijgen. Dit had onder andere tot gevolg dat het antisemitisme weer even opdook in Polen. Erg sprekend is ook een enqute uit 1987 in Polen, waaruit bleek dat 70% van de jongeren het land wilde verlaten. Er was zeker oppositie tegen de regering, een heleboel intellectuelen verzetten zich bijvoorbeeld. Er ontstonden onder meer organisaties die de nadruk legden op ethiek, mensenrechten en milieuvervuiling, denk maar aan het bekende Charta 77 in Praag. Belangrijk detail: deze groeperingen waren niet antisocialistisch, maar streefden naar een verbeterd socialisme. Maar aangezien dat alles en iedereen doortrokken was van het systeem, was deze oppositie vrij verzwakt.

2

Bovendien verkreeg de oppositie weinig steun van buitenlandse autoriteiten, zij hadden een neutrale positie ingenomen tegenover het communistische oosten, stabiliteit was voor het westen de hoofdzaak. Dit is ook de periode met de Ostpolitik, die jullie allemaal kennen uit de lessen. Na de conservatieve Breznjev tijd, kwam er in 1985 een grote verandering in het Sovjetimperium, en dat met Gorbatsjov. Gorbatsjov kwam op met zijn principes van vernieuwing en openheid, met de bedoeling het Sovjet-imperium weer op zijn benen te krijgen. Hij streefde naar een samenwerking tussen staten en republieken, zonder dat daar dwang zou moeten plaatsvinden. Uiteindelijk zou zijn beleid leiden tot het einde van het communisme, maar dat was dus helemaal niet zijn bedoeling. We houden dit deel heel kort, omdat jullie ook dit uit de lessen kennen, en de tijd beperkt is. In 1989 is het duidelijk, dit is het begin van het einde. De overheden waren verzwakt, en de oppositie kreeg zelfs politieke macht, de volksfronten wonnen de verkiezingen van de socialistische partij in de USSR, een doorslaand succes. Wat er later dat jaar zou gebeuren durfde niemand in het begin van 1989 nog denken, maar de situatie dreigde uit de hand te lopen, er waren onofficile massabetogingen en de zichtbaarheid van nationale emblemen verraadde dat niet iedereen tevreden was binnen het systeem van de Sovjet Unie. De relatieve vlotheid waarmee de omschakeling in het oosten gebeurde in tegenstelling tot het bloedvergieten in China wijst er op dat de heersende partij voelde hoe zwak ze was en dat ze niet meer door de massa werd gesteund. Het gevaar dat er bestond als het communisme plots zou verdwijnen, was instabiliteit als er geen nieuwe orde werd geschapen. Uiteindelijk bleek dit mee te vallen, er werden West-Europese politieke en constitutionele normen gemporteerd. Op papier zag het erg mooi uit, maar zoals gewoonlijk was dat in werkelijkheid minder het geval, mensenrechten en vrijheid van meningsuiting bijvoorbeeld werden niet altijd tot in de puntjes nageleefd. De droom van de bevrijde Oost-Europeanen was zich bij Europa aan te sluiten. Oost-Europa werd overspoeld door een leger westerse economen, consultants, accountants en juristen. De economie werd geprivatiseerd, wat voor een groot deel van de voormalige arbeidersbevolking geen goede zaak was. Zoals jullie op de PowerPoint kunnen zien werd de arbeidersklasse hard getroffen. Communisme ging ten onder aan een individualisme. Een ander nefast gevolg van die instabiliteit was de toenemende criminaliteit en maffiawerking. De hereniging van Duitsland was de belangrijkste wijziging in het machtsevenwicht na de val van de SU. Toch kwam deze onverwacht. De Ostpolitik was eerder een vervanging van de hereniging dan een strategie om deze ook effectief te bereiken. Als de ideologische verschillen tussen Oost- en West-Duitsland zouden verdwijnen, zou een deling overbodig zijn. Er groeide wel argwaan in Europa, vooral in het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Politici en intellectuelen (bevolking niet zozeer) maakten zich zorgen door de Duitse voorgeschiedenis, maar ook door neonazisme en massale werkloosheid van voormalige OostDuitsers. De angst dat Duitsland zijn vroegere macht zou heroveren en opnieuw zou misbruiken was ook aanwezig. Het ging snel; pas een maand voor de Val van De Muur werd er gesproken over nmaking. Als de muur niet geopend was, zou de hereniging misschien nooit feit geworden zijn. En dat door een toevallige vergissing van een ambtenaar. We mogen niet vergeten dat na de opening van de Muur nog vele politici en intellectuelen (bijvoorbeeld Gorbatsjov) een zelfstandige Oost-Duitse staat wilden handhaven, door een federatie met het West-Duitsland. Op 3 oktober 1990 was de nmaking een feit.3

Zoals zo vaak speelde nationalisme een grote rol in de Europese geschiedenis na de val van het communisme. Dit nationalisme heeft ook al zijn rol gespeeld bij deze val. Om te beginnen hebben de eisen tot nationale onafhankelijkheid de bevrijding van het communisme in de hand gewerkt. Ten tweede had men binnen het Warschaupact bepaalde mechanismen om minderheidskwesties te regelen, maar deze werkten na de val natuurlijk niet meer. Ten slotte viel in West-Europa, door de toegenomen contacten met Oost-Europa, de vreemdelingenhaat en het racisme in deze regio meer op. Het bloedige uiteenvallen van Joegoslavi heeft het nationalisme nog maar eens centraal geplaatst. Een splitsing kon relatief vreedzaam gebeuren, dit bewijst de afscheiding van Sloveni in 1991. Maar Servi weigerde echter Kroati en Bosni los te laten omdat deze staten, in tegenstelling tot Sloveni, een Servische minderheid bezaten. De Servir Milosevic verdreef demonstranten met tanks uit de straten, niet-Servirs werden in Bosni verdreven uit hun huizen door het Servische streven naar etnische zuiverheid. WestEuropa ondernam niets tegen deze wreedheden en wachtte een Servische overwinning af. De VS greep echter in; ze verschaften hulp aan Bosni en Kroati zodat Servi in 1995 een nederlaag leed. Deze burgeroorlog heeft aangetoond hoe moeilijk het voor Europa geworden was om conflicten af te handelen zonder hulp van Washington, zelfs na het einde van de Koude Oorlog. Hierna was oostelijk Europa en daardoor ook Europa als geheel, veel stabieler dan op enig ander tijdstip in de twintigste eeuw. Sinds 1989 was men het algemeen over eens dat de grenzen van alle Europese staten moesten blijven waar ze waren. Dit kan gedeeltelijk de passieve houding van West-Europa tijdens de burgeroorlog verklaren als een streven naar stabiliteit. In Oost-Europa bleef er weinig bereidheid om samen te werken, deze staten bleven argwanend tegenover elkaar en verwachtten van het Westen dat het als verlosser zou optreden tegen hun vijand, Rusland. West-Europa bleef echter eerder onverschillig tegenover zijn oostelijke helft. Geen van beide leek verder te willen nadenken over hoe het nu eigenlijk verder moest na de val van het communisme.

4

Tekst 1: Haaien en dolfijnen: de ineenstorting van het communisme (2)Inleiding ( p.1-2) Stalins systeem werkt niet, en ook zijn erfgenamen( Chroesjtsjov, Brezjnev) beseffen dat, maar het toegeven aan de buitenwereld zullen ze niet doen. Het behouden van hun oorspronkelijk macht (territoriaal en politiek gezien) is hun topprioriteit. De ineenstorting van de Sovjet-macht, was onverwacht maar tegen alle verwachtingen in verliep dit relatief vreedzaam. Na de instorting van het fascisme en het einde van het communisme, was het aan de democratie om de wereld te gaan besturen. Men had nooit verwacht dat een democratie zoals we ze nu kennen, onze wereld zou tekenen, aangezien er enkele decennia terug geen of nauwelijks voorstanders voor te vinden waren. Jammer genoeg is de huidige democratie maar een schim van wat het ooit is geweest, want ons dagelijks leven wordt eerder door een kapitalistisch denken gestuurd dan door een democratisch. De wereldwijde economische crisis en oostelijk Europa.(p.2-5) Hoewel Stalins ideologie in de jaren 50 al in verval is geraakt, blijft de politieke economie van het stalinisme voortduren: het systeem waarbij een centraliserende partij en een staatsapparaat de economische groei bevorderen door uitbreiding van de zware industrie en door zware controle uit te voeren op handel, landbouw en consumptiegoederen. Om onrust en politieke ontevredenheid tegen te gaan, werd van tijd tot tijd een aanpassing gedaan aan de investeringsbalans ten gunste van een betere levensstandaard. Deze ontwikkelingsstrategie die ooit succesvol was, heeft de complete instorting van het communisme veroorzaakt. Deze crisis had tot gevolg dat de levensverwachting daalde, hoofdzakelijk door ongelukken op het werk. Ook het moordende levensritme van de arbeider resulteerde hierin. Deze crisis had over het algemeen zwaardere gevolgen voor het oosten dan voor het westen. Oostelijk Europa was een ecologisch rampgebied geworden vol stervende rivieren en kale wouden, groezelige steden, afbrokkelende monumenten en ziekelijke mensen. Dit alles was het gevolg van de zware industrie, namelijk grote ijzer- en staalbedrijven. Deze industrialisatie blijft voortbestaan, ondanks zijn zwaar verouderde vorm. Om de politieke geloofwaardigheid te behouden, moesten de communistische leiders een andere strategie gaan toepassen dan die van het westen (massale ontslagen en deflatie). Ze lieten liever de consument lijden onder schaarste en minderwaardige producten dan arbeiders te ontslaan. Maar ze waren vergeten dat arbeiders tegelijk ook consumenten zijn. Hervormingen zijn nodig. In OostDuitsland en Bulgarije bijvoorbeeld nam dit de vorm aan van administratieve decentralisatie. Achteraf gezien is de belangrijkste zin niet van economische, maar van politieke aard geweest. Kapitaal in het westen lenen was een aantrekkelijk middel om de soms pijnlijke beslissingen te vermijden en de modernisering te verzachten. De communistische elites maakten hiervan gebruik om de publieke opinie om te kopen en om de negatieve effecten van de veranderingen van de economie uit te stellen. Hieruit volgde dat de communisten en de bankiers erg goede vriendjes werden. Uiteindelijk heeft het buitenlands kapitaal de noodsituatie van het communisme niet verbeterd, maar zelfs verergerd. Zo bleef de levensstandaard overal dalen, goederen waren schaars, enz. De weggekwijnde partij(p.5-9) Door de economische wantoestand ontstond een toenemende afstand tussen de harde werkelijkheid en de eigenlijke ideologie. Deze afstand onder het communisme, die er altijd al geweest was, zorgde ervoor dat de werkelijkheid en de ideologie gewoonweg niet meer verenigbaar waren. Dit gevoel, dat de werkelijkheid de socialistische theorie had overweldigd in plaats van andersom, ondermijnde de partij tot regeren. Er ontstond geen oppositie, maar een trage neergang van een partij die in zichzelf geloofde. Deze werd uiteindelijk vervangen door andere bestuursorganen, ambtenaren, het leger en de bejaarde kleine Stalins. De partij hield nog maar weinig betekenis over. 5

De achteruitgang van de partij was het meest zichtbaar in Polen. Volgens het officile rapport-Kubiak was de oorsprong van het sociale conflict niet alleen te wijten aan de politieke oppositie, maar vooral aan de kloof tussen de uitgesproken doelstellingen van het socialisme en de bereikte resultaten die groter werd. De arbeiders waren solidair. Dit maakte duidelijk dat ze het socialisme serieus namen. Ze hadden immers kritiek op de extraatjes van de partijbazen en toonden geen belangstelling voor het kapitalisme of de markt. Dit zorgde voor een vernietigende aanval van tegen de partij. Polen was in de jaren 70 een toonbeeld geweest van de voortzetting van stalinistische economische prioriteiten. Door een opvallende afwijking van alle socialistische politieke ervaring werd de regering uiteindelijk overgedragen aan een militair: generaal Jaruzelski. Deze meende dat zijn bewind en de invoering van de staat van beleg noodzakelijk waren om een Sovjetinvasie te voorkomen. Vandaag de dag schijnt die bewering echter onjuist te zijn, maar toch steunde het volk hem. De mensen zagen immers in dat de eigen partij niet meer over voldoende gezag beschikte om te blijven regeren. Nergens anders in het communistische blok was de situatie of de verwachting van de partij zo wanhopig als in Polen. Toch kon men nauwelijks beweren dat de partij elders wel als een samenhangende administratieve kracht functioneerde. De partij werd steeds meer verdrongen door de kleine Stalins met een leider en een groep volgelingen. Toch ontstond door dit persoonlijk bewind het gevaar om familiedynastien aan te moedigen. Roemeni was hiervan het opvallendste voorbeeld. Ze deden er alles aan om te voorkomen dat iemand meer macht zou opbouwen die hun meester zou kunnen bedreigen. Roemeni was ook een voorbeeld van een andere manier waarop communistische elites probeerden om hun populariteit te heroveren. Dit deden ze door het cultiveren van nationale aspiraties. Ceausescu dreef de nationalisatie verder door dan alle andere leiders en kon zich bevrijden van Moskou. Nationaal communisme begon hierdoor deel uit te maken van een algemene strategie om de macht in handen te houden. Nationaal communisme hield echter ook in dat er een meer gespannen en negatieve relatie ontstond met de resterende etnische minderheden van de regio. Nationalisme was een onvoorspelbare tactiek voor de elite, want de mensen waren zich in hun achterhoofd altijd bewust van het feit dat de communisten onderhorig waren aan Moskou. Andere groeperingen, die minder afhankelijk waren van Moskou, konden zich voordoen als meer overtuigde voorvechters van het nationalisme. Maar wat was de toestand van de politieke oppositie? Ten eerste was de oppositie in de eerste plaats niet meer genteresseerd in nationale onafhankelijkheid en ten tweede was hun vermogen om veranderingen af te dwingen heel beperkt. Er bestonden verschillende manieren waarop de oppositie zich uitte. Algemeen kwam voor dat men zich terugtrok uit het systeem. Hierdoor vluchtten miljoenen mensen naar het westen. Maar vertrek uit het land werd niet alleen afgekeurd door de overheid, maar ook door tegenstanders van het regime, door de kerk en door hervormers die gekozen hadden om te blijven strijden voor verandering in eigen land. Dat was waarvoor kerkelijke leiders en veel intellectuelen hadden gekozen. Maar de oppositie van intellectuelen varieerde van totaal onbelangrijk tot een bron van ergernis en hoop. Een ander probleem voor de intellectuele oppositie was dat deze zelf machteloos was. Om invloed te behouden op verdere ontwikkelingen was men afhankelijk van de vraag of ze een bondgenootschap konden sluiten met machtige sociale instanties zoals de Kerk of arbeiders. Toch waren deze 3 groepen van elkaar vervreemd. De oppositie werd ook verzwakt door het feit dat al deze groepen doortrokken waren van het systeem en voor een deel daardoor in opspraak waren gebracht. Dit kwam vooral doordat ze vaak genfiltreerd waren door geheime diensten en hun verklikkers. De kerk gaf de voorkeur aan voorzichtige standpunten. In de jaren zeventig was er in het westen een nieuwe aanvaarding van het communistisch bewind. De Westduitse Ostpolitik was erop gericht de contacten met het oosten te onderhouden. De westerse strategie was dubbel: enerzijds de uitputting van de Sovjet-Unie via een wapenwedloop en anderzijds een aanhoudende verstrekking van handelskredieten aan oostelijk Europa. 6

De westerse regeringen wensten hoofdzakelijk een politieke stabiliteit. Na de nucleaire ram in Tsjernobyl waren de binnenlandse protesten vooral gericht op de milieuvervuiling en de oppositie was vooral actief in de Sovjet-Unie en de Baltische staten. De onderdrukking van protesten gebeurde door intimidatie via de terreurapparaten: Stasi in OostDuitsland en Securitate in Roemeni. Die geheime diensten konden wel het verzet in de kiem smoren in eigen land maar niet in Moskou. De evolutie van het Sovjet-beleid.(p.9-10) De ondergang van het communisme kan gezien worden in een breder kader van Europese dekolonisatie. Vooral de snelheid van de dekolonisatie was opvallend. Het bezit van een koloniaal imperium werd in de twintigste eeuw niet als een voordeel maar als een last voor de schatkist beschouwd. De dekolonisatie verliep ook meestal vreedzaam want gebruik van militair geweld zou de politieke stabiliteit in het eigen land in gevaar kunnen brengen. Vasthouden aan de kolonin was niet aanvaardbaar voor de beschermheer, de USA en ook niet meer voor de eigen bevolking die meer genteresseerd was in welvaart binnen een nieuw Europa. Stalins imperium stortte in ijltempo in na de Tweede Wereldoorlog omdat het een anachronisme geworden was dat niet meer paste in de moderne wereld. Hoewel de Brezjnev-periode een tijd van stagnatie en conservatisme was, waren er reeds aanwijzingen van nieuwe gedachten. De opvolger van Brezjnev, Andropov had als voormalig hoofd van de KGB toegang tot betere informatie betreffende de rampzalige toestand van het communistisch imperium. De Sovjet-Unie was gaan beseffen dat de steun aan de bevriende regimes een enorme economische last was geworden. De Comecon slaagde er niet in een kringloop van grotere productiviteit en rijkdom op gang te brengen. Het draaide uit op een verstarde bilaterale handelsovereenkomst : en kader zonder veel inhoud. Bovendien vormde de kosten voor het handhaven van het militaire apparaat in oostelijk Europa een zware last voor de communistische economie. De Sovjet-Unie moest de nieuwe generatie van wapensystemen betalen. Ze besteden ongeveer 15% van het BNP aan defensie. Strategisch oogpunt: betekenis van oostelijk Europa voor veiligheid veranderd DOOR: Koude Oorlog niet alleen in Europa OOK in Azi + dreiging van Duitsland verminderd + Moskou is geconcentreerd op China

Reactie v. Oost-Europese elites op de instorting van de ontspanningspolitiek: banden met westerse economien behouden. Gevolg:Sovjet Unie ziet in dat geweld iets is van het verleden Communisten hebben: leidende rol Streven voor: socialistisch internationalisme Verdedigen gezamenlijk het socialisme 1963: opkomst van hervormer

7

zij spraken van gemeenschappelijk -democratische principes van non - interventie in binnenlandse aangelegenheden . 1985: Gorbatsjov (zijn voorbeeld = Lenin) gekozen als secretaris-generaal Hervormingsprogramma: prioriteiten lagen in eigen land = modern patroon dat gebruikt maakt van hedendaagse technologie en hoge productiviteit nieuw leven inblazen Gevolgen geslaagde herstructurering van de economie herleving ven het socialisme; meer vrijheid in informatie opmerkelijke formulering: democratisering van alle delen van onze maatschappij

1987: Gorbatsjov benadrukte de toekomstige samenwerking tussen staten en republieken en dat deze zonder dwang zou moeten plaatsvinden. Tegenstrijdig met nieuwe samenwerking: Hij drong erop aan dat Oost-Europese regimes de SovjetUnie navolgden in hun inspanningen tot hervorming

De crisis van 1989De val van het communisme is binnen de USSR zelf begonnen 1987: milieubewegingen geweken voor grote, onofficile demonstraties ter herinnering aan het pact tussen Molotov en Ribbentrop in 1939 zij zorgden voor de onafhankelijkheid van republieken tussen de wereldoorlogen eind 1988: Estland verklaarde zich soeverein als autonome republiek als eerste van de USSR + deelde mee: wetten van de republiek gaan boven die van de federatie begin 1989: volksfronten boeken succes, WANT partij van de USSR verslagen in verkiezingen bedoeling: van autonomie naar volledige onafhankelijkheid gaan begin 1989: Oostelijk Europa = weinig belangrijke gebeurtenissen In Polen WEL: na Solidariteit met zijn stakingen dreigt er nu geen ingrijpen van de Sovjet-Unie maar een burgeroorlog

April 1989: Communisme eigenlijk al beindigd Hoe: Poolse communisten hebben de rechtmatigheid van Solidariteit erkend door ze voor de rondetafelgesprekken uit te nodigen Economische onrust = niet de enige aanleiding tot ineenstorting van het communisme. Er was een domino-effect. DOOR o.a.: Hongaren versoepelden hun grensvoorschriften met Oostenrijk om internationaal aandacht te wekken. Resultaat: een uittocht van Oost-Duitsers via Hongarije 1848: de ene opstand leidt tot de volgende, maar ditmaal geen imperiale herovering Over het algemeen: omschakeling verrassend vreedzaam + vlot DOOR: heersende partij voelde hoe zwak ze waren + waren verlaten door Moskou + hadden in het verleden gefaald MAAR wisten dat zwakke oppositie een wankele machtspositie had 8

Alle deelnemers aan de politieke hervorming van 1989 werden geconfronteerd met het machtsvacum door het falen van het communisme ??????? De massa verzette zich tegen het communisme. Demonstraties ALS bevestiging van het bankroet van het communisme n voorteken van de instabiliteit die zou kunnen volgen als er geen nieuwe en meer legitieme orde werd geschapen Noodzaak: uitwerken van nieuwe regels van de postcommunistische partij Argwaan nam toe en men vreesde erg voor communisme. Herstel van constitutionele orde = een rustige overgang. In het begin: aanpassing verhinderd door een onzekere juridische situatie, ontstaan doordat de communisten de machten hadden laten varen Op papier zag dit er beter uit dan in de praktijk ! DOOR de rampzalige economische crisis klonken nieuwe beloften over sociale en economische rechten hol. + gingen niet in op de minderheidsrechten: de democratie hield zich bezig met de herschepping van een nationale gemeenschap Net als na de naziebezetting moest men ingaan op de kwestie van de continuteit van de staat van recht en bestuur met de oude orde. Oost-Europeanen moesten beslissen wie er gestraft moest worden en wie compensatie kreeg. Toch waren er weinig heksenjachten naar collaborateurs omdat de medeplichtigheid zeer verspreid was onder het oude systeem Deze overgangsperiode verliep veel vlotter dan die na WO I en II, dit door de toenemende politieke ontwikkeling en ervaring van deze regio 1 droom van de Oost-Europeanen: weer bij Europa aansluiten Een Europa van een westers neoliberalisme en politieke introversie + kapitalisme Economie: opheffing van de oude communistische welzijnsstaat zonder dat men er iets voor in de plaats kreeg. Westerse banken verleenden hoogstens een soort financile hulp ten goede voor monetaire stabilisatie De Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling gaf geld uit aan een fraai hoofdkantoor in Londen en niet aan Oostelijk Europa !! Resultaat: daling van de industrile productie, toenemende werkloosheid, Kapitalisme: instabiel, crimineel, De morele economie van het communisme was failliet

9

Tekst 2: Weg uit Congo. Het drama van de kolonialenVijf jaar voor de onafhankelijkheid van Congo had niemand in Belgi verwacht hun kolonie op zon korte termijn te verliezen. Nog steeds vertrokken er elk jaar Belgen naar daar om er de belangen van hun vaderland te verdedigen. De omstandigheden waarin kolonialen moesten leven lieten echter vaak te wensen over. Heel wat getuigen doen hun verhaal. We bespreken er enkele, proberen een beeld te vormen over de verhoudingen tussen blanken en zwarten en geven de belangrijkste stappen richting onafhankelijkheid weer. Zo leverden de getuigenissen van enkele Vlaamse gewestbeambten in Congo (het Evenaarsgebied) ons de volgende informatie op: - Eerst en vooral was er een groot tekort aan gewestbeambten doordat er niet voldoende afstudeerden aan de Koloniale Hogeschool Antwerpen. Vlaamse jonge mannen worden gelokt voor de job met een aantal idealen die eens ter plaatse uiteraard niet waar blijken te zijn. De levensomstandigheden in het Evenaarsgebeid waren ronduit slecht: moerassig, malaria, tseetseevliegen, vochtig en warm klimaat,... - De relaties tussen blank en zwart waren ook niet altijd zwart-wit. Racisme bestond er openlijk en werd als normaal beschouwd. Zwarte vrouwen mochten nergens mee naar binnen en bleven zoals de hondjes in Westerse landen buiten wachten. Een ander bekend fenomeen uit de kolonietijd was de zwarte huishoudster. 'La mnagre congolaise sert tout, sauf faire le mnage.' of beter gezegd, zij deed alles wat je wou, behalve het huishouden. Eigenlijk was het een win-win situatie, voor de clan van de zwarte vrouw was het namelijk een vorm van inkomen. Gemengde huwelijken waren nog taboe. Na WOII verhuisden heel wat blanke vrouwen mee naar de kolonie. Hierdoor zagen de zwarte vrouwen het verschil in hoe zij behandeld werden tegenover hoe een blanke vrouw behandeld werd. Het nadeel van dit alles was natuurlijk wel dat het de afstand tussen de blanke en de zwarte mens alleen nog maar vergrootte en dit was volgens de Vlaamse getuigenissen de achillespees of de zwakke plek van de kolonie. - Een probleem dat hieruit een logisch gevolg is, zijn de zogenaamde mulatkinderen. Nauwelijks n op tien werd door hun vader erkend. Ze werden niet als blank beschouwd en werden dus geconfronteerd met racisme maar langs de andere kant werden ze ook niet opgenomen in de inheemse gemeenschap. Ze raakten verscheurd door de blanke en de zwarte wereld. - Een ander bekend fenomeen zijn de boys. Het waren de huisknechten van blanke gezinnen en deden het huishouden: wassen, strijken en koken. De meeste blanke gezinnen hadden drie boys: een boy lovadoire (was), een kok en een boy maison voor al de rest. Meestal verbleef de huisknecht in de boyerie, een kleine woning bij het huis van het blanke gezin. Die huisknechten waren ook vooral een bindmiddel tussen de zwarte en de blanke wereld. De blanke gedroeg zich rechtvaardig tegenover de boy en vond dat hij daarmee zijn plicht had gedaan. Toch komt in 1944 de Weermacht, het koloniale leger in opstand omdat ze meenden dat de blanke mannen nog te weinig discipline hadden en ze het niet ok vonden dat zwarte mannen onderdanig moesten zijn aan blanke vrouwen. De blanke vrouw had dus maw te veel macht in hun ogen. - In 1955 wordt de rassenscheiding afgeschaft. Voortaan hebben zwarten in openbare plaatsen officieel dezelfde rechten als blanken. Vooral in het onderwijs zijn er drastische veranderingen. Er worden Congolese scholen opgericht en de eerste universiteiten staan meteen open voor zowel blanke als zwarte studenten.10

Uit deze getuigenissen konden we afleiden dat het leven in Belgisch-Congo niet altijd even aangenaam was voor de inheemse bevolking. Er was genoeg ongenoegen over de Belgische kolonisatiestijl onder de zwarten. Wanneer dan het jaar '58 aanbreekt zien ook de Congolezen hun kans. In de jaren 1957-1958 kwamen er de eerste lokale verkiezingen in Congo, begonnen de eerste internationale dekolonisatie bewegingen en in 1958 wordt de wereldtentoonstelling georganiseerd in Brussel. Bovendien vinden heel wat nationalistische Congolese politieke partijen vanaf 1958 hun oorsprong. Zo ook de MNC (Mouvement National Congolais) van Lumumba. In Congo bestond er een werkgroep die in '58 met hun voorstel tot langzame evolutie naar interne autonomie geen gehoor vinden in Belgi/ Men wou gewoon niet onder ogen zien dat het tijd was voor verandering en lieten iedereen in de waan dat alles goed ging. Maar niets is minder waar. Ook bij de naburige volkeren groeide de drang naar onafhankelijkheid. De Expo van 58 versterkte deze dekolonisatiewens alleen maar. Het werd een katalysator van een nationaal gevoel en dekolonisatie. De strijd naar de onafhankelijkheid kon beginnen. We eindigen met een mooi citaat van Patrice Lumumba: 'De onafhankelijkheid die wij in naam van de vrede opeisen moet door Belgi niet als een geschenk beschouwd worden, maar als een recht dat het Congolese volk verloren had.'

11

Tekst 2: Weg uit Congo: het drama van de kolonialen (2)Paternalisme Situering: 1955 in Congo In 1955 vond het eerste Koninklijke bezoek van koning Boudewijn plaats. Er waren heel wat plechtige toespraken die niet helemaal onopgemerkt voorbij gingen, maar toch hernam het gewone Vlamingen werden gewestagenten, wat voor sommige een jeugddroom was. Er was in Congo een tekort aan gewestambten. Ze gingen studeren aan de koloniale hogeschool in Antwerpen. Deze school was er om toekomstige kolonisten op te leiden voor hun verblijf in Belgisch Congo. Deze gewestambtenaren kwamen terecht in zeer afgelegen en onaangename gebieden. Een Vlaming had dan ook meer kans hier terecht te komen, ging het gerucht. Ze namen hun taak bijzonder ernstig op. Ze wilde er het beste van maken en zoals missionarissen goed doen, dat wilde zeggen: wegen aanleggen, bruggen en schooltjes bouwen en nog zoveel meer. Ze wilde vooral iets doen wat hij in Belgi niet zou kunnen. Het gebied waar ze verbleven was echter geen cadeau. Het was er erg ongezond. Als gewestagent moest je een toonbeeld zijn voor de zwarten. Je mocht je niet misdragen tegenover hun chef. Je moest ook een zekere afstand van ze houden om enig respect te krijgen. Het klassieke werk van een gewestagent bestond erin de velden te controleren die de zwarten moesten aanleggen. De aanleg van velden was een verplichting, voor hun eigen welzijn. Ze leerden hen andere gewassen te telen, om het traditionele voedsel als maniok te doorbreken. Ze getuigen dat de blanken 5 jaar voor de onafhankelijkheid in Congo eigenlijk leefden en werkten alsof de kolonisatie nog eeuwen zou duren. Blank en zwart Het deeltje met de titel blank en zwart gaat over de verschillen tussen de blanken kolonisten en de inheemse bevolking van Belgisch-Congo. Jean Jansen zag duidelijk het verschil tijdens zijn eerste tocht: blanken mochten in een soort vliegenkast met een deurtje voor bescherming tegen de tseesee vliegen terwijl de zwarten dit niet mochten. Een studiegenoot van hem, Jan, was getrouwd met een zwarte vrouw, maar zij mocht nergens binnen. Het kwam zeer weinig voor dat een blanke man trouwde met een zwarte vrouw, het was niet verboden, maar de bazen zagen het niet graag. Het zou een verbroedering kunnen betekenen tussen de blanken en zwarten. De meeste blanke vrijgezellen of zelfs die verloofd zijn, deden het daarom anders, ze gebruikte een zwarte vrouw als een minnares, alleen voor het werk en de seks. 4 jaar voor de onafhankelijk leefden de blanken en zwarten samen met elkaar in vrede. Ze deelden alles met elkaar en er waren geen aparte ruimtes voor de zwarten en blanken. Nestor Delval doorprikte deze harmonieuze mythes, hij werkte zeer nauw samen met de zwarte bevolking en pende zo hun frustraties neer. Voor de tweede wereldoorlog was het uitzonderlijk dat de blanke vrouwen meekwamen naar de kolonies. De blanken kolonisten hadden meestal een zwarte huishoudster. Voor deze zwarte vrouwen waren de blanken een bron inkomsten. Er kwamen alleen moeilijkheden wanneer de blanke man zijn zwarte minnares wil uitbetalen en dan laten verdwijnen, dit heeft al voor opstanden gezorgd. Door het grote verschil tussen Europa en Congo vlogen de meeste kolonisten in de drank. Nestor Delval schrijft ook over een zeer pijnlijk probleem: de mulatkinderen. Er waren nooit heel veel mulatten geweest in Congo, maar 1 op de 10 mulatkinderen werden erkend door hun vader. De blanke man verlaat de zwarte vrouw en laat zijn kind achter, waar het ook niet welkom is in het zwarte dorp. Na de WO II kregen deze mulatkinderen toegang tot de blanke scholen, later als ze volwassen zijn, zullen ze tussen de twee grenzen leven van de blanken en zwarten.

12

Blanke vrouwen In de laatste decennia voor de onafhankelijkheid kwamen steeds meer en meer blanke vrouwen naar de kolonies, dit zorgde voor vele frustraties tussen de zwarte en blanke vrouwen. De blanke mannen namen geen zwarte vrouwen meer. Als ze toch een zwarte vrouw hadden, lieten ze staan zoals het vuil op straat. De zwarte huishoudsters hadden niets meer te zeggen in het huis, de blanke vrouwen waren de baas in huis. De mannen kwamen direct naar huis, naar hun blanke vrouw. De blanke vrouwen veranderde niet alleen het leven van de zwarte vrouwen, maar ook het leven hun man in de kolonies. Boy In de beginperiode waren er nauwelijks blanke vrouwen en huispersoneel had geen enkele opleiding gekregen waardoor ze niet echt in staat waren om eten klaar te maken met de nieuwe producten die ze hadden leren kennen via het Westen. De Belgen die in Congo wonen hebben buiten het huispersoneel amper tot geen contacten met de zwarte bevolking. Vele blanke families zien buiten de boys amper andere zwarte mensen en denken dat de hele bevolking zo gedienstig is als de boys, maar dit is niet het geval. Deze boys vormden het enige echte bindteken tussen de zwarte en de blanke wereld. Het kon zijn dat de boys s avonds naar huis gingen, maar de meesten woonden in een boyerie, een klein huisje bij het huis vd blanke mensen. De meeste boys hadden een nogal primitieve redenering, vanaf dat je hen eens een cadeau gaf, verwachte ze dit elke keer opnieuw. Het verlangen nr 1 bij de mannelijke Congolezen was het bemachtigen van een blanke vrouw. In 1955 schaft men officieel de colourbar af, de rassenscheiding op openbare plaatsen. Al zijn daar niet alle problemen met opgelost omdat de zwarten onder elkaar ook erg hard konden zijn. Toch is er geen echte integratie van blank en zwart, onbewust zoeken ze elk hun eigen soortgenoten weer op zonder dat dit moet. Er worden ook in dat jaar de eerste universiteiten geopend die meteen voor beiden rassen open staat, de universiteiten kennen toch wel een succes aangezien de lage scholingsgraad vd bevolking. Planten De verhouding tussen blanke en zwarte werknemers veranderde nauwelijks in de jaren 50. Er waren weinig problemen, en als die er waren, ging het meestal om racisme. De werknemers werden cash uitbetaald, dat hadden ze liever en onder de arbeiders ontstond er vreugde, want ze hadden een nooit gekende koopkracht. Het woud word wel gekapt voor koffievelden, maar dat kon hun niet deren. Cijfers In 1955 woonde er in Belgisch-Congo 8 502 kolonisten of priv-ondernemers, waarvan ruim de helft Belgen waren. Bijna de helft van alle kolonisten zijn handelaars, er waren ongeveer 1 500 landbouwers. Het kolonaat rekende er ook 70 renteniers en gepensioneerden bij. Hieruit kunnen we besluiten dat nauwelijks 1% van de bevolking, de blanken, van Congo de leiding heeft over de gehele Congolese geldeconomie. In de afscheidsrede van Lon Petillon in 56 verklaart hij dat Congo een oase van vrede en voorspoed in de wereld is. Het is nog immer zo en het zal zo blijven. Wel kan dit enkel voortduren als men de vertrouwde methodes, die hun efficintie bewezen hebben, niet vervangen worden door risicovolle processen. In zijn rede voegt hij er nog aan toe dat het Belgische werk in Congo een schitterend succes tot dan toe was. De handelsoverschotten werden gekleurd door jaar na jaar sterk groeiende exporten en constante importen. Ieder jaar kwamen 8 000 nieuwe kolonialen bij in Congo, wat wees op mooie toekomstverwachtingen. De economie floreerde; er werd geleend, gebouwd & gespaard, de begroting van Belgisch-Congo leverde een mooi overschot en de aandelen van koloniale maatschappijen stegen. 13

Waterhyacinten In Congo werd er een campagne van de waterhyacinten opgericht. Dit zijn snelgroeiende waterplanten die geen vijanden hebben en dus zonder zorgen hun gang kunnen gaan op de Congostroom wat de belangrijkste verkeersweg is. Ze werden een echte plaag en daardoor gevaarlijk voor het scheepvaartverkeer op de stroom. Zo konden de takken afbreken en zo de boeien meeslepen die de vaargeul aangaven. Ook kwamen er hyacinten in de schroeven van rivierboten terecht. De planten moesten dus verdelgd worden met een zeer giftig goedje wat leidde tot veel zieken bij de mensen die de waterhyacinten uit de weg ruimden. De zwarten bekeken de blanken als superieur, en de blanken gedroegen zich er ook naar. Ook was respect & vertrouwen een buitengewone waarde, als je het had kon je niets meer overkomen. Ryckmans Andr Ryckmans begint zijn koloniale carrire in augustus 1954 om op 6 jaar in Kongo uit te groeien tot een bijna legendarisch figuur. Zoon van de algemeen gerespecteerde Pierre Ryckmans, gouverneurgeneraal van Belgisch-Kongo. Andr Ryckmans groeit op in de kolonie, studeert Rechten en Koloniale wetenschappen in Leuven. Na zijn studies trouwt hij met Genevive (medestudente aan de universiteit). Het is trouwens haar idee om na de onverwachte dood van haar echtgenoot, de waardevolle geschriften van haar man voor een ruimer plubliek te bundelen en uit te geven onder groot succes. Genevive beschrijft o.a. hoe ze zich vestigden, in naar wat toen beschouwd werd als het slechtste gebied, het gewest Popokabaka. Welke tegengestelde verhalen ze ook vernamen van die volk, constateerden de familie Ryckmans dat ze te maken hadden met waardige mensen met een hoog moraal. Andr leerde op korte tijd de lokale mensen en hun taal kennen, terwijl hij als rechter zetelde. Hoewel de familie Ryckmans zich niet als gelijke voordeed met de zwarten onderhielden ze toch intense en nauwe contacten met de lokale bevolking. Andr Ryckmans kwam erg rechtvaardig over en wekte een groot vertrouwen bij de mensen. In 1956 werd de familie naar Thysstad gestuurd om een studie te schrijven over de religieuze sekte, die toen voor het eerst opgang maakte. Terwijl was hij ook rechter op het niveau van het gewest. Thysstad was een grote stad, in vergelijking met Popokabaka, van waaruit ze vele reizen maakten in het gewest. Andr had goede contacten met de mensen achter de Nationalistische Beweging vanaf 1957-1958. Toen ontstonden langzamerhand de turbulente jaren in die streek. Les Troubadours du Roi Baudouin Guido Haazen belandt als jonge missionaris in 1953 in de Congolese industriestad Kamina, provincie Katanga. Hij start daar dadelijk een knapenkoor op onder de naam Les Troubadours du Roi Baudouin. Bij gebrek aan Afrikaanse kennis leerde hij het koor Europese liederen van Hndel, Bach en Mozart. Dit deden ze met zoveel overgaven en met uitstekende kwaliteiten, dat ze snel verschillende optredens hadden in de groot stad Kamina. In 1956 kreeg Guido Haazen de opdracht van een bisschop om voor Expo 58 een speciaal optreden te verzorgen. Voor die gelegenheid werd de Missa Luba uitgebouwd, een gezongen misviering op basis van Afrikaanse muziek en liederen. Het was een uniek en geslaagd project! Met 47 zwarte jongens tussen 8 en 13 jaar en 17 onderwijzers vertrok dit zangkoor op tournee voor 5 maanden naar Belgi, Nederland en Duitsland. Het Afrikaanse knapenkoor kon zonder pretentie, zowel Afrikaanse als Europese muziek, op hoog niveau brengen. Maar deze groep constateerde ook het schril contrast met hun thuisland, waar nog steeds apartheid en discriminatie was ten nadelen van de zwarte bevolking. Algemeen mag gesteld worden dat de missionarissen zich ontfermden over de zwarte bevolking. De eerst orde van missionarissen beschouwden alles wat de zwarten deden als heiligschennis en dat mocht niet in de kerk. Maar in de latere tijden groeiden het besef dat de kerk voor iedereen was en men organiseerden meer originele Afrikaanse missen zodat de zwarten zich thuis voelden in de kerk. Guido Haazen mag beschouwd worden als de grondlegger van deze soort van evolutie ten voordele van het zwarte volk. Hij heeft gezorgd voor een onderling respect en groot begrip ondanks de discriminatie van het zwarte volk. 14

Sleuteljaar 1958 In 1957 had iedereen het gevoel dat de kolonisatie van Congo nog lang niet gedaan was, toch geloofde ook niemand dat het nog 30 jaar ging duren. ( -> zie het dertig jaren plan van Jef Bilsen) Er werden toch stilletjes aan plannen gemaakt om de kaders te afrikaniseren (aan de congolezen te leren hoe ze hun land moeten besturen.) Dit ging niet zonder problemen. De blanken vonden het moeilijk om zwarten in deze functies te zetten. En de afrikanen waren er nog niet klaar voor. (de afrikanisering is veel te laat begonnen) In 1958 waren de eerste lokale verkiezingen in congo, het begin van de internationale dekolonisatiebeweging, van de wereldtentoonstelling in Brussel en van de stichting van de belangrijkste Congolese partijen. De mensen zitten nog steeds in hun roes van alles gaat goed en dus niemand is echt genteresseerd in het tmoignages et rflexions van Lon Ptillon. Waarin staat dat Belgi er zich toe moet verplichtenn , congo de volledige uitoefening van zijn soevereiniteit te leiden. In het Franse gedeelte van Congo zegt Generaal Charles de Gaulle:wie de onafhankelijkheid wil, kan ze onmiddellijk krijgen. Dit houdt de jonge Congolese volus zeer sterk bezig. Nauwelijks anderhalve maand later wordt de mouvement national congolais gesticht. Expo 58 heeft aan deze versnelde onafhankelijkheid waarschijnlijk zijn steentje bijgedragen. Normaalgezien kwamen er maar enkele afrikanen een per jaar naar Belgi , nu waren dit er in 1 maal 200 tot 400. Deze Congolezen zullen hun eigen cultuur door de ogen van Belgi hebben leren kennen. Onafhankelijkheid? In 1958 zijn er heel wat onenigheden tussen blanken en zwarten. Maar er zijn ook een aantal projecten waar ze blanken en zwarten dichter bij elkaar willen brengen( zie lovanium: een plaats waar huizen van Europeanen en van afrikanen samen zouden worden gezet). In de eerste helft van december 1958 vind de all african peoples conference plaats. Patrice lumumba houd een toespraak: de onafhankelijkheid die wij in naam van de vrede opeisen moet door Belgi niet langer als een geschenk beschouwd worden, maar als een recht dat het Congolese volk verloren is.

15

Tekst 3: Econoshock: Hoe zes economische schokken uw leven fundamenteel zullen veranderen

De schok die onze wereldeconomie zal treffen is voor een belangrijk deel demografisch. Elke demografische schok bestaat uit deelschokken. De drie grote demografische schokken die in deze tekst worden behandeld zijn: De groei van de wereldbevolking De verschuiving van het gewicht van de wereldbevolking van het Westen naar het Oosten de westerse bevolking krimpt dus De vergrijzing

Enkele deelschokken zijn: Verstedelijking Welvaartsziekten zoals obesitas, stress en zelfmoord

1) WERELDBEVOLKINGSGROEI Wat onmiddellijk opvalt is de explosieve toename van de wereldbevolking na WOII. Het hoogtepunt van de groei was in de jaren 80 maar nu beginnen we pas die gevolgen te voelen. o.a bij energie en voeding. In 2050 verwacht men een bevolking van 10 miljard mensen. De Club van Rome, dit zijn 36 Europese wetenschappers, wil de aandacht trekken voor onze uitputting van onze planeet en haar grondstoffen. De mens werd in het verleden wel vaker met hongersnood geconfronteerd maar het is lang geleden dat de westerse bevolking nog honger heeft gehad. We kennen in het westen een grote verscheidenheid aan voedsel, maar de aarde zal dit niet langer aankunnen indien bevolking blijft toenemen. De demografische schok heeft vooral in de vorige eeuw plaatsgevonden, maar de schok voor de economie arriveert met een vertraging van 30 jaar. De bevolkingsgroei neemt af maar de wereldbevolking blijft toenemen. De vorige dertig jaar is er een bevolkingsexplosie geweest in de wereld, dit is de dag van vandaag niet meer het probleem maar de komende dertig jaar zullen we te kampen krijgen met een regionale verschuiving van het Westen naar het Oosten. De westerse bevolking krimpt Ik vertel wat meer over het deeltje de westerse bevolking krimpt. Om te beginnen moeten we weten dat het demografische zwaartepunt nooit in Europa heeft gelegen, maar altijd in Azi (zelfs zonder Japan). Het aandeel van de West-Europese bevolking zal dalen net zoals dat van Amerika. Klimmers: de grootste klimmer zal niet China zijn! 100 jaar geleden was hun aandeel 34%, in 2030 slechts nog 18%. Indias aandeel wordt even groot als dat van China; samen meer dan 35%. Afrika zal de explosiefste toename kennen maar blijft economisch zwak. Beter beleid is nodig. De grootte van de bevolking is niet recht evenredig met het economisch belang, maar vormt samen (d.w.z. demogroei + dynamische economie) wel een sterke combinatie. impact economische verhoudingen! Dem. Blokken hebben economische ambities. Westerse machtblokken brokkelen af! Westerse machtsymbolen zullen overgenomen worden. Bv. wereldmunt Krimpende bevolkingen: enkele kerncijfers! Sterke dalingen in Duitsland, Oost-Europa en Rusland. Sterke stijgingen in Turkije en Frankrijk. Benelux stagnering. VS uitbreiding tot 438 milj. Inw., vooral dankzij immigranten (nu 300 milj inw).

16

Immigranten en vroegere minderheden worden een belangrijke maatschappelijke groep. -> SWING FACTOR. 3) DE WERELDBEVOLKING VERGRIJST Vergrijzing is een verandering in de samenstelling van de bevolking meer bepaald in de verhouding van de niet-actieve bevolking tegen over de actieve bevolking. De niet-actieve bevolking wordt hierbij groter dan de actieve bevolking waar door de afhankelijkheidratio stijgt. We leven langer waardoor er dus langer pensioen moet betaald worden en er dus nog meer druk op de schouders van de actieve bevolking komt. Daar boven op komt nog eens dat de actieve bevolking ook afneemt doordat jongeren langer studeren. De veranderingen in de leeftijdsstructuur, kunnen de volgende zijn voor de economie: Een oudere bevolking remt de economische ontwikkeling af, terwijl economische ontwikkeling en economische groei van essentieel belang zijn, om de schok van de vergrijzing op te vangen. Een jongere bevolking daarentegen consumeert veel en zorgt dus voor een dynamische groei van de economie. Een oudere bevolking zet haar geld niet altijd op de bank en haalt vaak kapitaal weg uit beleggingen en spaarrekeningen om met de lage pensioenen om te kunnen. Dit is zeer slecht voor de kapitaalsmarkt. Een oudere bevolking produceert niets meer, ze consumeert enkel nog. Ze geeft dus meer uit dan dat ze verdient. De consumptie zal verschuiven naar meer medisch gerichte kosten aangezien de oudere bevolking met meer medische problemen kampt Japan is er het ergste aan toe, de bevolking krimpt: dit is een gevolg van een laag geboortecijfer en een verouderende bevolking. Ook de Europese bevolking vergrijst dit is door de combinatie van ontgroening (minder kinderen) en een langere levensverwachting die gecreerd wordt door een stijgende welvaart. Verrassend is dat de vergrijzing in China hard zal toeslaan in de toekomst. Want China heeft net een bevolkingsexplosie achter de rug maar deze generatie wordt ook oud en ze zullen ooit ook stoppen met werken. Dit zal voor problemen zorgen aangezien ze geen goed ontwikkeld sociaalbeleid hebben. De vergrijzingschok zal onvermijdelijke gevolgen hebben: We zullen langer moeten werken, maar dit is een gevolg van lange studies. We zullen meer moeten sparen tijdens onze loopbaan. Een systeem van repartitie, de actieve betalen de pensioenen van de niet-actieven, is alleen houdbaar als de bevolking stabiel blijft of groeit. We meer selectieve immigratie De westerse landen moeten de immigranten meer onderwijzen, in hen investeren zodat ze mee kunnen draaien in de eigen economie. Zo zullen ze het economische systeem niet tot last zijn. Aangezien de bevolking verouderd zal de zorgsector ook belangrijker worden en productiever moeten zijn, maar toch betaalbaar blijven. Hiervoor zullen we veel moeten investeren in de zorgsector.

5.Verstedelijking Pas in 3500 voor Christus kon je spreken van de eerste stad in de geschiedenis: Uruk in Mesopotami. De groeiende verstedelijking werd immers pas na de IR een factor om rekening mee te houden. De landen die het best inspeelden op de industrialisering, zagen de verstedelijking in de 19de eeuw dan ook het meest toenemen vb. Engeland en Wales.

17

Verstedelijking is het gevolg van 4 factoren: *enorme bevolkingsgroei *wereldwijde industrialisatie *fundamentele wijziging van de landbouw *meer mogelijkheden om de sociale ladder op te klimmen economische en sociale gevolgen: *in steden eet men meer calorien en vlees (verandering voedselpatroon) *maatschappelijke verhoudingen en cohesie in de steden veranderen *rol overheid neemt toe *energieconsumptie stijgt *diensteneconomie breidt uit *geluksgevoel neemt af door vervreemding * toename criminaliteit 6. Oplossing: * hun activiteitsgraad verhogen door beperkte arbeidsmigratie, * economische integratie verbeteren, dwz hoger opgeleide migranten, goede werkvooruitzichten en knelpuntberoepen invullen. * Positieve discriminatie, investeren in onderwijs en opleiding van de allochtone bevolking, studiebeurzen en meer faciliteiten in hoger onderwijs, taalonderwijs * Succesvolle rolmodellen waardoor de jeugd zich economisch kan ontplooien en bijgevolg ook sociaal, waardoor er meer begrip komt voor elkaars cultuur en dit is een goed wapen tegen een cultuurschok Macht vd islam stijgt op economisch en financieel vlak: olie, Dubai, maar samenwerking met het Westen is perfect mogelijk. 7. De lessen van Malthus en het Paaseiland De aarde zal een andere gedaante krijgen dus we moeten ons aanpassen, dit vergt inspanningen van mensen, bedrijven en de economie. Demografische schokken bijsturen kan door strenge regels, meestal tegen de wil vd bevolking, bv 1kindregel. Malthus stelde vast dat demografische groei altijd botst op de limieten vd natuurlijke grondstoffen en rijkdommen. Dit leidt tot armoede en ontbering voor een bepaald deel vd bevolking. Diamond stelde dat de huidige schokken ook de wereldeconomie invloeden. Paaseiland was een potentieel paradijs mar de bevolking gebruikte meer bomen dan er natuurlijk aangroeiden, dit leidde tot destructie, honger, wanhoop en chaos. Conclusie: De verdwijning van natuurlijk evenwicht leidt tot een hel. Dit werd niet voorkomen omdat er door de leiders op KT ipv LT wordt gedacht. Zo is het ook gesteld met onze wereld, bijna enkel tijdens een crisis worden er veranderingen aangebracht. Deze crisis kan ontstaan omdat de bevolking exponentieel groeit en de voeding lineair toeneemt (1,2,4,8,161,2,3,4,5). De mogelijke problemen onder ogen zien is niet pessimistisch maar realistisch denken. Vergane beschavingen maken duidelijk dat enkel flexibele samenlevingen overleven. We moeten, evt. tegen onze wil, maatregelen aanvaarden om economie en samenleving te bevorderen. We moeten inzien dat de korte pijn noodzakelijk is om de welvaart uiteindelijk te behouden.

18

Tekst 4: Paus Johannes Paulus IIKarol Wojtyla, of Johannes Paulus II, werd met een meerderheid van 103/109 stemmen tot paus gestemd in 1978, op een leeftijd van 58 jaar. Hij was de eerste niet-Italiaanse paus sinds 1522. Wie is hij precies? Pool Universitair hoogleraar filosofie, enorm belezen Bergbeklimmer en skir Polyglot (Frans, Duits, Engels, Italiaans en Russisch) Opgegroeid onder communistisch bewind, en was hier fel tegen gekant Populistisch Als paus was hij sterk tegen te materialistische regimes en maakte zijn kerk ook zo, en probeerde hij ook de functie die de Kerk onder het communisme verloren had terug te winnen in de samenleving. Hij was zeer bang voor opkomende regimes die veel marxistische invloed hadden of maar een beetje aanleunden bij het communisme. Tijdens zijn tijd als paus waren er in Zuid-Amerika verschillende revoluties van die aard, en dat zinde hem niet echt. In 1979 bezocht hij Polen nog is en steunde daar Lech Walesa, de leider van de onafhankelijke vakbond genaamd Solidariteit, die optrad tegen het communisme. Hij zou die beweging moreel en ook financieel gesteund hebben. Hierdoor is ze geslaagd in het opleggen van de democratie. Toch was hij ook wantrouwig jegens het westerse kapitalisme, dit viel af te leiden uit zijn encycliek genaamd Dives in Misericordia, waarin hij de materialistische cultuur hekelt. Hiermee schopte hij vele Amerikaanse theologen en sociale theoretici die pauselijke goedkeuring gewend waren tegen de schenen. Hij zag zichzelf als paus het liefst als leraar en orakel. Daarom schreef hij boeken, eerst Redemptor Hominis, waarin hij Christus laat openbaren wat werkelijk menselijk is. Hij verdedigt een soort christelijk humanisme. Zijn encycliek Veritatis Splendor echter werd opgemerkt door niet-christenen die zich ook zorgen maakten over de aard van de morele betrokkenheid en het recht om de maatschappij te ordenen. Ondanks de moderne geest die hij had kon men nog vaak conservatieve kanten aan hem bemerken. De hedendaagse Inquisitie, genaamd De congregatie voor de Geloofsleer, o.l.v. de toen nog kardinaal en nu paus zijnde Joseph Ratzinger, was in de jaren 60 zeer geschokt door het studentenradicalisme en de seksuele revolutie (vooral in Duitsland). Ook liet hij enkele te mondige theologen van hun functie ontslaan. Hiermee luidde hij een veel strenger en assertiever pontificaat in. Ook zijn voorganger, Johannes Paulus (I) was hiernaar al op weg. Ze wilden beiden een verzoening met de orthodoxe kerk.19

Hij had een zeer uitgesproken, conservatieve mening op vlak van seksuele ethiek. Zo was hij sterk tegen geboortebeperking en abortus. Hij beschouwde contraceptie als een intrinsiek slechte daad. Ook over dit onderwerp sprak hij in een leer-encycliek. Hij was ook tegen euthanasie. Karol Wojtyla was ook een tegenstrijdige figuur. Aan de ene kant was hij streng autoritair, maar aan de andere kant stond hij open voor andere geloven, vooral voor het Jodendom. Hij was de eerste paus die de Romeinse synagoge bezocht. In 1986 hield hij in Assisi godsdienstplechtigheden, waarbij niet alleen moslims aanwezig waren, maar ook hindoes, de dalai lama enz. Tot slot was hij de eerste paus die zowel in zijn encyclieken als zijn toespraken niet wij schrijft, maar zijn eigen naam. Wojtyla geloofde in een praktisch pausschap. De rol van de paus en zijn nuntii stonden opnieuw centraal in het katholieke denken en het leiden en bemannen van de lokale kerken. Johannes Paulus II zag zichzelf als een universele bisschop. Dit bewees hij door zijn vele pastorale bezoeken over heel de wereld. Zijn invloed strekte zich uit tot elk aspect van het kerkelijke leven en niet in de laatste plaats tot die van de religieuze orden. In 1981 stelde Paus Johannes Paulus de constitutie van de Sociteit van Jezus buiten werking, waardoor hij de verkiezing van een nieuwe leider van de Jezueten verhinderde. Hij gaf sterke persoonlijke goedkeuring aan bewegingen als Comunione e Liberazione en hij gaf zijn bescherming aan de geheime organisatie Opus Dei. Dit bracht een gevoel van onbehagen bij sommige lokale hirarchien. Johannes Paulus II was er van overtuigd dat hij een profetische en mystieke roeping had. Bij de mislukte aanslag door de Turkse communist Mehmet Ali Agca, was hij er van overtuigd dat het schot was afgebogen door Onze-Lieve-Vrouw van Fatima. Tijdens de Koude Oorlog werd Fatima beschouwd als het gelovige middelpunt van anticommunistische gevoelens. Hij was er ook van overtuigd, toen hij zijn heup brak, dat hij van God moest lijden. Heel zijn leven heeft hij te maken gehad met lijden: op jonge leeftijd stierven zijn moeder en oudere broer, hij werd geconfronteerd met de hardheid van de oorlog, enz. Johannes Paulus was overtuigd van zijn directe gezag en voelde een verantwoordelijkheid voor elke katholiek ter wereld. Hierdoor reisde hij veel. Hij wou hiermee ook de paus en de Kerk verenigen, maar het benadrukte enkel de verschillen nog meer. De retoriek van gedeelde verantwoordelijkheid met andere bisschoppen werd stilaan weggewerkt door toenemend ingrijpen van het Vaticaan in lokale kerken. Hierdoor is het gezag van de plaatselijke hirarchien op systematische wijze verkleind. Vaticaanse theologen hebben de theologische en canonieke status van de nationale bisschoppenconferenties aangevochten met als argument dat de bisschoppelijke collegialiteit alleen werd uitgeoefend door de bisschoppen verzameld rond de paus, nooit door de bisschoppen die onafhankelijk optreden. In dit alles kan men een verandering waarnemen van trends die door zijn voorgangers waren ingezet, zoals het delegeren van gezag aan de lokale kerken, wat zon opvallend kenmerk was van het pontificaat van Paulus VI.

20

Het verschil tussen het Tweede Vaticaanse Concilie en de neigingen van de laatste paus is redelijk groot. Het Tweede Vaticaanse Concilie ging in de richting van een groter cultureel en theologisch pluralisme leiden, meer lekenparticipanten, minder hirarchien, meer dialoog. Johannes Paulus echter wijzen naar een meer verheven, eenzaam en hirarchische opvatting van het pauselijke ambt en de Kerk die hij dienst of regeert. Sinds WOII is het internationale prestige van het pausdom gestegen. Het speelt een proactieve rol in de internationale politiek: vertegenwoordigers van het Vaticaan wonen per jaar wel 300 congressen bij over kwesties die uiteenlopen van internationale hulp en de schulden van de 3de wereld tot milieubeleid en mensenrechten. Johannes Paulus II is de belichaming van een specifiek soort hoge opvatting van het pausschap en dus is hij zowel een symbool van strijd als van eenheid. Hij is door sommigen gegroet als Gods antwoord op het Tweede Vaticaanse Concilie, en door anderen veroordeeld als een onderdrukker van vrouwen. Voor veel mensen lijkt paus Johannes Paulus een figuur die achteromkijkt, een man die de champagnekurk weer op de fles probeert te krijgen. Voor anderen wijst hij de weg naar een terugvinden van de balans, een herstel van orde en waar geloof in de tijdstroom.

21

Tekst 4: Paus Johannes Paulus II (2)Inleiding Johannes Paulus II, vroeger beter bekend als Karol Wojtyla was de aartsbisschop van Krakow in Polen. Hij was de jongste paus sinds Pius IX en werd verkozen in 1978 tot nieuwe paus tijdens het communistische bewind. Voor het eerst sinds 1522 kozen de kardinalen een niet-Italiaanse paus. Johannes Paulus was een getalenteerd man. Hij was hoogleraar in filosofie, schreef gedichten/toneelstukken, was bergbeklimmer en skir en beheerste vele talen zoals het Duits, Frans, Engels, Italiaans, Russisch, Wojtyla genoot een min of meer normale opvoeding en werkte in een steengroeve en een chemische fabriek. Dit is zeker speciaal voor een paus want meestal komen de toekomstige pausen uit de hogere klassen. Hij begreep het communistische systeem en kon er het hoofd aan bieden en ermee omgaan. Dit kwam doordat hij in Polen onder het communistisch bewind leefde. Zijn filosofische belangstelling ging uit naar de ethiek en de menselijke verantwoordelijkheid. (1 min) P 54 vervolg |||Er wordt in de tekst ook gesproken over paus Paulus VI. Hij was degene die paus was 2 pausen voor Johannes Paulus II. Johannes Paulus I is onverwacht overleden aan een hartstilstand nadat hij nog maar 33 dagen paus was. Hierna kwam dus paus Johannes Paulus II. Vanaf het begin verklaarde hij dat hij het werk van zijn directe voorgangers zou voortzetten. Maar het was ook duidelijk dat hij - door zijn Slavische identiteit en door zijn filosofische belangstelling - dat hij daarvoor te hard verschilde. Zo steunde hij bijvoorbeeld heel hard de kerk en de democratie in communistisch gebied. Hij bezocht - zoals eerder gezegd in de les - Polen en stond zo mee aan de wieg van een onafhankelijk Polen. (1 min 30) Net als Pius XII - de voorganger van Paulus VI - zag Wojtyla de pauselijke functie vooral als een soort leraar. In 79 verscheen een reeks leerencyclieken. Dit zijn pauselijke documenten die handelen over het katholiek geloof. Hij handelde daarin over de liefde die in Christus geopenbaard werd. Christus als centrum van de Kerk en uitgangspunt van de theologie. Deze encycliek bevat een strenge oproep vanuit de Kerk naar de theologen toe om nauwer samen te werken met de Kerk. Dit was een voorproefje van een strengere pauselijke beheer over de theologische vrijheid binnen de Kerk. Dit is zeer conservatief. (2 min) Reader: samenvatting P55/56 Dit vertaalt zich ook naar bepaalde onderwerpen waar de theologie over handelt. In het bijzonder verwerpt paus Johannes Paulus II abortus en anticonceptie. In een andere encycliek Evangelium Vitae, roept hij op tot een nieuwe cultuur van liefde en eerbied voor het leven. Hij valt ook de cultuur van de dood aan. De cultuur van de dood zag hij als kenmerkend voor de materialistische samenlevingen van vandaag de dag. Abortus en euthanasie waren daar de belangrijkste kenmerken van en daar was hij dus ronduit tegen. (2 min 30)

22

De houding van Johannes Paulus II tegenover de bevrijdingstheologie zou een van de meest controversile aspecten zijn van zijn theologische opstelling. Bevrijdingstheologie handelt over de bevrijding van de zonde. In deze theologie is zonde vooral sociale onderdrukking, slavernij, ongelijkheid, economische onrechtvaardigheid enzovoort. De theologen bespreken vooral welk effect de Kerk in deze problematiek heeft. Bevrijdingstheologie was en is vooral in Zuid -Amerika zeer populair. Priesters en bisschoppen gebruikten socialistische en communistische begrippen samen met de bevrijdingstheologie voor hun eigen doeleinden toen ze revolteerden tegen hun overheden en socialistische of communistische regimes vestigden. Hij was gekant tegen het communisme omdat hij meende dat het christelijk geloof dan ondergeschikt zou worden aan de marxistische ideologie. (3 min 15) Johannes Paulus II bekeek dit alles afkerig. Hij was tegen het communisme en hij wantrouwde de bevrijdingstheologie. Hij was er ook tegen dat priesters en bisschoppen actief deelnamen aan de politiek. Hij heeft nooit expliciet uiting gegeven van zijn afkeer hiervan, maar hij bekeek deze praktijken met een opvallen gebrek aan warmte. (3 min 30) Dat hij tegen het communisme was, wil niet zeggen dat hij het andere uiterste wel goedkeurt. Integendeel. Hij wantrouwde het kapitalisme ten zeerste, wat je ook kan zien aan zijn encycliek Dives in Misericordia. Hierin kan men een zeer harde veroordeling tegen het kapitalisme lezen. radicaal onrechtvaardige situaties waarin kinderen verhongeren in een wereld van overvloed (3 min 50) Hij hekelde dus zowel het communisme als het kapitalisme. Volgens hem droegen ze beiden evenzeer bij tot de groter wordende kloof tussen arm en rijk. Dat Johannes Paulus II conservatief was, komt ook nog eens aan bod in de discussie van vrouwenwijding. Dit betekent dat vrouwen priesters mogen worden. Hij keurde dit af door te zeggen dat de apostels ook alleen maar mannen waren. (4 min 05) 57-58 ||||Je moet weten dat er al heel lang een scheiding bestaat tussen de Westerse, Latijnse Kerk en de Oostelijke, Orthodoxe kerk. Paus Johannes Paulus richtte zich sinds het begin van zijn pontificaat steeds meer naar het oosten. Hij was zich sterk bewust van zijn Slavische identiteit en ervoer dat de Kerk door de scheiding tussen Oost en West maar door een long ademde, dat de kerk dus niet volledig was. Hij meende dat er nood was aan spirituele diepte en wijsheid, geboren uit het lijden. Dit kon de Oostelijke kerk bijdragen. In een van zijn encyclieken, Ut Unum Sint, staat hoe de paus zich als barrire gedroeg tussen orthodox en katholiek. Op een gegeven moment nodigde Hij verscheidene leiders en theologen uit om te spreken over hoe de paus zich kon gedragen als een dienst van liefde voor alle partijen. Echter, door zijn eigen opvatting van het pauselijk ambt, heeft hij veel van zijn inspanningen tot verzoening tenietgedaan. ( 4 min 50) Wojtyla geloofde in praktisch pausschap. Voor hem mochten priesters hun ambt verlaten, maar dit ging zeer moeilijk, want de paus wilde hun celibaatbeloften niet ontslaan. Wojtyla zag zichzelf als een universele paus en hij ging over heel de wereld bezoeken uitbrengen. In zijn toespraken was hij wel heel enthousiast, wat ervoor zorgde dat er veel mensen (bij miljoenen) kwamen horen. Zijn boodschappen waren eerder ouderwets zoals ouderwetse morele waarden en trouw aan het leergezag van de kerk. Hij zag zijn bezoeken als een noodzakelijk deel van het moderne pausschap. (5 min 20) Wojtyla werd verschrikt door radicale theologische opvatting onder de Jezueten, zoals die van Pedro Aruppe, het hoofd van de Jezueten. Toen Aruppe een beroerte kreeg stelde Paus Johannes Paulus II een ander, conservatiever hoofd van de Jezueten aan, wat niet in goede aarde viel bij de orde. Ze schreven een protestbrief en mochten uiteindelijk toch zelf een nieuw hoofd kiezen. 23

Deze tussenkomst werd gezien als een waarschuwing aan de orde om zich niet te hard in te laten met radicalere opvattingen zoals de bevrijdingstheologie. (5 min 50) Paulus II begon steeds meer op zijn voorgangers te lijken, hij geloofde in de absolute autoriteit van de paus en hechtte zeer veel belang aan de voorzienigheid van God. Bijvoorbeeld bij het schot van Ali Agca dat hem bijna doodde, dacht hij dat deze kogel werd afgebogen door Fatima, een heiligdom waar de Maagd ooit zou verschenen zijn. Fatima werd in verband gebracht met apocalyptische verwachten zoals een aanval van het communisme op de katholieke Kerk, het anti communisme beter gezegd. Verder viel de paus ooit eens in de douche, hij zag dit als een teken dat een paus MOET lijden. Karol Wojtyla is de eerste paus die niet in de wij vorm schrijft maar wel uit zijn eigen naam hoewel hij erg conservatief is. Hij gelooft ook zeer hard in de godsdienstvrijheid, met een diepe bewondering voor het Jodendom. Niet alleen joden, maar ook moslims en hindoes heeft hij bezocht. We kunnen zeggen dat Paulus II de meest populistische paus is uit de geschiedenis.|||| (6 min 30) P 59 Hij ging zelf naar de mensen toe - hij maakte 80 internationale reizen - omdat hij zich verantwoordelijk voelde voor elke katholiek ter wereld. Zijn encyclieken bereikten zelfs veel nietchristenen. Hij kreeg veel lof van niet-christenen die zich zorgen maakten over de aard van de morele betrokkenheid en het recht om de maatschappij te ordenen. (6 min 50) De levendigheid van zn pontificaat heeft naast goede ook slechte gevolgen gehad voor kerk: zijn eindeloze reizen (bedoeld om kerk rond paus te verenigen), benadrukte precies juist de verschillen. (7 min) Soms maakte hij echter wel fouten. De benoeming van monseigneur Haas bijvoorbeeld. Hij viel niet in goede aarde in zijn bisdom en veel priesters vroegen overzetting aan. Zelfs andere bisschoppen wilden dat hij werd afgezet, maar dit gebeurde echter niet. Onder het gezag van Johannes Paulus II is het gezag van plaatselijke bisdommen verkleind. Er was ook kritiek op het feit dat de echte autoriteit van de bisschoppen alleen bestond bij de bisschoppen in de directe omgeving van de paus. Besluiten van bisschoppenconferenties waren ongepaste democratische structuren in de hirarchie van de kerk die de paus niet wou. Onder Paulus VI was het juist een kenmerk dat de plaatselijke kerken meer gezag kregen. In al deze puntjes zien we toch een breuk met zijn voorgangers. (7 min 30) Bij Johannes Paulus duidelijke betrokkenheid bij tweede Vaticaans concilie (=kerkvergadering) heeft hij toch bewegingen en krachten gesteund die zich in andermans ogen ongemakkelijk verhouden tot de geest van het concilie. P60 Zo gaf hij bijvoorbeeld sterke goedkeuring aan bewegingen als Opus Dei en communione e Liberazione. Dit zijn bewegingen die mensen aansporen zeer christelijk te leven. (7 min 55) Aan Opus Dei gaf hij zelfs bescherming en immuniteit. De oprichtster, Josemaria Escriva werd zelfs onder verzet zalig verklaard. Deze bewegingen waren wel conservatief. De invloed van Opus Dei was aan het groeien, wat sommige lokale bisdommen als onbehaaglijk ervoer. Johannes Paulus II is de belichaming van een specifiek soort hoge opvatting van het pausschap. Hij is zowel symbool van strijd als van eenheid Zoals elke belangrijke figuur, had hij voor -en tegenstanders. De voorstanders zagen hem als het goddelijke antwoord op het tweede Vaticaans Concilie en voor de tegenstanders was hij een onderdrukker van vrouwen. (8 min 30) Hij is impopulair geworden door zijn standpunt met betrekking tot een reeks zaken maar het deerde hem hoe impopulair hij was. Bij zijn wijding tot Bisschop in Polen riep iemand: Lolek, laat niemand je eronder krijgen! . 24

Johannes Paulus II voert het bevel over pausdom waarvan de geloofwaardigheid is aangetast door zijn teruggekeerde vijandigheid tegenover moderne opvattingen en zeden, maar de spirituele status en prestige zijn groter dan op enig welk moment in de Middeleeuwen ondanks het feit dat hij geen wereldlijke macht heeft. Het internationaal prestige van het pausdom is ook toegenomen. Het speelt een proactieve rol: vertegenwoordigers van het Vaticaans wonen vele congressen bij over internationale hulp, schulden derde wereld tot milieubeleid en mensenrechten. (9 min 10) Door het tweede Vaticaans concilie werd de kerk in de richting van meer lekenparticipatie, minder hirarchie en meer dialoog. De kwaliteiten en neiging van de laatste paus van de twintigste eeuw lijken ergens anders heen te wijzen, naar een meer verheven, eenzame en hirarchische opvatting van het pauselijk ambt en de kerk die het dient - of regeert. Met zijn conservatieve opvattingen en zijn nadruk op gehoorzaamheid aan de kerk (in feite gewoon wat de paus zegt). Of hij gehoorzaamheid kan afdwingen, viel nog te bezien. Voor veel mensen lijkt paus Johannes Paulus een figuur die achteromkijkt. Voor andere wijst hij de weg naar een terugvinden van de balans, een herstel van orde en waar geloof in de tijdstroom. De tijd zal leren in welke richting de pausen na hem zullen gaan.

25

Tekst 5: De geschiedenis van de wereld van morgenDe rijkdom in onze wereld is allesbehalve eerlijk verdeelt, 1% bezit 40% van alle rijkdom in de wereld. Dit wil zeggen dat de helft van de wereldbevolking samen minder dan 1% van de rijkdom in de wereld bezit. Er wordt dan ook gezegd dat indien de wereld een land zou zijn, de revolutie al lang was uitgebroken. van alle inkomens in de wereld gaat naar de 20% rijkste mensen. De 40% die zich op de bodem bevinden van het champagneglas, een vormgeving van de ongelijke welvaart, krijgt 5% van alle beschikbare inkomen, dit wil zeggen 2dollar per dag. Dankzij de industrile revolutie in het westen begon de kloof tussen arm en rijk al in de 19e eeuw te groeien. En deze kloof vergroot zich alsmaar sneller en sneller. Er zijn verschillende manieren om deze ongelijkheid te meten o.a. door het gemiddelde inkomen in een arm land met dat van een rijk land te vergelijken. Een andere deelt het BNP van het land door het aantal inwoners. In 1980 is er een daling van de ongelijkheid gemeten op basis van het BNP per inwoner en dit is te danken aan de economische groei in China. Maar deze berekeningswijze houdt geen rekening met de ongelijkheid binnen de landen. Het UNDP heeft zijn champagneglas voorstelling gebaseerd op elk persoon als individu te bekijken, alsof er geen grenzen zijn. Een kanttekening van deze voorstelling is dat ze heel sprekend de ongelijkheid aantoont maar niet hoe die lijfelijk wordt ervaren. Want een inwoner vergelijkt zich niet met een inwoner van een ander land maar met zijn buur. Je kan dus vaststellen dat internationale ongelijkheid minder snel tot ressentiment leidt dan binnenlandse ongelijkheid. De hierboven geschetste ongelijkheid is maar een enkel aspect van de mondiale ongelijkheid. In de wereldpolitiek is ongelijkheid in macht veel doorslaggevender. Als de macht van een land bevordert, heeft het minder snel de neiging om de beslissingen van anderen zomaar aan te nemen en te ondergaan. Dit is dan ook aan het gebeuren: de macht in de wereld is aan het verschuiven. Aziatische ontwikkelingslanden beginnen de kapitaalmarkt te infiltreren, zo zijn de eerste acht plaatsen op de wereldranglijst ingenomen door Aziatische landen en Rusland. Ze dringen het rijke Westen binnen, wat in de VS tot protectionistische reflexen leidt. China, India, Rusland en Brazili winnen economisch gewicht en dus ook politieke invloed. Het economisch leiderschap van de westerse landen zou daardoor in gedrang kunnen komen. Nu ze meer macht hebben gaan de BRIClanden niet blijven accepteren dat de westerse landen voor hen beslissen. De meeste groeilanden zijn vragende partij om aan te schuiven aan de tafel waar beslissingen worden genomen over de wereld economie, maar hun stemgewicht is slechts gegroeid met 1,62% wat teleurstellend is voor deze groeilanden. De Wereldbank is zelfs nog niet begonnen om over hun plaats in de beslissingstructuur na te denken. Groeilanden worden niet als gelijken behandeld. Op papier zegt de WTO dat ze recht hebben op een vetorecht en dat ze bij elke beslissing inspraak moeten hebben. Ze hebben ook een mechanisme, en soort handelsrechtbank die bindende afspraken kan opleggen. Het recht van de sterkste wordt dus het recht van de wet. Zo hebben ontwikkelingslanden met succes WTO-zaken gespannen tegen het rijke westen. Maar toch lijken de regels, de structuur en de filosofie vaak in het voordeel van de rijke landen te spelen. Hoewel ze bijvoorbeeld over een vetorecht beschikken, blijkt het bijzonder moeilijk om tegen een akkoord van de kerngroep van industrielanden in te gaan. Ze voelen bovendien een diplomatieke druk van het Westen. De wto is een perfect voorbeeld van hoe de machtigen in de wereld hun positie willen blijven behouden. De regels en principes die de WTO vooropstelt zijn daarom ook niet altijd in het belang van de groeilanden. Het sterkste doel van de WTO is vrijhandel. Als dit echter gebeurd op een fundamentalistische manier, zal dit niet ten goede komen van de groeilanden. Deze stelling is echter ten boze in deze tijden. In de 19e eeuw was Otto Von Bismarck van deze stelling nochtans overtuigd en moest en zou dit ook bewijzen. Engeland was in die tijd een economische grootheid en was daardoor ook de grootste pleiter van vrijhandel. Door de sterke productie en vloot van Engeland wist Engeland de wereld te overspoelen met hun goedkope producten. Voor zowel de consument als Engeland was dit een goede zaak maar toch bleef Otto Von Bismarck overtuigd van zijn mening. Otto Von Bismarck trok ten strijde tegen de Britse economie en schermde zich volledig af van de Britse economie door bv. het heffen van invoerrechten. 26

Vlug hierop volgden meer groeilanden die overtuigd waren van zijn mening dat de politiek een sturende hand is in economische welvaart. Het feit dat de Aziatische tijgers in die tijd niet hebben meegedaan in de vrijhandelstheorie, bepaald dat ze vandaag de dag nauwelijks betrokken zijn bij de economische crisis. In tegenstelling tot de industrielanden die alleen maar stabiel waren of achteruitgang boekten, ontwikkelde er zich in de groeilanden een her-nationalisering. In het westen was er de ophemeling van de vrijhandel terwijl er in de groeilanden barrires bleven bestaan. Groeilanden eisen dat het westen hun landbouwsubsidies afbouwen en hun landbouw tarieven te verlagen die enkel en alleen de landbouwers in de groeilanden schade toe berokkenen. Ook Joseph Stiglitz (vicepresident van de Wereldbank) bekende dat ze geen juist antwoord hebben gegeven op de mondialisering. De fundamentalistische vrijemarktideologie heeft ervoor gezorgd dat de economie in onzekerheid leeft en een gevoel van onrecht voelt. De Amerikaanse banken werden rijk ten koste van de ontwikkelingslanden. Als er conflict bestaat tussen de vrijmaking van de handel en de waarden en principes, zullen nog steeds de prioriteiten van de WTO beslissinggevend zijn. Het IMF verdacht China ervan te sterke politieke controles uit te oefenen op de kapitaalmarkten. China was hier echter niet mee akkoord en pleitte ervoor da ze dit enkel deden om de Chinese economie veilig te stellen en verweet de WTO dat het geen oog heeft voor standpunten en belangen van groeilanden. En grote vraag blijf gesteld: Zullen de groeilanden blijven aanvaarden dat het Westen met alles gaat lopen of zullen ze ingrijpen?

27