Reader 121022 definitief
-
Upload
anderetijden -
Category
Documents
-
view
580 -
download
0
description
Transcript of Reader 121022 definitief
L a n g e H o u t s t r a a t 2 | 2 5 1 1 C W D e n H a a g
T e l e f o o n n u m m e r 0 7 0 – 3 3 1 2 2 0 0 | E - m a i l i n f o @ b v l e e r f . n l
2012
KIESNUVOORKINDEREN
Reader
1
Inhoudsopgave Samenvatting .............................................................................................................................. 2
Tekstvoorstel regeerakkoord 2012-2016 ................................................................................... 3
SEO Economisch Onderzoek ...................................................................................................... 4
Inleiding ..................................................... 4
Cijfermateriaal ................................................. 4
Kies nu voor Kinderen ................................................................................................................ 8
Introductie ................................................... 8
Policypaper ................................................................................................................................. 9
Inleiding ..................................................... 9
Inhoud ...................................................... 9
Manifest ‘Kies nu voor Kinderen’ ............................................................................................. 12
Inleiding .................................................... 12
Wat is een kindcentrum? ......................................................................................................... 13
Inleiding .................................................... 13
De kenmerken ................................................ 13
Succesfactoren ................................................ 13
BIJLAGEN .................................................................................................................................. 16
Relevante [kranten]artikelen
Brief aan Rutte/Samson
Brief Kopgroep Wethouders voor Kindcentra
Position Paper 'Kinderopvang-Onderwijs-Welzijn
Reactie VNG op SEO Economisch Onderzoek
2
Samenvatting
De reader is bestemd voor Tweede Kamer leden die de portefeuille Kinderopvang en Onderwijs
beheren. Het bevat een verzameling documenten waarop de campagne ‘Kies nu voor Kinderen' is
gebaseerd en een aantal wetenswaardige artikelen.
‘Kies nu voor Kinderen’ streeft naar integrale kindvoorzieningen met doorlopende ontwikkellijnen die
toegankelijk zijn voor elk kind of de ouders nu wel of niet werken.
Op 16 oktober jl. hebben wij een tekstvoorstel voor het regeerakkoord naar de heren Rutte en
Samson gestuurd. Het volledige tekstvoorstel treft u aan in deze reader. Kort samengevat komt het
hierop neer:
“De regering streeft verdere harmonisatie van voorzieningen voor jonge kinderen na. Tussen
voorzieningen voor kinderopvang en onderwijs wordt grotere samenhang aangebracht.
Dit maakt het mogelijk dat alle kinderen, of hun ouders werken of niet, toegang krijgen tot
kwalitatief goede voorzieningen.”
Het voorstel heeft niet alleen de steun van de initiatiefnemers [Bernard van Leer Foundation en Het
Kinderopvangfonds]. Ook de VNG en de ‘kopgroep wethouders’ hebben intensief meegedacht over
de plannen. De plannen sluiten aan bij de richting die ook de PO-raad, de brancheorganisaties, de
belangenvereniging voor ouders (BOinK) en de vakbonden voorstaan. Wetenschappers en individuele
ondernemers / bestuurders uit het veld zijn nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van de
voorstellen. Ze hebben dus een breed draagvlak.
Uit analyse van SEO blijkt bovendien dat bij uitvoering van deze plannen het budgettaire beslag niet
toeneemt. Overigens geven recente cijfers aan dat het teruglopend gebruik en dus de besparingen
voor 2012 en 2013 veel groter zijn dan eerder voorzien. Ons ijkpunt en dat van SEO is het budget
voor 2012.
Ten opzichte van het voorziene budget voor 2012 na bezuinigingen leiden onze voorstellen
(integratie van voorzieningen) tot zowel kwaliteitsverbetering, een grotere toegankelijkheid (voor
alle kinderen vanaf 2-jarige leeftijd) als tot een kostenbesparing voor de ouders.
Het is aan het nieuwe kabinet en de Tweede Kamer om aan de hand van de feitelijke ontwikkelingen
in 2012 en 2013 om de budgettaire kaders te bepalen. In alle gevallen leiden onze voorstellen tot
verbeteringen zonder dat de kosten toenemen.
Den Haag, 19 oktober 2012
3
Tekstvoorstel regeerakkoord 2012-2016
Geef alle kinderen kansen
De regering streeft naar een verbetering van de kwaliteit van de kinderopvang en naar meer
samenhang bij de inzet van de middelen voor kinderopvang. Daarom richt de regering zich onder
andere op een versterking van de werking van de motie Van Aartsen / Bos uit 2005.
Daartoe stimuleert zij enerzijds de samenwerking tussen kinderopvang en primair onderwijs om te
komen tot brede dagarrangementen (met doorgaande ontwikkellijnen voor kinderen van 0-12). De
gemeenten krijgen een belangrijke regierol om te komen tot kindcentra met goede pedagogische
kwaliteit.
Anderzijds wil de regering komen tot een harmonisatie van de middelen en de regelgeving van
voorzieningen op het gebied van kinderopvang, peuterspeelzalen en VVE. In samenhang hiermee wil
zij op den duur alle kinderen tussen eerst 2 en later 1 en 4 jaar recht geven op minimaal vier
dagdelen kinderopvang conform de Wet Kinderopvang en alle kinderen tussen 4 en 12 jaar recht op
minimaal twee dagdelen BSO.
Goede voorzieningen voor jonge kinderen dragen namelijk bij aan een betere toekomst voor
Nederland. Integrale voorzieningen voor kinderopvang, educatie en gezinsondersteuning bieden de
beste voorwaarden voor sociale inclusie en respect voor diversiteit. De inzet op kwaliteit moet
generiek zijn en dus alle voorzieningen betreffen. Om alle kinderen gelijke kansen te kunnen bieden
moet binnen een breed ontwikkelingsgericht aanbod speciaal aandacht worden besteed aan
taalontwikkeling. De kwaliteit van voorzieningen kan voortdurend worden verbeterd door te
investeren in de – opleiding van – pedagogisch medewerkers. Door de ouders te stimuleren minstens
vier dezelfde dagdelen kinderopvang te benutten en twee dezelfde dagdelen buitenschoolse opvang,
wordt de stabiliteit van de groep bevorderd. Dat komt de opvoedingsmogelijkheden, inclusief
taalvaardigheid, ten goede. Voor de arbeidsmarktkansen en perspectieven van ouders van jonge
kinderen zijn toegankelijke, flexibele en hoogwaardige kindcentra van het grootste belang.
Kwalitatief goede gastouderopvang kan een welkome aanvulling op het aanbod en de
keuzemogelijkheden van ouders zijn.
Daarom streeft de regering in de komende kabinetsperiode naar:
1. Stimulering van de samenwerking tussen kinderopvang (KDV en BSO) en basisonderwijs om te
komen tot brede dagarrangementen met doorlopende ontwikkelingslijnen voor kinderen
(kindcentra voor kinderen van 0-12);
2. Harmonisatie van de regelgeving van de voorzieningen voor kinderen van 0-4 (kinderopvang
(KDV), peuterspeelzalen en programma’s voor vroeg- en voorschoolse educatie), inclusief de
financiële tegemoetkoming aan de ouders;
3. Het vergroten van de regierol van de gemeenten om te komen tot kindcentra met goede
pedagogische kwaliteit, uit te werken in het Bestuursakkoord met de VNG;
4. Het toegankelijk maken van kinderopvangvoorzieningen voor alle kinderen vanaf hun tweede
jaar; alle ouders (werkende en niet-werkende) krijgen recht op kinderopvangtoeslag voor
minimaal vier dagdelen kinderopvang tussen 2 en 4 jaar en voor minimaal twee dagdelen
kinderopvang tussen 4 en 12 jaar.
5. Om te komen tot goede, pedagogisch verantwoorde gastouderopvang kan deze alleen nog
worden verzorgd vanuit de formele kinderopvangorganisaties. Daardoor wordt de
gastouderopvang teruggebracht tot 10% van het kinderopvangbudget en worden maatregelen
genomen om ongewenst gebruik (opa en oma vergoeding) tegen te gaan.
4
SEO Economisch Onderzoek
Inleiding
Op dit moment zijn de voorzieningen voor kinderen versnipperd: kinderopvang, peuterspeelzalen,
VVE-programma’s, gastouders en primair onderwijs. Ieder met hun eigen financiering en organisatie.
Het programma ‘Kies nu voor Kinderen’ beoogt betere en meer samenhangende voorzieningen voor
kinderen en ouders. Ook beoogt het programma een grotere toegankelijkheid van kinderopvang en
een betere aansluiting tussen opvang en onderwijs. Uitgangspunt is dat elk kind recht heeft op
kinderopvang, ongeacht of de ouders werken of niet. In het kader van de campagne ‘Kies nu voor
Kinderen’ hebben Het Kinderopvangfonds en de Bernard van Leer Foundation aan SEO Economisch
Onderzoek gevraagd om een maatschappelijke kosten-batenanalyse uit te voeren van dit nieuwe
beleidsalternatief.
Uit het SEO onderzoek, dat op 24 augustus 2012 is gepubliceerd, blijkt dat het programma ‘Kies nu
voor Kinderen’ voor de overheid budgetneutraal is en dat het de maatschappij per saldo € 248
miljoen per jaar oplevert.
Het volledige rapport is te downloaden via http://www.bernardvanleer.org/KiesnuvoorKinderen.html
Cijfermateriaal
5
6
7
8
Kies nu voor Kinderen
Introductie
De Campagne ‘Kies nu voor Kinderen’ is een samenwerking tussen de Bernard van Leer Foundation
(BvLF) en Het Kinderopvangfonds (HK).
De BvLF heeft Child Care International (CCI) in 2010 een Grant verstrekt om te onderzoeken hoe
diversiteit en sociale inclusie van jonge kinderen in Nederland bevorderd kan worden. Dat heeft
geresulteerd in de uitgifte van het boek “Op stap naar de samenleving” (2012), waarin dertien
gerenommeerde wetenschappers [waarvan twee uit het buitenland] hun visie op dit thema hebben
gegeven, en een policy paper waar zowel CCI als alle wetenschappers zich achter konden scharen. Op
basis van dit policy paper wil de BvLF de onverwachte val van het kabinet gebruiken om extra aandacht
te vragen voor het belang van het kind.
HK is in december 2011 een denktank gestart die onderzocht heeft of het zinvol is een beweging in gang
te zetten om de kwaliteit van de kinderopvang te versterken. Het onderzoek resulteerde in het opzetten
van twee werkgroepen, één gericht op het thema ‘de kwaliteit van het pedagogisch klimaat’ en één
gericht op het thema ‘het stelsel en de pedagogische kwaliteit van de kinderopvang’. Deze laatste
werkgroep richt zich in eerste instantie op de uitwerking van alternatieven voor de lange termijn (en de
verkiezingen in 2015). Daarnaast heeft HK vanaf 2008 de initiatiefgroep Andere Tijden getrokken.
Daaruit is het concept van het kind centrum naar voren gekomen (Taskforce Kinderopvang Onderwijs)
en zijn op het afsluitende congres van 23 mei 2012 tien adviezen aan minister Henk Kamp aangeboden
om de beweging richting kind centra (0-12) te versterken. Daarnaast werd de ‘kopgroep wethouders’
opgericht (als samenwerkingsverband van de initiatiefgroep en de VNG) en produceerden zij samen het
boekje van Jeanette Doornenbal “Opgroeien doe je maar één keer” en de brochure “Wij maken werk
van kind centra”.
De val van het kabinet leidde tot de sterke behoefte tot actie over te gaan om te kijken of de BvLF en HK
op korte termijn al zouden kunnen komen tot een beweging in de goede richting. Dit werd nog eens
versterkt omdat zowel vanuit de Initiatiefgroep Andere Tijden als vanuit de Kopgroep Wethouders
allerlei lijnen zich samen bundelden.
Begin mei 2012 kwamen de BvLF en de werkgroep stelsel van HK tot de conclusie dat het goed zou zijn
gezamenlijk op te trekken in een campagne die vertrekt vanuit de focus van het kind. In onderling
overleg is het manifest “Kies nu voor Kinderen” opgesteld. De kern van het manifest is een verdere
ontwikkeling van de kinderopvang vanuit het perspectief van het kind. Het manifest is de basis voor de
campagne en heeft inmiddels een breed draagvlak.
9
Policypaper
Inleiding
De Bernard van Leer Foundation (BvLF) heeft Child Care International (CCI) opdracht gegeven een
policypaper te ontwikkelen met aanbevelingen voor beleidsmakers en politici die betrokken zijn bij
en het verantwoordelijkheid dragen voor het bevorderen van diversiteit en sociale inclusie onder
jonge kinderen.
Op basis van de uitkomsten van discussiebijeenkomsten met verschillende sleutelfiguren en de
bevindingen uit de interviews met wetenschappers heeft CCI onderstaande policypaper opgesteld.
De overwegingen en onderzoeksresultaten die ten grondslag liggen aan de policypaper, kunnen
teruggevonden worden in het boekje ‘opstap naar de samenleving’1 dat in 2012 is uitgegeven door
SWP Amsterdam. Op verzoek kan BvLF een exemplaar per post toesturen.
Inhoud
OpStap naar de samenleving
Over diversiteit en sociale inclusie in voorzieningen voor jonge kinderen.
Een oproep
Aan politici, beleidsmakers, bestuurders, professionals. Opleiders, wetenschappers en alle
overige betrokkenen bij kinderopvang en educatie voor jonge kinderen.
Professionals en wetenschappers die betrokken zijn bij kinderopvang en educatie voor jonge
kinderen, zijn ongerust over de manier waarop in Nederland vormgegeven wordt aan het streven om
kinderen gelijke kansen te bieden in hun voorbereiding op de samenleving van de toekomst. Het
debat over gelijke kansen voor kinderen is een debat over respect voor diversiteit en sociale inclusie,
over de balans tussen gelijkheid en verschil. Het document dat voor u ligt, is een oproep om dit debat
opnieuw, en met een zeker gevoel van urgentie te voeren.
In de kinderopvang domineert de trend naar een marktgericht aanbod van opvang en zorg dat
aansluit op individuele behoeften van kinderen en ouders. In het onderwijs domineert de trend naar
een dwingend aanbod van vormgeving en educatie dat aansluit op maatschappelijke behoeften.
Deze trends resulteren in de versmalling van kinderopvang tot ‘zorg’ en van onderwijs tot het
aanleren van ’s schoolse vaardigheden’. Aandacht voor ‘het hele kind’, voor de individuele talenten
van van elkaar verschillende kinderen en voor gelijke kansen voor kinderen met ongelijke
startposities, komt in de verdrukking door de druk op presteren.
Wat we al weten
Is de huidige weg de juiste weg? Wat weten we eigenlijk over de factoren die de gelijke kansen op
maatschappelijke participatie bevorderen?
Onze oproep is gebaseerd op de uitkomsten van een debat tussen verschillende professionals uit het
veld en dertien wetenschappers. In dit debat zijn – op basis van het onderzoek van deze dertien
wetenschappers – de factoren benoemd die bijdragen aan gelijke of ongelijke kansen voor kinderen
in kinderopvang en onderwijs. De kennis van de wetenschappers laat zien welke gereedschappen wij
in onze handen hebben als we diversiteit en sociale inclusie willen bevorderen, als we kinderen
willen laten opgroeien in gelijkheid, met respect en waardering voor hun individuele verschillen.
De kennis en inzichten van de wetenschappers vindt u terug in deze publicatie. Hieronder zijn de
conclusies en de aanbevelingen opgenomen die wetenschappers en professionals samen
geformuleerd hebben en die u als politicus, beleidsmaker, bestuurder, werker, opleider,
wetenschapper of anderszins betrokkene bij kinderopvang en onderwijs aangaan.
1 ISBN 978 90 8850 308 5
10
De uitgangspunten
Het debat tussen wetenschappers en professionals heeft als focus de vraag of voorzieningen voor
jonge kinderen in Nederland (kinderopvang, peuterspeelzalen, de groepen 1 en 2 van de basisschool)
bijdragen aan diversiteit en sociale inclusie. Of anders: bieden voorzieningen voor jonge kinderen aan
alle kinderen gelijke kansen, ongeacht hun sociale, culturele of fysieke verschillen?
Deze vraag wordt gesteld vanuit de volgende uitgangspunten:
• ouders en kinderen hebben behoefte aan voorzieningen die aansluiten bij de ontwikkeling van
kinderen en het arbeidspatroon van de ouders;
• voorzieningen voor jonge kinderen dienen derhalve individuele behoeften ook maatschappelijke
doelen zoals het toerusten van toekomstige burgers voor deelname aan het maatschappelijke
leven;
• de maatschappij heeft (wij hebben) een morele verplichting om voorzieningen voor jonge
kinderen zo in te richten dat zij voor alle kinderen gelijkelijk toegankelijk zijn en kinderen gelijke
kansen bieden op maatschappelijke participatie.
Conclusie en aanbevelingen
De 13 wetenschappers die bijgedragen hebben aan het debat en hun kennis over dit vraagstuk ter
beschikking gesteld hebben, stellen unaniem dat:
• het bestaan van meerdere, afzonderlijke voorzieningen voor kinderopvang en educatie ongewild
bijdraagt aan uitsluiting en discriminatie waardoor kinderen geen gelijke opstap naar de
samenleving maken;
• er voldoende inzicht is in de factoren die ertoe bijdragen dat kinderen met gelijke kansen kunnen
opgroeien;
• er voldoende wetenschappelijke kennis is om voorzieningen zo vorm te geven dat zij bijdragen
aan sociale inclusie en respect voor diversiteit;
• bekend is wat voor soort voorzieningen effectief zijn.
Samengevat leiden deze inzichten tot de volgende conclusies en aanbevelingen:
Voor beleid en politiek
• Integrale voorzieningen voor kinderopvang en educatie bieden de beste voorwaarden voor
sociale inclusie en respect voor diversiteit. Gescheiden voorzieningen voor kinderopvang en
educatie voor de allerjongsten werken segregatie in de hand en dragen niet bij aan gelijke
kansen.
• De inzet op de kwaliteit van de voorzieningen moet generiek zijn ofwel alle voorzieningen
betreffen. Daar waar de kwaliteit van het aanbod hoog is en er respect is voor diversiteit, zullen
vooral de kinderen met een achterstand profiteren. In die situaties dat kinderen een specifiek
aanbod moeten krijgen om de gelijke kansen te bieden, is tijdelijk) een extra aanbod legitiem.
• Beleid voor voorzieningen voor jonge kinderen moet contextgericht zijn. Elk kind participeert in
een wijder sociaal verband dan alleen het kindercentrum: de buurt- en familieverbanden waar
kinderen deel van uitmaken, hebben grote invloed op de ontwikkeling van kinderen. Derhalve is
samenwerking tussen aanbieders van voorzieningen onontbeerlijk.
• De overheid (landelijk, lokaal) kan niet afzijdig blijven. De overheid moet duidelijk zijn in de wijze
waarop sociale inclusie en respect voor diversiteit gegarandeerd kunnen worden in de
maatschappelijke zorg voor jonge kinderen en de rol van de marktwerking daarin.
11
Voor de praktijk
Voorzieningen voor jonge kinderen moeten gelijkelijk toegankelijk zijn voor alle
kinderen/ouders en een aanbod bieden waarin plaats is voor verzorging, opvoeding, vorming
en educatie en dat kinderen een opstap biedt tot de samenleving. Om alle kinderen gelijke
kansen te kunnen bieden, moeten voorzieningen voor jonge kinderen:
• binnen een breed ontwikkelingsgericht aanbod speciaal aandacht besteden aan taalverwerving
en de pedagogische medewerker hiervoor toerusten;
• binnen het domein van taalverwerving aandacht geven aan en respect te tonen voor de
moedertaal van kinderen;
• betrokkenheid garanderen in de sociale relaties die het kind omgeven door continuïteit na te
streven in groepssamenstelling zowel wat betref kinderen als pedagogische medewerkers;
• pedagogische medewerkers een herkenbare plaats geven in het opbouwen en onderhouden van
open en gelijkwaardige relaties met ouders;
• een open oog en aandacht hebben voor de ondersteuningsbehoefte van ouders;
• continue aandacht geven aan de professionalisering van medewerkers op elk niveau;
• ondersteuning bieden aan en respect tonen voor diversiteit in kennis en kunde van medewerkers
op de werkvloer;
• goede professionals zo veel mogelijk behouden voor het werk in direct contact met de kinderen.
Opleidingen voor professionals voor voorzieningen voor jonge kinderen moeten professionals
toerusten met voldoende kennis en vaardigheden voor de uitvoering van hun vak: het begeleiden
van de ontwikkeling van het jonge kind. Dit betekent:
• dat opleidingen kennis over de ontwikkeling van kinderen en communicatie met/ondersteuning
van ouders tot kernpunt van de opleiding moeten maken;
• speciale aandacht besteden aan kennis en vaardigheden met betrekking tot respect voor
diversiteit en sociale inclusie;
• speciale aandacht besteden aan kennis over en vaardigheid in het begeleiden van jonge kinderen
in hun taalontwikkeling;
• speciale aandacht geven aan de ontwikkeling van sociale vaardigheden in relaties tot collega’s en
ouders;
• speciale aandacht geven aan kennis over en inzicht in de sociale en culturele factoren die mede
de ontwikkeling van het kind bepalen.
12
Manifest ‘Kies nu voor Kinderen’
Inleiding
Het manifest is de basis van de campagne en is in onderling overleg opgesteld; het heeft inmiddels een
breed draagvlak. De kern van het manifest is verdere ontwikkeling van de kinderopvang vanuit het
perspectief van het kind.
Ieder kind heeft recht op een liefdevolle, leerrijke en stimulerende omgeving;
daarom pleiten wij voor een kindcentrum voor alle jonge kinderen en hun ouders.
De vroege en voorschoolse ontwikkeling is bepalend voor het verdere leertraject van kinderen. Daarom moeten deze
voorzieningen aan de hoogste kwaliteitseisen voldoen. Uit onderzoek blijkt dat de kwaliteit van het huidige aanbod zowel in
educatief als in pedagogisch opzicht onvoldoende is. Wij lopen in Nederland daardoor het risico hardnekkige
maatschappelijke problemen te reproduceren. Taalachterstanden, segregatie en schooluitval kunnen alleen worden
teruggedrongen als we vroeg beginnen met leren.
Ouders en kinderen hebben behoefte aan voorzieningen die aansluiten bij de ontwikkeling van kinderen en het
arbeidspatroon van de ouders. Wij hebben de morele verplichting om voorzieningen voor jonge kinderen zo in te richten
dat zij afgestemd zijn op elkaar, voor alle kinderen toegankelijk zijn en kinderen gelijke kansen bieden op maatschappelijke
participatie.
Een kindcentrum biedt naast zorg en opvang, een uitdagende taalrijke omgeving waarin kinderen spelen en leren. Het
contact met andere kinderen bevordert de taalontwikkeling. Pedagogische voorzieningen hebben alleen het beoogde effect
als het gezin, de ouders en familie, de school en de buurt hier sterk bij betrokken worden. Het kindcentrum maakt daarom
deel uit van de woonomgeving. In het kindcentrum werken goed opgeleide pedagogisch medewerkers waardoor alle
kinderen een aanbod op maat kunnen krijgen. Met de beschikbare middelen wordt een efficiëntere en effectievere
voorziening gerealiseerd.
Jonge kinderen zijn de toekomst. Investeer NU in kindcentra voor ALLE JONGE kinderen in Nederland!
1. Voor ieder kind is een aanbod op maat in een kindcentrum.
2. Het kindcentrum is een geïntegreerde voorziening met doorlopende leerlijnen tussen kinderopvang, peuterspeelzalen, VVE
programma’s en de basisschool.
3. Het kindcentrum geeft elk kind de kans zich optimaal te ontwikkelen in een liefdevolle en veilige omgeving met aandacht voor taal
en sociale vaardigheden.
4. Ieder kind heeft recht op 4 dagdelen per week in een kindcentrum. De financiële drempels voor de ouders worden niet verhoogd
maar stelselmatig verlaagd. Ook voor mensen met lage inkomens en alleenstaande ouders is het kindcentrum betaalbaar.
5. De kwaliteit van het kindcentrum wordt voortdurend verbeterd, onder andere door te investeren in – de opleiding van – de
pedagogisch medewerkers.
6. De ouders worden betrokken bij het kindercentrum en worden in het belang van pedagogische kwaliteit aangemoedigd hun
kinderen minstens vier dezelfde dagdelen per week te brengen.
7. Alle kinderen wordt gedurende de dag een ontwikkelingsgericht programma aangeboden. De opvangtijden worden naar gelang de
behoeften van de ouders aangeboden.
8. Het ouderschapsverlof wordt uitgebreid. Elk kind heeft recht op verzorging door de moeder en vader in het eerste jaar.
9. Er komt een minister voor Kind en Gezin die verantwoordelijk is voor alle financiën en regelgeving rondom kinderen.
10. Door de huidige financiële middelen voor kind regelingen samen te voegen kunnen kindcentra efficiënter en effectiever worden
gerealiseerd.
MANIFEST: KIESNUVOORKINDEREN
13
Wat is een kindcentrum? 2
Inleiding
Het concept kindcentrum is tot stand gekomen in de initiatiefgroep Andere Tijden; een samenwerking
van Vos/ABB, Brancheorganisatie Kinderopvang, PO-Raad, Het Kinderopvangfonds en BOink.
Op hun afsluitend congres van 23 mei 2012 zijn er acht adviezen aangeboden aan minister Henk Kamp
om de beweging richting kind centra (0-12) te versterken. Deze adviezen zijn verwoord in hun position
paper ‘Kinderopvang-Onderwijs-Welzijn’ (zie bijlage).
De kenmerken
De namen lopen uiteen. Maar of het nu een Kindcentrum, Educatief Centrum of Sterrenschool wordt
genoemd, in essentie gaat het steeds om een voorziening waarin professionals met uiteenlopende
achtergronden vanuit één organisatie werken aan de ontwikkeling van kinderen van O tot 12 jaar.
Een kindcentrum voldoet aan de volgende kenmerken:
1. Eén visie
ledereen die in het kindcentrum werkt, heeft dezelfde visie op de wijze waarop kinderen leren en
zich ontwikkelen. Dit is het fundament van het kindcentrum. Kinderen leren en spelen, binnen en
buiten schooltijd, in het kindcentrum en kunnen daar hun talenten in de volle breedte ontwikkelen.
2. O tot 12 jaar
In het kindcentrum komen baby's, peuters, kleuters en kinderen tot 12 jaar. Zij worden vanuit een
doorgaande ontwikkelingslijn gevolgd en er zijn individuele ontwikkelingsplannen.
3. Breed aanbod
Het kindcentrum biedt onderwijs en opvang maar ook sport, muziek of spel. Met verplichte en
vrijwillige onderdelen waaruit ouders en kinderen kunnen kiezen.
4. De hele dag, het hele jaar door
Het kindcentrum is de hele dag geopend, van zeven tot zeven uur. De dagindeling kenmerkt zich door
rust en een goede balans van inspanning en ontspanning. Sommige kindcentra zijn het hele jaar door
open en bieden in overleg met de ouders flexibele vakanties.
5. Eén team met één organisatie
Leerkrachten, pedagogen, pedagogisch medewerkers en vakleerkrachten vormen één team. Zo nodig
halen ze deskundigen van buiten naar binnen. De organisatie heeft een eenhoofdige leiding, één
beleid en is gehuisvest in een multifunctioneel gebouw.
6. Eenduidige communicatie met ouders
Ouders hebben met één organisatie te maken. Ze hoeven niet apart afspraken te maken met de
school, de kinderopvang of peuterspeelzaal. Er is één aanspreekpunt.
Succesfactoren
Overal in het land zijn pioniers aan het werk met de inrichting van kindcentra die (op termijn)
voldoen aan bovengenoemde kenmerken. Een rondgang langs de pioniers laat zien dat het succes
vaak samenhangt met gedreven leidinggevenden. Persoonlijke chemie tussen mensen is een
belangrijke motor.
2 Magazine Andere Tijden– mei 2012
14
Een andere succesfactor is de vorming van één team van leerkrachten en pedagogisch medewerkers,
die elkaar en elkaars kwaliteiten leren kennen en waarderen. Een heldere aansturing is
voorwaardelijk, liefst door een éénhoofdige leiding die bovendien een open en luisterende houding
aan de dag legt.
Een vierde belangrijke succesfactor is de communicatie. Ouders moeten een concreet en helder
beeld hebben van het aanbod en de toegevoegde waarde van het kindcentrum, anders werkt het
niet.
15
16
BIJLAGEN
venster sluiten
Denk aan het milieu. Denk na voor je print!
'Meer vierjarigen met achterstand naar school door bezuinigingen'Somajeh Ghaeminia
16-10-12 - 08:01 © ANP.
De huidige bezuinigingen op kinderopvang en peuterspeelzalen gaan ertoe leiden dat
scholen straks veel meer vierjarige leerlingen met een achterstand binnen krijgen.
Daarvoor waarschuwen vandaag belangenorganisaties in Trouw.
Veel gemeenten bezuinigen op peuterspeelzalen, er komen daardoor minder plekken en er
ontstaan wachtlijsten. Tegelijk is ook de kinderopvang duurder geworden en haalt een
groeiende groep ouders hun kinderen van de crèche. Sommigen melden hun kind vervolgens
aan bij de veel goedkopere peuterspeelzaal, wat de druk op die instellingen extra doet
toenemen. Brancheorganisatie MOgroep schat dat als alle bezuinigingen doorgaan, er in het
ergste geval zo'n 60.000 peuters buiten de boot zullen vallen en zonder enige vooropleiding op
hun vierde jaar naar school zullen gaan.
De belangenorganisaties voor kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en ouders dringen aan op
één systeem voor voorschoolse educatie aan peuters, met steun van de Vereniging
Nederlandse Gemeenten. Nu is het aanbod zeer versnipperd: de kinderdagverblijven worden
bezocht door kinderen van werkende ouders, de peuterspeelzalen door kinderen die
achterstanden dreigen op te lopen. Daarnaast zijn er nog de voorscholen voor peuters in
achterstandswijken in grote steden.
Kinderen van wie de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag of kinderen uit
pagina 1 van 2'Meer vierjarigen met achterstand naar school door bezuinigingen' - Onderwijs - TRO...
16-10-2012http://www.trouw.nl/tr/nl/4556/2012/article/print/detail/3332164/Meer-vierjarigen-met-a...
gezinnen met een laag inkomen kunnen straks nergens terecht, vrezen de organisaties.
Voor kinderen die een groot risico lopen op achterstand, bijvoorbeeld omdat hun ouders
nauwelijks een opleiding hebben, is er wel extra geld. Maar zelfs voor die achterstandskinderen
is straks misschien niet altijd plek, voorspelt Marijke Vos, voorzitter van brancheorganisatie
MOgroep.
"De overheid investeert 95 miljoen euro extra in voor- en vroegschoolse educatie voor deze
groep. Tegelijkertijd zien we gemeenten die snoeihard bezuinigen op de peuterspeelzalen. Er is
dus geld voor deze kinderen, maar er zijn geen locaties meer om ze op te vangen", aldus Vos.
De Persgroep Digital. Alle rechten voorbehouden.
pagina 2 van 2'Meer vierjarigen met achterstand naar school door bezuinigingen' - Onderwijs - TRO...
16-10-2012http://www.trouw.nl/tr/nl/4556/2012/article/print/detail/3332164/Meer-vierjarigen-met-a...
dan opleveren.Hogeropgeleide bemiddelde
ouders beginnen te doorziendat kinderopvangmééris daneen manier om je handen vrij temaken om tewerken en datdeoverheid flink wat steken laatvallen op ditvlak. Zij nemen, zeerbegrijpelijk,zelfhetinitiatiefen leggen graagextra geld neervoorgoede zorg. Minder gefor-tuneerde, Jaagopgeleide ouders,wiens kinderen door de bankgenomen méérprofiteren vangoede kinderopvang, moeten hunheil blijven zoeken bij de gewonekinderopvang die, vanwege debezuinigingen, kampt met finan-ciële tekorten.
Recentelijk nogkondigde eengrote kinderopvangorganisatieaan dat zij moetgaan bezuini-genopruimteen personeel idebaby'S zullen worden onderge-bracht in zogenaamdeverticalegroepen, waar kinderen van alleleeftijdendoor elkaar zitten. Datlaatste klinkt leuk, maar de baby'skrijgenernogminderzorgenaandachtdan in de horizontalebabygroep.Hetwordttijd darde Neder-
landse overheid zich gaatrealise-ren datgoede kinderopvangeenrecht isvan alle jonge kinderen.Datmágje niet aan de markt over-laten.
Marktwerking kinderopvangschaadt kind en maatschappijGoede crèche mag geen privilege zijn van welvarende ouders
Marilse Eerkens 'hersenfundament' is afhankelijkvan de zorg en de aandacht diekinderen op datmomcnt krijgenen bepalend voor hun 'intelligen-tie, persoonlijkheid en gedrag' Ialdus de Oeso. Niet voor nietsstenen de Nobelprijswinnendeeconomen Cunhaen Heekmandatergeenperiodeiswaarinhet'rendement op investering inmenselijkkapitaal' hoger is danin de eerste vier levensjaren. Hetleidt tot minder criminaliteit, een.hoger IQ en minderpsychologi-sche problemen.
Daarom stelde Unicef datoverheden minimaal! % van hetbruto binnenlands product zou-den moeten investeren in de allerjongste kinderen -te bestedenaan langer betaald ouderschaps-verlofen kwalitatief goede kinder-opvangvoor iedereen.
Nederland besteedt nogniet dehelftvan dit bedrag. Van alle Oeso-landen geven alleen Portugal,MexicoendcVSmindcruit.Dezematige investeringen het forsschrappen doorDen Haagin deouderlijke bijdrageop kinderopvang getuigen vaneen kortetennijnvisie die onsultelndeljjkmeergeldgaarkosten
Deoverheidmoetkinder-opvang nietoverlatenaan de markt. Hetleidttot een tweedeling in
goede en matige crèches. Die laat-ste schaden de ontwikkelingvankinderen enzijn slecht voor maat-schappij en economie.
Sinds de overheid in 2005 be-sloot marktwerkingtoe te latenin de kinderopvang is, zoals voor-speld doorde OrganisatievoorEconomische samenwerkingenOntwikkeling(Oeso) niet alleende kwaliteit dramatisch gedaald,maarlijktookeenanderezorguitte komen. Commercialiscringvande crèchesvergroot de kans datkwalitatief goede kinderopvangeen privilegewordtvoor kinderenvan rijke ouders. Denk bij datlaatste aan dagverblijven met eentoneel-en verkleedruimte, een'natuurontdektuin' I een biblio-theek en crècheleidsters die jeEngels leren.
Datverschil is erg, omdatgoedekwaliteitvan wezenlijk belang isvoor de ontwikkelingvan een jongkind. Financieel vermogendecrèches kunnen meeren beterepedagogische medewerkers aan-trekken en in diensthouden, eenruimere opvanglocatie bieden en Zorg en aandacht inmeer doen aan ontwikkelings-gerichteactiviteiten. Kinderen eerste levensjaren zijnmaken in hun eerste levensjaren bIdeengigantische breinentwikke- epa en voorIingdoor.Deontwikkelingvandit intelligentie en gedrag
pagina 29, 09-06-2012 © Het Financieele Dagblad
MarilscEerkensi~ auteur van hethoek 'Wat doen we met de hahy.over-hechting'. hersens en kinder
Lange Houtstraat 2
2511 CW Den Haag
T: 070 – 3312200
KIESNUVOORKINDEREN
Betreft: Kinderopvang
Geachte heren,
Bijgaand treft u een tekstvoorstel voor het regeerakkoord. Het betreft plannen voor de verbetering
van de kinderopvang in Nederland. Zodat het beleid voor de komende jaren in het teken staat van
belangrijke vooruitgang voor jonge kinderen en hun ouders.
Kort samengevat bepleiten wij de volgende tekst: “De regering streeft verdere harmonisatie van
voorzieningen voor jonge kinderen na. Tussen voorzieningen voor kinderopvang en onderwijs wordt
grotere samenhang aangebracht. Dit maakt het mogelijk dat alle kinderen, of hun ouders werken of
niet, toegang krijgen tot kwalitatief goede voorzieningen.”
Bijgaande voorstellen hebben niet alleen de steun van de initiatiefnemers, de onafhankelijke
organisaties de Bernard van Leer Foundation en Het Kinderopvangfonds en hun campagne ‘Kies nu
voor Kinderen’. De VNG en de ‘kopgroep wethouders’ hebben intensief meegedacht over de
plannen. De plannen sluiten aan bij de richting die ook de PO-raad, de brancheorganisaties, de
belangenvereniging voor ouders (BOinK) en de vakbonden voorstaan. Wetenschappers en
individuele ondernemers / bestuurders uit het veld zijn nauw betrokken geweest bij de
ontwikkeling van de voorstellen. Ze hebben dus een breed draagvlak.
Bij uitvoering van deze plannen hoeft het budgettaire beslag de komende jaren niet toe te nemen.
Dit blijkt uit een analyse van SEO die wij hebben laten verrichten (zie cijferbijlage bijgaand).
Overigens geven recente cijfers aan dat het teruglopend gebruik en dus de besparingen voor 2012
en 2013 veel groter zijn dan eerder voorzien. Ons ijkpunt en dat van SEO is het budget voor 2012.
Ten opzichte van het voorziene budget voor 2012 na bezuinigingen leiden onze voorstellen
(integratie van voorzieningen) tot zowel kwaliteitsverbetering, een grotere toegankelijkheid (voor
alle kinderen vanaf 2-jarige leeftijd) als tot een kostenbesparing voor de ouders.
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Drs. M. Rutte en Ir. D.M. Samson
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Den Haag, 16 oktober 2012
Het is aan het nieuwe kabinet en de Tweede Kamer om aan de hand van de feitelijke
ontwikkelingen in 2012 en 2013 om de budgettaire kaders te bepalen. In alle gevallen leiden onze
voorstellen tot verbeteringen zonder dat de kosten toenemen.
Wij bevelen ze daarom van harte in uw aandacht aan.
Hoogachtend,
Jeanet van de Korput Gijs van Rozendaal
Bernard van Leer Foundation Het Kinderopvangfonds
T: 06 – 51054772 T: 06 - 53816714
Bijlagen: Tekstvoorstel regeerakkoord
SEO tabellen
cc: De heer H.G.J. Kamp
De heer Drs. W.J. Bos
Position Paper Kinderopvang-Onderwijs-Welzijn -Kansrijke Verbindingen, waardevolle investering-
Aan de programmacommissies van de politieke partijen
Het sociaal kapitaal, het cultureel kapitaal, ‘the work force’ voor de 21e eeuw
zit nu op de kinderopvang, de peuterspeelzaal, op school en op de buitenschoolse opvang. Wie Nederland een 21e eeuw toewenst waar welzijn en
welbevinden, democratisch burgerschap en economische voorspoed de
wezenskenmerken zijn, zal nu in zijn kinderen moeten investeren.
De maatschappij vraagt het.
De wetenschap bevestigt het.
Het kind heeft er recht op.
De samenleving vraagt het: mondialisering, informatisering en demografische ontwikkelingen betekenen dat de burgers van de toekomst meer dan ooit over
culturele en sociale grenzen heen moeten kunnen samenwerken, -leven en spelen.
De jongste generaties zullen ook moeten blijven leren, want technologie en
wetenschap bieden steeds nieuwe kansen en opgaven. En de samenleving heeft al
het talent van die nieuwe generaties nodig op de arbeidsmarkt, want zij zullen met minder mensen het nationaal inkomen voor meer mensen moeten verdienen.
De wetenschap bevestigt het. Veel ouders, onderwijzers en pedagogisch
medewerkers wisten het eigenlijk al, maar de neurobiologie bevestigt keihard dat de
ontwikkeling van het potentieel dat ieder mens bij geboorte heeft een rijke,
stimulerende omgeving vraagt. Het brein ontwikkelt zich in de jonge jaren ongekend, afhankelijk van de interactie met zijn directe omgeving, zijn opvoeders.
Economische studies1 wijzen ook onomstotelijk uit dat de 'return on investment'
hoog is: iedere euro die je in de zo vroeg mogelijke ontwikkeling van kinderen steekt,
bespaart de samenleving in de toekomst het viervoudige hiervan.
En heeft niet ieder kind er recht op alle kansen te krijgen? De kindertijd komt niet
meer terug, de kans om het in één keer goed te doen zullen we als samenleving niet
tussen onze vingers door moeten laten glippen.
Wat is daar voor nodig?
Betrokken goed geïnformeerde ouders. Bevlogen en gewaardeerde professionals. Sluitende arrangementen voor kinderen op het gebied van kinderopvang, onderwijs
en welzijn, die bij toenemende arbeidsparticipatie van beide ouders de hoogste
kwaliteit bieden om alle kinderen de kans te geven zich zo goed mogelijk te
ontwikkelen zodat zij in hun latere leven van grote waarde kunnen zijn.
De kinderopvang en aansluitend de school spelen een sleutelrol bij die toerusting en
kansen geven aan talent, experts als ze zijn in het vervullen van de opdracht tot
ontwikkelen, kwalificeren, socialiseren en persoonsvorming. We weten meer dan ooit
dat die vorming niet gebonden is aan die 1000 uur per jaar op school. De andere
3000 uur dat kinderen per jaar thuis of in buitenschoolse voorzieningen actief zijn
bieden net zoveel kansen. En juist in de eerste drie jaar dat kinderen nog niet naar school gaan, biedt een professionele omgeving een goede stimulans in de
ontwikkeling.
1 OESO, SEO-onderzoek “De Waarde van Kinderopvang”
Goede arrangementen en allianties tussen alle opvoeders zijn nodig om de
Nederlandse ambities waar te maken. Niet alleen in de kinderopvang en later op
school, maar ook in de wijk en dorp via kinderwerk, sport en cultuur en met goed bereikbare opvoedingsondersteuning en Centra voor jeugd en gezin.
Dit is geen nieuw gegeven, in 2010 kwam een brede coalitie van werkgevers,
werknemers, de onderwijssector, de welzijnssector, de kinderopvangsector en de
VNG tot krachtige aanbevelingen. Sindsdien is er weinig vooruitgang geboekt, maar
zijn de ambities van betrokken sectoren en de kansen nog even groot. Door landelijke en lokale bezuinigingen als gevolg van de economische crisis is hier en
daar eerder sprake van achteruitgang. Voor een betere toekomst van Nederland zijn
de volgende punten zijn actueler en urgenter dan ooit .
1. Streef naar integrale dagarrangementen voor de 0- tot 12-jarigen met ruime openingstijden, waarin onderwijs, peuterspeelzalen en kinderopvang, naast
sport, cultuur, centra voor jeugd en gezin, jeugdzorg en welzijn belangrijke
partners zullen zijn. Geef daarbij ruimte aan lokale invulling. In het kader
van doorgaande ontwikkelingslijnen voor kinderen is de aansluiting van
voor- en vroegschoolse voorzieningen en onderwijs van groot belang.
2. Stimuleer zoveel mogelijk brede integrale kindcentra waar bedoelde dagarrangementen kunnen worden ontwikkeld. Op die manier realiseer je
een ideaal klimaat waar onderwijs, welzijn (buurtwerk) en kinderopvang de
noodzakelijke pedagogische infrastructuur kunnen realiseren.
3. Geef ieder kind vanaf 2 tot 12 jaar het recht op 3 dagdelen kinderopvang om
een doorgaande ontwikkelingslijn voor alle kinderen mogelijk te maken. Daarbij wordt een maximaal aanbod gedaan voor talentontwikkeling en het
voorkomen van (taal)achterstanden.
4. Harmoniseer de geldstromen van peuterspeelzaalwerk, kinderopvang, VVE
en buitenschoolse arrangementen zodat integrale voorzieningen en
programma’s tot stand kunnen komen voor kinderen van 0 tot 4 jaar en hun
ouders. 5. Voorkom dat met name kinderen in achterstandsituaties geen gebruik meer
maken van voorschoolse voorzieningen door stopzetting van bijdragen van
gemeenten voor peuterspeelzalen.
6. Voorkom hogere kosten voor ouders voor de kinderopvang.
7. Investeer in kwaliteit van (samenwerkende) professionals door goede opleiding. Stimuleer combinatiefuncties in kinderopvang, peuterspeelzalen,
onderwijs, sport en cultuur waardoor kennis wordt gedeeld en
carrièremogelijkheden van werknemers worden versterkt.
8. Zorg voor coördinatie van integraal beleid en regel eenduidige
interdepartementale coördinatie. Ontwerp een landelijk programma tot het
wegnemen van wettelijke en andere belemmeringen om integrale kindvoorzieningen te bevorderen.
Drs. M.E.N.M.A. Rompa Ir. M. B. Vos Mr. Drs. C. Kervezee
Brancheorganisatie Kinderopvang MOGroep PO-Raad
(~§) V"o"g'.g van. Nodo" an dse Gorneen ren
Gepubliceerd op VNG (http://www.vng.nl)
Home> Printvriendelijk > Rapport 'Kies voor kinderen' sluit aan bij voorstel Kopgroep wethouders kindcentra
Rapport 'Kies voor kinderen' sluit aan bij voorstelKopgroep wethouders kindcentra
24 augustus 2012
Het Kinderopvangfonds en de Bernard van Leer Foundation voeren met het oog opde komende verkiezingen de campagne 'Kies nu voor Kinderen'. De focus ligt op derealisatie van kindcentra, waarin elk kind recht heeft op kinderopvang, ongeacht ofde ouders betaald werk hebben of niet.
Het nieuwe kabinet zou een flinke stap moeten zetten in betere en meer samenhangendevoorzieningen voor kinderen.
Reactie VNGDe ambitie van het programma 'Kies voor kinderen' sluit goed aan bij de lobby van deKopgroep Wethouders voor kindcentra voor het realiseren van één ongedeeldevoorziening voor alle kinderen van 0 - 12 jaar. De wethouders pleiten in de lobby voor eenlandelijk beleidskader en een sturende verantwoordelijkheid voor de gemeente.
RapportSEO Economisch Onderzoek heeft in opdracht van de twee genoemde organisaties eenmaatschappelijke kosten-batenanalyse gemaakt. Belangrijke uitgangspunten in hetrapport:
• Bezuinigingsmaatregelen kinderopvang voor 2013 worden geschrapt• Alle kinderen van 2 en 3 jaar recht op minimaal 4 dagdelen opvang volgens de
huidige kinderopvangtoeslagregeling• Alle kinderen van 4 - 12 jaar recht op minimaal 2 dagdelen buitenschoolse opvang
volgens de huidige kinderopvangtoeslagregeling• Voor 0 en 1 jarigen geen wijzigingen in de huidige regeling• Rijksmiddelen voor WE en peuterspeelzalen en de gemeentelijke middelen voor
peuterspeelzalen worden samengevoegd in één financieringsstroom voorkinderopvang
• Gastouderopvang alléén nog georganiseerd door formele kinderopvangorganisaties,tot maximaal 10% van het toale budget (vanwege belang educatieve ontwikkelingkinderen)
• Verhoging leidster-kind ratio in de buitenschoolse opvang van 1:10 naar 1:15.
Volgens de onderzoeker van SEO levert het programma 'Kies voor Kinderen'ê 248miljoen per jaar op. Voor de overheid is het programma budgettair neutraal. De batenkomen ten goede aan de ouders.
Meer informatieU vindt het rapport op onderstaande website.
• website Kiesnuvoorkinderen.nl• VNG-dossier Kopgroep Kindcentra
Bron-U RL: http://www.vng.nlln ieuws/12-08-24/rap port-ki es-voor -ki nderen-si u it-aan-bi j-voorstel-kopg roep-wethouders-kindcentra