Samenvatting Onderzoek Parkinson en...
-
Upload
trankhuong -
Category
Documents
-
view
217 -
download
4
Transcript of Samenvatting Onderzoek Parkinson en...
Werken met Parkinson Samenvatting van het onderzoek naar de aard en omvang van arbeidsproblematiek bij mensen met de ziekte van Parkinson Aanleiding en vraagstelling Veel mensen met de ziekte van Parkinson of parkinsonisme ervaren veranderingen op hun werk of moeten hun werk door de ziekte (deels) opgeven. De consequenties van deze veranderingen zijn voor patiënt, werkgever en maatschappij bij (dreigende) arbeidsongeschiktheid aanzienlijk. Uit eerder onderzoek is gebleken dat verschillende factoren een rol kunnen spelen bij het opgeven van betaald werk, maar er is onvoldoende bekend over de omvang en aard van arbeidsproblematiek in Nederland. Daarom hebben wij (onderzoekers RMC Groot Klimmendaal en UMC St Radboud) met subsidie van de Parkinson Vereniging een onderzoek hiernaar uitgevoerd. Met het onderzoek werd antwoord gezocht op de volgende hoofdvragen: 1. Wat is de omvang en de aard van arbeidsproblematiek bij parkinsonpatiënten en welke
kenmerken van de patiënt, en van diens omgeving in relatie tot het type arbeid spelen hierbij een rol.
2. In welke mate wordt bij parkinsonpatiënten werk aangepast en wordt begeleiding geboden? Antwoorden op deze vragen kunnen aanknopingspunten bieden om het beleid te verbeteren en het voor parkinsonpatiënten mogelijk te maken langer te blijven werken. Om deze vragen te beantwoorden is eenmalig online of schriftelijk een enquête afgenomen bij mensen die werken of gewerkt hebben met de diagnose parkinson(isme). De deelnemers zijn via verschillende kanalen opgeroepen tot deelname. Daarnaast zijn ook landelijke cijfers vanuit de database van het Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) verkregen over aantallen mensen met parkinson die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn verklaard. Resultaten Algemeen Ruim 300 mensen hebben deelgenomen aan het onderzoek. Voor de analyse waren de gegevens van 293 mensen volledig ingevuld en bruikbaar. Op een persoon na, met een atypische parkinsonisme, had iedereen de diagnose ziekte van Parkinson. Voor de totale groep lag de leeftijd van diagnose gemiddeld op 51 jaar. De eerste parkinson gerelateerde klachten traden gemiddeld 4 jaar eerder op. Van de respondenten was 63% nog werkzaam. Van de 110 mensen die gestopt waren met werken waren er 96 gestopt vanwege de ziekte van Parkinson. We willen benadrukken dat de resultaten in deze samenvatting een weergave zijn van de gehele groep deelnemers aan dit onderzoek. De individuele situatie van mensen met de ziekte van Parkinson kunnen echter sterk van elkaar verschillen. Arbeidsongeschiktheid In totaal ontving 39% van de deelnemers een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Van hen was 75% volledig arbeidsongeschikt verklaard. De landelijke cijfers van het UWV geven aan dat eind 2011 1.467 parkinsonpatiënten een WAO/WIA uitkering ontvingen. Negentig procent van de parkinsonpatiënten met een WAO of WIA uitkering was in 2011 volledig arbeidsongeschikt verklaard (dat wil zeggen meer dan 80% arbeidsongeschikt). Klachten en problemen op het werk De meerderheid van de werkenden (80%) gaf aan geen tot milde zichtbare tekenen van de ziekte van Parkinson te hebben. Toch gaf 62% van hen aan dat parkinson in lichte mate invloed op hun werk heeft en bij 33% in sterke mate. In figuur 1 is te zien dat vermoeidheid bij de werkenden de meest
genoemde klacht (61%) was. Daarnaast werden traagheid van bewegen, verandering van aandacht/concentratie en beven/trillen door meer dan 40% van de werkende respondenten genoemd.
De meest voorkomende problemen staan weergegeven in figuur 2. De belangrijkste belemmeringen in het werk waren het gebruik van de handen (fijne motoriek), het uitvoeren van meerdere taken tegelijk, het omgaan met stress en het praten en converseren in groepen. Deze problemen werden door meer dan 40% van de werkende deelnemers aangegeven.
Aanpassingen in werk Bij circa tweederde van de werkenden en van de mensen die gestopt zijn vanwege parkinson was een aanpassing in het werk gerealiseerd. Aanpassingen in soort werk en omvang van werkzaamheden (hoeveelheid werk en/of aantal uren per werkweek) en werktijden werden het meest aangegeven. Deze en andere veel genoemde aanpassingen staan schematisch weergegeven in figuur 3.
Ondersteuning Van alle respondenten gaf 38% aan dat ze informatie, begeleiding of ondersteuning hadden ontvangen over het werken met Parkinson. Informatie, begeleiding en ondersteuning werd vooral ontvangen van werkgever, bedrijfsarts, neuroloog, paramedici en parkinsonverpleegkundige. Onderwerpen hierbij waren vooral informatie over regel-‐ en wetgeving, financiële regelingen en advies ten aanzien van aanpassingen. Bij meer dan de helft van de werkenden heeft dit in hun beleving bijgedragen aan langer kunnen werken met Parkinson. Ongeveer een derde van de ondervraagden heeft (andere) informatie of begeleiding gemist. De meeste werkenden geven aan ondersteuning en begrip te ervaren in hun naaste omgeving. Ook onderschrijft meer dan 80% van de werkende respondenten dat ze plezier ervaren in hun werk en dat werken belangrijk is voor hen. Stoppen met werken Van de niet werkzame deelnemers was 87% gestopt (mede) vanwege parkinson. Van hen waren afkeuring, het zelf nemen van ontslag en vervroegd pensioen de voornaamste aanleidingen geweest voor stoppen. Bij degenen, die niet vanwege parkinson zijn gestopt waren vervroegd pensioen, ontslag wegens reorganisatie of faillissement en ‘gewoon’ pensioen de voornaamste redenen om te stoppen. Zie ook onderstaande tabel. Redenen voor stoppen, % van de mensen die gestopt zijn
Gestopt, (mede) vanwege parkinson n=96
Gestopt, niet vanwege parkinson n=14
Zelf gestopt/ ontslag genomen 21,8 14,3 Ontslagen vanwege reorganisatie of faillissement 4,2 28,6 Ontslagen vanwege functioneren 6,3 7,1 Tijdelijk dienstverband niet verlengd 3,1 0,0 Eigen bedrijf failliet 1,0 0,0 Pensioen 4,2 21,4 Vervroegd pensioen 15,6 42,9 (Gedeeltelijk) afgekeurd: WAO/WIA/WAZ 62,5 7,1 Anders 11,5 0,0
Uit analyse van de tijd van werken tot stoppen voor de gehele groep (werkenden en niet-‐werkenden) blijkt dat 50% van de mensen binnen 8 jaar na het stellen van de diagnose stopt. Eén jaar na het stellen van de diagnose was 10% gestopt; 5 jaar na diagnose 32% en 10 jaar na diagnose 63%. Twee factoren blijken een voorspellende waarde te hebben voor het moment van stoppen met werken: Ten eerste de leeftijd waarop de diagnose werd gesteld: hoe jonger men is op het moment van de diagnose hoe langer men blijft doorwerken. En op de tweede plaats bleek ook dat hoe eerder na het stellen van de diagnose iemand zijn of haar werk moest aanpassen, des te korter iemand kon doorwerken met parkinson. Factoren als geslacht, inkomensklasse, full-‐ of parttime werken en type werk bleken géén invloed te hebben op het risico van stoppen met werken. Conclusies De ziekte van Parkinson heeft aanzienlijke invloed op arbeidsparticipatie. Al in een vroeg ziektestadium ervaren parkinsonpatiënten veel parkinson gerelateerde belemmeringen op hun werk. Aanpassingen in aard en omvang van werkzaamheden en werktijden werden bij velen gerealiseerd. Slechts een minderheid van de deelnemers had informatie of begeleiding ontvangen over het werken met de ziekte van Parkinson of parkinsonisme. Vijftig procent van de mensen stopt binnen 8 jaar na het stellen van de diagnose. De leeftijd waarop de diagnose werd gesteld en het moment van de eerste aanpassing zijn twee factoren die voorspellend bleken voor het eerder stoppen met werken. Aanbevelingen Er is meer gerichte en vroege aandacht nodig voor het informeren en begeleiden van mensen met Parkinson die (willen) werken. Het verder ontwikkelen van aanbevelingen voor de informatievoorziening en ondersteuning van parkinsonpatiënten omtrent arbeid is belangrijk. Onderzoek waarbij mensen worden gevolgd in de tijd is nodig om inzicht te krijgen in de complexe oorzakelijke relaties tussen factoren van de persoon, het werk en de omgeving en arbeidsparticipatie. Wij willen alle deelnemers aan dit onderzoek hartelijk bedanken voor hun waardevolle bijdrage zonder welke dit onderzoek niet mogelijk geweest zou zijn. Geïnteresseerden kunnen het volledige rapport van dit onderzoek binnenkort vinden op de website van de Parkinson Vereniging. Ingrid Sturkenboom, MA; ergotherapeut, onderzoeker Drs. Maaike Storm van ’s Gravesande; ergotherapeut, onderzoeker Dr. Ron Meijer; revalidatiearts, epidemioloog