Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke...

99
Versie voor beleidsmakers Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en Maas Herijking Implementatiestrategie en Positionering functie Begeleiding en dagvoorzieningen Peel en Maas 2013 en verder 15 april 2013

Transcript of Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke...

Page 1: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

Versie voor beleidsmakers

Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en Maas

Herijking Implementatiestrategie en Positionering functie Begeleiding en dagvoorzieningen Peel en Maas 2013 en verder

15 april 2013

Page 2: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en Maas

Herijking Implementatiestrategie en Positionering functie Begeleiding en dagvoorzieningen Peel en Maas 2013-2015 en verder Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Ron Genders Transitie-Trekker begeleiding en overall projectleider 3 D's Peel en Maas Regisseur Leven in het Dorp WWZ Gemeente Peel en Maas, Postbus 7088, 5980 AB Panningen e-mail: [email protected], tel.: 077-3279630, GSM : 06-54972596

Geit neet besteit neet

Het Implementatieteam begeleiding (IT) en Projectgroep begeleiding (PG) in Peel en Maas bestaat uit de volgende personen: • Ron Genders, Transitie-Trekker begeleiding, lid IT en PG • Angelique Gillis, Zorginkoper AWBZ, lid IT • Maarten Thönissen, Extern adviseur, lid IT en PG • Jan Joore, Procesmanager Netwerk Welzijn Versterkt, lid PG • Martijn Geraets, Integraal projectleider Schakelplein en

Netwerk Welzijn Versterkt, lid PG • Coline van Everdingen, Beleidsadviseur, lid PG • Mascha Beekmans, Communicatie, lid PG (niet op foto) • Marloes Simons, Communicatie, lid PG (vanaf 4-4-2013, niet

op foto) ‘Leven in het Dorp WWZ’ winnaar Utrechtse Stimuleringsprijs WWZ 2003-2004 Landelijk en provinciaal voorbeeldproject 2002-2006. ‘Leven in het Dorp WWZ’ was provinciaal en landelijk voorbeeldproject van het VEBO-programma (Vernieuwing en BeleidsOntwikkeling) van 2002-2006. Landelijke Ontwikkelpilot Wmo subregio Helden 2005-2008 in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De Wmo-pilot richtte zich op het prestatieveld ‘sociale samenhang en leefbaarheid’ en het thema ‘regierol van de gemeente’. Landelijke Koppelpilot Zorgverzekeraars Nederland en Vereniging van Nederlandse Gemeenten 2010-2011 Landelijke Pilot Bouwen met (kwetsbare) Burgers van Movisie 2009-2011 Landelijke Pilot Woonzorgservicezone en Effectenarena van de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) 2009-2012. www.sev.nl, www.effectenarena.nl Landelijke Pilot Wmo werkplaats Nijmegen en Peel en Maas in samenwerking met Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) van het Ministerie van VWS 1e fase: 2009-2012 2e fase: 2013-2016 www.wmowerkplaatsen.nl

Page 3: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

VOORWOORD Beste mevrouw, heer, Na bekendwording van het uitstel van de besluitvorming over de decentralisatie van de functie extramurale begeleiding zijn we in Peel en Maas voortgegaan op de koers, die we al een aantal jaren varen. Het draagvlak onder burgers, maatschappelijk partners en andere regiepartijen daarvoor is groot. De Implementatiestrategie begeleiding 2013-2015 en verder is het kompas voor het Implementatieteam begeleiding en de Projectgroep begeleiding in Peel en Maas. Deze notitie is de uitgebreide versie van de implementatiestrategie (versie beleidsmakers). In de implementatiestrategie zijn de resultaten, ervaringen en inzichten opgetekend die in de praktijk van Peel en Maas zijn opgedaan. Deze implementatiestrategie is nadrukkelijk geen gemeentelijke nota maar een strategische koers die tot stand is gekomen door Co -creatie met betrokken partners die het Samen Anders (willen gaan) doen . De betrokken partners zijn burgers (in een kwetsbare positie), gemeenschap, belangenorganisaties, maatschappelijk partners en regiepartijen. Vanuit perspectief van Coöperatie VGZ (Zorgkantoor en Zorgverzekeraar) vinden we dat onze visie sterk aansluit bij de visie en uitgangspunten die in deze implementatiestrategie uitgewerkt zijn. In de visie van Coöperatie VGZ staan burgers (in een kwetsbare positie) en wijkgericht (buurt- en dorpsgericht) werken centraal. Het doel is zelfstandig (blijven) leven in de eigen omgeving. Vereist hierbij is het opzetten van wijknetwerken (welzijn en zorg) waarin eerst wordt uitgegaan van de eigen kracht van burgers en vervolgens oplossingen gezocht worden in de eigen sociale omgeving. Om dan pas te zoeken naar oplossingen bij collectieve voorzieningen en pas als laatste het inzetten van individuele voorzieningen en professionele zorg. In Peel en Maas is in een aantal dorpen een pilot in voorbereiding waarin de 1e lijn geïntegreerde ouderenzorg en -welzijn in combinatie met buurt- en dorpgericht werken nieuwe netwerken bouwen. Dit gebeurt vanuit het oogpunt van beleid en toetsingskaders onder regie van de gemeente, zorgkantoor en zorgverzekeraar. In praktische zin worden de netwerken binnen de Dialoog in de Gouden Driehoek lokaal gebouwd door burgers/gemeenschap en maatschappelijk partners zelf. Vanuit mijn optiek, als regiomanager, vind ik (Ronald Ruijters) dat we in Peel en Maas hebben gezien dat compleet andere oplossingen mogelijk zijn. Daar leveren de betrokken partners hun bijdrage aan. Zij maken het mogelijk dat visies niet bij beleidsstukken blijven die in de la blijven liggen, maar die in de praktijk echt vorm en inhoud hebben gekregen. Daaruit ontstaan praktijkvoorbeelden waarin mensen op een andere manier ondersteuning krijgen. We zijn er van overtuigd dat het anders moet in de langdurige zorg in Nederland. Goede tastbare voorbeelden hiervoor vind je in Peel en Maas. Vanuit gemeentelijk perspectief zien we dat de werkgroepen, pilots en ontwikkelplaatsen die in de implementatiestrategie beschreven zijn tot stand komen door de inzet van de betrokken partners. In 2030 zijn er in Peel en Maas dubbel zoveel 75-plussers als nu. Dan ondersteunen burgers (in een kwetsbare positie) elkaar zoveel mogelijk in hun eigen dorp. Als we dan terugkijken dan is dat met trots naar deze voorlopers die het initiatief nemen in de werkgroepen, pilots en ontwikkelwerkplaatsen. Zij laten zien dat het kan. Vanuit mijn optiek, als wethouder, vind ik (Marlou Absil): Zijn we er klaar voor? Nog niet, maar we zijn wel samen op de goede weg. Zijn we elkaar mee? Ook niet nee. Er zijn nog genoeg uitdagingen. Er zijn nog genoeg noten te kraken. Maar als je samen wilt delen, als je samen de handen er onder houdt, dan ben ik er van overtuigd dat wij gezamenlijk de beweging maken van verzorgingsstaat naar een land waar het normaal is dat je zorgt voor elkaar. Uiteraard is er ook in Peel en Maas nog veel werk te verzetten, maar we doen dit samen. Buiten gebeurt het voor, door en samen met de burgers (in een kwetsbare positie) en onze netwerkpartners. Samen Anders met Co-creatie. Met vriendelijke groet, Marlou Absil Wethouder Jeugd, gezin, zorg en ontwikkeling gemeente Peel en Maas Voorzitter Overlegtafel Leven in het Dorp WWZ

Ronald Ruijters Manager Zorgkantoren Nijmegen en Noord- en Midden-Limburg Zorgkantoren Coöperatie VGZ

Page 4: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

SAMENVATTING Maatschappelijke opgave sociale domein In de komende periode vinden grote transities plaats op het gebied van welzijn, zorg en werk middels de drie decentralisaties AWBZ-functie Begeleiding, Jeugdzorg en Participatiewet. Vanuit het regeerakkoord is duidelijk dat er namelijk nog andere AWBZ-functies overkomen, zoals persoonlijke verzorging, naar de Wmo. Verder is het voornemen om Hulp bij het Huishouden uit te kleden en worden ZZP 1-3 en deels 4 afgeschaft. De maatschappelijke opgave betekent een maatschappelijk debat over ‘welk thema of vraagstuk is eigendom van wie?’. Verder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een nieuw, toekomstbestendig, duurzaam en betaalbaar maatschappelijk systeem dat in moet spelen op de veranderende rollen van de burger, maatschappelijk partners en de overheid. Het is de transformatie van de verzorgingsstaat naar een maatschappij van vitale burgers en vitale gemeensch appen . De kadernota 2013 van de gemeente Peel en Maas draagt de titel ‘De Wissels Om’. De kadernota geeft de bestuurlijke kaders van de positionering de drie decentralisaties. De implementatiestrategie geeft invulling aan de kadernota. De decentralisatie begeleiding is geen op zich zelf staand traject of ontwikkeling, maar past in een breder kader; het programma Leven in het Dorp WWZ (Wonen-Welzijn-Zorg). Door de gezamenlijke regie van de gemeente met het Zorgkantoor Coöperatie VGZ richt de implementatiestrategie zich op de gehele functie begeleiding. De implementatiestrategie gaat de basis vormen voor een gezamenlijk inkoopkader van de gemeente, het zorgkantoor en zorgverzekeraar voor de functie begeleiding. Het doel daarvan is om het huidige niveau van ondersteuning/begeleiding en dagvoorzieningen dat nodig is te bestendigen en vanuit de implementatiestrategie verder te ontwikkelen naar een toekomstbestendig en duurzaam niveau. Waar mogelijk wordt dit gedaan door (groepen) burgers (in een kwetsbare positie) die – in lijn met de kernwaarde Zelfsturing – zelf (mede)eigenaar en (mede)producent zijn. In de regio Noord-Limburg werken 7 gemeenten samen aan de decentralisaties. Uitgangspunt is lokaal wat kan en regionaal waar een meerwaarde is. Positionering decentralisatie functie begeleiding i n het sociale domein De transformatie naar een nieuw maatschappelijk systeem waarin vitale burgers en vitale gemeenschappen centraal staan levert vernieuwende inzichten en nieuwe uitgangspunten op. Daarin ontwikkelt zich een nieuwe ‘taal’. Begrippen die nu gebruikt worden zijn niet toereikend om de transformatie te beschrijven. Verder ontstaan nieuwe begrippen in de dialoog tussen de burgers (gemeenschap), maatschappelijk partners en overheid. Visie: • Horizon – vitale burgers en duurzame gemeenschappen, zelfsturing en burgerschap • Communicatieve zelfsturing, Regel sturing en Autoritaire sturing • Stuwende regie geeft ruimte en kaders om gezamenlijk te werken aan oplossingen • Dialoogsturing in Gouden driehoek • Regels moeten de inhoud mogelijk maken • Iedereen telt en doet mee • Regievoeren en medeverantwoordelijkheid over eigen leven en eigen leefomgeving (vitale burgers) Uitgangspunten beleid sociaal domein: • Van individuele voorzieningen naar collectieve voorzieningen naar voorzieningen van collectieven (Sociale

coöperaties) • Individuele voorzieningen, keuzevrijheid en gelijkheid • Niemand valt tussen wal en schip • Investeren in de voorkant (vitale burgers, gezondheid, welzijn, vrijwilligers) levert winst op aan de achterkant

(minder zware zorg, minder inzet beroepskrachten) • Integrale samenhang en benadering • Wisselen (kantelen) van perspectief vrijwilligers en beroepskrachten • Samenwerken in netwerken • Van concurrentie in de zorg naar vernetwerkte samenwerking • Van smal loket naar brede en diepe gekantelde loketfunctie • Lokaal wat kan en regionaal waar meerwaarde is • Betaalbaarheid door experimenten, deregulering en investeren in innovatie gericht op vitaliteit In theorie zijn er drie vormen van sturing: Communicatieve zelfsturing, Regel sturing en Autoritaire sturing. Deze drie vormen van sturing zijn en blijven alle drie nodig. Afzonderlijke trajecten in de decentralisatie begeleiding vallen al geheel in de sturingsvorm Communicatieve zelfsturing, zoals de pilot Dorpsdagvoorzieningen in Koningslust en Grashoek, het dorpsvervoer en de dialoogbijeenkomsten Leven in het Dorp, Doe mee! vanuit NWV. De OWP (ontwikkelwerkplaats) voor beroepskrachten van NWV verschuift van Regel sturing naar Communicatieve zelfsturing omdat het perspectief van de beroepskrachten van de eerste OWP NWV sterk gekanteld is.

Page 5: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

Collectieve pijler: Dagvoorzieningen en vervoer Gesteld kan worden dat we met de dagvoorzieningenstructuur goed op koers liggen richting de overheveling van de begeleiding. Het concept dorpsdagvoorzieningen is ontwikkeld. In een aantal dorpen wordt in een pilot al gewerkt confom de nieuwe werkwijze. De opgave ligt in het opzetten van dorpsdagvoorzieningen in alle dorpen. De ondersteuning daarvan zal verder versterkt worden. Peel en Maas beschikt over een uitgebreid en divers aanbod aan zorgboerderijen en maatschappelijk ondernemers. Allen bereiden zich voor op de zelfstandige rol. Specifieke aandachtspunten zijn: vervoer en de afstemming met regiogemeenten over gemeenteoverstijgende deelnemers. De AWBZ-dagbesteding kent een transitie/opgave naar wijkzorgcentra. De arbeidsmatige dagbesteding moet meer in verbinding komen met de lokale samenleving, mede in het kader van de Participatiewet. De dagbesteding voor kinderen, jongeren en jong volwassenen wordt meer inzichtelijk gemaakt. In Peel en Maas is al een goede aanzet voor een kanteling van het vervoer. We gaan dit via twee lijnen oppakken: • Doorontwikkeling van dorpsvervoer naar een dekkende infrastructuur. • Kanteling beroepsmatig/commercieel vervoer voor specialistisch vervoer en deelnemers van buiten Peel en

Maas. Professionele ondersteuning is gewenst om deze opgave vast te pakken. De doorontwikkeling naar een dekkende en duurzame vervoersinfrastructuur van dorpsvervoer in samenhang met beroepsmatig/commercieel vervoer dient in samenhang met andere vervoerssystemen (leerlingenvervoer, WSW-vervoer, Regiotaxi, Openbaar vervoer) te gebeuren. Regionale afstemming is daarin een meerwaarde.

Individuele pijler – NWV (Netwerk Welzijn Versterkt ) Duidelijk moge zijn dat we met het traject NWV inhoudelijk en methodologisch op de goede weg zijn. Met de resultaten van NWV kunnen we de gewenste kanteling van het maatschappelijk systeem aanjagen en vormgeven, waarmee de maatschappelijke opgave voor de komende jaren kan worden beantwoord. NWV heeft op kleine schaal laten zien hoe arrangementen voor mensen met zware ondersteuningsbehoeftes vormgegeven kunnen worden, dat daar ruimte voor beroepskrachten bij nodig is om te doen wat nodig is en dat integraal werken en een integrale betaaltitel daarbij van belang zijn. De kanteling van perspectieven is daarmee ingezet. Voorop blijft staan dat betrokkenen ook meer kwaliteit van leven ervaren. Dat geldt voor de burgers in een kwetsbare positie zelf, maar ook voor het informele netwerk, vrijwilligers en beroepskrachten. Vanuit NWV is een breed samengesteld netwerk ontstaan en gestaag gegroeid. Arrangeren op basis van mogelijkheden, talenten en beperkingen zet burgers (in een kwetsbare positie) en hun informele netwerk in eigen kracht en bevordert eigen regie. Tevens worden ze medeproducent door inbreng van hun eigen mogelijkheden, competenties en talenten. NWV heeft middels de instrumenten Effectenarena en Effectcalculator aangetoond dat de nieuwe werkwijze meer maatschappelijk rendement oplevert en tot minder uitgaven leidt dan de klassieke werkwijze. NWV heeft tevens inzichtelijk gemaakt dat investerende partijen niet altijd dezelfde partijen zijn als de incasserende partijen. Kennisoverdracht en kennisdeling hebben plaatsgevonden door het leveren van bijdragen aan publicaties, conferenties en deelname aan landelijke pilots/proeftuinen. Wat NWV nog niet gelukt is, is een sterke verbinding te leggen met de lokale samenleving van vitale burgers. De beoogde resultaten zijn daarmee grotendeels behaald, zij het op kleine schaal. Grote opgave voor de komende tijd is hoe we de methodiek, die we ontwikkeld en uitgeprobeerd hebben bij de meest complexe casussen van burgers in een zeer kwetsbare positie, kunnen opschalen naar een methodiek voor alle mensen met een ondersteuningsvraag in Peel en Maas. We gaan dit oppakken via twee lijnen: • Procesregie via de stuwingsprincipes innovatie (vier V’s: Verdiepen, Verbreden, Valideren, Verankeren). • Organisatie aanpak via het Educatienetwerk ’De Bloem’, waarbij via netwerksamenwerking alle betrokken

netwerkpartijen meegenomen worden in het gedachtegoed én de uitvoeringspraktijk van NWV. Schakelplein Schakelplein heeft aan de hand van testcases kennis opgedaan over de samenstelling van arrangementen en over de methodiek ‘arrangeren’ (lichte en zware variant). Reeds opgedane kennis vanuit NWV is daar de basis voor geweest. Het is noodzakelijk ook een ‘light’ variant van de NWV methodiek beschikbaar te hebben. De methodiek werkt, maar is voor eenvoudigere/lichtere vragen te bewerkelijk. Het netwerk rondom Begeleiding in Peel en Maas is meer en meer in verbinding met elkaar. Dat is cruciaal om de opschaling in arrangementen aan te kunnen. Ondersteuningsbehoeftes van burgers zijn en worden integraal bekeken in een arrangement en moeten dus ook integraal beantwoord kunnen worden. Samenwerking tussen burgers (in een kwetsbare positie) en hun informele netwerk, vrijwilligers en beroepskrachten is daarbij essentieel. Wat tevens nodig is, is een overzicht van mogelijkheden om arrangementen samen te stellen; een Schakelkaart. De Schakelkaart is in voorbereiding en moet in 2013 operationeel worden.

Page 6: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

De kennis die is opgedaan en verbindingen die zijn gelegd gaan getest worden op bruikbaarheid in een Pilot Schakelplein. Dit wordt een fysieke, eerste vorm, van het Schakelplein. Deze pilot moet kennis opleveren om Schakelplein door te ontwikkelen en te finetunen. Daarmee ligt Schakelplein goed op schema. De opschaling naar grotere aantallen persoonlijke arrangementen wordt fasegewijs bereikt gedurende het inrichten van het Schakelplein. De opgave is dat in 2014 de toegangspoort tot coaching, ondersteuning, begeleiding en zorg (Schakelplein) een feit is. En (mogelijk) vormt Schakelplein dan ook de toegangspoort voor de andere decentralisaties. Op termijn kan dit verbreed worden naar het gehele sociale domein. Logeeropvang (tijdelijk verblijf) Logeeropvang in Peel en Maas is deels in beeld. In Co-creatie met logeerorganisaties, deelnemers en mantelzorgers worden logeeropvang als onderdeel van de functie begeleiding en de bestaande logeeropvangmogelijkheden in Peel en Maas in beeld gebracht. Dit brengt kansen en bedreigingen in kaart en geeft input voor de beleidsontwikkeling. De Stichting Wigwam Vallei Nederland (SWVN) gaat op een proactieve manier anticiperen op de maatschappelijke ontwikkelingen. SWVN heeft de gemeente Peel en Maas benaderd om van gedachten te wisselen over het organiseren van logeervakanties voor gezinnen met kinderen in een kwetsbare positie in Peel en Maas en het verkennen van geschikte locaties. SWVN brengt dit initiatief in in het programma Leven in het Dorp WWZ. Financiële analyse en communicatie De komende jaren gaat een zeer grote verschuiving vanuit de AWBZ/zorg naar gemeenten/Wmo plaatsvinden. Zowel qua verantwoordelijkheid, aantal burgers in een kwetsbare positie als budgetten. Daarmee hebben gemeenten straks veel taken erbij op het gebied van ondersteuning, begeleiding en verzorging, maar moeten dat wel gaan uitvoeren met een budget dat met ca. 1/3 gekrompen is terwijl de vraag gaat toenemen. De maatschappelijke opgave vraagt een financiële kanteling. De financiële impact van het regeerakkoord maakt dat beleidsvrijheid voor gemeenten keihard nodig is om burgers in een kwetsbare positie te (blijven) ondersteunen in participatie en zelfredzaamheid – vitaliteit en eigen kracht. De communicatiestrategie is vastgesteld en de voorbereiding is gestart. Door in de communicatie te kiezen voor een verhalend concept aan de hand van persoonlijk georiënteerde verhalen wordt voor een rode draad/verhaallijn gezorgd en een herkenbaarheid in de in te zetten middelen. Dit verhalend concept krijgt een doorvertaling in te ontwikkelen communicatiemiddelen. Slotconclusie We gaan door op de ingeslagen koers. Het commitment en draagvlak voor onze aanpak van de implementatie begeleiding onder onze netwerkpartners is verder gegroeid. Met enthousiasme en vertrouwen werken we samen aan de implementatie begeleiding. Hierin maakt ieder gebruik van zijn of haar eigen kracht en voegt deze toe aan het netwerk, waardoor er meer en meer energie vrijkomt om te doen wat nodig is. Het netwerk van burgers (in een kwetsbare positie), mantelzorgers, (zorg)vrijwilligers, beroepskrachten, financieel deskundigen, beleidsmakers, managers en bestuurders breidt steeds verder uit. Inmiddels is op kleine schaal een kanteling in perspectief zichtbaar bij burgers (in een kwetsbare positie) en hun informele netwerk en in de werkwijze van vrijwilligers en beroepskrachten. De contouren van de vernetwerkte samenwerking worden zichtbaar. Met deze herijking zijn we klaar om de daadwerkelijke invoering van begeleiding de komende jaren vorm te geven. De beleidsmatige uitgangspunten zijn herijkt en er heeft een verdiepingsslag en verbreding met nieuwe elementen plaatsgevonden. Ook is de opgave voor de drie pijlers voor de komende tijd bekend. Vanuit het regeerakkoord Rutte II en berichtgeving van de Rijksoverheid is de conclusie dat de overheveling van de begeleiding vanaf 2015 doorgaat en de bijbehorende budgetten fors minder worden. Dit betekent dat we aan de slag gaan met de implementatie. In 2013 en 2014 ligt de focus en energie in het ‘opschalen van de pilots’ en operationalisering en voorbereiding naar de daadwerkelijke overheveling per 1 januari 2015 ondermeer via het gezamenlijk inkoopkader van gemeente, zorgkantoor en zorgverzekeraar. Uiteraard is er ook in Peel en Maas nog veel werk te verzetten, maar we doen dit samen. Buiten gebeurt het voor, door en samen met de burgers (in een kwetsbare positie) en onze netwerkpartners. Samen Anders met Co-creatie.

Page 7: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

INHOUDSOPGAVE Pagina 1 Inleiding: Samen Anders met Co-creatie 1

1.1 Maatschappelijke opgave in sociale domein; De Wissels Om in Peel en Maas 1 en Regeerakkoord Rutte II

1.2 Herijking implementatiestrategie begeleiding 4 1.3 Doelstelling 5 1.4 Gezamenlijk inkoopkader en investeren in veranderopgave gestimuleerd 6 1.5 Regionale samenwerking in Noord-Limburg 6 1.6 Draagvlak voor herijking 6

2 Positionering decentralisatie functie begeleiding in het sociale domein 7

2.1 Visie: Op weg naar een maatschappij van vitale burgers en gemeenschappen 7 2.2 Uitgangspunten beleid sociaal domein 11 2.3 Burger (in een kwetsbare positie) en wijkgericht werken centraal in visie 15

Zorgkantoor Coöperatie VGZ en Zorgverzekeraar VGZ 2.4 Positionering van decentralisatie begeleiding in programma 16

Leven in het Dorp WWZ 3 Collectieve pijler: Dagvoorzieningen en vervoer 17

3.1 Dagvoorzieningen 17 3.2 Vervoer 29

4 Individuele pijler: Netwerk Welzijn Versterkt (NWV) 35

4.1 Inleiding 36 4.2 Terugblik NWV 36 4.3 Stand van zaken NWV 38 4.4 Opgave NWV 44

5 Schakelplein: Op weg naar een breed en diep gekantelde loketfunctie 50

5.1 Inleiding 50 5.2 Terugblik en stand van zaken Schakelplein 51 5.3 Schakelplein: pluriforme loketfunctie van en voor iedereen 55 5.4 Opgave Schakelplein 56

6 Logeeropvang (tijdelijk verblijf) 58

6.1 Inleiding 58 6.2 Stand van zaken logeeropvang in Peel en Maas 58 6.3 Opgave logeeropvang 60

7 Projectstructuur en bedrijfsvoering 61

7.1 Projectstructuur 61 7.2 Communicatie 64 7.3 Analyse doelgroepen extramurale begeleiding 67 7.4 Financiële impact Regeerakkoord Rutte II 70 7.5 Financiële vertaling in Peel en Maas 73

8 Samenhang tussen 3D’s en met andere thema’s 76

8.1 Samenhang in 3 D’s 76 8.2 Samenhang met andere trajecten Leven in het Dorp WWZ 76

9 Conclusies en aanbevelingen 79 10 Implementatie 2013 en verder 83 Bijlagen: 87 Bijlage 1. Cliënten met lichte zorgvraag wonen langer thuis Bijlage 2. AWBZ-zorg en Zorgzwaartepakketten

Page 8: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

Het programma Leven in het Dorp WWZ is een proces van visievorming, beleidsontwikkeling, netwerksamenwerking en netwerkontwikkeling en heeft veel concrete projecten en vernieuwende initiatieven opgeleverd. Burgers (in een kwetsbare positie), vrijwilligers en beroepskrachten geven daar gezamenlijk vorm en inhoud aan. Leven in het Dorp WWZ is gebaseerd op ‘good persons, good networks en good practices’. In de afgelopen jaren is een aantal mensen overleden die daarin een kleine of grote rol hebben gehad. Op 25 oktober 2012 is Jeroen Singelenberg overleden. Jeroen was één van de grondleggers van de experimentenmethodiek die de SEV (Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting) hanteert. Peel en Maas nam als proeftuin deel aan de Landelijke Pilot Woonzorgservicezone en Effectenarena.

Als programmaregisseur zorgde Jeroen voor innovatieve en succesvolle woonexperimenten, waarbij hij erin slaagde theorie te verbinden met de alledaagse praktijk. Met zijn visionaire blik was hij zijn tijd jaren vooruit. Zo lang als het kon, bleef hij waardevolle bijdragen leveren aan de landelijke pilot en het werk van de SEV.

Page 9: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

Opmerking vooraf: Peel en Maas gaat door op ingeslagen koers Zoals in het voorwoord aangegeven zijn we voortgegaan op de koers, die we al een aantal jaren varen. In de Implementatiestrategie Begeleiding 2013-2015 en verder hebben we een verdiepings- en verbredingslag gemaakt van de Implementatiestrategie Begeleiding van 2011. De visie is aangescherpt, nieuwe elementen zijn toegevoegd aan de implementatiestrategie en nieuwe pilots zijn in de tussentijd opgestart, die al voorsorteren op de situatie na de overheveling van begeleiding. In deze herijkte implementatiestrategie krijgt u inzicht in de operationalisering van de implementatiestrategie die in de afgelopen periode is gerealiseerd en de nieuwe trajecten die zijn opgestart. Verder zijn de consequenties van het Regeerakkoord Rutte II verwerkt voor zover deze in maart 2013 duidelijk waren. De koers die de gemeente Peel en Maas samen met het Zorgkantoor Coöperatie VGZ, regio Noord- en Midden-Limburg, (Zorgkantoor Coöperatie VGZ) en de (lokale) betrokken netwerkpartners in Peel en Maas heeft uitgezet voor de functie begeleiding is sterk vernieuwend en grensverleggend. Kompas en beleidsadviezen De implementatiestrategie is het kompas voor het Implementatieteam begeleiding en de Projectgroep begeleiding in Peel en Maas. In de hoofdstukken brengt een nieuwsflits uit 2020 de dan ontstane situatie in beeld. Vervolgens is de uitgangssituatie van het nu beschreven en de opgave voor de komende periode uitgewerkt. In de implementatiestrategie zijn de resultaten, ervaringen en inzichten uit de praktijk in Peel en Maas opgetekend. De notitie is rijkelijk doorspekt met afbeeldingen en foto’s uit Peel en Maas. De implementatiestrategie geeft de grote lijn aan. De opgave in de implementatiestrategie is concreter uitgewerkt in meerdere beleidsadviezen. In de beleidsadviezen is de planning en begroting opgenomen. In april 2013 zijn de Implementatiestrategie Begeleiding 2013 en verder en de beleidsadviezen dagvoorzieningen, vervoer en Netwerk Welzijn Versterkt / Schakelplein vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders van gemeente Peel en Maas en door het management van Zorgkantoor Coöperatie VGZ, regio Noord- en Midden-Limburg. Verschillende versies De implementatiestrategie is een beleidsnotitie, noem het een versie voor beleidsmakers. De implementatiestrategie is bondig samengevat in een beknopte versie voor bestuur/beleid. Om dit document breder toegankelijk te maken wordt een publieksversie geschreven. Mogelijk zelfs meerdere waarin de implementatiestrategie vanuit verschillende perspectieven, zoals mantelzorgers en belangenorganisaties, wordt belicht. De implementatiestrategie en de beleidsadviezen zijn in augustus beschikbaar via www.leveninhetdorp.nl. Kennis en ervaringen delen De kennis en ervaring die we hebben opgedaan willen we graag met u delen. Wij horen graag uw reflectie op de implementatiestrategie. Verder zijn we zeer geïnteresseerd in oplossingen die door u en uw netwerkpartners zijn of worden ingezet om de overheveling in goede banen te leiden. De informatie die u ons beschikbaar stelt gebruiken we in de doorontwikkeling van onze lokale ondersteuningsstructuur. Wij stellen het op prijs als u de strategische koers met deze brief onder de aandacht brengt van uw relaties. Uw reactie kunt u sturen naar Ron Genders, Regisseur Leven in het Dorp WWZ, Gemeente Peel en Maas, Postbus 7088, 5980 AB Panningen, e-mail: [email protected], tel.: 077-3279630, GSM : 06-54972596.

Page 10: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

1

1 Inleiding: Samen Anders met Co-creatie 2020FLITS * Het aantal 75+-ers in Peel en Maas is gestegen van 3.000 (7%) naar 3.900 (9%). * Veel burgers in een kwetsbare

positie hebben complexe zorg- en ondersteuningsvragen. * De gemeente is sinds 2015 verantwoordelijk voor de

decentralisaties Begeleiding, Participatiewet en Jeugdzorg. * De gemeente voert samen met andere regiepartijen

de stuwende regie over alle functies waardoor mensen langer in hun eigen omgeving kunnen blijven leven en die

deelname aan de samenleving bevorderen. * We weten nu ‘wat van wie is’. * Wij hebben gezamenlijk de

beweging gemaakt van verzorgingsstaat naar een samenleving waar het normaal is dat je zorgt voor elkaar. * We

vormen een samenleving van Vitale burgers en Vitale gemeenschappen. * 1.1 Maatschappelijke opgave sociale domein, De Wiss els Om in Peel en Maas en Regeerakkoord Rutte II Deels gedreven door maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de vergrijzing en ontgroening, een toenemende (zorg)vraag en zorgkosten, een toenemende druk op de arbeidsmarkt en door de effecten van de economische crisis, vinden in de komende periode grote transities plaats op het gebied van welzijn, zorg en werk. In de periode 2010-2012 is vanuit de rijksoverheid en provinciale overheid ingezet op drie decentralisaties. De functie extramurale begeleiding wordt overgeheveld van de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) naar de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning). De Participatiewet (voorheen WWnV (Wet Werken naar Vermogen)) zet sterk in op toeleiding van mensen met een (arbeids)beperking naar werk. Jeugdzorg komt over van de provincie en rijksoverheid. Decentraliseren betekent kortweg dat de uitvoering van en verantwoordelijkheid voor diverse wetten en regels wordt verplaatst van een hogere bestuurslaag naar een lagere bestuurslaag vanuit de verwachting dat een betere inzet van mensen en middelen mogelijk wordt gemaakt. In het geval van de decentralisatie van de extramurale begeleiding is het doel tevens dat burgers (in een kwetsbare positie) meer eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen voor hun eigen situatie en er meer maatwerk geleverd kan worden door de verplaatsing van de verantwoordelijkheid en de uitvoering. Daarin staat de burger (in een kwetsbare positie) centraal. De operatie heeft dus twee doelen: een verandering van de structuur (het stelsel) en een verandering van werkwijze en verhoudingen (meer verantwoordelijkheid bij burgers (in een kwetsbare positie) zelf en een omslag in de werkwijze van professionals). (Transitiebureau begeleiding, januari 2012) 1.1.1 Maatschappelijke opgave De maatschappelijke opgave betekent een maatschappelijk debat over ‘welk thema of vraagstuk is eigendom van wie?’. Wie is (gedeeld) eigenaar: burgers zelf (de gemeenschap), maatschappelijk partners en/of de overheid. Verder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een nieuw, toekomstbestendig, duurzaam en betaalbaar maatschappelijk systeem dat in moet spelen op de veranderende rollen van de burger, maatschappelijk partners en de overheid. Het is een uitdaging om met minder beschikbare middelen meer te doen, dat wil zeggen om het groter aantal (ondersteunings)vragen van burgers in de nabije toekomst te blijven beantwoorden en het nieuwe systeem verder te ontwikkelen naar een duurzaam niveau. Een uitdaging die past in de ambitie van de gemeente Peel en Maas en haar netwerkpartners. Het transitieproces (vooral de structuur) betreft de periode van het veranderen van het ‘huidige stelsel’: de regels, wetten, financiële verhoudingen en dergelijke, die het mogelijk moeten maken om tot de nieuwe situatie te kunnen komen. Dit heeft directe impact op de organisatie van de uitvoering, omdat meestal verantwoordelijkheden van de betrokken partijen wijzigen, evenals de financieringsstromen. Het transitieproces kent meestal een duidelijke startdatum en een einddatum (de inwerkingtreding van de nieuwe of gewijzigde wet) en doorloopt een aantal stadia. Het transformatieproces (vooral de inhoudelijke vernieuwing en cultuur) is gericht op het realiseren van de beoogde inhoudelijke effecten van de stelselwijziging: ander gedrag van professionals en burgers, andere cultuur bij instellingen en professionals, andere werkwijzen en vooral ook het anders met elkaar omgaan tussen burgers (in een kwetsbare positie), beroepskrachten, maatschappelijke partijen en gemeenten. De startdatum van het transformatieproces is nog wel redelijk te duiden, maar de einddatum niet. (Transitiebureau begeleiding, januari 2012). 1.1.2 Kanteling en transformatie van maatschappelij k systeem Vanuit de maatschappelijke opgave en de decentralisaties staat een grote groep mensen met een ondersteunings-, hulp- en zorgvraag centraal die (tijdelijk) in een kwetsbare positie in de samenleving verkeren, noem ze burgers in een kwetsbare positie . Zij maken deel uit van de hele gemeenschap en door het wisselen van perspectief, of te wel kantelen, kunnen zij naar vermogen een bijdrage leveren aan de samenleving. De transitieopgave van de drie decentralisaties maakt dat de regierol vanuit het oogpunt van beleid bij de gemeente ligt. Een rol die de gemeente Peel en Maas eigen is en waar de afgelopen jaren al op verschillende terreinen sterk in is geïnvesteerd. Peel en Maas zoekt daarbij allianties met andere regiepartijen zoals het Zorgkantoor Coöperatie VGZ en Zorgverzekeraar VGZ voor de transities op het gebied van Wmo-AWBZ-Zvw (Zorgverzekeringswet).

Page 11: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

2

De maatschappelijke opgave is echter niet een verantwoordelijkheid van regiepartijen alleen, maar vraagt een inzet van de gemeenschap als geheel. Samen met burgers (in een kwetsbare positie) en hun informele (sociale) netwerken, vrijwilligers, belangenorganisaties, beroepskrachten, maatschappelijk partners, bedrijven en andere regiepartijen wordt gezocht naar creatieve en innovatieve oplossingen. De gemeente stimuleert en faciliteert dit proces samen met de andere regiepartijen. Wanneer vooral burgers de ruimte krijgen van maatschappelijk partners en regiepartijen om nieuwe initiatieven te ontwikkelen in het sociale domein dan voltrekt zich geleidelijk aan een transformatie naar een duurzaam maatschappelijk systeem. Het is de transformatie van de verzorgingsstaat naar een maatschappij van vitale burgers en vitale gemeenschappen . 1.1.3 De Wissels Om in Peel en Maas De kadernota 2013 van de gemeente Peel en Maas draagt de titel ‘De Wissels Om’. In de kadernota is het omzetten van de wissels op een aantal beleidsterreinen uitgewerkt. De maatschappelijke opgave en de transformatie naar een nieuw maatschappelijk systeem staan daarin centraal. Dit levert vernieuwende inzichten en nieuwe uitgangspunten op. Deze zijn beschreven in hoofdstuk 2 . Verder is de transitieopgave van de drie decentralisaties en de functie begeleiding specifiek daarin gepositioneerd. De kadernota geeft de bestuurlijke kaders van de positionering. De implementatiestrategie geeft invulling aan de kadernota.

1.1.4 Regeerakkoord Rutte II Na de val van het kabinet in april 2012 en het controversieel verklaren van de wetswijziging van de Wmo en de WWnV heeft het nieuwe kabinet het regeerakkoord Rutte II opgesteld. Het regeerakkoord van Rutte II is in de lijn van de maatschappelijke opgave, de transitie en de koers die in Peel en Maas al binnen Leven in het Dorp WWZ en andere beleidsprogramma’s geruime tijd is gevolgd. Wel verhoogt het regeerakkoord de druk op deze koers, door verder gaande decentralisaties, een nog prominentere rol van gemeenten in het sociale domein en de forse bezuinigingen op de zorg en Wmo-budgetten. De gemeenten krijgen daarbij wel verregaande beleidsvrijheid om de ‘participatiesamenleving’ vorm te geven. De veranderopgave wordt met dit regeerakkoord echter dermate versterkt dat niet meer sprake kan zijn van een verandering van de bestaande maatschappelijke systemen (of de verzorgingsstaat), maar eerder van de opbouw van nieuwe maatschappelijke systemen. Anders gezegd: de dingen anders doen volstaat niet meer, we zullen ook andere dingen moeten doen. Op het terrein van WWZ voeren gemeente Peel en Maas en Zorgkantoor Coöperatie VGZ vanaf 2003 gezamenlijk de regie op een stuwende wijze. Medio 2013 sluiten beide partijen samen met Zorgverzekeraar VGZ een nieuw convenant in Peel en Maas. Daarmee spelen de regiepartijen in op de verschuivingen in de AWBZ, Wmo en Zvw en op het voornemen om in 2015 de zorgkantoren op te laten gaan in de zorgverzekeraars. Het regeerakkoord brengt meer verschuivingen teweeg van de AWBZ naar de Wmo dan alleen de decentralisatie begeleiding. In maart 2013 was duidelijk dat er namelijk nog andere AWBZ-functies overkomen, zoals persoonlijke verzorging, naar de Wmo. Verder wordt sterk ingezet op de ontwikkeling van scheiden van wonen en zorg. Hierdoor vervallen (op termijn) ZZP (Zorg Zwaarte Pakket) 1 tot en met 3 en deels 4 uit de sectoren VenV (Verpleging en Verzorging – ouderenzorg), GZ (Gehandicaptenzorg) en GGZ (Geestelijke Gezondheidszorg). Verder verschuiven een aantal functies naar de Zvw. De uitkleding van HbH (Hulp bij het Huishouden) wordt stevig ingezet met een forse bezuiniging op het huidige budget. In de bijlagen 1 en 2 is meer achtergrondinfo over de AWBZ en de opbouw van ZZP’s opgenomen. In de decentralisatie begeleiding worden de functies begeleiding individueel, begeleiding groep en kortdurend verblijf uit de extramurale AWBZ-zorg overgeheveld naar de Wmo. In de brief aan de Tweede Kamer (d.d. 31-1-2013) merkt staatssecretaris VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) Van Rijn op dat van het decentraliseren van taken in het kader van de overheveling van begeleiding naar de Wmo per 1-1-2014 geen sprake is. Onderstaand staan de relevante maatregelen uit het regeerakkoord op het gebied van Zorg, Welzijn en Wmo. Hierin is een drietal lijnen te ontdekken: • Zorg dichtbij mensen • Verkleinen langdurige AWBZ-zorg en verregaande extramuralisering • Kanteling niet-medische zorg en ondersteuning, meer eigen verantwoordelijkheid

Page 12: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

3

Zorg dichtbij mensen De wijk wordt het schaalniveau waarop de niet specialistische zorg, de langdurige zorg en andere ondersteuning voor mensen georganiseerd dient te worden. Dit wordt vorm gegeven door: • Populatiegebonden bekostiging van de 1e lijn i.p.v. productiegebonden bekostiging. Huisartsen krijgen een

budgetverhoging voor de substitutie in de 2e lijn. • Versterking van de functie wijkverpleegkundige, via een budget van € 250 miljoen. • Verbinding tussen 1e lijn en langdurige zorg en welzijnszorg ondermeer door de introductie van

populatiegebonden bekostiging. • Gemeenten krijgen de regie in niet-medische zorg (langdurige zorg, Wmo). Schotten tussen Zvw, (voormalig)

AWBZ en Wmo moeten worden geslecht. • Het concept één gezin, één plan, één regisseur als principe bij toegang tot uitvoering van ondersteuning. • Zorg dichtbij mensen organiseren. • Meer aandacht voor eigen regie, eigen verantwoordelijkheid en zelfmanagement (ook) in gezondheid en zorg.

Preventie en aandacht voor gezonde leefstijl zijn daarbij van belang. Verkleinen langdurige AWBZ-zorg en verregaande extr amuralisering De langdurige zorg en welzijnszorg wordt fors versoberd en geherpositioneerd. Prioriteit wordt gegeven aan medische zorg én aan ondersteuning voor mensen die het niet zelf kunnen betalen. Concreet betekent dit dat: • De zwaardere langdurige intramurale zorg onder verantwoordelijkheid blijft van de landelijke overheid en

ondergebracht wordt in een romp-AWBZ. • De medische extramurale zorg (verpleging) per 1-1-2017 overgeheveld wordt naar de Zvw en via een

populatiegebonden bekostiging (zonder indicering) ingezet wordt in de wijk. • Alle overige, niet medische extramurale zorg/ondersteuning overgeheveld wordt naar de Wmo en onder regie

komt van gemeenten. • Scheiden van wonen en zorg sterk doorgevoerd wordt. De ZZP’s 1 t/m 3 en deels 4 geschrapt worden in de

V&V, GZ en GGZ-sector. Dit betekent dat mensen met een zware ondersteunings- en zorgvraag zelfstandig (moeten) blijven wonen en dus onder de verantwoordelijkheid van Wmo en Zvw ondersteuning krijgen.

Kanteling niet-medische zorg en ondersteuning, meer eigen verantwoordelijkheid Gemeenten worden in zijn geheel verantwoordelijk voor alle (extramurale) ondersteuning, begeleiding en verzorging. De aanspraak op dit type ondersteuning wordt sterk versoberd. Mensen moeten dit primair zelf in/met hun sociale omgeving regelen of het zelf betalen. In feite worden de diverse bestaande voorzieningen/aanspraken afgeschaft en dienen nieuwe ondersteuningsarrangementen te worden opgebouwd voor degene die het niet zelf kunnen regelen. Gemeenten zullen hierbij met maatwerk ondersteuning moeten bieden. De gemeenten krijgen beleidsruimte om hiervoor andersoortige ondersteuning te treffen en zijn vanuit financieel en inhoudelijk oogpunt genoodzaakt om een nieuw palet aan ondersteuningsarrangementen op te bouwen. De budgetten die gemeenten hiervoor krijgen zijn immers fors lager dan in de huidige AWBZ en Wmo-praktijk. In concreto betreft het de volgende maatregelen: • Aanspraak op dagbesteding (begeleiding groep) voor nieuwe cliënten vervalt per 1-1-2014 (wordt waarschijnlijk

in praktijk wel een overgangsmaatregel getroffen totdat dit overgeheveld wordt naar gemeenten per 1-1-2015). • Overheveling begeleiding per 1-1-2015 met een budgetkorting van 25%. • Versobering aanspraak op persoonlijke verzorging en overheveling naar Wmo per 1-1-2015. • Vervallen aanspraak op HbH. HbH wordt een maatwerkvoorziening voor mensen die het niet zelf kunnen

betalen. Gemeenten worden gekort op het budget HbH met 75%. • Hergebruik rolstoelen en andere hulpmiddelen wordt verplicht. • Gemeenten krijgen een maatwerkvoorziening van 750 miljoen voor (inkomens) maatregelen op het brede

gebied van Wmo-ondersteuning. Mede ter compensatie van bezuinigingen op HbH en andere ondersteuning. • Gemeenten krijgen een budget van 100 miljoen voor intensivering van de arbeidsmarkt zorg. Lees het mogelijk

maken van nieuwe vormen van dienstverbanden/dienstverlening in de HbH/thuiszorg zoals alphahulp o.i.d. • Decentralisatie alle onderdelen jeugdzorg gaat door per 1-1-2015 met een korting van 150 miljoen. • Zorg en ondersteuning ontschotten en organiseren in de buurt van mensen. Verbinding leggen met 1e lijn en

verpleging o.a. door impuls in functie wijkverpleegkundige (250 miljoen).

Page 13: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

4

1.2 Herijking implementatiestrategie begeleiding 1.2.1 Decentralisatie begeleiding past in het progr amma Leven in het Dorp WWZ De decentralisatie begeleiding is geen op zich zelf staand traject of ontwikkeling, maar past in een breder kader; het programma Leven in het Dorp WWZ (Wonen-Welzijn-Zorg). Vanaf 2001 werkt Peel en Maas aan Leven in het Dorp WWZ. Het programma is in november 2008 opnieuw vastgelegd in een convenant en de uitvoeringsnota Leven in het Dorp WWZ 2008-2012, Samen innovatief grenzen verleggen (zie paragraaf 2.4). Onderdeel van het programma zijn de trajecten: dagvoorzieningen en NWV (Netwerk Welzijn Versterkt). 1.2.2 Invulling implementatiestrategie begeleiding bestrijkt de hele functie begeleiding Op beide onderdelen, dagvoorzieningen en NWV, is vanaf respectievelijk 2005 en 2008 door burgers (in een kwetsbare positie) (dorp) en maatschappelijk partners geëxperimenteerd. Dit in dialoog met elkaar en met regiepartijen. De verworvenheden en ervaringen zijn in 2011 beleidsmatig vertaald en uitgewerkt in de implementatiestrategie voor de functie begeleiding1. Door de gezamenlijke regie van de gemeente met het Zorgkantoor Coöperatie VGZ richt de implementatiestrategie zich op de gehele functie begeleiding. Dus niet alleen op het extramurale deel dat onder verantwoordelijkheid van de gemeente komt te vallen, maar ook op het deel dat binnen de AWBZ blijft. In de implementatiestrategie van 2011 is de aanpak van de collectieve en individuele pijler beschreven. Tevens is de synergie tussen deze pijlers aangeven en de samenhang met andere WWZ thema’s vastgelegd. De integrale aanpak in het kader van Leven in het Dorp WWZ, en in het bijzonder de dagvoorzieningen en NWV, gaf al duidelijk invulling aan de aangekondigde overheveling van de functie begeleiding per 1-1-2013. In hoofdstuk 3 (collectieve pijler) en hoofdstuk 4 (individuele pijler) zijn respectievelijk de dagvoorzieningenstructuur en NWV uitgewerkt. Vervoer maakt onderdeel uit van de collectieve pijler. 1.2.3 Samen anders De transformatie naar een nieuw maatschappelijk systeem gaat gepaard met een wisseling (kanteling) van perspectieven van iedereen; burgers (in hun kwetsbare positie), mantelzorgers, belangenorganisaties, vrijwilligers, beroepskrachten, maatschappelijk partners en overheid. In de dagvoorzieningen loopt vanaf april 2012 een pilot met twee dorpsdagvoorzieningen. De betrokken vrijwilligers hebben per dagvoorziening een stichting opgericht waardoor ze zelf aan het roer staan. De stichting krijgt rechtstreeks financiering vanuit de Wmo en AWBZ, zonder tussenkomst van welzijn- of zorgaanbieders. De stichtingen zorgen zelf voor het beheer en exploitatie van de dagvoorzieningen en huren zelf de benodigde beroepskrachten in. Dit zorgt voor wisseling van perspectief bij de vrijwilligers, de betrokken maatschappelijk partners en de regiepartijen. In het traject NWV is geëxperimenteerd met een nieuwe werkwijze die burgers in een zeer kwetsbare positie in hun kracht zet. Zonder al te veel op conclusies vooruit te lopen heeft dit ertoe geleid dat deze burgers meer regie over hun eigen leven hebben en meer dan eerst een bijdrage leveren aan de samenleving. Naast deze wisseling van perspectief voor de betreffende burgers en hun mantelzorgers heeft de nieuwe werkwijze ook geleid tot een wisseling van perspectief bij de betrokken vrijwilligers en beroepskrachten. Zij nemen meer eigen verantwoordelijkheid, stemmen meer met elkaar af en zoeken creatief naar oplossingen binnen het huidige systeem van wet- en regelgeving. De wisseling van perspectieven en de nieuwe werkwijze zorgen voor een kanteling van het huidige systeem (verzorgingssamenleving) van binnenuit. Daarmee laat de experimenteerruimte zien dat ontschotting mogelijk is en grenzen in regelgeving worden verlegd. De betrokkenen werken samen aan een andere inrichting van begeleiding in Peel en Maas. Samen Anders.

1.2.4 Kanteling van de toegang door middel van Scha kelplein De kleine schaal waarop het nieuwe maatschappelijke systeem in Peel en Maas vorm begint te krijgen is het signaal geweest om de toegang tot het systeem vast te pakken. De kanteling van de toegang zet immers pas echt zoden aan de dijk als het systeem zelf ook begint te kantelen. Anders lopen burgers (in een kwetsbare positie) met een gekanteld perspectief nog steeds tegen dezelfde grenzen en oude werkwijzen aan die het huidige maatschappelijke systeem met zich meebrengt.

1 Peel en Maas zet strategische koers uit voor overheveling begeleiding. Implementatiestrategie en Positionering functie Begeleiding en dagvoorzieningenstructuur Peel en Maas 2011-2015 (augustus 2011).

Page 14: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

5

Tevens komt dit tegemoet aan de wens van belangenorganisaties (RZO Peel en Maas (Regionaal Zorgvragers Overleg, KBO-afdelingen (Katholieke Bond voor Ouderen)) en Kernteams WWZ die infoloketten bemenst door vrijwilligers (in hun eigen dorp) op grotere schaal willen inrichten in Peel en Maas. Vanaf januari 2012 is een integraal projectleider in opdracht van de gemeente en het zorgkantoor aan de slag met de kanteling van de loketfunctie Wmo-WegWijZer-begeleiding en daarmee de toegang tot coaching, ondersteuning, hulpverlening en zorg. Concreet betreft het de introductie van de schakel- en toegangsfunctie onder de noemer Schakelplein . In hoofdstuk 5 is de inrichting van het Schakelplein opgetekend. 1.2.5 Logeeropvang (kortdurend verblijf) Naast de functie extramurale begeleiding zal ook de functie kortdurend verblijf worden overgeheveld naar de Wmo. Kortdurend verblijf, en vooral logeeropvang, kent vele uitingsvormen. In Peel en Maas is deze functie nog weinig inzichtelijk gemaakt. Hoofdstuk 6 gunt een eerste blik in de keuken van deze functie. 1.2.6 Transformatie in bedrijfsvoering De transformatie naar een nieuw maatschappelijk systeem betekent dat de bedrijfsvoering van de betrokken partners daarop moet gaan inspelen. In de afgelopen periode is de projectorganisatie en werkstructuur ingericht, is een communicatieplan gemaakt, zijn gegevens verzameld om de functies en doelgroepen inzichtelijk te maken en is een globale financiële verkenning gemaakt. In hoofdstuk 7 zijn de bedrijfsvoeringsaspecten uitgewerkt. 1.2.7 Co-creatie In Peel en Maas zijn veel betrokken mensen en netwerkpartners aan de slag met het creëren van vernieuwende initiatieven in het sociale domein. Deze personen vormen (nieuwe) netwerken en gebruiken experimenteerruimte om kleinschalige initiatieven tot wasdom te brengen. Op deze manier ontstaan nieuwe ‘structuren’ en nieuwe ‘voorzieningen’. Deze zijn gebaseerd op ‘good persons, good networks en good practices’. De netwerken bestaan uit burgers (in een kwetsbare positie) en hun informele netwerk, belangenorganisaties, (zorg)vrijwilligers, beroepskrachten, financieel deskundigen, beleidsmakers, managers en bestuurders. De beleidsontwikkeling in Peel en Maas is grotendeels gebaseerd op kennis en ervaring die in de praktijk wordt opgedaan. Beleid en uitvoering ontstaan door co-creatie tussen de betrokken mensen en netwerkpartners. Co-creatie is een vorm van samenwerking, waarbij alle deelnemers invloed hebben op het proces en het resultaat van dit proces, zoals een plan, advies of product. Voorwaarden voor succesvolle co-creatie zijn gelijkwaardigheid van de deelnemers, wederkerigheid, openheid en vertrouwen. Bron: Wikipedia. 1.2.8 Samenhang met decentralisaties en andere WWZ- trajecten, conclusies en planning In hoofdstuk 8 is de samenhang met de drie decentralisaties en andere thema’s in het sociale domein beschreven. In hoofdstuk 9 zijn de conclusies gesteld en in hoofdstuk 10 is de planning op hoofdlijnen uitgewerkt. De implementatiestrategie begeleiding is gebaseerd op praktische invulling. Vanuit het netwerk leveren veel betrokken mensen en netwerkpartners een inhoudelijke bijdrage in werkgroepen, ontwikkelwerkplaatsen en discussiebijeenkomsten. Verder voeren het Implementatieteam begeleiding en de Projectgroep begeleiding gesprekken met de betrokken mensen en netwerkpartners. In de implementatiestrategie zijn de resultaten, ervaringen en inzichten opgetekend. Het is nadrukkelijk geen gemeentelijke nota maar een strategie die tot stand is gekomen door co-creatie. 1.3 Doelstelling De implementatiestrategie gaat de basis vormen voor een gezamenlijk inkoopkader van de gemeente, het zorgkantoor en zorgverzekeraar voor de functie begeleiding. Het doel daarvan is om het huidige niveau van ondersteuning/begeleiding en dagvoorzieningen dat nodig is te bestendigen en vanuit de implementatiestrategie verder te ontwikkelen naar een toekomstbestendig en duurzaam niveau. Waar mogelijk wordt dit gedaan door (groepen) burgers (in een kwetsbare positie) die – in lijn met de kernwaarde Zelfsturing – zelf (mede)eigenaar en (mede)producent zijn. Het hoger liggend doel is om senioren en burgers in een kwetsbare positie in Peel en Maas in staat te stellen om de kwaliteit van leven te bevorderen en om zolang mogelijk de regie over hun eigen leven en leefomgeving te behouden, in de vertrouwde omgeving te blijven leven en deel te (blijven) nemen aan de samenleving (doelstelling Leven in het Dorp WWZ).

Page 15: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

6

1.4 Gezamenlijk inkoopkader functie begeleiding en investeren in veranderopgave gestimuleerd Het gezamenlijke inkoopkader van de gemeente en het zorgkantoor/zorgverzekeraar gaat uit van een sluitende exploitatie voor ondersteuning/begeleiding en dagvoorzieningen in Peel en Maas. Uitgangspunt voor de dagvoorzieningen is dat elke dagvoorziening in principe exploitabel is. Verder betekent dit dat een mogelijk exploitatietekort van dagvoorzieningen wordt vereffend door mogelijke exploitatieoverschotten van andere dagvoorzieningen in Peel en Maas. De implementatiestrategie vraagt een inzet van alle netwerkpartners. Het proactief oppakken daarvan door de betrokken netwerkpartners wordt gestimuleerd. Daarbij realiseren de gemeente en het zorgkantoor zich dat de veranderopgave stevig is. Daarom maken de gemeente en het zorgkantoor de komende jaren investeringsmiddelen vrij voor kleinschalige pilots. Partijen die achterover gaan leunen en de veranderopgave niet actief oppakken, zullen geen gebruik kunnen maken van de investeringsmiddelen. 1.5 Regionale samenwerking in Noord-Limburg In de regio Noord-Limburg werken 7 gemeenten samen aan de decentralisaties. Uitgangspunt is lokaal wat kan en regionaal waar een meerwaarde is. De decentralisaties zijn in lijn met de beleidsperspectieven en beleidsaccenten die de gemeenten in Noord-Limburg op lokaal vlak voor ogen staan. Op tal van gebieden kunnen de gemeenten de samenwerking een impuls geven en daar zelf van leren en profiteren. Daarbij zijn de gemeenten niet uit op nieuwe gemeenschappelijke regelingen. De gemeenten zien meer in samenwerkingsvormen rond opgaven, projecten en maatschappelijke vraagstukken, zoals de drie decentralisaties. Regionaal is door de Noord-Limburgse gemeenten, m.u.v. Mook en Middelaar, een ambtelijke regiegroep en een bestuurlijk overleg ingericht. De zeven gemeenten zijn Beesel, Bergen, Gennep, Horst aan de Maas, Peel en Maas, Venlo en Venray. Aan het bestuurlijk overleg nemen de wethouders deel die de decentralisaties in portefeuille hebben. Het bestuurlijk overleg heeft inhoudelijk geen besluitvormend karakter. De besluitvorming vindt lokaal door de colleges – en waar dit nodig is door de afzonderlijke raden – plaats. Vanuit iedere decentralisatie is een regionale visie en uitgangspunten uitgewerkt. De regiovisie is het inhoudelijk anker voor de regionale samenwerking.

1.6 Draagvlak voor herijking In onze visie kan een succesvolle implementatie van de functie begeleiding alleen slagen als hiervoor draagvlak is bij alle betrokkenen. We mogen stellen dat de aanpak inmiddels op veel draagvlak mag rekenen bij burgers (in een kwetsbare positie), dorpsgemeenschappen, belangenorganisaties en maatschappelijk partners in Peel en Maas. Ook mogen we ons blijvend verheugen in belangstelling van andere lokale, regionale en landelijke beleidsmakers. Regelmatig organiseren we werkbezoeken in Peel en Maas en leveren we bijdragen aan conferenties, discussiebijeenkomsten en publicaties. Nieuw convenant Leven in het Dorp WWZ De gemeente, Zorgkantoor Coöperatie VGZ en Zorgverzekeraar VGZ sluiten medio 2013 een nieuw convenant in Peel en Maas. Daarmee spelen de regiepartijen in op de verschuivingen in de AWBZ, Wmo en Zvw. De implementatiestrategie begeleiding en beleidsadviezen vormen de basis voor het nieuwe convenant. We dragen de inhoud van de implementatiestrategie graag uit en bieden u deze graag aan.

Page 16: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

7

2 Positionering decentralisatie functie begeleiding in het sociale domein De transformatie naar een nieuw maatschappelijk systeem waarin vitale burgers en vitale gemeenschappen centraal staan levert vernieuwende inzichten en nieuwe uitgangspunten op. Daarin ontwikkelt zich een nieuwe ‘taal’. Begrippen die nu gebruikt worden zijn niet toereikend om de transformatie te beschrijven. Verder ontstaan nieuwe begrippen in de dialoog tussen de burgers (gemeenschap), maatschappelijk partners en overheid. Naast de kadernota 2013 van de gemeente Peel en Maas liggen de kaderstelling van de Wmo-prestatievelden, andere kadernota’s en de beleidsontwikkeling vanuit Leven in het Dorp WWZ ten grondslag aan de kaderstelling voor de decentralisatie begeleiding. De ervaringen in de uitvoeringsprogramma’s vormen vervolgens weer input voor nieuwe kaderstelling (wederkerigheid van beleid). Onderstaand is de visie ten aanzien van de regie en sturing in het sociale domein beschreven. Vervolgens zijn de richtinggevende uitgangspunten voor de aanpak in het sociale domein en dus ook de implementatie begeleiding weergegeven. Tot slot is de positionering van de implementatie begeleiding in de visie van Zorgkantoor Coöperatie VGZ en het Programma Leven in het Dorp WWZ aangegeven. 2020FLITS * We spreken een nieuwe ‘taal’. * Sociale coöperaties van (groepen) burgers hebben voorzieningen van

collectieven gerealiseerd die ieder voor zich niet kon realiseren. * Burgers zijn geleidelijk aan en naar vermogen

(zoveel mogelijk) in de ‘lead’ gekomen. * Burgers (gemeenschappen) hebben de ruimte van overheid en

maatschappelijk partners om hun eigen oplossingen te zoeken. * De overheid faciliteert en stimuleert het proces

van gemeenschapsontwikkeling als partner. * Burgers (in een kwetsbare positie) krijgen de coaching,

ondersteuning, begeleiding en zorg op maat die nodig is om hun plek te vinden in de maatschappij. * De stuwende

regie bestaat uit duidelijke toetsingskaders waarbinnen afspraken over samenwerking en verdeling van budgetten

zijn gemaakt. * Regels maken de inhoud mogelijk. * Iedereen telt en doet mee.* Het tekort aan beroepskrachten is

opgevangen. * Burgers zorgen voor elkaar. * 2.1 Visie: Op weg naar een maatschappij van vitale burgers en gemeenschappen 2.1.1 Horizon – vitale burgers en duurzame gemeensc happen, zelfsturing en burgerschap In Peel en Maas zijn vitale burgers en vitale en duurzame gemeenschappen die (mede)verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van het leven en de leefomgeving essentieel in de maatschappelijke opgave. Dit leidt tot een hernieuwde brede maatschappelijke herwaardering van burgerschap en gemeenschapszin. Peel en Maas streeft naar heelheid van de gemeenschap. Burgers in een kwetsbare positie zijn onderdeel van de gemeenschap, horen erbij en nemen geen uitzonderlijke positie in. Zelfsturing is daarin het leidende principe. Het doel is tweeledig: 1. Het stimuleren van verantwoordelijkheidsgevoel en betrokkenheid van burgers met het oog op instandhouding

van sociale verbanden met eigenheid en menselijke maat. 2. De ontwikkeling van gemeenschappen tot krachtige sociale verbanden, die zelf richting en invulling geven aan

de toekomst van hun sociale en fysieke leefomgeving. Vitale burgers voeren zolang mogelijk de regie over hun eigen leven en doen naar vermogen mee gebaseerd op hun eigen kracht, talenten, competenties en mogelijkheden. Keuzevrijheid is daarbij een belangrijk goed. Definities van begrippen burgerschap en zelfsturing : Burgerschap betekent lid zijn van een samenleving, een dorp, een vereniging en een gezin, waarbij verbindingen aangaan, betrokkenheid naar de omgeving en de verantwoordelijkheid voor de gemeenschap en ieders eigen leven centraal staan. Zelfsturing houdt in dat de overheid en de maatschappelijke partners ruimte geven aan gemeenschappen (dorpen en buurten), kleinere sociale verbanden, zoals verenigingen en gezinnen, en het individu om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor de kwaliteit van hun eigen leven en de leefomgeving. Burgers (en maatschappelijke partners) pakken daarbij zelf problemen op, nemen zelf initiatieven en maken zelf afspraken over uitdagingen die op hen afkomen. Zowel burgerschap als zelfsturing vragen persoonlijke inzet van mensen, maar tegelijk moeten er condities zijn die mensen in staat stellen tot deze persoonlijke inzet. Het scheppen en in stand houden van dergelijke condities is een opdracht aan de samenleving, en ook aan de overheid als onderdeel van die samenleving. Kernwoorden in dit verband zijn: vitale burgers en vitale gemeenschappen en communicatieve overheid. In de loop van de voorbije decennia is de rol van de overheid die van een dienstenverstrekker geworden die haar burgers eerst en vooral zag als klanten die goed bediend wilden worden. Dit heeft tot claimgedrag geleid en ervoor gezorgd dat het eigenaarschap van problemen bij de burgers verdween en bij organisaties en instanties kwam te liggen. Het maatschappelijk debat over ‘welk thema of vraagstuk is eigendom van wie?’ vindt in Peel en Maas steeds plaats met als uitgangspunt dat burgers (in een kwetsbare positie) centraal staan en zoveel mogelijk in de ‘lead’ zijn. Overheid en maatschappelijke partners geven daarin burgers (gemeenschappen) de ruimte om hun eigen oplossingen te zoeken. Dat betekent dat (een deel van) het eigenaarschap van vraagstukken wordt teruggegeven aan burgers.

Page 17: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

8

Het eigenaarschap teruggeven aan de burger vraagt een actieve inzet van burgers en gemeenschappen. Het vraagt ook om een aanvullende kwaliteit van de overheid en van maatschappelijke partners, waaronder bedrijven. Die aanvullende kwaliteit is communicatief van aard. De overheid stimuleert het proces van gemeenschapsontwikkeling als partner. Dit is een principieel andere positie dan de overheid die vanuit regels probeert problemen in de gemeenschap te corrigeren, die met andere woorden probeert te sturen. Deze aanvullende communicatieve kwaliteit vraagt een bewuste ontwikkeling van alle betrokken partijen. Citaat Geert Schmitz, strateeg gemeente Peel en Maas : Kracht ontstaat tussen geëmancipeerde mensen die in fluïde vormen de bakens zijn van nieuwe sociale vitaliteit. Het zijn immers niet de gemeentegrenzen die bepalen waar mensen bij horen, noch wetten of regels, noch de economische wetmatigheden. Vitaliteit en gemeenschapszin komen daar tot stand waar mensen die bij elkaar leven, op elkaar zijn aangewezen en met elkaar zelf oplossingen en wegen bedenken en tot stand brengen. Mensen kennen elkaar en elkaars behoeften en verlangens en proberen die in hun eigen leven, dat van hun gezin of hun nabije verbanden in te passen. Niet op basis van een wet of voorschrift maar vanuit een goed begrepen vorm van wederkerigheid. 2.1.2 Communicatieve zelfsturing, Regel sturing en Autoritaire sturing In theorie zijn er drie vormen van sturing: Communicatieve zelfsturing, Regel sturing en Autoritaire sturing. Deze drie vormen van sturing zijn en blijven alle drie nodig. Communicatieve zelfsturing hoort het meest bij de ontwikkeling van vitale gemeenschappen. De overheid opereert hierin als gelijkwaardige partner. Hierin ontwikkelen netwerken van mensen nieuwe oplossingen op maat. Daarin staat de burger (inclusief de burger in een kwetsbare positie) centraal en zijn de eigen agenda’s van maatschappelijke organisaties ondergeschikt aan het maatschappelijk belang. Dit doet een sterk beroep op vertrouwen in elkaar. Mensen brengen in die samenwerking hun mogelijkheden en talenten in. De samenwerking is gebaseerd op co-creatie, gelijkwaardigheid en solidariteit . Ook op het terrein van regel sturing vinden belangrijke ontwikkelingen plaats. De huidige regel sturing in het sociale domein is een generiek systeem met een zwaar accent op verzekeren en verzorgen en gebaseerd op het beheersen en voorkomen van risico’s. Autoritaire sturing blijft nodig op het moment dat communicatieve zelfsturing en regel sturing onvoldoende zijn om knelpunten en dreigingen op te lossen, zoals in situaties met huiselijk geweld, kindermishandeling of in crisissituaties in maatschappelijke opvang. In de eerste figuur is het huidige sociale domein sterk regel gestuurd. In de transformatie naar een maatschappelijk systeem met vitale burgers en vitale gemeenschappen wordt communicatieve zelfsturing steeds omvangrijker, zoals in tweede figuur is afgebeeld.

Generiek systeem gebaseerd op beheersen en voorkomen risico’s

Naast de huidige Regel sturing is Stuwende regie ontstaan

Naast de huidige regel sturing is in Peel en Maas een nieuw soort regel sturing ontstaan waarin de regels sterk van kwalitatieve aard zijn en ze geformuleerd worden in termen van procesondersteunende kwaliteiten, noem het stuwende regie . De stuwende regie is gebaseerd op duidelijke toetsingskaders waarbinnen afspraken over samenwerking en verdeling van budgetten kunnen worden gemaakt. De stuwende regie wordt ingezet om de ruimte te regelen die burgers zelf en met maatschappelijk partners en overheid nodig hebben om samen te bouwen aan een toekomstbestendig maatschappelijk systeem. De overheid en maatschappelijke partijen zijn niet bescheidener geworden in hun ambities en dat hoeft ook niet, maar zij zullen zich bescheidener moeten opstellen in hun bemoeienis. Regels, procedures en grote hoeveelheden subsidies gaan plaats maken voor nieuwe wegen, voor een terughoudende overheid, met oog voor individuele en lokale verschillen en gerichte ondersteuning waar nodig.

Communicatieve zelfsturingDorpsoverleggenLeven in het dorp WWZ – Kernteams WWZ, lokale werkgr oepen

Regel sturingWettenBeleidskaderVerordeningenUitvoeringsbeleidProtocollen

Autoritaire sturingHandhaving

beleid

budget

uitvoering

Communicatieve zelfsturingDorpsoverleggenLeven in het dorp WWZ – Kernteams WWZ, lokale werkgr oepen, Leven in het Dorp, Doe mee!Burgerinitiatieven, CoöperatiesMaatschappelijk ondernemen

Stuwende regieUitvoeringsafspraken, toetsingskaders, gezamenlijk inkoopkaderKwalitatieve regels

Regel sturingWetten, Verordeningen, protocollen

Autoritaire sturingHandhaving

beleid

budget

uitvoering

Page 18: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

9

De keuze voor deze nieuwe aanpak is daarmee overigens expliciet geen keuze voor een passieve overheid. Het vraagt een actieve overheid en maatschappelijke partijen die burgers niet aan hun lot overlaten maar waar nodig verbanden versterkt of ondersteunt. Het is steeds zoeken naar een balans tussen terughoudendheid, stuwen en sturen. Het principiële punt van zelfsturing is dat de verantwoordelijkheid niet bij de overheid en maatschappelijke partijen ligt, maar – zij het met de vereiste geleidelijkheid – verschuift naar (groepen) burgers. Daarbij moeten overheid, maatschappelijk partners en gemeenschappen samen afspraken maken welke voorzieningen onder de verantwoordelijkheid van de overheid en maatschappelijk partners (blijven) vallen en welke voorzieningen tot de verantwoordelijkheid van burgers (gaan) behoren.

2.1.3 Stuwende regie geeft ruimte en kaders om geza menlijk te werken aan oplossingen De gemeente Peel en Maas, Zorgkantoor Coöperatie VGZ en Zorgverzekeraar VGZ hebben elkaar steeds meer gevonden in het voeren van de stuwende regie. De stuwende regie gaat NIET over het opleggen van dwingende richtlijnen (huidige regel sturing), maar gaat over het BIEDEN VAN RUIMTE aan burgers en maatschappelijk partners vanuit duidelijke toetsingskaders. De burgers en maatschappelijk partners ontplooien op basis van behoeften in dialoog met elkaar nieuwe initiatieven en ontwikkelen innovatieve producten en diensten. Vanuit de stuwende regie bundelen de regiepartijen budgetten en stellen zij vanuit de toetsingskaders gezamenlijke inkoopkaders op. In het voeren van de stuwende regie zoekt de gemeente Peel en Maas afstemming met landelijke en provinciale overheid, andere gemeenten en regievoerende partijen op andere terreinen. 2.1.4 Dialoogsturing in Gouden driehoek In Peel en Maas komen nieuwe initiatieven dialooggestuurd tot stand in de Gouden Driehoek . Primair in de dialoogsturing is een gelijkwaardige en wederkerige samenwerking tussen de drie hoofdactoren: dorp (burgers (in een kwetsbare positie) en hun informele netwerk, gemeenschap), maatschappelijk partners en regiepartijen. Vandaar een gelijkzijdige driehoek. Dialoogsturing betekent dat wanneer de actoren hun ideeën en initiatieven uitwerken in plannen, zij de andere actoren in een zo vroeg mogelijk stadium bij deze planvorming betrekken en de plannen in het netwerk verder ontwikkelen in dialoog met elkaar. Het is een intensief proces tussen gelijkwaardige partijen met een hoog rendement. De burgers (in een kwetsbare positie) zijn zoveel mogelijk leidend in het proces om te komen tot voorzieningen en producten. Maatschappelijk partners en regiepartijen zijn vanuit hun verantwoordelijkheid en expertise faciliterend en ondersteunend richting buurt, dorp of wijk.

Dialoogsturing in de Gouden Driehoek

De Gouden Driehoek t.o.v. sturingsvormen

Wanneer de dialoogsturing in de Gouden Driehoek wordt afgezet tegen hierboven genoemde sturingsvormen dan is er nog een sterke tendens van regiepartijen en maatschappelijk partners om de regel sturing in te blijven richten op basis van het beheersen en voorkomen van risico’s.

Regiepartijenoverheid, gemeente en zorgkantoor/zorgverzekeraar

GoudenDriehoek

burgers (in een kwetsbare positie) en hun netwerken, sociale verbanden, Kernteams WWZ, gemeenschap

Dorp

Maatschappelijk partnersprofessionele partijen, informele zorg- en ondersteuningsorganisaties,(georganiseerde) vrijwilligers

GoudenDriehoek

Dorp

Maatschappelijk partnersRegiepartijen

Page 19: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

10

De intensieve samenwerking in de Gouden Driehoek in het sociale domein heeft er in Peel en Maas toe geleid dat burgers, maatschappelijk partners en overheid steeds meer vertrouwen in elkaar hebben gekregen. De drie decentralisaties zijn een natuurlijk moment om de regel sturing op een nieuwe manier in te richten. 2.1.5 Regels moeten de inhoud mogelijk maken Landelijke en lokale regels en procedures zijn vaak opgesteld om te reguleren en om risico’s tegen te gaan. Kleinschalige particuliere initiatieven zonder winstoogmerk krijgen te maken met dezelfde regels en procedures als majeure projecten of een commercieel opgezet initiatief. Regels moeten de inhoud mogelijk maken. Dit impliceert dat de regels op maat worden toegepast naar de doelen die men wil realiseren. Daarin worden regels als richtlijnen geïnterpreteerd en niet als rigide voorschriften of limitatieve protocollen. Verder impliceert dit dat financiering het inhoudelijke beleid volgt. Dit vormt de basis van een nieuwe regel sturing. 2.1.6 Iedereen telt en doet mee De Wmo en de decentralisaties van functies uit de AWBZ zijn gericht op integratie en inclusie. Deelname aan de maatschappij is daarin een belangrijk perspectief voor iedereen. Een samenleving waarin iedereen meetelt en meedoet, is een belangrijk streven in Peel en Maas. Om te kunnen participeren in de samenleving is ondersteuning en begeleiding voor burgers in een kwetsbare positie vaak een noodzaak. Een nuttige en bevredigende dagbesteding bijvoorbeeld kan leiden tot een gezonder sociaal netwerk en een positiever zelfbeeld van de burger in een kwetsbare positie welke als belangrijke beschermende factoren worden gezien. Onbegrip van anderen en angst om niet serieus genomen te worden en het zelf niet goed te doen, kunnen drempels opwerpen om mee te doen in de samenleving. Dit maakt het doorbreken van de problematiek moeilijker. Definitie Inclusie: Inclusie betekent dat mensen met een beperking op alle terreinen, zoals wonen, onderwijs, werk, medische verzorging, vrije tijdsbesteding, deel uitmaken van de samenleving: zij zijn gewaardeerde burgers en verbonden met anderen in persoonlijke- en buurtnetwerken en dus een waardevol deel van de gemeenschap. 2.1.7 Regievoeren en medeverantwoordelijkheid over eigen leven en eigen leefomgeving (vitale burgers) Het eigenaarschap/verantwoordelijk van een aantal vraagstukken verschuift van allerlei professionele instanties die dit decennia lang met de beste bedoelingen hebben opgepakt naar de mensen die de vraagstukken zelf ervaren. Definitie verantwoordelijkheid: Verantwoordelijkheid betekent dat iedere persoon naar gelang zijn of haar mogelijkheden en competenties bereid moet zijn tot inzet om het eigen leven vorm en inhoud te geven en een bijdrage te leveren aan het goede samenleven in de sociale verbanden waarvan hij/zij deel uitmaakt. Om medeverantwoordelijkheid te nemen is het van belang dat burgers (in een kwetsbare positie) regie kunnen blijven voeren over hun eigen leven op basis van hun eigen kracht en competenties. Bij kwetsbare doelgroepen gaat het om kwetsbare personen met vaak langdurige probleemsituaties en waarbij het risico op terugval in probleemgedrag vrij groot is. Er zijn grenzen aan de mate waarin mensen keuzevrijheid hebben en aangesproken kunnen worden op hun eigen verantwoordelijkheid. Wanneer mensen een goed toekomstperspectief hebben wordt de mate van eigen verantwoordelijkheid die ze kunnen nemen groter.

Het zelfregisserende vermogen wordt in positieve zin beïnvloed door de beschikbaarheid van de ondersteuning waar men behoefte aan heeft en door de advisering (coaching) die men krijgt om de behoefte op maat in te vullen. Daarmee wordt de afhankelijke positie langer uitgesteld. Dit geldt niet alleen voor individuen (vitale burgers) maar ook voor dorpen en buurten in hun aanpak op gebied van zelfsturing (vitale gemeenschappen). Voorzieningen op gebied van wonen, welzijn, zorg en werk vormen een wezenlijk onderdeel van dorpen en buurten die maken dat mensen zo gewoon mogelijk kunnen wonen en leven en zo speciaal als nodig. Levensloopbestendige en aangepaste woningen zijn samen met welzijns-, zorg- en werkvoorzieningen belangrijke voorwaarden die participeren in de samenleving mogelijk maken. In Leven in het Dorp WWZ zetten (groepen van) burgers op basis van behoefte zelf nieuwe ontwikkelingen in gang of ideeën om in concrete trajecten en formuleren indien nodig hun ondersteuningsbehoefte. Hierdoor ontstaan nieuwe producten en voorzieningen waarvoor de burgers zichzelf meer verantwoordelijk voelen.

Afhankelijkheid Zelfregisserend vermogen Afhankelijkheid

Mate van beschikbaarheid ondersteuning(wonen, welzijn, zorg en werk)

Advisering (coaching)

Page 20: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

11

2.2 Uitgangspunten beleid sociaal domein In het maatschappelijk beleid en de implementatie daarvan worden in Peel en Maas de volgende richtinggevende uitgangspunten gehanteerd. 2.2.1 Van individuele voorzieningen naar collectiev e voorzieningen naar voorzieningen van collectieven

(Sociale coöperaties) In de ontwikkeling van nieuwe voorzieningen is de inzet om individuele voorzieningen te vervangen door collectieve voorzieningen. Dat betekent niet dat individuele voorzieningen verdwijnen maar daar waar mogelijk vervangen worden door voorzieningen waar meer mensen gebruik van kunnen maken. Daarmee zijn we er echter nog niet. Een stap verder wordt bereikt als voorzieningen van collectieven vanuit de gemeenschap ontstaan. Noem het sociale coöperaties . Het idee erachter is dat de overheid niet vanuit zichzelf allerlei alternatieve collectieve voorzieningen moet gaan organiseren, maar moet stimuleren dat burgers en maatschappelijk partners daarover gaan nadenken en mogelijk de overheid om ondersteuning vragen bij het realiseren van eigen initiatieven in het opzetten van collectieve alternatieven. Sociale coöperaties zijn verbanden van burgers, groepen en organisaties die samen uitdagingen oppakken die ieder voor zich niet gerealiseerd kan krijgen. Dit omdat de problematiek te veelomvattend is en/of omdat het uitdagingen betreft die samenhangen met de wijze waarop mensen hun samenleven geregeld hebben. Daarbij kunnen mensen voorzieningen tot stand brengen waarbij ze zelf als ‘ondernemers’ en als makers betrokken zijn en niet als consument en afnemer. Meedoen in een coöperatie wil zeggen dat mensen hun capaciteiten inbrengen in de gezamenlijke ‘onderneming’ en daarvoor ook beloond worden op enigerlei manier. Het gaat daarin ook om het indirecte belang, bijvoorbeeld dat generaties in elkaar investeren en de tegenprestatie die veel later komt. Mensen maken gebruik van voorzieningen, maar leveren ook bijdragen aan het realiseren van voorzieningen. Een sociale coöperatie biedt mogelijkheden voor mensen om hun capaciteiten in te zetten ten behoeve van de gemeenschap. Dit idee van sociale coöperatie zal de komende jaren in Peel en Maas in overleg en samenwerking met alle hiervoor in aanmerking komende organisaties, ondernemingen en (groepen) burgers verder worden verkend en ingevuld. Dit is een proces dat tijd en aandacht nodig heeft. Mensen zijn jarenlang bediend door een klantgerichte overheid en ze zijn zich ook als klanten gaan gedragen, zelfs gaan claimen. Het kost moeite een verandering van denken en doen te laten ontstaan. Daar is tijd voor nodig en een zekere mate van geleidelijkheid. Overigens zijn sociale coöperaties op diverse plekken al werkzaam in Peel en Maas. Het is zaak om als overheid en maatschappelijke partijen meer oog en gevoel te ontwikkelen voor de initiatieven die op dit terrein in Peel en Maas ontluiken. Nieuwe tijdsgeest en Sociale c oöperaties – Citaat wethouder Raf Janssen Er zijn ingrijpende maatschappelijke ontwikkelingen die hun invloed uitoefenen op het reilen en zeilen in onze samenleving en in onze gemeente. Het gaat bijvoorbeeld om ontwikkelingen als individualisering, flexibilisering, globalisering en digitalisering. De laatste jaren is er een ontwikkeling naar een nieuwe tijdgeest op gang gekomen bij groepen burgers en geledingen binnen overheden en maatschappelijk partners. Steeds meer mensen en organisaties bezinnen zich op de rol en positie die burgers en overheden hebben bij het tot stand brengen en in stand houden van de samenleving. Daarbij komt het eigenaarschap terug bij individuele of groepen burgers. De burger-burger relatie komt daarmee veel sterker in beeld. Als gevolg daarvan verandert de burger-overheid relatie en zal deze afnemen. We streven naar duurzame gemeenschappen, die vanuit zichzelf gedreven zijn om de eigen vraagstukken op te lossen. Er ontstaan nieuwe sociale verhoudingen. De verworvenheden van de individualisering willen we behouden, maar in plaats van het IK-denken zien we een samenleving voor ons van meer WIJ-verbanden en die verbanden zijn niet alleen de dorpen. Sociale coöperaties, werkgevers die zich inzetten voor de mensen die anders aan de zijlijn komen te staan, familieleden die elkaar helpen, tijdelijke en permanente vormen van samenwerking tussen inwoners van onze gemeente gericht op het aanpakken van zaken die in de eigen leefomgeving spelen.

2.2.2 Individuele voorzieningen, keuzevrijheid en g elijkheid Sociale coöperaties en collectieve voorzieningen kunnen lang niet alle individuele voorzieningen vervangen, maar daar waar het kan zullen overheid en maatschappelijk partners ruimte moeten geven aan initiatieven vanuit de samenleving. De mate van coaching, ondersteuning, begeleiding en zorg die burgers (in een kwetsbare positie) nodig hebben om deel te nemen aan de samenleving is onder meer afhankelijk van de eigen kracht, talenten, competenties, deskundigheid, capaciteiten en mogelijkheden van de burger zelf. Dat betekent dat de ondersteuningsarrangementen die nodig zijn op maat gesneden moeten zijn; noem ze persoonlijke arrangementen .

Page 21: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

Vanuit de overheid is men gewend te denken in één en hetzelfde product, omdat Het persoonlijke arrangement wordt op maat ingevuld. Het arrangement is nog kunnen vanuit hun eigen kracht en de kracht van verschillen voor twee burgers in nagenoeg gelijk lijkende omstandigheden.De vraag is hoe dit straks in een verordening tot uitdrukking kan komen. 2.2.3 Niemand valt tussen wal en schipDe invoering van de drie decentralisaties brengt met zich mee dat een deel van de burgers in een kwetsbare positie hun (AWBZ-)indicatie verliest en hierdoor mogelijk minder ondersteuning krijgt en/of minder deel gaat nemen aan voorzieningen die in belangrijke mate bijdragesamenleving bevorderen. Andere burgers in een kwetsbare positie met nieuwe hulpkrijgen geen toegang tot de welzijn- In Peel en Maas is het uitgangspunt dat er geen mensen tussen wal en schip vallen doordat ze hun (AWBZ)indicatie verliezen of daar niet voor in aanmerking komen. Het gezamenlijk voeren van de regie tussen gemeente en andere regiepartijen, zoals zorgkantoor en zorgverzekeraa

2.2.4 Investeren aan de voorkant levert rendement op aan de achterkantWanneer mensen in stuurkracht achteruit gaan, krijgen zij behoefte aan ondersteuning. Gelet op de demografische ontwikkeling van vergrijzing, de verwachte toename van chronische somatische ziekten en de dreigende tekorten aan zorgpersoneel is de inzet op het voorkómen van het beroep doen op zorg essentieel.De grotere inzet op gezondheid en vitaliteitgezondheid, welzijn, vrijwilligers) levert winst op aan de achterkant (minder zware zorgberoepskrachten)’. Dit is een leidend principe van het programma Leven in het Dorp WWZ. Van belang is een sluitende keten van Wmo-AWBZ- Zvw 2.2.5 Integrale samenhang en benaderingDe drie decentralisaties hebben grote raakvlakken met elkaar. maatschappelijk domein dat nu naar de achtergrond gedrongen is, noem het het gemeengoed. Hierin ontwikkelen (groepen) burgers nieuwe initiatieven en voorzieningen, waar nodig ondersteunt door maatschappelijk partners en gestimuleert en gefaciliteert door regiepartijen.Verder richten de ontwikkelingen zich deels op dezelfde doelgroep. Het betreft mensen die ondersteuning en begeleiding nodig hebben en niet vanzelf hun plek vinden in de maatschappij. De ondersteuning en begeleiding kunnende Participatiewet. Zeker op het terrein van arbeidsmatige dagbesteding waar mensen in een veilige setting werkervaring op kunnen doen en vaardigheden kunnen lerenVanuit begeleiding kunnen oplossingen ontstaan voor knelpunten binnen de vanuit de Participatiewet naar begeleiding is daarin een specifiek aandachtspunt. Deze doorbelasting moet geen bedreiging vormen voor bestaande voorzieningen van begeleiding en nieuwe initiatieven die vanuit begeleiding worden ontwikkeld. Voor kwetsbare jongeren is de overgang van Jeugdzorg naar de AWBZ/Wmo bepaald geen sinecure. De decentralisaties bieden de mogelijkheid

Individuele ondersteuning en begeleiding maken onderdeel uit van de persoonlijke arrangementen daar waar eigen kracht en kracht van sociale netwerk en collectieve (algemene) voorzieningen niet toereikend zijn. Dit is in de figuur hiernaast ‘schema eigen kracht’ weergegeven. De inzet is dat het persoonlijke arrangement is opgebouwd uit de meest passende of geschikte ondersteuning eKeuzevrijheid is daarin een belangrijk goed. Een persoonlijk arrangement betekent overigens niet dat de keuze onbeperkt is. Dit is mede afhankelijk van de beschikbaarheidbeheersbaarheid van voorzieningen.

gewend te denken in één en hetzelfde product, omdat menHet persoonlijke arrangement wordt op maat ingevuld. Het arrangement is mede gebaseerd op wat mensen wel nog kunnen vanuit hun eigen kracht en de kracht van hun informele netwerk. Dat betekent dat de invulling kan

s in nagenoeg gelijk lijkende omstandigheden. De vraag is hoe dit straks in een verordening tot uitdrukking kan komen.

tussen wal en schip de drie decentralisaties brengt met zich mee dat een deel van de burgers in een kwetsbare

)indicatie verliest en hierdoor mogelijk minder ondersteuning krijgt en/of minder deel gaat nemen aan voorzieningen die in belangrijke mate bijdragen aan hun eigen regie en die deelname aan de samenleving bevorderen. Andere burgers in een kwetsbare positie met nieuwe hulp-

en zorginfrastructuur omdat deze wordt afgebouwd.het uitgangspunt dat er geen mensen tussen wal en schip vallen doordat ze hun (AWBZ

)indicatie verliezen of daar niet voor in aanmerking komen. Het gezamenlijk voeren van de regie tussen gemeente zorgkantoor en zorgverzekeraar, is daarin een belangrijke voorwaarde.

Investeren aan de voorkant levert rendement op aan de achterkant Wanneer mensen in stuurkracht achteruit gaan, krijgen zij behoefte aan ondersteuning. Gelet op de demografische

de verwachte toename van chronische somatische ziekten en de dreigende tekorten aan zorgpersoneel is de inzet op het voorkómen van het beroep doen op zorg essentieel.De grotere inzet op gezondheid en vitaliteit sluit aan op het uitgangspunt ‘Investeren igezondheid, welzijn, vrijwilligers) levert winst op aan de achterkant (minder zware zorg

. Dit is een leidend principe van het programma Leven in het Dorp WWZ. Van belang is een Zvw te realiseren met wisselwerking tussen preventie

Integrale samenhang en benadering De drie decentralisaties hebben grote raakvlakken met elkaar. De samenhang zit in de opbouw van een

nu naar de achtergrond gedrongen is, noem het het gemeengoed. Hierin ontwikkelen (groepen) burgers nieuwe initiatieven en voorzieningen, waar nodig ondersteunt door maatschappelijk partners en gestimuleert en gefaciliteert door regiepartijen.

e ontwikkelingen zich deels op dezelfde doelgroep. Het betreft mensen die ondersteuning en begeleiding nodig hebben en niet vanzelf hun plek vinden in de maatschappij.

kunnen een (aanvullende) voorziening zijn voor mensen uit de doelgroepen van . Zeker op het terrein van arbeidsmatige dagbesteding waar mensen in een veilige setting

doen en vaardigheden kunnen leren en doorstroom kan plaatsvinden naar Vanuit begeleiding kunnen oplossingen ontstaan voor knelpunten binnen de Participatiewet

naar begeleiding is daarin een specifiek aandachtspunt. Deze doorbelasting moet geen estaande voorzieningen van begeleiding en nieuwe initiatieven die vanuit begeleiding

Voor kwetsbare jongeren is de overgang van Jeugdzorg naar de AWBZ/Wmo bepaald geen sinecure. De bieden de mogelijkheid integraal te kijken en deze overgang in goede banen te leiden.

12

Individuele ondersteuning en begeleiding maken onderdeel uit van de persoonlijke arrangementen daar waar eigen kracht en kracht van het sociale netwerk en collectieve (algemene) voorzieningen niet

Dit is in de figuur hiernaast ‘schema eigen kracht’

De inzet is dat het persoonlijke arrangement is opgebouwd uit de meest passende of geschikte ondersteuning en begeleiding. Keuzevrijheid is daarin een belangrijk goed. Een persoonlijk arrangement betekent overigens niet dat de keuze onbeperkt is. Dit is mede afhankelijk van de beschikbaarheid, bereikbaarheid en

men gelijkheid wil bevorderen. gebaseerd op wat mensen wel

hun informele netwerk. Dat betekent dat de invulling kan

de drie decentralisaties brengt met zich mee dat een deel van de burgers in een kwetsbare )indicatie verliest en hierdoor mogelijk minder ondersteuning krijgt en/of minder deel gaat

n aan hun eigen regie en die deelname aan de en ondersteuningsvragen

en zorginfrastructuur omdat deze wordt afgebouwd. het uitgangspunt dat er geen mensen tussen wal en schip vallen doordat ze hun (AWBZ-

)indicatie verliezen of daar niet voor in aanmerking komen. Het gezamenlijk voeren van de regie tussen gemeente , is daarin een belangrijke voorwaarde.

Wanneer mensen in stuurkracht achteruit gaan, krijgen zij behoefte aan ondersteuning. Gelet op de demografische de verwachte toename van chronische somatische ziekten en de dreigende tekorten

aan zorgpersoneel is de inzet op het voorkómen van het beroep doen op zorg essentieel. Investeren in de voorkant (vitale burgers,

gezondheid, welzijn, vrijwilligers) levert winst op aan de achterkant (minder zware zorg, minder inzet . Dit is een leidend principe van het programma Leven in het Dorp WWZ. Van belang is een

tussen preventief (care) en curatief beleid.

De samenhang zit in de opbouw van een nu naar de achtergrond gedrongen is, noem het het gemeengoed. Hierin ontwikkelen

(groepen) burgers nieuwe initiatieven en voorzieningen, waar nodig ondersteunt door maatschappelijk partners en

e ontwikkelingen zich deels op dezelfde doelgroep. Het betreft mensen in een kwetsbare positie die ondersteuning en begeleiding nodig hebben en niet vanzelf hun plek vinden in de maatschappij.

de) voorziening zijn voor mensen uit de doelgroepen van . Zeker op het terrein van arbeidsmatige dagbesteding waar mensen in een veilige setting

plaatsvinden naar werkplekken. patiewet. De doorbelasting

naar begeleiding is daarin een specifiek aandachtspunt. Deze doorbelasting moet geen estaande voorzieningen van begeleiding en nieuwe initiatieven die vanuit begeleiding

Voor kwetsbare jongeren is de overgang van Jeugdzorg naar de AWBZ/Wmo bepaald geen sinecure. De ken en deze overgang in goede banen te leiden.

Page 22: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

13

De decentralisaties spelen zich niet alleen af binnen de beleidsterreinen WWZ, Jeugd en Gezin en Werk en Inkomen. Ze raken daarnaast andere beleidsterreinen, zoals Gemeenschapsontwikkeling (leefbaarheid), Economie, Omgevingsontwikkeling, Accommodatie/vastgoedbeleid, Cultuur en Sport. Een integrale aanpak is daarom noodzakelijk. Naast een noodzaak biedt de integrale aanpak kansen die vanuit de afzonderlijk beleidsterreinen niet uit de verf zouden komen. De integrale afstemming heeft een grote meerwaarde waarbij ontwikkelingen, problemen en omstandigheden en verschijnselen in hun onderlinge samenhang worden bezien en benaderd. Een integrale benadering vanuit Wmo-AWBZ-Zvw, Werk en Inkomen en Jeugd en Gezin is nodig om voorzieningen en instrumenten te realiseren waar (zorg)vragers gebruik van kunnen (blijven) maken.

2.2.6 Wisselen (kantelen) van perspectief vrijwilli gers en beroepskrachten De opmaat naar een nieuw en toekomstbestendig maatschappelijk systeem voor werk, wonen, welzijn en zorg vraagt dat vrijwilligers en beroepskrachten van perspectief wisselen; het gaat niet meer om hun cliënt, maar om een burger in een kwetsbare positie in de buurt. Het betekent voor de betrokkenen ook het durven loslaten van de eigen (beroepsmatige) deskundigheid en het ruimte geven aan de burger in een kwetsbare positie. Dit bevordert de eigen kracht en regie van deze burger. Er ontstaat een vernieuwende werkwijze die van de beroepskracht het kantelen van het eigen perspectief vraagt dat organisatiegericht is naar een eigen perspectief dat de vrager/klant centraal stelt en gericht is op het integraal bekijken van behoeften (de vraag achter de vraag), het nemen van meer eigen verantwoordelijkheid, afstemmen met vrijwilligers en andere beroepskrachten en het creatief zoeken naar oplossingen binnen het huidige systeem van wet- en regelgeving. Willen beroepskrachten daartoe in staat zijn dan betekent dit ook een kanteling van het perspectief van de organisatie zelf. Wanneer beroepskrachten niet de ruimte krijgen van hun organisatie om het ‘anders’ te gaan doen dan lopen de beroepskrachten vast. Dit betekent dat deze kanteling in de eigen organisatie moet worden doorgevoerd en vertaald in bedrijfsmatige aspecten. Dit vraagt om een managementstijl die mede gericht is op het coachen van beroepskrachten waarbij deze in hun eigen kracht komen om meer eigen regie en verantwoordelijkheid in hun werk te nemen. Dat vraagt van de leiding van organisaties dat ze meer denken en doen vanuit mensen en hun (levens)verbanden en minder vanuit de organisatie en de daaraan verbonden belangen. 2.2.7 Samenwerken in netwerken In de integrale aanpak en met co-creatie ontstaan nieuwe netwerken van mensen met een verschillende achtergrond die samenwerken aan vraagstukken. Burgers (in een kwetsbare positie), mantelzorgers, belangenorganisaties, (zorg)vrijwilligers, beroepskrachten, financieel deskundigen, beleidsmakers, managers en bestuurders zetten hun talenten, deskundigheden, capaciteiten en ervaringen in om de vraagstukken op te lossen. Daarin is het vraagstuk leidend en beweegt het eigen en het organisatieperspectief meer naar de achtergrond. Belangrijk daarin is een gezamenlijke definiëring en analyse van het vraagstuk. Dat betekent dat men elkaars ‘taal’ moet leren zodat men begrippen op eenzelfde manier interpreteert. Dat is niet gemakkelijk en vraagt aandacht en tijd. Het gezamenlijk zoeken naar oplossingen en het boeken van resultaten levert vertrouwen in elkaar op. Verder ontstaat een proactieve houding om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen en nieuwe vraagstukken. Mensen vinden elkaar daarin meer omdat ze samen iets willen bereiken en minder vanuit de status die ze ontlenen uit hun beroep of organisatie. Draagvlak vanuit management en bestuurders blijft belangrijk om de geboekte resultaten te borgen en grenzen in regelgeving en procedures te verkennen en te verleggen. 2.2.8 Van concurrentie in de zorg naar vernetwerkte samenwerking De transformatie naar een nieuw maatschappelijk systeem betekent dat de bedrijfsvoering van maatschappelijk partners daarop moet gaan inspelen. In het huidige systeem van de verzorgingsstaat is concurrentie in de zorg gestimuleerd en nagestreefd. In de transformatie naar een maatschappij van vitale burgers en vitale gemeenschappen past concurrentie steeds minder. Zeker waar dat appelleert aan ondernemerschap van burgers. De nadruk zal steeds meer op samenwerking binnen netwerken van mensen en partijen komen te liggen; noem het vernetwerkte samenwerking . In de vernetwerkte samenwerking wordt een op maat gesneden invulling gegeven aan de persoonlijke arrangementen van burgers (in een kwetsbare positie) en ondersteuningsvragen van bedrijfsmatige aard.

Page 23: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

14

Vanuit een bundeling van financieringsstromen en een gezamenlijk inkoopkader wordt de exploitatie van begeleiding in Peel en Maas ingevuld op basis van plannen en begrotingen van de netwerkpartners. In de vernetwerkte samenwerking ontstaan nieuwe samenwerkingsverbanden die niet gebaseerd zijn op concurrentie. 2.2.9 Van smal loket naar brede en diepe gekantelde loketfunctie De integrale aanpak, de vernieuwing in de bestaande infrastructuur en de zoektocht naar een nieuwe methodiek die burgers (in een kwetsbare positie) daar toegang toe geeft, vergt een kanteling van de huidige loketfuncties. Het uitgangspunt is het inrichten van een brede en diepe gekantelde loketfunctie in samenhang met andere loketfuncties en signaalfuncties op lokaal niveau van de gemeenten. Uitgangspunt is dat het loket zo dicht mogelijk bij de burgers is, laagdrempelig en goed toegankelijk is en de vrager maar één keer zijn verhaal hoeft te doen en één aanspreekpunt heeft. De vrager kan met alle soorten (ondersteunings)vragen bij het loket terecht (breed) en kan bij het loket alle functies (van informatie tot ondersteuning) krijgen (diep) . Dat betekent niet dat het loket op één fysieke plek aanwezig hoeft te zijn. Het loket manifesteert zich niet alleen in een fysieke loketfunctie maar ook digitaal en telefonisch en is een zoveel mogelijk outreachend en integraal werkende functie. Vanuit het perspectief van de burger (in een kwetsbare positie) en de samenhang tussen de drie decentralisaties is er op termijn bij voorkeur één integrale loketfunctie in Peel en Maas voor de domeinen WWZ, Jeugd en Werk. Daarbij is nodig dat in alle domeinen volgens de methodiek van het ‘arrangeren’ wordt gewerkt en er een goede afstemming is tussen de drie domeinen en andere gerelateerde domeinen. De (vraag van de) burger (in een kwetsbare positie) wordt in het ‘arrangeren’ anders benaderd: hij/zij heeft een integrale ondersteuningsbehoefte en er wordt meer gekeken naar zijn/haar mogelijkheden en de bijdrage die de burger zelf kan leveren aan de oplossing van zijn ondersteuningsvraag. Vervolgens wordt gekeken naar hoe de eigen kracht versterkt of aangevuld kan worden. In de huidige indicatiesystematiek ligt de nadruk op het compenseren van de beperkingen. Deze nieuwe invalshoek bij het oplossen van problemen vraagt een cultuur- en attitudeverandering bij burgers, beroepskrachten (in het loket) en bij de gemeente, indicatieorganen en maatschappelijk partners zelf. 2.2.10 Lokaal wat kan en regionaal waar meerwaarde is Iedere gemeente voert lokaal regie en maakt uitvoeringsafspraken met (lokale) partners vanuit lokale, bovenlokale en regionale inkoopkaders. Daar waar de gemeenten meerwaarde zien werken ze samen met andere gemeenten. De gemeenten wisselen regionaal kennis en ervaring uit, ontwikkelen samen en maken afspraken over bovenlokale en regionale vraagstukken. Door lokaal instrumenten, projecten en voorzieningen te ontwikkelen en in te zetten kunnen inwoners langer in hun vertrouwde omgeving blijven leven en deelnemen aan de maatschappij. Hierdoor zullen minder mensen gebruikmaken van of instromen in (regionale) AWBZ- en Werkvoorzieningen. Daarbij moet er een goede afstemming zijn over de inzet van de lokale instrumenten en de regionale instrumenten. Dit moet niet leiden tot het afschuiven van verantwoordelijkheden waardoor mensen tussen wal en schip zouden vallen. Regionaal kunnen dat specialistische diensten en voorzieningen zijn waar lokaal onvoldoende omvang is in het aantal mensen met die specifieke ondersteunings- of begeleidingsvraag. Het kan ook zijn dat het gaat om zulke specifieke ondersteunings- of begeleidingsvragen waar de vernetwerkte samenwerking lokaal geen op maat gesneden invulling aan het persoonlijke arrangement kan geven. Gemeenteoverschrijdend deelnemersverkeer is één van de vraagstukken waarmee de zeven Noord-Limburgse gemeenten in de regionale werkgroep decentralisatie AWBZ-Wmo aan de slag gaan en daarover regionale afspraken maken. De dagvoorzieningen zijn er niet alleen voor de inwoners van Peel en Maas. Vooral de dagvoorzieningen die een specifieke invulling kennen, zoals zorgboerderijen of arbeidsmatige dagbesteding trekken ook deelnemers van buiten de gemeente Peel en Maas. Met deze specifieke voorzieningen is in Peel en Maas een aanbod voor burgers in een kwetsbare positie uit andere gemeenten, dat in de eigen gemeente niet voor handen is. Overigens nemen ook inwoners van Peel en Maas deel aan voorzieningen in andere gemeenten. Hierbij dient aandacht te zijn voor keuzevrijheid van de burger in een kwetsbare positie. Daar waar vanuit het persoonlijke arrangement blijkt dat een voorziening die niet in de gemeente ligt waar de burger woont een meerwaarde heeft voor het bevorderen van de eigen kracht en eigen regie moet dat als een afweging mee worden genomen in de match tussen vraag en aanbod.

Page 24: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

15

2.2.11 Betaalbaarheid door experimenten, dereguleri ng en investeren in innovatie gericht op vitaliteit Hoe de uitgaven beheersbaar kunnen worden gehouden moet kritisch bekeken worden. De Wmo bijvoorbeeld is immers een zogenaamde ‘open-einde-regeling’. Dit gebeurt in samenhang met de vraag ‘welk thema of vraagstuk is eigendom van wie?’. In het algemeen kan gesteld worden dat hoe lager het algemeen voorzieningenniveau is, hoe hoger de inzet is van individuele voorzieningen. Hoe meer in de samenleving collectieve (voorliggende) voorzieningen en sociale coöperaties tot ontwikkeling en werking komen, hoe groter de kans is dat de kosten van de overheid beheersbaar blijven. Het ontwikkelen en ondersteunen van samenlevingsvoorzieningen zal ook van de overheid investeringen vragen. Het opzetten van experimenten is een goede manier om kosten beheersbaar te houden. Op basis van een grondige evaluatie kunnen soortgelijke initiatieven dan elders worden gestimuleerd en waar nodig ondersteund. In het kader van de betaalbaarheid is deregulering belangrijk. Het vereenvoudigen, verkorten en verminderen van regels en het interpreteren daarvan als richtlijn leidt tot minder bureaucratie en is daardoor kostenbesparend. Verder kunnen kosten worden teruggebracht door creatieve samenlevingsproducten te ontwikkelen en door te investeren in maatschappelijke productie die gericht is op gezondheid en vitaliteit, op uitstel van langdurige AWBZ-zorg en op minder inzet van beroepskrachten. Samenwerking en afstemming tussen WWZ-aanbieders en met bedrijven en het verkennen van grenzen van wettelijke, financiële en beleidsmatige kaders zijn daarbij belangrijke voorwaarden. 2.3 Burger (in een kwetsbare positie) en wijkgerich t werken centraal in visie Zorgkantoor Coöperatie

VGZ en Zorgverzekeraar VGZ De visie van het Zorgkantoor Coöperatie VGZ en Zorgverzekeraar VGZ sluit sterk aan bij de visie en uitgangspunten in Peel en Maas. In de visie staan burgers (in een kwetsbare positie) en wijkgericht (buurt- en dorpsgericht) werken centraal. Het doel is zelfstandig (blijven) leven in de eigen omgeving. Daarbij staat de oorspronkelijke hulpvraag van burgers centraal en niet het aanbod of de indicatie.

Vereist hierbij is het opzetten van wijknetwerken (welzijn en zorg) waarin eerst wordt uitgegaan van de eigen kracht van burgers (klant) en vervolgens oplossingen gezocht worden in de sociale omgeving. Om dan pas te zoeken naar oplossingen bij collectieve voorzieningen en pas als laatste het inzetten van individuele voorzieningen en beroepsmatige zorg die steeds specialistischer van aard kan zijn. De beroepsmatige inzet is daarin onderdeel van een samenhangende wijkgerichte benadering dicht bij de burger (in een kwetsbare positie). Coördinatie en samenhang zijn daarin belangrijke voorwaarden. De wijkgerichte benadering in de visie van VGZ is gericht op de versterking van het netwerk rondom de burger (in een kwetsbare positie), bestaande uit de sociale omgeving en het geheel van voorzieningen en beroepskrachten. Het betreft een samenwerking tussen de domeinen Wmo, AWBZ en Zvw. Daarbij zijn de gemeente, zorgkantoor en verzekeraar de inkopende organisaties.

De kenmerken van de wijkgerichte benadering, zijn: • coördinatie en samenhang via wijkverpleegkundige functie • dicht bij de burger • regierol op zorgplan burgers (in een kwetsbare positie) • preventie en vroegsignalering • verbinding met de 1e lijn zorg • inbedding monoketens (dementie,CVA,diabetici etc.) • gericht op outcome (resultaat) i.p.v. inspanning (p*q) • autonomie beroepskracht De burger met een hulp/zorgvraag over gezondheid richt zich in eerste instantie tot de 1e lijn zorg. De toegang tot deze 1e lijn zorg zal in de nabijheid van de burger georganiseerd worden. Deze ‘nabije zorg’ is een multidisciplinaire basis die zich via een wijknetwerk verbindt met de beroepskrachten van Wonen en Welzijn. Vanuit de 1e lijn zorg kan de burger verwezen worden naar Welzijn. Voor de burger zal de vraag en oplossing integraal worden benaderd, waarbij eerst uitgegaan wordt van de eigen kracht van burgers. Als voor de burger op de hulp/zorgvraag vanuit zorg een passend antwoord bestaat, dan zal dit antwoord vanuit deze ‘nabije zorg’ georganiseerd worden. Indien hierbij specialistische zorg nodig is, blijkt dit uit een doorverwijzing via de poortwachter vanuit de ‘nabije zorg’. Dit geldt tevens voor gevallen waarbij hoog-complexe zorg nodig is. In de toekomst evolueert de ‘nabije zorg’ van reactief naar meer proactief en daarmee wordt vorm gegeven aan preventie. Voorkomen is beter dan genezen, waarbij de ‘nabije zorg’ vanuit een signalerende rol, (zwaardere) zorg en (zwaardere) ziekte moet zien te voorkomen. De rolverdeling op dit punt tussen gemeenten en zorgverzekeraars moet nog verder worden vormgegeven.

Page 25: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

16

Voor de burger met een hulp/zorgvraag op het gebied van de geestelijke gezondheid wordt in samenwerking met de centrumgemeente (Venlo) een bijdrage geleverd aan de vermindering van de problematiek op de prestatievelden 'maatschappelijke opvang', 'openbare geestelijke gezondheidszorg' en 'verslavingszorg' binnen de Wmo. Gewenst resultaat is dat de effectiviteit van de geleverde zorg binnen deze prestatievelden wordt vergroot en tegelijkertijd efficiëntie wordt verbeterd. Dit kan o.a. door financieringsstromen van gemeenten, AWBZ en Zorgverzekering op elkaar af te stemmen en door vraag en aanbod van zorg met elkaar afstemmen. De doelstelling in de visie van Zorgkantoor Coöperatie VGZ komt overeen met de doelstelling van Leven in het Dorp WWZ. In Leven in het Dorp WWZ ligt de focus nog meer vanuit welzijn. 2.4 Positionering van decentralisatie begeleiding i n programma Leven in het Dorp WWZ Het programma Leven in het Dorp WWZ is een proces van visievorming, beleidsontwikkeling, netwerksamenwerking en netwerkontwikkeling en heeft veel concrete projecten en vernieuwende initiatieven opgeleverd. Burgers (in een kwetsbare positie), vrijwilligers en beroepskrachten geven daar gezamenlijk vorm en inhoud aan. Leven in het Dorp WWZ is gebaseerd op ‘good persons, good networks en good practices’. Doelstelling: Leven in het Dorp WWZ is erop gericht om senioren en mensen met beperkingen in Peel en Maas in staat te stellen om de kwaliteit van leven te bevorderen en om zolang mogelijk de regie over hun eigen leven en leefomgeving te behouden, in de vertrouwde omgeving te blijven leven en deel te (blijven) nemen aan de samenleving. In de uitvoeringsnota van 2008 zijn de successen en verworvenheden van de periode 2001-2008 beschreven, zijn ontwikkelingen geanalyseerd en vertaald, is een aangescherpte visie geformuleerd, zijn de gezamenlijke uitvoeringsafspraken en het ambitieprogramma uitgewerkt en is een vernieuwde regie/netwerkstructuur beschreven. In het programma Leven in het Dorp WWZ werken meer dan 30 convenantpartijen samen aan de invulling van de uitvoeringsafspraken en ambitieprogramma. De uitvoeringsafspraken van het programma Leven in het Dorp WWZ zijn in acht programmalijnen vastgelegd, waaronder weer een veelheid aan producten en projecten in samenhang gerealiseerd worden, te weten: 1. Versterking van zelfregisserend vermogen van individu en dorp 2. Adviseren / coachen van vraag naar ondersteuning 3. Ontmoeting en dagvoorziening 4. Sluitende keten van Wmo-AWBZ-Zvw 5. Wonen met welzijn en zorg 6. Vermaatschappelijking van de zorg 7. Productinnovatie 8. Doorontwikkeling en uitbreiding netwerken De implementatie van de functie begeleiding in Peel en Maas geeft invulling aan alle programmalijnen van Leven in het Dorp WWZ, m.u.v. de programmalijnen 5 en 6. De gemeente, Zorgkantoor Coöperatie VGZ en Zorgverzekeraar VGZ sluiten medio 2013 een nieuw convenant in Peel en Maas. Daarmee spelen de regiepartijen in op de verschuivingen in de AWBZ, Wmo en Zvw.

Page 26: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

17

3 Collectieve pijler: Dagvoorzieningen en vervoer De collectieve pijler van begeleiding bestaat uit twee onderdelen: dagvoorzieningen en het vervoer. Onderstaand wordt op beide onderdelen dieper ingegaan waarbij telkens wordt teruggeblikt, de stand van zaken geschetst en de opgave voor de komende jaren benoemd. 2020FLITS * In alle dorpen zijn dorpsdagvoorzieningen. * Stichtingen van vrijwilligers staan in de eigen dorpsdagvoorziening

aan het roer en zorgen voor beheer en exploitatie. * Zorgboeren en maatschappelijk ondernemers (ZB/MO)

hebben een rechtstreekse inkooprelatie met regiepartijen. * De dorpsdagvoorzieningen, ZB/MO en AWBZ-

dagbesteding vormen een samenwerkend netwerk en zijn versterkend naar elkaar toe. * Dagvoorzieningen in Peel

en Maas herbergen deelnemers uit andere gemeenten en andersom. * Burgers in een kwetsbare positie maken

regionaal gebruik van een vervoerssysteem samengesteld uit dorpsvervoer, openbaar vervoer en (commercieel)

taxivervoer. *

3.1 Dagvoorzieningen Collectieve voorzieningen zoals dagvoorzieningen zijn het hart van de aanpak van de ondersteuning van burgers in een kwetsbare positie in Peel en Maas. Juist door ondersteuning in de dorpen te organiseren met inzet van andere dorpsgenoten zorgt ervoor dat mensen langer zelfstandig in eigen dorp kunnen blijven leven. Met de overheveling van de functie begeleiding uit de AWBZ naar de Wmo wordt de versterking van de functie van deze voorzieningen in de dorpsgemeenschappen nog belangrijker. 3.1.1 Positionering dagvoorzieningen in decentralis atie begeleiding Dat vanuit het regeerakkoord van het nieuwe kabinet Rutte II de aanspraak op dagbesteding wordt geschrapt, c.q. versoberd, betekent dan ook niet dat er in Peel en Maas geen dagvoorzieningen meer zouden zijn voor de burgers (in een kwetsbare positie). Sterker nog: de inzet is juist op het realiseren van een netwerkstructuur van dagvoorzieningen in alle dorpen. Dagvoorzieningen zijn immers collectieve voorzieningen ingebed in het sociale netwerk van burgers (in een kwetsbare positie) en passen dus in de gekantelde aanpak van ondersteuning. Zie de vertaling van de kanteling Wmo naar nieuwe ondersteuningsarrangementen in onderstaand schema.

De beleidsruimte, die in het regeerakkoord met het laten vervallen van de aanspraak op dagbesteding ontstaat, geeft wel de ruimte om de in Peel en Maas ingezette beleidslijn van de positionering van dagvoorzieningen als niet-geïndiceerde welzijns- en ontmoetingsvoorzieningen (in plaats van zorgvoorzieningen) verder vorm te geven. De ingangsdatum van de overheveling van begeleiding is volgens het Regeerakkoord vastgesteld op 1-1-2015. Dit betekent dat ook in 2014 nog onder het oude AWBZ-regime moet worden gewerkt. In het kader van het convenant en gezamenlijke inkoopkader met zorgkantoor/zorgverzekeraar zal echter in 2013 en 2014 al zoveel mogelijk invulling worden gegeven aan de nieuwe manier van werken en vorm worden gegeven aan de nieuwe gekantelde dagvoorzieningenstructuur. 3.1.2 Beleidslijn Peel en Maas: een breed palet aan dagvoorzieningen Peel en Maas biedt een divers palet aan dagvoorzieningen. In de inrichting van een dekkende dagvoorzieningenstructuur wordt onderscheid gemaakt naar drie type dagvoorzieningen: 1. Dorpsdagvoorzieningen en huiskamers. 2. Dagvoorzieningen zorgboerderijen/maatschappelijk ondernemers 3. Dagbesteding AWBZ

Begeleidingsarrangementen

Eigen

kracht

Sociaal

netwerk

Collectieve

voorziening

voorziening

Individuele

Eigen tijds-

besteding

Dorpsdag-

voorziening

Zorgboerderij

Individuele begeleiding

Kanteling ondersteuning

Page 27: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

18

De dagvoorzieningen richten zich op verschillende doelgroepen, waarbij zoveel als mogelijk gestreefd wordt naar integrale dagvoorzieningen. Daarnaast bestaan er grofweg een drietal profielen van type activiteiten/dagbesteding die verzorgd worden binnen de dagvoorzieningen in Peel en Maas, te weten: • Ontmoeting, waar ontmoeting primair centraal staat (als ‘vervanging’ van de thuissituatie). • Arbeidsmatig, waar de deelnemers werken (als ‘vervanging’ van de reguliere werksituatie). • Vrije tijd, waar een breed palet aan activiteiten plaatsvindt (als ‘vervanging’ van de vrijetijdsbesteding) Uiteraard heeft elke dagvoorziening zijn unieke opzet en zijn eigen profiel waardoor er een breed pallet aan dagvoorzieningen is met ieder zijn eigen specifieke kenmerken en kwaliteiten. De keuzevrijheid voor de inwoners van Peel en Maas wordt hiermee versterkt. Er is voor ‘elck wat wils’. De dagvoorzieningen zijn er niet alleen voor de inwoners van Peel en Maas. Vooral de dagvoorzieningen die een specifieke invulling kennen, zoals zorgboerderijen of arbeidsmatige dagbesteding trekken ook deelnemers van buiten de gemeente Peel en Maas. Met deze specifieke voorzieningen is er een aanbod voor burgers in een kwetsbare positie uit andere gemeenten, dat in de eigen gemeente niet voor handen is. Hiermee wordt bovendien het draagvlak voor een divers palet aan dagvoorzieningen in Peel en Maas vergroot. Hierover zullen afspraken gemaakt moeten worden met de gemeenten in de regio. Dorpsdagvoorzieningen in Peel en Maas vanaf 2005 st erk in ontwikkeling Dagvoorzieningen spelen een cruciale rol bij het langer leven in de eigen omgeving. Een omgeving waarin burgers, maatschappelijk partners en overheid samen de sociale cohesie versterken via een dagvoorziening, is hiermee een doel op zich. De dagvoorzieningen zijn een buffer tussen thuis wonen en langdurige AWBZ-zorg en daarmee een belangrijk instrument in de Wmo. De gemeente en het zorgkantoor hebben in 2008 een opdracht geformuleerd om een afsprakenkader op het gebied van dagvoorzieningen voor senioren te ontwikkelen. Een themagroep heeft het beleidsadvies Dagvoorzieningen senioren regio Peel en Maas opgesteld (augustus 2009). De gemeente en het zorgkantoor hebben in samenspraak met de betrokken netwerkpartners een sterkte-zwakte analyse gemaakt van de dagvoorzieningen. Per dagvoorziening is een veranderopgave opgesteld. In een positiepaper en een beleidsadvies zijn de resultaten van dit onderzoek uitgewerkt (juli 2010). Het thema dagvoorzieningen staat al langer op de agenda in Peel en Maas. • Experiment dorpsdagvoorziening in gemeenschapshuis D e Ankerplaats in Grashoek in 2005 Voor 2005 zijn mensen met een indicatie in Peel en Maas gescheiden opgevangen van mensen zonder een indicatie. Voordat er sprake was van de invoering van de Wmo is in 2005 door een lokale werkgroep in Grashoek in samenwerking met Vorkmeer en Proteion de eerste dorpsdagvoorziening opgezet. In de dorpsdagvoorziening nemen (oud-)inwoners van Grashoek met en zonder indicatie deel aan dezelfde groep. In maart 2010 is het vijfjarig jubileum gevierd. De ervaringen tot nu toe leren dat de deelnemers het erg naar hun zin hebben, deel blijven uitmaken van dezelfde groep ongeacht of ze meer zorg nodig hebben en de deelnemers met een zwaardere indicatie helpen. Hiermee zijn zij in feite vrijwilliger binnen de dagvoorziening waaraan ze zelf deelnemen en houden zij de dagvoorziening mee in stand. De deelnemers genieten tussen de middag van een gezonde maaltijd die door vrijwilligers in de dagvoorziening wordt klaargemaakt. Naast een mooie dagbesteding voor de deelnemers geeft de dagvoorziening een stuk ontlasting aan de mantelzorgers thuis. • Protocollen en regelgeving zijn ondersteunend Duidelijk is dat de dorpsdagvoorziening consequenties heeft voor vigerende protocollen en regelgeving. Creatieve oplossingen en een praktische benadering maken dat protocollen en regels niet langer leidend, maar ondersteunend zijn. Beroepskrachten ondersteunen daarbij de vrijwilligers en de deelnemers zo lang mogelijk richting zelfhulp . In de uitvoering wordt van de betrokken beroepskrachten een grote mate van eigen verantwoordelijkheid gevraagd. Dit betekent dat de leidinggevende rol meer op afstand komt te staan en meer coachend wordt. • Maatschappelijk rendement Het aanbieden van welzijn en zorg vanuit een dagvoorziening in een dorp of buurt is efficiënter dan de verplaatsing van de deelnemers naar geïnstitutionaliseerde, intramurale AWBZ-zorg. Kijkend naar de financiering is duidelijk dat veel dagvoorzieningen structureel exploitabel zijn. In de nieuwe opzet met vrijwilligers, een beroepskracht vanuit welzijn en zorg en andere zorg op afstand nemen voor dezelfde AWBZ-middelen meer deelnemers deel aan de dagvoorziening. Aangezien de betrokkenheid vanuit inwoners aan de voorkant verankerd is, resulteert de aanpak in voldoende vrijwilligers . Hierdoor is het mogelijk om in kleine kernen (van 1.000 tot 2.000 inwoners) een dorpsdagvoorziening te realiseren.

3.1.3 Terugblik dagvoorzieningen Terugblik Dorpsdagvoorzieningen In de afgelopen tijd hebben de lokale initiatiefnemers uit de dorpen (allen vrijwilligers) en welzijn- en zorgaanbieders gewerkt aan de transformatie van de dagbesteding naar een dorpsdagvoorziening, die opgezet en ‘gerund’ wordt door de lokale gemeenschap en in de lokale gemeenschap ingebed is. In elk dorp is door de

Page 28: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

19

initiatiefnemers een lokale werkgroep gevormd die de dorpsdagvoorzieningen mee hebben opgezet of ontwikkelen in hun eigen dorp. In de dorpsdagvoorzieningen kunnen senioren met en zonder AWBZ-indicatie terecht (binnen de grenzen/mogelijkheden die de dorpsdagvoorziening kan bieden). De lokale werkgroepen, hebben Peel en Maas breed, de Werkgroep Dorpsdagvoorzieningen Peel en Maas gevormd en zijn periodiek bij elkaar gekomen om ervaringen uit te wisselen en van gedachten te wisselen over de invulling van de dorpsdagvoorzieningen. Dit is een vorm van co-creatie . Het Implementatieteam begeleiding neemt deel aan de bijeenkomsten van de werkgroep. Verder heeft het implementatieteam met de betrokken zorg- en welzijnaanbieders bilateraal overleg gevoerd over de veranderopgave. Koningslust en Grashoek zelf aan het roer in Dorpsd agvoorziening Op 4 april 2012 hebben Lies Joosten, Toos Manders en wethouder Marlou Absil hun handtekening gezet onder de pilot voor de Dorpsdagvoorzieningen in Koningslust en Grashoek. Lies Joosten is voorzitter van de stichting Welzijnsbevordering Inwoners Koningslust. Toos Manders is voorzitter van stichting Dorpsdagvoorziening Grashoek. In 2005 is de Dorpsdagvoorziening in gemeenschapshuis De Ankerplaats in Grashoek van start gegaan. Ouderen uit Grashoek nemen op dinsdag, donderdag en de vrijdagochtend deel aan de dagvoorziening. De activiteiten bepalen de deelnemers grotendeels zelf. Tussen de middag eten ze een gezonde maaltijd die door vrijwilligers is bereid. “Zo gaat dat hier,” vertelt Grad Drissen, penningmeester van de kersverse stichting Dorpsdagvoorziening Grashoek: “Op verjaardagen of in de winkel spreken dorpsgenoten elkaar aan, zo van: wordt het niet eens tijd om je aan te melden?” Zo komen ze ook aan vrijwilligers. Grad Drissen vertelt: “Dan kom ik unne Graashookse tegen op de markt van wie ik weet dat ‘ie in de vut is en dan zeg ik: je verveelt je zeker, hè? Nou, een week later hebben we een nieuwe chauffeur op het vrijwillige ouderenvervoer.” Ouderen die willen, worden gebracht en weer opgehaald. Allemaal door mensen uit het dorp. In Koningslust vindt de dorpsdagvoorziening in Dorpshuis De Sprunk plaats. Piet Geurts, secretaris/penningmeester van de nieuwe stichting Welzijnsbevordering Inwoners Koningslust, legt uit wat er zo bijzonder is aan de opzet. “Bij ons mogen alle ouderen deelnemen, niet alleen diegenen die van de overheid geld krijgen omdat ze ‘iets mankeren’. Daarnaast, en dat is echt heel nieuw, staan we vanaf 2 april zelf aan het roer”. Om Koningslust en Grashoek zelf de ‘baas’ te laten worden over de dagvoorzieningen, moet echter worden afgeweken van traditionele regels en procedures. Een aankomende wetswijziging versnelde het voornemen. Piet Geurts: “In een notendop? Mogelijk komt in 2015 het geld voor dagvoorziening niet meer van de AWBZ maar van de Wmo. Dat gaat gepaard met een bezuiniging. Onder de streep betekent dat, dat er minder geld beschikbaar is terwijl de behoefte aan ondersteuning stijgt. In plaats van in paniek te raken, hebben we deze verandering als een uitdaging aangegrepen. En zo hebben we samen een manier bedacht waarop we toch alle nodige zorg kunnen bieden.” Door twee nieuwe stichtingen op te richten, wordt het voor Koningslust en Grashoek mogelijk om zelf de financiën te beheren. Dat houdt in dat zij de beroepskrachten die nodig zijn, zelf kunnen inhuren. Tot nu toe was een zorgaanbieder eindverantwoordelijk. De grootste winst is echter de hulp van vrijwilligers. Piet Geurts: “Zij drukken de kosten en houden de lijntjes kort tussen het dorp, de deelnemers en de beroepskracht. Dankzij hen is de ouderenzorg écht geworteld in het dorp.” Dat Peel en Maas met de nieuwe constructie een landelijke voorbeeldfunctie heeft, vertelt Piet, komt doordat er met een andere bril naar mensen die ondersteuning of begeleiding nodig hebben wordt gekeken. “Wij zien ze niet als ‘cliënten’ maar als ‘inwoners van het dorp’. Iedereen mee laten doen, dat is het idee.” Alle partijen nemen dus een andere rol dan gebruikelijk, zo moet de gemeente een stapje terug doen om burgers de ruimte te geven en moeten zorg- en welzijnaanbieders van hun standaard werkwijze afwijken. Piet Geurts: “Zo zie je: ook innovatie in de zorg vergt lef en creativiteit.” Wethouder Marlou Absil beaamt dat. “Koningslust en Grashoek steken hun nek uit. Zij gaan daarmee weer een stap verder dan de andere werkgroepen die dorpsdagvoorzieningen in hun eigen dorp hebben opgezet of ontwikkelen. Zo leren we van elkaar. In 2030 zijn er in Peel en Maas dubbel zoveel 75-plussers als nu. Dan ondersteunen ouderen elkaar zoveel mogelijk in hun eigen dorp. Als we dan terugkijken dan is dat met trots naar deze voorlopers. Zij laten zien dat het kan.” “De nieuwe opzet is heel belangrijk”, vertelt Ronald Ruijters, Regiomanager Zorgkantoor Coöperatie VGZ, “Zeven jaar geleden hebben we samen met de gemeente de ruimte gegeven aan Grashoek, Vorkmeer en Proteion om een nieuw soort dagvoorziening in het dorp op te zetten. Dat is een succes en laat zien dat het Samen Anders kan. Zo kan ondersteuning van burgers in hun eigen leefomgeving ook in de toekomst betaalbaar en dus beschikbaar blijven.”

In de afgelopen periode is gewerkt aan: • De organisatie en inrichting van de dorpsdagvoorziening, waarbij door de vrijwilligers een stichting wordt

opgericht of aangehaakt wordt bij een bestaande rechtspersoon in het dorp, die als formele partij de verantwoordelijkheid voor de dorpsdagvoorziening op zich neemt. Deze stichting stelt een plan en jaarlijkse begroting op, op basis waarvan een financieringsbijdrage gevraagd wordt aan de regiepartijen.

• Primair wordt de dorpsdagvoorziening aangestuurd door deze stichting, met daarbij professionele ondersteuning, afhankelijk van de behoefte van de dagvoorziening.

Page 29: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

20

• De mate en kwaliteit van ondersteuning wordt mede bepaald door de mogelijkheden en behoeften vanuit het dorp. De dagvoorziening is primair een vervanging van de thuis-, werk- of vrije tijdssituatie, geen vervanging van een intramurale zorgomgeving.

• De stichting huurt een beroepskracht in die de vrijwilligers ondersteunt tijdens de dagdelen dat de dagvoorziening draait. De beroepskracht heeft een welzijn- en zorgachtergrond. Indien nodig worden zorgverleners ingehuurd wanneer deelnemers dit nodig hebben. De kwaliteit van zorg wordt geborgd door de beroepskrachten en zorgverleners.

• Nadrukkelijk wordt bij de ontwikkeling van de dorpsdagvoorzieningen aandacht besteed aan een ‘gezond’ evenwicht in de belastbaarheid van de vrijwilligers en de toenemende ondersteuningsvraag van deelnemers.

• Door welzijnsstichting Vorkmeer en de betrokken zorgaanbieders is ondersteuning geboden aan de lokale werkgroepen bij de doorontwikkeling van een bestaande dorpsdagvoorziening of opzet van een nieuwe dorpsdagvoorziening.

• In de Werkgroep Dorpsdagvoorzieningen Peel en Maas wordt van gedachten gewisseld over de mogelijke verbreding van de dorpsdagvoorziening naar andere doelgroepen.

• In samenspraak met de werkgroep is door het implementatieteam een eigen bijdrage regeling voor de deelnemers zonder indicatie ontwikkeld. Deze eigen bijdrage zal straks na overheveling vanuit de AWBZ en vervallen van de indicaties voor alle deelnemers gaan gelden.

Terugblik Zorgboeren en maatschappelijk ondernemers In de afgelopen tijd zijn voorbereidingen getroffen voor de inrichting van zelfstandige dagvoorzieningen, die ‘gerund’ worden door zorgboeren of andere maatschappelijk ondernemers. Dat wil zeggen dat de maatschappelijk ondernemer verantwoordelijk is voor de exploitatie van de dagvoorziening. De ondernemer wordt rechtstreeks bekostigd door de regiepartijen op basis van geleverde diensten/dagdelen opvang. De maatschappelijk ondernemer bepaalt zelf welke beroepskrachten of andere professionele ondersteuning ingehuurd wordt bij diverse deskundige partijen (welzijn- en zorgaanbieders). De zorgboeren/maatschappelijk ondernemers (ZB/MO) hebben de Werkgroep ZB/MO Peel en Maas geformeerd waarin ze samen werken aan de voorbereidingen. Het Implementatieteam begeleiding kijkt over de schouders van de werkgroep mee. Ook hier een vorm van co-creatie. Aanvankelijk was het voorstel om in ‘een papieren pilot’ met de nieuwe manier van werken te starten in Peel en Maas. Met het uitstel van de landelijke besluitvorming over de overheveling van de begeleiding is ervoor gekozen om deze papieren pilot nog niet te starten, aangezien dit administratief en organisatorisch teveel werk met zich mee zou brengen, terwijl de toekomstige landelijke beleidslijn nog teveel onduidelijkheden bevat.

Wel is gezamenlijk gewerkt aan een aantal onderwerpen: • Door de ZB/MO is afgesproken om in 2013 invulling te geven aan gezamenlijke PR. • Door een aantal ZB/MO is een voorstel ontwikkeld voor een op maat gemaakt eenvoudiger kwaliteitssysteem

passend bij de complexiteit van de ondersteuning op de dagvoorziening en aansluitend op de transitie van zorg naar welzijn, die de dagvoorzieningen in Peel en Maas door gaan maken. De aangekondigde beleidsvrijheid vanuit het regeerakkoord zal hier straks ook ruimte voor moeten creëren.

• Er is een overleg over vervoer gestart, waarin gekeken wordt hoe de ZB/MO samen het vervoer kunnen regelen en samenwerking met het dorpsvervoer wordt opgepakt.

• De ketensamenwerking en afstemming met de WWZ-infrastructuur is wel geagendeerd in de werkgroep maar nog niet concreet vorm gegeven.

• Vanuit Arvalis is informatie verstrekt voor een pilotproject met de zorgboeren in Peel en Maas, waarvoor een provinciale subsidie beschikbaar komt.

• Het implementatieteam voert in het kader van inkoop van dagdelen dagopvang overleg met hoofdaannemers (zorgaanbieders) over de veranderende rol van de zorgaanbieders ten aanzien van de ZB/MO.

• Het implementatieteam bewaakt via het gezamenlijk inkoopkader het totale volume en de diversiteit aan dagvoorzieningen ZB/MO.

• Door gemeente en zorgkantoor is het aandachtspunt van gemeentegrensoverschrijdende deelnemers naar voornamelijk de zorgboerderijen geagendeerd in het regionaal overleg met andere gemeenten.

Daarnaast bereiden de ZB/MO zich uiteraard individueel voor op de komende veranderingen.

Page 30: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

21

Terugblik Dagbesteding AWBZ In het regeerakkoord van kabinet Rutte II worden ingrijpende maatregelen ten aanzien van de AWBZ voorgesteld. Het merendeel van de extramurale AWBZ wordt overgeheveld naar de Wmo, de extramurale verpleging wordt ondergebracht in de Zorgverzekeringswet. De aanspraak op intramurale AWBZ wordt fors ingekrompen. Alleen mensen met een ZZP deels 4 of hoger kunnen straks nog terecht binnen een intramurale AWBZ-voorziening voor wonen, welzijn en zorg. Concreet betekent dit dat mensen zoveel als mogelijk zelfstandig moeten blijven wonen en daarbij door gemeente vanuit de Wmo ondersteund moeten worden. Dit betekent dat de AWBZ-dagbesteding en dagverzorging op termijn relatief minder groot zal zijn. De meeste mensen zullen in Wmo-voorzieningen opgevangen moeten worden. De resterende AWBZ zal volgens het regeerakkoord aangestuurd wordt vanuit een landelijke voorziening. Ondanks dat dit betekent dat het merendeel van de dagbesteding (niet-medische zorg volgens het regeerakkoord) onder de Wmo komt te vallen wordt er in Peel en Maas voor gekozen om ook de resterende AWBZ-voorzieningen aan te sluiten op de WWZ-infrastructuur in de kernen. De AWBZ-dagbesteding blijft onder regie van de meest betrokken partij, de zorgaanbieder, en deze worden rechtstreeks gefinancierd vanuit de AWBZ-budgetten. Inhoudelijk maken deze dagvoorzieningen wel dezelfde ontwikkeling door als de dagvoorzieningen die onder de Wmo gaan vallen. Dat wil zeggen dat de AWBZ-dagbesteding zoveel als mogelijk integreren/samenwerken met de andere type dagvoorzieningen (bijv. in een gezamenlijke huisvesting en/of activiteitenprogramma) en worden deze dagvoorzieningen ook zoveel als mogelijk in de lokale gemeenschap ingebed. Inzet van vrijwilligers of mensen met een arbeidsbeperking wordt gestimuleerd. Tevens is er verbinding met de dorps- en buurtgerichte zorgverlening en 1e lijn waardoor synergie tussen AWBZ, Wmo en Zvw plaats kan vinden. De zorgcentra ontwikkelen zich dan naar ‘wijkzorgcentra’. In de afgelopen tijd is door het implementatieteam in bilaterale gesprekken met de welzijn- en zorgaanbieders over deze ontwikkeling gesproken en zijn concrete ideeën ingebracht over de transitie door de welzijn- en zorgaanbieders. Ook in het AWBZ-inkooptraject vanuit het zorgkantoor wordt hier nadrukkelijk aandacht voor gevraagd. Met het regeerakkoord zal deze beleidslijn ten aanzien van de intramurale AWBZ en de dagbesteding de komende tijd wel nog verder aangescherpt moeten worden.

3.1.4 Stand van zaken dagvoorzieningen Stand van zaken Dorpsdagvoorzieningen De dorpsdagvoorzieningen zijn volop in ontwikkeling, ieder in zijn eigen tempo en aanpak. Maatwerk naar behoefte vanuit de kern en naar draagkracht vanuit de lokale gemeenschap staat daarbij centraal. Onderstaand de stand van zaken eind 2012. Er zijn vijf huiskamers, die veelal één dagdeel dagbesteding bieden voor mensen zonder een indicatie. Deze huiskamers worden volledig door vrijwilligers gedraaid en zijn onder gebracht in een multifunctionele ruimte van een gemeenschapshuis of zorgcentrum. In Peel en Maas zijn 5 dorpsdagvoorzieningen: • Twee daarvan, Koningslust en Grashoek, werken sinds 2 april 2012 als pilot al volledig conform de

voorgestelde beleidslijn voor de dorpsdagvoorzieningen. D.w.z.: de lokale werkgroepen hebben ieder een stichting opgericht en een projectplan met exploitatiebegroting voor de pilot opgesteld. De stichtingen hebben samen met de gemeente en zorgkantoor een intentieovereenkomst getekend. Het bestuur van de stichtingen is verantwoordelijk voor de organisatie en financiën en de inhuur en aansturing van de beroepskrachten. Gemeente en zorgkantoor subsidiëren deze dorpsdagvoorzieningen rechtstreeks vanuit de Wmo en AWBZ zonder tussenkomst van Vorkmeer of een zorgaanbieder. Eind 2012 is in samenspraak met de beide stichtingen de nieuwe rol en aanpak zeer positief geëvalueerd. Er zijn geen noemenswaardige knelpunten naar voren gekomen en beide dagvoorzieningen hebben bovendien binnen de begroting en afspraken met gemeente en zorgkantoor geopereerd. Tevens wordt duidelijk dat de dorpsdagvoorzieningen tegen een kostprijs werken van ca. 2/3 van het huidige AWBZ-tarief per dagdeel/deelnemer, indien de groepen goed gevuld zijn. Financieel gezien kun je dat interpreteren als een bezuiniging waarmee je de financiële gevolgen van het regeerakkoord deels pareert. Ga je echter uit van het maatschappelijk rendement en de ontwikkeling

Page 31: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

22

dat de ondersteuningsvraag gaat toenemen dan is de interpretatie dat voor hetzelfde AWBZ-budget binnen de dorpsdagvoorzieningen 2 – 3 keer meer mensen deel kunnen nemen. Voorgesteld wordt om de pilots te continueren.

• De drie dorpsdagvoorzieningen in Beringe, Helden-Dorp en Egchel zijn in voorbereiding en gaan naar verwachting vanaf 2014 als zelfstandige stichting verder. Door de lokale werkgroepen worden op dit moment in overleg met de welzijn- en zorgaanbieders de voorbereidingen hiervoor getroffen.

In de dorpen Baarlo, Kessel/Kessel-Eik, Maasbree en Panningen zijn op dit moment de dagvoorzieningen nog ondergebracht bij de zorgaanbieders. Door lokale werkgroepen wordt met de zorg- en welzijnaanbieders constructief gewerkt aan de ontwikkeling van deze dagvoorzieningen naar een dorpsdagvoorziening. Hierbij zijn nieuwbouwplannen veelal bepalend voor de fasering. In Panningen zal met de ontwikkeling van de dagvoorzieningen in de Ringoven deze stap op korte termijn gezet kunnen worden. In de kernen Baarlo en Maasbree is dit afhankelijk van de plannen met betrekking tot de realisatie van multifunctionele centra in de kernen. In Kessel en Kessel-Eik is door de lokale werkgroep onlangs een behoeftenonderzoek verricht en wordt gewerkt aan de samenhang tussen de dagbesteding in multifunctioneel centrum De Merwijck en de dagvoorzieningen en huiskamer in het Woonzorgcomplex Hof van Kessel. In Meijel wordt invulling gegeven aan het concept dorpsdagvoorziening binnen Sint Jozef Wonen en Zorg, door de uitvoering van verschillende activiteiten voor geïndiceerde en niet geïndiceerde deelnemers, die georganiseerd en begeleid worden door vrijwilligers uit het dorp en ondersteund door het zorgcentrum. De deelnemers aan de dorpsdagvoorzieningen, die minder mobiel zijn worden door vrijwilligers van de dagvoorzieningen of het dorpsvervoer thuis opgehaald en thuisgebracht. In zeven dorpen is het dorpsvervoer door vrijwilligers opgezet en wordt dit door een lokale stichting van vrijwilligers gecoördineerd en beheerd (zie 3.2 Vervoer). De lokale werkgroepen/stichtingen werken allen zelfstandig aan hún dorpsdagvoorziening. Zij hebben daarbij wel behoefte aan ondersteuning door de medewerker van Vorkmeer voor de opzet en (door)ontwikkeling van hun dorpsdagvoorziening en voor het regelen van een aantal praktische zaken, zoals een (gezamenlijke) scholing bedrijfshulpverlening etc.. Daarnaast vindt beleidsmatige ondersteuning vanuit het implementatieteam plaats. In onderstaande figuur is het huidig aanbod aan dorpsdagvoorzieningen weergegeven.

1) Dorpsdagopvang huiskamers regie vrijwilliger2) Dorpsdagopvang regie dorp3) Dorpsdagvoorziening regie zorgaanbieder

Helden

Panningen

Egchel

Kessel-eik

Kessel

Baarlo

Maasbree

Koningslust

Grashoek

BeringeMeijel

Dorpsdagvoorzieningen Peel en Maas

Type dorpsdagvoorziening

1

1 Huiskamer Wozoco Hof van Kessel2 Contactgroep Keppelerhof3 Huiskamer ‘t Hof je Maasbree4 Ouderensoos Baarlo5 Hoeskamer ‘t Erf Egchel

6 Wieksjlaag DDV Beringe7 Kerkeböske DDV Helden8 Ankerplaats DDV Grashoek9 Sprunk DDV Koningslust10 ‘t Erf DDV Egchel11 Huiskameractiviteiten St. Jozef WenZ

12 Dagvoorziening Wietel/Ringoven13 Dagvoorziening ZC Ter Borcht Baarlo14 Dagvoorziening Wozoco Hof van Kessel15 Dagvoorziening De Merwijck Senioren16 Dagvoorziening Wozoco In de

Clockenslagh Maasbree17 Dagvoorziening St. Jozef WenZ18 Activiteitencentrum Vorkmeer Panningen

2

3

4

6

7

98

10

1113

14

15

16

17

1812

5

Page 32: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

23

Dorpsdagvoorziening biedt meerwaarde in leven van d e oudere In het kader van een oriënterende stage in het tweede jaar van de opleiding toegepaste gerontologie aan de Fontys hogeschool in Eindhoven heeft Mariëlle van Hoek eind 2012 acht weken stage gelopen bij de gemeente Peel en Maas. Ze heeft in deze periode een onderzoek gedaan naar de waarde van de dorpsdagvoorzieningen Koningslust en Grashoek voor de ouderen die deze bezoeken. Ter vergelijking heeft ze ook gesproken met vier ouderen die de dagvoorziening niet bezoeken. In totaal heeft ze 16 ouderen uit Koningslust en Grashoek geïnterviewd. De leeftijd van de geïnterviewde personen liggen tussen de 71 en 87 jaar. Er zijn drie mannen en 13 vrouwen geïnterviewd. Er is gekozen voor interviews met de minst kwetsbare participanten van de voorzieningen. Voor mensen die nog fysiek en cognitief in staat zijn hun verhaal te vertellen. De interviews vormen stuk voor stuk echte en oprechte verhalen. Er is uitgegaan van de volgende onderzoeksvragen: 1. Hoe staan de ouderen in Koningslust en Grashoek in het leven? Wat is voor hen belangrijk? 2. Wat zoeken en wat vinden de mensen die de dorpsdagvoorziening bezoeken in de dorpsdagvoorziening? 3. Hoe vullen de mensen die de dorpsdagvoorziening niet bezoeken hun dag in en waar vinden zij contacten? 4. Wat zou de dagvoorziening kunnen bieden voor ouderen die er niet naartoe gaan en waarom maken ze er geen gebruik

van? De mensen die geen gebruik maken van de dagvoorziening doen dit omdat zij zelf aangeven voldoende activiteiten en contacten te hebben om de dagen mee in te vullen. De belangrijkste redenen waarom ouderen de dagvoorziening bezoeken zijn: 1. om sociale contacten op te doen 2. om even weg van thuis te zijn 3. voor de gezelligheid en 4. om er nieuws uit het dorp te vernemen. De dagvoorziening wordt door de deelnemers als erg positief en prettig ervaren en is een meerwaarde in het leven van de ouderen. Men komt onder de mensen, heeft meer contacten en plezier en voelt zich betrokken bij het dorp. Het is er gezellig en de activiteiten zijn over het algemeen leuk. Het eten is erg belangrijk. De deelnemers geven aan dat het eten goed is en dat het gezelliger is om samen te eten. Ook eten ze meer dan als ze alleen eten. Het programma wordt afgestemd op de vraag van de deelnemers. Er wordt een gevarieerd programma aangeboden en er wordt gevraagd naar de interesses van de deelnemers. De deelnemers geven aan dat er goed wordt geluisterd naar wat voor activiteiten ze willen doen. Men kan problemen of andere zaken met elkaar, de vrijwilligers of de beroepskracht bespreken. Daarnaast hebben de ouderen, de vrijwilligers en de beroepskrachten een signalerende functie naar elkaar. Als iemand afwezig is kan nagegaan worden of er iets aan de hand is. Het dorp is vertrouwd en iedereen kent elkaar. Als de dagvoorziening niet in het eigen dorp zou zijn maar in Panningen zouden de meeste mensen niet meer gaan. Het aantal keren dat men naar de dagvoorziening komt varieert sterk. Er zijn vrij veel ouderen die maar 1 dagdeel of 1 dag komen. Ze geven aan dit voldoende te vinden en nog geen behoefte te hebben aan meer. Het valt op dat het overgrote deel van de geïnterviewden erg actief is in het verenigingsleven. Dit geldt zowel voor de ouderen die naar de dagvoorziening gaan als voor de ouderen die er niet naar toe gaan. In Grashoek zijn vier geïnterviewden bezorgd over de toekomst van de dorpsdagvoorziening vanwege de kabinetsplannen. Het is goed om de deelnemers op de hoogte te brengen van aankomende veranderingen. De vraag is wanneer men dat moet doet. Als er toch belangrijke informatie gegeven wordt, zorg dat dit op een rustig en apart moment gebeurd en doe dit bijvoorbeeld niet tijdens het koffie drinken als iedereen druk in gesprek is. De dagvoorzieningen kampen met een verkeerde beeldvorming. Het blijkt dat ‘het dorp’ denkt dat de dagvoorziening iets is voor ‘oude mensen’ die samen koffie drinken. Veel ouderen voelen zich niet oud. Ook blijkt dat het lastig is om nieuwe deelnemers bij de dagvoorzieningen te krijgen. Wil men als dagvoorziening nieuwe deelnemers aantrekken en er echt zijn voor het hele dorp, dan zal er iets gedaan moeten worden aan het imago van de dagvoorziening. Enkele citaten: ‘Ik zou het verschrikkelijk vinden als iemand anders mijn daginvulling bepaalt’. ‘Die ouderen die niet komen denken allemaal dat is voor mensen die oud zijn, terwijl ze zelf vaak ook al 80 zijn geweest.’ ‘Ik wilde eerst helemaal niet gaan. Ik vond het verschrikkelijk dat ik moest gaan kijken van mijn kinderen. Maar toen ik er eenmaal was vond ik het zo gezellig, echt geweldig’. ‘Hier kun je nog eens lachen, in je eentje doe je dat toch niet zo snel.’

Rol en meerwaarde beroepskracht in de dorpsdagvoorz iening De stichtingen van vrijwilligers en lokale werkgroepen vinden de inzet van beroepskrachten een voorwaarde voor de dorpsdagvoorzieningen. De beroepskracht van de dorpsdagvoorzieningen is een andere dan de beroepskrachten van de meer traditionele dagvoorzieningen in de zorgsector. In de meer traditionele dagvoorzieningen in de zorgsector hebben de beroepskrachten een zorgachtergrond dan wel een verpleegkundige achtergrond en wordt vaak een diëtist aan het team toegevoegd. Deze beroepskrachten richten zich vooral op de zorg en begeleiding die de deelnemers nodig hebben. Vrijwilligers zijn betrokken maar de aansturing van de dagvoorziening vindt plaats door de beroepskracht.

Page 33: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

24

De beroepskracht in de dorpsdagvoorzieningen heeft een welzijnsachtergrond en deels een zorgachtergrond. De vrijwilligers sturen de dorpsdagvoorziening aan en de beroepskracht ondersteunt en coacht hun daarbij. Zij fungeren als vraagbaak voor de vrijwilligers. Een deel van de deelnemers heeft een ondersteunings- en begeleidingsvraag. In de afgelopen jaren is deze ondersteunings- en begeleidingsvraag van de deelnemers toegenomen en gaat deze verder toenemen. De beroepskracht bepaalt in overleg met de vrijwilligers de inzet en invulling van de individuele ondersteunings- en begeleidingsvraag binnen de groep. Daar waar bij deelnemers zwaardere zorg of verpleegkundige handelingen moeten worden ingezet, ondersteunt de beroepskracht de vrijwilligers in het inschakelen van een beroepskracht vanuit de thuiszorg. De zwaardere zorg/verpleging wordt daarmee ingezet op het moment dat het nodig is; zorg op afstand . In de dorpsdagvoorziening koken de vrijwilligers een gezonde maaltijd samen met de deelnemers. Indien deelnemers een dieet hebben, wordt indien nodig gebruik gemaakt van de deskundigheid van een diëtist. De beroepskrachten hebben een opleiding bedrijfshulpverlening. Door de aanwezigheid van de beroepskracht is dit stuk regelgeving ingevuld. In vergelijking met activiteiten die door vrijwilligers van de KBO-afdeling of ZijActief en huiskamers die door vrijwilligers worden georganiseerd nemen aan de dorpsdagvoorzieningen mensen met een kleine en grote ondersteunings- en begeleidingsvraag deel. Daar waar huiskamers vooral op de activiteiten zelf zijn gericht is de dorpsdagvoorziening daarnaast gericht op het bevorderen van de eigen kracht en regie van de deelnemers. De inzet van beroepskrachten in relatie tot zwaarte van de ondersteuningsvragen van de deelnemers en de inzet en deskundigheid van vrijwilligers is een aandachtspunt dat jaarlijks meegenomen wordt in het gezamenlijke inkoopkader en de afspraken en contractering die daaruit volgt. Stand van zaken zorgboerderijen/maatschappelijk ond ernemers In Peel en Maas zijn 10 zorgboerderijen/maatschappelijk ondernemers (ZB/MO). Allen werken samen in de werkgroep. • Er zijn 6 zorgboerderijen, die zich op verschillende doelgroepen richten. Zorgwijngaard Vinea Cura is in 2012

nieuw gestart. • Er zijn 4 maatschappelijk ondernemers die allen verschillende activiteiten en doelgroep bedienen.

Maatschappelijk initiatief Selen is in 2012 gestart. De dagbesteding voor kinderen, jongeren en jong volwassenen is nog niet geheel in beeld gebracht. In onderstaande figuur is het huidig aanbod aan ZB/MO ondernemers weergegeven.

1) Zorgboerderij2) Maatschappelijk ondernemer

Helden

Panningen

Egchel

Kessel-eik

Kessel

Baarlo

Maasbree

Koningslust

Grashoek

BeringeMeijel

Zorgboerderijen/ maatschappelijk ondernemers Peel en Maas

Type zorgboerderij/maatschappelijk ondernemer

1 Zorgboerderij Odahoeve Kessel2 Zorgboerderij Paddestool Maasbree3 Zorgboerderij Dubbroek Maasbree4 Zorgboerderij Katsberg Meijel5 Zorgtuinderij Kaate Helden6 Zorgwijngaard Vinea Cura Beringe

7 Dagvoorziening de Fabriek Maasbree8 Zorgpony Menno Panningen9 Initiatief Selen Baarlo10 Peetershof Panningen

1

2 3

45

6

7

8

910

Belangrijkste doelgroep1 Senioren2 Senioren3 Verstandelijke,psychische beperking4 Senioren5 Verstandelijke,psychische beperking6 Psychische beperking

7 Senioren 8 Jeugd9 Lichamelijke beperking10 Verstandelijke,psychische beperking

Page 34: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

25

De meeste ZB/MO werken momenteel als onderaannemer samen met één of meerdere zorgaanbieders. Dit betekent dat de zorgaanbieders tot de overheveling van de begeleiding nog afspraken maken met de ZB/MO op basis van de productievolumes en budgetten, die de zorgaanbieders van het zorgkantoor gekregen hebben. Per 1-1-2013 zijn hier kortingen op doorgevoerd zowel qua volume dagdelen dagopvang als op de tarieven van vervoer. Deze kortingen zijn door de zorgaanbieders één op één doorvertaald naar de onderaannemers. Dit betekent dat de ZB/MO hun bedrijfsvoering hier vanaf 2013 op hebben moeten aanpassen. De ZB/MO bereiden zich voor op hun nieuwe rol na de overheveling waarin zijzelf verantwoordelijk zijn voor de exploitatie van de dagvoorziening. Alle ZB/MO willen graag zelfstandig verder en in een meer gelijkwaardige samenwerkingsrelatie met zorgaanbieders en andere netwerkpartners opereren. Dan kunnen zij ook meer als zelfstandig ondernemer opereren en tot maatwerk komen in de lokale situatie en rechtreeks afspraken maken met de financiers gemeente en zorgkantoor. Ca. 50% van de deelnemers is afkomstig uit Peel en Maas (peildatum medio 2012). De rest komt uit de omliggende gemeenten. Herkomst deelnemers aantal

Dubbroek Katsberg Zorgtuin-derij Kaate

De Oda Hoeve

Padde-stool

Zorg Pony Menno

Fabriek Initiatief Selen

Zorg Wijngaard Vinea Cura

Totaal

Peel en Maas 6 10 13 20 11 19 12 Nog niet bekend

Nog niet bekend

91

Venlo 8 1 3 15 1 24 52

Horst a/d Maas 1 1 2 7 1 12

Leudal 2 1 0 6 1 10

Elders Limburg 1 2 6 3 9

Brabant 8 1 9

Stand van zaken AWBZ-dagbesteding In onderstaande figuur een overzicht van de AWBZ-dagbesteding in Peel en Maas.

Dagbehandeling/ ontmoeting Dagbesteding vrije tijdArbeidsmatige dagbesteding

Helden

Panningen

Egchel

Kessel-eik

Kessel

Baarlo

Maasbree

Koningslust

Grashoek

BeringeMeijel

AWBZ-dagbesteding Peel en Maas

Dagbesteding AWBZ

1

1 Dagbehandeling ZC De Wietel De Zorggroep2 Dagbesteding Vincent Depaul3 Dagbesteding St. Jozef WenZ4 Dagbesteding Savelberg Daelzicht5 De Merwijck Proteion/Daelzicht

6 Activiteitencentrum De Maashorst SGL7 Atelier Oet de Verf Daelzicht8 Dagbesteding Schoolstraat Daelzicht9 Atelier Greun De Fabriek Daelzicht

10 Bakkerij Op de Beek Dichterbij11 Assemblagegroep Meijel Daelzicht

2

3

4

67

8

9

10

11

5

Page 35: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

26

In Peel en Maas is een 11-tal voorzieningen met AWBZ-dagbesteding. Daarbinnen zijn vijf dagvoorzieningen, die zich richten op ontmoeting en dagbesteding en dagverzorging. Veelal vindt dit plaats in de intramurale setting van de zorgaanbieder. Er zijn vier dagbestedingen die zich richten op vrijetijdsactiviteiten. Twee richten zich op arbeidsmatige dagbesteding. In een deel van de ZB/MO vindt ook arbeidsmatige dagbesteding plaats. De AWBZ-dagbesteding is op dit moment nog veelal zelfstandig georganiseerd en vooral gericht op ‘eigen deelnemers’ van de betrokken zorgaanbieders. Met nieuwbouw of verbouw van de bestaande voorzieningen als katalysator is de afgelopen tijd wel al een vernieuwing van het aanbod in gang gezet, waarbij een aantal van deze dagbestedingen in een integrale accommodatie is ondergebracht. Hierdoor ontstaat samenwerking tussen de partijen en ontmoeting en integratie van doelgroepen plaats. Het betreft: • De multifunctionele accommodatie De Merwijck in Kessel waar wonen en dagbesteding van Proteion en van

Daelzicht samen komen. • In 2013 is de opening van de Ringoven in Panningen gepland, waar ondermeer een Atelier Oet de Verf van

Daelzicht, de dorpsdagvoorziening van Panningen en de dagbesteding vanuit Zorgcentrum De Wietel van De Zorggroep zijn gehuisvest. Atelier Oet de Verf is in december 2012 gestart en de dorpsdagvoorziening en dagbesteding voor senioren zijn in april 2013 van start gegaan in de Ringoven.

• In Meijel ontwikkelt Sint Jozef Wonen en Zorg zich sterk richting een wijkzorgcentrum. Ondermeer door integrale dagbesteding voor de intramurale bewoners en ontmoeting en welzijnsactiviteiten voor dorpsbewoners te combineren en een spilfunctie te vervullen in de 1e lijn geïntegreerde ouderenzorg en -welzijn in de kern Meijel.

‘Jong en oud ontmoeten elkaar in De Merwijck’ winna ar Geit-Neet-Besteit-Neet-award Tijdens een inspirerende bijeenkomst ‘Leven in het Dorp WWZ’ op 28 juni 2012 in het zorgcentrum van Sint Jozef Wonen en Zorg is door wethouder Marlou Absil de ‘Geit-Neet-Besteit-Neet-award’ uitgereikt aan het initiatief van Basisschool Merwijck en de dagvoorziening van Daelzicht en Proteion in De Merwijck. Onder de noemer ‘jong en oud ontmoeten elkaar in De Merwijck’ komen basisschoolleerlingen op bezoek in de dagvoorziening in De Merwijck en ondernemen zij samen met senioren en mensen met een verstandelijke beperking plezierige activiteiten. Deze jaarlijkse award geeft een blijk van waardering aan een gerealiseerd wonen-, welzijn- en zorginitiatief in Peel en Maas. Er waren meerdere initiatieven genomineerd, die het vermelden waard zijn: • Plezeer op moat; een feestelijke middag tijdens carnaval. Een initiatief van KBO-Koningslust, dorpsdagvoorziening

Koninglust en Carnavalsvereniging De Brookhaze • Dagbesteding Rick Kamphuis; Rick heeft samen met andere mensen in een kwetsbare positie nieuw leven geblazen in

het restaurant van Savelberg (instelling van Daelzicht voor mensen met complexe en verstandelijke beperkingen). Een initiatief van Daelzicht.

• Vrijwilligers dorpsbusje Kessel. Een initiatief van Kernteam WWZ Kessel en Kessel-Eik.

3.1.5 Beleidslijn dagvoorzieningen Inleiding De overheveling van de begeleiding, waaronder ook de dagvoorzieningen vallen, is voorzien per 1-1-2015. Inmiddels is Peel en Maas echter al dermate ver in samenwerking met zorgkantoor in de beleidsontwikkeling én uitvoering van de nieuwe structuur van dagvoorzieningen, dat in 2013 en 2014 al verder gegaan wordt met de implementatie van de veranderopgave, vooruitlopend op de decentralisatiedatum. Hierbij wordt qua reikwijdte en fasering wel onderscheid gemaakt naar de drie type dagvoorzieningen, gezien de verwevenheid van de verschillende dagvoorzieningen met de nu nog vigerende AWBZ regelgeving: • Met de dorpsdagvoorzieningen is de inzet om al zoveel als mogelijk in 2013 en 2014 op de nieuwe manier

gaan werken, onder andere door een rechtstreekse integrale bekostiging vanuit AWBZ en Wmo. • Met de ZB/MO is de inzet om in het gezamenlijk inkoopkader met het zorgkantoor/zorgverzekeraar ook al

zoveel mogelijk in te spelen op de nieuwe zelfstandige rol van deze voorzieningen. Hierbij zal echter via de AWBZ-systematiek blijven gefinancierd. Verder zal het gezamenlijk inkoopkader gericht zijn op een planning van volumes en contractafspraken met de ZB/MO zoveel als mogelijk conform de toekomstige (Wmo)beleidslijnen.

• In de AWBZ-dagbesteding zullen vooral qua samenwerking en afstemming de veranderopgave worden vormgeven. Aansturing en planning zal immers via de AWBZ blijven lopen.

Page 36: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

27

Onderstaand wordt deze beleidslijn verder geconcretiseerd. In 2014 worden de resultaten en effecten van de beleidslijn dagvoorzieningen geëvalueerd aan de hand van een maatschappelijke effectmeting. Opgave Dorpsdagvoorzieningen Gesteld kan worden dat de dorpsdagvoorzieningen op koers liggen. In alle dorpen wordt hard gewerkt aan de realisatie van een dorpsdagvoorziening. De uitdaging die de lokale werkgroepen zich hebben gesteld is om de komende jaren de dorpsdagvoorziening in hun eigen dorp door te ontwikkelen. De komende twee jaar wordt dit, als volgt, gefaseerd vormgeven. • De pilot van de dorpsdagvoorzieningen in Koningslust en Grashoek zal in 2013 gecontinueerd worden. Dit

betekent dat beide dorpsdagvoorzieningen ook in 2013 rechtreeks gesubsidieerd worden door gemeente en zorgkantoor. De ervaringen en resultaten van de pilot worden gebruikt voor de verdere ontwikkeling van het beleid in heel Peel en Maas.

• De andere werkgroepen geven, ieder vanuit lokaal maatwerk en mogelijkheden, invulling aan hun nieuwe rol. Inzet is dat de dorpsdagvoorzieningen in Beringe, Egchel, Helden en Panningen per 1-1-2014 als zelfstandige stichting verder gaan. De anderen zullen dan in de loop van 2014 of begin 2015 volgen, afhankelijk van de opstart van de dorpsdagvoorzieningen.

Om dit mogelijk te maken zal de financiering van de dorpsdagvoorzieningen in 2013 en 2014 integraal onderdeel worden van het gezamenlijk inkoopplan van gemeente en zorgkantoor. Gezien de aangekondigde bezuinigingen zal de verdere doorontwikkeling van de dorpsdagvoorzieningen binnen de bestaande budgettaire kaders van AWBZ moeten plaatsvinden. De inzet van beroepskrachten in relatie tot zwaarte van de ondersteuningsvragen van de deelnemers en de inzet en deskundigheid van vrijwilligers zal jaarlijks geëvalueerd worden. Dit geeft input voor het gezamenlijke inkoopkader en de afspraken en contractering die daaruit volgt. De lokale werkgroepen zullen blijvend ondersteund en gefaciliteerd moeten worden bij de ontwikkeling, inrichting en exploitatie. Dit vraagt een versterking van de ondersteuningsfunctie door Vorkmeer. Ook zullen de dorpsdagvoorzieningen aansluiting krijgen op het Schakelplein, voor advies en ondersteuning bij het samenstellen van de ondersteuningsarrangementen van hun deelnemers. Verder wordt een aantal ondersteunende activiteiten/faciliteiten georganiseerd, zoals een scholing bedrijfshulpverlening. De dorpsdagvoorzieningen zullen (nog meer) aansluiting moeten krijgen bij het dorpsvervoer voor vervoer van deelnemers naar de dorpsdagvoorziening. Afstemming en flexibiliteit in begin en eindtijden van de programma’s is hierbij van belang. Evenals de financiering en sturing op het gebruik van het dorpsvervoer door de dorpsdagvoorzieningen. In 2013 zal er tevens een verdere stap worden gezet naar aansluiting van de dorpsdagvoorzieningen in de WWZ-structuur op dorpsniveau. Dit betekent dat er afstemming en aansluiting zal moeten zijn met de informele en formele welzijn-zorgpartijen in de dorpen en de sociale infrastructuur. De zorgaanbieders en 1e lijn partijen zullen vanuit hun specifieke deskundigheid in een dorps- en buurtgerichte aanpak nauw afstemmen met de dorpsdagvoorzieningen. Daar waar mogelijk en behoefte is zal gekeken worden of verschillende doelgroepen (naast senioren ook mensen met verstandelijke, lichamelijke of psychische beperking) gebruik kunnen gaan maken van de dorpsdagvoorzieningen. Ook zal onderzocht worden of inzet van mensen met een arbeidsbeperking in de dorpsdagvoorzieningen mogelijk is.

Opgave Zorgboerderijen/maatschappelijk ondernemers Peel en Maas beschikt over een uitgebreid en divers aanbod aan zorgboerderijen en initiatieven van maatschappelijk ondernemers. Allen bereiden zich voor op de meer zelfstandige rol, die zij in Peel en Maas krijgen na de overheveling van de begeleiding. Aandachtspunt is dat zij nu nog (tot 1-1-2015) binnen het AWBZ-regime als onderaannemer moeten opereren. In Peel en Maas wordt door het implementatieteam bekeken hoe in 2013 en 2014 echter al afspraken gemaakt kunnen worden met de ZB/MO vooruitlopend op de overheveling.

Page 37: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

28

Dit betekent enerzijds dat de ZB/MO zich organisatorisch verder moeten voorbereiden op de rol als zelfstandige dagvoorziening, waarmee gemeente en zorgkantoor/zorgverzekeraar een rechtstreekse inkooprelatie aangaan. Aandacht voor innovatie, productontwikkeling en productdifferentiatie is hierbij van belang in het bijzonder om ook deelnemers van buiten Peel en Maas te kunnen blijven trekken op de langere termijn. De samenwerking tussen de ZB/MO zal hiertoe gecontinueerd en verstevigd worden, voornamelijk ten aanzien van PR, netwerksamenwerking, kwaliteitsbeleid, vervoer en afstemming in producten en activiteiten. Ook zullen de ZB/MO nog meer onderdeel uit moeten gaan maken van de lokale WWZ-structuur in de dorpen. Dit wordt ondermeer vormgegeven via de samenwerking met de dorpsdagvoorzieningen, het dorpsvervoer, de Kernteams WWZ uit de dorpen en de dorps- en buurtgerichte aanpak 1e lijn geïntegreerde ouderenzorg. Samenwerking in de keten vindt plaats via het Schakelplein. Dit wordt onder andere vormgegeven door de pilot Gezond Ouder worden vanuit Arvalis (met provinciale subsidie) met betrekking tot gezondheidsinterventies op een aantal zorgboerderijen in Peel en Maas. Anderzijds zullen gemeente en zorgkantoor/zorgverzekeraar al zoveel als mogelijk vanuit het gezamenlijk inkoopkader afspraken maken met ZB/MO, die aansluiten op de toekomstige beleidslijn. De samenwerking met en ondersteuning door de zorgaanbieders zal gekanteld worden. Hierin zal ook de aansluiting met de inkoop dagbesteding voor zwaardere AWBZ-deelnemers geborgd worden. De landelijke versobering van de aanspraak op AWBZ-dagbesteding en terugbrengen van budgetten voor vervoer vergt een efficiënte inzet van middelen voor dagbesteding bij de ZB/MO, ondermeer door rechtstreeks afspraken te maken met de (huidige) onderaannemers. Ook betekent dit dat er binnen de huidige AWBZ-budgetten geopereerd moet worden, in ieder geval totdat er zicht is op de budgetten en randvoorwaarden in het kader van de overheveling van AWBZ naar Wmo. In het gezamenlijk inkoopkader van gemeente en zorgkantoor/zorgverzekeraar zal dan ook op de capaciteit en wijze van inkoop bij ZB/MO voor de periode 2013/2014 gestuurd worden. Met andere gemeenten zullen afspraken gemaakt moeten worden over organisatie en financiering van de deelnemers van buiten de gemeentegrenzen. De verwachting is dat gemeenten op termijn de vervoerstromen willen terugbrengen en daarmee een deel van de deelnemers, waarvoor zelf een adequaat aanbod aanwezig is, binnen eigen wijk/gemeente gaan opvangen. In het overleg met de regiogemeenten zal in dat kader afstemming moeten komen over specialistische voorzieningen, zoals zorgboerderijen en voorzieningen voor specifieke groepen, die niet in elke gemeente aanwezig kunnen/moeten zijn. Tevens zal een beleid ten aanzien van bestaande deelnemers gemaakt moeten worden. Gemeenteoverschrijdend deelnemersverkeer is één van de vraagstukken waarmee de zeven Noord-Limburgse gemeenten in de regionale werkgroep decentralisatie AWBZ-Wmo aan de slag gaan. Indien de deelnemers van buiten Peel en Maas niet meer (kunnen) komen valt een belangrijk draagvlak en daarmee continuïteit van een aantal zorgboerderijen in Peel en Maas weg (vooral voor de zorgboerderijen die meer dan 50% deelnemers van buiten Peel en Maas hebben). Hiermee zou de infrastructuur en diversiteit van het aanbod aan dagbesteding in Peel en Maas ook sterk kunnen inboeten. Het vervoer naar de ZB/MO zal dan ook efficiënt georganiseerd moeten worden binnen de krappe budgettaire kaders om de zorgboerderijen laagdrempelig toegankelijk te houden. Primair door aansluiting te zoeken bij het dorpsvervoer voor deelnemers uit Peel en Maas en secundair door het specialistisch vervoer en vervoer van deelnemers buiten Peel en Maas onder eigen regie te organiseren. Voor dit laatste onderdeel zal door de betrokken ZB/MO samengewerkt moeten worden. Tevens ligt voor dit vervoer te zijner tijd koppeling met ander doelgroepvervoer of andere vervoersystemen voor de hand. De dagbesteding voor kinderen, jongeren en jong volwassenen wordt meer inzichtelijk gemaakt.

Opgave AWBZ-dagbesteding Voor de (intramurale) AWBZ-dagbesteding geldt ook dat er een veranderopgave ligt naar een verdere integratie in en samenwerking met de lokale gemeenschappen. Hierbij zijn twee belangrijke speerpunten. Integratie met WWZ-infrastructuur in de kernen door middel van samenwerking en daar waar mogelijk integratie met (dorps)dagvoorzieningen en ontmoetingsactiviteiten voor dorpsbewoners. En daarnaast verdere aansluiting AWBZ-voorzieningen op de WWZ-infrastructuur en evolueren naar wijkzorgcentra. Dit zal in de afspraken met de

Page 38: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

29

zorgaanbieders vormgegeven worden mede via de beleidslijnen van het Schakelplein en Netwerk Welzijn Versterkt en de versterking van de 1e lijn. In Meijel zal in Sint Jozef Wonen en Zorg in dit kader een pilot als wijkzorgcentrum opgezet worden. Verder is integratie van arbeidsmatige dagbesteding met andere vormen van (beschut) werk in het kader van de Participatiewet een belangrijk streven. Dit zal nog verder uitgewerkt moeten worden in de afstemming en kruisbestuiving tussen de drie decentralisaties in het sociale domein. Daarbij is een koppeling van de arbeidmatige dagbesteding aan activiteiten/maatschappelijke taken in de dorpsgemeenschappen gewenst.

3.2 Vervoer Vervoer is een belangrijke component in de collectieve pijler van de begeleiding. Bereikbaarheid van de dagvoorzieningen voor burgers (in een kwetsbare positie) én behoud van keuzemogelijkheid staan centraal. Betaalbaarheid van het vervoersysteem is echter met teruglopende budgetten van belang. Tevens willen wij het AWBZ-vervoer laten aansluiten bij de kantelingsgedachte en zoveel mogelijk aanhaken op de initiatieven van vrwijwilligersvervoer in de dorpen. 3.2.1 Terugblik vervoer Dorpsvervoer Peel en Maas In Peel en Maas is in kader van Leven in het Dorp WWZ op diverse plekken dorpsvervoer ontstaan, waarbij vrijwilligers uit de dorpen vervoer regelen voor andere dorpsbewoners (met name senioren), die niet mobiel zijn en waar de reguliere vervoervoorzieningen niet goed in voorzien. Op dit moment functioneert vrijwilligersvervoer in zeven kernen: Kessel en Kessel-Eik (samen in Vrijwilligers Vervoer Kessel), Helden, Egchel, Panningen (samen in de HEP), Meijel en Grashoek. Dit vrijwilligersvervoer richt zich op individueel vervoer van senioren en (beperkt) vervoer naar dorpsdagvoorzieningen. Voor individueel vervoer van mensen uit het dorp naar een individuele bestemming wordt door de mensen zelf een bijdrage betaald. Het vervoer van mensen uit de dorpen naar de dorpsdagvoorzieningen wordt voor AWBZ-geïndiceerde mensen betaald vanuit het vervoerbudget van de zorgaanbieder/dagvoorziening. Het vervoer van deelnemers aan de dorpsdagvoorziening Koningslust wordt op dit moment in eigen beheer geregeld. De meeste deelnemers komen op eigen gelegenheid. Enkele deelnemers komen met dorpsvervoer Grashoek, waarbij de deelnemer een eigen bijdrage betaalt. Naar de toekomst zal de vervoercomponent ook onderdeel gaan uitmaken van de begroting en werkplan van de zelfstandige stichtingen van de dorpsdagvoorzieningen. AWBZ-vervoer Ca.90% van de deelnemers met een AWBZ-indicatie Begeleiding groep, heeft ook een vervoersindicatie. Voor de 0-18 jarigen en de 65-plussers is dit bijna 100%.Het meeste vervoer van AWBZ-geïndiceerde deelnemers naar dorpsdagvoorzieningen en andere dagvoorzieningen zoals zorgboerderijen is nu veelal geregeld via professioneel vervoer en door de zorgaanbieders of zorgboerderijen grotendeels uitbesteed aan professionele vervoerders. Bezuiniging op AWBZ-vervoer per 1-1-2013 Vooruitlopend op de overheveling begeleiding is in de rijksbegroting voor 2013 een bezuiniging van meer dan 110 miljoen euro op het AWBZ-vervoer doorgevoerd. Dit betekent dat de vervoerstarieven in de AWBZ vanaf 1-1-2013 meer dan gehalveerd zijn (voor ouderen van € 15,99 naar € 6,75 per retourrit). Centrale gedachte hier achter is dat binnen de AWBZ de vervoersbewegingen verminderd moeten worden. Dat professioneel vervoer met dit nieuwe tarief in een landelijke meer-kernengemeente niet haalbaar is moge duidelijk zijn. Keuzevrijheid voor deelnemers wordt hiermee bovendien sterk verminderd. Op dit moment is een beweging zichtbaar dat door zorgaanbieders het vervoer van deelnemers over grotere afstanden ontmoedigd wordt of de bezuiniging op het tarief één op één doorgeschoven wordt naar de onderaannemer, i.c. de zorgboerderijen/maatschappelijk ondernemers, waarmee de toegankelijkheid/bereikbaarheid van voorzieningen voor deelnemers van verder weg bemoeilijkt wordt. Deelnemers zouden op basis daarvan kunnen kiezen voor de meest nabije voorziening en niet voor de meest passende of geschikte. Hierbij dient aandacht te zijn voor keuzevrijheid van de burger in een kwetsbare positie. Daar waar vanuit het persoonlijke arrangement blijkt dat een voorziening die niet in de gemeente ligt waar de burger woont een meerwaarde heeft voor het bevorderen van de eigen kracht en eigen regie moet dat als een afweging mee worden genomen in de match tussen vraag en aanbod.

Page 39: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

30

3.2.2 Beleidslijn vervoer burgers in een kwetsbare positie Met bovenstaande ontwikkelingen neemt de urgentie voor de kanteling van het vervoer toe. Centraal daarin staat de volgende beleidslijn: eerst kijken of men zelf het vervoer kan regelen, vervolgens of het vervoer via het dorpsvervoer ingericht kan worden en als sluitstuk de inzet van beroepsmatig/commercieel vervoer waar nodig. Hiermee kan het vervoer tegen lagere kosten gerealiseerd worden en kunnen mensen toch nog (tot bepaalde hoogte) kiezen voor dagvoorzieningen buiten de eigen kern. Beide vormen van vervoer zullen complementair aan elkaar functioneren. Samenwerking en dwarsverbanden tussen vrijwilligersvervoer en beroepsmatig/commercieel vervoer wordt gezocht. Hiermee kan de infrastructuur (financiële draagvlak) van het dorpsvervoer verstevigd worden en wordt daarmee de versterking van de leefbaarheid van de kernen gekoppeld aan de ondersteuningsvraag van burgers in een kwetsbare positie. Persoonlijk (vervoers)arrangement Bij het samenstellen van persoonlijke arrangementen van burgers in een kwetsbare positie in het Schakelplein zal dan ook telkens het vervoersarrangement worden meegenomen, uitgaand van de gekantelde aanpak van ondersteuning. Zie schema hier beneden.

Het vervoer voor burgers in een kwetsbare positie in Peel en Maas zal via twee lijnen opgepakt worden: • Doorontwikkeling van vrijwilligersvervoer voor individuele dorpsbewoners en niet specialistisch vervoer naar

dagvoorzieningen binnen Peel en Maas, onder de noemer dorpsvervoer. • Kanteling beroepsmatig/commercieel vervoer voor specialistisch vervoer en vervoer van deelnemers aan

dagvoorzieningen van buiten Peel en Maas. Streven is om in de eerste helft van 2013 een impuls te geven aan de doorontwikkeling van het dorpsvervoer en daarmee ook al een antwoord te bieden op de bezuinigingen in het AWBZ-vervoer voor burgers in een kwetsbare positie uit Peel en Maas. Zoals de dorpsdagvoorzieningen het hart vormen van de ondersteuningsvoorzieningen om mensen zo lang als mogelijk zelfstandig te laten blijven deelnemen aan de sociale structuur in de eigen kern, is het dorpsvervoer het hart van de mobiliteitsvoorzieningen voor burgers die daarvoor ondersteuning nodig hebben. De tweede lijn, kanteling beroepsmatig/commercieel vervoer, wordt opgepakt in regionaal verband én in het overleg met de zorgaanbieders en zorgboeren/maatschappelijk ondernemers. Deze beleidslijn zal in ieder geval voor de overheveling van de AWBZ/dagbesteding ingeregeld moeten zijn. Dit beroepsmatig/commercieel vervoer zal vervolgens aangehaakt worden bij het regionaal onderzoek naar samenhang met Regiotaxi, leerlingenvervoer en openbaar vervoer.

Vervoerarrangementen

Eigen

kracht

Sociaal

netwerk

Collectieve

voorziening

voorziening

Individuele

Eigen

vervoer

Dorpsvervoer

Collectief vervoer

Individueel taxivervoer

Kanteling ondersteuning

Page 40: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

31

3.2.3 Aanpak Dorpsvervoer De komende jaren wordt gewerkt aan de doorontwikkeling en inrichting van een structureel en dekkend netwerk van dorpsvervoer, als een van de pijlers van de implementatiestrategie begeleiding en Leven in het Dorp WWZ. Initiatief ligt primair bij de dorpen en de dagvoorzieningen. De gemeente faciliteert dit beleidsmatig, financieel en door ondersteuning te organiseren. Streven is om op termijn een dorpsvervoer op te bouwen voor alle kernen en ingebed in de lokale WWZ-infrastructuur, waarbij een nauwe samenwerking met de dagvoorzieningen/zorgboerderijen plaatsvindt. Op dit moment zijn er 4 dorpsvervoerorganisaties die in zijn totaliteit 7 kernen afdekken. Met name in Maasbree en Baarlo is nog een witte vlek. Er is een tweesporen aanpak: • Doorontwikkeling bestaand dorpsvervoer en uitbreiding naar Beringe en Koningslust • Ontwikkeling dorpsvervoer voor Maasbree en Baarlo. 3.2.4 Stand van zaken en doorontwikkeling dorpsverv oer Elk bestaand dorpsvervoer (Grashoek, HEP, Kessel(-Eik), Meijel) is toe aan een nieuwe bus of uitbreiding van de capaciteit. Bovendien hebben zij allen aangegeven ook het vervoer naar dagvoorzieningen en zorgboerderijen op te willen pakken en intensiveren. Dit is dus een natuurlijk moment om een impuls te geven aan het bestaande dorpsvervoer. Dorpsvervoer Grashoek Grashoek heeft een busje aangeschaft met behulp van sponsoring en subsidie. Vrijwilligersvervoer Grashoek verzorgt vooral individuele ritten en vervoer naar de dorpsdagvoorziening in Grashoek. Ook rijdt men incidenteel deelnemers voor dagvoorziening Koningslust. De organisatie is relatief klein van omvang en ‘gelieerd’ aan de dorpsdagvoorziening. In de nieuwe situatie wil het dorpsvervoer ook voor de dagvoorzieningen en kernen Koningslust en Beringe gaan rijden. Overleg hierover is reeds gestart. In Koningslust en Beringe is op dit moment geen dorpsvervoer. Vervoer naar de dagvoorzieningen wordt hier veelal zelf geregeld. . De huidige auto is toe aan vervanging. Dorpsvervoer HEP • HEP verzorgt individueel vervoer in de kernen Helden, Egchel en Panningen en tevens vervoer naar de

dorpsdagvoorzieningen in Helden en Egchel. De vraag voor individueel vervoer groeit. Onlangs is de 10.000e deelnemer vervoerd.

• HEP heeft met behulp van een provinciale subsidie een bus aangeschaft. De exploitatie wordt gedraaid door sponsoring, inkomsten van individuele deelnemers (€ 1,60 enkele rit) en inkomsten voor de ritten naar de dagvoorzieningen (€ 6,25 retour, sinds 1-1-2013).

• HEP is een stevige vrijwilligersorganisatie, met een coördinatiepunt en veel vrijwilligers (coördinatoren en chauffeurs).

• HEP wil ook het vervoer naar de dagvoorziening in de Ringoven gaan verzorgen en wellicht andere activiteiten. Tevens is de intentie uitgesproken om het vervoer van deelnemers uit Peel en Maas naar de zorgboerderijen de Paddestool en De Fabriek in Maasbree te gaan verzorgen. Hiervoor zijn inmiddels berekeningen gemaakt. HEP zou dan over een tweede bus moeten beschikken. HEP wil hier op korte termijn mee starten maar wil daarbij wel de (exploitatie)risico’s op voorhand afgedekt hebben.

• Met een tweede bus kan HEP ook een verdere groei van het individueel vervoer vormgeven

Kessel(-Eik) In Kessel is vanuit een initiatief van de fysiotherapeut een vrijwilligervervoer ontstaan die vervoer verzorgt naar een aantal vaste activiteiten, zoals het eetpunt in Kessel-Eik. Er worden geen ritten naar individuele bestemmingen gereden. De bus is destijds om niet ter beschikking gesteld. De exploitatie (benzine, onderhoud, vaste kosten) is door sponsoring afgedekt. De deelnemers betalen geen vergoeding voor de ritten naar de vaste activiteiten zoals het eetpunt, mede om het eetpunt/activiteiten ook financieel laagdrempelig te houden voor de deelnemers.

Page 41: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

32

De organisatie is redelijk kleinschalig, waarbij vaste vrijwilligers ieder hun eigen taak/ritten verzorgt. Er is geen coördinatiepunt. Men rijdt vaste ritten, waarbij telkens aan/afmelding plaatsvindt bij de betreffende chauffeur. Men zoekt nog uitbreiding van chauffeurs. Vanuit de Zorgboerderij Odahoeve is contact gezocht met het dorpsvervoer Kessel voor samenwerking. Dorpsvervoer Kessel verzorgt sinds kort de ritten naar de dagvoorziening Odahoeve. De zorgboerderij fungeert daarbij ook als stallingsplaats voor de bus en aanspreek/inloopplek voor de chauffeurs/vrijwilligers. Hiermee is de vrijwilligersorganisatie ook verder versterkt. Inmiddels is een nieuwe 8-persoonsbus aangeschaft mede met behulp van sponsoring door de Rabobank en een bijdrage van de gemeente Peel en Maas. Dorpsvervoer wil ook op korte termijn ritten naar de dagvoorziening in WoZoCo Hof van Kessel gaan verzorgen. Verder wil men op termijn in een groeimodel kijken of er nog meer ritten gereden kunnen worden, naar gelang de behoefte uit het dorp en de mogelijkheden van de vrijwilligers Dorpsvervoer Meijel • Vrijwilligersvervoer Meijel verzorgt individuele ritten en ritten naar de dagvoorzieningen in Sint Jozef Wonen en

Zorg en Zorgboerderij de Katsberg. • De bus is aangeschaft met behulp van sponsoring en een garantiesubsidie vanuit de gemeente (oud-gemeente

Meijel). De exploitatiekosten worden gedekt uit deelnemersgelden voor de individuele ritten en bijdrage vanuit zorgboerderij en het zorgcentrum van Sint Jozef Wonen en Zorg voor ritten naar de dagvoorzieningen (tegen hetzelfde tarief van € 2 als de individuele ritten).

• De vrijwilligersorganisatie heeft een aantal coördinatoren en chauffeurs. De ritten worden opgegeven en geadministreerd bij de receptie van het zorgcentrum van Sint Jozef Wonen en Zorg. Planning van ritten/chauffeurs gebeurt door de coördinatoren.

• Vrijwilligersvervoer Meijel heeft vanaf 2014 behoefte aan een nieuwe bus. Daarnaast wil men ook het dorpsvervoer verder doorontwikkelen, de ritten naar de dagvoorzieningen intensiveren en samenwerken met ander dorpsvervoer.

Samenvattend geldt voor elk dorpsvervoer dat zij behoefte hebben aan een nieuwe bus, waarmee zij onder meer de uitbreiding van hun taak naar een groter verzorgingsgebied en vervoer naar dagvoorzieningen en zorgboerderijen kunnen uitvoeren. Tevens kan hiermee het gebruik en daarmee de functie, organisatie en financiële draagkracht van het dorpsvervoer verstevigd worden. De vrijwilligersorganisaties willen graag de taak met betrekking tot ritten naar de dagvoorzieningen op zich nemen, maar daarbij wel ondersteund worden zodat zij geen (financieel) risico lopen. Op basis van een analyse van de vervoersbehoefte van de dagvoorzieningen/zorgboerderijen en de mogelijkheden van het dorpsvervoer kan het merendeel van de huidige vervoersbehoefte van deelnemers uit Peel en Maas naar de dagvoorzieningen/zorgboerderijen, door het bestaande dorpsvervoer afgedekt worden. 3.2.5 Opzet nieuw dorpsvervoer Baarlo en Maasbree In Maasbree en Baarlo functioneert op dit moment nog geen dorpsvervoer. Vanuit deze kernen is op dit moment nog geen duidelijke behoefte aangegeven voor een dergelijke voorziening. Vervoer naar de dagvoorzieningen en zorgboerderijen kan wellicht de aanzet zijn tot de ontwikkeling van dorpsvervoer in beide kernen. Vanuit de zorgboerderijen is wel contact gezocht met het Kernteam WWZ Maasbree om te kijken of vrijwilligersvervoer opgezet kan worden. Maar dat heeft nog niet tot resultaat geleid. Uitgangspunt is dat het initiatief voor vrijwilligersvervoer van onderop uit het dorp ondersteund moet worden. Desondanks zal mede in het kader van het vervoer naar dagvoorzieningen dit wel in de overleggen met beide dorpen worden geagendeerd.

3.2.6 Randvoorwaarden dorpsvervoer Ondersteuningsvraag dorpsvervoer Alhoewel het initiatief bij het vrijwilligersvervoer zelf ligt en de vrijwilligersorganisaties zelf een (financieel) plan maken voor de aanpak en inrichting van het dorpsvervoer wil dat niet zeggen dat de gemeente/zorgkantoor geen bijdrage levert. Concreet hebben de vrijwilligersorganisaties aangegeven dat ze het dorpsvervoer willen doorontwikkelen en verbreden naar vervoer voor de dagvoorzieningen en zorgboerderijen. Daarbij willen zij geen financiële risico’s

Page 42: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

33

lopen, waar zij zelf geen invloed op hebben. Gedacht moet dan worden aan onbeïnvloedbare risico’s zoals een sterk teruglopend gebruik, landelijke beleidswijzigingen, sterk stijgende kosten, etc.. Ook willen zij in dat kader dat reserves voor exploitatietekorten of investeringskosten door middel van een (start)subsidie afgedekt wordt door gemeente/zorgkantoor. Daarbij willen zij zelf ook door middel van sponsorwerving etc. de subsidiebijdrage zo laag mogelijk houden. Daarnaast hebben de vrijwilligersorganisaties (de een meer dan de ander) behoefte aan ondersteuning bij de opzet en doorontwikkeling van het vrijwilligersvervoer. Gedacht moet worden aan vrijwilligersbeleid, organisatie, ondersteuning bij sponsorwerving, etc.. Mede hiervoor wordt door het dorpsvervoer ondersteuning gevraagd door een beroepskracht. Deze zal ook moeten zorgen voor afstemming en kennisuitwisseling tussen dorpsvervoer onderling en met het specialistisch vervoer, georganiseerd door de dagvoorzieningen/zorgboerderijen. Taken van de ondersteuner zijn: • Ondersteunen van de lokale initiatieven bij de (door)ontwikkeling van het dorpsvervoer. • Aanjagen van nieuwe initiatieven van dorpsvervoer in de kernen waar dit nog niet is. • Aanspreekpunt voor zorgboeren/zorgaanbieders met betrekking tot opzet van vervoer. • Organiseren, coördineren en begeleiden van de afstemming en samenwerking tussen het dorpsvervoer

onderling en tussen vrijwilligersvervoer en vervoer door zorgboeren/zorgaanbieders. • Aanspreekpunt van zorgaanbieders/dagvoorzieningen met betrekking tot vervoerarrangementen. • Inbrengen thema vervoer in Schakelplein in kader van voorlichting over de verschillende vervoerarrangementen

aan burgers (in een kwetsbare positie). Financiën Het dorpsvervoer kan een stevig financieel fundament krijgen als de aanpak en opzet van vrijwilligersvervoer gecombineerd wordt met de ritten van burgers in een kwetsbare positie naar de dagvoorzieningen in Peel en Maas. Het mes snijdt dan aan twee kanten. Het vrijwilligersvervoer kan toekomstbestendig haar belangrijke (en financieel laagdrempelige) functie blijven vervullen in de dorpsgemeenschappen én het vervoer van burgers in een kwetsbare positie naar dagvoorzieningen kan binnen de krappere financiële kaders toch gerealiseerd worden. Huidige financiering van AWBZ-vervoer Het vervoer van AWBZ-geïndiceerde deelnemers aan dagvoorzieningen wordt op dit moment vanuit de AWBZ vergoed aan de zorgaanbieders. Het budget is zoals aangegeven per 1-1-2013 fors gekort. Op basis van deelnemergegevens van het zorgkantoor uit 2011 betekent dit een terugloop van budget in Peel en Maas (voor burgers uit Peel en maas met AWBZ-indicatie begeleiding groep) van € 575.000 naar € 250.000. Bij de overheveling van de begeleiding naar de Wmo is de gemeente vrij om zelf budgetten in te zetten voor de verschillende ondersteuningsarrangementen, dus ook vervoer. Maar duidelijk moge zijn dat het vervoer anders ingericht zal moeten worden om dit naar de toekomst ook betaalbaar te houden. De inzet is om deze financiële opgave via de optimale inzet en ondersteuning van het dorpsvervoer toekomstbestendig vorm te geven. Opzet toekomstige financiering Financiering van het dorpsvervoer vindt straks uit de volgende bronnen plaats: • Individuele bijdrage van deelnemers voor individuele bestemmingen en niet AWBZ-geïndiceerden voor ritten

naar de dagvoorziening. • Bijdrage vanuit AWBZ voor vervoer van AWBZ-geïndiceerde deelnemers naar de dagvoorzieningen. Straks na

overheveling begeleiding naar gemeenten vanuit de Wmo voor vervoer van de burgers in een kwetsbare positie naar de dagvoorziening als onderdeel van zijn/haar persoonlijk arrangement. Hierop zal door zorgkantoor en gemeente gestuurd moeten worden.

• Sponsoring, bijdragen in natura door sponsors. • Subsidie gemeente voor investering in bus, c.q. voor opbouw reserve. Voor de HEP, Kessel(-Eik) en Meijel zijn berekeningen gemaakt voor de nieuwe financieringsopzet. Daarbij is ervan uit gegaan dat het dorpsvervoer het huidig aantal individuele ritten blijft rijden (conform de huidige opzet en tarieven) en daarnaast ritten voor de deelnemers vanuit de kernen naar de dagvoorzieningen/zorgboerderijen gaat verzorgen. Hierbij is uitgegaan van het nieuwe tarief voor vervoer naar dagvoorziening van € 6,75, vanuit AWBZ betaald. Hieruit komt naar voren dat het dorpsvervoer kostendekkend kan werken, indien voldoende ritten gemaakt worden voor 2 dagvoorzieningen/zorgboerderijen. Op dit moment is het aantal ritten voor dagvoorzieningen nog wisselend, afhankelijk van de afspraken per dorpsvervoer. In de nabije toekomst is het mogelijk om het vervoer naar twee dagvoorzieningen/zorgboerderijen te koppelen aan een dorpsvervoer. Gestreefd moet worden naar een optimale bezetting van het dorpsvervoer. Indien er voldoende ritten zijn naar dagvoorzieningen is de exploitatie kostendekkend, behoudens (een reservering voor) investeringen in de aanschaf van een bus. Deze investeringen kunnen afgedekt worden door middel van een gemeentelijke subsidie en aanvullende sponsoring.

Page 43: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

34

Gemeentelijk investeringssubsidie Om het dorpsvervoer in staat te stellen om het vervoer door te ontwikkelen wordt voorgesteld om een eenmalige investeringssubsidie beschikbaar te stellen. Deze subsidie wordt dan gebruikt voor de aanschaf van een bus en de opbouw van een reservering. Deze subsidie bedraagt maximaal € 15.000 per bus, maar kan afhankelijk van de lokale mogelijkheden lager zijn indien er een sponsor gevonden wordt. Zo heeft dorpsvervoer Kessel(-Eik) een sponsorbijdrage van € 12.000 van de Rabobank uit het kernenfonds ontvangen en heeft de gemeente een investeringsbijdrage van € 1.000 geleverd. Met behulp van deze subsidie kan het dorpsvervoer een tweedehands bus aanschaffen en een kostendekkende exploitatie inrichten. Daarnaast werkt het dorpsvervoer aan sponsorwerving en een kostendekkende exploitatie waarbij tevens een reservering opgebouwd wordt voor onvoorziene kosten en de aanschaf van een nieuwe bus over 5 jaar. De reservering wordt gemaximeerd. Aan het einde van het jaar vindt een afrekening van de subsidie plaats, indien de maximale reservering bereikt is. De bijdrage van de verschillende partijen worden vastgelegd in de subsidiebeschikking. Mogelijkheden optimalisatie exploitatie Er zijn nog reële mogelijkheden voor exploitatieverbeteringen via kostenverlagingen en inkomstenverhogingen. Het betreft: Sponsoring individueel dorpsvervoer. Het betreft sponsoring in natura (bijv. onderhoud), dat door het dorpsvervoer zelf opgepakt wordt via het eigen netwerk en ten goede komt aan de exploitatie van het eigen dorpsvervoer. Inkomsten uit individuele ritten of andere activiteiten afhankelijk van initiatieven en plannen dorpsvervoer. Gedeeltelijke vrijstelling motorrijtuigenbelasting. Vanuit Kessel is aangegeven dat vrijwilligersvervoer gedeeltelijke vrijstelling kan krijgen voor motorrijtuigenbelasting. Dit wordt nog verder uitgezocht. Sponsoring dorpsvervoer in Peel en Maas. Met de Rabobank worden gesprekken gevoerd over sponsoring van alle dorpsvervoer in Peel en Maas. Mogelijkheden onderzoeken van overname overtollige bussen van zorgorganisaties. Verwachting is dat hiermee het tekort weggewerkt kan worden en mogelijk ook voldoende reserves opgebouwd kunnen worden voor investeringen later in een nieuwe bus. Het voorstel is om deze exploitatieverbetering niet volledig als opdracht bij de vrijwilligersorganisaties neer te leggen, maar wel hun burgerschap en ondernemerschap aanspreken om naar een kostendekkende exploitatie toe te werken en hen daarbij te ondersteunen. Dit wordt vastgelegd in de subsidiebeschikking.

3.2.7 Beleidsontwikkeling regionaal Het beroepsmatig/commercieel vervoer is op regionale schaal georganiseerd. De gemeente Peel en Maas zal met andere gemeenten afstemmen bij de inrichting en omvorming van het beroepsmatig/commercieel vervoer voor de deelnemers van de begeleiding en zal dit ook inbrengen bij de ontwikkeling van het beroepsmatig/commercieel vervoer in Peel en Maas. Vervoer m.b.t. begeleiding is een vraagstuk dat in de regionale werkgroep decentralisatie Wmo-AWBZ wordt vastgepakt. De verdere integratie van het dorpsvervoer met andere vervoerssystemen (leerlingenvervoer, WSW-vervoer, Regiotaxi, Openbaar vervoer) zal in regionaal verband verkend worden.

Page 44: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

35

4 Individuele pijler: Netwerk Welzijn Versterkt Het traject Netwerk Welzijn Versterkt (NWV) loopt vanaf 2008 en gaf methodisch en inhoudelijk al een goede invulling aan de individuele pijler binnen de implementatie begeleiding. In dit hoofdstuk is de ontwikkeling van NWV uitgewerkt. Dit hoofdstuk begint met een terugblik gevolgd door een beschrijving van de huidige stand van zaken. Aan de hand van relevante ontwikkelingen wordt een advies gegeven over de opgave van NWV voor de komende periode. 2020FLITSFLITSFLITSFLITS

* Burgers in een (zeer) kwetsbare positie stellen hun persoonlijk arrangement samen en zijn naar vermogen

medeproducent. * Burgers in een kwetsbare positie en hun steunsysteem ontmoeten elkaar geregeld tijdens

dialoogbijeenkomsten ‘Leven in het Dorp, Doe mee!’. * Mantelzorgers organiseren bondgenotencontacten. * In

alle buurten en dorpen is een maatschappelijk steunsysteem actief. * Het Educatienetwerk is opgeheven en

ingebed in Schakelplein. * Constructieve ontregelaars vanuit alle maatschappelijk partners dragen bij aan de

vernetwerkte samenwerking. * Incasseerders uit elk domein investeren in vitaliteit en gezondheid. *

Netwerk Welzijn Versterkt (NWV) In de afgelopen jaren zijn binnen Leven in het Dorp WWZ een behoorlijk aantal mensen met verstandelijke beperkingen gaan wonen in de wijk. Aanleiding voor NWV is de vaststelling dat louter wonen in de buurt voor een aantal mensen met een beperking niet volstaat om erbij te horen en naar vermogen deel te nemen aan de samenleving. • Van gezinsvervangende tehuizen (GVT) naar zorgwoninge n in de wijk NWV kent zijn oorsprong vanuit de afbraak van twee GVT’s. In de periode 2004-2006 zijn de twee GVT’s getransformeerd naar 10 zorgwoningen verspreid over Helden en Panningen. De fysieke integratie (het stapelen van stenen) was daarmee gelukt. De sociaal maatschappelijke integratie verliep veel moeizamer. De omslag van ‘cliënt’ naar ‘burger in een kwetsbare positie’, die meer regie over zijn/haar eigen leven krijgt, is zowel voor de (zorg)vrager, de directe omgeving als voor hulpverleners een grote omslag in perspectief. Dialoogsturing met de (zorg)vragers, mantelzorgers/bewindvoerders, vrijwilligers, belangenorganisaties en beroepskrachten is nodig om het vraagstuk op te pakken. • Dialoog met de (zorg)vrager via het levensverhaal In 2008 heeft de initiatiefgroep NWV besloten een beleidsmatige vertaling te geven aan kansrijke ideeën die netwerkpartijen kenbaar hebben gemaakt. De groep heeft het lectoraat ‘locale dienstverlening vanuit klantperspectief’ van de HAN (Hogeschool Arnhem Nijmegen) benaderd met de vraag de ontwikkeling van deze ideeën te ondersteunen. Door het lectoraat zijn beroepskrachten, scholieren en studenten (welzijn, zorg en onderwijs) opgeleid om mensen in een zeer kwetsbare positie hun levensverhaal te laten vertellen en de vraag achter de vraag te onderzoeken. De scholieren en studenten hebben dit opgepakt binnen hun maatschappelijke stages. Onderzoekers analyseerden de gegevens en zijn op zoek gegaan naar vraagpatronen. • Netwerkbijeenkomsten en maatschappelijke steunsyste men Om de dialoog te voeren is besloten om een netwerk te vormen. Vanuit NWV is een breed samengesteld netwerk ontstaan en gestaag gegroeid. Mantelzorgers hebben zich aangesloten en één van hen heeft deelgenomen aan de werkgroep NWV. Vertegenwoordigers van informele zorgorganisaties en andere vrijwilligers hebben een grotere plek gekregen in het netwerk. Zorg- en hulpverleners van alle maatschappelijk partners van Leven in het Dorp WWZ hebben deelgenomen aan de netwerkbijeenkomsten. Daarnaast hebben zich meer organisaties aangesloten die zich richten op de arbeidsmatige inzet van mensen met beperkingen. Iedere betrokkene is daarbij gericht op het in beeld krijgen van de toegevoegde waarde voor het ontwikkelen van geïntegreerde dienstverlening in samenhang met de eigen maatschappelijke of beroepsmatige functie. Het doel is het opzetten van maatschappelijke steunsystemen . Dat is een gecoördineerd netwerk van personen, diensten en voorzieningen, waarvan burgers in een kwetsbare positie zelf deel uit maken, en dat hen ondersteunt in hun pogingen om te deel te nemen aan de samenleving. • Van dialoog naar persoonlijk arrangement – geïntegre erde dienstverlening – innovatie in hulpverlening Vanuit de persoonlijke ondersteuningsvraag stelt de burger in een zeer kwetsbare positie een persoonlijk arrangement samen en vanuit een clustering van arrangementen kan een programma worden gerealiseerd (collectief aanbod van breed palet van diensten door maatschappelijke partijen, in samenspraak met vragers, of hun vertegenwoordigers). Tijdens netwerkbijeenkomsten bespreken de leden de structuur die helpt om al werkende weg geïntegreerde dienstverlening vorm te geven. Duidelijk is dat de gekozen benadering een meerwaarde heeft voor burgers in een kwetsbare positie en voor betrokken vrijwilligers en hulpverleners. Daarbij is de verwachting dat deze integrale benadering het mogelijk maakt vragers met ‘multiproblem’ vragen in staat te stellen zich persoonlijk te ontwikkelen. Zo ontstaan nieuwe vormen van ondersteuning en begeleiding die leiden tot innovatie in de hulpverlening.

Page 45: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

36

4.1 Inleiding In 2010 is door de gemeente en het zorgkantoor besloten opdracht te verlenen aan integraal projectleider Jan Joore om de aanpak van NWV verder te ontwikkelen. In de opdracht is de volgende doelstelling opgenomen: • Burgers in een kwetsbare positie kunnen leven en werken zoals zij dat graag willen, als burger van de lokale

samenleving • De samenwerking tussen maatschappelijke partners onderling en met vrijwilligers (organisaties) en

belangengroeperingen krijgt vorm en ontwikkelt zich verder gericht op participatie van de burger in een kwetsbare positie in de buurt

• Het netwerk ontwikkelt zijn vermogen om zeer uiteenlopende en complexe hulpvragen te bedienen met het oog op duurzame hulpverlening

De integraal projectleider was aan zet om de persoonlijk arrangementen te stimuleren, de doelgroep te verbreden en het maatschappelijk rendement van de arrangementen in beeld te brengen. De arrangementen vragen een invulling die afzonderlijke sectoren in welzijn en zorg overschrijden en samenwerking tussen betrokken netwerkpartners. Een integrale projectleider is in staat om alle partijen aan elkaar te verbinden. De projectleider doet dat niet vanuit het perspectief van de eigen organisatie maar staat in feite los van de partijen. Tijdens de netwerkbijeenkomsten van NWV is de methodiek van de Effectenarena van de proeftuin ‘Woonservicegebieden’ van de SEV (Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting) gebruikt. De Effectenarena is ontworpen als dialooginstrument. Het is een hulpmiddel om gesprekken te structureren en er zo meer diepgang aan te geven. Dat helpt bij het verkrijgen van draagvlak en leidt tot betere interventies. Het netwerk van NWV heeft vanuit het gebruik van de effectenarena geconstateerd dat het niet de mantelzorgers, vrijwilligers en beroepskrachten moeten zijn die de persoonlijke arrangementen invullen maar dat deze door de burgers in een kwetsbare positie zelf moeten worden geformuleerd. Vanuit die constatering is door de werkgroep NWV een soort van eigen kracht conferentie voorbereid, de dialoogbijeenkomst ‘Leven in het Dorp, Doe mee!’ . Eerste dialoogbijeenkomst ‘Leven in het Dorp; Doe me e!’ een succes Op 21 maart 2011 hebben 20 burgers in een zeer kwetsbare positie en mensen uit hun steunsysteem deelgenomen aan de dialoogbijeenkomst ‘Leven in het Dorp, Doe mee!’ in het Dorpscentrum Kerkeböske in Helden. Daarin stonden drie vragen centraal: Wat is belangrijk in jouw leven?, Welke dromen en wensen heb jij?, Wat wil je voor anderen doen? De drie centrale vragen zijn door theatergezelschap Heijblok met toneelstukjes vertaald naar de praktijk van alle dag. Vervolgens zijn de deelnemers in kleine groepjes bij elkaar gaan zitten en hebben elkaar verhalen verteld over waar ze tegenaan lopen en wat ze graag zouden willen. Dit is opgeschreven en door deelnemers zelf in tekeningen weergegeven. De bijeenkomst is muzikaal opgeluisterd door het theatergezelschap in samenwerking met accordeonist Joey. Deze rasmuzikant met een verstandelijke beperking speelt virtuoos op zijn accordeon zonder een noot te kunnen lezen. Dit leverde nog een leuke anekdote op. Toen de muzikanten te horen kregen dat ze zouden gaan samenspelen met Joey werd dat in eerste instantie met enige scepsis begroet. Zij vielen echter bijna van hun stoel toen Joey zijn eerste akkoorden met hun deelde. De ban was gebroken en na de jamsessie speelden ze samen alsof ze niet anders gewend waren. Tijdens de bijeenkomst waren belangenorganisaties, zoals het GPPM (Gehandicaptenplatform Peel en Maas), aanwezig. Één van de leden van het GPPM herkende zich in een aantal uitspraken en sloot zich spontaan aan bij de deelnemers om haar eigen aandachtspunten vanuit haar eigen verhaal met de aanwezigen te delen. In de vervolgbijeenkomsten hebben de deelnemers de ervaringen met elkaar gedeeld. Onder het motto ‘Geit Neet Besteit Neet’ worden gezamenlijk oplossingen gezocht.

De individuele pijler wordt toegelicht aan de hand van de onderdelen van NWV: • Persoonlijke arrangementen • Netwerkontwikkeling • Beleidsontwikkeling • Kennisoverdracht en kennisdeling 4.2 Terugblik NWV 4.2.1 Persoonlijke arrangementen In NWV staan 25 burgers in een zeer kwetsbare positie centraal die hun arrangement samenstellen en dit uitvoeren. Zij doen dit in samenspraak met hun mantelzorgers, vrijwilligers en beroepskrachten die hun netwerk vormen, noem het hun persoonlijke steunsysteem . Gezien de kwetsbaarheid van deze personen zijn sommige

Page 46: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

37

beroepskrachten altijd nodig en anderen tijdelijk ter ondersteuning. De 25 burgers in een zeer kwetsbare positie hebben hun persoonlijk levensverhaal verteld. Met behulp van de methodiek vraagpatronenonderzoek zijn deze vertaald in een persoonlijk arrangement. De vraagpatronen vormen de basis voor het persoonlijk arrangement. Een vraagpatroon is een set van samenhangende ondersteuningsvragen en behoeften die de burger in een zeer kwetsbare positie uit naar aanleiding van een levensgebeurtenis of binnen de actuele context waarbinnen hij/zij leeft. Deze vraagpatronen geven de persoon en de mensen in zijn steunsysteem inzicht in wat hij nodig heeft (needs ), wat hij wil (wants ), wat hij ‘eist’ (demands ) en bovenal wat zij zelf kunnen en willen bijdragen (competences ). Het onderliggende doel van NWV is enerzijds het wisselen van het perspectief van de burger van claimgericht naar vraaggericht en van afnemer naar medeproducent en anderzijds het ontwikkelen van een nieuwe werkwijze die burgers in een zeer kwetsbare positie in hun kracht zet. Een belangrijk onderdeel van NWV zijn de dialoogbijeenkomsten ‘Leven in het Dorp, Doe mee!’. In de dialoogbijeenkomsten ontmoeten de burgers in een zeer kwetsbare positie en hun netwerken elkaar, formuleren aandachtspunten en zoeken oplossingen. De opbrengsten van de dialoogbijeenkomsten nemen de kwetsbare inwoners mee in hun persoonlijke arrangement. De persoonlijke arrangementen en de dialoogbijeenkomsten ‘Leven in het Dorp, Doe mee!’ leveren concrete resultaten op die input leveren voor de netwerkontwikkeling en beleidsontwikkeling. Zo leveren de burgers in een zeer kwetsbare positie een vorm van co-creatie. 4.2.2 Netwerkontwikkeling en inrichting ontwikkelwe rkplaats Naar aanleiding van de discussies in de netwerkbijeenkomsten en het gebruik van de effectenarena is door de werkgroep NWV besloten een OWP NWV (Ontwikkelwerkplaats) in te richten. Aan de ontwikkelwerkplaats hebben beroepskrachten (hulp- en zorgverleners) deelgenomen uit de steunsystemen van de 25 burgers in een zeer kwetsbare positie. Het doel is het wisselen van het perspectief van de beroepskrachten en binnen de experimenteerruimte van de ontwikkelplaats te zoeken naar creatieve oplossingen voor vraagstukken die vastlopen in het huidige systeem van wet- en regelgeving. De netwerkbijeenkomsten en ontwikkelwerkplaats geven mantelzorgers, vrijwilligers en beroepskrachten de mogelijkheid tot co-creatie.

4.2.3 Beleidsontwikkeling De verhalen van burgers in een zeer kwetsbare positie en de ervaringen van de vrijwilligers / beroepskrachten vormen bouwstenen voor beleidsontwikkeling. De levensverhalen zijn gebruikt voor het onderzoek naar vraagpatronen (kwalitatieve analyse met behulp van dialoog met de vrager). De aanpak geeft de burgers en hun netwerk zicht op wat de inwoner wil, nodig heeft, eist en bovenal wat deze bij kan dragen. Deze methodiek gaat veel meer uit van de talenten en mogelijkheden van burgers in een kwetsbare positie dan van de beperkingen. Verder is de methodiek ‘arrangeren’ ontwikkeld die in de plaats in gaat nemen van ‘indiceren’. Vanuit de vraagpatronen stelt de burger samen met zijn steunsysteem zijn persoonlijke arrangement samen. Het persoonlijke arrangement vervangt de (AWBZ-)indicatie. Indiceren wordt daarmee arrangeren . Deze methodiek ondersteunt het kantelen van loketfuncties en de uitvoering van signaalfuncties. De resultaten en effecten van deze aanpak worden gezamenlijk inzichtelijk gemaakt met behulp van de instrumenten Effectenarena en Effectencalculator. De beleidsontwikkeling van NWV is ondersteund door de HAN, Jochum Deuten en adviesbureau Ecorys. Dit is een vorm van co-creatie vanuit onderwijsinstituten en onderzoeksbureaus. 4.2.4 Kennisoverdracht en kennisdeling NWV richt zich op het ontwikkelen van nieuwe methodieken en werkwijzen en het overdragen van kennis hierover binnen Peel en Maas en daar buiten. De kennisoverdracht vindt plaats op verschillende manieren: • NWV heeft een plek gekregen in de landelijke pilots ‘Wmo-werkplaats’ van het Ministerie van VWS en binnen

de proeftuin ‘Woonservicegebieden’ van de SEV • Het organiseren van werkbezoeken • Bijdrage aan landelijke conferenties • Deelname aan discussiebijeenkomsten van landelijke kenniscentra • Start opname film ‘gewoon leven in het dorp’ De kennisdeling met externe deskundigen en kenniscentra zorgt voor input voor de beleidsontwikkeling en kan gezien worden als co-creatie.

Page 47: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

38

4.3 Stand van zaken NWV 4.3.1 Persoonlijke arrangementen Van de 25 burgers in een zeer kwetsbare positie maken 15 mensen naar tevredenheid gebruik van hun persoonlijk arrangement, 7 zijn bezig met een arrangement samenstellen en 3 personen hebben een andere keuze gemaakt. De praktijk blijkt weerbarstig. Zelf de touwtjes in handen hebben botst nogal eens met de bestaande praktijk en raakt aan belangen en posities van partijen. De burgers in een zeer kwetsbare positie en hun steunsystemen hebben deelgenomen aan drie Dialoogbijeenkomsten ‘Leven in het Dorp, Doe mee!’. Daarin hebben zij met elkaar gedeeld wat ze hebben gedaan, geleerd hebben en wat goed is gegaan en wat niet goed is gegaan. De ervaringen van het zelf samenstellen van de persoonlijke arrangementen en de dialoogbijeenkomsten worden gebruikt om de aanpak bij te sturen en de methodieken verder te verbeteren. De resultaten zijn: • Toename van eigen kracht en regie over eigen leven van burgers in een kwetsbare positie en mantelzorgers.

Deze mensen – die in een hopeloze situatie verkeren – krijgen weer perspectief om naar vermogen mee te doen aan de samenleving.

• Afname van claimgedrag van burgers in een kwetsbare positie. • Burgers in een kwetsbare positie ontwikkelen zich naast afnemer van diensten en voorzieningen naar

vermogen tot medeproducent. • Inzicht in (aantallen) aanvragen burgers in een kwetsbare positie die tussen wal en schip (dreigen te) vallen. Er

is een toename aan vragen te zien. • ‘Nieuwe’ burgers in een kwetsbare positie melden zich bij NWV. Marij - Van kwetsbare inwoner naar juffrouw Zo is Marij, een vrouw met een verstandelijke beperking, van een eenzame en geïsoleerde inwoner veranderd in een actieve participant van de gemeenschap. Door af te wijken van standaard procedures lukte het Netwerk Welzijn Versterkt om voor Marij een baantje te vinden in het onderwijs. Iedere maandag werkt zij als vrijwillige hulpjuf op een basisschool. Sinds Marij onderdeel uitmaakt van het gewone dagelijkse leven, is zij een krachtige kwetsbare burger geworden. Marij valt af, eet gezonder en komt niet meer wekelijks bij de huisarts. Het effect van de nieuwe werkwijze is zowel maatschappelijk als financieel zichtbaar. Vragen, behoeften, wensen, eisen en mogelijkheden van kwetsbare inwoners staan voorop'. Maurice - Van kwetsbare inwoner naar vitale bakker Maurice heeft een psychiatrische beperking, heeft een drugsverleden en is af en aan dakloos geweest of heeft in een instelling van maatschappelijke opvang gewoond. Hij draagt net als Marij zijn steentje bij aan de maatschappij en is een vitalere burger. Hij werkt twee dagen per week bij Bakkerij Op de Beek van Dichterbij, doet aan fitness en gebruikt geen drugs meer. Hij woont beschermd in een zorgwoning met ambulante begeleiding van Mensana. Zijn contact met vader en moeder is in positieve zin hersteld. Hij voelt zich fitter. Marij en Maurice hebben een actieve bijdrage aan werkbezoeken en andere bijeenkomsten geleverd. Zij vertellen dan hun persoonlijke verhaal en laten zien hoe zij hun persoonlijke arrangementen vormgeven.

4.3.2 Netwerkontwikkeling In de dialoogbijeenkomsten en andere onderdelen van NWV ervaren vrijwilligers en beroepskrachten dat het durven loslaten van de eigen (professionele) deskundigheid en het ruimte geven de eigen kracht en eigen regie van de kwetsbare inwoner bevordert. Gelet op de ontwikkeling van NWV willen veel vrijwilligers, zorg- en hulpverleners daar graag aan meewerken. Vanuit NWV is een breed samengesteld netwerk ontstaan en gestaag gegroeid. Het netwerk bestaat uit burgers (in een kwetsbare positie) en hun informele netwerk, belangenorganisaties, (zorg)vrijwilligers, beroepskrachten, financieel deskundigen, beleidsmakers, managers en bestuurders Deelnemers aan de OWP NWV ontwikkelen al doende lerend werkzame bestanddelen van integrale dienstverlening (‘prototypes’ van diensten en voorzieningen) die burgers in een kwetsbare positie ondersteunen om (weer) mee te doen.

Page 48: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

39

De aanpak draagt bij aan ‘kantelen’ van beroepskrachten en partijen; zij doen letterlijk en figuurlijk een stap naar voren en zijn aanspreekbaar op activiteiten die concreet bijdragen aan waardecreatie. Deze mensen ondersteunen het ‘kantelproces’ doordat zij een rol vervullen als ‘trekker’ binnen NWV en binnen de eigen partij en organisatie. OWP NWV. De deelnemers maken hierbij gebruik van de methode ‘casusleren’, waarbij de dialoog, het doorvragen en reflecteren op ervaringen centraal staat en het verzamelen van nieuwe kennis. Waar mogelijk wordt ervaringskennis gestandaardiseerd en voor hergebruik geschikt gemaakt via leermodules ontwikkeld door de HAN. De OWP heeft als functie om te mislukken, opnieuw te beginnen, om te verspillen; al doende leren betekent dat concrete activiteiten en interventies uitgangspunt zijn voor reflectie. De resultaten van die reflectie geven weer richting aan activiteiten en interventies. Zo ontstaat interactie tussen handelen en leren. Centraal staat (tijdelijk) opschorten van bestaande regels en procedures zodat ruimte ontstaat om nieuwe opties al doende lerend te onderzoeken, alternatieven toe te laten, en zo het beste boven te halen. ‘Constructief ontregelen’ en werken buiten de bestaande kaders en de grenzen op zoeken van regels blijkt noodzakelijk om (weer) meedoen daadwerkelijk in de praktijk te brengen. De OWP NWV verbindt sociale energie en interacties van mensen met behulp van procesregie. Hierbij kan gedacht worden aan: • Het versterken van eigen kracht in interactie met burgers in een kwetsbare positie, hun netwerk, vrijwilligers en

beroepskrachten. • Het ter discussie stellen van werkwijzen die ontwikkelen en uitvoeren van persoonlijke arrangementen

belemmeren. • Het versterken van initiatieven en werkwijzen die concreet bijdragen aan naar vermogen (weer) meedoen door

burgers in een kwetsbare positie. Welke rol spelen constructieve ontregelaars? Mieke Gelaudemans, consulent van MEE, een organisatie die mensen met een beperking ondersteunt: 'Door niet regels maar de burger in een kwetsbare positie als uitgangspunt te nemen en pas achteraf verantwoording af te leggen kun je heel veel bereiken. Achteraf kan je helder maken dat één en ander niet geheel volgens de regels is gegaan, maar dat het wel werkt. Mensen voor wie de hoop is opgegeven kunnen wel degelijk meedoen als je creatief en oplossingsgericht te werk gaat! De kunst is om de vraag achter de vraag goed te zien en om daarop in te spelen'. Proces en resultaten van deze aanpak geven partijen inzicht in het nut van al doende leren; complexe vragen van burgers in een kwetsbare positie en hun omgeving worden met succes door ‘constructieve ontregelaars’ opgepakt. Tijdens het bilateraal overleg met het Implementatieteam begeleiding hebben verschillende netwerkpartijen aangegeven dat ze op grond van de resultaten nieuwe cases aanmelden voor NWV. Verder gaven managers aan mee te willen doen aan de OWP voor managers. De toename van aanmeldingen betekent dat meer casussen en persoonlijke arrangementen worden ingebracht en dat meer beroepskrachten mee gaan doen. De integraal projectleider, de werkgroep NWV en deelnemers aan de ontwikkelwerkplaats zijn van mening dat dit niet in de huidige ontwikkelwerkplaats kan worden ingepast. De uitdaging is om een groter aantal burgers in een kwetsbare positie op deze manier te ondersteunen, zonder de effectiviteit van de aanpak en het belang van de deelnemers aan te tasten. Zij zien een oplossing door het inrichten van nieuwe OWP’s. 4.3.3 Beleidsontwikkeling – Maatschappelijk rendeme nt De methodiek vraagpatronenonderzoek is toegepast en doorontwikkeld. In het onderzoek zijn de verhalen van burgers in een zeer kwetsbare positie vastgelegd over hoe en waar zij wonen en met wie. De verhalen gaan over werk en dagbesteding, of dit werk bevalt en welke toekomstdromen zij hebben. Zij vertellen over hoe zij leren, wat ‘recreatie’ is en wat zij dan zo al ondernemen, over hoe zij voor zichzelf zorgen en hoe het gaat met hun gezondheid en welke contacten zij belangrijk vinden. En zij vertellen waarom zij een relatie verbreken, wat godsdienst voor hen betekent en dat ze thuis wel eens ruziemaken. Een deelnemer vertelt ‘ik geef mezelf een 9 voor geluk’. Dat is de titel geworden van de tussenrapportage ‘Ik geef mezelf een 9 voor geluk’ van de HAN (april 2010). De ervaringen en resultaten van NWV zijn ingebracht in de verdere beleidsontwikkeling. De methodiek NWV wordt verbreed naar de arrangementsfunctie in het Schakelplein en voor alle doelgroepen en burgers in een kwetsbare positie in het kader van de functie begeleiding toegepast. In de beleidsontwikkeling van NWV is het aantonen van het maatschappelijk rendement van de aanpak een belangrijke opgave. De toegevoegde waarde van geïntegreerde dienstverlening en de maatschappelijk steunsystemen moet blijken uit een kosten-batenafweging in combinatie met het economisch en maatschappelijk nut.

Page 49: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

40

Beroepskrachten, financieel deskundigen en managers van welzijn- en zorgaanbieders, woningcorporaties, politie, scholen, gemeente en zorgkantoor hebben met ondersteuning van Jochum Deuten en Ecorys de resultaten en effecten van de aanpak in vier bijeenkomsten inzichtelijk gemaakt aan de hand van vier representatieve cases met behulp van de Effectenarena en Effectencalculator . Vanuit de Effectenarena zijn in de cases investeerders en incasseerders actief benoemd. Vervolgens zijn aan de hand van de Effectencalculator de interventies vertaald naar verschillende geldstromen. De winst die kan worden geboekt is daarmee afgezet tegen de extra kosten van de werkwijze.

In de tussenrapportage Effectenanalyse Netwerk Welzijn Ve rsterkt (februari 2013) is de effectenanalyse beschreven en zijn de resultaten uitgewerkt. Een effectenanalyse van een aanpak als NWV vraagt een bijzondere benadering. Dat heeft te maken met een aantal kenmerken van NWV: • De aanpak van NWV is integraal : indien nodig worden meerdere levensdomeinen in het arrangement

betrokken. Ook dat maakt de waaier van mogelijke activiteiten en effecten zeer uitgebreid: van arbeidsparticipatie tot gezondheid, van sociale vaardigheden tot zelfvertrouwen, enzovoorts.

• De aanpak is volop in ontwikkeling . De activiteiten en hun effecten van 2011 zijn in 2013 weer doorontwikkeld. Beroepskrachten ontdekken samen welke activiteiten en werkwijze het beste werken. En gaandeweg wordt steeds scherper hoe de heilzame mechanismen precies in elkaar steken. De effectanalyse is daarmee gericht op ‘een rijdende trein’.

• NWV beoogt de burgers in een kwetsbare positie en zijn/haar wensen en behoeften centraal te stellen en ze meer regie te geven op hun eigen herstelproces. Hun ‘leefwereld’ staat voorop. Tegelijkertijd heeft de aanpak gevolgen voor de betrokken beroepskrachten en hun organisatie: de ‘systeemwereld’ . De beroepskracht moet in staat zijn persoonlijke herstelprocessen bij burgers in een kwetsbare positie in gang te zetten, en te houden. Organisaties en hun aanbod worden gedienstiger. Dat is de kern van de transformatie die in gang is gezet. Dat maakt dat de analyse de effecten vanuit beide perspectieven moet belichten.

De bovenstaande opgave voor de effectanalyse is opgepakt door enkele bestaande instrumenten in te zetten: • de Effectenarena (1e bijeenkomst); • de Effectencalculator2.0, inclusief ‘maatschappelijke prijslijst’ (2e bijeenkomst); • het Business Model canvas (3e en 4e bijeenkomst). De ‘gereedschapkist’ van NWV is uitgebreid met het Business Model Canvas . Het model wordt gebruikt als structuur voor de persoonlijke arrangementen. Zo ontstaat meer inzicht in de verschillende bouwstenen van een persoonlijk arrangement NWV en hun onderlinge samenhang.

burger segmenten

netwerkpartners

kostenstructuur

inkomstenstromendistributie

kanalen

relatiekern activiteiten

kern bronnen

waardepropositie

images by JAM Het Business Model Canvas

Page 50: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

41

Het Business Model Canvas is ontwikkeld door Alex Osterwalder en Yves Pigneur. In het boek Business Model Generation beschrijven zij het business model op een toegankelijke manier. Het Business Model Canvas is een praktisch, relatief eenvoudig te hanteren instrument voor het fileren van complexe vraagstukken, deze overzichtelijk tot de kern terug te brengen en te zoeken naar vernieuwing die financierbaar is. Nu en in de toekomst. Het business model is de kapstok van het plan van aanpak voor de implementatie van doelstellingen in een sterk veranderende omgeving. Kenmerkend voor het model is dat steeds het klantperspectief het vertrekpunt is van redeneren en argumenteren. Het geld en de financiering zijn niet in eerste instantie leidend. Vanuit waarden (proposities) wordt toegewerkt naar inzichten in de kernactiviteiten rondom de vraag van de klant en welke kernactiviteiten worden benoemd in het licht van het genereren van (nieuwe) inkomsten/betalingsstromen/ betaaltitels. Waarom dit model? De kracht van het Business Model Canvas – voor overheid en aanbieders - is de focus op waardecreatie, steeds in verbinding met de samenleving, en bezien vanuit de burger. Waar geld verdienen en het financierbaar en in stand houden van organisaties tegenwoordig vaak het hoofddoel is, plaatst het Business Model Canvas de zaken weer in de juiste verhouding. De organisatie en de financiën zijn ondersteunend aan dat wat je wilt bereiken en wilt toevoegen aan de samenleving. Zie voor nadere toelichting een publicatie van de VNG: Kantelen: toekomstbestendig, systematisch en concreet. Handreiking voor het modelmatig vertalen van beleid naar uitvoering (februari 2012). Daarin is een beschrijving van het persoonlijk arrangement NWV van Marij uitgewerkt aan de hand van het Business Model Canvas. De effectanalyse levert een aantal voorlopige bevindingen op: • de burger in een kwetsbare positie wordt geholpen door de aanpak; hoewel de individuele effecten heel

verschillend zijn, stabiliseert de situatie zich door NWV en worden terugval- en crisissituaties voorkomen. Kwetsbare inwoners zijn bijvoorbeeld gezonder, minder eenzaam, ze zien weer perspectief. Daardoor zijn ze in staat actiever invulling te geven aan hun eigen leven en de ondersteuning die ze daarbij nodig hebben.

• De directe omgeving van de inwoner en het lokale netwerk wordt nauwer betrokken. • De betrokken beroepskrachten zijn enthousiast en ontwikkelen zich op professioneel vlak. • De nieuwe aanpak levert diverse (voorlopige) kostenbesparingen op (15 tot 25%). • NWV brengt stabiliteit in het leven van inwoners; dat is ook zichtbaar in het gelijkmatiger verloop van de kosten. • De aanpak van NWV leidt tot een verschuiving van de partijen die een burger in een kwetsbare positie

ondersteunen. En vanuit deze verschuiving is er ook een verandering van de onderliggende financiering zichtbaar (deze pakt per casus verschillend uit).

In de tweede bijeenkomst is de uitwerking van de Effectenarena financieel vertaald met de Effectencalculator. Gebeurtenissen in het leven van de burgers in een kwetsbare positie, over een periode van meerdere jaren, zijn vertaald naar de benodigde beroepsmatige ondersteuning. Met behulp van een ‘maatschappelijke prijslijst’ is daar vervolgens een prijskaartje aan verbonden. Daarmee ontstond per casus een beeld van de meerwaarde van de NWV-aanpak, ook in financieel opzicht, uitgezet in de tijd. De prijslijst is samengesteld door een netwerk van adviseurs/onderzoekers samengesteld uit diverse uit de literatuur bekende kostprijzen rond WWZ. Na de derde bijeenkomst is in een tussenstap de geleverde input en potentiële besparingen geactualiseerd op basis van de aanvullende informatie van het zorgkantoor en bij een casus een actualisering van het persoonlijk arrangement. Dit geeft bij drie van de vier cases een gewijzigd beeld, zoals in de casusuitwerking zichtbaar is. Per casus is gekozen voor een rekenperiode die passend is bij de benodigde ondersteuning. De periode is vastgesteld door de beroepskrachten zelf. De Effectencalculator, inclusief de ‘maatschappelijke prijslijst’, is ondertussen ook voor andere projecten in het land ingezet. Dat heeft geleid tot verdere verbetering, bijvoorbeeld in de begeleidende instructie, een aansprekender format en een aangescherpte maatschappelijke prijslijst. Casussen B. M. S. G.B. Potentiële besparing (1e inschatting)

€ 160.000 (10 jaar) = 20%

€ 100.000 (3 jaar) = 70%

€ 75.000 (15 jaar) = 25%

€ 20.000 (2 jaar) = 40%

Potentiële besparing (na 1e actualisatie, bij benadering)

€ 100.000 (10 jaar) = 15%

€ 40.000 (3 jaar) = 20%

€ 75.000 (15 jaar) = 25%

€ 9.000 (2 jaar) = 25%

NWV voorkomt crises/escalatie en daarmee hoge kosten later

✓ ✓ ✓

De situatie stabiliseert en daarmee worden uitgaven voorspelbaarder ✓ ✓ ✓ ✓

De initiële kosten zijn door de NWV soms hoger, maar worden later gecompenseerd door voorkomen kosten/besparingen.

✓ ✓ ✓

Ondersteuning wordt (deels) door andere partijen geleverd

✓ ✓ ✓ ✓

Aan de hand van één casus is de effectenanalyse hieronder schematisch uitgewerkt.

Page 51: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

42

Uitwerking Casus M. Situatie met en zonder NWV

Financiële uitwerking

Kla

ssie

ke a

an

pak

Aan

pak N

etw

erk

We

lzijn V

ers

terk

t

Dhr. M. wordt besproken in

NWV-overleg, hij wil graag

‘gewoon’ zijn (werken,

sporten)

M. krijgt baan bij

fietsenstalling

M. wordt lid van een

sportvereniging

jaar 1 jaar 2,5 jaar 2

NB: alleen de verschillen tussen beide aanpakken zijn benoemd

bespreking NWV € 3. 000/hal f j aar

M. woont bij ggz

Vincent van Gogh

M. vereenzaamt, gebruikt

alcohol, houdt zich niet aan

afspraken, gezondheids-

problemen, slikt an -

alcoholmedicijnen niet,

overlast. Gevolg: verwijdering

M. meldt zich bij

maatsch. opvang

M. belandt op

straat M. gebruikt veel alcohol,

veroorzaakt overlast, kleine

criminaliteit, bouwt schulden op

(o.m. door diverse boetes)

opvang

M. wil af en toe zijn an -

alcoholmedicijn niet meer

slikken, maar begeleider weet

dat te voorkomen

inzet div. professionals nav.

zorgen ouders

div. bezoeken ziekenhuis

(ambulance, korte opname)

daklozenuitkering

‘in aanraking met jus e’:

diverse malen per week

ouders van M. maken zich grote

zorgen en proberen via diverse

instan es oplossingen te krijgen

situa e escaleert: opname

via rechterlijke mach ging

Gedwongen

opname Regionaal

Centrum

Gezondheidszorg

(min. ½ jaar)

M. gaat weer bij

ggz Vincent van Gogh

wonen

Hij stopt daar;

vindt daar zijn

draai niet M. krijgt baan in bakkerij

lidmaatschap vereniging € 600/ j aar

psychologisch

onderzoek € 1. 200 dagbesteding ->

1 week: € 700 € 1. 700

€ 750

1 j aar :€ 12. 000

gedwongen opname

(½ jaar)

€ 100. 000

kosten

rond RM

€ 3. 000

€ 30. 000 50 del i c t en

bespreking NWV € 2. 000/hal f j aar

€ 4. 800/hal f j aar

Ondersteuning ‘maatje’ (vrijwilliger) ->

jaar 0,5 jaar 1,5

€ 3. 400/hal f j aar

<- begeleid wonen, met afnemende beroepsma ge ondersteuning ->

€ 20- 40. 000/ hal f j aar

begeleid wonen,

met intensieve

beroepsma ge

begeleiding

€ 35. 000/ hal f j aar

€ -

€ 20.000

€ 40.000

€ 60.000

€ 80.000

€ 100.000

€ 120.000

€ 140.000

€ 160.000

€ 180.000

€ 200.000

jaar 0,5 jaar 1 jaar 1,5 jaar 2 jaar 2,5

klassieke aanpak - uitwerking sessie

klassieke aanpak - 1e actualisa e

aanpak NWV - uitwerking sessie

aanpak NWV - 1e actualisa e

€ -

€ 20.000

€ 40.000

€ 60.000

€ 80.000

€ 100.000

€ 120.000

€ 140.000

€ 160.000

€ 180.000

€ 200.000

klassieke aanpak - 1e actualisa e aanpak NWV - 1e actualisa e

totaal NWV

totaal derden

totaal WMO/gemeente

totaal ZVW

totaal AWBZ

Aanpassing na aanvulling

zorgkantoor mbt. post

'begeleid wonen'

Aanpassing na aanvulling

zorgkantoor mbt. post

'begeleid wonen'

Page 52: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

43

De aanpak van NWV moet leiden tot een merkbare meerwaarde bij burgers in een kwetsbare positie, bij de betrokken netwerkpartners en in maatschappelijk perspectief. Kenmerk van de aanpak is de persoonlijke benadering. Dat maakt dat de effecten per inwoner verschillen. Toch wordt een sterke gemeenschappelijke deler zichtbaar. De effecten zijn gelardeerd met citaten van de deelnemers aan de effectenanalyse. Effecten voor de burger in een kwetsbare positie • Meer vertrouwen in hulpverlener (door samen dingen te doen, door er

te zijn, door duurzame relatie) • Erkenning voelen (“ik laat wat zien, ik kan dit”) • Een waardevol perspectief voor het eigen leven zien • Betere, gezondere levensstijl (bijv. dagritme en eetpatroon) • Minder eenzaam (met o.m. als mogelijke vervolgeffect minder

schijnhulpvraag) • Minder stress / minder frustratie en spanning (o.a. door voorkomen

overvragen door beroepskracht) • Betere gezondheid (door beter hulpaanbod, door minder stress, door

activiteiten, door betere levensstijl, door minder eenzaamheid) • Grotere stabiliteit van de welzijns- en gezondheidssituatie = afglijden

voorkomen; per inwoner verschillend, maar vaak: o in aanraking komen met de politie/justitie o dakloos worden o depressie en pogingen tot suïcide o crisisplaatsing om de zoveel tijd o levenslang in de uitkering o in de schulden raken o uithuiszetting

• Grotere kwaliteit van leven (door de bovenstaande effecten) Effecten voor omgeving burger in een kwetsbare posi tie • Ontzorgen mantelzorgers (voor dagelijkse zorg en zorg over

toekomstperspectief) Effecten voor lokale gemeenschap • Minder overlast door betere levensstijl (bijv. voorkomen drankmisbruik,

agressief gedrag, vandalisme, ongewenst woongedrag, etc.) • Inclusieve maatschappij: een dorp waarin ook burgers in een

kwetsbare positie meedoen en zichtbaar zijn in de activiteiten (op de basisschool, op de voetbalvereniging, bij de lokale ondernemer)

Effecten voor de organisatie • Effectievere en efficiëntere hulpverlening/begeleiding (door benutten

kennis uit netwerk en minder claimgedrag en schijnvraag van burgers) • Efficiëntere samenwerking en afstemming (niet meer tegen elkaar of

naast elkaar, door betere coördinatie beroepskrachten) • Meer en gedeelde kennis over burgers in een kwetsbare positie (de

‘handleiding’ is bekend, voorkomen onwetendheid bij een nieuwe beroepskracht)

• Impuls voor professionaliteit (vooral door collegiale coaching en overleg)

• Hogere arbeidstevredenheid (omdat kwetsbare inwoner beter geholpen kan worden)

• Betere sfeer werkplek 4.3.4 Kennisoverdracht en kennisdeling Kennisoverdracht en kennisdeling hebben plaatsgevonden door: • Deelname aan bijeenkomsten van de pilot Wmo-werkplaats • Publicatie van verhalen van burgers in een kwetsbare positie / ambassadeurs / ervaringsdeskundigen • Bijdrage aan publicatie VNG ‘de kanteling’ • Bijdrage aan meerdere landelijke conferenties • Bijdrage aan werkbezoek voor gemeenten en partners in Peel en Maas in januari 2012 en in december 2012 • Bijdrage aan bijeenkomsten van kenniscentra Movisie en Vilans en van de VNG in het kader van de kanteling

van de Wmo • Bijdrage aan ontwikkelen van onderwijsmodules van HAN

“Als de betrokken hulpverlener,

meer tijd had gestoken in de

inwoner en de signalen van de

buurt en woningcorporatie had

meegenomen, dan was het niet

zo geëscaleerd”

“Nu werkt hij elke zaterdag in de

steenfabriek en verdient € 40”

“Het is eigenlijk een kleine

investering, maar met een hele

grote impact voor M.”

“De vraag van M. is dat hij graag

‘normaal’ wil zijn. Dat betekende

voor hem sporten en overdag

werken. Dat hebben we nu

geregeld.”

“Vroeger werd op basis van de

indicatie ‘van achter het bureau’

een plan opgesteld en

uitgevoerd. Nu kunnen we de tijd

nemen om een slag dieper te

kijken en dit breed met elkaar af

te stemmen.”

Page 53: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

44

• Bijdrage aan bijeenkomsten van de Overlegtafel Leven in het Dorp WWZ, de Raad van Advies Zorgkantoor Coöperatie VGZ en de Raad van Bestuur Wonen Limburg

• Bijdrage aan Ambassadeursnetwerk ‘Thuisgeven in Gelderland’ Samen met Ambassadeursnetwerk ‘Thuisgeven in Gelderl and’ opgetrokken richting landelijke politiek Tijdens een bijeenkomst van het Ambassadeursnetwerk ‘Thuisgeven in Gelderland’ vertelde deelnemer Marij haar persoonlijke verhaal en arrangement. Dit ambassadeursnetwerk wordt gefaciliteerd door de Provincie Gelderland en bestaat uit gemeenten en maatschappelijk partners in Gelderland. Bij deze bijeenkomst was Sabine Uitslag, toenmalig Tweede Kamerlid namens het CDA, aanwezig. Vervolgens is een delegatie van het ambassadeursnetwerk samen met wethouder Marlou Absil, Ron Genders en Jan Joore in mei 2011 afgereisd naar de Tweede Kamer. Daar is verder gediscussieerd met Sabine Uitslag. De resultaten zijn vastgelegd in een brief aan de CDA-fractie in de Tweede Kamer.

4.4 Opgave NWV 4.4.1 Resultaten NWV gedeeld met bestuurders Op 4 juni 2012 hebben bestuurders van belangenorganisaties, maatschappelijk partners en regiepartijen deelgenomen aan de netwerkbijeenkomst over NWV en meer specifiek over de effectenanalyse. Enkele van de burgers (in een kwetsbare positie) zijn actief betrokken bij de voorbereiding van de bijeenkomst. Naast een ondersteunde burger in een kwetsbare positie waren dit inwoners die betrokken zijn als trainer van een vereniging, als ‘maatje’ en als organisator van culturele activiteiten, ook voor kinderen in een kwetsbare positie. De bestuurders spreken de onderstaande verwachtingen uit over een vervolg van netwerk welzijn versterkt: • Doe wat nodig is; ontregel constructief, werk samen (Loes Nellen, namens Hassan Najja, Wonen Limburg) • Sluit aan bij kracht inwoner, ontschot geldstromen, weg van claimcultuur (Hans Krabbe, Centrale Seniorenraad

PenM) • Burger in een kwetsbare positie staat in middenkring; hoe komen van we 4 cases naar situatie waarin we alle

burgers in een kwetsbare positie bereiken? (Marlou Absil, wethouder) • Ontinstitutionaliseren op weg naar sociale coöperatie (Raf Janssen, wethouder) • Geef verantwoording aan dorpen en buurten; daar ligt de sleutel (Peter Fleuren, wethouder) • ’WAT’ is duidelijk; kruistocht voortzetten, er is geen weg terug (Ronald Ruijters, Zorgkantoor Coöperatie VGZ) Deze verwachtingen geven richting aan de opgave waar NWV de komende jaren voor staat. De bestuurders willen de opgave onderbouwd zien met een beleidsadvies over NWV.

De centrale vraag van de opgave is: Hoe schalen we op van klein naar groot? Het antwoord op deze vraag ligt deels bij het doorontwikkelen van NWV en deels bij het inrichten van het Schakelplein. Het experimenteren en verder doorontwikkelen van de methodiek, de nieuwe werkwijze, cultuur en structuur vindt plaats binnen NWV. Het algemeen toepasbaar maken en het samenstellen van de persoonlijke arrangementen vindt plaats binnen Schakelplein. Allereerst is hierbij van belang dat er draagvlak is voor de aanpak bij alle betrokken partijen, van burgers in een kwetsbare positie en steunsysteem, dorpsgemeenschappen, vrijwilligers, beroepskrachten en managers van WWZ-aanbieders, informele zorgorganisaties, andere maatschappelijke partners en van regiepartijen (gemeente en zorgkantoor).

Page 54: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

45

In diverse overleggen en dialogen is duidelijk geworden dat alle betrokken netwerkpartners het nut en de noodzaak van de NWV-aanpak zien en graag op deze weg verder willen gaan en daarin willen investeren. Deze intenties en ondersteuning voor de opgave bieden een krachtige basis om samen de opgave al doende lerend te realiseren. Tijdens de netwerkbijeenkomsten en gesprekken bleek dat de successen die deelnemers aan het netwerk tot nu toe geboekt hebben een sterke inspiratiebron voor de opgave vormen. De opgave van het traject NWV wordt in co-creatie opgepakt aan de hand van twee lijnen: • Procesregie via de stuwingsprincipes van innovatie (vier V’s: Verdiepen, Verbreden, Valideren, Verankeren) • Organisatie van de aanpak via het Educatienetwerk Onderstaand zijn beide aspecten en de beoogde resultaten beschreven. 4.4.2 Procesregie met behulp van stuwingsprincipes innovatie Van exploratief experiment naar transitie experimen t NWV ontwikkelt door samen experimenten in te richten waardoor deelnemers al doende leren. In de periode 2010 – 2011 heeft NWV het karakter van een exploratief experiment gehad. Het accent lag op verkennen van vraag, aanbod, organisatie van aanbod, samenwerking en draagvlak voor verandering door innovatie. Deze verkenning bevestigt ‘in het klein’ dat de aanpak van NWV een bijdrage levert aan het programma Leven in het Dorp WWZ, en daarmee aan de maatschappelijke opgave om burgers in een kwetsbare positie te ondersteunen bij het naar vermogen (weer) meedoen aan de samenleving. Op weg naar de opschalingsopgave verschuift het accent naar toepassen van werkzame aanpakken in nieuwe situaties en locaties. Zo vragen jonge mensen in een kwetsbare positie uit Meijel om ondersteuning bij samenstellen en uitvoeren van een persoonlijk arrangement. Zichtbaar is dat de betrokken beroepskrachten van de ontwikkelwerkplaats NWV hun tot nu toe opgedane kennis toepassen in deze nieuwe situaties. Verder is er een verschuiving in het naar buiten brengen van de aanpak. Deelnemers met persoonlijke arrangementen en deelnemers aan de ontwikkelwerkplaats geven steeds meer bekendheid aan dat wat werkt. Zij zijn er trots op, vertellen hun verhalen, en willen ook andere mensen de kans geven te profiteren van de aanpak en resultaten. Zij zijn ambassadeurs voor de nieuwe werkwijze. Procesregie via de stuwingsprincipes aan de hand van vier V’s Ter ondersteuning van de opschaling als transitie-experiment worden de volgende stuwingsprincipes gebruikt (4 V’s): • Verdiepen:

o Deelnemers aan het educatienetwerk leren al doende van elkaar o Hierbij gebruikmakend van de kennis via de pilot Wmo-werkplaats en relevante best practices en kennisbronnen.

• Valideren: o De werkzame bestanddelen van de aanpak worden inzichtelijk gemaakt en gevalideerd (o.a. kennisbank sociale en

effectieve interventies Movisie) o De uitkomsten van het maatschappelijk rendement worden gemeten met behulp van een maatschappelijke

businesscase en stuwen daarbij op duurzame financiering • Verbreden:

o De deelnemers aan NWV worden kenniswerkers; denk aan inzet van ervaringsdeskundigen. Zij maken kennis toepasbaar in nieuwe situaties en via het Schakelplein

• Verankeren: o De werkzame aanpak en duurzame financiering worden geborgd in de transformatie naar een nieuw

maatschappelijk systeem. Dit vraagt verandering in structuur, cultuur en werkwijzen o Activiteiten en regelgeving en procedures die niet meer bijdragen aan maatschappelijk rendement worden door

partijen zoveel mogelijk afgebouwd. De ervaringen binnen NWV zijn beleidsmatig ingebracht in de implementatiestrategie. Concreet betekent dit dat: • de methodieken van NWV breed ingezet zullen worden in het arrangeren dat via het Schakelplein voor alle

burgers met een ondersteuningsvraag beschikbaar komt. • op basis van de ‘zware’ methodiek van vraagpatronenonderzoek een ‘light’ variant wordt ontwikkeld die in het

arrangeren via Schakelplein ingezet wordt voor burgers met een ‘eenvoudige’ ondersteunings- en zorgvraag. • de methodieken van NWV gebruikt worden bij de kanteling van de dienstverlening en cultuurverandering bij

betrokkenen ondermeer via het Educatienetwerk en de Ontwikkelwerkplaatsen. • de methodieken van NWV gebruikt worden bij de ontwikkeling en inrichting van nieuwe

ondersteuningsarrangementen door burgers in een kwetsbare positie. Verder wordt gekeken in hoeverre de (maatschappelijke) baten terug te ploegen zijn ten behoeve van de financiering van de vernieuwende werkwijze door een uitgebreidere effectenanalyse van meer casussen. Via een extra rekenslag in een maatschappelijke businesscase is het mogelijk om het casusniveau te ontstijgen en uitspraken te doen over het maatschappelijk rendement op Peel en Maas-niveau. Daarmee kan inzicht worden verkregen in wat de rendementen kunnen betekenen voor duurzame financiering van de zorg- en hulpverlening.

Page 55: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

46

In de kennisoverdracht is de ontwikkeling dat er steeds meer vragen komen van partijen gericht op een bredere toepassing, zoals kenniscentra (Movisie – effectmeting, andere Wmo-werkplaatsen (Utrecht – gebruik van het Business Model Canvas) en de Raad van Advies Zorgkantoor Coöperatie VGZ (verkennen van bredere toepassing werkwijze en effectmeting). Peel en Maas neemt deel aan de 2e fase van de landelijke pilots ‘Wmo-werkplaatsen’ van het Ministerie van VWS.

Transitie-experimenten, stuwingsprincipes en proces regie Vanuit NWV komt er een opmaat naar transitie-experimenten die als doel hebben een bijdrage te leveren aan realiseren van het progamma Leven in het Dorp WWZ en de onderliggende maatschappelijke opgave. De experimenten die bijdragen aan de opgave worden ondersteund met behulp van procesregie . Deze regie heeft kenmerken van transitiemanagement, zoals: • ‘Managen’ van processen tussen actoren. • Open houden van verschillende opties en mogelijke oplossingen; waar nodig de grenzen opzoeken en

verleggen van bestaande kaders. • Verbinden met trends, ontwikkelingen en kennisbronnen buiten de lokale context en regio. • Inrichten en stimuleren van meerdere ‘transitiepaden’, denk aan versterken van ervaringsdeskundigheid,

empowerment, versterken van vernetwerkte samenwerking (sociale alliantie, coöperatie) (zie paragraaf 2.2.8).

• Verbinden van experimenten met oog op versnellen van processen en voorkomen van ‘eilanden’ • Stuwen op lokaal maatschappelijk rendement (effectmeting maatschappelijke businesscase). 4.4.3 Organisatie van de opgave NWV via het Educati enetwerk, de Bloem De aanpak wordt georganiseerd via het Educatienetwerk, de bloem. Een educatienetwerk biedt de deelnemers aan NWV structuur om de opgave met behulp van de stuwingsprincipes te realiseren. Het educatienetwerk is een samenhangend aantal activiteiten, dat de komende jaren wordt ingezet om met alle betrokken netwerkpartijen de transitie/kanteling naar de nieuwe manier van werken concreet vorm te geven. Het Educatienetwerk is de omgeving waarin geleerd kan en mag worden, waarin innovatie plaatsvindt en waarin de methodieken ontwikkeld worden om (AWBZ-)begeleidingsvragen om te kunnen zetten in persoonlijke arrangementen. Uitgangspunt is dat geen enkele burger in een kwetsbare positie buiten de boot valt.

Educatienetwerk Een educatienetwerk is een ontmoetingsplatform waarin dialoog over de kernvragen van de opgaven plaatsvindt en waar geëxperimenteerd wordt met nieuwe kennis/theorie en gedrag. Het biedt mogelijkheden te reflecteren op bestaande ordeningen door de inbreng van (nieuwe) actoren en (nieuwe) betekenissen. De concepten bieden mogelijkheden bestaande definities van de werkelijkheid ter discussie te stellen, te herijken en te (her)ordenen in een nieuwe regelsturing (stuwing) . Deelnemers aan het educatienetwerk zijn mensen die mogelijkheden zien en willen aanpakken; zij zijn eigenaren van verandering. De essentie is dat mensen geboeid zijn, een ambitie delen, en samen energie willen steken in realiseren van de opgave. Dit vraagt het vermogen van deelnemers aan het educatienetwerk om individueel en in samenwerking al doende te leren, op basis van de eigen (handelings)praktijk, omstandigheden, context en een gedragen visie. Het educatienetwerk is te beschouwen als een tijdelijk leer en werksysteem ; het educatienetwerk vormt een programma als ontmoetingsplatform voor dialoog en experimenteren. In de dialoog worden de patronen van interactie en de van belang geachte betekenissen (in het licht van de opgave) zichtbaar. De interactie tussen burgers in een kwetsbare positie, diens informele netwerk en ondersteuners (vrijwilligers en beroepskrachten) staat hierin centraal. De kern van het educatienetwerk is het creëren van condities waar ‘de plek der moeite’ kan worden betreden en afspraken gemaakt kunnen worden voor handelingsmogelijkheden die bijdragen aan het realiseren van de opgave. Met behulp van richtlijnen ‘lerend organiseren’, methoden integrale dienstverlening en netwerksamenwerking en instrumenten effectmeting wordt de wisselwerking tussen activiteiten die waarde creëren in het licht van de opgave - en de wijze waarop de opgave het best georganiseerd kan worden - inzichtelijk gemaakt. Het educatienetwerk bestaat uit verschillende onderling samenhangende ontwikkelwerkplaatsen en andere activiteiten.

Page 56: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

De uitvoering van het Educatienetwerk wordt op verschillende manieren ondersteund. Het educatienetwerk wordt didactisch begeleid door het lectoraat ‘lokale dienstverlening vanuit klantperspectief’ van de HAN. Verder begeleidt het lectoraat de 2e fase van de WmoEcorys (Wouter Vos) begeleiden het vervolg van de effectmeting in de vorm van een maatschappelijke businesscase (Mbc). Onderdelen van Educatienetwerk: de bloem In het Educatienetwerk worden verschillende instrumenten ingezet voor de verschillende groepen en deelnemers, maar wel vanuit dezelfde filosofie en visie. Als analogie wordt de bloem gebruikt. De bloem bestaat uit verschillende onderdelen, maar alle (ieder voor zich onmisbare) onderdelen samen, zorgen pas dat het een bloem is. Er wordt dus gekeken vanuit het geheel naar de delen. De gele bladen zijn OWP’s van NWV. De blauwe bladen zijn OWP’s van Schakelplein.

Onderstaand een toelichting aan de handactiviteiten en resultaten, die daar binnen plaatsvinden. Hart Het ‘hart’ van de bloem wordt gevormd door burgers (in een kwetsbare positie). Verder vormt de inzet van mensen uit het informele netwerk, ervaringsdeskundigen en vertegenwoordigers van verenigingen en belangengroeperingen het ‘hart’ van de bloem. De burgers (in een kwetsbare positie) versterken met ondersteuning van hun informele netwerk en waar nodig van beroepskrachten hun eigen kmogelijkheden, competenties en talenten als het gaat om naar vermogen meedoen aan de samenleving. Activiteiten in het ‘hart’ van de bloem zijn:• Jaarlijks vier dialoogbijeenkomsten ‘Leven in het Dorp, Doe mee!’ (dialoogtafels).

behoeften, talenten en eisen van burgers in relatie tot de opgave• Inventariseren en indien nodig versterken van initiatieven van burgers (in een kwetsbare positie) die bijdragen

aan de opgave. Resultaat: overzicht van initiatilaagdrempelige ontmoeting door bondgenoten).

• Versterken ervaringsdeskundigheid. ervaringsdeskundigheid met behulp van een trainervaringsdeskundigheid in bij persoonlijke arrangementen.

De uitvoering van het Educatienetwerk wordt op verschillende manieren ondersteund. Het educatienetwerk wordt didactisch begeleid door het lectoraat ‘lokale dienstverlening vanuit klantperspectief’ van de HAN. Verder begeleidt

e Wmo-werkplaats Nijmegen. Deze richt zich op Jeugd(zorg). Jochum Deuten en Ecorys (Wouter Vos) begeleiden het vervolg van de effectmeting in de vorm van een maatschappelijke

Onderdelen van Educatienetwerk: de

verschillende instrumenten ingezet voor

deelnemers, maar wel vanuit dezelfde

Als analogie wordt de bloem gebruikt.

er voor zich onmisbare) onderdelen samen, zorgen pas dat het een bloem is. Er wordt dus

De gele bladen zijn OWP’s van NWV.

Onderstaand een toelichting aan de hand van de bloem op de onderdelen van het Educatienetwerk en de activiteiten en resultaten, die daar binnen plaatsvinden.

Het ‘hart’ van de bloem wordt gevormd door burgers (in een kwetsbare positie). Verder vormt de inzet van mensen netwerk, ervaringsdeskundigen en vertegenwoordigers van verenigingen en

belangengroeperingen het ‘hart’ van de bloem. De burgers (in een kwetsbare positie) versterken met ondersteuning van hun informele netwerk en waar nodig van beroepskrachten hun eigen kmogelijkheden, competenties en talenten als het gaat om naar vermogen meedoen aan de samenleving. Activiteiten in het ‘hart’ van de bloem zijn:

Jaarlijks vier dialoogbijeenkomsten ‘Leven in het Dorp, Doe mee!’ (dialoogtafels). behoeften, talenten en eisen van burgers in relatie tot de opgave Inventariseren en indien nodig versterken van initiatieven van burgers (in een kwetsbare positie) die bijdragen

overzicht van initiatieven en de wijze waarop deze versterkt worden (denk aan laagdrempelige ontmoeting door bondgenoten). Versterken ervaringsdeskundigheid. Resultaat: een eerste groep burgers in een kwetsbare positie ontwikkelen ervaringsdeskundigheid met behulp van een training ‘werken met eigen ervaring’ en zetten hun ervaringsdeskundigheid in bij persoonlijke arrangementen.

OWP Netwerk

Welzijn

Versterkt

II

OWP Netwerk

Welzijn

Versterkt

I

Netwerk-

partijen

faciliteren en

krijgen kennis/

deskundigheid,

Coördinatie

casuïstiek,

Kennisuitwis-

seling en -deling

OWP

Effectmeting

OWP Managers

Leven in het

Dorp WWZ

Samen anders met

Co-creatie in Peel

en Maas

Netwerkbijeen

komsten

OWP Jeugdzorg

Burger(s) in een

kwetsbare

positie en

informeel

netwerk

47

De uitvoering van het Educatienetwerk wordt op verschillende manieren ondersteund. Het educatienetwerk wordt didactisch begeleid door het lectoraat ‘lokale dienstverlening vanuit klantperspectief’ van de HAN. Verder begeleidt

werkplaats Nijmegen. Deze richt zich op Jeugd(zorg). Jochum Deuten en Ecorys (Wouter Vos) begeleiden het vervolg van de effectmeting in de vorm van een maatschappelijke

van de bloem op de onderdelen van het Educatienetwerk en de

Het ‘hart’ van de bloem wordt gevormd door burgers (in een kwetsbare positie). Verder vormt de inzet van mensen netwerk, ervaringsdeskundigen en vertegenwoordigers van verenigingen en

belangengroeperingen het ‘hart’ van de bloem. De burgers (in een kwetsbare positie) versterken met ondersteuning van hun informele netwerk en waar nodig van beroepskrachten hun eigen kracht en benutten hun mogelijkheden, competenties en talenten als het gaat om naar vermogen meedoen aan de samenleving.

Jaarlijks vier dialoogbijeenkomsten ‘Leven in het Dorp, Doe mee!’ (dialoogtafels). Resultaat: inzicht in wensen,

Inventariseren en indien nodig versterken van initiatieven van burgers (in een kwetsbare positie) die bijdragen even en de wijze waarop deze versterkt worden (denk aan

: een eerste groep burgers in een kwetsbare positie ontwikkelen ing ‘werken met eigen ervaring’ en zetten hun

OWP Netwerk

OWP

Vrijwilligers

krijgen kennis/

deskundigheid,

deling

Netwerkbijeen-

komsten

OWP Jeugdzorg

AWBZ

OWP

Loketmede-

werkers

Dialoogbijeen-

komsten

LihD, Doe mee!

Burger(s) in een

Page 57: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

48

Bladen De ‘bladen’ van de bloem worden gevormd door de OWP’s. Deelnemers aan de OWP’s ontwikkelen met de werkvorm ‘actieleren’ kennis die bijdraagt aan het realiseren van de opgave. Iedere OWP gebruikt de werkpraktijk als leermateriaal, waarbij de opgedane kennis in de praktijk toe wordt gepast. Kennis heeft betrekking op de eigen rol / activiteiten en op netwerksamenwerking. De onderstaande OWP’s zijn of worden ingericht: • Twee OWP’s NWV voor vrijwilligers en beroepskrachten

o De casussen worden geselecteerd op nieuwe complexe vraagstukken die in de eerste OWP nog niet aan de orde zijn geweest. Iedere OWP bestaat uit maximaal 15 deelnemers.

o Zij ondersteunen burgers in een kwetsbare positie bij samenstellen en uitvoeren van hun persoonlijk arrangement en delen kennis met elkaar.

o De huidige OWP heeft zijn grenzen qua omvang bereikt; er komt een tweede OWP om het toenemend aantal betrokken organisaties te kunnen laten participeren.

o Ervaren deelnemers OWP delen hun kennis met vrijwilligers en andere beroepskrachten. o Resultaat: voorbeeldcasussen en voorbeelden van nieuwe werkwijzen en creatieve oplossingen waarbij de

grenzen van wet- en regelgeving worden gezocht, meer vrijwilligers en beroepskrachten passen het geleerde in hun werkpraktijk toe, meer constructieve ontregelaars.

• Een OWP NWV Effectmeting o De intentie is om de effectanalyse in 2013 (fase 2) op een aantal punten uit te bouwen om deze conclusies

te verstevigen. o Het maatschappelijk rendement van representatieve cases met inzet van burgers in een kwetsbare positie

(‘hart’) vrijwilligers, beroepskrachten en managers (‘bladen’) worden regelmatig gemeten m.b.v. de instrumenten Effectenarena en Effectencalculator.

o Op deze manier organiseren burgers, vrijwilligers, beroepskrachten en managers terugkoppeling die hen inzicht geeft in resultaat en effect van activiteiten. Daarnaast ontstaat inzicht in partijen die investeren (kosten) en partijen die incasseren (baten).

o Een maatschappelijk businesscase wordt ingericht om het maatschappelijk rendement op Peel en Maas-niveau inzichtelijk te maken.

o Resultaat: aantoonbare resultaten en het maatschappelijk rendement van activiteiten op basis van representatieve cases en vertaling naar Peel en Maas-niveau.

• Een OWP NWV Managers voor managers van netwerkpartijen o Hun rol is faciliteren en coachen van vrijwilligers en beroepskrachten bij de wijze waarop zij burgers in een

kwetsbare positie ondersteunen bij samenstellen en uitvoeren van hun persoonlijk arrangement. o Daarnaast ontwikkelen zij al doende lerend een beleidscyclus ‘integrale dienstverlening NWV’, bijpassende

bedrijfsvoeringaspecten en indicatoren netwerk- en ketensamenwerking (vernetwerkte samenwerking) die deze dienstverlening ondersteunt.

o Resultaten: ontwikkelen en toepassen beleidscyclus en bijpassende bedrijfsvoeringaspecten. • Een OWP Schakelplein Vrijwilligers – Dorpsinfoloketen

o Lokale werkgroepen gaan in hun eigen tempo en op hun eigen manier aan de slag om net als in Meijel en Beringe een infoloket in hun eigen dorp op te zetten.

o In de OWP Vrijwilligers ontmoeten de lokale werkgroepen elkaar, wisselen kennis en ervaring uit en leren van elkaars ervaringen over het toepassen van vraagverheldering en het opzetten van dorpsinfoloketten.. Essentiële vragen in de verwijs- en ondersteuningsstructuur zijn: ‘Wat kom ik tegen en hoe handel ik dan?’, ‘Wanneer verwijs ik door en waar naartoe?’

o De verbindingen leggen tussen wat lokaal opgevangen kan worden en wat geleid moet worden doorverwezen.

o Toetsen van de ervaringen in de OWP Schakelplein zodat resultaten die daar geboekt worden ook aansluiten bij de daadwerkelijke leefomgeving van burgers (in een kwetsbare positie).

o Resultaten: meer inzicht en helderheid over vraagverheldering, daadwerkelijke en praktische verbindingen leggen tussen informele en formele netwerken.

Page 58: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

49

• Een OWP Schakelplein voor medewerkers loketfunctie o Afstemmen van wijze van vraagverheldering en (gezamenlijk) deelnemen aan training in

vraagverheldering. o Ontwikkelen van een ‘light’ variant van de NWV methodiek voor het samenstellen van persoonlijke

arrangementen in geval van eenvoudige ondersteunings- en zorgvragen van burgers (in een kwetsbare positie).

o Ervaring opdoen met het arrangeren en het coachen bij persoonlijke arrangementen met een verscheidenheid aan casussen en (gezamenlijk) deelnemen aan training in arrangeren.

o Resultaten: ‘light’ variant van de NWV methodiek, meer inzicht en helderheid over vraagverheldering en toewijzing en toeleiding naar ondersteuning, diensten en voorzieningen (op basis van complexiteit, mate van voorspelbaarheid en beschikbaarheid) en delen kennis met elkaar.

• Een OWP Schakelplein Pilot Jeugdzorg AWBZ o Ervaring opdoen met het arrangeren en het coachen bij persoonlijke arrangementen op het terrein van de

Jeugdzorg (doelgroep kinderen en jeugdigen met psychiatrische problematiek). o Ervaring en kennis opdoen m.b.t. de toekomstige wijze van financiering van arrangementen op het terrein

van de Jeugdzorg. o Verfijnen van de methodiek om te komen tot een persoonlijk arrangement voor deze specifieke doelgroep. o Nagaan welke deskundigheid en expertise van belang is bij het arrangeren van zorg voor bovenstaande

doelgroep. o Resultaten: meer inzicht en helderheid over vraagverheldering en toewijzing en toeleiding naar

ondersteuning, diensten en voorzieningen van kinderen en jeugdigen met psychiatrische problematiek. Steel De netwerkpartijen vormen de ‘steel’ en faciliteren deelnemers die invulling geven aan ‘hart’ en ‘bladen’ van de bloem. De netwerkpartijen stellen tijd, ruimte en middelen beschikbaar. De deelnemers van ‘hart’ en ‘bladen’ delen hun kennis en ervaringen met de netwerkpartijen. Een casusverdeelgroep (werktitel) wordt ingericht om in afstemming met netwerkpartijen casussen te selecteren die passen bij de OWP’s. De casusverdeelgroep gaat de coördinatie voeren over de opschaling van het aantal casussen binnen NWV en Schakelplein. Deze coördinatiefunctie op termijn wordt ingebed als logistiek instrument in Schakelplein. Kennisuitwisseling en kennisdeling in landelijke pilot Wmo-werkplaats Nijmegen, Venlo, Peel en Maas 2e fase en landelijke kenniscentra. Resultaten: • Inzicht in belangen en posities van netwerkpartijen in relatie tot de opgave (gewenste situatie, huidige situatie

en weg waarlangs gewenste situatie door samenwerking en innovatie al doende lerend bereikt kan worden) • Inzicht in alternatieven in veranderingen in structuur en cultuur die netwerkpartijen kunnen doorvoeren om

burgers in een kwetsbare positie te ondersteunen om naar vermogen (weer) mee te doen. • Kennisuitwisseling en kennisdeling. Wortels en bodem De ‘wortels’ van de bloem leveren voeding voor ‘hart’ en ‘bladeren’. Denk aan draagvlak van betrokken personen en netwerkpartners van NWV in de vorm van Dialoogbijeenkomsten Leven in het Dorp, Doe mee! en Netwerkbijeenkomsten. De ‘bodem’ biedt een groeizaam klimaat, in de vorm van het programma Leven in het Dorp WWZ en de Implementatiestrategie Begeleiding, Samen Anders met Co-creatie. Resultaat: inbedding NWV in regulier beleid/aanpak WWZ in Peel en Maas.

Page 59: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

50

5 Schakelplein: Op weg naar een breed en diep gekan telde loketfunctie Nu de kanteling naar een nieuw maatschappelijk systeem in Peel en Maas op kleine schaal vorm begint te krijgen wordt de kanteling in de loketfunctie vormgegeven. De komende jaren wordt gewerkt aan een werkwijze om de decentralisatie begeleiding te integreren in lokale dienstverlening. Deze dienstverlening gaat plaatsvinden binnen een samenwerkingsverband van vrijwillige en beroepsmatige toegangspoorten (loketten). De verbinding tussen deze toegangspoorten wordt vormgegeven binnen het Schakelplein. Het traject dat hier de opstap toe vormt is Kantelen Loketfunctie gedoopt. Schakelplein is daarmee het resultaat van dit traject. 2020FLITS * In elk dorp is een informele info- en adviesfunctie, al dan niet vormgegeven in een lokaal loket. * Burgers (in een

kwetsbare positie) stellen in een arrangementgesprek hun persoonlijke arrangement samen en worden indien

nodig bij de invulling daarvan gecoacht door vrijwilligers en beroepskrachten. * Schakelplein is een brede en diepe

gekantelde loketfunctie. * Schakelplein is een pluriform instrument dat fysiek, telefonisch, digitaal en outreachend

werkt. * Signaaldiensten vanuit 1e lijn en informele netwerken vormen het voorportaal in Schakelplein. *

Schakelplein werkt integraal voor het hele sociale domein. *

5.1 Inleiding Vanaf februari 2012 is het traject Schakelplein - Kantelen Loketfunctie van start gegaan. Dit vanuit een opdracht van de gemeente en het zorgkantoor. Het geeft invulling aan het beleidsontwerp Wmo-prestatieveld Informatie en advies dat in 2008 door de gemeenteraden van de oud-gemeenten Helden, Kessel, Maasbree en Meijel is vastgesteld. Daarbij ligt de focus op het ontwikkelen van een breed en diep loket waarin burgers (in een kwetsbare positie) met alle soorten (ondersteunings)vragen terecht kunnen (breed) en bij het loket alle functies (van informatie tot ondersteuning) kunnen krijgen (diep). Het traject begrenst zich in eerste instantie tot de kanteling in de loketfunctie Wmo-WegWijZer-begeleiding. De WegWijZer is de informatie- en adviesfunctie op het gebied van WWZ bij de welzijnsinstelling Vorkmeer. De ontwikkeling naar een breed en diep loket is breder en raakt naast Leven in het Dorp WWZ meerdere regiestructuren zoals, Jeugd en gezin, gemeenschapsontwikkeling en Werk, Zorg en Inkomen. De scope voor dit traject is gericht op het Wmo-loket, WegWijZer en andere loketfuncties en signaalfuncties gerelateerd aan begeleiding en de dagvoorzieningenstructuur. Signaalfuncties zijn o.a. huisartsen en andere 1e lijn beroepskrachten, 0e lijn beroepskrachten, informele (zorg)ondersteuners, vrijwillige ouderenadviseurs, belangenorganisaties en WWZ-aanbieders. In de aanloop naar het nieuwe gemeentehuis van Peel en Maas, Huis van de Gemeente genoemd, is een visie ontwikkeld waarin samenwerking en afstemming tussen gemeente en haar maatschappelijk partners en tussen maatschappelijk partners onderling een plek krijgen. De ontwikkeling van Schakelplein en de ontwikkeling van het ‘Huis van de gemeente’ beïnvloeden elkaar. De kanteling in de loketstructuur in Peel en Maas heeft raakvlakken met ontwikkelingen, zoals geïntegreerde 1e lijn ouderenzorg en -welzijn.

Het proces om te komen tot het Schakelplein bestaat uit 3 sporen; 1. het bouwen aan en vormgeven

van een samenwerkingsverband Schakelplein

2. Het ontwikkelen van een methodiek om samen met (voormalige) AWBZ-geïndiceerden een persoonlijke arrangement op te stellen.

3. Het kantelen van het gedachtegoed en daarmee de werkwijze van beroepskrachten en vrijwilligers.

Ad 1. De infrastructurele component is de harde kant; het bouwen aan een structuur, maken van afspraken, organiseren van randvoorwaarden. Ad 2. De mensen binnen de samenwerkende loketfuncties moeten gereedschap hebben om burgers in een kwetsbare positie te kunnen ondersteunen. Omdat de AWBZ-doelgroep begeleiding een nieuwe doelgroep is voor de Wmo en WegWijZer, dient er een werkbare methodiek te komen die hier ingezet kan worden. Ad 3. Het kantelen van gedachtegoed is een zachtere kant; hier is veel dialoog nodig, gezamenlijke waarden bepalen, ervaren dat zaken anders en beter kunnen. Samen Anders . In de samenwerking is veel winst te behalen.

De 3 sporen beïnvloeden elkaar, zowel inhoudelijk als in de fasering. Gaat het ene proces sneller, dan kan het andere daarmee ook versneld worden. Om mensen te informeren over wat er rondom het Schakelplein gebeurt, zal er ook communicatie moeten plaatsvinden. Dit wordt een 4e spoor .

Samen werking

Metho diek

Kantelen

Schakelplein

Page 60: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

51

De doelstelling van het traject is het inrichten van een breed en diep gekantelde loketfunctie. Het resultaat van het inrichten van de breed en diep gekantelde loketfunctie heeft als werktitel Schakelplein meegekregen. Deze doelstelling en het traject vragen, net als bij het traject NWV, om het ontwikkelen van samenwerkingsverbanden die afzonderlijke sectoren overschrijden. Een integraal projectleider is in staat om de partijen te verbinden. De projectleider doet dat niet vanuit het perspectief van de eigen organisatie maar staat in feite los van de partijen. Martijn Geraets is als integraal projectleider aan de slag gegaan.

5.2 Terugblik en stand van zaken Schakelplein 5.2.1 Samenwerkingsverband Schakelplein De projectleider heeft veel dialoog gevoerd binnen de Gouden Driehoek over de kanteling in de loketfunctie; met burgers (in een kwetsbare positie), belangenorganisaties, maatschappelijk partners en regiepartijen. Dit gebeurt in verschillende gremia. Werkgroep Schakelplein In samenspraak met belangenorganisaties en maatschappelijk partners is de Werkgroep Schakelplein ingericht. Deelnemers aan deze werkgroep zijn, belangenorganisaties: RZO (Regionaal Zorgvragers Overleg Peel en Maas) en binnen het RZO de werkgroep Één loket per kern, CSR (Centrale Seniorenraad Peel en Maas), GPPM (Gehandicapten Platform Peel en Maas), Mantelzorgforum Peel en Maas, KBO (Katholieke Bond voor Ouderen), Infoloket Meijel, maatschappelijk partners: WegWijZer Vorkmeer, Wmo-loket gemeente, MEE en Steunpunt Mantelzorg (Vorkmeer). De werkgroep is in 2012 zes keer bij elkaar geweest en levert input voor het traject. Tevens communiceren werkgroepleden naar hun achterban en zijn ze aanjager van initiatieven rondom het Schakelplein. De werkgroep wisselt van gedachten over het inrichten van het Schakelplein en fungeert als klankbord voor de projectleider. De werkgroep is ook weer een vorm van Co-creatie. Door het samenstellen van deze werkgroep is er een bepaalde dynamiek mogelijk gemaakt die er voor gezorgd heeft dat betrokkenen bij AWBZ Begeleiding en de brede en diepe loketfunctie de verbindingen op zijn gaan zoeken. Er is een gezamenlijk belang, waarnaar samen gestreefd wordt. Teleurstellingen zoals het RZO die gevoeld heeft ten aanzien van infoloketten in alle dorpen van Peel en Maas zijn in de werkgroep besproken en worden nu constructief tegemoet getreden. De werkgroep heeft als stip aan de horizon geformuleerd: Iedere burger (in een kwetsbare positie) moet met zijn of haar (hulp)vraag geholpen kunnen worden. Er mogen geen mensen tussen wal en schip vallen. Dorpsinfoloket Meijel biedt voorbeeld voor infoloke tten in andere dorpen – OWP Vrijwilligers Het infoloket van de KBO-ouderenadviseurs in gemeenschapshuis D’n Binger in Meijel heeft binnen haar eigen geledingen de balans opgemaakt. Hun ervaringen zijn omgezet in de notitie Infoloket Meijel (juli 2012). Conclusie is dat de pilot een succes is. Het doel om laagdrempelig en anoniemer mensen te kunnen helpen, naast of bovenop de dienstverlening die al bestond, is bereikt. Mensen maken er in toenemende mate (van 50 vragen in 2009 naar 300 in 2011) gebruik van. Ook de vrijwilligers van het Infoloket ervaren ‘winst’; mensen worden op een passende en persoonlijke manier geholpen. Financieel gezien heeft de pilot een sluitende begroting en balans. De vrijwilligers doen zelf het beheer en de coördinatie van het infoloket. Wel is er (op afstand) afstemming met de WegWijZer. In de Werkgroep Schakelplein zijn de resultaten gepresenteerd. De werkgroep ziet het Dorpsinfoloket als een voorportaal binnen de samenwerking van het Schakelplein. Lokaal worden vragen op het gebied van WWZ beantwoord en/of doorverwezen. De aandacht die het project genereert, heeft gezorgd voor nieuwe initiatieven tot loketten ‘à la Meijel’. Beringe is gestart in oktober 2012. Vanuit Baarlo, Grashoek, Helden, Kessel en Maasbree is er behoefte aan een dorpsinfoloket. Dit kunnen de ogen en oren in de buurt zijn voor het Schakelplein. Om de ontwikkeling van de dorpsinfoloketten te stimuleren wordt een OWP (ontwikkelwerkplaats) Vrijwilligers ingericht. Daarin kunnen lokale werkgroepen die de infoloketten in hun eigen dorp vormgeven ervaringen uitwisselen en van elkaar leren. De dorpsinfoloketten vormen op dit moment de samenwerkingspartners voor Schakelplein vanuit het dorp (burgers (in een kwetsbare positie), gemeenschap). OWP Loketmedewerkers Vanuit de werkgroep Schakelplein is een OWP Loketmedewerkers ingericht. Deelnemers zijn medewerkers van de WegWijZer, Wmo-loket en MEE. Deze partijen vormen op dit moment de samenwerkingspartners vanuit de

Page 61: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

52

maatschappelijk partners. In deze OWP zijn methodiekontwikkeling en ervaringsuitwisseling de belangrijkste doelstellingen. Vraagverheldering is een eerste stap. De methodiek om te arrangeren is in NWV (Netwerk Welzijn Versterkt) ontwikkeld, voor de zwaardere AWBZ thematiek. In deze OWP wordt een ‘light’-variant van deze methodiek ontwikkeld. In de OWP Loketmedewerkers wordt de integrale samenwerking verbeterd tussen de drie loketfuncties. Het is de eerste stap naar het verbinden van de bestaande loketfuncties en is daarmee een eerste versie van Schakelplein. Signaaldiensten Vanuit de overtuiging dat het altijd beter is om potentiële problemen tijdig te signaleren (preventief) en aandacht te geven dan achteraf te zorgen, is het goed om een stevige waaier aan signaaldiensten te hebben. De signaaldiensten die Vorkmeer uitvoert (KLIK, Ouderenadvies, Contact) zijn ondergebracht binnen de WegWijZer. Voor het Schakelplein is het zinvol om signalen in een vroeg stadium te krijgen. Na een grondige evaluatie van de afzonderlijke signaaldiensten wordt een analyse gemaakt van de mogelijkheden om een integrale signaalfunctie te ontwikkelen. Daarin worden tevens de resultaten en ervaringen van het project PlusPunt meegenomen.

PlusPunt Centrum voor gezond en actief ouder worden ( PlusPunt) Het project PlusPunt is één van de provinciale pilots die zijn toegekend door de Provincie Limburg in het kader van de ontwikkeling van Centra voor gezond leven. Pluspunt heeft gelopen van januari 2009 tot september 2010 en is daarna geëvalueerd. De eindevaluatie van het project is in maart 2011 ingediend bij de provincie. PlusPunt was een samenwerkingsverband van Medisch Centrum Pantaleon, Welzijnsstichting Vorkmeer, de senioren van Helden, Grashoek en Panningen, oud-gemeente Helden, Provincie Limburg, Universiteit Maastricht, Zorgverzekeraar VGZ en Zorgkantoor Coöperatie VGZ. Senioren uit Helden, Grashoek en Panningen zijn uitgenodigd om deel te nemen aan consult met een brede medische en sociaal maatschappelijke oriëntatie. In totaal hebben 731 personen positief gereageerd op de uitnodiging van PlusPunt. Wat opviel, is dat de meeste deelnemers relatief gezien gezond zijn. De redenen om deel te nemen zijn vooral gezondheidsgerelateerd en de persoonlijke uitnodiging voor PlusPunt. Afgaande op de resultaten vanuit de klantevaluatie uitgevoerd door de Universiteit Maastricht (evaluatievragenlijst) is duidelijk dat deelnemers ronduit positief zijn. Risicofactoren zoals hoge bloeddruk, bloedsuiker, overgewicht maar juist ook eenzaamheid en depressie zijn vroegtijdig gedetecteerd. PlusPunt legt nadrukkelijk de koppeling tussen zorg en welzijn en is daarmee een mooi voorbeeld voor de integratie van deze twee domeinen. Vragen en problemen worden hier actief in kaart gebracht en kunnen daarmee in een vroegtijdig stadium opgepakt worden, waarmee verergering van problematiek voorkomen kan worden, zowel op het gebied gezondheid, welbevinden en vitaliteit. De aanbeveling was dat de consultatiefunctie PlusPunt uitgerold wordt naar de andere dorpen waarbij gebruik gemaakt wordt van de opgedane ervaring in de pilot. De resultaten en de aanbevelingen worden meegenomen in de ontwikkeling van een breed en diep loket en de evaluatie van andere signaaldiensten en het traject van de 1e lijn geïntegreerde ouderzorg- en welzijn.

Pilot Jeugdzorg AWBZ – OWP Jeugdzorg AWBZ Het idee voor de pilot Jeugdzorg AWBZ is ontstaan tijdens een gedachtewisseling over de Implementatiestrategie begeleiding van 2011. De constatering was dat Jeugdzorg AWBZ daarin niet specifiek als doelgroep meegenomen was. De Pilot Jeugdzorg AWBZ is in ontwikkeling. Het doel is de verbinding in te richten tussen Bureau Jeugdzorg (AWBZ), Centrum voor Jeugd en Gezin, WegWijZer en Wmo-loket. Indicatiestellers van Bureau Jeugdzorg AWBZ kijken in samenwerking met de WegWijZer op casuïstiekniveau waar betere verbindingen in de keten Wmo-AWBZ-Zvw, Jeugdzorg, Jeugd en Gezin en Werk, Zorg en Inkomen kunnen worden gelegd. Jeugdzorg AWBZ geeft indicaties af aan kinderen en jeugdigen tot 18 jaar met psychiatrische/psychische problematiek. De pilot is van start gegaan. Een intentieovereenkomst tussen gemeente Zorgkantoor Coöperatie VGZ en Bureau Jeugdzorg is opgesteld en wordt ter vaststelling voorgelegd aan bestuurders. De pilot ontwikkelt zich verder in een OWP Jeugdzorg AWBZ. De indicatiestellers van Bureau Jeugdzorg AWBZ gaan (op termijn) deelnemen aan de OWP Loketmedewerkers. Bureau Jeugdzorg AWBZ sluit daarmee aan bij de samenwerkingspartners.

Jeugdzorg en de Gemeente

“Ik merk dat ouders ongerust zijn

over de overheveling van

begeleiding en jeugdzorg naar de

gemeente. Dat is hier niet nodig.

De Gemeente Peel en Maas is heel

goed op weg. Zij bekijken het echt

vanuit de gezinnen en luisteren

goed naar de ouders.”

-Riny Leenders.

Passe-Partout Zorg Meijel

Page 62: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

53

Portret TOUWTJES IN EIGEN HANDEN - Zelfstandig oud worden in een vertrouwde omgeving Toen de reumatische Truus Houben tien jaar geleden door een herseninfarct deels verlamd raakte, nam ha ar man Pierre de regie in eigen handen. Hij riep alle hulp in die nodig was, variërend van familie en vrijwill igers uit het dorp tot erkende zorgprofessionals. Tot op de dag van va ndaag krijgt zijn vrouw zo alle zorg die ze nodig h eeft en kunnen ze toch gezellig in hun vertrouwde omgeving samen o ud worden. Het is 11.00 uur als mevrouw Houben terugkomt op de dagbesteding na een sessie bij de fysiotherapeut. “Zo, net op tijd voor de koffie”, zegt één van de vrijwilligsters van dagbesteding. Truus Houben lacht, ze kijkt scherp uit haar ogen en ziet er tiptop uit: keurig gekapt, mooie kleding met bijpassende sieraden. Wie haar ziet, zou het niet zeggen, maar deze Baarlose dame is 85. Tien jaar geleden raakte ze door een herseninfarct links volledig verlamd en werd ze gedwongen tot een leven in een rolstoel. Haar echtgenoot Pierre Houben (84) zorgt sindsdien voor haar, gewoon vanuit hun eigen huis in hartje Baarlo. Het echtpaar is net terug van een tripje naar Duitsland, georganiseerd door de Stichting Zonnebloem. Ze hebben het enorm naar hun zin gehad, vertelt Pierre vanuit de woonkamer van de netjes onderhouden bungalow waar ze samen al meer dan 30 jaar wonen. Op een paar aanpassingen na, is alles er nog precies zoals het was. “Zo,” zegt hij opgeruimd, “Nu mijn vrouw naar de dagbesteding is, kunnen we rustig praten.” Die ochtend is hij net als alle andere ochtenden om 7.00 uur opgestaan om de thuiszorg te ontvangen die mevrouw komt helpen met wassen en aankleden. Ook vanavond zal er zoals gebruikelijk iemand van Proteion langskomen voor het naar bed gaan. De boodschappen, wassen, strijken en koken? Dat doet hij nog allemaal zelf. Alleen voor grote huishoudelijke klussen – “ramen wassen en zo” - komt één van de drie dochters eens per week langs, wat ook nog eens heel gezellig is natuurlijk. Daarnaast komt er nog een deskundige die zich ontfermt over de geestelijke gezondheid van zijn echtgenote. Pierre: “Zij spelen spelletjes en voeren gesprekken. En in de tijd dat zij er is, kan ik fijn naar de yoga.” Pierre doet er alles aan om fit te blijven. Hij weet hoe belangrijk dat is, hij draagt immers verantwoordelijkheid voor het welzijn van hemzelf en zijn vrouw: “Eén van ons zal toch vitaal moeten blijven, anders kunnen we niet meer voor onszelf zorgen.” Truus gaat vier dagen per week naar dagbesteding Ter Bocht, die – naast twee professionals van de Zorggroep - met de hulp van vrijwilligers uit het dorp draaiende wordt gehouden. Voor Pierre zijn die uurtjes tussen tien en vier de momenten waarop hij zijn eigen gang kan gaan en Truus vindt het er geweldig gezellig. Truus: “Het leukste vind ik de vragenspelletjes. Daar ben ik goed in.” Ze wijst naar haar hoofd: “Mijn man denkt dat ik niet meer helemaal helder ben, maar je hoeft heus geen gymnasiumdiploma te hebben om bij de pinken te zijn. Ik ben overal in geïnteresseerd, zo kom je ook een hoop te weten.” Dan vraagt ze voor de vierde keer in een half uur tijd of hij die dag een ruiten hemd droeg. Pierre vertelt later dat het hem niet helemaal duidelijk is of de verwarring van zijn vrouw een gevolg is van het herseninfarct of dat zijn vrouw misschien langzaam aan het dementeren is. Pierre: “Zelf is ze daar heel bang voor, daarom blijft ze continu herhalen wat er allemaal gebeurd is. Om voor zichzelf en mij te bewijzen dat ze het heus nog wel allemaal weet.” De zorg voor zijn vrouw, die hij samen met een netwerk van familie en professionals voor zijn rekening neemt, houdt hem elke dag bezig. “Het is niet niks, hoor. Ik moet veel regelen - neem de administratie van al die zorginstanties - en ik moet continu paraat staan als mijn vrouw thuis is. Ze kan weinig alleen. En dan de medicijnen… hier, dit hele pakketje moet ze iedere ochtend innemen. Dat moet ik ook allemaal in de gaten houden.” Een hele opgave dus, maar ondanks zijn leeftijd kan en wil Pierre graag zelf de regie in handen houden. “Alle mensen die me helpen zijn als het ware bij mij in loondienst, ja, ook mijn dochter die een aantal uurtjes per week hier is. Ik beheer zelf het geld van het persoonsgebonden budget (pgb) en dat vind ik erg prettig. Zelf weten we tenslotte precies waar we behoefte aan hebben en zo kan ik ook kritisch blijven op het aantal uren dat in rekening wordt gebracht bijvoorbeeld. Mij lijkt het niet prettig om overgeleverd te zijn aan instanties: ik koop liever tijdelijke zorg in als het nodig is, dan houden we tenminste nog een beetje ons eigen leven, wat privacy, zeg maar. En daarbij, zolang ik nog zelf voor haar kan zorgen, denk ik: toe maar… ” Pierre kan heel goed uitleggen waarom hij altijd zelf voor zijn vrouw is blijven zorgen: “Na zo’n ongeluk weet je allebei niet wat je te wachten staat en zeker in het begin denk je er niet over na: natuurlijk neem je die zorg op je.” Maar, geeft hij eerlijk toe, nu hijzelf ook een jaartje ouder wordt en het niet meer zo gemakkelijk is iedere dag te zorgen, is de gedachte aan een verzorgingstehuis wel eens bij hem opgekomen. Alsof hij meteen weer spijt heeft van die uitspraak, zegt hij snel: “Maar dat kan ik niet. Nee, we zijn getrouwd. De liefde blijft en die zorgt er toch voor dat je bij elkaar wil blijven. Ik moet er niet aan denken dat zij zou vereenzamen, ze legt wel snel contact en zo, maar toch…” Dan: “Zelf zou ik ook in psychisch isolement raken. Ik ben echt een gezinsman, ik wil iedereen bij elkaar houden. Kijk, nu kunnen we ons leven nog delen. Hoewel het niet altijd gemakkelijk is, we praten nog wel met elkaar en we doen dingen samen. Bovendien is ons huis ook echt nog een ‘thuis’ voor onze kinderen en kleinkinderen. Je moet het hier zien op zondagochtend, dan zit de kamer vol hoor. Nee, dat zou ik nog niet kunnen missen…” Truus denkt er hetzelfde over. Nog eens benadrukt ze hoe blij dat ze is nog gewoon thuis te wonen, bij haar man, midden in het dorp. Uit het niets wijst ze naar de ‘wensboom’ in het lokaal: “Ik heb gewenst dat we naar de Floriade gingen. En raad eens… vorige week ben ik er geweest. Werkelijk prachtig!” Dan ineens vertelt ze trots over hun huwelijk, over hoe zij en Pierre elkaar al bijna hun hele leven kennen. “Hij was mijn buurjongen, weet je. 64 jaar zijn we al samen.” Na een korte stilte: “Als het andersom zou zijn, zou ik ook voor hem zorgen, hoor.”

Page 63: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

54

Kleinschalige aanbieders begeleiding Op casuïstiekniveau en in netwerken is contact met kleinschalige aanbieders van begeleiding. Het gaat hier om organisaties als Gewoon Mezelf, Nou En, Passe-Partout Zorg Meijel en Hoeve de Kaolder. De organisaties vangen mensen op die meer baat hebben bij begeleiding in een kleinschalige setting. Deelnemers komen net als bij de zorgboeren en Maatschappelijk ondernemers niet alleen uit Peel en Maas maar ook uit andere gemeenten. Deze maatschappelijke partners zijn daarmee weliswaar een kleine maar belangrijke schakel in de keten Wmo-AWBZ-Zvw. Ontwerp Schakelplein als pilot in Huis van de Gemee nte De werkgroep Schakelplein, OWP Loketmedewerkers en OWP Vrijwilligers maken samen het ontwerp voor het Schakelplein. Managers van gemeente, MEE, Vorkmeer en Bureau Jeugdzorg zijn geïnteresseerd in de inrichting van Schakelplein als pilot in het Huis van de Gemeente. In een arrangement van NWV wordt een arrangement op het gebied van werk samengesteld voor een burger in een kwetsbare positie. Inhoudelijk zou dit arrangement mooi ingevuld kunnen worden binnen de Pilot van Schakelplein en het Hulpmiddelencentrum, waardoor ook daar een praktische verbinding gelegd wordt. In de Pilotopzet wordt de inzet van ervaringsdeskundigen meegenomen.

5.2.2 Methodiekontwikkeling De methodiek tot arrangeren is ontwikkeld in NWV. Deze methodiek is gericht op de zwaardere AWBZ thematieken. Voor de lichtere AWBZ thematieken wordt er een afgeleide methodiek ontwikkeld. Hierover wordt een notitie opgesteld. Methodiekontwikkeling in OWP Loketmedewerkers Loketmedewerkers van MEE en de WegWijZer hebben de afgelopen jaren diverse methodische trainingen gevolgd gericht op vraagverhelderen (vraag achter de vraag herleiden), outreachend werken (Eropaf! Arrangementgesprek voeren) en het inzetten en opbouwen van het eigen netwerk van mensen (Sociale Netwerk Strategie, Maatschappelijke Steun Systemen). Medewerkers van het Wmo-loket zijn in september 2012 gestart met een soortgelijke methodische training. Dit zorgt ervoor dat de loketmedewerkers met eenzelfde bagage deelnemen aan de OWP Loketmedewerkers. In deze OWP wordt een vervolg gegeven aan de methodische trainingen in samenwerking met de HAN. Leren van ervaringsdeskundigen In 2012 hebben burgers in een kwetsbare positie of hun mantelzorgers hun zorgen bij de gemeente en de WegWijZer kenbaar gemaakt over de overheveling van de functie begeleiding naar de Wmo. De projectleider heeft met deze mensen een gesprek gevoerd, vaak in de thuissituatie. Naast dat deze mensen in positieve zin verbaasd zijn hoe ver de gemeente Peel en Maas al in de voorbereiding stappen heeft gemaakt, is een aantal mensen bereid om als ervaringsdeskundige hun persoonlijke situatie als ‘casus’ in te brengen in Schakelplein. Deze casussen worden als testcase gebruikt om kennis over de methodiek ‘arrangeren’ en de samenstelling van een persoonlijk arrangement te ontwikkelen en te oefenen. Het aantal testcases groeit gestaag. De testcases die worden door de loketmedewerkers uit de OWP Loketmedewerkers opgepakt. Op deze manier wordt vanuit de praktijk een passende werkwijze gezocht. Zo ontstaat zicht op wat er al is en wat er nog nodig is. De eerste resultaten laten zien dat er veel meer samenwerking nodig is waarbij de burger (in een kwetsbare positie) centraal staat. Er moet uitgegaan worden van de werkelijke behoefte van de burger. Nu wordt er vaak erg eenzijdig, vanuit de eigen organisatie, gekeken. Daarbij moet niet de beroepskracht of vrijwilliger de regie hebben, maar de persoon die vraagt om ondersteuning. Dat werkt ook echt! Mensen maken dan zélf een keuze waarvan zij vinden dat die bij hun past. De motivatie is dan veel groter, waardoor de oplossing langer stand houdt. Een positieve insteek (kracht) gericht op wat iemand wel kan zorgt daarbij voor hele andere, creatievere, oplossingen dan de insteek dat iemand iets niet kan (beperking). Bijkomende voordelen zijn dat de mensen die als ervaringsdeskundige meedoen het gevoel hebben serieus genomen te worden en dat ze inzicht krijgen in de grenzen waar vrijwilligers en beroepskrachten in de praktijk tegenaan lopen. De ervaringsdeskundigen worden op deze manier ook een soort ambassadeurs van de aanpak (van Schakelplein) in Peel en Maas in hun eigen netwerk of naar andere burgers of mantelzorgers. Good practice onderzoek De projectleider heeft onderzoek gedaan naar goede voorbeelden uit den lande. Hieruit blijkt dat Peel en Maas de zaken zo specifiek afstemt op de lokale situatie dat het minder mogelijk is om ‘blauwdrukken’ over te nemen. Het

Page 64: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

55

beste voorbeeld dat er voorhanden is, betreft de ervaringen van NWV. Daarom is een sterke verbinding tussen beide trajecten gelegd. Wel vormen kennis en ervaringen die elders zijn opgedaan input voor de ontwikkeling van Schakelplein. Met de gemeente Horst aan de Maas is afgesproken om kennis en ervaringen structureel uit te gaan wisselen. In Horst aan de Maas is een pilot rondom vraagverheldering opgestart. Horst aan de Maas neemt deel aan een VISD (Verkenning Informatievoorziening Sociale Domein). Deze verkenning wordt gedaan door het KING (Kwaliteits Instituut Nederlandse Gemeenten) met als doel het Organiseren en innoveren van de informatievoorziening in het sociaal domein. Het is goed om kennis uit te wisselen op dit vlak. Dit gebeurt inmiddels op regionale schaal tussen gemeenten in Noord-Limburg. Schakelkaart Gebruikers van Schakelplein zijn gebaat bij een uitgebreide en actuele sociale kaart van beschikbare of in ontwikkeling zijnde producten, diensten en voorzieningen. Niet alleen lokaal maar ook regionaal. De sociale kaart wordt ontwikkeld onder eindverantwoordelijkheid en eindredactie van de integraal projectleider. In Peel en Maas krijgt dit traject in lijn van Schakelplein de naam ‘Schakelkaart’.

5.2.3 Kantelen gedachtegoed en werkwijze In vrijwel alle initiatieven die ondernomen worden is er, al dan niet uitdrukkelijk, aandacht voor het feit dat er een kanteling nodig is in de manier van denken en werken. In de OWP’s van Schakelplein heeft de kanteling in de loketfunctie de volle aandacht. De (vraag van de) burger (in een kwetsbare positie) wordt in het arrangementgesprek anders benaderd: hij/zij heeft een integrale ondersteuningsbehoefte en er wordt meer gekeken naar zijn/haar mogelijkheden en de bijdrage die de burger zelf kan leveren aan de oplossing van zijn ondersteuningsvraag. In de huidige indicatiesystematiek ligt de nadruk op het compenseren van de beperkingen. De nieuwe invalshoek van het arrangeren bij het oplossen van problemen vraagt een cultuur- en attitudeverandering bij burgers, beroepskrachten (in het loket) en bij indicatieorganen, maatschappelijk partners en regiepartijen zelf. 5.3 Schakelplein: pluriforme loketfunctie van en vo or iedereen De loketfuncties en signaaldiensten staan op het Schakelplein met elkaar in verbinding. De uitingsvorm van de loketfuncties en signaaldiensten is divers. Organisatorisch is het Schakelplein veel meer dan een fysieke loketfunctie. Het is een pluriform (huisbezoeken, website, telefonisch, WegWijZer, Wmo- en zorgloketten en signaaldiensten) instrument en een zoveel mogelijk outreachend en integraal werkende functie. Op het Schakelplein vindt de match plaats tussen de ondersteuningsbehoefte en het aanbod dat de meest gewenste oplossing daarvoor biedt. Dat betekent overigens niet dat beroepskrachten daar een rol in moeten hebben. De ondersteuningsbehoefte wordt deels ingevuld door burgers (in een kwetsbare positie) onderling of in dorp/buurt zelf of met de inzet van vrijwilligers of vanuit informele (zorg)ondersteuningsorganisaties. Dat geldt overigens ook voor het voeren van het vraagverhelderingsgesprek. Dat kan bij mensen thuis, in het gemeenschapshuis of zelfs op de hoek van de straat of in de supermarkt plaatsvinden. Vrijwillige ouderenadviseurs zijn daarvoor beschikbaar in ieder dorp in Peel en Maas. Daar waar het nodig is komt de beroepskracht in beeld. Verder kunnen de netwerkpartners, zoals de lokale stichting Dorpsdagvoorziening, op het Schakelplein hun ondersteuningsbehoefte in de inzet van vrijwilligers en beroepskrachten en vragen van organisatorische of beheersmatige aard kenbaar maken. Het Schakelplein is van en voor iedereen. Burgers (in een kwetsbare positie) met een ondersteuningsbehoefte en netwerkpartners met ondersteuningsvragen (in bedrijfsvoeringsaspecten) komen in Schakelplein in contact met elkaar en met vrijwilligers en beroepskrachten om daar een op maat gesneden invulling aan te geven. Processen in Schakelplein In onderstaand kader is schematisch het proces van vraagverheldering, informatie- en adviesfunctie en het samenstellen van persoonlijke arrangementen op basis van een eenvoudige vraag en een complexe vraag in Schakelplein uitgewerkt. De vrijwilligers die betrokken zijn bij de werkgroep Schakelplein geven aan dat ze op dit moment wel burgers (in een kwetsbare positie) willen ondersteunen bij vraagverheldering en geleide doorverwijzing, maar arrangementgesprekken willen ze (nog) niet voeren. Dat laten ze graag over aan beroepskrachten.

Page 65: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

56

Netwerkpartners stellen in Schakelplein hun ondersteuningsvragen in bedrijfsvoeringsaspecten aan de orde.

5.4 Opgave Schakelplein De komende maanden zal steeds duidelijker worden wat de consequenties zijn van het regeerakkoord Rutte II richting uitvoering. Nu duidelijk is dat van het decentraliseren van taken in het kader van de overheveling van begeleiding naar de Wmo per 1-1-2014 geen sprake is, wordt in Peel en Maas 1-1-2015 als richtpunt genomen voor de decentralisatie van de functie begeleiding. Dat betekent dat er iets meer voorbereidingstijd is, maar ook dat de inzet op het inrichten van het Schakelplein onverminderd van belang is. Het Schakelplein en daarmee de toegangspoort tot coaching, ondersteuning, begeleiding en zorg moet in 2014 operationeel zijn. 5.4.1 Inrichten Schakelplein Het inrichten van Schakelplein vindt fasegewijs plaats. Schematisch ziet de fasering er als volgt uit:

2013

2014

2015

Proces samenstellen arrangement Schakelplein(Kwetsbare) Burger * stelt vraag

Vraagverheldering door samenwerkingspartner Schakelplein

Informatie en advies vraag

(Kwetsbare) Burger krijgt antwoord (en geleide doorverwijzing)

Eenvoudige vraag

(Kwetsbare) Burger krijgt Arrangement-gesprek ‘light’ door beroepskracht (‘casebegeleider’)

(Kwetsbare) Burger stelt persoonlijk arrangement samen met ‘casebegeleider’

Match tussen vraag en aanbod

Complexe vraag

(Kwetsbare) Burger krijgt Arrangement-gesprek ‘zwaar’ door beroepskracht (‘casebegeleider’)NWV

(Kwetsbare) Burger stelt persoonlijk arrangement samen met ‘casebegeleider’

Match tussen vraag en aanbod

Vraagverheldering

Arrangeren

* Noot: Om ruimte te besparen is de term (kwetsbare ) burger gebruikt i.p.v. burger (in een kwetsbare p ositie)

Ondersteuningsvragen Netwerkpartners via Schakelple in

Netwerkpartners stellenondersteuningsvraag

Vraagverheldering door Samenwerkings-partnerSchakelplein

Afstemming met Projectleider Schakelplein – Projectgroep Begeleiding

Schakelplein

Opstarten OWP

NWV 2

Opstarten OWP

NWV effect

Opstarten Pilot

Schakelplein

OWP Loketmw

Opstarten OWP

Managers

OWP NWV (1)

OWP Jeugdzorg

AWBZ

Opstarten OWP

Vrijwilligers

SchakelpleinCollectieve

pijler

Dagvoor-zieningen /

Vervoer

Signaal-diensten/

1e lijn

OWP’sKanteling

Loket

Individuele pijler

OWP’sNWV

Schakelplein

Page 66: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

57

2013 Het Schakelplein gaat in 2013 sterker dan in 2012 toewerken naar operationeel zijn in 2014. Dit betekent dat het (in het Educatienetwerk) geleerde meer en meer toegepast gaat worden in de dagelijkse praktijk van netwerkpartijen die samenwerken binnen het Schakelplein, de good networks . Partijen worden nadrukkelijk uitgenodigd om in de OWP’s te leren ‘hoe het moet’. In eerste instantie zal het Schakelplein bemenst worden door de voorlopers van samenwerkende organisaties; de good persons . Dit zijn de mensen die de zienswijze onderschrijven en dit ook in hun werk tot uitdrukking laten komen. Zij gaan te werk alsof het al 1-1-2015 is. In een fysieke Pilot Schakelplein wordt dit in de praktijk gebracht in relatie tot het Huis van de Gemeente, good practice . Het Huis van de Gemeente is dan nog niet klaar maar de pilot wordt ingericht volgens de ontwikkelde concepten van het nieuwe gemeentehuis. Daarmee is er in 2013 al een eerste versie van het fysieke deel van het Schakelplein actief. In de pilot wordt de verbreding gezocht en verbinding gemaakt naar de twee andere decentralisaties; Participatiewet en Jeugdzorg. Uit een aantal van de persoonlijke arrangementen die worden samengesteld blijkt dat de behoefte breder is dan ondersteuning en begeleiding. Vanuit het perspectief van de burger in een kwetsbare positie dient de integrale samenhang geborgd te zijn. Verder worden in 2013: • de OWP NWV 2 (vrijwilligers en beroepskrachten), OWP NWV Effectmeting, OWP NWV Managers en de OWP

Schakelplein Vrijwilligers opgestart. • de OWP’s NWV verbonden met de OWP’s Schakelplein. • de Schakelkaart ontwikkeld. 2014 In 2014 worden de OWP’s, signaaldiensten, NWV (individuele pijler), dagvoorzieningen en vervoer (collectieve pijler) verbonden via vernetwerkte samenwerking met ‘good persons, good networks, good practices’. 2015 De komende twee jaar vormt daarmee de opmaat naar het Schakelplein en daarmee de toegangspoort tot coaching, ondersteuning, begeleiding en zorg in 2015. En (mogelijk) vormt Schakelplein dan ook de toegangspoort voor de andere decentralisaties. Op termijn kan dit verbreed worden naar het gehele sociale domein. 5.4.2 Verbinding Netwerk Welzijn Versterkt en Schak elplein Vanwege de overlap tussen en beïnvloeding van elkaar wordt de organisatie van de opgave integraal opgepakt in samenwerking tussen NWV en Schakelplein. Dit zorgt er tevens voor dat er gebruik gemaakt kan worden van de specifieke kwaliteiten van de huidige projectleiders, dat als neveneffect efficiencywinst oplevert. De organisatie van de opgave beslaat vanaf dit moment NWV en Schakelplein samen. NWV maakt de overgang van verkennend innovatietraject naar een innovatietraject gericht op verdiepen, valideren, verbreden en verankeren van de aanpak binnen de kaders van de gestelde transitieopgave. Schakelplein is in aanloop naar de daadwerkelijke decentralisatiedatum projectmatig van opzet en sterk op implementatie gericht. Wat in NWV ontwikkeld wordt door innovatie levert input in de vorm van kennis, methodes en werkwijzes voor het Schakelplein. Tussen NWV en SP vindt nadrukkelijk kruisbestuiving plaats. Deze beweging zorgt tevens voor een verschuiving in taken tussen de beide Integraal projectleiders NWV en Schakelplein. De projectleider NWV gaat zich toeleggen op het managen van de processen m.b.t. het Educatienetwerk en op de methodiekontwikkeling. Zijn rol evolueert daarmee naar die van procesmanager. Het takenpakket van de projectleider van Schakelplein verbreed zich naar een integraal projectleiderschap voor beide pijlers. De projectleider zorgt voor de inrichting van het Educatienetwerk, Schakelplein en de opschaling in aantallen persoonlijke arrangementen. 5.4.3 Opschalen in aantal persoonlijke arrangemente n De opschaling naar grotere aantallen persoonlijke arrangementen wordt fasegewijs bereikt gedurende het inrichten van het Schakelplein. De OWP’s vormen de verbinding tussen het al werkende weg leren en innoveren en de praktijk; in OWP’s worden testcases ingebracht waarvoor nog geen good practice voorhanden is; nieuwe situaties dus. De beroepskrachten die de burgers in een kwetsbare positie ondersteunen bij het samenstellen van een arrangement, gebruiken daarvoor twee varianten: de zware variant van NWV of de daarvan afgeleide lichte variant. In de komende periode worden in ieder geval de burgers in een kwetsbare positie waarvan de AWBZ-indicatie begeleiding afloopt benaderd om een persoonlijk arrangement samen te stellen. Verder krijgen mensen die nog geen indicatie hebben en hun vraag voor ondersteuning, begeleiding en zorg kenbaar maken een vraagverhelderingsgesprek en op basis daarvan een arrangementgesprek. De verwachting is dat nog meer burgers in een kwetsbare positie hun behoefte kenbaar gaan maken. Enerzijds gezien de stijgende vraag naar ondersteuning, begeleiding en zorg en anderzijds gezien het voornemen van het kabinet om persoonlijke verzorging in 2015 te decentraliseren, Hulp bij het Huishouden uit te kleden en ZZP 1-3 en deels 4 af te schaffen.

Page 67: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

58

6 Logeeropvang (tijdelijk verblijf) 2020FLITSFLITSFLITSFLITS

* Logeeropvang maakt onderdeel uit van de lokale WWZ-structuur. * Gezinnen met kinderen in een kwetsbare

positie genieten van logeervakanties in Peel en Maas. *

6.1 Inleiding Logeeropvang is onderdeel van de functie extramurale begeleiding (kortdurend verblijf). Logeeropvang is er in velerlei soorten en maten en wordt door verschillende partijen georganiseerd. Zo kun je logeren: • in logeerhuizen, opvanghuizen, zorgboerderijen • in kortdurende perioden: weekenden, door de week, in vakantieperioden • zonder of rondom speciale thema’s • in locaties van particuliere maatschappelijke initiatieven, stichtingen met een specifiek doel, organisaties van

speciaal onderwijs of zorgorganisaties • in je eentje, met andere kinderen of met het hele gezin • op basis van PGB (Persoonsgebonden budget) of ZIN (Zorg in Natura) • onder begeleiding van beroepskrachten (met ondersteuning van vrijwilligers) Logeeropvang is een gemeentegrens overstijgende voorziening. De deelnemers komen vaak uit de regio of verder weg. Dat is een belangrijk aspect om rekening mee te houden bij de beleidsontwikkeling. Logeervakanties voor kinderen en jong volwassenen in een kwetsbare positie (in gezinsverband) zijn een specifiek onderdeel van logeeropvang. Gezien de landelijke insteek van de logeervakanties is de vraag of deze straks ondersneeuwen in de mogelijke decentralisatie van de AWBZ naar de Wmo.

Deelnemers aan logeeropvang krijgen vaak een specifiek activiteitenprogramma op maat. Contact en afstemming met mantelzorgers of persoonlijke begeleiders van de deelnemers is dan ook zeer belangrijk. Degenen die de logeeropvang organiseren weten op voorhand welke hulpmiddelen, welke ondersteuning, hulp en zorg er nodig is, welke aandachtspunten er zijn en wat de deelnemer leuk vindt om te ondernemen. De activiteiten zijn erop gericht om de deelnemers een plezierige tijd te bezorgen. De activiteiten zorgen echter ook voor structuur die deelnemers vaak nodig hebben om naar vermogen te mee te doen. Tijdens de logeeropvang en de logeervakanties kunnen deelnemers ervaringen beleven in een veilige omgeving die ze normaal niet zouden ervaren. Daardoor kunnen ze groeien en zich verder ontwikkelen. Logeeropvang geeft een stuk ontlasting voor mantelzorgers. Het geeft mantelzorgers de mogelijkheid om de zorg een aantal uren per dag of dagen uit handen te geven. Hierdoor hebben mantelzorgers even tijd voor zichzelf of voor elkaar. Het betekent ook een stuk loslaten voor de mantelzorgers. Zij zijn enorm betrokken bij de ondersteuning en zorg van hun naasten met beperkingen en vaak niet gewend om de ondersteuning en zorg aan een begeleider over te laten. Dat kost enige tijd maar als ze zien dat hun naasten zich vermaken, er een goede klik is met de begeleider en het vertrouwen is gegroeid dan wordt het loslaten gemakkelijker. Tijdens logeervakanties voor gezinnen ontmoeten ze andere mantelzorgers waarmee ze hun ervaringen kunnen uitwisselen. Dat geldt ook voor de jonge mantelzorgers. Ze leren andere jonge mantelzorgers kennen die een broer of zus hebben met een beperking. Ze kunnen ervaringen met elkaar en met de begeleiders delen. 6.2 Stand van zaken logeeropvang in Peel en Maas Logeeropvang in Peel en Maas is deels in beeld. Een aantal logeermogelijkheden is bekend, zoals Nou En in Baarlo, maar een uitgebreid overzicht van logeermogelijkheden voor burgers in een kwetsbare positie is niet voorhanden. In 2012 is het Logeerhuis Heldendom in Peel en Maas gesloten vanwege een afname aan deelnemers. De logeeropvang door kleine particuliere aanbieders wordt vaak bekostigd via PGB. De afname van of korting op AWBZ-indicaties (voor logeeropvang) maakt dat deze organisaties een ongewisse tijd tegemoet gaan. De decentralisatie AWBZ-Wmo en in het bijzonder van de functie begeleiding kan betekenen dat gemeenten meer of minder aandacht geven aan kortdurend verblijf. Het is afhankelijk van het Wmo-beleid van de gemeente waar de deelnemers wonen of en in welke mate ze vanuit de Wmo gebruik kunnen (blijven) maken van de logeeropvang en of ze een PGB behouden. Dat kan betekenen dat minder mensen gaan deelnemen aan logeeropvang. Aan de andere kant is het ook een natuurlijk moment voor de logeeropvangpartijen om kritisch te kijken op welke wijze moet worden geanticipeerd op de veranderingen en ontwikkelingen in de samenleving.

Page 68: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

59

De Stichting Wigwam Vallei Nederland (SWVN) gaat op een proactieve manier anticiperen op de maatschappelijke ontwikkelingen. Zij pakken de gelegenheid om nieuwe wegen in te slaan en creatieve oplossingen te bedenken om de doelstelling in de toekomst waar te blijven maken. SWVN heeft de gemeente Peel en Maas benaderd om van gedachten te wisselen over het organiseren van logeervakanties voor gezinnen met kinderen in een kwetsbare positie in Peel en Maas en het verkennen van geschikte locaties. Wigwamvakanties Stichting Wigwam Vallei Nederland (SWVN) organiseert Wigwamvakanties voor kinderen en jongeren met een beperking, hun ouders, broertjes en zusjes. Wigwamvakanties hebben een duur van één of twee weken. De gezinnen logeren in wigwamvakantiehuisjes. Vijf dagen per week wordt er een activiteitenprogramma georganiseerd waarin elk kind kan deelnemen. Hierdoor hebben de ouders even tijd voor zichzelf. De Wigwamvakanties worden gedurende de voorjaar- en zomervakanties gehouden op vier bijzondere locaties in Nederland en in 2013 voor het eerst in Frankrijk. Alle kinderen worden ingedeeld in groepjes met leeftijdsgenootjes en/of kinderen met een vergelijkbaar niveau. De groepjes zijn samengesteld uit kinderen met en kinderen zonder een beperking. Iedereen speelt samen. Voor elk kind, ook alle broertjes en zusjes, wordt bekeken of het activiteitenprogramma aansluit bij de behoefte, interesse en mogelijkheden van het kind. Als dat niet of deels het geval is, wordt er met het kind, eventueel samen met enkele andere kinderen, een alternatief aangeboden. De kinderen met beperkingen krijgen een persoonlijke begeleider. De begeleiders zijn geëngageerde vrijwilligers. De organisatie van de wigwam op locatie is in handen van een projectleider. Dit is een beroepskracht. De Wigwamvakanties zijn in de eerste plaats van belang voor de gezinnen zelf. Voor alle gezinsleden van een gezin met een kind met een beperking is het leven niet altijd gemakkelijk. Alle praktische, maar ook emotionele zorgen vormen een belasting voor het dagelijks leven. Deze jaarlijkse vakantie biedt ontspanning en afleiding van de dagelijkse sleur. Dankzij de Wigwamvakanties kunnen de gezinsleden weer energie opdoen voor de periode erna, of hebben iets om op vooruit te kijken. Tijdens de vakanties blijkt regelmatig dat de kinderen met een beperking, maar ook broertjes en zusjes, sprongen maken in hun ontwikkeling. Hieraan ligt het sociale karakter van de vakanties, de onderlinge acceptatie, de mogelijkheden in contact te treden, de mentale/fysieke ontspanning en de individuele begeleiding ten grondslag. De vakanties leveren veel positieve effecten en rendement op voor andere deelnemers dan de gezinsleden zelf. De Wigwamvakanties kunnen niet gerealiseerd worden zonder een groot aantal vrijwilligers. Naast de volwassenen maken een groot aantal scholieren, leerlingen en studenten deel uit van de vrijwilligersgroep. De vakanties zijn voor de vrijwilligers erg leerzaam. Zij maken kennis met de betekenis en de consequenties van het leven en recreëren met een beperking. De vrijwilligers doen veel levenservaring op. Leven met een beperking krijgt een andere inkleuring en wordt minder beladen. De vrijwilligers nemen de beleving/ervaring mee in hun contact met anderen of in hun studie of werk. Na de vakantie geven vrijwilligers altijd weer aan dat ze deze ervaringen niet hadden willen missen en gaan met een voldaan gevoel naar huis. Om te anticiperen op de maatschappelijke ontwikkeling op het gebied van zorg hebben wij als SWVN een beleidsadvies opgesteld. Het beleidsadvies geeft een blik in de keuken van logeervakanties. De inzet is om meer bekendheid te genereren voor deze specifieke vorm van begeleiding. Naast beleidsmatige informatie zijn hierin persoonlijke verhalen opgetekend vanuit verschillende perspectieven. Daarmee kan dit advies input leveren voor beleidsontwikkeling landelijk en lokaal. Wij nodigen u graag uit om een kijkje te nemen op onze website www.wigwamvallei.nl. Hoera! We gaan met Wigwamvakantie! Ons leven met onze dochter Nina zien we als een bijzondere uitdaging. Nina heeft veel beperkingen vanwege haar handicaps én ze heeft ook heel veel ontwikkelingsmogelijkheden, dat is ons in de afgelopen 16 jaar wel gebleken. We hebben ondanks alle zorgen een gelukkig en rijk leven met haar. Met vakantie gaan is voor ons een ander verhaal dan voor de meeste mensen. Toen Nina vier jaar was, zijn we een aantal jaren niet met vakantie gegaan. Nina liet merken dat ze liever in haar vertrouwde omgeving thuis of op het kinderdagcentrum was. Daar voelde ze zich het meest veilig en vertrouwd in plaats van met ons in een vreemde omgeving, waar wij het enige anker voor haar waren. We zagen al heel vroeg bij Nina dat ze zich graag laat opnemen in een omgeving waar veel te zien en te beleven is, naast de veiligheid van een herkenbare structuur. Vakantie met ons drieën was toen duidelijk geen optie meer, dus wat dan? Op vakantie met familie en vrienden was niet altijd goed af te stemmen en we merkten ook dat niet iedereen begrijpt hoe het werkt met een kind als Nina. Op onze zoektocht naar een geschikte vakantie voor ons allen kwamen we de Wigwamvakanties tegen. Na in het eerste jaar de eerste dagen wat aarzelend gestart te zijn, waren we al snel om; dit is echt een heerlijke vakantie voor ons allemaal! Nina laat zich graag opnemen in de groep, deze biedt haar als 16-jarig meisje, functionerend op peuter/kleuterniveau, de veiligheid en alle warmte en aandacht die ze nodig heeft. Een voor haar behapbare en waardevolle integratie. Met haar persoonlijke begeleider heeft ze vaak veel plezier. Wij hebben altijd bewondering voor deze vrijwilligers die zich belangeloos inzetten vanwege interesse, ervaring en/of voor de studie. Zomaar een week of veertien dagen zorgen voor een kind met beperking is toch een hele uitdaging. Onder begeleiding van de bevlogen projectleiding leren deze jonge mensen heel veel over het kind dat ze begeleiden, maar juist ook heel veel over zichzelf en dat is mooi om te zien. Iedere dag een afgestemd en prachtig programma voor alle kinderen, zang, dans, zwemmen, creatief en nog veel meer! Wij kunnen ons eigen programma maken en komen zo toe aan elkaar en aan onszelf. Zo kunnen wij weer nieuwe energie op doen om er na de vakantie weer tegenaan te kunnen. Na de vakantie geniet Nina nog maanden van foto’s en filmpjes van de vakantie en als de zomervakantie weer in zicht is komt alles weer uit de kast. Nina geniet eigenlijk het hele jaar van deze vakanties en weet zich nog veel te herinneren van vakanties van jaren terug. We hopen nog vele jaren mee te kunnen met de Stichting Wigwamvallei! Sonja Bracke en Karel van Vlerken, ouders van Nina

Page 69: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

60

6.3 Opgave logeeropvang In Co-creatie met logeerorganisaties, deelnemers en mantelzorgers worden logeeropvang als onderdeel van de functie begeleiding en de bestaande logeeropvangmogelijkheden in Peel en Maas in beeld gebracht. Dit brengt kansen en bedreigingen in kaart en geeft input voor de beleidsontwikkeling. SWVN en de gemeente gaan de mogelijkheden onderzoeken voor het opzetten van Wigwamvakanties in Peel en Maas. SWVN brengt dit initiatief in in het programma Leven in het Dorp WWZ. Zij blijft daarbij dicht bij de eigen visie en missie. Zij draagt specifieke kennis in over het organiseren van logeervakanties voor kinderen en jong volwassenen in een kwetsbare positie (in gezinsverband). Dit gebeurt vanuit een netwerkorganisatie met een klein aantal beroepskrachten en met behulp van een groot aantal vrijwilligers. Het initiatief heeft een regionaal karakter. SWVN gaat daarover de dialoog aan met netwerkpartners uit Peel en Maas en omgeving. Logeerorganisaties die zich richten op burgers in een kwetsbare positie worden betrokken in de dialoog. Daarnaast is de betrokkenheid van gezinnen die gebruikmaken van Wigwamvakanties, vrijwilligers en projectleiders die betrokken zijn bij SWVN daarin van belang. Verder is de betrokkenheid van burgers (in een kwetsbare positie), verenigingen, belangenorganisaties, informele zorgorganisaties, WWZ-aanbieders, bedrijfsleven, (speciaal) onderwijs, regiepartijen (gemeenten, zorgkantoor en zorgverzekeraar) en onderzoeksinstituten daarin belangrijk. De dialoog start met een klein aantal netwerkpartijen en wordt vervolgens uitgebreid naar partijen die zich bij het initiatief aan willen sluiten. Daelzicht is één van die netwerkpartijen. De locatie Savelberg in Koningslust is een mogelijke locatie voor de wigwamvakanties. Tegelijkertijd worden ook alternatieve locaties in Peel en Maas verkend. Daelzicht en logeeropvang De grondslagen onder de Wmo en die onder onze supportvisie zijn ‘langer thuis kunnen wonen’ en ‘volop participeren in de samenleving’. Juist daarom zijn wij als Daelzicht supporter van initiatieven zoals die van de SWVN. Een logeervakantie in een Wigwam is een ware belevenis voor het kind en tegelijkertijd geeft het de ouders de mogelijkheid om de accu op te laden. Met een opgeladen accu krijgen en behouden ouders de energie om langer voor hun kind te zorgen, met alle positieve gevolgen van dien. Mooi aan deze logeervakanties is ook dat er voor ouders de mogelijkheid is met andere ouders in contact te komen en ervaringen uit te wisselen. Logeervakanties zijn dus een prima initiatief om de ouders een klein beetje te ontlasten en de intensieve zorg aan hun kind een stukje aangenamer en draaglijker te maken. Voor Daelzicht zijn logeeropvang en meer specifiek logeervakanties niet nieuw. Jaarlijks logeren ca. 70 tot 80 kinderen op één van onze locaties. Hoewel de animo hiervoor de afgelopen jaren is gedaald, zien we in relatie tot de Wmo en onze supportvisie goede kansen voor een opwaardering van dit fenomeen. Zo zijn ‘logeervakanties’ een belangrijk onderdeel van Daelzicht’s ambitie om een Belevenispark op te richten voor mensen met een beperking en voor kinderen (tot 4 jaar) met een verstandelijke beperking. Dit park is gericht op BELEVING en SAMEN met het gezin logeren of vakantie vieren! In dit park kunnen deelnemers voor korte of langere tijd heerlijk bewegen en ontspannen en de natuur beleven. Het park biedt unieke kansen om kinderen de tijd van hun leven te geven en ouders te laten bijtanken! Logeervakanties bieden mogelijkheden om kinderen gelukkiger te maken en de ouders te ‘ontzorgen’ en het sluit aan op de ambitie van de overheid om kinderen langer thuis te laten wonen! Samen met SWVN en de gemeente Peel en Maas willen we ons dan ook inzetten om logeervakanties serieus op de kaart te zetten. Het loont... voor kind, ouder én overheid! Perspectief vanuit de mantelzorger Onze Tim van 12 heeft een lichte verstandelijke beperking. Het is een hele lieve jongen. Hij woont gewoon bij ons thuis en we zouden hem voor geen goud willen missen. Tim zit lekker in z’n vel en daar doen we als ouders alles aan. Mensen hebben er geen idee van hoeveel energie dat kost. Wij kunnen hem nooit alleen laten en moeten voortdurend ogen in onze zakken hebben. Uiteraard moeten we hem ook helpen bij veel dingetjes die zijn leeftijdsgenoten zelf kunnen. Als ouders ploffen we ’s avonds dan ook bekaf op de bank. Een jaarlijks hoogtepunt is altijd de logeervakantie bij Daelzicht. Dat vindt ie fantastisch! Hij geniet ervan om even in een andere omgeving te zijn, met andere kinderen te spelen en leuke dingen te ondernemen. Eerlijk gezegd kijken wij er als ouders ook naar uit. Het is echt zo’n moment dat we even de zorg uit handen kunnen geven en aan onszelf kunnen denken. Een beetje bijtanken, zou je kunnen zeggen! De laatste avond gaan we er altijd naar toe en dan is het heel gezellig met de andere ouders. Dan hoor je ook hun verhalen en dat geeft een goed gevoel. Dan besef je dat je niet de enige bent in zo’n situatie! Moeder van Tim (12)

Page 70: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

61

7 Projectstructuur en bedrijfsvoering Ondanks dat nog niet zeker is of, wanneer en onder welke voorwaarden en met welke budgetten de functie begeleiding overgeheveld wordt naar gemeenten, heeft het Implementatieteam begeleiding en de Projectgroep begeleiding de afgelopen tijd toch al aandacht besteed aan een aantal bedrijfsvoeringsaspecten. De gegevens die verzameld zijn geven slechts een indicatie, gezien de onduidelijkheid op landelijk niveau, maar geven wel voldoende houvast voor de koers die al is ingezet als voorbereiding op de overheveling van begeleiding. Onderstaand is de projectstructuur beschreven voor de implementatie van de decentralisatie begeleiding en komt het communicatieplan aan de orde. Verder is een eerste analyse uitgewerkt van de doelgroepen uit de AWBZ-begeleiding die over komen naar de gemeente. De consequenties van het Regeerakkoord Rutte II zijn financieel vertaald en er is een globale financiële verkenning gemaakt van de budgetten in het brede WWZ domein. 7.1 Projectstructuur In de figuur hieronder is de projectstructuur schematisch in beeld gebracht. De projectstructuur kent een stuurgroep, projectgroep en diverse werkgroepen. Dat doet vermoeden dat hier sprake is van een ‘topdown’ benadering. De beleidsontwikkeling en de daaruit volgende adviezen en voorstellen zijn echter gebaseerd op de ervaringen en kennis opgedaan in de praktijk en de inbreng en inzet van burgers (in een kwetsbare positie), mantelzorgers, vrijwilligers en beroepskrachten. In vorige hoofdstukken is dat steeds omschreven als Co-creatie . Dat betekent dat de implementatie van de decentralisatie begeleiding vooral een ‘bottom-up’ benadering kent. De weergave van de projectstructuur zou dus eigenlijk een omgedraaid schema moeten zijn. De projectstructuur is opgebouwd uit de drie pijlers: Schakelplein, Individuele pijler en de Collectieve pijler. De functie Logeeropvang (Kortdurend Verblijf) heeft een plek gekregen in de collectieve pijler. Het betreft namelijk voorzieningen waar meerdere mensen (gelijktijdig) gebruik van maken. In de pijlers zijn de diverse werkgroepen en OWP’s opgenomen. Verder is de Werkgroep Bedrijfsvoering afgebeeld en de thema’s waar de werkgroep mee aan de slag is (gegaan). Integrale afstemming over resultaten en beleid in de decentralisatie begeleiding vindt door de projectleiders/procesmanagers/aanjagers plaats in de Projectgroep begeleiding. Deze resultaten en beleid worden vertaald in adviezen en voorstellen die door het Implementatieteam begeleiding in samenhang besproken en geanalyseerd worden. Jaarlijks stelt het Implementatieteam begeleiding een implementatiestrategie op voor de komende periode. In 2013 stelt het implementatieteam het gezamenlijk inkoopkader op en bereidt de daaruit volgende contractering voor. Het Implementatieteam begeleiding bespreekt de adviezen en voorstellen in het Bestuurlijk overleg begeleiding tussen gemeente en Zorgkantoor Coöperatie VGZ. Daarna worden de voorstellen en adviezen, de implementatiestrategie, het gezamenlijk inkoopkader en de contractering ter vaststelling voorgelegd aan College van Burgemeester en Wethouders en het management van Zorgkantoor Coöperatie VGZ.

Naast deze projectstructuur voor de decentralisatie begeleiding is intern binnen de gemeente Peel en Maas en projectstructuur ingericht voor de drie decentralisaties. Deze projectstructuur bestaat uit een Stuurgroep 3D’s, Projectgroep 3D’s, Werkgroep Bedrijfsvoering 3D’s en een Klankbordgroep waar raadsleden aan deelnemen.

Bestuurlijk overleg begeleiding

Gemeente en ZK Coöp. VGZ

Implementatieteam begeleiding

Gemeente en ZK Coöp. VGZ

WerkgroepBedrijfsvoering-Doelgroep-analyse

-Communicatie-Financiën-Contractering-Beleidsregels

Schakelplein Individuele pijler (Netwerk Welzijn Versterkt (NWV))

Werkgroep Schakelplein

Werkgroep NWV Werkgroep Dorpsdagvz.

Werkgroep Zorgboeren/

Maatsch. ondernemers

Werkgroep Vervoer

Collectieve pijler(Dagvoorzieningen en Vervoer)

Pilot K’lust Grashoek

Vraagstukken Zorgboeren/

Maatsch. ondernemers

- Inrichten Schakelplein

- NWV alg. toepasbaar – lightvariant

- OWP Loketmw.- OWP Vrijwilligers- OWP Jeugdzorg AWBZ

- PilotSchakelplein- Casusverdeelgr. - Educatienetw. -methodiekontw., training

- Arrangeren- Persoonlijk arrangement

- LihD, Doe mee!- OWP NWV 1, 2- OWP Managers- OWP Effectanalyse

- Casusverdeel-groep

- Educatienetw. –methodiekontw., training

Projectgroep begeleiding

Logeeropvang –Kortdurend verblijf

Page 71: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

62

Twee artikelen over de aanpak in Peel en Maas die in november 2011 in Dagblad de Limburger zijn verschenen.

Page 72: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

63

Page 73: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

64

7.2 Communicatie Communicatie speelt in het gehele traject tot aan 2015 (en daarna) een belangrijke rol. Zowel gericht op het proces van de implementatie als de gevolgen en resultaten hiervan. Eind 2012 is het communicatieplan voor de decentralisatie begeleiding opgesteld in samenhang met de andere decentralisaties en vastgesteld door de interne Stuurgroep 3D’s van de gemeente. Daarnaast bestaat de wens om vanuit de gemeente, in afstemming met dorpsoverleggen, Kernteams WWZ en belangenorganisaties, de maatschappelijke opgave en de impact hiervan als overkoepelende kapstok te communiceren. Binnen de gemeentelijke organisatie is besloten om deze kapstok breder te trekken naar andere beleidsterreinen. Er is sprake van een gezamenlijk uitgangspunt vanuit de Kadernota 2013 ‘De wissels om’. Het traject gericht op de implementatie functie begeleiding vraagt om een intensieve communicatieve begeleiding. Communicatie speelt in het gehele traject tot aan 2015 (en daarna) een belangrijke rol. Zowel gericht op het proces van de implementatie als de gevolgen en resultaten hiervan. Na het vaststellen van de implementatiestrategie begeleiding wordt gestart met de uitvoering van het communicatieplan. De voorbereiding is opgepakt. Aanpak Peel en Maas onder de aandacht gebracht Peel en Maas heeft verscheidene malen met haar vernieuwende en praktijkgerichte aanpak en implementatiestrategie de media gehaald, zowel lokaal, regionaal als landelijk. In deze media is in het bijzonder aandacht geweest voor de praktijkontwikkelingen, zoals de werkwijze vanuit NWV aan de hand van ervaringen van een inwoner van Peel en Maas, dorpsdagvoorzieningen, gestructureerd overleg met zorgboeren/maatschappelijk ondernemers en het ervaringsleren voor jongeren in een kwetsbare positie. Op vorige pagina’s zijn artikelen opgenomen die in 2011 in Dagblad de Limburger zijn gepubliceerd. Met enige regelmaat geven wethouders, de regisseur en projectleiders/aanjagers presentaties voor geïnteresseerde partijen zoals gemeenten, Tweede Kamerleden en beleidsmakers. Jaarlijks worden werkbezoeken georganiseerd. Daar zijn vaak ook burgers in een kwetsbare positie en vrijwilligers bij betrokken. Verder vinden spreeksessies plaats tijdens regionale en landelijke bijeenkomsten. De Implementatiestrategie begeleiding is uitgezet richting partners en geïnteresseerden. De implementatiestrategie wordt verspreid in het steeds groeiende netwerk en is terug te vinden op internetsites over de decentralisaties. Dialoog en communicatie in de Gouden driehoek Tot nu toe heeft de communicatie met name aandacht gehad in persoonlijke vorm gericht op betrokken actoren uit de gouden driehoek. Communicatie tussen vertegenwoordigers van gemeenschap en doelgroep, maatschappelijke partners en regiepartijen is goed georganiseerd vanuit de projectstructuur. Vanaf april 2013 zal er in de communicatieaanpak toenemende aandacht zijn voor burgers (in een kwetsbare positie) en hun informele netwerk. Verder wordt in de communicatie nadrukkelijk ingestoken op vrijwilligers en beroepskrachten. Dit past in de huidige strategie om de transformatie ‘van binnenuit’ vorm te geven. Voorwaarden voor slagen Voor een succesvolle wijze van communiceren is een aantal voorwaarden belangrijk, waaronder: • Zoveel mogelijk communicatie inrichten vanuit praktijkervaringen van burgers (in een kwetsbare positie),

mantelzorgers, vrijwilligers en beroepskrachten. Het proces en de te zetten stappen komen meer vanuit Projectgroep begeleiding.

• Er is aandacht in communicatie voor resultaat, stappen in het proces, successen en storytelling. • Nadruk bij communicatie moet liggen op gevoel, sfeer en emotie (fotogebruik). • In de communicatie worden de mogelijkheden en talenten benadrukt in plaats van onmogelijkheden en

beperkingen van de doelgroep. • Laagdrempelig communiceren (dichtbij de mensen). Afstand verkleinen tot het onderwerp. Praktijkvoorbeeld:

binnen de gemeentelijke organisatie werken mensen die tevens mantelzorger zijn. • De brede kapstok (implementatiestrategie en traject ‘De Wissels Om’) staat centraal. Door een continue

verwijzing hiernaar wordt voor herkenbaarheid en duidelijke communicatie gezorgd.

Communicatiestrategie In de communicatiestrategie zijn de volgende aspecten essentieel: • Storytelling vanuit Gouden Driehoek: dorp, maatschappelijke partners en regiepartijen Aan de hand van communicatie wordt de ontwikkeling naar 2015 zichtbaar gemaakt. Er wordt nadrukkelijk betekenis gegeven aan de inhoud door storytelling vanuit betrokkenen in de Gouden Driehoek (dorp,

Page 74: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

65

maatschappelijke partners, regiepartijen). We benutten de te zetten stappen in het de implementatiestrategie om communicatie een continu karakter te geven. • Rode draad vanuit drie pijlers: collectief, individueel en Schakelplein Storytelling vanuit praktijksituaties wordt gestimuleerd vanuit ‘good persons, good networks en good practices’. Vanuit het gedachtegoed van ‘De Wissels Om’ is de gemeente faciliterend daar waar nodig. Daarin wordt wel de rode draad van de ontwikkeling als kader geduid zodat verhalen/ervaringen/ontwikkelingen herkenbaar zijn voor de verschillende doelgroepen. Dit gebeurt vanuit de drie geformuleerde pijlers: collectief (dagvoorzieningen en vervoer), individueel (NWV en persoonlijke arrangementen) en het Schakelplein. • Positief ingestoken percepties De communicatie wordt zoveel mogelijk ingericht vanuit een aantal percepties: 1. Burgers in een kwetsbare positie (mensen met een ondersteuningsbehoefte gericht op welzijn en zorg), 2. Mantelzorger, 3. Vrijwilligers, 4. Beroepskrachten. Verschillende perspectieven duiden de veelzijdigheid, de brede betrokkenheid en de noodzakelijkheid. Juist de keuze voor deze verschillende invalshoeken versterkt de communicatie. In de communicatie leggen we vooral de nadruk op de mogelijkheden en kansen van de transitie en de personen die hierbij betrokken zijn (talenten en mogelijkheden). ‘Waar doen we het voor?’ vormt het uitgangspunt in alle communicatie. We communiceren vanuit een positieve insteek, wat eerder leidt tot motivatie, betrokkenheid en een ambassadeursrol. • Co-creatie in de communicatie Bij te ontwikkelen communicatiemiddelen wordt, daar waar mogelijk, bij voorkeur samengewerkt met burgers in een kwetsbare positie. Door hen op een positieve wijze te betrekken bij onder andere filmproducties, vormgeving/opmaak en drukwerk wordt mede invulling gegeven aan het doel van de overheveling functie begeleiding: eigen kracht en regie en zelfredzaamheid van mensen in een kwetsbare positie bevorderen. In afstemming met leerervaringsplaatsen binnen Peel en Maas wordt gekeken naar passende betrokkenheid en invulling. Binnen Daelzicht is bijvoorbeeld een multimediawerkplaats actief.

Communicatiemiddelen Door in de communicatie te kiezen voor een verhalend concept wordt voor een rode draad/verhaallijn gezorgd en een herkenbaarheid in de in te zetten middelen. Aan de hand van persoonlijk georiënteerde verhalen maakt de beoogde doelgroep kennis met de transitie en aanpak binnen Peel en Maas. Dit verhalend concept krijgt een doorvertaling in te ontwikkelen communicatiemiddelen. In het communicatieplan wordt ingezet vanuit diverse middelen. Voorbeelden daarvan zijn: • Portretten van betrokkenen in Peel en Maas • Minidocumentaires • Internetsite Leven in het Dorp WWZ • Digitale nieuwsbrieven vanuit verschillende perspectieven • Info- en advies via Schakelplein – gekantelde loketfunctie • Brochures en brieven (over regels en procedures) • Inzet van media – lokaal, regionaal en landelijk • Burgerbijeenkomsten • Publieksversies van nota’s en beleidsdocumenten • Bijpraatsessies gemeente, raadsleden en betrokken organisaties • Presentatiemap aanpak Peel en Maas In het communicatieplan/strategie is de aanpak en zijn de middelen meer in detail uitgewerkt.

Page 75: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

66

Portret MIDDEN IN HET LEVEN - Wel een beperking, maar ze ker niet beperkt! Martijn heeft bij veel dingen hulp nodig en toch st aat hij midden in het leven. Een netwerk van sociale contacten vormt zijn brug naar de ‘echte’ maatschappij, waarin hij net als iedereen werkt, sport en geniet van muziek of een avondje in de kroeg. De sleutel? De ontmoeting tussen mensen m ét en zonder beperking. “Zowel hun wereld als die v an mij wordt groter.” In de kantine van Zorgtuinderij Kaate in Helden is het een gezellige chaos. De koffie loopt, er wordt gekaart en een potje getafelvoetbald. Eén voor één druppelen de medewerkers binnen. Alle acht hebben deze ‘hulptuinders’ - zoals eigenaren Marc en Marian Korsten ze noemen - extra zorg nodig. Zo ook Martijn, al zou je dat niet zeggen als je zijn vlotte babbel hoort. Als hij binnenkomt, beginnen een paar jongens grapjes te maken. Terwijl hij grinnikend zijn werkschoenen aantrekt, maakt Martijn handig korte metten met de geintjes van zijn kameraden. Die liggen dubbel om zijn gevatte weerwoord. Martijn Lansbergen is 24 jaar oud en hij heeft enkele aangeboren beperkingen, waaronder een slecht functionerend korte termijn geheugen, problemen met het evenwicht en een verstoorde motoriek. Regulier onderwijs, een normale baan of zelfstandig wonen zit er voor hem niet in, maar bij Kaate vindt hij een uitdaging, zonder de druk van een ‘echte’ baan. Een busje van Daelzicht brengt hem vijf dagen per week van zijn woongroep naar de tuinderij. Mompelend: “Daelzicht, of zoals ik het noem: Zakzicht. Dalen en zakken… is toch hetzelfde?” Taalgrapjes als deze zullen er die dag nog vele volgen. Hoewel Kaate deels functioneert als een ‘gewoon’ tuindersbedrijf staat het welzijn van de hulptuinders voor Marc en Marian voorop. Marian: “We willen een leuke en vooral veilige werkplek creëren voor jongens als Martijn.” Marc vult aan: “Het voornaamste is de ontmoeting: hier komen mensen met en zonder beperking samen.” Na de koffie begint Marc met een uitgebreide ronde waarin hij de hulptuinders uitlegt wat er gedaan moet worden. Terwijl hij aanwijzingen geeft bij de bonen, de courgettes en de sla, slentert Martijn achter de meute aan: “Ik weet toch al dat ik vandaag lelies ga sorteren, mijn lievelingsklusje.” Volgens Marian, die met hem meeloopt, is Martijn een belangrijke aanwinst voor de groep, iemand die feilloos de sfeer aanvoelt. Op de vraag aan Martijn hoe het hem hier bevalt, zegt hij gekscherend: “Ach ja, bij gebrek aan beter…” Dan, zachtjes en in zichzelf gekeerd: “Bij gebrek aan beter, strik ik mijn veter.” Dan komt Martijns moeder binnen. Marian: “Met haar hebben we een heel goed contact, wat erg prettig is. Zo weten wij altijd precies wat er speelt bij Martijn.” Nelly Janssen is als moeder de spin in het web in het leven van Martijn. Ze regelt zijn administratie, financiële en praktische zaken. Martijn, met een knipoog: “Mam is mijn persoonlijke minister van financiën.” Officieel is ze zijn mentor en bewindsvoerder, maar bovenal is ze natuurlijk betrokken als ouder. Ze weet als geen ander welke zorg past bij haar zoon, wat in het verleden wel eens tot ingrijpen heeft geleid. Nu Martijn in alle opzichten op zijn plek is, is ze geruster. Nelly: “Ik wil gewoon dat het hem goed gaat. Dat is niet meer dan normaal, toch? Martijn is gewoon mijn oogappel, dat weet ‘ie best…” Er gaat dan ook geen week voorbij dat Martijn zijn moeder niet ziet. Meestal gaan ze op vrijdagmiddag even het dorp in, boodschapjes doen. Nelly: “En daarna appeltaart eten, hè Martijn.” Die knikt: “Met alles erop en eraan. Lekker veel calorieën.” Calorieën die er met het harde werken bij Kaate wel weer afgaan. Want Martijn moet eerder geremd worden dan aangespoord. Martijn: “Zeker, ik leg de lat voor mezelf heel hoog. Marc mag me soms best wat meer uitdaging bieden.” Nelly grijpt in: “Nou jongen, hij schat het heel goed in. Als ze jou je gang laten gaan, maak je jezelf helemaal gek!” Martijn haalt zijn schouders op: “Mijn motto is: ik zál en ik móet.” Perfectionistisch is hij ook als het op zijn hobby darten aankomt. Ondanks zijn beperking is hij lid van een lokaal dartteam waarmee hij wekelijks competitie speelt. Martijn voelt zich volwaardig lid, een status die hij naar eigen zeggen heeft verworven door regelmatig een potje te winnen: “Zonder op te willen scheppen… ze zijn echt blij met me. Ik ben één van hun beste darters.” Zijn teamgenoot en ‘aanspreekpunt’ Will Ummenthun begeleidt Martijn en zorgt dat hij wordt opgehaald en veilig thuiskomt. Martijn knikt: “Pas als ik mijn driewieler in de garage heb gezet, fietst Will naar huis.” Ook buiten de wedstrijden gaat Martijn wel eens bij ze op de koffie, of ze drinken samen een biertje – zoals laatst tijdens de kermis in het dorp. Nelly: “Ja, dat is een geweldig clubje, allemaal bomen van kerels die hem beschermen. Zo van: wie aan Martijn wil komen, moet eerst langs ons…” Als Martijn geen pijltjes gooit, luistert hij naar muziek, Rowwen Hèze staat voor hem met stip op één. Hij volgt ze op de voet, kent al hun liedjes en is al meerdere keren bij een optreden geweest. Na een uitgebreide lofrede op de band uit de Peel zegt hij plotseling: “Zo, dat was wel weer genoeg gratis reclame.” Tot slot sport Martijn één keer in de week met zijn medebewoners van het ‘Daelzichthuis’ in de sportschool in het dorp, waar ‘gewone’ instructeurs hem begeleiden. Martijn: “Zij vinden het leuk om ons te leren kennen. Zowel onze als hun wereld wordt groter.” Daarna vertelt hij over zijn woonsituatie, over de gezelligheid met zijn huisgenoten, hoe hij het getroffen heeft met Marc en Marian en het vertrouwen in de begeleiders van Daelzicht die dag- en nacht voor hem klaarstaan. Martijn: “Ze staan daar niet alleen om geld te verdienen, maar ik merk aan alles dat ze echt betrokken zijn.” Ondanks de vele zorg die Martijn nodig heeft, is zijn wereld de laatste jaren groter geworden. Naast zijn ouders, zijn broers, de begeleidsters en huisgenoten van Daelzicht wordt hij omringd door tal van mensen die hem op wat voor manier dan ook het gevoel geven, dat ‘ie volledig meedraait: Marc en Marian, instructeurs op de sportschool en natuurlijk de mannen van het dartteam. Hoewel hij nooit veel geklaagd heeft over zijn beperkingen, baalt hij er soms wel van. Martijn: “Dan denk ik: kon ik maar een nieuw stel hersens aanschaffen.” Met dokters en therapieën is hij een beetje klaar, hij heeft er heel wat doorlopen en alles eruit gehaald wat erin zit. Tegen zijn moeder: “Weet je nog die ergotherapie?” Weer een woordgrapje: “Dat was erg.” Ze lacht: “Je bent me er eentje.” Hoofdschuddend: “Wat heb ik een werk met hem gehad, maar ik heb er zoveel plezier en liefde voor teruggekregen. Hij was en is een hele grote steun voor me. Raar hè. Soms heb ik het met mensen over Martijn en dan komen we vaak tot de conclusie: als alle mensen waren zoals hij, dan hadden we een wereld met minder ellende.” Martijn: “Maar mét hogere zorgkosten…” Nelly: “Och dat valt toch wel mee? Zeker de laatste jaren. Moet je kijken wat je allemaal zelf doet. Nee, ik merk aan alles: het gaat goed met hem. Steeds beter.” Het portret van Martijn wordt verfilmd in een minidocumentaire.

Page 76: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

67

7.3 Analyse doelgroepen extramurale begeleiding Door het Zorgkantoor Coöperatie VGZ en Bureau Jeugdzorg zijn en worden gegevens aangeleverd over de huidige deelnemers van AWBZ-begeleiding. Deze gegevens geven een eerste beeld over de omvang van de doelgroepen, die straks overkomen naar de Wmo en geeft een beeld van de caseload. De cijfers dateren van 2011. Wanneer cijfers over 2012 beschikbaar zijn, vindt een actualisering plaats. De pilots dagvoorzieningen en de cases in de ontwikkelwerkplaatsen in het kader van NWV en Schakelplein geven een beter beeld over de mensen en hun ondersteuningsbehoefte achter deze cijfers. Beide gegevensstromen tezamen bieden voldoende input voor de voorbereiding van de daadwerkelijk overheveling van de begeleiding. Onderstaand staan enkele relevante gegevens over de omvang van de doelgroepen weergegeven. Indicatiestelling De indicatiestelling voor AWBZ-begeleiding verloopt via het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) en via Bureau Jeugdzorg. Het CIZ indiceert voor mensen met een verstandelijke, lichamelijke, psychische, psychogeriatrische, somatische of zintuiglijke beperking. Bureau Jeugdzorg indiceert AWBZ-begeleiding voor 0-18 jarigen met een psychische en gedragsmatige problematiek. Beide komen over naar de Wmo. Aard indicaties begeleiding Binnen de functie AWBZ extramurale begeleiding wordt onderscheid gemaakt naar drie soorten begeleiding: • Begeleiding Individueel • Begeleiding groep • Kortdurend verblijf. Burgers in een kwetsbare positie kunnen één of een combinatie van beide vormen van extramurale begeleiding hebben. Daarnaast kunnen (alleen) de deelnemers met een indicatie groep ook een vervoersindicatie hebben. Inzicht in extramurale begeleiding In de uitwerking van de omvang van de doelgroep hieronder wordt uitgegaan van de mensen die extramurale begeleiding krijgen. Dat is het stuk van de functie begeleiding dat overkomt naar gemeenten. Het gezamenlijk inkoopkader in Peel en Maas richt zich in 2014 op de gehele functie begeleiding (intramuraal en extramuraal). Het intramurale deel van de functie begeleiding wordt in de loop van 2013 in kaart gebracht. Omvang doelgroep Op peildatum eind 2011/begin 2012 waren er 520 burgers in een kwetsbare positie met een AWBZ-indicatie via het CIZ in Peel en Maas. De indicaties voor de doelgroepen die AWBZ-begeleiding kregen via het CIZ hebben meestal een langere doorlooptijd. Bij circa 60-70 personen per jaar loopt de indicatie af. Vanuit Bureau Jeugdzorg waren 128 kinderen en jongeren in een kwetsbare positie AWBZ geïndiceerd voor begeleiding in Peel en Maas. De indicaties van Bureau Jeugdzorg zijn over het algemeen kortlopend. 7.3.1 Indicaties AWBZ- begeleiding via CIZ Aantal personen en indicaties Binnen de 520 indicaties AWBZ extramurale begeleiding is het aantal indicaties groep en indicaties individueel nagenoeg even groot. 90% van de burgers in een kwetsbare positie met een indicatie groep heeft ook een vervoersindicatie.

521

211 189121

277

0

100

200

300

400

500

600

Aantal deelnemers en indicaties begeleiding

Page 77: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

68

Leeftijdscategorieën De grootste groep burgers in een kwetsbare positie ligt tussen de 18-55 jaar. Deze groep personen heeft vooral een indicatie begeleiding individueel. De senioren hebben vooral een indicatie begeleiding groep.

Grondslag De indicaties zijn gebaseerd op de volgende grondslagen: • Lichamelijke beperking • Psychische beperking • Psychogeriatrische beperking • Verstandelijke beperking • Somatische beperking • Zintuiglijke beperking De doelgroepen met een psychische, somatische of verstandelijke beperking zijn het grootst. De grondslag psychische en verstandelijke beperking is het grootste bij jeugd en volwassenen. Somatisch en psychogeriatrisch vooral bij senioren.

7.3.2 Indicaties AWBZ- begeleiding via BJZ 128 inwoners van Peel en Maas hebben een indicatie begeleiding via Bureau Jeugdzorg. De meeste kinderen en jongeren in een kwetsbare positie zijn tussen de 8 en 16 jaar.

0

20

40

60

80

100

120

140

< 18 jr 18 - < 55 jr 55 - < 65 jr 65 - <75 jr 75 - < 85 jr 85 + jr

Indicaties per leeftijdindicaties IND

indicaties GRP

indicaties GRP en IND

0

20

40

60

80

100

120

140

160

LG PG PSY SOM VG ZG

Grondslag indicaties

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

< 18 jr 18 - < 55 jr 55 - < 65 jr 65 - <75 jr 75 - < 85 jr 85 + jr

Grondslag indicatie per leeftijd

LG

PG

PSY

SOM

VG

ZG

0

2

4

6

8

10

12

14

16

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20

Aantal indicates BJZ per leeftijd

Page 78: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

69

Een aantal van deze jongeren heeft ook nog een andere vorm van ondersteuning. Het betreft: • 4 jongeren waarbij sprake is van een maatregel in het gedwongen kader (Jeugdbescherming of

jeugdreclassering) . • 3 jongeren waarbij gelijktijdig een indicatie voor jeugdzorg loopt. • 19 jongeren waarbij gelijktijdig een indicatie vanuit de zorgverzekeringswet. 7.3.3 Herkomst burgers in een kwetsbare positie De mensen met de AWBZ- indicatie begeleiding wonen gespreid over de verschillende kernen van Peel en Maas. Uiteraard de meesten in de dubbelkern Helden-Panningen.

Naast de inwoners van Peel en Maas maken ook mensen met een indicatie begeleiding groep van omliggende gemeenten gebruik van de dagvoorzieningen in Peel en Maas. Vooral de zorgboerderijen en maatschappelijk ondernemers en AWBZ-dagbesteding hebben een belangrijke functie voor deelnemers van buiten Peel en Maas.

Begeleiding individueel

Begeleiding groepBegeleiding individueel en groep

Helden

Panningen

Egchel

Kessel-eik

Kessel

Baarlo

Maasbree

Koningslust

Grashoek

BeringeMeijel

Aantal inwoners Peel en Maas extramurale AWBZ-begeleiding

29

28

16

14

104

81

49

47

6

12

6

442

36

22

17

11

29

11

25

32

16

532

Helden

Panningen

Egchel

Kessel-eik

Kessel

Baarlo

Maasbree

Koningslust

Grashoek

BeringeMeijel

Dagvoorzieningen Peel en Maas

1

2

3

4

5

6

87

9

1012

13

14

15

16

1711

1

2 3

45

6

7

8

9

12

10

1311

12

3

4

56

7

8

< 50% Peel en Maas

Herkomst deelnemers

>50% Peel en Maas

Page 79: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

70

7.3.4 Leveringsvorm Binnen AWBZ en Wmo bestaan twee vormen van levering van zorg/ondersteuning: Zorg in Natura en Persoonsgebonden budget (PGB). Binnen de huidige functie Begeleiding maakt een aanzienlijk aantal burgers in een kwetsbare positie (ca. 35%) gebruik van een PGB. Met name voor Begeleiding individueel. Vooral jeugd en volwassenen maken gebruik van een PGB.

7.3.5 Discussie over persoonsgebonden budget Mensen die een indicatie van de Wmo en/of AWBZ hebben op dit moment recht op de mogelijkheid om zorg/ondersteuning via een PGB zelf te regelen. Landelijk speelt wel de discussie om de mogelijkheid van PGB in te perken, met name vanwege misbruik en de monetarisering van de mantelzorg, d.w.z. dat vanuit overheidsgelden via het PGB ondersteuning betaald wordt, die eerder als gebruikelijke of mantelzorg gewoon door de directe omgeving (om niet) geleverd werd. Daartegenover staat dat het PGB een uitstekend instrument is om maatwerk te kunnen bieden aan individuele burgers en hen ook op zelfredzaamheid en eigen regie aan te spreken. Niet alle specifieke zorg en ondersteuning is in natura te leveren of te organiseren. Met een gericht PGB kan de burger zelf samen (met het Schakelplein) een ondersteuningsarrangement op maat samenstellen, waardoor de zelfredzaamheid verhoogd wordt. Dit geldt met name voor de specifieke ondersteuningsbehoefte van de burgers in een kwetsbare positie die op dit moment de zwaardere AWBZ-zorg ontvangen zoals Begeleiding individueel. Inmiddels is landelijk een aantal maatregelen getroffen om het aantal PGB’s in te perken. De consequentie daarvan kan zijn dat burgers in een kwetsbare positie die eerst via PGB ondersteuning en zorg inkochten in hun directe omgeving of bij kleinschalige leveranciers dan Zorg in Natura alleen kunnen krijgen via zorgaanbieders die productieafspraken hebben met het zorgkantoor (of onderaannemer zijn). De vraag is of hiermee een bezuiniging wordt bewerkstelligd. Zorg in Natura zal duurder zijn dan het inkopen van ondersteuning en zorg in de directe omgeving of bij kleinschalige leveranciers. Al was het alleen al omdat er bij Zorg in Natura een grotere overhead wordt doorgerekend. Het voorstel is om lokaal een discussie te voeren over het PGB en daarover een beleidsadvies op te stellen. Dit gebeurt in de dialoog in de Gouden Driehoek en in co-creatie met burgers in een kwetsbare positie, mantelzorgers, belangenorganisaties, maatschappelijk partners en regiepartijen. Het lokale standpunt kan in de discussie in regionaal verband (Noord-Limburg) worden ingebracht en met voortschrijdend inzicht in de beleidsontwikkeling rondom de drie decentralisaties worden meegenomen. 7.4 Financiële impact Regeerakkoord Rutte II 7.4.1 Verschuivingen en bezuinigingen vanuit landel ijk perspectief Duidelijk is dat de komende jaren een zeer grote verschuiving vanuit de AWBZ-zorg naar gemeenten (Wmo) gaat plaatsvinden. Zowel qua verantwoordelijkheid, aantal burgers in een kwetsbare positie als budgetten. In onderstaande figuur is het aantal burgers in een kwetsbare positie in het extramurale AWBZ en Wmo/HbH (Hulp bij het Huishouden) weergegeven. Hier zit wel overlap in. Zo heeft een aanzienlijk deel van mensen met persoonlijke verzorging ook Hulp bij het Huishouden.

0

20

40

60

80

100

120

140

LG PG PSY SOM VG ZG

LeveringsvormZorg in Natura

PGB

Zorg in natura en PGB

Page 80: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

71

Daarnaast zien we een forse verschuiving van budgetten naar de gemeentelijke invloedsfeer (Wmo). Van ongeveer een kwart van het totale AWBZ/Wmo budget op dit moment naar, meer dan drie kwart straks (blauwe taartpunten AWBZ/ZVW), rode taartpunten Wmo.

Tegelijkertijd wordt op het totale ondersteuningsbudget, dat gemeenten ter beschikking hebben voor al deze taken fors bezuinigd. In onderstaande figuur is dat weergegeven.

71300

3500020000

255000

100000

155000

430000

Huidig aantal clienten extramurale AWBZ/ Wmo in Nederland

Verpleging

Behandeling

Overige extramuraal

Persoonlijke verzorging

Begeleiding groep

Begeleiding Individueel

Hulp bij huishouden

490

235

110

2050

970

990

1400

Huidige budgetten in miljoen extramurale AWBZ en Wmo

Verpleging

Behandeling

Overige extramuraal

Persoonlijke verzorging

Begeleiding groep

Begeleiding Individueel

Hulp bij huishouden

€ 466

€ 223

€ 105

€ 350

€ 2.510

€ 750

€ 100

Toekomstige budgetten in miljoen extramurale Zorg en Wmo

Verpleging

Behandeling

Overige extramuraal

Hulp bij huishouden

Wmo begeleiding/ verzorging

Maatwerkvoorziening

inkomenssteun

Intensivering arbeidsmarkt zorg

0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

Ontwikkeling budgetten overheveling Awbz-Wmo

Budget huidig

Budget straks

Page 81: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

72

Gemeenten hebben straks veel taken erbij op het gebied van begeleiding, verzorging, ondersteuning met daarbij in zijn totaliteit een ongedeeld budget dat met circa1/3 gekrompen is terwijl de vraag gaat toenemen. Duidelijk moge zijn dat de beleidsvrijheid, die gemeenten hebben gekregen en het wegvallen van de aanspraak op bepaalde type ondersteuning, keihard nodig is, om een efficiënt en nieuw palet van ondersteuningsarrangementen te bieden, waarmee binnen de kleinere budgettaire kaders de burgers in een kwetsbare positie toch ondersteund worden in participatie en zelfredzaamheid – vitaliteit en eigen kracht. Dezelfde voorzieningen op dezelfde manier blijven bieden zal niet meer lukken binnen de krappe financiële kaders. Er zal daadwerkelijk een volledig nieuw ondersteuningspalet ingericht moeten worden. Tevens zal de toegang naar ondersteuning anders ingericht moeten worden om de kwetsbare burgers maximaal te faciliteren/ondersteunen bij het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Daarnaast zal (op termijn) de verbinding met de 1e lijn huisarts/wijkverpleegkundige gelegd moeten worden. Verbinding op wijkniveau tussen welzijnszorg, preventie, langdurige zorg en curatieve 1e lijn zorg zullen ervoor moeten zorgen dat zorg mensen langer zelfstandig kunnen blijven functioneren en zwaardere zorg in de 2e lijn voorkomen wordt. Door middel van populatiegebonden bekostiging van de 1e lijn wordt dit gestimuleerd. Tevens is in het regeerakkoord 250 miljoen vrij gemaakt voor de functie wijkverpleegkundige die een spilfunctie zal hebben in de wijkgerichte zorg. In onderstaande figuur zijn de budgetten voor 1e lijn zorg huisarts en wijkverpleegkundige opgenomen.

7.4.2 Financiële veranderopgave vanuit Regeerakkoor d Rutte II Duidelijk moge ook zijn dat het regeerakkoord forse gevolgen heeft voor alle partijen in het welzijn- en zorgdomein: De burgers in een kwetsbare positie zullen meer zelfredzaamheid moeten tonen, zelf meer moeten regelen, c.q. een grotere eigen bijdrage leveren aan de ondersteuning. Het sociale netwerk rondom de burgers in een kwetsbare positie zal meer betrokken moeten worden bij het vinden van oplossingen en bieden van ondersteuning aan kwetsbare burgers. De veranderingen voor de maatschappelijk partners (en met name de AWBZ-instellingen) zijn fors. De totale omzet in de extramurale AWBZ/Wmo wordt fors verkleind én er worden andersoortige producten, organisatiestructuren en competenties van medewerkers gevraagd. Daarin zal het stimuleren van Scheiden wonen en zorg en het afschaffen van ZZP 1-3 en deels 4 van invloed zijn op het beheer en de exploitatie van zorgvastgoed. Verder zijn demografische ontwikkelingen, zoals krimp, sterk van invloed op het duurzaam gebruik van het bestaande maatschappelijk vastgoed, zoals scholen, sportaccommodaties, gemeenschapsaccomodaties/buurtcentra. De financiers/regisseurs zullen hun rol en prioriteiten moeten kantelen, d.w.z. meer inzetten op het activeren van de eigen kracht, en de mogelijkheden van het sociale netwerk. Maar ook betrekken van maatschappelijke partners bij beleid en productontwikkeling. Binnen de beroepsmatige ondersteuning zal prioriteit gegeven moeten worden aan collectieve en preventieve voorzieningen. De individuele curatieve voorzieningen zullen ‘slechts’ als vangnet voor de burgers in de meest kwetsbare positie beschikbaar blijven. Ook de toegang naar ondersteuning zal gekanteld moeten worden, minder indiceren van individuele en meer samenstellen van brede ondersteuningsarrangementen samen met de burger. Op basis van het regeerakkoord Rutte II zullen de beschikbare budgetten komende tijd fors gaan wijzigen: • Daling budget begeleiding met ca. 25% • Overheveling budget persoonlijke verzorging naar gemeenten. • Daling budget HbH met ca. 75% tot maatwerkvoorziening. • Toevoeging budget gemeenten voor inkomensvoorziening chronisch zieken en gehandicapten.

€ 466

€ 223 € 105

€ 350

€ 2.510

€ 750

€ 100

2409

250

Toekomstige budgetten in miljoen huisarts, extramurale ZVW en Wmo

Verpleging

Behandeling

Overige extramuraal

Hulp bij huishouden

Wmo begeleiding/ verzorging

Maatwerkvoorziening

inkomenssteun

Intensivering arbeidsmarkt

zorg

Huisarts

Wijkverpleegkundige

Page 82: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

73

In onderstaande figuur is aangegeven hoe volgens het regeerakkoord de budgetten de komende jaren zullen (moeten) verschuiven van individuele zorg naar eigen kracht, sociaal netwerk en collectieve arrangementen. Het regeerakkoord brengt een bezuiniging van ca. 30% te weeg.

7.5 Financiële vertaling in Peel en Maas De maatschappelijke opgave vraagt naast een gehele kanteling van het systeem. Dus ook een financiële kanteling, die met het regeerakkoord Rutte II nog urgenter is geworden. 7.5.1 Aanpak financiering Begeleiding/Wmo Peel en M aas Kanteling financiering Kanteling in financiering wil zeggen dat geïnvesteerd zal worden in de sociale infrastructuur, eigen kracht van mensen en hun sociale omgeving en in de algemene, collectieve en preventieve voorzieningen. Door hier een impuls aan te geven kunnen ondersteuningsarrangementen aan burgers (in een kwetsbare positie) geboden worden, die passen in de gekantelde ondersteuning. Bovendien kan hiermee de aanspraak op duurdere curatieve en individuele zorg verminderen. Daarmee kunnen de bezuinigingen op deze terreinen opgevangen worden. Verder ontstaat zo ruimte om te investeren in de gekantelde arrangementen, waarmee kwalitatief goede ondersteuning aan de burgers (in een kwetsbare positie) en hun sociale netwerk geboden kan blijven worden binnen de krappere financiële kaders. Uitwerking financiële kanteling regeerakkoord De komende tijd zal, nadat ook de budgetten voor de overheveling van de begeleiding, persoonlijke verzorging en de bezuinigingen op Hulp bij het Huishouden bekend zijn, aan de hand van de pilots en de bovenstaande beweging van budgetten, deze financiële kanteling verder uitgewerkt worden. Op basis van het beleid in het programma Leven in Het Dorp WWZ wordt daarbij prioriteit gelegd bij de collectieve arrangementen en de kanteling ingebed in de sociale netwerken in de dorpen/gemeenschappen. Schematisch ziet de financiering van de arrangementen na de kanteling in 2017 er in Peel en Maas als volgt uit:

Zorg-ondersteuningsarrangementenEigen kracht- eigen bijdrageSociaal netwerkCollectieve ondersteuningIndividuele zorg-ondersteuning

20172012

min 1/3

Zorg-ondersteuningsarrangementenEigen kracht- eigen bijdrageSociaal netwerkCollectieve ondersteuningIndividuele zorg-ondersteuning

P&M

Page 83: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

74

7.5.2 Analyse Begeleiding/Wmo-budgetten In de figuur hieronder zijn indicatief de budgetten in het gemeentelijk WWZ-domein weergegeven. Deze zijn gebaseerd op de gemeentebegroting 2012 en een berekende aanname van het huidige budget AWBZ-begeleiding. Daarnaast zijn er nog budgetten vanuit de AWBZ (bijv. thuiszorg) en Zvw (bijv. 1e lijn zorg), die een rol spelen in het gehele WWZ-domein. Deze zijn vooralsnog niet in beeld gebracht. Ook de budgetten voor de doelgroep jeugd zijn niet meegenomen.

Onderscheid is gemaakt naar de volgende indeling van ondersteuningsarrangementen: • Maatschappelijke opvang. De budgetten die Peel en Maas zelf investeert in maatschappelijke opvang. • Begeleiding. De begeleiding die overkomt uit de AWBZ naar de Wmo, bestaande uit begeleiding individueel,

begeleiding groep en vervoerkosten. De budgetten van de AWBZ extramurale begeleiding via BJz zijn niet opgenomen.

• De individuele Wmo-woonvoorzieningen en Wmo-vervoervoorzieningen. • De individuele Wmo-voorzieningen Hulp bij het Huishouden • Welzijnzorgdiensten professioneel. Het betreft welzijnsdiensten ter ondersteuning van burgers (in een

kwetsbare positie) en hun sociale netwerk bestaande uit ondersteuning door beroepskrachten, zoals maatschappelijk werk, mantelzorgondersteuning, welzijndiensten, hulpverlening, etc..

• Welzijnzorgdiensten vrijwillig. Het betreft vrijwilligers- en informele ondersteuningsdiensten uitgevoerd door vrijwilligersorganisaties.

• Welzijn breed beroepsmatig. Het betreft algemene activiteiten die bijdragen aan de meer algemene Wmo-doelstellingen van de civil society, zoals gemeenschapsontwikkeling, activering, participatie en sociale cohesie.

• Welzijn breed vrijwilligers. Het betreft activiteiten van lokale gemeenschappen en verenigingen op het gebied van welzijn, sport, cultuur, die bijdragen aan vitale gemeenschappen. Inclusief de accommodatiekosten.

• Arrangeerloket. De huidige loketfunctie, die zich richt op informatie en advies en het samenstellen van arrangementen, zoals de WegWijzer.

• Indiceerloket. De loketfunctie die zich richt op indicering en toegang tot individuele voorzieningen. Het betreffen de kosten voor het gemeentelijk Wmo-loket. De budgetten voor de indicering van de AWBZ-begeleiding (door CIZ en BJZ) zijn niet opgenomen.

Voordeel kanteling financiering Bij de kanteling van de financiering zoals boven beschreven zal een verschuiving van de grotere individuele zorg en Wmo-budgetten plaatsvinden naar de kleinere, collectieve welzijnsbudgetten. Deze kanteling heeft als voordeel dat met een procentueel kleine bezuiniging op de grote budgetten voor individuele voorzieningen een investeringsbudget vrij gespeeld kan worden, waarmee de kleinere budgetten voor collectieve, algemene en informele welzijnsdiensten aanzienlijk vergroot kunnen worden. Hiermee kan de aanpak van vernieuwend bezuinigen van Peel en Maas (bezuinigingen deels weer inzetten voor investeringen in innovaties) optimaal rendement opleveren.

1%

24%

11%

2%

21%

6%

4%

0%

15%

8%

6%2%

Huidige budgetten Begeleiding/Wmo/Welzijn/loket

Maatschappelijke opvang

Begeleiding individueel

Begeleiding collectief

Begeleiding vervoer

Wmo-individueel HbH

Wmo-individueel voorzieningen

Welzijnzorgdiensten professioneel

Welzijnzorgdiensten vrijwillig

Welzijn breed professioneel

Welzijn breed vrijwilligers

Indiceringsloketten

Arrangeerloketten

Page 84: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

75

7.5.3 Focus verleggen in financiering De gekantelde vorm van financiering zal de komende tijd verder doorgevoerd moeten worden, waarbij in eerste instantie het gehele WWZ-domein betrokken wordt en op langere termijn het integrale sociale domein. De goedkopere collectieve en algemene ondersteuningsarrangementen liggen immers vaak in een ander domein (welzijn breed) dan in de domeinen individuele Wmo en Zorg waarin de komende tijd bezuinigd zal moeten worden om het maatschappelijk systeem betaalbaar te houden. De focus zal moeten verschuiven van de duurdere individuele zorg/Wmo-voorzieningen naar de goedkopere collectieve en algemene welzijnszorgsarrangementen (pijlen in de taartdiagram). Concreet betekent dit de focus verleggen: • Van individuele zorg naar collectieve ondersteuning. • Van professionele zorg naar een combinatie van gemeenschapszorg, informele en beroepsmatige zorg. • Van individuele Wmo/Zorg naar welzijnszorg. • Van indiceren naar arrangeren binnen de toegangsfuncties (Schakelplein). • Van repareren achteraf (curatie) naar investeren vooraf (care) in vitaliteit en gezondheid. • Van verkokerde budgetten naar integrale budgetten. • Van traditionele (Europese) aanbesteding naar bestuurlijke aanbesteding. • Van separate inkoop Wmo en AWBZ naar een integraal inkoopkader Wmo/AWBZ/Zvw. De financiële impact van het regeerakkoord maakt dat beleidsvrijheid voor gemeenten keihard nodig is om burgers in een kwetsbare positie te (blijven) ondersteunen in participatie en zelfredzaamheid – vitaliteit en eigen kracht.

Page 85: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

76

8 Samenhang tussen 3D’s en met andere thema’s De samenhang met de andere decentralisaties en andere thema’s in het brede sociale domein, zoals sociale coöperaties en buurt- en dorpsgericht werken, biedt synergie om de transformatie en maatschappelijke opgave vast te pakken. 2020FLITS * In het sociale domein werken we integraal samen aan uitdagingen en oplossingen. * Afstemming met andere

domeinen leidt tot constructieve samenwerking. * Bedrijven doen als vanzelfsprekend mee in innovatie in het

sociale domein. * PPS (Publiek Private Samenwerking) is gemeengoed. * In elke buurt en dorp vormen burgers

samen met 1e lijn partijen en WWZ-partijen netwerken die gericht zijn op het verstevigen van de kracht en de

vitaliteit van burgers (in een kwetsbare positie) en de gemeenschap. 8.1 Samenhang in 3 D’s De 3 decentralisaties hebben grote raakvlakken met elkaar. De ontwikkelingen richten zich deels op dezelfde doelgroep. Het betreft mensen in een kwetsbare positie die ondersteuning en begeleiding nodig hebben en niet vanzelf hun plek vinden in de maatschappij. Begeleiding kan een (aanvullende) functie zijn voor doelgroepen van de Participatiewet. Zeker op het terrein van arbeidsmatige dagbesteding waar mensen in een veilige setting ervaring kunnen opdoen en vaardigheden kunnen leren en doorstroom kan plaatsvinden naar werkplekken. Vanuit begeleiding kunnen oplossingen ontstaan voor knelpunten binnen de Participatiewet. De doorbelasting vanuit de Participatiewet naar begeleiding vraagt aandacht. Het moet geen bedreiging vormen voor bestaande begeleiding en nieuwe initiatieven die worden ontwikkeld. Voor jongeren in een kwetsbare positie is de overgang van Jeugdzorg naar de AWBZ/Wmo bepaald geen sinecure. De decentralisaties bieden de mogelijkheid om hier integraal naar te kijken en deze overgang in goede banen te leiden.

8.2 Samenhang met andere trajecten Leven in het Dor p WWZ Het programma Leven in het Dorp WWZ vormt de kapstok voor de decentralisatie begeleiding en andere functies die worden overgeheveld van AWBZ naar de Wmo of Zvw. De trajecten die in Leven in het Dorp WWZ zijn gerealiseerd, in gang zijn gezet of gepland zijn, beïnvloeden elkaar. Hieronder een opsomming van trajecten waaraan in de komende periode binnen Leven in het Dorp WWZ uitvoering wordt gegeven. Mantelzorg en informele zorg In 2013 wordt in co-creatie een uitvoeringsplan opgesteld op gebied van Mantelzorg en informele zorg in Peel en Maas. FC WELZIJN FC WELZIJN is het innovatienetwerk WWZ (WWZ) en bedrijfsleven in Peel en Maas. FC WELZIJN biedt een platform voor de ontwikkeling van innovaties in samenwerking met het bedrijfsleven. Maatschappelijk verantwoord ondernemen en PPS zijn op kleine schaal toegepast in WWZ in Peel en Maas. Onder de vlag van FC WELZIJN is een aantal projecten gerealiseerd en zijn initiatieven in ontwikkeling. Een beleidsadvies wordt momenteel uitgewerkt. Voornemen is om de W van werk toe te voegen aan WWZ. In de ontwikkeling van trajecten wordt steeds nagegaan of en hoe burgers in een kwetsbare positie of mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt daar een rol in kunnen vervullen. Daarin ligt ook een sterke samenhang met de decentralisatie Participatiewet. Hulp bij het Huishouden (Huishoudelijk werk) Het kabinet heeft het voornemen om in te zetten op de uitkleding van HbH (Hulp bij het Huishouden) met een forse bezuiniging op het huidige budget. Gezien dit voornemen is het van belang om collectieve alternatieven voor deze individuele functie te ontwikkelen voor burgers die niet of minder goed in staat zijn dit zelf of in hun sociale netwerk te regelen. Synergy Health (voorheen Lips) verricht samen met de gemeente en andere partners een haalbaarheidsstudie naar een Wasstrijkservice, een Wascentrum en een bredere innovatie in servicediensten. Een behoefteanalyse en een maatschappelijke businesscase zijn onderdeel van de haalbaarheidsstudie.

Page 86: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

Hulpmiddelencentrum Peel en MaasHarting-Bank (Medux) realiseert het Hulpmiddelencentrum Peel en Maas. In dit hulpmiddelencentrum wordt een integraal aanbod van particuliere hulpmiddelen en hulpmiddelen vanuit Wmogeorganiseerd voor inwoners van Peel en een aanvraag kunnen doen. Achter de schermen wordt afgestemd uit welke regeling deze worden gefinancierd. Inwoners hoeven nadrukkelijk de verbinding gelegd met Schakelplein. Het hulpmiddelencentrum gaat daar onderdeel van uitmaken.In het hulpmiddelencentrum wordt naast een winkel en showroom een reparatiewerkplaats en kleinschalig depot gerealiseerd. Burgers in een kwetsbare positie of mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kunnen in het hulpmiddelencentrum en in de distributieSamen met de Kernteams WWZ en belangenorganisaties wordt van gedachten gewisseld over hethulpmiddelenpools in de dorpen. Harting Bank gaat verder vanuit hun positie als maatschappelijk ondernemen investeren in trajecten op gebied van vitaliteit en gezondheid en innovatieve trajecten, zoals het Huis van Morgen.

Scheiden Wonen en Zorg Gezien de afschaffing van ZZP 1-3 en deels 4 is verhuizen naar een intramurale setting steeds minder mogelijk. Burgers zullen zo lang mogelijk zelfstandig thuis blijven wonen. In dit kader wordt het onderzoek en beleidsadvies Wonen met Welzijn en Zorg in 2013 uitgewerkt. Verder zijn een aantal trajecten gericht op het stimuleren van het zelfstandig thuiswonen in ontwikkeling. Blijvend Thuis In vijf dorpen is in de afgelopen jaren het project Blijvend Thuis in Eigen Huis opgezet in sKernteams WWZ, Wonen Limburg, Vorkmeer en de gemeente Peel en Maas. 55te nemen aan een enquête. Vrijwilligers hebben de enquêtes verspreid en weer opgehaald. De mensen die de enquête hadden ingevuld, kregen een persoonlijk woonverbeteradvies met aanbevelingen hoe ze langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen.Een projectgroep maakt op dit moment een voorstel voor het vervolg op Blijvend Thuis. Huis van Morgen Het Huis van Morgen is een project in voingericht zodat mensen kunnen zien wat allemaal mogelijk is om prettig en veilig zelfstandig te kunnen blijven wonen. Van communicatiemiddelen, zoals beeldcommunicatie, woningaanpassingeondersteuning van de zelfredzaamheid tot omgevingsbesturing en informatie over diensten. Zo kunnen de mensen zelf van dichtbij zien wat zij in hun eigen huis kunnen doen om er voor te zorgen dat ze langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Het project sluit daarmee aan op Blijvend Thuis.Bij het project zijn de volgende spelers betrokken: Wonen Limburg, Proteion, De Zorggroep, Vorkmeer, Consulent Zelfstandig Wonen, Gehandicaptenplatform Peel en Maas, Centrale Seniorenraad Peel en Maas, Zorg en Technologie van Fontys en Hogeschool Zuyd, gemeente Peel en Maas, Harting Bank. Portal Kessel Portal Kessel is de werknaam voor een digitaal platform, een soort virtueel dorpsplein, waarop inwoners, verenigingen, ondernemers, dienstverleners en de gemeente elkaar kunnen opzoeken. In Kessel(pilot ingericht. Het platform is via internet toegankelijk en kan met muis of touchscreen worden bediend. Door het bedieningsgemak en de heldere, overzichtelijke opmaak kunnen ookop leeftijd het netwerk gebruiken. Portal Kessel is niet bedoeld om de normale alledaagse contacten te vervangen, maar juist om deze te vergemakkelijken en te intensiveren.Bij het project zijn de volgende spelers tandheelkunde De Wit Gebit, Les Artistes Kappers, Artline (vormgeving), Woningstichting Kessel, gemeente Peel en Maas,

Hulpmiddelencentrum Peel en Maas Bank (Medux) realiseert het Hulpmiddelencentrum Peel en Maas. In dit hulpmiddelencentrum wordt een

integraal aanbod van particuliere hulpmiddelen en hulpmiddelen vanuit Wmo-AWBZ-georganiseerd voor inwoners van Peel en Maas. Insteek is dat inwoners hulpmiddelen particulier kunnen kopen of een aanvraag kunnen doen. Achter de schermen wordt afgestemd uit welke regeling deze

gefinancierd. Inwoners hoeven daarmee geen aanvraag te doen in aparte regelingen.nadrukkelijk de verbinding gelegd met Schakelplein. Het hulpmiddelencentrum gaat daar onderdeel van uitmaken.In het hulpmiddelencentrum wordt naast een winkel en showroom een reparatiewerkplaats en kleinschalig depot

urgers in een kwetsbare positie of mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kunnen in het de distributie van hulpmiddelen een rol krijgen.

Samen met de Kernteams WWZ en belangenorganisaties wordt van gedachten gewisseld over het

Harting Bank gaat verder vanuit hun positie als maatschappelijk ondernemen investeren in trajecten op gebied van vitaliteit en gezondheid en innovatieve trajecten, zoals het Huis van Morgen.

3 en deels 4 is verhuizen naar een intramurale setting steeds minder mogelijk. Burgers zullen zo lang mogelijk zelfstandig thuis blijven wonen. In dit kader wordt het onderzoek en beleidsadvies

met Welzijn en Zorg in 2013 uitgewerkt. Verder zijn een aantal trajecten gericht op het stimuleren van het zelfstandig thuiswonen in ontwikkeling.

In vijf dorpen is in de afgelopen jaren het project Blijvend Thuis in Eigen Huis opgezet in sKernteams WWZ, Wonen Limburg, Vorkmeer en de gemeente Peel en Maas. 55-plussers zijn uitgenodigd om deel te nemen aan een enquête. Vrijwilligers hebben de enquêtes verspreid en weer opgehaald. De mensen die de

egen een persoonlijk woonverbeteradvies met aanbevelingen hoe ze langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Een projectgroep maakt op dit moment een voorstel voor het vervolg op Blijvend Thuis.

Het Huis van Morgen is een project in voorbereiding waarin een woonhuis (gezinswoning in de huursector) wordt ingericht zodat mensen kunnen zien wat allemaal mogelijk is om prettig en veilig zelfstandig te kunnen blijven wonen. Van communicatiemiddelen, zoals beeldcommunicatie, woningaanpassingen en hulpmiddelen ter ondersteuning van de zelfredzaamheid tot omgevingsbesturing en informatie over diensten. Zo kunnen de mensen zelf van dichtbij zien wat zij in hun eigen huis kunnen doen om er voor te zorgen dat ze langer zelfstandig kunnen

nen. Het project sluit daarmee aan op Blijvend Thuis. Bij het project zijn de volgende spelers betrokken: Wonen Limburg, Proteion, De Zorggroep, Vorkmeer, Consulent Zelfstandig Wonen, Gehandicaptenplatform Peel en Maas, Centrale Seniorenraad Peel en Maas, Zorg en Technologie van Fontys en Hogeschool Zuyd, gemeente Peel en Maas, Harting Bank.

Portal Kessel is de werknaam voor een digitaal platform, een soort virtueel dorpsplein, waarop inwoners, stverleners en de gemeente elkaar kunnen opzoeken. In Kessel(

pilot ingericht. Het platform is via internet toegankelijk en kan met muis of touchscreen worden bediend. Door het bedieningsgemak en de heldere, overzichtelijke opmaak kunnen ook mensen zonder computerervaring en mensen op leeftijd het netwerk gebruiken. Portal Kessel is niet bedoeld om de normale alledaagse contacten te vervangen, maar juist om deze te vergemakkelijken en te intensiveren. Bij het project zijn de volgende spelers betrokken: Dorpsoverleg Kessel, Kernteam WWZ Kessel, Centrum voor

Gebit, Les Artistes Kappers, Artline (vormgeving), Proteion, Hogeschool Zuyd, Woningstichting Kessel, gemeente Peel en Maas, Cubigo (leverancier platform).

77

Bank (Medux) realiseert het Hulpmiddelencentrum Peel en Maas. In dit hulpmiddelencentrum wordt een -Zvw dichtbij en laagdrempelig

Insteek is dat inwoners hulpmiddelen particulier kunnen kopen of een aanvraag kunnen doen. Achter de schermen wordt afgestemd uit welke regeling deze hulpmiddelen (deels)

gelingen. Hierin wordt nadrukkelijk de verbinding gelegd met Schakelplein. Het hulpmiddelencentrum gaat daar onderdeel van uitmaken. In het hulpmiddelencentrum wordt naast een winkel en showroom een reparatiewerkplaats en kleinschalig depot

urgers in een kwetsbare positie of mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kunnen in het

Samen met de Kernteams WWZ en belangenorganisaties wordt van gedachten gewisseld over het opzetten van

Harting Bank gaat verder vanuit hun positie als maatschappelijk ondernemen investeren in trajecten op gebied van

3 en deels 4 is verhuizen naar een intramurale setting steeds minder mogelijk. Burgers zullen zo lang mogelijk zelfstandig thuis blijven wonen. In dit kader wordt het onderzoek en beleidsadvies

met Welzijn en Zorg in 2013 uitgewerkt. Verder zijn een aantal trajecten gericht op het stimuleren van het

In vijf dorpen is in de afgelopen jaren het project Blijvend Thuis in Eigen Huis opgezet in samenwerking tussen plussers zijn uitgenodigd om deel

te nemen aan een enquête. Vrijwilligers hebben de enquêtes verspreid en weer opgehaald. De mensen die de egen een persoonlijk woonverbeteradvies met aanbevelingen hoe ze langer

Een projectgroep maakt op dit moment een voorstel voor het vervolg op Blijvend Thuis.

orbereiding waarin een woonhuis (gezinswoning in de huursector) wordt ingericht zodat mensen kunnen zien wat allemaal mogelijk is om prettig en veilig zelfstandig te kunnen blijven

n en hulpmiddelen ter ondersteuning van de zelfredzaamheid tot omgevingsbesturing en informatie over diensten. Zo kunnen de mensen zelf van dichtbij zien wat zij in hun eigen huis kunnen doen om er voor te zorgen dat ze langer zelfstandig kunnen

Bij het project zijn de volgende spelers betrokken: Wonen Limburg, Proteion, De Zorggroep, Vorkmeer, Consulent Zelfstandig Wonen, Gehandicaptenplatform Peel en Maas, Centrale Seniorenraad Peel en Maas, Expertisecentrum Zorg en Technologie van Fontys en Hogeschool Zuyd, gemeente Peel en Maas, Harting Bank.

Portal Kessel is de werknaam voor een digitaal platform, een soort virtueel dorpsplein, waarop inwoners, stverleners en de gemeente elkaar kunnen opzoeken. In Kessel(-Eik) wordt een

pilot ingericht. Het platform is via internet toegankelijk en kan met muis of touchscreen worden bediend. Door het mensen zonder computerervaring en mensen

op leeftijd het netwerk gebruiken. Portal Kessel is niet bedoeld om de normale alledaagse contacten te vervangen,

betrokken: Dorpsoverleg Kessel, Kernteam WWZ Kessel, Centrum voor Proteion, Hogeschool Zuyd,

Page 87: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

78

Vitaliteit en Gezondheid Op het deelprogramma Vitaliteit en Gezondheid worden de komende periode uitvoeringsprogramma’s opgesteld voor de volgende thema’s: • 1e lijn geïntegreerde ouderenzorg en –welzijn (Wijk(dorp-buurt)netwerken) • Preventie • Versterking (Basis) 1e lijn GGZ • Dementie • Volksgezondheid (GGD) Op het gebied van preventie zijn de voorbereidingen gestart om in 2013 2 pilots op te starten op gebied van overgewicht en GGZ-problematiek. In het kader van dementievriendelijke gemeente Peel en Maas wordt in 2013 een uitvoeringsplan opgesteld op gebied van dementie. Een beleidsadvies is in voorbereiding vanuit het traject 1e lijn geïntegreerde ouderzorg en welzijn in Peel en Maas dat in 2012 is opgestart. In Peel en Maas zijn pilots in meerdere dorpen in voorbereiding waarin geïntegreerde 1e lijn ouderenzorg en -welzijn in combinatie met buurt- en dorpgericht werken nieuwe netwerken bouwen. Geïntegreerd wil zeggen dat er een integratie nodig is van formeel en informeel, van zorg en welzijn, van beroepsmatig en vrijwillig. Verder worden daarbij de krachten benut die er lokaal zijn als vangnet voor de kwetsbare oudere. Ook hier draait het om het leggen van verbindingen. De beroepsmatige inzet is daarin onderdeel van een samenhangende wijkgerichte benadering dicht bij de burger (in een kwetsbare positie). Coördinatie en samenhang zijn daarin belangrijke voorwaarden. De wijkgerichte benadering is gericht op de versterking van het netwerk rondom de burger (in een kwetsbare positie), bestaande uit de sociale omgeving en het geheel van voorzieningen en beroepskrachten. Het betreft een samenwerking tussen de domeinen Wmo, AWBZ en Zvw. Daarbij zijn gemeente, zorgkantoor en zorgverzekeraar de inkopende partijen. Het opzetten van 1e lijn geïntegreerde ouderenzorg en –welzijn wordt gestimuleerd vanuit de zorgverzekeraar. Huisartsen kunnen daarvoor plannen indienen. Het risico is daarmee aanwezig dat het netwerk opgezet wordt vanuit het medische spoor. Het opzetten van de netwerken in de pilots in Peel en Maas vindt plaats door de Dialoog in de Gouden Driehoek. De drie actoren zijn betrokken bij het vormgeven van de pilots. Kunst Verbind(e)t Het Euregionale project Kunst Verbind(e)t richt zich op de sociale en economische inclusie van mensen in een kwetsbare positie in Nederland (Peel en Maas) en Duitsland (Mönchengladbach) via kunst. Het project wordt uitgevoerd door partners met kennis en ervaring in het werken met de doelgroep. Nieuwe methoden worden uitgewisseld en geïmplementeerd, en indien mogelijk en zinvol, structureel onderdeel uitgemaakt van de betreffende organisatie. Kunst Verbind(e)t ontwikkeld een netwerk van grensoverschrijdende samenwerking tussen maatschappelijke zorg-, welzijns-, en integratieorganisaties plus een tweetal hogescholen. Het project is daarmee en voedingsbodem voor nieuwe initiatieven. Ateliers en de theaterwerkplaatsen zin centrale ankerpunten in de ontwikkeling van het project. Er wordt verbinding gelegd naar muzisch- en creatieve werkplaatsen die voor dit project aanvullende producties kunnen leveren. De theaterwerkplaats en andere activiteiten zijn op termijn zoveel mogelijk zelfsupporting en gedragen vanuit de samenleving.

Page 88: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

79

9 Conclusies Algemene conclusies We gaan door op de ingeslagen koers. Het commitment en draagvlak voor onze aanpak van de implementatie begeleiding onder onze netwerkpartners is verder gegroeid. Met enthousiasme en vertrouwen werken we samen aan de implementatie begeleiding. Hierin maakt ieder gebruik van zijn of haar eigen kracht en voegt deze toe aan het netwerk, waardoor er meer en meer energie vrijkomt om te doen wat nodig is. Het netwerk van burgers (in een kwetsbare positie), mantelzorgers, (zorg)vrijwilligers, beroepskrachten, financieel deskundigen, beleidsmakers, managers en bestuurders breidt steeds verder uit. Inmiddels is op kleine schaal een kanteling in perspectief zichtbaar bij burgers (in een kwetsbare positie) en hun informele netwerk en in de werkwijze van vrijwilligers en beroepskrachten. De contouren van de vernetwerkte samenwerking worden zichtbaar. We blijven de implementatie volgens een aantal centrale principes doen en zelfs versterkt doorvoeren, te weten: • We werken op basis van Co-creatie Samen Anders met burgers (in een kwetsbare positie),

(dorps)gemeenschappen, maatschappelijk partners en regiepartijen in de Gouden Driehoek. • We werken volgens de principes van zelfsturing en dialoogsturing in de Gouden Driehoek. • We werken aan uitvoering en beleid door middel van pilots. Beleid en praktijk werken daarbij op elkaar in. • We werken aan de transformatie (kanteling) van het gehele systeem: van burgers in een kwetsbare positie

(dorp, gemeenschap), tot (zorg)vrijwilligers en beroepskrachten (maatschappelijk partners) én regiepartijen. • We investeren hierin door middel van gezamenlijke ontwikkeling door alle betrokken netwerkpartners. Dit

gebeurt aan de hand van concrete casussen (action learning) via het educatienetwerk. • We zijn begonnen bij de meest complexe ondersteunings- en zorgvragen van burgers in een zeer kwetsbare

positie (casussen) via methodiek NWV (Netwerk Welzijn Versterkt) en gebruiken de ervaringen vervolgens voor de aanpak van minder complexe casussen.

• We blijven inzetten op persoonlijk arrangeren op basis van mogelijkheden, talenten en beperkingen en blijven burgers (in een kwetsbare positie) zien als medeproducenten die door inbreng van mogelijkheden en talenten naar vermogen meedoen.

• We voeren de kanteling in de financiering door via het gezamenlijk inkoopkader van gemeente, zorgkantoor en zorgverzekeraar en ontkokerde en gebundelde budgetten.

Conclusie positionering en kaderstelling Afzonderlijke trajecten (kleine driehoekjes in de figuur) in de decentralisatie begeleiding vallen al geheel in de sturingsvorm Communicatieve zelfsturing, zoals de pilot Dorpsdagvoorzieningen in Koningslust en Grashoek, het dorpsvervoer en de dialoogbijeenkomsten Leven in het Dorp, Doe mee! vanuit NWV. De OWP (ontwikkelwerkplaats) voor beroepskrachten van NWV verschuift van Regel sturing naar Communicatieve zelfsturing omdat het perspectief van de beroepskrachten van de eerste OWP NWV sterk gekanteld is.

Conclusies collectieve pijler: dagvoorzieningen en vervoer Gesteld kan worden dat we met de dagvoorzieningenstructuur goed op koers liggen richting de overheveling van de begeleiding. Het concept dorpsdagvoorzieningen is ontwikkeld. In een aantal dorpen wordt in een pilot al gewerkt confom de nieuwe werkwijze. De opgave ligt in het opzetten van dorpsdagvoorzieningen in alle dorpen. De ondersteuning daarvan zal verder versterkt worden. Peel en Maas beschikt over een uitgebreid en divers aanbod aan zorgboerderijen en maatschappelijk ondernemers. Allen bereiden zich voor op de zelfstandige rol. Specifieke aandachtspunten zijn: vervoer en de afstemming met regiogemeenten over gemeenteoverstijgende deelnemers. De AWBZ-dagbesteding kent een transitie/opgave naar wijkzorgcentra.

GoudenDriehoek

DorpsdagvzK’lustGrash

GoudenDriehoek

LihD, Doemee !

GoudenDriehoek

OWP NWVGoudenDriehoek

Dorps-vervoer

Page 89: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

80

De arbeidsmatige dagbesteding moet meer in verbinding komen met de lokale samenleving, mede in het kader van de Participatiewet. De dagbesteding voor kinderen, jongeren en jong volwassenen wordt meer inzichtelijk gemaakt. In Peel en Maas is al een goede aanzet voor een kanteling van het vervoer. We gaan dit via twee lijnen oppakken: • Doorontwikkeling van dorpsvervoer naar een dekkende infrastructuur. • Kanteling beroepsmatig/commercieel vervoer voor specialistisch vervoer en deelnemers van buiten Peel en

Maas. Professionele ondersteuning is gewenst om deze opgave vast te pakken. De doorontwikkeling naar een dekkende en duurzame vervoersinfrastructuur van dorpsvervoer in samenhang met beroepsmatig/commercieel vervoer dient in samenhang met andere vervoerssystemen (leerlingenvervoer, WSW-vervoer, Regiotaxi, Openbaar vervoer) te gebeuren. Regionale afstemming is daarin een meerwaarde.

Conclusie Individuele pijler – NWV (Netwerk Welzijn Versterkt) Duidelijk moge zijn dat we met het traject NWV inhoudelijk en methodologisch op de goede weg zijn. Met de resultaten van NWV kunnen we de gewenste kanteling van het maatschappelijk systeem aanjagen en vormgeven, waarmee de maatschappelijke opgave voor de komende jaren kan worden beantwoord. NWV heeft op kleine schaal laten zien hoe arrangementen voor mensen met zware ondersteuningsbehoeftes vormgegeven kunnen worden, dat daar ruimte voor beroepskrachten bij nodig is om te doen wat nodig is en dat integraal werken en een integrale betaaltitel daarbij van belang zijn. De kanteling van perspectieven is daarmee ingezet. Voorop blijft staan dat betrokkenen ook meer kwaliteit van leven ervaren. Dat geldt voor de burgers in een kwetsbare positie zelf, maar ook voor het informele netwerk, vrijwilligers en beroepskrachten. Vanuit NWV is een breed samengesteld netwerk ontstaan en gestaag gegroeid. Arrangeren op basis van mogelijkheden, talenten en beperkingen zet burgers (in een kwetsbare positie) en hun informele netwerk in eigen kracht en bevordert eigen regie. Tevens worden ze medeproducent door inbreng van hun eigen mogelijkheden, competenties en talenten. NWV heeft middels de instrumenten Effectenarena en Effectcalculator aangetoond dat de nieuwe werkwijze meer maatschappelijk rendement oplevert en tot minder uitgaven leidt dan de klassieke werkwijze. NWV heeft tevens inzichtelijk gemaakt dat investerende partijen niet altijd dezelfde partijen zijn als de incasserende partijen. Kennisoverdracht en kennisdeling hebben plaatsgevonden door het leveren van bijdragen aan publicaties, conferenties en deelname aan landelijke pilots/proeftuinen. Wat NWV nog niet gelukt is, is een sterke verbinding te leggen met de lokale samenleving van vitale burgers. De beoogde resultaten zijn daarmee grotendeels behaald, zij het op kleine schaal. Grote opgave voor de komende tijd is hoe we de methodiek, die we ontwikkeld en uitgeprobeerd hebben bij de meest complexe casussen van burgers in een zeer kwetsbare positie, kunnen opschalen naar een methodiek voor alle mensen met een ondersteuningsvraag in Peel en Maas. We gaan dit oppakken via twee lijnen: • Procesregie via de stuwingsprincipes innovatie (vier V’s: Verdiepen, Verbreden, Valideren, Verankeren). Hierin

wordt de methodiek NWV verder verbreed en omgebouwd naar een lichte variant die via het Schakelplein ingezet wordt voor alle casussen, waarmee de noodzakelijke opschaling vormgegeven wordt.

• Organisatie aanpak via het Educatienetwerk ’De Bloem’, waarbij via netwerksamenwerking alle betrokken netwerkpartijen meegenomen worden in het gedachtegoed én de uitvoeringspraktijk van NWV, via dialoogbijeenkomsten, meerdere ontwikkelwerkplaatsen (OWP’s) voor verschillende groepen, maatschappelijke businesscase, Wmo-werkplaats en netwerkbijeenkomsten.

Conclusie Schakelplein Schakelplein heeft aan de hand van testcases kennis opgedaan over de samenstelling van arrangementen en over de methodiek ‘arrangeren’ (lichte en zware variant). Reeds opgedane kennis vanuit NWV is daar de basis voor geweest. Het is noodzakelijk ook een ‘light’ variant van de NWV methodiek beschikbaar te hebben. De methodiek werkt, maar is voor eenvoudigere/lichtere vragen te bewerkelijk. Het netwerk rondom Begeleiding in Peel en Maas is meer en meer in verbinding met elkaar. Dat is cruciaal om de opschaling in arrangementen aan te kunnen. Ondersteuningsbehoeftes van burgers zijn en worden integraal bekeken in een arrangement en moeten dus ook integraal beantwoord kunnen worden. Samenwerking tussen burgers (in een kwetsbare positie) en hun informele netwerk, vrijwilligers en beroepskrachten is daarbij essentieel.

Page 90: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

81

Wat tevens nodig is, is een overzicht van mogelijkheden om arrangementen samen te stellen; een Schakelkaart. De Schakelkaart is in voorbereiding en moet in 2013 operationeel worden. Er is innovatie nodig om dit meer te laten zijn dan een ‘gewone’ sociale kaart. De kennis die is opgedaan en verbindingen die zijn gelegd gaan getest worden op bruikbaarheid in een Pilot Schakelplein. Dit wordt een fysieke, eerste vorm, van het Schakelplein. Deze pilot moet kennis opleveren om Schakelplein door te ontwikkelen en te finetunen. Daarmee ligt Schakelplein goed op schema. De opschaling naar grotere aantallen persoonlijke arrangementen wordt fasegewijs bereikt gedurende het inrichten van het Schakelplein. In de komende periode worden de burgers in een kwetsbare positie waarvan de AWBZ-indicatie begeleiding afloopt benaderd en krijgen mensen die nog geen indicatie hebben en hun vraag kenbaar maken een vraagverhelderingsgesprek en op basis daarvan een arrangementgesprek. De verwachting is dat nog meer burgers in een kwetsbare positie hun behoefte kenbaar gaan maken. De opgave is dat in 2014 de toegangspoort tot coaching, ondersteuning, begeleiding en zorg (Schakelplein) een feit is. En (mogelijk) vormt Schakelplein dan ook de toegangspoort voor de andere decentralisaties. Op termijn kan dit verbreed worden naar het gehele sociale domein.

In de figuur hierboven zijn de processen in Schakelplein schematisch in beeld gebracht. Schakelplein vormt de toegangspoort tot coaching, ondersteuning, begeleiding en zorg in Peel en Maas. Burgers (in een kwetsbare positie) vinden op Schakelplein informatie en advies en stellen hun persoonlijk arrangement samen. Netwerkpartners maken op Schakelplein hun ondersteuningsvragen kenbaar. In de vernetwerkte samenwerking wordt een op maat gesneden invulling gegeven aan de persoonlijke arrangementen en ondersteuningsvragen van bedrijfsmatige aard. Vanuit een bundeling van financieringsstromen wordt via een gezamenlijk inkoopkader de exploitatie van begeleiding in Peel en Maas ingevuld op basis van plannen en begrotingen van de netwerkpartners.

Schakelplein

Schakelplein• Vraagverheldering

• Info- en advies• Arrangementgesprek

• Persoonlijkarrangement

Welzijnaanbieders

V&V aanbieders

GZ aanbieders

GGZ aanbieders

1e lijn partijen

Gemeente – Wmo, Werk, Jeugd

Zorgkantoor Coöperatie VGZ – AWBZ

Eigen bijdrage deelnemers

Overige financiers

Zorgverzekeraars - Zvw

Financiering – Exploitatie begeleiding Peel en Maas – gezamenlijk inkoopkader

Financiering op basis plannen en begrotingenFinanciering uitvoeringskosten, pilots en facilitering Schakelplein

OndersteuningsvraagVraag burgers (in een kwetsbare positie) bij (informeel) loket of signaaldiensten

Match vraag en aanbod

Ondersteuningsvraagm.b.t. bedrijfsvoering, inzet beroepskrachten, organisatie

Vernetwerktesamenwerking

© PenM-VGZ-MTA

Informele (zorg)ondersteuners

Dorpsdagvoorz.

Zorgboeren/Maatsch. Ond.

Jeugd AWBZ aanbieders

Overige aanbieders

Gemeenschap

Page 91: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

82

Conclusie Logeeropvang (tijdelijk verblijf) Logeeropvang in Peel en Maas is deels in beeld. Een aantal logeermogelijkheden is bekend, zoals Nou En in Baarlo, maar een uitgebreid overzicht van logeermogelijkheden voor burgers in een kwetsbare positie is niet voorhanden. In Co-creatie met logeerorganisaties, deelnemers en mantelzorgers worden logeeropvang als onderdeel van de functie begeleiding en de bestaande logeeropvangmogelijkheden in Peel en Maas in beeld gebracht. Dit brengt kansen en bedreigingen in kaart en geeft input voor de beleidsontwikkeling. De Stichting Wigwam Vallei Nederland (SWVN) gaat op een proactieve manier anticiperen op de maatschappelijke ontwikkelingen. SWVN organiseert logeervakanties voor kinderen en jong volwassenen in een kwetsbare positie (in gezinsverband). Zij pakken de gelegenheid om nieuwe wegen in te slaan en creatieve oplossingen te bedenken om de doelstelling in de toekomst waar te blijven maken. SWVN heeft de gemeente Peel en Maas benaderd om van gedachten te wisselen over het organiseren van logeervakanties voor gezinnen met kinderen in een kwetsbare positie in Peel en Maas en het verkennen van geschikte locaties. SWVN brengt dit initiatief in in het programma Leven in het Dorp WWZ. De dialoog start met een klein aantal netwerkpartners en wordt vervolgens uitgebreid naar partijen die zich bij het initiatief aan willen sluiten. Daelzicht is één van die netwerkpartners. De locatie Savelberg in Koningslust is een mogelijke locatie voor de wigwamvakanties. Tegelijkertijd worden ook alternatieve locaties in Peel en Maas verkend.

Inclusie of niet De decentralisaties zijn gericht op inclusie. Logeeropvang en logeervakanties zijn gericht op burgers in een kwetsbare positie (en hun mantelzorgers) die met elkaar logeren. De gezinnen die deelnemen aan de logeervakanties hebben een sterke behoefte om hun vakantie met andere gezinnen met kinderen met beperkingen samen te vieren. Het volgende citaat van een ouder verwoordt deze behoefte: “Als ouder van een kind met beperkingen ben ik 50 weken per jaar bezig met integratie en haal ik alles uit de kast om mijn kind een zo normaal mogelijk leven te laten leiden en zo speciaal als nodig. Maar 2 weken per jaar even niet en laten we dat los in een veilige en vrije omgeving voor ons kind waar we ons niet hoeven te verantwoorden en waar we bondgenoten (dus geen lotgenoten) treffen.”

Conclusie Financiële analyse en communicatie De komende jaren gaat een zeer grote verschuiving vanuit de AWBZ/zorg naar gemeenten/Wmo plaatsvinden. Zowel qua verantwoordelijkheid, aantal burgers in een kwetsbare positie als budgetten. Daarmee hebben gemeenten straks veel taken erbij op het gebied van ondersteuning, begeleiding en verzorging, maar moeten dat wel gaan uitvoeren met een budget dat met ca. 1/3 gekrompen is terwijl de vraag gaat toenemen. De maatschappelijke opgave vraagt een financiële kanteling. De financiële impact van het regeerakkoord maakt dat beleidsvrijheid voor gemeenten keihard nodig is om burgers in een kwetsbare positie te (blijven) ondersteunen in participatie en zelfredzaamheid – vitaliteit en eigen kracht. De communicatiestrategie is vastgesteld en de voorbereiding is gestart. Door in de communicatie te kiezen voor een verhalend concept aan de hand van persoonlijk georiënteerde verhalen wordt voor een rode draad/verhaallijn gezorgd en een herkenbaarheid in de in te zetten middelen. Dit verhalend concept krijgt een doorvertaling in te ontwikkelen communicatiemiddelen. Slotconclusie Met deze herijking zijn we klaar om de daadwerkelijke invoering van begeleiding de komende jaren vorm te geven. De beleidsmatige uitgangspunten zijn herijkt en er heeft een verdiepingsslag en verbreding met nieuwe elementen plaatsgevonden. Ook is de opgave voor de drie pijlers voor de komende tijd bekend. Vanuit het regeerakkoord Rutte II en berichtgeving van de Rijksoverheid is de conclusie dat de overheveling van de begeleiding vanaf 2015 doorgaat en de bijbehorende budgetten fors minder worden. Dit betekent dat we aan de slag gaan met de implementatie. In 2013 en 2014 ligt de focus en energie in het ‘opschalen van de pilots’ en operationalisering en voorbereiding naar de daadwerkelijke overheveling per 1 januari 2015 ondermeer via het gezamenlijk inkoopkader van gemeente, zorgkantoor en zorgverzekeraar. Uiteraard is er ook in Peel en Maas nog veel werk te verzetten, maar we doen dit samen. Buiten gebeurt het voor, door en samen met de burgers (in een kwetsbare positie) en onze netwerkpartners. Samen Anders met Co-creatie.

Page 92: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

83

10 Implementatie 2013 en verder Implementatiestappen Onderstaand zijn de implementatiestappen voor 2013 uitgewerkt. Tijdens de presentatie aan het college en in gesprek met de wethouders zijn de volgende aandachtspunten nog aan de opgave toegevoegd: • jaarlijkse evaluatie van de inzet van beroepskrachten in relatie tot zwaarte van de ondersteuningsvragen van de deelnemers en de inzet en deskundigheid van

vrijwilligers • lokaal een discussie te voeren over het PGB en daarover een beleidsadvies op te stellen • kwaliteitsysteem voorzieningen gericht op kwaliteit van leven Onderdeel 1e kw 2013 2e kw 2013 3e kw 2013 4e kw 2013 2014 Beleidsvorming implementatie Begeleiding • Terugkoppeling naar betrokken partijen • Opstellen gezamenlijk inkoopkader 2014 gemeente, zorgkantoor en

zorgverzekeraar

• Opstellen begroting begeleiding 2014 • Bespreking/terugkoppeling naar betrokken partijen • Analyse en besluitvoming ‘contractering’ begeleiding op basis van

plannen en begrotingen door partners

• Bespreking/terugkoppeling naar betrokken partijen • Vastleggen afspraken, inkoop/contractering begeleiding Collectieve pijler – Dagvoorzieningen Dorpsdagvoorzieningen (DDV) • Versterking ondersteuningsfunctie DDV • Continuering en evaluatie pilot DDV in Koningslust en Grashoek • Uitbreiding pilot naar Beringe, Egchel, Helden, Panningen • Uitbreiding naar Baarlo, Kessel (Eik), Maasbree • Aansluiting DDV op het dorpsvervoer • Aansluiting DDV op lokale WWZ-structuur en 1e lijn • Aansluiting DDV op het Schakelplein • Jaarlijkse evaluatie inzet beroepskrachten • Financiering van de DDV via gezamenlijk inkoopkader gemeente,

zorgkantoor en zorgverzekeraar

Zorgboeren/maatschappelijk ondernemers (ZB/MO) • Samenwerking tussen ZB/MO continueren en verstevigen • Doorontwikkeling ZB/MO (organisatorisch, innovatie,

productontwikkeling en productdifferentiatie)

• Afstemming met de zorgaanbieders vooral voor AWBZ-doelgroepen • Ontwikkeling vervoer naar de ZB/MO

Page 93: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

84

Onderdeel 1e kw 2013 2e kw 2013 3e kw 2013 4e kw 2013 2014 • Aansluiting ZB/MO op lokale WWZ-infrastructuur en 1e lijn • Aansluiting ZB/MO op Schakelplein • Contracteren begeleiding bij ZB/MO via inkoopkader • Afspraken met regiogemeenten over gemeenteoverstijgende

deelnemers

AWBZ-dagbesteding • Pilot wijkzorgcentrum Sint Jozef Wonen en Zorg • Doorontwikkelen en uitrollen concept wijkzorgcentra • Aansluiting op lokale WWZ-infrastructuur en 1e lijn • Ontwikkeling dagbestedingsarrangementen • Aansluiting op Schakelplein • Integratie en koppeling arbeidmatige dagbesteding aan

activiteiten/bedrijvigheid in de dorpsgemeenschappen

• Versterking en uitbreiding arbeidsmatige dagbesteding • Contracteren AWBZ-dagbesteding via inkoopkader Dagvoorzieningen algemeen • Dagbesteding voor kinderen, jongeren en jong volwassenen meer

inzichtelijk maken

• Evaluatie en effectmeting dagvoorzieningen Vervoer • Opstellen begroting en bekostigingsystematiek dorpsvervoer /vervoer

naar dagvoorzieningen

• Afspraken vastleggen dorpsvervoer • Inrichting overlegstructuur en beroepsmatige ondersteuning • Opbouw van een dekkende structuur van dorpsvervoer • Inrichting gekanteld beroepsmatig/commercieel vervoer en

specialistisch vervoer

• Regionale afstemming over vervoer deelnemers andere gemeenten • Verkenning integratie met vervoer andere doelgroepen • Aansluiting op Schakelplein Individuele pijler – NWV (Netwerk Welzijn Versterkt ) Projectleiding • Opschalen NWV met meer vernieuwende casussen • Aansluiten op Schakelplein Procesmanagement • Ombouw methodiek NWV naar lichte variant • Beleidsvorming/doorontwikkeling NWV • Overdragen gedachtegoed NWV

Page 94: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

85

Onderdeel 1e kw 2013 2e kw 2013 3e kw 2013 4e kw 2013 2014 Inrichting (NWV-deel) Educatienetwerk • Dialoogbijeenkomsten Leven in het Dorp, doe mee! • OWP NWV I en II • OWP NWV Managers • OWP NWV Effectmeting • Maatschappelijke businesscase NWV • Kennisontwikkeling Wmo-werkplaats 2e fase – Jeugd • Netwerkbijeenkomsten Schakelplein Inrichting Educatienetwerk Schakelplein-deel • OWP Schakelplein Vrijwilligers (Dorpsinfoloketten) • OWP Schakelplein Loketmedewerkers • OWP Schakelplein Jeugdzorg AWBZ Operationalisatie • Inventarisatie en commitment eerste partners Schakelplein m.b.t.

uitvoering geven aan arrangementen

• Inrichten en uitvoeren casusverdeelgroep • Verbinden OWP’s NWV en Schakelplein • Pilot Schakelplein • Gefaseerd opschalen in persoonlijke arrangementen • Aansluiting Dagvoorzieningen • Aansluiting signaaldiensten / 1e lijn • Schakelplein operationeel Instrumenten Schakelplein • Schakelkaart kader opzetten • Schakelkaart inrichten en doorontwikkelen in co-creatie Logeeropvang • Analyse gebruik van logeeropvang in Peel en Maas en daarbuiten • Beleidsadvies logeeropvang Peel en Maas • Haalbaarheidsstudie naar opzetten van en een locatie voor

logeervakanties in Peel en Maas

Bedrijfsvoering • Analyse doelgroepen en aanpak via Schakelplein • Analyses gevolgen regeerakkoord Rutte II • Financiële uitwerking bouwsteen DDV • Financiële uitwerking bouwsteen vervoer

Page 95: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

86

Onderdeel 1e kw 2013 2e kw 2013 3e kw 2013 4e kw 2013 2014 • Financiële kaders bouwsteen zorgboeren/maatschappelijk ondernemers • Financiële kaders bouwsteen AWBZ-dagbesteding • Financiële kaders bouwsteen begeleiding individueel • Opstellen begroting inkoopkader Begeleiding 2014 • Bestuurlijke aanbesteding en contractering/subsidiëring 2014 • Opstellen financiële kaders overheveling AWBZ/Wmo 2015 o.b.v.

septembercirculaire

• Discussie lokaal over PGB • Beleidsadvies over PGB • Kwaliteitssysteem voorzieningen gericht op kwaliteit van leven • Kanteling in financiering sociaal domein

Page 96: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

87

Bijlagen Bijlage 1. Cliënten met lichte zorgvraag wonen langer thuis Bijlage 2. AWBZ-zorg en Zorgzwaartepakketten

Page 97: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

88

Opmerking: In de bijlage 1 en 2 is informatie opgenomen afkomstig uit landelijke bronnen. Hierin wordt het woord ‘cliënt’ gebruikt. In Peel en Maas vervangen we het woord ‘cliënt’ door ‘burgers in een kwetsbare positie’. Bijlage 1. Cliënten met lichte zorgvraag wonen lang er thuis (bron: www.rijksoverheid.nl ) Cliënten met een lichte zorgvraag blijven per 1 januari 2013 langer thuis wonen. De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ingestemd met de uitwerking van het extramuraliseren van lichte zorgzwaartepakketten. Dat wil zeggen dat de zorg voor nieuwe cliënten niet meer vanuit de instellingen wordt geboden. Cliënten krijgen voortaan hulp in de eigen omgeving. Daar krijgen ze de zorg en ondersteuning die zij nodig hebben. Deze maatregel gaat vanaf 1 januari 2013 in voor de ZZP's 1 en 2. De maatregel vloeit voort uit het Begrotingsakkoord 2013 en beoogt dat nieuwe cliënten met een licht zorgzwaartepakket met ingang van 1 januari 2013 de benodigde zorg in hun eigen huis zullen ontvangen. Dure zorg vermijden Op deze manier blijven mensen langer thuis wonen, leidt de maatregel tot meer zorg in de omgeving en wordt dure zorg in een instelling waar mogelijk vermeden. Bijvoorbeeld ouderen met beginnende somatische beperkingen blijven met goede ondersteuning in hun eigen woning en verhuizen niet naar een instelling. In nauw overleg met de sector Het extramuraliseren van lichte zorgzwaartepakketten wordt als volgt aangepakt. Voor de zorgzwaartepakketten VV 1 en VV 2 (sector verpleging en verzorging), GGZ 1 en GGZ 2 (geestelijke gezondheidszorg) en voor VG 1 en VG 2 (verstandelijk gehandicaptenzorg) gaat de maatregel per 1 januari 2013 in. Dit is op verzoek van de Tweede Kamer in nauw overleg met de sector besproken. Meer tijd voor kwetsbaardere groepen Voor de uitwerking van de maatregel voor zorgzwaartepakketten VV 3, GGZ 3 en VG 3 en voor de invoering voor cliënten t/m 22 jaar wordt meer tijd genomen om met betrokken partijen tot een verantwoorde uitvoering te komen. Op deze manier houdt het kabinet rekening met zowel het brede draagvlak voor de maatregel als met de kwetsbaarheid van bepaalde groepen.

Page 98: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

89

Bijlage 2. AWBZ-zorg en Zorgzwaartepakketten Bron: http://zorgzwaarte-pakket.nl, www.ciz.nl De AWBZ is breder dan de zorgzwaartepakketten. Wat valt er onder AWBZ-zorg? • Persoonlijke verzorging:

bijvoorbeeld hulp bij douchen, aankleden, scheren, pillen innemen, ogen druppelen of naar de wc gaan. • Verpleging:

medische hulp, zoals wondverzorging en injecties, of hulp bij zelf leren injecteren. • Begeleiding:

hulp bij het organiseren van praktische zaken in uw dagelijks leven. • Verblijf in een instelling:

bijvoorbeeld een verpleeg- of verzorgingshuis. • Behandeling:

herstel of verbetering van een aandoening (bijvoorbeeld opnieuw leren lopen na een hersenbloeding), of verbetering van vaardigheden of gedrag (bijvoorbeeld leren omgaan met woedeaanvallen).

• Kortdurend Verblijf: Logeren in een instelling voor maximaal 3 etmalen per week.

De toegang tot AWBZ-zorg loopt via het CIZ. De toegang tot AWBZ-zorg voor een kind (jonger dan 18 jaar) met alleen een psychiatrische diagnose loopt via Bureau Jeugdzorg. De overheid maakt onderscheid in: extramurale zorg en intramurale zorg. Extramurale AWBZ-zorg Extramurale zorg is voor mensen die thuis wonen. Voor hen is mogelijk: • individuele zorg thuis

o begeleiding (begeleiding individueel) o persoonlijke verzorging o verpleging

• individuele zorg op de plek waar men werkt of onderwijs volgt • groepsgewijze begeleiding in de vorm van dagbesteding (begeleiding groep) • af en toe naar een ‘logeerhuis’ gaan terwijl men thuis woont (kortdurend verblijf) • speciale vormen van ambulante behandeling uit de AWBZ voor mensen die thuis wonen In de decentralisatie begeleiding worden de functies begeleiding individueel, begeleiding groep en kortdurend verblijf uit de extramurale AWBZ-zorg overgeheveld naar de Wmo. Wanneer geen zorgzwaartepakketten? Intramurale zorg – zorg met verblijf Alleen de persoon die ‘zorg met verblijf’ nodig heeft – minstens vier dagen in de week – krijgt te maken met zorgzwaartepakketten. ZZP’s zijn een onderdeel van de AWBZ. Deze ZZP’s zijn bedoeld voor mensen die elke dag veel zorg nodig hebben, die voortdurend een zorgverlener in de nabijheid nodig hebben en die de hele week of het grootste deel ervan ‘zorg met verblijf’ nodig hebben. Als de cliënt thuis woont en af en toe logeert in een zorginstelling, heeft hij niet met deze pakketten te maken. Bijvoorbeeld: een gezin met een thuiswonend kind dat gehandicapt is of chronisch ziek is. Dit kind kan thuis – eventueel ook op school – begeleiding of persoonlijke verzorging hebben. Ook kan het kind naar een logeerhuis gaan, bijvoorbeeld van vrijdagmiddag tot zondagavond. Dit logeren bij een zorginstelling valt niet onder de ZZP’s. Binnen de ZZP’s is er ruimte voor begeleiding, verzorging, verpleging. Een ZZP kan ook behandeling bevatten. Daarnaast ruimte voor dagbesteding. Elk pakket heeft een andere optelsom van deze zaken. Per pakket is dat anders. Welk ZZP de cliënt krijgt, is afhankelijk van zijn zorgbehoefte. De overheid noemt dit ‘zorgzwaarte’. Men bedoelt ermee: hoeveel beperkingen iemand heeft. Bij een lichte zorgzwaarte kan de cliënt nog veel dingen zelf. Bij een hoge zorgzwaarte heeft de cliënt bij veel activiteiten in het dagelijks leven intensieve hulp nodig. Wat doet de instelling met een zorgzwaartepakket? Aan elk pakket zit een geldbedrag vast. Daarmee kan de instelling de zorg geven die past bij iemands zorgzwaarte. De zorginstelling krijgt dat bedrag; de instelling waar de cliënt woont. Het geld is bestemd voor alle dagelijkse zorg. Tegelijk voor zaken als maaltijdvoorziening, huishoudelijke zorg. De kosten van het wonen zelf vallen niet onder dit bedrag voor zorg. Denk aan de kamer waar de cliënt woont of het appartement, en de gemeenschappelijke ruimten Hiervoor krijgt de instelling extra geld.

Page 99: Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en · PDF fileVerder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een ... (kantelen)

90

Kan de cliënt ook zelf de zorg inkopen? Als de cliënt dat wenst kan hij zelf over het geldbedrag beschikken. In de vorm van een persoonsgebonden budget. Dit is mogelijk als hij thuis blijft wonen, of als hij naar een wooncluster gaat waar hij zelf de huur betaalt. Met een persoonsgebonden budget kan de cliënt zelf de zorg inkopen. Zorgzwaartepakket: welke pakketten zijn er? De overheid regelt de pakketten: welke dat zijn en voor wie. Er zijn 53 zorgzwaartepakketten gemaakt voor verschillende doelgroepen. • Verpleging & verzorging Er is een reeks van 10 pakketten voor “Verpleging & verzorging”. Deze ZZP’s zijn voor oudere mensen en chronische zieke mensen die dagelijks hulp nodig hebben. Bijvoor-beeld ZZP-1 is voor mensen die zich met beperkte hulp nog kunnen redden. En ZZP-8 voor mensen die heel intensieve zorg nodig hebben. In de ‘verpleging & verzorging’ zijn er twee bijzondere pakketten: ZZP-9 is voor kort-durende zorg na een ziekenhuisopname. Om te herstellen. ZZP-10 is voor mensen met een terminale ziekte die in de eindfase van die ziekte verkeren. Wanneer zorg thuis niet langer mogelijk is. • Gehandicaptenzorg Er zijn ZZP’s gemaakt voor drie doelgroepen: (1) mensen met een verstandelijke beperking, (2) mensen waarbij een lichamelijke beperking voorop staat, (3) mensen met een zintuiglijke beperking. Voor mensen met verstandelijke beperking (VG) is een reeks van 8 ZZP’s gemaakt. Zowel voor mensen die zich met enige hulp redelijk kunnen redden. Als voor mensen met veel beperkingen of heel moeilijk gedrag die elke dag intensieve begeleiding en verzorging vragen. Voor mensen met lichamelijke beperkingen (LG) bestaat ook een reeks van 7 ZZP’s. Opnieuw zijn die pakketten afgestemd op verschillen in de zorgbehoefte. Voor mensen waarbij een zintuiglijke beperking (ZG) voorop staat zijn aparte ZZP’s gemaakt. Het zijn er 9 in totaal. Ze zijn bedoeld voor mensen die zeer slecht zien of horen, doof of blind zijn. • Jeugd-LVG Gekoppeld aan de gehandicaptenzorg zijn aparte ZZP’s (6) gemaakt voor jongeren met een verstandelijke beperking die veel probleemgedrag hebben. De jongere krijgt een ZZP krijgen wanneer zorg thuis niet voldoende is. Hij gaat dan naar een speciale voorziening. Daar krijgt hij tevens behandeling. Meestal verblijft de jongeren daar 1 tot 2 jaar. Daarna kan hij ergens anders gaan wonen, met begeleiding. • Geestelijke gezondheidszorg (GGZ) Er zijn 7 ZZP’s voor mensen die langdurig zorg uit de GGZ nodig hebben en waarbij hulp thuis niet voldoende is. Opnieuw met oplopende zorgzwaarte. Die pakketten zijn er in twee varianten: (1) ZZP’s waarin ruimte is voor gerichte behandeling door een zorginstelling. De GGZ noemt ze “B”-pakketten; het zijn er 7. (2) ZZP’s zonder voortdurende behandeling, maar wel met dagelijkse hulp in een beschermende woonvorm. De GGZ noemt ze “C”-pakketten; het zijn er 6.