Rollen en instrumenten van het raadslid - Veldhoven...commissie getuigen en specialisten in het...
Transcript of Rollen en instrumenten van het raadslid - Veldhoven...commissie getuigen en specialisten in het...
VIUGVereniging van Nederlandse Gemeenten
RAADGEVER
Rollen en instrumenten van het raadslid
De raad heeft drie rollen: kaderstellen, controleren en het vertegenwoordigen van inwoners. Voor het uitvoeren van die rollen heeft u als raadslid verschillende wettelijke instrumenten tot uw beschikking. Deze raadgever maakt u wegwijs in de instrumenten die u heeft en geeft inzicht in de wijze waarop u uw raadsgereedschap kunt inzetten.
”Welke rollen heb ik als raadslid en hoe kan ik daar invulling aan
geven? Kan ik als raadslid het college opdrachten geven? En hoe kan\
ik het college controleren?”
KaderstellenDe raad wordt geacht om de algemene beleidskaders vast te stellen waarbinnen het college moet functioneren. Deze kader
stellende rol blijkt in de praktijk niet eenvoudig. Het vereist dat raadsleden nadenken over een meerjarige strategische visie
op de gemeente in het algemeen en op de verschillende beleidsterreinen in het bijzonder. Daarnaast vereist het ook inzicht
in de samenhang tussen de verschillende beleidsterreinen en het kunnen afwegen van verschillende belangen.
Er zijn raden die weinig tijd besteden aan 'kaderstellen' en alleen reageren, bijvoorbeeld op incidenten of op voorstellen
van het college. Daarmee doet de raad afbreuk aan de mogelijkheden die hij eigenlijk heeft om de lijnen uit te zetten, om
het centrale bestuursorgaan binnen de gemeente te zijn.
Maart2014
ControlerenHet dualisme heeft de uitvoerende taken en verantwoordelijkheden van het college uitgebreid. Tegelijkertijd moet de raad
een en ander controleren, waarvoor hij over verschillende mogelijkheden beschikt. In een goede planning- en controlecyclus
worden door de ambtelijke organisatie regelmatig voortgangsverslagen over de verschillende ontwikkelingen en resultaten
opgesteld. Daarnaast dient het college tenminste één keer per jaar verantwoording af te leggen aan de raad, over de uitga
ven en de daarmee behaalde resultaten.
raadgever
Verder beschikt elke gemeente verplicht over een rekenkamer of rekenkamercommissie, die tot taak heeft zelfstandig en
onafhankelijk onderzoek te doen naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het gemeentelijke beleid.
Uiteindelijk beslist de rekenkamer of rekenkamercommissie zelf of zij het onderzoek wil uitvoeren.
VertegenwoordigenRaadsleden hebben de taak om inwoners te vertegenwoordigen. Het is een taak die in de loop der jaren verandering heeft
ondergaan, onder meer doordat de taken en verantwoordelijkheden van het lokaal bestuur zijn toegenomen. In het ver
lengde daarvan verandert ook de relatie tussen de steeds mondiger en beter opgeleide burgers en het gemeentebestuur.
Verwachtingen van burgers over de kwaliteit van de gemeentelijke organisatie nemen toe, waardoor zij kritischer zijn op de
geleverde prestaties en daartegen zullen ageren. Bovendien worden burgers steeds mobieler en neemt daarmee hun binding
met één specifieke gemeente af. Voor raadsleden betekent het, dat zij goed bereikbaar moeten zijn voor burgers en steeds
bereid moeten zijn het gesprek met hen aan te gaan. Ook de lokale media weten raadsleden goed te vinden. Naast burgers
zijn er vele lokale instellingen, organisaties en verenigingen die graag in gesprek willen met de raad.
Voor het uitvoeren van zijn rollen heeft de raad diverse wettelijke instrumenten:
Budgetrecht
» Indienen van moties en amendementen
» Recht van amendement
» Initiatiefrecht
» Recht van interpellatie
» Vragenrecht
» Inlichtingenplicht van het college
» Recht van onderzoek
BudgetrechtHet budgetrecht is de bevoegdheid van de raad om financiële middelen beschikbaar te stellen. Via raadsbesluiten machtigt de
raad het college om uitgaven te doen en inkomsten te verwerven. Het budgetrecht is een belangrijk instrument om politieke
invloed uit te oefenen. De raad kan bijvoorbeeld sturen, door meer of minder geld aan een bepaald doel toe te wijzen.
Artikel 189 van de Gemeentewet kent het budgetrecht toe aan de raad en draagt de raad op om erop toe te zien dat de
begroting in evenwicht is of dat dit evenwicht de eerstvolgende jaren wordt gerealiseerd. Om het budgetrecht te kunnen
uitoefenen moet het college een ontwerpbegroting aan de raad aanbieden (artikel 190). De begroting wordt door de raad
vastgesteld (artikel 191) en kan tot uiterlijk het eind van het desbetreffende begrotingsjaar door de raad worden gewijzigd
(artikel 192).
Via de financiële verordening kunnen raad en college aanvullende afspraken maken over de invulling van het budgetrecht
van de raad.
InitiatiefrechtMet het recht van initiatief kunnen raadsleden eigen voorstellen voor nieuw beleid of aanpassing van een verordening
indienen. Een initiatiefvoorstel is een vorm van actieve kaderstelling. Elk raadslid kan zelf een initiatiefvoorstel indienen bij de
raad en zo een opdracht aan het college geven (bijvoorbeeld voor nieuw beleid of wijziging van een verordening), mits een
meerderheid van de raad dit steunt.
Recht van amendementVia het indienen van een amendement kan een raadslid tijdens een vergadering wijzigingen voorstellen op een voorgesteld
besluit. Een amendement kan schriftelijk worden ingediend bij de voorzitter van de raad, zolang de beraadslagingen nog
niet zijn afgesloten. Op een amendement kan ook weer een wijzigingsvoorstel worden ingediend, een zogenoemd subamen
dement. Als een meerderheid van de raad het (sub)amendement steunt, wordt het oorspronkelijk voorgestelde raadsbesluit
gewijzigd vastgesteld.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten raadgever
Indienen van motiesEen motie is een korte verklaring over een onderwerp, waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken, zonder
dat daaraan rechtsgevolgen zijn verbonden. Aan de motie kan de initiatiefnemer desgewenst een oproep toevoegen aan het
college of de raad om tot actie over te gaan. Ieder raadslid kan tijdens een raadsvergadering een schriftelijke motie indienen
bij de voorzitter van de raad. Als een meerderheid van de gemeenteraad voor de motie stemt, is deze 'aanvaard'.
Recht van interpellatieMet het recht van interpellatie kan een raadslid een verzoek indienen om het college te bevragen over een onderwerp dat
niet op de agenda staat, bijvoorbeeld om een essentieel actueel politiek punt aan de orde te stellen en daarover een col
legelid te bevragen. Elk individueel raadslid kan verzoeken om een interpellatie, maar de raad als geheel bepaalt of hij de
interpellatie toestaat. De raad moet nadere regels stellen over de uitwerking; de meeste gemeenten stellen die nadere regels
in het reglement van orde voor de raadsvergaderingen.
VragenrechtDe raad heeft het recht om aan het college mondelinge of schriftelijke vragen te stellen, voor zover het de eigen bevoegd
heden van het college betreft. De raad bepaalt zelf hoe het vragenrecht verder wordt uitgewerkt en kan afspraken daarover
vastleggen in het reglement van orde.
Inlichtingenplicht van het collegeDe raad heeft het recht om meer achtergrondinformatie over een onderwerp op te vragen bij het college. Het college moet
niet alleen inlichtingen verstrekken op verzoek van een raadslid (passieve informatieplicht), maar ook uit zichzelf moet het
college alle inlichtingen verstrekken die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (actieve informatieplicht). Raad
en college moeten samen concreet invulling geven aan de inlichtingenplicht en besluiten op welke manier zij de informatie
voorziening aanpakken.
Recht van onderzoekOp voorstel van één of meerdere raadsleden kan de raad een onderzoek naar het door het college gevoerde beleid instellen.
Dat kan op verschillende manieren: door een extern bureau, een onafhankelijke commissie of via een raadsonderzoek.
Bij het instellen van een raadsonderzoek is een meerderheid van de raad vereist. Uit eigen gelederen stelt de raad een onder
zoekscommissie samen met een voorzitter en een vicevoorzitter. Vervolgens worden er hoorzittingen georganiseerd, waar de
commissie getuigen en specialisten in het openbaar verhoort. Zonodig gebeurt dat onder ede. Ook worden betrokkenen en
specialisten opgeroepen schriftelijk te reageren. Op basis van een eindverslag met de uitkomsten van het onderzoek, beslist
de raad wat de consequenties van het onderzoek zijn.
Het raadsonderzoek is een 'zwaar' instrument, vanwege de arbeidsintensiteit, de consequenties voor de betrokkenen en de
mogelijke politieke gevolgen. Verder zal een raadsonderzoek niet in alle gevallen tot een verheldering van de feiten kunnen
leiden, bijvoorbeeld als er derden bij zijn betrokken. Deze zijn niet verplicht om mee te werken aan een raadsonderzoek. Het
is dus raadzaam om niet te snel gebruik te maken van het recht van onderzoek en eerst andere alternatieven te bekijken.
Meer informatie» De wondere wereld van de gemeentefinanciën
www.vng.nl/files/vng/20140313-de-wondere-wereld-van-gemeentefinancien.pdf
» www.vng.nl/gemeentewet
» www.vng.nl/modelreglement-ordevoorraad-en-modelverordening-op-raadscommissies
Deze raadgever is onderdeel van een reeks VNG-raadgevers over uiteenlopende onderwerpen. U vindt alle raadgevers op www.vng.nl/raadsleden. Op deze pagina staat nog meer informatie speciaal voor raadsleden.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten raadgever