Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In...

25
Jaargang 5 | nummer 2 | December 2016 Het optimaliseren van de hydratiestatus bij hemodialysepatiënte Wat heeft onze nieuwe voorzitter RvB met wetenschappelijk onderzoek? BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie

Transcript of Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In...

Page 1: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

Jaargang 5 | nummer 2 | December 2016

Het optimaliseren van de hydratiestatus bijhemodialysepatiënte

Wat heeft onze nieuwe voorzitter RvB metwetenschappelijk onderzoek?

BMI en uitkomsten van endometrium- enovariumkanker patiënten

In dit magazine o.a.:

RijnstateResearch & Innovatie

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:27 Pagina 1

Page 2: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

Rijnstate is een topklinische ziekenhuisorgan-isatie met locaties in Arnhem, Zevenaar, Velpen Arnhem-Zuid. Onze kwalitatief hoogwaardi-ge en veilige ziekenhuiszorg is altijd dichtbijvoor alle inwoners van de regio Arnhem,Rheden en De Liemers. Rijnstate is met circa5.500 medewerkers de grootste werkgever vande regio Arnhem.

Over Rijnstate Research & InnovatieRijnstate Research & Innovatie wordt uitgegeven inopdracht van het dagelijks bestuur van de CentraleWetenschapscommissie van Rijnstate en wordt kos-tenneutraal geproduceerd. Het magazine berichtover actuele onderzoeksresultaten en achtergron-den van medisch-wetenschappelijk onderzoek vanzorgprofessionals in en/of gelieerd aan Rijnstate.Tevens biedt het inzicht in de ontwikkelingen dieverdere professionalisering van wetenschap eninnovatie bevorderen. Rijnstate Research &Innovatie verschijnt twee keer per jaar in een opla-ge van 2000 exemplaren. Rijnstate Research &Innovatie is ook op de website van het ziekenhuiste vinden.

Wilt u het magazine liever niet per post ontvangen?Neem dan contact op met [email protected].

© Niets uit dit magazine mag openbaar gemaakt worden, opwelke wijze dan ook, zonder voorafgaande, schriftelijke toe-stemming van de redactie.

De redactie van Rijnstate Research & Innovatie stelt zich nietverantwoordelijk voor de vakinhoudelijke informatie in ditmagazine. Bij ingezonden stukken behoudt de redactie zichhet recht voor om, zonder opgaaf van redenen, artikelen in tekorten dan wel te weigeren. Ingezonden artikelen zondernaam worden niet geplaatst.

ColofonAls manager Innovatie & Strategische Projecten magik de aftrap voor het tweede nummer van RijnstateResearch & Innovatie van 2016 geven. Met het positi-oneren van innovatie in een strategische stafafdelingis innovatie nu ook organisatorisch beter verankerdbinnen onze organisatie. Daarmee worden de ambi-ties van Rijnstate op het gebied van Research enInnovatie mede onderschreven.Onlangs is een enquête uitgezet waarin gevraagd isnaar uw mening over RR&I. In de rubriek ’klein en fijn’kunt u de resultaten lezen. Onder andere is aangege-ven dat de lay-out wat luchtiger en toegankelijkermocht. Dit hebben we geprobeerd meteen in dezeuitgave te realiseren. In dit nummer hebben we weer een diversiteit aanonderwerpen. Onze voorzitter van de Raad van Bestuur, Wim van Harten, is bevraagd op zijnbetrokkenheid bij wetenschappelijk onderzoek en welke kansen hij met dit onderzoek zietvoor Rijnstate. In de rubriek Werving voor baanbrekend onderzoek maakt u kennis met de wijze waarop hetRijnstate Vriendenfonds kan helpen om aanvulling op reguliere budgetten te krijgen bij weten-schappelijk onderzoek.Esther Pallast, kwaliteitsadviseur, doet verslag van de bevindingen van het inspectiebezoek(IGZ) op het WMO-plichtige onderzoek en geeft aan tot welke verbeteracties dit bezoek heeftgeleid. Tot slot vertellen Henk van Leeuwen en Hans de Boer welke onderzoeken zij starten vanuit hetpromotiefonds.

Met deze en meer uiteenlopende onderwerpen hopen we u weer een goed overzicht te kunnenbieden van wat binnen Rijnstate loopt. Hebt u een project dat aandacht verdiend? Aarzel danniet en neem contact op met een van de leden van de redactie.

Door drs. Mieke Zemmelink, managerInnovatie & Strategische Projecten

Inhoudsopgave

Rijnstate Research & Innovatie 3

NieuwsInnovatie Platform Rijnstate....................................................................................................................................5Wetenschap en innovatie symposium 2016 .............................................................................................................5Planning bijeenkomsten wetenschap 2017..............................................................................................................7De redactie van RR&I is op zoek naar redactieleden..................................................................................................7Promoties ................................................................................................................................................................9

Out of the box InnovatieHet optimaliseren van de hydratiestatus bij hemodialysepatiënten.......................................................................12

Klein en fijnEnquête Rijnstate Research & Innovatie: ga zo door!..............................................................................................15

Werving voor baanbrekend onderzoek Van Stelvio for life tot Rijnstate Rally.....................................................................................................................16

Artikel promovendusBMI en uitkomsten van endometrium en ovarium kanker patiënten .....................................................................19

Uit het leven van een promovendusUit het leven van een promovendus .......................................................................................................................21

ArtikelWetenschappelijk onderzoek & Wim van Harten ....................................................................................................22

Kwaliteit medisch wetenschappelijk onderzoekIGZ Inspectie WMO-plichtig onderzoek Rijnstate....................................................................................................24

Trending TopicEndometriose.........................................................................................................................................................25

OnderzoekPromotiefonds Rijnstate en Radboudumc kent eerste twee promotieplaatsen toe!................................................26Noradrenaline en sepsis geïnduceerde immunoparalyse: tijd voor een nieuwe vasopressor?.................................26Verbetering vochtbalans meting tijdens hemodialyse met behulp van bio-impedantie .........................................27

Wetenschappelijk onderzoek vanaf april 2016 .......................................................................................................28

Publicaties Rijnstate vanaf april 2016 ....................................................................................................................31

HoofdredactieAnnemiek NapMarc RinkesMarcel HovensMieke Zemmelink

EindredactieSuzanne ComelloNienke Faber

RedactieLian RooversJeroen van WaardeWendy te Woerd

FotografieMultiplusMascha Bakker, Divers

RedactieadresRijnstate,Wetenschapsbureau intern postnummer 1974Postbus 95556800 TA ArnhemE-mail: [email protected]

RealisatieMultiplus DrachtenPostbus 7139200 AS DrachtenTelefoon: 0512-541707

Commerciële redactieen advertentiesMonica ManhaveJessica M. Jager-Ferwerda

Grafische vormgevingMaurice de Jong

DrukwerkScholma Druk, Bedum

Verspreiding Multiplus Drachten

ISSN 2468-0036

Voorwoord

Pro

d. o

kt20

16 N

L/IN

C/0

006/

16Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:22 Pagina 3

Page 3: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

Dinsdag 20 september kwamen diverse mensen in het Leerhuis bijeenom zich te laten inspireren op het gebied van innovatie. KatarinaKemeter trapte de bijeenkomst af met de eerste resultaten van haaronderzoek naar de benodigde vaardigheden van teamleden die geza-menlijk vanuit verschillende (in- en externe) stakeholders innovatie-projecten opzetten en uitvoeren. Dit onderzoek is gebaseerd op inno-vatieprojecten die in het Rijnstate spelen. Begin 2017 zal zij haar offi-ciële onderzoeksresultaten delen. Als tweede gaven Marc Koster enAlinda Blauw ons meer inzicht in de nieuwe manier van denken rond-om bouwprojecten, waarbij stakeholders meer en eerder betrokkenworden en er meer samenwerking en flexibiliteit is. Dit leidt tot korte-re doorlooptijden en meer focus, draagvlak en kwaliteit. Voorbeeldenvanuit Rijnstate zijn vernieuwbouw van de IC en de poliklinieken in

Zevenaar. De avond werd afgesloten door Maaike de Ridder die vertel-de over digitale voorlichting op maat aan patiënten, met als doel datde patiënt en zijn naasten de juiste en begrijpelijke informatie krijgtop het juiste moment, met het juiste digitale hulpmiddel. Er is geko-zen voor de Behandelpad app in combinatie met het Patiëntenportaal.Vitalys gebruikt deze app al om voorlichting te geven rondom bariatri-sche ingrepen. Waarschijnlijk zal de app binnenkort ook uitrollen opandere afdelingen. Ben je benieuwd geworden naar bovenstaandeinnovaties? Alle IPR presentaties zijn te vinden op de intranetpaginavan het kenniscentrum, onder ‘Rijnstate Innoveert’.

https://www.rijnstatenet.nl/web/Leren-wetenschap-kennis/Rijnstate-innoveert/Innovatie-Platform-Rijnstate.htm

Nieuws

Innovatie Platform Rijnstate

Wetenschap en innovatie symposium 2016

Rijnstate Research & Innovatie 5

Op het 6e Rijnstate Wetenschaps- en innovatiesymposium, die op 23juni plaatsvond, heeft neuroloog Jeannette Hofmeijer de prijs voor hetartikel van het jaar gewonnen.

Deze prijs (€ 1500,-) is beschikbaar gesteld door het RijnstateVriendenfonds. Jeannette Hofmeijer heeft, samen met o.a. FrankBosch, onderzoek gedaan naar het voorspellen van de uitkomst vaneen coma door vroege EEG-meting.

Innovaties in de zorgDit jaar stond het symposium in het teken van samenwerking ominnovaties in de zorg te bevorderen.

Professor Maarten IJzerman, decaan Health & Biomedical technologyvan de faculteit Science and Technology van deUniversiteit Twente, opende dit deel van het sym-posium waarin hij zijn visie gaf op de meerwaar-de van samenwerking voor een ziekenhuis alsRijnstate met de Universiteit van Twente.

Pitch door startende bedrijvenInteressant was ook de bijdrage van drie starten-de bedrijven die in een pitch over hun innovatievoor de zorg vertelden:

• André Elands van E-nose vertelde over zijn innovatie om aan dehand van geuren bepaalde (ernstige) ziekten in een vroeg stadiumte constateren.

• Victor Donker van Medacc ontwikkelt een apparaat/hulpmiddelom echo’s te maken. Door het echo-apparaat op een bepaaldeplaats op het lichaam te fixeren met behulp van speciale bandenkan er ook gekeken worden naar spieren in actie. Bovendien heeftde echografist of specialist zo de handen vrij. Zijn innovatie werdenthousiast door de zaal ontvangen. Er was een aantal artsen dieheel graag morgen al hiermee aan de slag zou willen.

• De derde pitch werd gegeven door I-Clusion. Hierbij ging het nietom een innovatief product maar om een proces. Hierbij gaat hetom het anders, samen organiseren van wetenschappelijk onder-zoek zodat er efficiënter, meer en sneller onderzoek gedaan kanworden.

De aanwezigen in de zaal werden door Kees Schöller, BusinessDeveloper, uitgedaagd om met een andere blik te kijken naar de inno-vaties die door drie start-ups werden gepitched. ‘Wat je met zo’n groepwilt bereiken is in ieder geval dat ze in de benen komen en ervaren dathun mening en ervaring telt. Wat als je echt invloed kunt uitoefenen?Wat als je de smaak te pakken krijgt en innovaties mee kunt helpenvormen en verder brengen? En start-ups hechten grote waarde aanfeedback van professionals uit de medische wereld.’

Voor deze aanpak is gekozen om zorgprofessionals wat idee bij tebrengen hoe zij grip op eigen idee ontwikkeling en/of innovaties vanbuiten kunnen krijgen. Marc Rinkes, manager Wetenschap, Kennis en Innovatie bij Rijnstatebenoemt de uitdagingen voor medisch specialisten als het gaat om

innovaties. ‘Men wil graag meedoen en nieuweideeën uitwerken. Maar hoe doe je dat? Hoemaak je keuzes waar je wel en waar je geen ener-gie in gaat steken als medisch specialist en alsorganisatie? Waar is er alleen sprake van leukeeerste indruk en waar heeft iets ook echt nut? Indie zoektocht hebben we denk ik iets van eenbegaanbare weg zichtbaar gemaakt tijdens deinnovatiesessie.’

Jeannette Hofmeijer en Frank Bosch

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:22 Pagina 5

Page 4: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

Nieuws

Rijnstate Research & Innovatie 7

BijeenkomstCWC vergaderingCWC vergaderingCWC vergaderingCWC vergadering

Rijnstate Research RoundsRijnstate Research RoundsRijnstate Research RoundsWetenschaps- en Innovatiesymposium

Innovatie Platform RijnstateInnovatie Platform RijnstateInnovatie Platform RijnstateInnovatie Platform RijnstateInnovatie Platform Rijnstate

Datum6 februari 201712 juni 20179 oktober 20174 december 2017

30 maart 201714 september 20172 november 20176 juli 2017

17 januari 201711 april 201727 juni 20173 oktober 201728 november 2017

Tijd16.45-18.0016.45-18.0016.45-18.0016.45-18.00

12.30-13.3012.30-13.3012,30-13.3017.00-19.30

17.00-18.3017.00-18.3017.00-18.3017.00-18.3017.00-18.30

Planning bijeenkomsten wetenschap 2017

Op 15 september presenteerde Jeannette Hofmeijer de vorderingenbinnen het onderzoek naar coma na een harstilstand. Dit onderzoekkent een patiëntgebonden deel, waarbij de afdeling Neurologie /Klinische Neurofysiologie nauw samenwerkt met de Intensive Care.Hierbij is vastgesteld dat metingen van hersenactiviteit met het EEG inde eerste dagen na de hartstilstand nauwkeurige informatie gevenover de ernst van de hersenschade en de prognose. Daarbij moet nietalleen worden gekeken naar de mate van stoornis van hersenfunctie,maar tevens naar de snelheid van verbetering. Als die verbetering inde eerste 24 uur onvoldoende is, is de prognose ten aanzien van her-stel van het bewustzijn infaust. Bij voldoende verbetering binnen 12uur, is de neurologische prognose heel goed.

Tevens wordt basaal onderzoek verricht in samenwerking met deonderzoeksgroep Klinische Neurofysiologie aan de Universiteit

Twente. In een zelf ontwikkeld in vitro model, bestaande uit gekweek-te hersencellen op een chip met elektroden, worden metingengedaan. Hiermee is aangetoond dat een gestoorde signaaloverdracht(‘communicatie’) tussen zenuwcellen een belangrijke rol speelt bij her-senschade door zuurstoftekort na een hartstilstand. Ook is aange-toond dat een gestoorde communicatie gedurende langer dan 24 uurleidt tot definitieve beschadigingen van zenuwcellen: de zenuwcellenworden dan doof voor elkaar en verschrompelen. Zulke definitievebeschadiging kan worden voorkomen door kunstmatige prikkels(elektrisch of chemisch) aan de zenuwcellen toe te dienen. Dit is eenpotentieel effectieve, nieuwe behandeling voor coma na een hartstil-stand, die haaks staat op de huidige behandeling met slaapmiddelen.De behandeling zal verder worden onderzocht in fase 1 en 2 klinischetrials.

Rijnstate Research Rounds 15 september

Ben je geïnteresseerd in het mede vormgeven van Rijnstate Research& Innovatie? Meld je aan via [email protected]: benaderen van mensen om een bijdrage te

schrijven, zelf bijdragen schrijven, redigeren van bijdragen.Tijdsinvestering: twee keer per jaar ongeveer 3 uur.

De redactie van RR&I is op zoek naar redactieleden

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:22 Pagina 7

Page 5: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

Facing antimicrobial resistance in gastrointestinal bacteria

Robert-Jan Hassing28 september 2016

Bacteriële gastro-intestinaleinfecties zijn wereldwijd eenveel voorkomend probleem. Demeest voorkomende bacterie-soorten die deze infecties ver-oorzaken zijn Campylobacter,Salmonella, Shigella en Yersiniasoorten. Dit zijn allen Gram-negatieve bacteriën die beho-ren tot de familie van deEnterobacteriaceae. Binnendeze bacteriesoorten nemen detyfeuze Salmonella soorten, diehet ziektebeeld buiktyfus ver-oorzaken, een bijzondere plekin. Naast het bestuderen vanantibioticaresistentie mechanis-

men, wordt in dit proefschrift ook gekeken naar risicofactoren voor hetkrijgen van gastro-intestinale infecties en antibioticaresistentie.De belangrijkste conclusies van dit proefschrift zijn dat bij gebruikersvan maagzuurremmers het risico op bacteriële gastro-enteritis signifi-cant verhoogd is ten opzichte van vergelijkbare mensen die geenmaagzuurremmers gebruiken. Dit risico blijkt echter een stuk minderverhoogd te zijn dan gedacht op basis van eerdere studies. Verder wordt in een systematische review gezien dat het percentagedragerschap in de darm van multiresistente Enterobacteriaceae, zoalsEscherichia coli bij net teruggekeerde reizigers ernstig verhoogd is. Verschillende antibioticaresistentie mechanismen worden geanaly-seerd bij tyfeuze Salmonella bacteriën geïsoleerd bij reizigers, waarbijdieper wordt ingegaan op ciprofloxacine en azitromycine resistentie enfarmacokinetiek. Tenslotte wordt er een methode ontwikkeld om doormiddel van massaspectrometrie op een snelle en nauwkeurige manierantibiotica resistentie bij Salmonella te detecteren. Vanwege de vele facetten die invloed hebben op antibiotica resistentieis het belangrijk om laboratorium, klinisch en epidemiologisch onder-zoek te combineren om antibiotica resistentie te bestrijden.

Over de promovendusRobert-Jan Hassing (1980) studeerde geneeskunde aan de ErasmusUniversiteit Rotterdam. Van 2007 tot 2013 volgde hij zijn opleiding totinternist-infectioloog in het Erasmus MC en in het Havenziekenhuis inRotterdam. In 2013 en 2014 was hij werkzaam als promovendus bij deafdeling Epidemiologie van het Erasmus MC (geregistreerd als klinischepidemioloog sinds 2015), als inspecteur farmacovigilantie bij deInspectie voor de Gezondheidszorg en verrichtte hij klinische werk-zaamheden als internist-infectioloog bij het Erasmus MC. Sinds januari2015 is hij werkzaam als internist-infectioloog in Rijnstate. Zijn belang-rijkste aandachtsgebieden zijn tropische ziekten, reizigersadvisering(Travel Clinic Velp), antibiotica resistentie, HIV en afweerstoornissen.

Rijnstate Research & Innovatie 9

Promoties

Nieuws

Azole Resistance in Aspergillus – Epidemiology and SurveillanceResistentieproblemen bij Aspergillus (promotie)

Jan van der Linden16 september 2016Aspergillus is een schimmel waarvan de sporen wijdverspreid voorko-men in onze omgeving. De schimmel kan onder andere ernstige long-ontstekingen en ontstekingen in de hersenen veroorzaken. Uit recente-lijk onderzoek kwam naar voren dat een percentage van rond de 6%van deze schimmels niet meer gevoelig is voor de gangbare therapiemet azolen.

Van der Linden onderzocht in alle Nederlandse universitaire ziekenhui-zen de omvang van deze resistentie-ontwikkeling. Resistentie blijkt eengroter probleem dan in eerste instantie werd gedacht. Van der Lindenkeek tevens naar 22 buitenlandse ziekenhuizen en concludeert dat deresistentieproblemen wereldwijd voorkomen. Het is dus de vraag of degangbare therapie voor aspergillus-infecties nog lang toepasbaar is.

Van der Linden onderzocht tevens mogelijke oorzaken voor het ont-staan van resistentie. De opkomst van resistentie moet volgens Van derLinden meer aandacht krijgen en onderzocht worden, voordat we dezeernstige infecties niet meer goed kunnen behandelen. Hierbij is inputvanuit diverse sectoren vereist, waarbij de geneesmiddelenindustrie,het Ministerie van Landbouw en Milieu, clinici en onderzoekers de han-den ineen moeten slaan om verdere verspreiding en schade te voorko-men.

Over de promovendusJan van der Linden studeerde geneeskunde in Nijmegen en behaaldezijn artsexamen in 2008. In 2016 voltooide hij de opleiding tot kinder-arts in het Radboudumc en Rijnstate. De opleiding tot kinderarts com-bineerde hij met zijn promotieonderzoek op de afdelingenKindergeneeskunde en Medische Microbiologie van het Radboudumc.Op dit moment is hij werkzaam als kinderarts op de afdeling kinderon-cologie van het Amalia Kinderziekenhuis van het Radboudumc.

9868

02.0

11/E

xp01

1120

16

0:04

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:22 Pagina 9

Page 6: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

The diagnostic value of MR Arthrography assessment, in patientswith traumatic anterior shoulder instability

Susan van Grinsven25 mei 2016

In de dagelijkse klinische praktijkvalt de diagnostische waarde vanMRA na schouderluxatie tegen.Radiologen en orthopaeden ver-schillen frequent van mening tenaanzien van de aanwezigheid vaninstabiliteitsgerelateerd letsel opMRA en na de stabiliserendeschouderoperatie komen debevindingen van de orthopaedniet altijd overeen met de MRAbeoordeling van de radioloog.Susan van Grinsven onderzochtde mogelijkheden om de dia-gnostische waarde van MRA in dedagelijkse klinische praktijk teoptimaliseren en zo de patiëntse-

lectie te verbeteren, suboptimale behandelbeslissingen te voorkomenen de patiëntenzorg te verbeteren. Zij stelde vast dat het ervaringsni-veau van de radioloog van invloed is op de diagnostische waarde vanMRA en adviseert radiologen een ervaren collega om advies te vragenbij moeilijk te beoordelen schouderletsel op MRA. Haar onderzoek weesverder uit dat persoonlijke terugkoppeling (van de operatiebevindin-gen aan de radioloog) en het bediscussiëren van de gevonden verschil-len (tussen de radiologische MRA beoordeling en het operatieresultaatvan de orthopaed) de diagnostische waarde van MRA, bij patiënten mettraumatische anteriore schouderinstabiliteit, sterk verbetert.

Over de promovendusSusan van Grinsven studeerde fysiotherapie aan de FontysParamedische Hogeschool in Eindhoven en klinische epidemiologie aande Universiteit van Amsterdam. Bovenstaand onderzoek voerde zij uitop de afdelingen Radiologie en Orthopaedie van Rijnstate onder super-visie van prof. dr. A. van Kampen van het RadboudUMC. Susan vanGrinsven werkt als klinisch epidemioloog in Rijnstate.

Intravesical Strategies for Non-Muscle Invasive Bladder Cancer: A new Approach

Tom Arends17 juni 2016

Blaaskanker is de meest voorkomende tumor in de urinewegen. Doorde hoge kans op recidieven is frequente controle noodzakelijk. Ditbrengt hoge kosten voor de gezondheidszorg met zich mee. Daarnaastis het standaard medicijn (BCG) om recidieven te voorkomen moeilijkleverbaar. In dit proefschrift is onderzoek gedaan naar nieuwe medicij-nen om recidieven van oppervlakkige blaastumoren tegen te gaan. Metname de ‘chemohyperthermie’ waarbij chemospoelingen worden ver-warmd alvorens deze worden gespoeld in de blaas, lijkt betere resulta-ten te geven en is veel makkelijker leverbaar dan de gouden standaard.

Rijnstate Research & Innovatie 11

Promoties

Nieuws

Susan van Grinsven

The diagnostic value ofMR Arthrography assessment,

in patients with traumatic anterior shoulder instability

osniag dehT

f oeula vcitos

osniag dehT

f oeula vcitos

Dit geeft ruimte in de behandelmoge-lijkheden tegen oppervlakkige blaas-tumoren en biedt mogelijkheden ombij persisterende tekorten van BCGeen alternatieve behandeling aan tebieden aan de patiënt.

Over de promovendusTom Arends werkt als AIOS chirurgie inhet Rijnstate Ziekenhuis. Aldaar door-loopt hij zijn tweejarige vooropleidingalvorens hij zal starten met zijn urolo-gische specialisatie in het Radboud.

Shared decision making about treatment for stage I non-small celllung cancerDe visie van longkankerpatiënten en artsen op ‘gedeeldebesluitvorming’ bij behandeling

Wendy Hopmans6 april 2016

Wendy Hopmans promoveerde ophaar onderzoek naar 'gedeeldebesluitvorming' bij de behandelingvan stadium I niet-kleincellig longkan-ker. Uit haar onderzoek blijkt dat dehuidige online informatie tekortschiet voor een goede besluitvormingbij de keuze tussen twee soortenbehandelingen (een operatie ofbestralen). Hopmans onderzocht de visie vanpatiënt en arts. Patiënten hebben inhet algemeen een voorkeur om mee

te beslissen met de arts, maar hebben niet altijd behoefte aan een actie-ve rol en ze vinden de leidende rol van de arts ook van belang. Dit wordtbeïnvloed door de informatie die op dit moment beschikbaar is voor depatiënt. Daarnaast blijkt dat artsen de voorkeur van de patiënt niet sterkmeewegen. Artsen en longkankerpatiënten zien wel een rol voor patiëntenpartici-patie bij behandelingsbeslissingen, maar deze rol hangt mede af vanandere factoren zoals goede informatie. Om 'gedeelde besluitvorming'een belangrijker onderdeel te maken van de klinische praktijk, moet ernog veel gebeuren. Hopmans ontwikkelde in een vervolgonderzoek na haar promotieon-derzoek samen met een team van experts een website met een keuze-hulp die zowel door patiënten als zorgverleners gebruikt kan worden:www.keuzehulp-longkanker.nl.

Over de promovendusOp dit moment is Wendy Hopmans projectleider kwaliteit bij A.R.T.Z.,het samenwerkingsverband tussen Rijnstate, Ziekenhuis Gelderse Valleien Slingeland Ziekenhuis. In deze functie richt zij zich met name op ver-schillende kwaliteitsprojecten- en aspecten die van belang zijn voor hetoptimaliseren van een goede kwaliteit van zorg binnen dit samenwer-kingsverband. Hierbij kun je denken aan het ontwikkelen van een kwa-liteitsdashboard voor A.R.T.Z., maar ook het inrichten van MDO`s, hetstarten van tumorwerkgroepen, patiënten voorlichting op maat, etc.

Intravesical Strategies for

Non-Muscle Invasive Bladder

Cancer: A New Approach

Tom J.H. Arends

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:22 Pagina 11

Page 7: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

Momenteel worden in Nederland zo’n 6500 patiënten behandeldmet hemodialyse. Een accurate beoordeling van de hydratiesta-tus is essentieel voor het bereiken van een optimale vochtbalansen voor het bepalen van de hoeveelheid vocht die tijdens de dial-ysebehandeling aan het lichaam moet worden onttrokken.Patiënten bij wie na de dialysebehandeling te veel water in hetlichaam achterblijft kunnen kortademig worden en hypertensiekrijgen. Anderzijds kunnen ze flauwvallen door hypotensie wan-neer er teveel vocht wordt onttrokken. Daarnaast verhoogt sub-optimale hydratie de cardiovasculaire risico’s bij deze patiënten.

Op dit moment wordt de hoeveelheid vocht in het lichaam geschat opbasis van het actuele gewicht van de patiënt. Dit gewicht wordt verge-leken met het streefgewicht van de patiënt: het gewicht waarbij ergeen klinische aanwijzingen zijn voor over- of ondervulling. Dezeschatting heeft een beperkte nauwkeurigheid omdat het gewicht vaneen persoon varieert over de tijd. Deze variatie wordt niet alleen ver-oorzaakt door het vasthouden van vocht, maar ook door voeding,opslag van vet en verandering van spiermassa. Dat maakt het ergmoeilijk om het streefgewicht van de patiënt nauwkeurig te bepalen.Het streefgewicht is daarom een subjectieve en indirecte maat die vandokter tot dokter verschilt.

Bio-elektrische impedantie-analyseIn de jaren 70 van de vorige eeuw werd bio-elektrische impedantie-analyse (BIA) ontwikkeld als een snelle en eenvoudige methode om dehydratiestatus te beoordelen. Het is gebaseerd op het principe dat deelektrische weerstand van een persoon, gemeten met behulp vantwee elektrodes op de hand en twee op de voet, omgekeerd is gerela-teerd aan de vullingstoestand (Figuur 1)[3]. De techniek is in het verle-den al succesvol toegepast bij gezonde controles, maar is nooit suc-cesvol gebleken bij dialysepatiënten. Dat komt doordat bij de conven-tionele BIA-methodes lichaamswatervolumes worden berekend opbasis van formules waarin bepaalde aannames worden gedaan dieniet juist zijn bij dialysepatiënten. Zo wordt bijvoorbeeld aangenomendat de verhouding tussen intracellulair water (ICW) en extracellulairwater (ECW) altijd gelijk is. Deze aanname is niet valide bij dialysepa-tiënten omdat bij ultrafiltratie altijd als eerste water wordt onttrokkenuit het ECW-compartiment.

Innovatieve aspecten bij bio-elektrische impedantie-analyse Tijdens haar afstudeeronderzoek van de studie TechnischeGeneeskunde heeft Jantine Schotman samen met Hans de Boer (inter-nist) een vernieuwde BIA methode ontwikkeld waarmee de hydratie-status van de patiënt toch vrij nauwkeurig kan worden vastgesteld.Hierbij wordt geen gebruik van de conventionele BIA-formules met

Out of the box Innovatie

Het optimaliseren van de hydratiestatus bijhemodialysepatiënten

12 Rijnstate Research & Innovatie

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:22 Pagina 12

Page 8: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

onzekere aannames, maar alleen van de ruwe data. De hydratiestatuswordt dan ook niet langer uitgedrukt in volumes (liters), maar inOhms. Door de gemeten weerstand van een dialysepatiënt te vergelij-ken met de weerstand van gezonde controles kan de hydratiestatusvan de patiënt vastgesteld. Deze methode wordt nog nauwkeurigerdoor de gemeten weerstand te corrigeren voor individuele verschillenin lichaamssamenstelling. De elektrische stroom die we gebruikenwordt voornamelijk geleid door spiermassa in de extremiteiten. Delengte en de diameter van de spierbundel is bij iedereen verschillenden heeft invloed op de weerstandswaarde die wordt gemeten.Daarom corrigeren we de gemeten weerstand voor de lengte van depersoon en de hoeveelheid spiermassa in de bovenarm.

In een observationele studie werd de elektrische weerstand gemetenbij 144 gezonde controles en bij 74 hemodialysepatiënten voor en nade dialyse (waarbij de hoeveelheid vocht die werd afgevoerd werdbepaald op basis van het streefgewicht). Uit deze BIA-metingen bleekdat de hydratiestatus bij 31% van de hemodialysepatiënten vóór en bij40% van de patiënten na de dialyse niet in orde was. Daarnaast isgebleken dat bij nagenoeg alle patiënten een zeer sterk lineair ver-band bestaat tussen de gemeten weerstand en het ultrafiltratie volu-me met een R² hoog in de 90% (Figuur 2). Dit maakt het mogelijk ommet grote nauwkeurigheid te voorspellen hoe de weerstand gaat ver-anderen tijdens de dialyse en hoeveel vocht moet worden onttrokkenom de gewenste weerstandsverandering te krijgen en dus de hydra-tiestatus van de patiënt te normaliseren.

PromotieonderzoekDankzij het Radboud-Rijnstate promotiefonds krijgt Jantine de moge-lijkheid de klinische waarde van deze nieuwe methode verder teonderzoeken. In de eerste fase zal worden onderzocht of het haalbaaris om de hydratiestatus van hemodialysepatiënten te normaliserenmet behulp van BIA. Daarna zal worden gekeken of dit, op de langeretermijn, leidt tot afname van cardiovasculaire complicaties door over-en ondervulling, afname van antihypertensiva en een betere kwaliteitvan leven.

Rijnstate Research & Innovatie 13

Door Jantine Scholman MSc, onderzoeker Interne Geneeskunde

Figuur 1: Bio-elektrische impedantie analyse.

Figuur 2: Er bestaat een zeer sterk lineair verband tussen de gemeten tota-le lichaamsweerstand (TBER) en het volume dat tijdens dialyse aan hetlichaam wordt onttrokken (UF volume).

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:22 Pagina 13

Page 9: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

Rijnstate Research & Innovatie 15

Door Nienke Faber, secretaresse Wetenschapsbureau

De voor u liggende uitgave sluit alweer de vijfde jaargang vanRijnstate Research & innovatie af. De eerste uitgave was in sep-tember 2012 onder de naam Rijnstate Research, zoals het maga-zine de eerste drie jaargangen heette. Het werd destijds met veelenthousiasme ontvangen. Dit jaar vindt de redactie het tijd om tekijken of en in welke vorm het magazine kan voortgaan, zij isbenieuwd naar de mate van waardering en ontvangt graag sug-gesties voor wijzigingen. Hiertoe is in april een enquête naar delezers in Rijnstate gezonden.

Van de lezers in Rijnstate hebben ongeveer10% (123 van 1291) de 8vragen van de enquête ingevuld.

DoelstellingenUit de vraag welke doelstellingen volgens deze lezers het meest wor-den gehaald blijkt dat het kennisnemen van het onderzoek en deinnovaties die in Rijnstate worden uitgevoerd hier het hoogste scoortmet 80%.Daar tegenover staat dat ongeveer de helft van de respondentenvindt dat het informeren over ondersteuning aan onderzoek en inno-vatie en ontwikkelingen ter bevordering van verdere professionalise-ren van wetenschap en innovatie niet voldoende aandacht krijgt.

Interesse voor lopend onderzoekDe respondenten hebben de meeste interesse in het lopend onder-zoek, zo blijkt uit de vraag naar de voorkeur van de onderwerpen inhet magazine. De lezers doelen dan met name op het onderzoek inhet eigen vakgebied. Verpleegkundig onderzoek wordt hierbij meer-dere keren genoemd. Ook is er interesse voor innovaties en funding. Op de vraag welke rubriek het eerst gelezen wordt is divers geant-woord, er is geen voorkeur aan te geven.

Bron van inspiratie!Is de geboden informatie inspirerend? Op deze vraag geeft 62% vande geënquêteerden een positief antwoord. 20% geeft aan niet geïn-spireerd te worden, 19% antwoord anders en maakt diverse opmer-kingen zoals: soms wat te zakelijk; teksten te lang; veel informatie bui-ten eigen vakgebied. De lay out is als goed tot zeer goed (72%) beoordeeld, als neutraaldoor 23% van de respondenten: niet goed, niet slecht.

We gaan zo doorHeeft u nog suggesties? Nee, en ga zo door! Dat was het merendeelvan de reacties. Enkele suggesties werden gegeven, zoals kortere ver-halen, ander lettertype, verdieping digitaal, bredere onderwerpen,patiënt aan het woord. Het cijfer dat de respondenten geven aan Rijnstate Research &Innovatie is een 7 en hoger (83%). Deze positieve uitslag van de enquête geeft de redactie aanleiding omhet magazine voort te zetten, maar ook om de opmerkingen en sug-gesties te verkennen en verbeteringen in te voeren. Het magazineblijft aangeboden op papier en is op intranet en op de website vanRijnstate te lezen, daarnaast ook op de website van de uitgeverwww.multiplus-medisch.nl.

Klein en fijn

Enquête Rijnstate Research & Innovatie:ga zo door!

Wetenschappelijk MagazineJaargang 3 | nummer 1 | Mei 2014

Therapietrouw bij patiënten met MS

Emotionele herinneringenveranderen of uitwissen

Kindergezondheid coachenover de lijnen heen

In dit magazine o.a.:

RijnstateResearch

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:23 Pagina 15

Page 10: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

Rijnstate doet mee aan onderzoek naar individuele behandelingvan kanker. Dat betekent voor de toekomst dat patiënten metkanker een behandelplan ‘op maat’ kunnen krijgen en niet meerblootgesteld worden aan mogelijk onnodige bijwerkingen vaneen algemene behandeling. Dit onderzoek doen we door ons aante sluiten bij het CPCT (Center for Personalized Cancer Treatment).Om bij te kunnen dragen aan het CPCT en om de kosten in huis tekunnen financieren hebben we een flink bedrag nodig (€ 85.000in 3 jaar), dat niet uit de reguliere budgetten kan worden gefi-nancierd. Het Rijnstate Vriendenfonds helpt op verschillendemanieren om dit bedrag bij elkaar te krijgen.

CPCT: Onderzoek naar individuele behandeling van kanker We weten tegenwoordig veel meer over hoe kanker werkt, maar nogniet hoe we kanker het beste kunnen behandelen. We kiezen in demeeste gevallen nog steeds voor een behandeling die voor de mees-te mensen met dezelfde vorm van kanker werkt en niet is afgestemdop de individuele patiënt. Het Center for Personalized CancerTreatment (CPCT) probeert hier verandering in te brengen. Met eennieuwe techniek (Next Generation DNA Sequencing) kunnen ze nu inéén keer alle belangrijke fouten in het DNA van de tumor (het profiel)bepalen. Met behulp van de nieuwste DNA-analysetechnieken kun-nen we hierdoor straks patiënten met uitgezaaide kanker de bestegepersonaliseerde behandeling geven. Binnen Rijnstate wordt hetonderzoek geleid door internist Theo van Voorthuizen en researchver-pleegkundige Saskia Brouwer. ‘Begin september hebben we de eerstepatiënt voor dit onderzoek geïncludeerd en zijn de eerste bioptenafgenomen,’ vertelt Saskia trots. ‘Hartstikke mooi dat nu een heel teammedewerkers van Rijnstate gemotiveerd is om ook op de werkvloereen bijdrage aan deze studie te leveren en dat we door de verschillen-de wervingsactiviteiten ook de financiering rond krijgen.’ ‘Dit is eenheel mooi landelijk samenwerkingsverband dat ongelooflijk veel dataoplevert,’ vult Theo aan. ‘Een initiatief dat ook in het buitenland metgrote interesse wordt gevolgd!’

Werving ten behoeve van het onderzoekDe afdeling fondsenwerving/Rijnstate Vriendenfonds en hetOncologisch Centrum hebben in nauwe samenwerking een aantalactiviteiten opgezet om middelen te werven voor het onderzoek.Marina van Gelder, zorgmanager Oncologisch Centrum: ‘Samen kijkenwe naar verschillende manieren van werving, die primair natuurlijkeen mooi bedrag opleveren, maar daarnaast bij voorkeur ook bijdra-gen aan de zichtbaarheid van het onderzoek en het oncologisch cen-trum.’

• Crowdfunding via website VriendenfondsDe eerste stap die we hebben gezet was het opzetten van een crowd-fundingpagina op de website van het Rijnstate Vriendenfonds(www.rijnstatevriendenfonds.nl/cpct). Hier kunnen zowel particulie-ren als bedrijven direct via iDeal doneren. Bovendien is de paginagoed in te zetten als etalage voor het project. Naast directe bijdragenaan het project, hangt er ook al een flink aantal actiepagina’s aan vanparticulieren die een actie hebben opgezet ten behoeve van hetonderzoek. Zowel de projectpagina als de actiepagina’s zijn makkelijkte delen via social media als Twitter, Facebook en LinkedIn.

• Deelname aan Stelvio for LifeVolgend op de crowdfunding hebben we aansluiting gezocht bij hetevent ‘Stelvio for life’. Op 27 augustus deed een team van 19 collega’svan Rijnstate hieraan mee. Zij beklommen de Stelvio bergpas hardlo-pend, fietsend of wandelend, om zo geld in te zamelen voor hetonderzoek. Het was de bedoeling dat iedere deelnemer hiervoorgemiddeld 1.533 euro aan sponsorgeld ophaalde. Een totaalbedragvan € 29.127,00 dus, dat we ruimschoots hebben gehaald!

Werving voor baanbrekend onderzoek

Van Stelvio for life tot Rijnstate Rally

16 Rijnstate Research & Innovatie

Caroline de Mooij, analist MIL endeelnemer Stelvio for Life: ‘Nadatmijn moeder was uitbehandeldvoor borstkanker, heeft ze deelge-nomen aan een aantal behande-lingen in testfase. Ze dacht: ‘Helpthet mij niet, dan helpt het moge-lijk iemand anders in de toe-komst’. Door mee te doen aan deStelvio for Life kan ik het doorzet-tingsvermogen, optimisme, debehulpzaamheid en gedachtenvan mijn moeder in ere houden.’

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:23 Pagina 16

Page 11: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

• Wijnactie met Robbers & Van den HoogenSamen met wijnhuis Robbers & Van den Hoogen zijn we een wijnactiegestart t.b.v. het onderzoek. Robbers & Van den Hoogen heeft een

heerlijke witte en rode wijn geselecteerden deze voorzien van speciale Rijnstateetiketten. De wijn kost € 45,00 per doos-je van 6 flessen. € 22,50 hiervan komt tengoede aan het onderzoek. Een flink aan-tal deelnemers van het Rijnstate Stelvioteam heeft hiermee een deel van hetsponsorbedrag binnengehaald. De wijnis overigens nog steeds te koop. Kijkvoor meer informatie of om direct tebestellen op www.rijnstatevrienden-fonds.nl/wijnactie

• Rijnstate RallyOp 25 september vond de eerste Rijnstate Rally plaats. De opbrengstwas bestemd voor oncologisch onderzoek binnen Rijnstate, waaron-der het CPCT-onderzoek. De Rijnstate Rally werd georganiseerd door

Poulissen Classics. Er deden19 equipes mee; voor eeneerste keer een heel mooiaantal. Het was een zeergeslaagde dag, met eenmooie opbrengst voor hetonderzoek. Volgend jaarwillen we het aantalequipes natuurlijk minimaalverdubbelen!

• Spinningmarathon januari 2017: wie doet er mee?In het weekend van 28 en 29 januari 2017 wordt een grote spinning-marathon georganiseerd in de Concertzaal van Oosterbeek. Er zijn

twee goede doelen geselec-teerd: het RijnstateVriendenfonds, voor het CPCT-onderzoek, en sport voor men-sen die leven op het bestaans-minimum. Het belooft weereen groots event te worden!Inschrijven kan nog: maakminimaal 35,- euro over oprekeningnummer NL36 INGB0753 1808 98 t.n.v. M Hengeveld o.v.v. deelname op zaterdagavond 28of zondagmiddag 29 januari. Op dat moment is je inschrijving defini-tief en je fiets gereserveerd! Naast het inschrijfgeld vragen we je omzelf sponsorgeld bij elkaar te brengen, zodat er een mooi bedrag naarbeide goede doelen kan!

Mooi resultaat, maar nog zeker niet klaar!Bij het ter perse gaan van dit artikel was de opbrengst van alle inspan-ningen bijna € 36.000. Het succes van werving op deze manier valt ofstaat met de betrokkenheid van de afdeling/het projectteam zelf. Deinzet vanuit het Oncologisch Centrum en ook vanuit andere afdelin-gen bij de verschillende activiteiten die we hebben ontwikkeld, heeftabsoluut een grote bijdrage geleverd aan het resultaat van dit jaar. Almet al liggen we mooi op koers, maar we zijn er nog niet! Ook in 2017zullen we weer de nodige activiteiten opzetten om een mooieopbrengst te genereren. Bijdragen blijven van harte welkom opwww.rijnstatevriendenfonds.nl/CPCT en ook ideeën voor activiteitenof te benaderen sponsoren zijn welkom.

Meer [email protected] – 088 005 6621. Internet: www.rijnstatevriendenfonds.nlRijnstateNet: www.RijnstateNet.nl/vriendenfonds

Rijnstate Research & Innovatie 17

Door drs. Annette Visser, manager fondsenwerving/Rijnstate Vriendenfonds

Hans Smit, longartsRijnstate en deelnemerStelvio for life: ‘Ik deedmee voor meer gerichtetherapie aan de juistemensen, om te voorko-men dat de patiënt wordtblootgesteld aan moge-lijk onnodige bijwerkin-gen van een algemenebehandeling. Waaromnou juist de Stelvio?Omdat ik hem persoonlijkzo mooi vind.’

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:23 Pagina 17

Page 12: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

Endometrium- en ovariumkanker zijn momenteel de meestvoorkomende gynaecologische kankers in Europa en zijn beidengeassocieerd met obesitas (BMI ≥ 30 kg/m²) en treffen jaarlijksmeer dan 15.500 vrouwen in het Verenigd Koninkrijk. In dit proef-schrift is de invloed van Body Mass Index (BMI) op de behandelingen kwaliteit van leven van patiënten met endometrium- en ovari-umkanker onderzocht.

EndometriumkankerChirurgie is een belangrijke pijler van de behandeling van endometri-umkanker. Uit dit proefschrift bleek dat de operatieduur bij open buik-operaties gemiddeld langer is bij vrouwen met een BMI ≥ 30 kg/m²dan vrouwen met BMI < 30 kg/m². Bovendien wordt bij de eerstge-noemde groep vaker een minimaal invasieve benadering (kijkopera-tie) omgezet naar een open buik operatie. Een andere belangrijke uit-komst van de studie is dat vrouwen met een BMI ≥ 30 kg/m² een hogerrisico hebben op postoperatieve complicaties in vergelijking metvrouwen met een normaal gewicht of overgewicht (BMI ≤ 30 kg/m²).Dit verschil is met name uitgesproken onder vrouwen die een openbuikoperatie ondergaan, waarbij obesitas geassocieerd is met meerwondcomplicaties en antibioticagebruik. Vrouwen met extreme obe-sitas (BMI ≥ 40 kg/m²) lopen hierbij het grootste risico.

Radiotherapie als onderdeel van de behandelingRadiotherapie is een belangrijk onderdeel van de adjuvante behande-ling van endometriumkanker. Deze wordt in de vorm van uitwendigetherapie, inwendige/vaginale therapie of een combinatie hiervangegeven. Uit onze retrospectieve studie bleek dat obesitas niet vaninvloed is op de incidentie van complicaties ten gevolge van radiothe-rapie, in tegenstelling tot de resultaten van sommige andere studies. In dit proefschrift wordt aangetoond dat een hogere BMI een nadeligeffect heeft op de kwaliteit van leven in de vorm van een verminderdfysiek functioneren, sociaal functioneren en rolfunctioneren (dagelijk-se bezigheden). Deze domeinen verslechteren significant verder naar-mate de BMI verder stijgt (BMI ≥ 40 kg/m²).

OvariumkankerChirurgie neemt ook een centrale plaats in bij de behandeling vanovariumkanker. In dit proefschrift wordt aangetoonddat obesitas geen nadelige invloed heeft op het beha-len van complete debulking, al kan het de moeilijk-heidsgraad van de operatie verhogen. Obese patiëntenhebben wel een verhoogd risico op wondcomplicatiesen een langere opnameduur in vergelijking tot patiën-ten met een BMI ≤ 30 kg/m². Andere belangrijke uit-komsten zoals de 30-dagenmortaliteit worden nietnegatief beïnvloed door obesitas. Het effect van overgewicht op de kwaliteit van levenvan patiënten met ovariumkanker heeft tot dusverweinig aandacht gekregen. Door middel van twee stu-dies hebben wij geconcludeerd dat obese patiëntenmet ovariumkanker een slechtere kwaliteit van levenervaren, met onder andere een verminderd fysiek,

cognitief, sociaal functioneren, meer vermoeidheid en een slechterlichaamsbeeld. Daarbij identificeren wij sedentair gedrag (verminder-de lichaamsbeweging) als een onafhankelijke risicofactor voor ver-minderde kwaliteit van leven naast BMI.

Effect van leefstijlinterventiesTot slot presenteert dit proefschrift een literatuuronderzoek over heteffect van leefstijlinterventies ter verbetering van de kwaliteit vanleven van patiënten met endometrium- en ovariumkanker. Hieruitbleek dat leefstijlinterventies de potentie hebben om verschillendeaspecten van kwaliteit van leven te verbeteren, waaronder fysiek func-tioneren, zelfeffectiviteit en slaapstoornissen. Daarbij leiden interven-

ties bestaande uit een combinatie van beweging endieet tot significant gewichtsverlies en toegenomenlichaamsbeweging. Verdere bewijsvoering voor heteffect van leefstijlinterventies bij deze patiënten isechter noodzakelijk. Daarom hebben wij een studie-protocol ontwikkeld voor een geïndividualiseerdbewegingsprogramma onder supervisie van eenpersonal trainer dat gepresenteerd wordt in hetproefschrift. De pilotstudie loopt momenteel in hetRoyal Cornwall Hospital Trust in het VerenigdKoninkrijk, en zal mogelijk als basis fungeren vooreen groter gerandomiseerd onderzoek.

Artikel promovendus

Rijnstate Research & Innovatie 19

Door dr. Anke Smits, anios Gynaecologie

BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:23 Pagina 19

Page 13: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

Mijn naam is Charlotte Michels, ik ben 25 jaar en afgestudeerd inBiomedische Wetenschappen aan de Radboud Universiteit. Per 1december 2015 ben ik gestart als promovenda bij Rijnstate inverband met de RACE studie (RAdical Cystectomy Evaluation).Mijn leven als promovenda staat in het teken van deze studie,hierbij een inkijk in dit onderzoek.

Voor blaaskankerpatiënten met een indicatie voor een radicale cystec-tomie is open chirurgie (ORC) volgens de European Association ofUrology (EAU) richtlijnen de standaard operatietechniek. Robot-geas-sisteerde chirurgie (RARC) wordt in Nederland steeds vaker toegepast,omdat het mogelijk leidt tot minder bloedverlies, een kortere opera-tietijd en minder complicaties. De (kosten-)effectiviteit van RARC t.o.v.ORC is tot op heden echter nooit goed onderzocht. Het hoofddoel vanRACE is om de (kosten-)effectiviteit van RARC met ORC te vergelijken.RACE betreft een multicenter prospectieve vergelijkende studie, waar-aan meer dan twintig verschillende Nederlandse centra en 338 blaas-kankerpatiënten zullen participeren. Drs. Wijburg (uroloog Rijnstate) kwam in contact met prof. dr. Roversvan het Radboudumc. In samenwerking is de RACE studie ontworpen,waarvoor financiering werd gevonden bij ZonMw. Rijnstate en hetRadboudumc voeren in samenwerking deze studie uit. Een aantaldagen per week werk ik bij het Wetenschapsbureau (Rijnstate) en deandere dagen bij Evidence Based Surgery (Radboudumc).

RACE projectteam Verschillende experts zijn betrokken bij de organisatie en uitvoeringvan RACE. Het projectteam is multidisciplinair samengesteld met des-kundigen uit Rijnstate (drs. Wijburg, projectleider), het Radboudumc(prof. dr. Rovers (eerste promotor), prof. dr. Witjes (tweede promotor),dr. Grutters (co-promotor) en dr. Calsbeek) en Jeroen Bosch ziekenhuis(dr. Oddens). Daarnaast zijn ook vertegenwoordigers van de patiën-tenvereniging (dhr. Helder en voorzitter mw. Bracht) nauw betrokken.Maandelijks vindt overleg plaats om de ontwikkelingen en voortgangte bespreken. Deze multidisciplinaire setting is zeer waardevol.

Patiëntenvereniging Leven met Blaas- of NierkankerMet de patiëntenvereniging is een intensieve verbinding ingesteld. Eris onder meer een mailadres geactiveerd ([email protected]), waar patiënten vragen kunnen voorleggen aan erva-ringsdeskundigen. Gedurende het onderzoek heb ik telefonisch con-tact met patiënten, de bereidheid van patiënten is essentieel voor hetslagen van de studie. Op zaterdag 5 november 2016 wordt deLandelijke Contactdag georganiseerd, dit biedt ons de kans om dande studie te presenteren.

RACE activiteiten Voor de organisatie en uitvoeringvan RACE ben ik betrokken bij ver-schillende activiteiten, hetgeen ditproject een interessante en afwisse-lende uitdaging maakt. Alle centraworden bezocht voordat deelnamegerealiseerd kan worden. Tijdens ditoverleg met urologen blijkt hoe weoptimale ondersteuning kunnenbieden bij de implementatie van destudie. Mijn reisbewegingen gaan van Groningen tot Heerlen; per-soonlijk contact met urologen en verpleegkundigen biedt absoluutmeerwaarde. Deelnemers krijgen kwaliteit van leven (QoL) vragenlijsten op vijfmeetmomenten: vóór de operatie, 1, 3, 6 en 12 maanden na de opera-tie. Daarnaast leggen we maandelijks een zorggebruik vragenlijstvoor. Urologen worden verzocht om klinische gegevens te registreren.Tijdens RACE zal ik optreden als datamanager om de datacollectie tevolgen (via eCRF Research Manager).

Toekomst Uiteindelijk zullen effecten op onder andere complicaties wordenberekend als gemiddeld verschil tussen de groepen (met 95% BI).Klinische effecten, QoL (conform intention to treat) en incrementelekosteneffectiviteitsratio's zullen worden geëvalueerd, en een budget-impactanalyse wordt uitgevoerd. Voor verschillende doeleinden zal ikde komende tijd aanvullende cursussen volgen, hiermee hoop ik mijnkennis te verbreden omtrent o.a. budget-impact en propensity scoremethods. Momenteel werk ik aan een artikel met als doel de kosteneffectiviteitte bepalen, op basis van beschikbare literatuur. Het model is gereeden de laatste analyses worden nu voltooid. Naast de LandelijkeContactdag, staan presentaties gepland tijdens regionale refereer-avonden. Voor ons goede gelegenheden om RACE onder de aandachtte brengen.

Hopelijk kunnen de studieresultaten bijdragen aan de ontwikkelingvan evidence-based richtlijnen, en kunnen we de uitkomsten delen tij-dens congressen en publiceren in wetenschappelijke tijdschriften. Totzover een korte inkijk in de RACE studie. Voor mij is het een mooie uit-daging om met deze studie bezig te kunnen en mogen zijn in eeninspirerend team.

Uit het leven van een promovendus

Rijnstate Research & Innovatie 21

Door Charlotte Michels, MSc, onderzoeker

Uit het leven van een promovendus

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:23 Pagina 21

Page 14: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

Wim van Harten is sinds december 2015 voorzitter van de Raadvan Bestuur van Rijnstate. Naast zijn functie als bestuurder, is hijhoogleraar aan de Universiteit van Twente op het gebied vankwaliteitsmanagement en zorgtechnologie en begeleidt hijenkele postdocs en een aantal promovendi. Wat heeft onzenieuwe voorzitter met wetenschappelijk onderzoek? En hoe ziethij de rol van onderzoek binnen Rijnstate?

‘Ik ben vrij laat met onderzoeksactiviteiten gestart, nadat ik als tropen-arts en hoofd medische dienst van een zorgverzekeraar heb gewerkt.In 1997 promoveerde ik op kwaliteitsmanagement en in 2001 werd ik,in Twente, tot hoogleraar benoemd, ‘ vertelt Wim. ‘Mijn onderzoeksac-tiviteiten zijn altijd nevenactiviteiten geweest, gekoppeld aan een vande instellingen waar ik werkte: het revalidatiecentrum Roessingh inEnschede en het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam.’

In het AVL (formeel binnen het Nederlands Kanker Instituut, hetresearch onderdeel) heeft Wim in de loop der jaren –op basis van com-petitieve subsidie verwerving- een onderzoeksgroep opgebouwd diezich richt op drie thema’s: procesverbetering door middel van operati-ons management en operations research, procesverbetering in dechronische zorg door de inzet van ehealth en Health care TechnologyAssessment. ‘Ik ben graag actief betrokken bij onderzoek,’ aldus Wimvan Harten. ‘Omdat ik ervan overtuigd ben dat door nieuwe technolo-gie te implementeren we kunnen bijdragen aan het beter functione-ren van het zorgsysteem en de gezondheid van patiënten.’

Onderzoek naar efficiëntere en effectievere zorgIn de veranderende zorgmarkt is het steeds meer van belang om zorg-processen zo patiëntgericht en efficiënt mogelijk in te richten. Wim: ‘Erworden met regelmaat grote bedragen door organisaties besteed aande optimalisatie van zorgprocessen, maar er is nog weinig weten-schappelijk bewijs verzameld op dit gebied. Ik vind het belangrijk datwe een evidence base krijgen voor deze ontwikkelingen.’ Wim begeleidt op dit moment een promovendus die de optimalisatievan het gebruik van radiotherapie infrastructuur onderzoekt; hier isinmiddels ook de Radiotherapiegroep bij betrokken. Ook is hij project-leider van een Europees benchmarkingsproject dat oncologischezorgpaden in ziekenhuizen met elkaar vergelijkt.

Ehealth in de chronische zorgIn de afgelopen vijf jaar heeft Wim het ACARE2-project mede bege-leid. Met dit project wordt empowerment van kankerpatiënten gerea-liseerd door de inzet van ehealth. In dit project is een interactiefpatiëntenportaal ontwikkeld. Dit portaal biedt niet alleen toegang totpatiëntgegevens, informatie over de behandeling van de patiënt en

Interview

De onderzoekambities van onze nieuwe voorzitter Raad van Bestuur

Wat heeft onze nieuwe voorzitter met wetenschappelijk onderzoek?

Prof. Dr. Wim van Harten

22 Rijnstate Research & Innovatie

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:23 Pagina 22

Page 15: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

zijn aandoening, maar biedt ook ruimte voor telemonitoring en hetinvullen van vragenlijsten en PROMS op zodanige wijze dat dit directvoor de specialist zichtbaar wordt zodra de patiënt dit op de siteinvult. Op basis van deze vragenlijsten krijgt de patiënt automatischgegenereerde feedback, bijvoorbeeld ten aanzien van een gezondeleefstijl. Met een KWF subsidie wordt als vervolg een zogeheten ‘blen-ded care’ interventie in een gecontroleerd onderzoek uitgetest diekankerpatiënten stimuleert tot bewegen. Wim licht toe: ‘Het doel isevidence based interventies te ontwikkelen die overlevende kanker-patiënten helpen een goede kwaliteit van leven terug te krijgen. Ikverwacht dat Rijnstate ook aan dit onderzoek kan gaan deelnemen.’

Health care technology assessmentBij technology assesment wordt in de gezondheidszorg al gauwgedacht aan analyses van kosteneffectiviteit, die vooral bij de intro-ductie van nieuwe geneesmiddelen worden gebruikt. Wim: ‘Het ont-wikkelen van nieuwe behandelmethoden duurt vaak wel tien tot twin-tig jaar en de uitkomsten zijn vaak onzeker. Dat komt omdat aan destart van de ontwikkeling nog niet bekend is hoe het exact kan wor-den toegepast, bij welke indicaties en hoe het in de praktijk geïmple-menteerd kan worden. Het is de kunst de research en developmentagenda van het translationele onderzoek zodanig te beïnvloeden datde kans op succesvolle implementatie zo groot mogelijk is. Er zijnimmers enorme bedragen mee gemoeid! Hierbij zijn niet alleen deanalyses van de kosteneffectiviteit van belang, maar ook analyses vanscenario’s, van impact op het budget en waardering van researchmo-dellen. ‘

In dit kader heeft Wim diverse onderzoeken begeleid bij de ontwikke-ling van markers die bij de behandeling bij borstkanker gebruikt kun-nen worden, zoals voor hoge doses chemotherapie en bij de toepas-sing van de 70-genen micro array test (Mammaprint). Ook heeft hijrecent een scenario studie gepubliceerd die gebaseerd is op demeningen van verschillende experts ten aanzien van de toekomst vanDNA sequencing in Nederland. Momenteel begeleidt hij onderzoekenmet betrekking tot technology assessment van revalidatietechnologieen programma’s op het gebied van hoofd-halskanker en laryngecto-mie, de kosteneffectiviteit van de Da Vinci robot bij prostaatoperatiesen de kosteneffectiviteit van de operatie van beeldgestuurde behan-deling bij colorectaal carcinoom.

Hij heeft onlangs subsidie gekregen voor een onderzoek naar depatent systematiek bij nieuwe geneesmiddelen en). Hiermee wil hijalternatieven ontwikkelen voor de huidige situatie waarin patentenaan de farmaceutische industrie worden verkocht en langjarige mono-polies met extreem hoge prijzen bestaan. Tenslotte ontving hij recent

geld voor een HTA project bij vroegdiagnostiek en afwachtend beleidbij DCIS (een vorm van borstkanker die als minder kwaadaardig wordtbeschouwd.

Wetenschappelijk onderzoek in RijnstateWim: ‘Natuurlijk speelt veel van dit onderzoek zich nu nog buitenRijnstate af, maar ik zou graag zien dat een aantal van dit soort onder-zoeken ook in Rijnstate gaat plaatsvinden. Daarnaast start ik graagnieuwe onderzoeken vanuit Rijnstate in samenwerking met bijvoor-beeld de Universiteit Twente.’ In ieder geval heeft de Raad van Bestuur van Rijnstate besloten eengroter en vast deel van de omzet aan research en development tebesteden. Rijnstate is in gesprek met verschillende wetenschappelijkeinstituten in haar omgeving, zoals de Universiteit van Twente, deRadboud Universiteit en de Universiteit van Wageningen. Wim besluit:‘Om onze landelijk erkende expertisegebieden te behouden is aanslui-ting bij- en toegang tot – innovatieve research en development nood-zakelijk!’

Rijnstate Research & Innovatie 23

Door drs. Maaike de Ridder, manager Concernstaf

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:23 Pagina 23

Page 16: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

24 Rijnstate Research & Innovatie

Op 7 juli j.l. is de afdeling Chirurgie bezocht door de Inspectievoor de Gezondheidszorg (IGZ) voor een eendaagse inspectie ophet WMO-plichtige onderzoek.

Rijnstate was daarmee de vierde in rij van in totaal tien STZ-ziekenhui-zen die dit jaar door de IGZ geïnspecteerd worden. De focus van hetinspectiebezoek lag op het eigen geïnitieerde WMO-plichtige onder-zoek. De afdeling chirurgie heeft met 15 eigen geïnitieerde WMO-plichtige onderzoeken verreweg het grootste aantal van dergelijkeonderzoeken in Rijnstate, hetgeen de keuze van de IGZ voor dezeafdeling verklaart. Tijdens het bezoek heeft de IGZ gesprekken gevoerd met de Raad vanBestuur en het Wetenschapsbureau, alsmede met het managementvan de afdeling chirurgie over de organisatie van klinisch onderzoek inRijnstate en op de afdeling Chirurgie in het bijzonder. In de middagvolgde een inspectie van de documenten van drie studies vanChirurgie.

Bevindingen IGZIGZ was positief over het feit dat Rijnstate op basis van een eersteinterne audit – in de vorm van een schriftelijke assessment - in hetvoorjaar van 2016 zelf al de nodige verbeterpunten had geformuleerdten aanzien van organisatie en uitvoer van klinisch onderzoek.Bovendien bleek dat de onderzoekers van de geïnspecteerde studiesmet de aandachtspunten uit de schriftelijke assessment aan de slagwaren gegaan. Ook positief was het feit dat alle onderzoek in Rijnstategemeld en bijgehouden wordt in Study Management en dat in hetgoedkeuringstraject aandacht wordt besteed aan het vastleggen vanafspraken, zowel extern (middels tri-partite contracten) als intern(middels schriftelijke (prijs)afspraken). Een aantal zaken bleek (nog) niet op orde: de eendaagse inspectieheeft geleid tot een rapport met een 13-tal bevindingen. Een belang-rijke algemene bevinding was het punt dat de taakverdeling tussenRaad van Bestuur en de onderzoeker in geval van eigen geïnitieerdWMO-plichtig onderzoek nog niet duidelijk belegd is. Enkele anderebelangrijke bevindingen waren o.a. het feit dat er niet altijd onafhan-kelijke monitoring van het onderzoek plaatsvindt, een datamanage-mentplan wordt gemaakt en/of gebruik gemaakt wordt van een geva-lideerde database. Verder was de investigator site file niet altijd com-pleet en/of de delegation log niet volledig ingevuld bij de start vanhet onderzoek. Ook vindt de IGZ het van belang dat onderzoekers dieuitvoerende taken hebben GCP geschoold zijn en dat er verplichtstandard operating procedures (SOP’s) gebruikt worden. Veel van dezebevindingen van de inspectie komen overeen met de bevindingen uitde interne audit.

Plan van aanpak Rijnstate Als reactie op het rapport is medio september een verbeterplan inge-diend bij de IGZ. Dit plan is in gezamenlijkheid opgesteld met debetrokken onderzoekers en de Centrale Wetenschapscommissie inafstemming met het Strategisch Beraad. In het plan staan zowel een

aantal correctieve acties voor ziekenhuis en onderzoekers als een aan-tal preventieve acties, ofwel nieuwe verplichtingen voor met name heteigen geïnitieerd WMO-plichtig onderzoek. Veel van deze nieuwe ver-plichtingen komen overeen met de aanbevelingen die medio 2016ook al opgesteld werden naar aanleiding van de interne audit. Via eenbrief zijn alle onderzoekers die dit aangaat eind september hiervan opde hoogte gesteld.

Nieuwe verplichtingenVoor het eigen geïnitieerd WMO-plichtig onderzoek gelden de vol-gende nieuwe verplichtingen. Per direct is het gebruik van de STZStandard Operating Procedures (SOP’s) en het gebruik van een gevali-deerde database (voor nieuw onderzoek) verplicht. Met ingang vanjanuari 2017 is het opstellen van een datamanagementplan verplichten met ingang van april 2017 het onafhankelijk laten monitoren vande studie. Deze laatste twee verplichtingen gaan wat later in omdat ditin huis nog het een en ander aan voorbereiding vraagt.

Voor al het WMO-plichtig onderzoek geldt daarnaast per direct denieuwe verplichting dat ook de uitvoerende onderzoekers een GCPtraining hebben gevolgd. Deze eis gold al langer voor de lokale hoofd-onderzoeker maar geldt nu ook voor de lokale uitvoerend onderzoe-ker. Onder de uitvoerend onderzoeker wordt verstaan een academischgeschoold persoon, dus bijvoorbeeld medisch specialist, arts (niet) inopleiding en/of biomedisch wetenschapper, die in de praktijk de ver-antwoordelijkheid heeft voor de uitvoer van het onderzoek.

Belang van kwaliteit van onderzoekMet deze aanpassingen in het kwaliteitsbeleid van wetenschappelijkonderzoek hopen we de opzet en uitvoer van wetenschappelijkonderzoek zodanig te professionaliseren dat de kwaliteit daarvan toe-neemt. Middels de invoering van een cyclische interne audit beogenwe dit kwaliteitsniveau te behouden dan wel daar waar nodig verderte optimaliseren. Het uitvoeren van onderzoek volgens de geldendemaatstaven is immers zowel in het belang van de patiënt als vanRijnstate. Een hoge kwaliteit van onderzoek helpt om onze weten-schappelijke output op peil te houden en ook in de toekomst een inte-ressante partner te blijven voor externe partijen.

Kwaliteit medisch wetenschappelijk onderzoekDoor drs. Esther Pallast, kwaliteitsadviseur

IGZ Inspectie WMO-plichtig onderzoek Rijnstate

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:23 Pagina 24

Page 17: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

AanleidingVeel patiënten met endometriose zijn op zoek naar alternatievebehandelmethodes, waaronder voeding, om hun klachten te vermin-deren. In boeken, tijdschriften en op social media is het een veelbesproken item. Verschillende diëten, voornamelijk gebaseerd op per-soonlijke ervaring, worden beschreven waarbij het gegeven adviesgaat over voedingsmiddelen die mogelijk invloed hebben op de hor-moonhuishouding, de inflammatie, de activatie van het immuunsys-teem, het lichaam ontgiften en een genezende werking hebben.Verschillende voedingsmiddelen zoals (gedroogd) fruit, groente,noten en zaden zouden een positief effect hebben, terwijl productenzoals granen, gluten, koffie, rood vlees, vis, zuivel, suiker en soja beterniet gebruikt zouden kunnen worden. Echter zijn deze adviezen nietwetenschappelijk bewezen.

Dit was aanleiding om een literatuuronderzoek uit te voeren waarbijhet doel was om meer inzicht te krijgen in voedingsmiddelen diemogelijk invloed hebben op pijn, vruchtbaarheid, grootte van de lae-sies en kwaliteit van leven bij patiënten met endometriose.

MethodeVoor het onderzoek is gezocht in PubMed (periode februari 1965-oktober 2015) waarbij de zoektermen omgezet zijn in MeSH terms enEntry-terms. Alleen Engelstalige en Nederlandstalige artikelen diebetrekking hebben op de pijn, vruchtbaarheid, grootte van de laesiesen kwaliteit van leven, bij vrouwen met de diagnose endometriose,zijn geïncludeerd. Zowel in vitro als dierstudies zijn meegenomen inhet onderzoek. Studies waarbij medicijnen getest werden zijn uitge-sloten. Uiteindelijk bleven 37 artikelen over. Deze artikelen zijn volle-dig gelezen en beoordeeld met behulp van het Mcmaster formulierom de kwaliteit van de artikelen te kunnen beoordelen.

Resultaten/discussieDe voedingsmiddelen vitamine D, visolie, antioxidanten, soja en glu-ten worden beschreven in de artikelen. Uit de studies die beschrevenworden komt naar voren dat vitamine D mogelijk een positieveinvloed heeft op de grootte van de laesies. Ook visolie zou mogelijkeen gunstig effect op de grootte van de laesies kunnen hebben, even-als op het onderdrukken van ontstekingsreacties. Antioxidanten zou-den mogelijk een gunstig effect hebben op de pijn en ook op degrootte van de laesies. Over gluten is slechts een enkel artikel gevon-den. Hierin wordt beschreven dat het weglaten van gluten uit de voe-ding mogelijk een positief effect zou hebben. Soja zou mogelijk eennegatief effect hebben op endometriose gezien de phyto oestroge-nen, maar ook hierover zijn slechts twee artikelen gevonden.

Bovengenoemde resultaten zijn gebaseerd op studies met een relatiefkleine onderzoekspopulatie, uitgevoerd in verschillende culturen/lan-den met ieder andere voedingsgewoonten. Tevens worden voor eendeel dierstudies gebruikt. De resultaten hiervan zijn niet direct te ver-talen naar de mens. Daarbij worden er geen concrete adviezen gege-ven over de hoeveelheden die je moet gebruiken voor een positiefeffect.

Conclusie/aanbevelingenKijkend naar de resultaten is er op dit moment geen wetenschappelij-ke onderbouwing voor een dieet dat de klachten bij endometriosekan verminderen. Mogelijk zijn er wel enkele voedingsstoffen die eenpositieve invloed kunnen hebben op het verminderen van de klach-ten. Vervolgonderzoek is daarbij noodzakelijk.Tevens is het individuele advies van een diëtist van belang voor eenvolwaardige voeding op de lange termijn, met name gericht op hetvoorkomen van mogelijke deficiënties bij het weglaten van voedings-middelen.

In Rijnstate is een multidisciplinair team dat endometriose behandelten er naar streeft zorg op maat te bieden in de behandeling van endo-metriose. Diëtisten zijn onderdeel van dit team.

Trending Topic

Rijnstate Research & Innovatie 25

Door Petra Vink en Annemarie Kruitwagen, dietisten

Endometriose

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:23 Pagina 25

Page 18: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

Septische shock is een ernstige vorm van sepsis (bloedvergiftiging)waarbij er sprake is van orgaanfalen en een gevaarlijk lage bloeddruk.Dit wordt veroorzaakt door een ontregelde reactie van het immuun-systeem op een infectie. Patiënten moeten worden behandeld op deintensive care en vaak zijn bloeddrukverhogende medicijnen (vasop-ressoren) nodig. Recent is duidelijk geworden dat een onderdruktimmuunsysteem (immuunparalyse) een belangrijke rol speelt in depathosfysiologie van sepsis. Deze immuunparalyse heeft tot gevolgdat een patiënt vatbaarder is voor volgende (secundaire) infecties eneen verhoogde kans heeft op overlijden. Noradrenaline is momenteelde meest gebruikte vasopressor bij septische shock. Er zijn echter inverschillende laboratorium- en dierexperimentele studies aanwijzin-gen gevonden dat noradrenaline het immuunsysteem onderdrukt endaardoor de gevoeligheid voor infectie verhoogt. Dit is nog nooit bijmensen onderzocht. Andere vasopressoren (vasopressine en fenylefri-ne) lijken deze effecten niet of in mindere mate te hebben, maar ookdat is niet eerder onderzocht.

Met dit onderzoeksproject zullen de immuunsysteem-onderdrukken-de eigenschappen van noradrenaline op verschillende manierenonderzocht worden. Zowel in het laboratorium op celniveau, als inproefdieren (muizen) en gezonde proefpersonen proberen we te ach-terhalen in hoeverre en op welke manier noradrenaline het immuun-systeem onderdrukt, en hoe zich dat verhoudt tot de effecten vanandere vasopressoren. Dit doen we door te kijken naar de eigenschap-pen van immuuncellen, bijvoorbeeld de productie van cytokines (ont-stekingseiwitten die cellen maken om een afweerreactie aan te stu-ren). In proefdieren en gezonde proefpersonen zal met verschillendemethoden een afweerreactie opgewekt worden zodat onderzocht kanworden of deze effecten ook in het lichaam tot uiting komen. Tot slotzal in patiënten met bloedvergiftiging op de intensive care gekekengaan worden of gebruik van een andere vasopressor ook daadwerke-lijk het aantal secundaire infecties kan verminderen en kan bijdragenaan een betere overleving.

Het promotiefonds van Radboudumc en Rijnstate omvat bijna 1miljoen euro waarmee vier promotieplaatsen over een periodevan vier jaar volledig zijn te financieren. Onderzoekers hebben inmei een voorstel kunnen indienen voor de eerste twee beschik-bare plaatsen. De volgende ronde aanvragen sluit eind november.

De promotieplaatsen zijn toegekend aan de volgende projecten:‘Noradrenaline as a cause of sepsis-induced immunoparalysis: Time fora new vasopressor?’Dr. Henk van Leeuwen, Prof. dr. Peter Pickkers en Matthijs Kox, PhDRadboudumc thema/instituut: Infectious diseases and globalhealth/RIMLS

‘Precision dialysis guided by bio-electrical impedance analysis toimprove quality of life and cardiovascular outcome in patients onhemodialysis’Dr. Hans de Boer/ Prof. dr. Jack WetzelsRadboudumc thema/instituut: Renal Disorders/RIHS

Wij feliciteren de indieners hiermee van harte en wensen hen veel suc-ces en plezier bij de uitvoering van dit project.

Onderzoek

Noradrenaline en sepsis geïnduceerde immuno-paralyse: tijd voor een nieuwe vasopressor?

Promotiefonds Rijnstate en Radboudumc kenteerste twee promotieplaatsen toe!

26 Rijnstate Research & Innovatie

Dr. Henk van Leeuwen en het team

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:23 Pagina 26

Page 19: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

Rijnstate Research & Innovatie 27

Maart 2016: aankondiging Rijnstate-Radboud promotie fonds. Mei:deadline inzendingen eerste ronde. Juni: 20 inzendingen, voorlopigoordeel commissies uitgesteld. Begin juli: reactie geschreven opopmerkingen van de commissies. 21 juli 2016, 16.31u: een App, zit-tend op een terrasje in Renesse: ‘We zijn het geworden!!’ ☺ ☺ !!

Samen met klinisch chemicus Marcel van Borren, de nefrologenMenno Kooistra en Louis Reichert, en enkele studenten van deUniversiteit Twente zijn we al enige tijd bezig om na te gaan of we metbio-impedantie analyse (BIA) de vochtbalans van een patiënt beterkunnen vaststellen dan nu het geval is. Is de vullingstoestand goed ofis er sprake van onder- of overvulling? Moet er vocht worden toege-diend of moet het juist worden onttrokken? Dit is een veel voorko-mende vraag bij patiënten op diverse afdelingen in het ziekenhuis.Ondanks alle beschikbare technische snufjes blijft een betrouwbareinschatting erg moeilijk, en zitten we er regelmatig naast doordatgoede meetmethoden ontbreken. Het gevolg is dat de behandelingniet altijd de juiste is. Misschien kan BIA hierin verbetering brengen?Met BIA wordt de elektrische weerstand van het lichaam gemeten.Deze is omgekeerd evenredig met de hoeveelheid water en elektroly-ten in het lichaam. Bij te weinig lichaamsvocht is de weerstand tehoog, bij een teveel aan vocht is de weerstand te laag. Bij onze behan-delingen zouden we dus moeten streven naar een normale electrischeweerstand, want dat duidt op een normale vochtbalans, althans, dat isonze stelling.Jantine Schotman, student technische geneeskunde UniversiteitTwente is inmiddels ruim een jaar bij ons werkzaam als stagaire, in eer-ste instantie als master student, en nu, dankzij het fonds, als promo-

venda. Ze onderzoekt de diagnostische waarde van BIA bij het vast-stellen van de vochtbalans van patiënten op de afdeling Dialyse.Inmiddels hebben we met BIA kunnen vaststellen dat 40% van depatiënten na dialyse een afwijkende vochtbalans heeft. Het huidigeonderzoek is erop gericht om na te gaan of een BIA gestuurde hemo-dialyse leidt tot een verbetering van de waterhuishouding en het wel-bevinden van de patiënt. Lees meer hierover op pagina 14.

Verbetering vochtbalans meting tijdens hemo-dialyse met behulp van bio-impedantie

Dr. Hans de Boer

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:23 Pagina 27

Page 20: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

Anesthesiologie

HALO. The Pain Suppressive Effect of Low Frequency Spinal CordStimulation versus High Frequency Spinal Cord Stimulation. Eenmulticenter onderzoek. Lokale hoofdonderzoeker: Jan-WillemKallewaard, anesthesioloog.

Bariatrische Chirurgie

CTA bij Inwendige Herniatie na RYGB. Abdominale CT Angiografievan Mesenteriale Vaten voor het Diagnosticeren van InwendigeHerniatie na Roux en-Y Gastric Bypass Chirurgie. Een monocenteronderzoek. Lokale hoofdonderzoeker: Frits Berends, chirurg.

Visualizing beta cells post-bariatric hypoglycemia. Visualizing betacells in patients with (postprandial) hyperinsulinemic hypoglycemiaafter bariatric surgery. Een multicenter ondezoek. Lokale hoofdon-derzoeker: Frits Berends, chirurg.

Cardiologie

Artesia. Apixaban for the Reduction of Thrombo-Embolism inpatients with Device-Detected Sub-Clinical Atrial fibrillation. Eenmulticenter onderzoek. Lokale hoofdonderzoeker: Martin Hemels,cardioloog.

BIONYX. BIoresorbable polymer-coated ORSIRO versus durable poly-mer-coated RESOLUTE ONXY stents. A randomized Trial With stENTEvaluation in all-comers (TWENTE IV). Een multicenter onderzoek.Lokale hoofdonderzoeker: Peter Danse, cardioloog.

Clear Harmony. Een gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecon-troleerd onderzoek in meerdere centra naar de veiligheid en ver-draagzaamheid van ETC-1002 op lange termijn bij patiënten methyperlipidemie en een hoog cardiovasculair risico die niet voldoen-de wordt beheerst door hun lipide modificerende behandeling. Eenmulticenter onderzoek. Lokale hoofdonderzoeker: WimAengevaeren, cardioloog.

POPular AGE. Ticagrelor or prasugrel versus clopidogrel in elderlypatients with an acute coronary syndrome and a high bleeding risk:optimization of antiplatelet treatment in highriskElderly. Een multicenter onderzoek. Lokale hoofdonderzoeker: PeterDanse, cardioloog.

Chirurgie

Bariatric Surgery in Patients with IBD. Safety and Efficacy of BariatricSurgery in Adult Obese Patients with Inflammatory Bowel Disease.Een monocenter onderzoek. Lokale hoofdonderzoeker: Edo Aarts,aios Chirurgie.

ABC-study. Arterial stiffness, Blood Pressure and Cardiac outputstudy; ABC-study. A Prospective, Multidisciplinary study of arterialstiffness measures in patients treated for aortic aneurysms in relati-

on to blood pressure and cardiac output. Een monocenter studie.Lokale hoofdonderzoeker: Suzanne Holewijn, senior onderzoeker.

INFLAME (Boog 2014-05). INFLAME: Towards optimal treatment ofinflammatory breast cancer patients. Een multicenter onderzoek.Lokale hoofdonderzoeker: Charlotte Blanken, chirurg.

ISR study. Post-Approval Study of the GORE® VIABAHN®Endoprosthesis for Treatment of In-Stent Restenosis in theSuperficial Femoral Artery. Een multicenter studie. Lokale hoofdon-derzoeker: Michel Reijnen, chirurg.

Gynaecologie

AID. Artificial insemination with donor sperm: Intra uterine or intracervical insemination? Een multicenter studie. Lokale hoofdonder-zoeker: Annemiek Nap, gynaecoloog.

PC-study. Pessary or Cerclage to prevent preterm delivery in womenwith short cervical length and a history of preterm birth. Een multi-center studie. Lokale hoofdonderzoeker: Karin de Boer, gynaeco-loog.Quadruple P trial. Pessary or Progesterone to Prevent Pretermdelivery in women with short cervical length. Een multicenteronderzoek. Lokale Hoofdonderzoeker: Karin de Boer, gynaecoloog.

Interne Geneeskunde

Appel 5. Algorith to control postprandial, post exercise and nightglucose excursions in a portable Closed Loop format, appel 5. Eenmulticenter onderzoek. Lokale hoofdonderzoeker: Arianne van Bon,internist.

Cairo 5. Treatment strategies in colorectal cancer patients with ini-tially unresectable liver-only metastases CAIRO5 a randomisedphase 3 study of the Dutch Colorectal Cancer Group (DCCG). Eenmulticenter onderzoek. . Lokale hoofdonderzoeker: Reinoud Blaisse,internist.

CPCT. Development of a platform for next-generation DNA sequen-cing based personalized treatment for cancer patients: Protocol toobtain biopsies from patients with locally advanced (incurable) ormetastatic cancer (CPCT¬‐02 biopsy protocol). Een multicenteronderzoek. Lokale hoofdonderzoeker: Theo van Voorthuizen, inter-nist.

Evolve. An international non-interventional prospective cohortstudy to evaluate the safety of treatment with Levemir® (insulindetemir) in pregnant women with diabetes mellitus. Een multicen-ter onderzoek. Lokale hoofdonderzoeker: Arianne van Bon, internist.

HOVON 131. Study of Daratumumab (JNJ-54767414 (HuMax® CD38)in Combination with Bortezomib (VELCADE), Thalidomide, andDexamethasone (VTD) in the First Line Treatment of TransplantEligible Subjects with Newly Diagnosed Multiple Myeloma. Een mul-

Wetenschappelijk onderzoek vanaf april 2016

28 Rijnstate Research & Innovatie

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:23 Pagina 28

Page 21: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

ticenter studie. Lokale hoofdonderzoeker: Ellen van der Spek, inter-nist.

Javelin Bladder 100. A phase 3, multicenter, multinational, randomi-zed, open-label, parallel-arm study of AVELUMAB* (MSB0010718C)plus best supportive care versus best supportive care alone as amaintenance treatment in patients with locally advances of meta-static urothelial cancer whose disease did nog progress after com-peltion of first-lane pratinum-containing chemotherapy. Een multi-center onderzoek. Lokale hoofdonderzoeker: Reinoud Blaisse, inter-nist.

Pain and distress in the palliative care. Prevalence of cancerpain andpsychische distress in the palliative care. Een monocenter onder-zoek. Lokale hoofdonderzoeker: Maurice van der Vorst, internist.

Reflect. A multi-centre, prospective, non-interventional study ofinsulin degludec investigating the safety and effectiveness in a realworld population with type 1 and 2 diabetes mellitus. Een multicen-ter onderzoek. Lokale hoofdonderzoeker: Arianne van Bon, internist.

Trust. A non-interventional observational ostauthorization study toassess clinical and patient reported outcomes with nab-paclitaxel incombination with gemcitabine in routine clinical practice treatingpancreatic cancer (TRUST) STUDY. Een multicenter onderzoek.Lokale hoofdonderzoeker: Reinoud Blaisse, internist.

Veerkracht. Een actief programma op maat voor vrouwen metborstkanker. Een multicenter onderzoek. Lokale hoofdonderzoeker:Maurice van der Vorst, internist.

Klinische Chemie

Biomarkers for diagnosis of Neutrophil Inflammatory/AllergicAsthma. Een monocenter onderzoek. Lokale hoofdonderzoeker:Janneke Ruinemans-Koerts, klinisch chemicus.

Kindergeneeskunde

Rivar. Risk-group Infant Vaccination Against RotavirusImplementation and Phase IV Effectiveness study. Een multicenteronderzoek. Lokale hoofdonderzoeker: Margreet Wessels, kinderarts.

KNO-heelkunde

NET-QUBIC_HNC. Nederlands quality of life and biomedical cohortstudies in cancer, Head and Neck cancer. Een multicenter onder-zoek. Lokale hoofdonderzoeker: Henk Bouman, KNO-arts.

Longgeneeskunde

MK3475-189. A Randomized, Double-Blind, Phase III Study ofPlatinum+ Pemetrexed Chemotherapy with or withoutPembrolizumab (MK-3475) in First Line Metastatic Non-squamous

Non-small Cell Lung Cancer Subjects (KEYNOTE-189). Een multicen-ter onderzoek. Lokale hoofdonderzoeker: Hans Smit, longarts.

PEARLS. A randomized, phase 3 trial with anti-PD-1 monoclonalantibody pembrolizumab (MK-3475) versus placebo for patientswith early stage NSCLC after resection and completion of standardadjuvant therapy. Een multicenter onderzoek. Lokale hoofdonder-zoeker: Hans Smit, longarts.

Traverse. Open label extension study to evaluate the long-term safe-ty and tolerability of dupilumab in patients with asthma who parti-cipated in a previous dupilumab asthma clinical study. Een multi-center onderzoek. Lokale hoofdonderzoeker: Marjo van de Ven,longarts.

Maag- Darm – en Leverzieken

FLUYT-trial. Fluid hydration to prevent post-ERCP pancreatitis:FLUYTprevent. A randomized, superiority assessor-blinded multicen-ter trial. Een multicenter onderzoek. Lokale hoofdonderzoeker: JanMaarten Vrolijk, MDL-arts.

Orthopaedie

PTED-studie. (Cost) Effectiveness of open microdiscectomy vs. per-cutaneous transforaminal endoscopic discectomy (PTED) forpatients with lumbosacral radicular syndrome due to a lumbar discherniation. Een multicenter onderzoek. Lokale hoofdonderzoeker:Job van Susante, orthopedisch chirurg.

Radiologie/Nucleaire geneeskunde

Effects. Efficacy of FDG-PET in the Evaluation of Cytologically inde-terminate Thyroid nodules prior to Surgery (EfFECTS): a multicentrecost-effectiveness study. Een multicenter onderzoek. Lokale hoofd-onderzoeker: Vanessa Schelfhout, nucleair geneeskundige.

PTCD study. Antibiotic profylaxis in PTCD: a retrospective cohortstu-dy. Een multicenter onderzoek. Lokale hoofdonderzoeker: JasperMartens, radioloog.

Reumatologie

ATTACG. Anakinra versus Treatment as usual in the Treatment ofACute Gout. Een multicenter onderzoek. Lokale hoofdonderzoeker:Matthijs Janssen, reumatoloog.

Rijnstate Research & Innovatie 29

Wetenschappelijk onderzoek goedgekeurd door de Raad van Bestuur in deperiode 21 april 2016 tot en met 19 oktober 2016 (een deel van de lijst is ookterug te vinden op www.Clinicaltrial.gov of in het Nederlands trial register).De vetgedrukte titels betreffen onderzoeken in Rijnstate geïnitieerd.

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:23 Pagina 29

Page 22: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

Rijnstate Research & Innovatie 31

Publicaties Rijnstate vanaf april 2016Artikelen gepubliceerd in een medisch(wetenschappelijk) tijdschrift (in eenissue of als e-pub/online first) in deperiode vanaf april 2016.

Pubmed

Arens AI, Postema JW, Schreurs WM, Lafeber A, Hendrickx BW, OyenWJ, Vogel WV. FDG-PET/CT Limited to the Thorax and UpperAbdomen for Staging and Management of Lung Cancer. PLoS One.2016;11(8):e0160539.

Asseldonk van DP, Jharap B, Verheij J, den Hartog G, Westerveld DB,Becx MC, Russel MG, Engels LG, de Jong DJ, Witte BI, Mulder CJ, vanNieuwkerk CM, Bloemena E, de Boer NK, van Bodegraven AA. ThePrevalence of Nodular Regenerative Hyperplasia in InflammatoryBowel Disease Patients Treated with Thioguanine Is Not Associatedwith Clinically Significant Liver Disease. Inflamm Bowel Dis.2016;22(9):2112-20.

Backes Y, Moons LM, van Bergeijk JD, Berk L, Ter Borg F, Ter Borg PC,Elias SG, Geesing JM, Groen JN, Hadithi M, Hardwick JC, Kerkhof M,Mangen MJ, Straathof JW, Schroder R, Schwartz MP, Spanier BW, deVos Tot Nederveen Cappel WH, Wolfhagen FH, Koch AD. Endoscopicmucosal resection (EMR) versus endoscopic submucosal dissection(ESD) for resection of large distal non-pedunculated colorectal adeno-mas (MATILDA-trial): rationale and design of a multicenter randomi-zed clinical trial. BMC Gastroenterol. 2016;16(1):56.

Bastiaans DE, Bartels-Wilmer CM, Colbers AP, Heijens CA, Velthoven-Graafland K, Smeets OS, Vink N, Harbers VE, Warris A, Burger DM. Anew paediatric formulation of valaciclovir: development and bioequi-valence assessment. Arch Dis Child. 2016.

Betzel B, Koehestanie P, Homan J, Aarts EO, Janssen IM, de Boer H,Wahab PJ, Groenen MJ, Berends FJ. Changes in glycemic control andbody weight after explantation of the duodenal-jejunal bypass liner.Gastrointest Endosc. 2016.

Beugen van S, van Middendorp H, Ferwerda M, Smit JV, Zeeuwen-Franssen ME, Kroft EB, de Jong EM, Donders AR, van de Kerkhof PC,Evers AW. Predictors of perceived stigmatization in patients with pso-riasis. Br J Dermatol. 2016.

Blans MJ, Endeman H, Bosch FH. The use of ultrasound during andafter central venous catheter insertion versus conventional chest X-ray after insertion of a central venous catheter. Neth J Med.2016;74(8):352-6.

Borstlap WA, Tanis PJ, Koedam TW, Marijnen CA, Cunningham C,Dekker E, van Leerdam ME, Meijer G, van Grieken N, Nagtegaal ID,Punt CJ, Dijkgraaf MG, De Wilt JH, Beets G, de Graaf EJ, van GelovenAA, Gerhards MF, van Westreenen HL, van de Ven AW, van DuijvendijkP, de Hingh IH, Leijtens JW, Sietses C, Spillenaar-Bilgen EJ, VuylstekeRJ, Hoff C, Burger JW, van Grevenstein WM, Pronk A, Bosker RJ, PrinsH, Smits AB, Bruin S, Zimmerman DD, Stassen LP, Dunker MS,Westerterp M, Coene PP, Stoot J, Bemelman WA, Tuynman JB. A multi-centred randomised trial of radical surgery versus adjuvant chemora-diotherapy after local excision for early rectal cancer. BMC Cancer.2016;16:513.

Brandsma HT, Hansson BM, Aufenacker TJ, van Geldere D, LammerenFM, Mahabier C, Makai P, Steenvoorde P, de Vries Reilingh TS, WiezerMJ, de Wilt JH, Bleichrodt RP, Rosman C, Dutch Prevent Study g.Prophylactic Mesh Placement During Formation of an End-colostomyReduces the Rate of Parastomal Hernia: Short-term Results of theDutch PREVENT-trial. Ann Surg. 2016.

Burger JP, de Brouwer B, IntHout J, Wahab PJ, Tummers M, Drenth JP.Systematic review with meta-analysis: Dietary adherence influencesnormalization of health-related quality of life in coeliac disease.Clinical nutrition. 2016.

Collins JW, Patel H, Adding C, Annerstedt M, Dasgupta P, Khan SM,Artibani W, Gaston R, Piechaud T, Catto JW, Koupparis A, Rowe E, PerryM, Issa R, McGrath J, Kelly J, Schumacher M, Wijburg C, Canda AE,Balbay MD, Decaestecker K, Schwentner C, Stenzl A, Edeling S,Pokupic S, Stockle M, Siemer S, Sanchez-Salas R, Cathelineau X,Weston R, Johnson M, D’Hondt F, Mottrie A, Hosseini A, Wiklund PN.Enhanced Recovery After Robot-assisted Radical Cystectomy: EAURobotic Urology Section Scientific Working Group Consensus View.Eur Urol. 2016.

Dejaco B, Habets B, van Loon C, van Grinsven S, van Cingel R.Eccentric versus conventional exercise therapy in patients with rota-tor cuff tendinopathy: a randomized, single blinded, clinical trial.Knee Surg Sports Traumatol Arthrosc. 2016.

Dijkstra ML, van Sterkenburg SM, Lardenoye JW, Zeebregts CJ,Reijnen MM, Investigators E. One-Year Outcomes of EndovascularAneurysm Repair in High-Risk Patients Using the Endurant Stent-Graft: Comparison of the ASA Classification and SVS/AAVS MedicalComorbidity Grading System for the Prediction of Mortality andAdverse Events. J Endovasc Ther. 2016;23(4):574-82.

Dijkstra S, Witjes WP, Roos EP, Vijverberg PL, Geboers AD, Bruins JL,Smits GA, Vergunst H, Mulders PF. The AVOCAT study: Bicalutamidemonotherapy versus combined bicalutamide plus dutasteride thera-py for patients with locally advanced or metastatic carcinoma of theprostate-a long-term follow-up comparison and quality of life analy-sis. SpringerPlus. 2016;5:653.

Dogan K, Homan J, Aarts EO, van Laarhoven CJ, Janssen IM, BerendsFJ. A short or a long Roux limb in gastric bypass surgery: does it mat-ter? Surg Endosc. 2016.

Doomernik DE, Kruse RR, Reijnen MM, Kozicz TL, Kooloos JG. A com-parative study of vascular injection fluids in fresh-frozen and embal-med human cadaver forearms. Journal of anatomy. 2016;229(4):582-90.

Engert A, Raemaekers J. Treatment of early-stage Hodgkin lymphoma.Seminars in hematology. 2016;53(3):165-70.

Gevers TJ, Burger D, Schipper-Reintjes E, Kooistra MP, Richter C. Full-

0:54

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:23 Pagina 31

Page 23: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

dose sofosbuvir and daclatasvir for chronic hepatitis C infection inhaemodialysis patients. Neth J Med. 2016;74(5):225-7.

Golchehr B, Tielliu IF, Verhoeven EL, Mollenhoff C, Antonello M,Zeebregts CJ, Reijnen MM. Clinical Outcome of Isolated PoplitealArtery Aneurysms Treated with a Heparin-bonded Stent Graft. Eur JVasc Endovasc Surg. 2016;52(1):99-104.

Hanegem van N, Breijer MC, Slockers SA, Zafarmand MH, Geomini P,Catshoek R, Pijnenborg J, van der Voet LF, Dijkhuizen F, van Hoecke G,Reesink-Peters N, Veersema S, van Hooff M, van Kesteren P, Huirne JA,Opmeer BC, Bongers MY, Mol B, Timmermans A. Diagnostic workupfor postmenopausal bleeding: a randomised controlled trial. BJOG.2016.

Heijden van der LC, Kok MM, Danse PW, Schramm AR, Hartmann M,Lowik MM, Linssen GC, Stoel MG, Doggen CJ, von Birgelen C. Small-vessel treatment with contemporary newer-generation drug-elutingcoronary stents in all-comers: Insights from 2-year DUTCH PEERS(TWENTE II) randomized trial. Am Heart J. 2016;176:28-35.

Heijden van der RA, de Kanter JL, Bierma-Zeinstra SM, Verhaar JA, vanVeldhoven PL, Krestin GP, Oei EH, van Middelkoop M. StructuralAbnormalities on Magnetic Resonance Imaging in Patients WithPatellofemoral Pain: A Cross-sectional Case-Control Study. TheAmerican journal of sports medicine. 2016;44(9):2339-46.

Hofmeijer J, van Putten MJ. Author Response. Neurology.2016;86(1):108-9.

Hommel I, Pieters GF, Rijnders AJ, van Borren MM, de Boer H. Successrate of thyroid remnant ablation for differentiated thyroid cancerbased on 5550 MBq post-therapy scan. Neth J Med. 2016;74(4):152-7.

Horst van der JC, Frunt MH. Een vrouw met een niet-genezend wond-je op de neus. Ned Tijdschr Geneeskd. 2016;160(0):D418.

Houwelingen van KG, Lam MK, Lowik MM, Danse PW, Tjon Joe GinRM, Jessurun GA, Anthonio RL, Sen H, Linssen GC, MJ IJ, Doggen CJ,von Birgelen C. Outcome After Myocardial Infarction Treated WithResolute Integrity and Promus Element Stents: Insights From theDUTCH PEERS (TWENTE II) Randomized Trial. Revista espanola de car-diologia. 2016.

Huisman J, van der Heijden LC, Kok MM, Danse PW, Jessurun GA,Stoel MG, van Houwelingen KG, Lowik MM, Hautvast RW, MJ IJ,Doggen CJ, von Birgelen C. Impact of severe lesion calcification on cli-nical outcome of patients with stable angina, treated with newergeneration permanent polymer-coated drug-eluting stents: Apatient-level pooled analysis from TWENTE and DUTCH PEERS (TWEN-TE II). Am Heart J. 2016;175:121-9.

Huisman J, van der Heijden LC, Kok MM, Louwerenburg JH, Danse PW,Jessurun GA, de Man FH, Lowik MM, Linssen GC, MJ IJ, Doggen CJ,von Birgelen C. Two-year outcome after treatment of severely calci-

fied lesions with newer-generation drug-eluting stents in acute coro-nary syndromes: A patient-level pooled analysis from TWENTE andDUTCH PEERS. Journal of cardiology. 2016.

Kraaijvanger N, Rijpsma D, van Leeuwen H, van Dijk N, Edwards M.Self-referrals in a Dutch Emergency Department: how appropriate arethey? Eur J Emerg Med. 2016;23(3):194-202.

Langebeek N, Nieuwkerk P. Corrigendum: Electronic medicationmonitoring-informed counseling to improve adherence to combinati-on anti-retroviral therapy and virologic treatment outcomes: a meta-analysis. Front Public Health. 2016;4:90.

Maas ET, Juch JN, Ostelo RW, Groeneweg JG, Kallewaard JW, Koes BW,Verhagen AP, Huygen FJ, van Tulder MW. Systematic review of patienthistory and physical examination to diagnose chronic low back painoriginating from the facet joints. European journal of pain. 2016.

Maldonado TS, Westin GG, Jazaeri O, Mewissen M, Reijnen MM,Dwivedi AJ, Garrett HE, Jr., Dias Perera A, Shimshak T, Mantese V,Smolock CJ, Arthurs ZM. Treatment of Aortoiliac Occlusive Diseasewith the Endologix AFX Unibody Endograft. Eur J Vasc Endovasc Surg.2016;52(1):64-74.

Manders SH, Kievit W, Jansen TL, Stolk JN, Visser H, Schilder AM,Vonkeman HE, Adang E, van de Laar MA, van Riel PL. Effectiveness ofTumor Necrosis Factor Inhibitors in Combination with VariouscsDMARD in the Treatment of Rheumatoid Arthritis: Data from theDREAM Registry. J Rheumatol. 2016.

Mol GC, van de Ree MA, Klok FA, Tegelberg MJ, Sanders FB, Koppen S,de Weerdt O, Koster T, Hovens MM, Kaasjager HA, Brouwer RE,Kragten E, Schaar CG, Spiering W, Arnold WP, Biesma DH, HuismanMV. One versus two years of elastic compression stockings for preven-tion of post-thrombotic syndrome (OCTAVIA study): randomised con-trolled trial. BMJ. 2016;353:i2691.

Nielsen K, Scheffer HJ, Volders JH, van der Vorst MJ, van Tilborg AA,Comans EF, de Lange-de Klerk ES, Sietses C, Meijer S, Meijerink MR,van den Tol MP. Radiofrequency Ablation to Improve Survival AfterConversion Chemotherapy for Colorectal Liver Metastases. World JSurg. 2016;40(8):1951-8.

Noordegraaf M, Meijer P, Ruinemans-Koerts J. Diagnostic efficiency ofthe Sysmex XN WPC channel for the reduction of blood smears.Clinical biochemistry. 2016.

Pahuta M, Smolders JM, van Susante JL, Peck J, Kim PR, Beaule PE.Blood metal ion levels are not a useful test for adverse reactions tometal debris: A systematic review and meta-analysis. Bone & jointresearch. 2016;5(9):379-86.

Pelzer N, Blom DE, Stam AH, Vijfhuizen LS, Hageman A, van Vliet JA,Ferrari MD, van den Maagdenberg A, Haan J, Terwindt GM. Recurrentcoma and fever in familial hemiplegic migraine type 2. A prospective

32 Rijnstate Research & Innovatie

Publicaties Rijnstate vanaf april 2016

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:23 Pagina 32

Page 24: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

15-year follow-up of a large family with a novel ATP1A2 mutation.Cephalalgia : an international journal of headache. 2016.

Putten van MJ, Hofmeijer J. EEG Monitoring in Cerebral Ischemia:Basic Concepts and Clinical Applications. Journal of clinical neurop-hysiology : official publication of the AmericanElectroencephalographic Society. 2016;33(3):203-10.

Schijns W, Aarts EO, Berends FJ, Janssen IM, Schweitzer DH. Loose andfrequent stools and PTH levels are positively correlated post-gastricbypass surgery due to less efficient intestinal calcium absorption.Surg Obes Relat Dis. 2016.

Schmidt-Hieltjes Y, Teodorowicz M, Jansen A, den Hartog G, Elfvering-Berendsen L, de Jong NW, Savelkoul HF, Ruinemans-Koerts J. An alter-native inhibition method for determining cross-reactive allergens.Clin Chem Lab Med. 2016.

Smids C, Horjus-Talabur Horje CS, van Lochem EG. IntegrinalphaEbeta7 in Inflammatory Bowel Disease: Friend or Foe?Gastroenterology. 2016;151(1):213-4.

Smit JG, Kasius JC, Eijkemans MJ, Koks CA, van Golde R, Nap AW,Scheffer GJ, Manger PA, Hoek A, Schoot BC, van Heusden AM,Kuchenbecker WK, Perquin DA, Fleischer K, Kaaijk EM, Sluijmer A,Friederich J, Dykgraaf RH, van Hooff M, Louwe LA, Kwee J, de KoningCH, Janssen IC, Mol F, Mol BW, Broekmans FJ, Torrance HL.Hysteroscopy before in-vitro fertilisation (inSIGHT): a multicentre,randomised controlled trial. Lancet. 2016;387(10038):2622-9.

Smolders EJ, Kan R, Marcus Maria de Kanter CT, van Luin M,Aarnoutse RE, Touw DJ, Burger DM. Measuring plasma concentrationsof ribavirin: first report from a quality control program. Ther DrugMonit. 2016.

Somford MP, Nieuwe Weme RA, van Dijk CN, FF IJ, Eygendaal D. Areeponyms used correctly or not? A literature review with a focus onshoulder and elbow surgery. Evidence-based medicine. 2016.

Steen-Banasik van der EM, Smits GA, Oosterveld BJ, Janssen T, VisserAG. The Curie-Da Vinci Connection: 5-Years’ Experience WithLaparoscopic (Robot-Assisted) Implantation for High-Dose-RateBrachytherapy of Solitary T2 Bladder Tumors. Int J Radiat Oncol BiolPhys. 2016;95(5):1439-42.

Sterkenburg van SM, Heyligers JM, van Bladel M, Verhagen HJ,Eefting D, van Sambeek MR, Zeebregts CJ, Reijnen MM, Dutch IBEC.Experience with the GORE EXCLUDER iliac branch endoprosthesis forcommon iliac artery aneurysms. J Vasc Surg. 2016;63(6):1451-7.

Sterkenburg van SM, van den Ham LH, Smeets L, Lardenoije JW,Reijnen MM. The Nellix EndoVascular sealing system in patients withabdominal aortic aneurysms in conjunction with iliac artery occlusivedisease. Vascular. 2016.

Stigt van SF, de Vries J, Bijker JB, Mollen RM, Hekma EJ, Lemson SM,

Tan EC. Review of 58 patients with necrotizing fasciitis in theNetherlands. World journal of emergency surgery : WJES. 2016;11:21.

Stijntjes M, Aartsen MJ, Taekema DG, Gussekloo J, Huisman M,Meskers CG, de Craen AJ, Maier AB. Temporal Relationship BetweenCognitive and Physical Performance in Middle-Aged to Oldest OldPeople. J Gerontol A Biol Sci Med Sci. 2016.

Talabur Horje CS, Meijer J, Rovers L, van Lochem EG, Groenen MJ,Wahab PJ. Prevalence of Upper Gastrointestinal Lesions at PrimaryDiagnosis in Adults with Inflammatory Bowel Disease. Inflamm BowelDis. 2016;22(9):E33-4.

Teodorowicz M, Terlouw RJ, Jansen A, Savelkoul HF, Ruinemans-Koerts J. Immunological Characterization of Dutch Sesame Seed-Allergic Patients. Int Arch Allergy Immunol. 2016;169(1):13-22.

Thijssen WA, Kraaijvanger N, Barten DG, Boerma ML, Giesen P,Wensing M. Impact of a well-developed primary care system on thelength of stay in emergency departments in the Netherlands: a multi-center study. BMC Health Serv Res. 2016;16:149.

Thompson MM, Heyligers JM, Hayes PD, Reijnen MM, Bockler D,Schelzig H, de Vries JP, Krievins D, Holden A, Investigators EFGR.Endovascular Aneurysm Sealing: Early and Midterm Results From theEVAS FORWARD Global Registry. J Endovasc Ther. 2016.

Tijssen M, van Cingel R, de Visser E, Nijhuis-van der Sanden M. A clini-cal observational study on patient-reported outcomes, hip functionalperformance and return to sports activities in hip arthroscopypatients. Physical therapy in sport : official journal of the Associationof Chartered Physiotherapists in Sports Medicine. 2016;20:45-55.

Tjepkema-Cloostermans MC, Hofmeijer J, Hom HW, Bosch FH, vanPutten MJ. Predicting outcome in postanoxic coma: are ten EEG elec-trodes enough? Journal of clinical neurophysiology : official publicati-on of the American Electroencephalographic Society. 2016.

Trier van DC, Vos AM, Draaijer RW, van der Burgt I, Draaisma JM,Cruysberg JR. Ocular Manifestations of Noonan Syndrome: AProspective Clinical and Genetic Study of 25 Patients.Ophthalmology. 2016.

Verhave J. Weight Loss and Health Status after Bariatric Surgery inAdolescents. N Engl J Med. 2016;374(20):1989.

Vos de MJ, Wagener ML, Hannink G, van der Pluijm M, Verdonschot N,Eygendaal D. Short-term clinical results of revision elbow arthroplastyusing the Latitude total elbow arthroplasty. Bone Joint J. 2016;98-B(8):1086-92.

Vriezinga SL, Farih N, van der Meulen-de Jong AE, Putter H, Rings EH,Schaart MW, Schweizer JJ, Wessels MM, Mearin ML. A Comparison ofPatients’ and Doctors’ Reports on Health Related Quality of Life inCeliac Disease. Journal of pediatric gastroenterology and nutrition.2016.

Rijnstate Research & Innovatie 33

Artikelen gepubliceerd in een medisch(wetenschappelijk) tijdschrift (in eenissue of als e-pub/online first) in deperiode vanaf april 2016.

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:23 Pagina 33

Page 25: Research & Innovatie - Rijnstate...BMI en uitkomsten van endometrium- en ovariumkanker patiënten In dit magazine o.a.: Rijnstate Research & Innovatie Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16

Wiersema AM, Watts C, Durran AC, Reijnen MM, van Delden OM, MollFL, Vos JA. The Use of Heparin during Endovascular Peripheral ArterialInterventions: A Synopsis. Scientifica. 2016;2016:1456298.

Wijburg CJ. Cost-effectiveness of robotic surgery; what do we know?BJU Int. 2016;117(6):852-3.

Wind A, Rajan A, van Harten WH. Quality assessments for cancer cen-ters in the European Union. BMC Health Serv Res. 2016;16:474.

Wind A, Roeling MP, Heerink J, Sixma H, Presti P, Lombardo C, vanHarten W. Piloting a generic cancer consumer quality index in sixEuropean countries. BMC Cancer. 2016;16(1):711.

Zwaal van der EM, de Weijer BA, van de Giessen EM, Janssen I,Berends FJ, van de Laar A, Ackermans MT, Fliers E, la Fleur SE, Booij J,Serlie MJ. Striatal dopamine D2/3 receptor availability increases afterlong-term bariatric surgery-induced weight loss. European neuropsy-chopharmacology : the journal of the European College ofNeuropsychopharmacology. 2016;26(7):1190-200.

Geen Pubmed

Blonk Centen L, Vroemen M, van Loon C, Roovers L. Conservatiefbehandelplan bij knieartrose. De verpleegkundig specialist.2016;11(2):14-5.

Bosch F, Blans M, Pijl M, Joosten F. Echografie hoort in de basisoplei-ding. Medisch Contact. 2016(13):14-5.

Smits M, Keijzer H, Braam W, Curfs L. Misverstanden over melatonine.Medisch Contact. 2016(13):30-2.

34 Rijnstate Research & Innovatie

Publicaties Rijnstate vanaf april 2016

Rijnstate 11-2016_Opmaak 1 02-12-16 11:23 Pagina 34