REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en...

29
REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE SPOEDGEVALLENDIENST VAN EEN UNIVERSITAIR ZIEKENHUIS TE LEUVEN, BELGIË Laura van Gennep s1804480/r0292889 UZ Leuven Gasthuisberg, Spoedgevallendienst September 2011 Januari 2012 Rijksuniversiteit Groningen Geneeskunde Stage Wetenschap Extern begeleider: Marc Sabbe Facultair begeleider: Jack Ligtenberg

Transcript of REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en...

Page 1: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE SPOEDGEVALLENDIENST VAN EEN UNIVERSITAIR

ZIEKENHUIS TE LEUVEN, BELGIË

Laura van Gennep s1804480/r0292889

UZ Leuven Gasthuisberg, Spoedgevallendienst September 2011 – Januari 2012 Rijksuniversiteit Groningen – Geneeskunde

Stage Wetenschap

Extern begeleider: Marc Sabbe Facultair begeleider: Jack Ligtenberg

Page 2: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

2

Samenvatting Het is nodig om op de hoogte te zijn van de actuele karakteristieken van patiënten met een intoxicatie en van de trends hierin, om in staat te zijn deze patiënten optimaal te onderzoeken en behandelen. Het doel van deze studie is het onderzoeken van recente evoluties en deze te vergelijken met eerder verkregen data. We hebben prospectief gegevens verzameld van patiënten met een intoxicatie gedurende twee blokken van drie maanden in 2011. We hebben deze data vergeleken met historische data, verkregen uit een studie die tussen 1993 en 1996 is uitgevoerd op dezelfde spoedgevallendienst van een universitair ziekenhuis in Leuven, België. De data zijn vergeleken met behulp van chi-square tests. In 2011 zijn 553 patiënten geïncludeerd, in de historische studie waren er 3167 deelnemers. De distributie van de leeftijd was in 2011 significant anders dan in de historische studie. De drie meest voorkomende producten van intoxicatie waren in 2011 alcohol, benzodiazepines en analgetica, terwijl in de historische studie alcohol, benzodiazepines een koolstofmonoxide de top drie vormden. Tegenwoordig worden patiënten vaker ontslagen in plaats van te worden opgenomen in het ziekenhuis of in een psychiatrische instelling. Deze studie laat enkele significante en vooral klinisch relevante veranderingen zien in de epidemiologie van intoxicaties en levert bruikbare informatie met betrekking tot de actuele intoxicatie karakteristieken.

Abstract To approach and treat poisoned patients optimally, it is necessary to be aware of the actual poisoning characteristics and trends during the last years. The goal of this study is to examine recent evolutions and to compare them with previous data. We prospectively collected poisoning characteristics during two blocks of three months in 2011 and compared these data with historical data (1993-1996). Both studies were performed at the same emergency department of a university hospital in Leuven – Belgium. Data are compared using chi-square tests. 553 patients were included in 2011, 3167 patients during 1993 until 1996. Distribution of age comparing the recent study with the historical study, has changed significantly. Products most frequently responsible for intoxications in 2011 were alcohol, benzodiazepines and analgetics. In contrast, alcohol, benzodiazepines and carbon monoxide were most frequently registered from 1993 until 1996. Patients are discharged more often nowadays, instead of being admitted to a hospital or psychiatric institution. This study demonstrates significant and clinically relevant changes in poisoning epidemiology and provides useful information about actual poisoning characteristics.

Page 3: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

3

Inhoudsopgave

Samenvatting blz. 2

Inhoudsopgave blz. 3

Introductie blz. 4

Vraagstelling blz. 7

Materiaal en methoden blz. 8

Resultaten blz. 11

Discussie blz. 16

Conclusie blz. 20

Referenties blz. 21

Registratieformulier blz. 23

Beoordelingsformulieren blz. 26

Toelichting beoordeling blz. 29

Page 4: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

4

Introductie

Op een of andere manier hebben intoxicaties altijd al mijn interesse gehad, ook al heb ik er nooit veel mee te maken gehad in mijn directe omgeving. Mogelijk hebben de enthousiaste verhalen van mijn vader, die werkzaam is als ambulanceverpleegkundige, de interesse in acute, spoedeisende geneeskunde aangewakkerd en is hierdoor ook de professionele nieuwsgierigheid naar met name alcohol en drugs opgewekt. Dit heeft tot resultaat gehad dat ik aan het einde van mijn carrière op de middelbare school een profielwerkstuk heb geschreven over partydrugs. Mede door alle literatuur die ik voor dit werkstuk heb doorgewerkt en door de indrukwekkende interviews die ik heb gehouden met verslaafden, werd mijn interesse nog groter. Toch heb ik de eerste jaren van mijn studie weinig gehoor gegeven aan het verlangen me meer te verdiepen in dit onderwerp. Toen ik op zoek ging naar een onderwerp voor een stage wetenschap was dit dan ook niet het eerste waar ik aan dacht. Het was voor mij wel duidelijk dat ik heel graag onderzoek wilde doen op een spoedeisende hulp, ergens in het buitenland, maar het precieze onderwerp lag voor mij niet vast. Toen ik, na veel omwegen waar ik u niet mee wil vermoeien, een stageplek had weten te bemachtigen in Leuven, ben ik in het UMCG op zoek gegaan naar een begeleider. Ik ben toen bij Jack Ligtenberg terecht gekomen, die mij er op wees dat er in Leuven relatief veel patiënten met intoxicaties op de spoed kwamen. Of het me leuk leek om daar misschien onderzoek naar te doen… Natuurlijk was ik direct enthousiast en ben ik aan de slag gegaan met het nadenken over een opzet en het lezen van literatuur. In juni 2011 ben ik toen in Leuven bij professor Marc Sabbe op bezoek geweest, die mijn begeleider is geweest tijdens de stage wetenschap. Samen hebben we mijn voorlopige opzet verder doorgesproken en zo kreeg mijn onderzoek steeds meer vorm. Tijdens de eerste maand van mijn verblijf in Leuven heb ik veel meegelopen op de spoedgevallendienst om feeling te krijgen met de afdeling en iets beter te kunnen inschatten wat wel en niet haalbaar was met betrekking tot mijn onderzoek. Het includeren van patiënten ging van start met het begin oktober (mijn tweede maand) en is doorgegaan tot het einde van de vierde maand, december. De laatste maand, januari, heb ik besteed aan het verwerken en analyseren van de gegevens. Ook heb ik in deze maand de voorlopige resultaten van mijn onderzoek mogen presenteren op het Belgisch congres voor spoedartsen, georganiseerd door de BESEDIM (Belgische wetenschappelijke vereniging van urgentie- en rampengeneeskunde). Vanaf oktober ben ik ook bezig geweest met het lezen van literatuur en het schrijven van eerst de introductie en vervolgens de materiaal & methoden sectie. In januari kon ik, na analyse van de gegevens, verder met het schrijven van de resultaten en de discussie. Op dit moment worden de puntjes op de i gezet om het artikel binnenkort te kunnen aanbieden aan een wetenschappelijk tijdschrift, in de hoop dat het gepubliceerd zal worden. Naast mijn werk voor het onderzoek heb ik ook een hoop mogen zien van de spoedgevallendienst. Ik heb kennis gemaakt met het Belgische zorgsysteem, de andere manier van omgaan met professoren, assistenten en patiënten en ik heb mogen genieten van het heerlijke Bourgondische leven en het mooie Vlaamse

Page 5: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

5

accent. Het meelopen op de spoedgevallendienst was voor mij een heel mooie en leerzame ervaring. Omdat Leuven een hoog aangeschreven universitair centrum is, komen veel ernstig zieke patiënten hier heen vanuit een groot gebied rondom de stad. Hierdoor heb ik veel interessante pathologie mogen aanschouwen en heb ik veel kennis opgedaan op allerlei vakgebieden. Ook was het voor mijn onderzoek erg prettig om zo nauw betrokken te zijn bij het leven op de werkvloer. Ik heb veel patiënten met intoxicaties gezien en dus ook zelf de vragenlijsten voor mijn onderzoek kunnen afnemen. Door in de praktijk te zien hoe patiënten binnen komen en worden onderzocht en behandeld, kon ik beter inschatten wat voor urgentieartsen relevant is om te weten. Dit kon ik dan weer gebruiken om de opzet van mijn onderzoek te verbeteren en om het artikel te schrijven op een manier die de doelgroep aanspreekt. Het vervolg van dit verslag zal qua opzet veel lijken op het artikel dat ik heb geschreven, aangezien ze gelijktijdig tot stand zijn gekomen. Af en toe zal ik iets meer toelichting geven over mijn manier van werken tijdens het onderzoek en zal ik proberen een vergelijking te maken tussen de situatie in België in Nederland. Allereerst is het goed om te weten dat intoxicaties een veelvoorkomende reden zijn om een spoedgevallendienst te bezoeken. Vermest et al. toonden in een studie aan dat 2,4% van alle patiënten op een spoedgevallendienst daar was in verband met een intoxicatie [1]. In een Turkse studie van Tüfekçi et al. werd hetzelfde percentage gevonden [2]. Vitale et al. hebben in Nederland onderzocht hoeveel patiënten op een spoedgevallendienst mogelijk onder invloed waren van alcohol en illegale drugs. Zij concludeerden dat 11-18% van alle patiënten alcohol hadden gedronken in de zes uur voorafgaand aan het ziekenhuisbezoek. 1-10% had in de voorafgaande 24 uur illegale drugs gebruikt [3]. Uit deze studies blijkt dat een aanzienlijk percentage van de patiënten op een spoedgevallendienst onder invloed is. Om de acute gezondheidsproblemen van deze patiënten goed te kunnen behandelen, hebben ze een specifieke diagnostische work-up nodig, om te achterhalen welke middelen ze hebben gebruikt. Ook zullen de patiënten een specifieke behandeling nodig hebben om de nadelige effecten van de intoxicatie tegen te gaan. Tussen de 69% en 96% van alle intoxicaties zijn intentioneel, dat wil zeggen dat het gebruik recreationeel is of dat het gaat om een cry-for-help act of een tentamen suïcide [2,4-6]. In de meeste studies wordt geen onderscheid gemaakt tussen cry-for-help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair kan zijn. Bjornaas et al. hebben dit wel gedaan. Zij ontdekten dat 37% van alle intoxicaties een tentamen suïcide is, terwijl 26% een cry-for-help act is [7]. Kristinsson et al. hebben dezelfde percentages gevonden in een andere studie [6]. In tegenstelling tot deze intoxicaties, komen accidentele intoxicaties meer voor bij kinderen en vormen zij slechts een klein deel van alle gevallen van intoxicaties op een spoedgevallendienst. In een studie uit Noorwegen bleek dat slechts 24,5% van alle intoxicaties recreationeel of accidenteel was [5]. De middelen waarmee patiënten zich intoxiceren varieren sterk tussen verschillende regio’s. Dit is ook niet verwonderlijk, aangezien mensen zich meestal vergiftigen met de middelen die voorhanden zijn, zoals eigen medicatie of de medicatie van gezinsleden. In Nederland zijn benzodiazepines, analgetica, antidepressiva en

Page 6: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

6

alcohol de middelen die het meest frequent gevonden worden als oorzaak van intoxicaties [1,4]. In Engeland worden de meeste intoxicaties veroorzaakt door paracetamol, benzodiazepines en tranquillizers [8]. Antidepressiva, paracetamol en cardiovasculaire drugs zijn in Turkije het meest voorkomend [2]. In weer andere landen zijn heel andere middelen verantwoordelijk voor intoxicaties. Zo zijn patiënten in Sri Lanka en Korea meestal geintoxiceerd met pesticiden [9-12]. De meeste patiënten die zich aanmelden op een spoedgevallendienst in verband met een intoxicatie, verlaten het ziekenhuis na een korte observatieperiode waarin ze al dan niet een behandeling ontvangen. De mortaliteit ligt laag, slechts 0,09% - 1,1% van de geintoxiceerde patiënten overlijdt ten gevolge van de intoxicatie [1,2,6,13]. Daarnaast is er een hoop veranderd in de benadering van met name de acute psychiatrische patiënt. Omdat men tegenwoordig van mening is dat institutionalisatie soms meer schade toebrengt dan dat het effectief is, krijgen meer patiënten ambulante follow-up in plaats van opgenomen te worden in een instituut [14]. Er zijn al heel wat studies gedaan naar patiënten met een intoxicatie op een spoedgevallendienst. De meeste studies hebben een sterk beperkte studiepopulatie vanwege strenge inclusiecriteria, waardoor bijvoorbeeld kinderen, mono-intoxicaties met alcohol en patiënten met een hoofddiagnose anders dan een intoxicatie, gemist worden. Verschillende studies hebben aangetoond dat een groot deel van de traumapatiënten onder invloed van alcohol, medicatie of illegale drugs is [3,15]. Omdat het voorschrijfgedrag en het gebruik van medicatie sterk verandert in de loop van de jaren, is het belangrijk om op de hoogte te blijven van de laatste trends. Op die manier weet het personeel op de spoedgevallendienst beter hoe ze de meest voorkomende intoxicaties kunnen herkennen, waardoor eerder een effectieve behandeling ingezet kan worden en de mortaliteit en morbiditeit van intoxicaties zullen dalen.

Page 7: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

7

Vraagstelling Het doel van deze prospectieve studie is het beschrijven van de kenmerken van patiënten met een intoxicatie op de spoedgevallendienst van een academisch ziekenhuis in Leuven, België. Er wordt hierbij gekeken naar de middelen en de intentie van intoxicatie, maar ook epidemiologische karakteristieken en het klinische verloop worden bestudeerd. De resultaten worden vergeleken met historische data die tussen 1993 en 1996 verzameld zijn op dezelfde spoedgevallendienst. Op deze manier hopen we te kunnen concluderen of er tussen deze periodes zaken veranderd zijn en kunnen we een actueel beeld geven van de intoxicaties die op dit moment veel voorkomen.

Page 8: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

8

Materiaal en methoden Deze prospectieve en observationele studie is uitgevoerd op de spoedgevallendienst van het UZ Leuven Gasthuisberg, een tertiair universitair ziekenhuis in Leuven, België. Leuven is een stad met ongeveer 97.000 inwoners en op de spoedgevallendienst waar deze studie is uitgevoerd worden jaarlijks 55.000 patiënten gezien. In eerste instantie was het de bedoeling om enkel onderzoek te doen naar patiënten met een intoxicatie met partydrugs. Tijdens mijn eerste maand in Leuven werd echter al duidelijk dat ik daarmee een zeer kleine studiepopulatie zou hebben, waardoor ik te weinig tijd bezig zou zijn met mijn onderzoek en ik weinig zou kunnen met de resultaten. In overleg met mijn begeleider heb ik daarom besloten mijn onderzoek uit te breiden en patiënten met alle soorten intoxicaties te includeren. Het was ook de bedoeling om alle patiënten een aantal vragen te stellen om te bepalen of ze enige kennis hadden van de gebruikte drug en om een breder beeld te schetsen van deze patiënten. Zo werd gevraagd naar opleiding en beroep, frequentie van gebruik en er werden zes vragen gesteld om de kennis te testen. In de praktijk bleek het echter vaak niet haalbaar om de patiënten deze vragen te stellen. Een van de redenen hiervoor was, dat veel patiënten ’s ochtends nuchter genoeg waren om het ziekenhuis te verlaten, maar nog niet in staat waren om antwoord te geven op mijn vragen. Een andere reden was dat patiënten de spoedgevallendienst verlieten zonder dat ik of een co-assistent er erg in had, waardoor het onmogelijk was de vragen nog te stellen. Op andere momenten waren de co-assistenten te druk bezig met urgentere zaken om de vragenlijst volledig af te nemen. Bij een deel van de patiënten zijn deze extra vragen wel afgenomen, maar gezien het hoge aantal missing data heb ik besloten om de antwoorden op deze vragen niet te verwerken. Er waren twee studieperiodes van drie maanden, namelijk van 1 februari 2011 tot en met 30 april 2011 en van 1 oktober 2011 tot en met 31 december 2011. De verzameling van data in het voorjaar van 2011 is uitgevoerd door een co-assistente. Ze heeft met behulp van vragenlijsten gegevens genoteerd die betrekking hadden op epidemiologie, middelen van intoxicatie en het klinische beloop. Voor de registratie van data in het najaar van 2011 heb ik gebruik gemaakt van een soortgelijke vragenlijst. De vragenlijst die ik heb gebruikt is als bijlage toegevoegd aan dit verslag. Op de momenten dat ik zelf aanwezig was op de spoedgevallendienst, heb ik de vragenlijsten ingevuld. Als er een patiënt binnenkwam op een moment dat ik niet aanwezig was, zorgden de co-assistenten Urgentiegeneeskunde dat er een vragenlijst werd ingevuld. Meerdere malen per week heb ik gecontroleerd of er geen patiënten gemist waren, om een zo volledig en betrouwbaar mogelijke studie te kunnen uitvoeren. Deze controle is ook in het voorjaar van 2011 uitgevoerd door de co-assistente die zich toen met het onderzoek bezig hield. De data verkregen in 2011 zijn vergeleken met historische data uit 1993 tot en met 1996. Deze eerdere data zijn verzameld in een studie die eveneens uitgevoerd is op de spoedgevallendienst van het UZ Leuven Gasthuisberg. We hebben zoveel mogelijke data vergeleken, maar omdat de opzet van de studie in 2011 enigszins

Page 9: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

9

afweek van de eerdere studie, konden we niet alle recente data vergelijken met historische data. Inclusiecriteria Alle patiënten waarvan duidelijk was dat ze een intoxicatie hadden, werden geïncludeerd in het onderzoek, ongeacht hoofddiagnose en leeftijd. Zowel patiënten die eenmalig of bij speciale gelegenheden een intoxicatie hadden opgelopen, als patiënten die chronisch misbruik maakten van medicatie, alcohol of drugs werden geïncludeerd. Voor de patiënten onder invloed van alcohol gold dat enkel de patiënten die klinisch geïntoxiceerd waren, werden geïncludeerd. Patiënten met een supratherapeutische dosis van hun dagelijkse medicatie werden geëxcludeerd. Definities In beide studies werden dezelfde definities gehanteerd. Een recreationele intoxicatie was gedefinieerd als zowel occasioneel als chronisch misbruik. Onder de intentionele intoxicaties vielen, naast recreationele intoxicaties, ook de cry-for-help acts en suïcidepogingen. Het is lastig om onderscheid te maken tussen echte suïcidepogingen en cry-for-help acts. De invuller van de vragenlijst moest beslissen om welk van de twee soorten intoxicaties het ging. Bij het maken van deze keuze werden de volgende zaken betrokken: de aan- of afwezigheid van een afscheidsbrief waarin de suïcidale gedachten bevestigd werden, de plaats van intoxicatie (een afgezonderde plaats waar iemand niet snel gevonden zou worden maakt een suïcidepoging reëler), andere verdachte tekenen en het oordeel van de psychiater die werkzaam was op de spoedgevallendienst. De bestemming van de patiënt, na een periode van observatie op de spoedgevallendienst, was geclassificeerd als Huis, Ziekenhuis of Psychiatrie. Patiënten die terug gingen naar hun huis of naar de zorginstelling waar ze voorheen verbleven, kregen het label Huis. Ook de patiënten die naar huis werden gestuurd met ambulante psychiatrische follow-up vielen in deze categorie. De patiënten die opgenomen werden op een afdeling in een ziekenhuis kregen het label Ziekenhuis, uitgezonderd die patiënten die op de psychiatrische afdeling opgenomen werden. De patiënten die het label Psychiatrie kregen, waren opgenomen op de psychiatrische afdeling van een ziekenhuis of in een psychiatrische instelling. Wanneer een patiënt op de spoedgevallendienst overleed, werd de bestemming van de patiënt geclassificeerd als Overleden. Het ging hierbij om patiënten die bij aankomst op de spoedgevallendienst overleden waren, maar ook om patiënten die, ondanks intensieve therapie, tijdens hun verblijf op deze afdeling overleden. De verblijfsduur was gedefinieerd als de periode vanaf aanmelding op de spoedgevallendienst tot het moment waarop de patiënt de spoedgevallendienst verliet. Dit betekent dus dat enkel de verblijfsduur op de spoedgevallendienst is berekend. Voor het uitvoeren van deze studie hebben we toestemming gekregen van de medisch ethische commissie van het UZ Leuven. De patiënten zijn behandeld volgens de normale protocollen en hebben dus geen gezondheidsrisico’s gelopen door deelname aan dit onderzoek.

Page 10: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

10

De data zijn geanalyseerd met behulp van SPSS versie 16.0. De recente data zijn vergeleken met de historische data met behulp van t-testen en de Pearson Chi-Square test. Wanneer een verschil een p-waarde had van minder dan 0,05 werd het verschil als statistisch significant beschouwd.

Page 11: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

11

Resultaten Tijdens de zes maanden in 2011 waarin we de studie hebben uitgevoerd, zijn 553 patiënten geïncludeerd. Deze patiënten representeerden 2,0% van alle patiënten op de spoedgevallendienst in deze maanden. Bij 65,8% was de intoxicatie de hoofddiagnose, deze groep representeerde hiermee 1,3% van alle spoedpatiënten. De overige 34,2% met een andere hoofddiagnose, had een hoofddiagnose in de categorie trauma (58,8%), psychiatrie (26,1%) of anders (15,4%). De sample size van de historische studiegroep was 3167 patiënten. Deze patiënten representeerden 2,2% van alle patiënten op de spoedgevallendienst. In deze studie werd echter geen notitie gemaakt van de hoofddiagnose, waardoor geen uitspraak gedaan kan worden over de proportie patiënten met een intoxicatie als hoofd- of als nevendiagnose. Epidemiologie De gemiddelde leeftijd in de studiegroep was 36,3 jaar (SD 16,5). In de historische groep was de gemiddelde leeftijd 36,2 jaar (SD 15,4). De proportie vrouwen in beide groepen was niet significant verschillend: 46% in de historische groep en 43% in de studiegroep.

Fig 1. Distributie van geslacht en leeftijd. Voor de historische groep geldt dat 100% is gelijk aan n = 3167. Voor de studie groep geldt dat 100% gelijk is aan n = 553.

Figuur 1 geeft de distributie van leeftijd en geslacht weer in de historische groep en de studiegroep. De distributie van de leeftijdscategorieën was significant verschillend voor zowel mannen (p < 0,001) als vrouwen (p = 0,001) wanneer de studiegroep werd vergeleken met de historische groep. Het aantal patiënten in de leeftijdscategorieën 25-34 en 35-44 is kleiner geworden (46,9% in de historische groep en slechts 33,0% in de studiegroep), terwijl het percentage patiënten groter

Page 12: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

12

werd in de leeftijdscategorieën 15-24 (van 25,4% naar 32,2%) en 55-64 (van 7,1% naar 11,5%). Er was geen significant verschil in het percentage mannen ten opzichte van het percentage vrouwen per leeftijdscategorie tussen de beide groepen.

Intentie In figuur 2 is de distributie van intentie en geslacht in de historische groep en de studiegroep weergegeven. De intenties van intoxicaties waren geclassificeerd in vier categorieën: accidentele intoxicaties, suïcidepogingen, cry-for-help acts en recreationele intoxicaties. De distributie van de intenties tussen beide groepen was significant verschillend voor zowel mannen (p < 0,001) als vrouwen (p < 0,001). In de historische groep werden de meeste intoxicaties geclassificeerd als recreationeel (42,3%) of cry-for-help act (36,6%). Het percentage recreationele intoxicaties was in 2011 sterk toegenomen: in de studiegroep was 63,1% van alle intoxicaties recreationeel. Het percentage cry-for-help acts was in 2011 afgenomen tot 18,8%.

Fig 2. Distributie van intentie en geslacht. TS = tentamen suicidii (suïcidepoging), CFH = cry-for-help act. Voor de historische groep geldt dat 100% is gelijk aan n = 3167. Voor de studie groep geldt dat 100% gelijk is aan n = 553.

De proportie van mannen was bij elke intentie niet significant verschillend wanneer de historische groep vergeleken wordt met de studiegroep. In de groepen van accidentele intoxicaties en suïcidepogingen zijn de proporties mannen bijna gelijk gebleven. In de categorie cry-for-help acts zijn de vrouwen in de meerderheid (in de historische groep was 65,3% vrouw en in de studiegroep 74,0%). Recreationele intoxicaties komen meer voor bij mannen (74,7% was man in de historische groep, 71,1% in de studiegroep).

Page 13: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

13

Producten De producten die in 2011 het meest frequent gevonden werden als middel van intoxicatie waren alcohol, benzodiazepines en analgetica. In de historische groep waren alcohol en benzodiazepines ook de twee meest voorkomende producten. In de historische groep was 5,8% van alle intoxicaties veroorzaakt door koolstofmonoxide, waarmee het het product was dat op de derde plaats stond. In 2011 was koolstofmonoxide slechts in 1,1% van de gevallen product van intoxicatie, waarmee het op de elfde van de veertien plaatsen stond. In de recente studie was geen enkel geval van vergiftiging met barbituraten, terwijl in de historische studie 1,0% van de gevallen te wijten was aan barbituraten. In tabel 1 is de ranking weergegeven van producten in beide studieperioden.

Historische groep (n=3167) Studiegroep (n=553)

1. Alcohol 46,0 1. Alcohol 73,8

2. Benzodiazepines 18,2 2. Benzodiazepines 17,2

3. CO 5,8 3. Analgetica 10,1

4. Analgetica 4,6 4. Illegale drugs 7,8

5. Illegale drugs 4,3 5. Antidepressiva 6,3

6. Antidepressiva 4,2 6. Andere 5,2

7. Chemicaliën 3,8 7. Neuroleptica 4,5

8. Andere 2,3 8. Chemicaliën 2,5

9. Neuroleptica 1,9 9. Cardiovasculair 2,2

10. Cardiovasculair 1,2 9. Antiepileptica 2,2

11. Barbituraten 1,0 11. CO 1,1

12. Antiepileptica 0,9 12. Antihistaminica 0,9

13. Antihistaminica 0,5 13. Onbekend 0,7

14. Onbekend 0,4 14. Barbituraten 0,0 Tabel 1. Ranking van de producten van intoxiatie. Naam van de productgroep met het percentage van het total. De meest voorkomende producten staan boven in de tabel, de minst voorkomende zijn onder in de tabel terug te vinden.

In 2011 was 73,6% van alle intoxicaties veroorzaakt door slechts één product. De overige 26,4% zijn intoxicaties met twee of meer producten. Hiervan is 73,3% een intoxicatie met alcohol en een ander product. Het gemiddeld aantal producten per geïntoxiceerde patiënt was 1,54 (SD 1,196, maximaal 11 producten). In de historische studie was het gemiddeld aantal producten per patiënt alleen berekend voor de patiënten waarbij suïcidepogingen en cry-for-help acts betrof. Het gemiddelde aantal was 2,4 producten per patiënt. Bestemming In de recente studie werden de meeste patiënten naar huis gestuurd na een periode van observatie op de spoedgevallendienst, namelijk 70,9%. Slechts 7,1% werd opgenomen op een afdeling in het ziekenhusi en 22,1% werd opgenomen op de psychiatrische afdeling in het ziekenhuis of in een psychiatrische instelling. In de historische studie werd slechts 61,2% ontslagen naar huis. In 10,5% van de gevallen was opname in het ziekenhuis nodig en 28,3% van de geïntoxiceerde patiënten werd verwezen naar de psychiatrie.

Page 14: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

14

Tabel 2 laat zien waar de patiënten heen gingen na hun periode op de spoedgevallendienst. De distributie van bestemmingen per product is significant veranderd voor patiënten met een intoxicatie met alcohol, antidepressiva en neuroleptica. In 2011 werden patiënten met een alcoholintoxicatie vaker naar huis gestuurd, minder vaak opgenomen in het ziekenhuis en minder vaak doorverwezen naar de psychiatrie. Bij de patiënten met een intoxicatie met antidepressiva is het percentage dat ziekenhuisopname nodig had, gestegen, terwijl opname op de psychiatrische afdeling of in een psychiatrische instelling minder frequent noodzakelijk was. Patiënten met een intoxicatie met neuroleptica werden vaker opgenomen in het ziekenhuis. Voor de bestemmingen bij de overige producten worden geen significante verschillen gevonden wanneer de historische groep en studiegroep vergeleken worden.

Historical group

Count Home Hospital Psychiatry

Alcohol * 1447 1062 (73,4%) 144 (10,0%) 241 (16,7%)

Benzodiazepines 574 261 (45,5%) 38 (6,6%) 275 (47,9%)

Analgetics 146 66 (45,2%) 15 (10,3%) 65 (44,5%)

Illegal drugs 135 97 (71,9%) 9 (6,7%) 29 (21,5%)

Antidep-ressants * 132 39 (29,5%) 5 (3,8%) 88 (66,7%)

CO 184 125 (67,9%) 55 (29,9%) 4 (2,2%)

Recent study group

Count Home Hospital Psychiatry

Alcohol * 403 312 (77,4%) 19 (4,7%) 64 (15,9%)

Benzodiazepines 95 38 (40,0%) 11 (11,6%) 46 (48,4%)

Analgetics 56 25 (44,6%) 5 (8,9%) 26 (46,4%)

Illegal drugs 43 35 (81,4%) 2 (4,7%) 6 (14,0%)

Antidep-ressants * 35 12 (34,3%) 6 (17,1%) 17 (484,6%)

CO 6 6 (100%) 0 0 Tabel 2. Bestemming versus product van intoxicatie. Absolute aantallen met percentage. Alleen de vijf meest frequent gevonden producten in de historische groep en in de studiegroep zijn weergegeven. Wanneer de p-waarde kleiner is dan 0,05 (aangegeven met een asterisk) betekent dit dat de distributie van bestemmingen significant verschillend is wanneer de historische groep vergeleken wordt met de studiegroep.

In de historische groep werd een mortality rate gevonden van 2,5 per 1000 geïntoxiceerde patiënten. In tegenstelling tot dit gegeven, overleed in 2011 geen enkele patiënt ten gevolge van een intoxicatie. In de studiegroep was de gemiddelde verblijfsduur elf uur en 41 minuten, met een minimale duur van vijf minuten en een maximale duur van twee dagen, 21 uren en 43 minuten. De mediane verblijfsduur was acht uur en 55 minuten, met een interquartile range van vier uur en 57 minuten tot vijftien uur en 52 minuten. Voor de historische groep is de verblijfsduur niet bepaald. Illegale drugs Omdat het in eerste instantie mijn bedoeling was om enkel onderzoek te doen naar partydrugs, wil ik nog iets meer informatie geven over de patiënten die illegale drugs hadden gebruikt in 2011. Illegale drugs omvatten natuurlijk meer producten dan

Page 15: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

15

enkel de partydrugs, maar in mijn onderzoek is geen onderscheid gemaakt tussen partydrugs en andere illegale drugs. Van de patiënten die illegale drugs hadden gebruikt, was 83,7% man en de gemiddelde leeftijd was 27,2 jaar. De meest gehoorde reden van gebruik was recreationeel, maar er was ook één patiënt die heroïne had genomen in het kader van een zelfmoordpoging. Het middel dat het meest gebruikt werd, was cannabis. Van de 43 patiënten die aangaven illegale drugs te hebben gebruikt, hadden 25 cannabis gebruikt. Na cannabis waren GHB (elf patiënten), amfetamines (negen patiënten), xtc (zes patiënten), cocaïne (zes patiënten) en heroïne (vijf patiënten) de meest gebruikte middelen. De overige illegale drugs, zoals paddo’s, ketamine en lsd werden slechts door één patiënt per middel gerapporteerd. Vijf patiënten hadden drie illegale drugs tegelijk gebruikt, tien hadden twee illegale drugs tegelijk gebruikt en de overige 28 patiënten hadden het bij één illegale drugs gelaten. Dit brengt het gemiddeld aantal illegale drugs per patiënt, binnen de groep van patiënten die illegale drugs hebben gebruikt, op 1,5. De gemiddelde verblijfsduur was acht uur en 25 minuten.

Page 16: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

16

Discussie Deze studie is vrij uniek, omdat het actuele informatie geeft over alle geïntoxiceerde patiënten die zich aanmelden op een spoedgevallendienst, en niet enkel over de patiënten met een intoxicatie als hoofddiagnose. Daarnaast was het een fantastische mogelijkheid om de recente, prospectief verzamelde gegevens te vergelijken met historische data die op dezelfde spoedgevallendienst vergaard zijn. Hierdoor waren we in staat om trends te onderzoeken waarbij we minimaal gebiased werden door interhospitale verschillen. Deze studie heeft uiteraard ook beperkingen. De eerste is het kleine aantal patiënten dat in 2011 geïncludeerd is. Deze limitatie maakt het wat lastig om de gegevens te vergelijken met de historische studie, aangezien in die studie een zesvoudig aantal patiënten geïncludeerd is. Daarnaast was de vergelijking met betrekking tot de producten van intoxicatie beperkt, omdat in de historische studie één product moest worden aangewezen als belangrijkste product van intoxicatie, terwijl in de recente studie meerdere producten konden worden geregistreerd. Epidemiologie Deze studie laat een verandering in de leeftijd van patiënten zien. In de historische studie was de leeftijdscategorie 25-44 de grootste, maar in de studiegroep is het percentage patiënten in deze leeftijdscategorie significant gekrompen. Patiënten zijn zowel ouder als jonger geworden. Kristinsson et al. bemerkten dat in hun studie in IJsland intoxicaties het meest voorkwamen onder patiënten van twintig tot 29 jaar [6], terwijl in een studie van Hovda et al. het aantal patiënten per leeftijdscategorie gelijk is wanneer de patiënten tussen de zestien en 49 jaar oud zijn. Voor patiënten boven de 49 jaar vonden ze lagere frequenties [5]. In onze recente studie was de gemiddelde leeftijd 36,3 jaar, wat overeenkomt met de gemiddelde leeftijd die in andere studies is aangetoond [3-5,7]. Het percentage vrouwen in onze studie was 43%. Dit is een laag percentage vergeleken met andere studies, waarin het percentage vrouwen meestal hoger ligt dan 50% [2,4-7]. Dit onverwacht lage percentage vrouwen is mogelijk te verklaren door het feit dat ongeveer een derde van alle inwoners van Leuven student is en met name veel mannelijke studenten worden aangemeld op de spoedgevallendienst in verband met een recreationele alcoholintoxicatie. Intentie De meeste patiënten hadden een recreationele intoxicatie: ze vertegenwoordigden 63,1% van alle gevallen. Een studie in Noorwegen naar intentionele intoxicaties liet een proportie van slechts 38% zien voor middelenmisbruik [7]. Als we alleen naar de intentionele intoxicaties kijken, is 67,8% hiervan een recreationele intoxicatie. Zoals eerder gezegd wonen er veel studenten in Leuven, wat ook weer een verklaring kan zijn voor het hoge aantal recreationele intoxicaties. Dit type intoxicaties komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen [5,7]. Suïcidepogingen en cry-for-help acts representeerden 30,0% van alle geïncludeerd patiënten. Van deze 30,0% was bijna tweederde (62,7%) een cry-for-help act. Zowel suïcidepogingen als cry-for-help acts werden significant vaker gepleegd door vrouwen dan mannen (74,0% vrouw, 26,0% man; p < 0,001). Dit gegeven komt

Page 17: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

17

overeen met de literatuur [2,5,7,16]. Het percentage cry-for-help acts binnen alle intoxicaties is gedaald, maar het is onduidelijk of deze reductie enkel het gevolg is van een stijging in het aantal recreationele intoxicaties, of dat er (ook) een absolute daling in het aantal cry-for-help acts is. Het aandeel van accidentele intoxicaties was klein in beide groepen. In de historische groep was slecht 8,9% van de intoxicaties accidenteel, in de studiegroep was dit percentage verder gedaald tot 4,9%. Mogelijk zijn deze lage percentages deels te verklaren door de exclusie van patiënten met een supratherapeutische dosis. Deze patiënten zijn wel geïncludeerd in andere studies met een hoger percentage accidentele intoxicaties. Producten Alcohol en benzodiazepines waren in beide groepen de producten die het meest frequent verantwoordelijk waren voor intoxicaties. Dit komt overeen met wat in andere Europese studies gevonden is [4-6]. Er was een opvallende daling in koolstofmonoxide vergiftigingen. In 2011 waren er slechts zes gevallen van koolstofmonoxide vergiftiging, waarvan drie patiënten uit hetzelfde gezin kwamen. Hieruit kunnen we opmaken dat deze intoxicaties vrij zeldzaam zijn geworden. We vermoeden dat deze daling is veroorzaakt doordat de blootstelling aan de klassieke koolstofmonoxide bronnen zoals gaskachels en gas boilers sterk is afgenomen. Deze afname werd al in 1999 beschreven door Nuytten et al. [17]. Ondanks het feit dat in de historische studie 1,0% van alle intoxicaties een intoxicatie met barbituraten was, was er in 2011 geen enkele patiënt geregistreerd met een intoxicatie met dit soort middelen. Tijdens de historische studieperiode werden barbituraten nog voorgeschreven als anti-epileptica, maar tegenwoordig worden deze middelen bijna niet meer gebruikt. Het gemiddeld aantal producten dat per patiënt was gebruikt was voor de studiegroep 1,54 en voor de historische groep 2,4. Een mogelijke verklaring voor deze schijnbare daling is de manier waarop het gemiddeld aantal producten is berekend. In de historische studie is het gemiddeld aantal producten berekend over enkel suïcidepogingen en cry-for-help acts, die vaak met meerdere producten uitgevoerd worden, terwijl in 2011 de gegevens van álle patiënten meegenomen zijn in de berekening. Zoals eerder gezegd was in de recente studie het grootste deel van de patiënten geintoxiceerd om recreationele redenen. Bij deze recreationele intoxicaties wordt meestal slechts één product gebruikt, namelijk alcohol. Ambrosius et al. demonstreerden een gemiddeld aantal producten van 2,4 per patient in een Nederlandse studie uitgevoerd tussen 2006 en 2008 [4]. In onze studie was 26,4% van alle intoxicaties veroorzaakt door twee of meer producten. In de literatuur ligt dit percentage meestal hoger [2,4-6]. Het relatief lage aantal producten in onze studie kan verklaard worden door onze inclusiecriteria. Wij includeerden ook patiënten met een intoxicatie als nevendiagnose, terwijl Ambrosius et al. alleen patiënten includeerden die een intoxicatie als hoofddiagnose hadden. De meeste patiënten in onze studie met een hoofddiagnose anders dan een intoxicatie, hadden meestal een intoxicatie met enkel alcohol, waardoor het gemiddeld aantal producten zo laag uitvalt.

Page 18: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

18

Bestemming In vergelijking met de historische studie, worden tegenwoordig meer patiënten ontslagen na hun observatie periode op de spoedgevallendienst. Logischerwijs worden minder patiënten opgenomen in het ziekenhuis, op de psychiatrische afdeling of in een psychiatrische instelling. De hospitalisatie rate van 7,1% in onze studie is erg laag in vergelijking met de rates van 31-45% die gevonden worden in andere studies [1,2,4,6,13]. Dit grote verschil is mogelijk te verklaren door het feit dat de spoedgevallendienst van Leuven enkele bedden heeft met intensive care faciliteiten. Patiënten kunnen hier onder andere beademd en gedialyseerd worden. De meeste matig tot ernstig geintoxiceerde patiënten verblijven één tot drie dagen op dit deel van de spoedgevallendienst, waarna ze naar huis kunnen terug keren. Hierdoor is het aantal patiënten dat opgenomen wordt in het ziekenhuis erg laag. Op basis van de deinstitutionalisatie in de psychiatrie in het afgelopen decennium, verwachtten we dat het aantal patiënten dat naar de psychiatrie werd doorverwezen lager zou zijn in de studiegroep, in vergelijking met de historische groep [14]. Deze verwachting is uitgekomen: in de historische studie werd nog 28,3% verwezen naar een psychiatrische afdeling of instelling, terwijl in 2011 dit percentage gezakt was naar 22,1%. De mortality rate in de historische groep was 2,5 per 1000 patiënten. Dit is consistent met de literatuur [1,2,6,13]. In 2011 is geen enkele patiënt overleden ten gevolge van een intoxicatie, maar het kan zijn dat dit komt door het beperkte aantal geïncludeerd patiënten. Onze studie laat zien dat een belangrijk deel van de patiënten op de spoedgevallendienst onder invloed is van alcohol en/of drugs. Perez et al. hebben op een traumatische spoedgevallendienst alle patienten met enig traumatisch letsel getest op de aanwezigheid van alcohol en illegal drugs. Ze ontdekten dat 21,4% van de mannen en 8,5% van de vrouwen onder de veertig jaar positief testten op illegale drugs. Deze percentages lagen nog hoger voor alcohol: van de mannen testte 24,7% positief, van de vrouwen 14,8% [15]. Ook een studie uit Noorwegen laat zien dat patiënten met een hoofddiagnose anders dan een intoxicatie regelmatig onder invloed zijn van alcohol en drugs. In deze studie werden alle patiënten op een spoedgevallendienst met letsels door ongevallen, geweld of automutilatie getest. Van de vrouwen testte 38% positief, van de mannen 48% [18]. Deze studies bevestigen dus onze bevinding dat een belangrijk deel van de patiënten op de spoedgevallendienst onder invloed zijn van alcohol en/of drugs. Illegale drugs De gemiddelde leeftijd van de patiënten die illegale drugs hadden gebruikt ligt een stuk lager dan de gemiddelde leeftijd van alle patiënten in 2011: 27,2 jaar in de groep illegale drugs gebruikers ten opzichte van 36,3 jaar in de totale studiegroep. Het percentage mannen is ook aanzienlijk groter. Maarliefst 83,7% van de patiënten die illegale drugs bleken te hebben gebruikt, was man. Dit in vergelijking met 57% mannen in de totale studiepopulatie.

Page 19: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

19

Op één na gaven alle patiënten met een intoxicatie met illegale drugs te kennen dat ze de drugs hadden gebruikt om recreationele redenen. De enige zelfmoordpoging omvatte onder andere het gebruik van heroïne, maar hier moet bij vermeld worden dat deze tentamen suïcide meer omvatte dan enkel het gebruik van heroïne. Het gemiddeld aantal illegale drugs dat de drugsgebruikers hadden gebruikt, was 1,5. In veel gevallen worden de drugs gecombineerd met alcohol, waardoor het gemiddeld aantal gebruikte producten per drugsgebruiker een stuk hoger ligt. De gemiddelde verblijfsduur was acht uur en 25 minuten. Dit is aanzienlijk korter dan de gemiddelde verblijfsduur van elf uur en 41 minuten in de totale studiegroep.

Page 20: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

20

Conclusie Deze studie laat enkele significante en vooral klinisch relevante veranderingen zien in de epidemiologie van intoxicaties en het verstrekt bruikbare informatie met betrekking tot de karakteristieken van patiënten met een intoxicatie. Omdat dit slechts een single center studie is, zijn de resultaten specifiek voor de spoedgevallendienst in Leuven. Het is niet zo dat deze gegevens ook representatief zijn voor andere spoedgevallendiensten in België of Europa. In de toekomst is het dan ook zinvol om verder onderzoek te doen naar intoxicaties in heel België en in andere Europese landen, zodat een goed beeld geschetst kan worden van de actuele stand van zaken op het gebied van intoxicaties op spoedgevallendiensten.

Page 21: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

21

Referenties

1. Vermes A, Roelofsen EE, Sabadi G, Van den Berg B, De Quelerij M, Vulto AG. Intoxication with therapeutic and illicit drug substances and hospital admission to a Dutch University Hospital. Neth J Med 2003; 61(5):168-72.

2. Tüfekçi IB, Curgunlu A, Sirin F. Characteristics of acute adult poisoning cases admitted to a university hospital in Istanbul. Hum Exp Toxicol 2004; 23(7):347-51.

3. Vitale SG, Van de Mheen D, Van de Wiel A, Garretsen HF. Alcohol and illicit drug use among emergency room patients in the Netherlands. Alcohol Alcohol 2006; 41(5):553-9.

4. Ambrosius RG, Vroegop MP, Jansman FG, Hoedemaekers CW, Aarnoutse RE, van der Wilt GJ, et al. Acute intoxication patients presenting to an emergency department in the Netherlands: admit or not? Prospective testing of two algorithms. Emerg Med J 2011; May 5. [Epub ahead of print]

5. Hovda KE, Bjornaas MA, Skog K, Opdahl A, Drottning P, Ekeberg O, et al. Acute poisonings treated in hospitals in Oslo: a one-year prospective study (I): pattern of poisoning. Clin Toxicol (Phila) 2008; 46(1):35-41.

6. Kristinsson J, Palsson R, Gudjonsdottir GA, Blondal M, Gudmundsson S, Snook CP. Acute poisonings in Iceland: a prospective nationwide study. Clin Toxicol (Phila) 2008; 46(2):126-32.

7. Bjornaas MA, Hovda KE, Heyerdahl F, Skog K, Drottning P, Opdahl A. Suicidal intention, psychosocial factors and referral to further treatment: a one-year cross-sectional study of self-poisoning. BMC Psychiatry 2010; 26;10:58.

8. Bergen H, Hawton K, Waters K, Cooper J, Kapur N. Epidemiology and trends in non-fatal self-harm in three centres in England: 2000-2007. Br J Psychiatry 2010; 197(6):493-8.

9. Kim SY, Kim MH, Kawachi I, Cho Y. Comparative epidemiology of suicide in South Korea and Japan: effects of age, gender and suicide methods. Crisis 2011; 32(1):5-14.

10. Shin SD, Suh GJ, Rhee JE, Sung J, Kim J. Epidemiologic characteristics of death by poisoning in 1991-2001 in Korea. J Korean Med Sci 2004; 19(2):186-94.

11. Fernando R, Hewagama M, Priyangika WD, Range S, Karunaratne S. Study of suicides reported to the Coroner in Colombo, Sri Lanka. Med Sci Law 2010; 50(1):25-8.

12. Fleischmann A, Bertolote JM, De Leo D, Botega N, Phillips M, Sisask M. Characteristics of attempted suicides seen in emergency-care settings of general hospitals in eight low- and middle-income countries. Psychol Med 2005; 35(10):1467-74.

13. Heyerdahl F, Bjornas MA, Hovda KE, Skog K, Opdahl A, Wium C. Acute poisonings treated in hospitals in Oslo: a one-year prospective study (II): clinical outcome. Clin Toxicol (Phila) 2008; 46(1):42-9.

14. Bruffaerts R, Sabbe M, Demyttenaere K. Emergency psychiatry in the 21st century: critical issues for the future. Eur J Emerg Med 2008; 15(5):276-8.

15. Pérez K, Santamariña-Rubio E, Rodríguez-Martos A, Brugal MT, Ricart I, Suelves JM. Substance use among non-fatally injured patients attended at emergency departments in Spain. Drug Alcohol Depend 2009; 105(3):194-201.

Page 22: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

22

16. Khlifi M, Zun L, Johnson G, Harbison R. Etiological characterization of acute poisonings in the emergency department. J Emerg Trauma Shock 2009; 2(3):159-63.

17. Nuytten LD, Dhondt EL, Sabbe MB, Meulemans AI, Crols DM, Vandermeersch EA et al. Is there an evolution in the epidemiology and follow-up of carbon monoxide poisoning victims? Eur J Emerg Med 1999; 6(4):331-6.

18. Bogstrand ST, Normann PT, Rossow I, Larsen M, Mørland J, Ekeberg Ø. Prevalence of alcohol and other substances of abuse among injured patients in a Norwegian emergency department. Drug Alcohol Depend 2011; 117(2-3):132-8.

Page 23: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

23

Registratieformulier intoxicatie

1. Man

Vrouw

2. Leeftijd: ….. jaar

3. Komt binnen zelf (al dan niet met begeleiding)

met ambulance

met PIT

met MUG

met politie

4. Patiënt(e) is niet doorverwezen

doorverwezen door huisarts

doorverwezen door psychiater

doorverwezen door antigifcentrum (bevraag expliciet)

doorverwezen door andere

5. (6) Deze intoxicatie was accidenteel

intentioneel: tentamen suïcide

intentioneel: cry for help

intentioneel: recreationeel

6. (7) Patiënt(e) heeft een psychiatrische voorgeschiedenis: Ja

Nee

7. (10) Naam, aantal en dosis van de ingenomen producten:

8. (13) Glasgow Coma Scale: V: … / 5

M: … / 6

E: … / 4

Page 24: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

24

9. (14) Symptomen:

- Temperatuur:

- Respiratoire symptomen: aanwezig

afwezig

- Gastro-intestinale symptomen (braken, diarree, buikkrampen,…): aanwezig

afwezig

- Cardiale afwijkingen (ECG afwijkingen, angor, ischemie…): aanwezig

afwezig

Verlenging QTc-interval: aanwezig

afwezig

Indien cardiale afwijkingen aanwezig, geef de voornaamste

afwijking/presentatie:

10. (16) Opnameduur spoedgevallendienst: …. d …. h ….. min

11. (17) Outcome: ontslag naar initiële situatie

opname ziekenhuis

opname psychiatrie in ziekenhuis

opname psychiatrische instelling

overlijden

12. (18) De intoxicatie is hoofddiagnose

nevendiagnose

- hoofddiagnose: …..

Intoxicatie met een drug? Vergeet niet de extra vragen in te vullen!

Page 25: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

25

Enkel in te vullen indien intoxicatie met drugs (inclusief duidelijke ethylintoxicatie):

13. (19) Herkomst patiënt(e): thuis

openbare plaats, namelijk: …..

anders, namelijk: ….

14. (20) Patiënt(e) gebruikte deze drug(s) gemiddeld dagelijks

NB: het gaat hier om de drug die het eens per week

acute probleem heeft eens per maand

veroorzaakt minder dan eens per maand

niet eerder gebruikt

terugval na onthouding (min 8wk)

anders, namelijk: …..

15. (21) Kan de patiënt(e) correct antwoorden op de volgende vragen:

Ja Nee

- Wat is de werkzame stof in de drug?

- Hoe lang duurt het voordat de drug begint te werken?

- Hoe lang houdt het effect van de drug aan?

- Wat zijn mogelijke neveneffecten van de drug?

- Wat kun je doen om deze neveneffecten tegen te gaan?

- Wat zijn de risico’s van het gebruik van de drug op de lange termijn?

16. (22) Hoe is de patiënt(e) het best te omschrijven? geëxciteerd

NB: meerdere antwoorden mogelijk geïnhibeerd

hallucinerend

anders, namelijk: …..

17. (23) Wat is het hoogst behaalde diploma van de patiënt(e)? lager onderwijs

lager middelbaar onderwijs

hoger middelbaar onderwijs

hogere opleiding

bachelor of gelijkgestelde

master of licentiaat

anders, namelijk: …..

18. (24) Wat is het beroep van de patiënt(e)? student werkloos

arbeider arbeidsongeschikt

bediende gepensioneerd

kaderfunctie anders, namelijk: ….

vrij beroep

19. (25) Deze vragenlijst is ingevuld voor de volgende drug: …..

Page 26: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

26

Page 27: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

27

Page 28: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

28

Page 29: REGISTRATIE VAN INTOXICATIES OP DE …scripties.umcg.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/... · help acts en echte tentamen suicidii, mede omdat het maken van dit onderscheid lastig en arbitrair

29

Toelichting beoordeling

De eindbeoordeling verdient enige toelichting in verband met de andere manier van

becijferen in België. Bij onze zuiderburen geven ze namelijk cijfers tussen 0 en 20,

waarbij 0 het laagst mogelijke en 20 het hoogst mogelijke aantal punten is. Het is niet

zo dat het Belgische cijfer gedeeld kan worden door twee om op het Nederlandse

cijfer te komen, want om een voldoende te halen in België moet je minimaal een 10

halen, wat dus gelijk is aan een 5,5 in Nederland.

De 18 die ik van mijn begeleiders heb gekregen staat gelijk aan ongeveer een 9,3 in

Nederland. Het exacte Nederlandse cijfers dat gelijk is aan een 18 in België, heb ik

niet kunnen vinden.