r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d...

182
))r (_ r-\ 1 1 ^. F• y '.^ . ' .^+ ^:.+^ .' . ^ : ?err.• .c (_ (_ (_ (_ (_ (_ -\ 1 -\ 1 -\ 1 \ 1 1 \ 1 1 r-\ 1 r-\ 1 r-\ 1 r-\ 1 r-\ 1 r-\ 1 r-\ 1 r-\ 1

Transcript of r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d...

Page 1: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

))r

(_ r-\ 1 1

^. F•y '.^ . ' .^+ ^:.+^ .' . ^ : ?err.• .c(_

(_(_

(_

(_

(_-\ 1 -\ 1

-\ 1 \ 1 1

\ 1 1r-\ 1 r-\ 1 r-\ 1 r-\ 1 r-\ 1 r-\ 1 r-\ 1 r-\ 1

Page 2: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal
Page 3: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal
Page 4: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal
Page 5: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

GRAAN EN GROEN.

Page 6: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal
Page 7: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Graan en Groei.

Opstellen en Dichten

DOOR

E. LAURILLARD,

AMSTERDAM,

D. B. CENTEN.1894.

Page 8: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Gedrukt bij F. E. MACDONALD te Nijmegen.

Page 9: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

EEN WOORD VOORAF.

Hier komt tot het publiek een nieuw bundeltje opstellen

en dichten.

Ik gaf er den naam aan van Graan en Groen, om-

dat het eerste woord vooral aan voeding, en het tweede

voornamelijk aan verlustiging denken doet.En 't was mijn doel, zoowel het een , als het ander, te

geven, iets nuts en iets lustigs , hier gescheiden, daar ver

-mengd.

Maar -- 't graan kan muf en 't groen kan flets zijn.

Aan den lezer de beoordeeling, hoe 't daarmee is, en voor

snij de hoop, dat deze eigenschappen niet, althans niet in

al te erge mate, aanwezig mogen zijn.

E. L.

Page 10: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal
Page 11: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

INHOUD.

Bladz.

Gebaren . • 1

Kakographie . • 27

Familienamen ........... 39

Testamenten 51

Iets over de letters. 73

Eene bijzondere diergaarde, bezien onder een bijzonder geleide 81

In de maat ligt de macht . 99

Aan de Taal . . 102

Levensmoede . . 107

Verhuizing . 110

Grafversiering . . 116

Teekeningen uit het dorpsleven . . 119

Een verarmde pachter . 125

Zelfbeh eersching .......... 129

De geslachte hit .......... 132

Het kuiken uit den dop. . 139

Dierengeluiden . . 141

Schimpnamen op beroepen . . 144,

Page 12: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

VIII INHOUD.

Bladz.

Hulp door vervolging . . 147

Een overblufte bluffer . . 1.19

Erg kleinzeerig .......... 149

Duitsch bloed . . 150

Een moedig hondje . 151

Nergens meer grond ......... 153

Een afgesproken wedloop ........ 155

Een trouwe wekker. ........ 156

Een logische kop . . 157

liet megatherium . . . 158

Een barbiershond . . 160

't Uur is net om ......... . 161

De verdwaalde sleutel . . 162

Page 13: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Gebaren.

Page 14: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal
Page 15: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Wij gebruiken dagelijks , — welke ook onze landstaalzij, — drie talen. Edne daarvan is hoorbaar en de tweeandere zijn zichtbaar. Die eene is de spreektaal en die tweeandere zijn de schrijftaal, en de gebarentaal. Ik ga hedenmet behulp van die eerste taal uwe aandacht verbinden aandie derde , dat is : ik ga spreken over gebaren.

Gebaren noemen wij, — ieder weet dat, — houdingen enbewegingen van het lichaam , inzonderheid hand- en arm-bewegingen , die Of op zichzelve eene gedachte of eene ge-waarwording uiten, Of de uitdrukking versterken en ver

-duidelijken van het woord, dat eene gedachte of eene ge-waarwording vertolkt.

De meeste gebaren, die wij maken, zijn natuur. Maarvan sommige gebaren kan men dit niet zeggen. Sommigegebaren berusten, namelijk, op een volksbegrip of op con-ventie. Wat zulk een volksbegrip betreft, zoo is het degewoonte van velen, om bij een dreigend gevaar onmiddel-lijk een kruis te slaan, — het teeken immers, waaraan

Page 16: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

4 GEBAREN.

men van ouds de kracht toeschreef. om onheilen en boozeinvloeden te weren. — Een ander voorbeeld : onder kinderenbestaat hier en daar het gebruik , om , ten blij ke dat zewaarheid spreken, op den wijsvinger wat speeksel te bren-gen en dit voor zich uit te werpen, of wel, den wijsvingerin den mond te steken en dien dan nat omhoog te heffen.

Het volksgeloof toch meent , dat wie liegt , dit niet kan,eene meening , waar de zedelijke waarheid in schuilt ,' datwie liegt, niet gerust is , en de physiologische waarheidtevens, dat onrust en angst de speekselafscheiding strein-men. — En wat nu aangaat gebaren van conventie , zoowijs ik u op wat men noemt: „iemand het heilige kruisnageven" , d. i. achter een vertrekkende met de twee armeneen kruis maken , eene beweging , die de beteekenis heeftvan eene zegenbede , maar dan ook nog eene bij beteekeniskrijgt, zoodat de zin deze wordt : „ik wensch je alles goeds,maar dankbaar ben ik , dat ik je rug zie". — Ieder onzerheeft nu en dan van die bezoekers, wier bezoek een bezoe-king is , en wier rug daarom dat verruimend gevoel vandankbaarheid opwekt. Een ander voorbeeld : als bij de oudeRomeinen twee zwaardvechters kampten , door duizendenmet gretige blikken aangezien, — want die oude tijd waszoo ruw, moet gij denken; onze beschaafde eeuw is heelanders; zoo kijken, om iets te noemen, in 't godsdienstigeEngeland duizenden met welgevallen naar een paar boksers,die elkaar de tanden uit den mond slaan en elkander eenbloedspuwing stompen, maar wat is dat ook veel nobeler enfijner! — zoo kijken in liet devote Spanje duizenden met wel

-gevallen naar een verwoeden stier , die voortdurend wordtgestoken en doorkorvenven en die dan op zijn beurt eenige arme

Page 17: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

GEBAREN. 5

paarden de ingewanden uit het lichaam scheurt, maar wat is

dat ook veel nobeler en fijner ! -- nu , maar in dien zoo ru-

wen, ouden tijd, bij de Romeinen, was 't een volksvermaak,zwaardvechters kampend te zien. Bracht nu de een denander eene ernstige verwonding toe, dan riep het volk metgeestdrift: „hoc habet !" die heeft hij beet!" En als dande verwonde neder zeeg en zijn arm ophief met den wijs-vinger vooruit naar 't publiek , was dit een teeken, dat hij

hun oordeel vroeg, en dan beteekenden de opgestoken vuisten,

met den duim er in geklemd , gratie, maar de opgeheven

handen met den duim in de hoogte : dood. Dit waren dus

gebaren, niet gegrond in de natuur, maar op conventie be-rustend. En zoo is ook tot de conventioneele gebaren te

rekenen het gewone gebaar bij den eed , het opsteken vande twee voorste vingers der rechterhand, — waarbij in-tusschen altijd goed moet worden toegekeken , of die tweevingers wel aaneengesloten worden gehouden , want er be-staat een volksbegrip, dat het opsteken van twee gespreidevingers den zweerder niet bindt.

't Meer of minder gebruik maken van gebaren hangtsamen met de meerdere of mindere levendigheid van denspreker, en deze veelal weer met de meerdere of minderelevendigheid van den volksaard. Zoo zijn de zeer prikkel

-ba re Oosterlingen zeer rijk in gebaren. Zelfs de hedendaag-sche Israëlieten, door zoovele eeuwen en door zoovele mijlenvan het Oosterland gescheiden, hebben nog in hooge matedie veelheid en levendigheid van gebaren bewaard. Somsbreidde het gebaar zich tot eene volledige handeling uit, —bij voorbeeld, als iemand tot teeken van rouw of ontzettingzijn opperkleed scheurde, of tot betuiging van onschuld de

Page 18: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

6 GEBAREN.

handen zich wiesch. Geen wonder , dat dergelijke , tot uit-voerige handelingen verbreede , gebaren voornamelijk voor

-kwamen bij de profeten , de mannen der geestdrift en derbezieling, bij uitnemendheid. De profeet Ahia scheurde zijn

gewaad in twaalf stukken en reikte er tien van aan Jero-

beam over, daarbij hem aanzeggend, dat tien stammen van

de twaalf zijn deel zouden zijn. De profeet Jeremia smeet

voor de oogen der oudsten en priesteren een aarden kruikin stukken, met het woord : „zoo zal 't gaan niet deze staden dit volk, vernield en niet meer heel te maken." Deprofeet Agabus bond zichzelven voeten en handen met den

gordel van Paulus en sprak : „dit zal het lot worden deseigenaars van dezen gordel." En op de lijn van diezelfdeprofetenmanier bewoog zich Jezus, toen hij , kinderzin aan-bevelende , feitelijk een kind uit de schare nam en daaropwees als model, en toen hij, om tot zelfverloochenende liefdete manen , doek en bekken opvatte en het slavenwerk der

voetwassching aan zijne jongeren voltrok.Maar wij keeren terug tot het gebaar in den engeren en

meer gewonen zin, om daar verder nu ook bij te blijven.Groote kracht kan het gebaar bijzetten aan 't gesprokene

woord. Ik hoorde eens den vermaarden Spurgeon. Hij

schetste den toestand van een mensch, die door een ont-

waakt schuldbesef wordt beklemd, beangstigd, gejaagd, van

vrees tot nog erger vrees, en van deze tot vertwijfeling.

Dien mensch stelde hij voor onder 't beeld van een man in

een brandend huis, die radeloos voor het venster staat, die

niet meer weg kan, dien de vlammen al meer naderen, de

rookwalmen al meer tot stikkens toe benauwen. Maar -- —

op de straat staat er een, — Jezus is zijn naam, — en die

Page 19: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

GEBAREN. 7

ziet naar dien rampzalige en die roept hem toe, dat hij een

sprong moet wagen en zich in zijne armen moet werpen.Had de redenaar dit alleen gezegd, 't ware niet zonder in-druk gebleven, maar honderdmaal machtiger werd die in-druk, toen hij daarbij met volkomene natuurlijkheid dehouding aannam van iemand, die in zijne uitgebreide armeneen ander opvangen wil. Die houding was de treffendecommentaar op zijn woord: „Drop in my arms! I am strong!"De vermelding werd teekening, de taal werd handeling enleven.

Maar veel vermag ook het gebaar zelfs zonder woord.Daarom heeft men al sinds eeuwen her bij de onderschei

-dene volken de ook onder ons nog gangbare pantomimebeoefend , de voorstelling van eene mythe , een stuk ge-schiedenis of een voorval uit het dagelij ksch leven , doorgebaren alleen. 't Volk noemt het stomme pantemien. Ennaardien ik dikwijls opmerkte , dat het volk gaarne eenonbegrepen woord vervangt door een ander, dat -iets be-

grijpelijks heeft , bevreemdde het mij niet , toen ik eenseen man uit het volk hoorde zeggen : „nou , zoo as uwewel kan nagaan, ik zei maar niks, ik speulde maar zoo

wat stomme tante Mien." Pantomime begreep hij niet,

maar door daarvan te maken eene tante , die Mien heette

en stom was, hielp hij zich aan iets zeer begrijpelijks ;

een „stomme tante Mien", dat gaat best.Pantomimische voorstellingen van kleinen omvang geeft

iedereen af en toe in het dagelijksch leven, dat wil zeggen,

iedereen bezigt nu en dan een gebaar zonder w oorden en dat

terstond door wie liet zien wordt verstaan. — Ik zie een on-

derwij zer , die voor de klasse zijner leerlingen staat; in die

Page 20: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

8 GEB.AREN.

klasse gonst eenige rumoerigheid; en nu beweegt de manlichtelijk de opene rechterhand op en neer , en al de knapenverstaan , dat dit zeggen wil: "stil wat!" - Ik zie een baas,die een loopjongen uitvetert over eene boodschap , die ver­keerd is gedaan; de jongen wil nog iets inbrengen, maarzwijgend strekt de baas zijn arm uit in de richting naar dedeur, en aanstonds begrijpt de jongen, dat het voor hem't veiligst is, een eclips te vertoonen. - Ik zie een werk­man, aan wien door een kameraad wordt gevraagd, wathij tot belooning van zekere mooie daad heeft gekregen;en de eerstgenoemde strijkt, zonder spreken, het binncn­vlak van de rechterhand met een soort van klap over't binnenvlak van de linker, en de andere vertaalt voorzich oogenblikkelijk die beweging met: "niks niemcndalniet!" - Ik zie een meisje, dat aan een vriendin iets ver­telt; ik weet niet, wat het is; alleen hoor ik nu en danhet persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de. verhaal­ster den top van haar wijsvinger op haar saamgeslotenelippen legt, dan begrijpt de andere dadelijk, dat dit betee­kent: "maar, zeg! je houdt je mond , hoor!" - Ik zie eenstraatjongen, van wien door een makker een ondeugendestreek wordt verklikt; maar nu krijgt de verklikker, alszoodanig, een oorveeg, en de bedrijver loopt vrij; en als nudie bedrijver zijn duim aan den neus brengt, met de viervingers uitgespreid, begrijpt de andere zonder moeite , datdit zeggen wil: "daar ben je leelijk in geloopen!" - Ik ziezekeren heel' Meijer, tot wien een ander met eenige opge­wondenheid zegt: "zoo, dag, Muller! hoe gaat het?" en devoor Muller aangeziene Meijer tikt met zijn eersten vingerop zijn voorhoofd, en onmiddellijk verstaat de man , die

Page 21: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

GEBAREN. 9

zich vergiste : ,,je bent zeker gek !" — Ik zie een slagers-

knecht, die 't bestelde vleesch aan een aardig dienstmeisje

toereikt, maar met de verklaring der hoffelijkheid: „zeg,

Kee ! jij ziet er toch nog heel wat smakelijker uit , als die

biefstuk ;" en Kee licht den linkerelleboog in de hoogte,

waaruit de slager aanstonds begrijpt : „loop heen , maar

loop niet te gauw heen." En zoo zouden nog vele proevenvan alledaagsche pantomime kunnen aangevoerd worden.

Merkwaardig is de natuurlijke gevatheid , waarmee iemand

een passend gebaar weet te vinden , in geval de spreek taal

hem niet ten dienste staat. Zoo hoorde ik eens van een

Hollandsche juffrouw, die in Engeland was, maar de lands-

taal niet sprak , en die , toen zij twee eieren begeerde , on-

der een kakelend geluid een ovalen vorm met haar' vinger

-top op het tafelvlak trok en vervolgens twee vingers om-hoog stak ; en zij werd terstond begrepen. En een heer ,

die een varkenskarbonade verlangde , wees eenvoudig op

zijne ribben en knorde. Ook hij werd onmiddellijk doorden bediende verstaan en blijkbaar schaadde het zijn eetlust

volstrekt niet, dat die bediende bij zijne vingerwijzing opzijne ribben zoo spoedig aan de ribben eener andere schep

-selensoort had gedacht. — Natuurlijk is de gevatheid, om

passende gebaren te vinden, het sterkst bij hen, die nooit

kunnen spreken, de stommen. Een stomme slaat gedurig

een heel stuk vingerspraak over, door één gebaar, dat het

bedoelde op eens aangeeft, in plaats van letter voor letter.

Hoe zoudt gij mij zeggen, door gebaren alleen: „ik ben

zoo moe door de trap op te komen ?" Een stomme zei mij

dat eens door beurtelings zijne handen boven elkaar teplaatsen, — dat was de trappenloop, — daarna niet de vuist

Page 22: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

10 GEBAREN.

Op zijn hart te bonzen — dat was de vermoeidheid , -- en

toen met hand en hoofd de bekende beweging te maken,

,die wil zeggen , dat iets erg is. — Hoe zoudt gij zeggen,

door gebaren alleen : „daar is de domfine" ? 'k Heb een

,stom weesmeisje gekend , dat , als ze mijne aankomst in

't gesticht wilde verkondigen , een gebaar maakte , waar

-neê zij zich als 't ware een driepuntig voorwerp op 't hoofd

zette. Wel was dat een anachronisme, want ik droeg geen

Bteek meer , maar toch was haar gebaar voor een ieder

begrijpelijk.. Intusschen , ofschoon ieder van nature gebaren vindt en

vertoont , toch is ook in deze zaak leiding en oefening wen-schelijk. Ook dit heeft men van ouds gevoeld. En vanouds werd bepaaldelijk aan hen , die als redenaar of too-neelspeler wenschten op te treden, les gegeven in 't ge-bruik van gebaren. Een beroemd meester daarin was deRomeinsche tooneelspeler Quintus Roscius, die dan ookals zoodanig in zoo hooge eere stond, dat de Senaat hemeen jaargeld toelegde van, — naar onze rekening, — onge-

veer f 30000,—, eene daad, waartoe vele Senaten tegen

-woordig niet gezind zouden zijn. Cicero, zelf als redenaar

Zoo groot, had ook hooge achting voor het kunsttalent van

Roscius. En Macrohius verhaalt ons, in zijne Saturnalia,

van merkwaardige oefeningen en wedstrijden, herhaaldelijk Cicero en Roscius te zamen gehouden 1). De wedstrijd

bestond dan, namelijk, hierin, wie 't het langst kon vol-

') II, 10. Constat contendere eum (Ciceronem) cum ipso his-trione (Roscio) solitum, utrum iiie saepius eandem sententiamvartis gestibus efficeret, an ipse per eloquentiae copiam sermonediverso pronunciaret.

Page 23: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

GEBAREN. 11

houden , Cicero in het uitspreken van denzelfden zin op

verschillenden toon, of Roscius in het vinden van een ge-

baar, dat telkens bij den geul ten toon weder paste. Laatmij eens een voorbeeld stellen. 't Is bekend, dat Caesar ,toen hij door de saamgezworenen werd aangevallen enontdékte, dat zich onder hen ook Brutus bevond, die steedsdoor hem was begunstigd geworden, dezen de vraag toe-voegde : „Tu quoque ?" „Ook gij ?" — Ernstige en gevoel-

volle vraag, — al heeft de Schoolmeester , die alles in het

gekke gooit, zoo ook met deze vraag gedaan, door te

schrijven:

Maar nauwlij ks ziet hij Brutus, of hij uit ,

Terwijl hij een traan inslikt en overluidVoor de laatste maal zijn neus in zijn toga snuit,

Dat onvergetelijke : „T u quoqué ?"Alsof hij zeggen wou : „Doe jij ook meê ?

Wel foei! dat is al té !"

Maar dat laat ik voor des Schoolmeesters rekening. Ikvat de vraag in haren ernst weder op en ik wil , bij wijzevan voorbeeld, eens aannemen, dat op een keer Cicero enRoscius die twee woorden tot punt van oefening kozen.Welnu, dan zei Cicero verwonderd: „ook gij ?" en Rosciusmaakte het gebaar van een verwonderden Caesar; Cicerozei verontwaardigd: „ook gij ?" en Roscius maakte het ge-baar van een verontwaardigden Caesar; Cicero zei bedroefd:„ook gij ?" en Roscius maakte het gebaar van een bedroef

-den Caesar, — en zoo voort. — Een ander tijdgenoot vanCicero, en beroemd redenaar, als deze, was Hortensius, —

Page 24: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

12 GEBAREN.

Quintus Hortensius Hortulus , — die zoozeer een meester

was in 't gebaar en de voordracht , dat , — naar het zeg-

gen van Valerius Maximus , — het genot van hem te

zien spreken niet minder was , dan 't genot van hem te

liooren spreken. Dat kan. Die zich een Athanase Coque-

rel en een Abraham des Amorie van der Hoeven herinne-

ren , zullen , geloof ik , gE neigd zijn , van hen hetzelfde te

zeggen. — Maar op zulk eene hoogte te staan , dat is niet

louter natuur , dat is geoefende , ontwikkelde , verrijkte,

geadelde natuur. En daar schuilt heel wat arbeid in enheel wat vlijt en volharding. Van zelf denken we hier

aan een Demosthenes , die immers een spraakgebrek afleerde,door steentjes in den mond te nemen ; die de kracht zijnerstem versterkte , door op 't strand tegen de zeewinden inte spreken , en die zich voor eenige maanden opsloot , na

-dat hij de helft van zijn hoofdhaar had laten afscheren ,om te minder in verzoeking te komen , zijn stille oefen-plaats te verlaten. Maar toen trad hij dan ook op , hij,

de wapensmidszoon , met een taal en een voordracht, meer

dan 't geduchtste wapentuig machtig, en, waar hij sprak,

met stern en gebaar, daar schudde Philippus' koningstroon,dat hij kraakte en scheurde!

0, zeker! veel komt het er op aan, wat men zegt, maaronnoemelijk veel komt het er ook op aan, hoe men 't zégt.Wij weten, dat dezelfde Demosthenes, op de vraag, watvoor een redenaar in de eerste plaats van belang is, tenantwoord gaf: „de voordracht"; en op de vraag: „en wat

ten tweede ?" wederom zei: „de voordracht"; en op devraag: „en wat dan ten derde ?" nog eens weer zei: „de

voordracht". Wij gevoelen, dat daar waarheid in ligt.

Page 25: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

GEBAREN. 13

Als gij iets gewoons zegt , maar 't goed zegt , zijt gij krach-

tige • , dan als gij iets moois of verhevens zegt , maar gij

zegt het verkeerd. Bij de beoefening dan ook van de wel-sprekendheid , 't zij voor de raadszaal , 't zij voor den kansel,'t zij voor de balie, 't zij voor het tooneel , komt het erveelal hoofdzakelijk op aan , dat men afleere , wat ongepasten verkeerd is. Laten we eens even op eenige niet zeld-zame ongepastheden en verkeerdheden letten.

Iemand kan in zijn gebaren te rijk , te overvloedig zijn.

Met recht heeft Kneppelhout gezegd , dat het gebaar nietveel meer moet zijn, dan kantteekening bij de taal. En zooals een boek er niet aantrekkelijk uitziet, dat haast bij ieder

stukje tekst eene noot heeft , zoo is een spreker niet aan-

trekkelijk, die niet zijne veelvuldige gebaren zijne woorden

eer overvleugelt , dan steunt. 'k Heb van twee personen ,die op zeer ongelijkslachtig gebied zich een hoogen roemvan welsprekendheid verwierven , altijd dit hooien zeggen ,dat het geheim hunner kracht voor een groot deel gelegenwas in de soberheid van hunne gebaren , — Van der Palmop den kansel en Rachel op 't tooneel.

Maar iemand kan in zijn gebaren ook te eenvoudig zijn.Ik heb een prediker gekend, die er, wel beschouwd, niet veelmeer dan één gebaar op nahield, — dit, dat hij niet de eentonigeregelmatigheid van een klokslinger telkens om beurten de,opene rechterhand rechts en de opene linkerhand links uit-

-strekte, zóó, dat velen, niet onnatuurlijk, er deze vertaling

aan gaven: „daar heb jij een schep en daar heb jij een

.schep; en nou jij nog eentje, en jij ook nog eentje." Dateenvormige staat niet zelden in nauw verband met eenbovendrijvend karakter in den spreker. Ik herinner mij

Page 26: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

14 GEBAREN.

een spreker , die geen loodje vleesch van een gemoeds- ofgevoelsmensch aan zijn lichaam had, maar geheel en al deman was van 't verstand , van 't betoog , van de logica.Welnu, negen keeren van de tien bestond zijn gebaar hierin,dat hij de toppen van duim en wijsvinger samenbracht ende drie andere vingers omhoog hield, — de gewone bewe-ging, immers, van iemand, die beweert, die betoogt, dieverklaart. En een ander staat mij voor den geest, bekendals een kemphaan, in menschengestalte, altijd in opstand,altijd geprikkeld, altijd vechtlustig, altijd slagvaardig. Wel-nu, zijn alles overheerschend en gestadig wederkeerend ge

-baar bestond in 't opsteken van twee gebalde vuisten, —en de hoorder had dan voortdurend tusschen die twee vuistendoor het aangename kijkje in een gemoed, als een krater.

Iemand kan in zijn gebaren te wild zijn, geheel verge-tende de les , die Beets eens gaf in de woorden:

Weerhoud uw arm en hand van haam'ren, zwaaien, roeien;De molenwiekerij drukt geen verrukking uit. 1 )

'k Was eens gast aan een feestdisch, waar men de welwat burgerlijke manier had gevolgd, van iedere vrouw teplaatsen naast haar eigen man. En nu was er één dergasten, die niet opstond, om een heildronk uit te brengen,of zijne gade ging bukkend over zij zitten, om hem ruimtete laten. 't Mensch bleek te weten, dat haar echtvriendeen groote slagwijdte noodig had, als hij hartelijk begon teworden en aan 't heilwenschen ging.

') Gedichten. II. 391.

Page 27: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

GEBAREN. 1 ok

Een ander geval:

In een kerk stond een preêker te galmen,Met een klaaglijke, huilende stem,

En zijn lijf en zijn leden verwrong hij,Als omsloot hem een pijnlijke klem.

Een klein meisje, naast moeder gezeten,Zag dat alles voor pogingen aan,

Om zijn houten omkleedsel te ontkomen;En, oprecht met zijn toestand begaan,

Kwam ze dicht naar het oor van haar moeder,En zij vroeg haar met fluist'rend geluid:

„Lieve moe! wil dan niemand eens helpen?Waarom laten ze 'm toch er liet uit ?" 1 )

Iemand kan in zijn gebaren volkomen onnatuurlijk zijn.Natuurlijk noem ik het, als men bij eene telling den topvan den rechter wijsvinger achtereenvolgens langs de toppenlaat loopen van de vingers der andere hand. Maar de her-innering brengt mij een spreker voor de oogen, die bij eeneopsomming altijd met de volle rechterhand achtereenvolgensden duim en de vingers omvatte der linker; — dat was on-natuurlij k. — „Hoe gaat het ," zoo vroeg ik eens iemand ; —„hoe gaat het tegenwoordig in Indië , met je suikerfabriek ?"— En zijn antwoord, maar met wild en onstuimig zwaaiendearmen gegeven, Was dit: ,,ellendig; de heele boêl staat stil't is alles in Indië ellendig stil tegenwoordig!" Onnatuur-lijk, om zoo veel bombarie te maken bij 't vermelden vanstilstand.

1 ) Uit mijn: Door meer dan één kijkglas in 't leven gezien. BI. 194,

Page 28: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

16 GEBAREN.

Daarentegen kan iemand in zijn gebaren weer te natuur-lijk zijn. Mij is verhaald van Spurgeon , -- maar dat heb ikniet gezien, — dat hij eens , om aan te duiden , dat de wegdes behouds moeite eischt, maar dat het gemakkelijk gaat,zich op den weg des verderfs te bewegen, eerst langzaam enhijgend de trap van een preekstoel opklom , en daarop zei :„such is the way to heaven !" maar toen zich langs de leu-ning, — rutsch ! — naar beneden liet glijden, met het woord:„such is the way to hell !" Als hij dat werkelijk gedaanheeft, was hij , dunkt mij , wel wat al te natuurlijk. Alte natuurlijk was het ook , toen een prediker zijne woor-

den : „terug , terug , gij , die in de strikken der ondeugdverward zijt !" vergezeld liet gaan , eerst van eene bewe-ging , alsof hij met alle macht iemand achteruit moestduwen , en toen van een ongeregeld handengedraai , dat hetbegrip van verward en verwikkeld verduidelijken moest. --'k Heb een ambtgenoot gekend , die bijzonder ingenomenscheen met eene preek , die hij had, over Mozes aan denN ij lkant , gevonden en opgenomen door Farao's dochter;want die preek deed hij dikwijls , op zijne eigene stand-plaats en elders. Nu , als hij dan was aan 't moment, datde prinses het kindje in hare armen kreeg, dan verbeelddehij de prinses, en dan troetelde en koesterde hij zoo na-tuurlijk het door hem gedragene kindje, en hij knikte hetherhaaldelijk met een zoo teeder glimlachje toe, dat devoorstelling eenvoudig dwaas werd, door al te natuurlijkte wezen. Nog weer een ander had blijkbaar eene bij zon

-dere voorliefde voor zijne leerrede over de zwijnen van, G a-dara. En als hij die leerrede gebruikte, wat hij ook meerdan eens deed, dan bootste hij vooreerst met een op en

Page 29: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

GEBAREN. 17

neêr schuddend lijf het rennen na van de verschrikte var•kens , en as hij dan zeI : ,,Toen poften ze allen van derots af in zee ," Neef hij over den rand van den preekstoelnog een poos naar de denkbeeldige zwijnen in de dieptestaan kijken. Niets aardig voor de juifrouwen , die danonder hem zaten.

ik sprak voor en na van personen , die ik gekend of ge-zien heb. Maar 't gebeurt ook wel eens , dat ik onwillekeu-rig mij eene voorstelling maak van houding en gebaarvan historische personen in gewichtige momenten hunslevens. Dan zie ik in de verbeelding, bij voorbeeld, houdingen gebaar van een Jeftha, in zijne ontroering, als hij tot zijnedochter zegt : ,,mijn kind! arm kind! ach ! dat gij het moetwezen ! ach ! gij breekt mijne ziel !" - van een Nathan, inzijn ernst , als hij op den schuldigen David toetreedt methet woord ; ,,gij zijt die man! " - van een Johannes , inzijne verontwaardiging , als hij een bent van schijnheiligentoespreekt : ,,adderenteelt ! hoe zoudt gij uw oordeel ont-vlieden ?" - van een Paulus , in zijne bezieling , als hij totzijn schitterend gehoor de woorden richt : ,,Ik wenschtewel van God, dat gij alien waart zooals ik, uitgenomendeze banden !" - van een Socrates, in zijn gevoel vanwaarde, als hij tot zijne rechters zegt: ,,wat ik verdiendheb, is niet de dood, maar 'k heb verdiend op Staatskos-ten te leven !" - van een Marius, in zijne stoute fierheid,als hij tot den Galliër, die hem dooden moet, spreekt:,,mensch! zult gij het wagen, Cajus Marius om te brengen ?" - van een Ambrosius, in zijn heiligen moed, alshij keizer Theodosius in den weg treden durft met hetwoord: ,,gij komt niet binnen, in mijn kerk, gij, die uwe

2

Page 30: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

18 GEBAREN.

hand met onschuldig bloed hebt bezoedeld !" — van eenBonifacius, in zijn vredige kracht, als hij tot zijne volgers,die zijn leven willen verdedigen , spreekt : „strijdt niet,mijne kinderen ! de dag is gekomen , dien ik al lang heb

verwacht !!" — van een Godfried , in zijn vromen deemoed,als hij de koningskroon van zich wijst met het woord: „ikdraag geen kroon van goud , waar mijn Meester een kroon

droeg van doornen !" — van een Arnold van Winkelried,

in zijn patriottische geestdrift , als hij tot zijne krij gsmak-kers zegt : „vrienden ! ik baan u door de vijandelijke lanseneen weg ; zorgt gij voor mijne vrouw en mijn kinderen !"— van een Knox, in zijn sarkastische gestrengheid, als hijaan Maria Stuart en haren hofstoet de woorden toevoegt:„een heerlijk leven, zoo, nietwaar ? een leven, als een dans;jammer maar, dat het een dans naar den Dood is !" — vaneen Luther, in zijn ongeschokten geloofsmoed, als hij voorde te Worms vergaderde vorsten verklaart : „hier sta Ik;ik kan niet anders ; God helpe mij !" — van een Willemvan Oranje , in zijn ongebroken vertrouwen , als hij op devraag, of hij dan nu geen potentaat meer tot bondgenootheeft, ten antwoord geeft: „jawel, den Potentaat der poten-taten!" -- en van Een, die meer was dan deze allen , inzoo menig oogenblik, waarin hij een woord uitliet, dat his.torisch, wereldhistorisch zou worden. — Of nu de voor

-stelling juist is, die ik mij vorm, van houding en gebaarvan al die personen in al die gevallen, dat kan ik nietzeggen. De geschiedenis gaf ons die woorden over, maarvoegde geen beschrijving van de gebaren er bij.

Doch, op één geval kan ik - u wijzen,, dat eene uitzonde-ring maakt, doordien het een redenaar betreft, van wienL

Page 31: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

GEBAREN. 19

een bepaald gebaar , in een bepaald moment , door de ge-

schiedenis is beschreven geworden. Wij zijn , -- 't is in 't

jaar 1704, — in de hofkapel te Versailles. Daar heeft plaatsgenomen Lodewijk XIV , van een grooten kring van hove-lingen omringd. En voor die schitterende vergadering isopgetreden de welsprekende en indrukwekkende predikerMassillon, — de man, die wel genoemd is „le Racine de lachaire et le Cicéron de la France," en tot wien de genoemdekoning eens het merkwaardige woord heeft gericht : „Alsik andere predikers hoorde , was ik menigmaal zeer tevre-den over hen; maar als ik u hoorde, was ik altijd zeerontevreden over mijnelven." Jammer, dat de ten onrechtezoo hooggeroemde vorst dat vonkje van beter gevoel zoospoedig weer uittrapte , en aan de even onzedelijke , alsdevote Markiezin de Maintenon dan toestond, om braaf meête trappen. Maar , laat ons luisteren. Massillon spreekt zijnezoo vermaard gewordene rede uit sur le petit hombre des élus,over het klein getal der uitverkorenen. Daarin zegt hij onderanderen , dit : „Ik wil eens onderstellen , mijne hoorders!dat straks Jezus Christus in dit heiligdom verschijnen zal,en dat gij hier zijt gekomen, om te vernemen, of hij vooru een woord van genade, dan wel, een doemvonnis heeft.En nu vraag ik u, of hij het meerendeel der hier aanwezi-gen aan zijne rechterhand zetten zal, — of, zoo niet hetmeerendeel, dan toch velen. Gij weet het niet; Ik ook niet;maar wel weten wij, dat wie in de zonde leeft, hem niettoebehoort. Wie zijt gij? Titels en waardigheden reken ikniet; daarop zal ook uw Rechter niet letten. Maar ik vraagu: wie en wat zijt gij? Velen uwer zijn zondaars, die zichniet willen bekeeren; nog grooter is 't getal van hen, die

Page 32: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

20 GEBAREN.

wel willen zouden , maar 't steeds nog uitstellen ; anderenbekeeren zich met geen ander gevolg, dan dat ze weder totzonde vervallen ; weer anderen achten voor zich de bekee-ring onnoodig. Laat ons nu deze vier soorten eens aftrek-ken van 't getal der hier vergaderden , wie van u schietendan over als vromen ? Treedt vooruit, gij, rechtvaardigen!Wie zijt gij ? Uitverkorenen Israël s ! staat nu op, om eeneeereplaats in te nemen naast uwen Rechter , om u af tescheiden als de goede tarwe van het kaf, dat ten vure ge-doemd is. 0 , mijn God ! waar zijn ze ? Waar zijn Uweuitverkorenen ? Waar zijn ze , die waarlijk Uw eigendomzijn ?" — En toen de redenaar aldus sprak , maar vooral,toen hij na die laatste vraag, als in afwachting, zweeg, eneene wijle bleef wachten , en daarna met de beide handenhet gedoken aangezicht dekte , — toen, zoo heeft de Ge-schiedenis opgeteekend, voer er blijkbaar eene siddering doorhet hart van den koning en door de harten van heel dienglansrijken kring om hem heen.

Rijk in verscheidenheid zijn onze gebaren, doordien zij zichaanpassen aan zooveel verschillende toestanden , gedachtenen gemoedsbewegingen. Bij dat laatste woord denk ik aanCicero's woord: „Elke gemoedsbeweging heeft van nature ,om zoo te zeggen, een eigen gelaat, een eigen toon en eeneigen gebaar." 1) We hebben - daar al veel van gezien. Erzou nog veel aan toe te voegen zijn. Bij oorbeeld: die ueen aanmoedigend zetje wil geven, plaatst den duim tegenden middenvinger en laat hem schieten met een klap; die

1) Omnis motus animi suum quendam a natura habet vultuinet sonum et gestuin.

Page 33: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

GEBAREN. 21

leedvermaak geniet , omdat gij er in zijt geloopen , slijptmet de beide voorste vingers over elkaar ; die er voor uitdurft komen , dat hij de man is , tikt zich met den midden

-vinger op de borst ; die iets niet om aan te zien vindt,richt het hoofd rechts en de twee handen naar links ; diescherp luistert, of hij werkelijk iets hoort, steekt den wijs-

vinger in de hoogte , in de buurt van zijn oor ; die geldbe-

zit aanduiden wil, maakt met duim en wijsvinger een tel-lende beweging , en die niets te doen heeft en tevens goedig

tevreden is, legt zijn handen op de maagstreek en draait metzijn duimen. De blijdschap slaat de handen tegen elkaar; deverrassing steekt ze met uitgespreide armen omhoog ; deweerzin maakt met de linkerhand 'eene afwijzende beweging;de blooheid steekt den top van den wijsvinger in den mond;het uitdagend zelfvertrouwen zet de handen in de zij ; deverlegenheid brengt een krabbende hand achter 't oor ; en deverliefdheid legt een vlakke hand op het hart. Maar bij 't na-denken behoort het aanleggen van den wijsvinger aan denneus, — al is 't eenigszins vreemd, dat daar de neus in betrok-ken wordt ; misschien is 'tin gebruik gekomen, doordien velernadenken niet veel verder gaat, dan hun neus lang is,waarom zeker onze taal ook de titels vormde van neuswij-

zen en van wijsneuzen, twee waardigheden, waarvan ik het.verschil niet met juistheid uiteenzetten kan. Bij de dreigingbehoort de opgestoken vinger, namelijk, als 't geval niet al.te ernstig is; anders, de gebalde vuist; met een opgesto-

ken vinger dreigt de . h ofj esj uffrouw hare poes, die wil

snoepen; maar met een gebalde vuist dreigt in stilte de

nihilist den Czar, als vertegenwoordiger, — misschien per-soonlijk niet zoo schuldig, — maar als vertegenwoordiger

Page 34: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

22 GEBAREN.

van een ellendig regeeringssysteem. Bij den ootmoed be-hooren de over de borst gekruiste armen met vlakke han-den en 't gebogene hoofd , terwijl de over de borst ge-kruiste armen met gesloten vuisten, en daarbij 't opgehe-ven hoofd , het teeken zijn van vasten moed en van rustigekracht. De saamgevouwen handen zijn het attribuut vanden biddende , en bij den smeekende richten zich de neersaamgewrongen , dan saamgevouwen , handen vooruit enomhoog. En eindelijk , om maar niet meer , dan nog ditééne , te noemen , 't gebaar van het afscheid nemen , dewuivende hand. Ik zie een paar ouders , in de deur vanhun dorpshuisje de oudste dochter naoogend, die naar eendienst in de stad gaat , — de eerste verbreking van denkring van 't gezin, — en als die twee haar nog telkens groetenmet wuivende hand , en zij , gedurig nog eens omkijkend,telkens ook zoo doet , dan voel ik diep , wat een schat vangedachte en gevoel in dat eenvoudig gebaar is gelegen. Ikzie een vader , die zijn zoon aan boord brengt , voor eenvertrek , waarop zeker in vele jaren geen weerzien zal vol -gen , en als nu de touwen los zijn en het schip verdergaat, verder en verder, en die eene op den wal en die an-dere op het dek elkaar gestadig nog groeten met de wui-vende hand, dan voel ik diep, wat een aandoenlijke ge-schiedenis in dat Bene gebaar is besloten. Ik zie eenestervende moeder, die in den kring van haar kinderen nog-eens rondblikt en vruchteloos moeite doet om nog eenwoord van afscheid te uiten, en als zij nu allen voor immervaarwel zegt, met wuivende hand, dan voel ik diep, wateen wereld van weemoed en liefde in die enkele bewegingvervat is. — 0! die wuivende hand! Zij behoort tot de

Page 35: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

GEBAREN. 23

meest aandoenlijke , de meest aangrijpende tooneelen inonze levensgeschiedenis, zij vertegenwoordigt de diepste engevoeligste roeringen in het menschelijk harte; zij vertolktde teederste liefde en den innigsten weedom; de herinneringligt er in en de heilwensch ; de traan ligt er in en 't gebed.

Maar ik ga eindigen. Laat mij dit mogen doen door ute binnen te brengen de voornaamste regelen, die wij, inbetrekking tot de gebarentaal, ons zagen gesteld, en dooreen paar wenschen daaraan te verbinden.

Wees sober in 't gebaar; — die soberheid is waardigEn sterkt en vult den toon, die in uw taal weerklinkt;Terwijl gebarenspel, beweeglijk zonder poozen,Een' stroom is, waar het woord verdrinkend in verzinkt.

Betracht verscheidenheid; — 't gebaar moet kleursel wezenVan wiss'lend licht en bruin op 't weefsel van de taal;Maar stijve eenvormigheid van stand en van bewegingLost alle tinten op in onbehaaglijk vaal.

Vermijd de heftigheid; — ga niet te keer, onstuimig,Alsof een overval of stuip in aantocht waar';En blijf, al windt ge u op, toch zóó uzelven meester,Dat nimmer uw gebaar verloope tot misbaar.

Wees onnatuurlijk nooit, opdat den bouw der woorden,Door uwe taal gesticht, uw hand niet ondermijn';Ook te natuurlijk niet; 't gebaar moet duiding blijven;;

Nabootsing van uzelv' behoort het niet te zijn.

Page 36: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

24 GEBAREN.

En nu nog mijne wen schen.

'k Wensch , dat nog menigmaal door 't bont en wiss'lend. leven,

Voor 't opgewekt gebaar u reden word' gegeven,

Dat van verrassing tuigt en hoogen vreugdegloed;

En, als er oorzaak is van droefnis voor het harte,

Dat uw gebaar, ofschoon een teeken uwer smarte,

Toch niet van wrevel spreek' of opstand in 't gemoed.

'k Wensch bovenal, dat nooit uw hand 't gebaar verleere,

Dat heilig teeken is van 't spreken tot den Heere,

Nu eens in doffer toon, dan geestdriftvol en blij.En 'k wensch, dat als uw mond geen woord eens meer kan

spreken,Uw allerlaatst gebaar nog 't klaar en zinrijk teeken

Van liefde en van geloof, van vrede en hope zij.

En nu ben ik dan toch ook werkelijk aan 't eind. Maarnu stel ik onwillekeurig mij voor, dat aan hen, die ditopstelletje lazen , door anderen, die het niet lazen, gevraagd

wordt : „hoe is het ?" En dan zie ik , in mijn verbeelding,

die vraag met .verschillende gebaren beantwoord. Ik zie eenmijner lezers, die twee, driemaal met de linkerhand een

afwijzende beweging maakt. Dat wil zeggen: „zoo iets,

daar moet ik niets van hebben." Ik zie een tweede, die

met een lichte hoofdschudding en schouderophaling de tweehanden, met de binnenvlakte naar boven, van elkanderverwijdert. Dat wil zeggen: „'t was niks." Ik zie — enzoo voorts. Maar, ai mij! niemand zie ik, die duim enwijsvinger samenbrengt, de drie andere vingers opsteekt,

Page 37: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

GEBAREN. 25

en met de aldus gehouden hand van de lippen af de ruimteingaat. Deed iemand dat, dat zou beteekenen: „uitnemend !"Toch zie ik , tot mijn troost , een enkele, die , zonder hand-beweging, de gesloten lippen vooruitbrengt, en dan drie

-maal zachtjes knikt. Dat wil zeggen: ,,zoo, zoo." -- Maarhoe dat zij , ik ben, al zeg ik het zelf, grootmoedig en edel

-aardig genoeg, om voor u allen, zonder onderscheid , éénzelfde gebaar over te hebben, bestaande in eene zachtezwaaiing van de hand, van links naar rechts , en beteeke-nende : „vaart allen wel!"

Page 38: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal
Page 39: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Kakographie.

Page 40: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal
Page 41: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Dit woord , uit twee Grieksche woorden samengesteld,

beteekent zooveel , als slecht schrift , — echter niet in den

zin van iets, dat met l eelij ke en onduidelijke letters geschre-ven is, maar in den zin van iets, dat in spelling of in zinnen-bouw, of wel, in beiden, gebrekkig is en met fouten behept.

En nu wil ik het eens hebben over kakographie , in diebeteekenis, maar zoo, dat ik de verkeerde spelling laat rus-ten , en mij bepaal tot het slecht gestelde , het onjuist uit

-gedrukte, het onlogisch gerangschikte, en zoo meer.

In de eerste plaats breng ik dan tot de kakographie zin

-nen , die door te lang te zijn, door niet tijdig afgebroken

te worden, den lezer verwikkelen in een verwarden draad

van gedachten. Een voorbeeld: „Ze zijn te onderkennen

aan hunne beide koepeldaken en aan een frontispies boven

een portico, terwijl, als gij u tusschen de twee gebouwen

in plaatst, eene lange zuilengalerij, evenwijdig oploopende,

schijnbaar eindigen zou in het middenpunt van het oudepaleis, waar de hospital schools, kenbaar aan een groot

Page 42: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

30 KAKOGRAPHIE.

schip , hetwelk ten dienste van het onderwijs , dat aan de

kinderen der invaliden , voor liet zeewezen opgeleid wor-

dende , gegeven wordt, op het voorplein is gesteld, zijn ge-vestigd." — Tweede voorbeeld : „Het was een degelijke,

ruige , ouderwetsche , dikke , vette mof , van een fiksche ,langharige vossenhuid, waarbij een dito halsbekleedsel be-hoorde , waarmee onze grootmoeders over haar doek naar

de kerk gingen , waarin wij daar ter plaatse nu nog eenenkele oude keukenmeid zien verschijnen, en dat den naam

van subise draagt." — Derde voorbeeld : „Naar men ver-

neemt , moet heden nacht een Wethouder der gemeente

Benschop door een der met het toezicht op de handhavingder tegen de verbreiding van den veetyphus genomen maat

-regelen belaste militairen zijn doodgeschoten."Ook is het kakographie te noemen , als men , bij de ver-

melding van twee geheel ongelijkslachtige , ja ! tegenstrij -dige zaken, verzuimt een zin van overgang in te lasschen,zoodat nu die tweeërlei dingen voorkomen als éénerlei.

Zoo las ik eens het volgende : „Gisterenavond werd in eene

vergadering der Rotterdamsche Afdeeling van de Holland-

sche Maatschappij van Fraaie Kunsten en Wetenschappen

het verslag uitgebracht van den staat der Afdeeling, die

alleszins voldoende mocht worden genoemd. Aan de Af

deeling ontviel, onder anderen, de dichter Bogaers ," enz.

Een mal bericht. En waardoor mal? Door 't gemis van

een gepasten overgang, door eene ondoordachte verbindingvan twee tegenstrijdige gedachten.

Niet minder malle dingen komen voor den dag, als ie-

mand, al schrijvende, gaat vergeten, wat eigenlijk het on-

derwerp is van den zin, dien hij opgezet heeft. Als voor-

Page 43: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

KAKOGRAPHIE. 31

beeld noem ik u de beschrijving der begrafenis van eenpredikant, waar dit in voorkwam : ,,Heden had de plechtigeteraardebestelling plaats van Ds. W. - Door den Kerke-raad en enkele vrienden grafwaarts gedragen , nam aan degeopende groeve de consulent X. het woord." Daar wordtons dus voorgesteld, niet een doode predikant, die grafwaartsgedragen wordt, maar een springlevende consulent, opgetilddoor den Kerkeraad en enkele vrienden , en dan neêrgezetbij de groeve , als met het woord : ,,ga nu j gang !" -Nog eene proeve : ,,Door den drank bedwelmd en door deduisternis misleid , is het lijk opgevischt van zekeren vanden Akker." ,,Een lijk , door den drank bedwelmd ," datzou , bij de overdrachtelijke beteekenis van lijk , nog zinkunnen hebben, hoewel dan een wel wat pleonastischen zin,maar ,,een lijk , door de duisternis misleid ," dat is tochheusch een M te grof mirakel.

't Schijnt inderdaad voor vele menschen eene zeer moei-lijke zaak , hunne gedachten zuiver weer te geven en metjuistheid te ordenen. Dat blijkt ook hieruit , dat zoo dik-wijls of meer wordt gezegd , dan noodig is, Of minder, danvereischt zou zijn. 'k Heb daarvan een paar illustre voor-

beelden bij de hand, - illustre voorbeelden, want in elkder twee is eene vorstin betrokken. Vooreerst dan dit:,,H. M. de Koningin van Engeland is door eene lichte on-gesteldheid aangetast, die niet van ernstigen aard is." Daaris te veel in. - En ten tweede dit: ,,Men wacht het tijd-stip der bevalling van de Keizerin van Oostenrijk tusschenJuli en Augustus." Daar is te weinig in; want tusachenJuli en Augustus ligt niets. - Van dat te weinig springenmijne gedachten onwillekeurig nog eens terug naar te veel.

Page 44: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

82 KAKOGRAPHIE.

In het oude station der Hollandsche Spoorwegmaatschappijalhier, placht een kastje te staan , met glazen deur ; in datkastje bevond zich een toestel tot brandblussching , verge-zeld van een plakkaat , dat een heele reeks van aanwijzin-gen bevatte : haal den sleutel , daar en daar , of, als daargeen tijd voor is , sla dan de glasruit stuk ; bevestig dezeslang aan die pijp ; trek aan dit en duw op dat, en schroefdit ding op dat ding , enz.: en dan was het laatste woordvan bestiering dit : ,, T icht den straal op den brand !" —Nu vraag ik u : als iemand al dat geschroef en gedraaiheeft klaar gekregen en , eindelijk de waterstraal komt , opwat anders zal hij dan dien straal gaan richten , dan opden brand ? Toch denkelijk wel niet in zijn jaszak of in't oor van zijn buurman. — Nog iets : „Opgehaald werd eenlijk , dat in stukken gesneden was , die in een zak genaaidwaren , zoodat aan zelfmoord niet te denken is." Neen,

-waarschij nlij k niet.'t Komt ook menigmaal voor , dat men woorden kiest,

,die verkeerd zijn, die niet in het zinsverband passen en dusook niet zeggen , wat men zeggen wil. Daarvan kan ikwederom aan het spoorwegwezen een voorbeeld ontleenen.Jaren lang heeft eene aankondiging meegereden, waarmeemen wilde zeggen: in deze coupé mag niet gerookt worden,als één der reizigers er bezwaar tegen heeft en al de coupésvoor niet-rookers bezet zijn. Dat wilde men zeggen, maar,men zei iets anders, namelijk dit: „In deze coupé magalleen dan gerookt worden, als geen der reizigers er be-zwaar tegen heeft en al de coupés voor niet-rookers bezetzijn." Dus, als iemand rooken wilde en niemand dergenen,die bij hem zaten, daartegen was, dan mocht hij nog niet

Page 45: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

KAKOGRAPHIE. 33

rooken, indien niet tevens bleek, dat alle niet- rook-compar-

timenten vol waren ! -- Onzin, — 't gevolg van verkeerde

woordenkeus. — Wilt gij nog iets ? Er was eens een ma-

j oor , te Rome , Fiocelli genaamd , die vermoord werd. Endaarvan gaf een dagblad bericht , met deze woorden er bij:„Het doel van dezen laaghartigen moord is hebzucht ge-weest." Dus , de moordenaar had gedacht : laat ik dienmajoor om 't leven brengen, opdat ik hebzuchtig worde. —Niet mooier maakte het een ander, die eene ontploffing ver-meldde, waardoor twee en vijftig menschen getroffen wer-den. „Van die twee en vijftig ," schreef de man , „stiervener dertig na een vreeselijk lijden, zoodat de twee en twintig,die terstond dood waren , van geluk mochten spreken."Verbeeldt u, twee en twintig dooden, die „van geluk moch-ten spreken" ! Zeker heeft dat geen van hen allen gedaan. —En nu eens een tegenhanger van zulke akeligheden. Erwas een feestgetijde voor zeker iemand aangebroken en dejubilaris werd door onderscheidene personen en corporatiesbegroet en begiftigd. Nu , in het bericht daarvan las ik dit:„Eene andere deputatie bood hem bij monde van Ds. H.een zilveren groep aan." We zien Ds. H. daar vóór onsstaan, met een zilveren groep in den mond. — Voorts, dat

er kappers zij n , die verkondigen, dat ze onzichtbare prui-

ken verkoopen, en schoenlappers, die bekend maken, datze aan kapotte schoenen onzichtbare reparation aanbrengen,

behoort in deze zelfde rubriek.Levert eene verkeerde woordenkeus zulke zotheden op,

niet minder komen er voort uit een verkeerden zinnenbouw.Ook hiervan een voorbeeld. „Gisteren is nabij Etten, H. P.,veehandelaar te Amsterdam, door een aankomenden trein

3

Page 46: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

34 KAKOGRAPHIE.

vermorseld. Een briefje, bij het lijk gevonden, wees zulksaan." Wat ? Stond er op dit briefje : „ik ben vermorseld ?"Ten overvloede is dan nog 't slot van die tijding : „de oor-zaak van dit noodlottig einde ligt vooralsnog in het duis-tere." Nu mag het, op zijn zachtst genomen, heel vreemdheeten , als men , na vermeld te hebben ,. dat er een spoor-trein over 't lijf van een mensch liep , voorloopig in deoorzaak van diens menschen einde nog duisternis vindt. —Een tweede voorbeeld. Een reiziger is van huis getogen,maar niet teruggekomen. Zijn patroons geven daarvan ken-nis aan 't publiek en zeggen : „Daar hij , sinds 16 jaar inonzen dienst, steeds van onberispelijk gedrag was, vreezenwij , dat hem een ongeluk is overkomen ," alsof in een16j arig onberispelijk gedrag een grond gelegen was , omvoor zoo iemand een ongeluk te vreezen.

Tot verkeerden zinnenbouw behoort ook , natuurlijk , hetstellen van het goede woord op de verkeerde plaats. Eenvoorbeeld : „Eene fatsoenlijke burgerdochter wenscht geplaatstte worden bij eene eenige Dame , goed kunnende koken enwerken en van goede getuigen voorzien." Dus, als „deeenige Dame" niet goed kan koken en werken en niet varegoede getuigen voorzien is, dan moet ,,de fatsoenlijke burlgerdochter" niets van haar hebben. — Een tweede voor ,

beeld: „Aan onze geachte stadgenooten is helaas de nood ,

lottige afloop van den brand in perceel Huidenstraat 7 be-kend geworden ," enz. Dus , niet de noodlottige afloop van_den brand was een ramp , om helaas! bij te zeggen, maarde ramp was , dat die noodlottige afloop bij de „geachtestadgenooten" bekend werd. — Een derde voorbeeld: „Al-hier worden vervaardigd copieën van photographieën vary_

Page 47: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

KAKOGRAPHIE. 35

overledenen , die beginnen te verbleeken." Een vierde voor-

beeki: „Opsporing en aanhouding wordt verzocht van een

persoon ," zoo en zoo , en „dragende een watje in het rech-teroor , nu en dan een lorgnet." — Een vijfde voorbeeld:„Twee werklieden hadden gisteren het ongeluk , van eelssteiger te vallen ; zij werden zwaar gewond opgenomen,de een aan het hoofd , de ander aan het linkerbeen." —Een zesde voorbeeld : „Heden werd een kind overreden ; hetontving een trap op de borst van het paard."

Onder die en dergelijke misgrepen van gedachte en uit-drukking is ook deze zeer gewoon , dat men samenvoegt ,

wat onderscheiden is en gescheiden moest zijn. Zoo deed

de man , die te koop aanbood , in de courant , „zes jonge

kippen en een haan , allen aan den leg." En zoo deed ook

de man , die meedeelde , dat door de politie „een gezelschap,bestaande uit twee mannen , twee vrouwen , twee kinderen,

twee beren , een paard en een ezel , als allen zonder middelvan bestaan , naar de grens des Rijks werd vervoerd."

Nog weer eene andere zotheid is de vrucht van onnauw-

keurigheid of onoplettendheid , als men woorden gebruikt,

die in 't verband, waarin men ze plaatst, eene dubbelzin

-nigheid geven. Zoo was er eens eene Redactie van een

tijdschrift, die per circulaire bericht verzocht, of men plan

had, haar tijdschrift te vervolgen. Ik voor mij antwoordde,dat ik geen termen vond, om tot vervolging over te gaan.

Vooral met titels van boeken springt men vaak onnaden-

kend om. Zoo werd in een prospectus van een tijdschrift,

flat De dag des Heeren heette, gelezen: „De dag des Hee -

ren verschijnt eenmaal per week, en wel, op Zaterdag."Een onzer bekende schrijvers verkondigt ergens den lof

Page 48: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

36 KAKOGRAPHIE.

eener „flinke deern , wier noestlleid geen zweetdruppels

spaarde, tot vulling harer wateremmers." En een hoog-leeraar , nog wel , gevraagd naar zijn oordeel over lijkver-

branding , gaf op die vraag ten antwoord : „In 't algemeenben ik een voorstander van de lijkverbranding , doch nietmet groote warmte." — Ik mag hier ook wijzen op devolgende aanbieding : „Te koop een bruine muilezel , oudzeven jaren , in alle deelen mak , trekt de zwaarste vrachten loopt tegen een paard voor f 223." En op deze : „Gele

-genheid tot verzorging van een jong kind , van fatsoenlijke

ouders , P. G. , hetzij met of zonder borst , op nader overeente komen voorwaarden." — Maar één van de fraaiste staal-tjes op dit gebied is eene advertentie , die , een vijf en twintigjaar geleden , in 't gansche vaderland groote vroolijkheidwekte. Er stond boven : „Kom en zie !" 't Was of de stellersdiep doordrongen waren van 't gevoel, dat ze iets zeer merk

-waardigs gingen zeggen. En dat was liet inderdaad , wantmen las : „Kerkvoogden der Hervormde Gemeente te Tha-men aan den Amstel , overgegaan zijnde tot koolstofgas, inde kerk , bieden te koop acht ijzeren kronen." Natuurlijk,dat dit bericht aller aandacht trok, te meer wijl plattelands

-kerkvoogden doorgaans zoo weinig dampvormigs hebben,integendeel, meestal zeer vaste massa's zijn. Maar daar :

kerkvoogden , overgegaan tot koolstofgas!Eindelijk mag ik ook dit nog opmerken, dat men zeer

zonderlinge zaken te lezen krijgt, als iemand een feit, dathem door den geest speelt , vereenzelvigt met eene hemvoorgekomene vermelding van dat feit. Zoo iets biedt ons,bij voorbeeld de advertentie: „Het is logen taal , dat een laste

-raar gezegd heeft, dat Sara Hangjas veroordeeld is geweest

Page 49: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

KAKOGRAPHIE. 37

tot drie maanden eenzame opsluiting." — Maar, Sara Hang-

jas ! als liet logentaal is , dat een lasteraar dit gezegd heeft,

als dus geen lasteraar het heeft gezegd , waar komt gij dan

tegen op ? — Wel , ik kom hiertegen op , dat ze zeggen , dat

een lasteraar liet gezegd heeft. — Maar , Sara Hangjas ! als

ze zeggen , dat een lasteraar het gezegd heeft , dan zeggen

ze daarmee immers , dat het niet waar is ? Dus, waartegen

komt gij eigenlijk op ? -- „Het is logentaal , dat een laste

-raar gezegd heeft" enz. , — in waarheid , als gij die gedachte

ontwarren wilt , begint alles in uwe gedachten te draaien. —

Een tweede proeve van dien aard : van een man , die in

zijne woonplaats bekend stond als drinker, werd het over

lijden bekend gemaakt in de courant ; geen wonder , dat

deze en die er van zei , dat hij zich doodgedronken had;

sommigen gebruikten een nog harder werkwoord ; — ditkwam zijner weduwe ter ooi-en en zij voelde zich geroepen,in deze voor haar dooden man op te komen , en daarom

liet zij nu nog eens Bene verbeterde editie van hare ken-

nisgeviug in de courant opnemen , aldus : „Heden overleed

mijn geliefde echtgenoot , doch niet aan de gevolgen van

het loopende gerucht."Alles, wat ik heden heb aangevoerd, is mij vroeger en

later in gedrukte letters onder de oogen geweest. En nu

is 't wel waar, dat advertentiën ook door min ontwikkel-

den worden ingezonden en dat dagbladberichten doorgaanszeer haastig moeten worden behandeld, maar 't blijft dan

toch ook waar, dat er veel kakographie in de wereld komt.

En bovendien, er zijn onder mijne aanhalingen toch ookzulke , waarop de zoo even ingebrachte vergoelijking nietkan toegepast worden, — aanhalingen uit geschriften, zon-

Page 50: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

38 KAKOGR APHIE.

der overijling opgesteld, en door ontwikkelde lieden, ja!

door zeer- en hooggeleerden zelfs. En daar nu zeer zeker

de regel waarheid behelst:

Was dunkel klinkt , ist dunkel auch gedacht,

mogen zulke proeven ook bewijzen heeten, dat er veelal

slecht, dat is onlogisch, gedacht wordt. Nu is goed hande-

len zeker voor een mensch het voornaamste, maar goed

denken, en dan ook zich goed uitdrukken, is toch ook iets. —

Neemt dit ter harte en zegt het voort!

Page 51: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Familienamen.

Page 52: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal
Page 53: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Bij vele gelegenheden komt het voor , dat de eene nlenschden anderen vraagt : „hoe is uw naam ?" of, minder deftig:„hoe biet je ?" Nu , die vraag is voor niemand moeielijkom te beantwoorden. De meest onwetende weet althansnog zijn naam. Maar niet ieder weet van of denkt overden oorsprong der familienamen , de beteekenis er van, enz.En 't is toch wel de moeite waard , daar eens over te denken.

't Is vreemd, maar toch waar, dat nog tot in 't begin dezereeuw op het punt van familienamen groote willekeur enordeloosheid heerschte. Men had een voortgeplanten naam,of men had er geen; of men had er een, maar *dien mennaar goedvinden wijzigde of door iets anders verving. Drieofficieele stukken zijn er, -- twee uit den Franschen tijden een van Koning Willem I, — die de bedoeling hadden,in deze zaak orde en regel te brengen, — te weten: eenDecreet van 18 Aug. 1811, een Decreet van 17 Mei 1813,en een Besluit van 8 Nov. 1825.

Van 't Decreet van 1811 zijn de hoofdbepalingen: 1 0. dat

Page 54: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

42 FAMILIENAMEN.

wie nog geen vasten voornaam en familienaam had , dienmoest aannemen , binnen een jaar ; 2°. dat men geen plaats-naam tot familienaam aannemen mocht , maar zoodanigennaam wel mocht behouden , als men dien al lang had ge-voerd ; 3°. dat de naam door den vader (of, bij ontstentenis,door den grootvader van vaderszijde) aangenomen , door alde kinderen moest worden gedragen.

Het tweede Decreet deed niet anders , dan den termijnvan een , die geloopen zou hebben tot 18 Aug. 1812,te verlengen tot 1 Januari 1814. Blijkbaar waren dus ve-len met de keus van een naam nog niet klaar.

En, dat men nog weer elf jaren later er nog niet alge -meen meê klaar was , blijkt uit het genoemde Besluit van1825 , waarin , onder strafbepaling , ieder , die nog nalatigwas gebleven en nog altijd een veranderlijken naam droeg,den last ontving , om binnen zes maanden een vasten naamzich te kiezen.

Tegenwoordig zijn we dan nu ook al lang zoo ver, datwij allen een vasten familienaam hebben. 't Is niet onaardig, eens even op den oorsprong en de beteekenis van dienamen te letten. Natuurlijk is er een groot aantal, waar-van we niets weten te zeggen; maar er zijn er ook vele ,die niet onduidelijk zijn.

Zeer oud is al de gewoonte, om den zoon aan te wijzen,door den vader te noemen: Saul, de zoon van Kis ;David, de zoon van Is a ï. Die oude gewoonte leeftvoort in de vele familienamen , die niets anders zijn daneen voornaam , met het bij voegsel zoon , doorgaans verkorttot so n of sen of een enkele s. Zoo heeft men: A n d r e-son, Jacobson, Levison; — Barendsen, Hendrik-

Page 55: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

FAMILIENAMEN. 43

sen, Pietersen; — Abrahams, Bastiaans, Dirks —,enz. enz. Veelal was men gewoon , zulke namen bij beurteom te zetten. Iemand heette Barend Jansen ; dan heettezijn zoon weer Jan Barendsen enz. Aldus werd de zoon

naar den vader genoemd zonder dat de vader de opoffering

had te doen , waar het spreekwoord van zegt : „geef mijn

jongen mijn naam maar , zei Hans , dan zal ik me wel

zonder naam behelpen."

In weerwil van de aangehaalde bepaling, dat men geen

p l a a t s n a a m tot familienaam aannemen mocht , is toch

zeer dikwijls een plaatsnaam met v a n er voor , familienaam

geworden. Wellicht , doordien reeds vóór de uitvaardiging

van de bedoelde bepaling , die , trouwens zeer natuurlijke,

vorm door velen gebruikt was. We vinden namen van

dorpen: van Asperen, van Brakel, van Delden; —namen van steden: van Assen, van Bommel, vanDeventer; — namen van provinciën: van Friesland,van Holland, van Zeeland; namen van eilanden:van Urk, van Wieringen, van Marken; — namenvan landen: van Ierland, van Zweden, van Span-j e. -- Soms komen zoodanige namen voor zonder van erbij, maar aldus: Giesendammer, Hagenaar, Zee-lander, Vlielander, ook: de Vries, de Gelder, deVlaming; voorts: Fransman, Polak, Engelander,Spanjaard, — ook Espagniol.

Menigmaal heeft men zich ook genoemd naar een de e 1

van de plaats. Zoo ontstonden de namen Breedveld,

L angel aan, Ho ogen d ij k, enz. waar oorspronkelijk voorgestaan heeft, of bij gedacht is: van het, van de, vanden, — gelijk men dan ook nog heeft: van 't Hof , v a n

Page 56: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

44 FAMILIENAMEN.

deW e t e r i n g. van den Boo g a a I' d, enz. Tot deze

rubriek behooren ook enkele namen, die men bij 't eerste

hooren daar niet toe zou brengen, b. v. In g e n hoe s ,

A eng e n e 11t. In sommige streken toch spreekt men de

n, als sluitletter, als ng uit: dus ing voor in, aang. VOOI'

aan. Raakt daaraan een zachte d, dan valt die weg , zoo

zegt men b. v. te Sittard 0 n g e I' voor 011 de 1". Nemen we

dit in acht, dan herkennen we in In g e n hoe s de betee­

kenis: i n den h u i z e, en in A eng e n e n t de beteekenis:

aan den ende. 1)

Zeer veelvuldig , en ook weer zeer natuurlijk, is 't gebruik,

om als familienaarn den naam te voeren van een s tan dof bed r ij f. Men heeft de narnen: K u i per en Dr a a i e r ;

Bakker en Mulder; Kramer en Koopman; Speel­

man en Tollenaar; Paardekooper en Ossendrij­

v e r; T u i n man en B 0 e r ; Val ken i e r en Jag e r; V i s­

s c her en Sc h e per; Dr 0 s t en Amba c h t s 11 e e r; Sc h 0 u t

en Bod e; Ric h t e r en PIe i t e 1'; A d v 0 ca a t en K 1e r k ;

S c hut t e r en K I' ij g sma n; Tam b 0 e r en T rom pet tel' ;

Boo t S ill a n en Schi p per; Stu u r man en K apt e in;

V o or za n g e r en Kooter; Orgelist en Blaser; Kar­

dinaal en Bisschop; Priester en Pastoor; Prior

en Rector; Monnik en P'e l g r i m ; Jonker en Rid­

der; Me ij e r en Knecht, en nog een groot aantal meer

zoo. - Onder de namen , die ik daar noemde , zijn er vier,

waarop ik nog even terugwijzen moet, - op Mu 1d e r ,om te herinneren, dat dit gelijk staat met Mol e n a a r ,

op S c h e per, om te zeggen, dat deze naam (even als

J) Navorscher XXIX. 33.

Page 57: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

FAMILIENAMEN. 4

Scheffer) een schaapherder aanduidt, en op Blaser,om op te merken , dat men oudtijds dezen naam gaf aanden man, dien wij orgeltrap per of orgeltreder noe-men. Daar het orgeltrappen ook wel door vrouwen ge-schiedde, vindt men zoowel van b 1 a e s t e r s gewag gemaakt,als van b 1 a e s e r s. Geen uitleg behoeft verder die naam.Immers, de bedoelde lieden waren windmakers, — maarvan de beste soort ; stichtelijke windmakers zouden ze ver

-dienen te heeten. Maar nu nog één naam , — de zeer ge-wone naam Meijer.. Een meier (major domus) was eenman , die 't beheer had , als opziener en rentmeester , overhoeven en landerijen van Edelen en Heeren. Niet zeldenwerden zij naar die hoeven of landerijen genoemd : Kam p-meij er, Poolmeij er, Kloesmeij er, Dreckmeijer,enz. En ook deze namen zijn familienamen geworden. Wat,dien laatsten naam betreft , die is beter, dan hij schijnt._Er is niets in, dat vies of onrein is. Want het is eenvoudig_eene samentrekking van d ree e e ken - me ij er, dus meiereener hoeve, die den naam droeg van de drie .eiken l).

Voorts zijn vele geslachten genoemd naar den gevel-steen of het u i t h a n g t e e k e n, van hun geboorte- ofwoonhuis: Keizer, Koning, Graaf, Prins, Kan,

-Koek, Fuik , Spiegel. Iemand werd genoemd Claes inde kat , en zijn zoon al: Jan Claesz. Kat; of Olfert inde F u y k, en de zoon al: Hendrik Olfertsz. F u y k; ofCorn. Jansz. i n 't R o o de Kruis , en dezelfde een paarjaar later Corn. Jansz. Root Kruis 2). Veelal heeft later

') Navorscher XXIX. 30.2) Deze en meer voorbeelden geven T e r G o u w en v a n

Lennep, in de Uithangteekens.

Page 58: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

46 FAMILIENAMEN.

zulk een naam eene vermaardheid verworven , waarvan hij,die gevelsteen of uithangteeken aanbracht, geenflauw vermoeden kon hebben. Een voorbeeld. In de Juden-gasse , te Frankfort , was eene eeuw geleden een klein win-keltje van zekeren Israëliet, Meijer Anselm. In den gevelvan 't nog aanwezige huis stond een rood s c h i 1 d. Enziedaar den oorsprong van den naam R o t h s c h i 1 d. De-familie van dien naam voert dan ook nog een rood hart-schild in haar wapen , en de naam zelf wordt niet genoemd,.of men ziet een schetterenden glans en men ruikt een sterke-geldlucht. Hunne wapenspreuk is : C o n c o r d i a , I n t e g r i-tas, Industria, Eendracht, Rechtschapenheid,V 1 ij t. Nu , als alleen daardoor de familie zoo hoog geklom-men is en zoo rijk is geworden , dan is 't goed.

Ook hebben al de k l e u r e n familienamen geleverd, waai'bij dan gedoeld kan zijn op de kleur van 't huis, de kleeding,het haar, het gelaat. Zwart, Wit, Grijs, Grauw,Bruin, Geel, Rood, Blauw, Groen. Soms gewijzigd,.als Hoogbruin, Bleekrode. En soms geschakeerd, als.in Bont.

Een merkwaardig groot aantal familienamen , verder ,zijn dierennamen , — of om vermeende gelijkenis, Ofom inborst gegeven, of wellicht ook menigmaal ontleendaan een gevelteeken. Men heeft: Leeuw en Beer, W o 1 fen Vos; Stier en Kalf, Bok en Schaap; Arend enValk, Mees en Vink; Zeelt en Haring, Zalm enBaars; Mug en Vlieg, Spin en Mier; Kreeft enMossel, Pad en Kikkert — en nog heel veel meer.

Almede bestaan er vele familienamen, die aanduiding be-vatten van de eene of andere ii c h a in e 1 ij k e eigenschap --

Page 59: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

FAMILIENAMEN. 47

Klein, Krom, Lang, Kort. Ook Exterkorte, datwel E x t r a k o r t e zal geweest zijn. Voorts : Lamme ,Schele, Brooshoofd, Korthals, Hardloo.per,Springer, Dribbelaar enz.

Ook niet zeldzaam zijn namen , die bepaalde k a r a k t e r-t r e k k e n aangeven. 't Is opmerkelijk, dat deze meestaltijd gunstig zijn , een kleine bijdrage tot de kennis dermenschelijke eigenliefde. Ik denk aan : Weltevreden ,Content, Goedhart, Vrolik, de Goede, Gulleman,Vroom, Niemandsverdriet, en zoo meer. Wat eenschat van lievigheid , — ten minste in de namen.

Somtijds was de naam aan een louter toevallig eomstandigheid of een grilligen inval te danken.'k Heb een man gekend , die Agaat heette. Waarom ? Hij

ws een vondeling , en had , toen hij opgenomen werd , eenagaatsteentje, aan een bandje, om den hals. Misschien be-hooren hierbij namen, als Van der Stoep, Zonder-van, Van der. Maar ik vermeldde ook grillige invallen.In den Franschen tijd kwam een boer bij den Secretarisvan den Maire te Sneek en hoorde daar , dat hij een vanmoest aannemen. „Wat is dat?" ,,Wel, een geslachtsnaam;zoo heet ik Olivier." „Noem mij dan maar Olivijf." En

't geschiedde. Hiernaar gelijkt het volgende. Te Dordrecht

wilde iemand zich Onderwater noemen, maar dat vondbedenking, omdat er al eene aanzienlijke familie bestondvan dien naam. „Wat kan 't me schelen? Dan maarBovenwater." En zoo geschiedde. Te Wageningen noem-de een Israëliet zich loo sen ik, omdat zijn vrouw Roosje

heette , — R o o s en i k. Onlangs werd ook nog dit geval,uit onze dagen-, mij verteld. Een Israëliet , bevreesd ge-

Page 60: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

48 FAMILIENAMEN.

worden , door de anti-semitische beweging, besloot Christente worden. De predikant , tot wien hij zich wendde , vondhet goed , maar wenschte ook naamsverandering , wijl zijnnaam zoo weinig christelijk was; hij heette Mozes Levi.Daar zou hij met zijn vrouw over spreken. Terugkomende,zei hij : „'k wil heeten Maarten Luther." — „Neen !" zei depredikant , „Maarten Luther , — neen ! de naam van onzengrooten Hervormer , — neen , dat gaat niet." „Nou ," zeitoen de man , „kies dan maar wat anders , maar M. L. moethet blijven , want me vrouw zeit : 'k heb er niet tegen,dat je van geloof verandert ; daar wil ik geen maling ommaken ; maar op al je borstrokken en onderbroeken staatM. L. en ik bedank er voor , om dat allemaal te gaan eer-merken." Wat al geen invloed hebben kan op de keus vaneen naam!

Kenden wij al die invloeden , dan zouden vele namen onsmeer verklaarbaar zijn, die nu zeer vreemd blijven klinken,.als: Slokkenbier, Naaktgeboren, Zomerplaag,Komtebed, Bierenbroodspot, Fijne buik, Fijnvan draad, Uitent uis, Achtsteribbe, Spook,Plukhooi, Dolleboter, Van 't Zelfde, Alderlief-ste enz.

Natuurlijk is het , dat veelal een naam, die passend wasvoor den man, die hem aannam, niet passend bleef voor-al zijn nakomelingen. Zoo is dus Plautus' woord n o m e n,omen 1) niet meer geldig. Iemand met gitzwart haar kanWitkop heeten, en een kruier kan heeten Z i t v a s t en eenaanspreker Stom! -- Speelsche loop der omstandigheden!

') In den naam ligt een voorteeken.

Page 61: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

FAMILIENAMEN. 49

Zoo kunnen ook door huwelijk vreemde verbindingen vannamen ontstaan: Hendrik Lever en Will emij ntj eW o r s t , dus, te zainen een hartig geheel ; W i 11 e m B arr e-voets en Hendrikje Schoe, beeld van tegemoet ko-

mende liefde; Barend de Knecht en Mietje de Baas,

een slecht voorteeken voor Barend ; S a m u ë l Treur en

J a n s j e Hoezee , een wonder , als dat -samen goed gaat!

Maar , hoe uw naam ook luide , 't is altijd een mooie

naam , als 't een onbesmette naam is. Gij moogt van ge •

luk spreken , als ge een onbesmetter naam van uwen va-

ler geërfd hebt. Hierin ligt de betrekkelijke waarde van

den adel. En ieder onzer heeft het zijne te doen, om een

goeden naam als erfenis na te laten aan zijne kinderen.

't Is merkwaardig, wat al zegen er nog voor de kinderen

liggen kan in den goeden naam van de vaderen. Daarom,

al mocht het eens zijn, dat gij, uit het leven tredende, tot

de uwen moest zeggen: „goud of zilver heb ik niet," toch

zoudt gij en toch zouden uwe zonen en dochteren gelukkig

te prijzen zijn, als ge recht hadt, om daarbij te voegen:

„maar wat ik heb, dat laat ik u: een naam, door geen

smetten ontsierd, een naam in den lichtkrans der eere."

4

Page 62: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal
Page 63: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Testamenten.

Page 64: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal
Page 65: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Menigvuldig zijn in ons leven de bepalingen en de uitin-gen van onzen wil. Maar zoo als aan alles in ons leveneen eind komt , zoo komt eenmaal ook aan al dat willeneen einde , en wij hebben dan , in verband met dat einde,nog een laatsten, een uitersten wil. - Wij willen nog iets,— gelijk Constantijn de Groote 't eens uitgedrukt heeft , —wij willen nog iets tegen den tijd, waarin wij niet meerkunnen willen ; wij maken beschikkingen tegen den tijd,waarin wij over niets meer kunnen beschikken.

En zoo heb ik het onderwerp u genoemd, waarop ikheden eens uwe gedachten wil richten. 't Is mijn tegen

-woordige wil, tot u eens te spreken over uwen en mijnenuitersten wil, of, kortweg gezegd, te spreken over testa-

menten.

Testamenten, dat wil zeggen, bepalingen, betreffendeden tijd na den sterfdag, inzonderheid ten aanzien van hetgeld en het goed, dat men nalaat, zijn van oude tijdenher bij alle volken in zwang geweest. Van oude. tijden

Page 66: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

54 TESTAMENTEN.

her , zeg ik daar , en dat doet mij denken aan de zekernog al grappige overlevering , dat Noach bij testament nietsminder , dan de gansche aarde , aan zijne zonen , Sem, Chanten Japhet , vermaakte , en het actestuk , waarin hij de ver

-deeling omschreven had , in bewaring gaf aan Sem. Datis dus wel een heel oud testament , en zeker evenzeer omzijn wijden inhoud , als om zijn hooge oudheid , merkwaar-dig! -- Maar, uit die oudheid voortschrijdende, vinden wijin alle geslachten en overal testamenten. En wij hebbenze nog , zoo wel , als onze vaderen ze hadden. Alleenlijk,onze vaderen drukten er zich meer teekenachtig , dan wijdoen , bij uit. Voor ons woord e r v e n, dat veel beteeke-nen kan , maar niet teekent , gebruikten zij niet zelden denterm toetasten , die plastisch is , ja ! den term : met twee

handen toetasten, die dubbel plastisch is. Zoo duidden zehet niet mee erven aan in 't povere woord stilstaan, en hetweigeren van eene erfenis in de aanschouwelijke uitdruk

-king vlieden. En waar ons Burgerlijk Wetboek zegt: „Hij,die veroordeeld is, omdat hij den erflater heeft omgebracht,zal, evenmin als zijn echtgenoot en zijne kinderen, uit denuitersten wil eenig voordeel genieten ," 1 ) daar zeiden zij,kort en kernig en kleurig: de bloedige hand erft niet.

Onnatuurlijk is het zeker niet, wenschen en voorschriftenop 't papier te brengen, in betrekking tot den tijd, alsmen zal afgereisd zijn, en aanwijzingen te doen en bepa-lingen te maken omtrent de na te laten bezitting. En zoomaakt haast iedereen een testament, al is 't in nog zoo

kunsteloozen vorm. Zelfs het zieke knaapje , dat zegt:

1) Art. 959.

Page 67: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

TESTAMENTEN. 55

"Geef mijn passerdoos aan Karel en mijn legkaart aanSuze," maakt een testament; zelfs het armhuismannetje,dat zegt: "Voor Piet is mijn bril en voor Klaas miin ta­baksdoos ," maakt een testament. Eene uitzondering is 't ,

als iemand over niets te beschikken heeft of beschikt. Eneene zeer bijzondere uitzondering is 't , als iemand overniets te beschikken wil hebben. Daarvan bestaat in deAmsterdamsche historie een voorbeeld. In de 16de eeuwleefde te Amsterdam een zonderling, die zichzelven, - menzegt, op aanwijzing van een astroloog, - een bepaald aan­tal levensjaren had toegedacht en zijne uitgaven nu zoohad geregeld, dat zijn kapitaal juist over dat aantal jaren,maar niet langer, kon strekken. En werkelijk, toen nazijn sterfdag alles betaald en vereffend was, schoot er nietsover, dan een paar muilen. Tel' gedachtenis werden diemullen in zijne grafzerk gebeiteld, met het opschrift: E f­

fe n u y t. Die zerk , van witten steen, heeft in de NieuweKerk gelegen, ten zuiden van 't koor, maar is, ik weetniet wanneer, verdwenen.

Naar onze wetgeving zijn er drie hoofdvormen van testa­ment, 1) olographisch, dat is, een testament, in zijn geheeldoor den erflater eigenhandig geschreven en doorhem onder­teekend, en dan bij een notaris in bewaring gesteld; ­openbaar , dat is, een testament, bij openbare acte tenoverstaan van een notaris en twee getuigen verleden; enget5loten of geheim, dat is, een testament, dat , onverschil­lig , door wien het geschreven zij , de handteekening deserflaters draagt, die het, dicht en verzegeld, aan een notaris

1) B. w. Art. 978 en verv,

Page 68: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

56 TESTAMENTEN.

overgeeft. Dus , altijd is er een notaris bij noodig ? Nietaltijd. —

De arme jongen is zeer ziek , die daar in 't lazaret ligt;hij is ernstig verwond in den slag , en somber en flets zienzijne oogen onder dien doek uit , die hem om 't hoofd isgebonden en waar bloed doorhenen dringt. ,,Luitenant!"zegt hij met zwakke stem , „ik ben uit het dorpje Espenlo,en daar woont , bij haar vader , Albert Rienshagen , zijnedochter Geerte ; haar zou ik getrouwd hebben , maar ikword niet meer beter, dat voel ik wel; mijne vrouw zal zeniet worden , maar nu moet zij toch mijn erfgenaam zijn;ik heb in 't geheel geen familie ; aan haar vermaak ik mijnspaarbankboekje ; 't zit in mijn ransel , daar ; ruim twee-honderd gulden is 't waard." De luitenant wenkt een paarkorporaals , om getuigen te wezen , stelt dien uitersten wilop schrift , vraagt , na voorlezing van het geschrevene , ofhet zoo goed is , en als de lij der ja geknikt heeft , wordtdoor 't viertal het stuk onderteekend. En 't is een wettigtestament. Zoo zou op een schip ter zee de kapitein of destuurman, en in eene besmette, en daarom van alle ge-meenschap afgeslotene, plaats ieder ambtenaar het notaris-werk waar mogen nemen.

Nauwkeurigheid, — dat spreekt van zelf, — is bij eentestament een eerste vereischte, nauwkeurigheid in 't schriften nauwkeurigheid in de uitdrukking. Vooreerst, in hetschrift. Veel kan afhangen van eene enkele letter of eenenkel leesteeken zelfs. Men zegt, dat te Rouaan eens een

proces is gevoerd over een testament, waarin aan twee

neven van den overledene een legaat werd besproken en dat

dit proces louter hing aan een komma. De neven beweer-

Page 69: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

TESTAMENTEN. 57

den, dat er stond: a chacun deux cent mille francs,aan ieder tweehonderd duizend franken , en de erfgenamenbeweerden, dat er stond: a chacun d'eux cent millefrancs, aan ieder van hen honderd duizend franken. Datscheelde , ter zake van eene al of niet aanwezige komma,de helft! —

En , wat nu de nauwkeurigheid van stijl betreft , inder-tijd heeft zich hier te lande een algemeen bekend gewordenproces ontwikkeld uit de omstandigheid , dat uit de doorden notaris geschrevene woorden wel bleek, dat de getuigener bij waren , toen hij het testament aan den erflater voor

-las , maar niet even duidelijk bleek , dat de getuigen er ookbij waren , toen hij den erflater afvroeg , of dit de juisteuitdrukking was van zijn uitersten wil. — Maar lastigernog was het volgend geval. Zeker iemand was liet blijk

-baar eens met den man , die eens op het • hek van een kerk-hof schreef: „Hier liggen de dooden en hier liegen de leven-den." En uit weerzin tegen dat liegende vleien en vleiendeliegen, dat veelal voorkomt op een graf, schreef hij in zijntestament: „Als die op mijn graf spreekt, niets dan waar

-heid spreekt, krijgt hij 2000 gulden ," in plaats van, zooals hij eigenlijk bedoelde, te schrijven: „Als die op mijn

graf spreekt, van mij spreekt zonder vleitaal, krijgt hij 2000

gulden." Een buurman, nu, die van de beschrevene bepa-

ling eens iets had gehoord, trad op den begrafenisdag tot

de ' groeve toe en sprak: „Ik krijg niets." En toen het

testament geopend was, vroeg hij aan de familie: ,,Krijg

ik iets ?" „Neen ," zei deze, „gij niets." „Dan moet ik 2000

gulden hebben ," zei hij, „want dan heb ik niets dan waar

-heid gesproken." Doch de familie antwoordde: „Als wij u

Page 70: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

58 TESTAMEN TEN.

2000 geven , hebt gij geen waarheid gesproken; dus krijgtgij niets." „Maar, " hervatte de ander, ,,als ik niets krijg,heb ik toch waarheid gesproken; dus moet ik de belooninghebben." Nu , dat werd ook een proces; ik weet niet, hoe't is uitgemaakt; misschien is het nog hangend. Zelfs veelminder ingewikkelde processen kunnen schromelijk langhangende zijn.

Merkwaardig is het, te zien, van hoe verschillende ge-zindheden en gemoedstoestanden onderscheidene testamen-ten spiegelbeeld kunnen heeten.

Vooreerst, in sommige, neen! wij mogen gelukkig zeg-gen: in vele, testamenten is het vriendelijke beeld derweldadigheid zichtbaar. Wel zoekt men daarvan soms dewaarde te verkleinen, door te zeggen, dat afstaan niet ver-dienstelijk is, als behouden onmogelijk is, en dat weggevengemakkelijk gaat, als ontbering ondenkbaar is, maar tochblijft het waar, dat vele uiterste wilsbeschikkingen zuivereuitvloeisels zijn van echten weldadigheidszin, van den zin,om, als men er niet meer zijn zal, toch nog op vele levenseen zegen te leggen. En dat is hoog te waardeeren. Alleenmogen we eischen, dat het verstand, zoowel, als het hart,er in spreke, dat het geen onverstandige weldadigheid zij.Onverstandig, bij voorbeeld, is eene weldadigheid, die be-schikt over meer, dan er is. Dat gebeurt soms. Maar datis geen manier van doen. Zoo hoorde ik eens vertellenvan een oud man, die, op zijn ziekbed liggende, den no-taris voorzei: ,,10000 aan dit, 5000 aan dat, 20000 aan

dat," enz., en die, toen de notaris reden toonde te hebben,om te vragen, waar eigenlijk dat alles van daan komen moest,

ten antwoord gaf: Ja, daar lig ik ook al over te denken."

Page 71: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

TESTAMENTEN. 59

Naast weldadigheid , maar verstandige weldadigheid dan ,noem ik rechtvaardigheid. Er zijn werkelijk een menigtetestamenten , waarvan de stellers zeer blijkbaar instemdenmet de spreuk onzer vaderen : „Die wil zalig sterven, maaktzijn goed den rechten erven." Die rechtvaardigen zijn vannature ook nauwkeurigen. En die nauwkeurigheid is ookweer iets goeds. Maar dat goede , zooals alle goed , kanook weer overdreven worden. In sommige testamenten iszoozeer gedacht aan dit geval en ook aan dat geval, en ookaan 't verbonden zijn van beide gevallen, en ook aan 't uit -blij ven van allebei, of van liet eerste , of van het tweede ,of van 't eerste geheel en van het tweede ten deele , enz.,dat de lezing eene benauwende wandeling wordt uit eendwaaltuin naar een doolhof en uit een doolhof naar eendwaaltuin. Eens dicteerde iemand aan zijn notaris al zulkecasuïstische verscheidenheden : „voor 't geval, dat A. kinder-loos sterft, dan zus ; en voor 't geval, dat de kinderen vanB. nog ongehuwd zijn , dan zoo ; en voor 't geval , dat C.eerst sterft, maar nicht nog leeft , en voor 't geval, dat D.nog meer dan drie minderjarigen heeft, en voor 't geval,dat de eerstoverledene de langstlevende is." — — „Dat kanniet ," zei de notaris. „0, neen, 't is waar," zei de andere,„dat kan niet." Maar zijn verregaande nauwkeurigheid hadhem even verschalkt.

Er zijn ook voor en na testamenten gemaakt, die blijkvan edelmoedigheid gaven. Zekere Markiezin De Billacerf,door haren heelmeester verkeerd behandeld, ten gevolgewaarvan haar arm moest afgezet worden, geraakte na dieoperatie in een toestand, die haar dood liet voorzien. Entoen die dood was ingetreden, vond men een schrift van de

Page 72: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

60 TESTAMENTEN.

haar overgeblevene hand, van clezen inhoud: „Ik wensch,

dat hem een jaargeld toegelegd worde , 't welk vergoeden

kan, wat het verloren vertrouwen hem zal doen verliezen."

En in dit jaar nog maakten de dagbladen gewag van

eene edelmoedige beschikking , — edelmoedig , in dit geval,

tegenover een dier , — de beschikking , namelijk , van den

Aartshertog Wilhelm van Oostenrijk, die, omgekomen door

toedoen van zijn lievelingspaard, de bepaling naliet, dat dit

paard niet mocht worden afgemaakt, ook niet werken moest,maar zijn genadebrood moest eten.

Van een soortgelijk gevoel, al uitte het zich in volkomen

tegengestelden vorm , getuigde de lastgeving van den En-gelschen generaal Dickson , dat het paard, 't welk in den

slag bij Waterloo in zijne gevaren gedeeld had, na zijnoverlijden moest worden doodgeschoten en begraven naastzijn graf.

En waar ik nu zoo onwillekeurig ben gaan spreken vanbepalingen, ten aanzien van dieren gemaakt, kan ik er nogaan toevoegen , wat in het testament werd gevonden vanWalther von der Vogelweide, den beroemden meistreel vanomstreeks 1200. In aansluiting zeker aan dien naam Vogel-

weide had hij bepaald, dat zijn grafsteen moest voorzienzijn van eene holligheid in 't midden, waarin dagelijks eeniggraan moest neergelegd worden, en in iederen hoek eeneholligheid moest hebben, waarin nooit frisch water ontbre-ken mocht. Een bedrag was door hem vastgezet, ter be-strijding van de daartoe gevorderde kosten.

Uit zulke bepalingen, -- hoe gij er overigens over denkenwilt, — spreken goede, nobele harten. En dat doet ons

weldadig aan. Maar weldadig doet het ons óók aan, als

Page 73: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

TESTAMENTEN. 61

we kennis krijgen van beschikkingen , waaruit een ruim

vertrouwen op het goede hart van anderen spreekt. Een

zeer sterk voorbeeld daar van kan ik uit Griekenland halen.

Eudamidas was onbemiddeld , maar hij had twee welgestelde

vrienden , Charixenes , van Sicyon , en Arethaeus , van Co-rinthe. Toen nu Eudamidas overleden was , vond men

van hem dezen uitersten wil: „Aan Arethaeus draag ik de

zorg voor mijne moeder op en aan Charixenes de zorg voor

mijne dochter; en als één mijner beide vrienden sterft,

verzoek ik den overblijvende, ook diens taak te vervullen."

En de twee vrienden, zegt de Historie, aanvaardden 't tes-

tament.Ook hebben we nog een in de gansche wereld bekend

testament, waaruit zulk een vertrouwen op een vrienden

-hart spreekt; en dat is Jezus' testament, vervat in de driewoorden, door hem tot Johannes gericht: „Zie uwe moe-

der !"Aangenaam mag ons almede aandoen de uit sommige

uiterste willen blijkende zucht, om, ook nog na den dood,

vrede te bevorderen, genoegen te verzekeren, en zoo meer,

in den geest van wat de komische held der Jobsiade be-

paalde:

— — dat men alle getwist en haspelarijen

Tusschen zijne erfgenamen zou trachten te vermij en ,

En al, wat hij naliet, al was hij niet rijk,

Verdeeld zou worden broeder- en zusterlijk.

Een grondeigenaar in Essex vermaakte aan iederen echt-genoot, die één jaar en zes weken na zijn bruiloft openlijk

Page 74: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

62 TESTAMENTEN.

in de kerk durfde bezweren , dat hij met zijn vrouw nognooit twist , en voor zichzelven nog nooit berouw had ge-had, een zijde spek , met eene hoeveelheid erwten en boo-nen. Er is beweerd , — maar ik denk door booze tongen, —dat spekslagers en grutters het daar niet veel drukker doorkregen. — En nog in 'Onze dagen liet een spoorwegambte-naar in Oostenrijk de bepaling na, dat zijne erfgenamenacht maanden van 't jaar per spoor moesten reizen , endaarbij altijd-door nagaan, wat in het lot der spoor-beamb-ten kon worden verbeterd. — Wel goedhartig. Toch vindenzeker die erfgenamen die vier maanden 't genoeglijkst ,waarin de goedhartigheid van den erflater hen niet uithunne woningen drijft.

Maar ik moet , tot mijn spijt , ook bepalingen in testa-menten vermelden , die niets edels of verhevens , ja , dieiets leelijks hebben.

Tot die bepalingen van lager orde reken ik , bij voor-beeld, de vaak grillige voorzorgen tegen levend begraven

worden. De een wil een steek hebben hier , de ander wileen snee hebben daar , een derde wil , dat hem een vingerworde afgezet, een vierde verlangt de amputatie van drienauwkeurig aangewezen vingers, en in liet testament eeneroude vrouw, te Bayonne overleden, vond men de bepaling,dat wie haar vier en twintig uren achtereen onder de voet*zolen zou kittelen, eene som van 6000 franken tot loonzou ontvangen. Haar dienstmeisje verwierf dit loon, metdat om zijn aard en zijn duur onbehaaglijk gekriebel.

Niet alleen vrees voor levend begraven worden spreektuit menig testament, maar ook veelal vrees voor de toe-komst der ziel. Vele testamenten van den ouden tijd heb-

Page 75: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

TESTAMENTEN. 63

ben de eene of andere quasi-vrome formule tot aanhef,waaruit blijkt , dat de testateur de in het stuk vervattebeschikkingen maakte, om zijner ziele zaligheid te verze-keren , om voor de zonden zijner jonkheid boete te doen,en zoo voorts.

En dan , wat komt uit de bladen van menig testamenteen muffe lucht van ijdelheid en hoogmoed ons tegen ! Eenvoorbeeld. In een Weeshuis hier te lande bevindt zich eenzeer groot schilderstuk , vertoonende , in levensgrootte , deportretten van een echtpaar , dat , blijkens bijschrift , aandie stichting eene som van vijftigduizend en vierhonderdgulden vermaakte , „ter verheerlijking ," zoo staat er , „vaneen drieëenig , zondaarslievend God." Dat echter die echte

-lingen , naast de „verheerlijking van een drieëenig, zondaars-lievend God ," ook nog een plaatsje voor zelfverheerlijking

open lieten , blijkt uit het schenken van die portretten ende daaraan toegevoegde vermelding van de geschonkene som,en wordt nog duidelijker, als we opmerken, dat mijnheereen open Bijbel vóór zich heeft , waarin de woorden zicht

-baar zijn : „Stel mij als een zegel op u herte , als een zegelop uwen arm ," en mevrouw een open Bijbel, die den toe-schouwer te lezen geeft: ,,Mijn liefste is blanck ende root,

ende al wat aan hem is, is gantsch begeerlick ," en als wedaar nog bij vernemen, dat, volgens testament, de kinderenjaarlijks een feestmaal moesten hebben, waar hun dan ge

-zegd moest worden, dat zij dit te danken hadden aan dien

heer en die mevrouw. — Hoe vindt gij dat? En dit is nuslechts één voorbeeld uit de vele, die konden aangehaaldworden, en die te zamen ons een sterk vermoeden geven,dat bij vele schenkingen aan gestichten heeft voorge-

Page 76: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

64 TESTAMENTEN.

zeten, — en dit nog wel menigmaal ten koste van familie-leden , soms zelfs ten koste van behoeftige familieleden , —

de ijdele zucht, om na den dood nog te geuren. Maar datgeuren is in onzen neus kwalijk-rieken. Niet altijd echtertreedt de ijdelheid zoo open op ; veelal omkleedt zij zich,en vaak in fijne vormen, maar die toch niet verhinderen,dat men haar herkent. Zoo komt het mij voor, — om ookhier maar weer eens één voorbeeld te noemen , — dat erwel wat ijdelheid spreekt in het, overigens zeer poëtische,testament van Victor Hugo, althans, in den aanhef: „Ikgeef vijftigduizend franken aan de armen van Parijs; ikwensch in den lijkwagen der armen ten grave gevoerd teworden; ik weiger de voorbeden van alle kerken; ik vraagom 't gebed van alle zielen; ik geloof in God."

Ook hebben, — en dit is erger, — vroeger en later veletestamenten getuigenis gegeven van tot over den sterfdagdoorgevoerde hatelijkheid en kleingeestige wraak, veelal overbeuzelingen, ja, van een booze zucht tot plagen en totsarren, -^- zoowat in den geest van 't geen ons een versjevan Asschenberg meêdeelt :

Francois, gewoon om voor te lezen,Wat in de nieuwspapieren stond,

Aan een half blinden heer, door wien hij werd geprezen,En dien hij praatte naar den mond,

Had hoop, een goed legaat, voor al zijn moeiten, te erven,Als eens de blinde kwam te sterven.

't Gebeurde. Elk wordt verzocht, wiens naam in 't testamentAls legataris was bekend.

Frans komt, met de anderen, op zulk een vriend'lijk nooden.

Page 77: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

TESTAMENTEN. 65

Men brengt het testament te voorschijn en men leest

Wat door den testateur uitdrukk'lijk was geboden.

Dat maakte d' een verrukt en d' ander gansch bedeesd.

In 't eind hoort Frans zijn naam, na uitgerekt verlangen,Zich kitt'lend met de hoop, nu zijn legaat te ontvangen.

Men leest: ,,Francois, die mij met lezen heeft verplicht,Heeft daardoor zeker veel gevergd van zijn gezicht;

Ik zou met recht ondankbaar heeten,Zoo ik die vriendschap wou vergeten;

Dies maak ik hem met vreugd, bij deez' mijn laatsten wil,Mijn groenen bril."

Wat een hatelijke kerel ! Ik denk , dat Frans , als hijolien bril ooit voor zijne ooggin heeft gehouden , de men-schelij ke natuur , door die groene glazen heen , in 't dofste

-zwart heeft gezien.Maar, helaas ! zulke soort van beschikkingen kwamen me•

nigmaal voor. 't Lust mij echter niet , daar ook weer voor-beelden van op te diepen. Slechts één testament wil ik

hier even noemen , omdat het een bijzonder karakter heeft,ook wel hatelijk, zoo ge wilt, maar niet valsch-hatelijk;ik zou haast zeggen: aandoenlijk - hatelijk. Ik bedoel hettestament van een man, die zijne nalatenschap vermaakteaan een hondenasyl, met deze rechtvaardiging van die ver-making: „In mijn lange leven hebben dieren mij nooit kwaadgedaan, maar menschen veel."

Als wij zoo eens kennis nemen van wat voor en na aldoor vroeger levenden beschikt en beschreven is, dan ont-moeten wij veel vreemdsoortige zaken, gelijk trouwens hettot hiertoe overdachte ons ook al veel vreemdsoortigs te zien

5

Page 78: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

66 TESTAMENTEN.

gaf. Zonderlinge testamenten zijn er vele , zonderling van

vorm en zonderling van inhoud.Zonderling van vorm mag heeten een testament op rijm.

Men zegt, dat er zoo een in Engeland eens is voorgekomen.En daar het bepalingen bevatte, die voor de familie nadeeligwaren , kwam zij er tegen op voor 't gerecht , bewerende ,dat een berijmd testament iets ongerijmds is, en dat iemand,

die eene zoo ernstige zaak , als een uiterste wil is , zoo los

en speelsch behandelt, dat hij er rijmpjes op maakt, geachtmoet worden, niet wèl bij 't hoofd te zijn. Maar de recht

-bank nam die bewering niet aan. — Zonderling van vorm

was zeker ook het testament, dat aldus was ingericht. Bijde opening van den buitensten omslag vond men de aan ,

wijzing van twee bewindvoerders, die alles in beheer moes-ten nemen , maar voorts stuitte men op een tweeden omslag, waarop stond : „Te openen over een jaar." Wel ver-velend , maar men moest wachten. Na verloop van hetjaar werd met nieuwsgierig verlangen de omslag verbroken }

en met schrik las men op een volgenden omslag : „Te ope-nen na twee jaar." En daarna volgde er nog een met hetopschrift: „Te openen na drie jaar." De man, die dat zoo.

bedacht had, behoorde tot de zonderlingen niet alleen, maarook tot de plaaggeesten.

En zoo behoorde daartoe ook de man, die bij testamentvermaakte aan A. zijn grijze broek, aan B. zijn bruinehuisjas, aan C. zijn geruite kamerjapon, en zoo verder.Natuurlijk waren A., B., C., en zoo verder, zeer vergramd,.

,en ze scholden op den overledene met de leelijkste namen,De een zei , nijdig en spijtig: „Waarom wordt een testa-

ment niet vóór de begrafenis geopend? Dan wist je of je.

Page 79: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

TESTAMEN TEN. 67

mee ter begraving zoudt gaan." De tweede zei, nog boozer:„Als de kist niet dicht was , zou ik den ellendeling schop-pen." En zoo zei ieder wat. Maar bij nader onderzoek bleek,dat in ieder kleedingstuk de voor ieder bestemde erfportiezat. En toen waren op eens A., B., C., en zoo verder, een

-stemmig in het roemen en loven van den zaligen oom.Toch had die oom niet mooi gedaan, door hen, alvorens zete verblijden, eerst eens even woedend te maken.

En nu geef ik u nog eenige staaltjes van testamenten, diegij, met vlij, zonderling van inhoud zult noemen.

Zekere John Unterwood , in de vorige eeuw , bepaalde inzijn uitersten wil, o. a., dat zijn lijkkist groen geverfd moestzijn, daar dit altijd zijne lievelingskleur was geweest, en datmen hem een Grieksch Nieuw Testament in de rechterhandmoest geven, en eene editie van Horatius in de linkerhand.

Er was een tijd , dat men op 't kerkhof te Lonvare, inDerbyshire , jaarlijks op denzelfden dag en op hetzelfde grafeen harpspeler kon vinden , die daar twee liederen voor

-droeg , altijd dezelfde twee. Eerst waren er verscheidenetoeschouwers en toehoorders bij, maar later liet men denman alleen gaan. En waarom ging hij daar zingen enspelen? Omdat eene oude , ongehuwde dame dit zoo inhaar testament had verordend , onder toekenning van eenguinj e aan den harpspeler, voor elken keer, dat hij daar

-aan uitvoering gaf.Op de Heerengracht, bij de Leliegracht , te Amsterdam ,

staat een huis, 1) dat in gemeenschappelijken eigendom toe-komt aan de Diakonieën der Nederduitsch- Hervormde g emeen-ten van Amsterdam en van Leiden, maar dat aan die twee

') Genummerd 168.

Page 80: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

68 TESTAMENTEN.

Diakonieën vermaakt werd , met de curieuse bepaling , datwie van de twee het eerst een woord zou reppen oververkoop van dat huis, daardoor terstond haar aandeel zouverliezen.

Te Rotterdam besprak de oud -Burgemeester Senserff, den1 Eden October 1751 , een j aarlij ksch eeregeld van f 500, (datechter sedert belangrijk verminderd is) voor één der predl-kanten , die daarvoor telken jare acht predikatiën moesthouden „tegen de Atheïsten, de Deïsten, de Heidenen , deJoden en de Mohammedanen of andere openbare tegenspre-kers van het Christelijk geloof."

Een advocaat in Colmar maakte een groot legaat aaneen krankzinnigengesticht, met de redengevende toevoe-ging : „Aan dwazen, en niet aan verstandigen, heb ik 't meesteverdiend "

En nog niet lang geleden konden wij in de nieuwsbladenlezen , dat een hondenlief hebber te Chatham bij testamentverordend had : „Ik wil , dat achter mijn lijk zullen gaan ,eerst , mijn twee en vijftig honden , en daarachter de ver

-wanten en vrienden , en dat na de begrafenis zoowel de tweeen vijftig honden, als de overige rouwdragenden, zullenworden onthaald." Dat „overige rouwdragenden" is in ditverband een kostelijk woord.

En toevallig van ongeveer gelijken datum was het tes-tament van een Engelschen tandarts, die beschreven had,dat hij in zijne kist wenschte te hebben al de door hemgetrokkene, en zorgvuldig door hem bewaarde, tanden enkiezen, — plus minus dertig duizend stuks.

Zonderlinge bijdragen tot de kennis van menschelijkedwaasheid, — dwaasheid, zelfs nog in 't aangezicht van

Page 81: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

TESTAMENTEN. 69

den Dood. Die niet dwaas is , schudt er het hoofd bij enmompelt: „Veel uiterste willen zijn niets dan uiterste gril

-len."Maar grillen en dwaasheden laat ik nu voor wat ze zijn

en in ernstigen toon ga ik verder.En dan zeg ik , dat het een wijs woord was , wat eens

de profeet Jezaia tot koning Hizkia sprak : „Geef bevel aanuw huis , want gij zult sterven." 1 ) 't Is plicht , tegen dentijd van onze afreis beschikking te maken en orde op onzezaken te stellen. Indien eens eenige dagen vóór een voor

-genomen uitstapje iemand u bezig zag en u vroeg : „Waartoe al die bemoeiing?" zoudt gij zeggen, met recht: „Wel,ik kan er toch zoo maar niet uitloopen en den boel zoomaar niet laten liggen." Met veel meer recht kunt gij datzeggen in betrekking tot den grooten uitstap , waarop geeninstap in uw huis meer zal volgen. Toont metterdaad , dat

dit uw gevoelen is. Gij durft immers wel ? Er zijn men-

schen, die niet durven; -- sommigen, omdat zij in 't algemeenzoo bang voor 't sterven zijn, dat ze alles, wat hen daaraanmoet doen denken, vermijden; anderen, omdat ze zoo bij

-geloo vig zijn van te m Benen , dat wie beschikkingen maaktvoor na zijn dood, daardoor zijn sterfuur verhaast. Nu,

van zulke domheden wil ik niemand mijner lezers verden-ken. Alzoo, maakt uwe beschikkingen, „geeft bevel aan uwhuis l"

Doet het , naar den inhoud , rechtvaardig, en, naar denvorm, duidelijk. Door èn rechtvaardig èn duidelijk te zijn,zult gij moeite en twisting voorkomen. Er is reden, om

'^ II Kon. XX, 1.

Page 82: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

!o TESTAMENTEN.

hierop bedacht te zijn. Want juist bij deeling zijn de ge-moederen licht tot twisting geneigd. 't Is wel waar , watBridaine, volgens Bungener, uitriep : „Wat een kansel is hetkerkhof! Wat een redenaar is de Dood !" maar , ondertus-schen, de ervaring leert, dat veelal menschen, die pas dezenredenaar van dien kansel hebben hooien spreken over deijdelheid van liet wereldsche goed, om het bezit van datgoed kunnen twisten , met een hartstocht , als ware dit hetallerhoogste in 't leven. En omdat daarbij dan de eigenbaat

den boventoon voert, is er een spreekwoord, dat zegt: „In

het deden van de erfenis staat de vriendschap stil." Enomdat bij zulk eene deeling het ware karakter der daarinbetrokken personen zoo bloot korist, is er een ander spreek -

woord, dat zegt : „Om iemand recht te kennen, moet meneene erfenis met hem hebben gedeeld." 't Is wel akelig,dat deze spreekwoorden niet zonder grond zijn.

Genoeg , doet in tijds het uwe , om zooveel mogelijk , af-gunst en twisting en wi-ok te verhoeden.

Behartigt, ook ten aanzien van uwe toekomstige nalaten

-schap, de belangen der uwen. Neemt niet te veel van lietheden, want dan geeft gij aan de toekomst te weinig. Teveel weelde voor uzelven is te weinig liefde voor uwe na-blij venden. Want, — alweer een spreekwoord: — „Eenvette keuken maakt een mager testament."

Laat dus aan de uwen niet minder na, dan gij vermoogt.Maar ook niet meer, dan gij moogt. Niet minder, dan gijtot het hunne zoudt kunnen maken. Maar ook niet meer,dan gij rechtens het uwe moogt heeten.

En laat hun, in elk geval, twee dingen na, die van grootewaardij zijn, al is die waardij niet in cijfers uit te spreken

Page 83: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

TESTAMENTEN. i L

of te herleiden tot guldens: vooreerst, een onbevlektennaam, en, ten tweede, de herinnering van een leven, dat

rijk was aan geloof, hoop en liefde.En als ik nu eindigen wil, is zeker wel een passend einde

de mededeeling van eenige regelen, buiten op het testamentgeschreven van een huisvader, mij bekend:

Aanvaarde uw hand, mijn dierb'ren! wat u rest;Maar houdt daarbij het oog op God gevest,Van wien bij 't goed de zegen komen moet;

Goed zonder God is niet in waarheid goed.

Blijve elk van u van nijd en zelfzucht vrij,

Dat deeling niet bron van verdeeldheid zij.

Hecht niet te veel aan stofbezit; maar toch,Denkt nu en dan: „Dat is van vader nog ,"En voelt alzoo in 't geen uw hand omvat

Nog iets van 't hart, dat u heeft liefgehad,

En dat u thans zijne afscheidsgroet'nis biedtIn een: „Vaartwel !" en een: „Vergeet mij niet !"En in den wensch: „Wien ge ooit nog hebt of derft,Behoudt uw' God, — den Vader, die niet sterft."

v^ v

Page 84: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal
Page 85: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Iets over de letters.

Page 86: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal
Page 87: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

A.

A is van 't alphabet de eerste letter. Moest dat juist

de A zijn? Och neen, maar één moest toch de eerste zijn,

al is er geen bepaalde reden voor te geven, waarom deze

het is. Onder de menschen komt het ook wel voor , datiemand de eerste is, zonder dat men kan zeggen, waaromdie juist.

Met die eene A is veel uit te drukken, — vreugde , ver-

wondering, smart. Soms is niets dan die eerste letter hetlaatste geluid van den stervende.

B.

B volgt op A, maar met een innig verband. Immers,

ieder kent den regel: „die A zegt, moet ook B zeggen".

Daarom moeten we niet ad te vlug zijn met A zeggen.

De B is verbonden aan veel gewichtige zaken: zonder B

hadden we geen beurs, geen banknoot, geen boek, geen baard.

C.

C is met A en B in 't alphabet , wat Crassus was met

Page 88: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

76 IETS OVER DE LETTERS.

Caesar en Pompejus, te Rome. Soms weet men niet vol-

komen zeker, of men C of K zal gebruiken. En die daarop

voor zich een regel heeft, weet soms nog niet, of hij daar-

aan consequent of konzekwent zich zal houden. — Overigens,

de C heeft eenige luiheid en leunt gaarne tegen een H.

10

De D heeft iets dofs in hare natuur. Daarom hebben

we haar noodig, als we dof willen schrijven. Ook voor

dommelig, dompig, dor, duf, dood. — Als de D voor de C

gaat staan, zien we daarin iets muzikaals, maar tevens

het kort begrip van de gansche geschiedenis. Want hetbeteekent da capo.

E.

E is de tweede klinker. Een zwartgallige oude vrijer zieteen diepen zin in de omstandigheid, dat het de eerste letter

is van engagement, echt en ezel.

F.

De F is iets blazends. Daarom spreekt ieder die letteruit, als hij 't erg warm heeft. 't Is een sterkere letter,

dan de V. Die boos wordt en zegt: „gij zijt valsch !" — zal,

als hij nog boozer wordt, gaan zeggen: „falsaris !"

G.

De G speelt een gewichtige rol in de wereld. Zonder haarzouden we noch geld, noch goed, noch goud bezitten.Maar ook geen geloof, geen geduld en geen godsdienst, —

Page 89: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

IETS OVER DE LETTERS. 77

De G is, gelijk men aanstonds kan hooren , een keelletter.Daarom zou men ook zonder G niet kunnen gorgelen.

H.

De H is niets dan eene uitademing. Zij heeft dit met velezaken gemeen, dat zij krachtig aanvangt, maar op nietsuitloopt. — Voorts is zij onmisbaar voor wereld- en andereontdekkers. Die een ontdekking doet, roept altijd haarnaam uit.

I.

De I is 't begin van ik. Dus haast 't begin en het eindevan alles. — 't Oprechtst komen daar de Engelschen vooruit, die om ik aan te duiden, altijd de I als hoofdletterschrij ven, alsof ze zeggen willen: hoofdletter bij hoofdzaak;zoo is 't naar behooren.

J.

De J is een verlengde I, alzoo, een letter met een na-:sleep. Daarom is de J 't gepast begin van het jawoord.

K.

K is hierom bijzonder belangrijk, dat er zonder haar geen'kapitaal zou bestaan. Ik weet niet, of ik zóó moet schrij-ven : kapitaal, dan wel aldus: Kapitaal. De socialisten ge

-bruiken de kleine k, om uit te drukken, hoe ellendig min.zij het geldbezit achten.

L.

De L, hoe vloeiend die zij, is voor velen een aanstoot..Sommigen vervangen haar door de W en zeggen u, dat ze

Page 90: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

78 IETS OVER DE LETTERS.

't op de swijmvwiezen hebben; anderen door de N; en danwordt een leus een neus; anderen door de II; en dan wor-den pluimen tot pruimen. — Voorts de L doet dienst bijzeer onderscheidene zaken: lie feliijk en Teel , k; lierzang enlikdoorn, enz.

M.

Die M zegt sluit zijn mond. Er zijn niet weinig lieden,onder wier spreken de hoorder wenscht: och of hij M mochtzeggen, zonder een letter meer er achter! — In één opzichtis de M een gevoelvolle letter: wij spraken haar uit, toenwe moeder leerden zeggen.

N.

N is een neusklank en tegelijk 't begin van een neus. —Zij heeft met vele menschen , vooral jonge menschen , ditgemeen, dat zij gaarne ontkent: neen, niets, niemand, ner -

gens, nooit, nimmer.

0

De 0 komt menigmaal den dichter te hulp, als zijn vers-regel een sylbe te kort zou zijn. — Voorts zou men moeie-

lij k verblijd of verrast kunnen zijn zonder 0. — Maar nietzelden wordt 0 uitgeroepen bij onbeduidende dingen. 0 istrouwens óók nul.

P.

De P is een lipletter en 't einde der lip. Zij is onmisbaarin de politiek. Misschien hangt het daar mee samen, dat

-zij in allerlei houding kan staan en dan gedurig iets anders

Page 91: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

IÉTS OVÉR DE LETTERS. 79

is. Gewoonlijk zegt ze: ik ben p; maar zij kan ook zeggen:ik ben b, en ook: ik ben d en ook: ik ben q.

Q.

De letter Q is erg zwak. Als de U haar niet bijstaat,vermag zij niets. Zij heeft aanleg voor wiskunde en reken

-kunst. Daarom plengt ze zich in de vermelding van qua-draat, quadrant , quantum, quotum, quotiënt en quitantie,

R.

Een lastige letter. Vele menschen, ook die 't ver ge-bracht hebben in de wereld, gaan de wereld uit zonder

't ver genoeg gebracht te hebben, om R te kunnen zeggen.'t Is vreemd , dat zij voorop staat in rust; want zij houdtvan beweging: rammelen, ranselen, ratelen, rennen, ritselen,roeren , rollen, enz.

S.

De S sist. Daarom komt zij zeker voor in slang en ook inspuit. Ook is zij op zich zelve voldoende om verwonderinguit te drukken en ook om aan te manen tot stilte.

T.

De T is een verscherpte D. — Teu fel is harder dan duivel.In menig opzicht is 't een ongeluksletter: tobben , talmen ,treuzelen , teuten. En als zij arm in arm met de W gaat,

is 't veelal ook niet heel gunstig: twist, tweedracht, twijfel.

U.

De U is zeer geschikt, om koude en huivering uit t&

drukken. Men heeft haar gedurig noodig, als men anderen,toespreekt. Ook om uil te zeggen.

Page 92: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

80 IETS OVER DE LETTERS.

De V was vroeger één met U. Maar deze eenheid, gelijk

met zoo menige andere eenheid geschiedt, is uitgeloopen

op tweeheid.

W.

Is de letter der nieuwsgierigen: wie? welke? waar? wan-neer? waarom? werwaarts? Zelfs in 't woord wissel heeft

zij nog iets vragends: zal die betaald worden of niet?

x.

Deze letter is erg hinderlijk voor een poëet, die eenalphabetisch vers wil schrijven. Zij laat hem schier geenkeus, dan tusschen Xerxes, Xenophon en Xantippe.

Y.

Is van Griekschen oorsprong. Zij is volstrekt niet de-zelfde als IJ. Maar velen blijven standvastig die twee on-derling verwarren. Zoo gaat het dus met de Y als met

menig mensch, die voor iets anders wordt aangezien, dan

't geen hij eigenlijk is.

Z.

De laatste letter. Daarom beduidt: van A tot Z zooveelals: van 't begin tot het einde. En daarom eindig ik hier.Maar ik eindig met den wensch, dat uwe en Ïnijne levens-historie op een Z uitloope, die goed zij. Dat kan. Wantzij zegt iets van zegen en zaligheid.

Page 93: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Eene bijzondere diergaarde,be-zien onder een bijzonder ge1eide.

Page 94: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal
Page 95: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Ik was eens in eene diergaarde , die niet bestaat , maardie ik alleen in de verbeelding zag , gelijk ook de leidsman,die er met mij in rondging, niet bestond, maar een voort-brengsel was van mijne verbeelding. 't Was een gewoonman , om niets van te zeggen. Ja , toch iets ; dit , dat inden rand van zijn pet , van voren , de woorden te lezenwaren: Symboliek, Legende, en van achteren: Sprook,V o 1 k s g e 1 o o f, — een randschrift , dat aanduiding was vanzijn bijzonder karakter.

En nu ga ik hier eens vertellen, wat ik van dezen ge-leider op onzen rondgang gehoord heb.

Eerst kwam ik met hem in eene galerij van wilde die-ren. En daar vernam ik achtereenvolgens van hem eenigemededeelingen omtrent een achttal soorten.

Daar hebt gij, — zoo sprak hij, — den leeuw , die vanouds het zinnebeeld geweest is van de kracht en het ko-ningschap. Ook 't symbool van Christus, „leeuw uit den

Page 96: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

84 EENE BIJZONDERE DIERGAARDE ,

stam van Juda." 1) Een doode leeuw , met bijen er om 2)

en met het randschrift : .Nlorte unies tot millia vivunt , uitden dood van één trekken zoovele duizenden 't leven , doeltkennelijk op Jezus ook. De leeuw is ook wel als attribuutgegeven aan Johannes den Dooper , en deze prediker zelfis wel „de leeuw der woestijn" genoemd. Waarschijnlijkheeft Marcus den leeuw tot attribuut gekregen , omdat dezezijn Evangelie met het optreden van dien Johannes begint.De leeuw wordt om edelmoedigheid en dankbaarheid ge-roemd. De H. Gerasimus , een kluizenaar der 5de eeuw ,verloste eens een leeuw van de pijn , die het beest van eendoorn in zijn poot had te lijden, en sedert volgde hem heterkentelijke dier als een hond ; en toen de kluizenaar gestor-ven was, liet de leeuw zich doodhongeren nevens zijn lijk.Gij ziet , die Gerasimus is een verchristelijkte Androkles.Toch neemt al dit gunstige niet weg , dat soms ook „debrullende leeuw", (men zegt ook wel „de brieschende leeuw" 3)

maar leeuwen brieschen niet) het zinnebeeld is van den Booze.'t Gunstige en ongunstige is ook vermengd in de be-

schouwing van den beer. Somtijds wordt hij opgevoerd alsbeeld van goedigheid, somtijds daarentegen als beeld vangrimmigheid. Misschien hebben de menschen de schuld aanlaatstgenoemde eigenschap van het dier. Want in den oud-sten tijd was hij geen roofdier. Maar wat geschiedde? Demensch had graan gezaaid en de beer nam op zich, denakker te bewaken, maar bedong de helft der opbrengst totloon. De mensch nam, in den oogsttijd , de bovenste helftder halmen voor zich en gaf den beer de ondereindén. Deze„daarover verstoord, wilde in 't volgende jaar niet waken,') Openb. V. 5. 2) Vgl. Richt. XIV. 8. 3) I Petr. V. 8.

Page 97: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

BEZIEN ONDER EEN BIJZONDER GELEIDE. 85

of de bovenste helft van den oogst moest voor hem zijn.

De mensch beloofde dat, maar zaaide toen knollen. Zoo

waren voor den mensch de knollen en de beer kreeg het

loof. Toen liep deze weg van den bedrieglijkenken men sch ,

naar het woud , en daar is hij tot roofdier verwilderd.Hier ziet gij den panter. Dit dier heeft de vreemde eigen

-schap van in de Meimaand een reuk te verspreiden , zoowelriekend en zoet, dat alsdan alle dieren des wouds zijne

voetstappen volgen. Daarom is hij nu en dan attribuut van

Maria.

Maar van wolf en vos kan ik u niets gunstigs vertellen.

De wolf is altijd het beeld van wildheid , vraatzucht en

dreigende vijandschap geweest. De wolf in de schaapsvacht

is aanduiding van den ontrouwen leeraar of priester. Wor-

den vele Heiligen afgebeeld met een wolf nevens zich , danbeteekent dit , dat de heiligheid de woeste natuur overwint.En als de Apostel Paulus wel eens wordt voorgesteld, ver

-gezeld van een wolf en een lam , zal dit zeker moeten be-teekenen: zonder Christus een wolf geweest, door Christuseen lam geworden.

En dan de vos. Die wordt steeds genomen voor 't beeldvan arglist en valschheid. Zoover gaat die beschouwing,

dat bij 't landvolk, hier en daar, zelfs een paard , dat vosheet, naar zijn haar, niet betrouwbaar geacht wordt: EnFuss sunner Ni cke , (lat es en dusent Glücke.

Daarentegen hebben het hert en de hinde in het volksge-loof eene eervolle plaats. Denkelijk in verband met devermelding van „het hert, dat schreeuwt naar de water-stroomen," 1) komen ze meermalen op doopbekkens voor.

1) Ps. XLII. 2.

Page 98: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

86 EENE BIJZONDERE DIERGAARDE ,

Van deze dieren is wel eens beweerd , dat ze giftige slan•gen door hun ader. dooden. Ook wordt er van verhaald,dat ze menigmaal aan verdwaalden en vervolgden bescher-ming verleenden. Genoveva is één voorbeeld uit vele. Enzeker zal de overlevering u ook wel bekend zijn, dat eenlichtzinnig jongeling, Hubertus geheeten , bekeerd werd tot

vrome gezindheid, nadat hij , op de jacht , een hert had

ontmoet, met een stralend kruis tusschen 't breedvertaktegewei. Sint Hubertus is daarom de patroon van de jagers.

De haas is 't beeld van schuchterheid en vrees. Maarals een haas dwars over 't pad van een wandelaar loopt,is er reden voor dien mensch , om te vreezen. 't Is eenteeken , dat kwaad voorspelt.

En hier is de apenkooi. Sommigen zeggen , dat de men-schen apen zijn. 't Kan wel waar wezen. Althans , van

velen. Voorts , de grijnzende aap is een symbool van den

Duivel. Een aap , die met een doodshoofd speelt , is eenevoorstelling, waarin blijkbaar de waarschuwing ligt: steekniet hoovaardig uw hoofd omhoog, 't kan eens een aap tot

speelgoed dienen.Nu zal ik, — zei mijn gids, — met u bij eenige huis

-dieren stilstaan. Eerst bij het paard. Het paard vertegen-

woordigt den krijg, vooral het rossige paard; het witte paard

vertegenwoordigt de overwinning, het zwarte paard den

nood en het vale paard den dood. 1) — Onder de Heiligen

zijn er vier, die doorgaans als van het paard zich bedie-

nende voorgesteld worden, Sint Jacob , Sint Joris, Sint

Maarten en Sint Nicolaas. Zij heeten dan ook „de rijdende

Heiligen."

1) Openb. VI. 2-8.

Page 99: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

BEZIEN ONDER EEN BIJZONDER GELEIDE. 87

Het rund is als attribuut den Evangelist Lucas ter zijde

gesteld , waarschijnlijk als vertegenwoordiger der offerdieren,wijl Lucas' Evangelie met het offerwerk van Zacharia be-gint. In spottende tegenstelling met den arend van Johannes,noemen de Franschen den os l'oiseau de Saint Luc. In denabijheid van Bethlehem's kribbe , staan schier altijd afgebeeld os en ezel , zeker als symbolen van vrede. De stieris het zinnebeeld van vruchtbaarheid en sterkte.

De ezel is beeld van vrede, in tegenstelling met het paard.

Sedert Jezus , op Palmzondag , een ezel bereed , hebben de

ezels een donker kruis op den rug. Haren, uit dat kruisgenomen, hebben bijzondere geneeskracht, vooral tegenkinkhoest. Ze moeten dan op de keel gelegd worden , enwel , de haren eener ezelin bij een jongen en die van eenezelhengst bij een meisje.

De bok is zinnebeeld van het booze. Zelfs behooren debokspooten tot het beeld van den Booze. In de midden

-eeuwsche kerktaal werd de tweede Zondag na Paschenbokkenzondag geheeten , omdat de niet-getrouwe en _nietijverige gemeenteleden tot zóó lang hun biechten uitstelden,terwijl de betergezinden er voor zorgden, dat ze biechttenop Paschen. Zij waren dan tegenover die bokken de schapen.

Het schaap toch, is van ouds het zinnebeeld der vromen

geweest. En het lam is door de Christenheid tot vertegen-

woordiger van Jezus zelven gesteld. Ook is dan het lam

een dier, waar geen duivel of booze geest in kan varen,

evenmin, als in de duif.

Maar het zwijn stond te allen tijde ongunstig aangeschre-

ven, en wel, als beeld van vadsigheid en onreinheid. Bekend

is ook het volksgeloof, dat het tegenkomen van zwijnen als

Page 100: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

88 EENE BIJZONDERE DIERGAARDE,

een slecht voorteeken , maar het tegenkomen van schapenals voorspelling van iets goeds moet worden beschouwd.In zwijnsgedaante viel de Booze eens Sint Antonius aan,maar werd door hem overwonnen. Sedert is het zwijn't attribuut van dien Heilige gebleven , en het voorgeslachtkon op pleinen en in straten soms heele troepen S-int-Teunis-varkens ontmoeten.

De hond was steeds het zinnebeeld van trouw en waak-zaamheid. Zelfs zijn deze dieren wel eens afgeteekend als

zoo goed en zoo vroom, dat ze weigeren brood te eten uitde hand van hun meester, indien deze met den kerkelijkenban is gestraft. Daarom wordt nog wel gezegd van ie-mand, die veel leelijks en slechts voor zijne rekening heeft:„De honden zouden er geen brood van eten." — Toen Jezuseens met zijn discipelen op weg was, zagen ze een doodenhond liggen ; en de discipelen drukten er hun afkeer vanuit; maar Jezus maakte hen opmerkzaam op het schoonewit van de tanden. — Eene aanbeveling , — dat begrijptgij wel , — om ook in 't onbehaaglijkste het goede nietvoorbij te zien.

Niet gunstig aangezien is de kat. 't Is dan ook het dier,waarvan de heksen gewoon zijn de gedaante aan te nemen.-- Kat en kater overtraden 't onthoudingsbevel, door Noachgegeven, met het oog op den voorraad voedsel in de ark.Dat was in Maart. Tot straf is in die maand de tijd hun-ner liefde te gelijk de tijd van hun vechten.

Wij gingen verder, om, zooals mijn leidsman zei, nu ookeens bij de vogelen een kijkje te nemen.

Daar hebt gij den arend, koning in 't luchtruim, gelijkde leeuw koning in 't woud is. De arend is steeds het

Page 101: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

BEZIEN ONDER EEN BIJZONDER GELEIDE. 89

beeld van verhevenheid -en kracht. Als zoodanig werd hij't attribuut van den Apostel Johannes. Oud geworden ,slijpt de arend zijn verstompten snavel weêr scherp aaneen rots, en door in 't water te duiken, vernieuwt hij zijnekrachten en wordt als jong op nieuw. 1) — Een arend , dieeen slang bevecht , is 't zinnebeeld van het hemelsche , dathet helsche bekampt en overwint.

De duif is het overbekende symbool van den HeiligenGeest. Onvatbaar , als het lam , voor den invloed des dui-vels. Veelal werd het beeld der duif aangebracht boven 'thoofd van den prediker. Volgens sommigen was dat beeld,meer en meer van lofwerk omgeven , de oorsprong van 'tklankbord. — Een witte duif bracht de olieflesch op aarde,waaruit oudtijds de Fransche koningen plachten te wordengezalfd.

Hier ziet gij de raaf. De zwarte kleur van dezen vogel

en zijn azen op lijken maakten hem tot het zinnebeeld vanden dood. Vroeger evenwel was hij wit. Zwart werd hijom dezelfde ongehoorzaamheid , in Noach's ark , waar katen kater om werden gestraft. Het eerste graf hier op aardeis door een raaf gegraven , die haar jong daarin borg.Adam zag dat aan en kwam zoo op het denkbeeld, even-zoo met den verslagen Abel te handelen.

Van den zwaan hebt gij wel vernomen, dat hij, als hij

den dood nabij is, iets als een zang doet hooren, klaaglijk,maar welluidend. 't Woord zwanenzang voor laatste liedvloeide uit die bewering voort. — De vrome Henoch schreef

een boek met eene pen, die aan een zwaan uit het Paradijs,

terwijl die over hem heen vloog, ontviel.

') Vgl. Ps. CIII. 5.

Page 102: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

90 EENE BIJZONDERE DIERGAARDE ,

Die daar zwemt, is de pelikaan. Door zich te voeden met

visch, heeft de pelikaan niet zelden iets bloedigs op de veêrender borst. Maar 't volksgeloof beweert, dat deze vogel zich deborst openpikt, om zijn jongen met het bloed, dat er uitkomt,te voeden. Zoo werd de pelikaan tot symbool van den Heiland.

En daar staat de pauw. Wat pronkt hij mooi, maar watschreeuwt hij leelijk. Maar gij moet weten, hij had in 'tParadijs een schoone zangstem, doch moest die gave ver-liezen , tot straf van zijn hoogmoed. Het vleesch van denpauw vergaat niet. Zeker komt daarom deze vogel menig

-maal op grafteekenen voor.Deftig stapt daar de haan. Hij is 't beeld van licht en

vuur, — omdat zijn gekraai het naderen van 't zonnelichten den zonnegloed aanmeldt. Als vertegenwoordiger vanhet licht stelde men doorgaans den gouden haan , als ver

-tegenwoordiger van 't vuur den rooden haan. Daarom is:aan den rooden haan overgeven een gezegde, dat gelijk staatmet in brand steken. Denkelijk was het de dubbele zinspe-ling op 't aankondigen van liet licht , — in de natuur , —en het opwekken tot boete, — in Petrus' geschiedenis, —

die den haan op de spitsen der kerktorens bracht.

In tegenstelling met leem staat de uil, vrind van den

nacht , vijand van 't licht en bode van den dood.En nu hebben we hier een viertal vogels, die in gunsti-

gen naam staan; 'k zal u zeggen, waarom.

De ooievaar heeft op Golgotha, in droef geluid en gebaar,op aandoenlijke wijze zijn medelijden met den grootera krui

-seling betoond.En de zwaluw eveneens: zij fladderde angstig rond, steeds

roepende: „Helpt hem toch! Helpt hem !"

Page 103: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

BEZIEN ONDER .EEN BIJZONDER GELEIDE. 91

Het roodborstje betoonde zich toen ook zoo meewarig enpoogde de stekels van Jezus' doornenkroon te breken. Daar

-door kwam er bloed op zijn veertjes. En dat bleef er opbij al de latere vogeltjes van dat geslacht. — Ook heeft hetroodborstje de lieve gewoonte van, als er eenig gestorvendier in het bosch ligt , dat te overdekken met mos en metbloemen.

En, eindelijk, de kruisbek, zoo genaamd, omdat, gelijk gijziet , het bovenste en het onderste deel van zijn bek nietop elkaar sluiten, maar kruiselings over elkander liggen. Hijwas even medelijdend , en kreeg dien zoo verwrongen bek,doordien hij poogde de spijkers uit te trekken uit het houtvan het kruis.

Daarentegen was de kievit , op het tooneel van Golgotha,met dat viertal in strijd en schreeuwde boosaardig : „Pijnigthem ! Pijnigt hem !"

Daar ziet gij den koekoek, die anders meer gehoord , dangezien wordt. Als iemand , den eersten koekoeksroep hoo-rende , veel geld bij zich heeft , zal hij 't geheele jaar goedbij kas zijn. En omgekeerd. Het landvolk meent hier en

daar , dat de koekoeken tegen den winter in sperwers ver

-anderen, om in 't voorjaar weer tot koekoeken over te gaan,

— eene meening, die de oude Grieken reeds hadden.Daar zit de nachtegaal, 't liefelijke beeld der vroomheid,

die, ook in 't donker, helder zingt.

En daar fladdert de leeuwerik, mede een vriendelijk sym-

bool van de vroomheid, die, vroolij k aan de laagte ontste-

gen, haar loflied zingt in 't hooge blauw.

En nu hebben we van de vogelenwereld genoeg. En we

richten even ons oog naar de visschen.

Page 104: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

92 EENE BIJZONDERE DIERGAARDE ,

De visch , die het water tot element heeft , is van ouds,

met zinspeling op den Doop, het symbool van den Christen.

Als zoodanig komt hij zeer dikwijls op lijkzerken en graf

-lampen voor. Het spelend vernuft vond behagen in de op-

merking , dat de visch niet getroffen werd door den vloek

van den zondvloed , en in de opmerking ook , dat , in het

Grieksch, de vijf beginletters van de woorden Jezus Christus,Gods Zoon , Zaligmaker , de vijf letters zijn , waarmee het

Grieksche woord , dat visch beteekent, gespeld wordt.

Zal ik ook nog op kruipende dieren u wijzen, dan begin

ik met de slang. Door alle tijden heen is die het zinna-

beeld geweest van het sluwe en booze. Men zegt, dat deslang alle talen verstaat , en dat een mensch , die slangen -vleesch durft eten , diezelfde gave verkrijgt. — Komt som

-tijds op grafsteden eene slang voor, door een geraamte heengeslingerd , dan is dit eene vertolking in beelden van debekende woorden : „Door de zonde de dood." 1) — Eeneslang, die eigen staart in den bek houdt, is zinnabeeld van

't eindelooze.De kilcvorsch behoort ook tot het gebied van den Booze.

Niet zelden is waargenomen, dat uit den mond van beze-tenen kikvorschen sprongen.

De pad staat niet minder ongunstig aangeschreven. Dievan eene heks brood aanneemt en eet, krijgt een pad inde maag. Maar voor kankerlijders zijn padden goed. Zijzuigen de gezwellen uit en sterven dan; doch de lijdergeneest.

De hagedis vertegenwoordigt weer iets goeds en liefelijks,te weten: liefde voor de zon , verlangen naar 't licht.

') Rom. V. 12.

Page 105: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

BEZIEN ONDER EEN BIJZONDER GELEIDE. 93

En als ik nu nog op eenige insecten uwe aandacht hebgericht , moet ik scheiden.

De spin wordt verdacht, gif te zuigen uit dezelfde bloe-men , waar de bij honig uit zamelt. Daarom komt de spinmede voor als symbool van het booze. Toch wordt zij ook'vermeld in gunstigen zin. Eene maagd van Verona, in deTae eeuw, Truterca geheeten, werd vervolgd en nam de wijkin een grot. Haar belager zocht haar overal, maar dddrniet, omdat hij voor den ingang een ongeschonden spinne-web zag, 't welk echter eerst toen zij binnen was, doorde spin was geweven. Hetzelfde wordt ook van een paarandere Heiligen, en ook van den voor Saul vluchtenden David,verhaald; en - de Turken zeggen, dat op deze wijze eensMohammed gered is. -- De herfstdraden, — los geraakt enzwevend spinrag, — werden in de middeneeuwen beschouwdals overblijfsels van den sluier van Maria. De Franschennoemen ze fits de la Verge. -- En de Franschen drukken,aangaande de spin, nog een bijzonder volksgeloof uit in.het rijm :

Araignée de matin,Grand chagrin;Araignée de midi ,Grand plaisir;Araignée de soir,Grand espoir.

De glimworm is een diertje, dat zijn glans-gevend ver-mogen te danken heeft aan de aanraking van Johannes denDooper, die 't eens opraapte en op een blad zette, opdat

Page 106: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

94 EENE BIJZONDERE DIERGAARDE ,

het niet vertreden zou worden. Van daar de namen Jo-hanneskever , Johanniswurmchen.

De vlieg is 't zinnebeeld van onbescheidenheid en onbe-schaamdheid. Zij was bij sommige gelegenheden ook eengedaanteverwisseling van den duivel.

De mug is beeld van de macht van het kleine. Een mugis genoeg , om den machtigsten mensch , door in zijn neuste kruipen , krankzinnig te maken. 't Is , beweert men,met Nimrod , Titus en anderen geschied, als een Godsoordeeltot hunne bestraffing.

We zijn hier , zooals gij merkt , in de nabijheid van eenmierennest. De mieren vertegenwoordigen het ordelijk-samenhangend en regelmatig ingericht maatschappelijk leven.De Muzelmannen zeggen , dat de wijze koning Salomo zichover het gebrekkige van zijne staatsregeling schaamde, toenhij zich met de inrichting van een mierenstaat bekend ge-maakt had. En de Koran spreekt zich , wel ietwat zonder-ling , over Gods alwetendheid uit , door te zeggen, dat voorAllah niets verborgen is , zelfs niet een zwarte mier op eenzwarten steen in een zwarten nacht. — Zeer gewoon is hetook, en gepast evenzeer, op de mier te wijzen als op eenvoorbeeld van vlijt en van voorzorg.

Gij ziet daar ook een bijenkorf. Ook de bijen zijn vanouds het zinnebeeld geweest eener welgeordende en een

-drachtig samenwerkende maatschappij, alsook van eene waak-zame, werkzame en eensgezinde gemeente. Zij werden temeer in eere gehouden wegens het leveren van was, degrondstof voor de kaarsen der kerken. En het is in betrek

-king tot de waarde, die men aan die waskaarsen hechtte,dat een oud volkslied zingt van de bij:

Page 107: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

BEZIEN ONDER EEN BIJZONDER GELEIDE. 99

't Is een aengename beeste,

Die getrouw is aen den mensch,

Verdrieft van ons de helsche geesten,As het gaet ten laesten end.

Steeds zijn de bijen met trouwe zorg , ja , met een soortvan vriendschappelijke genegenheid behandeld. De bijen

-houder heet in sommige streken bijenvader. En bij ver-scheidene stammen was 't het gebruik, in bruiloftstijd een

rooden doek en bij sterfgeval een zwarten doek op de korven

te leggen, en, als het hoofd des gezins gestorven was, Zijn

overlijden aan de korven, één voor één, te gaan aanzeggen:

„De baas is dood ; de baas is dood."Het diertje, dat gij daar ziet zitten, is de Krekel. 't Is

een goed teeken voor 't gezin, als er een krekel in huis is.Dood hem nooit ; want die een krekel doodt , berokkentzich onheil.

Ten slotte nog één diertje, — de vlinder, 't bekende sym-bool van levensvernieuwing en onsterfelijkheid , en als zoo-danig menigmaal op kerkhof hek en grafzerk te vinden.Sprakelooze, maar welsprekende verkondiger van: zwevenin de hoogte na 't kruipen in de laagte, van hemelvaartuit stof naar zon.

Maar nu, — sprak mijn gids, — is mijn beschikbaar uurtjeverstreken. En hij ging weg. En toen was de ganschediergaarde ook weg.

Maar ik bewaarde daarvan dan toch voor mij zelven nogenkele gedachten, — en, mijn lezer! ook voor u.

Page 108: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal
Page 109: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Poëzie.

I.

Page 110: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal
Page 111: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

IN DE MAAT LIGT DE MACHT.

'k Zie den spar, eens door berglucht omluwd of omloeid,In de heistelling hangend, geheven,

En, — den top naar omlaag, — door het ijzeren blokIn den drassigen bodem gedreven.

Maar die 't blok eerst doen rijzen, dan dalen met kracht,Zijn als één in het trekken en vieren ,

Want de maatslag van 't heilied blijft allen te zaamIn hun stand en hun handgreep bestieren; —

In de maat ligt de macht.

'k Zie de kuipersgezellen om 't wordende vat,Door de vlam, die er uit slaat, beschenen;

En ze loopen met passen, die schijnen geteld,Om den cirkel van duigenhout henen;

En hun dissels slaan telkens de hoepels met kracht,Maar ze slaan met gemetene slagen;

Heel hun gang en beweging houdt regel en beurt,Wordt door orde gericht en gedragen; —

In de maat ligt de macht.

Page 112: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

'k Zie het zwart van de smidse als van weerlicht doorvlamd,Door de vonken, die spatten en stralen,

Waar gemuskelde knechten den dreunen den slagOp het wit-gloeiend ijzer doen dalen.

Maar hun arbeid eischt meer , dan volhardende kracht,Ook de regelmaat eischt hij en de orde,

Opdat de een, die aan 't aanbeeld, den mokersteel zwaait,Niet den ander tot hindernis worde; —

In de maat ligt de macht.

'k Zie 't gewas, dat als goud heeft gegolfd over 't veld,Voor het scherp van de sikkel bezweken ,

En gespreid op de deel, waar de vlegelklap klinkt,Die 't omhulsel der korr'len moet breken.

Hoor! daar treffen de dorschers de halmen met kracht ,En ze scheiden het stroo en het koren ,

Maar met slagen, in 't wiss'len aan orde zoo vast,Dat ze maatgeluid geven te hooren; —

In de maat ligt de macht.

'k Zie de boot, met de vlugheid der vaart van een meeuw.Over 't kabbelend watervlak zweven,

Door den riemslag der roeiers, gespierd en gehard,Tot steeds groeiende snelheid gedreven.

Hoor ze galmen, die slagen vol mann'lijke kracht,Maar gescheiden in evene deelen;

Staag een klank en een weerklank, een werk en een rust„'t Is 't vermogen der eenheid van velen; —

In de maat ligt de macht.

Page 113: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

101

Aan die spreuk, aan die leus hecht de dichter van 't woord,

En de dichter der tonen zijn zegel;

En ook 't werk van Gods hand spreekt van meting en tal,Zijne heem'len verkondigen regel. ;

Ja, vernam ons gehoor gang en snelheid en krachtVan der werelden went'len en keeren,

't Zou muziek zijn, zoo zuiver, als God slechts die schrijft,

Melodie, harmonie van de sferen; —In de maat ligt de macht.

Pas dat toe, voor uzely' ; op uw willen en doen;

Pas dat toe op de maatschap van 't leven;'t Zal uw aanzijn, en 't leven der broederen meê,

Met gezegende bloemen doorweven.„In de maat" zijn is waarborg van bloei en van kracht,

Is 't behoud van de lichtvlam der rede;Uit de maat" is de eclips van wat waar is en schoon,En de dood van de vreugd en den vrede.

In de maat ligt de macht,in de maat ligt de macht; —

Naar dien regel zij 't werk,en heel 't leven, volbracht.

TC^, OJT

Page 114: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

AAN DE TAAL. 1)

I.

Eert de Taal, die wondergave,Toovermacht, vol heerlijkheid,Kroonjuweel in 's menschen wezen,Teeken zijner majesteit.

Kunstig aangelegd vermogen,Dat in klanken overgiet,Of in lettertrekken teekentAlles, wat de schepping biedt.

't Helder koorgezang der vóog'len ,'t Droom'rig rnurm'len van de bron,

't Grauwe luchtgewelf vol donder,'t Groene landtooneel vol zon,'t Kraken van de ontblaarde takken,'t Ruischen van het deinend riet,'t Woeste krijgsgezang der stormen,En 't zoetvloeiend wiegelied, --

`) Door mij voorgedragen op 't Congres te Arnhem. 1893.

Page 115: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Alles kan de Taal vertolken;Wat gij waarneemt, drukt zij uit;Hoorbaar maakt zij het geziene,Zichtbaar maakt zij het geluid.

II.

Maar toch, al kan zij wedergevenAl, wat voor 't oog eens open lag,Al, wat ooit uw gehoorgang inkwam, —Zij mag niet alles, wat zij vermag.

Zij geve niets van 't vele weder,Dat , vreemd aan elke schoonheidslijn,Slechts vormen biedt , die walging wekken, —Ze is te verheven, om laag te zijn.

't Voegt niet, en 't baat niet, te bebloemenDe randen van een modderkuil;Een vuilnisbelt zij schoon beschreven,

Toch blijft ze vuil.

III.

Eert de Taal, die wondergave,Toovermacht , vol heerlijkheid,Kroonjuweel in 's menschen wezen,Teeken zijner majesteit.

Kunstig aangelegd vermogen,Dat getrouw'lijk wedergeeft

103

Page 116: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Al, wat in de binnenwereldVan het mensch'lijk aanzijn leeft.

Waan en wijsheid, droom t en waarheid,Spijt, verrukking, kalmte en angst,Afkeer, liefde, geestdrift, weedom,Zielsvoldoening en verlangst.

Al, wat door de donk're gangenVan de hers'nen gaat en 't hart,En daar vreugdelichten aansteektOf wel, vreugdeglans verzwart,

Elk gevoel en ieder denkbeeldWordt aanschouw'lijk of gehoordAlles kan de Taal vertalen,En voor alles heeft zij 't woord.

IV.

Maar toch, al kan zij wedergevenAl, wat ons ooit in 't harte lag,Al, wat ooit omging in ons denken, —Zij mag niet alles, wat zij vermag.

Steeds aan haar adeldom gedachtig,Die eischen stelt, voor vorm en toon,Bezeeg'le zij haar eigen zeggen:Schoon zijn is rein zijn en rein is schoon.

104

Page 117: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Ja! waar zij 't Ware en Schoone huldigt,Daar is ze omgloord van hemelglans ,Daar draagt zij wij-gewaad en schepter

En sterrenkrans.

V.

Waar ze ons zóó voor 't oog komt staan,Biede elk onzer, voor haar buigend,En haar 't „hou en trouw" betuigend,In haar macht en rijkdom juichend,Luide 't eer- saluut haar aan!En waar zoo wij allen samen,Van wat rang we zijn of namen ,Uit wat oord of land wij kwamen,Aan die Eene hulde biên ,Laat daar elk verschil verdwijnen,Alle veete en wrok verkwijnen , —Laat ons daar geen scheidingslijnenIn rivier- of landgrens zien.

VI.

Neen! dat in deez' Muzenhalle't Bondslied vare den Vrede schalle,Op de hand de handslag valle,Als op 't schild de slag der speer, —Teeken , dat ge als ridders, knapen,Van één taal, één geest, één wapen,

Samen lauw'ren poogt te rapen,Op 't onbloedig veld van eer. —

105

Page 118: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

En weerklinke daarbij,

Hoog en lustig en blij,

Fier en moedig en vrij,En op ieder getij,En uit heel onze rij ,

Met wat tongslag het zij, —

Als één krachtig akkoord:„Onze Taal leve voort,Onverzwakt, ongestoord,Taal van 't Nederlandsch woord,Taal van 't Zuid en het Noord, —

Die aan 't leven en 't lied van ons samen behoort!"

106

Page 119: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

LEVENSMOEDE.

I.

Moê van 't leven kunt gij wezen,Want vaak baart het zorg en strijd;

Tusschen wiegeslaap en grafslaap

Ligt zoo meen'ge bange tijd.

't Kan bezorgdheid zijn, die pijnigt,'t Kan miskenning zijn, die grieft;

Vlijm in 't harte kan 't gemis zijn

Van wat ge innig hebt geliefd.

Zelfverwijt kan distelrankenVlechten om uw bevend hart,

En uw ziel kan klaaglijk schreien,Als zich 't groen der hoop verzwart.

Walg kan u 't getwist verwekken

En 't gehuichel toorn en pijn,'t Zondelied kan u verbitt'ren,

't Noodgeschrei uw folt'ring zijn.

Moê van 't leven kunt gij wezen,En 't getal neemt Om u toe

Page 120: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Van wie na hun bang geworstelNederzijgen, levensmoê. —

Maar wie zijn ze, die zoo vallen,Kracht'loos klagend over 't lot?

Alleen zij, die met hun lastenVoorwaarts zwoegden zonder God.

II.

Neen, wie, hoeveel hij heeft te dragen,Een hand steeds vrij houdt voor den Heer

En daarmee leunt op d'arm der Almacht,Die valt niet mat en moed'loos neêr.

Die heeft , al moet een wolk vol donderDe bodem voor zijn voeten zijn ,

Toch in zijn ziel nog blauwe luchtenEn om zijn hoofd nog zonneschijn.

Die kent de kunst, waarvan de kind'renDer wereld nimmer iets verstaan,

Om 't lied der hoop te blijven zingen,Al zwelt in 't oog een bitt're traan.

En waar het kind der wereld vloekend,Zijn lot vervloekend, zich verworgt,

Daar sterkt in zich des Heeren dienaar't Geloof, dat God nog leeft en zorgt.

108

Page 121: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

109

III.

Ja! waar de onvrome jammert: „ik kan en wil niet voort,"Daar wordt van wie gelooven de jubeltoon gehoord:

„De Heer is mijn Herder, 1 )

Ik kom nog wel verder ,Al ben ik ook moede, toch kan 'k nog wel voort."

„'k Houd op mijn hoofd den stormhoed, waarvan het staalniet slijt ,

En in mijn hand den reisstaf, waarvan het hout niet splijt;De Heer is mijn Herder,Ik kom nog wel verder,

Ik heb aan mijn zolen den riem, die niet slijt." 2)

„ Al brengen boom- en wijngaard hun vruchten niet meer voort,Al wordt in kooi noch stalling meer schaap of rund gehoord, 3)

De Heer is mijn Herder ,Ik kom nog wel verder,

En, hoe ook getroffen, toch zing ik nog voort."

IV.

Maar, uit dien feestpsalm van 't gelooveKlinkt u en mij de roepstem toe :

„Al is uw ziel vaak moê van 't leven,Toch zij uw ziel nooit levensmoê !"

') Ps. XXIII, 1. z) Jez. V, 27. 3) Hab. III, 17, 18.

Cri i q ,JT

Page 122: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

VERHUIZING.

I.

Verhuizing, — zinrijk woord; maar algemeen verstaan;Want iedereen zag vaak 't werk van verhuizen aanEn ieder op zijn beurt heeft er aan meegedaan.

II.

Omhaal alomme,Rust'loos gewoel,Drukke verpakking,Wa.rr'lige boel;Koffers gekanteld,Kisten versjouwd,Manden bedekseld,Zakken gestouwd;Wanden onttakeld ,Vloeren ontbloot ,Kruiers beneden,Knechts in de goot;'t Hij schblok bevestigd,'t Dekzeil ontvouwd,Karren geladen ,Kind'ren gesnauwd;

Page 123: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

111

Roependen boven,Antwoord omlaag,Huismoeder haastig,Schoonmaakster traag;Trappen beschadigd ,Muren beklad,Sauskom gebroken,

Beddegoed nat;Klapp'rende deuren,Tocht, als een sluis,Rink'lende glasruit, —Mensch ! wat een kruis!

III.

'k Zie 't alles aan en denk : wat mag wel de oorzaak wezen,Dat gij uw huis verlaat en 't met een ander ruilt?

Is 't zin en lust alleen ? Of is 't een droevig moeten,Wat, als de diepste grond, in die beweging schuilt?

Is 't enkel zin en lust, van hier naar daar te trekken,Ligt in dien overgang verbeet'ring en gewin,

0! stap dan met een lied van hoop en dank in 't harteUwe oude woning uit, uw nieuwe woning in.

Of, moet gij, moet gij heen, en is uw heengaan daling

Van meer tot minder ruim, van meer tot min gerief,En drukt, als gij voor 't laatst nog omgaat in die kamers,

Voor 't laatst die huisdeur sluit, op uw gemoed een grief ?

Wat is dan wel die grief? Zegt u misschien 't geweten:„Die daling in uw lot, dat is uw werk, uw schuld"?

Page 124: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

112

Dan zij bij d'overgang uw hart, voor vrouw en kind'ren r

En bovenal voor God , van schaamte en rouw vervuld.

Of, ligt het buiten u, dat gij van woning wisselt,En minder wordt van staat, draag dan in vrede uw kruis,

Vertrouwend op den God, die zegen neêr wil leggen,Zijn grootsten zegen zelfs, ook in het kleinste huis.

IV.

Maar , 't zij ge uw ledige vertrekkenMet vreugd verlaat of zielepijn,

't Is of op eens op alle murenBeschilderde behangsels zijn,

Waarop, in bontgekleurde beelden,Zich nog eens aan uw blik vertoont ,

Wat eenmaal in die kamers voorviel,Voortaan door anderen bewoond.

Gij ziet veel vrienden weêr verschijnen,Thans Of ver weg, Of weg voor goed,

Zoo menigmaal als dischgenootenMet hart'lijk welkom! daar begroet:

Vriend Meijer, die zoo graag verteldeVan zijne ontmoetingen in de Oost;

Vriend Muller, die op ieder feestjeBleef steken midden in een toost;

Oom Peter, telkens meer gemoed'lijkNa ieder weêr geledigd glas,

En tante Jet, wier ziel geen rust had,Als niet de kat verwijderd was;

Page 125: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

113

Neef Ko , die , als zijn drukke weerhelftAan 't woord was , loerend naar haar keek,

Om ijlings ook eens iets te zeggen,Als de adem haar te ontschieten bleek;

Gij ziet daar weêr uw zoontje rustenOp baker's breedgespreiden schoot,

Al is dat zoontje al man geworden,Die baker jaren lang al dood;

Gij ziet weêr 't ziekbed van uw gade,Waarbij ge eens veenend nederzat,

Terwijl uw ziel in bange zuchtenEen bede zonder woorden bad;

Gij ziet weêr 't sterfbed van uw moeder,Lid van uw' huiselijken kring,

Gij hoort nog eens het zacht gefluisterVan hare laatste zegening. —

Dat alles rijst bij uwen rondgangWeêr uit de diepten van 't verleên ,

Tot ge eind'lijk gaat, en dan, dan vliedenOp eenmaal al die beelden heen.

Voor u had alles een herinn'ring,Tot u zei ied're kamer iets,

Maar straks trekt daar een ander binnenEn die ziet op uw wanden niets.

V.

Verhuiswagens zie ik, al vroeg en nog laat,Vol meub'len en kisten, in steeg en in straat;Maar 'k merk soms, naar 't kruisen dier voertuigen ziend,

8

Page 126: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

114

Een koets op, die ook tot verhuiswagen dient,Doch met slechts één kist. Met die koets wordt voor 't laatstEen mensch uit het huis, waar hij woonde, verplaatst;Van daag moet het hij zijn en morgen is 't zij;Eens rijdt die verhuiskoets bij u voor en mij;En ied're verhuizing, vooraf nog volbracht ,Wat wiss'ling ze ons biede van straat of van gracht,Brengt telkens ons zelve, met heel ons gezin,Een eindje weêr verder de kerkhofbuurt in.

VI.

Wat is verhuizen in het leven ?'t Is: alles pakken en dan gaan.

En wat aan 't einde van het leven ?'t Is gaan en alles laten staan,.

VII.

Als die laatste verhuizingU eens weggevoerd heeft

En een ander in 't huis zit,Waarin gij hebt geleefd,

Gaat misschien nu en dan nogDaar wel iemand voorbij,

Die dan zegt tot zijn makker:,,Zie! daar woonde eenmaal hij."

En wanneer in die woordenDan de dankbaarheid spreekt,

Wijl ge iets nobels geweest zijt

Page 127: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

En iets goeds hebt gekweekt,

Dan zijt ge om die gedacht'nisVan een zeeg'nend weleer

Nog gelukkig te prijzen,,

Want die zegent dan weer.

VIII.

Ja! wèl hem, die om doel of daden,

Door hem gewrocht of nagestreefd,Als hij geen huis meer heeft op aarde,

Toch nog in vele harten leeft.

115

Page 128: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

GRAF VERSIERING.

I.

Jong was zij nog en schoon ; — en lief'lij k van gemoed;

Onschuldig was haar ziel, rein, als de sneeuw des hemels.Eer de aarde haar verzwarten doet.

Niet in de kindschheid meer , maar toch nog steeds zoo kind,Was ze in den huiskring 't licht, de bloem, de lust van allen,

De goede geest, door elk bemin d.

Dies, toen op haar gelaat de blos zich merken deed,Waarin een duiding lag, die niemand durfde noemen,

Toen drukte op allen schrik en leed.

En toen de krenkte wies en op de albas ten wangAl meer een profetie van wissen dood penseelde,

Toen was het allen naamloos bang.

De profetie kwam uit. De slooping werkte voort;De dood brak haar het hart en wondde diep de harten

Van allen, Wien zij had behoord.

Men droeg haar grafwaarts heen. Maar in den rijken schatVan rozen op haar graf bleef aller ziel nog spreken;

„Wij hebben haar zoo liefgehad !"

Page 129: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

117

II.

Eene andere ook was schoon; en liefelijk van ziel;

Maar had een weg, waarop al lang geen bloempje tierde,

Geen zonneschijntje viel.

Zij had geen ouders meer en geen verwante of vrind;Zij stond alleen, alleen, in heel de wijde wereld, —

Als onbekende ook onbemind.

Dies, toen op haar gelaat verval zich merken liet,Toen allengs meer haar kracht, haar lust, haar hoop bezweken,

Toen had geen hart daarvan verdriet.

En toen ze krank en mat op 't schaam'le leger lag,Kwam tweemaal daags, jawel, een buurvrouw aan haar sponde,

Maar, och! — 't was toch zoo'n lange dag!

De dood trad in en sloot haar vreugdeloos bestaan,En „van den arme" werd de ontslapene uitgedragen,

Maar niemand liet daarbij een traan.

Natuurlijk sprak haar graf dan ook geen bloementaal,

Haar , d' onbekende, werd een zodendek gegeven,Gelijk haar leven dor en schraal.

III.

Maar van het vriend'lijk graf, getooid met keur van rozen,Zag ik door 't windje een deel der sierselen ontblaárd ;

Page 130: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

118

Toen zweefden naar omhoog de ontboeide bloemenblaadjesEn woeien naar één kant in dwarrelende vaart;

En toen zij in een hoek van 't kerkhof nederdaalden,Juist op het zodenvlak van dat vergeten graf,

Was 't me, of ik van den wind het woord der deernis hoorde:„Ik breng u, wat geen mensch u gaf!"

Page 131: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

TEEKENINGEN UIT HET DORPSLEVEN. 1)

Mijn Auburn ! plekj en , meer dan één mij lief,Waar bloei en welvaart 't land'lijk volk verhief;Waar steeds de Lent' vroeg met haar bloesems kwam,De Zomer laat en dralend afscheid nam.0, loovertent van d'eenvoud en de rust,Waar 'k heb gespeeld als kind, met lach en lust,Hoe vaak zwierf 'k op uw' groenen bodem rond,Waar 'k, in mijn vreugd, elk deel bekoorlijk vond.Hoe vaak aanschouwde ik, vol van liefde en lof,'t Belommerd hutjen en den netten hof,De volle beek , 't bedrijvig molenrad ,De terp, die 't kerkjen op haar schouder had ,De boschj es , met die zitj ens , hier en daar,Voor keuv'lende oudjens of een koozend paar.Hoe vaak begroette ik blijde een vrijen dag,Die 't werk gestaakt, de spelen gaande zag,Als 't jonge volk, nu door geen taak bezwaard,Daar, onder 't breede looverdak vergaard ,Zich saam vermaakte , in kunstelooze vreugd ,En lachend de ouden keken naar de jeugd,

') Uit mijne vertaling van Goldsmith's Deserted village nam ik

deze fragmenten , om het teekenachtige der beschrijvingen.

Page 132: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

120

Die, vroolijk dart'lend, meen'ge kunst volbrachtVan slim beleid of flinke lichaamskracht,En telkens, als straks 't één vervelen kon,Het ander, dan weer nieuw, vermaak verzon.En dan, die dans, van velen , twee aan twee,Wedij v'rend , wie van allen 't langst het deê ,Steeds arg'loos door, al werd soms spot gehoordOm 't vliegend haar of 't omgevallen boord. —

Wat zoet geluid steeg naar den heuveltop,Bij avond, vaak van 't dorpjen tot mij op.Als 'k daar zoo zwierf, met schreden, traag en vaag,Ving 'k op, verzacht, wat galmde daar omlaag:De dorpers, volgend wat de melkster zong,De koeien, loeiend elk' naar stal en jong,De drukke ganzen, gagg'lend in den plas,De jeugd, die speelsch der school ontsprongen was,Het hondgeblaf bij 't kraken van een tak,De lach, die blij van onbezorgdheid sprak, —Dat alles klonk vermengd de ruimte door,Afwiss'lend met het nachtegalenkoor. —

Bij gindsche haag, eens aan een tuinhek vast,En waar nog hier en daar een hof bloem wast ,Maar ook de doornstruik groeit in brokk'lig gruis,

Daar stond voorheen het stemmig leeraarshuis.Hij was geliefd, de leeraar, en had veel , —

Meer dan veel rijken,, -- in zijn sober deel.

Page 133: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

'Stil werkte hij , ver van 't gewoel der stad;

Eene and're standplaats had hij nooit gehad,

Noch ook begeerd. Ook was hem vreemd de kunstVan vleierij of jacht op lof en gunst.Geen zelfverheffing prikkelde zijn ziel,Maar hij verhief wie vreesde of leed of viel.En , ging geen arme zijne deur voorbij,Elk gaf hij troost en elk vermaande hij.Nu was 't de beed'laar , oud en krom en stram ,

Die met zijn smeeking hoopvol tot hem kwam

Dan de verkwister, die , met schuld belaan ,

Herstelling zocht voor wat hij had misdaan.

Dan de ,invalide , met het houten been,

Vertellend van zijn tochten in 't verleen ,

Van zijne wonden en zijn ongeluk,En 't oorlogsveld afteek'nend met zijn kruk.Goedhartig was de man voor al die liên ,ZOO, dat hij schuld, geen leed, voorbij kon zien,En reeds bereid was tot een troost of gift,Eer hij nog schuld en onheil had geschift.Hulp was zijn lust, weldadigheid zijn vreugd,En, deed hij mis, 't was misslag zijner deugd.

Steeds in zijn ambt stond hij voor elk gereed,

Bad met den zondaar, deelde in 's lijders leed,

En als de vogel, die vol zorg en trouw,Het jong wil leeren op te gaan naar 't blauwDes hemels, — wees hij steeds naar hooger kring,

En sprak in daden: „wees mijn volgeling."Het kerkjen werd door 't kunstloos vrome beeldDes leeraars met een heilig schoon bedeeld.

121

Page 134: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Had in dat kerkje een spotter zich gezet,

De spot zou zijn geworden tot gebed. —

En na den dienst omgaf met aandrang 't volk

Den vromen herder, 's Heeren trouwen tolk;

Zelfs kind'ren volgden, die, met schalken blik,

Aan 't kleed hem trokken, om een lachje of knik.

Ook was zijn glimlach weerglans van een hart,

Dat innig deelde in ieders vreugd en smart,

Maar tevens , bij dat deelen in elks lot,

Bleef leven in gemeenschap met zijn God; —

Gelijk een berg, die statig opwaarts gaat,

Op halver hoogte reeds de streek verlaatVan storm en vlagen en een gordel toont

Van wolken, maar met zonglans is gekroond. —

Naast die vervallen en verbroken heg,Daar stond destijds het schoolhuis aan den weg,

't Huis, telkens vol met levenslust en pret,

Maar waarin meester orde hield en wet.

Streng was zijn blik, beeld van een vast gemoed;

Wie lui was , die ervoer 't maar al te goed.

De knaap, die 's morgens in 't gelaat hem zag,

Wist al, wat lot hij wachten moest, dien dag.

En als hij schertste, — iets, wat hij somtijds deê, —

Dan lachte een elk, ook die 't niet vatte , meê ,Maar angstgefluister liep de klassen rond,

Als hem een rimpel in het voorhoofd stond.

Doch in den grond was hij slechts streng, omdat

Hij zooveel liefde voor zijn roeping had.

122

Page 135: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

123

Naar aller oordeel was zeer hoog de trap ,Waar hij op stond: hij cijferde zoo knap,Hij schreef zoo fraai; hij kende munt en maatEn weêr en wind, en wist op alles raad.En, redetwisten, — dat was recht zijn zaak;Hij sloeg maar door, steeds door, nu mis, dan raak;'t Hoogdravend woord, soms dond'rend uitgebruld,Hield zijn gehoor van diep ontzag vervuld,En elk werd stil, vol van bewonderingVoor 't menschenhoofd, dat zooveel kunde omving. —

Bij gindsche struiken ligt de bouwval neêrDer herberg, waarvan 't uithangbord weleerTot intreê drong ; waar , nevens 't schuimend glas,Des grijsaards lust-, des werkmans rustplaats was;Waar dorpsche staatsliên spraken over 't land,Geleid door 't nieuws uit een reeds oude krant. —Verbeelding doet tot opbouw hier haar bestVan wat eens was, uit wat er nu nog rest:De witte muur , de vloer , met zand bespreid,De bruine klok , in grootsche eentonigheidSteeds tikkend; voorts, de hooge legerstee,Die over dag ook dienst als kleerkast dee ;De bonte prenten, boven schouw en bed ,De zedespreuken , achter glas gezet ,Het ganzenbord, de haard met groen bekleed,Zoolang de kou zich nQg niet voelen deed;De blauwe kommen , vaak aan de achterzijGescheurd, den schoorsteen sierend, op een rij. —

Page 136: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

124

Och! ij d'le grootheid! Niets, niets van dat alVermocht het huis te hoeden voor den val;'t Zonk roemloos neêr ; 't biedt aan den kleinen manGeen plaats meer , waar hij deftig wezen kan.Daar wendt de boer niet meer zijn loonre schreên ,Om te vergeten wat hem drukte, heen;Geen mensch meer hoort er 't nieuws van den barbierOf heeft er nog van 't jagerlied pleizier;Weg is de smid, die vaak daar nederzat ,Nadat hij 't zwart zich afgewasschen had;Weg ook de waard, die, wèlgedaan en rond,In d'aanblik van zijn gasten vreugde vond;Weg ook de meid , die , als ze uit iemands glasMocht proeven, deed, alsof 't erg leelij k was — — —

Page 137: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

EEN VERARMDE PACHTER. 1 )

't Is de tijd van Sint Jan, die in stilte bij nacht

Met zijn tooverstaf strijkt langs de boomenEn nieuw sap, — als het Mei-sap, zoo versch en zoo frisch, —

Door de takken en twijgen doet stroomen.

't Is de feesttijd der schepping, zoo zonnig, zoo klaar,

Als het landschap zoo rijk is aan kleuren,

Als in bosch en in beemd alles jubelt en juicht,Als de lucht is doorwasernd van geuren. —

:Maar, daar , onder dien esch, op die bank, zit een man,

Met de hand onder 't hoofd, in gedachten,

_In gedachten, zoo droef, o! zoo droef en zoo bang,

Met een leed, haast te zwaar voor zijn krachten.

Pas eergist'ren ontviel hem zijn gá , hem zoo dier,

Die met hem tot in 't laatst van haar dagen

Zoo deelnemend en zacht, zoo geduldig en trouw,

Zijne zorg en zijn last had gedragen.

_De eene ramp had na de and're het echtpaar bestookt

En zij had nog de zwaarste zien komen,

') 't Onderwerp is genomen uit het begin van Reuter's Ut mine

.Stronitid.

Page 138: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

126

Toen de Dood , vóór den alles verwoestenden slag,Als uit deernis, haar weg had genomen.

En die slag valt op heden. — Zie! 't erf is gevuldMet geburen, die bieden en mijnen,

En de man onder d' esch ziet, — al ziet hij het niet, —Al de vrucht van zijn arbeid verdwijnen.

Al het huisraad gaat weg ; ook het vee , ook die vaars,Waar zijn vrouw zoo meê op had , — die zwarte;

Hoor ! het is , of de beesten bedroefd zijn als hij,En hun loeien verscherpt zijne smarte.

Maar , een glimlach , schoon pijnlijk , verplooit zijn gelaat,Want een deerntje komt trippelend nader,

Met een bloempje in de hand, en dat reikt ze hem toe,Met het woord : „Dat viooltje is voor vader."

En hij neemt het en tilt zijn klein Wiesken op d' arm,En hij loopt in zijn tuin heen en weder, —

Ach ! nu zijn tuin niet meer. — — Maar, daar zet hij het kind,Bij dat boompje daar, nevens zich neder.

Want de stroovlecht, die 't boompje moet houden, is los;En hij brengt weêr 't gebrokene in orde;

Zoo was immer zijn doen en dat blijft zoo zijn aard,Schoon er hem thans geen baat van geworde.

Ach! zijn ziel is zoo'n boompje, ter aarde gebukt,Van het vroegere steunsel verstoken;

Maar, geen hand hier, die opbindt; wat losging, blijft las,.Wat gebroken is, blijft daar gebroken.

Page 139: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

127

Doch , op 't lest, zich verrnannende , wendt hij zijn schreênNaar het huis, waar de koopen nog duren,

En niet bevende stem spreekt hij de ambtenaars toe,Die 't verloop van de veiling besturen:

„Hoort! — mijn bed, en wat meer, naar den regel der wet,Mij ten eigendom zou kunnen blijven,,

Moet gij ook, — want 'k heb dringend behoefte aan wat geld, —Op de lijst van het boêlhuis beschrijven."

Zoo geschiedt. En als straks hem 't bedrag is bekend,Overlegt hij : dit zal kunnen strekken

Voor de kist , voor de dragers , en 't kruis in het zand,

Dat de kluis mijner doode zal dekken. —

't Wordt nu avond ; en na al 't gewoel en gedruischKeeren stilte en verlatenheid weder;

En daar zit hij in 't kamerkijn,, spaarzaam verlicht ,Met zijn kind naast de ontslapene neder.

't Kind legt vorschend haar handjes op moeders gezicht,Maar wordt angstig bij 't geen 't daar beproefde,

En zegt: „Moedertje, hu !" — ,,Ja, kind! moedertje is koud ,'Is het wederwoord van den bedroefde.

Hij slaat zorgzaam zijn jas om het wicht op zijn knie,En 't slaapt in; maar hij denkt aan zijn lijden,

Aan de donkere toekomst van hem en dat kind,

Aan 't geluk van vervlogene tijden.

En als straks uit den toren de galm wordt gehoordVan vier langzame, sombere slagen,

Page 140: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

128

Dan verschijnen er mannen met doodkleed en baar,

En de doode wordt grafwaarts gedragen.

Er is niemand, die volgt, dan de vader en 't kind; —Zoo ; — daar zijn ze er; — de lijkkist daalt neder;

Een schep zand op het deksel; — 't is uit; 't is gedaan;Nog een blik van vaarwel, — nog eens weder, —

En de man keert naar 't huis , dat hij straks voor altoosZal verlaten, vol weedom en smarte ,

Met de klacht in den mond: ,,God! Uw wereld is wijd,

Maar zoo eng is 't, zoo eng, mij in 't harte!" — — —

Ga, beproefde! ga heen, op uw' donkeren weg,

Maar , wat ramp u al trof of nog nader',

Houd nog vrede en nog kracht, — vrede en kracht door de hoop,Want gij hebt nog uw kind en — uw' Vader!

^rvT --

v„ 1

Page 141: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

ZELFBEHEERSCHING.

't Was feest aan 't Hof, en telkens gingenDe volle bekers rond;

En al te dikwijls bracht de KoningZijn drinkglas aan den mond.

En als in 't hoofd de wijn, al prikk'lend,Zijn walmen klimmen doet,

Dan daalt de waardigheid des hartenEn de adel van 't gemoed.

De jonge vorst dan ook, beneveldIn 't overspannen brein,

Was niet zoo goed meer, als hij zijn kon,Niet meer van hart zoo rein.

En aan de moeder, die hem mindeMet trouw en teederheid,

Gaf toen zijn mond, met ruwe woorden,Een laag en grof bescheid.

Maar -- d' and'ren ochtend was 't herdenkenHem tot verwijt en smart;

De hemel had een zon vol blijheid,Hij had geen zon in 't hart.

9

Page 142: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

180

Neen! 't hart — van burger of van koning, —Dat schaamte voelt en schuld,

Dat is altijd een somb're wereld,En door geen zon verguld.

Daar zat hij neêr, de ziel vol tranen;Gekweld, geprangd, gejaagd:

Hij had zijn moeder leed doen lijden,,

Hij had zich zelf verlaagd.

Dat werd een last, niet meer te torsen;

Want de allerzwaarste vrachtWordt dan door 't menschenhart gedragen,

Wanneer 't zich zelf veracht.

Hij gaat berouwvol tot zijn moeder,Heft weêr een beker wijn,

En drinkt een teug, en — hij verzekert:„Dit zal de laatste zijn !" —

„Nooit zal meer 't vocht mijn lippen raken,

Dat mij tot zonde bracht.Geloof dat, moeder! en vergeef mij!

En , God , geef Gij mij kracht!" —

Die vorst heeft heldenroem verworven; 1 )

Zijn gouden koningskroonIs in 't historieboek omlauwerd ,

Zijn stalen moed tot loon.

') Karel XII, koning van Zweden.

Page 143: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Maar ook — het woord, dat hij zich zelvenEn aan zijn moeder 1 ) gaf,

Daar bracht noch ongemak, noch weelde,Daar bracht nooit iets hem af.

En hierin is. 't , dat ied're wijzeZijn grootste grootheid vindt,

want: Die zich zelv' beheerscht, is sterker,Dan die een stad verwint. 2)

`) Ulrica Eleonore.s) Spr. XVI : 32.

131

Page 144: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

DE GESLACHTE HIT.

,,Grootvader! kom, vertel ons van uw' hit;Wij hoorden wel daarvan een and'ren keer,

Maar 't was zoo'n mooi verhaal. Grootvader, kom!

Doe dat vertelsel heden nog eens weêr".

Zoo sprak een meisje tot een ouden man,Terwijl zij was gezeten op zijn' knie;Haar wensch werd door twee broertjes ondersteund;,,Och, ja, vertel dat!" riepen ze alle drie.

En toen begon weêr de oude zijn verhaal,Door hem aan velen meer dan eens gedaan; —

En dat verhaal, hoe dikwijls ook geuit,

Deed telkens weêr zijn hart weemoedig aan.

„Gij weet dan, kind'ren! 't was de tijdVan 't Spaansch beleg. Gansch ingeslotenDoor volk en schansen, wijd en zijd,Was Leiden schrikkelijk benard.De burger eerst, toen ook de grooten,Ja, allen kregen 't vreeslijk hard.

'k Wil u niet schild'ren al de smartEn al de jamm'ren, die 'k aanschouwde

En waar ik zelf mijn deel van had,

Page 145: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Maar 'k zie het nóg, hoe alles rouwdi.En kwijnde en wegstierf in de stad,Die Valdez maanden reeds benauwde.De honger , — -- o ! gij weet het niet,Wat honger is ; God moet gij prijzen,,Dat Hij u steeds van brood voorziet;0 ! als die dagen vóór mij rijzen ,Die dagen van zoo bitt'ren nood,Dan denk ik : God ! wat is toch grootDe waarde van één' bete brood ! — —

De honger geeselde alle standen,Met ied'ren dag al meer verwoed:Men sloeg in leêr en been de tanden ,

Men zocht op straat geronnen bloed.En als er deeling was van vleesch,Dan krijschte een' schare , rauw en heesch :„Hier ! Hier ! Voor mij ! Ik heb nog niets !"Maar — velen bleven zonder iets. --'t Was vleesch van paarden, dat men gaf,Maar schraal. Het aantal was niet groot.Dan werd door de Overheid geloot,En telkens ging er één weêr afEn werd geslacht. — -- In mijn bezit

Was óók een paard, een trouwe lilt:Lichtbruin, doorspikt van witte harenEn met een bles; een goedig beest,Dat mij toen al verscheiden jaren

Tot hulp en vreugde was geweest.Als 'k 's morgens intrad in den stal,Dan keek hij me aan, dan wist hij al,

Page 146: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Dat bij zijn hapje gras of klaverNu nog iets lekkers komen zou,En 'k gaf hem dan een handvol haver:Hij was zoo dankbaar en zoo trouw.Ik reed met hem, als warmoezier,De dorpen rond , en 't goede dierLiep dan zoo lustig voort daar buiten,Dat ik er 'steeds mijn' schik in hadEn vroolijk zingen ging of fluiten,Terwijl ik op mijn' wagen zat.Hij wist, waar mijne klanten woonden,Stond overal van zelf al stil,Begreep mijn' wenk en ried mijn' wil;En na volbrachten gang , dan loondenHem enk'le haverkorr'len weêr;Dan kwam ook grootmoê meen'gen keer, —Toen met uw' moeder op haar arm , —Om hem een woordje toe te spreken,Of mij te zeggen : „Leg de dekenEr even op; het beest is warm."

Uw' moeder, ja, was toen nog kind,En, toen ik haar zou laten doopen,Heeft Bles voor 't wagentje geloopen,Dat 'k toen geleend had van een' vrind. —

Nu kunt gij denken, hoe bevreesdMij telkens weêr die loting maakte,En wat een dankb'ren zucht ik slaakte ,Als 't lot mij gunstig was geweest;

Dan liep ik huiswaarts, hartlijk blij,

En 'k riep: ,,Goddank! hij is nog vrij!"

134

Page 147: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Maar eind'lij k , ach ! het lot viel weèr,En toen , toen kwam 't op hem toch neer. —Hij werd gehaald. Dien oogenblikVergeet ik niet. Grootmoê en ik,Wij stonden daar met dof gesnik.'t Beest keek ons aan, of hij wou spreken,Of hij wou zeggen : „Hoe is 't nu?Is de oude vriendschap nu geweken?Gij snikt , maar geeft toch voorts geen teeken,Dat gij mij houden wilt bij u." —Wat konden wij ? Geen bede of machtHad kunnen baten. ZielsbewogenZag 'k lang hem na , met vochtige oogen ; —Een uur daarna was hij geslacht. —Nu zult gij zeggen : „Ja , 't was naar;Maar menschennood moest zwaarder wegen,Dan 't dierenleven ," — en 't is waar;Maar toch , — iets heb ik toch daartegen:Het was de tweede Octoberdag,Toen ik mijn' hit me ontvoeren zag;En — 's and'ren daags klonk 't blij geklank:,,Ontzet! Ontzet! Den Heer zij dank !"Ik dankte mede, en met de scharen,Die kerkwaarts stroomden, snelde ik meê ,Om aan hun lied mijn lied te parenVoor 't wonder, dat Gods liefde deê;Maar 'k dacht toch, in mijn hart bedroefd:Arm beest! nu had het niet gehoefd !"

1 35

Page 148: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

13

De ktnd'ren zagen , dat een somber waas,Een wolk gelijk, die 't zonlicht ondervangt,De held're tint van 's grijsaards blik verborg,En dat zijn hart door weemoed werd geprangd.

En lustig, zoo als 't kinders eigen is,En met eene echte en reine hart'lijkheidZocht elk die wolk van 't aanschijn weg te doen,Door 't zoo begeerd vertelsel daar verbreid.

Toch duurde 't nog een' wijle, eer de oude manMet vroolij kheid weêr uit zijne oogen zag,En tweemaal sprak hij eerst nog: „Jammer toch! —Zooals ik zei, het scheelde maar één dag !" 1)

`) Het onderwerp is historisch. De man heette Cornelis Jans-zoon Zwanenburch. Zie: J. van Vloten. Leidens belegering enontzet. Bl. 163. Noot 1.

Page 149: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

II.

Page 150: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal
Page 151: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

HET KUIKEN UIT DEN DOP.

Een kuiken, mollig-zacht en rond en dik en donzig,

Trad flink met Mijden zin,Den nauwen kerker uit, waarin het had gezeten,

De wijde wereld in.

En 't had daar veel te zien; en nieuw en vreemd en aardigWas alles, wat het zag;

Maar 't stond vooral verbaasd de schaal van 't ei te aan-schouwen ,

Die daar gebroken lag.

„Wat ?" dacht het kuiken toen; „ben 'k uit die schaal ge-komen?

Wat zonderling begin!Daar is en blijft voor mij, hoe lang en diep ik peinze,

Iets onverklaarbaars in." —

Ik zag dat kuiken staan en 'k raadde zijn gedachten,En 'k zei : „'t Bevreemdt mij niet,

Dat jou die zaak bevreemdt, die door den grootsten denkerZich niet ontslui'ren liet."

Page 152: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

&.40

,,Ja, zie je, kuiken ? 't ei , 't ontstaan, 't begin , de wording,Dat is de groote vraag,

Die ook de wijsgeer niet naar eisch weet op te lossen,Al wou hij nog zoo graag."

Zelfs is 't een raadsel nog, en 'k denk, dat zal 't wel blij ven,Ook voor den ácherpsten geest,

Of eerst de kip bestond, dan wèl , of 't ei het eersteTer wereld is geweest."

„Dus, niet voor jou alleen, maar ook voor grooter denkers,Is 't ei zeer wonderbaar;

En, stond er, nevens jou, een wijsgeer in te kijken, — —Twee kuikens keken met elkaar !"

Page 153: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

DIERENGELUIDEN.

Verschillend zijn, van klank en toon,Der dieren stemgeluiden,

En veel de woorden onzer taal,Die diergeluid beduiden.

De kleine voog'len tjilpen blij,Bij 't stoeien en het springen,

Of zetten zich tot zingen neêr ; —Maar ook de krekels zingen.

De goudvink fluit, de vinken slaan,Doch uil en roerdomp stenen;

De hondennatie jankt en huilt;

Ook wolven en hyenen.

Het kaak'len is steeds lippentaal ,En kraaien doen de hanen;

Maar 't blazen hoort bij katten thuis ,Bij ganzen en bij zwanen.

't Miauwen is een stemgeluid,Dat enkel katten maken;

Ook spint een kat. — Wat eenden doen ,En kikkers ook, is kwaken.

Page 154: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

De leeuw, de beer, de tijger brult,

Maar sissen doen de slangen;Het paard draaft brieschend door de wei,

Of hinnikt van verlangen.

De duive kirt; maar 't snaat'ren komtVan ganzen en van spreeuwen;

Van krassen spreekt gij, als ge in 't woudEen raaf of kraai hoort schreeuwen.

Een ezel balkt ; het rundvee bulkt ,Maar kan , als 't wil , ook loeien;

Het blaten is der kalv'ren taal,Geen taal van groote koeien.

Maar blatend kan ook schaap en geitDe schorre stem verheffen;

De groote honden blaffen meest,En kleine hondjes keffen.

Het piepen komt van rat en muis,En van de varkens 't knorren;

De bijen, kevers , en zoo voorts,Die gonzen, brommen, snorren. — --

Bij deze klanken zijn er veel ,Die wij, als menschen, missen;

't Miauwen komt bij ons niet voor,Noch 't kirren of het sissen.

Wij loeien niet , wij balken niet,Wij hinniken noch blaten;

142

Page 155: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

En meer zoo is er, wat wij steedsDen dieren overlaten.

Maar zingen doen wijl; fluiten ook;

Soms piepen ook en janken;

En 't knorren en het brommen meêBehoort tot onze klanken.

Ook 't snaat'ren en het keffen wel,Vaak 't blazen ook en 't kwaken;

Ook kan een mensch, door 't huilen heen,Zelfs wel aan 't bulken raken.

En, kaak'len doen wij veel. Maar, ach!Daar zou een kip van zeggen:

,,O, menschenkind'ren! gij vergeetOm 't kaak'len 't ei'ren leggen."

143

1

Page 156: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

SCHIMPNAMEN OP BEROEPEN.

De sprake des volks is vaak spottend en stout,Zoo scherp en zoo bijtend, als pekel,

Geneigd, om, wat achtbaar is, nuttig en goed,Te treffen met hekel en stekel.

De man, die geduldig uw kinderen leidt,De baan op van 't kunnen en weten,

Wordt vaak, met miskenning van wat hij verdient,Ondeugend een schoolvos geheeten.

De kunst'naar, die vriend'lijk voldoet aan uw last:„Die jas moet wat nauwer, of wij er !"

Raakt kleêrmaker af in de taal van het volk,

En wordt — kil en snerpend — een snijer.

De agent, zoo hoognoodig, waar oplichters zijn,

Of lul, die paneelen gaan zagen,Moet telkens, als ware zijn stand hem tot schand ,.

Den schimpnaam van die leider dragen.

Die ijv'rig en vlug u de tronie verfraait,Met zeepkwast en scheermes, wordt zelden

Page 157: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

14 0"

Erkend in zijn waarde en genoemd bij zijn naam,Maar hoort zich als baardschrapper schelden.

De jonkman, die arbeidt op 't muffe kantoorEn trouw zich in 't werk weet te schikken,

Wordt voorgesteld vaak, als die niets heeft te doen,Dan daagljks maar pennen te likken.

Een knecht in livrei, mooi van kleuren en goud,Moet meê van zijn hoogtepunt dalen

En wordthoe boosaardig! - een jongen genoemd,Een jongen, om mosterd te halen.

Een man, die voor honden en katten u biedt,Wat versche en heel lekkere waâr is, -

Daar spotten ze meê , zonder eenig gevoel,En roepen hem na : pensionaris!

Een varensgezel , rond en open en flink,Heel net juist en rein in zijn kleêren,

Kan ook al den spot en den hoon niet ontgaanEn hoort zich als pikbroek blameeren.

De apteker , , zoo noodig bij krankte en in pijn,Dien niemand ontberen zou willen,

Wordt meê, als de rest, van zijn glorie beroofd,En heet dan een dractier van pillen.

De rondgaande boden der sombere Macht,Die rusteloos menschen blijft maaien,

Ervaren, hoe 't volk niets begrijpt van hun ernst,En hooren zich schelden voor kraaien.

10

Page 158: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Een dominee zelfs is niet vrij voor zoo'n naam,

Waar spotters een schimpscheut in leggen',

En heet.... maar, indien gij 't misschien nog niet weet,

Zal ik het u liever niet zeggen.

't Is leelij k , dat smalen op stand of bedrijf,

Dat steek'lige tergen en plagen.

Wil niet er aan meêdoen , want, deed men het u,

't Zou zeker u ook niet behagen.

146

Page 159: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

HULP DOOR VERVOLGING.

Een kwâjongen , die Gerrit!Heere mensch ! 't was zoo'n kruis:

Eerst in huis steeds een stoornis,Toen ontvioden aan 't huis.

Nu, dat mocht toch niet wezen.En broêr Jan kreeg bevel,

Den ontsnapte te zoeken,Maar nauwkeurig en snel.

Goed. Broêr Jan spant den schimmelVoor den kapwagen aan,

Om met spoed langs den straatwegOp ontdekking te gaan.

Hij rijdt af en al verder,Kijkt naar deez' kant en dien,

Maar wordt dia op een afstand,Door den vlucht'ling gezien,

Die terstond in het bosch sluiptEn daar 't oogenblik wacht,

Dat de schimmel den wagenDaar voorbij heeft gebracht.

En as 't rijtuig voorbij isLoopt hij 't na in galop

En zoo vlug, als een klipgeit,Springt de guit achterop.

Page 160: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

En broêr Jan blijft steeds kijken,Vol gepeins en gegis,

Onbewust , dat de vlucht'lingNu zijn tochtgenoot is.

Aan den tolgaarder vraagt hij,Of daar is gepasseerd

Zulk een knaap , — maar die antwoordt:„'k Heb 't niet opgeselveerd."

En wel riep nog de tolbaas ,Toen hij de achterplank zag

Van den doorgaanden wagen:„Hei ! daar zit ie !" — maar ach!

Door 't geratel der wielenKwam die toon niet in 't oor

Van broêr Jan, die weêr doorreedEn nog altijd maar door.

Na een uur springt de rekelVan den wagen weer af

En loopt zijlings een pad in,Tusschen 't hout, op een draf.

En broer Jan rijdt nog verder,Voor ons 't zinrijke beeld,

Foe het zonderling noodlotMet een mensch somtijds speelt,

En hem soms laat bedrijven,,Ongemerkt, onbewust,

Wat volkomen in strijd isMet zijn doel en zijn lust.

148

Page 161: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

EEN OVERBLUFTE BLUFFER.

Jan prees altijd zichzelv', en, wat een ander kon,Jan zei steeds onbedekt, dat hij 't nog verre won.

Maar Piet zei : ,,Hoor,, o , groote Jan!Ik weet slechts ééne zaak te noemen,

Die jij kunt, maar geen ander kan:Jou roemen."

ERG KLEINZEERIG.

„Aannemen !" roept een heer , in 't koffiehuis gezeten,„Een bittertje !" — „Asjeblieft , meneer !"

„Geef mij een bittertje ook !" zoo spreekt nu tot den kellnerEen ander daar gezeten heer.

Daar raakt , die 't eerste sprak, op eens bij aan de kook.„Wat !" zegt hij, „wat beduidt dat ook?

Wat ik bestel , kan jou niet raken;Bemoei je niet met mijne zaken!Je zoudt een mensch dolzinnig maken,

Jij, met dat onbeschoft: mij ook !"

Page 162: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

DUITSCH BLOED.

De Duitsche Keizer komt straks aan;Op straat staan dichte scharen,

En in elk hart dier duizendenIs één' verlangst gevaren,

Verlangst , om Wilhelm goed te zien,Den Heerscher van Germanj e ,

Die herwaarts komt, om gast te zijnVan Neêrland en Oranje. —

Maar , ééne juffrouw , dik en rood,Doet zich onstuimig hooren:

„Op zij wat, menschen! Maakt wat plaats!Ik wil wat meer naar voren !" --

,Jij wilt naar voren, — waarom jij ?"Zoo wordt haar toegebeten;

„We zijn hier allemaal gelijk;Dat diende je te weten." —

Maar zij hervat: ,,Neen, niet gelijk,'t Is niet om meê te pralen,

Maar ik heb Duitsch bloed in me lijf, —Ten minste, van me mans-kant nog,

Want die kwam uit Westfalen."

Page 163: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

EEN MOEDIG HONDJE.

Een „spullebaas" gaf op zijn tentHet wond're feit te lezen,

Dat daar een hondje werd vertoond,'t Welk zonder iets te vreezen

Een groote sterke ratelslangFlink met de tanden pakte,

ZOO, dat dier slang dan alle krachtEn alle moed ontzakte. —

't Volk stroomde er in. Daar stond de man;En naast hem 't moedig hondje;

Hij stapte er eens , nog eens, mee om,En na het derde rondje

Sprak hij het beestje toe: „Zit neêr !"En deed een tred naar voren,

Waarop hij aan 't vergaard publiek

Deez' toespraak gaf te hooren:

„Dit mijn 'hondje heb 'k eens in Guyana gekocht;

Daar zijn raat'lende slangen bij hoopen,

Zeer gevreesd om de werking van 't schrikk'lijk vergif,

Dat haar beet in de wonde doet loopen.

Page 164: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

152

Maar dit diertje, hoe klein en hoe zwak 't moge zijn,

Is niet bang voor die vrees'lijke kaken,En weet fluks met één sprong en één beet al de kracht

Van zoo'n ratelslang macht'loos te maken.

't Is een hondje, zoo moedig, zoo vlug, — — maar, genoeg!Ik houd verdere loftuiting binnen; — — —

Als nu een van 't gezelschap een ratelslang heeft,Kan de voorstelling daad'lijk beginnen."

Page 165: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

NERGENS MEER GROND!

De heer Verstuit dronk op een avond

Bij zijne vrienden Jansen thee.

Na afloop gaat de heer des huizesTot aan de voordeur met hem met,

Maar spreekt, als hij die heeft ontsloten:„'t Is nog al donker ; — in de stad

Kent men dien last niet ; wij hier , buiten,Zooveel te meer ; maar weet je wat?

Ik zal je mijn lantaren geven."„Neen ," zegt Verstuit, „ik weet den weg,

'k Ben gauw hiep 't kleine grasveld overEn 'k volg dan verder steeds de heg."

„Nu , goed dan; wel te huis !" zegt Jansen;„Ajuus ! Tot weerziens !" zegt Verstuit,

En gaat het paadjen op van 't grasveld,Terwijl zijn vriend de huisdeur sluit. —

,,'t Is donker buiten ," zegt hij binnen;„Zoo ?" spreekt zijn vrouw, „dan ben 'k haast bang,

Dat vriend Verstuit den weg zal missen;

Hij is niet jong meer; en al lang

Heeft hij iets stumperigs gekregen;

De fijne puntjes zijn er af;'t Is jammer, dat je 'm niet op weg bracht,

En dat je 'm geen lantaren gaf." —

Page 166: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Nauw is dit woord haar mond ontgleden,of, — hoor ! — daar klinkt de droeve kreet:

,,Help! Help!" — ,,Och!" roep t mevrouw, „daar heb j e 't,Daar is de stakkerd al in 't leed !"

Het echtpaar snelt in angst naar buitenEn Jansen vraagt : Ben jij 't , Verstuit ?"

Waarop hij hoort : „Jawel , ik ben het,Maar 'k durf niet voor- of achteruit."

„Waar ben je dan ?" „Dat weet ik zelf niet,Ik tast al met mijn stok in 't rond,

Maar 't is , of ik de wereld uit ben,Want nergens om mij heen is "grond."

,,Wat? Nergens grond? Da's een mirakel!Nu , sta maar stil , dan haal ik licht." —

't Licht kwam, — in dubb'len zin, — en toonde,Dat geen groot onheil was gesticht.

Verstuit had, ja, getast in 't ronde,Maar met een knop slechts in de hand,

Waarvan de stok was uitgevallen;Die rustig neêrlag in het zand.

154

Page 167: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

EEN AFGESPROKEN WEDLOOP.

Een heer , verlamd aan beide beenen,

Zit in zijn wagen, dien een knechtVan acht'ren voortduwt. Op een heuvel

Staat deze stil. Zijn meester zegt:,,Komaan, Johan! we moeten verder."

„Neen ," zegt de knecht, „ik wacht hier wat."

„Je wacht hier wat? Waarom? Geen gekheid!Kom, rijd me verder, -- wat is dat ?"

„Mijnheer!" hervat de wagenduwer,„Er is hier nog een lamme man,

Die ook, als u, wordt rondgereden,En die komt straks hier ook, en dan, —

Dat hebben wij zoo afgesproken,Zijn knecht en ik, — dan hollen wij,

Elk met zijn heer, om 't hardst naar onder,

En zien, wie de eerste is, ik of hij."

C^, J

Page 168: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

EEN TROUWE WEKKER.

Een logé van 't hotel , die des anderen daagsMet den trein van half acht wil vertrekken,

Geeft den avond te voren den huisknecht in last,Hem dien morgen te zes uur te wekken.

En dien morgen verneemt hij een klop op zijn deur,Bij de vraag: „Was het u of een ander ,

Die om zes uur moest op zijn ?" „Wel ja, dat was ik."„0 zoo, ja, 't loopt somtijds door elkander,

Wat door dezen en dien van de gasten in huisTegen 's morgens ons op wordt gedragen;

Maar als uwe het was, slaap u dan maar wat uit.Want het heeft al acht uren geslagen."

Page 169: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

EEN LOGISCHE KOP.

Flip moest met Flap 't bezit verdeelenVan een gestrande brik,

En zei : „Drie vierde komt aan jou toeEn de and're helft krijg ik."

Maar Flap zei: ,,Helft? Hoe zou dat kunnen?Het is vijf vierde saam."

„Da's niks " zei Flip, — „wat kan dat schelen?'t Blijft zoo als ik het raam."

„Maar, Ynensch !" zei Flap, „als 'k van een appelDrie vierde nemen zou,

Dan zou er toch, — dat moet je vatten , —Geen helft meer zijn voor jou."

„Wat zeg je daar nou? — Van een appelIs hier geen spraak ," zei Flip ;

„'k Vat niet, wat hier een appel bij doet;Een appel is geen schip ."

Page 170: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

HET MEGATHERIUM.

,,Hier, burgerlui en buitenliên !Komt in! Hier is, — wat heel je levenNog nimmer je is te zien gegeven, —Een megatherium te zien !"

Zoo klinkt het voor een kermistent;En gansche troepen, — mannen, vrouwen, —Gaan binnen, om liet beest te aanschouwen.Hun, zelfs bij naam, gansch onbekend.

En nu verneemt de dichte schaar,Die vóór 't gordijn is neêrgezeten ,Bij 't hol gerammel van een keten

Een brulstem, aak'lig rauw en zwaar.

Merkwaardig. Ja, — maar naast verlangst

Om straks het beest te zien onthullen,Dat volhoudt met zijn schrikk'lijk brullen,

Schuilt in elk hart ook wel wat angst.

Op eens, daar vliegt, in Moorschen dos,Van achter 't kleed een man naar voren ?

Die radeloos den kreet doet hooren:

,,Weg! 't Megatherium is los !"

Page 171: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

En aangetast door dolle vrees,Ziet elk, wat hij niet ziet, genaken,

En vlucht met witbestorven kaken, — —Niets blijft daarbinnen dan — de entrees.

159

Page 172: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

EEN BARBIERSHOND.

Een heer, die in den scheerstoel neerzit,Ziet, dat een hond zich vóór hem zet

En heel aandachtig op de handenVan den nog jongen scheerder let.

Nu vraagt de heer: „Wat wil dat hondje ?Hij kijkt mij zoo verlangend aan ;" —

Waarop de elan van 't mes den vrager't Verklarend antwoord doet verstaan:

,,Ja, ziet u? 'k moet nog leeren scheren;Alzoo, somtijds gebeurt het wel,

Dat er van wie ik scheer iets afvalt,Een enkel brokje vleesch of vel;

Nu, daarvoor houdt hij zich gereed; —Wel aardig, dat zoo'n dier 't zoo weet !'1

Page 173: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

'T UUR IS NET OM.

,,Jan! je moest bij A. eens vragen,Want die moet bedenk'lijk zijn;

En haal dan bij B. een pakjeVan dat goed voor k ruiderwij n ;

Hoor bij 0 eens naar het stoeltje,Dat 'k hem onlangs brengen liet,

En bij D. ook naar de matten,En, — — ja, anders weet ik niet."

Jan vertrekt. En bij terugkomstWordt hij allereerst genood

Om te melden, wat hij hoordeVan den zieke. —

„Die is dood.",,Och! was hij al dood? Hoe treurig!"

,,Neen, dat was hij niet, maar thansIs hij dood, want volgens dokter

Had de man volstrekt geen kans,Langer, dan één uur te leven;

En nu ik hier wederkom ,Zie 'k, (Jan kijkt op zijn horloge) :

Één uur, — dat is nu net om."

11

Page 174: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

DE VERDWAALDE SLEUTEL.

„Lieve Lotje ! wat zal 't zoet zijn,Als eens onze liefde en trouw

Ons voor goed vereenen zullen

In 't verbond van man en vrouw,Als we dan gezellig wonen

In het huisjen onzer keus , — -- —Maar, wat is er? -Waarom zit je

Met je doek zoo voor je neus ?" —,, Och, niets, Henri ! soms gebeurt het,

Dat ik uit mijn neus wat bloed." —„Zoo ? — 'k Heb wel eens hoorera zeggen,

Dat je een sleutel houden moet

In den hals; — laat ons 't beproeven;'t Kan wel wezen, dat het helpt

En zoo'n koud gevoel het vloeienVan de bloeding werk'lijk stelpt." —

En , fluks naar de deur getreden,Neemt hij daar den sleutel uit,

Maar bespeurt niet, dat hij, draaiend,Tegelijk het deurslot sluit.

't Meisje doet nu met den sleutelNaar des ininnaars raad en zin,

Page 175: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Maar , o wee! zij laat hem vallenTusschen rug en kleêren in. —

Pa en moe, die uit geweest zijn,Even, bij een zieke nicht,

Komen weêr en willen binnen,Maar de kamerdeur is dicht.

Pa wordt driftig. „Wat is dat hier?Doe toch open , Henri ! Lot!

Wat zijn dat hier voor manieren?Waarom is de deur op 't slot ?" —

Henri roept : „Ik kan niet oop'nen !" —,,Wat beduidt die zotte taal?

In het slot zit toch de sleutel ?" —„Neen , die zakte heelemaal — — — "

,,Zakte? Wat is dat voor onzin !"Schreeuwt papa. — „Och , lieve man !"

Smeekt mama , wees kalm, je krijgt nogAnders een beroerte er van." —

,,Zwijg !" herneemt de fel-vergramde,Met een ziel, als brandend pek,

,,Kalm! — jij altijd met je kalmte !'t Is wat moois. Je lijkt wel gek !" —

,,Lieve vader !" roept nu Lotje,„Heb een oogenblik geduld,

Tot wij weer den sleutel hebben;Maar 't is heusch niet onze schuld." —

„Kwaj e meid! 'k beveel je als vader,Dat je daad'lij k opendoet!" —

En hij doet het deurvlak dreunenBeurtelings -door vuist en voet.

163

Page 176: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

„Henri !" stamelt Lotje bevend ,

„Ga jij even op 't balkon;'k Laat de jaloezie dan vallen

Achter jou , om mijn japonGauw een eindje los te maken;

Anders krijg 'k den sleutel niet." —Henri doet , naar 't lieve Lotje

En het booze lot gebiedt.Maar papa , na 't vrucht'loos bonzen,

Heeft ook aan 't balkon gedacht,Klimt daar op, aanschouwt den minnaar,

En gaat daad'lij k heel onzachtHem te lijf. De jonkman weert zich

En betuigt, bij kris en kras,Dat die toom, doorgloeid tot woede,

Waarlijk onrechtvaardig was.Lotje komt en zegt hetzelfde,

Zij beschrijven saam 't geval,En op 't lest gaat - vader 't inzien;

En nu vinden allen 't mal,

Dat daar zulk een herrie heerschte,

Eigenlijk om niemendal.

164

Page 177: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Dr. E. LAURILLARD 9 s werken.

Door meer dan één kijkglas in 't leven gezien. Vertel-lingen , Schetsen en Dichten.

INHOUD : Wat men ziet, en wat men niet ziet. Kent gijhem? Tijrn. Wat ik eens buiten zag en hoorde Antiqui-teiten Drie personen , die wij dikwijls zien. Iets van deoude hondenslagers. Variaties op het thema 1 a a t s t e Delaatste mensch. De lof van het zwaard. Een ruïne bij maan-licht. De onnoozele meid. Weet gij 't nog? Les voor echte-lingen. Bij een Studenten-maskerade.

In prachtband f 2.25; gebrocheerd f 1.80.

.Huisraad en Speelgoed. Opstellen en verzen.INHOUD : Het spreken. De handschoen. Iets over Ge-

meentewapens. Het paard in het spreekwoord. Stopwoorden.Eene vergadering van dierenbeschermers. Aichemie. Her-inneringen uit mijn eerste gemeente. ,,Kniel", zegt Satan,,,voor mij neder". Outerdienst en Broedermoord. Onze lam-pen gaan uit. Het hondje van Bretten. De lelie in 't kloosterte Coivey. De Lombardische speelman. Gods muur. Bijden zingenden ketel. Waarom het bosch mij bekoort. Eenedorpsbegrafenis. Strandtafereeltjes. Een sukkelaar, dat is ie.Een ooljke helper. 't Was niet voor hein.

In prachtband f 3.50; gebrocheerd f 2.90.

Schotsche Ruiten. Schetsen en Dichten.INHOUD : Onze maanden. Luther. Drie Schetsen van een

trouwdag. In den Omnibus. Een prettig bezoek , met pret-tige gevolgen. Onze titulaturen. Slimmerds. De BijbelD e u x A a s. Grootmoeder, hij is dood I Geheimschrift. Eenlied bij de vlag. Namen van hoeven en huizen. Een ver-gissing bij nacht. Beelden uit mijn jongenstijd. Iets vantantes en eene tante. Maanbeschouwingen. Dc liefde inworsteling met den haat.

In prachtband f 3.50; gebrocheerd f 2.90.

Vlechtwerk uit verscheiden kleuren. Vooidrachton 2e dr.INHOUD : Een bezoek in het Museum Wiertz. Het rijm.

Het slapen. Hofnarren. De spin. Brieven. Persoonsnamen.Het droomen. Klokken. De zwaan. Mijne boekerj. Woorden,afkomstig uit verouderde toestanden. Kleuren. Zout. Demuzieknoten. Diernamen. De schoen Spotnamen. De hoed.

In prachtband f 2.60; gebiocheerd f 1.90.

Page 178: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

ErnstigGEDICHTE N

VAN

fir, E. Iv.AURILLAR.

Derde druk.

Met 150 oorspronkelijke Illustratiën

DOOR

ALFAR O.

Prijs f 1,50; in prachtband f 2,—.

In dezen bundel komen o. a voor:Een grijsaard aan het venster. Een huiselijk tooneel-

tje. 't Is erg met de meiden. Een kermistocht. Hoesommige juffrouwen praten. Een vers, dat als eennachtkaars uitgaat.

Page 179: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

UIT 'S LEVENS ERNST EN KLUCHTEN,Dichten en. :Rijmen

VAN

DR. E. LAURILLARD,

Tweede druk.

Met 200 oorspronkelijke Illustratiën

DOOR

ALFARO.

Prijs: f 1,50; in prachtband f 2, —.

In dezen bundel komen o. a. voor:De taal der schelp. De sterren vlas. Mijmering eener

wijsgeerige porster. Het lastige van een naam. Depoppenkast. Dubbelzinnige vroomheid. Dol door hulp. Eenafgeluisterd gesprek, over benauwdheid. Een kruidenierin nood. Een spreker, die maar niet uit de war kwam.

Page 180: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal

Op uw stoel door uw land.Bijzonderheden van

Vaderlandsche Plaatsen en Plaatsnamen.

DOOR

D". E. LAIIRILLARD.

Met zes wapen- en zegel kaarten.

Prijs f 1,90; in prachtband f 2,50.

„Men verwondert zich over den overvloed van bijzonder-heden, die Dr. L. bij elkander verzameld heeft. Ik vinddeze uitgave hierom zoo belangrijk en aanbevelenswaardig,omdat zij ons op zeer aangename wijze ons vaderland beterleert kennen."

DR. S. D. VAN VEEN.

,,Geestig en boeiend geschreven, vragen wij: hoe is 't mo-gelijk, dat zooveel wetenswaardigs door één man verzameldwerd? Maar wij kennen hem die 't deed — het boekje isvan de hand van LAURILLARD."

Nieuws van den Dag.

„Men vindt er allerlei curiosia in: sprekende gemeente.wapens, afkomst van plaatsnamen, scheldwoorden, waar-mede de inwoners van sommige steden vroeger werden ge-doopt , plaatselijke sagen, merkwaardige geschiedkundigefeiten, enz. enz.

Handelsblad.

Page 181: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal
Page 182: r · hn rdl vr, n dn btndn d ptn vtn, t dn d r n ld , rt, r d phvn hndn t dn d n d ht : dd. Dt rn d ... alleen hoor ik nu en dan het persoonlijke voornaamwoord hi}; en als nu de.verhaal