Pupilstoornissen neuro-ophthalmologie 1
Transcript of Pupilstoornissen neuro-ophthalmologie 1
Anisocorie
• Welke pupil ?
• Welke zenuwbanen ?
• Waar zit het probleem?
Regel: Anisocorie altijd groter als de
paretische spier moet werken
-Anisocorie groter in het donker - = m.dilatator pupillae (sympathisch)
-Anisocorie groter in het licht
- = m.sphincter pupillae (parasympathisch)
Casus pro diagnosi
• Man, 28 jaar oud, marinier
• Cocaïne gebruik => incidenteel
=> wel eens een verschil van pupilgrootte opgemerkt
• Motor ongeluk met hoofd trauma, helm op
• Tijdelijk dysfasie gehad
• Geen visus klachten
• Stekende pijn aan de linker zijde van zijn nek
• Neurologisch onderzoek : g.b
• CT scan hersenen : g.b
Casus pro diagnosi
• Visus ODS : 1.0
• Spleetlamp : g.b
• Oogmotiliteit : gb
• RAPD : geen
• Gezichtsveld confrontatief : gb
• Fundoscopie : gb
• Lichte ptosis linker kant
• Anisocorie: pupil OS kleiner dan pupil OD
• Op de foto van zijn rijbewijs: geen anisocorie
Pupil onderzoek
• Bij convergentie: geen anisocorie zichtbaar
• Bij fel licht : anisocorie neemt af
• Bij dim licht: anisocorie neemt toe
a.Rechter ?
b. Linker ?
Welk oog heeft een afwijkende pupil ?
a. Fysiologische Anisocorie (FA) ?
b. “Long standing” Adie Tonische pupil ?
c. Horner syndroom (HS) ?
d. Incomplete Nervus III parese ?
Ptosis en miosis: a
an welke diagnose denkt u ?
Bij twijfels tussen FA en HS
=> DILATION LAG testen !
• Licht dimmen
• Patient in de verte laten fixeren
• Gebruik een fel licht (dat aan en uit gaat) om
de dilatatie van beide pupillen observeren
• Belangrijk zijn de eerste 4-5 seconden !
– Indien dilatatie met dezelfde snelheid => F.A
– Indien een pupil dilateert trager dan de andere
(zwakke m. dilatator) => Horner pupil
• Na 12 seconden zijn de pupillen even wijd• Video van prof. Digre, Utah University : https://www.youtube.com/watch?v=hNUXRH2q570
DILATION LAG
a. Phenylefrine 1 %
b. Cocaine 10%
c. Hydroxyamphetamine 1%
d. Apraclonidine hydrochloride 1%
Welke druppels zou u
moeten gebruiken ?
THE WILLS EYE MANUAL : Anisocoria
a. Concentratie : 2%-4% : bij kinderen
5%-10%: volwassenen
b. Dosis: 1 gtt ODS, na 5 minuten herhalen
c. Wanneer onderzoeken ? => na 60 minuten
Effect:
d. Dilateert Horner pupil : 0,5 mm
e. Dilateert normale pupil : 2 mm
f. Interpretatie test (in kamer met dim licht): -
- Anisocoria > 0,8 mm is significant
- Indien kleinere pupil >2 mm dilatatie : geen HS
Is bij acute anisocorie Cocaine test altijd nodig ?
Cocaine druppels
Rationale: aan de postganglionische sympathische
zenuwuiteinde bij de m. dilatator pupillae wordt
Norepinephrine (NE) spontaan vrijgelaten,
en daarna met re-uptake geëlimineerd.
Cocaine blokkeert NE uptake waardoor meer NE de
m.dilator pupillae blijft activeren
• Normale pupil wordt wijd
• Horner pupil wordt niet wijd
(omdat in HS, NE wordt niet geproduceerd )
Cocaine druppels
Casus pro diagnosi: De Cocaine 5% test
bevestigt een Horner pupil links
Wat dan als
de Cocaine druppels
niet beschikbaar zijn ?
BOEK ADVIES !
Thurtell et al: Anisocorie
a. Concentratie: 0,5% kinderen > 6 mnd oud ( nooit indien < 6 mnd)
1% volwassenen
b. Dosis: 1 gtt ODS, na 5 minuten herhalen
c. Wanneer onderzoeken: na 60 minuten
d. Interpretatie:
- Horner pupil wordt wijd (Reversal Anisocoria) : 1 tot 4,5 mm
- Normale pupil verandert niet (of < 0,5 mm)
Apraclonidine druppels
Apraclonidine druppels
- Een orgaan, waarvan de normale innervatie
beschadigd is, wordt (na ong. 1 week) meer
sensitief (supersensitief) voor neurotransmitters
die normaal gesproken al vrijgelaten worden door
de zenuwen
- De graad van de supersensiviteit wordt bepaald
door de ernst van de denervatie
- Dit geldt voor het sympathisch en het
parasympathisch zenuwstelsel
Waarom ?
Wet van denervatie suprasensitiviteit
a. Apraclonidine is een receptoren agonist voor Alpha-2 maar ook voor Alpha-1 receptoren
b. Rationale: het effect op de Horner pupil is dus gebaseerd op een Alpha-1 supersensitiviteit van de receptoren van de m. dilatator pupillae
=> MYDRIASIS
c. Beperking van de test: de supersensitiviteit heeft meer dan 1 week nodig om zich te kunnen ontwikkelen na het ontstaan van de Anisocorie
= > NIET GESCHIKT VOOR ACUTE HS !
Apraclonidine druppels
Casus pro diagnosi: Horner pupil links
Localisatie van de laesie ?
Sympatische route: 3 neuronen
Centrale neuron = First Order Neuron (FON)
– Start in post hypothalamus, ongekruist
door hersenstam, eindig in ciliospinale
centrum van Budge (C8-T2)
Preganglionaire neuron = Second Order
Neuron (SON)
– Van ciliospinale centrum naar ganglion
cervicales superior
– Loopt vlak langs apicale pleura
Postganglionair neuron= Third Order
Neuron (TON)
– Loopt mee met carotis interna naar sinus
cavernosum N trigeminus nn
nasociliares + nn ciliares longus
m.dilatator pupillae
Sympatische route: 3 neuronen
Localisatie van de laesie
Hydroxyamphetamine 1%
a. Concentratie : 1%
b. Dosis: 1 gtt ODS, na 5 minuten herhalen
c. Wanneer onderzoeken ? => na 60 minuten
Effect:
d. Dilateert postganglionische Horner pupil:0,5 mm
e. Dilateert preganglionische Horner pupil : 2 mm
e. Dilateert normale pupil : 2 mm
f. Beperking van de HA test:
- de grondstof is niet beschikbaar (evtl Amphetamine ?)
- Test is zinvol pas 1 week na het ontstaan van HS
- Test is uitvoerbaar pas 3 DAGEN
na de Cocaine of Apraclonidine
Hydroxyamphetamine (HA) druppels
Rationale: aan de postganglionische sympatische zenuwuitende wordt Norepinephrine (NE) spontaan vrijgelaten, en daarna met re-uptake geelimineerd
Hydroxyamphetamine (HA) forceert het vrijlaten NE van de postganglionisch sympathisch zenuwuiteinde
Met HA wordt de pupil wijd alleen in aanwezigheid van endogeen NE en een intact en functionerend postganglionisch sympathisch zenuwuiteinde (TON)
Uitslag HA test:
- Mydriasis van beide pupillen
=> Centraal of Preganglionisch (FON of SON)
- Geen Mydriasis van de Horner pupil (of verschil > 0,5 mm)
=> Postganglionisch (TON)
Hydroxyamphetamine 1%
Wat dan als de
Hydroxyamphetamine
druppels niet
beschikbaar zijn ?
Phenylephrine 1% test
Phenylephrine 1% test
a. Concentratie : 1% van Phenylephrine 10% tot 1% oplossing verdunnen (*)
(0,1 ml + 0,9 ml fysiologisch zout)
b. Dosis: 1 x ODS, na 5 minuten herhalen
c. Wanneer onderzoeken ? => na 60 minuten
Effect:
d. Dilateert postganglionische Horner pupil: 2,3 mm
e. Dilateert preganglionische Horner pupil: 0,2 mm
f. Dilateert normale pupil : 0,2 mm
g. Beperking van de test:
- Sensitiviteit 81% (HA = 93%)
- Specificiteit 100% (HA = 83%)
- Test is zinvol pas 10 dagen na het ontstaan van HS
- Test is pas uitvoerbaar 2 dagen na de Cocaine of Apraclonidine
(*) het moet verdund worden omdat Phenylefrine 10% geeft mydriasis in beide pupillen en is niet geschikt voor de neuronale localisatie bij HS
Phenylephrine 1% druppels
a. Rationale : Phenylephrine heeft (net als NE) een
directe sympathomimetische effect en werkt als
neurotrasmitter in het sympathisch systeem
b. Stimuleert rechtstreeks de spiercellen van de
musculus dilatator pupillae, en geeft (zeer matige)
mydriasis, maar bij denervatie supersensitiviteit
veroorzaakt een grotere mydriasis
Phenylephrine 1% druppels
a. JA ?
b. NEE ?
Zou bij een acute pijnlijk Horner
het testen met Hydroxyamphetamine
or Phenylephrine zinvol zijn ?
U denkt aan aanvullend
NEUROIMAGING
maar u weet niet precies welk
onderzoek u moet aanvragen ?
Casus pro diagnosi: Hoe verder dan ?
Update Neuroimaging !
Update Neuroimaging !
CT SCAN zonder of met contrast
(Iodinate materiaal)
Indications: -trauma
- acute hemorrhage
- orbit
- contraindicatie for MRI
- +/- acute stroke
Pro: bone calcium, acute hemorrhage, large space / less anxiety for patients
Cons : Ionizing radiation, posterior fossa/ soft tissue/ tissue interface resolution, contrast agent reactions (allergy and renal failure)
NEUROIMAGING PRO’s – CON’s
MRI zonder of met contrast (Gadolinium)
Indications: - posterior fossa
- MS/demyelination
- stroke
- meningeal disease
Pro: soft tissue/ demyelination, acute stroke
Cons : -time
-bone and metal (Pacer, AICD),
- claustrofobia,
- contrast agent-related fibrosing syndrome
associate with renal failure
NEUROIMAGING PRO’s – CON’s
A: T1 –weighted = normale anatomie
B: T2- weighted = visuele banen,pathologie
C: FLAIR (fluid attenuated inversion recovery) =>
normal high CSF signal is eliminated, to
visualize high signal pathology adiacent to the
ventricles = demyelinisatie bij MS
MRI available sequences
- Fat saturation (FAT –SAT) => to allow in great
detail orbital structure = spieren, oogzenuw
- Diffusion Weighted imaging (DWI)
= acute CVA, stroke
MRI available sequences
Sagittal
Horizontal
Coronal
CT angiography (CTA) => not invasive
MR angiography (MRA) => not invasive
Aanvullend neuroimaging
a. Geen duidelijke consensus voor Neuroimaging guidelines in anisocoria
b. Zeer belangrijk verschil:
1. Pijnlijk Horner met acute onset
2. Horner zonder pijn, geen acute onset
Neuroimaging en Anisocoria
1. Pijnlijk Horner met acute onset
a. CT ANGIOGRAM protocol vanaf de Cirkel van Willis tot de Aortaboog (T3-T4)
Op de zelfde dag van de presentatie !!!!!!!
b. Indien CT gecontraindiceerd (i.v.m. Iodium houdend contrast middel, ionizatie stralingen) dan MRI en MRA
Op de zelfde dag van de presentatie !!!!!!!
Neuroimaging en Anisocoria
2. Horner zonder pijn, geen acute onset
a. CT ANGIOGRAM protocol van de
Cirkel van Willis tot de Aortaboog
(T3-T4) binnen 6 wk
(behalve bij HS ouder dan 1 jaar)
b. Indien CT gecontraindiceerd (i.v.m.
Iodium houdend contrast middel,
ionizatie stralingen) dan MRI en MRA
Neuroimaging en Anisocoria
Davagnam et al, Eye, 2013
Horner zonder pijn, geen acute onset : welke MRI ?
FON => MRI hoofd, nek en thorax met en zonder
Gadolinium, binnen 6 wk
SON => MRI hoofd en nek met en zonder
Gadolinium en MRA nek, binnen 6 wk
TON => MRI hoofd en nek met Fat saturation, met en zonder
Gadolinium + MRA nek, binnen 6 wk
Neuroimaging en Anisocoria
Diagnose: Postganglionic (TON) Horner Syndrome OS
door Dissectie van de arterie carotis interna links
zichtbaar op MR Angiografie verricht met spoed
Horner-syndroom bij kinderen
Congenitaal
•Trauma => Stretching plexus brachialis bij de geboorte
•Tumoren : Neuroblastoom
•Andere oorzaken : Agenesie ICA
Horner-syndroom bij kinderen
Verworven
•Benigne : Zwelling in de nek => door compressie
(bv. gezwollen lymphklier tijdens luchtwegen infectie)
•Maligne :-Tumoren in de mediastinum (Ewing sarcoma, Xantogranuloma)
• -Neuroblastoom
•Na chirurgie van de nek of thorax
•Post-traumatisch (b.v. : dissectie van de Arterie Carotis Interna (ICA)
•Na aneurysma of thrombose van de ICA
Horner-syndroom bij kinderen
• Meest voorkomende tumor bij kinderen
• De incidentie: 1,1 nieuw geval/ jaar per 100.000 inwoners
• 50% van patiënten is jonger dan 2 jaar
• Neuroëndocriene tumor => cellen vormen hormonen/stoffen voor het
• zenuwstelsel (zoals Cathecholamine)
• => Komt voort uit de neurale crest dat het
• symphathische zenuwstelsel vormt
• Localisatie : - bijniermerg
- zenuweefsel in de nek (CNB), buik of bekken.
Neuroblastoom
- Cervicale Neuroblastoom (CNB)
- CNB vormt ong. 5% van alle neuroblastomen
- Diagnostiek maakt gebruik van de radionuclide meta-iodo-benzyl-guanidine:MIBG
Neuroblastoom
• Ptosis => paralyse m.van Muller
• Miosis => Anisocorie
• Anhydrosis Facialis
bij laesies onder de Ganglion Cervicalis Superior
(FON en SON laesies)
Horner-syndroom bij kinderen
Sympatische route: 3 neuronen
Gebrek aan “flushing” in het gelaat aan de kant van de laesie
(zichtbaar na inspanning of indien het kind huilt of overstuur raakt)
Harlekijn teken
• Congenitaal of verworven (indien HS < 2 jr )
• Oorzaak: de melanine productie door de melanocyten
eist een normale symphatische innervatie
» => verminderde pigment van de iris stroma
Heterochromia irides
• Anamnese
• Palpatie van de nek en oksels
• Cathecholamine screening in de urine (24 uur)
- Vanillymandelic acid (VMA)
- Homovanilly acid (HMA)
• MRI of CT scan van het hoofd en nek
• MRI of CT scan van de thorax en abdomen
Horner-syndroom bij kinderen: work-up
1. MRI onder narcose bij kinderen
2. Ionisatie stralingen bij CT scan
3. Apraclonidine 0,5% veroorzaakt extreme slaperigheid
in kinderen jonger dan 6 mnd
Horner-syndroom bij kinderen: problemen
Volwassenen versus kinderen
Meest voorkomend oorzaak en localisatie
Volwassenen: => FON : CVA, tumoren
=> TON : CVA, tumoren
Kinderen: => SON : Nek afwijkingen
42% congenitaal
15% verworven zonder chirurgie
42% verworven na chirurgie
Horner-syndroom
Casus pro diagnosi
• Vrouw, 80 jaar oud, uit Amsterdam
• In Breda voor de verjaardag van haar zoon
• Draagt Scopolamine pleisters bij auto ritten
• (=> parasympathicolyticum)
• Bekend met Astma waarvoor Atrovent 4 x daags
• (Ipratropium => parasympathicolyticum)
• Sinds enkele uren klachten
• Eerst grote pupil OS, daarna dubbelzien
• Later in de dag is de linker ooglid gaan hangen (waardoor visusdaling)
• Geen hoofdpijn
• Neurologisch onderzoek : gb, behalve ptosis links
• CT scan hersenen : gb
Casus pro diagnosi
• Visus ODS : 0.7 -0.7
• Spleetlamp : ptosis OS, anisocorie, cataract incipiens
• Fundoscopie : gb
• Pupil OS: mydriasis, areagerend
• Op de foto van het rijbewijs: geen anisocorie
Pupil onderzoek
• Bij convergentie: anisocorie ongewijzigd
• Bij fel licht : anisocorie neemt toe
• Bij dim licht : anisocorie neemt af
a.Rechter ?
b.Linker ?
Welk oog heeft een afwijkende pupil ?
Oogmotiliteit
• Oogmotiliteit : adductie en elevatie beperking OS
a. Benign Episodic Unilateral Mydriasis ?
b. Adie Tonische pupil ?
c. Scopolamine pleister ?
d. Complete Nervus III parese ?
Aan welke diagnose denkt u ?
THE WILLS EYE MANUAL : Anisocoria
a. Pilocarpine 0,1% ?
b. Pilocarpine 1% ?
c. Geen druppel test ?
Wat heeft u verder nodig om hier
de diagnostiek af te kunnen ronden ?
Bij acute complete Nervus III parese
en mydriasis
geen druppel test verrichten maar
een MRA of CTA hersenen met spoed !
Wat is de volgende stap ?
Diagnose: Complete Nervus III parese links door
aneurysma van de arterie communicans posterior
(AcommP) zichtbaar op MR Angiografie (MRA)
Anatomie en uitleg
• AcommP en N III lopen paralleel in de cisterna basalis
• In 23% van de gevallen met N.III parese secundair aan
AcommP aneurysma ruptuur ontstaat ook :
=> subarachnoidale bloeding
=> 50 % mortaliteit
• MRA detecteert 99,5% van aneurysmata’s
Klinische les : Nervus III parese met of zonder
afwijking van de pupil
• N.III met afwijking van de pupil => zenuw compressie
=> acute neuroimaging nodig (MRA/CTA)
• N.III met normale reactieve pupil => mogelijk ischemie
=> neuroimaging niet acuut nodig
TAKE HOME MESSAGE
Patienten met een acute en/of
pijnlijke anisocorie zijn
neuro-oftalmologische
spoedgevallen
waar de oogarts
een zeer belangrijk
rol kan spelen !
Dank voor uw aandacht !