Begrippenlijst Cognitieve Neuro Psychologie
-
Upload
cas-swarte -
Category
Documents
-
view
28 -
download
4
description
Transcript of Begrippenlijst Cognitieve Neuro Psychologie
Begrippenlijst cognitieve neuro psychologie
ALGEMENE KENNISSagitaalVerticale doorsnede je ziet links en rechts gescheiden
CoronaalVerticale doorsnede je ziet voor en achter gescheiden
VentraalBuitzijde
DorsaalRug zijde
MediaalNaar het midden toe
Lateral geniculate bodyVoor visuele verwerking
Medial geniculate bodyVoor auditory verwerking
Temporale kwabAuditieve cortex
Parietaal kwabSomatosensorische cortex
Occipitaal kwabPrimaire visuele cortex
Lymbische systeemBevat hippocampus amygdala hypothalamus
AmygdalaBetrokken bij emotie agressie en gezicht herkenning
MediaalPrimitieve gebieden (heel specifiek)
IntermediaalLimbisch systeem emoties en geheugen
LateraalBewuste cognitieve processen, rationeel neo cortex
FylogenetischOudere hersen structuren zijn sterker ontwikkeld dan jonge hersenstructuren
OntogenetischOudere hersenstructuren zijn eerder ontwikkeld dan jonge hersenstructuren
Primaire gebiedenWaarnemen, bottum up verwerking (kijken)Hier vindt basale verwerking plaats
Secundaire gebiedenVerwerking van binnengekomen informatie(lezen)
Tertiaire gebiedenInformatie wordt gentegreerd in bestaand systeem(begrijpen)
Posterieure gebiedenInformatie komt bottum up binnen afferentFrontaal, parietaal, occipitaal
Anteriereure gebiedenInformatie verwerking top down, efferentIn temporale gebieden
Rechter hemisfeer Vooral visueel. Wanneer leasie hier ook visuoruimtelijke stoornissen
Linker hemisfeerVooraal verbaal. Wanneer leasie hier vooral taalstoornissen, rekenstoornissen, begrijpen symbolen.
Waar routeDorsaal in parietale kwabY cellen, ruimtelijk
Wat routeVentraal in temporale kwabX cellen, vorm kleur textuur
Bottom upReflexief, stimuli die je aandacht trekken
Top downVrijwillig, je bent op zoek naar iets
HERSENEN EN GEDRAG MODELLENDomestic skillsComplex gedrag die we kunnen op delen in verschillende vaardigheden. Planning, motorisch etc
Cognitieve psychologieOp zoek naar wetmatigheden om gedrag te verklaren
Cognitieve neuroscienceDmv gebruik neuro imaging, cognitieve functies beoordelen
Cognitieve neuropsychologieRichten zich op patienten met specifieke uitval. Op zoek naar de onderliggende processen
Klinische neuro psychologieGenteresseerd vanuit de gezondheidszorg
Spatiele resolutieRicht zich op, waar is het object? + de scherpte
Temporele resolutieTen opzichte van de tijd, frames/minuut
CT scanGoed voor zien van de botten en ventrikelsSlechte spatiele resolutie
MRIGoed te zien witte en grijze stofBetere spatiele resolutieSlechte temporele resolutie
EEGKijken naar elektrische velden in de hersenenSpatieel slechtTemporeel goed
MEGActieve gebieden van de hersenen goed te zienTemporeel goed
FmriZuurstof opname goed te zienSpatieel goedTemporeel goed
PET scanDmv radioactieve methodeSpatieel redelijkTemporeel slecht
Enkele dissociatieEne taak lukt wel de andere taak lukt niet
Dubbele dissociatieTwee patinten hebben tegengestelde enkele dissociatie
Fractionation assumptie(caramazza)Leasie, uitval zorgt voor specifiek deel uitvallen niet uitvalling van hele brein
Tranparency assumptie(caramazza)Specifieke uitval van die ene cognitieve functie leidt er niet toe dat er een nieuw systeem ontstaat. Het is niet zo dat andere delen van brein opeens anders gaan werken
Universality assumptie(caramazza)Alle cognitieve functies zijn gelijk, dus bij mij zal bij bepaalde uitval hetzelfde gebeuren als bij jou.
Substractie methodeScore van een simpele taak aftrekken van een score van een moeilijke taak. Deze verschil score gebruiken
Primitive brainVoor agressie en zelf bescherming
Intermediate/paleopalumLymbisch systeem voor emotie
Rational/neocortex/neopalliumVoor intellectual tasks
Perceptie en aandachtDistal stimulusFysieke object in de wereld, afstand tussen object en persoon
Proximal stimulusOptische plaatje op de retina. Dicht bij de observer.
AnosognosieOntkennen dat je bepaalde ziekte hebt terwijl het wel je leven belemmerd
Parallel distibuted processingEr kunnen conflicten ontstaan tussen verschillende processen omdat ze tegelijkertijd in brein bevinden.
Functionele coherentieSystemen met gelijke functies werken samen
Posttraumatische dystrofieWanneer het brein representatie kwijt raakt van een lichaamsdeel.
Bottom up/ feedforwardV1 V2
Top down/feedbackV2V1
Ventrale route (wat)Langzaam, Xcellen, top down
Dorsale route (waar)Snel, y/w cellen, bottom up
Ebbinghaus illusieKleine en grote rondjes. Kijken welke groter. Je schat de grote verkeerd door langzame ventrale route en door te veel top down invloeden schat je verkeerd
Ponzo illusieKijken naar de lijnen welke is groter. Ook dit schat je verkeerd door te veel top down invloeden omdat je denkt wat verder weg is, is kleiner. Dit pas je dan onbewust aan.
Muller illusie2 pijlen welke is langer. Gibson zegt dat illusie komt door onze oogbewegingen en Gregory zegt dat het komt door te veel top down invloeden.
Global precedenceOnze perceptie wordt eerst verwerkt door de snelle globale route dmv de y/w cellen en pas daarna zien we de gedetailleerde informatie. Dus we zien letterlijk eerst bos dan de bomen
Law of common fateObjecten die in dezelfde richting bewegen zien we als geheel
Shape constancyWe weten dat een doos vierkant is ook al heeft het schuine vlakken
Object constancyWe weten dat een auto een auto is ook al staat er gedeeltelijk een huis voor.
Template matching
Redundancy in language
Helmhotz theory Benoemde de importance of experience je denkt eerder een hond te zien dan een wolf. Dit is inductief specifiek algemeen
Gestalt benaderingPsychologische fenomenen kunnen alleen als geheel gezien worden
Gibson ecological theoryVolledige verklaring van perceptie ligt in omgeving. Geloofde in bottom up en niet in top down
Meta contrast maskingDoor snel een tweede stimulus te representeren na een eerste stimulus kan info eerste stimulus worden gewist. Komt door snelle bottom up verwerking
Selectieve aandachtSelecteren van info voor werking. Je kunt selecteren op basis top down doelen.
Inattentional blindnessAls je op 1 ding focust zie je vaak het andere niet.
Overte aandachtRichten van de ogen op de stimulus bron. Dit is top down want je richt je er op.
Coverte aandachtMentaal richten van aandacht op punt in de ruimte. Dus je ogen zijn naar links maar je aandacht naar rechts. Dit is stimulus driven, trekt onze aandacht dus is bottom up
Visueel zoekenHier opereren top down en bottom up processen samen
Disjunctief zoekenGlobaal zoeken, in 1 oog opslag vinden dus er is sprake van pop out effectJe zoekt iets wits OF iets ronds
Conjuctief zoekenSpecifiek zoeken naar gecombineerde stimulus. Dit is dus serieel zoeken. Bijvoorbeeld je wil iets wits EN iets ronds tussen witte en ronde objetcen
Broadbents filter theory (vroege selectie)Vroege selectie, filteren op basis van fysische eigenschappen. Zoals luidheid of frequentie.
Gray en WedderburenNiet in vroeg stadium maar wanneer een boodschap van rechter naar linker oor gaat, volgen we de boodschap en is er toch aandacht voor semantische inhoudt. Bijvoorbeeld je naam horen valt hier onder.
Deutch en Deutch (Late selectie)Late selectie theorie. Hier verwerken we juist eerst alle info en selecteren we pas daarna
Treisman (compromis)Hier is sprake van een compromis, er is sprake van filter attentuation, of verzwakking door het filter. Alle info wordt verwerkt maar ene komt sterker binnen dan de andere. Combi vroege en late selectie
Biaded competitionIs nu het huidige model gaat er van uit dat er competitie plaats vindt in de cortex tussen stimuli. Bottom up onderscheiden zich sterker zijn sterker maar Top down is actief zoeken en dit is dus een extra duwtje in de rug en behalen zo een voorsprong op andere stimuli
Negative primingZijn de stimuli die na de biaded competition zijn geinhibeerd. Deze stimuli kunnen moeilijk gehandhaafd worden. Je pakt heel vaak rode ben uit bakje, wil dan blauwe. Dit duurt even. Top down processen zijn hier bij betrokken bij ouderen wordt dit minder, en zal het langzamer gaan.
Object based attentionWe reageren het snelst als het doel zich in hetzelfde object bevindt op dezelfde plek. En langzamer als het op een andere plek isWordt gebruikt om de vorm van het object te bepalen (ventrale wat route)
Space based competitionWordt gebruikt om de plaats van een object te bepalen. (dorsale waar route)
HemineglectDisorder of attention. Brein is vaak rechts beschadigd daarom links geen besef. Ze kunnen niet vrijwillig aandacht op links richten. Er is geen schade aan oog of motor systeem maar heel specifiek gebonden aan object niet aan locatie.
STOORNISSEN IN PERCEPTIE EN AANDACHTStaafjesZijn gevoelig zien geen kleur
KegeltjesMinder gevoelig zien kleur
Laterale geniculate nucleusScheiding van info vindt hier plaats in retina
AnopsieLage orde stoornis, primaire verwerking
AgnosieHogere orde stoornissen. Zoals associatieve of apperceptieve stoornis
ScotoomSlechts een deel uitval van visuele veld
HemianopsieUitval helft van het gezichtsveld
KwadrantanopsieKwart uitval van het gezichtsveld
PalinopsieTijdelijke leasie linkerhelft. Geen waarneming rechts of dubbelzien
MetamorphosieTijdelijk vervormen van beelden
Schade aan VENTRALE route ( in temporale cortex)Charles bonnet syndroomBeschadiging nervus opticus. Zien hallucinaties weten dat deze nep zijn. Visuele cortex krijgt geen bottom up input meer
Syndroom van AntonSchade aan V1 blind maar ontkent dit. Ze verzinnen visuele werkelijkheid
BlindsightBilaterale schade V1 blind kunnen niet waarnemen maar bij gokken, gokken ze boven gemiddeld. Visuele cortex is blind motorprocessen intact
Cerebrale achromatopsieKleurenblindheid. Dit is een stoornis in de visuele verwerking van hogere orde.
ProsopagnosiePatint kan geen gezichten herkennen. Herkenning via stem of houding kan wel. Fusiforme gebieden aangetast
Ventrale simultaan agnosie Na schade in occipito temporale gebieden deze hebben als functie losse onderdelen te verbinden tot geheel
Schade aan DORSALE route ( in partiale cortex)AkinetopsieStoornis in het waarnemen van beweging. V5 is hierbij betrokken
NeglectOntstaat door leasie in rechter hemisfeer. Linker hemisfeer wordt genegeerd dit is een aandacht stoornis. Wordt ook wel beschreven als stoornis in representatie van de ruimte (daarom dorsaal)
Balint syndroomBilaterale schade van de hersenen. Ze kunnen maar 1 ding tegelijk waarnemen. Top down aansturen van de aandacht niet goed.
Dorsale simultaan agnosieMaar 1 ding tegelijk kunnen waarnemen
Optische ataxieIs de interactie tussen het lichaam en een object gestoord. Bijvoorbeeld in het reiken en grijpen van objecten.
Occulomotorische apraxie (sticky fixation)Geen willekeurige objecten van ene naar andere object mogelijk. Door een stimulus aandacht getrokken worden kan wel. Dus bottom up kan wel.
Vervolg perceptie stoornissenHemianopsieZuiver visuele stoornis in primair gebiedPatint is bewust van stoornis. Deze patint is er minder erg aan toe dan een neglect patint.
Neglect
- viewer centred neglect- stimulus centred neglect- object centred neglectStoornis in ruimtelijke cognitie (dorsaal)Patint niet bewust van stoornisGeen geheugen probleem
Linker veld niet waarnemenLinker kant van object niet waarnemenLinker kant object niet zien, ook niet in spielgelbeeld.
Beschadiging in rechter hemisfeer, temporaalkwab, basale ganglia, thalamus.
Associatieve agnosie
Er kan geen goede betekenis worden gegeven aan het concept. De stap van visuele representatie naar semantische kennis(herkenning) lukt niet. Voelen of omschrijven kan wel- prosopagnosie - kleuragnosie
Apperceptieve agnosieHet percept zelf komt niet goed tot stand.- Ventrale simultaan agnosie ( man met schaal) elementen samen voegen tot 1 percept lukt niet
AnosognosieWanneer patint niet bewust is van de stoornis. Zoals bij neglect patienten
SOCIALE COGNITIE, THEORY OF MIND, EMOTIETheorie van DarwinEmoties zijn patronen die vastliggen in onze hersenen die ons in staat stellen te overleven
Theorie Ekman en FriesenOnderscheiden 6 basis emoties die universeel zijn voor alle mensen in alle culturen
Theorie James langeStimulus Arousal emotie We zijn verdrietig omdat we huilen
Theorie Cannon bardEmotie en arousal treden gelijktijdig op na stimulus
Theorie van SchachterBeoordeling bepaald je uiteindelijke emotie. Dus je hebt een stimulus arousal label emotie
Theorie DamasioOnze beslissingen komen niet rationeel tot stand maar ook intuitief. Je wordt benvloed door emotie en fysiologische reacties. Dit wordt genterpreteerd als gut feeling. (Iowa gambling task)
Theorie Brothers Emotie is niet los te koppelen van gedrag je hebt perceptie interpretatie reactie
Model le doux (twee route model)De verwerking van bedreigende informatie kan via 2 routes.1) snelle route: thalamus amygdala2) langzaam: Thalamus corticale gebieden prefrontale cortex amygdala
Amygdala- Kluver Bucy syndroom
- HyperphagiaBeschadiging aan amygdala. Er ontstaan emotionele, seksuele, en eetproblemenEet probleem. Unilateraal beschadigd
HypothalamusVoor vlucht en vecht reacties
HippocampusBelangrijk voor geheugen
Orbitofrontale systeemVoor het reguleren van emoties door middel van inhibitie en beloning
Theory of mindHet vormen van een hypothese over de gedachten van een ander
Betrokken hersen gebieden:Prefrontale cortexAmygdalaTertiaire gebieden.
Niet aangeboren hersenletselDementie, parkinson, huntington, traumatisch hersenletsel. Gedrag reguleren lukt hier vaak niet meer.
TAAL
ZinDe dwergen vinden haar leuk
PhraseDe dwergen & vinden haar leuk
WoordDe/dwergen/vinden/haar/leuk
MorpheenDe dwerg en vind en haar leukKleinste betekenisvolle eenheid
PhoneemVerzameling van klanken
LexiconTotale woorden kennis die we hebben
Forward modellenEen koppeling tussen actie en perceptie. Hierdoor kun je voorspellen. Je kunt jezelf niet kietelen dat komt omdat je het gevolg al kan voorspellen. Bij schizofrenie patinten kan dit verstoord zijn.
Inverse modellenOmkeren van forwaardse modellen om doelen te kunnen realiseren. Actie en perceptie zijn dus bidirectioneel
SpiegelneuronenZijn actief tijdens actie en tijdens perceptie. Taal is te complex voor auditieve systeem met behulp van spiegelneuronen kan motorisch systeem de taal nazeggen. Spiegelneuronen vooral in Broca
Wernicke (superior temporele area)Grenst aan auditieve gebiedSchade leidt tot sensorische afasie of dyslexieVloeiende taal productieEr wordt veel geuit is niet betekenisvolZien niet in wat er mis isVeel semantische en of fonologische parafrasieen
Broca(inferior frontal areas)Grenst aan motorisch gebiedSchade leidt tot motorische afasieNiet vloeiende taal productieSchrijven vaak ook niet goedGoed inzicht wat er mis isFonologische parafrasieen
Motor cortex bij taal Is geactiveerd tijdens spraak ook bij passieve perceptie
SomatopischBij bewegen spieren voor klank zonder echt te preken worden dezelfde motor gebieden in hersenen geactiveerd
Motorische activatieActie en perceptie zijn sterk met elkaar verbonden
Symbol groundingEen woord verwijst naar een concreet object in de wereld
Semantische interpretatieMet kennis die we hebben integreren we met het object dat we waarnemen.
TAALSTOORNISSENAfasie (stoorns taalbegrip)
Conductie afasie
Amnestische afasie
Globale afasie
Transcorticaal- Motorisch- Sensorisch- Gemengd
Wernicke afasie
Broca afasie
Letterlijk niet spreken, verzamelnaam voor verworven taalstoornissen die tot uiting komen in allerlei modaliteitenNIET door alzheimer of dementieWEL door cva of tumor of thl
Stoornis tussen Werknike en Broca in. Veel fonologische parafrasieen. Heet ook wel geleidingsstoornis
Ernstige woord vinding problemen. Kan komen door dementie. Taalbegrip intact en zinsbouw intact. Wel inzicht dat ze fout zitten.
Meest ernstige vorm. Weinig tot geen taal productie. Veel neologismen, schrijven gestoord. Fouten inzicht gestoord
Herhalen of nazeggen gestoord.Weinig taalproductie wel begripWel taalproductie geen begripWeinig taalproductie, gestoord begrip
Semantische en of fonologische parafrasieen. Soms neologismen (soms jargon afasie)
Fonologische parafrasieenschrijfstoornis
LinkerhemisfeerTalig en analytisch, voor klank productie en gebarentaal
RechterhemisfeerActief bij productie en begrip, sociaal emotionele aspecten
Stoornis taalproductie
Semantische parafrasie
Fonologische parafrasie
Agrammatisme
Paragrammatisme
Gebruiken verkeerde woorden uit zelfde categorie ik laat de kat uit
Klanken worden weggelaten tat ipv katTelegramstijl korte reeksenLange complexe zinnen
Niet propositonele spraak:
- Stereotypie- Seriele spraak- Recurring utterances- echolalie- perseveratieAls spraak bijna afwezig is
Standaardzinnen herhalenAlleen reeksen kunnen noemen
Spraakstoornissen Verbale apraxie
Dysartrie
Stoornis op hoger niveau waarbij er sprake is van een probleem met de articulatie. Programmering niet goed
Schade motorisch deel, controle over articulatie spieren neemt af. Ook invloed op articulatie, ademhaling, intonatie
Leesstoornissen Aandachtdyslexie
Neglectdyslexie/positionele dyslectie
Semantische/diepte dyslexie
Fonologische dyslexie
Oppervlakte dyslexieLosstaande letters lezen geen probleem wanneer ze in woord zitten lukt dit niet meer
Alleen eerste of laatste helft van woord lezen
Men leest semantisch gerelateerde woorden ipv het woord zelf
Men kan non woorden niet lezen
Woorden herkennen lukt niet, maar bij hardop lezen lukt dit wel
Pure woorddoofheidPraten en lezen vloeiendHerhalen/non woorden gestoordAuditief taalbegrip gestoord
PALPA modelModel om symptomen afasie patinten te beschrijven
Spontane spraakLeasie in posterieure gebied heet ook wel jargon afasie
LEREN EN GEHEUGEN
EncodingManier waarop we info verwerken die binnenkomt
RetentionHet opslaan van informatie dmv rehearsal. Hierbij is de duur belangrijk
RetrievalTerughalen van informatie (alleen retrieval is te meten) welke cues zijn beschikbaar?
Levels of processing theory
Informatie kan op verschillende manieren verwerkt worden. Volgens deze theorie is de meaningfullness van stimuli belangrijk3 aannames: 1. Geheugen is bijproduct van de informatie verwerking (spoor in het zand) 2. Info verwerking gaat van oppervlakkig naar diep 3. Hoe dieper de verwerking hoe sterker geheugenspoor
Self reference effectWe onthouden iets beter als het van toepassing is op onszelf
Transfer appropriate processingEr van uit gaan dat het helpt om dezelfde mentale processen te gebruiken bij encodering en retrieval net zoals leren voor MC tentamen of open vragen tentamen
GeheugenspoorPatroon wat wordt geactiveerd in neo cortex. Niet specifiek maar verspreidValt onder korte termijn geheugen
Associatieve inteferentie
Retroactieve inteferentie
Proactieve inteferentieCompetitie tussen geheugenspoor
Leren nieuwe stof, maakt het moeilijker oude te herinneren
Wat je eerder hebt geleerd belemmert wat je moet leren
SynestesieVermenging van de zintuigen. Dit komt door vele verbindingen in hersenen
Encoding specifityHerkenning of herinnering beter bij meer overlap tussen opgeslagen info en aangeboden cueHerkenning veel overlapHerinnering weinig overlap
FamiliarityIntuitief, knowing. Gevoel van vertrouwdheid geen retrieval van brongeheugen
RecognitionDoelbewust, remember, alles terughalen dmv retrieval
Geheugen Impliciet
ExplicietToepassing van kennis in uitvoeren van taken zonder dat kennis expliciet gebruikt wordt: Priming/procedureel geheugen
Bewuste herinnering: herinnering/herkenning
Brown peterson taakOm korte termijn geheugen te testen
Primacy recency effectWe kunnen het beste items aan het begin en aan het einde onthoudenPrimacy ontstaat door herhalingRecency hebben we als laatste gehoord
Het model van Baddely
Fonologische lus Visueel kladblok Episodische bufferModel voor werkgeheugen. Deze ruimte is een werkruimte. Bewerkingen worden hier geparkeerd
Verbale informatie opgeslagenVisuele informatie opgeslagenVoor meerdere aspecten, is verbonden met LTG (moderne kijk)
Herhalen Maintenance rehearsal Elobaritive rehearsalSimpelweg herhalenBetekenisvol herhalen zorgt voor lange termijn onthouden
Spontaan vervalHoort bij vergeten, als een geheugenspoor niet wordt gebruikt zal deze vervagen.
Mood depencyBetere prestatie als stemming tijdens leren en test gelijk zijn. Dus blij zijn tijdens het leren dan het geleerde beter herinneren als we blij zijn
Mood ConcruencyAls we blij zijn, herinneren we gemakkelijker blije dingen
Reconstruction of recollectionHerinnering dmv cue, lege gaten opvullen van cue om te herinneren heet reonstruction of recollection
ConsodilatieDmv herhaling consodilatie plaatsvinden. Wanneer consodilatie heeft plaatsgevonden wordt hippocampus overbodig
GEHEUGEN STOORNISSEN
Geheugen Declaratief- Semantisch- Episodisch
NondeclaratiefBewust- feitenkennis- herinnering gebonden aan tijd
onbewust zoals motor skills, priming, puzzle solving skills
Hersengebieden wat ligt waar Declaratief geheugen Priming Vaardigheden/gewoontenTemporele gebiedenNeocortexHet stratium
Simpele span taakCijfers onthouden, daarna proberen te herinneren. Heeft 0,0 relevantie met dagelijks leven met cognitie
Complexe span taakZinnen hoor je, laatste woord onthouden en daarna zeggen of de zin klopt. 2 dingen tegelijk doen veel overeenkomsten met cognitie in dagelijks leven
De wet van RibotHerinneringen uit ver verleden beter herinneren dan nieuwe herinneringen
Anterograde amnesieNa de ziekte/ongelukLeren van nieuwe kennis lukt nietDeclaratief geheugen is aangetast(semantisch, autobiografisch, episodisch)
Retrograde amnesieRecente herinneringen terughalen lukt niet. Voor het ongeval gebeurtenissen zijn vergetenSemantisch is intactKTG en werkgeheugen intactAutobiografisch en episodisch gestoord(wet van Ribot moeite met dingen onthouden voor het ongeluk)impliciet leren lukt wel!
Posttraumatische amnesieVerwarring wie ben ik? Hoe korter deze periode hoe beter voor herstelFrontaal en temporaal meest gevoelig hiervoor
Transient global amnesiePeriode na operatie, bijvoorbeeld geheugenverlies na narcose. Vaak volledig herstel
Amnestisch syndroom
Erge stoornis in het opslaan/consolideren van informatie.(anterograde amnesie)KTG en WG intact Impliciet en procedureel intact
KorsakoffIs een Amnestisch syndroomErge anterograde amnesieConfabuleren veelFamiliarity wel intact dmv intuitie, dus impliciet skills leren kan wel! Know kan wel remember niet.
Alzeimer Neocorticale aandoening (groeven en ventrikels zijn groter) komt door ophoping eiwitKTG NIET aangetastLTG WEL aangetast
Geheugen testenKorte termijn Corsi blokken Brown peterson taak
Lange termijn 15 woorden test spiegelschrift lezen benoemen dieren figuur natekenen
Proefpersonen moeten blokken natikken
Episodisch geheugenProcedureel geheugenSemantisch geheugen
Lateralisatie Linker hemisfeer
Rechter hemisfeerTalige hemisfeerVerbale geheugenstoornissen
Ruimtelijke hemisfeerRuimtelijke stoornissen
DENKEN EN PROBLEEM OPLOSSENProbleem oplossenDoelgericht zijn, stappen volgen tot oplossing(sequenties van operaties) probleem oplossen vraagt om cognitieve processen
OperatorsHandelingen die we doen om doel te bereiken
Goed gedefinieerd probleemWanneer er een duidelijk doel is
Slecht gedefinieerd probleemEen beslis probleem zonder duidelijk doel er moeten keuzes gemaakt worden
Probleem ruimte benaderingToepassen handelingen die van begin toestand naar doeltoestand leiden
AlgoritmeMethode voor probleem oplossen. Deze leidt gegarandeerd tot een oplossing. Kost wel veel tijd
HeuristiekRegels/ vuistregels die mogelijk tot oplossing kunnen leiden.Grote probleem wordt opgesplitst in deel problemen (means end analyse)
Wat maakt probleem lastig?Beperkt werkgeheugenHoeveelheid informatiePrefrontaal cortex en werkgeheugen belangrijk
AnalogienMaakt ons beter in probleem oplossen. Oplossing van eerder probleem kan ons helpen wanneer iemand overeenkomst niet ziet werkt het niet.
TransductieToepassen van analogien. We moeten eerst verband zien tussen problemen en dan parallelle oplossing bedenken. (schema inductie)
Inzicht problemenOpeens zie je de oplossing van het probleem
Niet inzicht probleemWe werken in kleine stapjes naar oplossing. Voelen wanneer oplossing er aan zit te komen
Mental setHandig bij probleem oplossen. Je houdt je vast een een methode die in het verleden ook goed gewerkt heeft.
IncubatieWeglopen van probleem om met een betere of snelle oplossing te komen (werkt alleen bij inzicht problemen)
Redeneren Inductief
DeductiefVan waarneming algemene wet Ook wel generaliseren
Van algemene wet waarnemingConclusie altijd waar gebaseerd op premissen en syllogismen een soort basis regels/aannames.
Syllogismen Categorische syllogisme
Descriptieve benaderingAannames die we doen op basis van categorienFocust zich op de manier waarop redeneren afwijkt van de normatieve benadering
Atmosfeer effectWanneer iets met alle begint eerder de neiging om als juist te beoordelen
Belief biasWanneer de redenering lijkt te kloppen maar de conclusie niet.
Slecht gedefinieerde problemen Prescriptive theorie
Descriptive theorieInfo moet gebruikt en gecombineerd worden voor een optimale beslissing
Houdt rekening met menselijke beperkingen in perceptie, geheugen en logische vermogens. Benadrukken het gebruik van heuristieken.
Representativiteit heuristiekNadenken, hoe vaak komt iets voor in populatie dus gebruik maken van base rate
Framing effectDe manier waarop een probleem wordt voorgelegd bepaald de beslissing
UtiliteitDe subjectieve waarde die we toekennen aan een bedrag
Beschikbaarheids heuristiekBase rate wordt geschat op basis van gemak waarmee iemand iets voor de geest kan halen- meer recente gebeurtenissen beter herinnerd- vertrouwdheid leidt tot overschatting- retrieval cues zorgen voor andere schatting
FixationWanneer ervaring met iets een probleem oplossen juist moeilijker maakt. Omdat je zo gefixeerd bent op de vorige ervaring en je niet verder kijkt.
EXECUTIEVE FUNCTIESTOORNISSENNiet Frontale lobotomieDoorsnijden verbindingen linker en rechter hersenhelft is niet effectief geweest
Frontaal hersenletselNormaal IQ scoren hoog op testenPlannen, logisch redeneren en emoties controleren lukt niet. Bestaande gedragspatroon aan passen lukt ook niet.Werkgeheugen kan aangetast zijnToekomstgericht geheugen (prospectief) ook aangetast
Executieve functiesTertiaire functies die niet specifiek te werk gaan maar gebruik maken van sensorische informatie.
Anatomie Prefrontale cortex Dorsolaterale prefrontale circuitTaakuitvoering, planning, werkgeheugen
Orbitofrontale circuit( en ventromediale prefrontale cortex)Sociale cognitie, beloning, inhibitie
Gyrus cinguli (mediale prefontale cortex)Motivatie, initiatief nemen, apathieError related negativity: mensen zien niet in dat er dingen misgaan in hun gedrag
Dysexecutief syndroomWanneer executieve stoornissen op de voorgrond staan na traumatisch hersenletsel en op gedrag niveau te observeren zijn
Traumatisch hersenletsel THLTraumatisch hersenletsel ontstaat door geweld. Bijvoorbeeld swieping van nek en hoofd. Gevolgen:Snelheid info verwerkingAandachtExecutieve functies nemen afGeheugen neemt af* Taal neemt niet af!Letsel is diffuus, CVA is meer locaal
Supervisory attentional systemSAS(norman en shallice)Dit systeem gebruiken we bij situaties waar executieve functies bij nodig zijn. SAS bepaald welk schema onderdrukt moet worden want er worden altijd meerdere schemas geactiveerd. Bij frontaal hersenletsel kan dit systeem worden aangetast.
Homunculus probleemWat stuurt de SAS aan? Hier gaat het mis, want dit is in praktijk niet te realiseren.
UtilisatiegedragWanneer SAS er niet is, zal gedrag worden opgeroepen door de omgeving.
Detour effectNa THL zijn axonen gescheurd, nu moeten axonen een omweg nemen om alsnog reactie door te kunnen geven.
Psychologische tests Anamnese gesprek
Heteroanamnese
Continu observeren Test onderzoekVragen aan patint wat kun je nog
Vragen aan partner, die noemt veranderingen gedrag
Cognitief, executief, emotioneel, gedrag
Diagnosticeren executieve functie stoornis moeilijk omdatEr is geen eenduidige definitie van EFSMeeste tests meten maar 1 dingInstructies en doelen van zulke testen zijn duidelijk en hier zijn patinten altijd nog goed in
Aandachttests Vigilantietaken SART
STROOP Trail making testContinu opletten in situatieOnthouden doelen tijdens een taak. Klap bij elk getal behalve bij 3. Na een tijdje word je hier minder goed in
Abstracte tests Wilconson card sorting testKaarten sorteren op basis van kleur of figuur daarna wordt gezegd of patint het goed of fout doet, hierop moet patint deze cue overnemen en zijn gedrag veranderen. Gaat om gedrag aan passen
Werkgeheugen testTrail making test, problem solving test en BADS
Strategie testen Cognition estimation task
Problem solvingInschatten hoe hard iets gaat. We vergelijken e snelheid dan met iets wat we kennen. Patinten met executieve stoornis kunnen dit nietToetst planning, logisch redeneren en werkgeheugen.
Ecologisch valide testen BADSBehavior of assestment of dysexecutive syndrom. Taken uit dagelijks leven testen zoals een plattegrond lezen
Sociale emotionele testen IOWA gambling testWe handelen intutief niet alleen rationeel. Persoonlijke en sociale belangen spelen een rol bij deze beslissingen. Patinten met schade kiezen uiteindelijk niet de veilige stapel en verliezen zo