Begrippenlijst Cognitieve Neuro Psychologie

25
Begrippenlijst cognitieve neuro psychologie ALGEMENE KENNIS Sagitaal Verticale doorsnede je ziet links en rechts gescheiden Coronaal Verticale doorsnede je ziet voor en achter gescheiden Ventraal Buitzijde Dorsaal Rug zijde Mediaal Naar het midden toe Lateral geniculate body Voor visuele verwerking Medial geniculate body Voor auditory verwerking Temporale kwab Auditieve cortex Parietaal kwab Somatosensorische cortex Occipitaal kwab Primaire visuele cortex Lymbische systeem Bevat hippocampus amygdala hypothalamus Amygdala Betrokken bij emotie agressie en gezicht herkenning Mediaal Primitieve gebieden (heel specifiek) Intermediaal Limbisch systeem emoties en geheugen Lateraal Bewuste cognitieve processen, rationeel neo cortex Fylogenetisch Oudere hersen structuren zijn sterker ontwikkeld dan jonge hersenstructuren Ontogenetisch Oudere hersenstructuren zijn eerder ontwikkeld dan jonge hersenstructuren Primaire gebieden Waarnemen, bottum up verwerking (kijken) Hier vindt basale verwerking plaats Secundaire gebieden Verwerking van binnengekomen informatie(lezen) Tertiaire gebieden Informatie wordt geïntegreerd in bestaand systeem(begrijpen) Posterieure gebieden Informatie komt bottum up binnen afferent Frontaal, parietaal, occipitaal Anteriereure gebieden Informatie verwerking top down, efferent

description

Begrippenlijst

Transcript of Begrippenlijst Cognitieve Neuro Psychologie

Begrippenlijst cognitieve neuro psychologie

ALGEMENE KENNISSagitaalVerticale doorsnede je ziet links en rechts gescheiden

CoronaalVerticale doorsnede je ziet voor en achter gescheiden

VentraalBuitzijde

DorsaalRug zijde

MediaalNaar het midden toe

Lateral geniculate bodyVoor visuele verwerking

Medial geniculate bodyVoor auditory verwerking

Temporale kwabAuditieve cortex

Parietaal kwabSomatosensorische cortex

Occipitaal kwabPrimaire visuele cortex

Lymbische systeemBevat hippocampus amygdala hypothalamus

AmygdalaBetrokken bij emotie agressie en gezicht herkenning

MediaalPrimitieve gebieden (heel specifiek)

IntermediaalLimbisch systeem emoties en geheugen

LateraalBewuste cognitieve processen, rationeel neo cortex

FylogenetischOudere hersen structuren zijn sterker ontwikkeld dan jonge hersenstructuren

OntogenetischOudere hersenstructuren zijn eerder ontwikkeld dan jonge hersenstructuren

Primaire gebiedenWaarnemen, bottum up verwerking (kijken)Hier vindt basale verwerking plaats

Secundaire gebiedenVerwerking van binnengekomen informatie(lezen)

Tertiaire gebiedenInformatie wordt gentegreerd in bestaand systeem(begrijpen)

Posterieure gebiedenInformatie komt bottum up binnen afferentFrontaal, parietaal, occipitaal

Anteriereure gebiedenInformatie verwerking top down, efferentIn temporale gebieden

Rechter hemisfeer Vooral visueel. Wanneer leasie hier ook visuoruimtelijke stoornissen

Linker hemisfeerVooraal verbaal. Wanneer leasie hier vooral taalstoornissen, rekenstoornissen, begrijpen symbolen.

Waar routeDorsaal in parietale kwabY cellen, ruimtelijk

Wat routeVentraal in temporale kwabX cellen, vorm kleur textuur

Bottom upReflexief, stimuli die je aandacht trekken

Top downVrijwillig, je bent op zoek naar iets

HERSENEN EN GEDRAG MODELLENDomestic skillsComplex gedrag die we kunnen op delen in verschillende vaardigheden. Planning, motorisch etc

Cognitieve psychologieOp zoek naar wetmatigheden om gedrag te verklaren

Cognitieve neuroscienceDmv gebruik neuro imaging, cognitieve functies beoordelen

Cognitieve neuropsychologieRichten zich op patienten met specifieke uitval. Op zoek naar de onderliggende processen

Klinische neuro psychologieGenteresseerd vanuit de gezondheidszorg

Spatiele resolutieRicht zich op, waar is het object? + de scherpte

Temporele resolutieTen opzichte van de tijd, frames/minuut

CT scanGoed voor zien van de botten en ventrikelsSlechte spatiele resolutie

MRIGoed te zien witte en grijze stofBetere spatiele resolutieSlechte temporele resolutie

EEGKijken naar elektrische velden in de hersenenSpatieel slechtTemporeel goed

MEGActieve gebieden van de hersenen goed te zienTemporeel goed

FmriZuurstof opname goed te zienSpatieel goedTemporeel goed

PET scanDmv radioactieve methodeSpatieel redelijkTemporeel slecht

Enkele dissociatieEne taak lukt wel de andere taak lukt niet

Dubbele dissociatieTwee patinten hebben tegengestelde enkele dissociatie

Fractionation assumptie(caramazza)Leasie, uitval zorgt voor specifiek deel uitvallen niet uitvalling van hele brein

Tranparency assumptie(caramazza)Specifieke uitval van die ene cognitieve functie leidt er niet toe dat er een nieuw systeem ontstaat. Het is niet zo dat andere delen van brein opeens anders gaan werken

Universality assumptie(caramazza)Alle cognitieve functies zijn gelijk, dus bij mij zal bij bepaalde uitval hetzelfde gebeuren als bij jou.

Substractie methodeScore van een simpele taak aftrekken van een score van een moeilijke taak. Deze verschil score gebruiken

Primitive brainVoor agressie en zelf bescherming

Intermediate/paleopalumLymbisch systeem voor emotie

Rational/neocortex/neopalliumVoor intellectual tasks

Perceptie en aandachtDistal stimulusFysieke object in de wereld, afstand tussen object en persoon

Proximal stimulusOptische plaatje op de retina. Dicht bij de observer.

AnosognosieOntkennen dat je bepaalde ziekte hebt terwijl het wel je leven belemmerd

Parallel distibuted processingEr kunnen conflicten ontstaan tussen verschillende processen omdat ze tegelijkertijd in brein bevinden.

Functionele coherentieSystemen met gelijke functies werken samen

Posttraumatische dystrofieWanneer het brein representatie kwijt raakt van een lichaamsdeel.

Bottom up/ feedforwardV1 V2

Top down/feedbackV2V1

Ventrale route (wat)Langzaam, Xcellen, top down

Dorsale route (waar)Snel, y/w cellen, bottom up

Ebbinghaus illusieKleine en grote rondjes. Kijken welke groter. Je schat de grote verkeerd door langzame ventrale route en door te veel top down invloeden schat je verkeerd

Ponzo illusieKijken naar de lijnen welke is groter. Ook dit schat je verkeerd door te veel top down invloeden omdat je denkt wat verder weg is, is kleiner. Dit pas je dan onbewust aan.

Muller illusie2 pijlen welke is langer. Gibson zegt dat illusie komt door onze oogbewegingen en Gregory zegt dat het komt door te veel top down invloeden.

Global precedenceOnze perceptie wordt eerst verwerkt door de snelle globale route dmv de y/w cellen en pas daarna zien we de gedetailleerde informatie. Dus we zien letterlijk eerst bos dan de bomen

Law of common fateObjecten die in dezelfde richting bewegen zien we als geheel

Shape constancyWe weten dat een doos vierkant is ook al heeft het schuine vlakken

Object constancyWe weten dat een auto een auto is ook al staat er gedeeltelijk een huis voor.

Template matching

Redundancy in language

Helmhotz theory Benoemde de importance of experience je denkt eerder een hond te zien dan een wolf. Dit is inductief specifiek algemeen

Gestalt benaderingPsychologische fenomenen kunnen alleen als geheel gezien worden

Gibson ecological theoryVolledige verklaring van perceptie ligt in omgeving. Geloofde in bottom up en niet in top down

Meta contrast maskingDoor snel een tweede stimulus te representeren na een eerste stimulus kan info eerste stimulus worden gewist. Komt door snelle bottom up verwerking

Selectieve aandachtSelecteren van info voor werking. Je kunt selecteren op basis top down doelen.

Inattentional blindnessAls je op 1 ding focust zie je vaak het andere niet.

Overte aandachtRichten van de ogen op de stimulus bron. Dit is top down want je richt je er op.

Coverte aandachtMentaal richten van aandacht op punt in de ruimte. Dus je ogen zijn naar links maar je aandacht naar rechts. Dit is stimulus driven, trekt onze aandacht dus is bottom up

Visueel zoekenHier opereren top down en bottom up processen samen

Disjunctief zoekenGlobaal zoeken, in 1 oog opslag vinden dus er is sprake van pop out effectJe zoekt iets wits OF iets ronds

Conjuctief zoekenSpecifiek zoeken naar gecombineerde stimulus. Dit is dus serieel zoeken. Bijvoorbeeld je wil iets wits EN iets ronds tussen witte en ronde objetcen

Broadbents filter theory (vroege selectie)Vroege selectie, filteren op basis van fysische eigenschappen. Zoals luidheid of frequentie.

Gray en WedderburenNiet in vroeg stadium maar wanneer een boodschap van rechter naar linker oor gaat, volgen we de boodschap en is er toch aandacht voor semantische inhoudt. Bijvoorbeeld je naam horen valt hier onder.

Deutch en Deutch (Late selectie)Late selectie theorie. Hier verwerken we juist eerst alle info en selecteren we pas daarna

Treisman (compromis)Hier is sprake van een compromis, er is sprake van filter attentuation, of verzwakking door het filter. Alle info wordt verwerkt maar ene komt sterker binnen dan de andere. Combi vroege en late selectie

Biaded competitionIs nu het huidige model gaat er van uit dat er competitie plaats vindt in de cortex tussen stimuli. Bottom up onderscheiden zich sterker zijn sterker maar Top down is actief zoeken en dit is dus een extra duwtje in de rug en behalen zo een voorsprong op andere stimuli

Negative primingZijn de stimuli die na de biaded competition zijn geinhibeerd. Deze stimuli kunnen moeilijk gehandhaafd worden. Je pakt heel vaak rode ben uit bakje, wil dan blauwe. Dit duurt even. Top down processen zijn hier bij betrokken bij ouderen wordt dit minder, en zal het langzamer gaan.

Object based attentionWe reageren het snelst als het doel zich in hetzelfde object bevindt op dezelfde plek. En langzamer als het op een andere plek isWordt gebruikt om de vorm van het object te bepalen (ventrale wat route)

Space based competitionWordt gebruikt om de plaats van een object te bepalen. (dorsale waar route)

HemineglectDisorder of attention. Brein is vaak rechts beschadigd daarom links geen besef. Ze kunnen niet vrijwillig aandacht op links richten. Er is geen schade aan oog of motor systeem maar heel specifiek gebonden aan object niet aan locatie.

STOORNISSEN IN PERCEPTIE EN AANDACHTStaafjesZijn gevoelig zien geen kleur

KegeltjesMinder gevoelig zien kleur

Laterale geniculate nucleusScheiding van info vindt hier plaats in retina

AnopsieLage orde stoornis, primaire verwerking

AgnosieHogere orde stoornissen. Zoals associatieve of apperceptieve stoornis

ScotoomSlechts een deel uitval van visuele veld

HemianopsieUitval helft van het gezichtsveld

KwadrantanopsieKwart uitval van het gezichtsveld

PalinopsieTijdelijke leasie linkerhelft. Geen waarneming rechts of dubbelzien

MetamorphosieTijdelijk vervormen van beelden

Schade aan VENTRALE route ( in temporale cortex)Charles bonnet syndroomBeschadiging nervus opticus. Zien hallucinaties weten dat deze nep zijn. Visuele cortex krijgt geen bottom up input meer

Syndroom van AntonSchade aan V1 blind maar ontkent dit. Ze verzinnen visuele werkelijkheid

BlindsightBilaterale schade V1 blind kunnen niet waarnemen maar bij gokken, gokken ze boven gemiddeld. Visuele cortex is blind motorprocessen intact

Cerebrale achromatopsieKleurenblindheid. Dit is een stoornis in de visuele verwerking van hogere orde.

ProsopagnosiePatint kan geen gezichten herkennen. Herkenning via stem of houding kan wel. Fusiforme gebieden aangetast

Ventrale simultaan agnosie Na schade in occipito temporale gebieden deze hebben als functie losse onderdelen te verbinden tot geheel

Schade aan DORSALE route ( in partiale cortex)AkinetopsieStoornis in het waarnemen van beweging. V5 is hierbij betrokken

NeglectOntstaat door leasie in rechter hemisfeer. Linker hemisfeer wordt genegeerd dit is een aandacht stoornis. Wordt ook wel beschreven als stoornis in representatie van de ruimte (daarom dorsaal)

Balint syndroomBilaterale schade van de hersenen. Ze kunnen maar 1 ding tegelijk waarnemen. Top down aansturen van de aandacht niet goed.

Dorsale simultaan agnosieMaar 1 ding tegelijk kunnen waarnemen

Optische ataxieIs de interactie tussen het lichaam en een object gestoord. Bijvoorbeeld in het reiken en grijpen van objecten.

Occulomotorische apraxie (sticky fixation)Geen willekeurige objecten van ene naar andere object mogelijk. Door een stimulus aandacht getrokken worden kan wel. Dus bottom up kan wel.

Vervolg perceptie stoornissenHemianopsieZuiver visuele stoornis in primair gebiedPatint is bewust van stoornis. Deze patint is er minder erg aan toe dan een neglect patint.

Neglect

- viewer centred neglect- stimulus centred neglect- object centred neglectStoornis in ruimtelijke cognitie (dorsaal)Patint niet bewust van stoornisGeen geheugen probleem

Linker veld niet waarnemenLinker kant van object niet waarnemenLinker kant object niet zien, ook niet in spielgelbeeld.

Beschadiging in rechter hemisfeer, temporaalkwab, basale ganglia, thalamus.

Associatieve agnosie

Er kan geen goede betekenis worden gegeven aan het concept. De stap van visuele representatie naar semantische kennis(herkenning) lukt niet. Voelen of omschrijven kan wel- prosopagnosie - kleuragnosie

Apperceptieve agnosieHet percept zelf komt niet goed tot stand.- Ventrale simultaan agnosie ( man met schaal) elementen samen voegen tot 1 percept lukt niet

AnosognosieWanneer patint niet bewust is van de stoornis. Zoals bij neglect patienten

SOCIALE COGNITIE, THEORY OF MIND, EMOTIETheorie van DarwinEmoties zijn patronen die vastliggen in onze hersenen die ons in staat stellen te overleven

Theorie Ekman en FriesenOnderscheiden 6 basis emoties die universeel zijn voor alle mensen in alle culturen

Theorie James langeStimulus Arousal emotie We zijn verdrietig omdat we huilen

Theorie Cannon bardEmotie en arousal treden gelijktijdig op na stimulus

Theorie van SchachterBeoordeling bepaald je uiteindelijke emotie. Dus je hebt een stimulus arousal label emotie

Theorie DamasioOnze beslissingen komen niet rationeel tot stand maar ook intuitief. Je wordt benvloed door emotie en fysiologische reacties. Dit wordt genterpreteerd als gut feeling. (Iowa gambling task)

Theorie Brothers Emotie is niet los te koppelen van gedrag je hebt perceptie interpretatie reactie

Model le doux (twee route model)De verwerking van bedreigende informatie kan via 2 routes.1) snelle route: thalamus amygdala2) langzaam: Thalamus corticale gebieden prefrontale cortex amygdala

Amygdala- Kluver Bucy syndroom

- HyperphagiaBeschadiging aan amygdala. Er ontstaan emotionele, seksuele, en eetproblemenEet probleem. Unilateraal beschadigd

HypothalamusVoor vlucht en vecht reacties

HippocampusBelangrijk voor geheugen

Orbitofrontale systeemVoor het reguleren van emoties door middel van inhibitie en beloning

Theory of mindHet vormen van een hypothese over de gedachten van een ander

Betrokken hersen gebieden:Prefrontale cortexAmygdalaTertiaire gebieden.

Niet aangeboren hersenletselDementie, parkinson, huntington, traumatisch hersenletsel. Gedrag reguleren lukt hier vaak niet meer.

TAAL

ZinDe dwergen vinden haar leuk

PhraseDe dwergen & vinden haar leuk

WoordDe/dwergen/vinden/haar/leuk

MorpheenDe dwerg en vind en haar leukKleinste betekenisvolle eenheid

PhoneemVerzameling van klanken

LexiconTotale woorden kennis die we hebben

Forward modellenEen koppeling tussen actie en perceptie. Hierdoor kun je voorspellen. Je kunt jezelf niet kietelen dat komt omdat je het gevolg al kan voorspellen. Bij schizofrenie patinten kan dit verstoord zijn.

Inverse modellenOmkeren van forwaardse modellen om doelen te kunnen realiseren. Actie en perceptie zijn dus bidirectioneel

SpiegelneuronenZijn actief tijdens actie en tijdens perceptie. Taal is te complex voor auditieve systeem met behulp van spiegelneuronen kan motorisch systeem de taal nazeggen. Spiegelneuronen vooral in Broca

Wernicke (superior temporele area)Grenst aan auditieve gebiedSchade leidt tot sensorische afasie of dyslexieVloeiende taal productieEr wordt veel geuit is niet betekenisvolZien niet in wat er mis isVeel semantische en of fonologische parafrasieen

Broca(inferior frontal areas)Grenst aan motorisch gebiedSchade leidt tot motorische afasieNiet vloeiende taal productieSchrijven vaak ook niet goedGoed inzicht wat er mis isFonologische parafrasieen

Motor cortex bij taal Is geactiveerd tijdens spraak ook bij passieve perceptie

SomatopischBij bewegen spieren voor klank zonder echt te preken worden dezelfde motor gebieden in hersenen geactiveerd

Motorische activatieActie en perceptie zijn sterk met elkaar verbonden

Symbol groundingEen woord verwijst naar een concreet object in de wereld

Semantische interpretatieMet kennis die we hebben integreren we met het object dat we waarnemen.

TAALSTOORNISSENAfasie (stoorns taalbegrip)

Conductie afasie

Amnestische afasie

Globale afasie

Transcorticaal- Motorisch- Sensorisch- Gemengd

Wernicke afasie

Broca afasie

Letterlijk niet spreken, verzamelnaam voor verworven taalstoornissen die tot uiting komen in allerlei modaliteitenNIET door alzheimer of dementieWEL door cva of tumor of thl

Stoornis tussen Werknike en Broca in. Veel fonologische parafrasieen. Heet ook wel geleidingsstoornis

Ernstige woord vinding problemen. Kan komen door dementie. Taalbegrip intact en zinsbouw intact. Wel inzicht dat ze fout zitten.

Meest ernstige vorm. Weinig tot geen taal productie. Veel neologismen, schrijven gestoord. Fouten inzicht gestoord

Herhalen of nazeggen gestoord.Weinig taalproductie wel begripWel taalproductie geen begripWeinig taalproductie, gestoord begrip

Semantische en of fonologische parafrasieen. Soms neologismen (soms jargon afasie)

Fonologische parafrasieenschrijfstoornis

LinkerhemisfeerTalig en analytisch, voor klank productie en gebarentaal

RechterhemisfeerActief bij productie en begrip, sociaal emotionele aspecten

Stoornis taalproductie

Semantische parafrasie

Fonologische parafrasie

Agrammatisme

Paragrammatisme

Gebruiken verkeerde woorden uit zelfde categorie ik laat de kat uit

Klanken worden weggelaten tat ipv katTelegramstijl korte reeksenLange complexe zinnen

Niet propositonele spraak:

- Stereotypie- Seriele spraak- Recurring utterances- echolalie- perseveratieAls spraak bijna afwezig is

Standaardzinnen herhalenAlleen reeksen kunnen noemen

Spraakstoornissen Verbale apraxie

Dysartrie

Stoornis op hoger niveau waarbij er sprake is van een probleem met de articulatie. Programmering niet goed

Schade motorisch deel, controle over articulatie spieren neemt af. Ook invloed op articulatie, ademhaling, intonatie

Leesstoornissen Aandachtdyslexie

Neglectdyslexie/positionele dyslectie

Semantische/diepte dyslexie

Fonologische dyslexie

Oppervlakte dyslexieLosstaande letters lezen geen probleem wanneer ze in woord zitten lukt dit niet meer

Alleen eerste of laatste helft van woord lezen

Men leest semantisch gerelateerde woorden ipv het woord zelf

Men kan non woorden niet lezen

Woorden herkennen lukt niet, maar bij hardop lezen lukt dit wel

Pure woorddoofheidPraten en lezen vloeiendHerhalen/non woorden gestoordAuditief taalbegrip gestoord

PALPA modelModel om symptomen afasie patinten te beschrijven

Spontane spraakLeasie in posterieure gebied heet ook wel jargon afasie

LEREN EN GEHEUGEN

EncodingManier waarop we info verwerken die binnenkomt

RetentionHet opslaan van informatie dmv rehearsal. Hierbij is de duur belangrijk

RetrievalTerughalen van informatie (alleen retrieval is te meten) welke cues zijn beschikbaar?

Levels of processing theory

Informatie kan op verschillende manieren verwerkt worden. Volgens deze theorie is de meaningfullness van stimuli belangrijk3 aannames: 1. Geheugen is bijproduct van de informatie verwerking (spoor in het zand) 2. Info verwerking gaat van oppervlakkig naar diep 3. Hoe dieper de verwerking hoe sterker geheugenspoor

Self reference effectWe onthouden iets beter als het van toepassing is op onszelf

Transfer appropriate processingEr van uit gaan dat het helpt om dezelfde mentale processen te gebruiken bij encodering en retrieval net zoals leren voor MC tentamen of open vragen tentamen

GeheugenspoorPatroon wat wordt geactiveerd in neo cortex. Niet specifiek maar verspreidValt onder korte termijn geheugen

Associatieve inteferentie

Retroactieve inteferentie

Proactieve inteferentieCompetitie tussen geheugenspoor

Leren nieuwe stof, maakt het moeilijker oude te herinneren

Wat je eerder hebt geleerd belemmert wat je moet leren

SynestesieVermenging van de zintuigen. Dit komt door vele verbindingen in hersenen

Encoding specifityHerkenning of herinnering beter bij meer overlap tussen opgeslagen info en aangeboden cueHerkenning veel overlapHerinnering weinig overlap

FamiliarityIntuitief, knowing. Gevoel van vertrouwdheid geen retrieval van brongeheugen

RecognitionDoelbewust, remember, alles terughalen dmv retrieval

Geheugen Impliciet

ExplicietToepassing van kennis in uitvoeren van taken zonder dat kennis expliciet gebruikt wordt: Priming/procedureel geheugen

Bewuste herinnering: herinnering/herkenning

Brown peterson taakOm korte termijn geheugen te testen

Primacy recency effectWe kunnen het beste items aan het begin en aan het einde onthoudenPrimacy ontstaat door herhalingRecency hebben we als laatste gehoord

Het model van Baddely

Fonologische lus Visueel kladblok Episodische bufferModel voor werkgeheugen. Deze ruimte is een werkruimte. Bewerkingen worden hier geparkeerd

Verbale informatie opgeslagenVisuele informatie opgeslagenVoor meerdere aspecten, is verbonden met LTG (moderne kijk)

Herhalen Maintenance rehearsal Elobaritive rehearsalSimpelweg herhalenBetekenisvol herhalen zorgt voor lange termijn onthouden

Spontaan vervalHoort bij vergeten, als een geheugenspoor niet wordt gebruikt zal deze vervagen.

Mood depencyBetere prestatie als stemming tijdens leren en test gelijk zijn. Dus blij zijn tijdens het leren dan het geleerde beter herinneren als we blij zijn

Mood ConcruencyAls we blij zijn, herinneren we gemakkelijker blije dingen

Reconstruction of recollectionHerinnering dmv cue, lege gaten opvullen van cue om te herinneren heet reonstruction of recollection

ConsodilatieDmv herhaling consodilatie plaatsvinden. Wanneer consodilatie heeft plaatsgevonden wordt hippocampus overbodig

GEHEUGEN STOORNISSEN

Geheugen Declaratief- Semantisch- Episodisch

NondeclaratiefBewust- feitenkennis- herinnering gebonden aan tijd

onbewust zoals motor skills, priming, puzzle solving skills

Hersengebieden wat ligt waar Declaratief geheugen Priming Vaardigheden/gewoontenTemporele gebiedenNeocortexHet stratium

Simpele span taakCijfers onthouden, daarna proberen te herinneren. Heeft 0,0 relevantie met dagelijks leven met cognitie

Complexe span taakZinnen hoor je, laatste woord onthouden en daarna zeggen of de zin klopt. 2 dingen tegelijk doen veel overeenkomsten met cognitie in dagelijks leven

De wet van RibotHerinneringen uit ver verleden beter herinneren dan nieuwe herinneringen

Anterograde amnesieNa de ziekte/ongelukLeren van nieuwe kennis lukt nietDeclaratief geheugen is aangetast(semantisch, autobiografisch, episodisch)

Retrograde amnesieRecente herinneringen terughalen lukt niet. Voor het ongeval gebeurtenissen zijn vergetenSemantisch is intactKTG en werkgeheugen intactAutobiografisch en episodisch gestoord(wet van Ribot moeite met dingen onthouden voor het ongeluk)impliciet leren lukt wel!

Posttraumatische amnesieVerwarring wie ben ik? Hoe korter deze periode hoe beter voor herstelFrontaal en temporaal meest gevoelig hiervoor

Transient global amnesiePeriode na operatie, bijvoorbeeld geheugenverlies na narcose. Vaak volledig herstel

Amnestisch syndroom

Erge stoornis in het opslaan/consolideren van informatie.(anterograde amnesie)KTG en WG intact Impliciet en procedureel intact

KorsakoffIs een Amnestisch syndroomErge anterograde amnesieConfabuleren veelFamiliarity wel intact dmv intuitie, dus impliciet skills leren kan wel! Know kan wel remember niet.

Alzeimer Neocorticale aandoening (groeven en ventrikels zijn groter) komt door ophoping eiwitKTG NIET aangetastLTG WEL aangetast

Geheugen testenKorte termijn Corsi blokken Brown peterson taak

Lange termijn 15 woorden test spiegelschrift lezen benoemen dieren figuur natekenen

Proefpersonen moeten blokken natikken

Episodisch geheugenProcedureel geheugenSemantisch geheugen

Lateralisatie Linker hemisfeer

Rechter hemisfeerTalige hemisfeerVerbale geheugenstoornissen

Ruimtelijke hemisfeerRuimtelijke stoornissen

DENKEN EN PROBLEEM OPLOSSENProbleem oplossenDoelgericht zijn, stappen volgen tot oplossing(sequenties van operaties) probleem oplossen vraagt om cognitieve processen

OperatorsHandelingen die we doen om doel te bereiken

Goed gedefinieerd probleemWanneer er een duidelijk doel is

Slecht gedefinieerd probleemEen beslis probleem zonder duidelijk doel er moeten keuzes gemaakt worden

Probleem ruimte benaderingToepassen handelingen die van begin toestand naar doeltoestand leiden

AlgoritmeMethode voor probleem oplossen. Deze leidt gegarandeerd tot een oplossing. Kost wel veel tijd

HeuristiekRegels/ vuistregels die mogelijk tot oplossing kunnen leiden.Grote probleem wordt opgesplitst in deel problemen (means end analyse)

Wat maakt probleem lastig?Beperkt werkgeheugenHoeveelheid informatiePrefrontaal cortex en werkgeheugen belangrijk

AnalogienMaakt ons beter in probleem oplossen. Oplossing van eerder probleem kan ons helpen wanneer iemand overeenkomst niet ziet werkt het niet.

TransductieToepassen van analogien. We moeten eerst verband zien tussen problemen en dan parallelle oplossing bedenken. (schema inductie)

Inzicht problemenOpeens zie je de oplossing van het probleem

Niet inzicht probleemWe werken in kleine stapjes naar oplossing. Voelen wanneer oplossing er aan zit te komen

Mental setHandig bij probleem oplossen. Je houdt je vast een een methode die in het verleden ook goed gewerkt heeft.

IncubatieWeglopen van probleem om met een betere of snelle oplossing te komen (werkt alleen bij inzicht problemen)

Redeneren Inductief

DeductiefVan waarneming algemene wet Ook wel generaliseren

Van algemene wet waarnemingConclusie altijd waar gebaseerd op premissen en syllogismen een soort basis regels/aannames.

Syllogismen Categorische syllogisme

Descriptieve benaderingAannames die we doen op basis van categorienFocust zich op de manier waarop redeneren afwijkt van de normatieve benadering

Atmosfeer effectWanneer iets met alle begint eerder de neiging om als juist te beoordelen

Belief biasWanneer de redenering lijkt te kloppen maar de conclusie niet.

Slecht gedefinieerde problemen Prescriptive theorie

Descriptive theorieInfo moet gebruikt en gecombineerd worden voor een optimale beslissing

Houdt rekening met menselijke beperkingen in perceptie, geheugen en logische vermogens. Benadrukken het gebruik van heuristieken.

Representativiteit heuristiekNadenken, hoe vaak komt iets voor in populatie dus gebruik maken van base rate

Framing effectDe manier waarop een probleem wordt voorgelegd bepaald de beslissing

UtiliteitDe subjectieve waarde die we toekennen aan een bedrag

Beschikbaarheids heuristiekBase rate wordt geschat op basis van gemak waarmee iemand iets voor de geest kan halen- meer recente gebeurtenissen beter herinnerd- vertrouwdheid leidt tot overschatting- retrieval cues zorgen voor andere schatting

FixationWanneer ervaring met iets een probleem oplossen juist moeilijker maakt. Omdat je zo gefixeerd bent op de vorige ervaring en je niet verder kijkt.

EXECUTIEVE FUNCTIESTOORNISSENNiet Frontale lobotomieDoorsnijden verbindingen linker en rechter hersenhelft is niet effectief geweest

Frontaal hersenletselNormaal IQ scoren hoog op testenPlannen, logisch redeneren en emoties controleren lukt niet. Bestaande gedragspatroon aan passen lukt ook niet.Werkgeheugen kan aangetast zijnToekomstgericht geheugen (prospectief) ook aangetast

Executieve functiesTertiaire functies die niet specifiek te werk gaan maar gebruik maken van sensorische informatie.

Anatomie Prefrontale cortex Dorsolaterale prefrontale circuitTaakuitvoering, planning, werkgeheugen

Orbitofrontale circuit( en ventromediale prefrontale cortex)Sociale cognitie, beloning, inhibitie

Gyrus cinguli (mediale prefontale cortex)Motivatie, initiatief nemen, apathieError related negativity: mensen zien niet in dat er dingen misgaan in hun gedrag

Dysexecutief syndroomWanneer executieve stoornissen op de voorgrond staan na traumatisch hersenletsel en op gedrag niveau te observeren zijn

Traumatisch hersenletsel THLTraumatisch hersenletsel ontstaat door geweld. Bijvoorbeeld swieping van nek en hoofd. Gevolgen:Snelheid info verwerkingAandachtExecutieve functies nemen afGeheugen neemt af* Taal neemt niet af!Letsel is diffuus, CVA is meer locaal

Supervisory attentional systemSAS(norman en shallice)Dit systeem gebruiken we bij situaties waar executieve functies bij nodig zijn. SAS bepaald welk schema onderdrukt moet worden want er worden altijd meerdere schemas geactiveerd. Bij frontaal hersenletsel kan dit systeem worden aangetast.

Homunculus probleemWat stuurt de SAS aan? Hier gaat het mis, want dit is in praktijk niet te realiseren.

UtilisatiegedragWanneer SAS er niet is, zal gedrag worden opgeroepen door de omgeving.

Detour effectNa THL zijn axonen gescheurd, nu moeten axonen een omweg nemen om alsnog reactie door te kunnen geven.

Psychologische tests Anamnese gesprek

Heteroanamnese

Continu observeren Test onderzoekVragen aan patint wat kun je nog

Vragen aan partner, die noemt veranderingen gedrag

Cognitief, executief, emotioneel, gedrag

Diagnosticeren executieve functie stoornis moeilijk omdatEr is geen eenduidige definitie van EFSMeeste tests meten maar 1 dingInstructies en doelen van zulke testen zijn duidelijk en hier zijn patinten altijd nog goed in

Aandachttests Vigilantietaken SART

STROOP Trail making testContinu opletten in situatieOnthouden doelen tijdens een taak. Klap bij elk getal behalve bij 3. Na een tijdje word je hier minder goed in

Abstracte tests Wilconson card sorting testKaarten sorteren op basis van kleur of figuur daarna wordt gezegd of patint het goed of fout doet, hierop moet patint deze cue overnemen en zijn gedrag veranderen. Gaat om gedrag aan passen

Werkgeheugen testTrail making test, problem solving test en BADS

Strategie testen Cognition estimation task

Problem solvingInschatten hoe hard iets gaat. We vergelijken e snelheid dan met iets wat we kennen. Patinten met executieve stoornis kunnen dit nietToetst planning, logisch redeneren en werkgeheugen.

Ecologisch valide testen BADSBehavior of assestment of dysexecutive syndrom. Taken uit dagelijks leven testen zoals een plattegrond lezen

Sociale emotionele testen IOWA gambling testWe handelen intutief niet alleen rationeel. Persoonlijke en sociale belangen spelen een rol bij deze beslissingen. Patinten met schade kiezen uiteindelijk niet de veilige stapel en verliezen zo