PROTOCOL OVM EN VVE - Stichting PAS

24
PROTOCOL OVM EN VVE Januari 2014 Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem

Transcript of PROTOCOL OVM EN VVE - Stichting PAS

PROTOCOL OVM EN VVE

Januari 2014

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem

Inhoud Protocol OVM en VVE

Inleiding 3 1 Aanpak OVM 4 1 a Peuterspeelzalen 4

1 b Basisscholen 5

2 Analyses maken met betrekking tot OVM 5

2 Ouders 6 2 a Partnerschap met ouders 6

2 b Communicatie met ouders 6

2 c Doel van het oudergesprek 7

3 De (warme) overdracht 8 3 a De overdracht van voor- naar vroegschools 8

3 b Kinderen die naar een andere basisschool gaan 9

3 c Overdracht naar groep 3 9

4 Overige aspecten 10Bijlagen 12

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem Protocol OVM en VVE

Januari 2014

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem Protocol OVM en VVE

Januari 2014 3

Inleiding

Een goed observatie- en registratiesysteem is een onontbeerlijk hulpmiddel voor leidsters, pedagogisch medewerkers en leerkrachten1 om de kwaliteit van hun handelen te verbeteren en opbrengst gericht te werken. Daarnaast biedt het handvatten om de ontwikkeling van het kind met ouders te bespreken. De doorgaande lijn van voor- naar vroegschool is belangrijk om de kwaliteit van VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie) te verbeteren. Een goede overdracht van kindgegevens is daarbij een vanzelfsprekend onderdeel om de effectiviteit te vergroten. In Arnhem is gekozen om het Ontwikkelingsvolgmodel van het Seminarium voor Orthopedagogiek (D. Memelink2 ) te gebruiken op de VVE-locaties, zowel voor- als vroegschools. Dit model past bij en is geaccepteerd door Kaleidoscoop. De medewerkers bieden een stimulerende en veilige omgeving waar kinderen spelen, ontdekken en leren. Om in de begeleiding zo goed mogelijk aan te sluiten op de behoefte van het kind is signalering van de ontwikkeling en het welbevinden van het kind belangrijk. De VVE-locaties gebruiken het Ontwikkelingsvolgmodel om de ontwikkeling van de kinderen systematisch in beeld te brengen (hierna het OVM genoemd). Het werken met het OVM ondersteunt de medewerker bij het signaleren van (specifieke) begeleidingsbehoeften of zorgvragen en het afstemmen van de aanpak hierop.

De ouders van de kinderen worden in een voortgangsgesprek (ontwikkelingsgesprek) op de hoogte gebracht van de bevindingen. Tevens worden de gegevens uit het OVM bij de overgang naar het basisonderwijs overgedragen. Hierdoor ontstaat een ononderbroken signaleringslijn.

1 In dit protocol wordt ook de term “medewerker” gebruikt voor deze groep personen2 Memelink, D. & Bonthond-Oosterhaven, N. (2003). Ontwikkelingsvolgmodel jonge kinderen. Utrecht: HvU/FEO/Seminarium voor Orthopedagogiek. Louwe, J.J. (2012). Het OntwikkelingsVolgModel, verantwoording en achtergrondinformatie.

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem Protocol OVM en VVE

4Januari 2014

1 Aanpak OVM

1.a Peuterspeelzalen

Op de VVE –locaties van SPA, Rijnstad en SKAR hebben alle kinderen een mentor3. Deze mentor volgt hoe het met het kind gaat vanaf de binnenkomst op de locatie. De mentor onderhoudt ook zoveel mogelijk de contacten met de ouders. Als het kind gewend is op de peuterspeelzaal brengt de mentor de beginsituatie in beeld in het OVM. Zij vult de ontwikkelingslijnen van het OVM in op basis van gerichte observaties.

De onderstaande ontwikkelingslijnen worden ingevuld:< Taalontwikkeling: taalvorm, taalinhoud, taalgebruik< Spraak (articulatie) wordt niet ingevuld, hiervoor komt de logopediste op locatie.< Sociaal-emotionele ontwikkeling: zelfbeleving, zelfstandigheid, relatie met volwassenen, relatie

met kinderen< Spelontwikkeling< Motoriek: grove motoriek, fijne motoriek< Rekenen: tellen en ordenen

Daarnaast kunnen andere lijnen worden ingevuld als dat nodig is, bijvoorbeeld zorg over een achterblijvende ontwikkeling. In verband met de VVE-doelen voor rekenen worden in de periode 2011 – 2014 ook de lijn tellen en ordenen opgenomen in dit protocol.

Gedurende de tijd dat een kind op de peuterspeelzaal zit wordt het OVM drie maal ingevuld:< 2 maanden na plaatsing op de peuterspeelzaal (beginsituatie; deze is altijd rood gekleurd)< 6 maanden na de eerste keer invullen< 4 – 8 weken voordat het kind naar de basisschool gaat.

De ontwikkeling van het kind wordt na het invullen van het OVM in de kindbespreking met de andere leidsters en eventueel de zorgcoördinator besproken.De kleuren van de vakjes worden per periode automatisch via het OVM web vastgesteld (waarbij de beginsituatie altijd rood is).

3 NB: In verband met andere organisatie van de kinderopvang en van de VVE-selectpeuterspeelzalen t.o.v. de VVE-peuterspeelza-len gelden aangepaste afspraken. De afspraken zijn op onderdelen afwijkend, maar wel in de lijn van dit protocol.

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem Protocol OVM en VVE

Januari 2014 5

1.b Basisscholen

De basisscholen vullen voor de kinderen die instromen in groep 1 ten minste de afgesproken lijnen in die in de voorschoolse periode door de peuterspeelzaal zijn ingevuld4 . De basisschool maakt intern afspraken welke lijnen verder worden ingevuld en in welke periode. De gegevens uit het OVM worden mede gebruikt om de onderwijsbehoeften van de kinderen vast te stellen en na te gaan welke onderwijsactiviteiten voor dit kind (deze kinderen) passend is (zijn) in de komende periode. De informatie uit het OVM wordt door de leerkracht uit groep 2 overgedragen aan de leerkracht uit groep 3.

Op de basisschool vult de leerkracht het OVM in. De ontwikkelingsgegevens van het kind worden gebruikt voor het beredeneerd onderwijsaanbod en handelingsplanning/groepsplanning. In de groepsbespreking met de intern begeleider worden signalen en zorg besproken en de aanpak ervan.

2 Analyses maken met betrekking tot OVM

De met het OVM verkregen ontwikkelingsgegevens zijn de ingang voor een nadere analyse. Vertrekpunt hierbij is het groepsoverzicht:< Wat is op groepsniveau opvallend aan het ontwikkelingsproces die de kinderen van deze groep

de afgelopen tijd hebben doorgemaakt en wat is opvallend aan het ontwikkelingsniveau van de gehele groep?

< Welke (voorlopige) conclusies kunnen daaruit worden getrokken en wat moet nader, op groepsniveau, onderzocht worden?

< Welke overeenkomsten en verschillen bestaan er tussen (deelgroepen) kinderen; welke kinderen vallen op?

< Op individueel niveau wordt gekeken naar de mate waarin een kind zich harmonieus ontwikkelt: geeft het ontwikkelingsverloop op alle ontwikkelingsdomeinen/ontwikkelingslijnen daarbinnen eenzelfde beeld of zijn er opvallende uitzonderingen?

< Wat zijn (waarschijnlijke) verklaringen van een opvallend ontwikkelingsverloop?< Is verder onderzoek noodzakelijk?

Als er bij deze analysefase de conclusie getrokken wordt dat één kind op een of meerdereontwikkelingsdomeinen een specifieke onderwijsbehoefte heeft om een vertraagde, afwijkende ofstilstaande ontwikkeling weer op gang te brengen, moeten doelgerichte interventies gekozen worden.

In Arnhem is het maken van analyses op basis van de gegevens van OVM nog in ontwikkeling. In2013-2014 en verder zal een start gemaakt worden met het analyseren van de gegevens. Gekeken zal nog worden of er op gemeentelijk niveau in Arnhem afspraken gemaakt kunnen wordenover het analyseren van de gegevens.

4 Zie bijlage 3

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem Protocol OVM en VVE

6Januari 2014

2 Ouders

2.a Partnerschap met ouders

Ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind(eren). Zij dragen tijdelijk een deel van deze verantwoordelijkheid over aan de peuterspeelzaal of basisschool. Samenwerking tussen peuterspeelzaal/kinderdagverblijf/school5 en ouders is belangrijk en functioneert alleen goed als er sprake is van wederzijds vertrouwen. De ouders moeten hun kind met een gerust hart kunnen achterlaten. De leidster/leerkracht heeft samenwerking met de ouders nodig om de begeleiding van het kind optimaal te laten verlopen.

Ouders zijn de eerstverantwoordelijke voor hun kind. De peuterspeelzaal/basisschool informeert ouders over het functioneren van het kind. Zij doet dit minimaal twee keer gedurende de tijd dat het kind op de peuterspeelzaal zit, dan wel minimaal twee keer per schooljaar. In het afsluitend oudergesprek aan het eind van de peuterspeelzaalperiode staat de overgang naar de basisschool centraal. Bij de intake vraagt de basisschool naar de periode op de peuterspeelzaal.

2.b Communicatie met ouders

Bij de intake krijgen ouders informatie over de werkwijze met het Ontwikkelingsvolgmodel. Onderdeel van deze informatie is de overdracht naar de basisschool als het kind bijna 4 jaar is. Tijdens de peuterspeelzaalperiode wordt de ontwikkeling van het kind met de ouders besproken. De ambitie van de speelzaal is om dat minimaal 2 keer te doen; een keer na het invullen van de beginsituatie en een keer voordat het kind 4 jaar wordt en de overdracht naar de basisschool plaats vindt. Leidraad voor het gesprek is het oudergespreksformulier OVM (beschikbaar via www.stichtingpas.nl). Als het resultaat van de beginsituatie er aanleiding toe geeft wordt een vervolggesprek gepland. Als er geen vervolggesprek gepland wordt, wordt in het gesprek met ouders in ieder geval besproken dat zowel de leidster als de ouder het initiatief kan nemen tot een vervolggesprek. In het gesprek met ouders wordt de beschikbare informatie van de leidster aangevuld met informatie van de ouders. Hier wordt actief naar gevraagd.

5 In dit protocol wordt hiervoor ook de term “voorziening” of “vve-locatie” gebruikt

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem Protocol OVM en VVE

Januari 2014 7

2.c Doel van het oudergesprek

In het oudergesprek informeert de VVE-professional de ouders over de ontwikkeling van het kind op de vve-locatie. Zij doet dit op basis van de observaties (met anekdotes) en registratie in het Ontwikkelingsvolgmodel. Daarnaast informeren ouders de leidsters over de ontwikkeling van hun kind thuis. De leidster leert het kind op deze manier beter kennen. Tevens is het een gelegenheid voor ouders om vragen te stellen die ouders tijdens de breng- en haalcontacten niet kwijt kunnen. De leidster kan ouders zo nodig een advies geven over de omgang met het kind.

Als er zorgen zijn over de ontwikkeling van het kind, wordt dit aan de orde gesteld en kunnen leidster en ouders deze zorg delen. Zie hiervoor het zorgprotocol 0 – 4 jaar: “Alle kinderen zijn welkom”.6

Het primaire doel van het oudergesprek is de ontwikkeling van het kind op de peuterspeelzaal bespreken. Uitgaande van partnerschap met ouders is dit geen eenrichtingsverkeer maar per definitie wederzijds. Bovenstaande uitgangspunten zijn ook van toepassing in het basisonderwijs. Basisscholen beschrijven dit in hun zorgprotocol.

6 Hoofdstuk 4 – Zorg signaleren, hoe gaat dat?

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem Protocol OVM en VVE

8Januari 2014

3 De (warme) overdracht

3.a De overdracht van voor- naar vroegschools

De overdracht naar de basisschool maakt het mogelijk de ontwikkeling van het kind in een doorgaande lijn te volgen en helpt kind en ouder de overstap van voorschool naar basisschool soepel te laten verlopen.

De medewerker kijkt met de ouders vooruit naar de start in groep 1. De voorschool draagt de gegevens uit het Ontwikkelingsvolgmodel over aan de basisschool. Voor de basisscholen die met het OVM werken gebeurt dit digitaal via de webversie OVM 2.0. Aan ouders wordt tijdens dit gesprek toestemming gevraagd de gegevens over te dragen. Ouders tekenen hiervoor.Bij aanvang op de voorschoolse voorziening meldt de medewerker al dat als het kind 4 jaar wordt de gegevens worden overdragen aan de basisschool. Ouders tekenen hier al voor bij de intake / plaatsingsformulier.

Bij de overdracht worden alle in het OVM ingevulde gegevens meegenomen. Dit zijn de ingevulde ontwikkelingslijnen met aandachtspunten en anekdotes en eventuele vermeldingen van logopedie, ambulante begeleiding, stimuleringsplannen, hulpverlening, e.d. Evenals de opmerkingen van ouders (oudergespreksformulier).Er zijn een aantal belangrijke gegevens om daarnaast ook over te dragen aan de basisschool. Behalve de NAW-gegevens van het kind is dit:

< De naam van de voorziening met vermelding van VVE-locatie;< Naam van de contactpersoon (mentor);< De datum van plaatsing en datum van uitstroom i.v.m. het aantal maanden VVE;< Doelgroepkind VVE7

Het overdrachtsgesprek wordt gepland rond 3 jaar en 10 maanden (voorschool groep 3 jaar en 8 maanden). De voorschool en de basisschool maken daar samen concrete afspraken over. Initiatief ligt bij de voorschoolse voorziening.Bij aanvang op school wordt gevraagd naar de periode op de voorschool. Heeft de school geen OVM-overdracht gekregen dan vraagt de school dit na bij de voorschool. Als blijkt dat ouders geen toestemming geven voor informatieoverdracht dan gaat de school hierover in gesprek met de ouders. De basisschool zorgt voor een terugkoppeling naar de voorschoolse voorziening. De voorzieningen maken samen concrete afspraken over de overdracht van voor- naar vroegschool.

7 Zie protocol “Vroegsignalering en toeleiding VVE Arnhem, verwijsprocedure doelgroepkinderen consultatiebureau en voorschoolse voorzieningen.” Indicatoren zijn onder andere taalachterstand, taalarme thuisomgeving en opleidingsniveau ouders.

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem Protocol OVM en VVE

Januari 2014 9

Werkwijze oudergesprek

Er is een gespreksformulier8 ontwikkeld (in samenwerking met Marant) waarop de ontwikkelingsgebieden van de ingevulde lijnen kort zijn omschreven. In de kolom ernaast is ruimte voor de medewerker om hierover relevante opmerkingen te maken. Als handreiking voor het invullen van dit formulier zijn algemene aandachtspunten benoemd en aandachtspunten per ontwikkelingsgebied. Het gespreksformulier is digitaal beschikbaar via www.stichtingpas.nl .Het formulier ‘bespreking Ontwikkelingsvolgmodel met ouders’ wordt zowel bij tussentijds overleg met ouders als bij de overgang naar de basisschool ingevuld. Algemene gegevens worden bijgevoegd.Bij het invullen en tijdens de bespreking kan de medewerker gebruik maken van een uitdraai van het profiel van het kind uit het OVM. De ouders krijgen het gespreksformulier mee naar huis en bij het eindgesprek gaat er een kopie naar de basisschool.

Procedure van overdracht

De voorschool meldt aan haar OVM-beheerder dat het kind de voorziening verlaat en meldt hierbij naar welke basisschool. De beheerder exporteert de gegevens uit het OVM en stuurt dit naar de desbetreffende basisschool. Zij heeft de beschikking over de contactgegevens van deze basisscholen. De gegevens van het kind blijven beschikbaar in het OVM-archief. De voorschool bewaart de gegevens van een kind tot 1 jaar na uitstroom.

3.b Kinderen die naar een andere basisschool gaanHiermee bedoelen we een basisschool waar niet met dit Ontwikkelingsvolgmodel wordt gewerkt (een niet-OAB school). Voor kinderen van een VVE-locatie die naar een niet-VVE basisschool gaan wordt het oudergespreksformulier ingevuld. Een kopie van dit gespreksformulier gaat met een begeleidende brief mee naar de basisschool. De procedure is verder hetzelfde als in het “protocol Arnhems Overdrachtsformulier”.

3.c Overdracht naar groep 3De doorgaande lijn van groep 1-2 naar groep 3 en verder krijgt gemakkelijker vorm wanneer erdoor de hele school heen één beleid of aanpak wordt gevolgd. Een belangrijk aspect bij het realiseren van een doorgaande lijn is de overdracht van gegevens. Ook al is het essentieel om te werken vanuit een eenduidig beleid en goed te registreren, het realiseren van een doorgaande lijn naar groep 3 en verder staat of valt met de inhoudelijke aansluiting. Een voorbeeld hiervan is het werken met Kaleidoscoop. Een voordeel hiervan is dat het leerlingen vertrouwen geeft omdat al bekende principes en symbolen weer terugkomen.Tevens blijft het belangrijk te zorgen voor een warme overdracht. Als de leerkracht van groep 3 aan de start meteen weet wat het niveau van de kinderen is, kan hij/zij daar direct op aansluiten en meer ‘op maat’ werken.

8 Kinderopvang Skar heeft het oudergespreksformulier aangevuld met elementen uit de werkwijze Welbevinden, het instrument wat Kinderopvang Skar gebruikt(bijlage)

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem Protocol OVM en VVE

10Januari 2014

4 Overige aspecten

OVM en ESISOAB/VVE-basisscholen gebruiken het OVM in groep 1 en 2. De gegevens worden overgedragen aan de leerkracht van groep 3 zodat die haar onderwijs daarop kan afstemmen. Sommige scholen gebruiken het OVM ook (voor een aantal ontwikkelingslijnen) tot en met groep 8, maar veel ook niet. In OVM 2.0 kunnen de gegevens van de kinderen na groep 2 beschikbaar blijven in het digitale archief. De gegevens kunnen niet meer bewerkt worden. Zo blijft de informatie uit groep 1 en 2 toegankelijk gedurende de basisschoolloopbaan. Er kan ook een pdf-bestand gemaakt worden van overzichten per kind en per groep.Een koppeling van OVM met Esis is in de toekomst ook mogelijk. Dit is op landelijk niveau onderwerp van gesprek tussen het Seminarium voor Orthopedagogiek en Rovict (Esis).

ZorgEr zijn kinderen die in de peuterspeelzaal op een of andere manier extra zorg vragen of oproepen bij de leidster. De peuterspeelzaalorganisaties werken hiervoor met de protocollen uit de “Zorgmap 0-4 jaar: Alle kinderen zijn welkom” (september 2010). Ouders worden in een vroeg stadium geïnformeerd over de zorgen over de ontwikkeling van hun kind. Net als de IB-ers op de basisschool hebben de peuterspeelzalen de beschikking over een zorgcoördinator. De IB-er/zorgcoördinator is betrokken bij alle kinderen waar extra zorg of aandacht voor nodig is.Als er sprake is (geweest) van extra zorg of aandacht wordt deze ook overgedragen aan de basisschool. Uitgangspunt hierbij is dat het kind, met goede begeleiding, op de juiste plek terecht komt. In geval van zorgkinderen is een warme overdracht en de communicatie hierover uitermate belangrijk. De insteek is dat de begeleiding die dit kind nodig heeft zo goed mogelijk in beeld wordt gebracht zodat de basisschool daarop kan inspelen. De verantwoordelijkheid van de basisschool is het bieden van passend onderwijs.

Werkwijze logopedisten in het OVMTot op heden hebben de logopedisten een adviserende rol voor de leidsters wat ze in het OVM kunnen invullen. Streven is dat de logopedisten aandachtspunten uit hun verslagen opnemen in het OVM. Wanneer dit gaat gebeuren is nog niet bekend.

OVM en 1-zorgroute / handelingsgericht werkenMet de 1-zorgroute wordt op groeps-, school- en bovenschools niveau het onderwijs passend gemaakt aan de onderwijsbehoeften van alle leerlingen. De kern van de 1-zorgroute is de cyclus van handelingsgericht werken met groepsplannen. Hierin is proactief handelen het uitgangspunt.

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem Protocol OVM en VVE

Januari 2014 11

In OVM 2.0 wordt het Ontwikkelingsniveau (ON) uitgedrukt in een getal, gebaseerd op de geregistreerde observaties. Zo kan het ON bepaald worden voor bepaalde ontwikkelingslijnen per kind en per groep. Ook kan het ON vergeleken worden per kind in de tijd (voortgang ontwikkeling) en t.o.v. de groep/een groepje en t.o.v. de vastgestelde norm (100).Hiermee is het OVM 2.0 een uitstekend hulpmiddel voor groepsplanning/groepjesplannen en Handelingsgericht werken (HGW) binnen de 1-zorgroute. Scholen kunnen hierbij de Planningsmodule gebruiken, deze is inclusief in OVM 2.0. (zie bijlage groepsplan). Op de voorschool wordt dit vooralsnog alleen gedaan op die locaties waar een hbo-er ingezet wordt t.b.v. het opbrengst gericht werken.

VVE-selectzalenDe leidsters op de selectspeelzalen zijn in 2013, na afronding van de training, gestart met het werken met het OVM. De invoering gaat fasegewijs. Het OVM wordt alleen ingevuld voor de doelgroepkinderen. Dit zijn de kinderen die 4 dagdelen komen. Er wordt begonnen met de nieuw instromende kinderen.

De lijnen die ingevuld worden zijn om te beginnen:< Taalinhoud< Zelfbeleving< Zelfstandigheid< Relatie met kinderen< Relatie met volwassenen< Spelontwikkeling

Stapsgewijs worden deze lijnen uitgebreid naar alle afgesproken VVE-lijnen. Op termijn wordt bekeken hoe het OVM gebruikt kan worden voor alle kinderen en hoe om te gaan met de niet-doelgroepkinderen die slechts twee dagdelen komen. Bij de ontwikkelingsbespreking met ouders wordt het oudergespreksformulier gebruikt. Dit formulier (zie bijlage) vervangt het Arnhems Overdrachtsformulier.

KinderopvangOok de pedagogisch medewerkers van VVE-kinderopvanglocaties zijn getraind in OVM en dit systeem wordt op de betreffende dagverblijven gebruikt. Vanuit de kinderopvang wordt hiermee een doorgaande lijn VVE gerealiseerd.

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem Protocol OVM en VVE

12Januari 2014

Bijlagen

Bijlagen 1a, 1b en 2 zijn als voorbeeld te gebruiken. Er wordt in deze formulieren gewerkt met worddocumenten met invulvelden. Om deze formulieren te kunnen gebruiken kunt u deze downloaden via www.stichtingpas.nl/downloads/ Voor -en Vroegschoolse Educatie

1. Oudergespreksformulier OVM Arnhem a. variant peuterspeelzalen SPA en Rijnstad b. variant kinderopvang Skar

2. Invulhulp oudergespreksformulier 3. Minimale lijnen aanbevolen voor het basisonderwijs

Overige informatie is te vinden op www.stichtingpas.nl en www.ovmsupport.nl

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem Protocol OVM en VVE

Januari 2014 13

Oudergespreksformulier OVM Arnhem peuterspeelzalen

GESPREKSFORMULIER OUDERGESPREK OVER DE ONTWIKKELING VAN HET KIND OP DE PEUTERSPEELZAAL

Algemene gegevens Naam kind (voornaam en achternaam):                

Geboortedatum:                 jongen meisje

Gezinssamenstelling: broertjes                 zusjes                

De moedertaal van het kind is: Nederlands niet-Nederlands

Welke taal (of talen) spreekt moeder met het kind?                

Welke taal (of talen) spreekt vader met het kind?                

Datum invullen eerste gesprek                 door:                

Naam peuterspeelzaal:                 Naam mentor:                

Plaatsingsdatum                 Einddatum                 (aantal maanden VVE)

VVE-indicatie: ja nee

Op de peuterspeelzaal volgen wij de ontwikkeling van uw kind. Hiervoor maken we gebruik van het Ontwikkelingsvolgmodel. Dit is een observatie-instrument waarin belangrijke aspecten van de kinderlijke ontwikkeling staat beschreven. Wij kijken hierbij naar wat uw kind op de peuterspeelzaal laat zien.

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem Protocol OVM en VVE

14Januari 2014

Ontwikkelingsgebieden Opmerkingen oudergesprek / eindgesprek

Zelfbeleving/zelfbesef In hoeverre is een kind zich bewust van zijn eigen ik. Het kan trots zijn op wat hij/zij kan en is zelfverzekerd en vol zelfvertrouwen in eigen kunnen.

               

Zelfstandigheid/zelfredzaamheid De mate waarin het kind zichzelf kan redden in dagelijkse situaties zoals: aan- en uitkleden, eten en drinken, naar het toilet gaan. In hoeverre wil het dat ook zelf doen.

               

Relatie met volwassenenHoe gaat het kind om met de leidster en andere volwassenen.

               

Relatie met kinderenHoe gaat het kind om met andere kinderen. Heeft het belangstelling voor andere kinderen en zoekt het contact.

               

SpelontwikkelingHoe speelt het kind. Hoe lang kan het kind met hetzelfde spelen. Waar speelt het mee, en waarmee niet.

               

Grote motoriekDit zijn de bewegingen die het kind met het hele lijf maakt. De grote bewegingen worden steeds soepeler.

               

Fijne motoriekDit zijn kleinere bewegingen, zoals potlood of kwast vasthouden, kleine dingen pakken, gericht kleuren.

               

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem Protocol OVM en VVE

Januari 2014 15

Ontwikkelingsgebieden Opmerkingen oudergesprek / eindgesprek

Taalontwikkeling

Thuistaal is:               

SpraakontwikkelingDe uitspraak van woorden en zinnen. Een peuter die naar de basisschool gaat spreekt de klanken meestal goed uit. Moeilijke letters zijn meestal: de ‘s’, ‘r’, ‘l’en ‘ng’. Wordt alleen ingevuld als er geen logopedieverslag is.

               

TaalvormHierbij gaat het er om wat voor zinnen uw kind maakt in het Nederlands

               

TaalinhoudHiermee wordt bedoeld in hoeverre het kind woorden en taal begrijpt.

               

TaalgebruikHiermee wordt bedoeld hoe het kind gebruikt maakt van de taal. Kan het duidelijk maken wat hij wil, doet.

               

Tellen en ordenenHierbij gaat het om het sorteren van voorwerpen die bij elkaar horen én het tellen.De telrij (1,2,3,4,5,6,7,8,9,10) klopt nog niet altijd bij peuters, maar ze weten wel dat hoeveelheid en getal bij elkaar horen. (Bijv. Ze steken 3 vingers op als ze 3 worden. Een kind ziet in een oogopslag hoeveel (bv 3) bekers er nodig zijn voor het aantal kinderen aan tafel (3) of 2 bordjes tijdens het spel in de huishoek voor 2 kinderen.)

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem Protocol OVM en VVE

16Januari 2014

Ontwikkelingsgebieden Opmerkingen oudergesprek / eindgesprek

Aanvullende opmerkingen:               

Opmerkingen van de ouder(s)/ verzorger(s)                

Andere voorzieningen Waarvan ouders voor hun kind gebruik maken?

Bijvoorbeeld fysiotherapie, Home Start, Op Stapje, ambulante begeleiding e.a.:

               

Afspraken               

Deze ontwikkelingsaspecten van uw kind hebben wij ingevoerd in een computersysteem. De basisschool waar uw kind naartoe gaat werkt met datzelfde systeem. Overdracht naar de basisschool maakt het mogelijk de ontwikkeling van het kind in een doorgaande lijn te volgen en helpt om de overstap van peuterspeelzaal naar basisschool soepel te laten verlopen. De basisschool kan/ leert met de gegevens van de peuterspeelzaal het kind snel goed kennen en kan daar bij de begeleiding rekening mee houden.

Wij vragen u toestemming om deze informatie over te dragen naar de basisschool. Ouder geeft toestemming voor overdragen informatie Ja Nee

Als u toestemming geeft sturen wij de informatie digitaal door naar de basisschool en hebben contact met de leerkracht van uw kind.

Datum:                 Handtekening ouder(s):                

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem Protocol OVM en VVE

Januari 2014 17

Oudergespreksformulier OVM Arnhem Kinderopvang Skar

GESPREKSFORMULIER OUDERGESPREK OVER ONTWIKKELING EN WELBEVINDENVAN UW KIND

Algemene gegevens Naam kind (voornaam en achternaam):                Geboortedatum:                 jongen meisje

Gezinssamenstelling: broertjes                 zusjes                

De taal die het kind het meest hoort is : Nederlands niet-Nederlands

Welke taal (of talen) spreekt moeder met het kind?                

Welke taal (of talen) spreekt vader met het kind?                

Datum invullen gespreksformulier                 door:                

Naam kinderdagverblijf:                

Plaatsingsdatum                 Einddatum                 (aantal maanden VVE)

Toelichting Op het kinderdagverblijf volgen wij de ontwikkeling en het welbevinden van uw kind. Hiervoor maken we gebruik van het Ontwikkelingsvolgmodel. Dit is een observatie-instrument waarin belangrijke aspecten van de kinderlijke ontwikkeling staat beschreven. Wij kijken hierbij naar wat uw kind op de het kinderdagverblijf laat zien. Tevens vragen wij aan u als ouder of u het geobserveerde herkent vanuit de thuissituatie. Wij maken afspraken samen met u als ouder ter bevordering van de ontwikkeling van uw kind

Ontwikkelingsgebieden Opmerkingen oudergesprek / eindgesprek

Zelfbeleving/zelfbesef In hoeverre is een kind zich bewust van zijn eigen ik. De mate waarin het kind trots kan zijn op wat hij/zij kan en zelfverzekerdheid en zelfvertrouwen toont.

               

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem Protocol OVM en VVE

18Januari 2014

Ontwikkelingsgebieden Opmerkingen oudergesprek / eindgesprek

Zelfstandigheid/zelfredzaamheid De mate waarin het kind zichzelf kan redden in dagelijkse situaties zoals: aan- en uitkleden, eten en drinken, naar het toilet gaan. In hoeverre wil het kind dat ook zelf doen.

               

Emotionele welbevinding/ emotionele ontwikkelingHiermee wordt het welbevinden van het kind op het kinderdagverblijf bedoeld. Hoe uit het kind zijn gevoelens en emoties.

               

Relatie met volwassenenHoe gaat het kind om met de pedagogisch medewerker en andere volwassenen.

               

Relatie met kinderenHoe gaat het kind om met andere kinderen. In hoeverre heeft het kind belangstelling voor andere kinderen en zoekt het contact.

               

SpelontwikkelingHoe speelt het kind. Hoe lang kan het kind met hetzelfde spelen. Waar speelt het mee, en waarmee niet.

               

Grote motoriekHoe is de ontwikkeling van de grote motoriek. Dit zijn de bewegingen die het kind met het hele lijf maakt. De grote bewegingen worden steeds soepeler.

               

Fijne motoriekHoe is de ontwikkeling van de fijne motoriek. Dit zijn kleinere bewegingen, zoals potlood of kwast vasthouden, kleine dingen pakken, gericht kleuren.

               

SpraakontwikkelingDe uitspraak van woorden en zinnen. Een peuter die naar de basisschool gaat spreekt de klanken meestal goed uit. Moeilijke letters zijn meestal: de ‘s’, ‘r’, ‘l’ en ‘ng’.

Dit wordt alleen ingevuld als er geen logopedieverslag is.               

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem Protocol OVM en VVE

Januari 2014 19

Ontwikkelingsgebieden Opmerkingen oudergesprek / eindgesprek

TaalvormHierbij gaat het er om wat voor zinnen uw kind maakt in het Nederlands. Maakt het kind 1/2/3 woordzinnen, werkwoordsvormen en in welke mate spreekt kind in tegenwoordige- en verleden tijd.

               

TaalinhoudHiermee wordt bedoeld in hoeverre het kind woorden en taal begrijpt.

               

TaalgebruikHiermee wordt bedoeld hoe het kind gebruikt maakt van de taal. Kan het duidelijk maken wat hij wil, doet.

               

Aanvullende opmerkingen over voeding/ slapen/ verzorging/ thuissituatie en andere zaken.

               

Opmerkingen van de ouder(s)/ verzorger(s) op basis van de vragenlijst welbevinden die ouder heeft gekregen voorafgaand aan gesprek.

               

Andere voorzieningen Hoe is de voortgang van het kind bij andere voorzieningen waarvan ouders voor hun kind gebruik maken?Bijvoorbeeld fysiotherapie, Home Start, Op Stapje, ambulante begeleiding e.a.:

               

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem Protocol OVM en VVE

20Januari 2014

Afspraken ter bevordering van de ontwikkeling en welbevindenWie Wat Wanneer Gerealiseerd

per

Wanneer uw kind naar de basisschool gaat (hoeft alleen ingevuld te worden bij het voorlaatste gesprek)Deze ontwikkelingsaspecten van uw kind hebben wij ingevoerd in een computersysteem. De basisschool waar uw kind naartoe gaat werkt waarschijnlijk met datzelfde systeem. Overdracht naar de basisschool maakt het mogelijk de ontwikkeling van het kind in een doorgaande lijn te volgen en helpt om de overstap van de kinderdagopvang naar de basisschool soepel te laten verlopen. De basisschool kan/ leert met de gegevens van de kinderdagopvang het kind snel goed kennen en kan daar bij de begeleiding rekening mee houden.

Wij vragen u toestemming om deze informatie over te dragen naar de basisschool. Ouder geeft toestemming voor overdragen informatie Ja Nee

Naam van de basisschool waar het kind heen gaat :                

Wanneer u toestemming geeft sturen wij de informatie digitaal door naar de basisschool en hebben contact met de toekomstige leerkracht van uw kind.

Datum:                 Handtekening ouder(s):                

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem Protocol OVM en VVE

Januari 2014 21

Invulhulp bij het gespreksformulier OVM

Dit zijn handreikingen om het invullen van het overdrachtsformulier wat makkelijker te maken. Je kunt natuurlijk altijd je eigen bewoordingen gebruiken.Er zijn aandachtspunten die voor elk ontwikkelingsaspect gelden en aandachtspunten die specifiek gelden voor een ontwikkelingsaspect.De zinnen zijn zoveel mogelijk positief gesteld. Je kunt ze desgewenst zelf aanpassen. Bijvoorbeeld “……kan even op zijn/haar beurt wachten” kun je omzetten in: “……..vindt het nog moeilijk om op zijn/haar beurt te wachten”.Maak een selectie van wat jij belangrijk vindt. Het vakje naast het ontwikkelingsgebied hoeft immersniet helemaal gevuld te worden.Geef voorbeelden die duidelijk maken wat het kind doet / kan. Ontwikkelingsgebieden zijn van invloed op elkaar. Let er op hoe dat bij dit kind zit.

Algemeen:• De ontwikkeling verloopt in overeenstemming met de leeftijd

• De ontwikkeling verloopt goed, hij/zij is verder dan gemiddeld qua leeftijd

• De ontwikkeling verloopt trager dan gemiddeld

• Heeft in de periode op de peuterspeelzaal een goede ontwikkeling doorgemaakt

• We maken ons zorgen om…….

• Is betrokken bij wat hij/zij doet. Geniet van de activiteiten die op de speelzaal gedaan worden

Zelfbeleving/zelfbesef:• Voelt zich op haar/zijn gemak in de groep

• Past zich goed aan aan de groep

• Wil graag zijn/haar eigen zin doen

• Praat over zichzelf in de ‘ík’-vorm

• Gebruikt de eigen naam i.p.v. ‘ik’

• Reageert goed op onverwachte dingen

• Kan even op de beurt wachten

• Wil zijn/haar eigen willetje doorzetten

• Reageert met heftige emoties (kan heel boos, verdrietig zijn)

• Heeft vertrouwen in eigen kunnen

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem Protocol OVM en VVE

22Januari 2014

Taalvorm (zinsbouw en morfologie )• Kan zinnen maken van 4-6 woorden

• Gebruikt eenvoudige meervoudsvormen

• Kan zijn / haar plannetje vertellen

Taalinhoud, woordenschat, taalbegrip• Kent voldoende woorden om te begrijpen wat er bedoeld wordt

• Kan eenvoudige relaties leggen (bijv. “Ik ga naar de basisschool, omdat ik 4 jaar ben.”)

• Begrippen als op, in naast, achter worden begrepen

• (Bij allochtone kinderen) Spreekt overwegend in zijn moedertaal

Taalgebruik• Heeft voldoende taal om uit te leggen wat het wil en doet

• Durft te spreken en neemt initiatief daartoe

Tellen en ordenen• Kan voorwerpen ordenen/sorteren op kenmerken• Vertelt hoeveel jaar hij/zij is (vingers opsteken)• Kan de telrij opzeggen wel/niet in juiste volgorde• Zegt de telrij op als een versje/liedje

Aanvullende opmerkingen:Als er dingen zijn waar je je zorgen om maakt en die niet vallen onder de genoemde ontwikkelingsgebieden dan kan je het onder dit kopje kwijt. Ook als er sprake is van stagnatie. Als dit kind extra aandacht nodig heeft of heeft gekregen op welk gebied dan ook: beschrijf dat. Heeft dit kind een specifieke aanpak nodig heeft, geef dan aan wat dat is. Daar kan de basisschool zijn voordeel mee doen.

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem Protocol OVM en VVE

Januari 2014 23

Minimaal aanbevolen lijnen voor het basisonderwijs

Basale ontwikkeling

Zelfbeleving 1.1Zelfstandigheid 1.2Relatie volwassenen 1.5Relatie kinderen 1.6

Spelontwikkeling / Creatieve ontwikkeling / Ontwikkeling van het werkgedragSpelontwikkeling 2.1

Motorische ontwikkelingKleine en fijne motoriek 3.2

Zintuiglijke ontwikkelingVisuele waarneming 4.1Auditieve waarneming 4.2

Spraaktaal-ontwikkelingTaalvorm 5.2Taalinhoud 5.3Taalgebruik 5.4

GeletterdheidOntluikende geletterdheid 7.1

GecijferdheidTellen en ordenen 8.1Bewerkingen en getalrelaties 8.2

Handboek kwaliteitsbeleid VVE Arnhem Protocol OVM en VVE

24Januari 2014