Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene...

81
1 Programmabegroting 2014 – 2017 Datum 12 november 2013 Bezoekadres Gemeente Reusel-De Mierden Kerkplein 3 5541 BK Reusel Postadres Postbus 11 5540 AA Reusel Inlichtingen Telefoon 0497-650650 Email: [email protected]

Transcript of Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene...

Page 1: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

1

Programmabegroting 2014 – 2017

Datum 12 november 2013 Bezoekadres Gemeente Reusel-De Mierden Kerkplein 3 5541 BK Reusel Postadres Postbus 11 5540 AA Reusel Inlichtingen Telefoon 0497-650650 Email: [email protected]

Page 2: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

2

Page 3: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

3

Inhoudsopgave Aanbiedingsbrief ...................................................................................................................................... 5 1. Visie en prioriteiten ........................................................................................................................ 7 2. Begrotingsbeeld 2014 en meerjarenperspectief 2015-2017 ......................................................... 9 3. Paragrafen ................................................................................................................................... 13 3.1. Bedrijfsvoering ............................................................................................................................. 13 3.2. Lokale heffingen .......................................................................................................................... 15 3.3. Weerstandsvermogen.................................................................................................................. 19 3.4. Financiering ................................................................................................................................. 25 3.5. Verbonden partijen ...................................................................................................................... 27 3.6. Onderhoud kapitaalgoederen ...................................................................................................... 31 3.7. Grondbeleid ................................................................................................................................. 33 4. Programma’s in 2014................................................................................................................... 37 Programma 1: Openbare Ruimte en Veiligheid .................................................................................. 39 Programma 2: Milieu ........................................................................................................................... 43 Programma 3: Ruimtelijke Ordening en Bouwen ................................................................................ 45 Programma 4: Burgers en Bedrijven ................................................................................................... 47 Programma 5: Scholing en Vorming ................................................................................................... 49 Programma 6: Welzijn ......................................................................................................................... 51 Programma 7: Werk, Inkomen en Gezondheidszorg .......................................................................... 53 Programma 8: Bestuur en Ondersteuning .......................................................................................... 57 Programma 9: Algemene dekkingsmiddelen ...................................................................................... 61 BIJLAGEN ..................................................................................................................................... 63 Bijlage 1: Verschillenanalyse ............................................................................................................. 65 Bijlage 2: Nieuw beleid....................................................................................................................... 67 Bijlage 3: Productenmatrix Lasten en Baten...................................................................................... 73 Bijlage 4: Totaal van lasten en baten per programma....................................................................... 77 Bijlage 5: Afkortingenlijst.................................................................................................................... 79 Vaststellingsbesluit ................................................................................................................................ 81

Page 4: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

4

Page 5: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

5

Aanbiedingsbrief

De voorbije jaren is er veel gebeurd in onze gemeente. Al aan het begin van deze bestuursperiode werd de gemeente geconfronteerd met grote tekorten. De financiële crisis en kabinetsmaatregelen hebben een grote impact gehad op ons huishoudboekje. Met gepaste trots presenteren wij u dan ook de concept-programmabegroting 2014-2017, getiteld: Op naar evenwicht. Door de inzet van uw raad, ons college en maatschappelijke partners zijn wij er in geslaagd een structureel sluitende meerjarenbegroting over de gehele periode op te stellen. De saldi zijn als volgt: Bedragen in € 2014 2015 2016 2017 Structureel saldo 295.000 408.000 192.000 6.000 Incidenteel saldo -277.000 63.000 88.000 89.000 TOTAAL SALDO 18.000 471.000 290.000 95.000

De komende jaren zullen in het teken staan van het uitvoeren van de diverse maatregelen uit Vernieuwen, Ombuigen en Bezuinigen èn het door u ingezette nieuw beleid. Daarin is voorzien in tegenvallers waarvan we nog niet weten of die zich voor gaan doen. Kortom: door deze begroting uit te voeren zijn de structurele baten en lasten in evenwicht èn hebben we als gemeente voldoende ruimte om in te spelen op actuele ontwikkelingen. Wij zien uit naar een vruchtbare discussie op 12 en 13 november. Burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden, de secretaris, de burgemeester, M.J. Doeven. H.A.J. Tuerlings.

Page 6: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

6

Page 7: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

7

1. Visie en prioriteiten

1.1. Integrale toekomstvisie Reusel-De Mierden

In 2013 is met toepassing van de uitgangspunten van burgerparticipatie interactief gewerkt aan diverse kader- c.q. beleidsnotities. Dat heeft onder andere geresulteerd in de conceptvisie “Gezamenlijk, Grenzeloos en Groen”, een integrale toekomstvisie voor de lange termijn waarin “de stip op de horizon is gezet” en waarin vooruitgeblikt wordt naar de positie van onze gemeente in 2030. Deze toekomstvisie is geen star document maar geeft kaders van ontwikkeling aan, waaraan vast te stellen beleid moet worden getoetst en die richting geven aan keuzes die voor het te voeren beleid moeten worden gemaakt. Het is geen star document omdat invloeden vanuit een steeds veranderende wereld ook doorwerken naar onze gemeente. Het is aan u en ons dat besef te hebben en vanuit onze rol en positie rekening te houden met die plaatselijke, regionale en mondiale invloeden. In de conceptvisie zijn vanuit de begrippen “Groen”, “Gezamenlijk” en “Grenzeloos” 12 ambities geformuleerd, te weten: ▪ Groen: 1. landelijk karakter 2. duurzaamheid ▪ Gezamenlijk: 3. dorps wonen 4. behoud kleine kernen 5. grote sociale cohesie en actief verenigingsleven 6. zorgzame dorpen 7. streven naar een evenwichtige samenleving 8. trots op het historisch en cultureel erfgoed ▪ Grenzeloos: 9. stimulans werkgelegenheid 10. verbeterde bereikbaarheid 11. blik op België 12. samenwerking in de regio. De twaalf ambities zijn ook weer uitgewerkt in uitvoeringsopties, zodat de visie ook concreet genoeg wordt. 1.2. Coalitieprogramma 2010-2014 Na de gemeenteraadsverkiezingen heeft de nieuwe raad gewerkt aan een coalitieprogramma voor de periode 2010-2014. De meest belangrijke zaken uit dat coalitieprogramma worden in hoofdstuk 4 per programma kort aangehaald en worden verder bekend verondersteld. Inmiddels heeft uw raad een overzicht ontvangen van alle zaken welke in het coalitieprogramma zijn benoemd, waarbij is aangegeven wat de stand van zaken is. Bij dit alles moet bedacht worden dat tijdens deze raadsperiode de financiële situatie van de gemeente en het land in negatieve zin zijn veranderd en dat die veranderde omstandigheden ook invloed hebben gehad op de mate waarin de voornemens uit het coalitieprogramma gerealiseerd konden worden. 1.3. Prioriteiten 2014 De nu voorliggende begroting is een begroting, waarin alleen het bestaande beleid is uitgedrukt. Via het ingezette traject van “Vernieuwen, Ombuigen en Bezuinigen” (VOB) krijgt uw raad afzonderlijk rapportages aangereikt, op basis waarvan keuzes kunnen worden gemaakt voor de toekomst. Doel daarvan is om te komen tot een reëel sluitende begroting op basis van een gezonde financiële huishouding. In april 2013 zijn door uw raad de eerste vervolgstappen in het VOB-traject gezet en heeft uw raad voor circa € 1 miljoen aan bezuinigingsmaatregelen geaccordeerd. Een deel daarvan is inmiddels concreet uitgewerkt en dus in de cijfers van deze begroting verwerkt. Voor het andere deel loopt de nadere uitwerking nog, terwijl voor zo’n € 1,4 miljoen nog nadere voorstellen worden uitgewerkt, waarover uw raad nog een besluit moet nemen. Afzonderlijk zal samen met de begrotingsstukken een document worden aangeleverd, waarin u de stand van zaken in het VOB-traject kunt zien en op basis waarvan uw raad ook verdere stappen kan zetten en keuzes kan maken om de bezuinigingsoperatie weer een stap verder te brengen. Daarbij is

Page 8: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

8

het duidelijk dat naarmate we verder komen in het bezuinigingsproces de bezuinigingen voor onze burgers steeds meer voelbaar en zichtbaar zullen worden. Het zal doorzettingsvermogen en moed vergen om in dat geheel de juiste afwegingen te maken ten behoeve van een gemeente die “Groen”, “Gezamenlijk” en “Grenzeloos” kan zijn. Eén van de bepalende voorwaarden daarbij is een financieel gezonde gemeente!

Page 9: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

9

2. Begrotingsbeeld 2014 en meerjarenperspectief 2015-2017

2.1. Uitgangspunten

In dit hoofdstuk worden de uitgangspunten geformuleerd, die bij de samenstelling van de begroting 2014-2017 zijn gehanteerd. 1. Bestaand beleid inclusief de bezuinigingsmaatregelen uit de begroting 2013-2016 Het vertrekpunt wordt gevormd door ongewijzigd beleid, inclusief de bezuinigingsmaatregelen, zoals opgenomen in de begroting 2013-2016. Uw raad heeft inmiddels in april 2013 ingestemd met bezuinigingsmaatregelen die op termijn een verlaging van het structurele saldo van ca. € 1.000.000 tot gevolg hebben. Tegelijk met de behandeling van de begroting bespreekt uw raad ook een afzonderlijk aangeleverd voorstel met betrekking tot het traject “Vernieuwen, Ombuigen en Bezuinigen” (VOB). Omdat het VOB-traject invloed heeft op deze begroting, vindt de besluitvorming over VOB plaats direct voorafgaande aan de besluitvorming over deze begroting. In de nu voorliggende begroting is rekening gehouden met het voorstel “Vervolg Vernieuwen, Ombuigen en Bezuinigen”. Dat betekent dat wij in deze begroting voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds gerekend hebben met de uitkomsten van de septembercirculaire 2013 en op basis daarvan de het restant van de taakstellende bezuiniging stellen op € 1.050.000. Vanzelfsprekend zijn de uitgangspunten, zoals deze zijn vastgelegd in de Perspectiefnota, meegenomen in deze begroting. 2. Personeelsbudget Uitgangspunt is handhaving van de huidige formatieomvang. Bij de perspectiefnota is besloten om de resterende stelpost uit 2010 op personele kosten van ca. € 132.000 te laten vervallen en de personele bezuiniging rechtstreeks te koppelen aan het bezuinigingstraject (VOB). Het personeelsbudget bestaat namelijk voor het grootste gedeelte uit formatie. Bezuinigingen op gemeentelijke taken hebben ook effect op personele inzet, zodat dus ook een bezuiniging op personeel moet kunnen worden gerealiseerd. Deze bezuiniging wordt pas effectief als er ook daadwerkelijk personeel afvloeit. De loonkostenontwikkeling op basis van de Car/Uwo moet vanzelfsprekend worden gevolgd. De verwachte stijging van de personeelslasten ramen wij op 0,5 %. Dit percentage wordt berekend op de huidige salariskosten. Voor 2015 t/m 2017 zal in de meerjarenbegroting gerekend worden met het stijgingspercentage voor loonkosten op basis van de meicirculaire 2013. 3. Rente Voor de rekenrente gaan we, gelet op de marktsituatie, uit van 4%. De marktrente heeft de voorbije jaren een dalende tendens vertoond, waardoor we deze in 2011 verlaagd hebben van 5% naar 4%. 4. Algemene uitkering In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij de start van het VOB-traject nog onduidelijk waren (zoals de effecten van het regeeerakkoord e.d. op de hoogte van de gemeentefondsuitkering), zijn nadien verwerkt in de algemene uitkering. Ook op rijksniveau moeten allerlei zaken nog nader uitgewerkt worden, waardoor er altijd enige onzekerheid blijft richting toekomst. Daarom hebben wij daarvoor nog een buffer opgenomen van structureel € 210.000. De eerder in het kader van VOB ingeschatte kortingen op de algemene uitkering (oplopend tot structureel € 1.000.000 ingaande 2015) zijn hiermee dus van de baan, omdat de onzekerheden, waarop de aanname was gebaseerd, inmiddels zijn verwerkt in de algemene uitkering. Belastingen en heffingen Ten aanzien van de afvalstoffenheffing en de rioolheffing wordt een kostendekkende tariefstelling aangehouden, waarbij voor de rioolheffing het VGRP als basis is genomen voor de lasten en voor de tariefstijgingen. Verschillen worden geëgaliseerd via de egalisatiereserve riolering. Voor de OZB-opbrengst gaan wij in de komende begrotingsperiode vooralsnog uit van uitsluitend een correctie met het inflatiepercentage. Dat betekent dat de tarieven met het inflatiepercentage (1,75% op basis van het percentage uit de meicirculaire 2013) worden verhoogd. Buiten die inflatieaanpassing

Page 10: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

10

vindt, zoals altijd, aanpassing plaats op basis van de waardeontwikkeling. Bij dalende waardes is er sprake van hogere tarieven om de opbrengst gelijk te houden en bij stijgende waardes is sprake van een daling van de tarieven. Om de toeristische sector op een vroeg tijdstip te infomeren over eventuele tariefstijgingen is in de perspectiefnota besloten om de toeristenbelasting te verhogen naar € 1,05 per persoon per nacht. Dit is een verhoging van 5%. Het ligt voor de hand dit percentage ook voor de Woonforensenbelasting te hanteren. Voor de leges geldt het uitgangspunt van kostendekkendheid. Winst maken op samenhangende groepen van leges is niet toegestaan. Vooralsnog is alleen gerekend met inflatiecorrectie (1,75%). Aanpassingen in verband met kostendekkendheid krijgen gestalte via het traject “Vernieuwen, Ombuigen en Bezuinigen”. 5. Inflatie Als inflatiepercentage op de budgetten worden de, op voorspellingen van het CPB gebaseerde, percentages gebruikt, zoals deze zijn opgenomen in de meicirculaire 2013. Voor materiële kosten is dat 1,75% en voor lonen 2%. 6. Oude stelposten In de meerjarenbegroting 2013-2016 waren naast de stelpost uit 2010 voor personeel (€ 132.000 restant) nog twee oude bezuinigingstelposten opgenomen. Dit zijn de stelposten:

• Onderhoud gebouwen - € 20.000 • Leerlingenvervoer - € 50.000

Op basis van de huidige informatie achten wij het niet realistisch dat deze stelposten gerealiseerd zullen worden. Daarnaast is leerlingenvervoer ook opgenomen in het nieuwe bezuinigingstraject “Vernieuwen, Ombuigen en Bezuinigen”. Dit zou dan dubbel opgenomen zijn. Deze stelposten zijn in deze begroting niet meer meegenomen. 7. Basisgegevens 01-01-2014 01-01-2015 01-01-2016 01-01-2017 Aantal inwoners 12.688 12.698 12.708 12.718 Aantal inwoners jonger dan 20 jaar 2.861 2.861 2.861 2.861

Aantal inwoners ouder dan 65 jaar 1.789 1.799 1.809 1.819 Aantal woonruimten 5.040 5.050 5.060 5.070 Aantal woonruimten ² 5.311 5.321 5.331 5.341 ² Het aantal woonruimten volgens de definitie van de Financiële Verhoudingswet 1997. Dit aantal is uitsluitend van belang voor de berekening van de Algemene Uitkering.

2.2. Methodiek

De meerjarenbegroting wordt op basis van lopende prijzen vastgesteld. Dit wil zeggen dat in de verschillende jaren de verwachte inflatie, loonontwikkelingen en inkomensmutaties verwerkt zijn. Resultaat is een begroting die een reëler inzicht in het meerjarenperspectief geeft. De begroting maakt onderscheid tussen structurele en incidentele middelen. Structurele middelen zijn jaarlijks terugkerende middelen. Incidentele middelen -de naam zegt het al- zijn eenmalig of voor een beperkt aantal jaren terugkerende middelen. Om het huishoudboekje van de gemeente gezond te houden is het van belang om de jaarlijks terugkerende lasten te kunnen betalen uit de jaarlijks terugkerende inkomsten. Dat heet dan een structureel en reëel sluitende begroting.

2.3. Begrotingsbeeld

De meerjarenbegroting laat na verlaging van de resterende bezuinigingstaakstelling naar € 1,05 miljoen, het volgende begrotingsbeeld zien (inclusief nieuw beleid en stelposten “Vernieuwen, Ombuigen en Bezuinigen”).

Bedragen in € 2014 2015 2016 2017

Structureel saldo 295.000 408.000 192.000 6.000 Incidenteel saldo -277.000 63.000 88.000 89.000 TOTAAL SALDO 18.000 471.000 290.000 95.000

Page 11: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

11

Voor een verklaring van de verschillen tussen de diverse jaren verwijzen wij naar de analyse daarvan in bijlage 1 van deze programmabegroting.

2.4. Overige prognoses

De grondexploitatie is neutraal opgenomen in de begroting. De cijfers van de in april 2013 vastgestelde calculaties zijn in deze begroting opgenomen. Behoudens expliciete winst- of verliesnemingen worden de lasten en baten in de grondexploitatie gecompenseerd door mutaties in de boekwaarde van de diverse plannen. In de paragraaf grondbeleid wordt verder ingegaan op de diverse plannen.

Page 12: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

12

Page 13: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

13

3. Paragrafen

3.1. Bedrijfsvoering

3.1.1. Personeel en organisatie

Begin 2012 is een doorstart gemaakt met een Organisatie Ontwikkel Traject (OOT). Het traject heeft als doel het maximaliseren van de dienstverlening. Kernwoorden hierbij zijn: Daadkracht, Uitdaging, Resultaatgerichtheid en Flexibiliteit (DURF). In het OOT is een zevental actiepunten geformuleerd:

1. Het traject Integrale Toekomstvisie zoals in de Programmabegroting 2012 is opgenomen, gelijk op laten lopen met het Organisatie Ontwikkel Traject.

2. Een heldere organisatiemissie en -visie met een hierop voor de gehele organisatie geldend Dienstverleningsconcept (DVC). De missie/visie is vertaald in DURF en het DVC wordt afgeleid van het Kempenconcept.

3. De organisatiestructuur wordt per 1 januari 2014 gewijzigd en vooruitlopend op deze wijziging worden coördinatoren begeleid met een traject.

4. Vervolmaken van de SMART uitwerking van de programmabegroting met een hierbij passende planning en control cyclus. Deze wordt toegepast in de planning en control cyclus begroting 2013 e.v.

5. De beschrijving van processen wordt verder uitgewerkt, een systeem van tijdverantwoording ingevoerd, er wordt nu gewerkt met de nieuw afgesproken adviesvaardigheden en projectmatig werken wordt opgestart.

6. De ingezette lijn van competentieontwikkeling wordt doorgezet en strategisch personeelsbeleid wordt geïmplementeerd. Dit is opgenomen in het afdelingsplan van P&O SK. P&O rolt strategisch ontwikkelen (onder andere competentieontwikkeling) verder uit in 2014 en volgende jaren.

7. Ter bewaking van de noodzakelijke kwaliteitsverbetering het Overheid Ontwikkel Model invoeren. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de aanwezige kennis binnen P&O en de start ligt eind 2013, begin 2014.

De onderdelen 1, 2, 3, 4 en 5 (deels) zijn gerealiseerd. De punten 6 en 7 zijn in ontwikkeling. Uit een periodieke enquête van de Ondernemingsraad is gebleken dat er veel draagvlak is voor de ingezette veranderingen. Onze medewerkers zijn “in“ om door middel van efficiënt werken te zorgen voor een arbeidsklimaat waar prestaties moeten worden geleverd in een plezierige werksfeer. De uitwerking van het Organisatie Ontwikkel Traject, de Integrale Toekomstvisie, Intergemeentelijke samenwerking en de effecten van “Vernieuwen, Ombuigen en Bezuinigen” moet leiden tot het zijn van een zogenaamde netwerkgemeente. Dat behelst kortweg dat de beleidsvorming zoveel mogelijk op lokaal niveau wordt bepaald, maar in samenspraak met maatschappelijke organisaties en bedrijven wordt ontwikkeld, met behoud van ieders verantwoordelijkheid. De uitvoering ervan zal zoveel mogelijk in de gezamenlijke backoffice van de Kempensamenwerking of andere samenwerkingsverbanden plaatsvinden (zie hierna “Samenwerking in de Kempen”). Kempenacademie Een virtuele Kempenacademie is in voorbereiding. Onderdelen daarvan zullen onder meer worden:

- leerlijnen in relatie tot competentieontwikkeling (bijvoorbeeld klantgerichtheid); - informatie over ontwikkelingen in de samenleving; - vraag naar en aanbod van personeel (vacaturebank); - loopbaanscan; - informatiebijeenkomsten rond bijvoorbeeld social media. Na besluitvorming over

implementatie van een Kempenacademie, worden leerlijnen ontwikkeld en uitgezet met competentieontwikkeling (bijvoorbeeld klantgerichtheid) als doel. Ook uitbouw naar een portal tot kennis en informatie omtrent instrumenten en een digitale match tussen vraag en aanbod van eigen trainingen en trainers alsmede een testomgeving om eigen competenties te testen.

Terugdringen ziekteverzuim De komende jaren heeft het terugdringen van verzuim prioriteit. P&O gaat scherp analyseren wat de oorzaken zijn van het steeds maar stijgende verzuim. Op basis van de analyse zijn en worden concrete maatregelen genomen. Het verzuimbeleid moet niet langer gericht zijn op

Page 14: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

14

verzuimbeheersing, maar vooral op “mindset”: een zieke medewerker kan ervoor kiezen om niet te verzuimen, door na te gaan wat iemand nog wel kan in plaats van wat iemand niet meer kan. De inzet van een verzuimconsulent kan dit versterken.

3.1.2 Samenwerking in de Kempen

Stip op de horizon blijft een ambtelijke fusie van de vijf Kempengemeenten. Het formeel tot stand brengen hiervan blijkt een proces te zijn waar iedere gemeente nog keuzes in wil maken en een eigen tempo in wil volgen. Naast de bestaande samenwerking op de taakvelden P&O, Shared Service Center en de Intergemeentelijke Sociale Dienst, zijn er plannen voor samenwerking van de taakvelden Financiën, Belastingen en Verzekeringen en Binnendiensten Openbare Ruimte. Het taakveld Vergunningverlening Toezicht en Handhaving is richting ambtelijke samenwerking al verder ontwikkeld. Dit alles moet leiden tot een ambtelijke samenwerking, waarbij het feitelijke ineenvlechten van afdelingen het resultaat moet zijn, waardoor voordelen van samenwerking worden behaald. De transities in het sociale domein worden ook zoveel mogelijk gezamenlijk opgepakt. Daarnaast wordt geconstateerd dat op andere niet genoemde taakvelden medewerkers van de diverse gemeenten elkaar al opzoeken en vinden en waar door samenwerking meerwaarde ontstaat. Die houding van medewerkers bevorderen wij. In combinatie met vraagstukken als ambtelijke aansturing, bestuurlijk legitimatie, voorkomen van bestuurlijke drukte en zekerheden voor personele aspecten naar de medewerkers, blijven wij aandringen om zo snel mogelijk tot ambtelijke fusie te komen en duidelijke structuren rondom de bestuurlijke organisatie vast te stellen. Hierbij anticiperen wij op de uitkomsten en nadere besluitvorming rondom De Kracht van Brabant. De kwaliteit van de dienstverlening wordt geüniformeerd, waarbij het vastgestelde Dienstverlenings-concept SK de basis vormt.

Page 15: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

15

3.2. Lokale heffingen

3.2.1. Algemeen

De lokale heffingen zijn een integraal onderdeel van het gemeentelijk beleid. De uitvoering van gemeentelijk beleid raakt daarmee elke burger, bedrijf of instelling direct in zijn/haar portemonnee. Zij wensen -terecht- waar voor hun geld. Lokale belastingen en heffingen staan dan ook sterk in de belangstelling. Het doel van deze paragraaf is om integraal informatie te geven over alles wat met lokale heffingen te maken heeft. In deze begroting geven wij een actuele indicatie van een aantal tarieven voor 2014. De feitelijke vaststelling van de belasting- en legestarieven vindt altijd plaats door de vaststelling van de diverse verordeningen door de raad (in december 2013). Voor de definitieve OZB-tarieven is het bijvoorbeeld nodig te beschikken over de uitkomsten van de hertaxaties naar de peildatum 1-1-2013, welke uitkomsten nu nog niet beschikbaar zijn.

3.2.2. Ontwikkelingen

Wet Waardering onroerende zaken (WOZ) Vanaf 2008 wordt de waarde vastgesteld naar het waardepeil van 1 jaar daarvoor, dus in 2014 wordt de waarde vastgesteld naar het peil van 1 januari 2013. De laatste tijd vormt het zeer geringe aantal verkopen en de moeilijke huizenmarkt een probleem voor het vaststellen van de WOZ-waarde. De OZB-tarieven zullen stijgen als gevolg van de waardedaling van de woningen en niet-woningen om de geraamde OZB-opbrengst te realiseren. Riolering In december 2011 heeft de raad het nieuwe VGRP (Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2012-2016) vastgesteld. Vanuit dit VGRP was voorspeld dat de tarieven in 2014 met 6% zouden stijgen. Het is noodzakelijk om de tarieven, in afwijking van de tarieven aangegeven in het VGRP, voor 2014 en 2015 te verhogen met 12%. Redenen hiervoor zijn:

1. In 2012 en 2013 had de rioolheffing, naast de tariefsverhoging zoals opgenomen in het VGRP, verhoogd moeten worden met inflatie. Dit is niet gebeurd. Dit leidt tot een extra tariefsverhoging van 3% voor 2014.

2. In 2012 is het BTW-tarief verhoogd van 19% naar 21%. In het VGRP is rekening gehouden met 19%. Dit zou verhoogd moeten worden naar 21% om de rioolheffing volledig kostendekkend te houden. Dit leidt tot een extra tariefsverhoging van 2% voor 2014.

3. In het VGRP is gerekend met het aantal m³ wat niet gecorrigeerd was voor het waterverbruik van de boeren wat niet in het riool terecht komt (drinkwater voor vee e.d.) en dus ook niet in de rioolheffing meegerekend mag worden. Dit komt omdat we ten tijde van het opstellen van het VGRP nog veel minder inzicht hadden in het aantal m³ aan water wat in onze gemeente verbruikt werd. Voor die gegevens zijn we afhankelijk van de waterleidingmaatschappij. Voor de berekening van de rioolheffing voor 2014 hebben we dit wel gecorrigeerd. Dit leidt tot 40.000 m³ minder dan waarmee in het VGRP gerekend is. Gevolg daarvan is een extra tariefsverhoging van 7%.

In totaal zou dit tot een verhoging van 18% in 2014 (6% VGRP + 12% bovenstaande redenen) hebben geleid. Omdat de uitgaven 2013 achterblijven op de raming vinden we het verdedigbaar om de verhoging te verdelen over 2014 en 2015 en dus bovenop de stijging van 6% vanuit het VGRP, 6% extra te zetten voor 2014 en 2015 ter dekking van de extra 12% stijging die nodig is op basis van de hierboven genoemde redenen. Als we de tarieven niet met de 12% verhogen in 2014 en 2015, dan is de rioolheffing niet meer kostendekkend met gevolgen voor het begrotingssaldo. In 2009 is besloten om vanaf 2010 in 5 jaar tijd de tarieven voor rioolheffing te laten toegroeien naar een tarief per m³. Vanaf dat moment zijn de tarieven voor grootverbruikers gestegen en dalen gemiddeld de tarieven voor kleinverbruikers. Vanaf 2014 wordt er voor iedereen een tarief per m³ berekend.

Page 16: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

16

Leges Door de werkgroepen in het kader van de bezuinigingen wordt de kostendekkendheid van de legestarieven gevolgd. Tevens wordt er nadrukkelijker gekeken of alles wat doorberekend kan worden ook daadwerkelijk via de leges wordt verhaald. Zelf de aanslagen voor afval en riool opleggen Vanaf 1 januari 2012 leggen we zelf de aanslagen voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing op. De ervaringen daarmee zijn positief. Voordeel van het zelf opleggen is o.a. dat de inzichtelijkheid in de cijfers groter is en dat we op basis hiervan betere uitleg aan de inwoners kunnen geven. Bij een verdergaande vorm van samenwerking binnen Kempenverband zal opnieuw de afweging worden gemaakt tussen al dan niet zelf doen.

3.2.3. Beleid en tariefstelling

De algemene uitkering is de belangrijkste inkomstenbron van de gemeente. De gemeentelijke belastingen en heffingen zijn de belangrijkste, door de gemeente te beïnvloeden, inkomstenbronnen. Bij de riool- en afvalstoffenheffing en de leges is 100% kostendekking het uitgangspunt en zullen de tarieven dus bepaald worden door de raming van de kosten. De overige tarieven stijgen in beginsel met het inflatiepercentage (1,75%), waarmee ook in de algemene uitkering wordt gerekend. De macronorm OZB voor het begrotingsjaar 2014 is in de meicirculaire 2013 vastgesteld op 2,45%. Dit betekent dat de totale OZB-inkomsten in Nederland in 2014 niet meer dan 2,45% hoger mogen zijn dan de OZB-inkomsten in 2013. De macronorm voor 2014 was eigenlijk 3,5% maar wordt gecorrigeerd voor de overschrijdingen van de macronorm in 2012 en 2013, waardoor een macronorm overblijft van 2,45%. Het OZB tarief wordt uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde. De nieuwe WOZ-waardes voor 2014 zijn nog niet bekend. Bij de definitieve vaststelling van de verordeningen met de tarieven voor 2014 zullen de tarieven uiteraard aangepast worden aan de waardemutaties (lagere tarieven bij een waardestijging of hogere tarieven bij een waardedaling). De totale opbrengst voor de OZB is verhoogd met de inflatiecorrectie van 1,75%. Voor de afvalstoffenheffing wordt in deze begroting al een indicatie gegeven van de nieuwe tarieven voor 2014. De in de programmabegroting opgenomen ramingen met betrekking tot vuilophaal- en afvoer vormen de basis voor de berekening van de tarieven afvalstoffenheffing. De kosten voor afval waren lager dan het berekende bedrag aan inkomsten. Dit komt voornamelijk door minder kapitaallasten en minder urentoerekening vanuit de afdelingen. Omdat er nog steeds een groot verschil zit tussen de vaste kosten en het vaste tarief en de variabele kosten en het variabele tarief is ervoor gekozen om het tarief per lediging met 6% te verlagen. Voor de rioolheffing zijn de lasten uit het vastgestelde VGRP overgenomen. Het verschil wordt geëgaliseerd via de egalisatiereserve riolering. De BTW speelt bij de afvalstoffenheffing en de rioolheffing een speciale rol omdat wij in de kosten die we via die heffingen verhalen ook de te betalen BTW mogen meerekenen. Die betaalde BTW is weliswaar verhaalbaar via het BTW-compensatiefonds, maar omdat dat fonds wordt gevoed vanuit het gemeentefonds, is dat feitelijk een “sigaar uit eigen doos”. Ter compensatie daarvan loopt de BTW dus mee in de kosten, die via de betreffende heffingen worden verhaald. Daardoor is in de begrotingen de raming van de baten ook hoger dan de raming van de corresponderende lasten.

3.2.4. Toeristenbelasting en woonforensenbelasting

Om de toeristische sector op een vroeg tijdstip te kunnen infomeren over eventuele tariefstijgingen heeft de raad bij de vaststelling van de perspectiefnota besloten om deze in 2014 te verhogen naar € 1,05 per persoon per nacht. De totale opbrengst van de toeristenbelasting hebben we naar beneden bijgesteld. We zijn uitgegaan van de werkelijke inkomsten 2012 en daarop een verhoging van 5%. Daarnaast is nog ca. € 15.000 bijgeraamd omdat we meer inkomsten verwachten als gevolg van het onderzoek dat wordt uitgevoerd in het kader van de toeristenbelasting. Voor de forensenbelasting hanteren we dezelfde systematiek als voor de toeristenbelasting. In 2013 is de forensenbelasting verhoogd met inflatie en de toeristenbelasting niet. Dit is in de tariefstelling voor 2014 gecorrigeerd zodat ze weer gelijk lopen. Het tarief wordt vastgesteld op een percentage van de WOZ-waarde.

Page 17: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

17

3.2.5. De belangrijkste tarieven

2013 2014 Heffingsmaatstaf OZB OZB woningen eigenaar 0,0930% 0,0949%* % van de Woz-waarde OZB niet-woning eigenaar 0,1663% 0,1696%* % van de Woz-waarde OZB niet-woning gebruiker 0,1062% 0,1083%* % van de Woz-waarde

Afvalstoffenheffing

- vastrecht € 76,20 € 76,20 per jaar - 140 liter € 6,58 € 6,21 per lediging - 240 liter € 11,30 € 10,66 per lediging Rioolheffing

- klasse 1 (minder 101 m³) € 94,48 per jaar - klasse 2 (101 m3 < 201 m³) € 243,36 per jaar - klasse 3 (201 m3 < 301 m³) € 387,48 per jaar - klasse 4 (301 m3 < 401 m³) € 532,60 per jaar - klasse 5 (401 m3 < 501 m³) € 680,04 per jaar - klasse 6 (501 m3 < 750 m³) € 924,76 per jaar - klasse 7 (751 m3 < 1001 m³) € 1.288,28 per jaar - klasse 8 boven de 1000 m³ € 1,33** per m3

Tarief per m³ € 1,89** Tarief per m³ Toeristenbelasting

€ 1,00

€ 1,05

per persoon per nacht

Woonforensenbelasting 0,46% 0,47% % van de WOZ-waarde Bouwkosten

Bouwkosten < 200.000 2,08% 2,12% % met minimum € 50 Bouwkosten tussen € 200.000 en € 500.000

€ 4.160 +1,81%

€ 4.240 +1,84%

Vast bedrag + percentage boven ondergrens bouwkosten

Bouwkosten tussen € 500.000 en € 1.000.000

€ 9.590 +1,56 %

€ 9.760 +1,59 %

Vast bedrag + percentage boven ondergrens bouwkosten

Bouwkosten tussen € 1.000.000 en € 2.000.000

€ 17.390 + 1,30%

€ 17.710 + 1,32%

Vast bedrag + percentage boven ondergrens bouwkosten

Bouwkosten tussen € 2.000.000 en € 5.000.000

€ 30.390 +1,04%

€ 30.910 +1,06%

Vast bedrag + percentage boven ondergrens bouwkosten

Bouwkosten > € 5.000.000 € 60.780 +0,77%

€ 62.710 +0,78%

Vast bedrag + percentage boven ondergrens bouwkosten

* Zoals aangegeven kan nog niet voor alle tarieven een indicatie gegeven worden. Dit heeft verder geen invloed op de bedragen in de begroting, omdat bij de geraamde inkomsten reeds rekening gehouden is met de afgesproken inflatiecorrectie. Voor de hier genoemde OZB-tarieven zijn aannames gedaan. Op basis van de werkelijke taxatiegegevens zullen de definitieve percentages hiervan afwijken.

** In 2014 is de overgang van gestaffelde tarieven voor de rioolheffing naar een volledig berekening op basis van het aantal m³ waterverbruik afgerond. Omdat er in 2013 nog deels met staffels werd gewerkt, wijken de bedragen per m³ tussen 2013 en 2014 sterker af.

3.2.6. Belastingdruk

Lokale lastendruk 2014 per huishouden In onderstaand overzicht wordt een indicatie gegeven van de ontwikkeling van de tarieven 2014 ten opzichte van 2013. Hierbij wordt uitgegaan van een eengezinswoning (in eigendom) met een gemiddelde waarde van € 298.000 in 2012, € 295.000 in 2013 en € 288.000 in 2014. In totaliteit stijgt de totale lastendruk met gemiddeld € 34,00 per huishouden ten opzichte van het jaar 2013. Dit komt neer op 4,62 %. Bij de afvalstoffenheffing gaan we uit van het vast recht en 15 ledigingen en voor de rioolheffing gebruiken we 150m³

Page 18: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

18

Bedragen in € Tarief 2012 Tarief 2013 Tarief 2014

Onroerende-zaakbelastingen - eigenarengedeelte 268,80 274,35 273,31

Afvalstoffenheffing (op basis van 15 ledigingen) 166,80 174,90 169,35 Rioolheffing (op basis van 150 m³ waterverbruik) 229,68 243,36 283,50 Totaal per huishouden 665,28 692,61 726,16

3.2.7. Geraamde inkomsten uit lokale heffingen (in €)

Begroting 2013 Begroting 2014 Onroerende zaakbelasting 2.115.000 2.206.000 Toeristenbelasting 113.000 100.000 Woonforensenbelasting 27.000 28.000 Bouwleges 202.000 204.000 Leges bevolking e.d. 214.000 221.000 Afvalstoffenheffing 798.000 778.000 Rioolheffing 1.140.000 1.278.000 Marktgelden 33.000 33.000 Totaal 4.642.000 4.848.000

Page 19: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

19

3.3. Weerstandsvermogen

3.3.1. Algemeen

Weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om niet-structurele risico’s op te kunnen vangen teneinde haar taken te kunnen voortzetten. De gemeentelijke risico’s, die niet verzekerd zijn of afgedekt worden door reserves, voorzieningen of overige middelen, zijn van belang voor de bepaling van de hoogte van het weerstandsvermogen. Tegenover deze (financiële) risico’s staat de weerstandscapaciteit van de gemeente. Het weerstandsvermogen bestaat dus uit de relatie tussen weerstandscapaciteit (de middelen waarover de gemeente beschikt / kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen is van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie van de gemeente voor het begrotingsjaar, maar ook voor de meerjarenraming. Voor de raad is het weerstandsvermogen van belang, zeker nu de beschikbare middelen krapper zijn en er ook onzekerheden bestaan over de taken die naar de gemeente overgeheveld gaan worden en de middelen die daarvoor beschikbaar zullen worden gesteld. De raad moet inzicht hebben in de ruimte die er is voor tegenvallers. Een buffer hiervoor is wenselijk. Hierbij moeten we denken aan onvoorziene zaken die de grenzen van de stelpost voor onvoorziene uitgaven op de begroting fors overschrijden èn die ook zodanig onvoorzien zijn, dat zij niet voorspeld kunnen worden.

3.3.2. Beleid

De nota “Reserves, voorzieningen & afschrijvingsbeleid” is vastgesteld op 6 november 2012. Hierin zijn regels opgenomen over hoe omgegaan wordt met reserves en voorzieningen en op welke wijze afschrijving plaatsvindt op activa. In het kader van deze paragraaf is van belang dat in het beleid is bepaald dat het weerstandsvermogen (de reserves) toereikend moet zijn om de risico’s, die de gemeente loopt, op te kunnen vangen. Tevens is een gewenste omvang van de algemene reserve bepaald op 10% van de begrotingsomvang. Voor 2014 komt de gewenste omvang uit op € 2,8 miljoen. Per 1 januari 2014 voldoen we aan de gewenste omvang, maar door het saldo van de exploitatie 2013, wat bij de vaststelling van de jaarrekening 2013 in 2014 ten laste komt van de algemene reserve, zakken we per einde 2014 onder de gewenste omvang. Op de minimale omvang komen we verderop in deze paragraaf (onder 3.3.3) terug. Het eigen vermogen ramen wij voor 2014 als volgt: Bedragen in € Stand per

1-1-2014 Bedrag per inwoner

1

Stand per 31-12-2014

Bedrag per inwoner

Algemene reserves2 2.998.700 236 1.639.7003 129 Bestemmingsreserves4 164.000 13 129.900 10 Totaal 3.162.700 249 1.769.600 139

Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit de volgende onderdelen: a. Algemene reserves b. Post onvoorzien c. Onbenutte belastingscapaciteit d. Stille reserves e. Begrotingsruimte Ad a. Algemene reserves

1 aantal inwoners per 1-1-2014 is 12.688 en 12.698 per 31-12-2014 (conform Perspectiefnota 2013)

2 wordt betrokken bij berekening weerstandscapaciteit 3 gerekend is met een onttrekking vanwege een negatief exploitatiesaldo 2013 conform 1e Berap 2013

4 rekening gehouden met onttrekking als gevolg van bestaand beleid

Page 20: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

20

Per 1 januari 2014 kennen we op basis van het geldende beleid nog maar één algemene reserve, die per die datum een omvang heeft van bijna € 3 miljoen. De bestemmingsreserves laten we buiten de berekening van de weerstandscapaciteit. Bestemmingsreserves moeten meer gezien worden als verplichtingen. Daarom nemen we die niet mee in de berekening. Ad b. Post onvoorzien Jaarlijks wordt in de begroting een post onvoorzien opgenomen, bedoeld voor niet voorziene incidentele kosten. De hoogte van het budget onvoorziene uitgaven is in het kader van de in november 2012 vastgestelde nota “Vernieuwen, Ombuigen en Bezuinigen” (VOB) met € 20.000 verhoogd tot € 50.000. Ad c. Onbenutte belastingcapaciteit De omvang van de belastingcapaciteit is de ruimte tussen de feitelijk te verwachten opbrengst en de opbrengst die de gemeente zou moeten realiseren wanneer zij een beroep doet op art. 12 van de Financiële verhoudingswet (de zogenaamde artikel 12-norm). Volgens die norm moeten de afvalstoffenheffing en het rioolrecht kostendekkend zijn. Hieraan voldoen wij. Dan blijft de onbenutte capaciteit van de onroerende zaak belasting over. Voor 2013 geldt daarvoor een factor van 0,1432 van de totale WOZ-waarde. Een globale berekening leert dat de onbenutte belastingcapaciteit voor Reusel-De Mierden zo’n € 919.000 bedraagt. Ad d. Stille reserves Stille reserves zijn activa die te laag of tegen nul zijn gewaardeerd, maar die in principe direct verkoopbaar zijn. In het project “Vernieuwen, Ombuigen en Bezuinigen” is voorgesteld om een gedeelte van die stille reserves te gelde te maken. Dat voorstel is echter niet door uw raad overgenomen. In het licht van de financiële positie c.q. vermogenspositie van de gemeente achten wij het echter nog steeds van belang om een deel van het vermogen in stille reserves om te zetten naar bruikbaar vermogen. Ad e. Begrotingsruimte Ook het saldo van de begroting vormt een onderdeel van de weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit bestaat uit een incidenteel en een structureel gedeelte en wordt als volgt berekend (in €): Incidentele weerstandscapaciteit Bedragen in €

Algemene reserves 2.998.700 Bestemmingsreserves (incl. egalisatiereserves) 164.000 Begrotingsruimte -/- 276.600 Incidentele weerstandscapaciteit 2.886.100 Structurele weerstandscapaciteit Bedragen in €

Vrij aanwendbaar deel algemene reserve 0 Begrotingsruimte 295.000 Onbenutte belastingcapaciteit 919.000 Structurele weerstandscapaciteit 1.214.000 Totale weerstandscapaciteit € 4.100.100

3.3.3. Risico’s

De samenloop van risico’s is een ander aspect van het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te vangen (=weerstandsvermogen). Inventariseren van risico’s, een inschatting maken van de kans op deze risico’s en het beheersen en managen van risico’s spelen hierin een belangrijke rol. Geconcludeerd kan worden dat de maatschappelijke ontwikkelingen van het mondiger worden van burgers en de toenemende complexiteit van wettelijke procedures en regelgeving zorgen voor toenemende risico’s in de gemeentelijke bedrijfsvoering en uitoefening van gemeentelijke taken. Door de actuele economische situatie wordt dat nog versterkt.

Page 21: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

21

In het navolgende zal een overzicht gegeven worden van de risico’s in het licht van het weerstandsvermogen. De weerstandscapaciteit kan dan afgezet worden tegen de samenloop van de geïnventariseerde risico’s, zodat “beoordeeld” kan worden of het weerstandsvermogen (capaciteit versus risico’s) afdoende is. Het is niet mogelijk deze risico’s exact in bedragen uit te drukken, anders zou er sprake zijn geweest van verplichte vorming van voorzieningen. Algemene uitkering uit het gemeentefonds. De algemene uitkering is in deze begroting geraamd op basis van de septembercirculaire 2013. Omdat ook op rijksniveau nog niet alle maatregelen uitgekristalliseerd zijn, wordt voor toekomstige risico’s rekening gehouden met een buffer van € 210.000 per jaar. In deze meerjarenbegroting is rekening gehouden met een budget voor de transities in het sociale domein. Dit is deels een voortzetting van het beleid uit de voorgaande begroting en voor het andere deel wordt, via het nieuw beleid bij deze begroting, om ophoging van dat budget gevraagd. Het betreft overigens incidentele gelden ten behoeve van de transformatie naar de nieuwe situatie. Hoe de structurele geldstromen zullen gaan lopen is nog onbekend. De transities betreffen: • de Participatiewet; • decentralisatie AWBZ; • overdracht taken Jeugdzorg. Door de middelen die voor de overgangsfase van de transities in de begroting zijn opgenomen, gaan we er van uit dat we de transities op een gedegen wijze kunnen invoeren, waarbij het kwaliteitsniveau past bij de ambities van de gemeente. Daarbij gaan we er van uit dat we de nieuwe taken, conform de bedoelingen van het rijk bij de overgang, kunnen uitvoeren voor de middelen die daarvoor beschikbaar gaan komen. Voor zover daarin al enige tegenval zou optreden, is daarmee rekening gehouden in de keuzes die zijn aangehouden ten aanzien van de hoogte van de algemene uitkering in relatie tot het VOB-traject. Grondexploitatie / Bestemmingsplannen Op grond van artikel 6.1 van de Wet op de ruimtelijke ordening bestaat de mogelijkheid dat onevenredige schade moet worden vergoed. Hiervoor zijn geen specifieke middelen gereserveerd. In principe worden eventuele claims op de ontwikkelaars van een plan afgewenteld. Indien de gemeente de planschade moet vergoeden, wordt deze opgevangen binnen de grondexploitatie. Daarnaast vormt de grondexploitatie zelf, als gemeentelijke activiteit, een voortdurend risico (economische ontwikkelingen, veranderende wetgeving, fluctuerende rentes e.d.). Het feit dat deze activiteit in principe in 4 kernen en op een kleinschalige wijze wordt uitgevoerd, versterkt dit risico. Momenteel is als gevolg van algehele stagnatie in de woningmarkt en inkomensonzekerheden een verminderde belangstelling voor woningbouwkavels waarneembaar. De grondexploitaties worden jaarlijks opnieuw berekend, waarbij ook een inventarisatie plaatsvindt van risico’s dan wel te optimistische inschattingen. Op basis van de meest recente berekeningen zijn voorzieningen gevormd voor gecalculeerde nadelige saldi. In de paragraaf grondbeleid is een toelichting gegeven op het weerstandsvermogen dat voor de grondexploitaties nodig is (€ 1,4 miljoen). Intergemeentelijke samenwerking Onze gemeente heeft zich per 1 januari 2010 verbonden aan de Gemeenschappelijke Regeling voor de Samenwerking binnen de Kempen (GRSK). Hierin zijn o.a. de afdelingen P&O, SSC-ICT en de ISD ondergebracht. Deze samenwerking geeft een risico in de vorm van beheersbaarheid van de eigen organisatie. Door deelname in de verschillende bestuurslagen heeft onze gemeente invloed op de GRSK, maar de gemeente moet zich aansluiten bij besluiten die in gezamenlijkheid genomen worden. Het aandeel van onze gemeente in de begroting van de GRSK is conform de regelgeving opgenomen in de voorliggende begroting. De ervaring leert dat de “winst” van het samen optrekken vooral zit in de toename van professionaliteit en kwaliteit die wordt bereikt en in het borgen van de continuïteit op vitale bedrijfsprocessen. De gemeente Reusel-De Mierden neemt nog in meer gemeenschappelijke regelingen deel, welke allen staan beschreven in de paragraaf verbonden partijen. Ook daarbij is sprake van risico’s in de kostensfeer omdat de kosten voor onze gemeente bepaald worden door besluiten, genomen door een meerderheid van het algemeen bestuur van de betreffende gemeenschappelijke regeling. Uitgaven die voortvloeien uit begrotingen die door het algemeen bestuur van een gemeenschappelijke regeling zijn vastgesteld, zijn voor de deelnemende gemeenten verplichte uitgaven.

Page 22: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

22

Wet Werk en Bijstand Als gevolg van de financiële crisis zullen er de komende jaren waarschijnlijk meer mensen een beroep doen op het inkomensdeel van de Wet Werk en Bijstand. De gemeente Reusel-De Mierden wordt op basis van historische cijfers door het rijk gecompenseerd, maar komt daar niet helemaal mee uit. Voor 2014 en volgende jaren zijn we uitgegaan van de ramingen die samen met de ISD zijn opgesteld. Wet dwangsom beroep niet tijdig beslissen Als de gemeente te traag is met het nemen van een besluit op een aanvraag of bezwaar, dan kan de gemeente sinds 1 oktober 2009 een dwangsom opgelegd krijgen. Ook kan de burger naar de rechter stappen. Dit is geregeld in de nieuwe Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Deze wet beoogt burgers een effectiever rechtsmiddel te geven tegen te trage besluitvorming door bestuursorganen. Door procedures en termijnen goed te verankeren in werkprocessen, wordt de oplegging van dwangsommen zoveel mogelijk voorkomen. Uitgaande van twee dwangsommen per jaar is het risicobedrag ongeveer € 10.000. Gegarandeerde geldleningen De gemeente staat garant voor de betaling van rente en aflossing over een aantal door derden aangegane geldleningen. Daarbij is een onderscheid te maken tussen garantstellingen aan woningcorporaties op basis van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en overige garantstellingen. Voor geldleningen onder het regime van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw geldt dat bij problemen eerst het WSW aangesproken wordt en pas als deze niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen, staan rijk en gemeenten ieder voor 50% garant. Het totaalbedrag waarvoor onze gemeente onder het regime van het WSW een afgeleide garantstelling heeft afgegeven bedroeg per 31-12-2012 € 31 miljoen. Bij de overige garantstellingen is de gemeente één-op-één aanspreekbaar als een vereniging of stichting in gebreke blijft. Het schuldrestant van leningen waarvoor de gemeente garant staat bedraagt per 1-1-2013 € 360.000. Een specificatie: • RSZK (herfinanciering bouw verzorgingstehuis) € 351.000 • Stichting Paardensportaccommodaties (sanering schulden) € 9.000 Wij hebben geen signalen, die zouden kunnen duiden op een concreet risico dat wij binnen afzienbare termijn aangesproken zouden kunnen worden op onze waarborgverplichtingen. Vorming Omgevingsdiensten Een aantal taken op het gebied van vergunningverlening en handhaving, vooral in combinatie met de meer complexe milieuvergunningen, is inmiddels belegd bij de Omgevingsdienst. In zuidoost Brabant is ook zo’n Omgevingsdienst opgericht waarin taken van gemeenten in dat gebied, de provincie Noord-Brabant en de Milieudienst van het SRE zijn ondergebracht. Zij hielden zich tot dusverre in opdracht van de gemeenten in belangrijke mate met het taakveld van de Omgevingsdienst bezig. Bij de Omgevingsdienst (een gemeenschappelijke regeling) werken personeelsleden van de gemeenten, de provincie en de voormalige SRE-milieudienst. Vanuit Reusel-De Mierden is geen personeel overgegaan naar de Omgevingsdienst omdat wij de betreffende taken volledig hadden belegd bij de milieudienst van het SRE. Tezamen met de vorming van de Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (ODZOB) heeft dus een afbouw van de milieudienst van het SRE plaatsgevonden. In hoeverre dit al dan niet leidt tot tijdelijke extra kosten is nog niet bekend omdat de nieuwe Omgevingsdienst zich eerst nog moet “zetten” en op basis van ervaringen de kosten nauwkeuriger zal kunnen bepalen en beheersen. Ook bestaat de mogelijkheid van frictiekosten doordat bij organisaties (bijvoorbeeld het SRE) personeel achterblijft dat niet inpasbaar was in de Omgevingsdienst. Transformatie SRE Per 1 januari 2014 wordt naar verwachting de Wgr Plus afgeschaft en dienen de 21 gemeenten te heroverwegen welke taken zij willen overnemen van het SRE. Het SRE heeft in juni 2013 een transformatieplan opgesteld, waarbij het een voorstel doet over enerzijds het behoud van structurele taken en anderzijds de over te dragen taken na 2014. Het college heeft inmiddels naar het SRE gereageerd over welke taken de gemeente wil overnemen. Momenteel wordt er gewerkt aan de uitwerking van het transformatieplan en het opstellen van een nieuwe Gemeenschappelijke Regeling. Tussen november 2013 en januari 2014 worden de gemeenteraden van de 21 gemeenten gevraagd

Page 23: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

23

om een beslissing te nemen over de concept Gemeenschappelijke Regeling. Wij hebben in de begroting 2014-2017 zowel de bijdrage aan het SRE als die aan de ODZOB opgenomen.

Samenvatting beschreven risico (Bedragen in €)

Onzeker bedrag Kans op voordoen

Benodigde weerstand

Intergemeentelijke samenwerking 340.000 25% 85.000 Wet werk en bijstand 250.000 50% 125.000 Wet dwangsom beroep bij niet tijdig beslissen 10.000 50% 5.000 Grondexploitaties 1.420.000 1.420.000 Totaal 1.635.000

Geconcludeerd kan worden dat de aanwezige algemene reserve toereikend is in relatie tot het berekende risico.

Page 24: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

24

Page 25: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

25

3.4. Financiering

3.4.1. Algemeen

De treasuryfunctie van de gemeente dient tot: • het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities; • het beschermen van gemeentelijke vermogens- en renteresultaten tegen ongewenste financiële

risico’s, zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s; • het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de

geldstromen en financiële posities; • het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet Financiering Decentrale

Overheden (FIDO) respectievelijk de limieten en richtlijnen volgens het treasurystatuut.

3.4.2. Treasury en renteontwikkeling

De huidige crisis leidt tot een ongekend lage rente op aan te trekken financieringsmiddelen. Dat geldt voor zowel de langlopende geldleningen als voor kort geld. Met behulp van een gedetailleerde prognose van onze geldstromen kunnen we onze behoefte aan geld of kapitaal zo slim mogelijk afdekken, waardoor we nog jaren profijt hebben van de huidige, lage rentestand. Voor de rekenrente gaan we, met het oog op zoveel mogelijk stabiliteit en mede gelet op de marktsituatie, uit van 4%. Dat is hoger dan wat we feitelijk betalen. Het kleine voordeel dat we hierdoor hebben (het verschil tussen de werkelijk betaalde en de in de begroting gehanteerde rekenrente) wordt als incidentele ruimte ingezet ter dekking van het begrotingssaldo. Een andere indicator in het kader van de treasuryfunctie is de zgn. omslagrente, welke wordt berekend door het totaal aan rentelasten te delen door de totale boekwaarde van de activa.

3.4.3. Leningenportefeuille

De gemeente Reusel-De Mierden heeft begin 2013 voor een bedrag van bijna € 34 miljoen aan opgenomen langlopende geldleningen. Deze schuldpositie zal geleidelijk afnemen, afhankelijk van wanneer we inkomsten ontvangen uit bijv. grondverkopen.

3.4.4. Kasgeldlimiet

Onder kasgeldlimiet wordt verstaan het maximale bedrag dat een gemeente met kortlopend krediet mag financieren. Dit kan bijvoorbeeld door “rood” staan bij de bank of door het aangaan van kasgeldleningen. Wettelijk is vastgesteld dat de kasgeldlimiet 8,5% van de jaarbegroting (exclusief BTW) is. De gemeente is verplicht om per kwartaal de kasgeldlimiet te toetsen en de provincie hiervan verslag te doen. In het jaarverslag wordt de geraamde kasgeldlimiet getoetst aan de werkelijke omvang. Omvang begroting (exclusief nieuw beleid) € 29.032.000 Toegestane limiet 8,50% Ruimte kasgeldlimiet € 2.468.000

De gemeentelijke liquiditeiten worden beïnvloed door de uitgaven- en de inkomstenstromen. Bij de uitgavenstromen is er naast de redelijk constante stroom van min of meer dagelijkse uitgaven, sprake van beïnvloeding door grote projecten, welke voor tijdelijke pieken in de uitgaven zorgen. Bij de inkomstenstromen zorgen de uitkeringen van het rijk en de belastinginkomsten voor de redelijk constante stroom van inkomsten. Echter ook de inkomsten uit bijvoorbeeld bouwgrondverkopen hebben een grote invloed op de liquiditeitspositie. En juist daar hebben we de laatste jaren het nadeel dat die inkomsten achterblijven bij de verwachtingen. Normaliter wordt dat ergens in de toekomst weer ingelopen, maar daar hebben we voor de huidige liquiditeitspositie niets aan.

3.4.5. Renterisiconorm en EMU-saldo

Renterisiconorm De renterisiconorm op basis van de Wet Fido (Financiering decentrale overheden) heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Er mag dus maximaal 1/5e deel van de langlopende schulden aan rentegevoeligheid onderhevig zijn. In de begroting 2014 en volgende jaren blijft het geraamde renterisico binnen de renterisiconorm.

Page 26: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

26

Renterisiconorm (bedragen x € 1.000)

2014 2015 2016 2017

1 Renteherzieningen 0 0 0 0

2 Aflossingen 483 483 483 483

3 Renterisico (1+2) 483 483 483 483

4a Begrotingstotaal van betreffende jaar 29.032 28.666 25.698 24.875

4b Percentage regeling 20% 20% 20% 20%

4 Renterisiconorm (20% van het begrotingstotaal)

5.806 5.733 5.140 4.975

5a Ruimte onder de renterisiconorm (4>3) 5.323 5.250 4.657 4.492

5b Overschrijding van de renterisiconorm (3>4) 0 0 0 0

EMU-saldo Een van de wijzigingen van het Besluit Begroting en Verantwoording is dat gemeenten verplicht worden het (geraamde) EMU-saldo over de jaren t-1, t en t+1 in de begroting van jaar t op te nemen. Om aan deze eis te voldoen is onderstaande staat ingevuld. Zolang de uitkomst van de staat positief is, levert de gemeente geen bijdrage aan een (te) hoog Europees begrotingstekort. EMU-saldo (bedragen x € 1.000)

t-1 2013

t 2014

t+1 2015

1 Exploitatiesaldo voor toevoeging/onttrekking uit reserves + - 983 - 17 471 2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie + 1.397 964 943 3 Bruto dotaties aan post voorzieningen ten laste van

exploitatie + 765 771 778

4 Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd

- 2.109 2.513 1.608

5 Ontvangen bijdragen van Rijk, provincies, EU en overigen, die in mindering zijn gebracht op uitgaven punt 4

+ 0 0 0

6a Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa

+ 0 0 0

6b Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa - 0 0 0 7 Uitgaven van aankoop van grond en bouw- en

woonrijpmaken - 3.935 979 3021

8a Verkoopopbrengsten van grond (buiten exploitatie = grondexpl.)

+ 7.338 6.674 7.608

8b Boekwinst op grondverkopen (binnen exploitatie) - 0 0 0 9 Betalingen ten laste van voorzieningen - 765 771 778 10 Betalingen niet via exploitatie, maar rechtstreeks t.l.v.

reserves - 0 0 0

11 Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen. - 0 0 0 Totaal berekend EMU-saldo 1.708 4.129 4.393

Page 27: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

27

3.5. Verbonden partijen

3.5.1. Algemeen

Een verbonden partij is een instelling buiten de eigen organisatie, waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft (Besluit Begroting en Verantwoording, BBV, art. 1). Met een zetel in het bestuur van een instelling of met stemrecht heeft de gemeente een “bestuurlijk belang”. Onder een “financieel belang” wordt verstaan: het ter beschikking stellen van middelen die de gemeente kwijtraakt bij faillissement van de verbonden partij of die bij financiële problemen van de verbonden partij op de gemeente verhaald kunnen worden. We kunnen een verbonden partij zien als één van de drie vormen waarmee gemeenten hun taken (laten) uitvoeren: door een eigen dienst, een commerciële partij of door een verbonden partij. Er kunnen een aantal redenen zijn, waarom een gemeente samenwerkt met een verbonden partij. Bijvoorbeeld om de mogelijkheden van spreiding van risico’s over de verschillende deelnemers of om een efficiëntere uitoefening van een wettelijke taak. De gemeente blijft verantwoordelijk voor het realiseren van de beoogde doelstellingen in de programma’s. De raad dient hiervoor kaders te stellen en de verbonden partijen te controleren op de realisatie van de doelstellingen. Naast bovengenoemde taken is deze paragraaf belangrijk voor de raad vanwege de kosten en de financiële risico’s die de gemeente kan lopen met verbonden partijen.

3.5.2. Onderscheid gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en privaatrechtelijke verbondenheden

Op een aantal gebieden is binnen de gemeente sprake van verbonden partijen. Het belangrijkste onderscheid dat daarbij gemaakt kan worden is dat in gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en privaatrechtelijke verbondenheden. Bij gemeenschappelijke regelingen betaalt de gemeente Reusel-De Mierden jaarlijks een bedrag voor exploitatiekosten van die gemeenschappelijke regeling naar rato van deelname in de regeling. Evenals bij stichtingen is bij de oprichting bijgedragen in de oprichtingskosten. Naar rato van de bijdragen loopt Reusel-De Mierden risico in een eventueel liquidatiesaldo van een gemeenschappelijke regeling/stichting. Verder lopen wij het risico dat een andere partij, die deelneemt in een gemeenschappelijke regeling/stichting, uittreedt. Op dat moment zal die partij uittreedkosten moeten betalen die meestal bestaan uit kosten in de vorm van wachtgelden aan personeel. Voor de achterblijvende deelnemende partijen zal de bijdrage in de exploitatiekosten dan veelal stijgen, doordat algemene kosten, bijvoorbeeld overheadkosten, over minder deelnemers omgeslagen kunnen worden. Ook kan het draagvlak van een gemeenschappelijke regeling/stichting verminderen bij uittreding van een partner. Hiervan is sprake als bijvoorbeeld de gemeente Eindhoven uit het SRE zou stappen. Een volgend risico is er voor ons wanneer wij zelf uit een gemeenschappelijke regeling stappen. Op dat moment zijn wij ook verplicht tot het betalen van de eerder genoemde kosten. Financiële en/of bestuurlijke risico’s kunnen beheerst worden door afvaardigingen van de gemeente in het Algemeen en/of Dagelijks Bestuur van een gemeenschappelijke regeling/stichting. De stem van de gemeente is naar rato van de verhouding ten opzichte van het totaal aantal bestuursleden. Naast gemeenschappelijke regelingen/stichtingen heeft de gemeente Reusel-De Mierden ook belangen in partijen op privaatrechtelijke grondslag. Het financiële risico van dit soort belangen is beperkt tot de waarde van de effecten c.q. de geaccepteerde verantwoordelijkheid.

3.5.3. Overzicht verbonden partijen

Hieronder volgt een overzicht van de verbonden partijen van de gemeente Reusel-De Mierden. Naast het openbaar belang worden ook de relevante ontwikkelingen toegelicht.

Page 28: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

28

Verbonden partij Openbaar belang Relevante ontwikkelingen Financieel Gemeenschappelijke Regelingen GGD Brabant-Zuidoost Belangenbehartiging op het

gebied van de gezondheidszorg.

De begroting 2014 is een actualisering van de begroting 2013 met een verwerking van majeure ontwikkelingen en vastgestelde percentages voor autonome kostenstijgingen voor 2014. Ten tijde van het opstellen van de begroting zijn een aantal trajecten gaande die nog van invloed kunnen zijn op de begroting 2014 en deels ook op de gemeentelijke bijdragen. Aangezien hierover nog geen definitieve besluitvorming heeft plaatsgevonden zijn deze elementen nog niet verwerkt in de begroting 2014; zodra besluiten zijn genomen, zullen de effecten daarvan als begrotingswijziging worden voorgelegd.

De begrote gemeentelijke bijdrage over 2014: € 189.926.

Kempisch Bedrijven Park

Het ontwikkelen en realiseren van een kwalitatief hoogwaardig en uit financieel-economisch oogpunt aanvaardbaar bedrijvenpark gelegen binnen het rechtsgebied, binnen de door het bevoegd gezag te stellen ruimtelijke en andere publiekrechtelijke randvoorwaarden, en met inachtneming van de nader te formuleren sectorale doelstellingen en uitgangspunten.

In 2014 zal vooral aandacht worden besteed aan de volgende activiteiten: � uitgifte van bedrijfskavels. De

uitgifteplanning gaat uit van verkoop van 6,8 ha in 2014, waarvan1,5 ha in 2014 wordt geleverd aan KLC (Van Dingenen);

� het operationeel worden van de parkmanagementorganisatie (PMO);

� sloop van de resterende panden (De Pan 1 is tot 1 april 2014 in gebruik bij de voormalige eigenaar);

� het in gang zetten van de besluitvorming over de huidige einddatum van de gemeenschappelijke regeling KBP, die vervalt per 1 januari 2016. Bekeken wordt of verlenging van de huidige regeling aan de orde is.

Op basis van de meest recente exploitatieopzet (maart 2013) wordt verwacht dat het totale exploitatieresultaat van de gemeenschappelijke regeling uiteindelijk minimaal kostendekkend zal zijn bij oplevering. In artikel 31 van de gemeenschappelijke regeling Kempisch Bedrijven Park is ten aanzien van risicoverdeling en bijdragen deelnemers opgenomen dat de deelnemende gemeenten ieder voor 25% bijdragen in het exploitatieresultaat, zowel positief alsook negatief. In de gehele exploitatieopzet wordt uitgegaan van een sluitende begroting. Er worden dan ook geen bijdragen van de gemeenten verwacht.

Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking Kempengemeenten (GRSK)

Het, met behoud van de huidige bestuurlijke schaal, vergroten van de bestuurskracht door bundeling van ambtelijke expertise op strategisch, tactisch en operationeel niveau, met als resultaat verhoogde kwaliteit, continuïteit en efficiëntie.

Er wordt door de Kempengemeenten conform de doelstelling constant gezocht naar mogelijkheden om samenwerking uit te breiden. Momenteel zijn dat de transities in het sociale domein, financiën belastingen en verzekeringen (FBV) en vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). Als samenwerking zinvol en haalbaar blijkt betekent dit niet automatisch dat deze taken onder de GRSK komen. GRSK is hiervoor wel een logisch middel. Gemeenten bespreken mogelijkheden samen, maar beslissen individueel over nieuwe stappen in de samenwerking.

Begrote uitgaven 2014: € 1.476.902 (vastgesteld in AB mei 2013) Waarvan: € 449.553 (ISD) € 874.016 (SSC) € 153.333 (P&O) Noot: momenteel wordt een voortgangsrapportage voorbereid, waarin een stijging van de kosten in 2014 wordt voorzien.

Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE)

Belangenbehartiging op het gebied van: � Ruimte en wonen; � Milieu en

plattelandsontwikkeling; � Mobiliteit; � Recreatie en Toerisme; � Zorg, Welzijn en

Cultuur; � Economie en

arbeidsmarkt; � Bestuurlijke

samenwerking; � Statushouders en

asielzoekers.

Met het oog op de (verwachte) afschaffing van Wgr-plus (de wet die voorziet in taken die verplicht door het SRE en andere stadsregio’s uitgevoerd worden) is het SRE samen met de 21 gemeenten begonnen aan een transformatieproces. Dit proces zal er toe leiden dat een aantal taken door het SRE uitgevoerd (blijven) worden en een aantal taken op subregionaal dan wel lokaal niveau uitgevoerd worden. In de loop van 2013 en 2014 krijgt deze transformatie verder gestalte.

Begrote uitgaven 2014: € 219.471.

Page 29: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

29

Verbonden partij Openbaar belang Relevante ontwikkelingen Financieel Gemeenschappelijke Regelingen Veiligheidsregio Brabant Zuidoost (VRBZO)

Het opzetten en vormgeven van een regionaal veiligheidsbestuur dat voldoet aan de eisen die het kabinet daaraan stelt (kabinetsstandpunt veiligheidsregio’s TK 2003-2004, 29517, nr 1 en brieven ministerie BZK 27-04-2005 en 21-11-2005) èn aan de regionale visie zoals vastgesteld in het visiedocument Bouwen aan de Veiligheidsregio van het regionaal project Veiligheid op maat en de daarin bestuurlijk vastgelegde ambitie (vastgesteld algemeen bestuur Hulpverleningsregio Zuidoost Brabant d.d. 11-09-2006). Op 1 oktober 2010 is de wet op de Veiligheidsregio’s van kracht gegaan.

Per 1 januari 2014 zal het dagdienst- en vrijwillig personeel in dienst zijn van de VRBZO. De 21 gemeenten in deze regio zullen dan via een verdeelsleutel gekoppeld aan de inwonerbijdrage betalen voor de overeengekomen basis brandweerzorg of indien gewenst tegen hogere bijdrage voor een brandweerzorg plusniveau. Specialistische taken worden op regionaal niveau verspreid en verdeeld. De komende jaren zal er op innovatie worden ingezet. Kijken of repressie op andere manieren kan worden aangepakt dan de standaard methodiek die we nu toepassen. Risicobeheersing zet in op bewust worden van zelfredzaamheid van de burger. Dit thema zal een permanent item blijven binnen de Veiligheidsregio.

Begrote bijdrage over 2014: € 582.833 (na regionalisering).

Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB)

Belangenbehartiging op het gebied van: Uitvoeren verplichte taken uit het landelijke basistakenpakket op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Advisering over verzoektaken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving.

Sinds 1 juni 2013 is de ODZOB (= regionale uitvoeringsdienst) in werking. Jaarlijks wordt een werkprogramma opgesteld. Reusel-De Mierden legt alleen de (verplichte) basistaken weg bij de ODZOB. Voor verzoektaken wordt zoveel mogelijk een beroep gedaan op de VTH samenwerking in de Kempen.

Begrote uitgaven 2014: In de begroting 2014 van de ODZOB is een bedrag geraamd van € 160.032. Naast de verplichte basistaken (€ 160.032) en de collectieve taken (€ 12.110) is nog een bedrag opgenomen voor verzoektaken (€ 83.187).

WVK-groep

Uitvoering sociale werkvoorziening.

Begrote uitgaven 2014: € 137,00, maar ook een begrote inkomstenpost van € 200.000

Stichtingen Stichting Regionaal Inkoopbureau Zuidoost-Brabant (Bizob)

Samenwerking door eenentwintig gemeenten in Zuidoost Brabant op inkoopgebied waarbij een drietal doelstellingen worden nagestreefd: - financieel voordeel - betere kwaliteit - hoge mate van

professionaliteit

Begrote uitgaven 2014: € 55.030.

Verbonden partij Openbaar belang Relevante ontwikkelingen Financieel Privaatrechtelijke verbondenheden NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)

Aandeelhouder (minimaal deel)

NV Brabant Water Het leveren van water en het in standhouden van de benodigde infrastructuur om water te distribueren.

Page 30: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

30

Page 31: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

31

3.6. Onderhoud kapitaalgoederen

3.6.1. Algemeen

Het onderhoud van kapitaalgoederen legt een relatief fors beslag op de gemeentelijke middelen. Het is van belang om inzicht te hebben in de beleidskaders omtrent dat onderhoud. Die beleidskaders zijn er zowel inhoudelijk als financieel-administratief. Inhoudelijk gaat het dan bijvoorbeeld om het vastgestelde onderhoudsniveau. Dit is het eindresultaat van enerzijds de kwaliteit die we voor ogen hebben en anderzijds de budgettaire mogelijkheden. Er is ook een financieel beleidskader. Dat gaat over de mate waarin financiële ruimte wordt gecreëerd voor onderhoud en vervanging van kapitaalgoederen. Hiervoor gelden de volgende “spelregels”. Alle vaste activa worden tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs geactiveerd. Uitzonderingen zijn: • investeringen in de openbare ruimte die via de grondexploitatie worden verhaald; • kunstvoorwerpen met een historische waarde; • indien sprake is van een ideaalcomplex (aanschaf en afstoot zijn in een zodanig ritme dat elk jaar

hetzelfde bedrag wordt besteed). De laatste twee uitzonderingen doen zich binnen onze gemeente niet voor. Op vaste activa met een beperkte levensduur wordt jaarlijks afgeschreven volgens een stelsel dat is afgestemd op de toekomstige gebruiksduur. Een uitzondering hierop is de afschrijvingsduur van immateriële vaste activa. Deze worden incidenteel ten laste gebracht van de exploitatie. Het beleid rond afschrijving is vastgelegd in een desbetreffende beleidsnota. In het afschrijvingsbeleid (“Nota reserves, voorzieningen & afschrijvingsbeleid”, vastgesteld 6 november 2012) zijn de volgende afschrijvingstermijnen opgenomen: Soort investering Termijn

in jaren Soort investering Termijn

in jaren

� Riolering 50 � Speeltoestellen, sportattributen 15 � Gebouwen 40 � Inrichting 15 � Straatverlichting en straatmeubilair 25 � Vervoermiddelen (brandweer) 15 � Eerste aanleg wegen, waterkundige

werken en reconstructies 25 � Vervoermiddelen 10

� Binnenwerk culturele gebouwen 20 � Machines 10 � (Kunst)Grasvelden 20 � Kleding en uitrusting brandweer 8 � Gebouwen (semi-permanent) 15 � Software 6 � Technische installaties 15 � Hardware 4

3.6.2. Wegen en verkeer

Eind 2011 is door de raad het “Beleidsplan wegen” vastgesteld. Daarin is het ambitieniveau vastgelegd voor de periode 2012 – 2021. Door de raad is gekozen voor onderhoudsniveau “scenario 3 Sober”. Per structuurelement is de kwaliteit bepaald als volgt: Centra: hoog Hoofdwegen: basis Woongebied: basis Bedrijventerrein: laag Buitengebied: laag Daarbij is besloten tot kwaliteitsbehoud van de toeristische fietspaden en de wegen in het fietsroutenetwerk. In de begroting is het bijbehorende budget opgenomen in de vorm van jaarlijkse storting in de voorziening wegen.

3.6.3. Gebouwen

Bij gebrek aan een actueel onderhoudsplan voor de in eigendom zijnde gebouwen wordt niet gereserveerd voor toekomstig (groot) onderhoud. Inmiddels is de opstelling van een nieuw onderhoudsplan in een eindfase. Vooralsnog zijn hiervoor geen extra middelen in de begroting opgenomen. Het onderhoudsplan zal moeten uitwijzen in hoeverre de opgenomen middelen toereikend zijn om het gewenste onderhoudsniveau te realiseren. Aan uw raad zal nog dit jaar een

Page 32: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

32

voorstel over het onderhoudsplan worden voorgelegd. Hierna beschikken wij over vier noodzakelijke beheerplannen: wegen, groen, rioleringen en gebouwen.

3.6.4. Riolering en watertaken

In december 2011 heeft de raad het nieuwe VGRP (Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2012-2016) vastgesteld. De verbreding behelst naast de bestaande taken voor (vuilwater) riolering, nu ook taken rondom het hemelwater en grondwater. In het VGRP zijn beleid en bijbehorende middelen opgenomen, waarmee we deze taak uitvoeren. Speerpunt in de planperiode is het op orde brengen van het beheer. Doordat afgelopen periode de druk op uitvoering van maatregelen heeft gelegen, heeft het beheer een achterstand opgelopen. Vanaf eind 2012 worden de beheertaken uitgevoerd door Waterschap De Dommel. In het kader van doelmatig waterbeheer wordt steeds vaker samenwerking met buurgemeenten en het waterschap gezocht. Hierdoor verwachten we minder kwetsbaar te worden, meer kennis te kunnen benutten en kwaliteit te kunnen inzetten bij het beheer van de watertaken. In de planperiode zullen we de maatregelen bepalen om te kunnen voldoen aan de Europese Kader Richtlijn Water.

3.6.5. Openbare verlichting

Het beleidsplan Openbare verlichting 2005 vormt de basis voor het vervangen en aanpassen van de openbare verlichting in de kernen. Hierbij wordt gestreefd naar een grotere sociale veiligheid. Dit wordt bereikt door betere verlichting op onveilige plaatsen en het gebruik van een andere kleur verlichting (wit licht). Door bezuinigingen is de laatste fase van deze vervanging nog niet gerealiseerd en verspreiden ca. 300 masten nog geel licht. Van verdere vervanging wordt om dezelfde redenen afgezien. In 2013 wordt bezien of en in hoeverre het onderhoud aan de openbare verlichting kan worden geharmoniseerd binnen Kempenverband. In elk geval is het streven erop gericht om nog in 2013 een bijgesteld beleidsplan op te stellen. Overigens bestaat het voornemen om in het kader van het iDOP Hulsel nog in 2013 een deel van de verlichting in Hulsel over te zetten op LED.

3.6.6. Groenvoorziening

In 2012 is een nieuw beleidsplan opgesteld voor het beheer van het groen in de gemeente. De raad heeft zijn voorkeur uitgesproken voor “scenario 2: Sober, en genuanceerde kwaliteit”. Per structuur-element is de kwaliteit gespecificeerd als volgt: Centra: hoog Hoofdwegen: basis Woongebied: basis Bedrijventerrein: laag Buitengebied: laag Bij dit scenario hoort een budget dat een fractie lager is dan het benodigde bedrag in voorgaande jaren. Bij de begrotingsbehandeling in november 2012 heeft uw raad ingestemd met het plan. De budgetten in de voorliggende begroting 2014-2017 zijn in overeenstemming met het vastgestelde plan en de daarin gekozen ambitie.

Page 33: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

33

3.7. Grondbeleid

3.7.1. Algemeen

In alle woonkernen zijn de afgelopen jaren volop bouwmogelijkheden gecreëerd. De komende tijd zijn er voldoende mogelijkheden qua bouwproductie. De actuele economische situatie zorgt er op dit moment echter voor dat die slecht benut worden. De verkoop van bestaande woningen stagneert flink en mede daardoor ook de doorstroming op de woningmarkt. Als gevolg daarvan is ook de verkoop van woningbouwgrond fors teruggelopen. Dat wordt nog versterkt door onzekerheden over inkomens(verwachtingen), beperkingen in aflossingsvrije hypotheken, vragen over de toekomst van de hypotheekrente-aftrek etc.. Op dit moment wordt veel gesproken over maatregelen om de woningmarkt weer vlot te trekken, maar resultaten laten nog op zich wachten. Wel zijn er kleine lichtpuntjes te ontdekken, maar deze zetten nog niet echt door.

3.7.2. Beleidskaders grondbeleid

De ruimte voor het voeren van een actief grondbeleid wordt begrensd door een aantal wetten en beleidskaders. De belangrijkste wetten zijn: • De Wet ruimtelijke ordening (Wro); • De Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg); • De onteigeningswet; • De Pachtwet. De belangrijkste beleidskaders worden gevormd door: • Verordening Ruimte Noord-Brabant 2011; • Structuurvisie Ruimte van de Provincie Noord-Brabant; • Regionaal Woningbouwprogramma 2010-2020; • De door de gemeenteraad op 19 juli 2004 vastgestelde StructuurvisiePlus. Hierin is de ruimtelijke

ontwikkeling van de gemeente Reusel-De Mierden voor de periode tot 2020 beschreven; • De op 9 juli 2013 vastgestelde gemeentelijke woonvisie 2013-2018; • De Nota Grondbeleid 2013, vastgesteld door de raad op 11 juni 2013.

3.7.3. Financieel kader

Het financiële kader wordt gevormd door de richtlijnen die door het rijk zijn opgelegd en eigen kaders waarbinnen de gemeente kan opereren. De door het rijk opgelegde richtlijnen zijn gebaseerd op het Besluit begroting en verantwoording (BBV), de boekhoudvoorschriften, en het provinciale financiële kader. Het financiële kader is van belang voor: • Jaarlijkse prognoses grondexploitatie • Winstnemingen grondexploitaties • Het afdekken van de financiële risico’s Voor tussentijdse winstnemingen uit grondexploitaties hanteren we al jaren het volgende beleid: Bij projecten waarvoor positieve resultaten worden geraamd, wordt 75% winst genomen van het geraamde resultaat wanneer minimaal 75% van de verkoopopbrengsten gerealiseerd is

5. Bij het

afsluiten van het plan wordt het restant van het resultaat genomen. Door deze methode worden risico’s als gevolg van bijvoorbeeld marktomstandigheden zoveel mogelijk voorkomen. Voor bestemmingsplannen, waarvoor een negatief resultaat geraamd wordt, moet direct een voorziening gevormd worden ter grootte van het verwachte negatieve resultaat. Jaarlijks bij de jaarverantwoording wordt bezien of een correctie plaats moet vinden.”

5 Uitzondering hierop is het Kempisch Bedrijvenpark, waarvan de winst pas genomen wordt wanneer minstens 90% is verkocht.

Page 34: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

34

3.7.4. Bedrijventerreinen

Bedrijventerrein Kleine Hoeven Reusel Bij het vaststellen van de jaarrekening in de raadsvergadering van 11 juni 2013 heeft uw raad de geactualiseerde grondexploitatie voor bedrijventerrein Kleine Hoeven vastgesteld. Op 22 mei 2012 is het bestemmingsplan Kleine Hoeven 2012 vastgesteld. Hiertegen is een viertal beroepschriften ingediend, waarvan een tweetal appellanten ook een verzoek om voorlopige voorziening heeft ingediend. De zitting ter behandeling van de verzoeken om voorlopige voorziening is gehouden op 17 september 2012, waarna een positieve uitspraak volgde. Ook de zitting van de bodemprocedures voor de beroepschriften heeft plaats gevonden, en wel op 4 juni 2013. Op dit moment wordt gewacht op de uitspraak van de Raad van State. Hiermee is reeds in (de fasering van) de vastgestelde grondexploitatie rekening gehouden. Na de uitspraak in de bodemprocedures verwachten wij tot uitvoering over te kunnen gaan. Kempisch Bedrijven Park In 2011 is een start gemaakt met de uitgifte van de bedrijfskavels. Inmiddels is ruim 40% van de bedrijfskavels verkocht, wat neer komt op zo’n 28 hectare. Gezien het uitgiftetempo, dat is vastgesteld voor 2014 op een uitgifte van 6,8 ha, kan gesteld worden dat de uitgifte goed verloopt. Het exploitatieresultaat is op basis van geactualiseerde calculaties positief. De gemeenteschappelijke regeling vervalt per 1 januari 2016. Bekeken wordt of verlenging van de huidige regeling aan de orde is.

3.7.5. Woningbouw

Voor de komende jaren zijn er voldoende bouwplannen zodat in elke kern kan worden gebouwd. In 2013 is de nieuwe woonvisie door de gemeenteraad vastgesteld. Deze woonvisie geeft inzicht in de huidige en toekomstige behoefte aan woningen (aantal en type). Den Boegent Reusel Doordat in 2012 in Den Boegent de volgende serie woningen is opgeleverd, is het gebied in 2013 zo ver mogelijk woonrijp gemaakt en zijn nog niet bebouwde stukken met gras ingezaaid. Op deze manier blijft het gebied leefbaar voor de omgeving als er niet gebouwd wordt. Onduidelijk is wanneer het volgende deel woningen wordt opgeleverd. Aangezien er op dit moment geen uitgeefbare grond meer is en de bouwactiviteiten stil liggen, kan dit project worden afgerond. Wel dient rekening gehouden te worden met het feit dat op de plaatsen waar nog gebouwd gaat worden, geld gereserveerd moet blijven om dit af te kunnen ronden. Kerkekkers Hulsel Het plan Kerkekkers is grotendeels gerealiseerd. De verkoop van de kavels stagneert echter. De stagnatie heeft tot gevolg dat de looptijd van het project langer wordt. Op dit moment wordt niet verwacht dat hierdoor de exploitatie moet worden bijgesteld. Wel wordt in 2014 het grootste deel van het plan woonrijp gemaakt omdat bestaande bewoners ook in een nette woonwijk moeten kunnen wonen. De Hasselt II Lage Mierde Het bestemmingsplan De Hasselt II is in 2013 onherroepelijk geworden. Er is gestart met de bouw van het gezondheidscentrum Lage Mierde dat begin 2014 wordt afgerond. Er is gestart met de uitgifte van de woningbouwgronden. Hiervoor worden gesprekken gevoerd met woningbouwcorporaties en projectontwikkelaars. De Leeuwerik Hooge Mierde In de Leeuwerik is de afgelopen jaren de helft van de te bouwen woningen gebouwd. In 2013 heeft het plan veel gedaan aan haar uitstraling door de groenstructuur vervroegd aan te leggen. Dit heeft tot veel positieve reacties geleid en zorgt ervoor dat het plan er goed bij ligt. Verder is overleg gevoerd met de medeontwikkelaar hoe om te gaan met enkele onderdelen in het plan waarvoor een andere invulling noodzakelijk is. In 2014 wordt gefaseerd verder gegaan met de uitgifte van kavels.

Page 35: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

35

Molen Akkers Reusel Fase 1 van het plan Molen Akkers (ten oosten van de Hulselsedijk) is in 2013 op enkele meters na volledig uitgegeven en woonrijp gemaakt. Hoewel er nog uitgeefbare gronden liggen in fase 2A zijn in 2013 de resterende gronden aangekocht voor fase 2B (beide ten westen van de Hulselsedijk). De ontwikkelaar, waar de grond van gekocht is, heeft echter ook de verplichting op zich genomen om bouwrijpe gronden terug te kopen van de gemeente. De gemeente heeft nu alle gronden in deze deelfases in handen. In 2013 zijn 17 CPO-woningen opgeleverd. Tevens zijn de kavels in fase 2A in de verkoop gebracht en zijn een 9-tal kavels aan een ontwikkelaar verkocht. Op dit moment zijn er geen grote aanpassingen in de exploitatie. Wel stagneert ook in dit plan de verkoop van kavels.

3.7.6. Exploitatie en ontwikkelingen

In juni 2013 zijn bij de jaarrekening de meest actuele calculaties voorgelegd aan de gemeenteraad. Deze calculaties worden jaarlijks bijgesteld. Via de calculaties wordt een prognose gemaakt van de te verwachten resultaten. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de boekwaarde van de diverse plannen per 31 december 2012, de gecalculeerde eindwaarden (in netto contante waarde) van de diverse plannen die door de gemeente worden ontwikkeld en de geplande einddatum (op basis van de meest recent geactualiseerde calculaties).

Plan Boekwaarde per 31-12-

2012

Prognose resultaten 2)

Einddatum

Molen Akkers Reusel -/- 3.442.000 7.556.000 Winst 2020 Kerkekkers Hulsel -/- 350.000 807.000 Winst 2018 Bedrijventerrein Kleine Hoeven R 25.351.000 11.626.000 Verlies 2029 De Leeuwerik Hooge Mierde 1 1.953.000 130.000 Winst 2020 Den Boegent Reusel 65.000 319.000 Verlies 2013 Hart van Reusel 920.000 0 - 2016 De Hasselt-II Lage Mierde 1.500.000 1.462.000 Winst 2020 Overige plannen -/- 531.000 0 - - Totaal 25.466.000 1.990.000 Verlies

1 Vermeld is de prognose van het resultaat dat ten gunste komt van de gemeente. 2 Voor de gecalculeerde verliezen is een voorziening gevormd.

3.7.7. Reserves en voorzieningen

Ten aanzien van risicomanagement staat in de Grondnota 2013 het volgende geschreven: Het maken van grondexploitaties is geen exacte wetenschap. Het is op basis van (markt)kennis zo goed mogelijk inschatten van de kosten en opbrengsten van de grondexploitatie en wanneer in de tijd gezien deze kosten en opbrengsten worden gemaakt. Deze inschatting is het resultaat van de grondexploitatie. Naast het resultaat van de grondexploitatie zullen er zich ongetwijfeld risico’s en kansen voordoen. Het is van belang een goede analyse van de risico’s en kansen te maken en deze financieel te vertalen. Ook dient te worden bezien of het nemen van beheersmaatregelen tot de mogelijkheden behoort en wat hiervan de financiële gevolgen zijn. In de notitie “Methode bepalen weerstandsvermogen grondexploitatie” is beschreven hoe de gemeente wenst om te gaan met weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen betreft de verhouding tussen de aanwezige en de benodigde weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door het risicoprofiel van de projecten en de beschikbare weerstandscapaciteit wordt gevormd door de vrij beschikbare middelen in de algemene reserve.” Zowel ten aanzien van het bedrag als ten aanzien van de kans op voordoen zijn inschattingen gemaakte voor: • vertraging in de uitgifte; • verlaging van de gronduitgifteprijs; • verhoging van de inflatie; • kleine risico’s (grens € 50.000) zijn niet meegenomen omdat deze wegvallen binnen normaal te achten schommelingen in het resultaat (zowel positief als negatief).

Page 36: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

36

Op basis van deze inschattingen is het weerstandsvermogen bepaald, dat deze risico’s moet afdekken. De bedragen voor de geraamde risico’s zijn in bijna alle gevallen lager dan het resultaat van het plan. Bij het optreden van deze risico’s kunnen deze binnen het resultaat van het project worden opgevangen. Dat geldt niet voor het plan De Leeuwerik en Kleine Hoeven. In plan De Leeuwerik is het resultaat net niet voldoende om de risico’s binnen het plan op te vangen. Door het al negatieve resultaat van het plan Kleine Hoeven kunnen geen risico’s binnen de exploitatie worden opgevangen. De geraamde risico’s en de kans van optreden zijn in beide gevallen dus hoger dan het resultaat van de plannen. Op grond van de “methode bepalen weerstandsvermogen grondexploitaties gemeente Reusel-De Mierden”, dient een weerstandsvermogen te worden aangehouden voor de grondexploitaties. De grootte hiervan is in de jaarrekening bepaald op: De Leeuwerik € 20.000 Kleine Hoeven € 1.400.000 Totaal € 1.420.000. Op basis van de in november 2012 vastgestelde nota “Reserves, voorzieningen en afschrijvingsbeleid” wordt geen afzonderlijke risicoreserve voor de grondexploitatie meer aangehouden, maar komt het weerstandsvermogen van de totale gemeente tot uitdrukking in één algemene reserve.

Page 37: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

37

4. Programma’s in 2014

Page 38: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

38

Page 39: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

39

Programma 1. Openbare Ruimte en Veiligheid

Wat willen we bereiken? A. De gemeente Reusel-De Mierden is een veilige gemeente met een prettig woon- en leefklimaat. B. We voldoen aan de landelijk en regionaal vastgestelde normen voor brandweer- en

ambulancezorg. C. Een duurzame ontwikkeling, verzorging en instandhouding van alle elementen van de openbare

ruimte. D. De inwoners zijn zelfredzaam in geval van brand, rampen en andere incidenten. E. Een organisatie die te allen tijde klaar is een ramp- of crisissituatie het hoofd te bieden.

Wat doen we ervoor? A. De gemeente Reusel-De Mierden is een veilige gemeente met een prettig woon- en leefklimaat. In 2014 wordt er (voor de laatste keer) uitvoering gegeven aan het beleid zoals verwoord in de Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2011-2014. Er zal een uitvoeringsprogramma integraal veiligheidsbeleid 2014 opgesteld worden dat afgeleid is van deze kadernota. De speerpunten op het terrein van veiligheid voor deze periode (2011-2014) zijn: - (de aanpak van) woninginbraken - (de aanpak van) overlastgevende jeugdgroepen - (het bevorderen van de) verkeersveiligheid - (het tegengaan van) georganiseerde criminaliteit - (het tegengaan van) huiselijk geweld - (het bevorderen van) veilig uitgaan - (het tegengaan van het gebruik van) alcohol en drugs bij jeugd. In 2013 zal het uitgaansgebied in Reusel gecertificeerd worden met het Keurmerk Veilig Uitgaan. Het betreft hier een pilot onder leiding van het centrum criminaliteitspreventie veiligheid (CCV) waaraan naast Reusel-De Mierden ook de gemeente Rotterdam deelneemt. De netwerksamenwerking op het terrein van veiligheid wordt in 2014 in alle hevigheid voortgezet en waar nodig verder versterkt. Dit betekent concreet dat de gemeente samen met partijen zoals horecaondernemers, winkeliers, scholen, taxibedrijven, politie, brandweer enzovoort blijft werken aan een veilig(er) Reusel-De Mierden. De gemeente streeft naar een gelijkwaardige samenwerking met alle veiligheidspartners maar schroomt niet om het voortouw en de regie te nemen als de situatie dat verlangt. De gemeente begeeft zich in 2014 meer en meer op terreinen die vroeger tot het exclusieve terrein van politie en justitie behoorden. Hierbij wordt nauw samengewerkt met het Veiligheidshuis. De aanpak van veelplegers, overlastgevers en zorggevallen vraagt ook om een bijdrage van de gemeente en dat vertaalt zich onder andere in de aanwezigheid van medewerkers van de gemeente bij casusbesprekingen van het Veiligheidshuis, het in stand houden van het integraal woonoverlastteam enzovoort. In 2014 blijft de gemeente wekelijks voorlichting geven op het terrein van veiligheid, waarbij er gehamerd wordt op de (cruciale) rol die inwoners kunnen vervullen bij het creëren van (meer) veiligheid. Het gaat daarbij om thema’s als woninginbraken, voertuigcriminaliteit, verkeersveiligheid enzovoort. Waar mogelijk vindt er een directe afstemming plaats tussen buurtpreventiebeleid en veiligheidsbeleid. B. We voldoen aan de landelijk en regionaal vastgestelde normen voor brandweer- en

ambulancezorg. Opkomsttijden voor de brandweer zijn gelieerd aan gebouwfuncties. Binnen onze organisatie hebben we continue aandacht voor “kwetsbare” gebouwfuncties. We zetten in op een goede bereikbaarheid van objecten die extra aandacht nodig hebben. Er is continu aandacht voor oplossingen om de gevolgen van tijdsoverschrijdingen van de ambulance te beperken, de afgelopen jaren is er volop ingezet op de First responders en het plaatsen van AED’s. Dit willen we continueren.

Page 40: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

40

C. Een duurzame ontwikkeling, verzorging en instandhouding van alle elementen van de openbare ruimte.

Wegen, straten en pleinen In 2014 staat grootschalig en kleinschalig onderhoud gepland op diverse wegen. In de diverse in- en uitbreidingsplannen (De Leeuwerik, De Hasselt II, Kerkekkers en Molen Akkers) zullen naar gelang de stand van zaken in de ontwikkeling van die plannen werkzaamheden plaatsvinden in het kader van bouwrijp en/of woonrijp maken. Diverse verkeerszaken Alle basisscholen beschikken over het Brabants Verkeersveiligheids Label (BVL). De gemeente blijft faciliteren en deelnemen in de BVL- netwerkbijeenkomsten en subsidieert de verkeersprojecten. De gemeente levert in het kader van het BVL bijvoorbeeld haar bijdrage aan de voorbereiding en uitvoering van schoolprojecten en verkeersexamen en onderzoekt of deze projecten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Daarnaast zorgt de gemeente er voor dat de verkeersexamenroute vooraf wordt verkend en in orde wordt bevonden i.v.m. de verkeersveiligheid, en faciliteert eventueel ook tijdens de examendag indien er een beroep op haar wordt gedaan voor assistentie. Openbare Verlichting Door de gezamenlijke aanbesteding van de vijf Kempengemeenten blijft in 2014 het beheer en onderhoud gewaarborgd. Een stuk standaardisering dat is bereikt tussen de vijf Kempengemeenten wordt steeds verder uitgewerkt. Standaardisatie houdt in: eenduidigheid m.b.t. strategisch beleid, beheer en onderhoud, OV ( openbare verlichting), gebruik van verlichtingsmiddelen, materiaalgebruik, organisatie van de OV, uitvoering van werkzaamheden, tijdstip van verlichting, en besparingen. De gemeente Reusel-De Mierden heeft in juni 2013 een opdracht uitgezet bij een adviesbureau voor een actualisatie van haar eigen beleidsplan OV 2005 ten aanzien van inventarisatiegegevens, opstellen van nieuwe kengetallen, analyseren, beschrijven van nieuwe kaders, relevante aandachtsgebieden, onderzoek en maatregelen energiebesparingen, kosten huidig beleid en verzoek voorstellen nieuwe varianten. Er wordt gekeken om nieuwe duurzame technieken in de openbare verlichting toe te passen (zoals LED-verlichting, dimtechnieken, minder lichtmasten in buitengebied e.d.). Het doel is om het energieverbruik en de onderhoudskosten te verminderen, zonder hierbij in te leveren op kwaliteit. Groenvoorziening In 2014 wordt t.b.v. de uitvoering van het groenonderhoud door de WVK-groep in Kempenverband een moederbestek geïmplementeerd. Hierin wordt de scenariokeuze, die door de raad gemaakt is, in het Beleidsplan Groen en Verzorging 2012 verwerkt. De vastgestelde onderhoudsniveaus zullen worden bewaakt. Daarnaast wordt er naar gestreefd in 2014 een bomenbeleidsplan te laten vaststellen. Op basis van het in 2009 vastgestelde Beleidsplan Bos en Natuur wordt voor 2015 een werkplan bossen opgesteld. Daarnaast zullen bepaalde onderdelen van het uitvoeringsprogramma uit dit beleidsplan verder worden gerealiseerd. D. De inwoners zijn zelfredzaam in geval van brand, rampen en andere incidenten. Middels het project “brandveilig leven”, wat permanent in onze gemeente door de Brandweer wordt uitgedragen, worden de inwoners van de gemeente Reusel-De Mierden voorzien van informatie. De informatie is vooral gericht op het voorkomen van een incident (preventie) maar gaat ook in op de vraag wat inwoners kunnen doen in de tijd tussen het ontdekken van een brand en het arriveren van hulpdiensten. E. Een organisatie die te allen tijde klaar is een ramp- of crisissituatie het hoofd te bieden. De ontwikkelingen van de Veiligheidsregio worden nauwgezet gevolgd. Verdergaande samenwerking in het kader van kwaliteit is een van de speerpunten daarbij. Om te bewerkstelligen dat de gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie professioneel, transparant en slagvaardig kan optreden, is opleiding en oefening een must. Hieraan wordt continu veel aandacht besteed. Beoefening van een aantal gemeentelijke processen gebeurt in Kempenverband. Burgers hebben recht op heldere informatie over risico’s waaraan zij kunnen blootstaan. Hiervoor geven we vorm en inhoud aan gedegen risicocommunicatie. Overeenkomstig de landelijke ontwikkelingen (Wet op de Veiligheidsregio) is de gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie aangepast. Er is nu een duidelijk onderscheid tussen lokale en

Page 41: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

41

regionale processen. Burgers worden steeds meer gewezen op zelfredzaamheid en krijgen daar ook hulpmiddelen voor aangeboden zoals NL-Alert.

Wat mag het kosten?

Overzicht per product (bedragen x € 1.000): Rekening

2012

Begroting

2013

Begroting

2015

Begroting

2016

Begroting

2017

Saldo Saldo Lasten Baten Saldo Saldo Saldo Saldo

Saldo per product

1.1 Openbare orde en veiligheid -173 -338 -345 21 -324 -326 -328 -330

1.2 Brandweer, rampenbestrijding & ambulance

-761 -649 -623 37 -586 -598 -601 -603

1.3 Wegen, straten en pleinen -1.567 -1.041 -1.508 31 -1.477 -1.481 -1.481 -1.481

1.4 Diverse verkeerszaken -276 -174 -223 4 -219 -220 -220 -220

1.5 Groenvoorziening -896 -867 -1.042 78 -964 -972 -973 -973

Saldo programma -3.673 -3.069 -3.741 171 -3.570 -3.597 -3.603 -3.607

Openbare Ruimte en Veiligheid Begroting 2014

Overzicht per kostensoort per programma (bedragen x € 1.000):

Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten

Saldo per kostensoort

1.1 Loonkosten -83 -84 -86 -88

3.0 Inhuur -154 -156 -157 -159

3.1 Energie -86 -87 -87 -87

3.3.3 Duurzame goederen -14 -15 -15 -15

3.4.1 Belastingen -13 -13 -14 -14

3.4.3 Goederen en diensten -971 -981 -983 -985

4.2.4 Bijdrage overheid niet-rijk -155 -158 -160 -163

6.0 Voorzieningen -772 -778 -780 -781

6.1 Kapitaallasten -170 -165 -162 -158

6.2.2 Doorrek. van kostenplaatsen -1.323 -1.323 -1.323 -1.323

3.2.1 Huurontvangsten 9 9 9 9

3.4 Goederen en diensten 104 105 106 107

4.1.1 Bijdragen van rijk 10 10 10 11

4.2.2 Bijdrage overheid niet-rijk 18 7 7 7

4.2.3 Overige bijdragen 15 16 16 16

4.3.2 Overige investeringsbijdrage 15 16 16 16

Totaal Lasten / Baten -3.741 171 -3.760 163 -3.767 164 -3.773 166

Saldo programma -3.570 -3.597 -3.603 -3.607

Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017Openbare Ruimte en Veiligheid Begroting 2014

Page 42: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

42

Page 43: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

43

Programma 2. Milieu

Wat willen we bereiken? A. Een doelmatige uitvoering van de zorgplichten ten aanzien van afval-, hemel- en grondwater. B. Het terugbrengen van verontreinigingen van oppervlaktewater, grondwater en bodem als gevolg

van riooloverstorten. C. Afvalscheiding bij burgers stimuleren. D. Het in stand houden en waar mogelijk bevorderen van een goed milieu. Wat doen we ervoor? A. Een doelmatige uitvoering van de zorgplichten ten aanzien van afval-, hemel- en grondwater. In december 2011 heeft de raad het nieuwe VGRP (Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2012-2016) vastgesteld. De verbreding behelst naast de bestaande taken voor (vuilwater)riolering, nu ook taken rondom het hemelwater en grondwater. In het VGRP zijn beleid en bijbehorende middelen opgenomen, waarmee we deze taak uitvoeren. Speerpunt in de planperiode is het op orde brengen van het beheer. Doordat afgelopen periode de druk op uitvoering van maatregelen heeft gelegen, heeft het beheer een achterstand opgelopen. Vanaf eind 2012 zijn de beheertaken uitgevoerd door Waterschap De Dommel. In het kader van doelmatig waterbeheer wordt steeds vaker samenwerking met buurgemeenten en het waterschap gezocht. Hierdoor verwachten we minder kwetsbaar te worden, meer kennis te kunnen benutten en kwaliteit te kunnen inzetten bij het beheer van de watertaken. In de planperiode zullen we de maatregelen bepalen om te kunnen voldoen aan de Europese Kader Richtlijn Water. Voor 2014 zal het beheerspakket verder worden verbeterd, wat een betere beheersbaarheid van het rioolstelsel tot gevolg heeft. Alle blinde vlekken in het systeem moeten eind 2014 verholpen zijn. Om tot een inzichtelijk onderhoud te komen, zal in 2014 gestart worden met assetmanagement. B. Het terugbrengen van verontreinigingen van oppervlaktewater, grondwater en bodem als gevolg

van riooloverstorten. We gaan een regionaal onderzoek uitvoeren naar een optimaal pakket van maatregelen tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten, waarmee we regionaal voldoen aan de eisen van de Europese Kaderrichtlijn Water (E-KRW). Door uitvoering van deze maatregelen verbeteren we, in samenwerking met andere gemeenten en Waterschap De Dommel, de waterkwaliteit. Deze aanpak valt onder het Kallisto Hapert Projectplan. Kallisto staat voor Kosteneffectieve Afvalwaterketen optimalisatie vuillastreductie met integrale directe sturing en investeringsmaatregelen ter verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit. Doel van Kallisto is grip te krijgen op de vuilwaterstromen vanuit de afvalwaterketen, overstorten en rioolwaterzuiveringsinstallatie via moerasbos op het watersysteem. Het project loopt al in de initiatie vanaf 2009. Momenteel is het operationeel. Ieder jaar vinden er overleggen plaats in de Zuiveringscluster tussen de gemeenten Bladel, Reusel-De Mierden en Eersel en het Waterschap De Dommel over de juiste afstemming qua optimalisatie met de rioolwaterzuiveringinstallatie. Ieder halfjaar volgt er een rapportage in juni/december en een eindrapportage. C. Afvalscheiding bij burgers stimuleren. 1. Inzameling afval tegen zo laag mogelijke kosten; 2. Binnen de Kempen onderzoek naar mogelijkheden andere manier van inzameling huishoudelijk afval en de financiële gevolgen hiervan; 3. Start aanbestedingprocedure verwerking huishoudelijk restafval na 2016; 4. Onderzoek toekomstperspectief milieustraat Bladel/Reusel-De Mierden. Ad 2. Binnen de Kempengemeenten wordt in 2014 gestart met de uitvoering van een aantal afvalpilots, dit mede in verband met de regiobrede doelstelling om in 2020 nog maar maximaal 5% restafval te produceren. De commissie- en raadsleden hebben naar aanleiding van de informatiebijeenkomst materialentransitie (van afval naar grondstof) uitgesproken om de mogelijkheden te onderzoeken en

Page 44: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

44

met voorstellen te komen. De Kempengemeenten hebben samen met de inzamelaar, Van Kaathoven Groep, een aantal afvalpilots benoemd. Momenteel vindt een financiële doorrekening van de pilots plaats. Eind 2013 wordt een keuze gemaakt welke pilot in Reusel-De Mierden zal worden uitgevoerd. Bij het opstellen van de tarieven voor de afvalstoffenheffing wordt hiermee rekening gehouden. D. Het in stand houden en waar mogelijk bevorderen van een goed milieu. Dit wordt gedaan door middel van het uitvoeren van het milieuprogramma 2014. In april 2013 is de Crisis- en herstelwet (Chw) gewijzigd. Één van de wijzigingen is het schrappen van de verplichting (hoofdstuk 4 Wet milieubeheer) om jaarlijks een milieuprogramma op te stellen. Onderzocht wordt of, en zo ja op welke wijze, een aantal onderwerpen uit het milieuprogramma in andere beleidsprogramma’s (bijvoorbeeld een omgevingsbeleidsplan) een plaats kan krijgen. Wat mag het kosten? Overzicht per product (bedragen x € 1.000):

Rekening

2012

Begroting

2013

Begroting

2015

Begroting

2016

Begroting

2017

Saldo Saldo Lasten Baten Saldo Saldo Saldo Saldo

Saldo per product

2.1 Waterhuishouding -78 108 -1.157 1.310 153 120 115 114

2.2 Afval 84 43 -947 956 9 10 10 10

2.3 Milieuzorg -654 -586 -536 0 -536 -538 -541 -544

Saldo programma -648 -435 -2.640 2.266 -374 -408 -416 -420

Milieu Begroting 2014

Overzicht per kostensoort per programma (bedragen x € 1.000):

Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten

Saldo per kostensoort

3.1 Energie -50 -50 -50 -50

3.4.3 Goederen en diensten -1.181 -1.195 -1.191 -1.196

4.2.4 Bijdrage overheid niet-rijk -2 -2 -2 -2

4.2.5 Overige bijdragen -25 -25 -25 -25

6.1 Kapitaallasten -523 -514 -506 -497

6.2.2 Doorrek. van kostenplaatsen -859 -859 -859 -859

3.4 Goederen en diensten 988 997 999 1.000

4.0.1 Belastingen niet-woningen 172 173 175 177

4.0.2 Belastingen woningen 1.106 1.067 1.043 1.032

Totaal Lasten / Baten -2.640 2.266 -2.645 2.237 -2.633 2.217 -2.629 2.209

Saldo programma -374 -408 -416 -420

Begroting 2015Milieu Begroting 2014 Begroting 2016 Begroting 2017

Page 45: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

45

Programma 3. Ruimtelijke Ordening en Bouwen Wat willen we bereiken? A. Voldoen aan de huidige en toekomstige behoefte aan woonruimte. B. Een verantwoord gebruik van de (openbare) ruimte in de kommen en in het buitengebied. C. Een exploitatie van gronden die tegemoet komt aan de wensen van belangstellende bedrijven en

burgers. Wat doen we ervoor? A. Voldoen aan de huidige en toekomstige behoefte aan woonruimte. Uitvoering geven aan de woonvisie 2013-2018 “Maatwerk in Wonen” welke is vastgesteld op 9 juli 2013. Speerpunten hieruit zijn:

- nieuwe bouwaanvragen toetsen op hun bijdrage aan de woningbehoefte op de lange termijn. Nieuwe projecten die in overwegende mate bestaan uit dure en/of middeldure gezinswoningen worden niet goedgekeurd, tenzij het vervangende nieuwbouw betreft in hetzelfde segment;

- projecten waarmee een aantoonbare lokale behoefte wordt vervuld voor de doelgroepen ouderen, starters, lage inkomens en arbeidsmigranten krijgen prioriteit;

- afspraken maken met woningcorporaties over de realisatie van een substantieel aantal huurwoningen hetgeen voortvloeit uit de regionale afspraken om 40% van de te bouwen woningen in de sociale sector te realiseren. We zoeken mogelijkheden om een verschuiving aan te brengen in het bouwprogramma van duur/middelduur naar goedkope woningen;

- actief meedenken met ontwikkelaars die projecten, waarvoor al een bestemmingsplan is opgesteld/gewijzigd, willen herprogrammeren. Hierbij hanteren wij bovenstaande uitgangspunten;

- ouderen stimuleren om tijdig hun woning aan te passen als zij ouder worden. Dit doen we bijvoorbeeld door informatie en advies te verstrekken bij het verlenen van omgevingsvergunningen.

B. Een verantwoord gebruik van de (openbare) ruimte in de kommen en in het buitengebied. Vaststellen bestemmingsplannen gebeurt conform de nieuwe werkwijze, dat wil zeggen waar mogelijk door middel van veegplannen. Het bestemmingsplan Buitengebied 2009, herziening fase 1B, zal medio 2014 worden vastgesteld. In 2014 stellen we een nieuwe structuurvisie en een (landschap)ontwikkelingsplan vast. Elke gemeente in Nederland is op basis van de Wet ruimtelijke ordening sinds 2008 verplicht een structuurvisie op te stellen. In Reusel-De Mierden is in 2004 voor het laatst een structuurvisie opgesteld. De huidige visie voldoet dus niet aan de nieuwe wet. Daarnaast is deze na bijna 10 jaar tijd verouderd. De gemeenteraad heeft geld beschikbaar gesteld om een nieuwe structuurvisie op te stellen. Tevens wordt in 2014 een (landschap)ontwikkelingsplan opgesteld. Vanuit (m.n. provinciale) wet- en regelgeving wordt steeds meer de koppeling gezocht tussen ruimtelijke ontwikkelingen en landschappelijk investeren. Door een ontwikkelplan op te stellen bieden we als gemeente kaders en verhogen we de kansen van initiatiefnemers in onze gemeente om hun plannen te realiseren en daarnaast het landschappelijk beeld van onze gemeente te versterken. C. Een exploitatie van gronden die tegemoet komt aan de wensen van belangstellende bedrijven en

burgers. De grondexploitaties bieden voor elk wat wils. Plannen bevatten dermate veel variatie en/of flexibiliteit dat alle doelgroepen geholpen kunnen worden. In de Nota grondbeleid 2013 is vastgelegd dat meer variatie mogelijk is voor wat betreft de prijs. Dit betekent dat differentiatie in grondprijzen van rijwoningen, 2-onder-1-kapwoningen en vrijstaande woningen kan worden gerealiseerd. Ook differentiatie tussen kernen kan eventueel worden vastgesteld. Op dit moment zijn er geen plannen hier concrete invulling aan te geven. Afhankelijk van de ontwikkeling van de markt wordt in de komende jaren bekeken of en op welke wijze hier invulling aan wordt gegeven. Dit altijd met de gevolgen voor de verschillende grondexploitaties in het achterhoofd.

Page 46: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

46

Gezien de huidige marktontwikkelingen vindt de uitgifte van woningbouwkavels gefaseerd plaats in de lopende grondexploitaties Molen Akkers, De Leeuwerik, De Hasselt II en Kerkekkers. In 2014 worden in elke kern bouwkavels aangeboden voor diverse woningtypes. Ook de uitgifte van bedrijfsgronden vindt gefaseerd plaats in het plan Kleine Hoeven (afhankelijk van de uitspraak van de Raad van State)

Wat mag het kosten? Overzicht per product (bedragen x € 1.000):

Rekening

2012

Begroting

2013

Begroting

2015

Begroting

2016

Begroting

2017

Saldo Saldo Lasten Baten Saldo Saldo Saldo Saldo

Saldo per product

3.1 Volkshuisvesting -97 -414 -498 215 -283 -281 -279 -277

3.2 Bestemmingsplannen -512 -320 -288 10 -278 -278 -277 -277

3.3 Grondexploitatie 361 0 -6.714 6.714 0 0 0 0

Saldo programma -249 -734 -7.500 6.939 -561 -559 -556 -554

Ruimtelijke Ordening en Bouwen Begroting 2014

Overzicht per kostensoort per programma (bedragen x € 1.000):

Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten

Saldo per kostensoort

3.3.2 Grondaankopen -215 -2.256

3.3.3 Duurzame goederen -1.299 -983 -1.956 -811

3.4.1 Belastingen 0 0 0 0

3.4.3 Goederen en diensten -280 -210 -307 -197

4.3.2 Overige bijdragen -5 -5 -5 -5

6.1 Kapitaallasten -991 -838 -692 -580

6.2.2 Doorrek. van kostenplaatsen -950 -950 -950 -950

6.3 Overige verrekeningen -3.760 -3.398 -2.163 -3.094

3.2.1 Huurontvangsten 7 7 7 7

3.3.1 Grondverkopen 6.675 7.608 5.078 4.490

3.4 Goederen en diensten 257 466 432 586

Totaal Lasten / Baten -7.500 6.939 -8.640 8.081 -6.073 5.517 -5.637 5.083

Saldo programma -561 -559 -556 -554

Ruimtelijke ordening en bouwen Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017

Page 47: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

47

Programma 4. Burgers en Bedrijven Wat willen we bereiken? A. Een georganiseerd ondernemersveld en een goed vestigingsklimaat voor ondernemers. B. Een aantrekkelijk winkelgebied voor ondernemers, inwoners en bezoekers. C. Een aantrekkelijke toeristisch-recreatieve omgeving voor inwoners en bezoekers. Wat doen we ervoor? A. Een georganiseerd ondernemersveld en een goed vestigingsklimaat voor ondernemers.

1. Contacten met de diverse ondernemersverenigingen worden in stand gehouden. Om synergie tussen de ondernemersverenigingen te creëren wordt jaarlijks een ondernemerscafé georganiseerd.

2. Onderzoeken verbetering van de bereikbaarheid van de gemeente. 3. Acquisitie en promotie voor verkoop van bedrijventerrein Kleine Hoeven. Er wordt

samenwerking gezocht met gemeente Bladel omdat die gemeente de ontwikkeling van een eigen uitbreiding van bedrijventerreinen heeft stopgezet. Voor het segment ondernemingen, waarvoor Kleine Hoeven is bedoeld, kunnen de beide gemeenten elkaar dus aanvullen.

4. De Kempische Visie Bedrijventerreinen, die in 2012 is vastgesteld, wordt uitgevoerd. Dat betekent dat we bedrijventerreinen meer op regionaal niveau gaan bezien. De Kempische Visie Bedrijventerreinen is input geweest voor provinciale beleidsvorming rondom bedrijventerreinen.

5. Er wordt uitvoering gegeven aan de agenda van de Kempen. De koplopersgroep Economie initieert projecten ter stimulering van het economische klimaat.

6. Participatie in gemeenschappelijke regeling Kempisch Bedrijvenpark met het doel om bedrijven uit de gemeente met een ruimtebehoefte groter dan 5.000m² te faciliteren in de Kempen en de werkgelegenheid en bedrijvigheid te behouden.

B. Een aantrekkelijk winkelgebied voor ondernemers, inwoners en bezoekers.

1. In samenwerking met de winkeliersvereniging stapsgewijs uitvoering geven aan centrummanagement, met het doel om de winkeliers te faciliteren in een upgrading van het winkelgebied.

2. De centrumvisie wordt volgens planning eind 2013 vastgesteld. Vanaf die datum wordt uitvoering gegeven aan de langetermijnvisie voor het centrum van Reusel.

3. Samen met de brandweer, politie en winkeliers verder uitvoering geven aan het project “Keurmerk Veilig Ondernemen” (KVO). Dit project zorgt ervoor dat genoemde partijen continu met elkaar in verbinding staan teneinde de veiligheidssituatie in het winkelgebied (verder) te verbeteren en eventuele problemen direct het hoofd te bieden.

4. Met de nieuwe verordening Winkeltijden is zondagopenstelling mogelijk gemaakt. Hiermee worden winkeliers gefaciliteerd om ook op zondag de inwoners en toeristen te kunnen bedienen.

C. Een aantrekkelijke toeristisch-recreatieve omgeving voor inwoners en bezoekers.

1. Toeristisch-recreatieve ondernemers en organisaties worden gestimuleerd en gefaciliteerd om te investeren in de kwaliteit en de toegankelijkheid van het aanbod en in productontwikkeling.

2. De Recreatieve Poort Weeldse Heide wordt verder ontwikkeld in samenwerking met de ondernemers en de provincie.

3. In 2013 is Recreatieve Poort Peelse Heide door de provincie omgevormd tot Natuurpoort. Samen met de provincie wordt de Natuurpoort ontwikkeld tot een aantrekkelijke toeristisch-recreatieve bestemming.

4. Er wordt uitvoering gegeven aan de agenda van de Kempen. De koplopersgroep Toerisme en Recreatie initieert projecten ter stimulering van de toeristisch-recreatieve omgeving. Het Huis van de Brabantse Kempen bewaakt ook de branding van de Brabantse Kempen.

5. De gemeenten Reusel-De Mierden en Bladel stimuleren en faciliteren samen de samenwerking tussen VVV Reusel-De Mierden en VVV Bladel.

6. Het beheer en onderhoud van routestructuren onderbrengen in een nieuwe uitvoeringsorganisatie.

7. De ontwikkelingsmogelijkheden voor toeristisch-recreatieve voorzieningen in de gemeente worden in de nieuwe structuurvisie en een landschapontwikkelingsplan vastgesteld

Page 48: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

48

8. Cultuur en historie toegankelijk maken voor toeristisch-recreatieve doeleinden met Erfgoedwiki .

Wat mag het kosten? Overzicht per product (bedragen x € 1.000):

Rekening

2012

Begroting

2013

Begroting

2015

Begroting

2016

Begroting

2017

Saldo Saldo Lasten Baten Saldo Saldo Saldo Saldo

Saldo per product

4.1 Burgers -252 -266 -689 219 -470 -447 -446 -445

4.2 Bedrijven 35 -156 -375 246 -129 -127 -126 -125

Saldo programma -217 -422 -1.064 465 -599 -574 -572 -570

Burgers en Bedrijven Begroting 2014

Overzicht per kostensoort per programma (bedragen x € 1.000):

Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten

Saldo per kostensoort

3.1 Energie -5 -5 -5 -5

3.4.1 Belastingen -8 -8 -8 -8

3.4.3 Goederen en diensten -148 -127 -128 -129

4.1.1 Bijdrage aan rijk -71 -73 -74 -75

4.2.4 Bijdrage overheid niet-rijk -30 -30 -31 -31

6.1 Kapitaallasten -9 -9 -9 -9

6.2.2 Doorrek. van kostenplaatsen -793 -793 -793 -793

2.1 Ontvangen rente / winstuitkeringen 19 19 19 19

3.2.1 Huurontvangsten 8 8 8 8

3.2.2 Pachtopbrengsten 184 187 189 191

3.4 Goederen en diensten 254 257 260 262

Totaal Lasten / Baten -1.064 465 -1.045 471 -1.048 476 -1.050 480

Saldo programma -599 -574 -572 -570

Begroting 2017Begroting 2016Burgers en bedrijven Begroting 2014 Begroting 2015

Page 49: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

49

Programma 5. Scholing en Vorming

Wat willen we bereiken? A. Adequate accommodaties voor het onderwijs. B. Alle kinderen in Reusel-De Mierden in de gelegenheid stellen om in brede zin kennis te maken

met de verschillende disciplines van kunstzinnige vorming, waaronder ook cultureel erfgoed, en hun creatieve kant te ontdekken, te ontwikkelen en deze vaardigheden te presenteren.

C. Alle kinderen in Reusel-De Mierden mogelijkheden bieden om zich op alle ontwikkelingsgebieden zo optimaal mogelijk te ontwikkelen en de doorgaande leerlijn te bevorderen.

Wat doen we ervoor? A. Adequate accommodaties voor het onderwijs. Uitvoering van het “Integraal huisvestingsplan Brede Schoolgebouwen 2012 en verder” en de “Verordening voorziening huisvesting onderwijs Reusel-De Mierden 2012”. In 2013 komt er een Masterplan Onderwijshuisvesting tot stand. Hierin wordt de huisvesting van alle scholen in onze gemeente bekeken in relatie tot ontwikkelingen die van invloed zijn op de huisvestingsbehoefte. Op basis van dit masterplan worden in 2014 duurzame beslissingen genomen met betrekking tot onderwijshuisvesting voor scholen in onze gemeente. Hiervoor worden elke twee jaar nieuwe leerling-prognoses opgesteld. Vanaf 2015 wordt de verantwoordelijkheid en het budget voor buitenonderhoud van schoolgebouwen voor primair onderwijs landelijk overgeheveld van de gemeente naar de schoolbesturen. Het betreft het gehele buitenonderhoud van het gebouw en het terrein. De gemeente is vanaf 2015 alleen nog verantwoordelijk voor uitbreiding en nieuwbouw van scholen. In 2014 worden de voorbereidingen voor de overheveling getroffen en afspraken gemaakt met de schoolbesturen.

B. Alle kinderen in Reusel-De Mierden in de gelegenheid stellen om in brede zin kennis te maken met de verschillende disciplines van kunstzinnige vorming, waaronder ook cultureel erfgoed, en hun creatieve kant te ontdekken, te ontwikkelen en deze vaardigheden te presenteren. In het basisonderwijs maken de kinderen kennis met alle disciplines binnen cultuureducatie. Buitenschools is er een aanbod aan cursorische activiteiten. Het subsidiebeleid culturele vorming wordt afgestemd op de vraag en geeft ruimte aan particulier initiatief. Muziekonderwijs Voor wat betreft het muziekonderwijs is er door de fusie (per 1 augustus 2009) tussen de muziekschool Hilvarenbeek e.o. en de muziekschool Best-Oirschot een nieuwe situatie ontstaan. De nieuwe organisatie heet Pulz. Er zullen in 2014 organisatieaanpassingen plaatsvinden bij Pulz, noodzakelijk vanwege de verslechterde financiële situatie. Wat daarvan de gevolgen zullen zijn, is nog onbekend. Wij willen per augustus 2014 overgaan naar individuele subsidiëring voor muziekonderwijs. Impuls Combinatiefuncties Eind 2011 is besloten dat onze gemeente structureel deel zal nemen aan de landelijke impuls combinatiefuncties. Hieraan wordt invulling gegeven voor culturele en sportactiviteiten. Door de deelname aan deze impuls worden er naschoolse sport- en cultuuractiviteiten aangeboden aan de leerlingen. Het werkgeverschap voor de combinatiefunctie cultuur is ondergebracht bij Pulz. De combinatiefunctionaris cultuur voert een deel van de taken uit die eerder door de marktplaatscoördinator gedaan werden. De marktplaats Cultuurpoort is per 1 januari 2013 opgeheven. C. Alle kinderen in Reusel-De Mierden mogelijkheden bieden om zich op alle ontwikkelingsgebieden zo optimaal mogelijk te ontwikkelen en een doorgaande leerlijn te bevorderen. Uitvoering geven aan het Brede Scholenbeleidsplan 2010-2014. Jaarlijks vindt er overleg plaats over de Locale Educatieve Agenda. In dit overleg worden op bestuurlijk niveau afspraken gemaakt over de uitvoering en verantwoording van thema’s op het gebied van educatie en jeugd. Daarnaast vindt er binnen meerdere geledingen structureel inhoudelijk overleg plaats tussen de Brede Schoolpartners en de gemeente met als doel afstemming en samenwerking tussen de Brede Schoolpartners om de doorgaande leerlijn van kinderen te bevorderen.

Page 50: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

50

Kinderen tussen 6 en 13 jaar, die afkomstig zijn uit het buitenland en de Nederlandse taal niet of nauwelijks beheersen, hebben de mogelijkheid om gebruik te maken van de Neveninstroom. Dit is een Kempische voorziening die wordt uitgevoerd op basisschool ’t Palet in Hapert. Kinderen, waarbij door het consultatiebureau een achterstand op één van de ontwikkelingsgebieden is gesignaleerd, hebben de mogelijkheid om deel te nemen aan een programma binnen de voorschoolse voorzieningen gericht op Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE).

Wat mag het kosten? Overzicht per product (bedragen x € 1.000):

Rekening

2012

Begroting

2013

Begroting

2015

Begroting

2016

Begroting

2017

Saldo Saldo Lasten Baten Saldo Saldo Saldo Saldo

Saldo per product

5.1 Huisvesting onderwijs -561 -537 -603 50 -553 -545 -536 -517

5.2 Onderwijs ondersteuning -449 -393 -462 9 -453 -455 -456 -457

5.3 Lokaal onderwijsbeleid -198 -155 -230 55 -175 -175 -175 -175

5.4 Culturele vorming -171 -144 -138 0 -138 -138 -138 -138

5.5 Volwasseneneducatie -1 -5 -86 80 -6 -6 -6 -6

Saldo programma -1.381 -1.234 -1.519 194 -1.325 -1.319 -1.311 -1.293

Scholing en Vorming Begroting 2014

Overzicht per kostensoort per programma (bedragen x € 1.000):

Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten

Saldo per kostensoort

3.4.1 Belastingen -30 -31 -32 -32

3.4.3 Goederen en diensten -349 -351 -351 -352

4.2.3 Verstrekkingen natura -296 -297 -297 -298

4.2.4 Bijdrage overheid niet-rijk -171 -172 -173 -173

6.1 Kapitaallasten -487 -478 -468 -449

6.2.2 Doorrek. van kostenplaatsen -186 -186 -186 -186

3.2.1 Huurontvangsten 50 50 50 50

4.1.1 Bijdragen van rijk 126 127 127 128

4.2.2 Bijdrage overheid niet-rijk 18 19 19 19

Totaal Lasten / Baten -1.519 194 -1.515 196 -1.507 196 -1.490 197

Saldo programma -1.325 -1.319 -1.311 -1.293

Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017Scholing en vorming

Page 51: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

51

Programma 6. Welzijn Wat willen we bereiken? A. Het behoud van een bibliotheekfunctie. B. Sterke en gezonde sportverenigingen met een gevarieerd sportaanbod, die gebruik maken van

sportaccommodaties die voldoen aan de kwaliteitseisen van NOC/NSF. C. Alle kinderen in Reusel-De Mierden in de gelegenheid stellen om kennis te maken met de

verschillende sportdisciplines. D. Bescherming en instandhouding van cultureel-historisch erfgoed en beeldbepalende panden. E. Ruim aanbod van recreatieve voorzieningen voor eigen inwoners en voor toeristen. Meer toeristen

genereren en deze ook zo lang mogelijk binnen de gemeente houden. F. Het regisseren van het aanbieden van activiteiten op het gebied van welzijn, zorg en cultuur. G. Een optimale deelname van mensen met een handicap aan de maatschappij. Wat doen we ervoor? A. Het behoud van een bibliotheekfunctie. In 2012 is er in Reusel een nieuwe bibliotheekvoorziening ingericht voor de toekomst (digitalisering) door Bibliotheek De Kempen. Uitgangspunten voor de bibliotheekvoorziening in onze gemeente: � raadpleeg- en uitleenfunctie voor 0-12 jarigen in alle kernen, inclusief ondersteuning

taalontwikkeling; � gebruik maken van de digitalisering voor wat betreft de informatievoorziening en gemaksdiensten; � een voorziening voor ouderen en minder mobielen, dit is de bibliotheek aan huis; � aansluiting bij een bibliotheekorganisatie. B. Sterke en gezonde sportverenigingen met een gevarieerd sportaanbod, die gebruik maken van

sportaccommodaties die voldoen aan de kwaliteitseisen van NOC/NSF. Begin 2014 wordt het nieuwe sportbeleid afgerond waarin het beleid voor de komende jaren wordt vastgelegd voor de pijlers sportverenigingen, sportstimulering en sportaccommodaties. Hiervoor wordt ook een uitvoeringsplan opgesteld. In dit uitvoeringsplan wordt vastgelegd welke acties de gemeente de komende 4 jaar onderneemt om de gestelde doelen te behalen. C. Alle kinderen in Reusel-De Mierden in de gelegenheid stellen om kennis te maken met de

verschillende sportdisciplines. De combinatiefunctionarissen sport (in totaal 1 fte) zorgen in samenwerking met sportverenigingen en sportaanbieders uit onze gemeente en de regio voor een divers sportaanbod onder schooltijd en na schooltijd. Denk hierbij aan sporten van atletiek tot voetbal uit onze eigen gemeente, maar ook bijvoorbeeld handbal uit de gemeente Bladel. Het werkgeverschap van de combinatiefunctionarissen sport is ondergebracht bij onderwijsstichting Kempenkind. Eind 2011 is besloten dat onze gemeente deel zal blijven nemen aan de landelijke impuls combinatiefuncties. De kosten voor de combinatiefunctionarissen worden op grond van de landelijke impuls combinatiefuncties verdeeld over de gemeente (40%), het rijk (40%) en de scholen (20%). D. Bescherming en instandhouding van cultureel-historisch erfgoed en beeldbepalende panden. Cultureel-historische projecten worden daar waar mogelijk ondersteund (financieel, organisatorisch) en onder de aandacht gebracht. Dit is in 2013 onder andere gebeurd door de religieuze bordenroute financieel te ondersteunen, dit project zal in 2014 afgerond worden. Cultuurhistorische plekken worden met informatieborden en een aantal kunstwerken onder de aandacht gebracht. We gaan beleid opstellen voor aanwijzing van beeldbepalende panden en monumenten. Het project Erfgoed Geowiki zal verder vorm geven worden. Belanghebbenden zullen worden aangeschreven voor behoud en herstel historisch erfgoed en monumenten.

Page 52: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

52

E. Ruim aanbod van recreatieve voorzieningen voor eigen inwoners en voor toeristen. Meer toeristen genereren en deze ook zo lang mogelijk binnen de gemeente houden.

In 2014 zal Recreatieve Poort Weeldse Heide verder worden ontwikkeld conform het convenant van juni 2011 tot goed functionerende poort met het thema ‘Paard’. Natuurpoort Peelse Heide wordt door de provincie gepromoot als een aantrekkelijke toeristisch-recreatieve bestemming. De gemeente Reusel-De Mierden stimuleert en faciliteert ondernemers om binnen de gemeentelijke kaders en binnen de kaders van het convenant te investeren in recreatieve voorzieningen in de omgeving van de recreatieve poorten. F. Het regisseren van het aanbieden van activiteiten op het gebied van welzijn, zorg en cultuur. Vanuit het Lokaal gezondheidsbeleid, uitvoeringsplan Centrum voor Jeugd en Gezin en Brede Scholenbeleid voeren we regie op activiteiten. Wat betreft de activiteiten op het gebied van cultuur is er een combinatiefunctionaris cultuur die de scholen ondersteunt bij de binnenschoolse cultuureducatieve activiteiten en de buitenschoolse cultuuractiviteiten coördineert. Deze combinatiefunctie wordt betaald door de Rijksoverheid (40 %), de gemeente (40%) en de rest door de werkgever (Pulz). G. Een optimale deelname van mensen met een handicap aan de maatschappij. Subsidiëren van stichting de Hoeksteen die recreatieve en vormingsactiviteiten aanbiedt aan mensen met een handicap. Wat mag het kosten? Overzicht per product (bedragen x € 1.000):

Rekening

2012

Begroting

2013

Begroting

2015

Begroting

2016

Begroting

2017

Saldo Saldo Lasten Baten Saldo Saldo Saldo Saldo

Saldo per product

6.1 Bibliotheek -355 -191 -274 24 -250 -249 -249 -249

6.2 Buitensport -418 -413 -474 83 -391 -381 -377 -375

6.3 Binnensport -268 -216 -364 67 -297 -298 -299 -299

6.4 Sportbeoefening / -bevordering -36 -14 -18 0 -18 -18 -18 -18

6.5 Kunst en cultuur -107 -140 -183 50 -133 -130 -130 -130

6.6 Openluchtrecreatie -85 -76 -56 4 -52 -52 -52 -52

6.7 Gemeenschapshuizen -371 -368 -426 43 -383 -381 -381 -380

6.8 Jeugdbeleid -93 -137 -158 0 -158 -159 -159 -159

6.9 Cultureel werk -68 -105 -104 0 -104 -104 -104 -104

Saldo programma -1.801 -1.660 -2.057 271 -1.786 -1.772 -1.769 -1.766

Welzijn Begroting 2014

Overzicht per kostensoort per programma (bedragen x € 1.000):

Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten

Saldo per kostensoort

3.0 Inhuur -38 -39 -39 -40

3.1 Energie -31 -32 -32 -32

3.4.1 Belastingen -24 -24 -24 -25

3.4.3 Goederen en diensten -342 -350 -352 -353

4.2.4 Bijdrage overheid niet-rijk -510 -507 -508 -508

4.2.5 Overige bijdragen -150 -150 -150 -150

6.1 Kapitaallasten -572 -562 -556 -552

6.2.2 Doorrek. van kostenplaatsen -390 -390 -390 -390

3.2.1 Huurontvangsten 205 216 216 217

3.2.2 Pachtopbrengsten 2 2 2 2

3.4 Goederen en diensten 61 61 61 62

4.2.3 Overige bijdragen 3 3 3 3

Totaal Lasten / Baten -2.057 271 -2.054 282 -2.051 282 -2.050 284

Saldo programma -1.786 -1.772 -1.769 -1.766

Begroting 2016 Begroting 2017Welzijn Begroting 2014 Begroting 2015

Page 53: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

53

Programma 7. Werk, Inkomen en Gezondheidszorg Wat willen we bereiken? A. Bevorderen van zowel de geestelijke als lichamelijke gezondheid van de inwoners van de

gemeente Reusel-De Mierden. B. Bestaanszekerheid voor alle burgers die vooralsnog niet (volledig) in eigen levensonderhoud

kunnen voorzien. C. Burgers die vanwege lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen aangewezen zijn op

aangepast en/of beschut werk kunnen deelnemen aan het arbeidsproces op een werkplek die past bij hun mogelijkheden.

D. Alle burgers kunnen meedoen aan alle facetten van de samenleving, al dan niet geholpen door familie, vrienden of bekenden.

E. Aan ouders/kinderen met een sociaal medische indicatie, of die vallen binnen het doelgroepenbeleid van de Wet kinderopvang en peuterspeelzalen de mogelijkheid bieden om deel te nemen aan kinderopvang en/of peuterprogramma.

Wat doen we ervoor? A. Bevorderen van zowel de geestelijke als lichamelijke gezondheid van de inwoners van de

gemeente Reusel-De Mierden. Binnen de Wet publieke gezondheid worden drie domeinen onderscheiden:

• gezondheidsbevordering; • jeugdgezondheidszorg; • algemene gezondheidszorg.

Gezondheidsbevordering: Gezondheidsbevordering richt zich op de leefstijl of het gezondheidsgedrag van individuen en groepen mensen. Gezondheidsbevordering is één van de functies van de openbare gezondheidszorg die in 2014 worden uitgevoerd door de GGD. Jeugdgezondheidszorg: De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de jeugdgezondheidszorg van 0-19 jarigen. In de Kempengemeenten zijn de GGD en Zuidzorg de organisaties die activiteiten in het kader van de JGZ uitvoeren in 2014 (onderdeel Centrum voor Jeugd en Gezin CJG). Algemene gezondheidszorg: Infectieziektebestrijding in de openbare gezondheidszorg richt zich op de bestrijding van infectieziekten zoals kinkhoest, legionellose, hepatitis A, B en C, voedselinfecties, griep en seksueel overdraagbare aandoeningen. Infectieziektebestrijding is een uniforme taak waarin de GGD een signalerende, ondersteunende en uitvoerende rol heeft in 2014. De gemeente Reusel-De Mierden streeft naar een integraal beleid. Belangrijk is dat op diverse beleidsterreinen aandacht wordt besteed aan gezondheid. Samenhang tussen interventies op Wmo, sport en jeugdgebied kan leiden tot verbetering van de gezondheidssituatie van onze inwoners. Er is om die reden dan ook geen afzonderlijk lokaal gezondheidsbeleid ontwikkeld. De kernboodschappen uit het gemeentelijk rapport “Op weg naar een gezonder Reusel-De Mierden” worden in 2014 door beleidsadviseurs en de vakspecialisten gebruikt als input voor beleidsnota’s en -adviezen. Kernboodschappen zijn:

• veilig sporten en bewegen in de buurt; • vergroten van weerbaarheid bij kinderen; • vroegsignalering van zgn. “niet-pluis-gevoelens” door professional, vrijwilligers en

buurtgenoten; • gezondheid en veeteelt; • geef bij diverse thema’s extra aandacht aan speciale groepen / risicogroepen; • burgerparticipatie.

Page 54: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

54

B. Bestaanszekerheid voor alle burgers die vooralsnog niet (volledig) in eigen levensonderhoud kunnen voorzien.

Op 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. Deze wet vervangt onder andere de Wet werk en bijstand (Wwb). Doel van de wet is om iedereen op zijn of haar eigen niveau deel te laten nemen aan de samenleving. De vangnetfunctie van de Wwb blijft ook in de nieuwe wet bestaan. In 2014 wordt deze wet voorbereid. C. Burgers, die vanwege lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen aangewezen zijn op

aangepast en/of beschut werk, kunnen deelnemen aan het arbeidsproces op een werkplek die past bij hun mogelijkheden.

De hiervoor genoemde Participatiewet vervangt ook de Wet sociale werkvoorziening. In 2014 wordt gewerkt aan de voorbereidingen hiervan. Het deelnemen aan het arbeidsproces gebaseerd op de mogelijkheden van de burger zelf is één van de speerpunten van de wet. D. Alle burgers doen mee aan alle facetten van de samenleving, al dan niet geholpen door familie,

vrienden of bekenden. Er wordt uitvoering gegeven aan het Wmo-uitvoeringsplan 2012-2015 waarin activiteiten zijn beschreven op basis van de 6 thema’s:

• Samen wonen, leven en werken. De mogelijkheid om (thuis of in de buurt) gebruik te kunnen maken van (eenvoudige) zorg-, welzijns- en gemaksdiensten bevordert de leefbaarheid. Maar ook het kunnen deelnemen aan het verenigingsleven, het meedoen aan culturele en sportieve activiteiten, voldoende gevarieerde woningbouw, efficiënt invulling geven aan de accommodaties en voldoende werkgelegenheid zijn belangrijke pijlers die de leefbaarheid bevorderen.

• Opgroeien. De gemeente Reusel-De Mierden streeft ernaar dat alle jeugdigen van min9 maanden tot 23 jaar gezond en veilig kunnen opgroeien tot zelfstandige inwoners. Deze ambitie is hier in de breedste zin van het woord op te vatten: zowel de fysieke gezondheid, als het psychisch welbevinden, de cognitieve capaciteiten, sociale relaties en plek in de samenleving. Ouders zijn hiervoor primair verantwoordelijk en bij de meeste kinderen verloopt de ontwikkeling ook zonder (grote) problemen.

• Inzetten voor de ander Investeren in inwoners die familie of bekenden ondersteunen en in vrijwilligers die zich belangeloos inzetten is één van de belangrijkste pijlers voor maatschappelijke ondersteuning. Het ontwikkelen van activiteiten gericht op het behouden en zo mogelijk vergroten van de inzet van familiezorgers en vrijwillige inzet is hierbij essentieel.

• Vrijetijdsbesteding Vrijetijdsbesteding speelt een belangrijke rol in Reusel-De Mierden. Bij vrijetijdsbesteding gaat het niet alleen om sport- en cultuuractiviteiten. Ook recreatieve activiteiten in de natuur en andere vormen van recreatie zijn vrijetijdsbestedingen. Vrijetijdsbesteding biedt veel mogelijkheden om aan de samenleving mee te doen. Vrijetijdsbesteding kan ingezet worden als middel om de sociale samenhang en zelfredzaamheid in Reusel-De Mierden te vergroten.

• Toegankelijkheid Toegankelijkheid gaat over de wens dat iedereen, met of zonder lichamelijke, psychische of verstandelijke beperking, zelfstandig mee kan doen in de maatschappij.

• Zelfstandig blijven De Wmo is een wet waarin de zelfstandigheid en deelname aan de maatschappij voor iedereen gewaarborgd wordt. Dat betekent dat mensen met een beperking zelfstandig moeten kunnen leven en mee moeten kunnen doen in de maatschappij. Dat kan door voorzieningen en/ of ondersteuning op maat te geven wanneer iemand deze niet op eigen kracht kan regelen. Parallel hieraan worden voorbereidingen getroffen voor de implementatie van de nieuwe Wmo 2015. De huidige Wmo wordt per 2015 helemaal vervangen door de nieuwe wet. Er komen 3 resultaatsvelden:

• Het bevorderen van sociale samenhang, mantelzorg, vrijwilligerswerk, veiligheid en leefbaarheid alsmede het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld.

• Het ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking of chronische, psychische en psychosociale problemen, zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving.

• Het bieden van (maatschappelijke) opvang.

Page 55: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

55

Voor de ontwikkelingen in het sociale domein (de transities AWBZ, Participatiewet en Jeugd) heeft de gemeenteraad op 11 juni 2013 een transformatiedocument voor het sociale domein vastgesteld. Dit document heeft als doel te komen tot een sociale samenleving waarin de inwoners van onze gemeente allen participeren en de beschikking hebben over adequate (tijdelijke) ondersteuning of zorg. Deze zorg en ondersteuning is afgestemd op hun behoeften, eigen mogelijkheden en die van hun omgeving. Hierin zijn onderstaande acties vastgelegd voor 2014 en 2015 en het beleid tot 2017 en geldt voor alle inwoners van Reusel-De Mierden. Missie Nieuwe taken en uitdagingen vragen om een samenhangend, resultaatgericht programma voor de drie decentralisaties. Hiervoor willen we een omslag maken in de sociale samenleving van Reusel-De Mierden. Een samenhangend aanbod, ontschotting, stimuleren van participatie en eigen kracht en minder bureaucratie zijn daarbij belangrijk. Dat is onze missie. Visie Onze visie, ofwel onze stip op de horizon, is te komen tot een sociale samenleving waarin de inwoners van onze gemeente allen participeren en de beschikking hebben over adequate (tijdelijke) ondersteuning of zorg. Deze zorg en ondersteuning is afgestemd op hun behoeften, eigen mogelijkheden en die van de omgeving. De spanning en tegelijkertijd uitdaging zit hierbij in het vinden van oplossingen, die de brug slaan tussen de behoeften van de inwoners en de financiële en organisatorische (on)mogelijkheden. Ook de mate waarin en het niveau waarop intergemeentelijk en met andere partners wordt samengewerkt biedt hiervoor kansen en uitdagingen. Beoogde maatschappelijke effecten, doelstellingen Versterken van eigen kracht Inwoners van Reusel-De Mierden, jong en oud, kunnen zo lang mogelijk zelfstandig in de samenleving van Reusel-De Mierden functioneren en participeren. Versterken van samenredzaamheid Inwoners voelen zich actief betrokken bij de samenleving in Reusel-De Mierden en willen zich zo nodig inzetten voor anderen. De eigen kracht van Reusel-De Mierdenaren wordt versterkt en gemobiliseerd ten behoeve van de “samenredzaamheid”. Versterken dorpen, wijken, buurten Op wijk (of buurt)niveau is er een goede sociale samenhang en een veilig en gezond leef- en opgroeiklimaat. Versterken duurzame samenhang in ondersteuning Er is een samenhangend geheel aan collectieve voorzieningen die lokaal beschikbaar zijn voor alle inwoners. Als deze niet toereikend zijn, zorgen we voor individuele voorzieningen op maat en een zorgstructuur die samenhang vertoont. Er is een integrale, samenhangende, uniforme en lokale uitvoering van het welzijnswerk. Er is een samenhangende structuur voor onze inwoners met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt, zodat zij de mogelijkheid hebben te participeren en te stijgen op de participatieladder richting werk. Verminderen van bureaucratie De transformatie in het sociale domein leidt uiteindelijk tot minder bureaucratie en lagere uitgaven. Soms is het daarbij nodig voorinvesteringen te doen die pas later renderen. Meetbare acties In de nota zijn een dertigtal meetbare acties opgenomen om te komen tot de maatschappelijke effecten, ofwel de doelstellingen, te behalen, zoals: � steunsystemen worden geborgd als Dorpsondersteuningsteams (DOT); � voor de gehele gemeente een dekkend aanbod DOT waarvan de regie bij de gemeente ligt; � minder netwerken waarin dezelfde cases besproken worden door centralisatie binnen het DOT.

Zorg en veiligheid worden gekoppeld; � er is één uitvoerende zorgcoördinator per DOT. In de kernen zijn dit de wijkverpleegkundigen;

Page 56: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

56

� het DOT heeft zelf een budget om extra expertise of aan casuïstiek gebonden geld in te zetten. Eén gezin, één plan, één verantwoordelijk en coördinerend DOT-lid met mandaat en financiën;

� alle kinderen van de Brede Scholen in groep 6, 7 of 8 doen mee aan een weerbaarheidtraining in de vorm van het Marietje Kessels project

E. Aan ouders/kinderen met een sociaal medische indicatie, of die vallen binnen het

doelgroepenbeleid van de Wet kinderopvang en peuterspeelzalen, de mogelijkheid bieden om deel te nemen aan kinderopvang en/of peuterprogramma.

Doelgroepouders zijn ouders die niet werken maar toch aanspraak maken op kinderopvangtoeslag omdat zij deelnemen aan een traject naar werk, een studie volgen of een verplichte inburgeringscursus volgen. De Belastingdienst vergoedt aan hen ongeveer 90% van de kosten. Ouders met een sociaal medische indicatie zijn ouders die vanwege hun eigen gezondheid of in het belang van hun kind kinderopvang nodig hebben maar daar geen financiële middelen voor hebben. Verschil met de doelgroepouders is dat zij geen kinderopvangtoeslag kunnen aanvragen bij de Belastingdienst. Gemeenten kunnen beide doelgroepen een aanvullende compensatie uitkeren. Gemeenten mogen zelf bepalen wanneer ze dit willen doen en wat de hoogte is van deze aanvulling. In Reusel-De Mierden is dit geregeld in de Beleidsregels Tegemoetkoming Kinderopvang 2013. ISD De Kempen voert deze regeling uit namens alle Kempengemeenten.

Wat mag het kosten? Overzicht per product (bedragen x € 1.000):

Rekening

2012

Begroting

2013

Begroting

2015

Begroting

2016

Begroting

2017

Saldo Saldo Lasten Baten Saldo Saldo Saldo Saldo

Saldo per product

7.1 Gezondheidszorg -494 -527 -522 0 -522 -531 -537 -543

7.2 Wet Werk en Bijstand – inkomen 66 -258 -1.709 1.311 -398 -398 -398 -385

7.3 Wet Werk en Bijstand – werk 184 205 -3.533 3.694 161 161 161 161

7.4 Wmo -1.745 -2.195 -1.996 266 -1.730 -1.274 -1.189 -1.190

7.5 Lokaal zorgbeleid -209 -189 -199 2 -197 -199 -201 -203

7.6 Kinderopvang -154 -156 -161 32 -129 -130 -130 -130

Saldo programma -2.352 -3.120 -8.120 5.305 -2.815 -2.371 -2.294 -2.290

Werk, Inkomen en Gezondheidszorg Begroting 2014

Overzicht per kostensoort per programma (bedragen x € 1.000):

Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten

Saldo per kostensoort

3.4.1 Belastingen -1 -1 -1 -1

3.4.3 Goederen en diensten -151 -138 -137 -138

4.2.1 bijdrage aan marktproducenten -3.526 -3.285 -3.076 -2.871

4.2.2 Uitkeringen -1.302 -1.303 -1.283 -1.255

4.2.3 Verstrekkingen natura -1.406 -753 -666 -654

4.2.4 Bijdrage overheid niet-rijk -386 -393 -400 -405

4.2.5 Overige bijdragen -220 -223 -225 -227

6.1 Kapitaallasten -59 -50 -53 -53

6.2.2 Doorrek. van kostenplaatsen -1.069 -1.069 -1.069 -1.069

3.2.1 Huurontvangsten 26 26 26 26

3.4 Goederen en diensten 272 52 53 53

4.1.1 Bijdragen van rijk 4.771 4.530 4.301 4.068

4.2.1 Vergoeding/verhaal uitkeringen 10 10 10 10

4.2.2 Bijdrage overheid niet-rijk 200 200 200 200

4.2.3 Overige bijdragen 26 26 26 26

Totaal Lasten / Baten -8.120 5.305 -7.215 4.844 -6.910 4.616 -6.673 4.383

Saldo programma -2.815 -2.371 -2.294 -2.290

Werk, inkomen en zorg Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017

Page 57: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

57

Programma 8. Bestuur en Ondersteuning Wat willen we bereiken? A. Vergroten betrokkenheid van de burger bij het bestuur van de gemeente. B. De strategische positie van de raad versterken. C. Vergroten toegankelijkheid gemeentelijke informatie voor inwoners D. Verbeteren van de kwaliteit van gemeentelijke diensten en producten Wat doen we ervoor? A. Vergroten betrokkenheid van de burger bij het bestuur van de gemeente. De positie van de overheid verandert sterk. Zelfs de term "regievoerder" wordt steeds meer vervangen of in het licht gezien van "netwerker". Het opereren in netwerken van instanties, verenigingen, instellingen, ondernemingen en (groepen van) individuele burgers stelt andere eisen aan de wijze van besturen door en werken van de (lokale) overheid. Netwerken worden op hun beurt ook steeds “vloeibaarder” wat betekent dat ze kunnen wisselen van samenstelling, doelen enzovoort. Van "burgerparticipatie" naar "overheidsparticipatie" is een complexe ontwikkeling die veel uitdagingen en vraagstukken oproept. Onze gemeente staat hier open voor. In dit licht moet de vorig jaar vastgestelde nota burgerparticipatie en de vast te stellen beleidsnotitie dan ook gezien worden als een fase in deze ontwikkeling. Een fase waarin zowel wij als het maatschappelijk middenveld stappen willen maken in een nieuwe, nog niet uitgekristalliseerde wijze van functioneren van de overheid. In 2013 is een start gemaakt met het maken van beleid op het gebied van burgerparticipatie. De kadernota burgerparticipatie is door de gemeenteraad vastgesteld. In de periode 2013-2014 zal ook een beleidsnota worden vastgesteld waarin de kaders nader worden uitgewerkt. Ook zullen de lopende verordeningen en het samenwerkingsconvenant met de dorpsraden opnieuw tegen het licht worden gehouden en waar nodig aangepast. Ten behoeve van de gemeentelijke organisatie volgt tot slot nog een uitvoeringsplan met handvatten om burgerparticipatie onderdeel uit te laten maken van de werkprocessen. Verder zullen de reguliere overleggen met dorpsraden, adviescommissie Wonen, Zorg, Welzijn (WZW), ouderpanel en werkgroep kunst en cultuur in 2014 worden voortgezet. De dorpsraden en adviescommissie WZW zullen ook de lange termijn agenda van de gemeenteraad ontvangen, zodat ze hun functie nog beter uit kunnen voeren. De gemeente heeft als doel om een volledige vertegenwoordiging te hebben van alle vier de kernen. Er wordt daarom gestreefd naar een dorpsraad in Reusel. B. De strategische positie van de raad versterken. 1. De raad is eindverantwoordelijke voor de gemeentelijke financiën.

• De gemeentebegroting zal inzichtelijk en met relevante kengetallen, tendensen en met benoeming van meer concreet gewenste maatschappelijke effecten ingericht worden. In het verlengde hiervan geldt hetzelfde voor het jaarverslag en de jaarrekening.

• De informatie zal tijdig naar de raad gaan en waar nodig ook tussentijds met korte bestuursrapportages. De uitvoering van eerdere bezuinigingsbesluiten zal daarin prominent herkenbaar zijn.

• Nieuwe, betekenisvolle financiële informatie zal voor wat betreft de gemeenschappelijke regelingen en andere verbonden partijen tussentijds via korte informatiebrieven aan de raad kenbaar worden gemaakt. Te denken valt aan informatie van het Rijk (mei- en septembercirculaire) en informatie vanuit gemeenschappelijke regelingen en andere verbonden partijen.

• Jaarplannen en jaarverslagen worden zowel van externe als de “interne” verbanden (GRSK) overgelegd, bij voorkeur zoveel als mogelijk gekoppeld aan de budgetcyclus.

• De kaderbrief zal de financiële beleidsruimte weergeven (eventueel met de aanwezige bandbreedten).

• In afzonderlijke raadsvoorstellen zal een duidelijke relatie met de gemeentebegroting worden gelegd.

Page 58: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

58

2. De raad bepaalt op hoofdlijnen het beleid en heeft daartoe een kaderstellende rol. • Voorstellen en andere producten in de beleidscyclus zullen begrijpelijk en gericht op de

rol en behoefte van de raad geredigeerd worden. De nadruk hierbij zal niet zozeer liggen bij de formeel-juridische elementen, maar meer bij de (mogelijkheden tot) invulling van de beleidsruimte van de raad.

• De wijze waarop enige trede van burgerparticipatie is of wordt voorzien zal helder in die stukken tot uitdrukking worden gebracht evenals welk gemeentelijk orgaan daarbij welke rol

zal nemen. • De voortschrijdende agenda voor commissies en raad zal maximaal gevuld worden.

Plannen van aanpak en beleidsvoorstellen zullen ambtelijk en bestuurlijk integraal worden voorbereid en dit zal een inzichtelijke weerslag krijgen in de stukken.

• Relaties met (beleid van) nabuurgemeenten worden inzichtelijk gemaakt. • In beleidsvoorstellen die onderwerpen betreffen waaromtrent de Rekenkamercommissie

eerder heeft geadviseerd, worden de aanbevelingen van die commissie herkenbaar tegen het licht gehouden.

3. De raad controleert het college en de burgemeester voor wat betreft de (voorbereiding en) uitvoering van beleid. C. Vergroten toegankelijkheid gemeentelijke informatie voor inwoners Het principe “wij zenden en de inwoners ontvangen” bestaat niet meer. In deze tijd bepaalt men zelf welke informatie men tot zich neemt en verzonden info komt niet meer vanzelfsprekend aan bij de gekozen ontvanger. De gemeente speelt hier zodanig op in door de informatie op zoveel mogelijk manieren aan te bieden. Niet alleen via de traditionele media maar met name ook social media worden hiervoor ingezet. Om dit op een strategische manier te kunnen doen, wordt een social media policy en een digitaal communicatieplan geschreven, waaruit concrete implementatie volgt. Gemeentelijke informatie wordt toegankelijker door de invoering van de Gemeenschappelijke Voorziening Overheidspublicaties (GVOP). Dit is een gemeenschappelijke voorziening waar alle overheidsinstanties volgens de Wet elektronische bekendmaking hun bekendmakingen moeten publiceren. Hierin worden eerst de verordeningen en in de nabije toekomst ook alle andere officiële en wettelijke bekendmakingen gekoppeld aan de website overheid.nl. Deze is voor iedereen toegankelijk en door iedereen te allen tijde te raadplegen. D. Verbeteren van de kwaliteit van gemeentelijke diensten en producten Projecten als het “op afspraak werken” en “de persoonlijke internet pagina”, waarbij men de status van aangevraagde omgevingsvergunningen zelf kan raadplegen, zijn gemeentelijke diensten die aangeboden gaan worden in 2014. Zij zorgen voor een stukje gemak en kwaliteitsverbetering bij de inwoners omdat deze diensten 24/7 bereikbaar zijn. Daarnaast zorgen deze ontwikkelingen ook voor werkefficiëntie bij de gemeentelijke organisatie. De digitalisering van gemeentelijke informatie blijft een proces dat in beweging blijft en waar steeds nieuwe ontwikkelingen in plaatsvinden. Deze ontwikkelingen zijn moeilijk te voorspellen, omdat er veel innovaties plaatsvinden op digitaal gebied. Wel willen we als overheidsinstantie aan de wettelijke verplichtingen voldoen. Voorbeelden uit het verleden zijn de webrichtlijnen die een websitebezoek voor alle doelgroepen makkelijker maakt, de Centrale Voorziening Decentrale Regelgeving (CVDR) en GVOP. Daarnaast blijft het een belangrijk speerpunt voor de gemeente om zoveel mogelijk producten te digitaliseren, zodat het concept “Gemeentethuis”, waarin inwoners zoveel mogelijk zaken thuis achter de computer kunnen regelen, zich blijft uitbreiden en men nog voor zo min mogelijk zaken een afspraak hoeft te maken op het gemeentehuis. In de samenwerking van de Kempengemeenten is een voor alle vijf gemeenten geldend Dienstverleningsconcept opgesteld. Daarin zijn gestandaardiseerde en geüniformeerde kwaliteitseisen vastgelegd voor de dienstverlening. Tenslotte worden de actiepunten van het Organisatie Ontwikkel Traject, waarover u regelmatig bent geïnformeerd, verder uitgewerkt.

Page 59: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

59

Wat mag het kosten? Overzicht per product (bedragen x € 1.000):

Rekening

2012

Begroting

2013

Begroting

2015

Begroting

2016

Begroting

2017

Saldo Saldo Lasten Baten Saldo Saldo Saldo Saldo

Saldo per product

8.1 Bestuursorganen -1.638 -1.305 -1.197 0 -1.197 -1.207 -1.217 -1.228

8.2 Bestuursondersteuning en Voorlichting -842 -763 -749 1 -748 -754 -759 -764

Saldo programma -2.480 -2.068 -1.946 1 -1.945 -1.961 -1.976 -1.992

Bestuur en Ondersteuning Begroting 2014

Overzicht per kostensoort per programma (bedragen x € 1.000):

Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten

Saldo per kostensoort

1.1 Loonkosten -562 -573 -584 -596

3.0 Inhuur -15 -15 -15 -15

3.4.3 Goederen en diensten -198 -200 -201 -202

4.2.4 Bijdrage overheid niet-rijk -142 -145 -148 -151

6.2.2 Doorrek. van kostenplaatsen -1.029 -1.029 -1.029 -1.029

3.4 Goederen en diensten 1 1 1 1

Totaal Lasten / Baten -1.946 1 -1.962 1 -1.977 1 -1.993 1

Saldo programma -1.945 -1.961 -1.976 -1.992

Begroting 2016 Begroting 2017Bestuur en ondersteuning Begroting 2014 Begroting 2015

Page 60: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

60

Page 61: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

61

Programma 9. Algemene dekkingsmiddelen

Wat willen we bereiken? A. Voldoende dekkingsmiddelen voor het uitvoeren van het geplande beleid en beheer B. Een adequate financiering van onze investeringen Wat doen we ervoor? A. Voldoende dekkingsmiddelen voor het uitvoeren van het geplande beleid en beheer Stelposten en onvoorzien Stelposten zijn geraamde budgetten waarvan nog niet is besloten hoe ze worden ingezet. De noodzaak om over dat budget te beschikken is er, de raad is akkoord, maar over de concrete aanwending moet nog worden overlegd. In deze begroting kennen we de volgende stelposten: • onvoorzien: een relatief kleine budgettaire ruimte van € 50.000 waaruit kleine, onvoorziene kosten

worden gedekt; • transities: in voorgaande begrotingen zijn hiervoor bedragen gevoteerd. Het restant daarvan

(€ 87.000 in 2014 en € 200.000 in 2015) is hier opgenomen. Via nieuw beleid wordt voorgesteld deze bedragen op te hogen;

• autonome ontwikkelingen: conform het rapport “Vernieuwen, Ombuigen en Bezuinigen”(VOB) is een stelpost opgenomen van € 50.000 structureel voor autonome ontwikkelingen, die de begroting beïnvloeden;

• aanvulling eigen vermogen: om de vermogenspositie van de gemeente te verbeteren is in VOB rekening gehouden met een dotatie aan de algemene reserve van € 200.000 vanaf 2015;

• nieuw beleid: conform de lijst nieuw beleid 2014-2017 • VOB-bezuinigingen: voor zover bezuinigingsmaatregelen concreet zijn gemaakt, zijn de daarmee

samenhangende bedragen verwerkt in de functionele posten. Op het moment van samenstellen van deze begroting was dat in totaal € 458.000. In stelposten is dus een totaal van afgerond € 1,6 miljoen verwerkt als nog te realiseren bezuinigingen (2017). Daarvan heeft voor € 1 miljoen in april 2013 besluitvorming in de raad plaatsgevonden. Voor het resterende deel worden bij de begrotingsbehandeling voorstellen besproken.

Belastingen Naast de algemene uitkering zijn de belastingen en heffingen de belangrijkste inkomstenbronnen die door de gemeente te beïnvloeden zijn. In programma 9 worden de algemene heffingen verantwoord, zoals de OZB, de forensenbelasting en de toeristenbelasting. Voor een uitgebreider toelichting wordt verwezen naar de paragraaf lokale heffingen. Om te waarborgen dat woonforensen- en toeristenbelasting tot de juiste bedragen worden opgelegd, houden wij een controle bij de diverse accommodaties. Algemene uitkering In de voorliggende begroting is gerekend met een algemene uitkering op basis van de septembercirculaire 2013. Omdat op rijksniveau nog niet alle maatregelen volledig zijn uitgekristalliseerd, zitten daar enige onzekerheden in. Daarvoor hebben we een “buffer” ingebouwd van € 210.000 per jaar, waarmee mogelijke tegenvallers opgevangen kunnen worden. Uiteraard is in de berekening van de hoogte van de algemene uitkering gerekend met geactualiseerde gegevens (aantallen inwoners, uitkeringsgerechtigden e.d., WOZ-waardes enz.). Door op deze wijze met de ramingen van de algemene uitkering om te gaan, wordt uitvoering gegeven aan het voorzichtigheidsprincipe in de ramingen, zoals uit een oogpunt van gezond financieel beleid past, maar wat ook van gemeenten wordt verwacht in het kader van het provinciale toezicht. B. Een adequate financiering van onze investeringen Financiering en rente Lopende uitgaven worden gefinancierd met de reguliere, jaarlijkse inkomsten. Voor investeringen van enige omvang worden leningen afgesloten. Leningen en hun aflossing leiden niet tot een baat of een last in de begroting; het speelt zich af op balansniveau. Maar de rente over het aangetrokken geld is wel een last. Via een bepaalde methodiek, de rente-omslag, wordt de rente toegerekend over de resterende boekwaarde van de investeringen.

Page 62: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

62

Er zit een beleidsmatige component aan dit stukje financiële techniek. Want op grond van consistent beleid wordt standaard een rekenrente gehanteerd van 4%. Een vaste rekenrente is handig voor een stabiel beeld in onze begroting, vooral bij belastingen en tarieven De daadwerkelijke rente ligt echter lager, iets onder 3%. Door slim om te gaan met onze treasuryfunctie (het beheer en de beheersing van onze geldstromen) kunnen we onze rentelast voor de komende jaren op een vrij constant, laag niveau houden. Dat betekent dat we jaarlijks een positief verschil mogen verwachten, dat wordt ingezet om onze begrotingspositie te verbeteren. Bij het aantrekken van leningen kijken wij voor zover mogelijk naar de gunstigste rentemomenten. Ook proberen wij de looptijden zodanig te variëren dat we een spreiding hebben van marktrisico’s. Dat wil zeggen dat wij een zodanig spreiding houden in de aflossing van geldleningen dat niet alles op één moment vervalt. We zouden dan bij een herfinanciering volledig afhankelijk zijn van de geldmarkttarieven op dat ene moment. Door deze maatregelen kent onze gemeente tot dusverre geen renterisico. Meer informatie over dit onderwerp is uiteraard te vinden in de paragraaf “Financiering”. Wat mag het kosten? Overzicht per product (bedragen x € 1.000):

Rekening

2012

Begroting

2013

Begroting

2015

Begroting

2016

Begroting

2017

Saldo Saldo Lasten Baten Saldo Saldo Saldo Saldo

Saldo per product

9.1 Kapitaal 595 877 -261 1.252 991 1.464 1.421 1.450

9.2 Belastingen 2.034 2.063 -179 2.342 2.163 2.209 2.237 2.246

9.3 Algemene uitkering 10.171 9.800 -5 9.826 9.821 8.888 8.837 8.795

Saldo programma 12.801 12.740 -445 13.420 12.975 12.561 12.495 12.491

Algemene dekkingsmiddelen Begroting 2014

Overzicht per kostensoort per programma (bedragen x € 1.000):

Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten

Saldo per kostensoort

0.0 Niet in te delen lasten -209 469 663 907

1.2 Voormalig personeel -35 -31 -31 -26

3.4.3 Goederen en diensten -27 -28 -28 -29

6.1 Kapitaallasten -59 -59 -59 -59

6.2.2 Doorrek. van kostenplaatsen -115 -181 -278 -373

2.2 Bespaarde rente 91 86 88 89

3.4 Goederen en diensten 7 7 7 7

4.0.1 Belastingen niet-woningen 2.307 2.353 2.380 2.390

4.0.2 Belastingen woningen 28 29 29 29

4.1.1 Bijdragen van rijk 9.826 8.893 8.842 8.800

5.7 Aandelen/deelnemingen 59 59 59 59

6.0 Onttrekking reserves/voorzieningen 35

6.2.2 Saldo kostenplaatsen 1.067 964 823 697

Totaal Lasten / Baten -445 13.420 170 12.391 267 12.228 420 12.071

Saldo programma 12.975 12.561 12.495 12.491

Begroting 2017Algemene dekkingsmiddelen Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016

Page 63: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

63

BIJLAGEN

Page 64: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

64

Page 65: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

65

Bijlage 1. Verschillenanalyse

Structureel totaal 150

Personeelskosten -50Algemene uitkering 700Doorrekening uren naar investeringen -50Verbonden partijen -100Stelposten -200Inflatie -100Belastingen 150Kapitaallasten -50Overige -150

150

Structureel totaal 379

Personeelskosten -100Algemene uitkering 750Doorrekening uren naar investeringen -50Verbonden partijen 100Stelposten -200Inflatie -150Belastingen 100Kapitaallasten -100Overige 29

379

Structureel totaal -11

Personeelskosten -150Algemene uitkering 475Doorrekening uren naar investeringen -50Verbonden partijen 100Stelposten 0Inflatie -250Belastingen 50Kapitaallasten -100Overige -86

-11

Het jaar 2017 laat kleiner positief saldo zien, hetgeen vooral wordt veroorzaakt doordat de gemeentefondsuitkering danverder daalt terwijl de divers kosten stijgen. Omdat het jaar 2017geen jaarschijf is in de 1e Berap 2013 kan geenverdere verschillenanalyse plaatsvinden.

Verschillen 2014 (begroting) t.o.v. 2014 (1e Berap 2013)

Verschillen 2015 (begroting) t.o.v. 2015 (1e Berap 2013)

Verschillen 2016 (begroting) t.o.v. 2016 (1e Berap 2013)

2017

Page 66: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

66

Page 67: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

67

Bijlage 2 Nieuw beleid (Bedragen in €)

nr. beheerstaak functie Omschrijving budget cat. S/I Afsc

hr

srt Invest. 2014 Last 2014 Invest. 2015 Last 2015 Invest. 2016 Last 2016 Invest. 2017 Last 2017

x € 1.000

1 1.3.1 621.010 Reconstructie wegen Reusel-Zuid verhardingen 4 s 25 lin 1.450.000 116.000 165.000 129.200 129.200 129.200

2 1.3.1 621.010 Inrichten Lensheuvel en 't Heike 1 s 25 lin 165.000 13.200 13.200

3 1.3.1 621.010 Postelsedijk reconstructie planuitwerking 5 i 1 lin 10.000 10.000

4 1.3.1 621.010 Postelsedijk reconstructie verhardingen 5 s 25 lin 2.190.000 175.200 175.200

5 1.3.1 621.010 Vervanging wegen volgens beleidsplan 2014 2 s 25 lin 144.000 11.520 11.520 11.520 11.520

5 1.3.1 621.010 Vervanging wegen volgens beleidsplan 2015 2 s 25 lin 238.500 19.080 19.080 19.080

5 1.3.1 621.010 Vervanging wegen volgens beleidsplan 2017 2 s 25 lin 811.800 64.944

61.3.3 621.060 Vervanging openbare verlichting door LED verlichting 2014 4 s 25 lin 140.000 11.200 11.200 11.200 11.200

61.3.3 621.060 Vervanging openbare verlichting door LED verlichting 2015 4 s 25 lin 140.000 11.200 11.200 11.200

61.3.3 621.060 Vervanging openbare verlichting door LED verlichting 2016 4 s 25 lin 140.000 11.200 11.200

61.3.3 621.060 Vervanging openbare verlichting door LED verlichting 2017 4 s 25 lin 140.000 11.200

7 1.5.2 565.010 Areaaluitbreiding groen door nieuwe projecten 5 s expl 15.000 15.000 15.000 15.000

8 div div Uitvoeringsbudget ter uitvoering van de Nota Transformatie in het Sociale Domein 1 i expl 260.000 194.000

8 div div Dekking transitiebudget 1 i expl -87.000 -194.000

8 div div Dekking invoeringsbudget transities uit algemene uitkering 1 i expl -10.148

9 2.2.1 672.110 Digitale afvalwijzer 5 s expl 3.000 1.800 1.800 1.800

9 2.2.1 672.510 Dekking afvalstoffenheffing 5 s expl -3.000 -1.800 -1.800 -1.800

10 2.1.2 672.210 Vervanging riolering Averbodelaan HM cf VGRP 2 s 50 lin 93.000 5.580 5.580 5.580 5.580

10 2.1.2 672.210 Vervanging riolering Marialaan R cf VGRP 2 s 50 lin 90.000 5.400 5.400 5.400 5.400

10 2.1.2 672.210 Vervanging riolering Wilhelminalaan R cgf VGRP 2 s 50 lin 128.000 7.680 7.680 7.680 7.680

10 2.1.2 672.210 Vervanging riolering De Stad HM cf VGRP 2 s 50 lin 230.000 13.800 13.800 13.800

10 2.1.2 672.210 Vervanging riolering Lensheuvel R cf VGRP 2 s 50 lin 175.000 10.500 10.500 10.500

10 2.1.2 672.210 Vervanging riolering Bakkerstraat R cf VGRP 2 s 50 lin 189.000 11.340 11.340

10 2.1.2 672.210 Vervanging riolering Hoogstraat HM cf VGRP 2 s 50 lin 172.000 10.320 10.320

10 2.1.2 672.210 Waterkwaliteitsspoor/KRW-onderzoek/functioneel ontwerp cf VGRP 4 i 1 lin 50.000 50.000

10 2.1.2 672.210 Hemelwaterstructuurplan cf VGRP 4 i 1 lin 10.000 10.000

10 2.1.2 672.210 Aanbrengen telemetrie bij 5 rioolgemalen cf VGRP 4 s 50 lin 30.000 1.800 1.800 1.800 1.800

10 2.1.2 672.210 Vergroting riolering Mierdseweg R cf VGRP 4 s 50 lin 180.000 10.800 10.800 10.800

10 2.1.2 672.210 Maatregelen vaniuit onderzoek risico wateroverlast en waterkwaliteitsspoor cf VGRP 4 s 50 lin 200.000 12.000 12.000 12.000

10 2.1.2 672.210 Herziening VGRP 4 i 1 lin 18.000 18.000

10 2.1.2 672.210 Afkoppelen 50% bij rioolvervanging 2014 cf VGRP 4 s 50 lin 113.500 6.810 6.810 6.810 6.810

10 2.1.2 672.210 Afkoppelen 50% bij rioolvervanging 2015 cf VGRP 4 s 50 lin 113.500 6.810 6.810 6.810

10 2.1.2 672.210 Afkoppelen 50% bij rioolvervanging 2016 cf VGRP 4 s 50 lin 113.500 6.810 6.810

10 2.1.2 672.210 Afkoppelen 50% bij rioolvervanging 2017 cf VGRP 4 s 50 lin 113.500 6.810

10 2.1.2 672.210 Bergbezinkleiding Lagemierdsedijk (elektra) 4 s 50 lin 100.000 6.000

10 2.1.2 672.210 Vervangingen riolering 2017 cf VGRP 4 s 50 lin 2.695.000 161.700

10 2.1.2 672.610 Dekking rioolheffing nrs. 20a t/m 20x cf VGRP 4 i expl -60.000 0 -18.000 0

10 2.1.2 672.610 Dekking rioolheffing nrs. 20a t/m 20x cf VGRP 4 s expl -27.270 -81.180 -109.650 -284.160

11 2.3.1 672.310 Meerkosten advies SRE vanwege omgevingsverg/ meldingen a.g.v. extra beoordelingskader

gezondheid.

5 s expl pm pm pm

12 3.2.1 681.010 Aanpassing bestemmingsplan Kom Hulsel 1 i 1 lin 5.000

Page 68: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

68

13 4.1.1 600.310 Kosten audit BAG 1 i expl 5.000

13 4.1.1 600.310 Vergoeding ministerie audit BAG 1 i expl -5.000

14 6.7. 663.010 Onderhoudskosten de Ster 5 s expl 11.500 11.500 11.500 11.500

15 7.1.5 671.620 Ophoging budget CJG 5 s expl 30.000 30.000 30.000 30.000

16 8.1.1 600.110 Opleidingskosten raad ivm verkiezingen 5 i expl 3.000

16 8.1.2 600.120 Opleidingskosten wethouders ivm verkiezingen 5 i expl 5.000

17 8.2.2 600.220 Elektronisch publiceren 1 s expl 4.000 4.000 4.000 4.000

18 9.1.5 530.060 Discussiesysteem raadzaal 5 s 15 lin 10.000 1.067 1.067 1.067 1.067

19 9.1.5 540.000 Implementatie Basisregistratie Grootschalige Topografie 1 i 1 lin 77.500 77.500

20 9.1.5 540.010 Kleine sneeuwploeg 2 s 10 lin 7.000 980 980

20 9.1.5 540.010 Kiepkar Beco 2 s 10 lin 25.000 3.500

20 9.1.5 540.010 Zoutstrooier Jongerius aanhanger 2 s 10 lin 26.000 3.640 3.640 3.640

20 9.1.5 540.010 Bermfrees Hemos 2 s 10 lin 32.000 4.480

20 9.1.5 540.010 Zoutstrooier Nido met container 2 s 10 lin 37.000 5.180 5.180 5.180

20 9.1.5 540.010 Zoutstrooier Jongerius aanhanger 2 s 10 lin 28.000 3.920 3.920 3.920

20 9.1.5 540.010 Rioolontstoppingsspuit Rioned 2 s 10 lin 15.000 2.100 2.100 2.100 2.100

20 9.1.5 540.010 Rolbezem Bema 2 s 10 lin 4.000 560

20 9.1.5 540.010 Tractor kleine Deutz 2 s 10 lin 30.000 4.200 4.200 4.200 4.200

20 9.1.5 540.010 Kia Pickup Busje 2 s 10 lin 30.000 4.200

20 9.1.5 540.010 Wegenschaaf AP tbv bermen 2 s 10 lin PM

20 9.1.5 540.010 Natzoutmenginstallatie Nido 2 s 10 lin PM

20 9.1.5 540.010 Schijvenmaaier 2 s 10 lin 12.500 1.750 1.750 1.750 1.750

21 9.1.5 698.010 Toevoeging reserve organisatieontwikkeling 3 i 1 expl 50.000

TOTAAL GENERAAL 2.393.500 511.689 1.543.000 274.557 2.994.500 465.137 3.951.300 554.021

waarvan STRUCTURELE lasten 208.337 264.557 465.137 554.021

waarvan INCIDENTELE lasten 303.352 10.000 0 0

nr. beheerstaak functie Omschrijving budget cat. S/I Afsc

hr

srt Invest. 2014 Last 2014 Invest. 2015 Last 2015 Invest. 2016 Last 2016 Invest. 2017 Last 2017

x € 1.000

Page 69: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

69

Toelichting nieuw beleid 2014-2017

1. Reconstructie wegen Reusel-Zuid (investering van € 1.450.000 in 2014 en van € 165.000 in

2015) Conform collegebesluit “Verkeersproblematiek Reusel-Zuid” (o.a. Sleutelstraat-Weijereind) van 17 april 2012.

2. Inrichten Lensheuvel en ’t Heike (investering van € 165.000 in 2016)

Vanuit het GVVP wordt geadviseerd om het doorgaande vrachtverkeer naar Reusel-Zuid niet via de Lensheuvel en ’t Heike te laten rijden, maar via Weijereind en Sleutelstraat. De Lensheuvel en ’t Heike kunnen hierdoor worden ingericht volgens de richtlijnen Duurzaam Veilig voor een 30 km/uur weg. Op dit moment voldoet de inrichting niet aan deze richtlijnen. Er zijn met name aanvullende verkeersremmende maatregelen nodig.

3-4. Reconstructie Postelsedijk (investering van € 10.000 in 2015 en € 2.190.000 in 2016)

In een rapport van Grontmij uit 2007 wordt al melding gemaakt van de noodzaak om de Postelsedijk te verbreden. Tot op heden zijn hiervoor geen middelen beschikbaar gesteld met als gevolg dat de weg steeds verder achteruit is gegaan. Conform het rapport en voorstel moet de weg verbreed worden. Dit kan niet gefinancierd worden uit het budget “Onderhoudskosten wegen, straten en pleinen”. Ook de fietspaden moeten verbreed worden. Hiervan is al een gedeelte uitgevoerd. De totale kosten worden geraamd op globaal € 2.200.000. De uitvoering kan plaatsvinden nadat Sleutelstraat-Weijereind is uitgevoerd. Mocht dit laatste project niet doorgaan, dan moet de Postelsedijk eerder worden uitgevoerd.

5. Vervanging wegen (investering van € 160.000 in 2014, € 265.000 in 2015 en € 902.000 in 2017)

Op basis van het Beleidsplan wegen zijn dit de vervangingsinvesteringen die gedaan moeten worden om het wegennet op het gekozen kwaliteitsniveau te houden. Normaliter worden deze gegevens uitgewerkt in een beheersplan en wordt aangegeven welke wegen op de vervangingslijst staan. Op dit moment kan dit helaas nog niet omdat het beheersplan opgesteld wordt op basis van de weginspecties die eind mei worden uitgevoerd. Medio 2013 wordt pas duidelijk welke wegen precies vervangen zullen worden. Hierbij zal afstemming plaatsvinden met de vervanging van riolering, verlichting en groen. Omdat dit te laat komt voor de aanlevering voor de begroting 2014-2017, wordt hier volstaan met de gegevens uit het beleidsplan wegen. Omdat door de combinatie met riolering, verlichting en groen efficiencyvoordelen op zullen treden, zijn de bedragen van deze vervangingen met 10% verlaagd ten opzichte van de gegevens uit het beleidsplan wegen.

6. Vervanging openbare verlichting door LED verlichting (investering van € 140.000 vanaf 2014 tot

2017. De raad heeft in de vergadering van 16 april 2013 besloten om in te stemmen met de structurele bezuinigingen zoals voorgesteld in de uitvoeringsagenda voor de periode 2013-2016. Voorstel 1 is het vervangen van de huidige verlichting in LED-verlichting. Dit geeft een directe besparing in energiekosten, onderhoudskosten (minder vaak onderhoud nodig) en is duurzaam. In 2014 zijn ca. 300 lichtmasten en ca. 470 armaturen aan het einde van hun levensduur of hier al geruime tijd overheen. Deze achterstand is opgelopen omdat er vanaf 2011 geen vervangingsinvestering beschikbaar is gesteld. Door deze vervangingsinvestering op te nemen voorkomen we gebreken aan de verlichting, zoals onstabiele masten, oplopende storingen en een hoger energieverbruik, met als gevolg hogere onderhouds- en energiekosten. Wij hebben buiten de bebouwde kom relatief veel verouderde en energie-onzuinige SOX-armaturen (ca. 400 st). Door deze te vervangen door LED-armturen kan 60% worden bespaard op energieverbruik en -kosten (terugverdientijd < 6 jaar). Een nieuw beleidsplan wordt in 2013 gemaakt. Hierin ligt de focus op energiebesparing en kostenbesparing, duurzame aanpak, verkeers-, sociale- en maatschappelijke veiligheid. De besparingen als gevolg van lagere energie- en onderhoudskosten zijn meegerekend in het VOB-traject. Overigens bestaat het voornemen om in het kader van het iDOP Hulsel nog in 2013 een omslag naar LED-verlichting te realiseren.

Page 70: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

70

7. Areaaluitbreiding groen door nieuwe projecten (€ 15.000 structureel vanaf 2014) Als gevolg van de afrondingen van woonrijpfases van diverse projecten zoals Heesterik, Weijererf, Molenakkers, Den Boegent, De Hasselt, Kerkweg, Kerkekkers en De Leeuwerik breidt het areaal van het onderhoudsbestek groen en verzorging uit. Dit onderhoudsbestek wordt uitgevoerd door de WVK en zal leiden tot ca. € 15.000 aan extra onderhoudskosten.

8. Uitvoeringsbudget ter uitvoering van de Nota Transformatie in het Sociale Domein (€ 260.000 in

2014 en € 194.000 in 2015) Dit uitvoeringsbudget is benodigd om de Transformatie in het sociale domein gestalte te kunnen geven, ter voorbereiding op de taken die per 2015 naar gemeenten toe komen (transities). In 2014 is ook rekening gehouden met de kosten die voortkomen uit de Kempische voorbereiding op de transities. Ter dekking van deze kosten kan het budget wat gereserveerd was voor de transities worden ingezet. Per saldo leidt dit tot een overschrijding van ca. € 129.000 in 2014.

9. Digitale afvalwijzer (eenmalige kosten van € 1.200 in 2014 en structurele onderhoudskosten van €

1.800 vanaf 2014) Met digitale afvalwijzer kunnen de inwoners via hun postcode en huisnummer direct over alle relevante informatie op het gebied van afval beschikken. (oa. inzameldagen, tarieven en openingstijden milieustraat). De afvalwijzer past goed in de verdere digitalisering van de gemeentelijk dienstverlening. Binnen de Kempen wordt steeds intensiever samengewerkt op gebied van afval (één huisvuilinzamelaar, één exploitant milieustraat, één inzamelaar van oud papier, glas en plastic). Via de digitale afvalwijzer wordt de communicatie over afval binnen de Kempen op elkaar afgestemd. In de komende jaren (tot 2017) staan een flink aantal wijzigingen op het gebied van afval op de rol. De digitale afvalwijzer kan hier een belangrijke rol vervullen. De kosten van de digitale afvalwijzer zijn wel een stuk hoger dan de huidige papieren versie. Per aansluiting gaat het om € 0,35. Hierbij is geen rekening gehouden dat vanaf 2014 publicatie van afvalinformatie in de gemeentegids ook geld gaat kosten. De kosten van de digitale afvalwijzer maken onderdeel uit van de afvalstoffenheffing. Een eerste indicatie van de tarieventabel (variabel) laat zien dat er ten opzichte van 2013 in 2014 geen verhoging van de afvaltarieven te verwachten is. Gelet op de ontwikkelingen in afvalland waarbij het credo is “afval = grondstof”, gaat het vermarkten van afval/grondstof een belangrijke rol spelen. In een presentatie aan de commissie- en raadsleden is een uiteenzetting gegeven van de mogelijkheden en de besparingen die dit kan gaan opleveren. De meerkosten, die de digitale afvalwijzer nu met zich meebrengt, vallen hierbij in het niet. Medio 2014 wordt binnen de Kempen een aantal afvalpilots gestart, gericht op het terugdringen van de hoeveelheid restafval en tegelijkertijd zorgen voor een kostenbesparing

10. Diverse investeringen conform het VGRP

Op basis van het vastgestelde VGRP staan een aantal investeringen gepland. Gemakshalve volstaan wij hier met een opsomming per jaar. Voor zover de omschrijvingen niet voor zichzelf spreken, verwijzen wij voor een nadere toelichting naar het VGRP. Het betreft de volgende investeringen: Vervangingsinvesteringen: 2014 - vervanging riolering Averbodelaan Hooge Mierde (93.000) - vervanging riolering Marialaan Reusel (€ 90.000) - vervanging riolering Wilhelminalaan Reusel (€ 128.000) 2015 - vervanging riolering De Stad Hooge Mierde (€ 230.000) - vervanging riolering Lensheuvel Reusel (€ 175.000) 2016 - vervanging riolering Bakkerstraat Reusel (€ 189.000) - vervanging riolering Hoogstraat Hooge Mierde (€ 172.000) Overige investeringen: 2014 - waterkwaliteitsspoor/KRW-onderzoek/functioneel ontwerp (€ 50.000) - hemelwaterstructuurplan (€ 10.000) - aanbrengen telemetrie bij 5 rioolgemalen (€ 30.000) - afkoppelen 50% bij rioolvervanging 2014 (€ 113.500)

Page 71: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

71

2015 - vergroting riolering Mierdseweg Reusel (€ 180.000) - maatregelen vanuit onderzoek risico wateroverlast en waterkwaliteitsspoor (€ 200.000) - afkoppelen 50% bij rioolvervanging 2015 (€ 113.500) 2016 - herziening VGRP (€ 18.000) - afkoppelen 50% bij rioolvervanging 2016 (€ 113.500) 2017 - afkoppelen 50% bij rioolvervanging 2017 (€ 113.500) - Bergbezinkleiding Lage Mierdsedijk Reusel (€ 100.000) - Vervangingsinvesteringen riolering conform VGRP nog niet geordend naar diverse straten (€ 2.695.000) De lasten van de onder 9 opgenomen investeringen worden conform het vastgestelde VGRP gedekt uit de rioolheffing.

11. Meerkosten advies SRE vanwege omgevingsvergunningen / meldingen als gevolg van extra beoordelingskader gezondheid (lasten nog onbekend, p.m.) Omdat op basis van vastgesteld beleid aanvragen om omgevingsvergunningen beoordeeld moeten worden op mogelijke gevolgen voor de (volks)gezondheid, moeten daarvoor extra kosten worden gemaakt.

12. Aanpassing bestemmingsplannen Kom Hulsel (incidenteel bedrag van € 5.000 in 2014)

In het gebied van het bestemmingsplan Kom Hulsel doen zich diverse ontwikkelingen voor, waardoor dit bestemmingsplan aangepast moet worden.

13. Kosten beheer audit BAG (incidentele lasten exploitatie van € 5.000 in 2014, gedekt door vergoeding ministerie) De audit BAG is een wettelijke verplichting. Het budget is gebaseerd op de uitgebrachte offerte voor de audit en gerelateerd aan de maximale vergoeding van € 5.000 die op basis van de rapportage door het Ministerie wordt verstrekt.

14. Onderhoudskosten de Ster (PM)

Binnen het beheersplan onderhoud gebouwen zijn geen onderhoudskosten voor gemeenschapshuis de Ster opgenomen. Het voorgaande gebouw was van de Ster en hoefde niet door de gemeente onderhouden te worden. Op dit moment is gemeenschapshuis de Ster gehuisvest in de Brede school plus te Lage Mierde. Dit gebouw is eigendom van de gemeente. Hierdoor ontstaat er een andere constructie m.b.t. het onderhoud. Wij ramen het onderhoud, op basis van een 20-jaars berekening, op gemiddeld € 11.500 per jaar.

15. Ophoging budget CJG (structureel bedrag van € 30.000 vanaf 2014)

Het opgenomen budget voor de uitvoering van het Centrum voor Jeugd en gezin is lager dan de door het college vastgestelde detailbegroting. Met de ophoging van dit structurele budget is dit weer in evenwicht.

16. Opleidingkosten nieuwe raad en wethouders (incidenteel budget van € 8.000 in 2014)

Om de nieuwe raadsleden en/of wethouders goed te kunnen begeleiden om zo een goed bestuurlijke start te kunnen maken is extra opleidingsbudget nodig.

17. Elektronisch publiceren (structureel budget van € 4.000 vanaf 2014)

Gemeentelijke informatie wordt toegankelijker door invoering van de Gemeenschappelijke Voorziening Overheidspublicaties (GVOP). Dit is een gemeenschappelijke voorziening waar alle overheidsinstanties volgens de Wet elektronische bekendmaking hun bekendmakingen op moeten publiceren. Hierin worden eerst de verordeningen en in de nabije toekomst ook alle andere officiële en wettelijke bekendmakingen gekoppeld aan de website overheid.nl. Deze is voor iedereen toegankelijk en door iedereen te allen tijde te raadplegen.

18. Discussiesysteem raadzaal (investering van € 10.000 in 2017)

Het discussiesysteem in de raadzaal is verouderd en zou vernieuwd moeten worden. In dit budget van € 10.000 wordt uitgegaan van een draadgebonden vervanging (dus niet draadloos).

Page 72: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

72

19. Implementatie Basisregistratie Grootschalige Topografie (investering van € 77.500 in 2014) Binnen afzienbare tijd zal de Wet op de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) door de 1e en 2e Kamer worden aangenomen. De BGT is de opvolger van de GBKN. Vanuit de BGT is iedere bronhouder verplicht de benodigde gegevens te leveren en op orde te houden. Doel is het eenmalig inwinnen van gegevens en meervoudig verplicht gebruik. De BGT is qua proces enigszins te vergelijken met de BAG. Het gaat nu echter om topografische gegevens. Er komt een nieuwe structuur voor topografische gegevens in de vorm van objecten in een speciale database. Deze gegevens worden landsdekkend. Nederland volgt daarmee de Europese wens om te komen tot structureel bevraagbare databases. De genodigde gegevens moeten grotendeels door de afdeling Ruimte worden geleverd. De BGT zal, net als de BAG, de nodige voorbereidingstijd en budgetten vergen. De rijksoverheid gaat ervan uit dat er voor gemeenten een terugverdieneffect is en draagt daarom niet bij aan de kosten. Om inzicht te krijgen in de stand van zaken en de benodigde kosten is er een quickscan uitgevoerd. De invoering van de BGT is ook op de begroting van het SSC te vinden. Echter, het is na afweging binnen de directie niet geoormerkt als een project en niet als zodanig voorzien van financiële middelen. Implementatie gaat wel via het SSC plaatsvinden, zoveel mogelijk in samenwerking met de andere Kempengemeenten.

20. Vervangingsinvesteringen Buitendienst

Het is op dit moment nog onduidelijk wat de ontwikkelingen bij de buitendienst zijn. De vervangingsinvesteringen zijn al een aantal jaren uitgesteld en bij voortzetting van de buitendienst in zijn huidige vorm zouden diverse vervangingsinvesteringen gedaan moeten worden. Om een volledig beeld te geven van de vervangingsinvesteringen zijn ze in deze begroting weer aangegeven.

21. Toevoeging aan reserve organisatieontwikkeling (€ 50.000 in 2014) De doorstart van het Organisatie Ontwikkel Traject (OOT) heeft in 2012 vorm en inhoud gekregen. Voor de bekostiging van maatregelen, welke hiermee verband houden, is een bestemmingsreserve in het leven geroepen. Gelet op de huidige kennis en stand van zaken is aanvulling van die reserve met € 50.000 in 2014 noodzakelijk.

Page 73: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

73

Bijlage 3. Productenmatrix Lasten en Baten

Verdelingsmatrix gemeente Reusel-De Mierden (1667): 2014 periode 0, lasten 0.0 1.1 1.2 2.1 2.2 2.3 3.0 3.1 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.4.1 3.4.2 3.4.3 4.1.1 4.1.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5 4.3.1 4.3.2 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 6.0 6.1 6.2.1 6.2.2 6.3

Functies

Categorieën

Nie

t in

te d

elen

last

en

Loon

beta

linge

n en

soc

iale

pr

emie

s

Soc

iale

uitk

erin

gen

pers

onee

l

Wer

kelij

k be

taal

de r

ente

Toe

gere

kend

e re

nte

Afs

chrij

ving

en

Per

sone

el v

an d

erde

n

Ene

rgie

Kos

ten

alge

men

e pl

anne

n

Aan

koop

gro

nden

Ove

rige

aank

open

en

uitb

este

ding

en d

uurz

ame

goed

eren

Bet

aald

e be

last

inge

n

Bet

aald

e pa

chte

n en

erf

pach

ten

Aan

kope

n ni

et d

uurz

ame

goed

eren

en

dien

sten

Inko

men

sove

rdra

chte

n aa

n he

t R

ijk

Ver

mog

enso

verd

rach

ten

aan

het R

ijk

Sub

sidi

es a

an

mar

ktpr

oduc

ente

n

Soc

iale

uitk

erin

gen

in g

eld

Soc

iale

ver

stre

kkin

gen

in n

atur

a aa

n pe

rson

en

Inko

men

sove

rdra

chte

n aa

n ov

erhe

id (

niet

-Rijk

)

Ove

rige

inko

men

sove

rdra

chte

n

Inve

ster

ings

bijd

rage

n en

ove

rige

kapi

taal

over

drac

hten

aan

ov

erhe

id (

niet

-Rijk

)

Ove

rige

inve

ster

ings

bijd

rage

n en

ove

rige

kapi

taal

over

drac

hten

Cha

rtaa

lgel

d en

dep

osito

's

Kor

tlope

nde

effe

cten

m.u

.v.

aand

elen

Lang

lope

nde

effe

cten

m

.u.v

.aan

dele

n

Fin

anci

ële

deriv

aten

Kor

tlope

nde

leni

ngen

Lang

lope

nde

leni

ngen

Aan

dele

n en

ove

rige

deel

nem

inge

n

Han

dels

kred

iete

n en

tr

ansi

toris

che

post

en

Res

erve

ringe

n

Kap

itaal

last

en

Ver

reke

ning

kos

tenp

laat

sen

voor

inve

ster

ings

proj

ecte

n

Ove

rige

verr

eken

inge

n va

n ko

sten

plaa

tsen

Ove

rige

verr

eken

inge

n

Tot

aal f

unct

ies/

kost

enpl

aats

en/

bala

nsm

utat

ies

Hoofdfunctie 0 ALGEMEEN BESTUUR

001 Bestuursorganen 359 73 605 1037002 Bestuursondersteuning college van burgemeester en wethouders 106 15 83 356 560003 Burgerzaken 67 4 535 606004 Baten secretarieleges burgerzaken 63 63005 Bestuurlijke samenwerking 19 142 8 169006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie) 97 23 61 181

562 15 265 63 146 1565 2616

Hoofdfunctie 1 OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID

120 Brandweer en rampenbestrijding 83 154 15 1 211 69 72 605140 Openbare orde en veiligheid 29 152 165 346160 Opsporing en ruiming conventionele explosieven

83 154 15 1 240 152 69 237 951

Hoofdfunctie 2 VERKEER, VERVOER EN WATERSTAAT

210 Wegen, straten en pleinen 70 8 147 771 84 427 1507211 Verkeersmaatregelen te land 1 14 29 1 2 176 223212 Openbaar vervoer214 Parkeren215 Baten parkeerbelasting220 Zeehavens221 Binnenhavens en waterwegen223 Veerdiensten230 Luchtvaart240 Waterkering, afwatering en landaanwinning 55 55

71 14 8 176 1 771 86 658 1785

Hoofdfunctie 3 ECONOMISCHE ZAKEN

310 Handel en ambacht 5 26 26 109 166311 Baten marktgelden320 Industrie330 Nutsbedrijven340 Agrarische productie en ontginning 8 7 9 72 96341 Overige agrarische zaken, jacht en visserij

5 8 33 26 9 181 262

Hoofdfunctie 4 ONDERWIJS

420 Openbaar basisonderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 4 4 8421 Openbaar basisonderwijs, onderwijshuisvesting 4 7 93 17 121422 Bijzonder basisonderwijs, exclusief onderwijshuisvesting 118 6 124423 Bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisvesting 27 32 393 30 482430 Openbaar (voortgezet) speciaal onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting431 Openbaar (voortgezet) speciaal onderwijs, onderwijshuisvesting432 Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting433 Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs, onderwijshuisvesting440 Openbaar voortgezet onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting441 Openbaar voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting442 Bijzonder voortgezet onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting443 Bijzonder voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting480 Gemeenschappelijke baten en lasten van het onderwijs 108 296 44 113 561482 Volwasseneneducatie

31 269 296 44 486 170 1296

Hoofdfunctie 5 CULTUUR EN RECREATIE

510 Openbaar bibliotheekwerk 8 199 58 9 274511 Vormings- en ontwikkelingswerk 127 11 138530 Sport 38 12 9 121 -22 186 38 382531 Groene sportvelden en terreinen 11 89 181 114 79 474540 Kunst 6 62 6 20 94541 Oudheidkunde/musea 9 11 20550 Natuurbescherming 4 144 2 5 225 380560 Openbaar groen en openluchtrecreatie 11 490 3 13 383 900580 Overige recreatieve voorzieningen

38 23 24 867 487 65 382 776 2662

Totaal hoofdfunctie 4

Totaal hoofdfunctie 5

Totaal hoofdfunctie 0

Totaal hoofdfunctie 1

Totaal hoofdfunctie 2

Totaal hoofdfunctie 3

Page 74: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

74

Verdelingsmatrix gemeente Reusel-De Mierden (1667): 2014 periode 0, lasten 0.0 1.1 1.2 2.1 2.2 2.3 3.0 3.1 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.4.1 3.4.2 3.4.3 4.1.1 4.1.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5 4.3.1 4.3.2 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 6.0 6.1 6.2.1 6.2.2 6.3

Functies

Categorieën

Nie

t in

te d

elen

last

en

Loon

beta

linge

n en

soc

iale

pr

emie

s

Soc

iale

uitk

erin

gen

pers

onee

l

Wer

kelij

k be

taal

de r

ente

Toe

gere

kend

e re

nte

Afs

chrij

ving

en

Per

sone

el v

an d

erde

n

Ene

rgie

Kos

ten

alge

men

e pl

anne

n

Aan

koop

gro

nden

Ove

rige

aank

open

en

uitb

este

ding

en d

uurz

ame

goed

eren

Bet

aald

e be

last

inge

n

Bet

aald

e pa

chte

n en

erf

pach

ten

Aan

kope

n ni

et d

uurz

ame

goed

eren

en

dien

sten

Inko

men

sove

rdra

chte

n aa

n he

t R

ijk

Ver

mog

enso

verd

rach

ten

aan

het R

ijk

Sub

sidi

es a

an

mar

ktpr

oduc

ente

n

Soc

iale

uitk

erin

gen

in g

eld

Soc

iale

ver

stre

kkin

gen

in n

atur

a aa

n pe

rson

en

Inko

men

sove

rdra

chte

n aa

n ov

erhe

id (

niet

-Rijk

)

Ove

rige

inko

men

sove

rdra

chte

n

Inve

ster

ings

bijd

rage

n en

ove

rige

kapi

taal

over

drac

hten

aan

ov

erhe

id (

niet

-Rijk

)

Ove

rige

inve

ster

ings

bijd

rage

n en

ove

rige

kapi

taal

over

drac

hten

Cha

rtaa

lgel

d en

dep

osito

's

Kor

tlope

nde

effe

cten

m.u

.v.

aand

elen

Lang

lope

nde

effe

cten

m

.u.v

.aan

dele

n

Fin

anci

ële

deriv

aten

Kor

tlope

nde

leni

ngen

Lang

lope

nde

leni

ngen

Aan

dele

n en

ove

rige

deel

nem

inge

n

Han

dels

kred

iete

n en

tr

ansi

toris

che

post

en

Res

erve

ringe

n

Kap

itaal

last

en

Ver

reke

ning

kos

tenp

laat

sen

voor

inve

ster

ings

proj

ecte

n

Ove

rige

verr

eken

inge

n va

n ko

sten

plaa

tsen

Ove

rige

verr

eken

inge

n

Tot

aal f

unct

ies/

kost

enpl

aats

en/

bala

nsm

utat

ies

Hoofdfunctie 6 SOCIALE VOORZIENINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING

610 Bijstandsverlening en inkomensvoorzieningen 7 1280 208 1495611 Werkgelegenheid 3408 13 3421613 Overige sociale zekerheidsregelingen614 Gemeentelijk minimabeleid 22 141 50 213620 Maatschappelijke begeleiding en advies 59 156 5 206 426621 Vreemdelingen 1 8 1 23 33622 Huishoudelijke verzorging 19 941 255 1215623 Participatiebudget 82 79 5 32 198630 Sociaal-cultureel werk 8 4 88 153 85 204 147 689641 Tehuizen650 Kinderdagopvang 1 5 40 38 51 26 161651 Dagopvang gehandicapten652 Voorzieningen gehandicapten 16 324 210 550

8 5 277 8 3527 1302 1406 154 284 260 1170 8401

Hoofdfunctie 7 VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU

711 Ambulancevervoer 18 18712 Verpleeginrichtingen714 Openbare gezondheidszorg 24 190 21 3 30 268715 Centra voor jeugd en gezin (jeugdgezondheidszorg) 183 183716 Centra voor jeugd en gezin (onderdeel WMO) 17 12 41 70721 Afvalverwijdering en -verwerking 716 25 6 199 946722 Riolering (gecombineerd) 50 271 2 517 262 1102723 Milieubeheer 193 343 536724 Lijkbezorging725 Baten reinigingsrechten en afvalstofheffing726 Baten rioolheffing (gecombineerd)727 Baten rioolheffing huishoudelijk/bedrijfsafvalwater728 Baten rioolheffing grond- en hemelwater729 Huishoudelijk/bedrijfsafvalwater730 Hemelwater731 Grondwater732 Baten begraafplaatsrechten

50 1221 387 46 526 893 3123

Hoofdfunctie 8 RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISVESTING

810 Ruimtelijke ordening 34 5 8 240 287820 Woningexploitatie/woningbouw 2 5 7821 Stads- en dorpsvernieuwing822 Overige volkshuisvesting 41 442 483823 Bouwvergunningen830 Bouwgrondexploitatie 215 1299 195 983 263 3760 6715

215 1299 272 5 991 950 3760 7492

Hoofdfunctie 9 FINANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN

911 Geldleningen en uitzettingen korter dan 1 jaar913 Overige financiële middelen 59 59914 Geldleningen en uitzettingen langer of gelijk aan 1 jaar921 Algemene uitkering gemeentefonds 5 5922 Algemene baten en lasten 191 35 226930 Uitvoering Wet WOZ 20 85 105931 Baten onroerende-zaakbelasting gebruikers932 Baten onroerende-zaakbelasting eigenaren 933 Baten roerende woon- en bedrijfsruimten934 Baten baatbelasting935 Baten forensenbelasting936 Baten toeristenbelasting937 Baten hondenbelasting938 Baten reclamebelasting939 Baten precariobelasting940 Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen 7 67 74941 Lastenverlichting rijk960 Saldo van kostenplaatsen -42 -42970 Saldo van de rekening van baten en lasten980 Mutaties reserves die verband houden met de hoofdfunctie 0 tot en met 9990 Resultaat van de rekening van baten en lasten 18 18

209 35 27 59 115 445

209 645 35 207 172 215 1313 77 3647 71 3527 1302 1702 1397 395 5 771 2868 6715 3760 29033

* Grijze cellen: combinaties die vrijwel niet voorkomen

* Lege cellen: combinaties die wel kunnen voorkomen, invullen indien van toepassing

Totaal hoofdfunctie 6

Totaal hoofdfunctie 7

Totaal hoofdfunctie 8

Totaal hoofdfunctie 9

Totaal functies

Page 75: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

75

Verdelingsmatrix gemeente Reusel-De Mierden (1667): 2014 periode 0, baten 0.0 2.1 2.2 2.3 3.0 3.2.1 3.2.2 3.3.1 3.3.2 3.4 4.0.1 4.0.2 4.0.3 4.1.1 4.1.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.3.1 4.3.2 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 6.0 6.1 6.2.1 6.2.2 6.3

Functies

Categorieën

Nie

t in

te d

elen

bat

en

Wer

kelij

k on

tvan

gen

rent

e en

w

inst

uitk

erin

gen

Toe

gere

kend

e re

nte

Afs

chrij

ving

en

Ver

goed

ing

voor

per

sone

el

Hur

en

Pac

hten

Opb

reng

st v

an g

rond

verk

open

Ove

rige

verk

open

van

du

urza

me

goed

eren

Ove

rige

goed

eren

en

dien

sten

Bel

astin

gen

op p

rodu

cent

en

Bel

astin

g op

inko

men

van

ge

zinn

en

Ver

mog

ensh

effin

g

Inko

men

sove

rdra

cht v

an h

et

Rijk

Ver

mog

enso

verd

rach

t van

het

R

ijkB

aten

met

bet

rekk

ing

tot

verg

oedi

ng e

n ve

rhaa

l soc

iale

ui

tker

inge

nO

verig

e in

kom

enso

verd

rach

ten

van

over

heid

(ni

et-R

ijk)

Ove

rige

inko

men

sove

rdra

chte

n

Inve

ster

ings

bijd

rage

n en

ove

rige

kapi

taal

over

drac

hten

van

ov

erhe

id (

niet

-Rijk

)O

verig

e in

vest

erin

gsbi

jdra

gen

en o

verig

e ka

pita

alov

erdr

acht

en

Cha

rtaa

lgel

d en

dep

osito

's

Kor

tlope

nde

effe

cten

m.u

.v.

aand

elen

Lang

lope

nde

effe

cten

m

.u.v

.aan

dele

n

Fin

anci

ële

deriv

aten

Kor

tlope

nde

leni

ngen

Lang

lope

nde

leni

ngen

Aan

dele

n en

ove

rige

deel

nem

inge

n

Han

dels

kred

iete

n en

tr

ansi

toris

che

post

en

Res

erve

ringe

n

Kap

itaal

last

en

Ver

reke

ning

kos

tenp

laat

sen

voor

inve

ster

ings

proj

ecte

n

Ove

rige

verr

eken

inge

n va

n ko

sten

plaa

tsen

Ove

rige

verr

eken

inge

n

Tot

aal f

unct

ies/

kost

enpl

aats

en/

bala

nsm

utat

ies

Hoofdfunctie 0 ALGEMEEN BESTUUR

001 Bestuursorganen002 Bestuursondersteuning college van burgemeester en wethouders003 Burgerzaken004 Baten secretarieleges burgerzaken 221 221005 Bestuurlijke samenwerking006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie) 1 1

222 222

Hoofdfunctie 1 OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID

120 Brandweer en rampenbestrijding 8 4 10 15 37140 Openbare orde en veiligheid 7 14 21160 Opsporing en ruiming conventionele explosieven

8 11 10 14 15 58

Hoofdfunctie 2 VERKEER, VERVOER EN WATERSTAAT

210 Wegen, straten en pleinen 1 25 4 30211 Verkeersmaatregelen te land 3 1 4212 Openbaar vervoer214 Parkeren215 Baten parkeerbelasting220 Zeehavens221 Binnenhavens en waterwegen223 Veerdiensten230 Luchtvaart240 Waterkering, afwatering en landaanwinning

1 25 7 1 34

Hoofdfunctie 3 ECONOMISCHE ZAKEN

310 Handel en ambacht311 Baten marktgelden 33 33320 Industrie330 Nutsbedrijven 19 19340 Agrarische productie en ontginning 4 185 2 191341 Overige agrarische zaken, jacht en visserij

19 4 185 35 243

Hoofdfunctie 4 ONDERWIJS

420 Openbaar basisonderwijs, exclusief onderwijshuisvesting421 Openbaar basisonderwijs, onderwijshuisvesting422 Bijzonder basisonderwijs, exclusief onderwijshuisvesting423 Bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisvesting 50 50430 Openbaar (voortgezet) speciaal onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting431 Openbaar (voortgezet) speciaal onderwijs, onderwijshuisvesting432 Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting433 Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs, onderwijshuisvesting440 Openbaar voortgezet onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting441 Openbaar voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting442 Bijzonder voortgezet onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting443 Bijzonder voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting480 Gemeenschappelijke baten en lasten van het onderwijs 46 18 64482 Volwasseneneducatie

50 46 18 114

Hoofdfunctie 5 CULTUUR EN RECREATIE

510 Openbaar bibliotheekwerk 18 6 24511 Vormings- en ontwikkelingswerk530 Sport 67 67531 Groene sportvelden en terreinen 75 1 7 83540 Kunst541 Oudheidkunde/musea550 Natuurbescherming 67 10 77560 Openbaar groen en openluchtrecreatie 6 1 48 3 58580 Overige recreatieve voorzieningen

166 2 128 10 3 309

Totaal hoofdfunctie 1

Totaal hoofdfunctie 2

Totaal hoofdfunctie 3

Totaal hoofdfunctie 0

Totaal hoofdfunctie 4

Totaal hoofdfunctie 5

Page 76: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

76

Verdelingsmatrix gemeente Reusel-De Mierden (1667): 2014 periode 0, baten 0.0 2.1 2.2 2.3 3.0 3.2.1 3.2.2 3.3.1 3.3.2 3.4 4.0.1 4.0.2 4.0.3 4.1.1 4.1.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.3.1 4.3.2 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 6.0 6.1 6.2.1 6.2.2 6.3

Functies

Categorieën

Nie

t in

te d

elen

bat

en

Wer

kelij

k on

tvan

gen

rent

e en

w

inst

uitk

erin

gen

Toe

gere

kend

e re

nte

Afs

chrij

ving

en

Ver

goed

ing

voor

per

sone

el

Hur

en

Pac

hten

Opb

reng

st v

an g

rond

verk

open

Ove

rige

verk

open

van

du

urza

me

goed

eren

Ove

rige

goed

eren

en

dien

sten

Bel

astin

gen

op p

rodu

cent

en

Bel

astin

g op

inko

men

van

ge

zinn

en

Ver

mog

ensh

effin

g

Inko

men

sove

rdra

cht v

an h

et

Rijk

Ver

mog

enso

verd

rach

t van

het

R

ijk

Bat

en m

et b

etre

kkin

g to

t ve

rgoe

ding

en

verh

aal s

ocia

le

uitk

erin

gen

Ove

rige

inko

men

sove

rdra

chte

n va

n ov

erhe

id (

niet

-Rijk

)

Ove

rige

inko

men

sove

rdra

chte

n

Inve

ster

ings

bijd

rage

n en

ove

rige

kapi

taal

over

drac

hten

van

ov

erhe

id (

niet

-Rijk

)

Ove

rige

inve

ster

ings

bijd

rage

n en

ove

rige

kapi

taal

over

drac

hten

Cha

rtaa

lgel

d en

dep

osito

's

Kor

tlope

nde

effe

cten

m.u

.v.

aand

elen

Lang

lope

nde

effe

cten

m

.u.v

.aan

dele

n

Fin

anci

ële

deriv

aten

Kor

tlope

nde

leni

ngen

Lang

lope

nde

leni

ngen

Aan

dele

n en

ove

rige

deel

nem

inge

n

Han

dels

kred

iete

n en

tr

ansi

toris

che

post

en

Res

erve

ringe

n

Kap

itaal

last

en

Ver

reke

ning

kos

tenp

laat

sen

voor

inve

ster

ings

proj

ecte

n

Ove

rige

verr

eken

inge

n va

n ko

sten

plaa

tsen

Ove

rige

verr

eken

inge

n

Tot

aal f

unct

ies/

kost

enpl

aats

en/

bala

nsm

utat

ies

Hoofdfunctie 6 SOCIALE VOORZIENINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING

610 Bijstandsverlening en inkomensvoorzieningen 1275 10 1285611 Werkgelegenheid 3408 200 3608613 Overige sociale zekerheidsregelingen614 Gemeentelijk minimabeleid 25 25620 Maatschappelijke begeleiding en advies621 Vreemdelingen 2 2 4622 Huishoudelijke verzorging 260 260623 Participatiebudget 166 166630 Sociaal-cultureel werk 43 43641 Tehuizen650 Kinderdagopvang 26 6 32651 Dagopvang gehandicapten652 Voorzieningen gehandicapten 6 6

69 274 4851 10 200 25 5429

Hoofdfunctie 7 VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU

711 Ambulancevervoer712 Verpleeginrichtingen714 Openbare gezondheidszorg715 Centra voor jeugd en gezin (jeugdgezondheidszorg)716 Centra voor jeugd en gezin (onderdeel WMO)721 Afvalverwijdering en -verwerking 178 178722 Riolering (gecombineerd) 33 33723 Milieubeheer724 Lijkbezorging725 Baten reinigingsrechten en afvalstofheffing 778 778726 Baten rioolheffing (gecombineerd) 171 1106 1277727 Baten rioolheffing huishoudelijk/bedrijfsafvalwater728 Baten rioolheffing grond- en hemelwater729 Huishoudelijk/bedrijfsafvalwater730 Hemelwater731 Grondwater732 Baten begraafplaatsrechten

989 171 1106 2266

Hoofdfunctie 8 RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISVESTING

810 Ruimtelijke ordening 10 10820 Woningexploitatie/woningbouw 7 7821 Stads- en dorpsvernieuwing822 Overige volkshuisvesting823 Bouwvergunningen 204 204830 Bouwgrondexploitatie 6674 40 6714

7 6674 254 6935

Hoofdfunctie 9 FINANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN

911 Geldleningen en uitzettingen korter dan 1 jaar913 Overige financiële middelen 59 59914 Geldleningen en uitzettingen langer of gelijk aan 1 jaar 91 91921 Algemene uitkering gemeentefonds 9825 9825922 Algemene baten en lasten930 Uitvoering Wet WOZ931 Baten onroerende-zaakbelasting gebruikers 291 291932 Baten onroerende-zaakbelasting eigenaren 1915 1915933 Baten roerende woon- en bedrijfsruimten934 Baten baatbelasting935 Baten forensenbelasting 29 29936 Baten toeristenbelasting 100 100937 Baten hondenbelasting938 Baten reclamebelasting939 Baten precariobelasting940 Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen 7 7941 Lastenverlichting rijk960 Saldo van kostenplaatsen 1067 1067970 Saldo van de rekening van baten en lasten980 Mutaties reserves die verband houden met de hoofdfunctie 0 tot en met 9 35 35990 Resultaat van de rekening van baten en lasten

91 7 2306 29 9825 59 35 1067 13419

19 91 305 187 6674 1945 2477 1135 14732 10 235 43 15 59 35 1067 29029

* Grijze cellen: combinaties die vrijwel niet voorkomen

* Lege cellen: combinaties die wel kunnen voorkomen, invullen indien van toepassing

Totaal functies

Totaal hoofdfunctie 8

Totaal hoofdfunctie 9

Totaal hoofdfunctie 6

Totaal hoofdfunctie 7

Page 77: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

77

Bijlage 4. Totaal van lasten en baten per programma Hieronder ziet u in één overzicht de lasten en baten per programma en het saldo wat dit in totaal oplevert voor de jaarschijf 2014. (bedragen x € 1.000)

Programma Lasten Baten Saldo

Programma 1 -3.741 171 -3.570

Programma 2 -2.640 2.266 -374

Programma 3 -7.500 6.939 -561

Programma 4 -1.064 465 -599

Programma 5 -1.519 194 -1.325

Programma 6 -2.057 271 -1.786

Programma 7 -8.120 5.305 -2.815

Programma 8 -1.946 1 -1.945

Programma 9 -445 13.420 12.975

Totaal -29.032 29.032 0

Page 78: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

78

Page 79: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

79

Bijlage 5. Afkortingenlijst

AED - Automatische Elektrische Defibrillator AWBZ - Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten BAG - Basisregistraties Adressen en Gebouwen BBV - Besluit Begroting en Verantwoording BGT - Basisregistratie Grootschalige Topografie BIZOB - Bureau Inkoop en aanbesteding Zuidoost Brabant BNG - Bank Nederlandsche Gemeenten BOR - Beheer Openbare Ruimte BTW - Belasting op Toegevoegde Waarde BVL - Brabants Verkeersveiligheids Label BZK - Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties CAR/ UWO - Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Uitwerkingsovereenkomst CCV - Centrum Criminaliteitspreventie Veiligheid Chw - Crisis- en herstelwet CJG - Centrum voor Jeugd en Gezin CPB - Centraal Planbureau CPO - Collectief Particulier Opdrachtgeverschap CVDR - Centrale Voorziening Decentrale Regelgeving DOT - Dorpsondersteuningsteams DURF - Daadkracht, Uitdaging, Resultaatgerichtheid en Flexibiliteit DVC - Dienstverleningsconcept E-KRW - Europese Kaderrichtlijn Water EMU - Europese en Monetaire Unie FBV - Financiën, Belastingen en Verzekeringen Fido - Financiering decentrale overheden Fte - Fulltime equivalent GBKN - Grootschalige Basiskaart Nederland GGD - Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst GRSK - Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking Kempengemeenten GVOP - Gemeenschappelijke Voorziening Overheidspublicaties ICT - Informatie- en Communicatietechnologie ISD - Intergemeentelijke Sociale Dienst JGZ - Jeugdgezondheidszorg KBP - Kempisch Bedrijven Park KLC - Kempisch Logistiek Centrum KRW - Kaderrichtlijn Water KVO - Keurmerk Veilig Ondernemen LED - Light Emitting Diode NOC/NSF - Nederlands Olympisch Comité / Nederlandse Sport Federatie ODZOB - Omgevingsdienst Zuidoost Brabant OOT - Organisatie Ontwikkel Traject OV - Openbare Verlichting OZB - Onroerende zaakbelasting PM - Pro Memorie PMO - Parkmanagementorganisatie P&O - Personeel & Organisatie RUD - Regionale Uitvoeringsdienst RvS - Raad van State SK - Samenwerkende Kempengemeenten SMART - Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Resultaat en Tijdsgebonden SOX - Lage druk natrium lamp

Page 80: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

80

SRE - Samenwerkingsverband Regio Eindhoven SSC - Shared Service Center TK - Tweede Kamer VGRP - Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan VOB - Vernieuwen, Ombuigen en Bezuinigen VRBZO - Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost VTH - Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving VVE - Voor- en Vroegschoolse Educatie VVV - Vereniging voor Vreemdelingenverkeer WGR+ - Wet gemeenschappelijke regeling plus Wmo - Wet maatschappelijke ondersteuning WOZ - Wet waardering onroerende zaken Wro - Wet ruimtelijke ordening Wsw - Wet sociale werkvoorziening WSW - Waarborgfonds Sociale Woningbouw Wvg - Wet voorkeursrecht gemeenten WVK - Werkvoorzieningsschap Kempenland Wwb - Wet werk en bijstand WZW - Adviescommissie Wonen, Zorg en Welzijn

Page 81: Programmabegroting 2014 – 2017 · 2014-07-30 · In de begroting 2014-2017 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de septembercirculaire 2013. Zaken die eind 2012, bij

81

Vaststellingsbesluit

De raad van de gemeente Reusel-De Mierden; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2013, nr. 2013-…; gelet op de artikelen 189 en volgende van de gemeentewet; besluit: de programmabegroting 2014-2017 vast te stellen en daarmee impliciet in te stemmen met de lijst nieuw beleid 2014-2017 en de kredieten en budgetten beschikbaar te stellen die behoren bij de jaarschijf 2014 van die lijst. Vastgesteld in openbare vergadering van de raad van Reusel-De Mierden van 12 november 2013. De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

J.C.M. van Berkel. H.A.J. Tuerlings.