Preview Levende Have oktober 2011

7
Bijvriendelijk bijen houden met Albert Muller 12 38 Levende Have Levende Have Dit magazine verschijnt zes maal per jaar Jaargang 9 Oktober 2011 TaurOs: het maakbare oerrund - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Vlaamse, Friese en Zeeuwse melkschapen: zoek de verschillen - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - In Alles over Kippen: de Brahma 10 Alles over boerderijdieren NU Extra magazine over kippen GRATIS

description

Het magazine Levende Have is een onafhankelijk en fraai geïllustreerd tijdschrift voor de hobbymatige en kleinschalige houders van schapen, geiten, varkens, koeien, paarden en pony’s, ezels, pluimvee en parkdieren. Het verschijnt zes keer per jaar samen het magazine Alles over kippen, 2 magazines voor de prijs van 1.

Transcript of Preview Levende Have oktober 2011

Page 1: Preview Levende Have oktober 2011

Bijvriendelijk bijen houden met Albert Muller

12

38

Levende HaveLevende HaveDit magazine verschijnt zes maal per jaar

Jaargang 9 Oktober 2011

TaurOs: het maakbare oerrund- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

Vlaamse, Friese en Zeeuwse melkschapen: zoek de verschillen

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -In Alles over Kippen: de Brahma

10

Alles over boerderijdieren

NU Extra magazine

over kippen

Gratis

Page 2: Preview Levende Have oktober 2011

Op het erf en in de stallen van Sjek

Floor heerst rust. Geen krijsende varkens, wel nieuwsgierige dieren die hun neus door de afrastering steken. De gespeende Ibericobig-gen raken hooguit wat opgewonden als ze de voeremmer zien. Het gebruikelijke gegil blijft uit. Ken je die uitdruk-king niet?, vraagt Sjek. “Zoals de boer is, zijn z’n beesten.”

Sjek Floor is geen gewone varkensboer. Ook geen hobbyboer. Meer iets daartussenin. “Paarden zijn mijn hobby. Ik heb vijf jaar aan de drafsport meegedaan. Ik zat op een sulky. Vanaf 1986, toen ik samen met Jannie deze boerderij in Eerbeek kocht, ben ik een beetje voor boer gaan spelen. Ik wilde varkens houden. Heel lang had ik twintig zeugen. Dat was veel werk. Nu weet ik wel, idealisme kost geld. Maar ik ben

toch gaan rondkijken naar een speciaal ras dat een speciaal product oplevert.”

Verrassing voor wie het nog niet wist: Sjek Floor heeft een slagerij in Nijmegen. Slachten laat hij doen, hij verkoopt het vlees. Verkopen kan hij goed. Deze kleinzoon van een boer studeerde economie en werkte ondermeer bij Albert Heijn,

Vlees van uniek Spaans ras te vergelijken met kaviaar

Ibericovarken is blij met zichzelf

Varkens van het vrije leven, scharrelvarkens bij uitstek. De Iberico verwierf wereldfaam dankzij z’n Pata Negra. Sjek Floor uit Eerbeek haalde het ras naar Nederland. Voor het vlees. Maar hij verkoopt ze ook voor het leven. “Ze zijn heel knap”.

Sjek Floor

pag 24

Tekst: Jinke HestermanFoto’s: Jan Smit/Dierenbeeldbank

Page 3: Preview Levende Have oktober 2011

In ‘t hof van...- - - - - - - - - - Monique Musch

Helden

Helden heb je in allerlei soorten en maten. Ik heb het in dit geval niet over mensen die mensen of dieren redden, maar over dieren en hun gedrag ten opzichte van elkaar. Kameroen ram Charles is de baas van de bokkenwei. Nubi-sche bok Elmo heeft niets in te brengen, en de jonge bokjes die er bij lopen al helemaal niet. De bokkenwei is aan drie kanten omgeven door een stevig houten hek en heeft aan één kant een sloot. Niet diep en niet breed, maar het houdt de heren gedurende de warme maanden wel op het gras.

Niet lang geleden werd dwergbok Xanto tijdelijk gestald op het bokkenweitje. In het najaar mag hij zijn kunsten gaan vertonen bij de dames op de boerderij in Aalsmeer.Hekken kende hij van bij de fokker, maar die sloot, die had een grote aantrekkingskracht. Vooral omdat het water bedekt was met een dikke laag kroos; dan moet je proberen of het houdt…En dat niet één, maar zelfs drie keer, en elke keer kwam Xanto er groen als gras uit gekropen.De andere bokken hadden er niets mee, maar Kameroen ram Charles was duidelijk onder de indruk van dit heldhaf-tig gedrag. Als een hondje liep hij achter Xanto aan, zozeer was hij onder de indruk. Hij liet hem zelfs voorgaan met eten. En dat wil heel wat zeggen.

Nog een geval van heldendom. Al een tijdje lopen er bij de boerderij twee krielhanen rond; waarschijnlijk door een vriendelijk persoon losgelaten met het idee dat wij er wel wat mee konden. Eén van de heren konden we vangen, de ander verschanste zich in de bosjes. In dezelfde tijd kwam een kip met een hele berg kuikens uit die zelfde bosjes tevoorschijn. Het vangen van deze familie ging wat vlotter, op één kuiken na dat weer de bosjes in dook. En natuurlijk nergens meer te vinden was.De dag erna kwam de haan tevoorschijn met in zijn kielzog het kuiken. Vader haan maakte net zulke geluidjes als moe-der hen. Hij ontfermde zich vol overgave over het kleintje. Een redder in de nood.

Monique Musch, 46 jaar, getrouwd, moeder van twee kinderen en werkzaam als begeleider/beheerder op de kinderboerderijen in Aalsmeer en Uithoorn

totdat hij voor zichzelf begon. Nu is hij als enige in Nederland in het gelukkige bezit van Ibericovarkens, bekend van de Pata Negra, een van de beste rauwe hamsoorten van de wereld. Spekkie voor het bekkie. Letterlijk, want de Iberico is supervet. “Klanten willen mager vlees”, weet ook Sjek Floor. “Maar er is een kleine groep die hier wel belangstelling voor heeft. Die mensen willen een lekker stuk vlees van een varken dat een goed leven heeft gehad.” Floor kocht in 2007 twee beren en vijf zeugen van Javier Santamartina uit Salamanca. “Ik was bij hem en dacht: dat is leuk voor de Nederlandse markt. Het vlees van de Iberico is te vergelijken met kaviaar. De Spaanse varkens worden alleen maar op smaak gefokt. De hammen hangen twee jaar te rijpen

op 800 meter hoogte.” Dat laatste is niet te realise-ren onder Nederlandse omstandigheden. Sjek Floor kookt daarom de hammen. Ook lekker, voor wie ervan houdt.

EikelsGenoeg over het vlees. Wat is de Iberico voor een varken? Wie wel eens door het zuidwesten van Spanje heeft gereisd, moet ze gezien hebben: de var-kens van het vrije leven. Ze trekken rond op de onafzienbare, uitgestrekte velden. Scharrelvarken bij uitstek, gefokt voor exten-sieve houderij. Nu heb je Iberico’s en Iberico’s. Een beperkt aantal varkens is geselecteerd om het mon-tanera dieet te volgen. Zij eten van 1 oktober tot 15 december uitsluitend wat de natuur te bieden heeft en dat zijn vooral veel eikels (“bellota” of “biotta”). De varkens verblijven in deze tijd minimaal zestig dagen in de natuur en komen ruim veertig kilo aan om zo de naam “Bellota” te mogen dragen. Voor een gewichtstoename van één

kilo, moet het varken gemiddeld tien tot vijftien kilo eikels eten. Bij een opbrengst per boom van acht tot twintig eikels, komt dat neer op één tot twee hectare grond per Iberico.

Kortom, een varken dat zich heel goed leent voor hobbyboeren met ruimte. Voor liefhebbers die niet de intentie hebben om veel biggen te fokken, want een Ibericozeug brengt gemiddeld

pag 25 Levende Have magazine voor hobbydierhouders

Page 4: Preview Levende Have oktober 2011

een toom van acht varkens groot. “Ze zijn heel knap”, stelt Sjek Floor met veel gevoel voor vrouwelijk schoon vast. Hun aantrekkingskracht zit vooral in het dunne velletje. “Kijk, zijn ze niet prachtig?”, roept hij opgetogen als hij bij een toom glanzende biggen de voorraad korrels aanvult. Sjek Floor beschikt over 1,5 ha grond. Officieel mag hij veertien varkens op een hectare houden, maar het zou een zooitje worden, stelt hij vast. Buiten kunnen hooguit een paar guste zeugen lopen, samen met een beer. De rest bivakkeert dus binnen, in zogeheten beddenstallen met een geïsoleerde vloer waarop vlas is gestrooid, zodat ze kunnen scharrelen. De “bedden” zijn met kleden afgeschermde ruimtes waar de varkens kunnen rusten en waar ze zichzelf ’s winters warm

kunnen houden. Sjek Floor strooit wat korrels op de grond. De rest gaat in de voertorens die de varkens de hele dag van het nodige eten voorzien. Hij geeft ze brok, maar Ibericovar-kens lusten in feite alles. Ze mogen alleen niet alles hebben. Keukenafval met vleesresten (swill) is verboden.

Respect voor het beestHet Ibericovarken is middelgroot en onderscheidt zich door een beminnelijk karakter. “Het zijn ontzettend leuke dieren. Heel gezellig ook. Vrolijk en evenwichtig, ze zijn blij met zich-zelf”, aldus Floor. Wouter Klootwijk – bekend van het televi-sieprogramma De Keuringsdienst van Waarde en de Wilde Keuken - heeft eens een paar varkens van hem gekocht. Hij klaagde dat ze hem hadden gebeten. “Maar ja, wat wil je. Hij had zijn hand in de voerbak gehouden. Dat moet je natuurlijk niet doen”, zegt Sjek. “Respect voor het beest”, staat wat hem betreft voorop.

Natuurlijk zijn er ook minpuntjes. De Ibericozeugen geven slecht melk. Ook gaat er wel eens een big dood. Dat gebeurt overigens bij iedereen die met varkens fokt. En de beren zijn minder geschikt voor een natuurlijke dekking, althans wan-neer ze buiten lopen waar ze kunnen uitglijden en zich ver-stappen, maar dat geldt eigenlijk voor elk ras. “Soms dekken ze wel, maar bevruchten ze niet. Of ze verzwikken tijdens de dekking een poot. Dan lopen ze weer een tijdje mank.”

Bij de Ibericozeugen lopen nu twee beren van een ander ras: Pietrain en Groot-Yorkshire. Om biggen te krijgen met een iets lager vetgehalte en om de voortplanting te garanderen. De biggen van deze kruising worden nog altijd tot het ras van de Iberico gerekend. Zolang de moeder maar honderd procent Spaans bloed heeft. “Mijn populatie is gebaseerd op wat ik in 2007 heb aangeschaft. Ik doe wat aan lijnenteelt met zeugen en beren. De toekomst is ongewis.”

Binnen verblijven drie volwassen, zuivere Ibericoberen van anderhalf jaar oud. Sjek Floor moet er eigenlijk vanaf. Ze staan te koop voor €400 per dier. Hij benadrukt de unieke waarde van zijn varkens. “De Spanjaarden verkopen eigen-lijk geen dieren. Het was ook heel kostbaar om ze te halen, met alle controles en vervoerskosten. Als het je al lukt om een Ibericovarken in Spanje te kopen, ben je zo duizend tot vijftienhonderd euro kwijt, alles inbegrepen. Dan moet je wel een hele dikke portemonnee hebben.” Sjek Floor verkoopt ook biggen. Voor een borgje rekent hij €100 voor een zeugje €150. Nadere info: www.sjekfloorcatering.nl

Kostbare genetische bronnenOoit was het Iberische varken in Spanje zeer talrijk. Onder invloed van een uitbraak van Afrikaanse var-

kenspest in de jaren zestig van de vorige eeuw, de toenemende vraag naar mager vlees en de opkomst

van productierassen, slonk de populatie aanzienlijk. De laatste jaren is er echter een kentering gaande:

Spanjaarden willen weer vlees van topkwaliteit. Het genetisch materiaal is echter niet meer wat het was.

Fokkers vervingen de oude populatie voor een deel door een populatie die is gebaseerd op kruisingen

met het Duroc-varken. Enkele oude bloedlijnen zijn verdwenen, andere verkeren in de gevarenzone. De

Spanjaarden hebben nu een programma opgezet voor het behoud van hun kostbare genetische bronnen.

pag 26

Page 5: Preview Levende Have oktober 2011

Reukzin van de bokZowel geiten als bokken kunnen goed ruiken, maar bokken nog veel beter dan geiten. In een weiland zal de bok eerder dan de geiten mer-ken dat er iemand naar ze toe komt, alleen omdat hij dat als eerste ruikt. Bokken herkennen hun dames en hun verzorgers ook vooral aan de geur. Ze hebben zelfs geurherinnering aan mensen en dieren die ze langere tijd niet hebben gezien. Kenmerkend voor de bok is het flemen: met opgetrokken bovenlip ruiken of een geit al bronstig is. Bokken weten op basis van geur ook feilloos of een geit drachtig is. Een nadeel heeft die goede reukzin van bokken wel: een bok is nóg kieskeuriger dan een geit bij het eten, omdat hij heel snel iets vindt stinken. Tja, heeft hij zichzelf wel eens geroken?

Biggen leren etenBiggen moeten soms wat op weg geholpen worden bij het leren eten van vast voer. Er zijn een paar trucjes. Maal wat korrel of muesli fijn en strooi het over de grond. Doe dat het liefst op een plek waar de zeug er niet bij kan. Het meelvoer blijft aan de big-genbekjes hangen als ze erdoorheen lopen, waardoor ze snel de smaak leren waarderen. Een voerbak gebruiken kan ook, maar kies dan voor rood of een andere felle kleur. Signaalkleuren zijn aantrekkelijk voor varkens, dus ze zullen snel op de bak af gaan. De voerbak moet groot en ondiep zijn, want de biggen moeten er in kunnen lopen. Strooi geen gemalen voer onder de warm-

telamp, want daar wordt het te hard.

Omdat ezels slecht tegen regen kunnen, hebben ze jaarrond op zijn minst een schuilstalletje nodig. Dat moet wel een solide bouwsel zonder kieren zijn, want ezels kunnen ook niet goed tegen tocht. Een verkoudheidje hebben ze zó te pakken en ook ernstiger (long)problemen liggen bij ezels al snel op de loer. Zorg er daarom voor dat het in de

ezelstal op ezelhoogte niet kan tochten. Een inloopstalletje met drie dichte wanden en een flink dakoverstek aan de open zijde voldoet al goed: geen tocht, wel ventilatie (in de webshop van www.levendehave.nl is een bouwtekening van zo’n stal verkrijgbaar). Bij een stal met alleen een deur of een kleine inloop moeten er op hoogte ventilatieopeningen, luiken of ramen worden aangebracht. Luiken of ramen die scharnieren aan de onderzijde en naar binnen klappen zijn ideaal. De binnenkomende lucht bolt dan naar boven.

Stille konijnenKonijnen zijn zwijgzame dieren. Communiceren via geluiden doen ze maar zelden. Ze laten wel goed van zich horen als ze door een roofdier gegrepen worden. Dan gillen ze hoog en hard. Konijnen die niet gewend zijn opgetild te worden, kunnen denken dat ze worden

aangevallen en dan dezelfde ijselijke kreten slaken. Met het gegil alarmeert een konijn andere konijnen in de wijde omgeving. Een ander konijnenge-luid is het gestamp met de achterpoten. Met dit goed hoorbare geluid geven konijnen aan dat ze boos zijn. Als ze zien dat er een soortgenoot wordt aan-gevallen, zullen ze ook stampvoeten om daar-mee andere konijnen te waarschuwen.

Tochtvrije ezelstal

pag 30

Page 6: Preview Levende Have oktober 2011

De toestand van de honingbij baart grote zorgen. Massale sterfte vormt een bedrei-ging voor onze voedselproductie. Toch is er hoop: iedereen met een tuin of een stuk land kan de bij de helpende hand bieden. Bijenexpert Albert Muller uit Nijbroek gaat speciaal voor Levende Have de komende edities in op het hoe en waarom van bij-vriendelijk bijenhouden.

Bijen zijn fascinerende dieren die zelfs een kenner als Albert Muller nog kunnen ver-

rassen: bijvoorbeeld hoe de paring in de lucht in z’n werk gaat. De daad tussen dar en konin-gin onttrekt zich meestal aan het oog van de mens. Bijen doen het op 30 tot 60 meter hoogte. Daar bevinden zich darrenverzamel-plaatsen en de koninginnen die bevrucht willen worden, vliegen daar naartoe. Onderzoekers lieten twee volkeren met Carnicadarren en twintig volkeren met Ita-liaanse darren los. Daarna mochten veertig jonge Carnicakoninginnen de lucht in. Wat bleek? De overmacht aan Italiaanse darren had geen enkele invloed: 95 procent van de Carnicakoninginnen werd bevrucht door een van de Carnicadarren. Soort zoekt soort? Nee, grijnst Albert Muller, soort vindt soort. “De paringshoogte verschilt tussen een Car-nicabij en Italiaanse bij.” Wie zich eenmaal verdiept in het leven van de bij, loopt een zeker risico. Het kan zijn dat je er niet meer van los komt. Wat Albert Muller betreft kan dat niet genoeg gebeuren. Niet alleen omdat hij veel mensen deelgenoot wil maken van de wonderlijke bijenwereld, maar die mensen zijn ook hard nodig om de bij de helpende hand te bieden. Het complexe en bijzondere leven van de bij is namelijk ernstig verstoord geraakt door tal van factoren: een gebrek aan nectarrijke bloe-men of de aanwezigheid van giftige bloemen, de verslechtering van de conditie van de bijen waardoor de varroamijt om zich heen kan grijpen, en de prestatiedrang van de imkers. “Essentieel voor een natuurlijke manier van bijen houden is dat de imker de bij volgt, in

plaats van dat de bijen de imker moeten vol-gen. Als ik de bijen volg, dan wacht ik tot een volk in zwermstemming komt. Als de bij mij moet volgen, dan maak ik een kunstmatige zwerm omdat dat beter past bij mijn vakan-tieplannen of andere activiteiten. Tussen deze twee manieren van bijen houden is een basaal verschil.”

Kentering“De achteruitgang is zo dramatisch dat de economie nu in gevaar komt”, constateert Albert Muller. De situatie lijkt hopeloos, maar biedt tegelijkertijd kansen. Want, redeneert hij, als onze voedselproductie gaat lijden onder de massale sterfte van bijenvolken, dan ligt een kentering in het verschiet. Van onze voedselgewassen is voor de bestuiving immers 95 procent afhankelijk van de honingbij. En wanneer de bestuiving stagneert heeft niet alleen de bij, maar ook de mens een probleem. De oplossing moet worden gezocht in de omstandigheden waaronder de bijen leven. Het platteland is veel te groen. De bijen zijn tegenwoordig beter af in stadstuintjes. Omdat ze geen groen kunnen waarnemen, leven ze op het platteland in een overwegend grijze wereld. Muller mag graag vergelijkin-gen maken: “Als je een konijn koopt weet iedereen welk voer deze dieren nodig hebben. Bijen moeten kennelijk leven van de lucht.” De weilanden zijn monotoon begroeid met overwegend Engels raaigras. Bermen langs de wegen worden weliswaar gemaaid, maar het maaisel wordt niet afgevoerd, waardoor de gewenste verschraling en de opkomst van bloemrijke soorten uitblijft. ’Bijenlint’Dat er veranderingen gaande zijn, doet hem deugd. Hij verwijst naar Zutphen Bijenstad. Deze campagne is vorig jaar van start gegaan onder het motto “Alle bee(s)tjes helpen”. Een initiatief van twee vrouwen die een hele lokale overheid hebben meegekregen. Inwoners van Zutphen maken hun tuinen

Speciaal voor lezers van Levende Have: serie artikelen van imker uit Nijbroek

Bijvriendelijk bijen houden met Albert Muller

pag 36

Tekst: Jinke HestermanFoto’s: Jan Smit / dierenbeeldbank.nl

Page 7: Preview Levende Have oktober 2011

bijvriendelijk. Zo moet er in de stad een “bij-enlint” ontstaan, plekken waar bijen voedsel kunnen vinden. Albert Muller pakt het boek van Arie Koster erbij, ‘Plantenvademecum voor tuin, park en landschap’, waarin de auteur ruim 1500 plantensoorten beschrijft en aan-geeft welke betekenis ze hebben voor bijen en vlinders. “Alle gemeenten zouden dat moeten aanschaffen”, vindt hij.

Ook in de imkerij gebeurt het nodige. Albert Muller merkt het op omscholingscursussen voor imkers die naar een meer natuurlijke manier van bijen houden toe willen. “Je ziet nu ook steeds meer mensen die de honing niet zo belangrijk vinden. Bijen hoeven ook niet per se raszuiver te zijn. Ze hoeven niet te presteren. Het is belangrijk dat de groep die er zo tegen-aan kijkt in opkomst is. Die groep geeft bijen meer de kans te leven zoals de bijen dat zelf willen. Ze laten de bijen zelf de raten bouwen, in plaats van kunstraten te gebruiken waarbij de bij in een bepaald patroon wordt gedwon-gen.”

Het is deze groep die de biologisch dynamische imker Albert Muller voor ogen staat bij het schrijven van een serie over bijen houden in Levende Have. De serie krijgt een seizoensge-bonden opzet. Hij zal daarin ondermeer ingaan op de huisvesting van bijen, de zogeheten “Ein-raumkasten” met hoge ramen in één verdie-ping, als alternatief voor de gestapelde kasten. Ze bestaan uit één ruimte waarin de bijen hun gang kunnen gaan. Ook zal hij uit de doeken doen hoe hij de varroamijt in bedwang houdt. Verder zal hij aandacht schenken aan bijen houden zonder honing te winnen. “Iets dat heel goed mogelijk is”, aldus Muller. Ook de plek waar bijen gehouden worden komt uiter-aard aan bod. Het verplaatsen van kasten gaat volgens Muller tegen de natuur in. “Ik deed dat vroeger ook, maar dat wil ik niet meer. Bijen leven van nature in holle bomen. Daar heb je rekening mee te houden. Holle bomen huppe-len toch ook niet heen en weer?”.De serie over Bijvriendelijk bijen houden gaat van start in het decembernummer van Levende Have.

pag 37 Levende Have magazine voor hobbydierhouders